Over schuld, schuldinvorderingen en de rechten van de consument
Syllabus “laat u niet overbluffen”
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 1
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 2
Syllabus over schuld, schuldinvorderingen en de rechten van de consument
Inhoudstafel
Vooraf
5
I De aanmaning
8
II Reageer
16
1. 2. 3.
Wat is een aanmaning? Wie stuurt de aanmaning? U ontvangt een factuur of een aanmaning en u hebt gegronde reden om die te betwisten. Wat moet u doen?
8 12
16
III De wanbetaling
19
IV Het invorderen van schulden buiten de rechter om
30
4. 5. 6.
7. 8. 9.
Enkele mogelijke financiële gevolgen 19 Kan de schuldeiser zich tot iemand anders wenden om betaling te verkrijgen 22
Moet de schuldeiser steeds naar de rechter stappen als hij betaald wil worden? De minnelijke invordering van schulden Wat mag bij een minnelijke invordering van schulden en wat mag niet? Welke verplichtingen zijn in het bijzonder van toepassing op s chuldinvorderaars?
V Het beslag 1. 1.
10. Wanneer kan een schuldeiser beslag leggen op uw meubelen? 11. De gerechtsdeurwaarder kost geld 12. Kunnen alle goederen in beslag worden genomen? I De aanmaning 8 II Reageer 16
30 33 35 40
47 47 50 52
1. III De wanbetaling 19 1. IV Het invorderen van schulden buiten de rechter om 30 1. V Het beslag 47 Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 3
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 4
Syllabus over schuld, schuldinvorderingen en de rechten van de consument
Vooraf
Wanneer mensen te maken hebben met schuldeisers, gerechtsdeurwaarders en incassobureaus blijven ze vaak met vragen zitten. Het is hen niet altijd even duidelijk wat hen precies overkomt en welke stappen ze best zetten. Verbruikersateljee stelde informatiemateriaal (een gids en een vormingspakket) op dat beoogt om aan deze nood tegemoet te komen. We proberen dit op een zo toegankelijk mogelijke wijze te doen. Met dit pakket beogen we consumenten antwoord te geven op de meest belangrijke vragen die zij zich stellen wanneer zij met een schuldinvordering te maken krijgen. • • • •
Wat moet ik doen wanneer ik vragen heb bij een factuur of aanmaning? Hoe reageer ik wanneer ik niet akkoord ga met die factuur of aanmaning? Waarop moet ik letten bij laattijdige betaling van een rekening? Wat mogen incassobureaus, gerechtsdeurwaarders en andere schuldinvorderaars en wat mogen zij niet? • Wanneer kan er beslag gelegd worden op mijn meubelen en door wie? Het vormingpakket moet de lesgever toelaten de basisinformatie inzake de invordering van schulden voor iedere consument toegankelijk te maken. De bedoeling is dat de lesgevers niet enkel de consumenten bereiken die reeds goed geïnformeerd zijn en al in staat zijn hun weg te vinden. Ook en vooral mensen die zich sociaal en economisch in een zwakke positie bevinden moeten hiermee geholpen worden. Informatieve gids “laat u niet overbluffen” Omtrent de invordering van schulden stelde Verbruikersateljee de informatieve gids “laat u niet overbluffen” op. Deze gids is zeer laagdrempelig opgevat en laat de lezer kennis maken met een aantal basisbegrippen. Hij biedt inzicht in de verschillende posten die op een factuur terug te vinden zijn en hoe hij die moet begrijpen. Aan het eerste ontwerp van deze gids werd bijgedragen door een aantal consumentenpandels. Sedertdien werd de gids ook door lezers beoordeeld aan de hand van een tevredenheidsmeting. Dit vormingpakket is opgevat als een begeleiding bij de lectuur van die gids. Het stemt er dan ook mee overeen inzake inhoud en volgt dezelfde structuur (met dien verstande dat in deze syllabus voor de lesgever meer achtergrondinformatie wordt gegeven). De bedoeling is dat deze gids tegelijk met de vorming wordt aangeboden.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 5
Opbouw van het vormingspakket Het pakket bestaat uit een documentatiemap en een syllabus voor de vorminggever. De documentatiemap De documentatiemap is opgebouwd aan de hand van beeldplaten. Gelet op de materie bestaat die in dit geval meestal uit een voorbeelddocument. Het gaat dan om brieven en andere documenten waarmee de consument in de realiteit wordt geconfronteerd en waarin hij vaak met ingewikkelde termen en zelfs met dreigementen wordt geconfronteerd. Alle voorbeelden zijn op echte praktijkgevallen gebaseerd. Omdat projectie van dergelijke documenten niet aangewezen is, opteerden we ervoor om de beeldplaten in een afzonderlijke documentatiemap voor de deelnemers te bundelen De documentatiemap bestaat uit: • een weergave van de beeldplaat; • eventueel één of enkele vragen die aan de deelnemers kunnen worden voorgelegd, ten einde reacties uit te lokken; • Een puntsgewijze en korte opsomming van de kerngedachten van wat aan de hand van deze beeldplaat geleerd wordt. Die opsomming kan onder meer ook dienstig zijn om tijdens de uiteenzetting bij de hand te houden. De syllabus voor de vorminggever Deze syllabus voor de vorminggever volgt de indeling in beeldplaten. Per beeldplaat geven we volgende informatie: • Technische fiche : Een korte beschrijving van de aanpak van het betrokken onderdeel en een toelichting bij de beeldplaat en bij de eventuele vragen voor de deelnemers. • Toelichting : In dit deel worden de kerngedachten uit de documentatiemap nader uitgelegd. Niet alle informatie die daarin is opgenomen moet aan de deelnemers worden uiteengezet (dit zou de vorming te omvangrijk en veelal te ingewikkeld maken). De bedoeling is dat degene die vorming geeft per beeldplaat gemakkelijk kan uitmaken hoe diepgaand het onderwerp wordt uitgespit. Inhoud van de syllabus aan de hand van de hoofdstukken en beeldplaten We brengen de beeldplaten onder in 5 grote delen. →→ We vertrekken van de aanmaningsbrief, die nog steeds in bijna alle gevallen de eerste stap is in een invorderingsprocedure. Wat is eigen aan een aanmaningsbrief? Wat is een ingebrekestelling? En van wie gaan die brieven zoal uit? Of nog: welke spelers treffen we aan op de markt van de schuldinvorderingen? (Deel I) →→ Het is alleszins belangrijk dat de consument op een aanmaningsbrief reageert. Esentieel is dat hij hiertoe eerst informatie inwint. We wijden hieraan een afzonderlijk deel. (Deel II)
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 6
→→ Sommige consumenten lalen schuldinvorderingen wel eens liggen. Dit is ten stelligste af te raden. Laattijdigheid in de betaling doet immers allerhande kosten oplopen die de schuldenaar bijkomend worden aangerekend. (Deel III) →→ Om een schuld daadwerkelijk te kunnen invorderen is een uitvoerbare titel vereist. We verduidelijken wat dat precies is. Meestal is een vonnis vereist. Omdat een gerechtelijke procedure lang kan aanslepen zullen schuldeisers doorgaans eerst proberen om de schuldenaar langs buitengerechtelijke weg tot betaling te bewegen. Zij gaan zelf over tot een “minnelijke invordering van schulden” of schakelen daartoe een schuldinvorderaar in. Niet alle praktijken in dat verband zijn echter toegelaten. (Deel IV) →→ Tenslotte zal de schuldeiser eventueel genoodzaakt zijn om gerechtelijke stappen te zetten. We overlopen kort de principes van die rechtsgang, van het beslag en de beschermingsregels bij beslag. (Deel V)
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 7
Syllabus over schuld, schuldinvorderingen en de rechten van de consument
I De aanmaning
1. Wat is een aanmaning? Technische fiche In de vorming over schuldinvorderingen vertrekken vanuit het meest voorkomende instrument om iemand tot betailng aan te zetten, de aanmaningsbrief. We doen dit aan de hand van de brief die in de gids als voorbeeld wordt gebruikt. Vrijwel iedere consument krijgt vroeg of laat, terecht of niet terecht, wel eens een aanmaningsbrief in de bus. Doorgaans starten invorderingsprocedures met dergelijke brief.
De voorbeeldbrief en de mogelijke reacties daarop We wisselen hier van gedachten hoe de deelnemers zelf reageren op dergelijke brieven. We doen dit aan de hand van drie vooropgestelde reacties, hoewel de deelnemers natuurlijk nog andere mogelijkheden mogen aandragen. Onze gouden raad bij consumentenproblemen is dat u: • zich informeert over het recht van de schuldeiser om die schuld in te vorderen; • altijd reageert. In principe is antwoord C dus het meest aangewezen. Dikwijls gebeurt het dat de schuldvordering gedeeltelijk verantwoord is. In dat geval betaalt u best van meet af aan het gedeelte dat u niet betwist en toont zo aan de overeenkomst te goeder trouw te willen uitvoeren. Met antwoord A plaatst u zich in een zwakke positie, omdat u dan zelf stappen moet zetten om het teveel betaalde terug te krijgen. Met antwoord B riskeert u te nonchalant met de schuldvordering om te gaan. Van uitstel kan afstel komen. Wanneer de schuldvordering terecht is en de betaling utiblijft, kan dit leiden tot bijkomende kosten: schadevergoedingen, nalatigheidsintresten en eventueel zelfs gerechtelijke invordering (al deze gevolgen komen nog aan bod).
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 8
Onderwerpen die in de voorbeeldbrief al aan bod komen Die aanmaningsbrief die we als voorbeeld gebruiken is niet alleen een kernbegrip dat uitgangspunt is voor de materie. In het concrete voorbeelden komen ook al de elementen aan bod voor de verdere uiteenzetting. • De aanmaningsbrief roept dit bij Kris en Inge heel wat vragen op. -- Tot hun verbazing merken zij dat de brief afkomstig van een ander bedrijf dan het bedrijf dat meent dat zij hen een som verschuldigd zijn (uitgeverij Gaston). →→
Zie Hoofdstuk I, beeldplaat 2, Wie stuurt de aanmaning?
-- Er wordt de betaling van een hoofdsom van 19 euro geëist. Zijn zij dit bedrag werkelijk verschuldigd? Wat moeten zij doen wanneer zij menen van niet? →→
Zie hoofdstuk II - Reageer
-- “Conventionele intrest en forfaitaire schadevergoeding” ten belope van16,05 euro. Waarom zouden zij dit ook verschuldigd zijn? →→
Zie hoofdstuk III - De wanbetaling
-- “Buitengerechtelijke incassokosten” van 124,99 euro. Kan het bedrijf dat de aanmaning stuurt de betaling van dit bedrag vragen? →→
Zie hoofdstuk IV - Het invorderen van schulden buiten de rechter om
-- “Indien binnen deze termijn geen reactie wordt ontvangen, kan onze cliënt overgaan tot het nemen van andere invorderingsmaatregelen.” Welke andere invorderingsmaatregelen zijn dit dan wel? Kan er beslag gelegd worden op hun meubelen? →→
Zie hoofdstuk V - Het beslag
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 9
Toelichting De aanmaning In de gids “laat u niet overbluffen” definiëren we de aanmaning als: “ieder bericht waarmee iemand gewezen wordt op zijn verplichtingen en ertoe aangezet wordt om die verplichtingen ook uit te voeren.” We onderscheiden hierin volgende elementen: • We spreken over een bericht, wat eender welke vorm kan aannemen, maar in de praktijk is het doorgaans een brief. • Van belang is dat de bestemmeling op zijn verplichtingen wordt gewezen. Die verplichtingen kunnen bijvoorbeeld uit een contract voortvloeien. Maar het kan bijvoorbeeld ook gaan om een verplichting om de schade ingevolge een fout te herstellen (onrechtmatige daad), om een verplichtingen die uit de wet voortvloeit, … Het recht onderscheidt verplichtingen om iets te doen, om iets niet te doen of om een bepaalde som te betalen. • De bestemmeling wordt ertoe aangezet om die verplichtingen ook na te komen. Meestal vermeldt de aanmaning dan een termijn binnen dewelke dit wordt verwacht. De ingebrekestelling De ingebrekestelling is een aanmaning. De term ingebrekestelling wordt doorgaans weerhouden voor het bericht waarin iemand formeel gewezen wordt gewezen op zijn tekortkoming om zijn verplichtingen na te komen en vooralsnog in de gelegenheid wordt gesteld om dit te doen alvorens het tot een gerechtelijke procedure komt. Dit formele karakter wordt onderstreept doordat de ingebrekestelling in regel aangetekend wordt verstuurd, waardoor de persoon die hem verstuurt het bewijs daarvan heeft. De ingebrekestelling gaat dus de gerechtelijke procedure vooraf (als het tenminste zover komt). Nochtans verplicht de wet de schuldeiser nergens met zoveel woorden om een ingebrekestelling te sturen alvorens de tegenpartij te dagvaarden. Maar er wordt wel aangenomen dat het een fout is een gerechtelijke procedure te starten zonder dat de tegenpartij in de gelegenheid is gesteld om de zaak minnelijk te regelen. Doet men dat toch, dan kan dit bijvoorbeeld gevolgen hebben voor het verhalen van de gerechtskosten op de tegenpartij. Verder wordt de term ingebrekestelling ook in een aantal andere gevallen gebruikt. We geven twee voorbeelden: • We zullen later zien dat wanneer een schuldinvorderaar (zoals een incassobureau) iemand wil laten betalen, deze krachtens de wet eerst een brief moet opsturen. Ook in dat geval spreken we van een ingebrekestelling (zie deel IV). Die brief moet een aantal verplichte vermeldingen bevatten en een bedenktermijn van 15 dagen voorzien alvorens andere stappen kunnen worden gezet. Die verdere stappen betekenen nochtans geenszins dat een gerechtelijke procedure wordt ingeleid.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 10
• Bij een achterstallige energiefactuur verplichten de Vlaamse decreten de energieleverancier om, alvorens hij een leveringscontract kan opzeggen, de klant te waarschuwen met achtereenvolgens: →→ →→
een “herinneringsbrief”; een “ingebrekestelling”.
