260
Uitnodiging vergadering Ledenraad KVGO op 29 februari 2012
Bks 2012nr1
13 februari 2012
Geachte heer/mevrouw,
Graag nodigen wij u uit voor de vergadering van de Ledenraad KVGO op woensdag 29 februari 2012 in Congres- en Vergadercentrum De Soester Duinen, Soesterbergsestraat 188 te 3768 MD SOEST. Deze Ledenraadbijeenkomst staat in het teken van de actualiteiten op het gebied van Arbeidsvoorwaarden (de cao), de ontwikkelingen bij het Pensioenfonds PGB en de herstructurering van grafimediabedrijven. De agenda met bijlagen en het programma alsmede een routebeschrijving treft u hierbij aan. Voor Leden is deze agenda met bijlagen via de (besloten) site van het KVGO te downloaden. Wij rekenen op uw aanwezigheid. Indien u verhinderd bent, verzoeken wij u dit tijdig per e-mail door te geven aan
[email protected]. Vergeet u dan niet dat u de mogelijkheid heeft een andere Afgevaardigde een volmacht te geven. Dit kunt u doen door zelf een andere Afgevaardigde daarvoor aan te wijzen. Dit graag vermelden bij uw bericht van afwezigheid. Met vriendelijke groet,
Fons Bakkes Directeur
LR 290212 agenda/Bks/29 februari 2012
AGENDA VERGADERING VAN DE LEDENRAAD KVGO WOENSDAG 29 FEBRUARI 2012 Locatie: Congres- en Vergadercentrum De Soester Duinen, Soesterbergsestraat 188, 3768 MD SOEST Aanvang vergadering 15:00 uur 14:00 – 14:50 uur: vooroverleg segmenten (voor Afgevaardigden en Bestuursleden) 15:00 – 17:30 uur: openbare vergadering van de Ledenraad 17:30 – 19:00 uur: aperitief + hapjesbuffet
1.
Opening
2. + + +
Ingekomen stukken en mededelingen a. Welkom, samenstelling Ledenraad b. Afvalbrief en positionpaper PRN; stand van zaken c. Actualiteiten arbeidsomstandigheden, milieu en energie d. Verslag bezoek KVGO aan Ministerie SZW
3. +
Concept-notulen vergadering van de Ledenraad van 17 november 2011 Ter goedkeuring
4.
RONDVRAAG
5.
Kerntaak 1: Arbeidsvoorwaarden & Arbeidsbeschikbaarheid Stand van zaken CAO-onderhandelingen Bespreking ter vergadering
6.
7. +
8. +
Stand van zaken Comfortabele ArbeidsOvereenkomst Bespreking ter vergadering Kerntaak 2: Sociale Zekerheid, Arbeidsomstandigheden & Milieu Pensioenfonds PGB, toelichting door dhr. R. Degenhardt, voorzitter PGB Ten behoeve van de discussie is de presentatie van de heer Degenhardt bijgevoegd. - Ontwikkeling draagvlak en uitbreiding werkingssfeer - Dekkingsgraad - Ontwikkelingen t.a.v. premie Regietaak 2: (Markt) Innovatie Stand van zaken project herstructurering grafische industrie in Europa Zie bijgevoegde notitie. Evaluatie en toelichting ter vergadering aan de hand van presentatie
2
9. 10.
LR KVGO 23 februari 2012
Ondersteunende taken Wat verder ter tafel komt Sluiting De volgende vergadering van de Ledenraad vindt plaats op woensdag 6 juni 2012 in de middag. De locatie De Soester Duinen
N.B.: Bij verhindering kunnen Afgevaardigden een andere Afgevaardigde een volmacht verlenen om hun stem uit te brengen. U wordt verzocht de volmachtverlening vóór 29 februari a.s. om 12:00 uur per e-mail te sturen naar:
[email protected].
VERKLARENDE AFKORTINGEN- EN WOORDENLIJST bijgewerkt 2012-02-16 ABM Algemene BeoordelingsMethodiek (dient ter vervanging van het Toetsingschema) Actal
Adviescollege toetsing administratieve lasten
AGS
Adviesraad Gevaarlijke stoffen; geeft de PGS-publicaties uit die de CPRrichtlijnen vervangen die worden gebruikt bij de vergunningverlening en algemene regels (8.40 AmvB‟S), zie www.vrom.nl
AI
Arbeidsinspectie www.arbeidsinspectie.nl
AIM
activiteitenbesluitinternetmodule ( http://aim.vrom.nl ) (de bedoeling is dat deze in 2009/2010 geïntegreerd wordt in de LVO)
AIRA
Arbeidsinspectie Risico-Analyse-Model (model voor stellen van prioriteiten bij het voorbereiden van meerjarenplannen en van een jaarplan) Risico= kans x effect
AOX
Adsorbeerbare organische halogeenverbindingen in water
ARIE
Aanvullende Risico-Inventarisatie en –Evaluatie
AMvB
Algemene Maatregel van Bestuur
AS SIKB 6700
Accreditatieschema van de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer 6700 Inspectie Bodembeschermende voorzieningen
AVR
Arbeidsveiligheidsrapportage
AWARE-code
Adequate Warning and Air Requirement code (Een Nederlandse gewijzigde versie van de OAR-code). Het is een twee-cijferige code waarbij het eerste cijfer een indicatie geeft over de verse luchtbehoefte bij het verwerken van één liter product, zodanig dat onder de (wettelijke) grenswaarde gebleven wordt. Het eerste cijfer stoelt op de bestanddelen van het product, het gehalte, de dampspanning en de OEL. Het tweede cijfer deelt het product in, in een van de vijf groepen voor de overige risico‟s, gebaseerd op Rzinnen (carcinogeniteit, mutageniteit, allergeniteit, etc.). Zowel de toepassing van het product met kwast of roller, als met een spuit wordt in de AWARE-code meegenomen. De code is een handvat voor de selectie van minder schadelijke producten, een soort substitutiehandvat, en is niet bedoeld als handvat voor de selectie van beheersmaatregelen. (doc. OAR-pilot 2e ontwerp juli 2005, technische commissie)
BAT
Best Available Techniques (= BBT)
BBC
Branchebegeleidingscommissie (arboconvenanten)
BBL
Beroepsbegeleidende leerweg
bijgewerkt: 2010-01-25
1
BBT
Best Beschikbare Techniek (op basis van stand der techniek)
BEMS
Besluit emissie-eisen middelgrote stookinstallaties. (Hierin zijn eisen voor middelgrote stookinstallaties opgenomen. Dit zijn de eisen voor NOx-, SO2-, CxHy-en stofemissies van middelgrote stookinstallaties)
BOD-waarde
Biochemical Oxygen Demand (biochemisch zuurstofverbruik) geeft de hoeveelheid zuurstof aan die nodig is om met behulp van bacteriën de oxideerbare organische stoffen in 1 liter water om te zetten in koolstofdioxide en water. Deze grootheid is dus een maat voor de vervuiling van het water en wordt uitgedrukt in mg O2/l. www.iupac.org/didac/Didac%20Ned/Didac03/Content/L19.htm
BOL
Beroepsopleidende leerweg
BOOT
Besluit Opslaan in Ondergrondse Tanks
BPV
Beroepspraktijkvorming
BRC
British Retail Consortium Technical Standard and Protocol
BRC IOP
De BRC-IOP (British Retail Consortium & Institute of Packaging) Norm is gericht op het hygiënisch produceren van verpakkingsmaterialen bestemd voor de voedingssector. De BRC heeft overeenkomsten en raakvlakken met de HACCPtoetsingscriteria. Zo wordt in de BRC ook een risicoanalyse volgens de HACCP geëist en dienen de kritische voedselveiligheid punten (CCP‟s) in het productieproces aantoonbaar geborgd te worden. De BRC eist echter meer op het gebied van hygiëne en bouwtechnische aspecten. Als HACCP gecertificeerd bedrijf dient u dus extra zaken geregeld te hebben en deze extra zaken dienen ook geaudit te worden. De BRC audit kan met een periodieke of hercertificatie HACCP audit gecombineerd worden. http://www.dnv.nl/certification/systeemcertificatie/voedselveiligheid/BRC.asp
BRL K903
Beoordelingsrichtlijn K903 voor het KIWA-certificaat voor de Regeling Erkenning Installateurs Tankinstallaties (REIT)
BREF
Best Available Techniques Reference Document
BSB
Bodemsanering in gebruik zijnde bedrijfsterreinen
BUT
Best Uitvoerbare Technieken
CAFE
Clean air for Europe http://europa.eu/legislation_summaries/environment/air_pollution/l28026_en.htm info 2011-01-25 Beleidsprogramma Europese Commissie uit 2001: aim: reviewing current air quality policies and assessing progress towards attainment of the EU's long-term air quality objectives, as laid down in the Sixth Environment Action Programme. Initially the need for CAFE derived from the fact that several directives of importance for emission levels and air quality were due for revision around 2004, and to achieve proper results it would, in the view of the Commission, be necessary to gather them into a single programme. The CAFE programme set highest priority to dealing with fine particles (PM) and ground-level ozone, both because of their serious effects on health and the fact that much will have to be done if concentrations are to be brought down to acceptable levels. Other outstanding air pollutant problems, such as acidification and eutrophication, were also given high attention. The Thematic Strategy on Air Pollution Through its stakeholder consultation process, CAFE involved member states, industry and environmental groups in the analysis for the Commission‟s Thematic Strategy on Air Pollution, which was adopted by the Commission
bijgewerkt: 2010-01-25
2
in September 2005. By establishing interim environmental objectives for 2020 in the strategy, the Commission sets the level of ambition regarding air quality in the EU until that year. This is of importance for other air quality legislation, such as the directive on national emission ceilings (NEC), which is currently subject to review. Originally it was the Commission‟s intention that CAFE should evolve into an ongoing five-year cyclical programme, in which the 2005 Thematic Strategy on Air Pollution simply marked the first milestone, but in 2007 the CAFE stakeholder consultation process was suddenly stopped, and it has not be re-started. http://www.airclim.org/policy/sub6_10.php
COD-waarde
Chemical Oxygen Demand (chemisch zuurstofverbruik) geeft aan hoeveel zuurstof er nodig is om de meeste organische stoffen, ook cellulose, te oxideren. Als oxidatiemiddel gebruikt men hier kaliumdichromaat in zuur midden. www.iupac.org/didac/Didac%20Ned/Didac03/Content/L19.htm
CPB
Centraal Planbureau
CPR-richtlijnen
Commissie preventie rampen richtlijnen; vervangen door Publicatie-reeks gevaarlijke stoffen per 2005
CPR 15-1
Opslag gevaarlijke stoffen in emballage. Op slag van vloeistoffen en vaste stoffen (0-10 ton) (vervangen door PGS 15)
CPR 15-2
Opslag gevaarlijke stoffen, chemische afvalstoffen en bestrijdingsmiddelen in emballage. Op slag van grote hoeveelheden (vervangen door PGS 15)
CRM-stoffen
Carcinogene (kankerverwekkende), Reprotoxische (voor de voorplanting giftige) en Mutagene (stoffen die het DNA-veranderen).
