n a l p s g n i r e uitvo n! e v e l e j n a v de plek
Colofon Uitvoeringsplan Nieuw Wonen Veenendaal-oost is een uitgave van de gemeente Veenendaal. mei 2006 Het uitvoeringsplan is opgesteld door: Astrid Swart, programmaleider Gert de Man, projectleider pijler 1 Linda van Rooijen, projectleider pijler 2 Mark Cornelissen, projectleider pijler 3 Ewald Stegenga, projectleider pijler 4 Esther van Rooijen(zorg en welzijn) en Nadine de Roode (onderwijs), projecleiders pijler 5 Han van den Ham, projectsecretaris Amanda de Jager, communicatie Ontwerp en realisatie: afdeling Facilitaire Dienstverlening
e v a g p o Inhouds
Hoofdstuk 1
Inleiding
3
Hoofdstuk 2
Samenvatting
5
Hoofdstuk 3
Visie en uitgangspunten
27
Hoofdstuk 4
De kapstok: vijf pijlers
29
Hoofdstuk 5
1e Pijler
35
Hoofdstuk 6
2e Pijler
41
Hoofdstuk 7
3e Pijler
51
Hoofdstuk 8
4e Pijler
57
Hoofdstuk 9
5e Pijler
75
Hoofdstuk 10
Organisatie uitvoering
81
Hoofdstuk 11
Monitoring
87
Hoofdstuk 12
Communicatie
89
Hoofdstuk 13
Overzicht investeringen
91
Bijlage
kaart Masterplan
95
1
2
g n i d i e l 1 In Het ontwerp Nieuw Wonen is op 21 september 2005 vastgesteld. Met de door de gemeente, de provincie, het Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-oost (OVO) en Patrimonium Woonstichting ondertekende overeenkomst hebben partijen zich vastgelegd dit ontwerp uit te voeren. De gemeente heeft op 21 december 2005 formeel de regie van het project Nieuw Wonen overgenomen van de provincie. Daarmee is de gemeente verantwoordelijk voor het maken van het uitvoeringsplan Nieuw Wonen Veenendaal-oost.
Ontwerp (ontwerpfase) De ontwerpfase is afgerond nu het ontwerp Nieuw Wonen, het toetsingskader Nieuw Wonen, het masterplan Veenendaal-oost en een concept globaal bestemmingsplan gereed is. In deze fase hebben partijen bepaald WAT nodig is om Veenendaal-oost als levensloopbestendige wijk te ontwikkelen, HOEVEEL er per onderdeel nodig is en WAAR de maatregelen in de wijk moeten worden gerealiseerd.
Uitvoering Omdat in Veenendaal-oost in 2008 gestart wordt met de bouw zijn veel aspecten vanuit het Nieuw Wonen nog in voorbereiding en duurt het nog 1,5 jaar voordat we overgaan tot feitelijke realisatie. Om deze reden hebben we ervoor gekozen het uitvoeringsplan onder te verdelen in drie fasen.
Fasen uitvoeringsplan
Het uitvoeringsplan richt zich op de drie volgende fases: 1. De voorbereidingsfase (voor de bouwrealisatie) 2. De feitelijke bouwrealisatie deelplan 1 3. De voorbereiding en uitvoering van deelplan 2 en 3 De voorbereidingsfase biedt inzicht in de HOE en WIE vragen. Tijdens de realisatiefase gaat het om realisatie, monitoring en bijsturing. Fase 3 geeft een doorkijk naar deelplan 2 en 3.
1. De voorbereidingsfase (januari 2006-december 2007) In de voorbereidingsfase gaat het o.a. om: • De uitwerking van het masterplan en het globale bestemmingsplan voor de levensloopbestendige wijk tot stedenbouwkundige uitwerkingsplannen (proces reeds in januari 2006 gestart onder verantwoordelijkheid van OVO). Maatregelen die moeten leiden tot samenhangende en levendige buurten en levensloopbestendige woningen, zullen worden verankerd in deze stedenbouwkundige 3
uitwerkingsplannen. • Het bestuurlijk vaststellen van een pakket aan eisen voor levensloopbestendige woningen dat gebruikt zal worden bij het afsluiten van projectrealisatieovereenkomsten met ontwikkelaars door OVO. • Het afsluiten van projectrealisatieovereenkomsten door OVO • Werving en selectie van aanbieders zorg, welzijn, onderwijs, cultuur, sport, etc. (reeds in januari 2006 gestart en op onderdelen al uitgewerkt) • Opstellen van een bouwkundig programma van wensen en eisen van gebruikers van multifunctionele gebouwen en concreet doorrekenen van stichtingskosten van de gebouwen. Realisering is afhankelijk van de financiëring van derde partiijen (zorgverzekeraars enz.) • Aanbesteding van de uitvoering van diverse projectonderdelen • Entameren van bewonersbetrokkenheid en starten met werving van toekomstige bewoners.
2. De bouwrealisatie deelplan I (januari 2008- maart 2010) De realisatie van deelplan I betreft het centrum gebied (1200 woningen inclusief centrum en alle centrale voorzieningen van de wijk). Het deelplan I is opgeknipt in drie fases (opstalontwikkeling 1 t/m 3). Opstalontwikkeling 1 en 2 starten in 2008 en opstalontwikkeling 3 start in 2009.
4
3. De voorbereiding en uitvoering van deelplan 2 en 3 (na 2010) Voorbereiding en uitvoering van de andere 2 deelplannen lopen door tot na 2010 (naar verwachting 2018). Ook in deze fasen speelt Nieuw Wonen een belangrijke rol. Daar waar mogelijk geeft het plan inzicht in de extra investeringen nodig voor de uitvoering van dit project.
Urgente activiteiten
De meest urgente activiteiten in het uitvoeringsplan Nieuw Wonen voor de eerst komende vier jaar zijn gericht op: a. De programmering en ontwikkeling van een tweetal multifunctionele accommodaties; het Kloppend-hart-huis met een breed zorg en welzijnsaanbod en het Ontmoetingshuis met een breed onderwijs en sport aanbod. b. Voor deze voorzieningen zal een goede beheersstructuur opgezet worden. De gemeente, de beheerder en een ontwikkelaar slaan de handen ineen om deze klus tussen 2008 en 2010 te klaren. c. Het bevorderen van bewonersbetrokkenheid bij de ontwikkeling van de wijk, een buurt of eigen woning; onder andere door de realisatie van een buurtschapsvoorziening.
Opzet uitvoeringsplan
Als vertaling van het ontwerp naar de uitvoering geeft het plan antwoord op de WIE en HOE vragen. Per pijler is aangegeven:
WIE-vragen: • Wie is verantwoordelijk voor de uitvoering van het projectonderdeel? (al dan niet onderscheid makend in ontwikkeling, uitvoering en beheer) • Met wie? Welke organisaties werken mee, leveren een bijdrage? • Rol en taakverdeling van alle betrokkenen? • Welke partijen worden geïnformeerd? • Wie is (grond)eigenaar, welke afspraken worden gemaakt m.b.t. bouwclaims etc HOE-vragen • Acties: beschrijving acties en activiteiten • Wanneer: fasering, tijdspad acties, mijlpalen en deadlines • Procesafspraken zoals: - Hoe loopt de besluitvorming? - Wat is de relatie tussen het projectonderdeel en het stedenbouwkundig uitwerkingsplan Bij de beantwoording van deze vragen is steeds onderscheid gemaakt in de voorbereidingsfase en de bouwrealisatiefase. Omdat de eerste 1,5 jaar nog een voorbereidingsfase is, zijn de genoemde bedragen voor de bouwrealisatiefase indicatieve bedragen.
g n i t t a v n 2 Same
5
Voorbereidingsfase (januari 2006-december 2007) Pijler 1 Maatregel
Wanneer
Procesinvestering
B: Ontmoetingshuis B.1.1. Concretiseren diensteninfrastructuur voor gebouw en formeren gebruikersgroep
Mei-sept 2006
160 uur (externe procesbegeleiding door Adviesbureau Oog €16.000)
B.1.2. opstellen programma van eisen en wensen van gebruikersgroep
Mei 2006-jan 2007
€10.000 externe procesbegeleiding door Adviesbureau Oog
B3.3 opstalontwikkeling
Jan 2007-Mei 2008
C: Kloppend hart-huis C.1.1. Concretiseren diensteninfrastructuur voor gebouw en formeren gebruikersgroep
Mei-sept 2006
€10.000 externe procesbegeleiding door OOGG
C.1.2. opstellen programma van eisen en wensen van gebruikersgroep
aug 2006-jan 2007
€10.000 externe procesbegeleiding door OOGG
C3.3 opstalontwikkelingontwerp en bestekfase
Jan 2007-Mei 2008
D: Ontwikkeling en beheer D2. onderzoeken van de meest gunstige beheersorganisatie Mei 2006-dec 2006 voor de MFA’s (voorzieningencorporatie)
6
kosten externe begeleiding en advisering
Partners/investeerders
Tijdsinvestering gemeente
Dekking
Gemeente Adviesbureau OOGG (procesbegeleiding) 3 basisscholen Kwink (potentiële aanbieder kinderopvang) Stichting De Vaart (potentiële aanbieder welzijn en cultuur)
192 uur (MO) (€13.056)
Uit gemeentelijke opbrengsten GREX Uit reguliere gemeentelijke budgetten
GemeenteQuattro (beoogd ontwikkelaar) Adviesbureau Oog (procesbegeleiding) 3 basisscholen Kwink (potentiële aanbieder kinderopvang) Stichting De Vaart (potentiële aanbieder welzijn en cultuur) Patrimonium (beoogd beheerder)
3x 120 uur (€ 24.480)
Uit gemeentelijke opbrengsten GREX Uit reguliere gemeentelijke budgetten
Ontwikkelaar (regie) Gemeente (participant) Patrimonium (beoogd participant) Gebruikersgroep
2 x 480 uur (€ 65.280)
Uit gemeentelijke opbrengsten GREX Uit reguliere gemeentelijke budgetten
Gemeente (regie) Stichting OOGG (is andere dan onder B!) (procesbegeleiding) Zorgverzekeraar (potentiële investeerder) Apotheek Recter (potentiële participant)
60 uur(€ 4.080)
Uit gemeentelijke opbrengsten GREX Uit reguliere gemeentelijke budgetten
Gemeente Stichting OOGG (is andere stichting dan onder B!) (procesbegeleiding) Zorgverzekeraar (potentiële investeerder) Apotheek Recter (potentiële participant) Patrimonium (beoogd beheerder) Quattro (beoogd ontwikkelaar)
360 uur(€ 24.480)
Uit gemeentelijke opbrengsten GREX Uit reguliere gemeentelijke budgetten
Ontwikkelaar (regie) Gemeente (participant) Patrimonium (beoogd participant) Gebruikersgroep
2x 480 uur (MO) (€ 65.280)
Uit gemeentelijke opbrengsten GREX Uit reguliere gemeentelijke budgetten
Patrimonium (trekker en investeerder) Gemeente (participant)
80 uur (€ 5.440)
Uit gemeentelijke opbrengsten GREX Uit reguliere gemeentelijke budgetten
7
Bouwrealisatie deelplan I ( 2008-2010) (opstalontwikkeling fase 1 t/m 3) Pijler 1 Maatregel
Wanneer
Investeringen
Tijdsinvestering gemeente
Partners/investeerders
B: Ontmoetingshuis (8360 m2 binnenruimte, 5035m2 buitenruimte)
Jan 2008Nov 2010
12 mio euro
480 uur (€ 32.640)
Ontwikkelaar Voorzieningencorporatie(potentiële kandidaten, Patrimonium/gemeente) Gebruikers: potentiële kandidaten 3x basisscholen Kwink De Vaart Sportverenigingen
C: Kloppend hart-huis 2250 m² binnenruimte
Jan 2008Nov 2010
3,2 mio euro
480 uur (€ 32.640)
D: Ontwikkeling en beheer Oprichting en inrichting van een beheersorganisatie voor MFA’s
Jan 2007dec 2007
€ 200.000
8
Gemeente Veenendaal Patrimonium (potentiële kandidaat) Overigen?
Dekking
Extra investeringNieuw Wonen
Eenmalige investering provincie
Uit exploitatie Investering door toekomstige beheerder Investeringen toekomstige gebruikers
350 m² ruimte met een multifunctionele publieksfunctie voor de wijk, inzetbaar voor bewoners én gebouwgebruikersontwerp- ontwikkelen en flexibel makenmultifunctionele inrichting voor meervoudige doelen en gebruikers €470.000
€ 370.000 Voor dekking multi-inzetbare inrichtingskosten en ontwerp en ontwikkelkosten die betrekking hebben op flexibiliteit en multifunctionaliteit
Uit exploitatie Investering door toekomstige beheerder Investeringen toekomstige gebruikers
460 m² ruimtes gekoppeld aan welzijnsfuncties die in eerste instantie slechts gedeeltelijk in gebruik worden genomen en waar tijdelijk anders functies in gehuisvest kunnen worden. € 602.000
€ 385.000 Voor dekking multi-inzetbare inrichtingskosten en ontwerp en ontwikkelkosten die betrekking hebben op flexibiliteit en multifunctionaliteit
Oprichtingskosten van de beheersorganisatie “voorzieningencorporatie”
€ 50.000
9
Voorbereidingsfase (januari 2006-december 2007) Pijler 2 Maatregel
Wanneer
Procesinvestering
Levensloopbestendige woningen en gebouwen Opstellen uitwerkingsplan voor deelplan I conform richtlijnen Nieuw Wonen 5.1.1.Verkaveling 5.2.Variatie en mix woningen 5.2.1 Buurten en buurtschappen 5.2.2.Woonwerk-woningen
Jan-sept 2006
Opstellen monitorsysteem
Jan-sept 2006
Opstellen toewijzingsregeling voor sociale koopwoningen en koopwoningen voor bijzondere doelgroepen.
2006
5.2.4. Onderzoek in welke bouwfase welstandvrij gebouwd kan worden.
2006
5.3. Consumentgericht bouwen
Zie pijler 4
5.3.1.Woonwensonderzoek
Mei-sept 2006
5.4. Werving van bijzondere wooninitiatieven: Ontwikkelen plannen bijzondere wooninitiatieven
Sept 2006-dec 2007
5.4.3. Uitgebreide domotica 125 woningen Onderzoek
10
Door OVO
€10.000
€13.000
Partners/investeerders
Tijdsinvestering gemeente
Dekking
OVO
Amb. beg. groep OVO
Uit GREX
Gemeente Veenendaal
70uur SOB/TRP/VHV € 4.550
Uit gemeentelijke opbrengst GREX
Gemeente
50 uur SOB/TRP/VHV €3.250
Gemeente
40 uur € 2600
Patrimonium Gemeente Quattro Overige ontwikkelaars OVO Patrimonium Gemeente (regie) Gemeente met o.a. Oudergroep Pach Heimerstein Rijswaarden Philadelphia RIBW Patrimonium
200 uur MO, € 13.000 200 uur VHV, € 13.000
Uit gemeentelijke opbrengst GREX
100 uur MO, € 6.000 100 uur VHV, € 6.000
(€ 400.000 zie onder pijler 5 hoofdstuk 8)
11
Bouwrealisatie deelplan I ( 2008-2010) (opstalontwikkeling fase 1 t/m 3) Pijler 2 Maatregel
Wanneer
Investeringen
Tijdsinvesteringgemeente
5.1.2. Woonkeur basiseisen
Projectontwikkelaars, architecten, aannemers, makelaars, woningbouwcorporatie, gemeente
Proeftuinen (woningen en/of gebouwen) op het terrein van aanpasbaar en flexibel bouwen met leer/voorbeeldfunctie
2008-2010
5.4.3. Uitgebreide domotica voor 125 woningen
2008-2010
5.4.2. Realiseren bijzondere wooninitiatieven2x8 (3x8) woningen2x6 eenheden
2008-2010
5.4.4. Realiseren woonservice punt in kloppend harthuis
12
Partners/investeerders
Architecten Ontwikkelaar Gemeente woningcorporatie 200 uur MO € 6.000 200 uur VHV € 6.000
Zorgverzekeraar Woningbouwcorporatie Zorgaanbieders gemeente
Oudergroep Pach Heimerstein
50 uur MO € 3.250 50 uur VHV € 3.250
Woningbouwvereniging CMD (potentiële partner) Overige zorgaanbieders zorgverzekeraar gemeente
Dekking
Extra investering Nieuw Wonen
Opgenomen in tarief bouwkosten
Per woning:Seniorenwoning € 950 Eengezinswoning € 1.050 Galerijwoning €1.350 Urban villa €1.950
Subsidies
Eenmalige investering provincie
€ 500.000
Investering partners + opbrengsten woningen
Zie onder pijler 5 (€ 400.000 eerste hulp bij vastgelopen WZW initiatieven en € 400.000 voor diensten infrastructuur om zorg aan huis te leveren waaronder domotica-initiatieven) Investering leveranciers van zorg op afroep diensten en zorgverzekeraar
13
Voorbereidingsfase (januari 2006-december 2007) Pijler 3 Maatregel
Wanneer
Procesinvestering
Mobiliteit en toegankelijkheid 6.1. Voorbereiding van de aanbesteding van openbaar vervoer
2006-2007
6.2.2. Inrichtingseisen voor de Veenendaalse Openbare Ruimte (IVOR) aanvullen met extra maatregelen voor waarborging toegankelijkheid openbare ruimte.
2006-2007
6.2.2. Borgen van IVOR-eisen voor toegankelijke openbare ruimte bij ontwerpen van inrichtingsplannen
2006-2007
6.2.3. Vraaganalyse naar extra aangepaste speelvoorzieningen en betrekken van doelgroepen bij de ontwikkeling van dergelijke speelplekken
2007
6.2.4. ITS keurmerk voor toegankelijke openbare gebouwen borgen in projectrealisatieovereenkomsten voor tenminste Het kloppend Harthuis, Het Ontmoetingshuis, het Natuurhuis, alle overige schoolgebouwen en alle buurtschapvoorzieningen
2007
Realisatie inrichtingsplan deelplan I ( 2007-2010) (opstalontwikkeling fase 1 t/m 3) Pijler 3 Maatregel
Wanneer
Investeringen
6.1. Nieuwe aanbesteding openbaar vervoer Veenendaal en realiseren buslijn VO
Januari 2009
In geval van éxtra lijn tussen €150.000 en €250.000 per jaar
6.2.2. Begeleiding van toepassing IVOR bij het ontwerp deelplan I door onafhankelijk adviseur (bv BAT)
2006-2008
€10.000
2007-2010
€ 25.000 begeleidingskosten
Mobiliteit en toegankelijkheid
6.2.4. Ontwerp en realisatie openbare gebouwen met ITS keurmerk voor tenminste Het kloppend Harthuis, Het Ontmoetingshuis, het Natuurhuis, alle overige schoolgebouwen en alle buurtschapvoorzieningen 14
Partners/investeerders
Tijdsinvestering gemeente
Dekking
Provincie Utrecht Gemeente Veenendaal Vervoersbedrijf
Reguliere taak
Uit reguliere middelen
Gemeente BAT
Reguliere taak
Uit reguliere middelen
OVO Gemeente BAT
Reguliere taak
Uit reguliere middelen
Gemeente BAT
Reguliere taak
Uit reguliere middelen
Gemeente Ontwikkelaars
Reguliere taak
Tijdsinvesteringgemeente
Uit reguliere middelen
Partners/investeerders
Dekking
Investering provincie
Provincie Utrecht Gemeente Veenendaal Vervoersbedrijf Regiotaxi de Vallei
Structurele middelen gemeente en ProvincieDerden?
Bij nieuwe aanbesteding nader te bepalen, doch max. 2/3 van totale kosten.
Gemeente OVO Ontwikkelaars BAT
€10.000
Gemeente Architecten Ontwikkelaars Beheerder LBT
€25.000
15
Voorbereidingsfase (januari 2006-december 2007) Pijler 4 Maatregel
Wanneer
Procesinvestering
Zelfregulerende wijk/ buurtenmet actieve betrokken bewoners A1.1. Voorbereidingen voor de ontwikkeling van 3 thematische ommetjes
2006-2010
A.1.4. Ontwikkelen programma van eisen voor ontmoetingsplekken in buurtenReserveren van ruimte in uitwerkingsplannen
2007-2010
C1. Woonwensonderzoek
2006
€ 10.000
C2. Leren van Dragonder-oost
2006-2008
€ 7.750 € 90.000 fonds voor knelpunten
C3.1. InitiatievenbureauBepalen vestigingslocatieBepalen van programma van eisen met potentiële partners van initiatievenbureau
2006-2007
C3.1. Ondernemersplan voor initiatievenbureau opstellen
2007
C3.2. Profiel en programma van eisen en functieomschrijving opstellen voor de functie en invulling van de initiatievenmakelaar.