Ook hier is er vooralsnog geen sprake van een gerechtelijke procedure (deze brieven gaan een opzegging vooraf).
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 11
2. Wie stuurt de aanmaning? Technische fiche Aanmaningsbrieven kunnen van verschillende personen uitgaan. Voor de consument is het niet altijd gemakkelijk om het onderscheid te maken. Evenmin zijn ze altijd precies op de hoogte van de rol en bevoegdheden van elk van hen. Naar aanleiding van een voorbeeldbrief geven we een opsomming van de mogelijke actoren bij een schuldinvordering.
Het antwoord op de meerkeuzevraag Antwoord B is het juiste antwoord. Hoewel het document wel wat doet denken aan een proces verbaal, is het opgesteld door een private onderneming, met name een incassobureau. Hoewel incassobueaus wel eens geneigd zijn om symbolen uit de gerechtelijke wereld te gebruiken - wat een betwistbare en zelfs verboden praktijk is – zijn ze geen een gerechtelijke instantie en ontvangen zij geen enkele opdracht vanwege het gerecht.
Toelichting Een aanmaning kan niet alleen van de schuldeiser afkomstig zijn, zoals men misschien wel zou verwachten. Sommige beambten of beroepsgroepen vorderen in het kader van hun functie schuldvorderingen uit voor rekening van de schuldeiser. De schuldeiser Het kan iedereen wel eens overkomen dat hij vergeet een rekening van een elektriciteitsmaatschappij, een kredietgever, een postorderbedrijf, … te betalen. Doorgaans kunt u dan een reactie verwachten. Meestal ontvangt u dan brieven, beginnend met eenvoudige herinneringen Vb. : « Wij merken nog een openstaande rekening van x Euro op uw naam. Wellicht gaat het om een vergetelheid. ». tot het dreigen met allerlei maatregelen wanneer u niet voor een bepaalde datum betaalt Vb . : « Bij gebreke hieraan te voldoen, wordt de overeenkomst van rechtswege ontbonden en dagvaarden wij u voor de rechtbank in betaling van het openstaand saldo, meer het conventioneel schadebeding en meer de contractuele nalatigheidsintresten. ».
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 12
In al deze gevallen gaan de brieven uit van de schuldeisers zelf.
De schuldeiser De schuldeiser is degene die van een andere persoon de betaling van een geldsom of de uitvoering van een prestatie (vb. de levering van een product) kan eisen. Het is de persoon aan wie de betaling verschuldigd is.
Let wel, het kan gebeuren dat een schuldvordering overgaat (bijvoorbeeld door een erfenis of door een overdracht van de schuldvordering) op een andere persoon of bedrijf. In dat geval wordt deze laatste de schuldeiser. Veel voorkomend voorbeeld zijn e kredietverzekeraars die een achterstallig krediet overnemen en die verder proberen te recupereren bij de kredietnemer. Soms nemen ook incassobureaus de schuldvorderingen van schuldeisers over. Het incassobureau Soms gaan de aanmaningen uit van een onderneming voor wie het invorderen van schulden een bedrijfsactiviteit (eventueel zelrs de voornaamste activiteit) is. Het gaat dan om een incassobureau. Vb. : « In opdracht van de Jan Heymanskliniek zijn wij gelast u de betaling te eisen, onder alle voorbehoud, van de hierna verschuldigde bedragen : » Het incassobureau Een incassobureaus is een private onderneming die zich aanbiedt bij bedrijven, leveranciers en andere schuldeisers die onbetaald gebleven schuldvorderingen hebben tegenover hun klanten hebben. Tegen een vergoeding proberen zij (al dan niet vermeende) wanbetalers tot betalen aan te zetten. Daartoe nemen zij allerhande stappen, zoals inlichtingen verzamelen, brieven naar de schuldenaar schrijven, telefoneren, de schuldenaar thuis bezoeken, enz. Het is ook mogelijk dat incassobureaus schuldvorderingen overnemen. Zij kunnen dus handelen: hetzij voor rekening van de oorspronkelijke schuldeiser, wanneer die zelf titularis van de schuldvordering blijft; hetzij voor eigen rekening, wanneer zij de schuldvordering hebben overgenomen.
Bij deze ondernemingen bestaan er grote verschillen inzake omvang en werking. Kleinere ondernemingen werken met één of twee personeelsleden, de grootsten hebben tientallen medewerkers. Sommige ondernemingen zijn slechts regionaal actief, terwijl anderen over heel het land opereren en zelfs internationaal georganiseerd zijn.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 13
De gerechtsdeurwaarder Soms blijven mensen weigeren te betalen, bijvoorbeeld omdat zij niet genoeg geld hebben, omdat zij niet akkoord zijn, uit nalatigheid, enz. Dan kan het gebeuren dat er na een tijd een gerechtsdeurwaarder aan zijn deur komt. De schuldenaar wordt dan gedagvaard. De gerechtsdeurwaarder Een gerechtdeurwaarder is een openbaar ambtenaar. Iedereen kan beroep doen op de gerechtsdeurwaarder voor de uitoefening van bepaalde opdrachten. Zo kunt u hem bijvoorbeeld verzoeken bepaalde feiten vast te stellen. De akte die hij daarvan opstelt heeft een bijzondere bewijskracht. Wanneer iemand een andere persoon voor de rechter wil dagen moet hij voor bepaalde stappen in de procedure noodzakelijkerwijze een beroep doen op de tussenkomst van een gerechtsdeurwaarder. Dit is onder meer het geval wanneer een partij de procedure wil starten (dagvaarding), wanneer zij een vonnis officieel bekend wil maken aan de tegenpartij (de « betekening van het vonnis ») of wanneer zij een vonnis wil laten uitvoeren (bijvoorbeeld door beslag te leggen op de goederen van de tegenpartij). Dit alles is echter geformuleerd vanuit de traditionele en door de wet voorbehouden opdracht van de gerechtsdeurwaarders. In de praktijk hebben zij zich echter een ruimere taak aangemeten. Vele gerechtsdeurwaarders nemen opdrachten aan waarbij tot schuldinvordering wordt overgegaan zonder dat deze gebaseerd is op een vonnis of een andere uitvoerbare titel. Met deze opdrachten komen zij buiten het takenpakket waarover zij het wettelijke monopolie hebben en begeven zij zich op het terrein van de incassobureaus. Zij vervullen dan buitengerechtelijke invorderingsactiviteiten, gereglementeerd door de wet van 20 december 2002 betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument (zie deel IV). De advocaat Een aanmaning tot betalen kan ook uitgaan van de advocaat van de schuldeiser. Dikwijls zal de advocaat die een opdracht van de schuldeiser aanvaardt, in eerste instantie proberen de tegenpartij tot betaling aan te zetten door bijvoorbeeld een aanmaning te sturen. In een latere fase zal hij uitmaken welke stappen verder aangewezen zijn en zijn klant, de schuldeiser, aanraden eventueel een procedure voor de rechter te starten.
De advocaat De advocaat is de enige die iemand in een gerechtelijke procedure mag bijstaan en vertegenwoordigen. U mag wel zelf uw eigen zaak voor de rechtbank komen verdedigen, maar niet u daar laten vertegenwoordigen door iemand anders dan een advocaat.
Uitzondering op het pleitmonopolie van de advocaat zijn vooral sommige zaken voor de arbeidsrechtbanken, waar naargelang de aangelegenheid een partij ook vertegenwoordigd kan worden door een vakbond, werkgeversorganisatie of door het OCMW.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 14
Bij een invordering van schulden kan de consument ook met een advocaat worden geconfronteerd. Wanneer de schuldeiser het dossier heeft overgemaakt aan een advocaat, kan dat erop wijzen dat deze er rekening mee houdt dat hij de schuld gerechtelijk gaat invorderen. De advocaat zal dan dikwijls eerst nog een aanmaning versturen. Advocaten hebben dan wel een pleitmonopolie voor de rechtbank, zij hebben geen bijzondere bevoegdheden bij een minnelijke invordering van schulden. Zolang zij zich op dat terrein begeven zijn ze trouwens eveneens onderworpen aan de wet van 20 december 2002 betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument (zie deel IV).
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 15
Syllabus over schuld, schuldinvorderingen en de rechten van de consument
II Reageer
3. U ontvangt een factuur of een aanmaning en u hebt gegronde reden om die te betwisten. Wat moet u doen? Technische fiche
Het antwoord op de meerkeuzevraag Antwoord C. De wet verbiedt uitdrukkelijk dat een verkoper u enig product toezendt met het verzoek de prijs ervan te betalen of het terug te sturen. Terugsturen hoeft in dit geval dus ook helemaal niet. Het kan volstaan dat Kris en Inge het bij antwoord C houden. Het bedrijf Gaston kan hen niet tot betaling dwingen. Naar de rechter zal het bedrijf evenmin stappen, aangezien het geenszins in zijn recht is en zelfs onwettig handelt. We maken hier dus al onmiddellijk een uitzondering op ons principe dat u altijd moet reageren. Vele mensen in dergelijke situatie verkiezen in dergelijke situatie om maar (per telefoon of per brief) te reageren, ook wqanneer zij op de hoogte zijn dat het bedrijf dat de zending deed hen niets kan maken. Zij doen dat vooral omdat zij af willen van de herhaaldelijke aanmaningen en dreigementen van dergelijke bedrijven en de incassobureaus en gerechtsdeurwaarders die zij eventueel inschakelen. Aanmaningsbrieven worden doorgaans zo opgesteld dat het vanzelfsprekend lijkt dat u de geëiste som verschuldigd bent. Waarom dat zo is of waarom u bovendien allerhande bijkomende kosten verschuldigd bent, wordt dan weer zelden duidelijk toegelicht. In deze beeldplaat willen we erop wijzen dat schuldinvorderingen ook moeten verantwoord worden. In geval van twijfel doet u er dan ook goed aan zich te informeren en zo nodig te reageren. Toelichting Wanneer kan iemand de betaling van een schuld vragen? Wanneer u een aanmaning krijgt om een bepaald bedrag te betalen, wil dit nog niet per definitie zeggen dat u dat ook moet doen. In geval van twijfel is het aan te raden om een aantal zaken na te gaan: Staat de schuld vast? Een schuldvordering kan bijvoorbeeld voortspruiten uit een overeenkomst (zoals een koopovereenkomst, een huuroverenkomst, een lening, enz.): is die overeenkomst geldig tot stand gekomen, bepaalt die over-
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 16
eenkomst werkelijk dat u dat bepaalde bedrag moet betalen, werden de wettelijke bepalingen nageleefd, … Informeer u in geval van twijfel. Kan de schuldeiser reeds de betaling vragen ? De schuld moet ook opeisbaar zijn. Dat wil zeggen dat de schuldeiser de betaling van die schuld op dat moment kan vragen. Zo zal een kredietovereenkomst bijvoorbeeld veelal bepalen dat de betaling op een bepaalde dag van de maand verschuldigd is. Is de schuldvordering nog niet verjaard ? Het kan ook nuttig zijn om na te gaan of de schuld niet verjaard is. Na verloop van een bepaalde verjaringstermijn kan de betaling van een schuld immers niet meer worden geëist. De algemene regel is dat schulden die voortvloeien uit overeenkomsten na tien jaar verjaren. Maar daarop bestaan er tal van afwijkende verjaringstermijnen. Zo kunnen bijvoorbeeld facturen van geneeskundige verzorging (ziekenhuisfacturen en dergelijke) worden ingevorderd tot twee jaar vanaf het einde van de maand waarin die verzorging werd verstrekt.
Hoe komt u te weten of u iets echt moet betalen? In de gids vermelden we enkel de voornaamste instanties en beroepsgroepen waar iemand als consument terecht kan voor informatie. Dit neemt niet weg dat daarnaast voor specifieke vragen nog bij tal van andere infopunten terecht kan. Eventueel kan men ook al een begin van antwoord vinden op internet. Om zeker te zijn en om een antwoord te krijgen dat rekening houdt met uw probleem in al zijn aspecten, is het doorgaans aan te raden om bij een deskundige om bevestiging van het juiste antwoord te vragen. • Consumentenorganisaties Er zijn in ons land verschillende erkende consumentenorganisaties. Sommigen daarvan, zoals Test Aankoop en Verbruikersateljee, zijn in hoofdzaak een consumentenorganisatie. Andere organisaties, zoals Gezinsbond of de vakbonden, hebben nog andere prioriteiten, maar verdedigen daarnaast ook de belangen van hun leden als consument. De meeste consumentenorganisaties verstrekken enkel advies aan betalende leden. De bevoegde administratie Naargelang de materie kan het om verschillende ministeries gaan. In de gids vermelden we in het bijzonder de FOD Economie, omdat die het gros van de consumentenwetgeving opvolgt: marktpraktijken, consumentenkrediet, energie, …
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 17
• Wetswinkels Dit zijn private initiatieven waarbij juristen eerstelijnsadvies aan rechtzoekenden geven. Dit gebeurt doorgaans laagdrempelig en aan een lage prijs. • Justitiehuizen Dit zijn diensten van de FOD Justitie. Er is een justitiehuis in elke hoofdplaats van een gerechtelijk arrondissement (waar er ook een rechtbank van eerste aanleg is gevestigd). De justitiehuizen zijn evenwel doelbewust niet in het gerechtsgebouw ondergebracht. Justitiehuizen hebben diverse opdrachten (onder meer op het vlak van strafrecht). U kunt er ook terecht voor de eerste informatie en advies bij juridische problemen. De adviesverstrekker zal evenwel niet het dossier doornemen of behandelen. • Advocaten Advocaten hebben een pleitmonopolie. Op hen moet u een beroep doen wanneer het tot een rechtszaak komt en u die niet alleen wenst te voeren. Wanneer u vreest dat het tot een gerechtelijke procedure komt, kunt u ervoor opteren om tijdig een advocaat te raadplegen.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 18
Syllabus over schuld, schuldinvorderingen en de rechten van de consument
III De wanbetaling
4. Enkele mogelijke financiële gevolgen Technische fiche In deze beeldplaat gaan we kort in op de voornaamste burgerrechtelijke gevolgen van een wanbetaling. We hebben het niet niet over maatregelen die worden genomen om de schuld in te vorderen. We bedoelen hiermee wel om de verzwaring van uw verbintenissen doordat u niet of laattijdig betaalt. Doordat u laattijdig betaalt, betaalt u immers meer, ook al is die laattijdigheid misschien aan financiële moeilijkheden te wijten. In het voorbeeld gaat het niet toevallig om een kredietovereenkomst. Bij die overeenkomsten treden namelijk bij uitstek allerhande mechanismen in werking die de financiële last verzwaren.
