Uitvoeringsplan ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’
In opdracht van:
CZW Bureau
Datum:
15 februari 2011
Auteur:
Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid (STAP)
Versie:
publieksversie
Dit uitvoeringsplan is mede tot stand gekomen door een financiële bijdrage vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken en koninkrijksrelaties en de provincie Zeeland
INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE ............................................................................................................................................ 2 INLEIDING ........................................................................................................................................................ 3 DOELSTELLINGEN ‘LAAT ZE NIET (VER)ZUIPEN!’ ............................................................................................... 4 EFFECTIEVE MAATREGELEN .............................................................................................................................. 5 UITVOERINGSSTRUCTUUR................................................................................................................................ 7 WERKGROEP EDUCATIE EN BEWUSTWORDING ................................................................................................ 8 WERKGROEP REGELGEVING ........................................................................................................................... 10 WERKGROEP HANDHAVING ........................................................................................................................... 15 WERKGROEP ONDERZOEK & MONITORING ................................................................................................... 18 PLANNING ...................................................................................................................................................... 21 FINANCIËN ...........................................................................................FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD.
2 Uitvoeringsplan ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’
INLEIDING Dit uitvoeringsplan is een uitwerking van het Zeeuws projectplan 'Jeugd en alcohol' dat is samengesteld om het schadelijk alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen. In dit uitvoeringsplan, dat in feite een onderbouwing en operationalisering is van het projectplan, gaan we in op: Een uitwerking van activiteiten ingedeeld in de drie pijlers van een universeel alcoholbeleid, te weten: Educatie en bewustwording, optimale regelgeving en doelgerichte handhaving. Een planning voor de uit te voeren activiteiten tot eind 2013. De globale financiële onderbouwing van de uitvoeringsstructuur. Het werkplan is tot stand gekomen in samenwerking tussen STAP, de projectleider en de bestaande werkgroepen van ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’ (LZNV). Wij danken allen die hebben bijgedragen aan de uiteindelijke realisatie van dit uitvoeringsplan. Het uitvoeringsplan start met een samenvatting van de projectdoelstellingen en een korte toelichting op effectieve alcoholmaatregelen zoals die door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zijn omschreven. Daarna wordt de uitvoeringsstructuur beschreven. Voor de vier werkgroepen wordt een concreet uitvoeringsplan geschetst in de delen hierna. Tot slot worden een planning en begroting gepresenteerd. Dit uitvoeringsplan is aanvullend op het reeds bestaande beleid van de gemeenten. Gemeenten investeren al in voorlichting aan jongeren en ouders en in outreachende preventie.
3 Uitvoeringsplan ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’
DOELSTELLINGEN ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’ De problematiek rondom jeugd en alcohol is in Zeeland vergelijkbaar ernstig met die in de rest van Nederland: jongeren drinken steeds jonger, ze drinken veel en vaak. In de kern kan het vraagstuk teruggebracht worden tot twee onderdelen. Het eerste heeft betrekking op het gebruik van alcohol door jongeren onder de 16 jaar. De afgelopen jaren is het drinken van alcohol door deze groep jongeren gestegen terwijl dit gepaard gaat met gezondheidsrisico’s op korte en op lange termijn. Het tweede onderdeel heeft betrekking op overmatig en excessief alcoholgebruik door jongeren in het algemeen. Dit gebruik gaat niet zelden gepaard met overlast en openbare orde problematiek, in het bijzonder in de weekenden. Ook voor deze jongeren brengt het nuttigen van (grote hoeveelheden) alcohol grote gezondheidsrisico's met zich mee. Dit heeft geleid tot de volgende hoofddoelstellingen: 1. Het tegengaan van alcoholgebruik door jongeren onder de 16 jaar. Introductie en bestendiging van de norm: onder de 16 geen alcohol. 2. Verantwoord alcoholgebruik door jongeren vanaf 16 jaar. Tegengaan van overmatig en excessief alcoholgebruik door uitgaande jongeren zowel privé als in het publieke domein. 3. Er sprake is van een blijvend politiek en maatschappelijk draagvlak met betrekking tot het tegengaan van alcoholgebruik door jongeren onder de 16 jaar en een verantwoord alcoholgebruik door jongeren vanaf 16 jaar. Deze doelstellingen zijn te vertalen in de volgende meetbare resultaten: 1. Het percentage Zeeuwse jongeren onder de 16 jaar dat alcohol gebruikt zal aantoonbaar afnemen. 2. Een verhoging van de 'startleeftijd' waarop jongeren beginnen met het nuttigen van alcohol. 3. Toename van de naleving van leeftijdsgrenzen in supermarkten, slijterijen, horeca en paracommerciële sector. 4. Onderdeel van de nulmeting is een onderzoek naar het maatschappelijk draagvlak in Zeeland voor de norm 'geen alcohol onder de 16 jaar'. Bij de eindmeting zal moeten blijken dat het draagvlak voor deze norm en het bewustzijn ten aanzien van de gevolgen van alcoholgebruik door jongeren zijn toegenomen. 5. Om zicht te krijgen op het excessief alcoholgebruik door jongeren en de relatie met openbare orde problematiek wil het project: tot een registratie komen in Ziekenhuizen van jongeren die naar aanleiding van excessief alcoholgebruik worden opgenomen; tot een registratie komen bij de Politie Zeeland van het alcoholgebruik bij jonge verdachten die zijn aangehouden, door hen een blaastest af te laten nemen. In het project zal een pilot daartoe uitgevoerd worden. 6. Afname van alcoholgerelateerde vernielingen, overlast, geweld en dronkenschap in de 1 openbare ruimte . 7. Een beeld krijgen waar en in welke mate er sprake is van een hokken en keten problematiek. 8. Middels een aanpak conform de landelijke richtlijnen komen tot een afname van het aantal illegale en (semi-)commerciële hokken en keten. 9. Een Zeeuws breed geaccepteerd beleid voor verantwoord alcoholgebruik door jongeren tijdens evenementen. 10. De aanpak 'Jeugd en alcohol' staat nadrukkelijk op de politieke en bestuurlijke agenda van de 13 Zeeuwse gemeenten en de provincie.