2006-2007
C6. Opstellen Masterplan voor Kunst, cultuur en ontmoeting
2006-2007
€ 20.280
Opzetten cultureel initiatievenbureau
2007
€ 120.000 voor de eerste 2 jaar
C5. Particulier/collectief opdrachtgeverschap Ontwikkelen van een regelcatalogus (spelregels)
2006/2007
€ 10.000
16
€ 15.000
Partners/investeerders
Gemeente OVO Stedenbouwkundigen/ landschapsarchitect
Tijdsinvesteringgemeente
Dekking
270 uur
OVO
Amb. beg. groep
Uit GREX
Amb. beg. groep
Uit GREX
Gemeente Corporaties OVO
24 uur SOB(€ 1.560) 24 uur MO(€ 1.560)
Gemeente OVO PvdA SEV / Patrimonium
48 20 20 48
OVO Latei Patrimonium Gemeente Sociaal Cultureel Werk SWO Kamer van Koophandel Vrijwilligercentrale IVN
52 uur SOB(€ 3.380) 52 uur MO(€ 3.380)
uur uur uur uur
SOB (€ 3.120) MO (€ 1.300) DVL(€ 1.300) opbouwwerker(€3.600)
OVO Gemeente Patrimonium
PM
Gemeente Gemeente
20 uur SOB(€ 1.300) 48 uur MO(€ 3.120)
Gemeente
24 uur SOB(€ 3.380) 24 uur DVL(€ 3.380) 208 uur MO(€ 13.520)
Uit GREX
PM OVO Quattro Gemeente
17
Realisatie inrichtingsplan deelplan I ( 2007-2010) (opstalontwikkeling fase 1 t/m 3) Pijler 4 Maatregel
Wanneer
Zelfregulerende wijk/ buurtenmet actieve betrokken bewoners A.1.1. Realisatie van padennetwerk voor het eerste thematische ommetje in deelplan I
Investeringen PM
2008-2010
A1.2.Realiseren van centrale ontmoetingsplek buiten voor de wijk (max. 2500m2)
PM
Amb. beg. groep
PM
Amb. beg. groep
Amb. beg. groep
A1.4. Ontwerpen ontmoetingsplek voor de buurt met bewoners (minimaal in 2 buurten)
2008
PM
A1.4. Realisatie van ontmoetingsplekken
2008-2010
PM
C3.1. realisatie initiatievenbureau
2007 en verder
Huur ruimte PM Materiaalkosten PM Apparaatskosten PM € 120.000 uitvoeringsbudget voor vier jaar activiteiten van het initiatievenbureau
C3.2 Levering diensten door initiatievenmakelaars
2007 en verder
€ 80.000 voor 2 jaar
18
Tijdsinvestering gemeente
Partners/investeerders
Dekking
OVO Gemeente Uitvoerder landschapsarchitect Wijkbeheer
Uit GREX
OVO Gemeente Uitvoerde rlandschapsarchitect Wijkbeheer
Uit GREX
Gemeente OVO
Uit GREX
Investering provincie
€ 300.000 voor realisatie van 2 ontmoetingsplekken in samenspraak met bewoners OVO Latei Patrimonium Gemeente Sociaal Cultureel Werk SWO Kamer van Koophandel Vrijwilligercentrale IVN
Gemeente Patrimonium Latei Kamer van Koophandel Fondsen
€ 120.000 uitvoeringsbudget voor vier jaar
Latei Patrimonium Gemeente Sociaal Cultureel Werk SWO Kamer van Koophandel Vrijwilligercentrale
Gemeente Patrimonium Latei Kamer van Koophandel Fondsen
€ 40.000 voor één jaar mits anders partijen bijdragen zodat de functie minimaal 4 jaar operationeel is.
19
Maatregel
Wanneer
Investeringen
C4. Oprichting bewonersvereniging
2008
Opzetten website en beheer € 6000
C5. Particulier/collectief opdrachtgeverschapMinimaal 2 initiatieven in Deelplan I voor collectief en geclusterd particulier opdrachtgeverschap
2008-2010
€ 100.000 voor bewonersbegeleiding
C5 . Monitoren van projectenportfolio(leren van..)
2008-2010
€ 20.000
C6. Operationeel maken van cultureel initiatievenbureau
2008-2010
€ 120.000
C6. Kunst cultuur en ontmoeting; organiseren van culturele activiteiten die ontmoeting en participatie tot doel hebben
2008-2010
€ 50.000
C6. Ontwerp en realisatie kunstwerk op de centrale ontmoetingsplek met een ontmoeting/speelfunctie
2008/2009
€ 100.000
20
Tijdsinvestering gemeente
Partners/investeerders
Dekking
Investering provincie
Gemeente Bewoners Functionaris Gemeente Corporaties Ontwikkelaars Architecten Begeleiders
€ 50.000, Mits begeleiding van minimaal 2 initiatieven collectief opdrachtgeverschap/particulier opdrachtgeverschap van de grond komt.
Gemeente Corporaties Ontwikkelaars Architecten Aannemers Begeleiders Quattro (inclusief Latei en Patrimonium) OVO Gemeente
GREX
Gemeente Bewoners
€ 50.000
Kunstenaar Gemeente Bewoners
€ 90.000
21
Voorbereidingsfase (januari 2006-december 2007) Pijler 5 Maatregel
Wanneer
Procesinvestering
Vraaggericht en vernieuwend pakket aan maatschappelijke diensten. A.1 Ontwikkeling van een vraagsturingsysteem gericht op preven- 2007 tie en welzijn om 100% scheiden wonen en zorg mogelijk te maken. A.2 Programmering van diensten in de MFA’s en buurtschap voorzieningen (zie ook pijler 1 hoofdstuk 4)
2007
Reservering van 2 strategische plekken voor buurtschapvoorzieningen in deelplan 1 in stedenbouwkundig plan
2006-2007
Voorbereidingen en beheerplan voor buurtschapvoorzieningen
2006/2007
A.3. Organiseren van een integrale aanpak 1e lijnszorg in kloppend harthuis
2007
A.4. Werven van projecten m.b.t. Bijzondere woonvormenDagbestedingDagopvangZorg op afroep systeemMeldpunt en infopunt
B. Programmering van diensten in het ontmoetingshuis. Zie pijler 1 hoofdstuk 4.
22
2006-2007
€ 20.000
Partners/investeerders
Tijdsinvesteringgemeente
Dekking
OVO
Amb. beg. groep
Uit GREX
Gemeente Patrimonium
48 uur SOB(€ 3.120) 48 uur MO(€ 3.120)
Gemeente DHV, huisartsen Diverse zorgaanbieders Recter Stichting Oogg Zorgverzekeraar Amicon
€ 10.000
Patrimonium Gemeente Zorgverzekeraar Amicon Zorgverzekeraar Agis Gemeente Scholen Kinderopvang Jongerenraad ROC Welzijn (stichting de Vaart)
23
Realisatie inrichtingsplan deelplan I ( 2007-2010) (opstalontwikkeling fase 1 t/m 3) Pijler 5 Maatregel
Wanneer
Investeringen
Realisatie 2 buurtschapvoorzieningen in Deelplan 1
2008-2010
€ 600.000 stichtingskosten
A.4. Realisatie van initiatieven m.b.t. Bijzondere woonvormen Dagbesteding Dagopvang
2008-2010
PM
A4. Realisatie van wijkinfrastructuur aan zorg, welzijn, preventie en ICT, die nodig is om 100% scheiden van wonen en zorg mogelijk te maken en thuis zorg op afroep te kunnen krijgen
2008-2010
PM
A.5. Realisatie van vernieuwende welzijnsinitiatieven op buurtniveau in 2 buurtschapvoorzieningen deelplan 1
2008-2010
€190.000
B.1. Realiseren van een ontmoetingsplek voor jongeren, samen met jongeren.
2008-2010
€ 200.000
Tijdsinvesteringgemeente
Vraaggericht en vernieuwend pakket aan maatschappelijke diensten.
24
50 uur( € 3.250)
Partners/investeerders
Dekking
Investering provincie
€ 300.000 voor ontwerp, ontwikkel/inrichtingskosten buurtschapvoorziening A.(niet zijnde de grondkosten). Potentiële initiatiefnemers: Oudergroep Pach Heimerstein Rijswaarden CMD Philadelphia RIBW Patrimonium
€ 400.000 voor hulp bij vastgelopen WZW initiatieven in deelplan 1
€ 400.000
€ 190.000 voor de inrichting van welzijnsfuncties in een buurt in buurtschapvoorziening B Gemeente Jongerenraad
€ 200.000
25
Totaal personele invulling en capaciteit gemeente voor de voorbereidingsfase: 2006/2007 SOB DVL MO Totaal
676 uur = € 45.260 112 uur = € 7.280 3612 uur = € 245.616 € 298.156
Overhead 2006/2007 Kernteam 36 uur = Projectleider/projectbegeleider 1280 uur = Communicatie 480 uur = Totaal
€ € € €
2.340 83.200 31.200 116.740
Extra investering t.b.v. levensloopbestendigheid (voorbereiding + realisatie). Kosten die kunnen worden beschouwd als reguliere exploitatie zijn in dit overzicht niet meegenomen. Pijler 1 (Multifunctionele accommodaties en één beheersorganisatie) Pijler 2 (Levensloopbestendige woningen en gebouwen) Pijler 3 (Mobiliteit en toegankelijkheid) (Openbaar vervoer tot max. 250.000 per jaar) Pijler 4 (Zelfregulerende buurten en bewonersbetrokkenheid) Pijler 5 (vraaggericht vernieuwend maatschappelijk dienstenpakket) Totaal
26
€ 1.072.000 € 750.000 € 35.000 € 1.021.280 € 1.426.000 € 4.304.280
n e e i s i V 3
n e t n u p s g n a g t i u
Terugblik ontwerp Nieuw Wonen Met het ontwerp en het toetsingskader als kader voor het uitvoeringsplan is een kleine terugblik op de visie en uitgangspunten van het ontwerp belangrijk.
Wat is een levensloopbestendige wijk? In het ontwerp Nieuw Wonen van 21 september 2005 is de definitie voor levensloopbestendigheid van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gehanteerd: “Een levensloopbestendige wijk is een wijk die mensen in willekeurig welke levensfase, ongeacht levensomstandigheden, huishoudensamenstelling en culturele achtergrond, optimale mogelijkheden biedt voor alle vormen van fysieke en geestelijke activiteit en zelfontplooiing en die een woningaanbod en voorzieningen niveau heeft dat daartoe is uitgerust.” (Bron: Verkenning Levensloop, ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, januari 2002, pag. 179)
27
In de loop van het proces van het totstandkomen van het ontwerp Nieuw Wonen is vanuit verschillende invalshoeken gewerkt aan een visie op levensloopbestendigheid die past bij Veenendaal en Veenendaal-oost.
Visie op een levensloopbestendig Veenendaal-oost Veenendaal-oost biedt een prettige en mooie leefomgeving waar iedereen gebruik van kan maken, met herkenbare deelwijken en karakteristieke buurtjes. In Veenendaal-oost zijn voorzieningen waar men trots op is en trots op kan blijven. In Veenendaal-oost worden initiatieven om de sociale samenhang in de wijk en in buurtjes te bevorderen volop aangemoedigd, zowel tijdens de ontwerpfase, bouwfase, realisatie en nazorgfase. Er is ruimte voor initiatief en ondernemerschap. In de wijk is interactie en balans tussen mensen die “dragen” en mensen die “vragen” en kwetsbare doelgroepen kunnen rekenen op voldoende zorg en ondersteuning en een toegankelijke leefomgeving. (ontwerpteam Nieuw Wonen Veenendaal-oost, februari 2005)
Visie en thema’s • In de wijk is volop ruimte voor ontmoeting. • Bij de ontwikkeling, inrichting en groei van de wijk staat de mens in relatie tot zijn of haar woonomgeving centraal. • In de wijk is een solide vangnet aan wonen, welzijn en zorg. • In de wijk hebben mensen de mogelijkheid te leren en te ontwikkelen. • En de woningen, gebouwen, voorzieningen en inrichting van openbare ruimte in de wijk zijn duurzaam en flexibel. (Bron: menukaart levensloopbestendig Veenendaal-oost, met bijlagen augustus 2004)
28
s r e l j i p f j i v : k o t s p a K e D 4 De vijf pijlers vormen in het ontwerp en in deze uitwerking de ruggengraat van het Nieuw Wonen programma. Deze pijlers zijn de kapstok van het uitvoeringsplan. 1. 2. 3. 4. 5.
Efficiënt en duurzaam gebruik van de ruimte voor voorzieningen waar men trots op kan zijn en blijven. Levensloopbestendige woningen en gebouwen hebben de toekomst! Mobiliteit en toegankelijk voor iedereen. Naar een zelfregulerende wijk, en buurtjes met actieve en betrokken bewoners. Een vraaggericht en vernieuwd maatschappelijke dienstenpakket.
29
1e pijler efficiënt en duurzaam gebruik van de ruimte voor voorzieningen waar men trots op kan zijn en blijven •
•
•
Het Kloppend Harthuis
Multifunctioneel gebouw in het centrum van de wijk, bij de winkelvoorzieningen met basisdiensten zorg en welzijn, informatiepunten, cursussen, ontmoeting, culturele activiteiten en enkele commerciële functies.
Het Ontmoetingshuis
Een multifunctioneel onderwijsgebouw in centrum aan een groen park waar onderwijs en educatie, culturele voorzieningen, feestruimte en sport met horeca is ondergebracht.
Het Natuurhuis
Een multifunctioneel “boerderijgebouw” bij de natuurontwikkelingzone waar natuur(educatie) horeca, scouting, kinderboerderij en dagbesteding/arbeidsrehabilitatie samenkomt.
•
Multifunctioneel gebruik van de twee overige schoolgebouwen in de noordelijke deelwijk en een in de zuidelijke deelwijk (o.a. voor cursussen, muziek en verenigingen).
•
Zes multifunctionele buurtschapvoorzieningen waar kleinschalige buurtactiviteiten, welzijnsactiviteiten, functie voor buurtkinderopvang, zorgpost en kleine zelfstandige ondernemers gebruik van kunnen maken. Een buurtschapvoorziening heeft een gebruikersbereik van ongeveer 500 woningen.
30
Voorwaarden
• Exploitatie en beheer van de gebouwen in één hand: oprichting van de voorzieningencorporatie. • Afspraken met de maatschappelijke organisaties: geen gebouwen in eigen beheer. • Flexibel opgezette gebouwen, die de vraag aan diensten en voorzieningen in de wijk nu en in de toekomst kunnen herbergen. • Exploitatie van de gebouwen in samenhang met het basispakket van diensten en voorzieningen ontwikkelen. • Cyclische sturing op gevarieerde en vernieuwde maatschappelijke diensten en aansturen op interdisciplinaire en intersectorale samenwerking.
2e pijler levensloopbestendige woningen en gebouwen hebben de toekomst Levensloopbestendige woningen leveren meerdere voordelen op voor de bewoners in de wijk, voor de gemeente en voor diverse eigenaren van vastgoed in de wijk.
Woningen kunnen eenvoudig worden aangepast aan nieuwe vragen en omstandigheden van de consumenten:
•
Uitbreiding (denk aan gezinsuitbreiding, mantelzorgsituaties, meer comfort).
•
Functionele aanpassing 1: (wonen en werken, woning ombouwen tot een voorziening, aanpassing aan persoonlijke wensen).
•
Functionele aanpassing 2: aanpassen aan (fysieke) functiebeperkingen en aanpassing om aan huis zorg te kunnen ontvangen.
•
Opsplitsing: voor senioren die kleiner willen wonen, omvorming woningen tot zorgwoningen en clusterwoningen, woningen met 2 opgangen voor mantelzorgsituaties.
•
Inkrimping: consumenten die meer tuinruimte willen creëren.
Voorwaarden
Voorwaarden om levensloopbestendige woningen en gebouwen te ontwikkelen • Brede verkaveling. Voor optimale flexibiliteit van woning worden woningen met brede beukmaten aanbevolen. Om te kunnen bouwen met brede beukmaten is verkaveling op 7,2 meter noodzakelijk. • In een aantal zones wordt met hoge plinten gebouwd (mogelijke ombouw woning tot voorziening). • Levensloopbestendige woningen is een randvoorwaarde om 100% scheiden wonen en zorg in de wijk te kunnen realiseren.
Gebouwen:
•
Flexibiliteit van wijk en buurtvoorzieningen betekent dat gebouwen zich door de jaren heen makkelijk kunnen aanpassen aan het herbergen van nieuwe diensten. Voorbeeld 1: een school met teruggang van leerlingen kan een functie krijgen voor bijvoorbeeld ontmoeting ouderen en daarmee de vraag die voortkomt uit vergrijzing opvangen. Voorbeeld 2: een buurtvoorziening waar structureel geen gebruik van wordt ge maakt kan worden omgevormd tot een woning.
31
3e pijler mobiliteit en toegankelijk voor iedereen A. B.
Openbaar vervoer in de wijk. Volledig toegankelijke bezoekbare gebouwen, leefomgeving en publieke ontmoetingsplekken.
A. Openbaar vervoer Goed openbaar vervoer in de wijk: • Bevordert bewegingsvrijheid en daarmee maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid; • Leidt tot meer keuzemogelijkheden voor woon-werkverkeer; • Leidt tot betere bereikbaarheid van de stad Veenendaal in relatie tot veiligheid en comfort; • Kan leiden tot reductie van autogebruik, met een gunstig effect op de leefbaarheid van de wijk. Het ontwerpteam en de strategiegroep Nieuw Wonen hebben het organiseren van openbaar vervoer in de wijk ingeschaald als basisambitie voor de levensloopbestendige wijk.
Uitgangspunten
Bij levensloopbestendig openbaar vervoer moet voorzien worden in een mobiliteitsbehoefte van bewoners in diverse stadia van hun leven. Het openbaar vervoer moet daarom tegemoet komen aan een grote diversiteit aan vervoersvraag. Daarbij moet het openbaar vervoer in ieder geval 1. Goed toegankelijk zijn; 2. Een verbinding bieden met voorzieningscentra; 3. Een aansluiting moeten bieden op vervoer van hogere orde.
32
4e pijler naar een zelfregulerende wijk, en buurtjes met actieve en betrokken bewoners Schaalgrootte buurtje: tussen 150 en 200 woningen Schaalgrootte buurtschap: ongeveer 500 woningen
A. Investeren in kwaliteitskenmerken van de wijk
Voorwaarden
B. Geborgenheid en eigenheid van buurtjes met een gemengde bevolkingsopbouw
Opbrengsten
“Een aantrekkelijk woonmilieu bindt mensen aan eigen woonomgeving” • Ruimte voor recreatie en ontmoeting. • Functioneel en recreatief inzetten van water en groen. • Verbinding met natuurontwikkelingzone.
• Gemengde prijsklassen en soorten woningen per buurtje. 10% sociale koop en 20% sociale huur per buurtje als ideaal streefbeeld, terwijl deze verhouding als concrete richtlijn geldt voor buurtschappen. • Functiemenging (wonen, werken, ontmoetingsplekken en buurtvoorzieningen). • Levendigheid in buurtjes met een sociale betrokkenheid. • Dragers en vragers leven door elkaar heen en kennen elkaar.
C. Bewonersparticipatie • • • • • •
Woonwensonderzoek. Leren van Dragonder-oost. Initiatievenbureau + initiatievenmakelaar. Bewonersorganisatie en regelruimte. Particulier opdrachtgeverschap en consumentgericht bouwen. Kunst, cultuur en ontmoeting.
Stevige sturing, monitoring en bijsturing gedurende de ontwikkeling van deelplannen (uitwerkingsplannen) en gedurende de realisatiefase.
• Actieve en betrokken bewoners. • Een zelfregulerende wijk en buurt: (minder geld nodig voor escalaties criminaliteit, jeugd, minderheden, vereenzaming –emancipatie. • Liefde voor de buurt en wijk: minder vandalisme en meer onderhoud door bewoners zelf. • Sociale betrokkenheid: meer mantelzorg en vrijwilligers.
33
5e pijler een vraaggericht en vernieuwd maatschappelijke dienstenpakket A. Integrale aanpak wijk- en buurtorganisatie voor maatschappelijke ondersteuning, zorg en welzijn (WZW en WMO). • Vernieuwd concept ondersteuning zorg en welzijn met 100% scheiden wonen en zorg. • Extra aandacht voor ontmoetingsfuncties en bewonersparticipatie (zie 4e pijler). • Welzijn en zorg gericht op preventie. • Diensten en accommodaties op centraal niveau én buurtschapniveau (per 500 woningen). • ICT en technologie (domotica).
B. Eén gezamenlijk concept (organisatie) voor leren en ontwikkelen. • Plusvoorziening: een voorziening met basisonderwijs én centrale culturele, sportieve en educatieve ontmoetingsplek in de wijk. • Twee clusters basisvoorziening.
34
r e l j i p e t 5 E e rs Efficiënt en duurzaam gebruik van de ruimte voor voorzieningen waar men trots op kan zijn en blijven
van A De ontwikkeling Multifunctionele accommodaties (MFA’s) Ontwerp
Realisatie van MFA’s bestaat uit drie taakonderdelen: 1
2
3
Programmering totaalpakket aan diensten Programmering van totaalpakket aan gewenste diensten per MFA, mobiliseren van gebruikers, opstellen programma van wensen en programma van eisen gebruikers, regie over totaalplan financiering diensten en stimuleren van samenwerking. Ontwikkeling gebouw Ontwikkeling van gebouw conform beginselen Nieuw Wonen (flexibele opzet, toegankelijk, multifunctioneel inzetbaar, in samenspraak met gebruikers) Beheer Maken van een plan voor facilitair gebouwbeheer Maken van een plan voor strategisch beheer Oprichting van een voorzieningencorporatie Sluiten van huurovereenkomsten
35
Uitvoering 1 Taken en verantwoordelijkheden Bij de uitvoering is het belangrijk afspraken te maken over een duidelijke rolverdeling tussen de verschillende partijen: 1. gemeente heeft de regie over de realisering van het programma (het onderdak brengen van de in het ontwerp Nieuw Wonen aangegeven functies); 2. Grondexploitatie Quattro Veenendaal C.V. heeft een aanbod gedaan voor de opstalontwikkeling en realisering; 3. De op te richten voorzieningencorporatie heeft het beheer over de multifunctionele accommodaties. Patrimonium Woonstichting heeft aangegeven hierin te willen participeren. 2 Organisatie Alle 3 de partijen stellen hun eigen projectleider aan. Deze 3 projectleiders met elk hun eigen taak overleggen
36
regelmatig over de voortgang van hun onderdeel. 3 Realisering programma De gemeente heeft in deze gedurende het gehele proces de regierol. De gemeente bewaakt dat de functies ook daadwerkelijk worden gerealiseerd. 3.1 Fasering voorbereidingsfase: 1. Dit is de fase waarin in door de gebruikersgroep gezamenlijk een programma van wensen/eisen wordt opgesteld. De verantwoordelijkheid ligt in deze fase bij de gemeente waarbij een regelmatige terugkoppeling naar de ontwikkelaar(s) en de toekomstige beheerder plaatsvindt. 2. Het programma van eisen wordt vastgelegd in een projectrealisatie overeenkomst die gesloten wordt met de ontwikkelaar. 3. Het gereedkomen van het pro-
gramma van eisen markeert de start van de opstalontwikkeling (schetsontwerp, voorlopig ontwerp, definitief ontwerp, bestek, aanbesteding). De ontwikkelaar(s) is/zijn in deze fase primair verantwoordelijk voor het proces van opstalontwikkeling. Vanuit de regierol over de programmering blijven de gemeente maar ook de toekomstige beheerder betrokken bij de voortgang. 4. Na afsluiting van de fase van de opstalontwikkeling kan gestart worden met de uitvoering onder regie van de ontwikkelaar. 5. Na realisatie van het gebouw zal deze in eigendom overgedragen worden aan de beheerder.