Antwoord op de meerkeuzevraag Antwoord B is het meest juiste. Antwoord A is juist voor zover het slechts om een kort uitstel van de betalingen gaat. Dan kan men nog erger voorkomen door de achterstallige betalingen te voldoen en blijft de schade nog beperkt tot de nalatigheidsintresten en eventueel een vergoeding voor de aanmaningsbrieven van de kredietgever. Bij blijvende betalignsachterstal (in regel drie maanden) kan de kredietgever echter ook het verval van de termijnen of de otnbinding van de kredietovereenkomst eisen. Daarbovenop worden dan nog een schadevergoeding en nalatigheidsintresten aagerekend. Deze financiële gevolgen worden hierna nog nader toegelicht. Het termijnverval is hierbij een typisch gevolg voor kredietovereenkomsten. De nalatigheidsintresten en de schadevergoeding kunnen ook bij andere overeenkomsten voorkomen. Antwoord C is onjuist. De kredietgever kan nog geen gerechtsdeurwaarder inschakelen om beslag te laten leggen op uw goederen, omdat er nog geen sprake is van een uitvoerbare titel (een vonnis).
Toelichting Wanneer u om één of andere reden een rekening niet betaalt, moet u goed opletten voor de mogelijke financiële gevolgen daarvan. De schuldeiser zal zich niet altijd beperken tot het eisen van de betaling van het bedrag dat hem (volgens zijn mening) verschuldigd is. Het is altijd goed om eens te na te gaan wat de overeenkomst met de schuldeiser daarover zegt. In de “kleine lettertjes” van de overeenkomst, die de con-
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 19
sument gewoonlijk niet leest, staan doorgaans ook bepalingen over wat er gebeurt wanneer u als consument niet betaalt. Hierdoor kunnen allerlei mechanismen in werking treden die het bedrag van de schuld enorm doen oplopen. Ontbinding van de overeenkomst/verval van de termijnen Dit is een techniek waar u vooral op moet letten bij kredietovereenkomsten (kredietopeningen, verkopen op afbetalingen, leningen op afbetaling, enz.). Kredietgevers laten in kredietovereenkomsten doorgaans clausules opnemen waardoor zij in geval van wanbetaling kunnen eisen dat de consument alle termijnen die nog niet vervallen zijn onmiddellijk moet betalen of dat de kredietovereenkomst wordt ontbonden. In beide gevallen moet u als kredietnemer plots een enorm groot bedrag terugbetalen. Wanneer het gaat om een overeenkomst waardoor u een consumentenkrediet wordt toegekend (voor het verwerven van consumentengoederen of andere niet-professionele doeleinden) kan de ontbinding of het termijnverval slechts gevraagd worden onder bepaalde voorwaarden. De wet op het consumentenkrediet bepaalt dat de kredietgever u vanaf twee maanden achterstal aanmaant. Slaagt u er niet in om de achterstand aan te zuiveren binnen de termijn van een maand, dan treedt er het termijnverval of de ontbinding van de overeenkomst in. Nalatigheidsintresten De nalatigheidsintresten zijn de intresten die u bij laattijdige betaling verschuldigd bent. Het gaat om een vergoeding voor het verlies dat de schuldeiser lijdt doordat hij later dan voorzien wordt betaald. Vooral kredietgevers bedingen vrijwel steeds een nalatigheidsintrest. In het consumentenkrediet wordt de hoogte van de nalatigheidsintrest door de wet beperkt. Volgens de wet is een nalatigheidsintrest pas verschuldigd vanaf de dag dat de schuldeiser de schuldenaar aangemaand heeft te betalen. Het is nochtans niet verboden dat in een overeenkomst de clausule wordt opgenomen dat de nalatigheidsintrest “van rechtswege” begint te lopen. Dit betekent dat de nalatigheidsintrest wordt aangerekend zodra de schuldenaar op de vervaldag niet heeft betaald, zonder dat de schuldeiser daartoe een aanmaning moet verzenden. In kredietovereenkomsten nemen kredietgevers dan ook vaak de bepaling op dat bij niet-betaling op de vervaldag de nalatigheidsintresten van rechtswege begint te lopen. Schadevergoeding Wanneer u niet betaalt en de schuldeiser wil de overeenkomst ontbinden, kan hij ook een vergoeding vragen voor de schade die hij geleden heeft. Hij moet daartoe wel die schade en het oorzakelijk verband met de niet-uitvoering van de overeenkomst bewijzen. Om dat te vermijden last hij in de overeenkomst gewoonlijk een schadebeding in. Een schadebeding, ook wel strafbeding of boetebeding genoemd, is een beding waardoor een partij die de overeenkomst niet nakomt een bepaald bedrag moet betalen als forfaitaire vergoeding van de schade die kan worden geleden ten gevolge van de niet-uitvoering van de overeenkomst.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 20
Een schadebeding biedt de schuldeiser het voordeel dat hij niet meer moet bewijzen welke schade hij werkelijk heeft geleden. In de praktijk wordt het schadebeding veelal uitgedrukt in een percentage van het bedrag waarvan de betaling verschuldigd blijft. Belangrijk om weten is dat de wet overdreven schadebedingen verbiedt. Het gaat dan om bedragen die duidelijk hoger zijn dan de schade die de schuldeiser mogelijk kon lijden. In het consumentenkrediet worden de schadebedingen aan een bepaald maximum onderworpen.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 21
5. Kan de schuldeiser zich tot iemand anders wenden om betaling te verkrijgen Technische fiche Buiten de clausules bedoeld in de vorige beeldplaat, beschikt de schuldeiser nog over een aantal juridische technieken omzich betaling te verzekeren. Maar ditmaal doet hij dit door die betaling van een andere persoon te verkrijgen. We behandelen hier twee technieken waarmee consumenten zeer dikwijls worden geconfronteerd: de borgtocht en de overdracht van loon. Wij menen dat het voor de deelnemers doorgaans kan volstaan dat zij de voornaamste kenmerken ervan kennen en dat zij de draagwijdte van die maatregelen onderkennen. Die liggen vervat in de antwoorden op de voorgelegde vragen en de aandachtspunten van de documentatiemap. In de toelichting geven we de lesgever de ruimere materie als achtergrondinformatie mee.
Antwoord in verband met de borgtocht Zich voor iemand borg stellen gebeurt dikwijls uit vriendendienst. Men dient dan wel goed voor ogen te houden wat de gevolgen zijn wanneer het misloopt. Vooral twee gevolgen moeten in dat verband in herinnering worden gebracht: • Wanneer de hoofdschuldenaar een achterstallige betaling oploopt, kan de schudleiser de borg aanspreken. Deze laatste lijdt dus een financieel nadeel dat aanzienlijk kan zijn. • Wanneer de borg dit geleden verlies wil compenseren, kan hij zich tot de hoofdschuldenaar richten (en, wanneer die hem niet betaalt, eventueel voor de rechter brengen). De verhouding tussen schuldenaar en borg, die dikwijls een nauwe band hebben, kan hierdoor zeer sterk onder druk komen.
Antwoord in verband met de overdracht van loon Het voordelen dat een schuldeiser heeft bij een overdracht van loon zijn de volgende: • Hij kan zich rechtstreeks wenden tot diegene die op zijn beurt sommen verschuldigd is aan de schuldenaar: de werkgever, de instelling die een vervangingsinkomen uitbetaalt. Dit biedt hem een zekere garantie dat een deel van die sommen bij hem terecht komen. • Hij moet zich daarvoor niet tot de rechter wenden. Een kennisgeving aan de derde (werkgever, ...) volstaat. Hier ligt een onderscheid met het loonbeslag, dat wel een utivoerbare titel vereist en dus veelal een vonnis.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 22
Toelichting De borgtocht Wanneer u een oveenkomst sluit met een kredietgever of een verkoper zal deze dikwijls voorafgaandelijk als voorwaarde stellen dat iemand zich voor u borg stelt. Verschillende personen kunnen als borg optreden. Bij consumenten gaat het in de praktijk veelal om mensen uit hun omgeving, zoals bijvoorbeeld een familielid, een vriend, … De borg moet uiteraard zijn toestemming geven. En deze toestemming gebeurt best met enige kennis van zaken. De borgtocht is een overeenkomst tussen deze borg en de schuldeiser. De borg neemt daarbij de verplichting op zich aan een verbintenis (betaling) te voldoen, wanneer de schuldenaar daaraan zelf niet voldoet. Bij de borgtocht komen bijgevolg ten minste drie partijen te pas : • De schuldenaar : degene die de verbintenis heeft aangegaan, zoals bijvoorbeeld : een krediet aflossen. We spreken ook wel van de hoofdschuldenaar om een onderscheid te maken met de borg wanneer die op zijn beurt schuldnaar van de schuldeiser is geworden. • De schuldeiser : degene aan wie die verbintenis moet worden voldaan (een vekoper, een kredietgever,…). • De borg : degene die de verbintenis tegenover de schuldeiser moet nakomen wanneer de schuldenaar daaraan niet zelf voldoet. Voor de schuldeiser is de borgtocht een voordelige manier om betaling te verzekeren. Hij hoeft hiervoor enkel een bijkomende overeenkomst te laten tekenen door deze borg. De waarde van deze (persoonljike) zekerheid hangt uiteraard af van de solvabiliteit van die borg. In de voorgelegde vragen zagen we reeds dat de borgtocht zeer ingrijpende gevolgen kan hebben voor zowel de borg als voor de hoofdschuldenaar. Recent heeft de wertgever daarom een bijzondere bescherming ingevoerd voor degenen die zich kosteloos borg hebben gesteld. Maar eerst belichten we kort de algemene regels inzake borgtocht. Algemene regels inzake borgtocht Omvang van de borgtocht Men kan zich niet borg stellen voor meer dan hetgeen de schuldenaar verschuldigd is, wel voor slechts een gedeelte van de schuld. Is de borgtocht toch voor meer dan de schuld aangegaan, dan wordt hij verminderd tot de hoofdverbintenis. Wanneer het om een onbepaalde borgtocht gaat, moet de borg niet alleen voor de hoofdverbintenis zelf instaan, maar ook voor al hetgeen bij de schuld komt, zelfs de kosten van de eerste vordering, en alle kosten die gemaakt zijn nadat van deze vordering aan de borg is kennis gegeven. Die regel is niet van toepassing bij de kosteloze borgtocht (zie verder).