CIW
Commissie Integraal Waterbeheer
CTE
Chronische Toxische Encephalopathie (= officiële naam voor OPS)
CLRAP
Convention on Long-range Transboundary Air Pollution (VN-verdrag) http://www.unece.org/env/lrtap/welcome.html
CSA
Chemical safety assessment (REACH)
CSR
Chemical safety report (REACH)
DMI
Doelgroepenbeleid Milieu en Industrie
DNEL
Derived No Effect Level = afgeleide dosis zonder effect (begrip uit toxicologie/blootstellingsbeoordeling; REACH)
EC
Europese Commissie
ECE
zie VN-ECE
ECB
European Chemicals Bureau
ECF
Elementary Chlorine Free wil zeggen dat de papierpulp gebleekt is zonder
bijgewerkt: 2010-01-25
3
gebruik te maken van chloorgas. T.C.F (totally chlorine free) wil zeggen dat pulp gebleekt is zonder gebruikmaking van chloorgas en/of chloorverbindingen. De tekst 'chloorvrij gebleekt' kan ook zonder de aanduiding ECF of TCF voorkomen. Het papier kan dan ECF of TCF gebleekt zijn. (http://www.keurmerken.info/papier.html )
EEA
European Environment Agency (Europees Milieu Agentschap)
EFTA
European Flexographic Technical Association
EG
Europese Gemeenschappen
EGTEI
Expert group on Techno Economic Issues. It‟s UNECE / CLRTAP Expert Group which aims at improving knowledge on emission reduction costs through a database that has been established particularly for the purpose of producing cost curves as a modelling input. By offering techno-economic data, EGTEI contributes to the revision of the 1999 Gothenburg Protocol to abate acidification, eutrophication and ground-level ozone and of the 1998 Aarhus Protocol on heavy metals and persistent organic pollutants. Besides, it also contributes to the Clean Air for Europe (CAFE) programme to protect against significant negative effects of air pollution on human health and the environment. The Expert Group is led by France, with technical support provided by the Interprofessional Technical Centre for Studies on Atmospheric Pollution (CITEPA) and the French-German Institute for Environmental Research (IFARE), in cooperation with the Agency for Environment and Energy Management (ADEME) and the Ministry of Ecology and Sustainable Development (MEDD). (http://www.citepa.org/forums/egtei/egtei_index.htm )
EIPPCB
European IPPC Bureau (= onderdeel van Europese Commissie dat de BREF documenten opstelt)
EMAS
Eco-Management and Audit Scheme is the EU voluntary instrument which acknowledges organisations that improve their environmental performance on a continuous basis. EMAS registered organisations are legally compliant, run an environment management system and report on their environmental performance through the publication of an independently verified environmental statement. They are recognised by the EMAS logo, which guarantees the reliability of the information provided. http://ec.europa.eu/environment/emas/index_en.htm
EPER
European Pollutant Emission Register, which was established by a Commission Decision of 17 July 2000. The EPER Decision is based on Article 15(3) of Council Directive 96/61/EC concerning integrated pollution prevention and control. (http://www.eper.cec.eu.int/eper/introduction.asp?i= )
E-PRTR
Europese Verordening ter omzetting van PRTR (Protocol Pollutant Release and Transfer Register
EPS
Energie Potentieel Scan
bijgewerkt: 2010-01-25
4
ERA
European Rotogravure Association
ESIG
European Solvents Industry Group (= Europese branche van oplosmiddelenproducenten)
ESMA
European Screen Printers Manufacturers Association
ESV
Eisen voor Samenstelling en Verwerking van hulpstoffen zoals gebruikt in grafische industrie ESVOC European Solvents VOC Co-ordination Group
EU
Europese Unie
Eural
Europese Afvalstoffen lijst
EZ
Ministerie van Economische Zaken
FBI
Forest Based Industries
FESPA
Federation of European Screen Printers Associations
FOA
Federatie van Ondernemersorganisaties Afbouw, secretariaat door FOSAG (dd 2005-01-20 secr. Paul Raasveld
FOCWA
Federatie van ondernemers in het Carrosseriebedrijf, Wagenbedrijf en Aanverwante bedrijf
FO-I
Facilitaire Organisatie Industrie (= begeleidende organisatie van het Doelgroepenbeleid)
FPE
Flexible Packaging Europe
FSC
Forest Stewardship Council (Raad voor Goed Bosbeheer) keurmerk voor hout en papierproducten afkomstig van hout uit duurzaam beheerde bossen.
gA
gasvormig anorganisch (NER, activiteiten AMvB)
gO
gasvormig organisch (NER, activiteiten AMvB)
GBO
Glas Branche Organisatie (www.glasnet.nl )
GBPV
geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging zie IPPC
GHS
Globally Harmonized System of Classification and Labelling of Chemicals
GI
Grafische Industrie
bijgewerkt: 2010-01-25
5
CIW
(voorheen) Commissie Intergraal Waterbeheer (CIW-richtlijnen vroeger CUVO) Op 12 februari 2004 is de CIW opgeheven. De taken van de CIW zijn overgenomen door het Landelijk Bestuurlijk Overleg Water (LBOW), onder voorzitterschap van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat. http://www.rijkswaterstaat.nl/rws/riza/ciw/home.html
GRI
Global Reporting Initiative
HACCP
Hazards Critical Control Points (
HBS
High Boiling Solvent
HUF-toets
toets om de handhaafbaar-, uitvoerbaar- en fraudebestendigheid van regelgeving te bepalen
H-zin
H van Hazard (Waarschuwingszinnen op basis van de Europese Verordening (EG) Nr. 1272/2008 over de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels die het gevaar aanduid van de desbetreffende stof of mengsel, vroeger waren dit de R-zinnen („Risk‟-zinnen= intrisiek gevaar). Verder heb je P-zinnen, waarbij P=precaution, de voorzorgmaatregelenzinnen) voreger waren dit de S-zinnen voor Safety (Veiligheid).
IAO
Internationale arbeidsorganisatie (international labour organization (ILO) www.ilo.org
ID
Illustratiediepdruk (afkorting op MBO-enquêteformulieren
IEF
Information Exchange Forum, zoals is vastgelegd in de IPPC richtlijn
IED
Industrial Emissions Directive = Europese Richtlijn (2010/75/EU) inzake de industriële emissies (RIE) (opvolger van de IPPC-richtlijn)
IF
ongevallenfrequentie-index = IF
Begrip uit VCA
ILO IPK
aantal verzuim ongevallen aantal gewerkte
x 1.000.000 uren
international labour organization (zie IAO) www.ilo.org Informatiecentrum Papier en Karton (KVGO neemt hieraan deel), www.papierenkarton.org
IPO IPP
Inter-Provinciaal Overleg Integrated Product Policy (= Europese tegenhanger van Productgerichte Milieuzorg, PMZ)
bijgewerkt: 2010-01-25
6
IPPC
Integrated Pollution Prevention and Control (Richtlijn 96/61/EG inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (GPBV-richtlijn of gpbvinstallaties)
IVW
Inspectiedienst voor het wegverkeer (www.ivw.nl )
JRC
Joint Research Center (= onderzoeksinstituut van de Europese Commissie)
KADO
Kabinetsbrede aanpak duurzame ontwikkeling, verbinden en versterken van een deel van de lopende programma's en initiatieven van het kabinet op het gebied van duurzame ontwikkeling o.a. door resultaten te etaleren. De nadruk ligt op het verbinden van nationale en internationale inzet, het laten bijdragen van de kracht van innovatie en ondernemerschap aan duurzame ontwikkeling en het wederzijds versterken van de eigen bedrijfsvoering van overheid en beleid. KADO is een programma van de ministeries van Algemene Zaken (AZ), Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Buitenlandse Zaken (BuZa), Economische Zaken (EZ), Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), Verkeer en Waterstaat (VenW), Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM). mei 2010. (Zie www.overheid.nl)
K0-stoffen* vlampunt ≤ ºC , kookpunt ≤ 35 ºC (zie PGS 30 aardolieproducten) K1-stoffen* vlampunt < 21 ºC (voor zover geen K0 K2-stoffen* 21 ºC ≤ vlampunt < 55 ºC K3-stoffen** 55 ºC ≤ vlampunt < 100 ºC K4-stoffen* vlampunt ≥ 100 ºC * Deze indeling gaat vervangen worden door een nieuwe indeling gebaseerd op GHS/ADR ** Deze indeling is nog van belang i.v.m. de arbowet zolang die niet is aangepast aan GHS/ADRindeling 2009-10-12: voorstel nieuwe indeling In de PGS richtlijnen ten behoeve van de opslag van vloeibare brandstoffen wordt voorgesteld onderscheid te maken in klassen. Bij opstellen van deze klassenindeling is gebruik gemaakt van zowel de EU GHS klasse indeling, de ADR klasse indeling en de oude WMS klasse indeling. PGS-Klasse
producten
PGS- Klasse 0:
Vloeistoffen met een vlampunt < 23 °C en een beginkookpunt ≤ 35°C
PGS- Klasse 1:
Vloeistoffen met een vlampunt < 23 °C en een beginkookpunt > 35°C1
PGS- Klasse 2:
Vloeistoffen met een vlampunt ≥ 23 °C en ≤ 60 °C
PGS- Klasse 3:
Vloeistoffen met een vlampunt > 60 °C en ≤ 100 °C
PGS- Klasse 4:
Vloeistoffen met een vlampunt > 100 °C
1
Benzine (motorbrandstof) voor het gebruik van onstekingsmotoren (bijvoorbeeld in auto's, vast opgestelde motoren en andere motoren) moet in deze positie worden ingedeeld, ongeacht de vluchtigheid Pas op deze PGS indeling is nog een voorstel KOS
bijgewerkt: 2010-01-25
Kennis Overdracht Stoffen (= opvolger / uitwerking van SOMS)
7
Kwalibo
kwaliteit bodembeheer
Kc-platen
Kunststof clichéplaten
LAP
Landelijk Afvalbeheer Plan
LBOW
Landelijk Bestuurlijk overleg Water
LCA
Life Cycle Analysis (= levenscyclus analyse)
LCI
Life Cycle Inventory (= vernieuwde versie van levenscyclus inventarisatie)
Lel-waarde
Lower explosion level = onderste explosiegrenswaarde (concentratiegrens van een bepaalde stof in een ruimte waaronder geen explosiegevaar bestaat door de aanwezigheid van die stof.)