1
De wijze waarop hier invulling aan gegeven kan worden is deels afhankelijk van de realisatie van een politieregistratie zoals opgenomen bij punt 5. 4 Uitvoeringsplan ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’
EFFECTIEVE MAATREGELEN 2
De WHO laat in haar recente overzichtstudie naar alcoholbeleid zien dat maatregelen die de beschikbaarheid van alcohol beperken het meest effectief zijn in het terugdringen van alcoholgebruik (zie figuur 1). Figuur 1: Effectiviteit van alcohol maatregelen op drinkgedrag. (Scores oplopend van 0 = nihil tot +++ = groot) Effectiviteit
Hoeveelheid onderzoek
Kortdurende interventies bij risicogroepen
+++
+++
Verkoopverboden
+++
+++
Minimum verkoopleeftijd
+++
+++
Beperken openingstijden
++
++
Beperken aantal verkooppunten
++
+++
Meer handhaving in verkooppunten
++
++
Beperken alcoholreclame +/++
+++
Trainen barpersoneel
0/+
+++
Voorlichting in de klas
0
+++
Alcoholvoorlichting
0
+++
Promotie alcoholvrije evenementen
0
++
Verbod op drinken in openbaar
?
+
Maatregelen zoals het verhogen van de leeftijdsgrens voor alcoholverkoop, het actiever handhaven van wet- en regelgeving en het beperken van tijden en plaatsen van alcoholverkoop behoren hiertoe. Vooral de maatregelen op het gebeid van het beperken van de beschikbaarheid tonen hun effectiviteit aan. Bijkomend voordeel is dat het nemen van deze maatregelen niet om veel financiële middelen vraagt in vergelijking met bijvoorbeeld uitgebreide campagnes. Je zou kunnen stellen dat effectief alcoholbeleid opstellen en uitvoeren dus betrekkelijk goedkoop is. Uit de praktijk weten we echter dat de meest effectieve maatregelen vaak ook de minst populaire zijn. Het inzetten op stevig publiek en politiek draagvlak is daarom essentieel. De maatregelen zullen letterlijk moeten worden uitgelegd en gepromoot. Met andere woorden, ook al betreft het bewezen effectieve maatregelen, zowel het grote publiek als de besluitvormers in onze samenleving zullen de noodzaak ervan moeten onderschrijven. Zonder voldoende kennis en besef onder volwassenen dat alcoholgebruik schadelijk is voor de gezondheid van jongeren zal het immers onwaarschijnlijk zijn dat men op lokaal niveau bereid is om de juiste effectieve maatregelen te nemen. Daarnaast is uit recent onderzoek gebleken dat ouders te beïnvloeden zijn door educatieve maatregelen. En omdat al bekend was dat ouders het 2
Babor, e.a. (2010). Alcohol, no ordinary commodity (second edition). Oxford: University press. 5 Uitvoeringsplan ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’
alcoholgebruik van hun kind kunnen beïnvloeden zijn ouderinterventies een nieuwe maatregel die waarschijnlijk zal worden toegevoegd aan het overzicht van de WHO. Oude en nieuwe kennis samengevoegd kan men stellen dat het met name omgevingsmaatregelen zijn die effectief blijken te zijn in het terugdringen van alcoholgebruik onder jongeren. Omgevingsmaatregelen richten zich specifiek op de letterlijke omgeving waarin de jonge drinker zich begeeft. Voorbeelden van concrete omgevingsmaatregelen zijn: geen alcohol op schoolfeesten, betere handhaving van leeftijdsgrenzen, regels rondom alcoholgebruik thuis, geen alcoholreclame meer op straat en openingstijden van alcoholverkooppunten beperken. In Nederland is inmiddels vrij veel ervaring opgedaan met het ontwikkelen en implementeren van de omgevingsbenadering en het vergroten van het publieke en politieke draagvlak daarvoor. De regio hoeft het wiel niet opnieuw uit te vinden en bij de uitvoering van het werkplan kan zij sterk profiteren van regio’s die al behoorlijk wat voorbereidend werk hebben gedaan. De beleidsmatige basis voor het uitvoeringsplan is afgeleid van het integrale beleidsmodel voor universeel integraal alcoholbeleid van Reynolds (figuur 2). Dit model ligt ook ten grondslag aan de landelijke handleiding lokaal alcoholbeleid van het ministerie van VWS (2007). Het woord universeel is hierbij belangrijk. Zoals in het vorige deel te lezen was zijn de doelstellingen in het projectplan van LZNV geformuleerd op collectief niveau. Het tegengaan van alcoholconsumptie onder de 16 jaar en het terugdringen van schadelijk gebruik boven de 16 staan centraal. Hierbij zijn alle jongeren in de provincie doelgroep en niet alleen specifieke risicogroepen. Doelstellingen op collectief niveau vragen om universele maatregelen, oftewel maatregelen die gericht zijn op de hele populatie jongeren. Met de gekozen focus op universele preventie zijn selectieve maatregelen op subgroepen niet per definitie uitgesloten. Zo zijn interventies op het gebied van vroegsignalering denkbaar. Door deze maatregelen goed te communiceren en steeds de link te zoeken met de drie hoofdpijlers van het project kunnen ook selectieve maatregelen bijdragen aan het behalen van de hoofddoelstellingen. Figuur 2: Beleidsmodel van een universeel integraal alcoholbeleid (Reynolds, 2003)
Regelgeving
Handhaving Preventie
Educatie en bewustwording
6 Uitvoeringsplan ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’
UITVOERINGSSTRUCTUUR Figuur 3: Organisatiestructuur
Stuurgroep
Communicatieadviseur
praktijkteam
Projectleider
Projectgroep
Werkgroep Regelgeving
Werkgroep Educatie en bewustwording
Werkgroep Handhaving
Werkgroep Onderzoek en monitoring
Regionale werkgroepen in Zeeuws-Vlaanderen, Walcheren, Oosterschelderegio
Samenstelling stuurgroep Vz. G.C.G.M. Rabelink G.H.J. van Heukelom J. Schaalje R.H. Roep J.J.L. de Kunder L. Demmers R. Wille J. J. Meijer R. de Meij F.W. Witkam P.M. Terlouw
gemeente Schouwen-Duiveland provincie Zeeland gemeente Sluis gemeente Vlissingen gemeente Reimerswaal Politie Zeeland Indigo Zeeland Indigo Zeeland GGD Zeeland CZW bureau projectleider/CZW bureau
Communicatie Communicatie is een kritische succesfactor. Om de externe zichtbaarheid en het interne draagvlak te vergroten, is een communicatiedeskundige nodig. Parallel aan het uitvoeringsplan wordt een communicatieplan ontwikkeld waarin, praktische, creatieve inzichten worden uitgewerkt om met in- en externe stakeholders te communiceren. De gemaakte keuzes in dit werkplan vormen een belangrijke basis voor het communicatieplan.