B
Het ontmoetingshuis Ontwerp
Het Ontmoetingshuis is een multifunctioneel gebouw bestemd voor: 1. Basisonderwijs 2. Peuterspeelzaal 3. Kinderdagopvang 4. Buitenschoolse opvang 5. Cultureel en educatief wijkcentrum 6. Sport In het ontwerp is het programma en het aantal vierkante meters begroot (blz. 17). Het totaal aan m² bedraagt 8360 m² binnenruimte en 5035 m² buitenruimte.
Uitvoering Voorbereidingsfase 1 Programmering Met het ontwerp is in het kader van het Uitvoeringsplan gekeken naar potentiële gebruikers. De gemeente heeft, met de uitgangspunten van het Nieuw Wonen, gesprekken gevoerd met gebruikers uit het basisonderwijs. Om een zo gevarieerd mogelijk onderwijsaanbod te kunnen bieden zal in deze accommodatie onderdak worden geboden aan het protestants christelijk, openbaar en het rooms katholieke onderwijs. Hiermee is de basis voor de invulling gelegd. 1.1 Acties in voorbereidingsfase: 1. Onder begeleiding van adviesbureau OOG zullen de schoolbesturen gezamenlijk een nieuw concept voor leren
en ontwikkelen vormgeven. Planning: mei - september 2006 2. Overleg arrangeren met Kwink ten behoeve van de realisering van een peuterspeelzaal, kinderdagopvang en buitenschoolse opvang. Doel: nagaan of Kwink dit onderdeel van het programma van het Ontmoetingshuis conform Nieuw Wonen wil uitvoeren. Planning: mei 2006 3. Overleg arrangeren met Stichting De Vaart in verband met de realisering van het cultureel en educatief wijkcentrum. Doel: Met Stichting De Vaart contractafspraken maken voor invulling van het deel van het programma voor culturele en educatieve vorming. Planning: mei 2006 1.2 Start definitiefase: 4. Gezamenlijk overleg tussen gemeente, schoolbesturen, Kwink, stichting De Vaart en sport (gemeente). Doel: komen tot een programma van wensen/eisen. Afhankelijk van het verloop van actie 1 zal hiervoor nog ondersteuning van OOG worden gevraagd Planning: mei 2006 – januari 2007 1.3
Organisatievorm en benodigde capaciteit: a. De acties 1 tot en met 3 vinden plaats onder verantwoordelijkheid van MO/OZ&S vanuit pijler 5B. Verwacht tijdsbeslag en inzet capaciteit:
* Actie 1: 160 uur voor MO (secretariaat) en 160 uur procesbegeleiding door adviesbureau OOG * Actie 2 en 3: 32 uur voor MO b. Voor actie 4 een werkgroep instellen onder voorzitterschap van de gemeente. Hiervan maken in ieder geval de toekomstige gebruikers en de gemeente (MO/OZ&S en MO/ S&A) deel uit. Onder voorbehoud ondersteuning door adviesbureau OOG. Verwacht tijdsbeslag en inzet capaciteit: * 360 uur voor MO (3 personen à 120 uur) Capaciteitsraming totaal voor MO: 552 uur. 1.4 Urenraming 1. Ureninzet MO: 552 uur x € 68/uur = € 37.536 2. Inschakeling adviesbureau OOG: uitsluitend voor procesbegeleiding vormgeven nieuw concept leren en ontwikkelen € 16.000. Bij verdere inschakeling komt hier nog € 10.000 bij. 1.5 Bouwrealisatiefase Extra investeringen voor de multifunctionele accommodaties hebben betrtekking op: * Het ontwerpen van de multifunctionele ruimte met een publieke functie * Het ontwikkelen en flexibel maken van de ruimte * De inrichtingskosten die multifunctioneel zullen worden ingezet en gebruikt door verschillende gebouw37
gebruikers en publiek. Voor het Ontmoetingshuis is een investering nodig van ongeveer 12 miljoen euro. Hiervan is 350 m² aan te merken als multifunctionele openbare ruimte. Rekening houdend met de bouwkosten van € 1.200 betekent dit een extra investering van € 420.000. Hier komen de kosten voor inrichting bij: € 50.000.
C
Het kloppend-hart-huis (KHH)
Ontwerp
Het KHH is een multifunctionele accommodatie waarin de 1e lijnszorg en welzijnsvoorzieningen een plek krijgen. In het KHH is ruimte voor: 1. Apotheek 2. 3 Huisartsen 3. Een zorgpost 4. Fysiotherapie 5. Tandarts 6. Ruimten voor Psychologie, maatschappelijk werk, verloskunde, diëtiste, logopedie 7. Dagopvang 8. Thuiszorgwinkel 9. Ontmoetingsfuncties en commerciële functies Het aantal m² is opgenomen in het ontwerp (blz. 18). Totaal is 2250 m² nodig aan binnenruimte.
38
Uitvoering Voorbereidingsfase 1 Programmering Om de keten van dienstverlening rond zorg en welzijn in het Kloppend Hart Huis te realiseren willen wij stichting OOGG vragen de invulling van de eerstelijnszorg en aanverwante diensten en de afstemming in de samenwerking in het Kloppend Hart Huis vorm te geven. Stichting OOGG is de organisatie voor ondersteuning van de eerstelijnszorg in Gelders Rivierenland en Gelderse Vallei. Zij levert ondersteunende diensten en producten in de eerstelijnszorg, gericht op continuïteit van het zorgaanbod, samenhang en samenwerking in de eerstelijnszorg en kwaliteit en doelmatigheid van de zorg. Stichting OOGG wordt gefinancierd vanuit de landelijke gelden voor ondersteuning van de eerstelijnszorg. In deze regio worden deze middelen beheerd door zorgverzekeraars. De bevordering
van samenhang en samenwerking binnen het Kloppend Hart Huis valt binnen de kerntaak van Stichting OOGG. Door Stichting OOGG bij de nadere uitwerking te betrekken is daarmee de afstemming met de Zorgverzekeraar gerealiseerd en is de eerste basis voor de invulling van het Kloppend Hart Huis gelegd. Stichting OOGG heeft een Plan van aanpak geschreven tot en met het schrijven van een Programma van Eisen. In dit Plan van aanpak zullen zij naast de organisatie en ondersteuning van de eerstelijnszorg ook de zogenaamde welzijnsfunctie betrekken. Voor het meerwerk ten opzichte van hun kerntaak hebben zij een offerte opgesteld waarvoor wij nu akkoord vragen. 1.1 Acties voorbereidingsfase: 1. Onder begeleiding van stichting OOGG zal er een concretisering van de visie op de te bieden zorg en welzijn plaatsvinden door een analyse
van zorgvraag en zorgaanbod en bevordering van de samenhang en samenwerking. Planning: mei - september 2006 2. Onder begeleiding van stichting OOGG zal met de zorgverzekeraars bekeken worden of zij willen participeren in het Kloppend Hart Huis. Planning: mei – september 2006 3. Apotheker Recter een formeel aanbod doen om te huren in het Kloppend Hart Huis. Indien Recter dit niet wil dan optie koop aanbieden. Planning: april – mei 2006 1.2 Start definitiefase: 4. Gezamenlijk overleg tussen gemeente en toekomstige huurders onder begeleiding van stichting OOGG. Doel: komen tot een gezamenlijk programma van wensen/eisen. Planning: augustus 2006 – januari 2007
1.3
Organisatievorm en benodigde capaciteit a. De acties 1 en 2 vinden plaats onder verantwoordelijkheid van MO/OZ&S vanuit pijler 5a. Verwacht tijdsbeslag: 50 uur MO/ OZ&S (bijwonen bijeenkomsten en voor regie op het proces). b. Actie 3: vindt plaats vanuit pijler 1. Verwacht tijdsbeslag: 10 uur MO/ S&A c. Voor actie 4 een werkgroep instellen onder voorzitterschap van de gemeente, maar ondersteund door stichting OOGG. Hiervan maken in ieder geval de toekomstige gebruikers en de gemeente (MO/OZ&S en MO/S&A) deel uit. Verwacht tijdsbeslag: MO/OZ&S en MO/S&A in totaal 360 uur. Capaciteitsraming totaal voor MO: 420 uur
1.4 Urenraming en investering 1. Ureninzet MO: 420 uur x € 68/uur = € 28.560 2. Inschakeling stichting OOGG tot en met oplevering programma van eisen: € 20.000. 1.5
Bouwrealisatiefase
Extra investeringen voor de multifunctionele accommodaties hebben betrtekking op: * Het ontwerpen van de multifunctionele ruimte met een publieke functie * Het ontwikkelen en flexibel maken van de ruimte * De inrichtingskosten die multifunctioneel zullen worden ingezet en gebruikt door verschillende gebouwgebruikers en publiek. Voor het Kloppend-hart-huis is een investering nodig van ongeveer 3,2 miljoen euro. Hiervan is 460 m² aan te merken als multifunctionele openbare ruimte. Rekening houdend met de bouwkosten van € 1.200 betekent dit een extra investering van € 552.000. Hier komen de kosten voor inrichting bij: € 50.000.
39
D
Ontwikkeling en beheer
1.1 Ontwikkeling
Na afsluiting van de definitiefase, uitmondend in een programma van eisen voor de beide voorzieningenclusters, start de fase van de opstalontwikkeling. De fase van het programma van eisen wordt afgerond door het vastleggen van het programma van eisen in een projectrealisatie overeenkomst met de ontwikkelaar. Daarna gaat de regie over van de gemeente naar de ontwikkelaar (onder de voorwaarden uit de overeenkomst). De rol van de gemeente veranderd van het voeren van regie naar een toezichthoudende rol. Volgens de door OVO opgestelde planning start deze fase in januari 2007. De hoogte van de kostenraming in de ontwerpfase en de bestekfase is sterk afhankelijk van de rolverdeling tussen de partijen. Uitgangspunt is dat de ontwikkelaar een andere partij is dan de gemeente. De ontwikkelaar heeft de regie in deze fasen en is opdrachtgever die volgens planning van OVO een doorlooptijd heeft van ongeveer 1½ jaar. Dit betekent dat de gemeente in deze fasen wat op afstand staat. Omdat de gemeente verantwoordelijk is voor de programmering zal een zodanige overlegstructuur tussen partijen gekozen moeten worden dat de gemeente op de hoogte blijft van het verloop van het ontwikkelingsproces. Dit betekent dat ook in deze fasen rekening gehouden moet worden met te maken proceskosten (met name ambtelijke uren). Nu de overlegstructuur en de frequentie van overleg nog niet bekend 40
zijn, is het kwantificeren van deze kosten niet eenvoudig. Er zal een aanname gedaan moeten worden. Proceskosten in de ontwerpfase en de bestekfase: 960 uur (2 personen à 480 uur). Deze taken vallen onder de reguliere taken van MO.
1.2 Uitvoeringsfase
De verwachting is dat de ontwikkelende partij ook de opdrachtgever voor de realisering van de multifunctionele accommodaties zal zijn. Dit betekent dat de gemeente ook in deze fase vanuit een andere, wat meer op afstand staande, positie bij het proces betrokken zal zijn. Omdat de uitvoeringsfase wat verder weg ligt, de overlegstructuur en de frequentie van overleg nog niet bekend zijn en deze fase zich over een periode van een jaar of tien uitstrekt is elke raming van de proceskosten arbitrair. Ook voor deze fase moet een aanname worden gedaan. Proceskosten in de uitvoeringsfase: 320 uur per jaar per MFA gedurende de hele uitvoering. Ook hier is sprake van regulier werk en wordt verzocht dit in de afdelingsplannen van de betreffende afdeling op te nemen.
2
Beheer
Het beheer van de multifunctionele accommodaties valt uiteen in twee delen: a. Het beheer en onderhoud van het gebouw zoals juridisch verbonden aan het eigendom van het vastgoed; b. Het dagelijks beheer van de MFA’s.
In de voorzieningencorporatie zal het totale beheerpakket vorm moeten krijgen. Patrimonium Woonstichting wil graag een actieve rol spelen in het beheer. Hierover zijn gesprekken gaande. Om inzicht te krijgen in en tijdig in te kunnen spelen op alle aspecten die bij het beheer van deze accommodaties een rol spelen laat Patrimonium Woonstichting zich ondersteunen door een externe adviseur. Als zodoende de gevolgen van het beheer in beeld is gebracht zal samen met de gemeente nader vorm gegeven worden aan deze beheersvorm. Extra investering: € 50.000-
3
Deelplan 2 en 3
In de volgende deelplannen worden een aantal voorzieingen gerealiseerd: * deelplan 2: - 1 school (multifunctioneel - 2 buurtschapsvoorziengen * deelplan 3: - 1 school (multifunctioneel) - 2 buurtschapsvoorzieningen - het Natuurhuis De komende jaren zal de organisatie en realisatie van deze voorzieningen in het project verder uitgewerkt worden. - Investering scholen: regulier - Investering buurtschapsvoorziening: zie pijler 5 - Investering Natuurhuis: € 1,4 mln
r e l j i p e 6 Tweed Levensloopbestendige woningen en gebouwen hebben de toekomst
6.1 Levensloopbestendige woningen Ontwerp
Uitvoering
6.1.1 Verkaveling Er wordt 65% verkaveld op 7,2 meter breed.
Realisatiefase
Dit uitgangspunt wordt meegenomen in het stedenbouwkundig plan. OVO is verantwoordelijk en gemeente zorg voor monitoring. Er dient een monitoringsysteem (ook voor sociale woningenbouw en variatie) opgezet te worden. Bij de verkaveling wordt in het stedenbouwkundige plan rekening gehouden met Nieuw Wonen uitgangspunten: a. indeling van uitgeefbaar gebied met kavels van 7,2 m breed (65 % 7,2 m breed) b. integratie van groen en water in de woonomgeving c. oplossingen voor parkeren d. voldoende verharding t.b.v. de toegankelijkheid
e. centraal gelegen ontmoetingsplekken in buurtjes f. creëren van een natuurlijke samenhang tussen buurtjes 6.1.1 Verkaveling Streven naar een levensloopbestendige wijk betekent dat er sociale huur- en koopwoningen met een brede kavelmaat moeten komen. Dat houdt in een woning met een beukmaat die breder is dan gangbaar voor deze woningcategorieën. Uitgangspunt is een woning met een breedte van 7.20 meter. Een woning met een beukmaat van 6.00 meter past binnen Woonkeur met Pluspakket Toekomstwaarde. Het breder maken van de kavel c.q. de woning leidt, bij een gelijkblijvende kaveloppervlakte, tot
41
Effecten van een bredere kavel (beukmaat) bij een gelijkblijvend oppervlak
Woning: 5.40 x 9.00 meter Kavel 108 m²: 5,40 x 20 meter
Woning: 5.00 x 8.10 meter Kavel 108 m²: 6 x 18 meter
Woning: 7.20 x 6.75 meter Kavel 108 m²: 7.20 x 15 meter
een ondiepere kavel. Het effect van een bredere kavel is te zien in onderstaande tabel en in bovenstaande afbeelding. In onderstaand voorbeeld wordt uitgegaan van een kaveloppervlakte van 108 m².
Kavelbreedte (in meters) 5,40 5,40 6,00 6,00 7,20 7,20
Kaveldiepte (in meters) 20 20 18 18 15 15
Grondvlak van de woning (in meters) 5,40 x 9,00 5,40 x 9,00 6,00 x 8,10 6,00 x 8,10 7,20 x 6,75 7,20 x 6,75
Diepte achtertuin (in meters) 8,00 11,00 8,90 11,90 5,25 8,25
Voortuin (in meters) 3 0* 3 0 3 0
Afstand tussen achter gevels**(in meters) 16,00 22,00 17,80 23,80 10,50 16,50
*: 0- meter voortuin wordt in het kader van woonkeur niet altijd wenselijk geacht. ** bij identieke woningen met achtertuinen aan elkaar Het is mogelijk deze woningtypen met de achtertuinen aan elkaar te laten grenzen. Bij de breedste beukmaat is een voortuin niet wenselijk, dan wordt de afstand tussen woningen aan de achterzijden te klein: te geringe privacy en lichtinval. De minimale afstand tussen achtergevels bedraagt dan 16.00 of 20.00. Situering van een ander woningtype met een diepere achtertuin aan een van bovenstaande typen leidt tot een grotere afstand tussen de achtergevels. 42
Doelstelling
65% van alle woningen in Veenendaal Oost heeft een kavelbreedte van 7,2 meter of meer en de resterende 35% een beukmaat van 5,40 meter of meer. Daarnaast zal de optie om levensloopbestendige woningen met een beukmaat van 6,00 meter te realiseren onderzocht worden. De gemeente geeft hierbij het programma van eisen aan voor een levensloopbestendige woningen. De belangrijkste ontwikkelaar, Latei, geeft aan wat de minimale breedte is van de
woning die voldoet aan het programma van eisen. Na afronding van dit onderzoek zal een keuze worden gemaakt voor één van beide opties. Wat de financiële gevolgen van deze verkavelingen zijn voor de GREX wordt, overeenkomstig art. 6.4 van de samenwerkingsovereenkomst door OVO uitgezocht.
Parkeren
Minimaal 50% van het aantal parkeerplaatsen op eigen terrein.
De overige parkeervakken maximaal 50 meter van de woning en zo veel mogelijk geclusterd. Dit is noodzakelijk om het woonkeurcertificaat te verkrijgen. Toelichting In het kader van levensloopbestendig wonen is het belangrijk voor bewoners en bezoekers met een fysieke functiebeperking om dicht bij de woning te kunnen parkeren. Aan de andere kant wordt een straat met veel geparkeerde auto’s als minder aantrekkelijk ervaren.
Uitvoering
Bij de verkaveling wordt in het stedenbouwkundige plan rekening gehouden met Nieuw Wonen uitgangspunten: - indeling van uitgeefbaar gebied met kavels van 7,2 m breed (65 % 7,2 m breed, 35% minimaal 5,40 m. breed) - integratie van groen en water in de woonomgeving - oplossingen voor parkeren - voldoende verharding t.b.v. de toegankelijkheid - centraal gelegen ontmoetingsplekken in buurtjes OVO is verantwoordelijk en gemeente zorgt voor monitoring. Er dient een monitoringsysteem (ook voor sociale woningenbouw en variatie) opgezet te worden. Door de provincie is inmiddels een voorstel gedaan. Verwacht tijdsbeslag : 50 uur SOB/ TRP/VHV en 20 uur SOB/TRP Kostenraming: Ureninzet SOB: 70 uur x € 65/uur = € 4.550
6.1.2 Woningen a. Definitie levensloopbestendige woningen: Een levensloopbestendige woning is een woning met een zodanige ruimtelijke vormgeving en materiele constructie dat de woning zelf er nooit de oorzaak van is dat de bewoners, door veranderende levensomstandigheden gedwongen zijn te verhuizen. b. Alle woningen en woongebouwen moeten voldoen aan het basispakket Woonkeur (woning/woongebouw en woonomgeving), pluspakket toekomstwaarde en Politiekeurmerk Veilig Wonen Nieuwbouw. In Woonkeur zijn diverse keurmerken, kwaliteitslabels en eisenpakketten samengevat en op elkaar afgestemd. Een woning/woongebouw die voldoet aan de basiseisen biedt ruim voldoende woontechnische kwaliteit; het is een flexibele en goed bruikbare woning. Het basispakket woonomgeving gaat o.a. in op toegankelijkheid van de woningen/ woongebouwen en op overzichtelijkheid van de woonomgeving (veiligheidsbeleving). Woonkeur: toekomstwaarde Alle woningen en woongebouwen moeten voldoen aan het pluspakket Toekomstwaarde, inclusief de onderdelen Stedenbouwkundige randvoorwaarden en Organisatie, maar uitgezonderd onderdeel S.2.1: hier gelden de beukbreedtes zoals hierboven omschreven. Aan het pluspakket Toekomstwaarde ligt de volgende doelstelling ten grondslag: Het streven naar een meer levensduur-
bestendige woning met een zekere neutraliteit in de ontwerpspecificaties, een zekere flexibiliteit in de gebruiksmogelijkheden en een zekere aanpasbaarheid met het oog op toekomstige ontwikkelingen. In de praktijk wordt het pluspakket Toekomstwaarde niet vaak integraal overgenomen. De eisen gaan ver. Wel worden, bij het bouwen voor een specifieke doelgroep, delen uit het pluspakket overgenomen (bron: SKW certificatie bv). Daar staat tegen over dat de ambities van Nieuw Wonen hoog zijn. Bovendien is in het Masterplan opgenomen dat moet worden voldaan aan de 12 criteria van VROM met betrekking tot nieuw wonen. Deze criteria vallen onder het pakket Toekomstwaarde. De ontwikkelaars zijn gehouden deze eisen te verwezenlijken. OVO zal deze eisen in de projectrealisatie overeenkomsten opnemen. 6.1.3
Opbrengsten en investeringen Bouwkosten, per woning, per pakket Een aantal eisen uit de woonkeur is sinds 2003 opgenomen in het bouwbesluit. De kosten voor deze eisen zijn daarmee standaard geworden. De meerkosten voor uitvoering van de basiseisen uit woonkeur zijn maximaal (Opgave SKW, prijspeil 2006): Seniorenwoning: € 950 Eengezinswoning: € 1.050 Galerijwoning: € 1.350 Urban villa: € 1.950
43
Indien een architect/ontwerper vanaf het begin van het ontwerp rekening houdt met het toepassen van Woonkeur, dan kunnen bovengenoemde kosten met 50% tot 75% worden verlaagd. Kosten voor toetsing van de maatregelen Door middel van het aanvragen van een certificaat WoonKeur worden de uit te voeren maatregelen getoetst. De kosten (prijspeil 2006) voor het verkrijgen van een certificaat zijn: Basistarief € 1.630 Woongebouw per type € 333 Woning per type € 333 Woning € 9,50 tot (afh. van projectgrootte) € 21 Per pluspakket 15% toeslag Evt.voortoets op basis van urendeclaratie à € 115 De procedure voor het verkrijgen van een certificaat is, in het kort, als volgt: - Indienen aanvraag door opdrachtgever - Indien gewenst: voortoets van voorlopig- of definitief ontwerp - Verplicht WAG advies (*) - Eerste toetsing op basis van def. bestek en tekeningen en de voorlopige akkoordverklaring van politie, KMC en WAG - Tweede toetsing bij oplevering - Gevelplaquette per project en certificaat per woning NB: Indien niet aan alle eisen is voldaan, maar deze wel later relatief eenvoudig zijn uit te voeren, kan een “verklaring woonkeur” worden verkregen. 44
(*) WAG = Woonkeur AdviesGroep, met daarin organisaties zoals de ouderenbond, gehandicaptenorganisaties , VAC, politie. WAG adviseert over de minder goed objectief meetbare eisen die wel bijdragen aan hogere woonkwaliteit. Opvolgen WAG advies is niet verplicht, mits beargumenteerd Bij het bovenstaande geldt dat aan de gemeente beargumenteerd toestemming gevraagd kan worden in bepaalde gevallen van het Woonkeurpakket af te wijken. Kosten voor handhaving (gemeente) Toetsing vindt plaats door de certificerende instantie. De gemeente ziet toe op de aanwezigheid van een voorlopig certificaat bij het indienen van de bouwaanvraag en op de afgifte van het definitieve certificaat bij de oplevering. Aan deze, administratieve, afhandeling zijn geen extra kosten verbonden. Politiekeurmerk Veilig Wonen Nieuwbouw. Het Politiekeurmerk Veilig Wonen® (verder: PKVW) bestaat als enig keurmerk nog afzonderlijk naast het Woonkeur. Het PKVW heeft tot doel om door een zorgvuldig ontwerp en beheer van de te bouwen en/of gebouwde omgeving de kans op nagenoeg alle vormen van kleine criminaliteit tegen te gaan. Het keurmerk draagt in belangrijke mate bij aan de verbetering van de sociale veiligheid in de openbare ruimte en de directe woonomgeving.