LVO
Landelijke Voorziening Omgevingsloket ( www.omgevingsvergunning.nl ) = Hier vinden burgers en ondernemers straks een digitaal formulier, waarmee zij omgevingsvergunningen en watervergunningen kunnen aanvragen. Het omgevingsloket gaat aan overheden ondersteuning bieden bij de behandeling van de aanvragen. Er kan een digitaal aanvraagdossier worden opgesteld. Daarnaast is er de mogelijkheid van uitwisseling van dit dossier tussen overheden en de mogelijkheid van publicatie van vergunninggegevens op internet.
MAC
Maximaal Aanvaarde Concentratie
MAC-waarde
Maximaal Aanvaarde Concentratie van een gas, damp, vezel of van stof in de lucht op de werkplek. Bij de vaststelling van deze waarde wordt zoveel mogelijk als uitgangspunt gehanteerd dat – voor zover de huidige kennis reikt – de gezondheid van de werknemers én hun nageslacht niet wordt benadeeld. Zelfs niet bij herhaalde blootstelling aan die concentratie, gedurende een langere tot zelfs een arbeidsleven omvattende periode. (zie: http://www.ser.nl/overdeser/default.asp?desc=mac_waarden_inleiding_toelichting_mac) ; http://www.ser.nl/overdeser/default.asp?desc=mac_waarden_stofnaam_1
MBO
Milieubeleidovereenkomst
MJA
Meer Jaren Afspraak (= milieuconvenant gericht op energiebesparing)
MJV
Milieujaarverslag
MVO
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (www.mvonederland.nl ; www.mvo.mkb.nl/Publicaties
MVP
Minimalisatie verplichting (activiteiten AMvB en NER)
MNP
Milieu- en Natuurplanbureau
bijgewerkt: 2010-01-25
8
NEC
National Emission Ceilings (= nationale emissie plafonds)
NeR
Nederlandse Emissie Richtlijn
NOEC
(No-Observed Effect Concentration)
NPR
Nederlandse Praktijk Richtlijn
NRB
Nederlandse Richtlijn Bodembescherming
NRP
Nationaal Reductie Plan (NMVOS: Niet-Methaan VOS)
NTA
Nederlands Technische Afspraak (richtlijnen zie NEN-website)
OAR
Occupational Air Requirement Het is een risicoclassificatiesysteem voor bijvoorbeeld coating-producten. Het is een berekeningswijze om te bepalen met welk percentage de lucht op de werkplek moet worden verdund om de concentratie vluchtige organische stoffen beneden de grenswaarde te houden OAR = 1000 x c x f OEL c= gehalte oplosmiddel in g/l; f = verdampingsfactor (0; 0,3; 0,7; of 1,0); OEL= Occupational Exposurer Limit (bijvoorbeeld de MAC-waarde) zie ook www.arbo.nl/topics/subject/arbeidshygiene/vast/VASt_OAR.pdf
OEL
Occupational Exposure Limits (grens- of MAC-waarden)
OmB
Oplosmiddelenbesluit (omzetting EG-VOS-richtlijn)
ONO
Ontgiften, Neutraliseren Ontwateren (installatie voor behandeling afvalwater)
OPS
Organisch Psycho Syndroom (ook wel bekend als de (Deense) Schildersziekte)
OSB
De Ondernemersorganisatie Schoonmaak- en Bedrijfsdiensten
OSPAR
Oslo-Parijsverdrag (The Convention for the Protection of the Marine Environment of the North-East Atlantic (the “OSPAR Convention”) was opened for signature at the Ministerial Meeting of the Oslo and Paris Commissions in Paris on 22 September 1992.
PAGO
Periodiek geneeskundig onderzoek (arbowet)
PEC
Predicted Effect Concentration Voorspelde concentratie waarbij effect optreedt (begrip uit toxicologie/blootstellingsbeoordeling; REACH)
bijgewerkt: 2010-01-25
9
The PEFC
Programme for the Endorsement of Forest Certification schemes, keurmerk voor hout en papierproducten afkomstig van hout uit duurzaam beheerde bossen
PER
Perchloorethyleen
PGS 15
Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen 15. Richtlijn PGS 15 voor verpakte gevaarlijke stoffen vervang de nieuwe CPR 15
PKGV
Papier-, Karton- en Golfkartonproducerende en –verwerkende industrie (zie arboconvenant PKGV en rapporten arbeidsinspectie)
PMZ
Productgerichte Milieu Zorg (= Nederlandse tegenhanger van IPP)
PMV
Predicted Mean Vote: rekengrootheid die de gemiddelde waarde voorspelt van de waardering van een grote groep mensen en die uitspraak doet over de thermische gewaarwording van hun omgeving. (Interne instructie AI klimaat op de arbeidsplek.)
PNEC
Predicted No Effect Concentration = Voorspelde concentratie zonder effect (begrip uit toxicologie/blootstellingsbeoordeling; REACH)
PP
prepress (afkorting op MBO-enqueteformulieren)
PPD
Predicted Percentage of Dissatisfied: grootheid die aangeeft welk percentage van de gebruikers van een ruimte ontevreden is over het thermisch comfort van die ruimte.( Interne instructie AI klimaat op de arbeidsplek.)
PPORD
Product and process orientated research and development (REACH)
PPWD
Packaging and Packaging Waste Directive (= Europese Verpakkingsrichtlijn)
PRTR
Protocol Pollutant Release and Transfer Register; het protocol stoelt op art 5 lid 9 van het VN/ECE Verdrag van Aarhus, betreffende de toegang tot informatie, publieke participatie en toegang tot de rechter in milieuaangelegenheden (het protocol wordt omgezet in een Europese verordening E-PRTR; zie o.a. TK 21 501-08 nr. 202 br. stssecr . VROM 9-06-05
PSA
Psychosociale arbeidsbelasting (nieuw begrip arbowet voor seksuele intimidatie, agressie, geweld, pesten en werkdruk)
PRN
Stichting Papier Recycling Nederland (de uitvoeringsorganisatie van het inzamel- en herverwerkingsysteem van papier en karton, waarvan KVGO deel uitmaakt).
PRS
Performance Standard Rate (prestatienorm) voor stookinstallaties in g NO x/GJ en voor procesinstallaties in g NOx/kg product. NOx-handel
P-zin
zie, H-zin
REACH
Regulation, Evaluation and Authorisation of Chemicals (= nieuwe EU
bijgewerkt: 2010-01-25
10
Stoffenbeleid) Zie Reach helpdesk www.senternovem.nl/reach REB
Regulerende Energie Belasting (= een vorm van ecotax)
REIT
Regeling Erkenning Installateurs Tankinstallaties (REIT), zie BRL K903
RC
Rotatie coldset (afkorting op MBO-enquêteformulieren)
RH
Rotatie heatset (afkorting op MBO-enquêteformulieren)
RI&E
Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (arbowetverplichting)
RIZA
Rijksinstituut voor Integraal Zoetwaterbeheer en Afvalwaterbehandeling
RASFF
Rapid Alert System for Food and Feed ,Europees waarschuwingssysteem m.b.t. voedselveiligheid (Members of the network are the 27 Member States, the European Commission, the European Food Safety Authority, Iceland, Liechtenstein and Norway. This warning system supports the traceability system by enabling the rapid exchange of information whenever a risk to food or feed safety is identified. If a member of the network becomes aware of a potential risk to human health, it notifies the European Commission, which immediately transmits this information to the other members – and beyond – so that corrective action can be rapidly taken.)
ROGB
Raad voor Overleg in de Grafimedia branche (RGOB)
R-zin
Zie H-zin
S
Stofvormig algemeen (NER, activiteiten AMvB)
sA
Stofvormig anorganisch (NER, activiteiten AMvB)
sO
Stofvormig organisch (NER, activiteiten AMvB)
SAS
Stichting Arbeidsomstandigheden en Spoorwegveiligheid
SCCM
Stichting Coördinatie Certificatie Milieuzorgsystemen
SCGM
Stichting Certificatie Grafimedia Milieuzorgsystemen (= certificerende instelling van SIMZ)
SCOEL
Scientific Committee on Occupational Exposure Limits http://agency.osha.eu.int/publications/magazine/6/en/index_5.htm
SDS SED
Safety Data Sheet (= VIB) Solvent Emissions Directive (= Europese Oplosmiddelenrichtlijn; EG-VOS-richtlijn)
bijgewerkt: 2010-01-25
11
SEI
Stichting Energie Inkoop
SER
Sociaal Economische Raad
SIMZ
Stichting Interne Milieu Zorg
SIS
Swedish Standards Institute
SITO
De Vereniging van werkgevers in Scheeps-, Industrie-, Milieu- en Technische Onderhoudsactiviteiten
SLIC
Senior Labour Inspectors Committee (SLIC) = Comité van hoge functionarissen van de arbeidsinspectie ingesteld bij besluit Europese Commissie van 12 juli 1995 (95/319/EG) L 188 van 9 augustus 1995 = comité des haut responsables de l'inspection du travail = Ausschuß Hoher Arbeitsaufsichtsbeamter
SoM
Samenwerken op Maat (een nieuw overlegstructuur VROM bedrijfsleven en zo nodig andere ministeries dat in 2009 in werking moet treden o.a. ter vervanging van het doelgroepenoverleg).
SOMS
Strategienota Omgaan Met Stoffen
SVF
Stichting Verwijderingsfonds (KVGO heeft hierin zitting, de SVF beheert het fonds dat noodzakelijk is om de recyclingdoelstellingen van het Papiervezelconvenant te halen).
SSVV
Stichting Samenwerken Voor Veiligheid (gaat over de VCA) www.ssvv.nl
S-zin
Zie H-zin.