7 Uitvoeringsplan ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’
WERKGROEP EDUCATIE EN BEWUSTWORDING Deze werkgroep heeft als belangrijk doel om in de regio op een strategische manier steun te verkrijgen en te behouden voor de noodzaak van alcoholbeleid, voor de doelen van het beleid en voor de beleidsmaatregelen die genomen gaan worden. Kernbegrippen zijn bewustwording en communicatie. De belangrijkste doelgroepen zijn ouders en de belangrijkste omgeving vormen de thuissituatie en de school.
Bewustwording ouders In de omgeving van jongeren spelen ouders een belangrijke rol bij de ontwikkeling van het drinkgedrag van hun kinderen (op jonge leeftijd, maar ook in de late adolescentie). Nederlands onderzoek heeft aangetoond dat ouders direct effect kunnen hebben op de leeftijd waarop hun kind begint met drinken. Om die reden zijn ouders een belangrijke doelgroep in dit plan. Vanuit het project zal een interventievorm worden opgezet waarmee ouders beter bereikt worden dan de gebruikelijke (vaak matig bezochte) ouderavonden op school. Voorbeeld dat daarbij bestudeerd zal worden is de interventie ‘De 10 dingen die ouders moeten weten voordat hun kind naar het VO gaat’ van het alcoholproject in Zuid-Holland Zuid. De eerste ervaringen met dit programma, waarmee ouders met veel meer actuele thema’s geprikkeld worden om te komen, zijn zeer hoopgevend. De ontwikkelaars in ZHZ zullen daarom worden uitgenodigd om mee te denken over een Zeeuwse variant. Naast de interventie op school zal er ook worden ingezet op participatie vanuit de ouders zelf. De mogelijkheden voor een oudercomité zullen daarbij worden verkend. In eerste instantie ligt de focus daarbij op een regionaal comité. Andere gemeenten hebben goede ervaring hiermee. Ouders zijn relatief succesvol in het aanspreken en bereiken van andere ouders. Als authentieke bron slagen ze er bovendien vaak goed in om hun alcohol en opvoeding boodschap via de media te verspreiden. Voorbeeld van een geslaagd oudercomité vinden we in de gemeente Amersfoort. Oudercomité Amersfoort In de gemeente Amersfoort is in 2009 een oudercomité opgezet. Het comité zet zich actief in bij het informeren van mede-ouders via voorlichtingsavonden, markten etc. De ouders hebben hun eigen website www.amersfoortfris.nl Het comité genereert doelbewust veel lokale media-aandacht ten behoeve van het project.
Opdracht Ontwikkeling van een effectief bewustwordingsplan gericht op ouders via de schoolomgeving. De werkgroep stimuleert en ondersteunt de regio’s in het opzetten van oudercomités. Een oudercomité zet zich in om andere ouders van jongeren in de regio te bereiken met de informatie rondom alcohol en opvoeding.
Schoolbeleid De school is een belangrijke leefomgeving voor tieners. Het is ook een plek waar kinderen, soms voor het eerst, in aanraking kunnen komen met alcoholhoudende drank. Maar is alcohol op school (tijdens feesten/kampen/excursies) wel zo vanzelfsprekend? Het gaat om een riskant product dat wordt aangeboden in een leeromgeving. De discussie over wel of geen alcohol op het schoolfeest zal voor veel schoolleiders herkenbaar zijn. Er zijn reeds scholen die een alcoholvrij beleid voeren en daar goede ervaringen mee hebben (bv. Kampen, Amersfoort, Delft). Het is de taak van de werkgroep om in de regio, in samenwerking met de relevante scholen voor voortgezet onderwijs, te werken aan een 8 Uitvoeringsplan ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’
alcoholvrij schoolbeleid voor scholen. De werkgroep denkt niet alleen na over de vorm van het alcoholbeleid op scholen, maar ook over de handhaving ervan. Zo zal er worden bekeken in hoeverre scholen met blaastesten kunnen worden ondersteund bij evenementen. De hele schoolaanpak zal aangehaakt worden bij de bestaande preventieprogramma’s die reeds op scholen worden uitgevoerd zoals het programma ‘De gezonde school en genotmiddelen‘. Getracht wordt een zo efficiënt mogelijke verdeling van scholen in de regio te realiseren. Opdracht De werkgroep ontwikkelt samen met de VO-scholen een beleidsmodel voor een alcoholvrije school. Voorbeelden van andere regio’s worden hierbij gebruikt. De werkgroep zal ook ondersteuning bieden als het gaat om de handhaving van het schoolbeleid. Te denken valt aan een regionale uitleen van blaastesten voor controle aan de deur. Daarnaast zet men de huidige voorlichtingsprogramma’s op scholen voort. De werkgroep zal de implementatie van het beleid evalueren.
Aanpak per kern In Regio de Vallei heeft men een zogenaamde ‘aanpak per kern’ of APK ontwikkeld. Doel van dit project is om per kern een alcoholactiemaand te organiseren waaraan zoveel mogelijk lokale actoren deelnemen. Door gezamenlijk een maand lang het thema alcohol en jongeren te agenderen kan een enorm bereik worden gecreëerd onder jongeren en ouders. Mogelijke partners in de actiemaand zijn: supermarkten, horeca, scholen, verenigingen, politici, politie, buurtverenigingen etc. In de APK is het de bedoeling dat elke partner zelf formuleert hoe er bij kan worden gedragen aan het terugdringen van alcoholgebruik onder jongeren. Dat kan per organisatie verschillen. De werkgroep in Regio de Vallei heeft in ieder geval een ‘friskist’ samengesteld met campagnemateriaal dat bij de lokale APK gebruikt kan worden. De APK heeft een estafettevorm en de friskist reist dus van kern naar kern. Uiteraard kan er lokaal worden besloten om materiaal toe te voegen aan de friskist. Opdracht Ontwikkel een kerngerichte aanpak op basis van het APK-voorbeeld van Regio de Vallei. Een pakket met ondersteunende materialen en ideeën wordt daarbij samengesteld evenals een planning voor de uitvoering. Uitgangspunt is om een estafette in alle drie de regio’s in Zeeland naast elkaar te laten lopen.
