Uittreksel
Uponor simply more
Neem contact met ons op
De korte verbindingslijn met Uponor Heeft u vragen over onze diensten en producten of wilt u iets bestellen? Geen probleem. Eenvoudig opbellen en onze medewerkers staan u graag met raad en daad terzijde.
Meer weten over downloaden Heeft u voor bepaalde producten montagehandleidingen nodig? Stelt u prijs op meer uitgebreide informatie over technische details? Zoekt u een update van onze software? U kunt de gewenste informatie downloaden van onze website. www.uponor.nl www.uponor.be
2
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Uponor – simply more
Alleen een compleet assortiment kan als oplossing functioneren Uponor is de sterke partner voor installateurs, vakspecialisten, architecten, ontwerpers en overheid. Uponor biedt producten aan, die logische en 100% geschikte oplossingen tot resultaat hebben. Onze systemen gaan voorzichtig om met het milieu en het gebruik is vele malen gunstiger dan met bestaande, conventionele systemen. Uponor betekent kwaliteit zonder compromis en de omvangrijke knowhow van een wereldwijd werkzame onderneming. Wij bieden u de veiligheid en ervaring van medewerkers, die met hart en ziel problemen oplossen en samen met u vaart zetten achter ontwikkelingen. Vertrouw op mensen, die uw taal spreken en voor wie partnerschap meer is dan alleen een woord. Onze inhoudelijke oriëntatie is verdeeld in drie werkgebieden: verwarmen, koelen, installatiesyste-
4
men en distributie. De gebieden moeten echter niet los van elkaar worden gezien – zij grijpen naadloos in elkaar. Hieruit ontstaan innovatieve totaaloplossingen, die unieke meerwaarde bieden. Verwarmen en koelen Met individuele oplossingen voor verwarming- en koelsystemen realiseert Uponor voor particuliere en industriële vastgoedeigenaren het hele jaar door een comfortabel klimaat. Het bijzondere voordeel van de systemen van Uponor is, dat zij zonder extra hoge kosten zowel voor verwarmen alsook voor koelen gebruikt kunnen worden: 's winters stroomt verwarmd en ’s zomers gekoeld water door hetzelfde systeem. In tegenstelling tot een conventionele klimaatregeling gebeurt dit zonder ventilatie en dus zacht en geluidsarm. De systemen zijn net zo geschikt voor renovatie van bestaande gebouwen als voor nieuwbouw.
Installatiesystemen Deze bedrijfstak voorziet u van alles wat u nodig heeft voor de drinkwatervoorziening, radiatoraansluiting en speciale toepassingen zoals gas, perslucht en sprinklers. De kern wordt steeds gevormd door een uitstekend leidingsysteem, gecombineerd met een daarop perfect afgestemd fittingconcept. Distributie Voorgeïsoleerde leidingen voor warmte- en watervoorziening. Bij afzonderlijke gebouwen tot en met complexe netwerken. Met alle aangeboden systemen kunt u een individueel systeem samenstellen dat alle toepassingsgebieden naadloos met elkaar verbindt. Kortom: dat bedoelen wij met de slogan: Uponor – simply more. Meer productie, meer capaciteit, meer service, meer ondersteuning – meer voor u.
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Uponor – simply more
Uponor: kwaliteit, verantwoording, duurzaamheid Wie in de industrie graag een voortekkersrol wil innemen, moet het maximale leveren. Om u steeds de allerbeste kwaliteit aan producten en oplossingen te kunnen bieden, worden in onze R&D-afdeling alle producten aan omvangrijke controles en prestatietests onderworpen. Want de centrale eis bij nagenoeg alle toepassingen is de duurzaamheid van de producten. Kostenbesparend en milieuvriendelijk Bij de ontwikkeling voor de particuliere en de bedrijfssector gaat het op de eerste plaats om de wensen van de mensen die met het systeem te maken hebben. Het hele jaar een comfortabel klimaat te realiseren onder energiebesparende gezichtspunten. Zo wordt het milieu door een lagere CO2-uitstoot ontzien en het bedrijf is vaak rendabeler dan met bestaande, conventionele systemen. Gedurende de gehele levenscyclus van onze producten schenken wij daarbij aandacht aan de onschadelijkheid voor het milieu. In de productie is het voor ons belangrijk, dat medewerkers verantwoord omgaan met energie, materiaal en water en dat de belas-
ting voor het milieu tijdens het productieproces zo laag mogelijk wordt gehouden. Het intelligente principe voor verwarmen, koelen en installatiesystemen De vervaardiging van technisch hoogwaardige producten kan dus plaatsvinden in harmonie met mens en natuur door het milieuvriendelijk toepassen van hulpbronnen. Nu al werken de medewerkers van Uponor in bedrijven, die volgens een milieumanagementsysteem in aansluiting aan de internationale norm
DIN EN 14001, onderscheiden zijn. De in Duitsland gevestigde bedrijven van de Uponor Groep zijn sinds 2002 volgens DIN EN ISO 9001:2000 geaccrediteerd. 10-jarige aansprakelijkheidsverklaring Op grond van het uitgebreide streven naar kwaliteit kunnen wij u verstrekkende garantievoorwaarden bieden. Zo geven wij, gerelateerd aan het object en op aanvraag van de installateur, een 10-jarige aansprakelijkheidsverklaring. Voor afzonderlijke Uponor producten dan wel bij gebruik van producten van derden, wordt de aansprakelijkheidsverklaring niet afgegeven. Voor nadere informatie over de Uponor aansprakelijkheidsverklaring verwijzen wij naar de bijlagen van deze catalogus.
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
5
Uponor – simply more
Uponor: service, waar u op kunt bouwen Speciale toepassingen Een zwaartepunt van de projectering ligt op het terrein van de speciale toepassingen. Daarachter verbergen zich ervaren experts, die op maat gesneden concepten aanbieden en u met hun knowhow terzijde staan. Vanaf het ontwerp, via de advisering tot en met omvangrijke service – bij Uponor krijgt u alles uit één hand. En wanneer u een klacht mocht hebben dan is dat geen probleem. Een team van technici ondersteunt u bijtijds en grondig. Technische ondersteuning Omvang, ervaring en wereldwijde aanwezigheid gelden voor ons als sterke punten, waarvan u als partner profiteert. Door perfecte op elkaar afgestemde complete systemen, door producten die steeds een stap vóór zijn op de stand van de techniek en vooral door een service waar u op kunt bouwen. Altijd bij u in de buurt Producten en dienstverleningen van een onderneming zijn altijd net zo goed als de mensen die daarachter staan.
6
Efficiënte projectering Wij stellen bij Uponor daarom hoge verwachtingen in het persoonlijke engagement van ieder afzonderlijk. U kunt erop vertrouwen dat wij on voor uw project interesseren. En dat in alle fasen van het project: vanaf de initialisatie tot aan de oplevering. Aan de telefoon, in een persoonlijk gesprek of op locatie op de bouwplaats. Deskundige contactpersonen in binnen- en buitendienst staan u bij uw project met raad en daad terzijde. Wij ontwikkelen oplossingen, die u in uw project verder brengen.
Alle systeemoplossingen van Uponor zijn zodanig ontwikkeld, dat zij een hoge mate aan veiligheid bij ontwerp en montage bieden. In onze omvangrijke technische literatuur vindt u bovendien alles, wat u nodig heeft voor het professioneel ontwerpen en verwerken van onze systemen. Bovendien staan 24 uur per dag alle belangrijke informatie en downloads op onze website tot uw beschikking. Maak gebruik van de mogelijkheid om in seminars van de Uponor Academy onze systemen te leren kennen en alle tips en trucs te ontdekken voor een snelle en eenvoudige montage.
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Uponor – simply more
Uponor Academy: samen vorm geven aan succes Om ervoor te zorgen dat uw bedrijf nu en in de toekomst succesvol is, ondersteunen wij u met de Uponor Academy. Profiteer van de knowhow van onze experts en verstevig uw adviserende deskundigheid. Doelgerichte informatie Onze basisseminars bestuderen de praktijk grondig met gerichte theoriegedeelten en intensieve praktische oefeningen. Daarbij hechten wij grote waarde aan een op de totaliteit gerichte beschouwing van de systeemtechniek, bijvoorbeeld door rekening te houden met de voorafgaande en afsluitende werkzaamheden van andere bedrijfstakken en de daaraan gestelde eisen. In de professional seminars staan wetten, normen, richtlijnen en hun relevantie voor projecten centraal. Bovendien bestaat de mogelijkheid om op de vestigingsplaatsen fabrieksbezoeken te organiseren. Deze maken het belang van de verschillende productiestappen en de maatregelen voor de kwaliteitsborging duidelijker voor latere toepassing van de systemen en producten op de bouwplaats. Overal en in uw buurt Onze seminars worden gehouden op de fabriekslocaties Ochtrup (Nordrhein-Westfalen),Norderstedt (Schleswig-Holtstein, Zella-Mehlis (Thüringen) en Haßfurt (Bayern). U kunt als afzonderlijke persoon of met meerdere deelnemers aan seminars deelnemen. Geheel nieuw is de Uponor Academy in Ochtrup, die aan nationale en internationale vaklieden uit de sanitair-, verwarmingsen klimaatbehandelingsbranche de mogelijkheden biedt om praktisch kennis te maken met de innovatieve
technieken en het gehele Uponor productassortiment.
externe specialisten voor speciale onderwerpen aan.
Pasklare seminars
Wij informeren u graag gedetailleerd over de thema’s, inhoud en termijnen van de Uponor Academy. Vraag eenvoudig de seminarbrochure aan.
Wij bieden partners in de markt, vakverenigingen en vakbonden individueel georiënteerde seminars. In samenwerking met u stemmen wij de seminars geheel op uw behoeften af. Plaats van bijeenkomst, lengte van het seminar, inhoud en termijn passen wij aan uw wensen aan. Getrouw aan het motto u een zo optimaal mogelijk rendement te bieden, trekken wij in deze gevallen naar behoefte ook
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
7
Uponor – simply more
Uponor: projecteringssoftware, die overtuigt
Voorbeeld van een met HSE ontworpen vloerverwarming op plattegrond inclusief leidinginstallatie
Uponor HSE Naast individueel advies reiken wij u met onze software HSE het optimale gereedschap aan voor het ontwerpen en berekenen van oppervlaktetempereringsystemen en leidingnetwerken. Een extra CAD-programma is voor het werken met Uponor HSE niet noodzakelijk. Echte tijd- en kostenbesparing
Voorbeeld van een warmtelastberekening volgens DIN EN 12831
De optimalisatie van het ontwerp kan met Uponor HSE optioneel volgens bedrijfs- of investeringskosten gebeuren. Het softwarepakket biedt bovendien een warmtelastberekening volgens DIN EN 12831. Updates van de nieuwe ontwerpsoftware staan gedurende
24 uur per dag snel en gemakkelijk op Internet klaar om te worden gedownload. Uponor Quicky Uponor Quicky biedt de mogelijk om de systemen voor vloerverwarming of -koeling voor de installatie snel en efficiënt te berekenen. Met Uponor Quicky heeft u altijd alles in één oogopslag gezien en het materiaal voor een project vlot vastgesteld. Begeleidende geïllustreerde productinformatie en programmahulpmiddelen vergemakkelijken het werk. Individuele resultaatuitdraai Veel opties bij de keuze van de systeemcomponenten maken een individuele materiaalbepaling en het opstellen van de offerte met een druk op de knop mogelijk. Of u een uitdraai nodig heeft of het resultaat als PDF-bestand wilt versturen, of u uw offerte met of zonder alternatieve posten wilt opstellen, of wanneer u artikelen uit het assortiment wilt aanvullen, uitgebreide omschrijving, prijsvermelding of productafbeelding wenst – Uponor Quicky biedt u altijd de noodzakelijke flexibiliteit voor iedere objectcalculatie. Demoversies op www.uponor.nl www.uponor.be
8
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Wilt u werkelijk risico lopen?
Wilt u werkelijk risico lopen wanneer u tijdens de installatie verschillende systemen door elkaar gebruikt?
Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor de compatibiliteit van de genoemde producten van derden met onze producten.
In de markt doen meningen en interpretaties over gemengde installaties en uitspraken over onbeperkte compatibiliteit met onze producten de ronde – voorzichtigheidshalve wijzen wij op het volgende:
Uit de ons ter inzage verstrekte documentatie van deze handelaren/ andere producenten kunnen wij niet concluderen, dat voor de door hen beweerde compatibiliteit de volledige aansprakelijkheid wordt aanvaard.
Aanwijzing Componenten uit de verschillende systemen van Uponor mogen slechts dan onderling vermengd worden, wanneer door Uponor uitdrukkelijk op die mogelijkheid wordt gewezen!
Bij gemengde installaties wordt de 10-jarige Uponor aansprakelijkheidsverklaring voor de verwerkte Uponor onderdelen principieel niet afgegeven. Het blijft bij de wettelijke garantieperiode. Voorbeeld: Leiding
Fitting- en gereedschappen
Systeemgoedkeuring van de producent
Resultaat
Uponor MLCP meerlagenleiding
Uponor fitting met Uponor persgereedschappen en persbekken
Ja, samen systeemgoedkeuring
Wij geven u onze 10-jarige aansprakelijkheidsverklaring.
Uponor MLCP meerlagenleiding
Fitting vreemde producent
Nee, samen geen systeemgoedkeuring
?
Bij een gemengde installatie ontvangt u van de fabrikant van de leiding alleen maar de productgarantie voor de leiding, van de fabrikant van de fitting alleen de productgarantie
Meerlagenleiding vreemde producent
? 546
Uponor fitting
Nee, samen geen systeemgoedkeuring
voor de fitting, maar niet op het verbindingspunt en al helemaal nooit over de gehele installatie. Dat risico draagt uitsluitend de verwerker/installateur!
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Uponor: zeker is zeker.
Neem geen risico – zo ontvangt u de Uponor aansprakelijk heidsverklaring: Benut de mogelijkheid om voor uw bouwproject een vrijwaring van 10 jaar te krijgen op de gebruikte Uponor producten. Basis voor de afgifte van de
Uponor aansprakelijkheidsverklaring is het bewijs, dat alle Uponor producten volgens de betreffende montagehandleidingen, onder naleving van de daarop betrekking
hebbende wetten, verordeningen, de algemeen aanvaarde technische voorschriften alsmede door een erkend installatiebedrijf werden geïnstalleerd.