Er zijn twee keurmerken, één voor de bestaande bouw en één voor de nieuwbouw. De kosten in relatie tot bouwbesluit zijn laag: € 250 per woning. Het beoogd effect van het PKVW is, dat door het aanbrengen van voorzieningen die voldoen aan de keurmerkeisen en door bewustwording de objectieve en subjectieve veiligheid wordt verhoogd alsmede de kwaliteit van de woningvoorraad en de woonomgeving. Dit past natuurlijk ook prima in het integraal veiligheidsbeleid. Kosten van Woonkeur en Politiekeurmerk zijn voor rekening van de ontwikkelaar/ toekomstige eigenaar. Duurzaam bouwen Voor de nieuwbouwwijk Veenendaal oost worden ambities opgesteld voor het duurzaam bouwen. Via een projectmatige aanpak, in samenspraak met de ontwikkelaars, zullen deze ambities zo spoedig mogelijk worden opgesteld. De eerste bepalende deadline is de start van de opstalontwikkeling voor de eerste fase van het eerste deelplan. Voor Nieuw Wonen en Energie worden eveneens ambities geformuleerd. Deze kunnen overlap vertonen met duurzaam bouwen ambities. Door de juiste dwarsverbanden tussen de projecten zullen deze overlappen in kaart worden gebracht en op elkaar worden afgestemd. Bij overlap kun je denken aan eisen op het gebied van een gezond binnenklimaat, energiebesparing en woonkwaliteit.
Op de kosten is nog geen zicht dat hangt af van de gekozen ambitie. Wel zijn er dubo maatregelen die niets tot weinig extra’s kosten en er zijn maatregelen waar wel een bepaald prijskaartje aan hangt. Ook kunnen investeringen zichzelf terugverdienen.
eenheid betekent niet dat alles hetzelfde moet zijn. Er dient voldoende afwisseling te zijn tussen eenheid en verschil. De combinatie van deze twee zorgt voor rust, herkenbaarheid, variatie en het bijzondere: diversiteit zonder dogma’s.
Toewijzing woningen De gemeente stelt een toewijzingsregeling op voor de koopwoningen in Veenendaal Oost. Getracht wordt een dusdanige regeling te ontwerpen dat de sociale koopwoningen altijd voor de doelgroep bestemd blijven. Ook woningen voor bijzondere doelgroepen dienen gelabeld te worden, zodat bij wijziging in de situatie de woning voor de doelgroep bestemd blijft. Ook wordt onderzocht of de 30% sociale huur en koop niet als bijv. Te Woon kan worden aangeboden.
In een bebouwde omgeving is er bij mensen een behoefte aan herkenning, van de eigen woning, de straat, de buurt en het stadsdeel. Dat betekent een gelaagde opbouw, waarbij eenheid en variatie op de genoemde schaalniveaus voor dienen te komen. Toepassing van variatie en eenheid dient voort te komen uit het stedenbouwkundige concept.
Verwacht extra tijdsbeslag: 50 uur SOB/TRP/VHV Kostenraming: ureninzet SOB: 50 x € 65/uur = € 3.250
6.2 Variatie
Variatie is geen doel op zich. Variatie is een middel om te komen tot een gevarieerd stadsbeeld. Een stadsbeeld dat enerzijds prikkelt en uitnodigt en anderzijds beschutting en herkenbaarheid biedt. Bij de verkaveling en de architectuur gaat het om twee begrippenparen die elkaar dienen aan te vullen: a. orde en eenheid b. variatie en verscheidenheid. Het gaat niet om absolute begrippen, die elkaar uitsluiten. Variatie betekent niet dat alles anders moet zijn. Orde en
6.2.1
De opzet van buurten en buurtschappen Veenendaal-oost wordt een levensloopbestendige wijk. Naast eisen ten aanzien van wonen en zorg, zijn voorwaarden en aanleidingen nodig voor sociale cohesie en om het mogelijk te maken dat mensen makkelijk en ongedwongen in contact met elkaar kunnen komen. Dit krijgt vanuit Nieuw Wonen een uitwerking in: a. Een stedenbouwkundige opzet met herkenbare en overzichtelijke buurten b. Het thema “Ontmoeting” verwerkt in programma en verkaveling. In het Ontwerp Nieuw Wonen (september 2005) zijn de volgende uitgangspunten genoemd:
-
-
Een buurtschap is ongeveer 500 woningen; Een buurt omvat 150-200 woningen Per buurt een gemixte samenstelling met diverse prijsklassen met als doel een gemixte samenstelling van bewoners (leeftijd en inkomen). De sociale koop- en huurwoningen onderscheiden zich niet expliciet in uiterlijk van koopwoningen. Dit is belangrijk voor de beeldkwaliteit en identiteit van buurten.
Binnen deze uitgangspunten kan een buurt worden gevormd door verschillende woningtypen binnen één architectuur, zonder dat al die woningen identiek zijn. Vanuit Nieuw Wonen bezien is een buurt een gebied met een homogeen karakter. Belangrijk voor de herkenbaarheid van een buurt c.q. een stedenbouwkundige eenheid zijn de grenzen en het karakter. De grenzen kunnen duidelijk zijn of diffuus. In het laatste geval is het moeilijker om te zeggen waar een buurt begint of eindigt. Een duidelijke begrenzing draagt daarentegen bij aan herkenbaarheid. De grenzen van een gebied moeten echter goed te doordringen zijn, op voldoende plaatsen. De grens mag geen barrière zijn. Goede verbindingen met de omgeving verhogen het karakter van ieder gebied, mits het gebied zich in voldoende mate onderscheidt van die omgeving. Met andere woorden, het gebied dient een eigen karakter te hebben. Het karakter van een gebied wordt
45
bepaald door een aantal thematische continuïteiten. Daarbij is er een ruime keuze uit componenten, bijvoorbeeld verharding, ruimte, vorm, details, symbolen, functies, straatnamen. Maar ook een homogene opbouw van voorgevels, materialen, ornamenten, kleur en vooral erfafscheidingen aan de straat. Een zekere mate van herhaling van een aantal componenten is nodig om een sterk beeld c.q. image te bereiken. De componenten en de herhaling dienen voldoende te zijn om tot herkenning te leiden en om een onderscheid met andere gebieden te bewerkstelligen. Als het thematische contrast met andere gebieden eenmaal gemaakt is, is een strikte interne homogeniteit minder belangrijk. Dan kan de eenheid op andere wijzen worden behouden. Bijvoorbeeld door een herhaling van elementen in een voorspelbaar patroon, zoals bijzondere panden of winkels aan een route. Voor Veenendaal-oost het 1e deelplan betekent dit: • vier buurtschappen die samen het gebied Midden vormen; • binnen de buurtschappen herkenbare buurten. Zie afbeelding 2 OVO voert uit en de gemeente draagt zorg voor monitoring en input. 6.2.2 Woon-werk woningen In elke buurtschap (500 woningen) worden enkele kavels aangewezen waar tot 80% van de kavel met een maximum van 100 m² mag worden bebouwd teneinde woonwerk-eenheden mogelijk te maken. (Gangbaar is 50 m²). Deze 46
plekken zullen in de uitwerkingsplannen van het globale bestemmingsplan worden vastgelegd. Deze plekken situeren langs routes, bij ontmoetingsplekken en buurtschapsvoorzieningen. Verder bij een rij aaneengesloten woningen situeren op de hoek. Er dient voldoende parkeergelegenheid te zijn en te blijven (zie afbeelding 3). OVO voert uit en de gemeente zorgt voor monitoring. 6.2.3 Ontmoeting (zie ook pijler 4) Het thema “ontmoeting” dient met diverse ruimtelijke maatregelen ondersteund te worden. Voor kinderen worden speelplaatsen aangelegd volgens de gemeentelijke richtlijnen. Maar voor volwassenen is er veelal weinig te doen. Om die reden is het goed de overgang tussen woning en openbaar gebied in
afbeelding 2 Bron: Adviesbureau Haver Droeze
Afbeelding 3: plaats van de woon-werk kavels
te richten voor ongedwongen contacten. Zo’n mogelijkheid tot verblijf voor de woning vergroot de kans op contact en daarmee op gemeenschappelijke activiteiten. Voorbeelden zijn een bank vlak bij de voordeur, een voortuintje met laag hek, een veranda of een stoep waar een stoel of bloembak kan staan. 6.2.4 Welstandvrij Het Rijk pleit voor zoveel mogelijk keuzevrijheid voor de burgers. De gemeenteraad kan welstandsvrije gebieden aanwijzen en zo de keuzevrijheid van de burgers vergroten. Particuliere opdrachtgevers zouden in dergelijke gebieden écht hun eigen droomhuis kunnen realiseren. In deze gebieden vervalt de eis dat vergunningplichtige bouwwerken moeten voldoen aan redelijke eisen van welstand. Bouwplannen worden in deze gebieden overigens wel aan alle andere voorschriften getoetst, zoals het Bouwbesluit en het bestemmingsplan waarin alle zaken als rooilijnen en goot- en nokhoogte worden vastgelegd. Onderzocht gaat worden of en in welke fase welstandvrij gebouwd kan worden. Verwacht tijdbeslag: 10 uur SOB/ BWM, 10 uur SOB/TRP en 20 uur SOB/TRP/VHV. Kostenraming: ureninzet BWM en TRP: 40 uur x € 65/uur = € 2.600. 6.2.5 Uitgangspunten Per buurtschap van 500 woningen is een mix van 30 % sociale woningbouw en 70% vrije sector. Van de 30% sociale woningbouw is 20% huurwoningen, 5% 47
de zgn. € 100.000 woningen (excl. grondkosten) en 5% koopwoningen beneden de € 160.000 (incl. grondkosten). OVO verwerkt dit uitgangspunt in het stedenbouwkundige plan en de gemeente zorgt voor monitoring. Per buurtschap 10 % sociale koopwoningen en 20 % sociale huurwoningen Per buurt van 150 tot 200 woningen is er variatie in woningaanbod zoals vorenstaand en in de bijlage omschreven. OVO draagt zorg voor verwerking van dit uitgangspunt in het stedenbouwkundig ontwerp en de gemeente draagt zorg voor monitoring. De monitoring hiervan wordt in hetzelfde systeem ondergebracht als de verkaveling (zie 5.1.1.).
6.3 Consument gericht bouwen Consumentgericht bouwen is het bouwen waarbij de consument invloed heeft (gehad) op het uiteindelijke resultaat van het bouwproces. Er komen zeven verschillende benaderingen van consumentgericht bouwen voor in de praktijk. Deze benaderingen verschillen in de mate waarin de consument de ruimte krijgt om zijn wensen te realiseren. Welke benadering van toepassing is, heeft consequenties voor de wijze waarop het ontwerpproces, de bouwvoorbereiding en de bouw zijn georganiseerd.
48
De zeven benaderingen van consumentgericht bouwen zijn als volgt benoemd: • Traditioneel en Begeleid kopen (A en B): De klant kan kiezen uit vaste opties (A) en bij benadering B heeft de klant de mogelijkheid om binnen bepaalde grenzen individuele wensen te realiseren. • Projectonafhankelijke afspraken (C): Binnen bepaalde grenzen worden individuele wensen van de klant gerealiseerd. Dankzij de vast afspraken met leveranciers kan een snelle terugkoppeling gegeven worden aan de consument. Het verschil met benadering A en B is dat door de vaste afspraken met leveranciers en onderaannemers, meer- en minderwerk bij benadering C relatief gezien goedkoper wordt ten opzichte van benadering A en B. • Configuratie (D): De ontwikkelaar en het bouwbedrijf ontwikkelen samen het project. Samenwerking is vereist, anders heeft de ontwikkelaar geen garantie over de uitvoerbaarheid. De bouwstroom verloopt in fasen. De makelaar zorgt ervoor dat de verkoop van de huizen hiermee synchroon loopt. Lukt dit niet, dan moet de ontwikkelaar de modulekeuzes maken en vervalt deze keuzevrijheid dus voor de uiteindelijke koper. Daarna heeft de koper alleen nog de keuzevrijheid zoals die is omschreven bij de benaderingen Begeleid kopen (B) en Projectonafhankelijke afspraken (C). • Flexibel bouwen en wonen (E): De productontwikkeling vindt plaats met co-makers. Het bouwconcept stelt de consument is staat om zijn keuzes in
een laat stadium te maken en garandeert bovendien de levensloopflexibiliteit. De koper hoeft nog niet bekend te zijn bij de start van de bouw en kan op late termijn de woning relatief eenvoudig aanpassen. De ontwikkelaar en de bouwer ontwikkelen samen het project. Samenwerking is vereist, omdat de bouwer met prefab elementen moet leren omgaan. • Huizenwinkel (F): Er is sprake van mass customization door volledig uitgewerkte keuzemogelijkheden. Door het ver uitgewerkte aanbod kan ook bij grotere projecten een mate van keuzevrijheid aangeboden worden die niet onderdoet voor particulier opdrachtgeverschap (individueel of collectief). De ontwikkelaar en de bouwer vormen één bedrijf. • Integrale aanpak (G): Er is sprake van vergaande specialisatie tijdens het verkoopproces en het bouwproces. Bij de uitvoering spelen prefab en modules een belangrijke rol. De productontwikkeling komt voort uit de marktvraag en de technische ontwikkelingen. De ontwikkelaar en bouwer behoren tot hetzelfde bedrijf. Er is een hechte samenwerking met co-makers. Om een keuze te kunnen maken tussen de zeven benaderingen moet aan alle voorwaarden voldaan kunnen worden. De belangrijkste staan hierboven opgesomd. Voorop staat natuurlijk: de markt bepaalt! De kosten van deze 7 varianten zijn moeilijk te geven. Deze zijn afhankelijk van de uitvoering en door wie het wordt uitgevoerd.
Als A de minimale variant is en G de maximale, dan worden de huur- en sociale koopwoningen gerealiseerd met een variant die ergens ligt tussen C en D. De ontwikkelaars worden aangemoedigd zo klantgericht mogelijk te bouwen. Gemeente ondersteunt ontwikkelaars hierin middels het initiatievenbureau. De markt is bepalend. De initiatieven moeten de mensen wel aanspreken. Hier zal onderzoek naar worden verricht. Dit zal één van de taken zijn van het initiatievenbureau. Pijler 4 zal hier verder onderzoek naar doen. Kosten hiervoor worden bij pijler 4 opgenomen. 6.3.1 Woonwensenonderzoek Er vindt binnenkort een algemeen Woningbehoeftenonderzoek plaats vanuit de afdeling Stadsontwikkeling van de gemeente. Dit gebeurt in samenwerking met de corporaties en OVO. Dit onderzoek zal onvoldoende voorzien in de woonwensen van specifieke doelgroepen (zoals lichamelijk en/of verstandelijke gehandicapten). Daar zou een aanvullend onderzoek voor moeten plaatsvinden. Een dergelijk onderzoek bestaat uit literatuuronderzoek en een enquête onder mensen met een functiebeperking. Kosten hiervoor worden geschat op € 10.000
6.4 Bijzondere wooninitiatieven Er zijn gesprekken gevoerd met Oudergroep Pach (of Ef5), Philadelphia, Heimerstein, Thuis in Wonen, Intrazorg Plus, ’s Heeren Loo, Abrona , De Rijswaarden en Reinaerde. In de eerste fase willen Oudergroep Pach (2x6 eenheden) en Heimerstein een plaats krijgen. Heimerstein heeft, ook financieel gezien, 2x8 of zelfs 3x8 eenheden nodig. (= beschermd wonen). Philadelphia en Thuis in Wonen hebben interesse in eenheden in de volgende fasen, zij hebben nu geen concrete plannen. De Rijswaarden is in principe wel geïnteresseerd, indien een groter aantal gebouwd kan worden, of een combinatie met andere zorgwoningen. Zij hebben op dit moment geen acute vraag. Intrazorg plus heeft zelf voldoende nieuwbouwcapaciteit rondom de Meent. ’s Heeren Loo heeft aangegeven geen interesse te hebben, zij zijn met Patrimonium in overleg over een woonvorm voor 20 cliënten in Dragonder Oost. Met Abrona Vastgoed was het niet mogelijk om op korte termijn een gesprek te voeren. Reinaerde heeft aangegeven geen interesse te hebben in clusterwoningen. Zij heeft wel interesse in een dagbestedingproject in allerlei vormen in Veenendaal-Oost. Zij denken aan circa
40 dagbestedingsplaatsen. Onderzocht wordt of het Regionaal Instituut Beschermd Wonen initiatieven wil ontplooien in Veenendaal-oost. De eenheden kunnen gebouwd worden door een corporatie, de groepen huren dan de locaties. Levering van zorg wordt gefinancierd via de AWBZ/ WMO. Wel zijn voorzieningen nodig, in de hele wijk, op het gebied van domotica en wonen/zorg/welzijn. 6.4.1 Allochtone ouderen Patrimonium heeft in 2005 op verzoek van de PvdA en de Marokkaanse zelforganisaties een onderzoek gehouden onder de allochtone ouderen (Turks en Marokkaans) in Veenendaal. Dit was gericht op het eventueel realiseren van een woonvorm speciaal voor allochtonen. De uitslag van de enquête gaf aan, dat er niet in groten getale op korte termijn behoefte was aan een woonvorm voor allochtone ouderen. Hier geldt wel het principe, dat aanbod tenslotte wel de vraag gaat beïnvloeden in positieve zin. Vraag is nog echter wel tot hoever moet je gaan in ook zorg- en welzijnsverlening (buiten de islamitische voorzieningen zoals een gebedsruimte, halalkok etc. om) door een allochtone zorgverlener. Patrimonium schat in dat de allochtone ouderen minder geïnteresseerd zijn in nieuwbouw, omdat hun sociale netwerk in de oude wijken van Veenendaal ligt
49
6.4.2
Uitvoering bijzondere wooninitiatieven Er dient een concretisering van het aanbod richting oudergroep Pach en Heimerstein gedaan te worden. Tevens dient gekeken te worden welke doelgroepen in de volgende fasen geplaatst kunnen worden. Daarnaast dient nog onderzocht te worden of allochtone doelgroepen een plaats willen hebben in Veenendaal Oost (bijv. speciale ouderenhuisvesting) en in welke fase. Verwacht tijdbeslag: 200 uur MO/ OZ&S en 200 uur SOB/TRP/VHV Kostenraming: ureninzet MO en SOB: 400 x € 65 = € 26.000. 6.4.3 Domotica In een levensloopbestendige wijk moet het ook voor mensen die zorgafhankelijk (geworden) zijn mogelijk zijn om zo lang mogelijk in de eigen woning te blijven wonen. Voor mensen met een langdurige, zware zorgvraag worden op dit moment domoticasystemen ontwikkeld, die het voor deze groep zorgvragers mogelijk maakt om zorg op maat in de eigen woning te ontvangen. Deze systemen werken meestal met: • uitwisseling van bewegende beelden (camera en scherm), • electronisch patientendossier, • op afstand te bedienen domotica (openen deuren, verlichting aan/uit etc), • telemedicine. Deze systemen zijn volop in ontwikkeling en bedoeld voor o.a. ouderen, gehandicapten en overige doelgroepen 50
met een langdurige zorgvraag. (Voor mensen met een tijdelijke zorgvraag zijn deze systemen te duur en te complex). De resultaten van de diverse proefprojecten zijn zeer positief, het aanbieden van domotica en zorg op maat kan opname in een intramurale instelling voorkomen of in ieder geval zeer lang uitstellen.
• geschatte meerkosten voor bemensing van de centrale meldpost: € ??.??? • onderzoekskosten (200 uur (MO en SOB) x € 65) € 13.000
Voor Veenendaal Oost is het interessant om -in combinatie met het ontwikkelen van zorgzones- de haalbaarheid nader te onderzoeken van een domoticaproject voor langdurige zorgvragers. Daarvoor is het nodig dat een potentiële patiëntengroep wordt gevonden, een zorgaanbieder gevonden wordt, en dat een geschikte locatie aangeboden wordt, die voorzien is van de benodigde infrastructuur (glasvezel of breedbandverbindingen).