Trainen van barpersoneel Voor barvrijwilligers in de paracommercie geldt een verplichte instructie verantwoorde alcoholverstrekking. Hiervoor is landelijk de IVA (instructie verantwoord alcoholgebruik) ontwikkeld. Ondanks dat minimaal 1 vrijwilliger achter de bar een dergelijke instructie gevolgd moet hebben is de praktijk vaak anders. Omdat een optimale naleving van de leeftijdsgrenzen en andere onderdelen van de Drank- en Horecawet vergt dat barpersoneel een bepaalde mate van kennis heeft over het alcoholbeleid is een goede instructie noodzakelijk. Inmiddels bestaan er ook internet instructies, opgezet door de sportsector zelf. Uitgangspunt van LZNV is echter dat een goede persoonlijke training niet kan ontbreken in een beter functionerend alcoholbeleid in de paracommercie. De werkgroep zal een goed functionerende trainingsstructuur in Zeeland opzetten. Samenwerking met de partners die de IVA aanbieden is daarbij vanzelfsprekend.
9 Uitvoeringsplan ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’
Maar de bewustwording rondom alcoholgebruik en de wijze waarop jongeren met alcohol in aanraking komen gaat verder dan de training van het personeel wat achter de bar staat. In heel de (sport)vereniging zal een sfeer moeten ontstaan dat jeugd, sport en alcohol niet samengaan. Naast aandacht voor training van barpersoneel willen we ook de relatie tussen gemeente en (sport)vereniging gebruiken om bewustwording rond het thema jeugd en alcohol in heel de vereniging te verbreiden. Opdracht De werkgroep heeft de taak op basis van de bestaande methodieken een werkbare trainingsstrategie te ontwikkelen waarin financiële drempels worden weggenomen en duurzaamheid centraal staat. Te denken valt aan het periodiek aanbieden van trainingen in de regio. De werkgroep zal in samenwerking met Sport Zeeland en Indigo preventie instrumentarium ontwikkelen wat gemeenten aan kunnen bieden aan hun (sport)verenigingen om met dit onderwerp in bredere zin aan de slag te gaan. Met de werkgroep handhaving en met het Regionaal orgaan verkeersveiligheid Zeeland (ROVZ) wordt bekeken op welke manier een interventie jeugd, alcohol en verkeer gekoppeld kan worden aan sportverenigingen.
Aanpak jeugd en alcohol in de ziekenhuizen in Zeeland Het aantal jongeren dat met een alcoholintoxicatie door een kinderarts in een ziekenhuis is behandeld stijgt. In 2008 steeg het aantal 13% ten opzichte van 2007 en in de eerste helft van 2009 is het aantal al ruim 25% hoger dan in 2008. Deze absolute aantallen zijn een onderschatting van het werkelijke aantal alcoholintoxicaties bij jongeren omdat niet alle gevallen in het landelijk onderzoek worden betrokken (zoals jongeren die na een intoxicatie door een huisarts worden behandeld en niet naar het ziekenhuis gaan). Het zijn ‘gemiddelde’ jongeren, uit traditionele gezinnen met een Nederlandse achtergrond die met alcoholintoxicatie te maken krijgen. Jongeren die zoveel drinken dat ze een alcoholintoxicatie oplopen zijn geen‘probleemjongeren’, maar juist een gemiddelde afspiegeling van de Nederlandse jongeren. Het zijn ongeveer even vaak jongens als meisjes, in leeftijd variërend van 11 tot en met 17 jaar en gemiddeld 15 jaar oud. Alcohol wordt vooral verkregen via vrienden, maar ook in een derde van de gevallen via een commerciële verstrekker (horeca, supermarkt, slijterij). Zoals te verwachten is zijn ouders bijna altijd afwezig als er sprake is van een alcoholoverdosis. In Nederland is overal opvang voor jongeren met acute verslavingsproblematiek aanwezig. Maar het blijkt dat de medisch psycholoog van het ziekenhuis niet altijd wordt ingeschakeldbij de nazorg van jongeren met alcoholproblemen. Daardoor komt de verwijzing naar de nazorg niet goed op gang en wordt de alcoholvergiftiging bij een jongere te vaak door de jongere en het gezin afgedaan als incident. Dat is een manco in de keten van acute zorg tot goede nazorg voor jongeren met alcoholproblemen. Daarom wordt er landelijk gewerkt aan een protocol alcoholintoxicatie, een door de beroepsgroepen (kinderartsen, medisch psychologen, intensivisten) geaccepteerde geprotocolleerde werkwijze om alcoholschade bij jongeren te voorkomen. De twee ziekenhuizen in Zeeland hebben een eigen werkwijze hoe om te gaan met jongeren die binnenkomen met een alcoholintoxicatie. De wens bestaat om te komen tot één werkwijze voor heel Zeeland waarbij de registratie en de nazorg goed zijn geregeld. GGD Zeeland en Indigo preventie kunnen vanuit hun kennis en ervaring een belangrijke bijdrage leveren (voorlichting, opvang).
10 Uitvoeringsplan ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’
Ook gemeenten hebben een rol. Op grond van de Wet Publieke Gezondheid zijn zij verantwoordelijk voor de afstemming van de collectieve preventie en de curatieve zorg. Op basis van de Wmo zijn zij verantwoordelijk voor het prestatieveld verslavingszorg. De rol van de gemeenten is vooral die van ‘makelaar’. Opdracht Komen tot een eenduidige manier van werken bij jongeren die met een alcoholintoxicatie in het ziekenhuis terechtkomen. In de werkwijze is aandacht voor registratie en nazorg. De werkwijze wordt vastgelegd in een protocol waarin de ziekenhuizen / specialisten van de ziekenhuizen in zowel Terneuzen als Goes zich kunnen vinden. Als dit protocol er is, is het belangrijk dat de inhoud en werkwijze wordt gecommuniceerd naar de inwoners van Zeeland.
11 Uitvoeringsplan ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’
WERKGROEP REGELGEVING Het beperken van de beschikbaarheid van alcohol is de kern van een effectief alcoholbeleid. Zonder beperking van de beschikbaarheid is het uiterst moeilijk om resultaten te boeken in het terugdringen van alcoholgebruik onder jongeren. Lokale regelgeving is een belangrijk instrument voor het beperken van de beschikbaarheid. Met de Drank- en Horecawet hebben gemeenten veel bevoegdheden gekregen om lokaal beleid vorm te geven. De belangrijkste taak van de werkgroep regelgeving is het optimaliseren van de lokale regulering om de beschikbaarheid van alcohol voor jongeren te beperken.