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 23
De schuldeiser spreekt de borg aan De borg moet de schuldeiser betalen wanneer de schuldenaar nalaat dat te doen. De borg die door de schuldeiser aangesproken wordt, moet dan wel eisen dat deze eerst naar de hoofdschuldenaar gaat om betaling te verkrijgen. Op de regel dat eerst de schuldenaar zelf moet worden aangesproken zijn er twee uitzonderingen: • De borg heeft afstand gedaan van die regel (dit wil zeggen: van “het voorrecht van uitwinning”). • De borg heeft zich hoofdelijk met de schuldenaar verbonden (dit wil zeggen dat zowel hijzelf als de hoofdschuldenaar in gelijke mate in betaling kunnen worden aangesproken). Wanneer de borg tot betaling gehouden is en deze zulks om de ene of andere reden niet doet, is de situatie hetzelfde als tegenover/bij de gewone schuldenaar : de schuldeiser kan in eerste instantie slechts stappen van minnelijke invordering zetten. Om de borg tot betaling te kunnen dwingen moet hij over een uitvoerbare titel (doorgaans een vonnis) tegenover de borg beschikken en in de meeste gevallen is het dan nodig deze voor de rechter te dagen. De borg spreekt de schuldenaar aan Wanneer de borg heeft betaald, heeft hij verhaal op de hoofdschuldenaar en kan hij het betaalde van deze laatste terugvorderen (zelfs wanneer hij zich buiten medeweten van de schuldenaar borg heeft gesteld). In een aantal gevallen kan de borg de hoofdschuldenaar reeds aanspreken, zelfs nog voordat hij betaald heeft, zoals onder meer wanneer hij in rechte vervolgd wordt om de schuld te betalen. Die situatie vooral pijnlijk voor wie zich uit vriendendienst borg heeft gesteld. Wanneer hij zijn betaling wil recupereren zouden zij zich immer moeten richten tot diegenen aan wie zij eerder een dienst wilden bewijzen. De borg die de schuld betaald heeft, treedt in alle rechten die de schuldeiser had tegen de schuldenaar. Dit betekent dat de borg, zodra hij heeft betaald, de vordering van de schuldeiser tegenover de hoofdschuldenaar verder uitoefent. Hij kan bijvoorbeeld op alle intresten innen, alle bijkomende rechten uitoefenen die aan die schuld zijn verbonden, enzovoort. De borg kan zo niet alleen de hoofdschuld op de hoofdschuldenaar verhalen, maar ook de interesten en de kosten die hij heeft moeten betalen. Wat indien de schuldeiser de schuldenaar een betalingsuitstel geeft? In dat geval kan de borg zich daarop niet beroepen. Een uitstel dat de schuldeiser aan de schuldenaar verleent (omdat die bijvoorbeeld krap bij kas zit), verhindert niet dat de schuldeiser daarop de borg om betaling vraagt. De borg kan dan op zijn beurt de schuldenaar om betaling vragen. Het gevolg kan dan zijn dat het voordeel
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 24
dat de schuldenaar van het betalingsuitstel hoopte te genieten ongedaan wordt gemaakt door de borg. Om die reden is deze regel niet van toepassing wanneer de rechter betalingsfaciliteiten toestaat aan mensen met een consumentenkrediet die in slechte financiële papieren zijn geraakt. In dat geval kan de borg, die door de kredietgever is aangesproken, niet zomaar de kredietnemer aanspreken om alles op hem te verhalen, maar moet hij zich eveneens aan die betalingsfaciliteiten houden. In geval van een collectieve schuldenregeling hebben de borgstellers dan weer slechts verhaal op de schuldenaar in de mate dat zij deelnemen aan de aanzuiveringsregeling en zich ook aan die regeling houden. Kosteloze borgtocht Waarover gaat het? Sedert enkele jaren heeft de wetgever een bijzondere bescherming ingevoerd voor mensen die zich kosteloos borg hebben gesteld. Men bedoelt daarmee de talrijke situaties waarbij mensen zich uit vriendendienst op vraag van een familielid, vriend, … borg stellen. Die beschermingsregels moeten worden nageleefd wanneer voldaan is aan volgende voorwaarden met betrekking de partijen en de borgtocht. De borgsteller De wet viseert de borgstelling door natuurlijke personen (door mensen, dus niet door bijvoorbeeld een vennootschap of vzw). De schuldenaar Voor de schuldenaar daarentegen geldt deze beperking niet. De wet is bijgevolg ook van toepassing wanneer men zich kosteloos voor een rechtspersoon (vennootschap, vzw, …) borg stelt. De schuldeiser De wettelijke bescherming is van toepassing bij de borgstelling voor een hoofdschuld ten gunste van een verkoper. Het gaat dus niet om het geval waarbij men zich borg stelt voor een schuld tegenover een andere particulliere persoon. De borgtocht is kosteloos Met kosteloze borgtocht bedoelt men dat iedere economisch voordeel, zowel rechtstreeks als onrechtstreeks, dat de borg kan genieten dankzij de borgstelling, ontbreekt. De bewijslast om aan te tonen dat de borgtocht niet kosteloos werd verstrekt (en dat de bescheringsregels dus niet van toepassing zijn), ligt bij de schuldeiser.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 25
Een apart document De kosteloze borgtocht zoals hier bedoeld moet opgenomen zijn in een geschreven document dat verschillend is van de hoofdovereenkomst. Is dat niet het geval, dan is de borgtocht nietig. Dit document, de borgtochtovereenkomst, moet ten minste de volgende vermelding bevatten, die bovendien door de borg met de hand geschreven is : “ door me borg te stellen voor ... voor de som beperkt tot ... (in cijfers) als dekking van de betaling van de hoofdsom en interesten voor een duur van ..., verbind ik me ertoe aan de schuldeiser van ... de verschuldigde sommen terug te betalen op mijn goederen en inkomsten, indien, en in de mate dat, ... er niet zelf aan heeft voldaan “. Omvang van de borgtocht De omvang van de borgtocht wordt beperkt tot de som die is vermeld in de overeenkomst, verhoogd met interesten. Die intresten worden berekend tegen de wettelijke of conventionele rente. Zij mogen in geen geval hoger zijn dan 50 % van de hoofdsom. Duur De duur van de hoofdverplichting moet worden vermeld in de borgtochtovereenkomst. Wanneer de hoofdverplichting voor onbepaalde duur werd aangegaan mag de duur van de borgtochtovereenkomst niet langer zijn dan vijf jaar. Solvabiliteit van de borg De borg mag niet met een financieel engagement worden opgezadeld die hij niet aankan. Daarom mag dat de borgtocht niet worden afgesloten wanneer “het bedrag kennelijk niet in verhouding is tot de terugbetalingsmogelijkheden van de borg”. Die terugbetalingsmogelijkheden worden beoordeeld in het licht van de roerende en onroerende goederen en inkomsten van de borg. Deze wettelijke verplichting is overigens voorgeschreven op straffe van nietigheid. Inlichten van de borg De schuldeiser moet de borg regelmatig op de hoogte houden. • Wanneer de schuldenaar de overeenkomst regelmatig uitvoert (betaalt) brengt de schuldeiser de borg daarvan op zijn minst eenmaal per jaar op de hoogte. • Wanneer de schuldenaar niet betaalt, dan moet de schuldeiser bij al zijn mededelingen aan die schuldenaar, meteen ook gelijktijdig en in dezelfde vorm deze mededeling aan de borg doen. Doet de schuldeiser dat niet, dan kan hij zich niet beroepen op de aangroei van de schuld, vanaf de datum waarop hij dit nagelaten, heeft (hij kan dan bijvoorbeeld de bijkomende intresten en kosten niet meer bij die borg invorderen).
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 26
De erven Wanneer de borg overlijdt gaan diens verbintenissen over op de erfgenamen. Bij de kosteloze borgtocht echter wordt de verbintenis van iedere erfgenaam beperkt tot het erfdeel dat hem toekomt. Wanneer er meerdere erfgenamen zijn, kan de schuldeiser dus niet het volledige bedrag invorderen door zich tot één van hen te richten. Er bestaat geen hoofdelijkheid tussen de erfgenamen van een borg voor de verbintenissen van de borg en daarvan kan in de overeenkomst niet worden afgeweken.
Overdracht van loon Deze formule wordt vooral aangewend wanneer u een krediet neemt. Meestal vraagt de kredietmaatschappij u om ook een akte van overdracht van loon te ondertekenen. Dit is een document waarin u een deel van uw inkomsten afstaat voor het nakomen van de overeenkomst. Wat is het verschil de overdracht van loon en het loonbeslag? • Beslag op loon kan - net zoals iedere vorm van beslaglegging - enkel gebeuren op grond van een uitvoerbare titel (vonnis, notariële akte, fiscaal dwangbevel,…). Wanneer er dus enkel een onderhandse overeenkomst voorhanden is, moet de schuldeiser eerst naar de rechter stappen om een vonnis te verkrijgen. • Bij de overdracht van loon kan de schuldeiser aan de werkgever vragen dat een deel van het loon rechtstreeks aan hem wordt uitbetaald. Ook uitkeringen kunnen op die manier worden overgedragen. De schuldeiser heeft daarvoor geen uitvoerbare titel (zoals een vonnis) meer nodig; u hebt zich door de ondertekening immers akkoord verklaard een deel van uw loon over te dragen. Niettemin dienen bij de overdracht van loon een aantal regels in acht te worden genomen die zijn voorgeschreven door de wet betreffende de bescherming van het loon der werknemers. Deze hebben vooral betrekking op de vormvereisten bij de vastlegging van de overdracht en de procedure die moet worden gevolgd bij de uitvoering van de overdracht. Akte van overdracht van loon De loonbeschermingswet legt een aantal vereisten op die moeten worden nagekomen wanneer een overdracht van loon wordt getekend. Wanneer die vereisten niet zijn nagekomen, is de akte nietig. • De overdracht van het loon moet neergeschreven zijn in document dat onderscheiden is van de overeenkomst waarvan de utivoering wordt gewaarborgd (bijvoorbeeld een kredietovereenkomst). • De akte van overdracht moet worden opgemaakt in zoveel exemplaren als er partijen met een onderscheiden belang zijn. • Wanneer overdracht van loon plaats vindt in het kader van een consumentenkrediet, moeten in de akte van overdracht een aantal wetsartikelen worden overgenomen, die betrekking hebben op de procedure
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 27
van overdracht van loon (het gaat met name om de artikelen 28 tot en met 32 van de loonbeschermingswet). Verloop van de procedure van overdracht van loon Wanneer de schuldeiser de overdracht van loon wil uitvoeren moet hij niet vooraf naar de rechter stappen. Niettemin moet hij wel een aantal regels volgen die door de loonbeschermingswet worden voorgeschreven. In die procedureregels, waarvan de bepalingen dus in de akte moeten worden opgenomen, worden de betrokken partijen aangeduid met termen die nogal ingewikkeld kunnen overkomen. In deze syllabus benoemen we de partijen met verwijzing naar hun plaats in de arbeidsrechtelijke relatie. • De « overdrager » : Dit is degene die zijn recht op de inning van de schuldvordering (het loon) aan een andere persoon overdraagt. Hier spreken we over de werknemer. • De « overnemer » : Diegene die de schuldvordering overneemt. Hier spreken we over de schuldeiser. • De « gecedeerde schuldenaar » : De schuldenaar is van het loon. Hier spreken we over de werkgever. De procedure draait vooral rond een aantal kennisgevingen die de betrokken partijen verrichten. Die kennisgevingen moeten gebeuren bij aangetekende brief. Gebeurt dat niet op die wijze, dan is de kennisgeving nietig. • De schuldeiser moet in de eerste plaats aan de werknemer kennis geven van zijn voornemen om de overdracht uit te voeren. →→
Hij zendt een kopie van die kennisgeving aan de werkgever.
• Vanaf de verzending van die kennisgeving loopt er een termijn van tien dagen. →→ Binnen die termijn heeft de werknemer gelegenheid om zich tegen het voornemen van de overdracht van loon te verzetten. Van dan af verschilt het verdere verloop naargelang de werknemer zich al dan niet verzet. De werknemer verzet zich niet • In dat geval zendt de schuldeiser aan de werkgever een voor eensluidend verklaard afschrift van de akte van overdracht van loon. →→ Van dan af kan de overdracht ingang vinden en dient de werkgever een deel van het loon rechtstreeks aan de schuldeiser te betalen.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 28
De werknemer verzet zich wel • De werknemer moet van zijn verzet kennis te geven aan zijn werkgever. →→ De werkgever moet dan op zijn beurt, binnen de vijf dagen na de verzending van de brief van de werknemer, daarvan kennis geven aan de schuldeiser. →→ De werkgever mag niets inhouden op het loon (tot een eventuele utispraak van de rechter die voor hem gunstig is). • Wanneer de schuldeiser de overdracht van loon wil laten doorgaan, kan hij proberen die overdracht te laten bekrachtigen door de vrederechter. →→ Hij doet dit door een aangetekende brief die door een gerechtsdeurwaarder aan de werknemer wordt toegezonden. →→ Wanneer de overdracht in het vonnis van de vrederechter wordt bekrachtigd, geeft de griffier binnen vijf dagen daarvan kennis aan de werkgever. →→ De overdracht wordt van dan af gewoon uitgevoerd. Er is geen mogelijkheid om tegen de beslissing in beroep te gaan. Bescherming tegen overdracht van loon Het loon kan niet geheel worden overgedragen. Een gedeelte van het loon is beschermd, bij toepassing van dezelfde regels als die welke gelden voor het loonbeslag (zie deel 5).
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 29
Syllabus over schuld, schuldinvorderingen en de rechten van de consument
IV Het invorderen van schulden buiten de rechter om
6. Moet de schuldeiser steeds naar de rechter stappen als hij betaald wil worden? Technische fiche Deze beeldplaat is essentieel in de vorming. We lichten toe wat een uitvoerbare titel is en het belang te weten of een schuldinvordering gebeurt op grond van een uitvoerbare titel of niet. De voorbeeldbrief van deze beeldplaat gaat duidelijk uit van een schuldeiser die nog geen uitvoerbare titel (een vonnis) heeft. De schuldeiser probeert daarom te laten uitschijnen dat het verkrijgen van een vonnis voor hem geen probleem zal zijn : hij lijkt het vanzelfsprekend te vinden dat hij een eventuele gerechtelijke procedure wel zal winnen en dat hij bijgevolg de kosten van procedure ook nog eens op de schuldenaar kan verhalen. Antwoord op de meerkeuzevraag Antwoord B. Schuldeisers en incassobureaus schrijven regelmatig dat “ alle kosten ten uwen laste” zijn. Het is echter enkel de rechter die zal oordelen wie in het gelijk wordt gesteld en ten laste van wie de gerechtskosten komen. In dit voorbeeld is het zelfs onwaarschijnlijk dat de schuldeiser door de rechter in het gelijk zal worden gesteld. Toelichting De uitvoerbare titel Wanneer u als consument de schuldvordering betwist doet u er goed aan de schuldeiser daarvan op de hoogte te brengen. In een brief (liefst aangetekend verstuurd) legt u uit waarom u meent dat u niet hoeft te betalen of waarom u niet akkoord gaat met het bedrag dat de schuldeiser vraagt. Hoe sterk uw argumenten ook zijn, de schuldeiser zal daarmee nog niet noodzakelijk akkoord gaan. Wat indien hij bij zijn standpunt blijft? Kan hij u in dergelijke gevallen dwingen om te betalen (gedwongen tenuitvoerlegging), bijvoorbeeld door uw goederen in beslag te nemen1? Dwangmiddelen, zoals beslaglegging, kunnen slechts worden aangewend op grond van een “uitvoerbare titel”. 1 Een andere vorm van gedwongen tenuitvoerlegging waarmee een consument wel eens wordt geconfronteerd is de uithuiszetting (door een verhuurder). In deze syllabus beperken we ons echter tot de beslaglegging op roerende goederen en op het inkomen (dit laatste is een vorm van beslag onder derden).
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 30
De uitvoerbare titel Magistraten en sommige door de wet aangewezen ambtenaren (bijvoorbeeld notarissen) zijn bevoegd om bij hun akten een formulier van tenuitvoerlegging te voegen. Dit formulier geeft de partij de mogelijkheid om dwangmiddelen (zoals beslag) te gebruiken tegen een andere persoon. De belangrijkste uitvoerbare titels zijn: • de rechterlijke beslissing; • de akte van de notaris; • het fiscaal dwangbevel.