STEL-waarde
Short Term Exposure Limit = MACtgg 15 minuten
SZW
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
TCF
Totally Chlorine free Bleeching.(zie ECF)
TME
Instituut voor Toegepaste Milieu-Economie
UEAPME
Union Européenne de l‟Artisanat et des Petites et Moyennes Entreprises (Europese Koepel voor Midden- en Kleinbedrijf; http://www.ueapme.com )
UGM
Uitvoerig gemotiveerde mening (commentaar van andere EU-lidstaten op genotificeerde regelgeving van een EU-lidstaat (EU-notificatieprocedure)
UNECE
United Nations Economic Commission for Europe (VN-ECE)
UNIEP
Union Internaional des Entrepreneurs de Peintures (http://www.uniep.org/number_en.htm )
bijgewerkt: 2010-01-25
12
UvW
Unie van Waterschappen
VCA
Vegetable Cleaning Agents
VASt
Versterking Arbobeleid Stoffen (= programma van stoffenbeleid van Ministerie van SZW) www.vast.szw.nl ; www.arbo.nl/topics/subject/arbeidshygiene/vast/
VCA
Veiligheid Checklist Aannemers, opgezet door Shell en anderen ondergebracht in Stichting Samenwerken Voor Veiligheid (SSVV: www.ssvv.nl )
V&G-plan
Veiligheids- en gezondheidsplan (arbowet)
VGM-beleid
Veiligheids-gezondheids- en milieubeleid
VIB
Veiligheids Informatie Blad
VLGA
Vereniging van Leveranciers voor de Grafische en Aanverwante industrie
VMK
Vereniging Milieubeheer Kunststoffen
VN-ECE
Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties
VOG VOK VOV
Vellen ofsett groot (afkorting op MBO- enquêteformulieren) Vellen offset klein (afkorting op MBO- enquêteformulieren) Verpakkingen offset vellen (afkorting op MBO- enquêteformulieren)
VNG
Vereniging Nederlandse Gemeenten
VISA
Verrichtingen informatiesysteem Arbodiensten
VOS
Vluchtige Organische Stoffen (doorgaans (organische) oplosmiddelen genoemd)
VRN
Vlakglas Recycling Nederland
VROM
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
VVVF
Vereniging Van Verf en drukinkt Fabrikanten
VVVH
Vereniging Van Verfgroothandelaren in Nederland
UNFCCC
United Nations Framework Convention on Carbon Change = VN-Raamverdrag inzake klimaatverandering
URL
Uitvoeringsrichtlijn
bijgewerkt: 2010-01-25
13
WABO WAGG
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Werkgroep Arbeid en Gezondheid Grafimedia (WAGG) (Werkgroep van de Raad voor Overleg in de Grafimedia branche (RGOB)
WBDBO
Weerstand tegen Branddoorslag en Brandoverslag
Wegslag
Absorptie van de inkt door het papieroppervlak als gevolg van de capillaire werking van het papier.
Wm
Wet milieubeheer
WVB
Werkgeversvereniging vastgoed-onderhoud en afwerkingsbedrijven‟ ( http://www.wvb.nl/index.html )
Wvo
Wet verontreiniging oppervlaktewateren
ZSO
Vereniging van Zeefdruk en SIGN Ondernemingen http://www.zso.nl
bijgewerkt: 2010-01-25
14
NOTITIE Relatie
:
Referentie
:
WGZ/Rdk
Projectcode
:
312
Aan
:
Ledenraad
Cc
:
Van
:
Maarten Reuderink
Betreft
:
Actualiteiten op de aandachtsvelden energie/milieu/arbo/voedselcontact
I
2c
Datum: 10-02-2012
MILIEU & ENERGIEBESPARINGEN
ENERGIEBESPARINGEN MJA-energie Grafimedia Voorwaarde om een MJA3-Enegrievconvenant af te sluiten is dat ongeveer 80% van het verbruik van de bedrijfstak wordt gedekt door de deelnemers. Er hebben zich nog te weinig bedrijven zich aangemeld. Indien er te weinig toetreders zijn dan kunnen deze met instemming van het ministerie van Economische zaken, landbouw en Innovatie mogelijk ondergebracht worden onder de MJAgroep “overige bedrijven”. Begin januari 2012 volgt een herinneringsactie. Eind februari 2012 wordt bekeken hoe verder te gaan indien de 80% niet wordt bereikt. Lichtplan Philips/Greendeal MKB-Nederland Lichtplan Philips Losstaand van de MJA is het KVGO is al in bespreking met Philips om te komen tot een lichtplan om versneld over te stappen op energiebesparende verlichting waarbij de leden niet hoeven te investeren maar de kosten worden terugbetaald uit de energiebesparing over bepaalde periode. Een lichtplan maakt ook onderdeel uit van een MJA. Gebleken is dat op verlichting bij alle leden nog veel te besparen is: soms tot wel 70%. Bij de uitwerking van een lichtplan met Philips wordt ook gekeken hoe we de niet MJA-bedrijven ( energierekening < € 100.000,-) kunnen bereiken. In februari 2012 zijn er vervolgbesprekingen met Philips. Greendeal MKB-Nederland E.e.a. past ook in de greendeal die MKB-Nederland met de overheid heeft afgesloten om het MKB te verduurzamen. Het gaat hierbij met name om het “laaghangend fruit”binnen te halen e.e.a. sluit aan bij het lichtplan. Gekeken wordt hoe e.e.a. op elkaar kan worden afgestemd. Er komt mogelijk een speciaal financieringsfonds hiervoor. Overleg SEI/Essent over verduurzaming Begin 2012 wordt met Essent verder gesproken op welke concrete terreinen er kan worden samengewerkt om invulling te geven aan het verduurzamingselement van de Raamovereenkomst tussen SEI en Essent. De SEI heeft Essent laten weten dat zij vindt dat dit element niet goed tot zijn recht komt. MILIEU Inspectie vloeistofdichtheid bedrijfriolering. In het Activiteitenbesluit is opgenomen dat er geen verplichting is voor het inspecteren van de bedrijfsriolering. Door een langdurige lobby hebben we een dergelijke verplichting uit de ontwerpnorm AS SIKB 6700, 'Inspectie Bodembeschermende Voorzieningen weten te halen die via een de Nederlandse richtlijn bodem (NRB) de status van pseudowetgeving had gekregen. In de norm is het nu nog alleen een aanbeveling.
I
Afvalbrief Atsma november 2011 Staatssecretaris Atsma van het ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft op 25 augustus een brief aan de 2e Kamer gestuurd over het inperken en voorkomen van afval. In de brief deelt hij o.a. mee dat hij laat onderzoeken of plastics folies om tijdschriften en reclame kunnen worden uitgebannen en vervangen door andere alternatieven. Verder wil hij laten onderzoeken of de verspreiding van drukwerk verder kan worden gedigitaliseerd. Ook laat hij zich negatief uit over de milieudruk van papier zonder dat e.e.a. vergeleken is met de milieudruk van digitale toepassingen. Als positief voorbeeld om afval te voorkomen wordt de oprichting van de milieucirkels (duurzaamheidscirkels) genoemd. Op initiatief van het KVGO is er een ketenoverleg geweest dat uitmondde in gezamenlijke lobby in PRN-verband waarbij een lobbybureau is ingeschakeld bekostigd door de PRN en de verspreiders. In oktober is er per brief bezwaar gemaakt tegen de Afvalbrief en verzocht om overleg met de minister. Het gesprek met het ministerie is in november geweest. De ambtenaren zijn zelf achteraf ook wat ongelukkig met het ongenuanceerde beeld in de brief. Het ministerie vindt preventie zelf een belangrijk onderwerp. Gedacht wordt om een “Green Deal” te sluiten om het inzamelingspercentage om hoog te krijgen. CO2-voetafdrukdiscussie vindt miniserie een dooddoener computergebruik dring je toch niet terug en servers staan er al. N.a.v. bespreking is de “position paper” aangepast. Behandeling van de Afvalbrief is uitgesteld en vindt plaats in maart 2012. Voorafgaand vinden er gesprekken plaats met Kamerleden. Zie ook het punt Imagoverbetering.
Imagoverbetering - Duurzaamheidskringen De duurzaamheidskringen dragen ook gezien de afvalbrief bij de imagoverbetering van de bedrijfstak. Op de bijeenkomst van een duurzaamheidskring was ook een gedeputeerde aanwezig. Die was onder de indruk van de duurzaamheidactiviteiten die in de bedrijfstak zijn verricht en gaat ook een goed woord voor de bedrijfstak doen bij staatssecretaris Atsma. Het KVGO heeft de PRNdirecteur in contact gebracht met de gedeputeerde. - Lespakketten PRN zal een bijdrage vestrekken aan het IPK voor het maken van een lespakket voor de imagoverbetering van drukwerk. Verpakkingenbelasting Verpakkingenbeslasting wordt per 1 januari 2013 afgeschaft. Wat dit voor gevolgen heeft voor de monitoring die door de belastingdienst ook voor het ministerie van I&M wordt gedaan i.v.m. de AMvB verpakkingen en papier en karton, is niet duidelijk. Over de monitoring zal in 2012 verder gesproken worden met het ministerie ter uitwerking van de Raamovereenkomst II met Nedvang (bedrijfsleven) waarin ook PRN zitting heeft. In 2012 meer duidelijkheid. Wijziging bijlage Europese richtlijn verpakking en verpakkingsafval De Europese Commissie wil de bijlage van deze richtlijn wordt aangepast met o.a. nadelige gevolgen voor de etikettendrukkers omdat het rugmateriaal van zelfklevende etiketten wordt bestempeld als afval. N.a.v. lobbyactiviteiten o.a. van Finat en het KVGO heeft een eerste voorstel het niet gehaald omdat voor verscheidene onderdelen geen meerderheid te vinden was bij de vertegenwoordigers van de Lidstaten o.a. i.v.m. het voorstel om rugmateriaal van zelfklevende etiketten te bestempelen als afval. De Europese Commissie heeft het voorstel aangepast maar o.a. niet op dit punt. Op 12 december is daarom het voorstel weer afgestemd door de Nationale vertegenwoordigers. De EC legt nu het voorstel voor aan de Raad van Ministers die het met gekwalificeerde meerderheid moet aanvaarden. Het is dus nog afwachten of het voorgestel aanvaard zal worden de lobbyactiviteiten gaan verder.