Ontwikkeling model evenementenbeleid m.b.t. alcoholverstrekking Voor openbare evenementen en feesten geldt dat de burgemeester op grond van artikel 35 van de DHW de bevoegdheid heeft ontheffing te verlenen van het verbod om zonder vergunning zwakalcoholhoudende dranken voor gebruik ter plaatse te verstrekken. Deze ontheffing geldt alleen voor het tappen van zwak-alcoholhoudende dranken en is bedoeld voor bijzondere gelegenheden als braderieën, jaarmarkten e.d. met een duur van maximaal 12 dagen. De gemeente is niet verplicht aanvragen voor een ontheffing te honoreren. De gemeente is bovendien bevoegd voorschriften te verbinden aan een evenement. Zo kan de gemeente bepalen dat: 1. Het verboden is te stunten met alcoholprijzen, dus geen bier per meter, happy hours, toegangsprijs inclusief drinken en dergelijke. 2. Alleen evenementenbier is toegestaan (bier met een lager alcoholpercentage). 3. Mobiele tappunten niet zijn toegestaan. 4. Er specifieke taptijden gelden. 5. Aan bezoekers vanaf 16 jaar en ouder een polsbandje wordt verstrekt. Organisatoren van evenementen kunnen al bij de vergunningaanvraag gewezen worden op het alcoholbeleid tijdens hun evenement. De gemeente kan eisen stellen ten aanzien van de kwaliteit van dit beleid. Al in het aanvraagformulier kan hier op in worden gegaan. De werkgroep zal een aanvraagmodel ontwikkelen waarin aanvragers heel expliciet moeten omschrijven hoe zij het alcoholbeleid vormgeven (met een accent op de naleving van leeftijdsgrenzen en het voorkomen van dronkenschap). Het beleid zal niet alleen op papier, maar ook in praktijk moeten werken. Handhaving is daarbij belangrijk. Samen met de werkgroep handhaving zal daarom een handhavingstraject worden opgezet. Mysteryshoppers kunnen een rol spelen bij de evaluatie van de naleving.
Opdracht De werkgroep zal; - een beleidsmodel voorbereiden aan de hand waarvan de gemeenten hun evenementenbeleid kunnen aanpassen op het gebeid van alcoholverstrekking; - een voorstel doen voor een toezichts- en handhavingstraject (in overleg met de werkgroep handhaving).
Beperken alcoholreclame Alcoholreclame is een van de vele omgevingsfactoren die invloed heeft op het alcoholgebruik van jongeren. Drank- en merkvoorkeuren van jongeren worden gevormd door intensief gepromote producten zoals bier en door relatief nieuwe, ‘hippe’ producten. Uit merken barometer onderzoek blijkt 12 Uitvoeringsplan ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’
dat jongeren die meer alcoholmerken kunnen noemen en de merken hoger waarderen, ook meer alcohol drinken. Wetenschappelijk onderzoek heeft uitgewezen dat jongeren die meer worden blootgesteld aan alcoholreclame vroeger beginnen met drinken en ook meer drinken. Er zijn verschillende vormen van alcoholreclame op lokaal niveau. We onderscheiden onder andere: Logo of gevelreclame; swanks (zeer grote reclamedoeken zoals steigerdoeken); lichtmastreclame (o.a. reclame op lantaarnpalen); uithangborden; billboards (grote borden langs de weg); abri’s of mupi’s (o.a. in bushokjes); reclame op voertuigen zoals trams en bussen; reclame langs sportvelden. Een gemeente beschikt over mogelijkheden om het lokale reclameklimaat vorm te geven. Middels de APV kunnen voorwaarden worden gesteld aan de wijze waarop reclame plaats mag vinden binnen de gemeente. Dat betekent dat de hoeveelheid en de aard van de reclame door de gemeente gereguleerd kan worden. Zo heeft het stadsdeel centrum van Amsterdam in 2003 besloten alcoholreclame op steigerdoeken niet meer toe te staan. De reusachtige omvang van de steigerdoeken en de confrontatie met jeugdige bezoekers van de binnenstad deed de gemeenten ertoe besluiten om deze vorm van alcoholreclame te verbieden. De gemeenten Barneveld heeft in 2010 de alcoholreclame rondom gemeentelijke sportvelden verboden. Opdracht De werkgroep zal op basis van de beleidsimplicaties uit bestaand reclame-onderzoek werken aan een reclameparagraaf voor het lokale reclamebeleid. Uitgangspunt daarbij is dat alleen alcoholreclame wordt toegestaan daar waar het enkel merkinformatie betreft (bv logo’s). Bij deze maatregel zal een implementatietraject worden opgesteld. De werkgroep zal de keuze voor dit beleid nadrukkelijk uitleggen en promoten richting de regiogemeenten.
Keurmerk veilig uitgaan Recent nog is de regio Zuidoost-Brabant een project gestart om samen met de lokale horeca de veiligheid en gezondheid in het uitgaansleven de bevorderen voor jongeren. Belangrijkste aandachtspunten zijn het niet schenken aan jongeren onder de 16 jaar en niet doorschenken bij dronkenschap. Met behulp van een muurschild maken de ondernemers duidelijk dat zij zich inzetten voor deze doelstellingen. De regio evalueert vervolgens met mystery shoppers of er inderdaad beter wordt nageleefd op deze belangrijke onderdelen van het Nederlandse alcoholbeleid. De werkgroep zal verkennen of er een Zeeuwse variant van dit project kan worden bedacht. Aandachtspunt hierbij is wel dat de afspraken zo concreet mogelijk worden gemaakt. Het gevaar schuilt hem in afspraken die niet SMART genoeg zijn en daardoor niet of nauwelijks effect opleveren anders dan enige media-aandacht voor het onderwerp alcohol en jongeren en de inzet van de horeca.
13 Uitvoeringsplan ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’
Concrete en effectieve afspraken die kunnen worden gemaakt zijn: -
Niet toestaan van happy hours of andere prijsacties. Trainen van barpersoneel (met bijvoorbeeld de cursus Barcode). Het gebruik van polsbandjes of een andere vorm van extra leeftijdscontrole. Helder beleid rondom de omgang met ‘dronken’ gasten.
De afspraken zullen in 2012 worden geëvalueerd door een onafhankelijke partij om zicht te krijgen op de implementatie en mogelijke verbeterpunten. Opdracht De werkgroep zal met de lokale horecaverenigingen en ondernemers een plan opstellen dat leidt tot een veiliger en gezonder uitgaansklimaat. De inzet zal in 2012 tevens worden geëvalueerd.