Verzeker u van de 10-jarige Uponor aansprakelijkheids verklaring. De weg is heel eenvoudig: 1. U bent een installatiebedrijf en u heeft de betreffende installatie, waarvoor een aansprakelijkheidsverklaring opgesteld moet worden, gemonteerd. 2. De inbouw van de producten is nog niet langer dan 3 maanden geleden en de gebruikte materialen zijn bij de inbouw niet ouder dan 6 maanden.
3. „Registratie voor aansprakelijkheidsverklaring“ compleet invullen, van uw firmastempel voorzien, ondertekenen en aan Uponor faxen.
F a x n r. : +49 (0)9521/690-9945 4. Binnen enkele werkdagen ontvangt u per post de originele Uponor aansprakelijkheidsverklaring
Houd er rekening mee, dat de afgifte van een aansprakelijkheidsverklaring niet mogelijk is voor afzonderlijke componenten. Wanneer bijvoorbeeld Uponor producten binnen een installatie met producten van derden worden verwerkt dan wel gemengd, kan geen aansprakelijkheidsverklaring worden afgegeven ofwel verliest deze achteraf haar geldigheid.
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
547
Aansprakelijkheidsverklaring
Registratienummer:
1234567 Naam van het object:
Modelobject postcode + plaats
Opdrachtgever:
straat + huisnummer
Max Mustermann, Beispielstraße 13, 22332 Musterhausen
Installatie vervaardigd:
Installateur:
L
en postadres, indien afwijkend van bouwobject
20.11.2011
Musterinstallations GmbH, 22332 Musterhausen firmanaam / postcode + plaats / straat + huisnummer
E
Wij garanderen voor een periode van vijf jaar vanaf de levering dat de door ons geleverde producten op het tijdstip van hun levering vrij zijn van materiaal- en productiefouten en dat zij voldoen aan de eisen van de desbetreffende wetten, verordeningen en de erkende technische voorschriften. De rechten van onze klanten omvatten:
Herstel of nalevering van de gebrekkige onderdelen inclusief de aanvaarding van kosten ontstaan door het verwijderen, demonteren, afnemen of blootleggen van gebrekkige producten, Bij mislukken van het herstel of de nalevering ontbinding van de overeenkomst of prijsvermindering, Schadevergoeding in het kader van de hieronder vermelde maximale aansprakelijkheid, indien gebreken op onze schuld berusten.
D
Bovendien vergoeden wij voor nog eens vijf jaar, in totaal dus voor 10 jaar, vanaf de leveringsdatum a) Schade aan de door ons geleverde producten, b) Directe schade die aan andere zaken die is ontstaan en wordt veroorzaakt door gebrekkige producten die door ons zijn geleverd, c) Kosten ontstaan door het verwijderen, demonteren, afnemen of blootleggen van gebrekkige producten, voor zover onze producten op het tijdstip van hun levering aantoonbaar productie- of materiaalfouten vertonen en ons daarvoor schuld treft. Voorwaarde voor onze aansprakelijkheid is voorts dat schade die onze plicht tot schadeloosstelling zou kunnen staven binnen 30 dagen na hun kenbaarheid aan ons moet worden gemeld.
O
Met betrekking tot fouten bij het leggen en installeren wordt in geen geval aansprakelijkheid aanvaard. Onze Algemene Installatierichtlijnen zijn doorslaggevend. Onze aansprakelijkheid voor schade die niet aan de door ons geleverde producten zelf optreedt, is in alle gevallen beperkt tot een maximum van één miljoen euro. Deze beperking geldt niet in de eerste vijf jaar na levering, wanneer de schade berust op een schending van het leven, het lichaam of van de gezondheid, die op in te kort schieten als gevolg van nalatigheid van onze onderneming of op een te kort schieten als gevolg van opzet of nalatigheid van onze wettelijke vertegenwoordigers of de door hen ingeschakelde personen berust wanneer de schade berust op grof nalatig plichtsverzuim van onze onderneming of op opzettelijk of grof nalatig plichtsverzuim van onze wettelijke vertegenwoordiger of zijn helper.
M
Wij hebben met een bekende verzekeraar een uitgebreide productaansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Aanspraken die op dwingende rechtsgrondslagen berusten (bijvoorbeeld aanspraken op grond van wettelijke productaansprakelijkheid) of aanspraken op grond van verdergaande afspraken over het aanvaarden van aansprakelijkheid of op grond van het niet nakomen van bijvoorbeeld garanties die door ons in een op zichzelf staand geval worden gegeven, blijven door deze aansprakelijkheidsverklaring onaangetast. Deze aansprakelijkheidsverklaring geldt voor alle Uponor-producten die door ons worden geleverd met uitzondering van elektronische componenten/apparaten, slijtdelen en persgereedschappen.
Hassfurt, 25.11.2011 (Plaats, Datum)
548
(Handtekening, Uponor stempel) U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Registratie voor aansprakelijkheidsverklaring Bouwproject*
F a x n r. : +49 (0)9521/690-9945
Naam / object Straat Postcode / Plaats
Installateur*
Firma Straat Postcode / Plaats
Ontwerper
Firma
Postcode/Plaats
Architect
Firma
Postcode / Plaats
Groothandel
Firma
Postcode / Plaats
Aard van het object* Woongebouw EFH Woongebouw MFH Wooncomplex Kantoor-/overheidsgebouw Öffentlicher Bau Winkel / bedrijf Speciaal gebouw _____________
School Kleuterschool Bank Sporthal Ziekenhuis Praktijk
Syste(e)m(en)*
Bejaardentehuis Fabriekshal Kerk Gastronomie Museum Zwembad
Aantal
Vermelden, voor welk systeem de aansprakelijkheidsverklaring moet worden afgegeven.
Vereiste bewijzen (ten minste 1)* Leidingcode (2 stuks) Kopie van de rekening
Installatie en inbedrijfname* Installatie voltooid
op
Druktest uitgevoerd*
op
Zonder gebreken
Opwarmen uitgevoerd
op
Zonder gebreken
Installatie in overeenkomst met de ontwerpgegevens, montage- en bedieningshandleidingen geïnstalleerd, getest en in bedrijf genomen.
Handtekening en stempel van het technisch bedrijf
* Verplichte velden
Uponor GmbH • Industriestraße 56 • 97437 Haßfurt/Germany • T +49 (0)9521 690-0 • W www.uponor.de U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
549
Uittreksel
Verwarmen en koelen via bouwoppervlakken
Verwarmen en koelen met Uponor Verwarmen en koelen via componentoppervlakken > Verwarmen en koelen via vloer, wand en plafond
Verwarmen en koelen via bouwoppervlakken Zo uiteenlopend het gevoel voor behaaglijkheid van uw klanten is – zo veelsoortig zijn ook hun eisen aan een behaaglijk ruimteklimaat. Temperatuur, luchtvochtigheid, luchtbeweging, activiteit van de gebruiker, kleding, individuele temperatuurbeleving – de lijst van criteria die invloed hebben op het welbevinden in gebouwen, kan naar eigen inzicht worden uitgebreid. Comfort mag daarbij niet ten koste gaan van de rentabiliteit. In tijden
20
van stijgende energieprijzen en een groeiend ecologisch bewustzijn, zouden systemen voor verwarmen en koelen met weinig kosten vervaardigd moeten kunnen worden en er zou vooral rendabel mee gewerkt moeten kunnen worden. De oppervlaktetemperering van Uponor zorgt in gelijke mate voor comfort, energie-efficiency en rentabiliteit – van eengezinswoning tot en met bedrijfsgebouw. Het is onze taak om u door geavanceerde systeemtechniek en vakkundige ondersteuning de mogelijkheid
te geven uw klanten het hele jaar door een perfect ruimteklimaat te bieden: aangenaam koel in de zomer, aangenaam warm in de winter en flexibel genoeg voor de snelle temperatuurwisselingen in lente en herfst. Hierna treft u de grondbeginselen aan, die u nodig heeft bij het ontwerp van onze oppervlaktesystemen voor verwarmen en koelen. Voor aanvullende informatie op ieder gewenst tijdstip verwijzen wij naar onze internetpagina.
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Verwarmen en koelen met Uponor Verwarmen en koelen via componentoppervlakken > Verwarmen en koelen via vloer, wand en plafond
Meerwaarde door oppervlakteverwarming en -koeling Conventionele verwarming- en koelsystemen verwarmen de lucht, die op zijn beurt warmte afgeeft aan de ruimte dan wel uit de ruimte afvoert. Dit proces is onvermijdelijk verbonden met een min of meer uitgesproken luchtbeweging (convectie) en vaak ook met het daaruit resulterend opdwarrelen van stof, dat vooral voor allergiepatiënten als onaangenaam wordt ervaren. Wanneer via de luchtstroom niet alleen wordt verwarmd, maar ook wordt gekoeld (klimaatinstallaties), moet, ter voorkoming van storende tochtverschijnselen, bijzondere betekenis worden gehecht aan de toelaatbare luchtbeweging. Lucht is voor een behaaglijk ruimteklimaat absoluut belangrijk, omdat de lucht schadelijke stoffen en vocht kan transporteren – voor het transport van warmte is zij echter op grond van haar geringe specifieke warmtecapaciteit uiterst ongunstig. Zo hebben bijvoorbeeld ventilatieleidingen voor het transport van warmte een vele malen grotere doorsnede nodig in vergelijking tot watervoerende systemen. De daarvoor benodigde ruimte (bijvoorbeeld verlaagde plafonds) moet in het ontwerp worden betrokken en heeft een negatieve uitwerking op de bouwkosten. Bovendien moeten de te verwachte bedrijfskosten voor onderhoud, reiniging, aandrijfenergie voor ventilatoren enzovoorts niet worden verwaarloosd. Dat zijn slechts enkele redenen waarom in toenemende mate ruimte- en componentoppervlakken
(vloer, wand en plafond) worden benut voor zowel verwarmen als voor koelen. Aangezien oppervlakteverwarming- en koelsystemen 'onzichtbaar' zijn en in vergelijking met conventionele beluchtingsystemen geen waardevolle nuttige ruimte in aanspraak nemen, bieden zij een nagenoeg onbeperkte creatieve en inrichtingsvrijheid evenals een optimale verhouding van inpandige ruimte tot nuttige ruimte. Uponor oppervlaktesystemen maken voor de warmteoverdracht gebruik van watervoerende leidingen van hoogwaardig, vernet polyethyleen (PE-Xa). Door de grote oppervlakten liggen de vereiste bedrijfstemperaturen slechts gering boven (verwarmen) dan wel onder (koelen) de ruimtetemperatuur, wat de energie-efficiency van calorische waardetechniek en opwekkers van hernieuwbare warmte en/of kou zoals warmtepompen aanzienlijk verbetert. Thermische behaaglijkheid in winter en zomer Veel Uponor oppervlaktesystemen kunnen dubbel worden gebruikt – ‘s winters verwarmen, ’s zomers koelen. Deze dubbele functie berust, eenvoudig gezegd, op een omkering van het systeem. In plaats van het verwarmingswater tijdens de verwarmingsperiode wordt ’s zomers koelwater door het oppervlaktesysteem geleid. De gelijkmatige warmteverdeling dan wel koeling over een groot oppervlak leidt tot een aangename ruimtetemperatuur met milde stralingswarmte of weldadige 'stralingskoelte'.
Verwarmen en koelen vereist een deskundig ontwerp De van object tot object uiteenlopende omstandigheden en eisen maken het ontwerpen van individuele systeemoplossingen voor het betreffende object noodzakelijk. Hierbij moeten verschillende randvoorwaarden zoals gebouwarchitectuur, exploitatie van het gebouw, gestelde eisen aan de behaaglijkheid gedurende het hele jaar, keuze van de warmte- en koude opwekkers evenals wettelijke voorschriften etcetera worden getest dan wel in acht worden genomen. Het concept voor een eengezinswoning zal er onvermijdelijk anders uitzien dan bij een appartementsgebouw, kantoorgebouw, theater of school. Vaak is het een mix van diverse installatieconcepten die uiteindelijk naar het gewenste resultaat leidt, bijvoorbeeld door combinatie van verschillende oppervlakken (vloer, wand, plafond), of bij toepassing van de Uponor Contec betonactivering voor het afdekken van de constante belasting met (oppervlakte-) systemen voor het afdekken van de pieklast. Voor het bereiken van een optimaal samenspel van gebouwarchitectuur en installatietechniek tegen de achtergrond van hoge rentabiliteit bij een optimaal gebruikerscomfort, is een integraal ontwerp absoluut noodzakelijk. Hierbij zijn onze deskundige medewerkers in binnen- en buitendienst u graag behulpzaam.
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
21
Verwarmen en koelen met Uponor Verwarmen en koelen via componentoppervlakken > Verwarmen en koelen via vloer, wand en plafond
Uponor systeemoplossingen – voor alle oppervlakken Welk oppervlak voor verwarming en koeling moet worden gebruikt, hangt van veel factoren af. In de woningbouw, waar verwarming meestal op de voorgrond staat, zijn
anderd. Naast aanwezige wanden kunnen vaak als toevoeging lichte constructiewanden als verwarming- en koeloppervlakken worden gebruikt. Het Uponor Siccus SW staanderwandelement werd precies voor dit toepassingsgebied ontwikkeld.
gebruikt, die overdag de warmte uit de ruimte opneemt en deze ‘s nachts, bijvoorbeeld via vrije koeling, weer afgeeft. Deze energiebesparende en in vergelijking met conventionele luchtkoelingen goedkope koeltechniek (betonactivering) wordt steeds vaker in nieu-
Tecto noppenplaten voor gelijkmatige leidinginstallatie
Minitec met minimale elementhoogte voor de renovatie
Contec ON module voor dicht aan het oppervlak liggende betonactivering
Gedeeltelijke bedekking met Siccus SW
Comfort Panel HL voor systeemplafonds
De thermische wandcontactdoos Contec TS
vloerverwarmingen (bijvoorbeeld Uponor Tecto) vaak de eerste keus. Niet alleen voor de nieuwbouw, ook voor de aanpassing op bestaande vloeren biedt Uponor kant-en-klare systeemoplossingen (Uponor Minitec). Ter verhoging van het comfort kunnen deze systemen ook voor ruimtekoeling worden gebruikt, bij een op de toekomst gericht ontwerp is ook de betreffende aanpassing van de koelfunctie op een later tijdstip mogelijk.