Het experimentele van dit initiatief zit in de projectomvang. Uit vorige projecten is gebleken dat een dergelijk project pas kans van slagen heeft bij een minimale omvang van 200 woningen waarin zorg wordt geleverd. Wellicht dat het mogelijk is om een virtuele woonzorgzone te creëren door het slim bundelen van bestaande zorg.
De kosten van dergelijke projecten bestaan uit eenmalige investeringen en uit exploitatielasten. Voor Veenendaal Oost zou onderzocht kunnen worden • of met behulp van een eenmalige subsidie die kapitaalslasten verlaagd kunnen worden • of het daarna mogelijk is om de financiering van de exploitatielasten rond te krijgen, mede door slim gebruik te maken van reeds bestaande voorzieningen. De geschatte kosten zijn: • domotica uitrusting per woning: € 4.000 x 125 woningen = € 500.000 • aanpassing bestaande centrale: € 25.000
Project omvang: - ca. 25 woningen in groepsverband - ca. 100 woningen in woonzorgzone
Verwacht tijdbeslag: 200 uur MO/ OZ&S en 200 uur SOB/TRP/VHV Kostenraming: ureninzet MO en SOB: 400 x € 65 = € 26.000.
Domotica uitrusting per woning € 4.000 Aanpassing centrale € 25.000 Meerkosten centrale meldpost: pm
7 Deelplan 2 en 3 De uitwerkingen van deze pijler werkt door in deze 2 fasen. Na uitvoering van deelplan 1 zal een evaluatie gehouden worden.
r e l j i p e d 7 Der Mobiliteit en toegankelijkheid voor iedereen
7.1. Openbaar vervoer Uitgangspunt is goed openbaar vervoer in de wijk. Een goed geregelde mobiliteit, een toegankelijke omgeving en goed toegankelijke gebouwen en woningen in de wijk zijn cruciale randvoorwaarden om de bewegingsvrijheid van alle mensen te garanderen. Goed openbaar vervoer in de wijk bevordert de bewegingsvrijheid en daarmee de maatschappelijke participatie van de bewoners. Openbaar vervoer leidt tevens tot een betere bereikbaarheid van het centrum en kan leiden tot de afname van het autogebruik. Dit laatste heeft weer gunstig effect op de leefbaarheid van de wijk. De uitgangpunten van het openbaar vervoer zijn dan in ieder geval dat goed toegankelijk is voor een ieder. Het dient een verbinding te bieden met de voorzieningencentra en aansluiting bieden op vervoer hogere orde. De insteek is om onmiddellijk bij de bouw van de wijk een vorm van openbaar vervoer aan te bieden.
Wat: Het invoeren van een vorm van toegankelijk openbaar vervoer in Veenendaal-Oost. Een van de eisen van Nieuw Wonen is het aanbieden van openbaar vervoer in Veenendaal-Oost. Goed openbaar vervoer: • bevordert de bewegingsvrijheid en daarmee de maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid; • leidt tot meer keuzemogelijkheden voor woon-werkverkeer; • leidt tot betere bereikbaarheid van het centrum van Veenendaal in relatie tot veiligheid en comfort; • kan leiden tot reductie van het autogebruik, met een gunstig effect op de leefbaarheid van de wijk.
Het openbaar vervoer moet tegemoet komen aan een grote diversiteit aan vervoersvraag. Daarbij moet openbaar vervoer goed toegankelijk zijn, een verbinding bieden met voorzieningencentra en aansluiting bieden op openbaar vervoer van hogere orde. Er zijn verschillende opties van een pendelservice verkend. In overleg met de provincie Utrecht zijn de mogelijkheden nader uitgewerkt en voorzien van een kostenplaatje. Het huidige openbaar vervoer is aanbesteed door de provincie Utrecht en wordt uitgevoerd door Stadsvervoer Nederland. Deze concessie loopt tot en met 2008. Dit betekent dat op het moment dat de eerste woningen in 51
Veenendaal-Oost (2009) opgeleverd worden het openbaar vervoer opnieuw is aanbesteed. Met andere woorden een mogelijke nieuwe buslijn door Veenendaal-Oost zal meegenomen worden in de aanbesteding voor het openbaar vervoer. Dit kan een nieuwe buslijn betreffen, maar ook een bestaande buslijn die verlegd zou kunnen worden. Gerealiseerd moet worden dat het openbaar vervoer in Veenendaal-Oost gefaseerd ingevoerd wordt. Dat wil zeggen dat in de beginfase met klein materiaal gereden gaat worden, na verloop van tijd zullen grotere bussen ingezet worden. Door de provincie is een kostenopzet gemaakt voor een aparte buslijn tussen Veenendaal-centrum en VeenendaalOost. De onderstaande kosten zijn op jaarbasis. 2009: maandag/vrijdag klein materiaal zaterdag klein materiaal
7-19 uur € 137.700 8-18 uur € 23.400
2010: maandag/vrijdag groot materiaal maandag/vrijdag klein materiaal zaterdag klein materiaal
7-9 uur en 16-19 uur € 114.750 9-16 uur € 80.325 8-19 uur € 25.750
52
2011: maandag/vrijdag groot materiaal zaterdag klein materiaal zondag klein materiaal
7-19 uur € 275.400 8-19 uur € 25.750 9-18 uur € 23.490-
Tegenover deze kosten staan ook reizigersopbrengsten. Deze opbrengsten zullen echter nihil zijn gedurende de eerste jaren. Eén van de onderzoeksvragen vanuit Nieuw Wonen is het aanbieden van gratis openbaar vervoer. De kosten daarvan staan hierboven genoemd. Een van de zaken die in de projectgroep aan de orde is geweest, is de noodzaak en risico’s van het aanbieden van gratis openbare vervoer. In feite wordt er een precedent geschept voor de bewoners van Veenendaal-Oost. Je kunt je afvragen of je als bestuur onderscheid wilt maken tussen bewoners van Veenendaal. Een andere mogelijkheid tot het verkrijgen van openbaar vervoer in Veenendaal-Oost is het verleggen van lijn 80 van Veenendaal centrum naar station Ede-Wageningen. Deze bus rijdt momenteel over de Grote Beer en zal in de toekomst gaan rijden over de Prins Clauslaan en de Rondweg-Oost. In het kader van een onderzoek “verbinding Ede-Veenendaal” wordt onderzocht in hoeverre deze lijn vanaf 2009 door Veenendaal-Oost zou kunnen rijden. Een probleem is de mogelijke ontsluiting aan de noordzijde van het gebied. Daar is nog niet alle grond in eigendom. Wellicht is een tijdelijke route via de Spitsbergenweg en de Dragonder-
weg een uitkomst. De resultaten van dit onderzoek zullen de komende weken duidelijk worden. Als aanvulling op de bovenstaande mogelijkheden is er de Regiotaxi De Vallei. Dit is ook een vorm van openbaar vervoer waar de bewoners van Veenendaal-Oost gebruik van kunnen maken. Dit collectief vervoerssysteem rijdt reeds een vijftal jaar in Veenendaal en biedt de reizigers de mogelijkheid om 5 openbaar vervoerzones te reizen voor een tarief van € 1,60 per zone. Dit systeem wordt bijzonder goed gebruikt en door de reizigers goed gewaardeerd. Het is een bestaand systeem dat dient als ondersteuning van het reguliere openbaar vervoer en waarvan de kosten in beeld te brengen zijn en voor een groot deel door de provincie Gelderland en Utrecht worden gedragen. Kosten Op het moment dat de provincie aanvangt met de voorbereidingen van de aanbesteding van het openbaar vervoer zullen de wensen van de individuele gemeenten worden geïnventariseerd. De provincie heeft reeds toegezegd de busroute van en naar Veenendaal-Oost mee te nemen in het bestek. Het is echter ook een taak van de afdeling Stadsinrichting om dit te bewaken en deze wensen ter zijne tijd nogmaals aan te geven. De verdeling van de kosten zal een onderwerp van gesprek worden en afhankelijk zijn van de vorm van openbaar vervoer dat gerealiseerd gaat worden. Wanneer de buslijn binnen de concessie van het openbaar vervoer valt zullen de kosten nihil zijn voor de
gemeente. Op het moment dat er een extra lijn ingezet wordt zullen er afspraken gemaakt moeten worden over de kostenverdeling. Een mogelijke verdeling zou kunnen zijn dat de provincie 2/3 en de gemeente 1/3 van de kosten voor haar rekening neemt. Wanneer het een extra buslijn, naast de huidige buslijnen, betreft zullen de totale kosten variëren van € 150.000 tot € 250.000 op jaarbasis. Dit betekent dat een extra lijn de gemeente maximaal € 85.000 structureel op jaarbasis gaat kosten. Bij de voorbereiding van de aanbesteding zal dit onderwerp verder uitgewerkt worden.Uitgangspunt is het gebruik maken van de bestaande lijnen en voorzieningen.
Het doel van deze pijler is het opstellen van een handzaam uitvoeringsplan waarin integrale richtlijnen staan genoemd waar bij de bouw van openbare gebouwen, aanleg van openbare ruimte, inrichting van de verkeersstructuur rekening mee gehouden moet worden. Inrichtingsplannen en bouwplannen zullen getoetst moeten worden aan deze richtlijnen.
7.2 Toegankelijkheid
7.2.2
Levensloopbestendig wil zeggen dat niemand uitgesloten mag worden van deelname in de samenleving. Daarom moeten alle faciliteiten in de wijk, woningen, voorzieningen en openbare leefruimte voor iedereen toegankelijk en bruikbaar zijn. Daarbij moet gedacht worden aan woongebouwen, alle overige gebouwen met bezoekfunctie, verkeersroutes, ontmoetingsplaatsen en speelplekken, brievenbussen, bushaltes enz. Hiervoor zijn concrete voorschriften voorhanden die in den landen gebruikt worden. Om te komen tot een optimaal toegankelijke woonwijk zullen diverse partijen en uitvoeringsinstanties de handen ineen moeten slaan. In de verschillende fases van het project zal een toegankelijkheidstoets ingelast moeten worden.
Toegankelijkheid loopt als rode draad door Nieuw Wonen. Toegankelijkheid kent een aantal aspecten: 7.2.1 Toegankelijkheid woningen Toegankelijkheid van woningen is geregeld in het basispakket Woonkeur. Toegankelijke openbare ruimte Wat: het opstellen van een handzaam uitvoeringsplan waarin integrale richtlijnen staan genoemd waar bij de bouw van openbare gebouwen, aanleg van openbare ruimte, inrichting van de verkeersstructuur rekening mee gehouden moet worden. Het BAT (Bouw Advies Toegankelijkheid) heeft verschillende publicaties opgesteld om de toegankelijkheid van de openbare ruimte te waarborgen. Job Haug, vertegenwoordigt het BAT in de projectgroep Mobiliteit en Toegankelijkheid en is momenteel ook reeds betrokken bij de inrichtingsplannen van Dragonder-oost.
Dit is een maatregelenpakket waaraan ontwerpers en architecten aan moeten voldoen bij het ontwerpen van inrichtingsplannen. Met de Ontwikkelingsmaatschappij Veenendaal-oost zijn afspraken gemaakt dat Veenendaal-oost ontwikkeld zal worden aan de hand van deze IVOR. De toegankelijkheidseisen van het BAT zijn voor een groot deel opgenomen in het IVOR. De aspecten die er niet in zijn opgenomen zullen alsnog worden toegevoegd aan het IVOR. Op deze wijze worden de toegankelijkheidseisen verweven in het ontwerpproces. Van groot belang is echter dat er verschillende toetsingsmomenten in het ontwikkelingstraject ingebouwd worden. Deze toetsing zou kunnen geschieden door Job Haug van het BAT. Hij is, zoals eerder gezegd, ook betrokken bij de ontwikkeling van Dragonder-oost. Zijn expertise zal vanaf het eerste moment van in het ontwerp benut moeten worden. Uit ervaring blijkt namelijk dat wanneer het aspect toegankelijkheid vanaf het begin van het traject erbij wordt betrokken het niet kostenverhogend hoeft te werken. De gemeente is verantwoordelijk voor het inrichten van de openbare ruimte. Een grove schatting is een inzet van 100 uur van het BAT. Naar verwachting zal dit € 10.000 gaan kosten.
Bij de inrichting van de openbare ruimte wordt op dit moment gebruik gemaakt van de IVOR (Inrichtingseisen voor de Veenendaalse Openbare Ruimte). 53
7.2.3.
Toegankelijkheid speelterreinen Wat: de inrichtingseisen van het BAT voor speelvoorzieningen gebruiken als leidraad als de situatie daarom vraagt Het BAT heeft ook een rapport opgesteld met inrichtingseisen van speelterreinen. Hierin wordt beschreven dat speelplaatsen voor kinderen met een visuele stoornis voorzien moeten zijn van voldoende oriëntatiepunten. Fonteinen, volières, windgongen, schommels met bellen etc. Dit is in de openbare ruimte niet haalbaar. De vandalismegevoeligheid van dit soort dingen is veel te groot. De toestellen moeten ook aan diverse eisen voldoen. Geen uitsteeksels, hangende delen etc. waar je tegen aan kan lopen. Dan blijft er in de praktijk niets over van de reguliere speeltoestellen. Bewegende toestellen zijn altijd gevaarlijk voor visueel beperkte kinderen. Voor kinderen met een hoor- en evenwichtstoornis moet extra aandacht worden besteed aan de overzichtelijkheid van een speelplek. Specifieke eisen aan toestellen zijn er niet echt. Voor kinderen met een beperkte hand of armfunctie of een loopbeperking moeten wel wat aanpassingen aan een plek of toestel worden gedaan. De ondergrond moet goed toegankelijk zijn en de toestellen moeten worden voorzien zijn van voldoende handgrepen, steunpunten e.d. In de praktijk houdt dit in dat veel reguliere toestellen wel op een bepaalde manier te bespelen zijn voor deze doelgroep. Een selectieve keuze maakt een speelplek ook voor hen geschikt. Voor rolstoelgebruikers moet een speelplek goed toegankelijk zijn. Dit houdt in 54
dat bijvoorbeeld een rubber ondergrond de voorkeur heeft t.o.v bijvoorbeeld zand. De toestellen moeten aan bepaalde afmetingen voldoen om met een rolstoel toegankelijk te zijn. Dit blijkt in de praktijk bijna geen enkel toestel te zijn. Aangepaste toestellen zijn daarentegen minder uitdagend voor kinderen zonder beperking. Het is dus erg lastig om toestellen hiervoor geschikt te maken. Voor kinderen die wel kunnen kruipen is er veel meer mogelijk. Rekening houdend met de steilte van de opgang van een toestel is dit vaak ook geschikt voor deze doelgroep.
voor de inrichting van de openbare ruimte.
Voorgesteld wordt om per situatie te bekijken of er überhaupt vraag is naar dergelijke voorzieningen. Zo ja moet heel goed naar een samenhang worden gezocht voor valide en minder valide kinderen om ook samenwerking en uitdaging voor beide groepen te creëren. Er is momenteel geen speciaal beleid voor en slecht een klein aantal aspecten is opgenomen in de IVOR. Op het moment dat er behoefte is aan dergelijke voorzieningen zal de handleiding speelvoorzieningen van het Bat als leidraad worden gebruikt.
7.2.4
Wie: Het zal een gezamenlijk project zijn van de gemeente, architecten, ontwikkelaars en andere betrokken partijen om de toegankelijkheidseisen te verwerken in Veenendaal-oost. Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor het BAT. Van groot belang is het om het BAT in een zo vroeg mogelijk stadium te betrekken in het project. OVO is verantwoordelijk
De kans bestaat dat verschillende belangen in de ontwerpfase met elkaar in strijd zijn. Hierbij moet bijvoorbeeld gedacht worden aan eisen die gesteld worden de hemelwaterafvoer waarbij het hellingsvlak van het trottoir afwijkt van de eisen die gesteld zijn aan de toegankelijkheid. Binnen de projectgroep zullen de verschillende zaken tegen elkaar afgewogen moeten worden en zal uiteindelijk op basis van argumenten afgeweken kunnen worden van de gestelde eisen. Toegankelijkheid openbare gebouwen Wat: in een projectrealisatieovereenkomst opnemen dat de openbare gebouwen in Veenendaal-oost gebouwd dienen te worden onder het ITS-keurmerk. Hiermee voldoet de voor het publiek toegankelijke deel van een openbare gebouw aan de eisen die gesteld zijn aan toegankelijkheid. In het Bouwbesluit staan slechts een paar toegankelijkheidseisen verwoord waar een gebouw aan dient te voldoen. Deze zijn echter te beperkt om de toegankelijkheid van een gebouw voldoende te waarborgen. Probleem is dat een bouwvergunning niet geweigerd kan worden wanneer de toegankelijkheidseisen niet zijn verwerkt in een bouwplan. De enige manier is om het een en ander via de privaatrechtelijke weg af te dwingen. In dit kader is
gesproken met Willem Jagersma van het Landelijk Bureau Toegankelijkheid. Het LBT is een landelijk informatie-, adviesen kenniscentrum voor alle zaken die met toegankelijkheid samenhangen. Zij adviseren de overheid, belangenorganisaties en het bedrijfsleven. Het LBT kan een zogenaamd ITS-certificaat (internationaal toegankelijkheidssymbool) toekennen aan een gebouw of een woning. Dit certificaat is in 1971 in Nederland ingevoerd en is een wettig beschermd beeldmerk dat in Nederland is geregistreerd door de Chronisch zieken en Gehandicaptenraad. Door de CG-Raad zijn richtlijnen opgesteld waar openbare gebouwen aan moeten voldoen willen ze in aanmerking komen voor het ITS-certificaat. Deze eisen hebben betrekking op voor bezoekers toegankelijke ruimten. Het LBT kan door de gemeente maar ook door een ontwikkelaar of architect gevraagd worden om de totstandkoming van een bouwplan te begeleiden waar vervolgens de ITSeisen in zijn verwerkt.
In een project realisatieovereenkomst zal verwoord worden dat de openbare gebouwen in Veenendaal-oost gebouwd moeten worden onder het ITS-certificaat.
De eisen die het LBT stelt zijn in de meeste gevallen niet kostenverhogend zodra ze maar vroegtijdig in de plannen worden verwerkt.
Buurtschapvoorzieningen Zes multifunctionele gebouwen waar kleinschalige buurtactiviteiten, welzijnsactiviteiten, functie voor kinderopvang, zorgpost en kleine zelfstandige ondernemers gebruik van kunnen maken. Een buurtschapvoorziening heeft een gebruiksbereik van ongeveer 500 woningen
Architecten, gemeente of ontwikkelaars kunnen een offerte opvragen bij het LBT wat het kost om een project te begeleiden zodat uiteindelijk het ITS keurmerk kan worden toegekend. De kosten van de keuring zijn bekend. De richtlijnen waar een gebouw aan moet voldoen staan ondermeer genoemd in het Handboek Toegankelijkheid, daarnaast zijn er nog aanvullende richtlijnen geformuleerd.
De openbare bebouwen in Veenendaal zijn: Kloppend-Hart-Huis multifunctioneel gebouw in het centrum van de wijk voorzien van winkelvoorzieningen met basis diensten, zorg en welzijn, informatiepunten, cursussen, ontmoeting, culturele activiteiten en enkele commerciële functies Het Ontmoetingshuis een multifunctioneel onderwijsgebouw in het centrum aan een groen park waar onderwijs en educatie, culturele voorzieningen, feestruimte en sport met horeca is ondergebracht. Het Natuurhuis een multifunctioneel boerderijgebouw bij de natuurontwikkelingzone waar natuur, horeca, scouting, kinderboerderij en dagbesteding/rehabilitatie samenkomt Schoolgebouwen Multifunctioneel gebruik van de twee schoolgebouwen in de noordelijke deelwijk en een in de zuidelijk deelwijk (o.a. voor cursussen, muziek en verenigingen)
Wie: Het zal een gezamenlijk project zijn van de gemeente, architecten, ontwikkelaars en andere betrokken partijen. In een zo vroeg mogelijk stadium zal het LBT betrokken moeten worden door een ontwikkelaar/architect bij de ontwikkeling van een openbaar gebouw. Wan55
neer dit vroeg genoeg gebeurt kunnen de gestelde eisen relatief eenvoudig in een ontwerp verwerkt worden. Het LBT biedt de mogelijkheid om een workshop te organiseren met als doelstelling de toegankelijkheid als een vanzelfsprekend onderdeel van een programma van eisen op te nemen. De belangrijkste uitgangspunten van deze workshop is het bespreekbaar maken van toegankelijkheid binnen de gemeente waardoor het “tussen de oren” komt bij de planvorming bij gemeenten, ontwikkelaar en architecten. De kosten voor het begeleiden van het bouwtraject door het LBT zijn afhankelijk van de omvang van het gebouw. Zodra hier meer duidelijkheid over is kan hier een offerte voor worden aangevraagd bij het LBT. De kosten voor de afzonderlijke keuring van een gebouw zijn als volgt opgebouwd: Tot 100 m² € 510 Van 101 - 300 m² € 735 Van 301 - 1000 m² € 995 Van 1001 - 3000 m² € 1.230 Meer dan 3000 m² op aanvraag De kosten voor de beschreven workshop bedragen € 1.950.
56
Kosten Om de eisen van toegankelijk goed te verwerken is het van belang dat het LBT in het eerste stadium bij de planvorming wordt betrokken. Het LBT kan een offerte uitbrengen van de begeleidingskosten van het gehele traject. Een en ander is echter afhankelijk van de omvang van de openbare gebouwen. Een hele grove schatting van de kosten is € 25.000-. Capaciteitraming. Omdat de werkzaamheden voor wat betreft de toegankelijkheid van openbare ruimte en openbare gebouwen door externen wordt verricht is de inzet van de extra uren van stadsinrichting nihil. Voor de ondersteuning van het BAT en het LBT zou op jaarbasis 100 uur geraamd kunnen worden
7.3 Deelplan 2 en 3 De uitwerking van deze pijler zal doorwerken in de volgende 2 deelplannen.
r e l j i p e 8 Vierd Naar een zelfregulerende wijk en buurtjes met actieve en betrokken bewoners
Deze pijler is opgebouwd uit drie subonderdelen
A. Investeren in kwaliteitskenmerken van de wijk. • Bevorderen van ontmoeting • Gebruik van groen en water B. Geborgenheid en eigenheid van buurtjes met een gemengde bevolkingsopbouw. C. Bewonersparticipatie. • Woonwensonderzoek • Leren van Dragonder-oost • Initiatievenbureau + initiatievenmakelaar • Bewonersorganisatie en regelruimte • Particulier/collectief opdrachtgeverschap en consumentgericht bouwen • Kunst, cultuur en ontmoeting
57
A. Investeren in kwaliteitskenmerken van de wijk Visie
Een aantrekkelijk woonmilieu zorgt ervoor dat mensen zich hechten aan eigen woonomgeving. Mensen voelen zich meer verantwoordelijk voor het behoud, benutten en mooi houden van de omgeving, wanneer zij kunnen genieten van hun leefomgeving.