Indrinken Keten en hokken vormen in veel plattelandsgemeenten populaire (in)drinklocaties voor jongeren. In keten wordt doorgaans veel gedronken door (minderjarige) jongeren. Door het hoge alcoholgebruik in keten vormen zij een gevaarvoor de volksgezondheid en kiezen steeds meer gemeenten voor het voeren van een beperkend keetbeleid. Inmiddels telt Nederland naar schatting ruim 1500 keten. Dat er in Zeeland ook keten zijn lijkt vrij duidelijk, echter goed zicht op het totaal aantal keten en de aard ervan is niet bekend. Beleid ontwikkelen op een fenomeen waar weinig tot niets over bekend is lastig. De werkgroep heeft daarom voorgesteld om eerst nader onderzoek te doen naar het indrinkgedrag van jongeren in Zeeland, om vervolgens te kunnen bepalen welk beleid waar relevant kan zijn. De werkgroep onderzoek en monitoring voert een kwalitatief onderzoek uit naar het indrinkgedrag van jongeren in Zeeland. Afhankelijk van de uitkomsten van dit onderzoek zal beleid worden ontwikkeld. De uitkomsten van het onderzoek zullen in de werkgroep worden besproken en geïnterpreteerd. Opdracht De werkgroep zal op basis van het onderzoek naar het indrinkgedrag van jongeren in Zeeland bepalen in hoeverre het zinvol is beleid te ontwikkelen ten aanzien van het alcoholgebruik in keten en hokken. Wanneer er sprake is van het verstrekken van alcohol tegen betaling dan kan dit aangepakt worden, wanneer het een plek is waar alcohol slechts gedeeld wordt dan zal de nadruk meer moeten liggen op bewustwording van de jongeren en hun ouders.
14 Uitvoeringsplan ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’
Drank- en horecawet De afgelopen jaren is een wijziging van de Drank- en Horecawet voorbereid die onder meer tot doel heeft het vergunningenstelsel te vereenvoudigen, om zodoende de administratieve lasten te verlagen. Met het uiteenvallen van het voorgaande kabinet is het wetsvoorstel tijdelijk bevroren. De huidige minister van VWS, mevrouw Schippers, zal naar verwachting binnenkort met een voorstel voor een wetswijziging naar de Tweede Kamer komen. De verwachting is dat het voorstel voor een groot deel overeenkomt met de versie van het voorgaande kabinet. Als de Tweede en Eerste kamer met de inhoud van dat voorstel akkoord gaan, betekent dat dat de bevoegdheid voor het toezicht en handhaving van leeftijdsgrenzen naar de gemeenten toekomt. Opdracht Binnen het project ‘jeugd en alcohol’ zal de besluitvorming over een nieuwe drank- en horecawet aandachtig gevolgd worden. Afhankelijk van de inhoud van de wetswijziging zullen vanuit het project voorstellen worden gedaan voor het opnemen van activiteiten in de voorbereiding en de implementatie van de wetswijziging in Zeeland.
15 Uitvoeringsplan ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’
WERKGROEP HANDHAVING Handhaving van bestaande en nieuwe wet- en regelgeving vormt de ruggengraat van een goed alcoholbeleid. Zonder consequente en effectieve handhaving zal er onvoldoende sprake zijn van de naleving van de regelgeving. De werkgroep gaat zich daarom inzetten voor betere handhaving van de Drank- en Horecawet.
Leeftijdsgrenzen De belangrijkste taak van de werkgroep is de naleving van de leeftijdsgrenzen voor alcoholverkoop verbeteren. Er zijn vier onderdelen waar de werkgroep op in gaat zetten: A. Intensievere handhaving van de leeftijdsgrenzen organiseren. Samen met de VWA die al leeftijdsinspecties heeft uitgevoerd in de regio, zal een geïntensiveerd handhavingsplan tot eind 2013 worden ontwikkeld. Aanbeveling is hotspots voor alcoholverkoop minimaal 4 keer per jaar te inspecteren. B. Horecastappenplan implementeren Naast de handhaving vanuit de VWA zal er ook een bestuurlijk handhavingstraject worden uitgewerkt. Een horecastappenplan wordt hiervoor ontwikkeld. Uitgangspunt is dat ondernemers bij het derde boeterapport hun vergunning tijdelijk kwijt raken. Ook wordt bekeken of horecagelegenheden die leeftijdsgrenzen hebben overtreden verplicht kunnen worden hun personeel een bartraining te laten volgen. C. Mystery shopping STAP heeft een methode voor mystery shopping ontwikkeld samen met de Universiteit Twente. Hiermee kan de naleving geëvalueerd worden. Op deze manier kan een nulmeting worden uitgevoerd op basis waarvan later kan worden bepaald in hoeverre de naleving is toegenomen. De werkgroep onderzoek en monitoring begeleid dit onderzoek. Afhankelijk van de gekozen methodiek kunnen verkopers met de specifieke resultaten worden geconfronteerd zodat concreet aan oplossingen gewerkt kan worden. D. Handhavingscommunicatie Samen met de communicatiedeskundige en de VWA zal een plan worden gemaakt voor het communiceren van de handhavingsresultaten. Doel is het vergroten van de subjectieve pakkans bij alcoholverkopers. Ook de handhavingsacties van de politie kunnen in dit plan worden opgenomen. Opdracht De werkgroep stelt samen met de VWA jaarlijks een handhavingsplan op ten aanzien van leeftijdsgrenzencontrole. Daaraan gekoppeld wordt er een horecastappenplan ontwikkeld voor de bestuurlijke handhaving richting overtreders van de leeftijdsgrenzen voor verkoop. Handhavingsresultaten zullen consequent worden gecommuniceerd (zie ook adviezen nalevingsonderzoek). Onderzoek met mysteryshoppers wordt ingezet om de naleving te evalueren.
16 Uitvoeringsplan ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’
Halt-afdoening Uitgangspunt van de halt afdoening voor alcohol gerelateerde delicten is dat jongeren die onder invloed van alcohol een licht vergrijp begaan beter met een pedagogische maatregel benaderd kunnen worden dan met (enkel) een geldboete. Het begint met een proces-verbaal van de politie met een verwijzing naar Halt. Halt roept de jongere én de ouders op voor een gesprek, waarin de leerstraf ter sprake wordt gebracht. Is er sprake van schade tengevolge van vernielingen dan wordt een schaderegeling getroffen. Vervolgens worden de jongere én de ouders verwezen naar een training, bestaande uit twee bijeenkomsten van 2,5 uur voor uitsluitend jongeren en een aparte bijeenkomst van 2 uur voor ouders. Jongeren krijgen daarnaast nog een huiswerkopdracht. De boete of kanskaart maatregel wordt momenteel al uitgevoerd in verschillende regio’s. De effectiviteit van de interventie valt of staat met de wijze waarop handhavers jongeren doorverwijzen naar Halt. Hierbij speelt de politie een belangrijke rol, maar ook gemeentelijke BOA’s kunnen hier aan bijdragen. Opdracht Introductie van de alternatieve straf voor alcoholgerelateerde vergrijpen in samenwerking met de politie en BOA’s van de gemeenten.