Met name in bedrijfsgebouwen zoals kantoorgebouwen wordt het koelingaspect steeds belangrijker – niet op de laatste plaats door de stijgende comfortaanspraken van de gebruikers, de royale toepassing van glas in de architectuur en de vraag naar optimale energie-efficiency. Bij overwegende koeltevraag is echter de koelcapaciteit via vloer en/of wand vaak niet toereikend. Hier bieden zich plafonds als warmteoverdragende oppervlakken aan. Door de, in het geval van koeling in vergelijking tot vloerkoeling, hogere warmteoverdrachtscoëfficient (-waarde) kunnen bij hetzelfde temperatuurverschil tussen oppervlakte en ruimtelucht aanzienlijk hogere capaciteiten worden behaald. Ook een massieve betonvloer kan als 'tussenbuffer' worden
we bedrijfsgebouwen toegepast voor de afdekking van de constante belasting. Ter verhoging van de capaciteit en/of pieklastdekking kan bijvoorbeeld de Uponor betonactivering Contec met 'thermische contactdozen' voor de aansluiting van plafondzeilen of met krachtige, dicht aan het oppervlak liggende, koelsystemen (Uponor Conte ON) gecombineerd worden gebruikt.
Als alternatief voor de vloerverwarming en -koeling of aanvullend voor de vergroting van de verwarming en koeloppervlakken kunnen wandsystemen worden ingezet. Dat kan bijvoorbeeld bij renovatie zinvol zijn, wanneer de vloeropbouw niet kan of mag worden ver-
22
Voor de (latere) inbouw in verlaagde plafondsystemen is het Uponor Comfort Panel HL ontworpen. Door de constructie, waarvan de capaciteit werd geoptimaliseerd, zijn met deze thermisch actieve krachtige panelen koelcapaciteiten tot 92,5 W/m² bij 10K ondertemperatuur bereikbaar.
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Verwarmen en koelen met Uponor Verwarmen en koelen via componentoppervlakken > Verwarmen en koelen via vloer, wand en plafond
Systeemkeuze verwarmen en koelen De volgende tabel geeft een overzicht van de toepassingsmogelijkheden van de verwarming- en koelsystemen van Uponor. Afhankelijk van het object is in sommige gevallen ook een combinatie van Uponor
Wand Siccus Wandverwarming Siccus SW Wandverwarming nat pleistersysteem Plafond Contec Contec ON Contec TS Comfort Panel HL
● ● ● ● ● ●
186 193 198
● ● ●
207 237 233 241
● ● ●
● ●
● ● ● ● ● ●
● ● ● ● ● ● ● ●
● ● ●
● ● ●
● ● ●
● ● ●
● ● ● ●
● ●
● ●
● ●
●
●
●
●
● ● ●
● ● ●
Piekbelasting
Constante belasting
Totale belasting1)
Piekbelasting
Constante belasting
● ● ● ● ● ● ●
●
●
● ● ●
Koelen
● ● ● ● ● ● ● ● ● ● ●
●
●
● ●
Totale belasting
Verwarmen
Onbebouwd terrein
Puntelastisch
● ● ● ● ● ● ● ●
Oppervlakelastisch
● ●
● ● ● ● ● ● ● ●
Industriegebouw
Kantoorgebouw
83 159 107 121 139 139 49 63 251 275 280
Woningbouw
Nieuwbouw
Sportvloeren
Renovatie
Boden Tecto Classic Klittenbandsysteem Tacker- Klemprofielsysteem Noppenplaatsysteem 14-16 Noppenfoliesysteem 14-16 Minitec Siccus Industriële vloerverwarming Sportvloerverwarming Sneeuw- en ijsvrijhouden
vergroot, waardoor de vereiste aanvoertemperaturen gereduceerd worden – ideale voorwaarden voor de efficiënte toepassing van warmtepompen, ook in bestaande bouw.
Voornaamste toepassingsgebieden Catalogus bladzijde
Uponor oppervlaktesysteem
systemen mogelijk dan wel zinvol om de vereiste verwarming- en koelprestaties te bereiken. Zo kunnen bijvoorbeeld bij combinatie van Uponor vloer- en wandsystemen de verwarmingsoppervlakken worden
● ● ●
1) afhankelijk van het dauwpunt van de ruimtelucht ● aanbevolen ● geschikt
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
23
Uittreksel
Uponor industriële vloerverwarming
Uponor industriële vloerverwarming Systeemvoordelen ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 252 Toepassing •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 253 Soorten constructies ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 254 Ontwerpaanwijzingen voor de vloerconstructie •••••••••••••••••••••••••••••••• 255 Ingebruikname en gebruik van Uponor industriële vloerverwarming •••••••••••••••• 261 Ontwerpaanwijzingen voor de verwarmingsinstallatie ••••••••••••••••••••••••••• 263 Installatievoorbeelden •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 265 Ontwerpaanwijzingen en ontwerpgegevens •••••••••••••••••••••••••••••••••• 267 Montage ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 272 Technische gegevens •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 273
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
251
Verwarmen en koelen met Uponor Uponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Uponor industriële vloerverwarming
Uponor industriële vloerverwarming Systeemvoordelen Solide investeren
7 F071
Ruimte in hallen is te kostbaar om waardevolle oppervlakken aan de verwarming weg te geven. De industriële vloerverwarming van Uponor in de vloer van de hal zijn geïntegreerd en maken plaats voor architectonische ontwerpmogelijkheden. Dat betekent ook: geen compromissen bij de verdeling van warmte op de werkplek. Bovendien zijn er bij de constructie van de industrievloer geen aan het verwarmingssysteem gebonden statische condities. De beste voorwaarden dus om een hal optimaal te benutten. Traditionele, zichtbare verwarmingsoppervlakken met leidingen, schachten en ventilatoren moeten regelmatig gereinigd, vervan-
gen, geschilderd of onderhouden worden. Geheel in tegenstelling tot de industriële vloerverwarming van Uponor. Zij vergen geen individuele kosten voor onderhoud. Dat verlaagt de bedrijfskosten aanmerkelijk en leidt tot een snellere terugverdientijd. Een economische factor, die de fundamentele beslissing van de principaal wezenlijk zou moeten beïnvloeden. Warmte verhoogt de prestatie Iedere machine heeft een optimale bedrijfstemperatuur. Hoe zit dat echter bij de mensen? Bijna niemand is zich ervan bewust, dat een op aangename temperatuur gebrachte werkplek ook de medewerkers motiveert tot hogere prestaties. De werkplekrichtlijn
schrijft voor, dat de werknemers door verwarmingsinstallaties niet aan onverdraaglijke temperatuurverhoudingen mogen worden blootgesteld. Onverdraaglijk is, wanneer de temperatuur, bijvoorbeeld door heaters, in het gebied tussen hoofd en voet sterk verschilt. Naast de ruimtetemperatuur speelt ook de temperatuur van de vloer nog een belangrijke rol. Zo moet er voor voldoende bescherming worden gezorgd, wanneer de vloer tenminste 18°C warm is. De industriële vloerverwarming van Uponor verschaft deze ideale werkatmosfeer. Zij zorgt voor een milde stralingswarmte over een groot oppervlak zonder stofnesten, die door luchtwervelingen bij radiatoren ontstaan.
10 goede redenen voor de Uponor industriële vloerverwarming van Uponor 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Snelle terugverdientijd Absolute ruimtelijke vrijheid Optimale benutting van de hal Gelijkmatig temperatuurprofiel Geringe luchtsnelheden Geen opdwarrelen van stof Arbeidsbevorderende omgeving Geen onderhoudskosten Beproefde technologie Verstrekkende aansprakelijkheidsverklaring
20.000 m2 Uponor industriële vloerverwarming in het hoogstapelmagazijn in Hückelhoven
252
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Verwarmen en koelen met Uponor Uponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Uponor industriële vloerverwarming
Toepassingsgebied Uponor industriële vloerverwarming is een lagetemperatuurwarmteverdeelsysteem voor de verwarming van fabriekshallen of om daar een aangename temperatuur te creëren. Dit systeem kan worden toegepast in werkplaatsen, fabriekshallen met lichte en zware machines, in opslaghallen waar vorkheftrucks moeten rijden en in hallen waar het onderhoud van vliegtuigen plaatsvindt. Het wordt direct ingebouwd in de betonplaten van de vloeropbouw. Het is mogelijk de stalen wapening die normaliter in de betonplaten wordt ingebouwd, als drager van de verwarmingsleidingen te benutten. De warmtevoorziening kan door iedere warmwaterinstallatie plaatsvinden die geschikt is voor het betreffende gebouw. Nuttige belasting Uponor industriële vloerverwarming is al naar gelang het systeem niet afhankelijk van de verkeersbelasting, omdat er geen systeemcomponenten in zijn geïntegreerd die de verkeersbelasting beperken zoals isolatie. In nagenoeg iedere betonplaatconstructie onder andere van
Toegestaan totaal gewicht
Nominale draagkracht
[t] 2,5 3,5 7 13
gewapend beton, spanbeton, staalvezelbeton, vacuümbeton of walsbeton volgens de DFT methode, kan Uponor industriële vloerverwarming worden ingebouwd. De berekeningsgrondslag hiervoor vormen de eisen met betrekking tot het gebruik van de fabriekshal.
P
Daarbij moet zowel rekening worden gehouden met puntbelastingen door rekken als met dynamische belastingen door vorkheftrucks. Warmte-isolatie Al naar gelang het object kan een rentabiliteitsberekening zinvol dan wel vereist zijn om de optimale warmte-isolatie te bepalen. Op basis van de berekeningen moet dan aan de hand van karakteristieken zoals de warmtegeleidbaarheid en de dikte het soort isolatie en de optimale installatie daarvan (bijvoorbeeld strookbreedte op de buitenwand) worden bepaald.
Aangebracht in het beton verlopen de krachtlijnen net als bij een brugconstructie om de verwarmingsleiding.
Belangrijke ontwerpaanwijzingen Onbeperkte verkeersbelasting kN/m2 Dimensionering van de betonplaten door een constructeur
[t]
Statistische aslast (normale belasting) P [Mp (kN)]
Gemiddelde spoorbreedte a [m]
Totale breedte b [m]
Totale lengte l [m]
Gelijkmatig verdeelde verkeersbelasting (normale belasting) [kp/m2 (kN/m2)]
0,6 1 2,5 5
2 (20) 3 (30) 6,5 (65) 12 (120)
0,8 0,8 1 1,2
1 1 1,2 1,5
2,4 2,8 3,4 3,6
1000 (10) 1250 (12,5) 1500 (15) 2500 (25)
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Berekeningstabel van DIN 1055 Blad 3 voor vorkheftrucks
253
Verwarmen en koelen met Uponor Uponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Uponor industriële vloerverwarming
Soorten constructies Gewapend beton met mattenwapening Bevestiging van de leidingen op de (onderste) mattenwapening
Gewapend beton met mattenwapening met Uponor industriële vloerverwarming (bevestiging met leidinghouders)
Staalvezelbeton Bevestiging van de leidingen op een verwarmingssysteemmat (bijvoorbeeld Q131) of in profielen
Staalvezelbeton met Uponor industriële vloerverwarming (bevestiging op matten)
Walsbeton Bevestiging van de leidingen met Uponor industriële profielen
Walsbeton met Uponor industriële vloerverwarming (bevestiging met profielen)
254
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Verwarmen en koelen met Uponor Uponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Uponor industriële vloerverwarming
Spanbeton of gewapend beton met mattenwapening met Uponor industriële vloerverwarming (Uponor leidingdraagelementenmethode)
Spanbeton of gewapend beton met mattenwapening Uponor leidingdraagelementenmethode met variabele leidingpositie (Uponor leidingregistermodule, hangend aan de bovenste wapening)
Ontwerpaanwijzingen voor de vloerconstructie Algemeen Bij het ontwerp van de vloerconstructie van een vloerverwarmingsinstallaties moeten de daarop betrekking hebbende wetten, besluiten, richtlijnen, VOB en normen in acht worden genomen. Inbouwvoorwaarden Bouwsituatie Als de vloerplaat vóór de constructie wanden van de hal en het dak wordt gelegd, kan het noodzakelijk zijn weersafhankelijke beschermingsmaatregelen te nemen, omdat de montage dan in de open lucht moet plaatsvinden. Voorwaarde voor het inbouwen van de Uponor industriële vloerverwarming is dat de ondergrond door de bouwleiding is vrijgegeven. De Uponor industriële vloerverwarming wordt in de betonplaat ingebouwd. Daarbij kunnen verschillende vloerconstructies worden gerealiseerd. Voor een algemeen begrip worden hierna de verschillende lagen nader toegelicht.
De grove opbouw van een vloer in een fabriekshal wordt in de volgende afbeelding weergegeven. Deze bestaat uit betonplaat, dragende laag en ondergrond. Ondergrond en dragende laag De ondergrond moet geschikt zijn voor een betonvloer, omdat anders een dragende laag noodzakelijk is. Een gelijkmatige samenstelling over het gehele oppervlak, een goede verdichtbaarheid, voldoende draagkracht en een goede ontwatering zijn optimale voorwaarden.
Als de draagkracht van de verdichte ondergrond niet voldoende is, moet op de ondergrond een dragende laag worden gelegd. Deze dragende laag vangt de belastingen op van de betonplaat en leidt deze naar de ondergrond. De dragende laag moet overal even dik zijn en moet worden verdicht. Over het algemeen worden dragende lagen gemaakt van grind of basaltsplit. Om de draagkracht te vergroten, kan een dragende laag van grind of schot worden voorzien van hydraulische bindmiddelen (bijvoorbeeld cement).
Beton
Dragende laag
Ondergrond Grove opbouw van een vloer in een fabriekshal
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
255
Verwarmen en koelen met Uponor Uponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Uponor industriële vloerverwarming
Afwerkvloer Normaliter wordt bovenop de dragende laag, als er geen dragende laag is op de ondergrond, een afwerkvloer gelegd. Deze garandeert een egaal oppervlak van de dragende laag, die van grover materiaal is gemaakt (of van de ondergrond) en kan worden gevormd door een dunne laag beton of cement. Als alternatief kan bijvoorbeeld een laag fijn zand (zandegalisatie) worden gestort. Bouwwerkafdichting Afhankelijk van de belasting van de ondergrond door vochtigheid, niet drukkend of drukkend water moet voor een adequate bouwwerkafdichting worden gezorgd. Normaal gesproken bestaat deze bouwwerkafdichting uit baanvormig materiaal (bijvoorbeeld bitumenbanen, pvc-banen). Bij afdichting tegen bodemvochtigheid kan de uitvoering van de bouwwerkafdichting voor gebouwen met lage eisen ten aanzien van de droogte van de
binnenlucht (bijvoorbeeld magazijnen voor goederen die niet vochtgevoelig zijn) in de vloer worden gerealiseerd door een minimaal 15 cm dikke capillairbrekende laag (k > 10-4 m/s). De beoordeling van de ondergrond en het daarop gebaseerde besluit over de bouwwerkafdichting moet door de verantwoordelijke ontwerper van het gebouw worden genomen. Warmte-isolatielaag Indien nodig wordt onder de betonplaat – dus op de grond – een warmte-isolatielaag gelegd. Deze kan uit met naden gelegde XPS-platen dan wel uit in warm bitumen of met naden gelegde schuimglasplaten bestaan. Bij fabriekshallen met meer verdiepingen die voor hetzelfde doel worden gebruikt, moet onder de betonvloer conform EN 1264 deel 4 voor warmte-isolatie met Rλ, Dä = 0,75 m2K/W worden gezorgd, als de vloerverwarming in de betonvloer wordt geïnstalleerd.