Pagina 2 van 7
De aanpassing van deze bijlage is van belang voor de uitleg van bepaalde begrippen i.v.m. lopende bezwaarschriften een beroepsprocedure tegen de verpakkingenbelasting: o.a. of “siliconenpapier” afval is of een onderdeel van het product “zelfklevend etiket”. Wordt het als afval bestempeld dan moeten verscheidene leden met terugwerkende kracht hierover verpakkingenbelasting betalen en rest hen alleen een Europees rechtelijke procedure om hieronder uit te komen. In februari 2012 wordt een uitspraak verwacht van de belastingrechter te Den Haag. CO2-rekenmodule De website is in de lucht zie www.climateclac.eu. Ondertussen zijn er 2 bedrijven in Nederland al gecertificeerd en lopen er 2 certificatieprocessen. Het systeem voldoet aan ISO 14064-1. Product Footprint Category Rules (PFCR) voor Papier De Europese Commissie de Confederatie van de Europese papierindustrie (CEPI) werken samen om ‘Product Footprint Category Rules (PFCR) voor papier te ontwikkelen die eind 2011 af moeten zijn. De PFCR’s geven gedetailleerde richtsnoeren hoe men een onderzoek naar de ecologische voetafdruk moet uitvoeren (www.paperpfcr.eu). In Intergraf-verband is commentaar gegeven aan de Europese Commissie omdat Intergraf zich zorgen maakt dat het resultaat te veel met algemene gegevens werkt waardoor een onderlinge vergelijke van de papiersoorten op hun CO2-voetafdruk niet mogelijk is. Europees milieukeur (Ecolabel) krantenpapier Verwacht wordt dat deze in maart 2012 wordt vastgesteld. Knelpunt hier is de eis over het minimumpercentage gerecycleerd papier. Europees milieukeur (Ecolabel) drukkerijen. Verwacht wordt dat deze in maart 2012 zal worden vastgesteld. Uitgangspunt is dat de gehele drukkerij moet worden gecertificeerd. De Europese milieukeur lijkt veel op de Nederlandse duurzaamheidscriteria. Op grond van de Nederlandse duurzaamheidscriteria mag je geen producten gebruiken die met bepaalde H/R-zinnen zijn geclassificeerd. Echter in het Ecolabel mogen in de producten zelf geen stoffen zitten die geclassificeerd zijn met de in de milieukeur verboden H/R zinnen. Vermoedelijk is daardoor het milieukeur onbruikbaar. De bepaling inzake CRM-stoffen vormt een probleem voor met name diepdrukbedrijven die zelf hun cilinders verchromen hebben met mag deze producten zelfs niet in huis hebben. In Nederland mag je de verboden producten wel in huis hebben maar je mag ze niet gebruiken voor het drukken van producten die moeten voldoen aan de duurzaamheidscriteria. Voor de milieukeur mag je deze verboden producten zelfs niet in huis hebben. O.a. hiertegen is in Intergraf-verband bezwaar gemaakt. Dit bezwaar is niet overgenomen zoals uit de laatste ontwerpversie blijkt. Er zijn verder nog een aantal andere bezwaren tegen zijn. De vertegenwoordigers van de Nationale Milieukeurorganisaties moeten uiteindelijk instemmen met het eindvoorstel. Op het verzoek van het KVGO stelt Intergraf een brief met aanwijzingen voor haar leden op om de Nationale Milieukeurorganisaties op een gecoördineerde wijze te beïnvloeden. Op dit ogenblik wordt opnieuw lobbywerkzaamheden verricht. Chroom - Chroom (VI) Een mogelijk verbod van zeswaardig chroom op basis van REACH in 2016 treft verchroomde cilinders o.a. voor illustratie- en verpakkingsdiepdruk. Ter uitvoering van REACH is begonnen met procedures om het gebruik van zeswaardig chroom te verbieden dat o.a. wordt gebruikt om het chroom van de mantel van bepaalde diepdrukcilinders te harden. Alleen voor het gebruik en de toepassingen, waarvoor autorisatie is aangevraagd en verkregen is, mag Chroom(VI) onder bepaalde condities en voor bepaalde tijd dan nog worden gebruikt. Er is daarom een Europees Consortium gevormd waaraan via een Nederlands consortium ook de KVGO-leden RSDB en Biegelaar aandeel nemen. Indien blijkt dat een autorisatie mogelijk is, wordt begonnen aan fase 2. In fase 2 moet worden aangetoond dat er geen alternatieven zijn en
Pagina 3 van 7
met een sociaaleconomische analyse moet worden aangetoond de gevolgen voor de gezondheid en milieu minder zijn dan de gevolgen voor de economie als de stof niet meer beschikbaar is. Autorisatie wordt verleend voor een bepaalde termijn. Normaal is dat 2 tot 4 jaar, hoewel dat in uitzonderlijke gevallen kan oplopen tot 12 jaar. Binnen die tijd wordt het bedrijf geacht aan een alternatief te werken. Een plan daartoe moet nadrukkelijk in de autorisatieaanvraag vermeldt worden. - Chroom (III) Het Europees Agentschap voor chemische stoffen heeft onlangs 20 nieuwe stoffen waaronder een aantal Chroomverbindingen op basis van driewaardig chroom in behandelingen genomen voor mogelijke plaatsing op de kandidaatslijst van zeer zorgwekkende stoffen (Candidate List of Substances of Very High Concern). Afwachten is of en welke chroomverbindingen op de lijst komen. Aanpassing Activiteitenbesluit/wijziging milieuvergunningenstelsel Het activiteitenbesluit wordt aangepast: verpakkingsdruk, flexo, heatset, rotatieoffset worden er onder gebracht. In 2012 verschijnt het ontwerpbesluit, 1-1-2013 moeten de aanpassingen ingaan. Alleen IPPC-bedrijven blijven vergunningsplichtig. Echter er zullen niet meer “volledige”vergunningen worden geschreven maar de van toepassingzijnde bepalingen uit het activiteitenbesluit zullen op deze bedrijven van toepassingen worden verklaard en er komen alleen nog wat aanvullende bepalingen in de vergunning. Bedrijven moeten goed controleren of o.a. hun huidige geluidsnormen ruimer zijn. Ook IPPC-bedrijven moeten dit doen omdat bepalingen uit het activiteiten besluit van toepassing worden verklaard op de IPPC-bedrijven. Verder wordt het beleid kleine ketels (400kw - < 1 Mw) en het Besluit emissies middel grote ketels (BEMS vanaf 1 Mw) geïntegreerd in het activiteitenbesluit. Voor ketels < 400 Mw gelden de bepalingen van de Europese richtlijn Ecodesign. Op de aanpassingen de aanpassingen zijn in VNONCW-verband bezwaren ingediend. Over de integratie van BEMS is al een KVGO-publicatie. Over de kleine ketels komt nog een aanvullende publicatie. Nadat de wijzigingen van het activiteitenbesluit van kracht worden wordt pas de Actviteitenbesluitinternetmodule (AIM) aangepast. Dan wordt pas echt zichtbaar of er nog onvoorziene gevolgen zijn voor de drukkerijen. Omzetting Richtlijn Industriële Emissies/Nationale kop Het ministerie van I en M wil veel strengere minimum emissie-eisen dan de IED eist en wil bovendien geen gebruik maken van de afwijkingsbepalingen in de IED en wil e.e.a. omzetten via het activiteitenbesluit. De leden die nu een IPPC-vergunning hebben zouden daardoor in de toekomst te maken kunnen krijgen met een nationale kop. VNO-NCW heeft hiertegen al bezwaar gemaakt. Routekaart Klimaat 2050 (koolstofarme economie) De routekaart verkent paden naar een reductie van EU broeikasgasemissies met 80-95% in 2050 ten opzichte van 1990. De Commissie concludeert op basis van een modelanalyse dat een reductie van 80% haalbaar is met de inzet van bestaande technologieën, zonder gedragsverandering en zonder aankoop van reducties in derde landen. Volgens de analyse kan een kosteneffectief en geleidelijk emissiepad naar 80% reductie in 2050 in de EU lopen via tussenstappen van 25% in 2020, 40% in 2030 en 60% in 2040. De Commissie stelt geen herziening van de 2020 klimaatdoelstelling voor. De routekaart zal onder andere worden uitgewerkt in sectorspecifieke emissiereductiestrategieën, waaronder de Energieroutekaart 2050 (welke eind 2011 wordt verwacht) en het al verschenen Witboek Transport. Het CBP heeft een in een notitie van 6 11-2-11 de gevolgen voor Nederland doorberekend. Er wordt uitgegaan van een welvaartverlies van 1% in de EU. In Nederland is dit minimaal het dubbele indien men de bestaande energiebelastingen niet verlaagd door de stapeling van de CO2-prijs op de bestaande energiebelastingen die in Nederland relatief hoog zijn t.o.v. het Europees gemiddelde. Conclusie voor Grafimedia: noodzaak tot verduurzaming is extra groot gezien het energieverbruik van de sector.