Aanpak openbare dronkenschap Het aanpakken van dronkenschap lijkt een logische maatregel binnen een integraal alcoholbeleid. Dronkenschap is immers verboden op de openbare weg. Toch heeft o.a. de regio Zuidoost-Brabant ervaren hoe lastig het is dit punt beleidsmatig aan te pakken. Met name het ontbreken van een objectieve definitie voor dronkenschap (die ook kan worden vastgesteld met bv blaasapparatuur) maakt het lastig een effectieve uitvoering te realiseren. Er wordt volop geëxperimenteerd met vrijwillige blaastesten om dronkenschap vast te kunnen stellen. Ook in Zeeland heeft de politie al getest met het afnemen van blaastesten in uitgaansgebieden. Best practices zijn nog niet te noemen. Dit projectonderdeel heeft daarom ook een exploratief karakter en is vooralsnog vooral gericht op het op de agenda zetten van de problematiek. Met deze ‘agenda setting’ is het doel uiteindelijk te komen tot effectieve maatregelen die openbare dronkenschap daadwerkelijk terugdringt. De aangeschafte blaastesten kunnen, in samenwerking met de werkgroep educatie en bewustwording, ook worden ingezet door scholen bij schoolfeesten. De werkgroep zal ook oog hebben voor het doortappen. Wettelijk is dit verboden en de handhaving op doortappen zal worden geëvalueerd samen met de VWA. Daaraan gekoppeld kan overwogen worden t.z.t. een doortap onderzoek uit te voeren. In zo’n onderzoek kan met acteurs kan worden vastgesteld in hoeverre alcoholverstrekkers doortappen tegengaan. Opdracht De politie ontwikkelt een strategie voor de aanpak van openbare dronkenschap in Zeeland. Een maandelijkse actie in uitgaansgebieden met behulp van blaasapparatuur staat hierin centraal. De blaasapparatuur kan tevens worden ingezet aan de deur bij schoolfeesten.
17 Uitvoeringsplan ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’
WERKGROEP ONDERZOEK & MONITORING Voor het slagen van een aanpak ‘jeugd en alcohol’ in Zeeland is het beschikken over de juiste en voldoende informatie van groot belang. Door het doen van onderzoek en het uitvoeren van een monitor kunnen we in de gewenste informatie voor het project voorzien. Gegevens over jeugd en alcohol in Zeeland zijn nodig om; -
Te weten welke omvang het vraagstuk jeugd en alcohol in Zeeland heeft; welke specifieke kenmerken het vraagstuk in Zeeland kent; hoe het vraagstuk zich ontwikkelt; het effect te kunnen meten van de inzet van instrumentarium; om te kunnen communiceren over het vraagstuk; om aandacht te kunnen krijgen van media; om specifieke doelgroepen bij het vraagstuk te betrekken.
Het project kent een looptijd van 3 jaar. De doelstellingen van het project zijn niet opgehangen aan de looptijd van het project. Het alcoholvraagstuk onder jongeren vraagt een lange termijn strategie. De doelstellingen van het project zijn vertaald naar een aantal verwachte resultaten dat tijdens de looptijd van het project gerealiseerd dient te worden. Een uitvoeringsprogramma ‘onderzoek en monitoring’ dient dus de scoop van het project, maar tegelijkertijd ook een lange termijn invulling van dit thema.
Rapportage van alcoholgegevens uit bestaande monitors In deze rapportage ‘jeugd en alcohol’ willen we informatie presenteren over: -
Het percentage Zeeuwse jongeren onder de 16 jaar dat alcohol gebruikt; de gemiddelde startleeftijd waarop jongeren beginnen met het nuttigen van alcohol; het percentage Zeeuwse jongeren tot en met 23 jaar dat aan bingedrinken doet; hoe vaak wordt door jongeren in Zeeland ‘binge’ gedronken; hoeveel Zeeuwse jongeren worden met een alcoholintoxitatie in het ziekenhuis opgenomen.
Hoofdbron is de Monitor Gezondheid 12 t/m 18-jarigen 2010, uitgevoerd door de GGD in samenwerking met SCOOP. De gegevens worden verder aangevuld met cijfers uit de JM klas 3 VO (SCOOP), PGO 10- en 13-jarigen 2010 (GGD) en de volwassenenmonitor 2010 (GGD). De cijfers over alcoholintoxicatie zijn opgenomen in het NSKG of komen bij de ziekenhuizen zelf vandaan.
Opdracht Evaluatie van het alcoholgebruik onder jongeren aan de hand van bestaande gezondheids monitors.
18 Uitvoeringsplan ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’
Uitvoering van een nulmeting In een nulmeting willen we informatie verzamelen over de kennis en houding van jongeren en hun ouders ten opzichte van alcoholgebruik. Het is een telefonische enquête middels een steekproef onder 300 tot 500 Zeeuwse ouders met kinderen in de leeftijd van 12 tot en met 18 jaar en de jongeren zelf. De steekproefomvang is 300 tot 500 respondenten. Het onderzoek wordt uitgevoerd door de GGD. Opdracht Uitvoering van een nulmeting met meer specifieke Zeeuwse cijfers over het alcoholgebruik van jongeren en de houding van jongeren en ouders ten opzichte van alcoholgebruik. .
Uitvoering van een nalevingsonderzoek leeftijdsgrenzen In een nalevingsonderzoek leeftijdsgrenzen willen we antwoord op de twee vragen: -
-
Wat is het nalevingsniveau in Zeeland van de leeftijdsgrens van 16 jaar voor het verstrekken van zwakalcoholische dranken en 18 jaar voor het verstrekken van sterke drank? Is er een onderscheid in nalevingsniveau tussen detailhandel, horeca en paracommercie?