Een schuldeiser kan dus nooit beslag leggen op uw goederen wanneer hij slechts beschikt over een factuur of over een onderhandse overeenkomst (dit is een overeenkomst die niet in een autntieke akte vastligt, zoals de akte van een notaris2). In dat geval kan hij natuurlijk proberen om de schuldenaar vooralsnog tot betalen aan te zetten: dan gaat het om een minnelijke invordering. Wanneer dat niet helpt en hij dwangmiddelen wil gebruiken (vooral kunnen dreigen met beslag en desnoods ook effectief beslag laten nemen), dan heeft hij een uitvoerbare titel nodig. Hij moet dan wel een geding voor de rechter starten om een vonnis te verkrijgen. Wat indien de schuldeiser (nog) geen uitvoerbare titel heeft? Wanneer de schuldenaar een rekening betwist en niet betaalt, dan kan de schuldeiser ervoor kiezen om een gerechtelijke procedure te beginnen. Maar dit brengt heel wat kosten met zich. Bovendien durven rechtszaken wel eens lang aanslepen. Daarom proberen leveranciers, banken, postorderbedrijven en dergelijke eerst de consument onder druk te zetten zonder (of alvorens) naar de rechter te stappen. Zij doen dit door: • de schuldenaar zelf te benaderen (sommige bedrijven hebben daartoe een “dienst debiteuren” of iets gelijkaardigs); • het dossier over te maken aan een schuldinvorderaar : →→
een bedrijf dat zich specialiseert in het invorderen van schulden: een incassobureau;
→→ een advocaat of een gerechtsdeurwaarder, maar dan zonder dat dezen reeds de opdracht krijgen om een gerechtelijke procedure voor te bereiden of op te starten.
2 Zo hoeven bijvoorbeeld een koopovereenkomst van een roerend goed, een huurovereenkomst of een consumentenkredietovereenkomst niet door een notaris te worden opgesteld (het is nochtans wel toegelaten). Verkopen van onroerende goederen of hypothecaire leningen worden daarentegen wel in een notariële akte vastgelegd.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 31
Wanneer u meent dat u het geëiste bedrag niet verschuldigd bent (informeer u daarover vooraf), moet u volgende gegevens voor ogen houden: • Enkel de rechter kan oordelen of de schuldvordering al dan niet gegrond is. Schuldeisers en schuldinvorderaars geven in hun briefwisseling de indruk dat de schuldvordering gegrond is. Nochtans is het niet aan hen om dit vast te stellen. Het is alleen de rechter die in geval van betwisting hierover uitspraak kan doen. Vb.: “Mocht uw reactie wederom uitblijven, dan raad ik mijn opdrachtgever aan de gerechtelijke procedure op te starten”. Hiermee geeft de schuldinvorderaar (in dit geval een incassobureau) meteen aan dat, bij voortdurende weigering te betalen, er voor de schuldeiser (opdrachtgever) niets anders meer opzit dan naar de rechter te stappen. • Particuliere schuldeisers en schuldinvorderaars hebben geen enkele bijzondere bevoegdheid bij het invorderen van schulden. Noch de schuldeiser, noch het incassobureau - net zomin trouwens als uzelf - kan dwangmaatregelen opleggen om iemand tot betaling aan te zetten. Hetzelfde geldt trouwens voor aanmaningen die uitgaan van advocaten en van gerechtsdeurwaarders, voor zover die laatsten optreden buiten hun gerechtelijke opdracht.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 32
7. De minnelijke invordering van schulden Technische fiche bij beeldplaten 7, 8 en 9 In de minnelijke invordering van schulden is niet alles toegelaten. Een aantal jaren geleden heeft de Wetgever diverse wanpraktijken door schuldeisers en schuldinvorderaars aan banden gelegd. →→ In deze plaat 7 (zonder beeld) hebben we het kort over dit wettelijk kader. Het belangrijkste om weten is dat dit wettelijke kader bestaat en dat het uitsluitend betrekking heeft op minnelijke invorderingen die worden uitgevoerd door een professioneel tegenover een consument. →→
In plaat 8 geven we een overzicht van de praktijken die verboden zijn.
→→ In beeldplaat 9 hebben we het over de gebods- en verbodsbepalingen die specifiek en uitsluitend op schuldinvorderaars van toepassing zijn.
Toelichting Lange tijd bestond er in ons land nauwelijks enige reglementering van de invordering van schulden buiten het gerecht om. De wet van 20 december 2002 betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument heeft daarin verandering gebracht. Met die wet wil de overheid een antwoord geven op de talrijke wanpraktijken die zich voordoen bij buitengerechtelijke schuldinvorderingen. Deze wet heeft twee belangrijke luiken: 1) De reglementering van de schuldinvorderingen: welke praktijken zijn verboden? 2) Bijzondere regels die van toepassing zijn op schuldinvorderaars. De wet spreekt over de “minnelijke invordering van schulden van de consument”. Om uit te maken of een praktijk onder deze wet valt is is het dus van belang te weten of we te doen hebben met: • een minnelijke invordering van schulden? • schulden van een consument?
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 33
Minnelijke invordering van schulden Wanneer een schuldeiser niet over een uitvoerbare titel beschikt kan hij nog altijd proberen om op een andere wijze de schuldenaar ertoe aan te zetten te betalen (door contact te nemen, aanmaningen te zenden, te onderhandelen,…). Dwangmiddelen, zoals beslaglegging, zijn echter niet mogelijk. De wet definieert de minnelijke invordering van schulden dan ook als “iedere handeling of praktijk die tot doel heeft de schuldenaar ertoe aan te zetten een onbetaalde schuld te betalen, buiten iedere invordering op grond van een uitvoerbare titel om”. De wet is dus niet van toepassing wanneer er beslag gelegd wordt op de goederen van de consument. Daarvoor bestaan trouwens specifieke regels.
Consument De wet beschouwt iemand als consument als hij aan volgende voorwaarden voldoet. →→
Het moet gaan om een natuurlijk persoon, dus een mens van vlees en bloed.
De wet is niet van toepassing op schuldinvorderingen bij rechtspersonen: dit zijn verenigingen en vermogens die krachtens de wet eigen rechten en plichten kunnen hebben, zoals bijvoorbeeld een vzw of een vennootschap. →→ De schulden van de consument moeten vreemd zijn aan zijn handels-, beroeps- of ambachtelijke activiteit. De wet is bijvoorbeeld niet van toepassing wanneer de schulden werden aangegaan om een winkel uit te baten, om een zelfstandig beroep uit te oefenen, enzovoort.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 34
8. Wat mag bij een minnelijke invordering van schulden en wat mag niet? Toelichting Verboden praktijken bij schuldinvordering. De wet verbiedt een aantal schuldinvorderingspraktijken, ongeacht of die worden verricht door: • de schuldeiser zelf; • een schuldinvorderaar die voor rekening van een schuldeiser werkt of die de schulden van de oorspronkelijke schuldeiser heeft overgenomen. Het principe De wet verbiedt gedragingen of praktijken: →→
die het privé-leven van de consument schenden;
→→
die de consument kunnen misleiden;
→→
die een inbreuk maken op de menselijke waardigheid van de consument.
Zoals u merkt is dit principe zeer algemeen geformuleerd. Het is niet gemakkelijk om met zekerheid te zeggen wanneer er een inbreuk is op dit principe en wanneer niet. Maar geen nood. De wet somt ook nauwkeurig een aantal praktijken op die verboden zijn. Wat is uitdrukkelijk verboden? Wanneer een schuldeiser of schuldinvorderaar de betaling van een schuld eist, zijn volgende praktijken verboden:
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 35
Geschriften en gedragingen die ertoe strekken verwarring te zaaien omtrent de hoedanigheid van de persoon van wie ze uitgaan. De wet viseert in het bijzonder de documenten die verkeerdelijk laten uitschijnen dat ze uitgaan van: • een “gerechtelijke overheid” (het gerecht, parket,…); • een “ministerieel ambtenaar” (een gerechtsdeurwaarder of een notaris); • een advocaat. Vooral incassobureaus geven nogal eens de indruk dat zij deel uitmaken van de gerechtelijke instanties. Dit gebeurt bijvoorbeeld als volgt: →→ in de hoofding van brieven worden afbeeldingen opgenomen die naar het gerecht verwijzen, zoals de afbeelding van een weegschaal, een gerechtsgebouw of vrouwe justitia; →→ incassobureaus geven zich wel eens een naam waarin het woord “Justitia” voorkomt of een gelijkaardig woord dat naar het gerecht verwijst; →→ de personen die de schuldinvordering verrichten meten zich soms een bijzondere titel aan, zoals bijvoorbeeld “inspecteur”. Uiteraard doen schuldeisers en incassobureaus dit om de consument te imponeren. Maar dat is dus verboden: zij mogen geen verwarring zaaien omtrent de aard van hun onderneming, hun functie, enz. Wanneer de brief uitgaat van een advocaat of een gerechtsdeurwaarder, dan vermeldt die uiteraard nog altijd hun titel. Dit blijft alleszins toegelaten. Niettemin halen zij daar impliciet ook hun voordeel uit. Brieven die uitgaan van dergelijke beroepsbeoefenaars kunnen bij gewone consumenten de dreiging oproepen van een gerechtelijke procedure, bij de gerechtsdeurwaarders zelfs van een beslaglegging, ook al gaat het louter om een buitengerechtelijke invordering van schulden. Daarom zijn advocaten en gerechtsdeurwaarders in hun eerste schrijven, de “ingebrekestelling” verplicht om te vermelden dat het gaat om een minnelijke invordering en geen gerechtelijke invordering (dagvaarding voor de rechtbank of beslag). Onjuiste juridische bedreigingen of onjuiste inlichtingen over de gevolgen van de wanbetaling. Schuldeiser of schuldinvorderaars dreigen wel eens met gerechtelijke stappen of andere maatregelen. Gewoonlijk benadrukken zij dan dat die maatregelen voor de consument onaangenaam en kostelijk zullen zijn. Uiteraard is het de bedoeling om de schuldenaar hiermee onder druk te zetten. Onjuiste juridische bedreigingen of onjuiste inlichtingen over de gevolgen van de wanbetaling zijn verboden. Enkele voorbeelden: • Een schuldeiser of schuldinvorderaar kan niet dreigen met onmiddellijke inbeslagname van de goederen van de consument, zonder dat hij over een uitvoerbare titel beschikt. In dat geval kan de schuldeiser
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 36
wel dreigen om de consument voor de rechtbank te dagen, in een poging om hem tot betaling te laten veroordelen. • De schuldeiser zal er veelal ook op wijzen dat de kosten van een gerechtelijke procedure ten laste van de consument zullen worden gelegd. Vb.: “Met het oog op uw veroordeling zal het te vorderen bedrag worden verhoogd met gerechtelijke intresten en gerechtskosten.” Wanneer de schuldeiser de consument dagvaardt, moet hij de kosten daarvan voorschieten. Slechts wanneer de consument door de rechter in het ongelijk is gesteld, worden de procedurekosten hem ten laste gelegd. • Een schuldinvorderaar kan niet aankondigen zelf de consument voor de rechter te zullen dagen, aangezien de schuldvordering niet op naam van de schuldinvorderaar staat. Hij kan wel aankondigen dat het de schuldeiser, in wiens opdracht de schuldinvorderaar werkt, zal adviseren om zulks te doen. In dat geval houdt de opdracht van de schuldinvorderaar trouwens ook op. • In aanmaningen wordt ook vermeld dat de consument een schadevergoeding en nalatigheidsintresten verschuldigd is, dat hij op een zwarte lijst terechtkomt, dat de overeenkomst ontbonden wordt, enz. Elk van die maatregelen kan slechts onder bepaalde voorwaarden worden genomen. Het is daarom van belang dat de consument zich hierover informeert (bij een consumentsorganisatie, justitiehuis, wetswinkel, advocaat, enz.). Vermeldingen op briefomslagen waaruit blijkt dat het om een schuldinvordering gaat. Wanneer de schuldinvorderaar de consument aanschrijft mag de omslag geen vermelding bevatten waaruit blijkt dat de briefwisseling de invordering van een schuld betreft. Vb.: volgende vermeldingen mogen niet op de omslag voorkomen: “onbetaalde schuld”, “betalingsachterstand”, “schuldinvordering”,… Bedragen innen die niet voorzien of die niet wettelijk toegestaan zijn. Brieven waarin een betaling wordt geëist, vermelden soms verschillende bedragen die verschuldigd zouden zijn. We lezen dan termen zoals “openstaand saldo”, “intresten” “administratiekosten” “inningskosten”. Het is daarbij lang niet altijd duidelijk hoe de schuldeiser tot die bedragen is gekomen. Voor de consument is het van belang dat hij zich informeert hoe de geëiste bedragen worden verantwoord en dit desnoods controleert. Bij een invordering van schulden is het verboden bedragen te innen die: • niet voorzien zijn; Vb.: Er mogen geen administratiekosten of inningskosten worden gevraagd wanneer die niet duidelijk in de overeenkomst zijn bepaald.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 37
• niet wettelijk toegestaan zijn. Vb.: Er mogen geen schadevergoedingen in een overeenkomst worden opgenomen die duidelijk niet evenredig zijn aan het nadeel dat door de verkoper kan worden geleden. Naar de buren, familie of werkgever van de consument stappen. Vooral schuldinvorderaars spreken soms mensen uit de omgeving van de consument aan. Bij die gelegenheid vragen zij dan allerlei inlichtingen over de betrokkene, in het bijzonder over diens financiële toestand. Tegelijk wordt hiermee ook druk uitgeoefend op de consument. U kunt zich voorstellen wat u overkomt wanneer mensen uit uw omgeving benaderd zijn in verband met uw (al dan niet vermeende) betalingsproblemen. Om het privé-leven van de consument beter te beschermen verbiedt de wet uitdrukkelijk om stappen te zetten bij de buren, de familie of de werkgever van de schuldenaar. De wet geeft zelf enkele voorbeelden van praktijken die zeker onder het verbod vallen: →→ het meedelen van inlichtingen aan buren, familie of werkgever in verband met de schuldvordering of met de solvabiliteit van de schuldenaar; →→ het vragen om inlichtingen aan buren, familie of werkgever die verband houdt met de schuldvordering of met de solvabiliteit van de schuldenaar. Het meedelen of vragen van inlichtingen aan deze mensen is nochtans wel toegelaten wanneer dit gebeurt in het kader van een “wettelijke inningprocedure”, zoals bijvoorbeeld een overdracht van loon. Bedragen invorderen of proberen in te vorderen bij een persoon die niet de schuldenaar is. De schuldeiser of de schuldinvorderaar mag enkel de betaling vragen aan de partner, een familielid of een andere persoon uit de omgeving van de consument, wanneer deze persoon ook zelf tot betaling is gehouden (bijvoorbeeld omdat hij/zij een overeenkomst mee heeft ondertekend of zich borg heeft gesteld). Voor het overige is dit verboden. Een schuld innen in aanwezigheid van een derde. Verboden is ook de poging om een schuld te innen in aanwezigheid van een derde. Dit is namelijk een zaak tussen schuldeiser en consument. Andere personen mogen wel aanwezig zijn wanneer de consument daartoe zijn toestemming heeft gegeven.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 38
Stappen om de schuldenaar een wisselbrief te doen ondertekenen of de overdracht van vordering of schuldbekentenis eisen. Personen die een schuld invorderen, doen soms pogingen om de consument een document te laten ondertekenen. De bedoeling is dan om, wanneer de schuldvordering bijvoorbeeld nog betwistbaar is, een document te verkrijgen waardoor de consument er niet meer onderuit kan te betalen. Het gaat dus om de ondertekening door de consument van volgende documenten: →→ Een wisselbrief: dit is een waardepapier. Het houdt de onvoorwaardelijke opdracht in om op een bepaalde datum een som geld te betalen. De wisselbrief kan worden geïnd zonder dat nog enig bewijs moet worden geleverd van de verbintenis die de schuld deed ontstaan. →→ Een overdracht van vordering. Hierdoor maakt de schuldenaar een schuldvordering die hij heeft tegenover een derde persoon over aan de schuldeiser, die dan de schuld bij die derde kan invorderen. →→ Een schuldbekentenis. Hierdoor erkent de schuldenaar dat hij de betaling van een bepaalde som verschuldigd is. Opmerkelijk : Bij de wisselbrief is het niet toegelaten om de consument deze te doen ondertekenen. Men mag de consument wel een overdracht van schuldvordering of een schuldbekentenis doen ondertekenen. In die laatste gevallen mag het enkel niet “geëist” worden. De schuldenaar belagen wanneer deze uitdrukkelijk en gemotiveerd heeft te kennen gegeven de schuld te betwisten. Het gebeurt soms dat schuldeisers of schuldinvorderaars proberen bij consumenten bedragen in te vorderen die niet verschuldigd zijn of toch minstens betwistbaar zijn. Zo komt het bijvoorbeeld dikwijls voor dat zij een veel te hoge contractuele schadevergoeding vragen. De wet verbiedt om de schuldenaar te belagen wanneer deze: • uitdrukkelijk • en gemotiveerd heeft te kennen gegeven de schuld te betwisten. Met “belagen” bedoeld men - om het met een modernere term te zeggen – het “stalken” van de schuldenaar. De schuldenaar moet wel gezegd hebben dat hij de schuld betwist. Hij moet de schuldeiser of de schuldinvorderaar daarvan op de hoogte brengen.. Nachtelijke telefonische oproepen en huisbezoeken. De schuldinvorderaar moet de nachtrust van de consument respecteren. Telefonische oproepen en huisbezoeken worden verboden tussen tweeëntwintig uur en acht uur.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 39
9. Welke verplichtingen zijn in het bijzonder van toepassing op schuldinvorderaars? Technische fiche
Antwoord op de meerkeuzevraag Antwoord B. Het is wettelijk verboden dat incassobureaus aan consumenten een vergoeding vorderen. Uitzondering is er wanneer in de overeenkomst met de schuldeiser een vergoeding opgenomen werd. In dit voorbeeld was er geen overeenkomst en waren er dus zeker geen contractuele bepalingen van toepassing die dergelijke kosten verantwoorden. Maar mocht er wel een overeenkomst van toepassing zijn, dan is het aan te raden om de voorwaarden daarvan na te kijken. Dit zou in dit voorbeeld dan zeker moeten worden nagekeken, aangezien er telkens “o.g;v. algemene verkoopvoorwaarden” staat vermeld.