De warmte-isolatielaag wordt in de meeste gevallen door het bouwbedrijf gelegd. Scheidings- en glijlagen Losse dragende lagen en warmteisolatielagen moeten altijd met een scheidingslaag van polyethyleenfolie worden afgedekt. Daardoor wordt voorkomen dat materiaal van dragende laag en betonplaat met elkaar wordt vermengd gedurende de bindtijd van het beton of dat beton tussen de naden van de warmte-isolatielaag kan dringen waardoor warmtebruggen naar de grond zouden ontstaan. Glijlagen worden bij hoge belastingen van de betonplaat in de vorm van twee lagen polyethyleenfolie gelegd. Daardoor wordt de wrijving tussen betonplaat en dragende laag en zodoende de optredende belasting van de betonplaat verkleind. De scheidings- of glijlagen worden in de regel door het bouwbedrijf gelegd.
Mogelijke bouwwerkafdichtingen tegen bodemvochtigheid bij lage eisen aan de droogte van de binnenlucht.
1
1 Slijtlaag 2 Beton
2
3 Uponor PE-Xa leiding
3
4 Scheidings-/ glijlaag
4 5
5 Werkvloer 6 Capillairbrekende dragende laag als bouwwerkafdichting conform DIN 18195
6
7 Ondergrond 7
256
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Verwarmen en koelen met Uponor Uponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Uponor industriële vloerverwarming
Mogelijke bouwwerkafdichtingen met baanvormige materialen onder de warmte-isolatie.
1
1 Slijtlaag 2 Beton
2
3 Uponor PE-Xa leiding
3
4 Scheidings-/ glijlaag
4 5
5 Warmte-isolatielaag van bijvoorbeeld XPS-platen
6 7
6 Baanvormige bouwwerkafdichting eventueel met tussenfolie
8
7 Werkvloer 8 Dragende laag 9 Ondergrond
9
Mogelijke bouwwerkafdichtingen met baanvormig materiaal zonder warmte-isolatie. 1
1 Slijtlaag 2 Beton 3 Uponor PE-Xa leiding
2 3 4
5
4 Scheidings-/ glijlaag 5 Baanvormige bouwwerkafdichting
6
6 Werkvloer 7
7 Dragende laag 8 Ondergrond
8
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
257
Verwarmen en koelen met Uponor Uponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Uponor industriële vloerverwarming
Mogelijke bouwwerkafdichtingen met baanvormig materiaal bij de overgang van de randisolatie naar het ongeïsoleerde gedeelte.
A
B
Belangrijke ontwerpaanwijzingen: Dikwijls is het economisch gezien zinvol en ook voldoende om alleen langs de rand (5 m) warmte-isolatie aan te brengen.
1
1 Slijtlaag 2 Beton 3 Uponor PE-Xa leiding
2 3
4 Scheidings-/ glijlaag
4 5
5 Warmte-isolatielaag van bijvoorbeeld XPS-platen
6
7
5m 5m
6 Baanvormige bouwwerkafdichting eventueel met tussenfolie
B
8
B
7 Werkvloer
A
B
8 Dragende laag 9 Ondergrond
258
9
B
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Verwarmen en koelen met Uponor Uponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Uponor industriële vloerverwarming
Betonvoegtechniek Dilatatievoegen Bewegingsvoegen worden in de betontechniek ook wel dilatatievoegen genoemd. Deze scheiden de betonplaten met een afstand van circa 20 mm en hebben een zachte voegvulling
Weergave van een dilatatievoeg 1 Slijtlaag 1
3 Dilatatievoeg 3
Dagvoegen Naast elkaar gelegen platenvelden worden door middel van dagvoegen met elkaar verbonden. Dit zijn geen dilatatievoegen, maar ontstaan alleen maar omdat afzonderlijke velden niet tegelijkertijd naast elkaar worden gelegd. Om de dwarskrachtoverdracht van de ene naar de andere plaat te garanderen, worden deze door middel van
4
5
6 Scheidings-/ glijlaag 7 Bouwwerkafdichting
6
7 8
8 Werkvloer
vloerverwarming is niet van invloed op de indeling van de dilatatievoegen. Verwarmingsleidingen die dilatatievoegen doorkruisen, moeten vanwege de te verwachten mechanische belastingen op de voegen worden beschermd met Uponor beschermhulzen van 1 m lengte.
(bijvoorbeeld schuim- of vezelstroken) die al voor het betonstorten wordt gefixeerd. Dilatatievoegen zijn niet alleen bedoeld om het oppervlak op te delen, maar ook om andere bouwdelen (bijvoorbeeld schachten, kanalen, pilaren en wanden) af te scheiden. De
Weergave van een dagvoeg 1 Slijtlaag 1
2 Beton 3 Beschermhuls
8
4 Uponor PE-Xa leiding
2
3
4
5 Scheidings-/ glijlaag 6 Bouwwerkafdichting
5
6
7
Belangrijke ontwerpaanwijzingen: verwarmingsleidingen die dagvoegen doorkruisen bij mechanische belasting tijdens de montage voorzien van beschermhulzen
4 Beschermhuls
2
5 Uponor PE-Xa leiding
Belangrijke ontwerpaanwijzingen Dilatatievoegen alleen met aansluitleidingen doorkruisen Verwarmingsleidingen die dilatatievoegen doorkruisen, moeten van Uponor beschermhulzen worden voorzien
2 Beton
rabatnaden of verdeuvelen vormgesloten met elkaar verbonden. Verwarmingsleidingen die dagvoegen doorkruisen, moeten van Uponor beschermhulzen van 1 m
7 Werkvloer 8 Dagvoeg
lang worden voorzien, als de verwarmingsleiding voor het betonneren worden blootgesteld aan mechanische belastingen, bijvoorbeeld doordat de bekisting op de verwarmingsleiding wordt gezet.
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
259
Verwarmen en koelen met Uponor Uponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Uponor industriële vloerverwarming
Schijnvoegen Schijnvoegen worden achteraf in de betonplaten aangebracht en dienen als basisbreukplaats. Ze zijn circa 3-4 mm breed en worden uitgevoerd met een insnijdiepte van circa 25-30% van de plaatdikte. De gewenste breuk die onder de insnede ontstaat, heeft een bepaalde vertanding, zodat dwarskrachten van
Weergave van een schijnvoeg
2
3 1 Slijtlaag
1
2 Voegenvulling 3 Sponsrubber
10 4
4 Beton
9
5 Uponor PE-Xa leiding
5
6 Scheidings-/ glijlaag 7
Belangrijke ontwerpaanwijzingen
6
7 Bouwwerkafdichting
8
8 Werkvloer 9 Fijne scheur
Maximaal mogelijke zaagdiepte met de ontwerper van het gebouw afstemmen
Voegenschema Het indelen van de voegen moet door een constructeur worden gedaan en is vanwege de lage temperatuur van de verwarmingslaag niet afhankelijk van de Uponor industriële
Belangrijke ontwerpaanwijzingen Voegenschema van de constructeur in acht nemen Verwarmingscircuits en aansluitleidingen op het voegenschema afstemmen
Voorbeelden van de indeling van voegen op basis van de betonnering
betonplaat naar betonplaat kunnen worden overgedragen. Voor schijnvoegen zijn geen Uponor beschermhulzen noodzakelijk. Schijnvoegen kunnen ook ‘gesloten’ worden door
middel van een circa 8 mm brede en circa 25 mm diepe insnede achteraf en een speciaal hiervoor geschikte stortmassa of door gedeeltelijk opvullen met sponsrubber
vloerverwarming. De ontwerper van de verwarmingsinstallatie moet een voegenschema opvragen om de indeling van de verwarmingscircuits of aansluitleidingen daarop af te stemmen.
De veldgrootte is van verschillende factoren afhankelijk, onder andere van een goede, draagkrachtige onderconstructie en kan daarom ook alleen door een constructeur worden vastgesteld. Randvoegen om de betonplaten of voegen bij ingebouwde onderdelen in de betonplaten worden als dilatatievoegen uitgevoerd en worden eveneens in het voegenschema weergegeven. Hierna volgen enkele voorbeelden van een indeling van de voegen op basis van de betonnering.
Aard en positie van de voegen is afhankelijk van diverse factoren, onder andere: Plaatdikte Plaatselijke omstandigheden (pilaren, wanden, kanalen) Belastingen die op de lange termijn werken Soort betonconstructie
Betonnering in één arbeidscyclus
Betonnering in banen
Dilatatievoeg
260
10 Schijnvoeg
Betonnering in velden
Schijnvoeg
Dagvoeg
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Verwarmen en koelen met Uponor Uponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Uponor industriële vloerverwarming
Ingebruikname en gebruik van Uponor industriële vloerverwarming Slijtlaag Als gevolg van slijtage is voor vloeren die sterk worden belast door bijvoorbeeld vorkheftrucks of zware vloertransportmiddelen, een stabiele oppervlaktelaag, een slijtagelaag noodzakelijk, omdat het oppervlak van de betonplaten anders te sterk zou kunnen slijten. Welk soort slijtlaag voor de betreffende situatie geschikt is, moet de verantwoordelijke ontwerper beslissen. Er kan bijvoorbeeld een laag gietasfalt, magnesia of cementgebonden hardstof op het betonoppervlak worden aangebracht. De vervormbaarheid van slijtlaag en betonplaat moet op elkaar worden afgestemd. Daarom moet ook in de oppervlaktelaag
Inrichting hallen In bedrijfsgebouwen wordt vaak het fundament van de inrichting, zoals van hoogstapelmagazijnen of machines in de betonvloer verankerd. De ontwerper van de verwarmingsinstallatie moet erover worden geïnformeerd hoe diep deze fundamenten of verankeringen in
rekening worden gehouden met voegen in de betonplaat. Voor vloeren die minder sterk belast worden, is niet per se een afzonderlijke oppervlaktelaag noodzakelijk. In vele gevallen kan het betonoppervlak door vegen met een bezem worden opgeruwd of bij hogere eisen ten aanzien van effenheid
worden geslepen.
Belangrijke ontwerpaanwijzing Rekening houden met de warmtegeleidingsweerstand Rλ, B van de slijtlaag Vlinderapparaat om het betonoppervlak te egaliseren
de betonplaat doordringen. Het gevaar dat deze doordringen tot aan de verwarmingsleidingen in de betonplaat is zelden aanwezig, maar als dit toch het geval is, doordat de betonplaat niet dik genoeg is, dan moet de verwarmingsleiding niet in dat gedeelte worden gelegd en ontstaat er een zogenaamde blinde plek.
Belangrijke ontwerpaanwijzingen Maximale indringdiepte in de betonplaat van verankeringen of fundamenten van de complete inrichting van de hal afstemmen Voor de zekerheid een minimale afstand van 50 mm tot de leiding aanhouden
Indringdiepte van fundamenten/verankeringen van de inrichting in de hal 1 Rail voor vloertransportmiddelen
1
2 Uitvlakplaat 3 Slijtlaag
Inboordiepte
2
4 Verankering
4
3 5 Uponor PE-Xa leiding
min. 50 mm 5
H = ca. 40 mm 1
H = 20 – 40 mm 2
6 8
7 9 10
H
6 Wapening 7 Afstandhouder 8 Scheidings-/ glijlaag 9 Constructieafdichting 10 Werkvloer
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
261
Verwarmen en koelen met Uponor Uponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Uponor industriële vloerverwarming
Betontransport
Functieverwarmen
Afhankelijk van de plek waar het beton wordt gemengd, wordt deze stortklaar beton of ter plaatse gemengd beton genoemd. Stortklaar beton wordt in de betonfabriek gemengd en vervolgens met betonvrachtwagens naar de bouwplaats getransporteerd, terwijl ter plaatse gemengd beton direct op de bouwplaats wordt gemaakt. Het gemengde beton wordt dan met betonpompen, transportbakken, transportbanden en dergelijke naar de benodigde plek getransporteerd. Het beton kan alleen met betonvrachtwagens direct tot aan de benodigde plek worden getransporteerd, als de transportwegen de verwarmingsregisters niet kruisen.
Betonplaten met geïntegreerde vloerverwarming moeten een bepaalde tijd nadat het beton is gestort en de slijtlaag is gelegd worden opgewarmd.
Betonverdichting met behulp van een trilnaald
Betonverdichting Het beton wordt normaal gesproken verdicht met hoogfrequente trilnaalden. De trilnaald wordt meestal tegelijkertijd met het afreien van het beton langzaam door het vers gestorte beton gehaald. Het gebruik van trilnaalden ter verdichting van het beton is niet schadelijk voor het in het beton geïntegreerd vloerverwarmingssysteem.
262
Deze controle moet worden doorgevoerd in overeenstemming met de legger van het beton en diens bepalingen, omdat een zo vroeg mogelijk begin van verwarming afhankelijk is van de kwaliteit en dikte van het beton. Bij een standaard betondikte van 10 tot 30 cm moet normaliter van de volgende opwarmprocedure bij betonconstructies worden uitgegaan: 1. Begin opwarmen na vrijgave van de betonvloer door de bouwleiding (circa 28 dagen na betonnering) 2. Aanvoertemperatuur 5 K boven betontemperatuur instellen en minimaal 1 week aanhouden 3. Dagelijks de aanvoertemperatuur met 5 K verhogen tot de ontwerptemperatuur 4. Ontwerptemperatuur 1 dag aanhouden 5. Aanvoertemperatuur 10 K per dag verlagen tot de bedrijfstemperatuur 6. Bedrijfstemperatuur instellen
De bedrijfstoestand moet tijdens en na de opwarmprocedure worden vastgelegd. U kunt hiertoe het Uponor opwarmprotocol voor Uponor industriële vloerverwarming aanvragen. Als de fabriekshal voor het eerst verwarmd moet worden tijdens de opwarmperiode, dan moet de hal vóór de opwarmperiode worden gesloten. Op die manier kan de energie die uit de omgeving is opgeslagen in de betonplaat voor het opwarmen worden gebruikt. In de winter mag de installatie bij vorstgevaar niet worden uitgeschakeld, als er geen andere beschermingsmaatregelen zijn genomen.