1
Bevorderen van ontmoeting
1.1 Iedereen maakt wel eens een ommetje, mensen van alle leeftijden en leefstijlen, gezonde mensen en mensen met een functiebeperking. Over het algemeen wordt in nieuwbouwwijken weinig ruimte gereserveerd voor het wandelen. De wandelruimte bestaat uit lijnen, punten en vlakken. De lijnen zijn de paden waarlangs. Dit netwerk wordt gekoppeld aan: • Waterlopen • Bestaande en nieuwe groenstructuren De punten zijn voorzieningen langs de route die aantrekkelijk zijn voor de wandelaar. Deze punten bestaan uit: • Banken • Horeca • Multifunctionele accommodaties De vlakken worden gevormd door verblijfsruimten die ook voor de wandelaar aantrekkelijk zijn: • Stadspark • Speel- en Ontmoetingsplekken • Natuurontwikkelingszone
58
Uitvoering voorbereidingsfase 1.1
Doordat de delen van Veenendaal-oost een verschillend karakter hebben, zal ook het karakter van het ommetje per wijkdeel verschillen. In het eindrapport van het atelier Ontmoeting zijn de verschillende ommetjes verder uitgewerkt.
Het realiseren van 3 ommetjes in de wijk, ieder met een eigen thema.
• Programma van eisen meegeven aan OVO (voor SVP en Haver Droeze) voor borging in stedenbouwkundig plan; • Programma van eisen borgen in inrichtingsplan Openbare ruimte; • Programma van eisen borgen op detailniveau openbare ruimte; opnemen en controleren in bestektekening en bestek.
Wat Fijnmazig netwerk van paden (deels te combineren met stratenpatroon in de wijk)Voldoende voorzieningen zoals bankjes, prullenbakken, fietsenrekken. Eventueel ook integreren met fitnessroute/skeelerroute.
Waar Padennetwerk ligt verspreid door de hele wijk, bredere (autovrije) paden; deze zogenaamde alleeën liggen circa 300 meter uit elkaar en zijn gekoppeld aan oost-west groenstroken in plangebied. Bankjes, prullenbakken, fietsenrekken bij de plekken/voorzieningen/bijzondere functies langs de route.
1.2
Het realiseren van een centrale ontmoetingsplek met een wijkfunctie Een centrale ontmoetingsplek in de wijk biedt ruimte aan geplande en (on)geplande ontmoetingen en maakt deel uit van de openbare ruimte. Het vormt een plek voor activiteiten, maar is ook een plek waar je even lekker kunt zitten of doorheen kunt lopen als je met je ommetje bezig bent. Een plek voor jongeren en ouderen.
Uitvoering voorbereidingsfase • Ruimte opnemen in stedenbouwkundig plan en Inrichtingsplan Openbare Ruimte door OVO. • Ontwerp maken door landschapsarchitect en ambtelijke begeleidingsgroep
Wat Er dient voldoende gelegenheid zijn om te zitten (tribune, bankjes, vaste stoelen) en oriëntatie/bezonning is belangrijk. Plek moet een aantrekkingskracht hebben op meerdere leeftijdsdoelgroepen.
Waar In de nabijheid van natuurlijke drukke punten in de wijk zoals het winkelcentrum of het centrale park. Ook koppeling met MFA (multi functionele accommodatie) of scholencomplex is mogelijk.
Hoeveel Alle wegen in plangebied zijn in principe geschikt voor voetgangers/fietsers, rolstoelen en scootmobielen Ruimte: • Alleeën: 7 x 300 x 30 meter breed =63.000 m² Straatmeubilair: • Globale inschatting bankjes: 50 stuks • Globale inschatting prullenbakken: 75 stuks • Globale inschatting fietsenklemmen: 50 stuks Programma van eisen Fitnessroute: • paden met halfverharding • Minimum aan fitness stellingen: Programma van eisen Skeelerroute: • geasfalteerde baan • geen kruisend (gemotoriseerd) verkeer • halfpipes, aantal verschillende soorten
Hoeveel Plek dient menselijke maat te hebben, gevoel van beslotenheid/geborgenheid te geven. Maximale afmeting 50x50 meter= 2500 m²
59
1.3. Het realiseren van ontmoetingsplekken in multifunctionele accommodaties In Veenendaal-oost worden functies gecombineerd met als doel zoveel mogelijk gebruik te maken van schaarse (openbare)ruimte en zoveel mogelijk ontmoetingen te stimuleren. Ontmoetingen tussen verschillende groepen en leeftijdscategorieën. Uitvoering • Mogelijkheden voor ontmoeting en ruimte zijn expliciet opgenomen in het programma van eisen voor het Kloppende Hart Huis, het Ontmoetingshuis en de Buurtschapsvoorzieningen.
1.4. Het realiseren van ontmoetingsplekken op buurtniveau Veel ruimte voor ontmoeting is vanzelfsprekend en al opgenomen in gemeentelijk beleid. De straat, de speelplek en het schoolplein zijn plaatsen bij uitstek waar mensen elkaar ontmoeten. Door slim (dubbel) ruimtegebruik kan aan dit soort ruimtes een extra dimensie gegeven worden. Door delen van deze ruimtes samen met bewoners vorm te geven wordt de betrokkenheid bij deze ruimtes vergroot en ontstaat een eigen (buurt)identiteit. Uitvoering voorbereiding • Programma van eisen voor ontmoetingsplekken • Reserveren van witte vlek in stedenbouwkundig plan door OVO • Bepalen en reserveren van budgetten voor ontwerpproces en inrichting • Uitwerken ontwerpproces met nieuwe bewoners
Wat
Waar
Hoeveel
Buiten: ruimte voor ontmoeting d.m.v. speelplekken, recreatieplekken, pleintjes en open plekken
Per buurtje en op buurtschapniveau tussen buurtjes in.
Plek dient menselijke maat te hebben, gevoel van beslotenheid/geborgenheid te geven.
Dubbelgebruik van ruimte (zoals openbaar gebruik schoolplein) Meervoudig gebruik ontmoetingsplekken door verschillende doelgroepen (combinaties, kinderen, ouderen, volwassenen, etc.)
60
2
Gebruik van water en groen
2.1 Wijkpark Door in de wijk één centraal park te maken, kan een groene plek ontstaan die ruimte biedt aan allerlei vormen van ontmoeting. Een wijkpark is bij uitstek een plek waar mensen van alle leeftijden en doelgroepen gebruik van kunnen maken en vormt een echte plek om naar toe te kunnen gaan. Een mooi wijkpark kan bijdragen aan de toekomstige identiteit van Veenendaal-oost en vormt een schakel tussen de verschillende delen van de wijk. Wat
Waar
Hoeveel
Groenvoorziening die het groene karakter van de wijk nogmaals onderstreept, geschikt voor alle doelgroepen en leeftijden, waarin ook andere functies een plek kunnen krijgen.Park dient geschikt te zijn voor wandelen, zitten, zonnen, balspelen, picknicken, spelen, etc. In park dienen voldoende voorzieningen aanwezig te zijn zoals bankjes, prullenbakken, fietsenklemmen, natuurlijke speelelementen. (Zand, speelwater, fontein, klimboom, etc.)
Centraal gelegen, goed bereikbaar vanuit alle drie de delen van de wijk. Goede verbindingen met ommetjes en natuurontwikkelingzone
Minimale oppervlakte 50.000 m² (oppervlakte in Masterplan is nu 56.317 m²), bij voorkeur ook deel van waterprogramma van de wijk in park oplossen. Globale inschatting bankjes: 15 Globale inschatting prullenbakken: 20 Globale inschatting fietsenklemmen: 20 Natuurlijke speelelementen voor diverse leeftijden
Uitvoering voorbereiding • Ruimte opnemen in stedenbouwkundig plan en Inrichtingsplan Openbare Ruimte door OVO • Ontwerp maken door landschapsarchitect en ambtelijke begeleidingsgroep
ningen zijn, mede ter voorkoming van overlast op overig gebruiksgroen. Als verschijningsvorm zal het groen vooral bestaan uit gras en bomen, weinig rozen en vakbeplanting. Door grotere oppervlaktes en natuurlijke inrichting moet spelen in het groen mogelijk gemaakt worden (speelbosjes, klimbomen).
Hekwerken langs watergangen moeten in Veenendaal-oost vermeden worden ten gunste van andere oplossingen. Deze zijn neergelegd in de publicatie “Veiligheid van oppervlaktewater” van de Stichting Consument en Veiligheid.
2.2
Groen en water voor recreatie en gebruik Groen is bedoeld om te gebruiken, te verblijven, te leren en spelen. Groen is (niet alleen) bedoeld om naar te kijken. Dit betekent een voorkeur voor grote oppervlaktes, geen snippers groen. Er moeten voldoende hondenuitlaatvoorzie-
Water is een vanzelfsprekende kwaliteit en is leuk voor jong en oud. De omgang met en beleving van water in de wijk is belangrijk. Naast groen is water ook bedoeld om te gebruiken, te leren en te spelen. In Veenendaal is veel aandacht voor de veiligheid van watergangen.
Uitvoering voorbereiding • De eisen van de Stichting Consument en Veiligheid zijn ingebracht bij het opstellen van de profielen die zijn opgenomen in de bijlagen van het Masterplan • Het programma van eisen vanuit IVOR vertalen en concretiseren voor Veenendaal Oost; 61
• Programma van eisen borgen in inrichtingsplan Openbare ruimte; • Programma van eisen borgen op detailniveau openbare ruimte; opnemen en controleren in bestektekening en bestek. Speelplekken in en aan het water past bij natte karakter van de wijk 2.3
Verbinding met natuurontwikkelingzone (De Groene Grens) Mensen in Veenendaal-oost beleven zo dicht mogelijk aan huis de groene uitstraling van de natuurontwikkelingzone. Dit kan door: • Het groen diep de buurten in te laten lopen; • Op sommige plekken bestaande bomen en slootjes intact te houden; • Zichtlijnen op de natuurontwikkelingzone aan te brengen. Vanuit de wijk is een soepele en bereikbare overgang naar de natuurontwikkelingzone. Zowel in infrastructuur als (recreatief) programma. De Natuurontwikkelingzone is voor alle bewoners veilig bereikbaar via fiets- en wandelpaden. Uitvoering voorbereiding • Voor de natuurontwikkelingzone is een aparte projectgroep in het leven geroepen. Informatie-uitwisseling over de overgang natuurontwikkelingzone - Veenendaal Oost moet gewaarborgd worden door afstemming tussen deze projectgroep en de ambtelijke begeleidingsgroep. . • Programma van eisen meegeven aan OVO (voor SVP en Haver Droeze) voor 62
borging in stedenbouwkundig plan; • Programma van eisen borgen in inrichtingsplan Openbare ruimte; 2.4
Multifunctionele accommodatie (het natuurhuis) en de natuurontwikkelingzone Het natuurhuis is een Multifunctionele accommodatie (MFA). Deze worden uitgewerkt in pijler 1. Het natuurhuis valt in deelplan 3 en wordt in deze fase van de planvorming niet meegenomen. De natuurontwikkelingzone wordt in overleg met de gemeente Ede ontwikkeld. Hiervoor is een aparte projectgroep opgericht. In het programma is ongeveer 8 ha aan (extensieve) ruimte voor recreatie opgenomen. Extra aandacht voor toegankelijkheid en bereikbaarheid natuurontwikkelingzone Toegankelijkheid en bereikbaarheid voor mensen met een functionele beperking wordt uitgewerkt in pijler 3.
Speelplekken in en aan het water past bij natte karakter van de wijk
2.5
Vissteiger, aanlegplaats bootje, etc.
Uitvoering deel A
Spelen, ontdekken, leren
Onderdeel A van deze pijler behelst in de uitvoering vooral inbreng in de planvorming van stedenbouw en inrichting openbare ruimte. Deze inbreng vindt in de reguliere planprocessen vanuit de verschillende vakdisciplines plaats in diverse project en begeleidingsgroepen. Hiermee zijn geen extra kosten gemoeid. Ook vanuit Nieuw Wonen vindt inbreng in deze planvorming plaats.
a b c d e
Fase
Product en tijdspad
Definitiefase Ontwerpfase Voorbereidingsfase Realisatiefase Nazorgfase
Stedenbouwkundig Plan gereed eind 2006 Opstalontwikkeling gereed eind 2007 start bouw begin 2008
Op basis van het Plan van Aanpak Stedenbouwkundig plan van OVO is vanuit Nieuw Wonen 270 uur deelname in 2006 in de planvorming opgenomen en als volgt gespecificeerd.
betaald. Voor 2007 zal een vergelijkbare inzet nodig zijn om de opstalvoorbereiding verder te begeleiden.
Deelname projectgroep door Nieuw Wonen 4 uur/week, 45 weken, 180 uur Deelname ambtelijke begeleidingsgroep door Nieuw Wonen 2 uur/week, 45 weken, 90 uur
Bouwrealisatiefase
In deelplan 1, fase 1 voor 300 woningen (2 buurten) 2 ontmoetingsplekken realiseren in samenspraak met bewoners. Investering: € 300.000
Kosten hiervoor worden door het Ontwikkelingsbedrijf Veenendaal-oost
B
Geborgenheid en eigenheid van buurtjes met een gemengde bevolkingsopbouw Visie
De mens staat centraal bij het ontwikkelen van Veenendaal-oost met als doel een levensloopbestendige woonwijk te maken. De woning en de directe woonomgeving zijn hierbij van groot belang. Een levensloopbestendige wijk vraagt om variatie in hoofdsferen, buurtschappen en een rijke variatie aan buurtjes daarbinnen. Voor elk schaalniveau is variatie in woonsferen heel belangrijk om de wijk als geheel flexibel te maken en houden.
Naast de ruimtelijke kenmerken wordt het buurtgevoel ook bepaald door sociale contacten binnen een buurt. De ervaren leefbaarheid en veiligheid van buurt wordt, zo blijkt ook uit onderzoek, vooral door één factor bepaald; de kwaliteit van sociale relaties. Contacten binnen de wijk kunnen van het begin af aan door gemeente/projectontwikkelaars.woningbouwvereniging/ontwerpers gestimuleerd worden. Daarnaast zijn het vooral de toekomstige bewoners zelf die het moeten doen!
63
1 • • • • •
Ruimtelijke kenmerken buurten Buurten zijn opgebouwd uit 150-200 woningen; Er is een menging van woontypes (prijsklassen en leefstijlen); Er is en menging van sociale huur/koop en vrije sector woningen; Binnen een buurt is ook ruimte voor werken en ontmoeten; Een buurt beschikt over een buurtschapvoorziening.
2
Sociale aspecten buurten
Deze aspecten worden meegenomen bij onderdeel C. bewonersparticipatie
Uitvoering Wat
Hoeveel
Menging woontypes (prijsklassen en leefstijlen)
30% sociaal en 70% vrije sector
Menging sociale huur/koop en vrije sectorwoningen
10% sociale koop en 20% sociale huur 70% vrije sector
Per buurtje is sprake van functiemenging
• Per buurtje worden woningen met mogelijkheden voor werken gerealiseerd. • In een buurtschapvoorziening zijn mogelijkheden voor wonen, werken en ontmoeten.
Tussen 3 à 4 buurtjes is sprake van een natuurlijke verbinding.
In deelplan 1 worden 4 buurtschappen gerealiseerd die steeds uit 2 buurtjes bestaan. De buurtschappen worden gescheiden door (groene)assen
64
Voor verdere uitwerking wordt verwezen naar pijler 2. In paragraaf 5.2 Variatie, worden deze onderwerpen nader geconcretiseerd.
C. Bewonersparticipatie Woonwensonderzoek Leren van Dragonder-oost Initiatievenbureau + initiatievenmakelaar Bewonersorganisatie en regelruimte Particulier/collectief opdrachtgeverschap en consumentgericht bouwen Kunst, cultuur en ontmoeting
Visie
Een levensloopbestendige wijk is in onze visie een wijk met innovatiekracht. Een wijk die zich kan aanpassen aan de tijd. Of, vanuit bewoners beschreven, een wijk met actieve, ondernemende en betrokken bewoners die “meedoen” en in staat zijn in te spelen op nieuwe feiten en omstandigheden (emotioneel, economisch, sociaal, fysiek en cultureel). Hiervoor is het nodig dat mensen invloed hebben.
1
Mensen willen ook graag invloed hebben op hun woning en leefomgeving. Uit onderzoek blijkt dat 87% van de Nederlanders zich erg betrokken voelt bij de wijk en dat 85% zich ook actief voor een leefbare buurt wil inzetten (Mythes, 2003). Invloed is bepalend voor de kwaliteit van het leven, een middel om gelukkig te zijn/worden. Invloed vergroot de betrokkenheid en versterkt de eigen identiteit en de sociale cohesie. Deze sociale cohesie is weer bepalend voor de leefbaarheid en veiligheid van buurten. Invloed vertaalt zich uiteindelijk ook in een betere kwaliteit van het plan en in lagere beheerkosten.
verantwoordelijk gaan voelen voor hun omgeving en de mensen om zich heen, is het van belang ze op allerlei manieren te betrekken bij de wijk. Dit betrekken is meestal verbonden met de inrichting en het beheer van de bebouwde en openbare ruimte. Dit heeft een fysieke weerslag op de omgeving om hen heen. Natuurlijk zijn er ook andere en onzichtbare processen, die niet per se een fysieke ingreep in de omgeving tot resultaat hebben. Deze hebben bijvoorbeeld te maken met onderwijs, sport, buurtactiviteiten en toevallige ontmoetingen.
Om te zorgen dat de toekomstige bewoners van Veenendaal-oost snel een binding krijgen met de wijk, zich
Woonwensonderzoek
Veenendaal-oost is primair bedoeld voor de inwoners van Veenendaal. Daarbij wordt gestreefd naar diversiteit in de bewonerssamenstelling (brede multiculturele bevolkingssamenstelling, diverse leeftijden, diverse inkomensgroepen) en de ontwikkeling van buurtjes. Om te bereiken dat er een wijk wordt
gebouwd waartoe deze mensen zich aangetrokken voelen is het van belang meer te weten over de woonwensen van de Veenendalers. Meer specifiek zijn dit de woningzoekenden in Veenendaal in het en een aantaldoelgroepen. Een woonwensenonderzoek waarvan het resultaat wordt gebruikt als invoer voor de verdere invulling van het bouwpro-
gramma, het bouwproces, het voorzieningenbeleid en het sociaal beleid is hiervoor gewenst. Het gaat om woonwensen in de brede zin van het woord, zoals leefstijl, huis, bebouwingsdichtheid en variatie, buitenruimte, sociale omgeving, werkruimte, voorzieningen, recreatie.
65
De specifieke doelgroepen die daarbij worden onderscheiden zijn: • Mensen met een allochtone afkomst; • Ouderen; • Alleenstaanden; • Mensen met een functiebeperking; • Jongeren en jong volwassenen.
Uitvoering
Er vindt binnenkort een algemeen Woningbehoeftenonderzoek plaats vanuit de afdeling Stadsontwikkeling van de gemeente. Dit gebeurt in samenwerking met de corporaties en OVO. Dit onderzoek zal onvoldoende voorzien in de woonwensen van specifieke doelgroepen (zoals lichamelijk en/of verstandelijke gehandicapten). Daar zou een aanvullend onderzoek voor moeten plaatsvinden.
66
Wat
Een woonwensenonderzoek bestaat uit literatuuronderzoek en een enquête onder mensen met een functiebeperking.
Inzet SOB: 2 uur, 12 weken, 24 uur: 24 x € 65 = €1.560 Inzet MO: 2 uur, 12 weken, 24 uur:24 x € 65 = €1.560
Hoeveel €10.000
2
Leren van Dragonder-oost
Achter tekentafels is het mooi werken. In functionele wijken is het mooi wonen. Maar helaas is tussen beide wel eens frictie. De gebruikskwaliteit van de wijk komt niet altijd overeen met de verwachtingen of gebruikseisen, hetgeen leidt tot overlast, klachten, kosten en/of een negatief imago. Reparaties (bijvoorbeeld het verplaatsen van vuilcontainers) of
herinrichting kost veel geld. Beter is het dus dit te voorkomen. In Dragonder-oost ligt een schat aan informatie over de gebruikswaarde en belevingswaarde van recente nieuwbouw(plannen), die kan worden gebruikt als input voor de verdere ontwikkeling en inrichting van Veenen-
daal-oost. Veel verschillende partijen geven informatie aan bewoners. Komt deze informatie op het goede moment, is informatie niet tegenstrijdig. Weten mensen bij welke organisatie informatie gehaald kan worden?
Uitvoering Wat
St. de Vaart heeft in opdracht van OVO met bewoners een website/forum ontwikkeld. Op www.dragonder-oost.info is informatie te vinden van en voor bewoners over het wonen. Bewoners worden bevraagd naar hun ervaringen tot nu.
Hoeveel Kosten OVO waren €5000
Begin 2006 heeft de PvdA een enquête uitgezet onder de bewoners van Dragonder-oost. De uitkomsten van de PvdA enquête onder huidige bewoners geven inzicht in wensen en actiepunten voor opbouwwerk, gemeente en Brede Wijkvoorziening. Instellen van een fonds om knelpunten bij de inrichting na oplevering op te kunnen lossen, fouten/missers bij de planvorming recht te zetten.
€15.000 per (opgeleverde) 500 woningen. Totaal dus €90.000
Evaluatie van de totale informatievoorziening aan toekomstige bewoners.