Toelichting Wie treedt zoal op als schuldinvorderaar? Steeds meer ondernemingen en handelaars schakelen schuldinvorderaars in. Het gaat onder meer om kredietgevers, postorderbedrijven, telecommunicatiebedrijven, energiebedrijven, enzovoort. Op wie doen zij dan zoal beroep om die schulden in te vorderen? Het kan gaan om verschillende categorieën van beroepsbeoefenaars. • Incassobureaus. Dit zijn private ondernemingen die op commerciële basis werken. • Gerechtsdeurwaarders. Dit openbare ambtenaren die een aantal exclusieve bevoegdheden hebben, zoals inzage beslaglegging. Wanneer zij optreden in het kader van de minnelijke schuldinvordering van schulden, treden zij echter buiten de opdrachten die hen door de wet zijn voorbehouden. Zij komen dan op hetzelfde terrein als de incassobureaus. • Advocaten zullen dikwijls via een minnelijke invordering proberen de schulden in te vorderen alvorens zij in het invorderingsdossier een gerechtelijke procedure starten voor hun cliënt-schuldeiser. De wet vermeldt niet de term “schuldinvorderaars”, maar spreekt over de “activiteit van minnelijke invordering van schulden”.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 40
De “activiteit van minnelijke invordering van schulden” Dit is een activiteit die kan worden utigeoefend door: • natuurlijke personen (mensen van vlees en bloed); • rechtspersonen (in het bijzonder vennootschappen zoals NV, BVBA, …). Om van een activiteit van minnelijke invordering van schulden te spreken is essentieel dat de onderneming: • beroepshalve optreedt; Iemand die incidenteel een ander persoon helpt om een schuld in te vorderen valt niet onder de wettelijke verplichting. • de activiteiten betrekking hebben op volgende schulden: hetzij onbetaalde schulden voor andermans rekening. De schuldvordering blijft op naam staan van de oorspronkelijke schuldeiser. Deze laatste heeft enkel de schuldinvorderaar ingeschakeld om voor zijn rekening de schuld in te vorderen. hetzij schulden die tegen betaling zijn overgenomen. Een incassobureau dat een schuld heeft overgenomen is daardoor formeel zelf de schuldeiser, maar de wet beschouwt deze als schuldinvorderaar.
Inschrijving Vroeger kon iedereen als het ware van de ene dag op de andere een bord aan zijn de deur hangen waarin hij zich uitgaf voor incassobureau. Daar is verandering in gekomen. Incassobureaus moeten vandaag ingeschreven zijn. Die inschrijving gebeurt bij de “Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie”. Om te worden ingeschreven moet het incassobureau aan bepaalde regels en voorwaarden voldoen. Zo moet het kandidaat-incassobureau onder meer bewijzen over voldoende waarborgen te beschikken om de beroepsaansprakelijkheid te dekken. Bij zware inbreuken op de wetgeving kan de inschrijving geschorst of geschrapt worden. Het incassobureau mag geen reclame maken waarbij verwezen wordt naar deze inschrijving. Het mag immers niet de indruk wekken dat het over een soort label van de overheid beschikt.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 41
Deze inschrijvingsplicht is niet van toepassing op: • advocaten; • ministeriële ambtenaren, zoals gerechtsdeurwaarders en notarissen; • gerechtelijke mandatarissen, zoals bijvoorbeeld de voorlopige bewindvoerder over de goederen van een meerderjarige, die wegens zijn gezondheidstoestand niet in staat is zijn goederen te beheren. De schuldinvorderaar kan aan de consument geen bezoldiging of vergoeding vragen Het gebeurt wel eens dat een schuldinvorderaar bij de consument nog andere schulden probeert in te vorderen dan de som die aan de schuldeiser verschuldigd is, onder benamingen zoals “administratiekosten”, “dossierkosten”, “incassokosten”, … Vb.: Een incassobureau vordert een bedrag van 542,76 Euro in, wegens achterstallige betalingen aan een onderneming. Wanneer de consument een verantwoording van het geëiste bedrag vraagt, krijgt deze volgende afrekening: “Factuurbedragen: 484,38 Euro Administratiekosten: 89,56 Euro BTW over de kosten: 18,82 Euro Totaal: 542,76 Euro” In dit voorbeeld werd geen vergoedingsregelingen opgenomen in de overeenkomst tussen de consument en zijn schuldeiser. De gevraagde kosten voor briefwisseling en administratiekosten, met de BTW daarop, hebben geen rechtsgrond en zijn onwettig. De wet verbiedt uitdrukkelijk en principieel dat de schuldinvorderaar aan de consument enige bezoldiging of vergoeding zou vragen. Wanneer de schuldeiser een schuldinvorderaar inschakelt, moet die in beginsel de kosten van die schuldinvorderaar betalen. Er is geen enkele wettelijke grondslag om deze op de schuldenaar te verhalen. Maar let op: schuldinvorderaars mogen nog wel de betaling vorderen van bedragen die in de overeenkomst zijn opgenomen in geval van niet-naleving van de overeenkomst. We hebben het hier over schadebedingen. Wanneer bijvoorbeeld in een koopovereenkomst wordt bepaald dat de consument in geval van niet-tijdige betaling een bepaald bedrag als schadevergoeding verschuldigd is, kan dit bedrag worden ingevorderd. Niets verhindert dan om die bedragen aan te wenden om daarmee de schuldinvorderaar te vergoeden. De ingebrekestelling Wanneer een schuld wordt ingevorderd moet de schuldinvorderaar een schriftelijke ingebrekestelling naar de consument sturen.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 42
De schuldinvordering moet hiermee starten en doet bovendien een termijn van 15 dagen ingaan gedurende dewelke de schuldinvorderaar niet tot andere stappen van invordering mag overgaan. Deze termijn vangt aan op de datum waarop de schriftelijke aanmaning wordt opgestuurd. De ingebrekestelling moet op een volledige en ondubbelzinnige wijze alle gegevens omtrent de schuldvordering omvatten. Minstens de volgende gegevens moeten erin voorkomen:
Verplichte gegevens in de ingebrekestelling 1° Gegevens in verband de oorspronkelijke schuldeiser De identiteit, het ondernemingsnummer, het adres, het telefoonnummer en de hoedanigheid (bijvoorbeeld: verkoper, kredietgever, …) van de oorspronkelijke schuldeiser. 2° Gegevens in verband met de schuldinvorderaar De naam of benaming, het adres, het eventuele ondernemingsnummer, het BTW-identificatienummer en de gegevens van het bevoegde toezichthoudend bestuur bij de Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie. 3° De verplichting die de schuld heeft doen ontstaan. De ingebrekestelling moet een duidelijke beschrijving bevatten van de verplichting die de schuld heeft doen ontstaan. Het kan bijvoorbeeld gaan om een onbetaalde aankoopprijs, een achterstallige lening, een ziekenhuisfactuur, enz. 4° De bedragen die van de schuldenaar geëist worden. De ingebrekestelling moet een duidelijke beschrijving en verantwoording bevatten van de bedragen die van de schuldenaar geëist worden. Voor alle duidelijkheid vermeldt de wet uitdrukkelijk dat ook de geëiste schadevergoedingen en nalatigheidsintresten duidelijk beschreven en verantwoord moeten worden. In de praktijk komt het immers voor dat de schuldeiser zich beperkt tot de loutere vermelding van de bedragen van schadevergoeding en nalatigheidsintresten, zonder dat de schuldenaar kan nagaan op basis van welke gegevens de schuldeiser tot die bedragen gekomen is.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 43
5° De termijn van 15 dagen De ingebrekestelling bevat ook vermeldingen die de consument op de hoogte brengen van de het bestaan en de gevolgen van de bedenktermijn. • De termijn waarbinnen de schuldenaar aan de vordering kan voldoen zonder dat er bijkomende maatregelen ter invordering mogen worden genomen. • Bovendien moet de ingebrekestelling vermelden dat, bij afwezigheid van reactie van de schuldenaar binnen deze termijn, de schuldenaar tot andere invorderingsmaatregelen kan overgaan. 6° “Het is geen gerechtelijke invordering “ Wanneer de invordering gebeurt door een advocaat, een ministerieel ambtenaar of een gerechtelijke mandataris, moet volgende tekst worden opgenomen in een afzonderlijke alinea, vet gedrukt en in een ander lettertype: “Deze brief betreft een minnelijke invordering en geen gerechtelijke invordering (dagvaarding voor de rechtbank of beslag).” De consument doet er alleszins goed aan om op de ingebrekstelling te reageren, zeker wanneer zij de schuldvordering of het bedrag ervan betwist: Het huisbezoek Schuldinvorderaars gaan vaak over tot huisbezoeken. Het bezoek van de consument aan huis is één van de middelen om druk uit te oefenen. Bij die gelegenheid nemen zij een gewichtige houding aan en proberen met een indrukwekkend pak papieren onder de arm binnen te komen. Huisbezoeken houden dan gemakkelijk het gevaar in dat een inbreuk wordt gemaakt op het privé-leven. Houd voor ogen dat de consument altijd kan weigeren om de bezoeker te ontvangen en hem steeds mag verzoeken om terug weg te gaan. Belangrijk is dat: • de schuldinvorderaar bij het huisbezoek aan de consument een schriftelijk document moet voorleggen; • wanneer de consument bij een huisbezoek een schuld volledig of gedeeltelijk betaalt, hij daarvan een ontvangstbewijs moet krijgen. Het ontvangstbewijs verwijst naar de betaalde schuld.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 44
Het schriftelijk document bij huisbezoek Wanneer een schuldinvorderaar een huisbezoek verricht bij een consument moet hij een schriftelijk document voorleggen. In dit geschrift moeten alvast dezelfde gegevens worden opgenomen als bedoeld in de punten 1° tot 4° van de voorgeschreven vermeldingen bij de ingebrekestelling: 1° Gegevens in verband de oorspronkelijke schuldeiser 2° Gegevens in verband met de schuldinvorderaar 3° De verplichting die de schuld heeft doen ontstaan. 4° De bedragen die van de schuldenaar geëist worden. Verder moet het document vermelden: 5° De naam van de persoon die zich ter plaatse aanmeldt. 6° De vermelding dat de consument geenszins verplicht is het huisbezoek te ondergaan en er op elk ogenblik een einde aan kan stellen. Om de aandacht van de consument hierop te vestigen, moet deze vermelding worden weergegeven in vet gedrukte letters en in een kader los van de tekst. Bovendien moet degene die het huisbezoek uitvoert deze mededeling eveneens verstrekken wanneer hij zich ter plaatse aanmeldt.