De uitvoering van dit onderzoek gebeurt in opdracht van het project ‘Zeeuwse aanpak jeugd en alcohol’ door de Hogeschool Zeeland in samenwerking met Scoop. Bij de uitvoering van dit onderzoek wordt de HZ ondersteund en geadviseerd door het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid STAP en door de universiteit Twente. Het onderzoek wordt uitgevoerd door inzet van het instrument ‘mystery-shopping’. Het onderzoek wordt uitgevoerd bij een representatieve steekproef van alcoholvertrekkers verspreid over Zeeland. Gemeenten dienen een bijdrage te leveren door een inventarisatie aan te leveren met alle objecten waar alcohol wordt verstrekt tegen betaling. Opdracht Uitvoering van een onderzoek naar de naleving van leeftijdsgrenzen bij alcoholverkoop met behulp van mystery shoppers. Het onderzoek zal na twee jaar worden herhaald.
Uitvoering van een onderzoek naar het indrinkgedrag van jongeren in Zeeland In een onderzoek naar het indrinkgedrag van jongeren willen we antwoord op de volgende drie vragen: -
Wat, wanneer, waar en hoeveel drinken jongeren voordat ze opstap gaan, of wanneer ze helemaal niet meer op stap gaan? Welke toezicht vindt daar plaats? Hoe komen de jongeren aan hun drank?
De uitvoering van dit onderzoek gebeurt in opdracht van het project ‘Zeeuwse aanpak jeugd en alcohol’ door de Hogeschool Zeeland in samenwerking met Scoop. 19 Uitvoeringsplan ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’
Het onderzoek wordt uitgevoerd in een beperkt aantal kernen in 3 gemeenten in Zeeland verdeeld over de 3 regio’s. Het onderzoek wordt uitgevoerd middels interviews. Opdracht Uitvoeren van een indicatief onderzoek naar het indrinkgedrag van jongeren in Zeeland.
Uitvoering van blaasacties tijdens uitgaansavonden Bij het geven van uitvoering aan blaasacties willen we antwoord op de vraag: Hoeveel alcohol hebben jongeren in hun bloed die van of naar de horeca gaan tijdens een uitgaansavond? De uitvoering van dit onderzoek gebeurt in opdracht van het project ‘Zeeuwse aanpak jeugd en alcohol’ door Politie Zeeland i.s.m. Indigo preventie, het ROVZ en Scoop Zeeland. Het onderzoek wordt regelmatig uitgevoerd (gemiddeld 1 x per 2 maanden) gedurende de looptijd van het project. Deze monitor wordt uitgevoerd binnen beschikbare uren van zowel de Politie Zeeland, Indigo preventie, het ROVZ en Scoop Zeeland voor het vraagstuk ‘jeugd en alcohol’. Voor de aanschaf van blaasapparatuur is geld nodig. De blaasapparatuur worden echter niet alleen ingezet voor het doen van onderzoek, maar ook voor preventie doeleinden. Daarnaast kan een deel van de blaasapparatuur ook worden geleend of gehuurd van derden. In de loop van 2011 zal een besluit moeten worden genomen over de aanschaf van blaasapparatuur. Opdracht Eens per twee maanden zal worden vastgesteld hoeveel alcohol jongeren hebben geconsumeerd tijdens uitgaansavonden. Per half jaar zal de data worden gerapporteerd ten behoeve van publicatie in de media.
Ondersteunend onderzoek Gedurende de looptijd van het project zullen diverse (kleinere) onderzoeken gehouden worden op deelgebieden of voor specifieke doelgroepen. Deze onderzoeken houden verband met de uitvoeringsprogramma’s van de andere 3 pijlers in het project t.w. educatie en bewustwording, regelgeving en handhaving. Een voorbeeld kan zijn dat we voor een beleid richting campings in Zeeland een mystery-onderzoek organiseren om vast te stellen wat de huidige situatie is ten aanzien van het drankgebruik door jongeren op en rond campings. De uitkomsten van zo’n onderzoek kunnen helpen om de urgentie van een aanpak aan te tonen, de opbrengsten van een beleidsaanpak op termijn duidelijk maken of om partijen bij een aanpak te betrekken. De uitvoering van dit soort onderzoeken kan prima gedaan worden in samenwerking met een onderwijsinstelling als een HZ of de Roosevelt Academy. Ook partijen buiten de provincie kunnen hier een bijdrage aan leveren. Opdracht Blijven nadenken over beleidsondersteunend onderzoek ter ondersteuning van het project en de activiteiten van de andere werkgroepen.
20 Uitvoeringsplan ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’
PLANNING Voor elke werkgroep is een afzonderlijke specifieke begroting en planning opgesteld (zie figuur 4). In de planning is rekening gehouden met 3 fasen van uitvoering: de beleidsvoorbereiding of ontwikkeling, de implementatie en de handhaving van beleid. Afhankelijk van de activiteit is een bepaalde fase meer of minder belangrijk. Zo vraagt de ontwikkeling van schoolbeleid meer voorbereidingstijd dan het uitvoeren van een mystery shop onderzoek. En voor de Halt-afdoening is handhaving wel aan de orde maar voor de aanpak per kern niet. De planning loopt tot eind 2013, wat de formele looptijd van dit project is. Op basis van deze planning kun je zeggen dat 2011 een echt voorbereidingsjaar is en dat vanaf 2012 de implementatie vooral centraal komt te staan. Zoals met alcoholbeleid altijd geldt zullen de voorgenomen maatregelen ook na 2013 vast moeten houden om effecten van het beleid na 2013 terug te kunnen zien. Het is zinvol om eind 2013 te evalueren hoe het project ervoor staat opdat bepaalt kan worden hoe het vervolg eruit komt te zien. Figuur 4: Planning 2011 t/m 2013
2011
2012
2013
Werkgroep Educatie en bewustwording Bewustwording ouders Schoolbeleid Aanpak per kern (APK) Trainen barpersoneel Aanpak jeugd en alcohol in het ziekenhuis Werkgroep Regelgeving Ontwikkelen evenementenbeleid Reclamebeleid Keurmerk veilig uitgaan Indrinkgedrag* Werkgroep Handhaving Handhaving leeftijdsgrenzen Horecastappenplan Mystery shopping Handhavingscommunicatie Halt-afdoening Aanpak openbare dronkenschap Werkgroep Onderzoek en Monitoring Rapportage info. uit bestaande monitors Nulmeting jongeren Mystery shopping Onderzoek naar indrinken Evaluatie blaasacties* * Planning nog onbekend
Beleidsontwikkeling/voorbereiding Beleidsimplementatie/uitvoering Handhaving van beleid 21 Uitvoeringsplan ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’
22 Uitvoeringsplan ‘Laat ze niet (ver)zuipen!’