€1.500 vaste kosten en €550 per betrokken organisatie.
Evaluatie van SEV project Maskerade
€1.500 vaste kosten en €550 per betrokken organisatie
Inzet SOB: 4 uur, 12 weken, 48 uur: 48 x € 65 = € 3.120 Inzet MO: 20 uur: 20 x € 65 = € 1.300
Inzet DVL: 20 uur,: 20 x € 65 = € 1.300 Inzet Opbouwwerker: 48 uur: 48 x € 75 = € 3.600
67
3.1
Initiatievenbureau
Om te bereiken dat iedereen die iets in Veenendaal-oost wil ondernemen, wordt een initiatievenbureau opgericht. Dit bureau helpt mensen de juiste weg te vinden en ondersteunt en faciliteert waar nodig. Naast het ondersteunen van initiatieven uit de (toekomstige) wijk worden ook zelf initiatieven ontwikkeld. Dit heeft als doel de identiteit van de wijk te ontwikkelen, mensen aan te moedigen hieraan een bijdrage te leveren en mensen aan de wijk en aan elkaar te binden.
• Gebiedsinformatie en gebiedsverkenningen; • Informatie over de ontwikkeling van het gebied (regulier OVO); • Ondersteuning bij en informatie over particulier opdrachtgeverschap (bouwbureaus, aannemers, enz.); • Ondersteuning als zij zelf iets in Veenendaal-oost willen organiseren (voor zichzelf of voor/met anderen); • Vergaderfaciliteiten; • Activiteiten van de bewonersorganisatie; • Sociale, recreatieve, informatieve en culturele activiteiten.
Initiatiefnemers en toekomstige bewoners kunnen in het gebouw terecht voor:
Samenwerkende partijen hebben primair tot doel initiatiefnemers te ondersteunen,
wegwijs te maken en waar mogelijk inhoudelijke kwaliteit toe te voegen. Daarnaast is het de bedoeling dat zij ook zelf activiteiten organiseren en processen in gang te zetten. Daarbij biedt de ruimte een uitvalsbasis voor natuur, recreatie en sportactiviteiten en kunnen mensen er terecht voor andere ontmoetingen. In het gebouw wordt een soort café gehuisvest, die wordt beheerd als dagbestedingproject en/of met verstandelijk gehandicapten.
Uitvoering Wat
Hoeveel
Vinden van een geschikte locatie die voldoet aan programma van eisen
Overleg en besluitvorming vindt plaats ism gemeente, OVO/Quattro
Vinden van de organisaties die horen bij het programma van eisen en het organiseren van een bijeenkomst met hen. In eerste instantie zijn dit: • OVO, LATEI en Patrimonium ; • Sociaal Cultureel werk en SWO; • Kamer van Koophandel; • Gemeente; • Vrijwilligerscentrale en IVN Later aan te vullen naar aanleiding van programma van eisen
Bijeenkomst potentiële deelnemers. Haalbaarheidsbeoordeling en ondernemingsplan €15.000.
Programma van eisen formuleren voor het gebouw, de activiteiten en de organisaties, Overleg en besluitvorming vindt plaats inclusief prioritering en eerste financiële kaders.Op basis hiervan wordt een keuze ism gemeente, OVO/Quattro gemaakt uit; • Aparte voorziening bestaande uit huidig gebouw of tijdelijke voorziening • Ruimte in 1e MFA
Maken van afspraken over organisatie, PR, ontwikkeling en beheer: ondernemingsplan. Maken van financiële verdeelsleutel. Uitvoeringsbudget bijzondere activiteiten/tijdelijke projecten 68
€ 30.000 per jaar.
Inzet SOB: 2 uur, 26 weken, 52 uur: 52 x € 65 = € 3.380 Inzet MO: 2 uur, 26 weken, 52 uur: 52 x € 65 = € 3.380
3.2
Initiatievenmakelaar
In het maatschappelijk opbouwwerk zijn er verschillende manieren om naar bewoners te kijken, namelijk: de bewoner als kiezer (stemgerechtigde, inspraakgerechtigde), als klant/consument of als partner. Betrekkelijk nieuw is de gedachte de bewoner te beschouwen als woonproducent, als producent van zijn/haar eigen omgeving. Wij hebben de ambitie om deze benadering in Veenendaal-oost waar te maken. Daarbij is de opbouwwerker meer een initiatievenmakelaar tussen diverse bewoners/ gebruikers en andere betrokkenen in
de wijk. De initiatievenmakelaar heeft als uitvalsbasis het gebouw van waaruit ook het initiatievenbureau (en informatiecentrum) opereren. Het doel van de initiatievenmakelaar is: • (toekomstige) Buurtbewoners te betrekken in de vormgeving en de leefbaarheid van wijk en buurt. • De initiatievenmakelaar is het aanspreek/coördinatiepunt voor het initiatievenbureau daar waar het geen directe activiteiten betreft van de deelnemende partners.
• De initiatievenmakelaar is procesbegeleider en bruggenbouwer bij het invullen van witte vlekken in het ruimtelijk plan, zoals: ontmoetingsplekken voor verschillende gebruikers, kunst en cultuur. • De initiatievenmakelaar begeleidt en stimuleert initiatieven om de leefbaarheid binnen buurten te bevorderen (buurtverenigingen, buurtwaakzaamheid, straatspeeldag, loket zorg en welzijn etc..).
Uitvoering Wat
Hoeveel
Op basis van de eigenschappen en de informatieronde bij de andere projectleiders Kosten voor 0,6 fte opstellen van een programma van eisen voor de initiatievenmakelaar. Dit programma Zijn ongeveer € 80.000 voor 2 jaar van eisen wordt omgezet in een functieomschrijving. Op basis van de functieomschrijving wordt een concept prestatieovereenkomst opgesteld met daarin een fasering voor de verloop van het project en evaluatiemomenten en een verfijning van de eerste formatie-inschatting. Op basis van het bovenstaande wordt besloten tot het aanwijzen van een werkgever of het inhuren van een zelfstandig ondernemer. Onderdeel van de keuze is het evolutionair karakter dat uit de functieomschrijving en de prestatieovereenkomst zal blijken. De makelaar heeft zijn beschikking over een leefbaarheidbudget. Dit kan worden gekoppeld aan het budget voor incidentele projecten binnen het initiatievenbureau.
€ 30.000
69
Inzet SOB: 20 uur: 20 x € 65 = € 1.300 Inzet MO: 4 uur, 12 weken, 48 uur: 48 x € 65 = € 3.120
4
Bewonersorganisatie en regelruimte
De bewonersvereniging is een vertegenwoordiging van de (toekomstige) bewoners van Veenendaal-oost met als doel de leefbaarheid in de wijk te waarborgen. De vereniging is een aanspreekpunt namens de (toekomstige) bewoners van Veenendaal-oost voor derden (overheid, ontwikkelaar/woningcorporatie e.d.). Daarnaast is er een sociaal doel; de vereniging brengt de bewoners met elkaar in contact op sociaal, maatschappelijk, sportief en cultureel gebied. De bewonersvereniging ziet voor zich zelf ook een rol als het gaat om (toekomstige) bewoners en andere belangstellenden zo goed mogelijk te voorzien van objectieve informatie over de wijk en de directe woonomgeving. We willen in ieder geval de bewoners ondersteunen bij/met: • Het ontwikkelen en onderhouden van een website als ontmoetings- en informatieplatform; • Het fysiek ontmoeten/kennismaken met elkaar en de nieuwe omgeving; • Het bieden van vergader- en kopieeractiviteiten (in het initiatievenbureau); • Het wegwijs maken, ondersteunen bij het nemen van hobbels en het vinden van de weg bij het uitwerken van bewonersinitiatieven (zie initiatievenbureau);
70
• Het financieel ondersteunen bij activiteiten die bijdragen aan de sociale cohesie en buurtcontacten.
Uitvoering Wat
Hoeveel
Het opzetten/ondersteunen van een bewonersvereniging is een taak van de initiatievenmakelaar.
€ 5000 voor opzet website € 1000 structureel voor beheer website. OVO/gemeente.
Een bewonersvereniging kan een beroep doen op het leefbaarheidbudget van de initiatievenmakelaar.
€ 30.000 (zie initiatievenbureau)
Inzet SOB: 40 uur: 40 x € 65 = € 2.600 Inzet MO: 40 uur: 40 x € 65 = € 2.600 Inzet DVL: 40 uur: 40 x € 65 = € 2.600
5
Particulier/collectief opdrachtgeverschap en consumentgericht bouwen
Particulier opdrachtgeverschap is maximale zeggenschap en invloed van de bewoner bij het ontwerpen en realiseren van de eigen woning; hij of zij bepaalt hoe de woning eruit gaat zien, hoe en eventueel ook door wie de woning wordt gebouwd. In principe is de keuze tussen zelf (laten) bouwen en een woning kopen/huren van een (consumentgerichte) projectontwikkelaar/corporatie een bewuste keuze voor de mate van zeggenschap (zie schema). Bewoners willen keuzevrijheid, maar dat betekent niet dat ze per se een onbeperkte keuze willen. Sommige bewoners zijn heel tevreden als ze kunnen kiezen uit een catalogus, uit meerdere huizen of verschillende plattegronden. Anderen zijn al gelukkig als ze hun eigen interieur kunnen inrichten. Over particulier opdrachtgeverschap en consumentgericht bouwen bestaan veel beelden. Het zou alleen geschikt zijn
voor dure huizen, lelijk, niet duurzaam en er is helemaal geen vraag naar. Gelukkig heeft de praktijk inmiddels uitgewezen dat het ook anders kan. Kwantitatief doel is individueel- danwel collectief particulier opdrachtgeverschap voor minimaal 10% van de woningen op totale woningaanbod in Veenendaal Oost. Dit percentage is het streefgetal van de Rijksoverheid voor particulier ontwikkelde nieuwbouwproductie. • Er moet een kader worden bepaald hoe binnen Veenendaal-oost het collectief/individueel opdrachtgeverschap vorm kan krijgen en aan welke voorwaarden het moet voldoen. • Het particulier opdrachtgeverschap moet gelden voor zowel sociale woningbouw, middenklasse woningen en de duurdere woningen (idealiter 30%-40%-30%). • Minimaal 2 initiatieven in Deelplan 1
Wat Deze regelcatalogus wordt opgesteld door een werkgroep. Hierin zijn alle (markt)partijen vertegenwoordigd. Model en begeleiding wordt geleverd door adviesbureau.
van Veenendaal oost(centrumgebied) voor zowel collectief als geclusterd particulier opdrachtgeverschap. Uitvoering voorbereiding Om tot realisatie van de ambities te komen is een vertaling nodig in concrete doelstellingen, werkafspraken, normen en spelregels. Het gaat niet om één project, waarbinnen alle ambities over particulier opdrachtgeverschap moeten worden gerealiseerd. Het gaat om een portfolio van projecten, waarin alle partijen gedurende langere tijd met elkaar samenwerken. Binnen deze projecten is ruimte voor bewonersparticipatie. Een mix van particulier opdrachtgeverschap, co-makership, ruimte voor bijzondere initiatieven, invloed en inspraak waarbij alle hoedanigheden van de (toekomstige) bewoners aan bod komen. Wij willen hiertoe een regelcatalogus opstellen met hulp van een extern adviesbureau. Inzet SOB: 12 uur, 12 weken, 144 uur: 144 x € 65 = € 9.360
Hoeveel € 10.000
In de regelcatalogus moeten ook de bijkomende (bouw)kosten in beeld worden gebracht. reservering voor bewonersbegeleiding €100.000 Monitoring van projectenportfolio, beheer en ontwikkeling regelcatalogus, verslaglegging en verantwoording naar betrokkenen
€ 20.000 per jaar
71
6
Kunst, cultuur en ontmoeting
Kunst en cultuur zullen in de wijk ingezet worden voor het versterken van ontmoeting, participatie en identiteit. Het kan ook breder uitdrukking geven aan de thema’s van de visie Nieuw Wonen, en voor elk thema van de menukaart een visuele vorm vinden. De uitdaging is om verbanden te leggen tussen dat wat in de plan- of bouwfase is ontwikkeld en in de leeffase een permanente uitdrukking krijgt. De kiem wordt vroeg gelegd en komt later tot definitieve vorm. Het is een ideaal medium om hierin de BLIKVANGER van de wijk te ontwikkelen. Deze keuze voor de inzet van kunst en cultuur sluit daarmee uit dat kunst wordt alleen ingezet als autonoom verschijnsel dat naar zichzelf verwijst of als zuiver esthetische verfraaiing van de woonomgeving dient.
Allereerst moet er een masterplan of culturele strategie worden geschreven (door OZS/SO of door extern bureau). Hierin moeten de volgende zaken worden uitgewerkt: • Organisatie (evt in combinatie met initiatievenmakelaar/ initiatievenbureau of via afdeling OZ&S van de gemeente); In de culturele strategie wordt deze combinatie en de haalbaarheid ervan verder onderzocht; • De fasering van de bouw met de daarbij behorende activiteiten; • Het uitwerken van deelplannen (planning, budgettair, inhoudelijk); • Het uitwerken van algemene en specifieke thema’s, keuze voor permanent of tijdelijk; • De financiering van het totaal en de onderverdeling daarvan in bouwfasen of per thema etc.; • De inzet van ambtelijke uren en die van externen.
De verschillende doelgroepen moeten duidelijk in beeld worden gebracht, en ook de mogelijke instrumenten/denkrichtingen waarmee ze bereikt kunnen worden. Bij de uitwerking worden per project gebruikersgroepen opgesteld. Dit masterplan is in feite een programma van eisen voor de cultuurstrategie: inhoudelijk, organisatorisch, doelgroepen, planning en budget. Hierin staat ook hoe selectieprocedures verlopen, zaken rond pr etc. Ook moet er aandacht worden besteed aan hoe je mensen benadert, betrokken krijgt en houdt; dus bindt, een wederkerigheid organiseren. En ook van groot belang is hoe de organisatie van het culturele bureau wordt opgezet (bestuur, kwaliteitsteam of rol gemeentelijke kunstcommissie etc.).
Uitvoering: voorbereiding en uitvoeringsplannen Wat Opstellen Masterplan door gemeente (afdeling OZS) in samenwerking met diverse afdeling SOB en Communicatie.
Hoeveel € 20.280
Het opzetten van een cultureel initiatievenbureau is een optie; dit wordt meegenomen Oprichting en kosten eerste twee jaar in het opstellen van een culturele strategie (masterplan). Zo’n bureau zou van het bureau, € 120.000 ondergebracht moeten worden in een van de ontmoetingshuizen of bij het ontwikkelbedrijf ter plekke. Een relatie met het initiatievenbureau licht voor de hand Inzet kunst en culturele activiteiten voor de wijk Reservering culturele activiteiten die ontmoeting en participatie tot doel hebben. Bijdrage aan uitvoeringsbudget Masterplan Kunst & Cultuur
€ 50.000
Kunstwerk/blikvanger voor de wijk: beeldmerk Veenendaal-oost “de plek van je leven”
€ 50.000
72
Opstellen Masterplan i.o.v. gemeente. Begeleiding door werkgroep (SOB en DVL onder regie van MO) 8 uur/week start najaar 2006 26 weken, 208 uur Inzet SOB: 2 uur, 26 weken, 52 uur 24 x € 65 = € 3.380 Inzet DVL: 2 uur, 26 weken, 52 uur 24 x € 65 = € 3.380 Inzet MO: 8 uur, 26 weken, 208 uur 208 x € 65 = € 13.520
7
Kunstbudget uit Grondexploitatie is € 750.000. Dit bedrag is vooral bedoeld voor permanente kunstuitingen. Voor culturele activiteiten en projectmatige kunstuitingen zullen ook externe financiers of partners gevonden moeten worden. Te denken valt aan projectontwikkelaars, Fondsen samen Buiten Spelen, gemeente, Hogeschool Kunsten Arnhem, Artis Amore. Per project kan een mix aan partners worden gevonden.
Deelplan 2 en 3
De opzet voor bewonersparticipatie in deelplan 1 wordt eveneens gebruikt voor de volgende deelplannen.
73
74
r e l j i p e d 9 Vijf Een vraaggericht en vernieuwd pakket maatschappelijk diensten
Ontwerp A. Integrale aanpak wijk- en buurtorganisatie voor maatschappelijke ondersteuning, zorg en welzijn (wzw en wmo) Aanbieders zorg en welzijn in Veenendaal, belangen en consumentorganisaties en gemeente hebben gezamenlijk gewerkt aan een nieuw concept voor wonen, zorg en welzijn in de nieuwbouwwijk Veenendaal-oost. De uitkomsten zijn terug te vinden in het adviesrapport van werkatelier 3 vangnet wonen, zorg en welzijn, 12 mei 2005. De onderwerpen uit het rapport zijn: - Vernieuwd concept ondersteuning zorg en welzijn met 100% scheiden wonen en zorg (voor levensloopbestendige wonen, zie hoofdstuk 5). - Extra aandacht voor ontmoetingsfuncties en bewonersparticipatie (zie 4e pijler). - Welzijn en zorg gericht op preventie. - Diensten en accommodaties op centraal niveau én buurtschapniveau (per 500 woningen). - ICT en technologie (domotica).
75
Uitvoering Voorbereidingsfase Zie pijler 1.
1
Welzijn en zorg gericht op preventie
Het exacte pakket aan zorgdiensten voor de lange termijn zal worden afgestemd op de behoefte en vraag van de wijkbewoners en moet voortdurend worden bijgesteld op nieuwe vragen. De komende jaren zal worden uitgekristalliseerd welke diensten onder AWBZ
2
gefinancierd worden, welke onder de nieuwe zorgverzekeringswet, welke in het kader van de WMO door de gemeente worden gefinancierd en welke diensten particulier moeten worden ingekocht.
Deze ontwikkeling past binnen het brede herijkingstraject van de WMO van de gemeente. Met name het aspect vraagsturing wordt daarin meegenomen en zal ook in Veenendaal Oost inbedding krijgen.
Diensten en accommodaties op centraal niveau én buurtschapniveau (per 500 woningen)
Diensten en voorzieningen op centraal niveau: zie pijler 1
2.1
Accommodaties op buurtschapsniveau: buurtschapsvoorzieningen Het stedenbouwkundig bureau SVP heeft inmiddels met het ontwerp voor deelplan 1 een tweetal buurtschapsvoorzieningen meegenomen in het ontwerp.
Bouwrealisatie deelplan 1 Realisatie Buurtschapsvoorzieningen Beheer Het beheer van de buurtschapvoorzieningen komt in handen van de voorzieningencorporatie. In het Ontwerp wordt uitdrukkelijk gesteld dat bewoners worden betrokken bij verdeling voor de verschillende doeleinden. Dit betekent dat bij de invulling en het beheer bewoners een (formeel) geregelde rol 76
moeten krijgen. Hierover wordt door de gemeente juridisch bindende afspraken gemaakt met de toekomstige beheerder. Investering De inschatting van noodzakelijke investeringen hangt af van de vorm die men kiest voor de realisatie van een buurtvoorziening. Als efficiënte combinaties met andere voorzieningen of woongebouwen mogelijk zijn, zullen de kosten aanzienlijk lager liggen. Er zal 250 m²
grond per buurtschapvoorziening worden gereserveerd. Uitgaande van een minimale bebouwingspercentage van 50% en maximaal 80% en stichtingskosten (zonder grond) van €1500 per m² komen de kosten tussen de €187.500 en € 300.000 te liggen.
Opties om dit te realiseren: • Door investeerders (Gemeente, Patrimonium). • Door bewoners als opslag in de koopprijs van de woning en deze als aandelen in de buurtschapvoorziening zichtbaar te maken; • Door combinatie van beide
Uitvoering Wat Uitwerking proces totstandkoming programma buurtschapvoorziening en relatie tussen bewoners en voorzieningencorporatie.
Hoe Via open planproces met investeerder en beheerder
Dit proces wordt vertaald naar een contract waarin deze relatie formeel geregeld wordt. Uitwerking investering in gebouw in relatie tot vorm in Stedenbouwkundig plan. Investering stichtingskosten ontmoetingsdeel 2 voorzieningen
Ureninzet 2006 Inzet SOB: 2 uur, 12 weken, 24 uur: 24 x € 65 = € 1.560 Inzet MO: 2 uur, 12 weken, 24 uur: 24 x € 65 = €1.560
€ 600.000
Ureninzet 2007 Inzet SOB: 2 uur, 12 weken, 24 uur: 24 x € 65 = € 1.560 Inzet MO: 2 uur, 12 weken, 24 uur: 24 x € 65 = € 1.560
77
3
Integrale 1e lijnszorg
Stichting Oogg zorgt voor een integrale benadering van de hele 1e lijnszorg in het Kloppend-hart-huis.
4 • • • •
Wonen/zorg en welzijn Projecten voor bijzondere wooninitiatieven; Dagbesteding en dagopvang projecten; Realisatie van info- en meldpunten; Zorg op afroep initiatieven.
Investering: € 20.000 Patrimonium is samen met de gemeente advies aan het inwinnen over de gehele zorg/welzijn structuur in Veenendaaloost. Hierbij wordt een koppeling gemaakt met de voorgenomen bijzondere wooninitiatieven. Gedacht wordt aan combinaties met dagbesteding, zorg op afroep en een eventueel fysiek loket in het Kloppend-hart-huis. Investering: € 400.000
5
Organisatie vraaggericht vernieuwend welzijnsinfrastructuur op buurtniveau
Op buurtniveau wordt vorm gegeven aan een welzijnsstructuur door gebruik te maken van ruimten in de buurtschapsvoorziening. De organisatie en inrichting van deze ruimten vragen een extra investering € 190.000 voor de inrichting en organisatie van 2 buurtschapsvoorzieningen in deelplan 1.