Belangrijke ontwerpaanwijzingen Opwarmprocedure afstemmen met de legger van het beton Voldoende tijd inplannen voor het opwarmen Beschermingsmaatregelen tegen vorstgevaar nemen
Het doel van de opwarmprocedure is de opwarmcontrole volgens VOB DIN 18380 en niet het drogen van het beton!
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Verwarmen en koelen met Uponor Uponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Uponor industriële vloerverwarming
Ontwerpaanwijzingen voor de verwarmingsinstallatie Aansluitvarianten Er zijn talrijke mogelijkheden om de afzonderlijke verwarmingcircuits te verbinden met de verwarmingsinstallatie. De op een bepaald moment geschikte variant richt zich naar de bouwkundige omstandigheden en het ontworpen voorschriftenconcept. Gebruikelijke varianten worden hierna beschreven.
Verdeleraansluiting met Uponor aansluitbocht
Aansluiting op de Uponor industrieverdeler De Uponor industrieverdeler is afgestemd op toepassing in industriehallen. Afhankelijk van de situatie op de bouwplaats wordt de Uponor industrieverdeler vóór het betonneren aan een reeds aanwezige wand bevestigd of, indien er (nog) geen wanden aanwezig zijn,
aan een op de bouwplaats aan te brengen hulpconstructie. De Uponor PE-Xa verwarmingsleidingen worden onder de verdeler in de Uponor aansluitbocht uit het verwarmingsniveau naar buiten gevoerd en aangesloten. De toevoerleidingen van de verdeler kun-
Aansluiting in de onderliggende installatieopstelling Als in de bodem onder de betonplaten of direct in het beton een onderliggende installatieopstelling voor gas, water, elektra of andere installaties is gepland, moet de industriële verdeler in deze gang worden gemonteerd. Deze moet dan 180° ten opzichte van de standaard inbouwsituatie worden gedraaid en aan de wand van de onderliggende installatieopstelling worden gemonteerd, zodat de aansluitleidingen van het verwar-
mingscircuit naar boven lopen. Met de Uponor aansluitbocht kan op verwarmingsniveau een 90°-bocht in de verwarmingsleiding worden gemaakt. Aangezien de industriële verdeler tot 1 m onder de verwarmingslaag kan zijn gemonteerd, moeten ter voorkoming van luchtlagen luchtafscheiders worden ingepland. Verstrooide restlucht kan ook door watersnelheden tot minimaal 0,4 m/s van de verwarmingslaag naar het algemene netwerk worden getransporteerd.
nen aan een kant van links, aan een kant van rechts of beurtelings links en rechts aan de verdeler worden aangesloten. Voor een gedetailleerde beschrijving van de Uponor industrieverdeler wordt verwezen naar het hoofdstuk „Verdeel- en regeltechniek“.
Aansluiting van de industriële verdeler in een onderliggende installatieopstelling
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
263
Verwarmen en koelen met Uponor Uponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Uponor industriële vloerverwarming
Aansluiting in de schacht binnen het verwarmingsniveau Praktisch onzichtbaar en plaatsbesparend kunnen de verwarmingcircuits in een op de bouw vervaardigde schacht binnen het verwarmingsniveau worden aangesloten. Wanneer de aansluitschacht centraal in het verwarmingsniveau wordt gepositioneerd, kunnen de verwarmingcircuits aan twee kanten worden aangesloten en kunnen de aansluitleidingen dus kort worden gehouden of zelfs helemaal vervallen.
Aansluitvariant in de schacht met afdekking
Aanvoer en retourafsluiters maken de afsluiting en hydraulische afstelling van de verwarmingcircuits mogelijk, zodat ook in lengte verschillende verwarmingcircuits mogelijk zijn.
Aansluiting aan een Tichelmann-ring Vooral bij grote oppervlakken met zoneregeling kan de aansluiting aan een verdeel/verzamelleiding zinvol zijn. Zowel de verwarmingsleidingen alsook de verdeel- en verzamelleidingen zijn van hetzelfde PE-Xa materiaal vervaardigd en worden bijvoorbeeld met kabelbinders direct op de, op de bouwplaats aanwezige,
bouwstaalmatten in de betonnen verdiepingsvloer bevestigd. Met de thermisch afhankelijke lengteuitzetting van de leidingen hoeft bij deze aansluitvarianten geen rekening te worden gehouden. Bij ongeveer even lange verwarmingcircuits kunnen afsluiters voor de hydraulische afstelling vervallen, inspectiekleppen en -schachten worden daardoor eveneens overbodig.
Aanwijzing Met name voor middelgrote en grote bedrijfsoppervlakken (> 2.500 m2) biedt Uponor nog meer interessante projectspecifieke uitvoeringen. Zodoende kunnen bijvoorbeeld extra installatiekosten (verdeleraansluitleidingen) worden bespaard. Voor meer informatie hierover kunt u contact met ons opnemen.
264
Aansluiting op een Uponor Tichelmann verdeel-/verzamelleiding
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Verwarmen en koelen met Uponor Uponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Uponor industriële vloerverwarming
Installatievoorbelden In de volgende afbeeldingen worden regelingsschema‘s van Uponor industriële vloerverwarmingsinstallaties weergegeven. Daarbij gaat het om gangbare concepten voor temWarmteopwekker met minimale retourtemperatuur (optioneel met temperatuurschakeling)
standaard vloerverwarming moet in principe met een regeling voor de individuele ruimte worden uitgerust.
peratuurregeling in fabriekshallen. Zoals deze worden weergegeven, is het mogelijk de Uponor industriële vloerverwarming te combineren met een standaard vloerverwarming. De
Fabriekshal Optioneel met RF binnentemperatuurschakeling
Regelingsschema’s voor een fabriekshal die niet door middel van wanden is onderverdeeld in sectoren/ruimten en die met een centrale regeling en ruimtetemperatuurschakeling is uitgerust.
HF
Warmteopwekker
BT
C-46
HF
AF
M
Aansluiting op een warmteopwekker met buitentemperatuurafhankelijke verwarmingswaterregeling (optioneel met binnentemperatuurschakeling)
Fabriekshal met kantoorruimte Een fabriekshal met twee gescheiden sectoren, een machinepark en een kantoorgedeelte. De temperatuurregeling van het machinepark wordt gerealiseerd door middel van een centrale buitentemperatuurafhankelijke regeling, terwijl de regeling van het kantoorgedeelte door middel van een andere centrale buitentemperatuurafhankelijke Warmteregeling in combinatie met opwekker een Uponor regeling voor de individuele ruimte geschiedt.
Kantoorruimte
Fabriekshal
Machinepark
RF
Uponor vloerverwarming
HF
BT
HF
C-46
AF
M
HF
BT
HF
C-46
AF
M
Aansluiting op een warmteopwekker bij een fabriekshal met kantoorgedeelte.
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
265
Verwarmen en koelen met Uponor Uponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Uponor industriële vloerverwarming
Fabriekshal met kantoor en magazijn De fabriekshal bestaat uit twee gescheiden sectoren: een machinepark en een kantoorgedeelte. Het magazijn bestaat uit slechts één
Machinepark
Kantoorruimte
Fabriekshal 1
nentemperatuur verschillende stooklijnen vereist zijn. Het kantoorgedeelte wordt bovendien voorzien van een regeling voor de individuele ruimte.
sector die een aanzienlijk lagere temperatuur heeft. Iedere sector wordt voorzien van een eigen buitentemperatuurafhankelijke regeling, omdat vanwege de zeer uiteenlopende warmtevraag en bin-
Fabriekshal 2
Hoogstapelmagazijn
RF
RF
Uponor vloerverwarming
HF
Warmteopwekker
BT
HF
C-46
M
AF
HF
BT
HF
C-46
HF
AF
M
BT
HF
C-46
AF
M
Aansluiting op een warmteopwekker bij een fabriekshal met kantoorgedeelte en magazijn.
Centrale regeling Uponor regelstations voor de centrale aanvoertemperatuur kunnen ook in Uponor industriële vloerverwarmingen worden toegepast. Afhankelijk van de grootte van het object is een volledige regeling of een regeling per zone mogelijk. Zie voor gedetailleerde technische informatie over de Uponor regelstations het hoofdstuk „Verdeel- en regeltechniek“.
de warmtevraag en binnentemperatuur zijn immers verschillende stooklijnen noodzakelijk. Voor een centrale regeling van standaard vloerverwarmingsinstallaties is het Uponor regelstation CPG 15 geschikt. Dit station is uitgerust met de Uponor
verwarmingsregelaar C-46 en een proportionele drukgeregelde circulatiepomp, hetgeen voldoet aan de EnEV. Het station is bovendien een compacte eenheid die bijvoorbeeld in de verwarmingscentrale kan worden gemonteerd. 255
240
125
54
Rp 1 50
475
Als fabriekshallen met kantoorruimten worden gecombineerd, moet voor het standaard vloerverwarmingssysteem dat in de kantoorruimte in de verwarmde dekvloer wordt gelegd, een afzonderlijke centrale regeling worden geïnstalleerd. In verband met de zeer uiteenlopenG1
266
G1
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Verwarmen en koelen met Uponor Uponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Uponor industriële vloerverwarming
Ontwerpaanwijzingen en ontwerpgegevens Temperaturen Vloeroppervlaktetemperatuur Bijzondere aandacht moet worden besteed aan de temperatuur van het vloeroppervlak, waarbij rekening moet worden gehouden met de grenzen van de medisch en fysiologisch verantwoorde vloeroppervlaktetemperatuur. Het verschil tussen de gemiddelde oppervlaktetemperatuur ϑF, m van de vloer en de standaard binnentemperatuur ϑi vormt samen met de basiskarakteristiek de grondslag voor de vermogensgrootte van het verwarmende vloeroppervlak. De maximale oppervlaktetemperaturen worden bepaald door de in de EN 1264 vastgelegde „Grenswarmtestroomdichtheid“, die als theoretische ontwerpgrens in de ontwerpdiagrammen en diagrammen in aanmerking is genomen. Maximale oppervlaktetemperaturen volgens EN 1264: 29°C in de verblijfszone 35°C in de randzone
Ruimtetemperatuur, gevoelstemperatuur en gemiddelde stralingstemperatuur Bij een stralingsverwarming zoals de Uponor vloerverwarming kan ten opzichte van andere, meer ongunstige verwarmingssystemen een niet onaanzienlijke energiebesparing worden aangenomen.
De „gevoelstemperatuur“ moet worden gelijkgesteld aan de normale binnentemperatuur ϑi uit de EN 12831 en ontstaat uit de gemiddelde stralingstemperatuur en de ruimteluchttemperatuur.
Het energiebesparingseffect ligt in feite in de gunstigere ruimteluchttemperatuur en het verticale temperatuurprofiel. Voor de mensen is behalve de ruimteluchttemperatuur ϑL ook de gemiddelde stralingstemperatuur ϑS van de ruimteomringende oppervlakken van belang. Hieruit vloeien zeer positieve gevoelstemperaturen voort.
ϑS = Φ1 · ϑ1 + Φ2 · ϑ2 +...+ Φn · ϑn
In grotere ruimten (fabriekshallen) staat de mens in grote mate in de stralingsuitwisseling met de vloer. Dit kan met behulp van de berekening van de instralingscijfers worden nagegaan. Een koude vloer heeft daardoor een grotere uitwerking dan onder normale omstandigheden. Voor een acceptabele temperatuur in fabriekshallen is een Uponor industriële vloerverwarming nodig. In dit verband voorziet de Duitse Werkplaatsrichtlijn in ASR 8/1 onder lid 2.2 in een minimale oppervlaktetemperatuur van 18°C om voldoende bescherming tegen warmteafgifte te garanderen.
Gemiddelde stralingstemperatuur:
Φn: Instralingscijfer van het nde bouwdeel ϑn : Oppervlaktetemperatuur van het nde bouwdeel
Verwarmingsmiddelovertemperatuur ΔϑH De verwarmingsmiddeltemperatuur ΔϑH wordt als logaritmische gemiddelde waarde uit de aanvoertemperatuur ϑV, de retourtemperatuur ϑR en de standaard binnentemperatuur ϑi volgens EN 1264 berekend. Deze bepaalt bij constante opbouw de warmtestroomdichtheid. Vergelijking (3) volgens EN 1264 Deel 3: ϑV – ϑR
ΔϑH =
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
ln
ϑV – ϑi ϑR – ϑi
267
Verwarmen en koelen met Uponor Uponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Uponor industriële vloerverwarming
Belasting VIH Afhankelijk van de situatie moet voor een bepaalde leidingverdeling T worden gekozen. Uponor industriële vloerverwarming omvat de drie belastinggevallen VIH 1, VIH 2 en VIH 3. Leidingverdeling T en verwarmingsmiddelovertemperatuur ΔϑH bepalen bij de gegeven combinatie van betonbedekking su en
warmtegeleidingsweerstand van de slijtlaag Rλ, B het warmtevermogen van de Uponor industriële vloerverwarming. De verwarmingscircuits worden in meandervorm gelegd. Belastingcategorieën kunnen hierbij met elkaar worden gecombineerd, bijvoorbeeld belastingsfactor VIH 1 in randzones en belastingsfactor VIH 2 in zones in een fabriekshal waar zich mensen ophouden.
T
VIH 1 2 3
T in [cm] 15 30 45
Belasting van Uponor industriële vloerverwarming
Vermogen VIH voor zone waar mensen zich bevinden
VIH2 30 cm
Vermogen VIH voor zone waar mensen zich bevinden met randzone
VIH1 15 cm
VIH2 30 cm
268
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Verwarmen en koelen met Uponor Uponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Uponor industriële vloerverwarming
Berekeningsgrondslag Ontwerp In deze paragraaf worden de hulpmiddelen toegelicht die nodig zijn ter bepaling van gegevens met betrekking tot het ontwerp van de vloerverwarming. Uponor industriële vloerverwarmingen worden ontworpen conform EN 1264 deel 3. Verwarmingslast conform EN 12831 Het vereiste verwarmingsvermogen in de afzonderlijke sectoren van de hal wordt conform EN 12831, specifiek met inachtneming van Bijlagen B.1 bepaald. Afhankelijk van de hoogte van de hal moeten bij convectieve verwarmingssystemen en bij plafondverwarming de normale warmteverliezen 15 tot 60% hoger worden aangehouden, omdat de binnentemperatuur toeneemt naarmate de hal hoger wordt. Bij vloerverwarming is het temperatuurverschil nagenoeg 0 K, omdat de warmteoverdracht grotendeels door middel van straling geschiedt.