De handhaving van de wet De wet betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument bevat ook een aantal bepalingen die de handhaving van die wet beogen te realiseren. Wij geven slechts een korte opsomming3 en staan enkel iets lander stil bij burgelrijke sancties, die door de consument kunnen worden ingeroepen. • De “vordering tot staken” Dit is een procedure voor de voorzitter van de rechtbank van koophandel, die in een procedure zoals in kort geding kan bevelen dat bepaalde praktijken die in strijd met de wet worden gevoerd worden stopgezet. Die vordering kan worden ingeleid door belanghebbenden (dus ook de geroffen consument), de minister van economie, een beroeps- of interprofessionele organisatie of een consumentenorganisatie. 3 In het kader van de vorming beschouwen we dit stuk eerder als een achtergrondinformatie voor de lesgever.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 45
• De administratie van de FOD Economie is belast met de controle op de naleving van de wet en kan daartoe overtredingen vaststellen. Zij kan PV’s opstellen, op de basis waarvan eventueel een strafrechtelijke vervolging kan volgen. Voor het zover komt kan zij echter ook waarschuwingen aan de overtreders richten of de strafvordering doen vervallen tegen betaling van een boete. • De inschrijving van incassobureaus kan worden geschorst of geschrapt. • De burgerlijke sancties We onderscheiden twee gevallen →→ Een betaling werd verkregen in strijd met de bepalingen de wet – met uitzondering van de bepaling die schudlinvorderaars verbiedt om enige vergoeding te vragen die niet in de onderliggende overeenkomst is vastgesteld in geval van niet-naleving van de contractuele verbintenis (zie hierna). -- De schuldinvorderaar moet dat bedrag aan u terugbetalen. -- Bovendien wordt het bedag beschouwd als geldig door u ten opzichte van van de schuldeiser. U moet bijgevolgde schuldeiser niet meer betalen. -- Die maatregel geldt echter niet indien het om een vergissing zou gaan die uw rechten niet schaadt. →→ De invordering heeft betrekking op een bedrag dat geheel of gedeeltelijk onverschuldigd is. In het bijzonder verwijst de wet dan naar de bepaling die schudlinvorderaars verbiedt om enige vergoeding te vragen die in niet in de onderliggende overeenkomst is vastgesteld in geval van nietnaleving van de contractuele verbintenis. -- Degene die deze bedragen ontvangen heeft moet deze terugbetalen. -- Bovendien is deze daarop nalatigheidsinteresten verschuldigd (ten voordele van de consument), te rekenen van de dag van de betaling. De hudige regeling is nog ingewikkelder geworden ingevolge een uitspraak van het Grondwettelijk Hof over deze bepaling. Hierdoor zijn deze burgerlijke sancties niet meer van toepassing op advocaten, ministeriële ambtenaren (gerechtsdeurwaarders, notarissen) en gerechtelijke mandatarissen, wanneer die de bepalingen overtreden die specifiek voor schuldinvorderaars gelden (dus in verband met de inning van sommen die niet in de overeenkomst zijn voorzien, de ingebrekestelling en het huisbezoek). De burgelijke sandtie kan tegen hen nog wel worden toegepast wanneer zij één van de algemeen verboden praktijken begaan (deze die we omschrijven bij “verboden prakijken bij schuldinvorderinng” onder beeldplaat 8).
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 46
Syllabus over schuld, schuldinvorderingen en de rechten van de consument
V Het beslag
10. Wanneer kan een schuldeiser beslag leggen op uw meubelen? Technische fiche
Antwoord op de vraag De voorbeeldbrief kadert nog altijd in een minnelijke invordering van schulden. We zagen reeds dat ook gerechtsdeurwaarders een minnnelijke invordering van schulden kunnen verrichten en dat huisbezoeken een mogelijke maatregel zijn. In dit geval is er geen uitvoerbare titel, zoals een vonnis voorhanden. De gerechtsdeurwaarder kan dus geen beslag leggen.
Met dit voorbeeld is, bij de aanvang van het gedeelte over het beslag, meteen het belangrijkste principe in herinnering gebracht: er dient altijd een uitvoerbare titel voorhanden te zijn. Ook al stuurt men een gerechtsderuwaarder naar de schuldenaar, zonder uitvoerbare titel kan hij geen beslag leggen. Toelichting Noodzaak van een uitvoerbare titel Bij beeldplaat 6 zijn we reeds ingaan op het begrip “uitvoerbare titel”. In de meeste praktijkgevallen baseert de schuldeiser zich op een onderhandse akte (een gewoon contract). Het gevolg is dat, als hij u effectief tot betaling wil dwingen door middel van een beslagprocedure (bijvoorbeeld omdat de minnelijke stappen geen soelaas brengen), hij eerst naar de rechter moet stappen om een vonnis te verkrijgen.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 47
Hoe verkrijgt de schuldeiser een vonnis? De ingebrekestelling Wanneer de schuldeiser verdere stappen wil zetten, zal hij de consument formeel wijzen op zijn tekortkomingen. Dit is de ingebrekestelling (zie beeldplaat 1). De dagvaarding Er bestaan verschillende manieren om een betwisting voor de rechter te brengen. De algemeen gangbare wijze is nog altijd de dagvaarding. Wanneer een schuldeiser deze stap wil zetten, moet hij daarvoor naar een gerechtsdeurwaarder inschakelen. Een dagvaarding betekent dat u opgeroepen wordt om voor de rechter te verschijnen. Wanneer u een dagvaarding ontvangt, kunt u daarin onder meer lezen wat er geëist wordt, door wie (naam en adres tegenpartij en diens advocaat), wanneer (datum en uur) en voor welke rechtbank u moet verschijnen. De kosten van de gerechtsdeurwaarder vindt u terug op de dagvaarding. Afhankelijk van de aard van de zaak kunnen deze kosten echter nog hoger oplopen. Laat geen kostbare tijd verloren gaan wanneer u de dagvaarding ontvangt. U beschikt immers slechts over een beperkte tijd tussen de ontvangst van de dagvaarding en de datum waarop u moet verschijnen voor de rechtbank. Informeer u tijdig! Er zijn drie mogelijkheden: 1. U wil uw eigen belangen verdedigen Dit doet u wanneer u zeker bent zelf genoeg kennis te hebben over uw zaak en weet hoe de procedure verloopt. Informeer u dus grondig. 2. U beslist om beroep te doen op een advocaat Wanneer u zelf geen advocaat kent, kunt u naar de rechtbank (secretariaat van de balie) telefoneren om te weten te komen welke advocaten zich specialiseren in de materie waarover uw zaak gaat. Wanneer u met een advocaat werkt, moet u in burgerlijke zaken (behoudens uitzonderingen) niet persoonlijk aanwezig zijn op de zitting. Uw advocaat zal verder het nodige doen.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 48
Enkele raadgevingen - Informeer u over de berekeningswijze van het ereloon van de advocaat. Betaal geen voorschot (provisie) zonder geschreven bewijs (met vermelding van de datum, handtekening, bedrag en referentie van de zaak). - Overhandig uw advocaat alle documenten die betrekking hebben op uw zaak (maak zelf geen selectie). - Vraag steeds aan uw advocaat om u een kopie te bezorgen van alle stukken die in uw zaak zullen worden neergelegd of die hij zou ontvangen van de tegenpartij (conclusies, stavingstukken,..), zodat u desgevallend uw opmerkingen kan overmaken. - Aarzel niet om u telkens opnieuw te informeren over het verloop van uw zaak.
3. U doet niks Dit raden wij af! Als u niet aanwezig bent, zal enkel de tegenpartij haar standpunt verdedigen. De rechter zal uitspraak doen zonder rekening te moeten houden met uw argumenten (“bij verstek”). Wanneer u kennis krijgt van deze uitspraak (betekening) en u gaat helemaal niet akkoord, dan kunt u binnen een beperkte periode verzet aantekenen, waardoor de zaak opnieuw voor dezelfde rechter zal voorkomen. Vergeet niet dat hierdoor heel wat tijd verloren gaat en dat intussen de gerechtelijke interesten lopen. Het vonnis Gedurende de procedure hebben zowel uzelf als de tegenpartij gelegenheid om hun standpunten uiteen te zetten en te staven. Uiteindelijk doet de rechter uitspraak over de zaak door middel van een vonnis. Hij kan daarin de eis van de schuldeiser afwijzen of die eis geheel of gedeeltelijk inwilligen (er is bijvoorbeeld een gedeeltelijke inwilliging wanneer de rechter vindt dat de schuldvordering gegrond is, maar dat het bedrag van de geëiste schadevergoeding veel te hoog is). Wanneer u tot betaling bent veroordeeld is nog niet noodzakelijk alles verloren. In de meeste gevallen hebt u nog de mogelijkheid om in beroep te gaan. Let erop dat dit binnen een bepaalde termijn moet gebeuren. Ook de schuldeiser kan in beroep gaan wanneer hij geheel of gedeeltelijk in het ongelijk is gesteld.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 49
11. De gerechtsdeurwaarder kost geld Technische fiche De bedoeling bij dit deel is duidelijk te maken dat gerechtsdeurwaarders in het kader van een gerechtelijke invordering van schulden kosten aan de schuldenaar aanrekenen. Deze kosten worden berekend naargelang de handelingen die de gerechtsdeurwaarder stelt en lopen dus op naargelang de invorderingsprocedure (beslagprocedure) aansleept.
Het voorbeeld dat in deze beeldplaat wordt gebruikt is afkomstig uit een proces-verbaal van een “uitvoerend beslag op roerende goederen”. De opsomming illustreert hoe de kosten bij een beslagprocedure kunnen oplopen. Die kosten zijn dus wettelijk toegelaten. Naargelang de procedure aansleept kunnen de kosten daarvan voor de beslagene zeer sterk oplopen. (Het is niet uitgesloten dat men bepaalde kosten zou betwisten, bijvoorbeeld wanneer de gerechtsdeurwaarder sommige handelingen gesteld hebben die op dat moment niet toegelaten of noodzakelijk waren. Maar zulke betwistingen gebeuren zeer zelden.)
Toelichting Gedwongen tenuitvoerlegging - beslag Wanneer u tot betaling werd veroordeeld maar de betaling blijft uit (bijvoorbeeld omdat u de middelen daartoe niet hebt), kan de schuldeiser maatregelen nemen om toch betaling te verkrijgen. We zijn dan gekomen bij de fase van de gedwongen tenuitvoerlegging. De verschillende stappen van die tenuitvoerlegging kunnen enkele worden verricht door de gerechtsdeurwaarder (hiervan hebben we het over het geval van beslag op roerende goederen): →→ De betekening van het vonnis. Wanneer de schuldeiser (geheel of gedeeltelijk) gelijk heeft gehaald en hij wil dit ook verzilveren, dan zal hij dit vonnis door betekening door een gerechtsdeurwaarder u bekend laten maken. →→ Eventueel samen met die betekening gebeurt er een bevel tot betaling. De bedoeling daarvan is om u een laatste kans te geven om het bedrag waartoe u veroordeeld bent te betalen, alvorens tot beslaglegging wordt overgegaan. Het bevel gaat het uitvoerend beslag minstens een dag vooraf. →→ Bij het uitvoerend beslag zelf maakt de gerechtsdeurwaarder een proces-verbaal. Daarin wordt een overzicht van de in beslag genomen goederen opgenomen. →→ In regel volgt dan de openbare verkoop van de in beslag genomen goederen. Maar dat gebeurt niet onmiddellijk: er moet minstens één maand verlopen tussen de overhandiging van een
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 50
afschrift van het proces-verbaal van beslaglegging aan de beslagene en de openbare verkoop. In die tijd kan het nog tot betaling komen of kan nog een regeling worden getroffen. Het komt slechts in een klein gedeelte van de gevallen effectief tot een openbare verkoop. De gerechtsdeurwaarderskosten Let erop dat de gerechtsdeurwaarder voor de verschillende handelingen die hij stelt een kosten aanrekent. Bij de minnelijke invordering van schulden hebben we gezien dat geen invorderingskosten aan de consument kunnen worden aangerekend, behoudens die welke contractueel zijn voorzien. Hier hebben we echter niet te doen met een minnelijke, maar wel met een gerechtelijke invordering. Daar gelden andere regels. De gerechtsdeurwaarder mag niet alleen, maar moet ook kosten aanrekenen voor de handelingen die hij in de uitvoering van zijn ambt stelt. Hij rekent bijvoorbeeld us ook kosten aan voor de verschillende handelingen in het kader van een beslaglegging. Hij moet daarbij een tarief naleven die bij koninklijk besluit4 is vastgesteld. De gerechtsdeurwaarder verhaalt die kosten op de beslagene zelf. Deze laatste heeft er dus alle belang bij om uiteindelijk toch te betalen (als dat mogelijk is) of een regeling te treffen, ten einde te vermijden dat de kosten nodeloos oplopen. In de akten die hij opmaakt vermeldt de gerechtsdeurwaarder onderaan zijn vergoeding. In de marge geeft hij ook alle posten van de kostennota. Deze afrekening van de kosten is voor de leek doorgaans zeer cryptisch. Zo worden geijkte afkortingen gebruikt waarvan de betekenis de niet ingewijde personen ontgaat. Vb.: Een dwangbevel vermeldt op de laatste bladzijde onderaan ”Kost: tweeënzeventig euro vierenveertig cent”. In de marge van de akte worden die kosten dan als volgt verantwoord: VR DOS RINL ROLG RS VACB UINL
tot
28.92 11.65 10.65 2.73 8.95 9.39 72.29 0.15 0.15 72.29 72.44
Men zal als consument maar weten dat bijvoorbeeld VR staat voor “vast recht” en wat een vast recht is. 4 Koninklijk besluit van 20 november 1976 tot vaststelling van het tarief voor akten van gerechtsdeurwaarders in burgerlijke en handelszaken en van het tarief van sommige toelagen.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 51
12. Kunnen alle goederen in beslag worden genomen? Technische fiche Dit beeldplaat heeft enkel als doelstelling de mensen er attent op te maken dat er een bescherming tegen beslaglegging bestaat. Niet op alle goederen kan beslag worden gelegd en evenmin kan het hele inkomen in beslag worden genomen. Tijdens de vorming hoett dus niet de gehele regeling uiteengezet te worden.