Pagina 4 van 7
Grondstoffenschaarste en duurzame grondstoffen (Routekaart “Resource Efficiency”) De Europese Commissie de Commissie stelt zich met de routekaart tot doel om tot een ontkoppeling te komen van economische groei en groei in grondstoffengebruik c.q. de milieudruk die winning van grondstoffen vraagt. Grote internationale bedrijven hebben al/of zijn bezig te kijken wat de gevolgen zijn van schaarste en welke alternatieven zij hebben hierbij in beschouwing nemend de positie van China o.a. wat de levering betreft van zeldzame aardmetalen. E.e.a. heeft ook gevolgen voor het ontwikkelen van een Nederlands duurzaamheidbeleid. Het ministerie van I & M VNO-NCW bereidt een standpunt bepaling voor. Conclusie voor Grafimedia: e.e.a. kan gevolgen hebben: bijvoorbeeld in de concurrentie van het inzetten van vezels voor papier of voor biomassa en bij machines waarin zeldzame aardmetalen nodig zijn (o.a. voor computers). De ministeries van E, L& I en I & M willen samen met het bedrijfsleven tot een uitwerking en plan van aanpak te komen om de voorzieningszekerheid voor het Nederlandse bedrijfsleven te verbeteren. Het ministerie van EL&I wil voor zomer 2012 een kamerbrief versturen waarin deze samenwerking wordt omschreven en wat de stand van zaken is van het grondstoffenbeleid. In VNO-NCW-verband is daarvoor een uitgangspuntennotitie gemaakt. PGS-rapporten - PGS 31/ Inspectieverplichtingen Er wordt gewerkt aan PGS 31: Overige vloeistoffen - Opslag in ondergrondse en bovengrondse tankinstallaties. Deze moet begin 2012 in concept worden gepubliceerd. KVGO neemt deel aan het overleg en heeft tezamen met andere brancheorganisaties al bezwaar gemaakt tegen de frequentie van inspectieverplichtingen en geëist dat de noodzaak van inspecties en de frequenties worden onderbouwd. Met het ministerie van I en M is o.a. al besproken dat de noodzaak van inspecties en de frequenties daarvan in het activiteitenbesluit moeten worden vastgelegd en niet in pseudowetgeving die ook nog eens door verwijst naar andere normen met inspectieverplichtingen. Daarom is onder druk van het bedrijfsleven is de verwijzing naar BRL K903 (Regeling Erkenning Installateurs Tankinstallaties (REIT)) eruit gehaald en zullen de eisen opgenomen worden in de PGS zelf. Hierdoor worden allerlei onnodige keuringseisen voorkomen. Ergens in 2012 wordt deze PGS vastgesteld. - PGS 19, 28, 30 stand van zaken PGS 28 (Vloeibare Brandstoffen – ondergrondse tankinstallaties) en PGS 30 (Vloeibare aardolieproducten buitenopslag in kleine installaties) gereed ter commentaar, werkgroep herziening PGS 19 (Opslag van propaan) is opgericht. Omgevingswet De overheid werkt op aandringen van het bedrijfsleven aan een omgevingswet. Het omgevingsrecht (milieu, ruimtelijke ordening, natuur en water) is momenteel veel te complex. Het bevat meer dan 60 wetten, ruim 100 algemene maatregelen van bestuur (AMvB’s) en honderden ministeriële regelingen. Daarbij gaat het niet zozeer om de inhoud van die regels als wel om het herschikken van die regels volgens de structuur van het Europese recht, waarbij er meer samenhang komt tussen de verschillende soorten regelgeving; de besluitvorming wordt sneller, goedkoper, voorspelbaarder; nationale koppen op EU-regels moeten voorkomen worden. Eind 2011 moet de eerste wettekst gereed zijn en op 1 januari 2013 moet de Omgevingswet in werking treden. Na deze wetgevingswerkzaamheden komen de AMvB’s (meer onderwerpinhoudelijk) aan de beurt. KVGO dringt aan alleen de nieuwe wet van kracht te laten worden als ook de AMvB’s en ministeriële regels geïntegreerd zijn en dat er een goede omgevingswetinternetmodule komt waarin de postcode met de verschillende regels, bestemmingsplannen etc. gekoppeld zijn zodat een ondernemer indien hij zich ergens wil vestigingen meteen kan zien waarmee hij te maken krijgt. Dit is des te meer nodig omdat ook al de Activiteitenbesluitinternetmodule (AIM) steeds ondoorzichter wordt met elke wijziging.
Pagina 5 van 7
II
ARBO
Rapport arbeidsinspectie Grafimedia. Het rapport is ter commentaar ontvangen. Het definitieve rapport verschijnt begin 2012. Het aantal overtredingen is wat gedaald maar ligt nog aan de hoge kant. Wel heeft de AI een positieve indruk van de bedrijfstak en vindt daarom voorlopig een algemene bedrijfstakcontrole niet meer nodig. Zodra het rapport openbaar is zal e.e.a. worden gepubliceerd. Uitbreiding RI&E/Grafimedia Aan de ROGB is voorgesteld de huidige RI&E om te zetten in een internetversie en op verschillende punten te verbeteren en uit te breiden. Het begrotingsvoorstel moet nog worden goedgekeurd. Verder wordt de Branchecatalogus binnenkort uitgebreid met een brochure voor bedrijfshulpverlening en een voor de inrichting van gebouwen. Adviesaanvraag aan SER over Hittestress Men kan niet komen tot een grenswaarde. Geen nieuws Ethanol Ethanol staat sinds 2008 op de Nederlandse lijst van kankerverwekkende stoffen en moet dus uitgebannen worden om geacht het feit dat bij de huidige blootstellingen dit niet leidt tot enig extra kankergeval. Het bedrijfsleven is zeer ongelukkig met de gang van zaken omdat ethanol zelf op Europees niveau niet als zodanig is geclassificeerd. Van ethanol zijn vrijwel alle gezondheidskundige gevaren bekend dit i.t.t. vervangende stoffen. De huidige grenswaarde zal in de toekomst heroverwogen worden om tot verder verlaging te komen. Geen nieuws Herziening grenswaardestelsel voor blootstelling aan stoffen Bekeken wordt of het grenswaardenstelsel kan worden herzien. Het bedrijfsleven is daar een voorstander van. Vroeger was er het driestapstelsel waarbij eerst een gezondheidskundige warde werd vast gesteld daarna volgde een sociaal-economische toetsing waarna er door de minister een blootstellingsgrenswaarde (de voormalige MAC-waarden) werd vastgesteld. De algemene regel is nu dat de gezondheidskundegewaarde meteen de grenswaarde is met uitzondering van die voor kankerverwekkende en mutagene stoffen en voor inhaleerbare allergene stoffen. Het KVGO wil weer richting het oude drietrapsstelsel en vindt verder dat o.a. de grenswaarden op Europees niveau moeten worden samengesteld om te komen tot gelijke mededingingsverhoudingen in Europa. Conceptadvies Gezondheidsraad ‘Staand, geknield en gehurkt werken’ De Gezondheidsraad wil een gezondheidskundige of veiligheidskundige grenswaarde vaststellen voor staand, geknield en gehurkt werken op basis van in kaart gebrachte risico’s terwijl de commissie vaststelt geen grens te kunnen aangeven waarbij geen gezondheidsklachten te verwachten zijn. De commissie stelt vast dat er nog veel onzeker is o.a. is er geen ondubbelzinnige definitie voor lage rugklachten en dat slechts in een beperkt aangevallen objectieve oordelen kunnen worden gegeven. Er kan geen wetenschappelijk bewijs worden gegeven voor het bepalen van de hoogte van de gezondheidskundige advieswaarde. Werkgevers vinden dat de commissie zich op een risicovolle weg zich begeeft en vinden verder dat het vaststellen van een grenswaarde slechts zinvol is wanneer die waarde kan worden gemeten en dat is hier niet het geval. Wel vinden zij dat het voorkomen van lage rugklachten kan worden verwezenlijkt met op werkplek gerichte maatregelen waarbij de branchespecifieke arbocatalogi behulpzaam kunnen zijn. Positie bedrijfsarts in het stelsel van bedrijfsgezondheids- en arbozorg SZW heeft een onderzoek laten uitvoeren naar deze positie van de bedrijfsarts. Gezien de bevindingen van het onderzoek vindt de Arbocommissie van het VNO-NCW waarin het KVGO zitting heeft dat er geen reden is de positie van de bedrijfsarts te wijzigingen. De komst van de Wet Verbetering Poortwachter heeft ertoe geleid dat de aandacht voor preventie, ziekteverzuim, reintegratie en arbeidsomstandigheden in de afgelopen jaren sterk is toegenomen. Gezien de teruglopende verzuimcijfers in Nederland en teruglopende instroom in de WIA en IVA is wijziging
Pagina 6 van 7
van het stelsel niet nodig. Financiering van de bedrijfsarts d.m.v. collectieve branchefinanciering haalt het goed werkend systeem dat geleid heeft tot een daling van verzuim onderuit en is daarom niet gewenst. Ook de financiering van de bedrijfsarts via de basisverzekering moet worden afgewezen. De kosten van de basisverzekering moeten juist dalen. Bovendien bestaat het risico dat iedere werknemer zijn eigenbedrijfsarts kan kiezen en zou de werkgever de onafhankelijkheid van de bedrijfsarts in twijfel kunnen trekken. Stichting van de Arbeid (STAR) en arbocatalogi De stichting wil meer algemene handreikingen geven aan de branches voor de arbocatalogi o.a. een over de preventiemedewerker. De KVGO is van mening dat dit juist op brancheniveau moet gebeuren gezien de specifieke kenmerken van elke branche om te voorkomen dat eisen worden opgelegd die niet nodig zijn.
III
VOEDSELVEILIGHEID
Kennisnetwerk voedselveiligheid Het KVGO-Kennisnetwerk voedselveiligheid is 12 oktober opgericht. Deze eerste bijeenkomst is bezocht door 50 mensen die meer dan 40 bedrijven vertegenwoordigden. In het eerste kwartaal 2012 zal er weer een bijeenkomst georganiseerd worden. Minerale oliën Er heeft in november een ketenoverleg plaats gevonden over minerale oliën. Met name worden voor het drukken van kranten, inkten gebruikt op basis van minerale oliën. Het vervangen van minerale oliën in drukinkten heeft door de recyclage van papier pas echt effect na ongeveer 20 jaar. Verder dient ook rekening gehouden te worden met het internationale aspect van de oud papierstromen. Verder zit in voedsel van nature al minerale oliën; vaak is het gehalte al hoger dan de migratie vanuit karton. Conclusie: uitbanning dient in Europees verband wat worden gedaan en het heeft geen zin om uit MVO-overwegingen in Nederland nu al maatregelen te treffen door nu vrijwillig over te stappen op inkten op plantaardige oliebasis. De uitkomsten van de studies worden afgewacht en welke limieten de Europese voedselautoriteit zal vaststellen. Europese regelgeving/nationale regelgeving De Europese Commissie wil komen met geharmoniseerde regelgeving voor papier en karton, deklagen (coatings), rubber, kleurstoffen en inkten, hout en kurk. De Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) heeft daartoe dit jaar een inventarisatielijst laten maken met 3000 stoffen. De branchevertegenwoordigers hebben het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) de harmonisatie op Europees vlak te bevorderen zodat er zo snel mogelijke een Europese verordening komt en zo min mogelijk moet kiezen voor de werkzaamheden via de Raad van Europa omdat die alleen aanbevelingen kunnen doen en de inspraak van het bedrijfsleven daar minder goed geregeld is. Voordeel van een EU-verordening is dat deze rechtstreeks in alle Lidstaten werkt. Nu kunnen zij nog op vlakken die niet geregeld zijn eigen regelgeving maken.