Randzones In de zelden begane randgebieden kunnen door middel van de VIHbelastingsfactoren randzones met een dichtere leidingafstand en daardoor hogere vloeroppervlaktemperaturen worden gepland. Met deze randzones wordt rekening gehouden met grotere warmteverliezen in de randzones waardoor het comfort toeneemt. Het ontwerp van de randzone vindt steeds plaats met VIH 15. De breedte van de randzone mag maximaal 1,0 m bedragen.
Ontwerpaanwijzing Maximale vloeroppervlaktetemperatuur in de randzone qF, max = 35°C
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Gebruik van het ontwerpdiagram Het ontwerpdiagram maakt een compleet overzicht van de volgende invloedsgrootheden en de onderlinge relaties mogelijk: 1. Warmtestroomdichtheid van de vloerverwarming q in [W/m2] 2. Betonbedekking su in [cm] 3. Installatie afstand VIH in [cm] 4. Verwarmingsmiddelovertemperatuur ΔϑH = ϑH – ϑi in [K] 5. Vloerovertemperatuur ϑF, m – ϑi in [K] Bij bepaling van telkens drie invloedsgrootheden kunnen met dit diagram alle anderen worden vastgesteld. Bij het opstellen van het diagram is rekening gehouden met een slijtlaag met Rλ, B = 0,02 m2K/W Deze warmtegeleidingsweerstand komt overeen met de gemiddelde waarde van gangbare slijtlagen.
269
Verwarmen en koelen met Uponor Uponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Uponor industriële vloerverwarming
Ontwerpdiagram Ontwerpdiagram voor Uponor industriële vloerverwarming, ingebouwd in een betonplaat met λ = 2,1 W/mK, slijtlaag met Rλ, B = 0,02 m2 K/W, verwarmingsleiding 25 x 2,3 mm 180
K
K
15
35
40 14
Gren s cu
160
r ve
ver
blij
10
8 7
6 5 4
ne
VIH
1 1)
140
120
100
80
60
K
20
K
15
K
7F 071 - F
10 K
40
3 2
25
2 VIH
9
Warmtestroomdichtheid q in [W/m2]
11
K
RhB = 0,02 fsz o
VI H 3
Vloerovertemperatuur (F, m – i) in [K]
13
12
30
ΔH = H
20
– i = 5
K
1 0
60/0
140 180 220 260
1)
1 H VI
VIH
VIH
340
2
300
3
Betonbedekking Su in [mm]
100
su mm 100 150 200 250 300 100 150 200 250 300 100 150 200 250 300
Verdeling qN cm W/m2 97,9 99,6 15 100 100 100 88,1 97,7 30 100 100 100 66,0 88,6 45 96,1 99,1 99,9
ΔN K 19,8 22,8 25,5 28,1 30,8 24,4 32,7 36,1 38,7 41,4 25,6 39,7 49,8 56,8 60,4
Grenscurve geldt voor i 15°C en F, max 29°C
Aanwijzing: De grenscurven mogen niet worden overschreden. De ontwerpaanvoertemperatuur mag maximaal de waarde: V, des = ΔH, g + i + 2,5 K aannemen. ΔH, g komt voort uit de grenscurve van de verblijfszone tot de kleinste geplande installatie afstand.
270
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Verwarmen en koelen met Uponor Uponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Uponor industriële vloerverwarming
Drukverliesdiagram 200
2000
8 0, s m/ 100 900 800 700 600 500
m
,3 m
2 5x
2
400
400
6
0, 5
s
s
m/
m/ s
3 m/ s
100 90 80 70 60
/s
15 /s
m
1 0, /s m
50
300
200
m
0,
100 90 80 70 60
4
x2
0,
20
0,
,3
200
mm
m/
0,
300
2 0,
. Massastroom m in [kg/h]
1000 900 800 700 600 500
Het drukverlies in de Uponor PE-Xa verwarmingsleiding wordt aan de hand van het diagram bepaald.
Medium: water
40
50 40
0,1 0,01
0,2 0,02
0,3 0,03
0,5 0,05
1 0,1
2 0,2
3 0,3
4 0,4
[mbar/m] [kPa/m]
Drukverlies R
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
271
Verwarmen en koelen met Uponor Uponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Uponor industriële vloerverwarming
Montage Algemeen De volgende beknopte instructie beschrijft de montage van de Uponor industriële vloerverwarming
slechts gedeeltelijk. Houdt u zich bovendien aan de montage-instructies die bij de producten zijn ingesloten of gedownload kunnen worden.
Overzicht van de montagestappen
A
B
50
≈1
00
≈5
r≥ 5
12
≥ 18mm
Industriële leidinghouder plaatsen en verwarmingsleiding monteren.
A
B
50
≈1
00
≈5
5
12
r≥ Verwarmingsleiding monteren met Uponor bindstrips
272
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Verwarmen en koelen met Uponor Uponor systeemoplossingen voor verwarmen en koelen > Uponor industriële vloerverwarming
Technische gegevens Uponor PE-Xa leiding 25 x 2,3 mm
0 4 / 2 3 99
Leidingafmeting Materiaal Kleur Productie Zuurstofdichtheid Dichtheid Warmtegeleidbaarheid Lineaire expansiecoëfficiënt Kristalsmelttemperatuur Bouwmaterialenklasse Minimale buigradius Leidingruwheid Waterinhoud Leidingaanduiding
Toepassingsgebied verwarming Maximale continubedrijfsdruk (water 20°C) Maximale continubedrijfsdruk (water 70°C) Maximale bedrijfsdruk DIN-CERTCO registratienummerer Leidingverbindingen Optimale montagetemperatuur Vrijgegeven watertoevoeging UV-bescherming
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
25 x 2,3 mm PE-Xa naturel met zwart/rode lengtestrepen volgens EN ISO 15875 volgens DIN 4726 0,938 g/cm3 0,35 W/mK bij 20°C 1,4 x 10-4 1/K bij 100°C 2,05 x 10-4 1/K 133°C B2 125 mm 0,007 mm 0,33 l/m zuurstofdicht DIN 4726 (DIN-gekeurd) 3V209 KOMO vloerverw en KOMO CV ATG 00/2399 ÖNORM B5153 gekeurd (productiegegevens) (per lopende meter) 70°C/8 bar 15,4 bar (veiligheidsfactor ≥ 1,25) 7,2 bar (veiligheidsfactor ≥ 1,5) 8 bar 3V209 PE-X verbindingskoppelingen en klemkoppelingen type Uponor 25 x 2,3 ≥ 0°C Uponor antivriesmiddel GNF (materiaalklasse 3 volgens DIN 1988 Deel 4) lichtdicht karton (resterende rol moet in de kartonnen doos worden opgeslagen)
273
Uittreksel
Bijlagen voor de oppervlakteverwarming en -koeling Dichtheidstestrapporten, opstookrapporten, formulieren
Bijlagen Dichtheidstest voor Uponor oppervlakteverwarming en -koeling met het testmedium water Dichtheidstestrapport ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 330 Dichtheidstest voor Uponor oppervlakteverwarming en -koeling met perslucht en inerte gassen Dichtheidstestrapport ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 332 Opstoken volgens DIN EN 1264-4 Opstookrapport ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 334 Beschrijving •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 335 Opstoken voor Uponor Minitec Opstookrapport ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 336 Beschrijving •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 337 Opstoken voor Uponor wandverwarming Opstookrapport ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 338 Beschrijving •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 339 Opstoken voor Uponor industriële vloerverwarming Opstookrapport ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 340 Beschrijving •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 341 Bepaling van de werkelijke leidinglengten van het verwarmingcircuit en herberekening van de inregelstanden Formulier •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 342 Hulpmiddelen bij de handmatige berekening van de Uponor vloerverwarming Formulier •••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 343 Symbolen voor de vloerverwarmingsberekening ••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••••• 345
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
329
Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen
Dichtheidstest voor Uponor oppervlakteverwarming en koeling met het testmedium water Dichtheidstestrapport** (In te vullen door het verwarmingsinstallatiebedrijf en de contractdocumenten bij te voegen) Opdrachtgever/Bouwproject*
Bouwleiding/architect*
Verwarmingsinstallatiebedrijf*
Bouwsectie/-deel/ verdieping/woning Gestelde eis
Vóór de inbouw van de dekvloer dan wel de egalisatielaag moeten de verwarmingcircuits worden getest op dichtheid met een waterdrukproef. De testdruk mag niet minder dan 4 bar en niet meer dan 6 bar bedragen.
Testpunten Visuele controle op vakkundige uitvoering van alle verbindingen uitgevoerd
Ja
Nee
Persverbindingen waren geperst, schroefverbindingen vastgeschroefd en ringverbindingen gemonteerd
Ja
Nee
Installatiecomponenten, veiligheidsafsluiters en expansievat, waarvan de nominale druktrap niet ten minste met de testdruk overeenkomen, werden van de test uitgesloten.
Ja
Nee
Installatie met koud water gespoeld, gevuld en volledig ontlucht
Ja
Nee
Bevriezingsgevaar tijdens en na de druktest is uitgesloten Let op: bij bevriezingsgevaar gebouwzone verwarmen, antivriesmiddel gebruiken of druktest uitvoeren met lucht of inerte gassen. Wanneer voor het normale bedrijf van de installatie geen verdere vorstbescherming noodzakelijk is, moeten de antivriesmiddelen door aftappen en spoelen worden verwijderd door het water ten minste driemaal te verwisselen.
Ja
Nee
Alleen bij verwarming van zwevende vloer: onmiddellijk na de inbouw van de tussenvloerplanken, dichtheid en correcte positie van de vloerverwarmingsleidingen gecontroleerd
Ja
Nee
Alleen bij Uponor Minitec: met de dichtheidstest werd bij ϑi ≥ 5°C op zijn vroegst 0,5 uur en bij ϑi = 0 - 5°C op zijn vroegst 2 uur na het maken van de leidingverbinding begonnen.
Ja
Nee
Alleen bij Uponor Minitec: omgevingstemperatuur tijdens de montage van de leidingverbindingstukken
* **
330
_________ ° C
Volledig adres Dichtheidstestrapport in aansluiting op EN 1264-4
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen
Systeem
Uponor Tecto Uponor Tackersysteem Uponor klemprofielsysteem Uponor Contec Uponor sneeuw- en ijsvrijhouden
Leidingtype Leidingdiameter
Uponor PE-Xa
Uponor noppenplaatsysteem 14 – 16 Uponor Minitec Uponor Classic Uponor verwarming zwevende vloer
Uponor klittenbandsysteem Uponor Siccus Uponor Industrie
Uponor MLCP
x
mm,
Omgevingstemperatuur
°C
Watertemperatuur
°C
Maximale bedrijfsdruk
bar
x
mm
Test (testperiode 2 uur) Verdeler nr. Verwarmd oppervlak
m2
m2
m2
Begin testdruk pa
bar
bar
bar
Tijdstip
uur
uur
uur
Eind testdruk pe
bar
bar
bar
uur
uur
uur
(maximaal drukverlies pa –pe = 0,2 bar)
Tijdstip
Door uitzetting van de leidingen kan bijpompen van de persdruk noodzakelijk worden. Aansluitend moet de dichtheidstest worden uitgevoerd. Op mogelijke temperatuurschommelingen moet worden gelet. De oppervlakteverwarming was tijdens de testperiode
dicht
niet dicht
Een blijvende vormverandering aan bouwcomponenten is
niet opgetreden
opgetreden
Opdrachtgever Datum/Stempel/Handtekening
Bouwleiding/architect Datum/Stempel/Handtekening
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Verwarmingsinstallatiebedrijf Datum/Stempel/Handtekening
331
Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen
Dichtheidstest voor Uponor oppervlakteverwarming en koeling met perslucht en inerte gassen Dichtheidstestrapport** (In te vullen door het verwarmingsinstallatiebedrijf en de contractdocumenten bij te voegen) Opdrachtgever/ Bouwproject* Bouwleiding/ architect* Verwarmingsinstallatiebedrijf* Bouwsectie/ -deel/ verdieping/ woning Alleen het leidingsysteem inclusief de verbindingen mag aan de dichtheidstest met lucht of inerte gassen worden onderworpen. Apparaten, expansievaten, Uponor verdelers/stranginregelafsluiters en andere installatiecomponenten mogen niet worden meegetest. De veiligheid van personen en goederen tijdens de test is een fundamentele eis. De test mag uitsluitend worden uitgevoerd, wannneer de verantwoordelijke technicus vooraf een grondige kennis van de te testen leidinginstallatie heeft verworven. Testpunten
Aanwijzingen bij de dichtheids-/ sterktetest
* volledig adres
332
Visuele controle op vakkundige uitvoering van alle verbindingen uitgevoerd
Ja
Nee
Persverbindingen waren geperst en schroefverbindingen vastgeschroefd
Ja
Nee
Apparaten, expansievaten, Uponor verdelers en andere installatiecomponenten zijn van de test uitgesloten
Ja
Nee
Alle leidinguiteinden zijn met metalen pluggen dan wel kappen afgesloten. Afsluitvoorzieningen gelden niet als dichte afsluitingen.
Ja
Nee
De persluchtcompressor dan wel de inertgasfles is via een geschikte drukregel- en veiligheidsafsluiter aangesloten.
Ja
Nee
Alleen bij verwarming van zwevende vloer: Onmiddellijk na de inbouw van de tussenvloerplanken, dichtheid en correcte positie van de vloerverwarmingsleidingen gecontroleerd
Ja
Nee
De indeling in kleinere testsecties (klein druk-/literproduct) biedt een hogere veiligheid en is nauwkeuriger. Op de manometer worden lekkages sneller vastgesteld dan bij grotere secties en worden eventuele lekkages sneller gelokaliseerd. Testperiode tot 100 liter. Leidingvolumes minimaal 30 minuten. Voor iedere 100 liter meer moet de testperiode met 10 minuten worden verhoogd. Door uitzetting van de leidingen kan bijpompen van de persdruk noodzakelijk worden. Temperatuurafstelling en inertietoestand moet worden afgewacht. Aansluitend moet de dichtheids-/functietest worden uitgevoerd. De dichtheid wordt vastgesteld door overeenstemming van begin- en eindtestdruk – tot op de normale schommelingen door de mediumtemperatuur en de druk op de manometer. De dichtheidstest moet met 0,11 bar en de sterktetest met maximal 3 bar worden uitgevoerd.