Antwoord op de vraag De bedoeling is dus niet dat de deelnemers of lesgever zelf de lijst van goederen die niet voor beslag vatbaar zijn zouden kennen. De vraag uit de documentatiemap is enkel ludiek bedoeld. Belangrijk is enkel dat men weet dat er een zekere wettelijke bescherming tegen beslag bestaat. Terloops mag ook duidelijk zijn dat die lijst van onbeslagbare goederen niet geheel meer actueel is. In de toelichting is trouwens ter documentatie de volledige lijst opgenomen. Tegen beslag beschermd zijn: →→ een tafel; →→ een varken; →→ een koelkast;; →→ de studieboeken van de kinderen. Uit de lijst mag blijken dat het om slechts één tafel gaat en zoveel stoelen als er familieleden tijdens de maaltijd aan tafel zitten. Een koelkast wordt omschreven als “een toestel om voedingsmiddelen te bewaren”. Eenzelfde bescherming lijkt maar normaal voor de studieboeken van de kinderen. Achteraan de lijst staat een opsomming van vee, wat eerder het beeld van een agrarische samenleving oproept. Kunnen wel in beslag worden genomen: →→ een radiotoestel; →→ een PC. Deze moderne toestellen staan dus niet op de lijst vermeld. Niettemin gaan er stemmen op om ook deze goederen tegen beslag te beschermen. Reden is dat die voor minder begoede mensen vaak noodzakelijk zijn voor infromatie en contact met de buitenwereld. Toelichting De beschermingsregels hebben betrekking op twee vormen van beslag: • Het beslag op roerende goederen: niet alle roerende goederen kunnen in beslag worden genomen. • Het beslag op het loon en andere inkomsten. Die zijn tot bepaalde grensbedragen tegen beslag beschermd.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 52
Niet alle goederen kunnen worden in beslag genomen Het gerechtelijk wetboek vermeldt een lijst van zaken die niet in beslag kunnen worden genomen. Om hiervan een idee te geven, vermelden we de hierna die lijst in een apart kader.
De onbeslagbare goederen Volgens de huidige wet5 kunnen volgende zaken niet in beslag worden genomen: De noodzakelijke goederen • het nodige bed en beddengoed van de beslagene en van zijn gezin, • de kleren en het linnengoed volstrekt noodzakelijk voor hun persoonlijk gebruik alsmede de meubelen nodig om deze op te bergen, • een wasmachine en strijkijzer voor het onderhoud van het linnen, • de toestellen die noodzakelijk zijn voor de verwarming van de gezinswoning, • de tafel en de stoelen die voor de familie een gemeenschappelijke maaltijd mogelijk maken, • het vaatwerk en het huishoudgerei dat volstrekt noodzakelijk is voor het gezin • een meubel om het vaatwerk en het huishoudgerei op te bergen, • een toestel om warme maaltijden te bereiden, • een toestel om voedingsmiddelen te bewaren, • één verlichtingstoestel per bewoonde kamer, • de voorwerpen die noodzakelijk zijn voor de mindervalide gezinsleden, • de voorwerpen die bestemd zijn om te worden gebruikt door de kinderen ten laste die onder hetzelfde dak wonen, • de gezelschapsdieren, • de voorwerpen en producten die noodzakelijk zijn voor de lichaamsverzorging en voor het onderhoud van de tuin, • 5
een en ander met uitsluiting van de luxemeubelen en luxeartikelen;
Het gaat om artikel 1408 van het gerechteiljk wetboek.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 53
Studie • de boeken en overige voorwerpen, nodig voor de voortzetting van studies of voor de beroepsopleiding van de beslagene of van de kinderen te zijnen laste die onder hetzelfde dak wonen; Uitoefening beroep • de goederen die de beslagene volstrekt nodig heeft voor zijn beroep, tot een waarde van [2.500 euro] op het tijdstip van het beslag en naar keuze van de beslagene, behalve voor de betaling van de prijs van die goederen; Eredienst de voorwerpen die dienen voor de uitoefening van de eredienst; Levensmiddelen en brandstof • de levensmiddelen en brandstof die de beslagene en zijn gezin voor een maand nodig hebben; Vee • een koe, of twaalf schapen of geiten, naar keuze van de beslagene, • een varken, • vierentwintig dieren van de hoenderhof, • het stro, voeder en graan, nodig voor het strooisel en de voeding van dat vee gedurende één maand.
Wanneer we die lijst overlopen mag blijken dat deze niet geheel is aangepast aan het huidige tijdperk. Enerzijds vermeldt de lijst wel zaken zoals “een koe, of twaalf schapen of geiten…”, maar anderzijds ontbreken verschillende goederen die in onze huidige samenleving vrijwel als onmisbaar worden beschouwd. Wij denken hierbij in de eerste plaats aan allerhande communicatiemiddelen, zoals radio, televiesie, PC, die vandaag sterk ingeburgerd zijn.
Kan de schuldeiser ook het loon in beslag nemen? Beslag onder derden De schuldeiser kan ook beslag laten leggen op een deel van uw loon of uitkering. Dit is een vorm van uitvoerend beslag onder derden. In dat geval wordt immers beslag gelegd op sommen (een loon, een uitkering,…).die een andere partij (de werkgever, een uitkeringsinstelling) aan u verschuldigd is. Ook het beslag op een loon of een utikering kan alleen gebeuren op grond van een uitvoerbare titel.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 54
De bescherming tegen loonbeslag en overdracht van loon De regeling blijft echter niet beperkt tot het loonbeslag. De beschermingsregeling is zowel van toepassing op: • het beslag op het inkomen; • de overdracht van het inkomen. Inkomsten die aan de beschermingsregeling zijn onderworpen De inkomsten waarop de beschermingsregeling van toepassing is, zijn niet alleen het loon uit arbeidsovereenkomsten (of gelijkgestelde statuten), met inbegrip van het vakantiegeld, maar ook uitkeringen zoals pensioenen, werkloosheidsuitkeringen, uitkeringen wegens arbeidsongeschiktheid en invaliditeit, … De grensbedragen • De bescherming tegen beslag en overdracht is gedeeltelijk. Die bescherming wordt georganiseerd op basis van een opdeling van dit inkomen in schijven. De onderste schijf is dan geheel tegen beslag beschermd. De volgende schijven kunnen voor een steeds groter gedeelte in beslag genomen worden. Het inkomen vanaf de bovengrens kan geheel in beslag genomen worden. • De grensbedragen worden voor ieder kalenderjaar geïndexeerd. De bedragen worden per koninklijk besluit vastgesteld en in de loop van december van het jaar voordien in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. • Er is een afzonderlijke regeling voor de bescherming van lonen en van uitkeringen (doordat deze laatsten vanaf een bepaald grensbedrag aan een hoger percentage onderworpen zijn). Dit heeft voor gevolg dat er bij de uitkeringen een (klein) bedrag meer in beslag genomen of overgedragen kan worden dan bij de lonen. • Er is een bijkomende bescherming wanneer er kinderen ten laste zijn van degene wiens inkomen in beslag genomen of overgedragen wordt. Het bedrag dat voor beslagbaar of overdracht vatbaar is wordt verminderd met een bedrag per kind ten laste. Ook dit bedrag wordt ieder jaar geïndexeerd.
Grenzen van loonbeslagen en uitkeringen vanaf 1 januari 2012 We geven hierna de grensbedragen die enkel in 2012 van toepassing zijn. Voor andere jaren gelden andere bedragen. We geven deze bedragen dan ook alleen ten titel van voorbeeld, om te tonen hoe de berekening van het beslagbare deel van het loon en de uitkeringen verloopt.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 55
Lonen Grensbedragen Onder 1037,00 euro Vanaf 1037,00 tot 1113,00 euro Van 1113,00 tot 1228,00 euro Van 1228,00 tot 1344,00 euro Vanaf 1344,00 euro Uitkeringen Grensbedragen Onder 1037,00 euro Vanaf 1037,00 tot 1113,00 euro Van 1113,00 tot 1344,00 euro Vanaf 1344,00 euro
Gedeelte dat in beslag genomen of overgedragen kan worden 0% 20% 30% 40% 100% Gedeelte dat in beslag genomen of overgedragen kan worden 0% 20% 40% 100%
Wanneer personen die één van deze inkomsten genieten één of meerdere kinderen ten laste hebben, wordt het voor beslag of overdracht vatbare bedrag, binnen de grenzen ervan verminderd met 64 euro per kind ten laste. Een voorbeeld Wanneer beslag gelegd wordt op het loon van iemand die maandelijks 1500,00 euro verdiend, wordt het beslagbare deel als volgt berekend. Ondergrens 0,00 1037,00 1113,00 1228,00 1344,00 Totaal beslagbaar
Bovengrens 1037,00 1113,00 1228,00 1344,00 1500,00
Schijf 1037,00 76,00 115,00 116,00 156,00
Beslagbaar % Beslagbaar bedrag 0,00 0,00 0,20 15,20 0,30 34,50 0,40 46,40 1,00 156,00 252,10
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 56
De berekening gebeurt als volgt: Het loon van 1500,00 wordt verdeeld in schijven, volgens de wettelijk geldende grensbedragen. Iedere lijn is een schijf. De bovengrens in de laatste lijn is het bedrag van het loon. De kolom “schijf” wordt gevormd door het verschil tussen de ondergrens en de bovengrens zoals vermeld in de twee vorige kolommen. “Beslagbaar %” is het percentage dat in beslag kan worden genomen. In “Beslagbaar bedrag” nemen we dit percentage van het bedrag dat we in “Schijf” kunnen aflezen. Het totale bedrag van de kolom “Beslagbaar bedrag” is het totale bedrag dat in beslag kan worden genomen. In dit voorbeeld kan die maand 252,10 euro in beslag worden genomen. Het beschermde loon, dat de beslagene moet blijven ontvangen, bedraagt dan 1500,00 – 252,10 = 1247,90 euro. In de veronderstelling dat de beslagene één kind ten laste zou hebben, wordt het beslagbaar deel verminderd als volgt : 252,10 – 64,00 = 188,10 euro. Bijgevolg bedraagt het beschermnde loon dan 1500,00 – 188,10 = 1311,90 euro.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 57
Het “kind ten laste” in de bescherming van het loon tegen beslag en overdracht Wanneer spreekt men van een kind ten laste? Als kinderen ten laste beschouwt men degenen die minder dan 25 jaar zijn - of in staat van verlengde minderjarigheid zijn - en voor wie de schuldenaar op substantiële wijze instaat voor de kosten van huisvesting, onderhoud en opvoeding. De financiële bijdrage wordt in ieder geval als substantieel beschouwd wanneer het kind samenwoont met de schuldenaar, ook als dit niet uitsluitend of onafgebroken het geval is. De financiële bijdrage is eveneens substantieel wanneer de schuldenaar daarvoor een deel afdraagt dat hoger is dan de het bedrag dat per kind ten laste wordt afgetrokken van het beslagbare bedrag. Verder kunnen kinderen niet als ten laste worden beschouw wanneer zij een beschikken over netto bestaansmiddelen die hoger zijn dan een bepaald bedrag, dat verschilt naargelang de schuldenaar samenwonend of alleenstaand is of naargelang het kind het statuut van gehandicapte heeft. Wat moet de schuldenaar doen om deze bescherming voor kinderen ten laste te genieten ? De beslagen schuldenaar die aanspraak kan maken op een verhoging van zijn inkomsten die niet vatbaar zijn voor beslag doet hiervan aangifte, aan: • de werkgever, de uitkeringsinstelling of andere persoon of instantie die hem de inkomst verschuldigd is ; • aan de schuldeiser (die het beslag laat leggen of die de overdracht van loon laat uitvoeren). Dit gebeurt door een formulier dat wordt afgegeven tegen ontvangstbewijs of verzonden bij aangetekende brief. Het model van dit formulier is vastgelegd door de minister van Justitie. Bij het formulier moet er ook een bewijsstuk worden gevoegd waaruit blijkt dat een aangegeven persoon kind ten laste is. Het kan onder meer gaan om : • een attest van het ziekenfonds waaruit blijkt dat het kind ten laste is van de aangever ; • een attest van gezinssamenstelling waaruit blijkt dat het kind zijn woonplaats heeft bij degene die aangifte doet ; • een rechterlijke beslissing of overeenkomst waaruit het co-ouderschap blijkt ; • een rekeningsuittreksel waaruit de regelmatige storting van een bijdrage blijkt. De beslagen schuldenaar verklaart op erewoord dat het kind niet beschikt over inkomsten waarvan het bedrag hoger is dan als maximum is bepaald (zie hierboven) of dat zijn inkomsten het voorwerp zijn geweest van een gemeenschappelijke belastingaangifte.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be pagina 58
Betwistingen Eventuele betwistingen worden door de schuldeiser of door de schuldenaar (beslagene of werknemer) voor de beslagrechter (wanneer het over een loonbeslag gaat) of voor de vrederechter (wanneer het om een overdracht van loon gaat) gebracht.
Verbruikersateljee vzw • Agoragalerij Grasmarkt 105/51 • 1000 Brussel Tel. 02 552 02 48 • Fax 02 552 02 55 •
[email protected] www.verbruikersateljee.be