6
Deelplan 2 en 3
In deelplan 2 en 3 zullen nog 2 x 2 buuurtschapsvoorzieningen gerealiseerd worden. Geraamde investering: 4 x € 300.000 = € 1.200.000
78
B
Een gezamenlijk concept (organisatie) voor leren en ontwikkelen
Ontwerp
Met diverse participanten (scholen, kinderopvang, gemeente, jongerenraad, ROC en Welzijn) is samen gewerkt aan een nieuw concept voor leren en ontwikkelen. De uitkomsten zijn terug te vinden in het adviesrapport van werkatelier 4 leren en ontwikkelen “Living buildings Veenendaal-oost mei 2005”. Een levensloopbestendige wijk voorziet daar waar het gaat om het thema leren en ontwikkelen in faciliteiten, die gericht zijn op de ontwikkeling van
kinderen, jong volwassenen en volwassenen. Te denken valt aan: • Scholen • Kinderopvang • Educatie en cursussen • Sport • Muzikale en expressieve vorming • Literatuur • ”Preventieve” opvang • Opvang en begeleiding van kinderen met een functiebeperking • Ontmoetingsmogelijkheden voor kinderen en jeugd • Leerwerkmogelijkheden
Uitvoering Voorbereidingsfase
Voor opzet, organisatie en realisatie verwijzen we naar pijler 1.
Bouwrealisatie deelplan 1
1
Ontmoetingsmogelijkheden voor kinderen en jeugd
Gestreefd wordt naar een combinatie tussen sport, cultuur en kunst om zodoende jongeren een eigen plek in de wijk te geven. Hierbij zal de bestaande jongerenraad ingeschakeld worden Ambtelijke inzet: 50 uur x € 65 = € 3.250 Geschatte investeringen: € 200.000
79
80
g n i r e o v t i u e i t a s i n a g r O 10
10.1 Huidige structuur Stuurgroep
Programmaleider
Kerngroep= Programmaleider, trekkers en OVO
Pijler 1
Pijler 2
Pijler 3
Pijler 4
Pijler 5
81
De 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Stuurgroep bestaat uit: Projectwethouder Wethouder MO Directie OVO Directeur SOB Directeur MO Programmaleider Administratieve ondersteuning
10.2
Kerngroep bestaat uit alle trekkers van de projectgroepen, de procesmanager van OVO en de programmaleider
Toekomstige structuur
Uit het uitvoeringsplan blijkt dat een aantal zaken overgaan naar OVO. De gemeente houdt voor deze zaken wel een stevige taak als monitor van het Nieuw Wonen. Daarnaast houdt de gemeente nog een aantal forse taken over. Dit heeft vooral betrekking op de realisatie van de MFA’s en de bewonersparticipatie. Tevens is de gemeente verantwoordelijk voor de toekenning van de subsidie en is de gemeente verantwoordelijk voor de verantwoording van de besteding van de subsidie. Veenendaal-oost wordt in 10 jaar tijd gerealiseerd; het is belangrijk Nieuw Wonen op een structurele wijze te borgen. Het ligt voor de hand de huidige structuur deels te handhaven. De stuurgroep en de kerngroep houden een rol bij de uitvoering. De stuurgroep wordt aangevuld met de 2 portefeuillehouders MO. De vergaderfrequentie kan teruggebracht worden voor de stuurgroep tot 4 keer per jaar. Deze groep houdt een taak als bestuurlijke monitorgroep en wordt gevoed door de kerngroep die middels rapportages de stuurgroep informeert over de stand van zaken. 82
De programmaleider wordt ondersteund door een projectassistent, een communicatiemedewerker en zo nodig een planeconoom.
De kerngroep vergadert 1 maal per 2 maanden en wordt gevoed door rapportages vanuit de Ambtelijke Begeleidingsgroep Veenendaal-oost (ABG)* middels de huidige programmaleider en vanuit de projectleiders van de pijlers. De programmaleider fungeert in de ABG en in de projectgroep Veenendaaloost als “bewaker” van de uitvoering Nieuw Wonen in het stedenbouwkundige plan. Rol projectleider pijlers: elke projectleider is verantwoordelijk voor de uitvoering van zijn of haar pijler. Als deelnemer van het kernteam rapporteert de projectleider over zijn of haar pijler. Per pijler is aangegeven welke aspecten nog nader uitgevoerd moeten worden en is de benodigde ambtelijke inzet aangegeven. Een overzicht hiervan is in dit hoofdstuk aangegeven. * onderdeel van de organisatie van de stedenbouwkundige uitwerking van deelplan 1.
Nieuwe afgeslankte structuur
Stuurgroep
Programmaleider
Kerngroep= Programmaleider, trekkers en OVO
Personele invulling en capaciteit Voorbereidingsfase 2006 en 2007 De eerst komende 1,5 jaar is sprake van een voorbereidingsfase. Deze fase zal dan ook veel tijd vergen van de ambtelijke organisatie. In 2007 zal een overzicht gegeven worden van de nodige inzet voor de volgende jaren.
Overzicht ambtelijke inzet per pijler Pijler 1 (samen met 5) Inzet kernteam Inzet MO
2006 36 uur
2007 72 uur
kosten 108 x 68 = € 7.344
Ontmoetingshuis Inzet MO
2006 552 uur
480 uur
kosten 1032 x € 68 = € 70.176
Kloppend-hart-huis Inzet MO
2006 420 uur
480 uur
kosten 900 x € 68 = € 61.200
Beheer Inzet MO
2006 40
2007 40
kosten 80 x € 68 = € 5.440
Totaal inzet Pijler 1
1048 uur
1072 uur
€ 144.160
Pijler 2 Monitoringssysteem Inzet SOB
2006 70 uur
kosten 70 x € 65 = € 4.550
Toewijzing woningen Inzet SOB
2006 50 uur
kosten 50 x € 65 = € 3.250
Welstandsvrij bouwen Inzet SOB
2006 40 uur
kosten 40 x € 65 = € 2.600
Bijzondere wooninitiatieven Inzet MO Inzet SOB
2006 200 200
kosten 200 x € 65 = € 13.000 200 x € 65 = € 13.000 83
Domotica Inzet SOB Inzet MO
2006 200 200
kosten 200 x € 65 = € 13.000 200 x € 65 = € 13.000
Inzet kernteam Inzet SOB
2006 12 uur
2007 24 uur
kosten 36 uur x € 65 = € 2.340
Totaal inzet Pijler 2
972 uur
24 uur
€ 64.740
Inzet kernteam Inzet SOB
2006 12 uur
2007 24 uur
kosten 36 x € 65 = € 2.340
Toegankelijkheid Inzet SOB
2006 100 uur
2007 100 uur
kosten 200 x € 65 = € 13.000
Totaal inzet Pijler 3
112 uur
124 uur
€ 15.340
Pijler 3
Pijler 4 Woonwensenonderzoek Inzet SOB Inzet MO
2006 24 uur 24 uur
Leren van Dragonder Oost Inzet SOB Inzet MO Inzet DVL Inzet Opbouwwerker Initiatievenbureau Inzet SOB Inzet MO
2006 26 uur 26 uur
Initiatievenmakelaar Inzet SOB Inzet MO
2006 20 uur 48 uur
84
Hoeveel 24 x € 65 = € 1.560 24 x € 65 = € 1.560 2007 48 uur 20 uur 20 uur 48 uur
Hoeveel 48 x € 65 20 x € 65 20 x € 65 48 x € 75
2007 26 uur 26 uur
Hoeveel 52 x € 65 = € 3.380 52 x € 65 = € 3.380
= = = =
€ 3.120 € 1.300 € 1.300 € 3.600
Hoeveel 20 x € 65 = € 1.300 48 x € 65 = € 3.120
Bewonersorganisatie Inzet SOB Inzet MO Inzet DVL
2007 40 uur 40 uur 40 uur
Particulier opdrachtgeverschap 2006 Inzet SOB 144 uur
Hoeveel 40 x € 65 = € 2.600 40 x € 65 = € 2.600 40 x € 65 = € 2.600 Hoeveel 144 x € 65 = € 9.360
Kunst en Cultuur Inzet SOB Inzet DVL Inzet MO
2006 26 uur 26 uur 104 uur
2007 26 uur 26 uur 104 uur
Totaal uren Inzet SOB Inzet DVL Inzet MO
2006 240 uur 26 uur 202 uur
2007 140 uur 86 uur 190 uur
kosten 380 x € 65 = € 24.700 112 x € 65 = € 7.280 392 x € 65 = € 25.480
Uren kernteam Inzet SOB
2006 12 uur
2007 24 uur
kosten 36 x € 65 = € 2.340
Totaal inzet Pijler 4
480 uur
710 uur
€ 77.350
2006
2007
kosten
48 uur
98 uur
146 x € 65 = € 9.928
Pijler 5 Totaal inzet Pijler 5
Hoeveel 52 x € 65 = € 3.380 52 x € 65 = € 3.380 208 x € 65 = € 13.520
Inzet overhead Projectleider: 2 dagen per week voor 2006 en 2007 Projectassistent: 2 dagen per week voor 2006 en 2007 Communicatie: 1,5 dag per week Inzet overhead Inzet SOB Inzet DVL
2006 2 x 320 = 640 uur 240 uur
2007 2 x 640 = 1280 uur 480 uur
Kosten 1920 x € 65 = € 124.800 720 x € 65 = € 46.800
Totaal overhead
880 uur
1760 uur
2640 x € 65 = € 171.600 85
Totaaloverzicht pijlers 2006
2007
kosten
Totaal inzet Pijler 1
1048 uur
1072 uur
€ 144.160
Totaal inzet Pijler 2
972 uur
24 uur
€ 64.740
Totaal inzet Pijler 3
112 uur
124 uur
€ 15.340
Totaal inzet Pijler 4
480 uur
710 uur
€ 77.350
Totaal inzet Pijler 5
48 uur
98 uur
€ 9.928
Totaal overhead
880 uur
1760 uur
€ 171.600
Totaal
3540 uur
3788 uur
€ 483.118
86
g n i r o t i 11 Mon Met het ontwerp en het uitvoeringsplan Nieuw Wonen Veenendaal-oost is een integrale aanzet gegeven tot het levensloopbestendig maken van de woonwijk. De realisatie van Veenendaal-oost loopt van 2008 tot 2018 en heeft dus een lange doorlooptijd. Gedurende de uitvoering is het belangrijk dat nagegaan wordt of en op welke wijze de doelstellingen uit het ontwerp gehaald worden. Daarnaast is een effectmeting belangrijk om na te gaan of met het ontwerp en de uitvoering ook de beoogde effecten behaald worden.
We willen daarom op twee niveau’s monitoren: 1.
Resultaatmeting ontwerp, toetsingskader en uitvoeringsplan Nieuw Wonen; hiermee worden de feitelijke resultaten nagegaan.
2.
Maatschappelijke effectmeting Nieuw Wonen; monitoren van de uitwerking van de aanpak
1. Resultaatmeting ontwerp, toetsingskader en uitvoeringsplan Nieuw Wonen Kwantitatieve meting (afgeleid van toetsingskader en ontwerp) • aantal aangepaste woningen, • aantal bijzondere woonvormen • levensloopbestendige woningen met Woonkeur-certificaat • aantal woonwerkunits • (aantal woningen die niet levensloopbestendig zijn) • aantal welzijns en zorg-initiatieven • aantal culturele, sportieve, recreatieve diensten initiatieven • aantal ontmoetingsplekken buiten • aantal ontmoetingsplekken binnen • mix sociale woningbouw en vrije
sector woningen • etc, etc Meting woonconsumenten op doelgroepniveau (koppeling streefpercentages doelgroepen in ontwerp Nieuw Wonen) • percentage ouderen (onderscheiden tot 75 en ouder dan 75) • starters • gezinnen • alleenstaanden • mensen met beperkingen • jongeren • migranten • etc
Kwalitatieve meting zoals • opzet fysieke leefomgeving buurten en ontmoetingsplekken • gebouwentoegankelijkheid volgens LBT-certificering • toegankelijkheid fysieke leefomgeving volgens BAT-normen • multifunctionele opzet en samenwerking in MFA’s • vernieuwing zorg en welzijnsdiensten • vernieuwing onderwijsdiensten • etc. etc.
87
Monitorgroep
• De monitorgroep bestaat uit vier personen en een ambtelijk secretaris. • Het is van belang dat de monitorgroep objectief verslag kan doen van de voortgang. Dat betekent dat de personen niet direct bij het proces betrokken mogen zijn. • Daarnaast is het van belang dat verschillende disciplines vertegenwoordigd zijn.
• Opdrachtgever voor de monitorgroep: gemeente Veenendaal • Coördinatie gegevensverzameling en ambtelijk secretariaat, wordt geleverd door de gemeente. • De kosten van de monitorgroep worden hetzij gedekt uit de grondexploitatie, hetzij gedekt door een jaarlijkse financiële bijdrage van de partijen die betrokken zijn bij de realisatie van Nieuw Wonen. • Rapportages gaan naar stuurgroep Nieuw Wonen Veenendaal-oost. De stuurgroep beoordeelt of naar aanleiding van de monitoruitkomsten bijsturing nodig is. • De gemeente Veenendaal stuurt jaarlijks, gedurende vier jaar, een monitorrapportage met commentaar van de stuurgroep naar Provincie Utrecht. Naar aanleiding hiervan vindt een bestuurlijk overleg plaats tussen Provincie Utrecht en gemeente Veenendaal.
samenstelling monitorgroep één persoon afgevaardigd door de marktpartijen (Bijvoorbeeld een lid van Raad van Bestuur van één van de partijen) één persoon met kennis over maatschappelijke/consumentbelangen (Bijvoorbeeld NIZW ) één persoon afgevaardigd vanuit de publieke sector/overheid (Bijvoorbeeld een voormalig gemeenteraadslid) één persoon met kennis van het maatschappelijk middenveld (zorg, welzijn etc) (Bijvoorbeeld een zorgverzekeraar ) Ambtelijk secretaris
2. Maatschappelijke effectmeting Nieuw Wonen Deze monitor is bedoeld om het effect te meten van de Nieuw Wonen maatregelen op • betrokkenheid van bewoners bij de ontwikkeling van de wijk • effect op mensen om de kwaliteit van wijk en buurt in stand te houden • effect op sociale samenhang, sociale contacten en onderlinge solidariteit, • effect van menging diverse leefstijlen en leefstijlen op de sociale samenhang in een buurt • effect op de emancipatie en zelfredzaamheid van mensen met beperkingen en ouderen. • etc.
studenten en lectoren van de Hogeschool te woord staan of gegevens aanleveren)
Aanpak De Hogeschool Utrecht heeft belangstelling om een rol te spelen bij zowel dit monitoronderdeel als het onderdeel procesmonitoring.
De precieze opzet van een dergelijke monitor (onderzoek) moet verder met de Hogeschool worden uitgewerkt, mits partijen hierin interesse hebben. De uitkomsten van de monitoring kunnen gedurende een looptijd van bijvoorbeeld 5 tot 10 jaar, jaarlijks gepubliceerd worden.
Randvoorwaarden zijn dat partijen bereid zijn mee te werken (bijvoorbeeld 88
Een tweede randvoorwaarde is dat er middelen beschikbaar zijn voor bepaalde onkosten die de Hogeschool zelf niet kan dekken. De Hogeschool Utrecht zal overigens het grootste gedeelte van de tijdsinvestering voor eigen rekening nemen. Voor de Hogeschool is met name het integrale karakter van het project interessant. Zij zijn voornemens om diverse faculteiten in te zetten en het tot een integraal onderzoek op te waarderen.
12
e i t a c i n Commu
Nadat het uitvoeringsplan gereed is duurt het nog ongeveer 1,5 jaar voordat daadwerkelijk de 1e schop in de grond gaat. Tot nu toe is er al een aantal maal gecommuniceerd over het ontwerp Nieuw Wonen. Na het uitvoeringsplan kunnen we niet 1,5 jaar helemaal niet meer communiceren. Deze tijd moet juist gebruikt worden het Nieuw Wonen concept in de markt te zetten en mensen bij het ontwikkelen van de wijk te betrekken. Deze communicatie staat los van het communicatietraject vanuit pijler 4.
Zoals aangegeven zijn er grofweg 2 communicatietrajecten te onderscheiden: 1. 2.
Het wegzetten van het gedachtegoed Nieuw Wonen; wat is Nieuw Wonen en wat betekent dat voor de nieuwe wijk en de inwoners van Veenendaal; Het betrekken van Veenendaalers bij de verdere ontwikkeling van de wijk; een pioniersgroep die interesse heeft in de ontwikkeling van de wijk en graag mee wil praten over de plannen.
Deze trajecten lopen naast de bewonersparticipatie trajecten. Op dit moment loopt er in overleg met de provincie een concreet communicatieproject. Het project `Prijs je buurt` loopt tot eind mei. Voorgestelde acties: • Actieve werving groep betrokken mensen • Bestaande site OVO ook gebruiken voor Nieuw Wonen; breed opzetten voor interactieve bewonersbetrokkenheid • Inrichten pioniersgroep (klankbordgroep) in overleg met OVO
• Actieve benadering verschillende doelgroepen • Quickscan woonbeleving Veenendaal-oost (combi met woonwensen onderzoek) • Promoten Nieuw Wonen in het algemeen. In overleg met OVO proberen we de verschillende communicatietrajecten zoveel mogelijk te koppelen. Gesprekken zijn gaande om te bezien of het Nieuw Wonen communicatietraject bij OVO ondergebracht moet worden om zodoende een goede koppeling van OVO communicatie te bereiken.
Investering De investering voor 2005 en 2006 bestaat uit de volgende kosten: Extern:
€ 25.000
De afdeling communicatie heeft hierbij de regie en de uitvoering wordt uitbesteed.
89
90
n e g n i r e t s e v n i t h c i z r e v O 13
Overzicht pijler 1 Ontmoetingshuis Extra investering bouw Extra investering beheer
Projectfase bouwrealisatiefase Voorbereidingsfase/ bouwrealisatiefase
Investering € 420.000 € 50.000
Kloppend-hart-huis Extra investering bouw Extra investering beheer
Projectfase realisatiefase Voorbereidingsfase/ bouwrealisatiefase
Investering € 552.000 € 50.000
Totale investeringen pijler 1 Overzicht pijler 2 Onderdelen Woonwensenonderzoek Domotica
€ 1.072.000
Projectfase voorbereidingsfase realisatiefase
Totale investeringen pijler 2 Overzicht pijler 3 Onderdelen Inzet BAT en LBT Totale investeringen pijler 3
Investering Zie pijler 4 € 525.000 € 525.000
projectfase Voorbereidingsfase en realisatiefase
Investering € 35.000 € 35.000
91
Overzicht pijler 4 Kwaliteitskenmerken openbare ruimte In deelplan 1, fase 1 voor 300 woningen (2 buurten) 2 ontmoetingsplekken realiseren in samenspraak met bewoners
Projectfase
Investering
realisatiefase
€ 300.000
Woonwensenonderzoek Een woonwensenonderzoek bestaat uit literatuuronderzoek en een enquête onder mensen met een functiebeperking.
Projectfase
Investering
voorbereidingsfase
€ 10.000
Leren van Dragonder oost Instellen van een fonds om knelpunten bij de inrichting na oplevering op te kunnen lossen, fouten/missers bij de planvorming recht te zetten.
Projectfase realisatiefase
Investering €15.000 per (opge leverde) 500 woningen. Totaal dus €90.000
Initiatievenbureau Reservering voor oprichting gebouw Maken ondernemingsplan Uitvoeringsbudget bijzondere activiteiten/tijdelijke projecten Initiatievenmakelaar Invulling voor 2 jaar voor 0,6 fte Leefbaarheidbudget
Projectfase voorbereidingsfase voorbereidingsfase realisatiefase Projectfase voorbereidingsfase realisatiefase
Investering € 140.000 € 15.000 € 30.000 per jaar. Hoeveel € 80.000 € 30.000
Bewonersorganisatie Website Beheer website
Projectfase voorbereidingsfase voorbereidingsfase
Hoeveel € 5.000 € 1.000
Particulier opdrachtgeverschap Projectfase Regelcatalogus voorbereidingfase In de regelcatalogus moeten ook de bijkomende (bouw)kosten realisatiefase in beeld worden gebracht. Beheer en ontwikkeling regelcatalogus realisatiefase
Investering € 10.000 € 100.000
Kunst en Cultuur Masterplan Cultureel initiatievenbureau oprichting en uitvoering Kunstwerk/blikvanger voor de wijk: beeldmerk Veenendaal-oost “de plek van je leven”
Investering € 20.280 € 120.000 € 50.000
Totale investeringen pijler 4
92
Projectfase voorbereidingsfase Voorbereidingsfase en realisatiefase realisatiefase
€ 20.000 per jaar
€ 1.021.280
Overzicht pijler 5 Overzicht pijler 5a Maatschappelijke diensten Ondersteuning 1e lijnszorg Realisatie buurtschapsvoorzieningen
Projectfase voorbereidingsfase realisatiefase
Projecten wonen-zorg-welzijn Welzijnsinfrastructuur
realisatiefase realisatiefase
Investering € 10.000 2 x € 300.000 = € 600.000 € 400.000 € 190.000
Overzicht pijler 5b Leren en ontwikkelen Ondersteuning onderwijs Realisatie ontmoetingsplek jongeren
Projectfase voorbereidingsfase realisatiefase
Investering € 26.000 € 200.00
Totale investeringen pijler 5 Totaal overzicht pijlers Totale investeringen pijler Totale investeringen pijler Totale investeringen pijler Totale investeringen pijler Totale investeringen pijler Communicatie
€ 1.426.000
1 2 3 4 5
€ 1.072.000 € 525.000 € 35.000 € 1.021.280 € 1.436.000 € 25.000
Totale investeringen: Totaaloverzicht capaciteit Totaaloverzicht pijlers Totaal inzet Pijler 1 Totaal inzet Pijler 2 Totaal inzet Pijler 3 Totaal inzet Pijler 4 Totaal inzet Pijler 5 Totaal overhead Totaal
Totale investering Totaaloverzicht pijlers Totaaloverzicht capaciteit Totaal
€ 4.114.280
2006 1048 uur 972 uur 112 uur 480 uur 48 uur 880 uur 3540 uur
2007 1072 uur 24 uur 124 uur 710 uur 98 uur 1760 uur 3788 uur
kosten € 144.160 € 64.740 € 15.340 € 77.350 € 9.928 € 171.600 € 483.118
€ 4.114.280 € 483.118 € 4.597.390
93
94
bijlage
Masterplan Bron: SVP Architectuur en Stedenbouw
95
96