**Fabrikantinformatie in acht nemen
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen
Systeem
Uponor Tecto Uponor Tackersysteem Uponor klemprofielsysteem Uponor Contec Uponor sneeuw- en ijsvrijhouden
Leidingtype
Uponor PE-Xa
Leidingdiameter
Testmedium
x
Omgevingstemperatuur
Uponor klittenbandsysteem Uponor Siccus Uponor Industrie
Uponor MLCP mm,
Olievrije perslucht
Uponor noppenplaatsysteem 14 – 16 Uponor Minitec Uponor Classic Uponor verwarming zwevende vloer
x
mm
Stikstof
Kooldioxyde
Testmediumtemperatuur
Dichtheidstest
Testsectienummer
met 0,11 bar
Leidingsvolume
ltr.
ltr.
ltr.
Begin testdruk pa
bar
bar
bar
Tijdstip
uur
uur
uur
Eind testdruk pe
bar
bar
bar
Tijdstip
uur
uur
uur
Sterktetest met
Begin testdruk pa
bar
bar
bar
max. 3 bar
Tijdstip
uur
uur
uur
Eind testdruk pe
bar
bar
bar
Tijdstip
uur
uur
uur
Testsectie was tijdens testperiode
dicht
niet dicht
dicht
niet dicht
dicht
niet dicht
Vóór de inbedrijfname moet de installatie aan een dichtheidstest met het testmedium water volgens EN 1264-4 worden onderworpen.
Opdrachtgever Datum/Stempel/Handtekening
Bouwleiding/architect Datum/Stempel/Handtekening
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
verwarmingsinstallatiebedrijfa Datum/Stempel/Handtekening
333
Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen
Opstoken volgens DIN EN 1264-4 Opstookrapport volgens DIN EN 1264-4 voor Uponor Classic, Siccus, klittenband-/Tacker-/klemprofiel-/noppenplaatsysteem 14-16. (In te vullen door het verwarmingsinstallatiebedrijf en de contractdocumenten bij te voegen) Opdrachtgever/ Bouwproject* Bouwleiding/ architect*
Verwarminginstallatiebedrijf* Dekvloerfirma*
Systeem
m2
Oppervlakte
Uponor Dekvloerwerkzaamheden beëindigd op
Soort dekvloer
Cement dekvloer
Anhydriet dekvloer
Calciumsulfaat gietdekvloer**
Droge dekvloer**
Fabrikaat Dikte van de dekvloer i.m. Dekvloercomponenten
Opstookverloop
cm VD 450
VD 550 N
KB 650 N
°C
Buitentemperatuur bij aanvang verwarming circa Begin van de opwarming op
met
°C
Maximale ontwerptemperatuur vanaf
met
°C
De maximale ontwerptemperatuur werd (ten minste 4 dagen dan wel bij droge dekvloer 1 dag)
dagen zonder nachtverlaging gehandhaafd
De opwarming werd onderbroken van
tot
hernieuwde opwarming op
(zoals aan ommezijde beschreven)
De verwarmde oppervlakte was vrij van overdekkingen of bouwmaterialen
Ja
Nee
Verwarming in bedrijf
Ja
Nee
Overdracht van de installatie op
Aanvoertemperatuur
°C Buitentemperatuur
°C
Bevestiging over opwarming volgens informatieblad aan ommezijde:
Opdrachtgever Datum/Stempel/Handtekening * volledig adres
334
Bouwleiding/architect Datum/Stempel/Handtekening
Verwarmingsinstallatiebedrijf Datum/Stempel/Handtekening
**Fabrikantinformatie in acht nemen
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen
Beschrijving Opwarmen van een vloerverwarming volgens DIN EN 1264, deel 4, door het verwarminginstallatiebedrijf Vóór de installatie van de vloerbedekkingen moet in het kader van de functiecontrole volgens EN 1264-4 de verwarmde dekvloer worden opgewarmd. De opwarming dient voor de warmtetechnische functiecontrole van de dekvloer en kan bij cement- en anhydrietdekvloeren gelijktijdig de uitdroging voor het bereiken van de deklaagrijpheid bespoedigen. Begin van de verwarming Cement dekvloer Het zo vroeg mogelijke begin van de verwarming is afhankelijk van de geselecteerde Uponor dekvloercomponenten. Bij gebruik van VD 450 en KB 650 N: niet voor de 21e dag na het storten van de deklaag. Bij gebruik van VD 550 N: niet voor de 7e dag na het storten van de deklaag (snelbindend). Anhydriet gietvloer Bij gebruik van gietdekvloer op anhydrietbasis: Begin van de verwarming volgens opgave van de fabrikant, op zijn vroegst na 7 dagen. Droge dekvloer (bij Uponor Siccus) Bij toepassing van droge dekvloerplaten kan het begin van de verwarming na 1 dag plaatsvinden.
Opwarmen Het opwarmen begint met een aanvoertemperatuur tussen 20°C en 25°C, die gedurende 3 dagen (bij droge dekvloer 1 dag) gehandhaafd moet worden. Daarna wordt de maximale ontwerptemperatuur ingesteld en nog eens 4 dagen (bij droge dekvloer 1 dag) gehandhaafd. Na het beschreven opwarmproces is nog niet gewaarborgd, dat de dekvloer de voor het deklaagrijpheid vereiste vochtigheidsgehalte heeft bereikt. De deklaagrijpheid moet door de vloerbedekkingsfirma worden gecontroleerd. Voorzover voor het behalen van de deklaagrijpheid verder verwarmen noodzakelijk is, moet dit bij reglementair bedrijf van de verwarmingsinstallatie plaatsvinden. Tijdens het verwarmen moet de ruimte belucht en ontlucht worden. Daarbij moeten vooral tochtverschijnselen worden vermeden. Het opwarmproces moet door handmatige regeling of door een speciale regelprogrammering plaatsvinden. De weersafhankelijke regeling mag alleen voor het opwarmen worden gebruikt, als een vaste instelling van de aanvoertemperatuur mogelijk is of als er een programma beschikbaar is, dat de opwarmprocedure conform de norm uitvoert. Ook beschermingsdekvloeren moeten vóór het opbrengen van het mortelbed en vooral van de glijfolie aan opwarming worden onderworpen. Alle rand- en veldvoegen moeten op hun goede functie worden gecontroleerd. Vaste stoffen moeten uit de voegruimte worden verwijderd. Bij het uitschakelen van de oppervlakteverwarming na de opwarmfase moet de dekvloer worden beschermd tegen tocht en snelle afkoeling. De inbedrijfname van de vloerverwarming na het leggen van de vloerbedekkingen mag eerst na vrijgave door de vloerbedekkingsfirma plaatsvinden.
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
335
Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen
Opstoken voor Uponor Minitec Opstookrapport (In te vullen door het verwarmingsinstallatiebedrijf en de contractdocumenten bij te voegen) Opdrachtgever/ Bouwproject* Bouwleiding/ architect*
Verwarminginstallatiebedrijf* Vloerenlegger*
Vloerverwarming
m2
Uponor Minitec
ingebouwd op
Grondering/egalisatiemassa** Geplande dikte van de gekozen egalisatielaag min. (fabrikant en product invullen) Grondering uitgevoerd op
mm
Egalisatielaag aangebracht op
Opstookverloop
°C
Buitentemperatuur bij aanvang verwarming circa Begin van de opwarming op
met
°C
Maximale ontwerptemperatuur vanaf
met
°C
De maximale ontwerptemperatuur werd
dagen zonder nachtverlaging gehandhaafd.
De verwarmde oppervlakte was vrij van overdekkingen of bouwmaterialen Overdracht van de installatie op
Aanvoertemperatuur
Ja °C
Nee
buitentemperatuur
°C
Bevestiging over opwarming volgens informatieblad aan ommezijde: Plaats
Opdrachtgeverr Datum/Stempel/Handtekening
* volledig adres
336
Datum
Bouwleiding/architect Datum/Stempel/Handtekening
Verwarmingsinstallatiebedrijf Datum/Stempel/Handtekening
**Fabrikantinformatie in acht nemen
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen
Beschrijving Opstoken van Minitec door het verwarmingsbedrijf
Volgens opgave van de fabrikant kan 2 – 7 dagen na het aanbrengen van de egalisatielaag met het opstoken worden begonnen. Het opwarmen begint met een aanvoertemperatuur van 25°C, op de tweede dag wordt de maximale ontwerptemperatuur (max. 53°C) ingesteld, hierbij mag de oppervlaktetemperatuur de 35°C niet overschrijden, indien nodig moet het opwarmrapport van de fabrikant van de egalisatielaag in acht worden genomen. Tijdens het opwarmen moet de ruimte worden belucht en ontlucht, daarbij moeten tochtverschijnselen zoveel mogelijk worden vermeden. Vóór aanvang van de beleggingswerkzaamheden moet het oppervlak afkoelen. Na het beschreven opwarmproces is nog niet gewaarborgd, dat de egalisatielaag de voor het deklaagrijpheid vereiste vochtigheidsgehalte heeft bereikt. De deklaagrijpheid moet door de vloerbedekkingsfirma worden gecontroleerd. Voorzover voor het behalen van de deklaagrijpheid verder verwarmen noodzakelijk is, moet dit bij reglementair bedrijf van de verwarmingsinstallatie plaatsvinden.
Het opwarmproces moet door manuele regeling of door een speciale regelprogrammering plaatsvinden. De weersafhankelijke regeling mag alleen voor het opwarmen worden gebruikt, als een vaste instelling van de aanvoertemperatuur mogelijk is of als er een programma beschikbaar is, dat de opwarmprocedure conform dit rapport uitvoert. Alle rand- en veldvoegen moeten op hun goede functie worden gecontroleerd. Vaste stoffen moeten uit de voegruimte worden verwijderd. Bij het uitschakelen van de oppervlakteverwarming na de opwarmfase moet de dekvloer worden beschermd tegen tocht en snelle afkoeling. De inbedrijfname van de Uponor Minitec vloerverwarming dient bij gebruik van tegels als topvloerbedekking op zijn vroegst 2 dagen na het afvoegen en bij toepassing van parket als topvloerbedekking op zijn vroegst 2 dagen na de topvloerbehandeling te worden uitgevoerd. De vrijgave voor de inbedrijfname gebeurt door de vloerbedekkingsfirma.
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
337
Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen
Opstoken voor Uponor wandverwarming Opstookrapport (In te vullen door het verwarmingsinstallatiebedrijf en de contractdocumenten bij te voegen) Opdrachtgever/ Bouwproject* Bouwleiding/ architect*
Verwarmingsinstallatiebedrijf* Stucadoorbedrijf/ droogbouwbedrijf
Wandverwarming
Uponor Siccus SW m2
Uponor Siccus wandverwarming
Uponor nat pleistersysteem
Dekvloerwerkzaamheden beëindigd op
Geselecteerde wandpleister/ droogbouwplaten
Wandpleister/droogbouwplaten aangebracht op
Opstookverloop
Buitentemperatuur bij aanvang verwarming circa
Cementgebonden**
Gipsgebonden**
Gipskartonplaten
Gipsvezelplaten
°C
Begin van de opwarming op
met
°C
Maximale ontwerptemperatuur vanaf
met
°C
De maximale ontwerptemperatuur werd
dagen zonder nachtverlaging gehandhaafd.
De opwarming werd onderbroken
van
tot
hernieuwde opwarming op
(zoals aan ommezijde beschreven)
De verwarmde oppervlakte was vrij van overdekkingen of bouwmaterialen
Ja
Nee
Verwarming in bedrijf
Ja
Nee
Overdracht van de installatie op
Aanvoertemperatuur
°C
buitentemperatuur
°C
Bevestiging over opwarming volgens informatieblad aan ommezijde: Plaats
Opdrachtgever Datum/Stempel/Handtekening
* volledig adres
338
Datum
Bouwleiding/architect Datum/Stempel/Handtekening
Verwarmingsinstallatiebedrijf Datum/Stempel/Handtekening
** Fabrikantinformatie in acht nemen
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen
Beschrijving Opstoken van een wandverwarming door een verwarmingsbedrijf Vóór de installatie van de wandbekledingen moet in het kader van de functiecontrole volgens EN 1264-4 de bebording/wandpleister worden opgestookt. De opstoking dient voor de warmtetechnische functiecontrole van de bebording en kan bij het nat pleistersysteem gelijktijdig de uitdroging voor het bereiken van de eindkwaliteit bespoedigen. Begin van de verwarming Droogbouwplaten (bij Uponor Siccus SW/Uponor Siccus wandverwarming) Bij gebruik van droogbouwplaten kan de vroegst mogelijke aanvang van de verwarming na de 1e dag dan wel volgens de informatie van de fabrikant beginnen. Cementgebonden pleister (bij nat pleistersysteem). Het vroegst mogelijke begin van de verwarming is 21 dagen na het aanbrengen van het pleisterwerk. Gipsgebonden pleister (bij nat pleistersysteem) Het vroegst mogelijke begin van de verwarming is 7 dagen na het aanbrengen van het pleisterwerk dan wel volgens opgave van de fabrikant. Opstoken Het opstoken begint met een aanvoertemperatuur tusssen 20°C en 25°C, die ten minste 3 dagen (bij droge dekvloer 1 dag) gehandhaafd moet worden. Daarna wordt de maximale ontwerptemperatuur (gipskartonplaten maximaal 50°C en gipsgebonden wandpleister maximaal 50°C dan wel volgens opgave van de fabrikant) ingesteld en ten minste nog 4 dagen (bij droge dekvloer 1 dag) gehandhaafd. Hierbij mag de oppervlaktetemperatuur de 40°C niet overschrijden.
Na het beschreven opstookproces is nog niet gewaarborgd, dat de bebording/wandpleister de voor het deklaagrijpheid vereiste vochtigheidsgehalte heeft bereikt. De deklaagrijpheid moet door de vloerbedekkingsfirma worden gecontroleerd. Voorzover voor het behalen van de deklaagrijpheid verder verwarmen noodzakelijk is, moet dit bij reglementair bedrijf van de verwarmingsinstallatie plaatsvinden. Tijdens het verwarmen moet de ruimte belucht en ontlucht worden. Daarbij moeten zo mogelijk tochtverschijnselen worden vermeden. Het opstookproces moet door handmatige regeling of door een speciale regelprogrammering plaatsvinden. De weersafhankelijke regeling mag alleen voor het opwarmen worden gebruikt, als een vaste instelling van de aanvoertemperatuur mogelijk is of als er een programma beschikbaar is, dat de opwarmprocedure conform dit rapport uitvoert. Alle rand- en veldvoegen moeten op hun goede functie worden gecontroleerd. Vaste stoffen moeten uit de voegruimte worden verwijderd. Bij het uitschakelen van de oppervlakteverwarming na de opwarmfase moet de dekvloer worden beschermd tegen tocht en snelle afkoeling. Vóór aanvang van de wandbekledingswerkzaamheden moet het oppervlak afkoelen. De inbedrijfname van de Uponor wandverwarming na installatie van de wandbekledingen mag eerst na vrijgave door de wandbekledingsfirma plaatsvinden.