Pagina 7 van 7
Aan: Ledenraad KVGO Van: Bureau KVGO/Maarten Jansen Betr: Bezoek aan Ministerie SZW in verband met sectorpremie Datum: 9 februari 2012
2d
De aanleiding voor het gesprek op SZW was gelegen in het feit dat de sectorpremie voor sector 9, de grafische bedrijven, per 1 januari 2012 verhoogd is van 2,73% naar 5,25%. Bij dit gesprek waren aanwezig directeur-generaal (arbeidsmarkt en sociale zekerheid) Jose Hilgersom en enkele beleidsfunctionarissen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Cees Verweij, Truus Boomgaard en Maarten Jansen van KVGO. Uit het gesprek is naar voren gekomen dat herziening van het premiebesluit 2012 dan wel een speciale behandeling voor een specifieke sector niet aan de orde is. Wel heeft SZW toegezegd te zullen nagaan hoe de procedure van indeling van de verschillende sectoren werkt en of er mogelijkheden zijn (en zo ja, hoe) om, in de situatie dat de werkgelegenheid in een specifieke sector sterk afneemt, aansluiting bij een ander sectorfonds te krijgen. Hierbij nog wat achtergrondinformatie Vanuit de sectorpremies worden gefinancierd: • het eerste half jaar WW • ziektewet- en arbeidsongeschiktheidsuitkeringen voor flexwerkers • werkgeversbijdrage kinderopvang • De verhoging was met name het gevolg van een stijging van de WW-lasten. In beginsel is het zo dat de WW-lasten gedurende het eerste half jaar door de sector worden gedragen (de vroegere wachtgeldfondsen). Daarbij geldt een bepaald maximum niveau (het lastenplafond) om te voorkomen dat een sector te zware lasten moet dragen. In de periode 2009-2011 is, als crisismaatregel, dit lastenplafond gelijkgesteld aan het gerealiseerde gemiddelde WW-percentage over de afgelopen 4 jaar. Deze maatregel dempte de lasten die voor rekening van de sector kwamen, met als consequentie dat (mede)financiering vanuit het algemeen werkloosheidsfonds plaatsvond. Met ingang van 1 januari 2012 is deze situatie beëindigd en geldt weer de wettelijke regeling: een vast deel van 3,75% van het premieplichtig loon, verhoogd met een opslag die afhankelijk is van het gerealiseerde WW-lastenpercentage in de afgelopen 4 jaar. De minister heeft het premiebesluit op 26 oktober 2011 genomen. In de aanloop naar dit besluit –op basis van informatie van het UWV- had KVGO hiertegen al bezwaar aangetekend. Dit bezwaar is door de minister van SZW dus niet gehonoreerd, maar heeft wel geleid tot het bovengenoemde gesprek.
3 Concept-notulen van de vergadering van de Ledenraad KVGO op 17 november 2011 in De Soester Duinen, Soesterbergsestraat 188 in SOEST Aanwezige Afgevaardigden: W.A. Alessie, M.A. Beijer, W.A.J. Bosch, O. Bruinsma, J.A.M. Derksen-Geuijen, M.P.L. Dijkstra, C.J. Funcke, ir. E.R. Hagens, S.S. Hellinga, E. Iwema, O. Jager, J. Kerdel, R.N.Q.M. de Klerk, A.J.M. Meester, R.W. van der Most, S. Muller, G.A.H.M. Mutsaers, J.H. Nijkamp, M. den Biesen (ipv J. Prang), B.J. Scharloo, L.G. Steenbakkers, E.J. Vogelaar, R. Warnar en A.F. van Zijl Afwezige Afgevaardigden: G.J. Boers (volmacht), M.C.P. Bonenkamp (volmacht), L. Bos, R. Bosch, M.M. Bril, P.H. van Deventer, A. Emmink, P.F.M. van den Ende, I.F.E. Ernes, drs. A.J. Houtman, G.H. de Jong, S. de Jong, C.A.J. Knip, J.M. Lamain, R.Th.H. Levöleger, B.J. van Lierop, M.J.W. Poot, K. Struijk, J. Tamminga, A.O. Thijsen en M.J. Vastenhout Aanwezige Leden van het Bestuur: Drs. C.A. Verweij (Voorzitter), R. van den Berg, E. van Breene, N.C.M. Douma, H. van Esch, F.W. de Groot, G.L. Slot en ing. A. Steenstra alsmede drs. F.J. Bakkes (Verenigingssecretariaat) Afwezige Leden van het Bestuur: K. Kamp, ing. G.W.M. Megens MBA, B.J. Opmeer en J. Talsma Aantal overige vertegenwoordigers van Leden en Buitengewone Leden: 5 Notulen: R.L. Kramer
1.
Opening + herdenking overledenen De Voorzitter opent de vergadering om 15.07 uur; hij heet de aanwezigen welkom. De Voorzitter begint de vergadering met de herdenking van de Leden die zijn overleden sinds de Ledenraadsvergadering van 25 mei 2011. Hierna spreekt hij zijn toespraak uit. De tekst is in Kernmail vermeld en op het algemene deel van de website www.kvgo.nl gezet. Er zijn 24 Afgevaardigden aanwezig en 8 Bestuursleden. Er zijn 2 volmachtstemmen.
2.
Ingekomen stukken en mededelingen a. Benoemingen door het Bestuur na mei en tot en met oktober 2011 Juni - De heer B.J. Opmeer is herbenoemd tot bestuurslid van het AB VNO-NCW, voor een periode van 4 jaar. b. Brief PRN; reactie op de brief ‘Meer waarde uit afval’ Ter kennisneming. c. Ontwikkelingen sociale zekerheid De heer Jansen vult zijn notitie aan met actuele informatie.
260
Het pensioen PGB heeft zich tot en met het 2e kwartaal goed ontwikkeld; er is zelfs gesproken over indexatie, maar aan het eind van het 3e kwartaal is de dekkingsgraad gezakt naar 95%. Er is werk gemaakt van het schonen van de bezittingen ter vermindering van de risico’s. De boosdoener is de lage rente. Desondanks doet PGB het niet slecht. Op 11 november jl. was de dekkingsgraad bijna 100%. Het PGB-bestuur heeft een nieuw herstelplan moeten opstellen. Pensioenakkoord: Nederlanders blijven langer leven, wat op zichzelf goed nieuws is, maar pensioenfondsen moeten daardoor wel langer uitkeren. Beleggingen die vroeger veilig leken, staan nu ter discussie. Men gaat toe naar nieuwe pensioenen die meebewegen met de rente en markten. Sectorpremie WW voor sector 9 grafimedia: deze zal inderdaad worden verdubbeld. Er is niet gereageerd op de brief van het KVGO, ook niet via een ontvangstbevestiging. Het KVGO zal nader 1
actie ondernemen richting het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De grafimedia krijgen te maken met een forse lastenverzwaring. Er komt een opslag van 0,5%-punt voor kinderopvang. De Spaarloonregeling verdwijnt aan het eind van dit jaar en wordt vervangen door de Vitaliteitsregeling. Deze regeling is echter nog niet tot in details uitgewerkt en gaat daarom in op 1 januari 2013. Achmea: het KVGO is in overleg over de eventuele prolongatie van de verzekeringen voor 2013 e.v. d. Overzicht KVGO-bijeenkomsten van mei tot en met oktober 2011; ter kennisneming e. Ridder in de Orde van Oranje-Nassau De heer Kerdel is op 15 november jl. benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Hij heeft zich jarenlang ingezet voor KVGO, waar hij in diverse besturen functies heeft bekleed (Algemeen Bestuur, districtsbestuur en Ledenraad). Hij wordt geroemd om zijn kracht als bruggenbouwer, onder andere als bruggenbouwer tussen het KVGO en vkgo. f. Afscheid van KVGO-Ledenraad De heer Mutsaers, die reeds ruim 47 jaar in de bedrijfstak werkt, waarvan zo’n 25 jaar diverse activiteiten/functies voor/bij het KVGO, legt zijn functie als KVGO-Afgevaardigde neer. Als blijk van waardering voor zijn inzet ontvangt hij uit handen van de Voorzitter een aantal boekenbonnen. De heer Mutsaers wenst het KVGO succes en wilskracht voor de toekomst. g. GrafiMedia Netwerkevenement (GMN) De Voorzitter deelt mee dat een aantal GMN-leden heeft afgehaakt na het evenement 2010. Na ruime studie en nadenken heeft het GMN-bestuur besloten geen nieuw evenement te houden en de vereniging op te heffen. De nog in de kas zittende gelden, worden naar de leden teruggestort. 3.
Concept-notulen vergadering van de Ledenraad van 29 september 2011 De notulen worden goedgekeurd.
4.
Rondvraag Van de Rondvraag wordt geen gebruik gemaakt.
5.
Vacature KVGO-Bestuur De heer Van Zijl draagt namens segment groot de heer R.Th.H. (Robert) Levöleger, als directeur werkzaam bij Biegelaar BV te Maarssen, voor als lid van het KVGO-Bestuur. De heer Levöleger heeft segment groot toegezegd zich volledig te zullen inzetten voor het Bestuur. De Ledenraad stemt in met de voordracht.
6.
Financiën Concept-Begroting 2012 + Contributiebesluit 2012 De Penningmeester geeft een toelichting. Begroting Dit is een van de moeilijkst tot stand gekomen begrotingen van de afgelopen jaren. Dat is toe te schrijven aan de ontwikkelingen in de bedrijfstak. In de afgelopen 8 jaar daalde het aantal werkzame personen in de grafimediabranche met 42%. Het aantal bedrijven daalde met 37%. De ontwikkelingen bij het KVGO met op dit moment een dekkingsgraad van 87% wat betreft het aantal werkzame personen en 77% wat betreft het aantal bedrijven wijken hier niet veel van af. Middelen KVGO 2012 Contributie De totale begrote contributiesom is EUR 3.470.000,-, wat EUR 183.000,- (5%) minder is dan
260
2
gerealiseerd voor 2011. Deze daling is het gevolg van bovengenoemde dalingen. Voor de begroting van 2012 wordt voorzichtigheidshalve van uitgegaan dat het aantal nieuwe leden uit de traditionele en nieuwe doelgroepen minimaal zal zijn. Met de kennis van nu zou de begrote opbrengst te realiseren moeten zijn. Directe opbrengsten Dit betreft verschillende opbrengsten gerelateerd aan de Kerntaken, Regietaken en Ondersteunende taken. Een opbrengstcategorie wordt gevormd door de ledenvoordelen waarvan een specificatie te vinden is op blz. 10. De begrote opbrengsten zijn EUR 260.000,-, wat 7,5% is van de begrote contributie-inkomsten. Subsidiebaten Voor een aantal projecten wordt subsidie verstrekt. De kosten voor deze projecten zullen pas worden gemaakt bij een daadwerkelijke toekenning van de subsidie. Arbeidskosten Door de in 2009 ingezette personele afslanking zijn de arbeidskosten ten opzichte van dat jaar met 20% gedaald. Afschrijvingen Voor 2012 zijn geen grote investeringen meer gepland, alleen noodzakelijke onderhoudsinvesteringen. Saldo financiële baten en lasten Op dit moment kan het KVGO niet zonder de kredietfaciliteit bij de bank, waarvoor het bedrijfsgebouw als onderpand geldt. De verwachting is dat genoemde faciliteit voldoende is voor de financiering van de werkkapitaal van het KVGO-bureau. Het is het Bestuur gelukt om een reële begroting te presenteren voor 2012 met een zeer bescheiden positief saldo van EUR 28.000,-, wat nog geen 1% is van de begrote contributie. Contributiebesluit Het Contributiebesluit 2012 is gebaseerd op de afspraken in de statuten en het Huishoudelijk Reglement. Voor 2012 stijgen de variabelen met 2% conform de verwachting van het CPB aangaande de consumentenprijsindex in 2011. De Ledenraad stemt in met de Begroting 2012 en het Contributiebesluit 2012. De Voorzitter dankt de Ledenraad voor het in het Bestuur gestelde vertrouwen. 7.