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
339
Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen
Opstoken voor Uponor industriële vloerverwarming Opstookrapport (In te vullen door het verwarmingsinstallatiebedrijf en de contractdocumenten bij te voegen) Opdrachtgever/ Bouwproject* Bouwleiding/ architect*
Verwarminginstallatiebedrijf* Betonfirma*
m2
Vloerverwarming
industriële vloerverwarming
Betonwerkzaamheden**
Betondikte i.m.
Opstookverloop
Buitentemperatuur bij aanvang verwarming circa
ingebouwd op
cm Betonwerkzaamheden beëindigd op °C
Begin van de opwarming op
met
°C
Maximale ontwerptemperatuur vanaf
met
°C
De maximale ontwerptemperatuur werd
dagen zonder nachtverlaging gehandhaafd.
De opwarming werd onderbroken van
tot
hernieuwde opwarming op
(zoals aan ommezijde beschreven)
De verwarmde oppervlakte was vrij van overdekkingen of bouwmaterialen
Ja
Nee
Verwarming in bedrijf
Ja
Nee
Overdracht van de installatie op
Aanvoertemperatuur
°C
buitentemperatuur
°C
°C
buitentemperatuur
°C
Bevestiging over opwarming volgens informatieblad aan ommezijde: Overdracht van de installatie op
Aanvoertemperatuur
Bevestiging over opwarming volgens informatieblad aan ommezijde: Plaats
Opdrachtgever Datum/Stempel/Handtekening
* volledig adres
340
Datum
Bouwleiding/architect Datum/Stempel/Handtekening
Verwarmingsinstallatiebedrijf Datum/Stempel/Handtekening
** Fabrikantinformatie in acht nemen
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen
Beschrijving Opstoken van een industriële vloerverwarming door een verwarmingsbedrijf In het kader van de functiecontrole in aansluiting op EN 1264-4 moet het verwarmingsbeton worden opgewarmd. De opstoking dient voor de warmtetechnische functiecontrole van het verwarmingsbeton en kan gelijktijdig de uitdroging bespoedigen.
De deklaagrijpheid moet door de vloerbedekkingfirma worden gecontroleerd. Voor zover voor het behalen van de deklaagrijpheid verder verwarmen noodzakelijk is, moet dit bij reglementair bedrijf van de verwarmingsinstallatie plaatsvinden. Tijdens het verwarmen moet de hal belucht en ontlucht worden. Daarbij moeten zo mogelijk tochtverschijnselen worden vermeden.
Begin van de verwarming De functiecontrole vindt plaats op afspraak en met inachtneming van de bepalingen van de betreffende betonlegger/constructeur, omdat het zo vroeg mogelijke begin van de verwarming afhankelijk is van de kwaliteit en dikte van het beton. De benodigde tijd voor het opwarmen moet worden ingepland. Bij standaard betondikten tot 30 cm kan, na vrijgave van het betonoppervlak door de bouwleiding, de aanvang van het opwarmen circa 28 dagen na het aanbrengen van het beton plaatsvinden. Wanneer de initiële verwarming van de industriehal tijdens de verwarmingsperiode plaatsvindt, dan dient de hal vóór de verwarmingsperiode gesloten te worden. Zodoende kan de uit de omgeving opgeslagen energie in de betonplaat gebruikt worden voor het opwarmen. Opstoken Het opstoken bij standaardbetondikten tot 30 cm begint met een aanvoertemperatuur van 5 K boven de betontemperatuur, die ten minste 7 dagen moet worden vastgehouden. Daarna wordt de aanvoertemperatuur dagelijks met 5 K verhoogd, totdat de ontwerptemperatuur is bereikt. Houd de ontwerptemperatuur 1 dag vast. Laat de aanvoertemperatuur vervolgens met 10 K per dag zakken tot de bedrijfstemperatuur en stel de bedrijfstemperatuur in.
Het opstookproces moet door handmatige regeling of door een speciale regelprogrammering plaatsvinden. De weersafhankelijke regeling mag alleen voor het opwarmen worden gebruikt, als een vaste instelling van de aanvoertemperatuur mogelijk is of als er een programma beschikbaar is, dat de opwarmprocedure conform dit rapport uitvoert. Alle rand- en veldvoegen moeten worden gecontroleerd op hun goede functie. Vaste stoffen moeten uit de voegruimte worden verwijderd. Bij het uitschakelen van de oppervlakteverwarming na de opwarmfase moet het beton worden beschermd tegen tocht en snelle afkoeling. Vóór aanvang van de vloerbeleggingswerkzaamheden moet het oppervlak afkoelen. De inbedrijfname van de Uponor industriële vloerverwarming na installatie van de vloerbedekkingen mag eerst na vrijgave door de vloerbedekkingfirma plaatsvinden. Tijdens de winter mag de installatie bij vorstgevaar niet worden uitgeschakeld, voor zover geen andere beschermende maatregelen zijn getroffen
Na het beschreven opstookproces is nog niet gewaarborgd, dat het beton de voor een eventuele toepassing van vloerbedekkingen vereiste vochtigheidsgehalte voor de deklaagrijpheid heeft bereikt.
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
341
Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen
Bepaling van de werkelijke leidinglengten van het verwarmingcircuit en herberekening van de inregelstanden Formulier Na invulling van de begin- en eindstand van de meter moet dit formulier aan de ontwerper worden overhandigd. 10
Opdrachtgever/ Bouwproject*
Datum Verdiepingnummer Verdeler nr.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Ruimtenummer
Ruimteomschrijving
Verwarmingcircuitnummer
Inregelstanden/ waterhoeveelheid
Beginstand van de meter
Eindstand van de meter
Effectieve leidinglengte
342
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen
Hulpmiddelen bij de handmatige berekening van de Uponor vloerverwarming Formulier – deel 1 Opdrachtgever/ Bouwproject*
°C Datum
Verantwoordelijke medewerker
Bladzijde
QAusl
W
W
12
Verwarmend vloeroppervlak per belasting
13
14
Uit montageplanning Doorlopende aansluitingen
QH
11
Aansluitleiding
QBer
Verwarmingcircuitnummer
QN
10
15
Leidingbehoefte per verwarmingcircuit
1.
9 Ontwerpwarmtestroomdichtheid = QH/(AR · AB)
°C
m2
8
Ontwerpwamtevermogen = QN - QBer
AR m 2 AB
7
Zuivering
ϑi
6
Standaard warmtebehoefte
5
Oppervlakte zonder belasting (blind oppervlak)
4
Ruimteoppervlakte per geselecteerde vloeropbouw
3
Totale leidingbehoefte per verwarmingcircuit = LH + 2 · LA - 2 · LD
Lastverdeellaag
Ruimtetemperatuur
2
Ruimteomschrijving
Ruimtenummer
1
ϑV,des
m2K/W
Rλ,B(ung)
Aanvoer en retourleiding
AF
AF
AF
AF
LH
LA
LD
Lges
W
W/m2
m2
m2
m2
m2
m
m
m
m
Vz10 Vz15 Vz20 Vz30 a= 10 15 20 30 m/m2 m/m2 m/m2 m/m2
*volledig adres
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
343
Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen
Formulier – deel 2 Opdrachtgever/ Bouwproject*
Verantwoordelijke medewerker
Bladzijde 24
25
26
27
Rλ,B
σ
Ro
Ru
Δθu
mH
R
ΔpH
Δpdr
/
K
m2 K/W
m2 K/W
K
kg/h
mbar/m
mbar
mbar
Umdr
m2 K/W
Maximaal drukverlies verwarmingcircuit uit kolom 25 Drukverlies in Kompakt verdeler, afsluiter open Afstelling drukverlies Drukverlies Uponor Pollux warmtemeter Drukverlies stelaandrijving Overig drukverlies (leiding, ketel, et cetera) Drukverlies circulatiepomp
(
)
Afsluitervoorinstelling aan verdeler (uit verdelerdiagram)
23
Terug te regelen drukverlies = ΔpA - ΔpH
22
Drukverlies verwarmingcircuit = R · Lges
21
Drukverlies (uit leidingweerstandsdiagram)
20
Ontwerpstroming verwarmingsmedium Q R θ -θ = FL · 1 + o + i u σ · cw Ru q · R u
19
Temperatuurverschil = θi - θu
18
Doorgangsweerstand deelwarmte naar beneden
Verwarmingcircuitnummer
Datum
Doorgangsweerstand deelwarmte naar boven = 0,093 + Rλ,B + su/λu
Ruimtenummer
Lastverdeellaag
Spreiding voor σ/ΔθH ≤ 0,5 = (θV,des - θi - ΔθH) · 2
17
°C
Warmtegeleidingweerstand vloerbedekking
16
θV,des
m2K/W
Rλ,B(ung)
Δpmax ΔpVen ΔpA ΔpWZ ΔpSt Δpson Δpges
+ ∑ + + + ∑
mbar mbar mbar mbar mbar mbar mbar
*volledig adres
344
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Verwarmen en koelen met Uponor > Bijlagen
Symbolen voor de vloerverwarmingsberekening Symbool Eenheid α AA AF AR bu B, BG, B0 D da, di dM CW KH KWL L LR m mH n, nG q qA qdes qG qN qR qu QF QH QN QN,f Qout Ro Ru Rλ,B Rλ,ins
-
Grootheid
Invloedfactoren op de berekening van de karakteristieken m2 Oppervlakte van de verblijfszone m2 Verwarmend vloeroppervlak m2 Oppervlak van de randzone Berekeningsfactor van de leiding W/(m2 · K) Systeemafhankelijke coëfficiënten m Buitendiameter leiding, in voorkomende gevallen met ommanteling m Buiten- dan wel binnendiameter van de leiding m Buitendiameter van de ommanteling kJ/kg K) Specifieke warmtecapaciteit van het water W/(m2 · K) Equivalente warmtedoorgangcoëfficiënt Karakteristieke grootheid voor warmtegelei dinginrichtingen m Breedte van de warmtegeleidinginrichtingen m Geïnstalleerde leidinglengte Exponenten voor de berekening van de karakteristieken kg/s Ontwerpstroming verwarmingsmedium Exponenten Warmtestroomdichtheid aan het vloeroppervlak W/m2 W/m2 Warmtestroomdichtheid in de verblijfszone W/m2 Ontwerpwarmtestroomdichtheid W/m2 Grenswarmtestroomdichtheid W/m2 Standaard warmtestroomdichtheid W/m2 Warmtestroomdichtheid in de randzone W/m2 Warmtestroomdichtheid naar beneden W Warmtevermogen van de vloerverwarming W Ontwerpwarmtevermogen W Standaard warmtebelasting W Standaard warmtebelasting van een vloerverwarmde ruimte W Warmtevermogen van een bijverwarming m2 K/W Bovenste doorgangsweerstand van de deelwarmte van de vloer m2 K/W Onderste doorgangsweerstand van de deelwarmte van de vloer m2 K/W Warmtegeleidingweerstand van de vloerbedekking m2 K/W Warmtegeleidingweerstand van de warmte-isolatie
Symbool Eenheid Sh
Grootheid
λ σ ϕ
Bij systemen van het type B, dikte van de warmte-isolatielaag van de onderkant van de laag tot de bovenkant van de leiding (zie prEN 1264-3:1993, afbeelding 3) m Bij systemen van het type B, dikte van de warmte-isolatielaag van de onderkant van de laag tot de onderkant van de leiding (zie prEN 1264-3:1993, afbeelding 3) m Dikte van de warmte-isolatielaag m Dikte van de leidingwand m Dikte van de afdekking boven de leiding m Dikte van de warmtegeleidinginrichting m Dikte van de dekvloer (bij systemen van het type A na aftrek van de leidingdiameter) m Leidingverdeling W/(m2 · K) Warmteovergangcoëfficiënt ˚C Gemiddelde oppervlaktetemperatuur ˚C Maximale oppervlaktetemperatuur ˚C Standaard binnentemperatuur ˚C Temperatuur van het verwarmingsmedium ˚C Retourtemperatuur ˚C Aanvoertemperatuur ˚C Temperatuur in een ruimte onder de ruimte met vloerverwarming K Overtemperatuur van het verwarmingsmedium K Overtemperatuur van het ontwerpverwarmingsmedium K Overtemperatuurgrens van het verwarmingsmedium K Overtemperatuur van het standaard verwarmingsmedium K Overtemperatuur van de ontwerpaanvoer K Ontwerpovertemperatuur van het verwarmingsmedium in de aanvoer W/(m · K) Warmtegeleidbaarheid K Spreiding ϑV – ϑR Omrekeningsfactor voor temperaturen
ψ
-
S1
Sins SR Su SWL S T α ϑF,m ϑF,max ϑi ϑm ϑR ϑV ϑu ΔϑH ΔϑH,des ΔϑH,G ΔϑN ΔϑV ΔϑV,des
m
U P O N O R G E B O U W E N T E C H N I E K A LG E M E N E T E C H N I S C H E C ATA LO G U S 0 4 / 2 0 1 2
Volumeaandeel van de noppen in de dekvloer
345
Uponor biedt zijn klanten kwaliteit, de meest actuele knowhow, service en een partnerschap dat streeft naar duurzaamheid. Als een van de leidende ondernemingen op het gebied van woning- en verzorgingstechniek staan wij bekend om onze oplossingen, die leefwerelden creëren, waarin het goed vertoeven is. Onze 'simply more' filosofie omvat de begeleiding in alle fasen van het project. Van de initialisatie tot aan de exploitatie van het gebouw. Concept en advies
Ontwerp
Uitvoering
Gebouwexploitatie
simply more
Uponor GmbH Industriestraße 56 D-97437 Hassfurt T +49 (0)9521 690-0 F +49 (0)9521 690-105
1042472 - 04/2012 ME - Wijzigingen voorbehouden
Tangstedter Landstraße 111 D-22415 Hamburg T +49 (0)40 30 986-0 F +49 (0)40 30 986-433 Prof.-Katerkamp-Straße 5 D-48607 Ochtrup T +49 (0)2553 725-77 F +49 (0)2553 725-78
www.uponor.nl www.uponor.be
Nathan Import/Export B.V. Postbus 1008 6920 BA Duiven Nederland T +31 (0)26-445 98 45 F +31 (0)26-445 93 73 E
[email protected] W www.nathan.nl
Nathan Import/Export N.V.-S.A. Lozenberg 4 1932 Zaventem België T +32 (0)2 721 15 70 F +32 (0)2 725 35 53 E
[email protected] W www.nathan.be