Comfortabele ArbeidsOvereenkomst De ontwikkeling van de Comfortabele ArbeidsOvereenkomst heeft de afgelopen maanden niet stilgestaan. Ter vergadering wordt de Ledenraad meegenomen in deze ontwikkelingen en wordt de Ledenraad gevraagd om commentaar te geven. Voorts worden de vervolgstappen die de komende maanden op de agenda staan besproken en wordt de Ledenraad gevraagd om een actieve inbreng. Waar staan we? De heer Van den Berg geeft de stand van zaken inzake de Comfortabele ArbeidsOvereenkomst weer. Er is overeenstemming met de bonden over de teksten. Alles wat wetgeving of meer is, komt niet meer terug in de cao. Het sectoroverstijgend aanbod is een gecompliceerd onderdeel, omdat daarbij de vragen spelen: wie gaat het bepalen en wie gaat het financieren? Daarnaast lopen er verschillende studieopdrachten: • sociale zekerheid; • pensioenmodel: er wordt gekeken naar een modulair aanbod.
260
Voorts wordt gekeken hoe mobiliteit geregeld en gestimuleerd kan worden, dit mede met het oog op de 3
over een paar jaar verwachte instroom. Er wordt een clickable demo vervaardigd van de arbeidsvoorwaardentool. De fiscale aspecten die daarbij spelen zijn complex. Cao aspecten op korte termijn: De huidige cao loopt op 1 februari 2012 af. Er is afgesproken om de cao alleen aan te passen waar noodzakelijk. De RFR-regeling houdt op te bestaan. Er moet gekeken worden hoe met de ‘naloop’ ervan omgegaan moet worden en naar de financiering van de huidige tekorten. De AOW gaat in op de datum waarop men 65 jaar wordt. Dat is een kostenverhoging, want de werkgever moet doorbetalen. De vakantiewetgeving verandert. De Spaarloonregeling verdwijnt, in plaats daarvan komt per 1 januari 2013 de Vitaliteitsregeling. In de cao staat een spaarloonafspraak. Met de bonden wordt overlegd hoe daarmee om te gaan. De premieontwikkeling van de sectorpremie WW: de lastenverzwaring is groot. Ten slotte dienen afspraken gemaakt te worden over een protocollaire bepaling inzake de pilots. Ook dient gekeken te worden naar de looptijd van de cao. Mevrouw Spaan van bureau Altersum geeft vervolgens een toelichting op de voorgenomen pilots in het kader van de Comfortabele Arbeidsovereenkomst en wil de gedachten van de Ledenraad over de pilot peilen. Pilot: Het voornemen is om een protocolbepaling in de af te sluiten cao op te nemen die bedrijven mogelijk moet maken om deel te nemen aan de pilot inzake de Comfortabele Arbeids Overeenkomst. Momenteel wordt voor de pilot aan zo’n 10-15 bedrijven gedacht, uit de segmenten groot, midden en klein, met een mix van de diensten/producten en een afspiegeling van hoe de bedrijfstak er uitziet. De pilot moet helpen om de Comfortabele ArbeidsOvereenkomst in de praktijk gestalte te geven. De voorbereidingen van de pilot vinden in 2012 plaats. De feitelijke pilot zal in 2013 in de bedrijven zijn. Randvoorwaarde: arbeidsvoorwaardentool najaar 2012 klaar. Daarna volgen een paar maanden om de salarisadministratie te koppelen. De bedoeling is dat een heel fiscaal jaar afgebakend wordt. De projectgroep gaat in gesprek met de Belastingdienst. Voorwaarde voor de selectie is dat het financieel stabiele bedrijven moeten zijn. De pilot moet niet alleen vanuit werkgeverszijde gesteund worden, maar ook van werknemerszijde. De bedrijven committeren zich voor de hele periode. What’s in it for me? Mevrouw Spaan deelt mee dat er heel veel redenen zijn om mee te doen. Als het goed is, is de nieuwe cao zo aantrekkelijk dat een bedrijf/ondernemer aan de pilot deel wil nemen en daarmee een voorlopersrol vervult. De vraag die aan de Ledenraad gesteld wordt, is: Wat zijn de gouden tips die hen kunnen overhalen om mee te doen? De heer Hagens zou niet meedoen, omdat de ideeën niet concreet genoeg zijn en zijn bedrijf groot is, waardoor hij denkt dat het te complex wordt. Men kan zijns inziens pas meedoen als men weet wat de plussen en minnen zijn van de nieuwe cao. Daarop reageert mevrouw Spaan dat de conceptteksten er liggen en dat die wel een duidelijk beeld zouden moeten geven. De heer Hagens vindt echter dat men heel wat ‘what ifs’ moet doorworstelen en wil dat er nog verder uitgewerkt wordt naar concrete situaties. Op de vraag of bedrijven tijdens de pilot ook nog een ‘go’ of ‘no go’ hebben, antwoordt mevrouw Spaan dat het belangrijk is om in gesprek te gaan. De pilot vraagt wel wat. Het zal nog meer inzet vragen op bedrijfsniveau dan de cao an sich. De heer Funcke vraagt wat het tijdsbeslag is, vanuit het bedrijf en vanuit de begeleiders. Mevrouw Spaan antwoordt dat de projectgroep dat nog niet weet. De projectgroep wil de begeleiding op bedrijfsniveau inzetten, maar de bedrijven moeten er zelf ook tijd in steken. Zo moeten medewerkers geïnformeerd worden en misschien wel een cursus volgen. Dat het tijd kost, is evident. 260
4
De heer Steenbakkers denkt dat er eerst een selectie moet komen en dat pas daarna de bedrijven benaderd moeten worden. Mevrouw Spaan merkt naar aanleiding daarvan op dat het de bedoeling is om iedere kans te baat te laten nemen door de leden om de zaak te beïnvloeden. De projectgroep wil dat de pilotbedrijven een goede mix vormen. De vraag is of gekozen moet worden voor een gekozen of open selectie. De heer Slot deelt mee dat zijn bedrijf graag mee wil doen, omdat zijn bedrijf gelooft in de toekomst van de cao. Hij wil graag een pilotdeelnamebevestiging ontvangen. Mevrouw Spaan juicht de deelname toe. De heer Van Breene merkt op dat het grote voordeel van nu instappen als bedrijf is dat dat bedrijf voorsprong heeft op andere bedrijven. De heer Douma merkt op dat een groot aantal bedrijven hun loonadministratie hebben uitbesteed en kan zich voorstellen dat dit problemen oplevert. Mevrouw Spaan vindt de opmerking een goede toevoeging en zal dat meenemen in de projectgroep. De heer Vogelaar vindt de fiscale aspecten nog te veel onderbelicht. Mevrouw Spaan beaamt dat en stelt voor daar apart aandacht aan te besteden. Mevrouw Boomgaard merkt tot slot op dat vragen over inhoud alsmede suggesties ook nog per e-mail ingestuurd kunnen worden. De Voorzitter bedankt mevrouw Spaan voor haar inbreng. 8.
Benoeming Onderhandelingscommissie Per 31 januari 2012 loopt de huidige cao af. De ontwikkeling van de Comfortabele ArbeidsOvereenkomst is in volle gang. Zoals door de Ledenraad besloten, speelt de eerder benoemde CAO-onderhandelingscommissie een actieve rol bij de ontwikkeling van de Comfortabele ArbeidsOvereenkomst. In de praktijk zijn de onderhandelingen over de in januari 2012 aflopende cao en het ontwikkelingstraject van de Comfortabele ArbeidsOvereenkomst nauw verweven. Het Bestuur heeft daarom, op voorwaarde dat de Ledenraad zich daarin kan vinden, aan de huidige Onderhandelingscommissie gevraagd om tevens de rol van Onderhandelingscommissie voor de besprekingen inzake de per eind januari 2012 aflopende cao voor haar rekening te willen nemen. De Onderhandelingscommissie bestaat uit de volgende personen: R. van den Berg (voorzitter) Segment groot: J.R. Talsma mw. J.A.M. Derksen-Geuijen Segment midden: A. Opmeer Vacature: segment midden draagt de heer M.M.P.M. (Marnix) Kreyns voor als lid van de Onderhandelingscommissie. Segment klein: D.J. van Zanten G.H. de Jong J. Boks. De Ledenraad stemt in met het besluit om bovenvermelde Commissie te benoemen tot Onderhandelingscommissie ten aanzien van de onderhandelingen over de per 31 januari 2012 aflopende CAO Grafimedia.
9.
260
Wat verder ter tafel komt Van de Wvttk wordt geen gebruik gemaakt. 5
10.
Sluiting De volgende vergadering van de Ledenraad vindt plaats op 29 februari 2012 in de middag. De locatie wordt nader bepaald. Opgemerkt wordt dat deze datum midden in de voorjaarsvakantie valt. Mocht de datum echt een probleem blijken te zijn, dan wordt naar een nieuwe datum gekeken. De Voorzitter bedankt de aanwezigen nogmaals voor hun inbreng en sluit de vergadering om 16:44 uur. Hobbelig herstel! Na afloop van de vergadering bespreekt de heer Witteveen, senior econoom industriesector van het Economisch Bureau ING, vanuit de meest recente ING-studies de ontwikkelingen van de industriesector en specifiek die van de grafische industrie.
Besluiten: 1. 2. 3.
260
Akkoord met de benoeming van de heer R.Th.H. (Robert) Levöleger, als directeur werkzaam bij Biegelaar BV te Maarssen, tot lid van het KVGO-Bestuur. Instemming met de Begroting 2012 en het Contributiebesluit 2012. Instemming met het besluit om de Commissie, bestaande uit: R. van den Berg (voorzitter) Segment groot: J.R. Talsma mw. J.A.M. Derksen-Geuijen Segment midden: A. Opmeer M.M.P.M. Kreyns (voordracht) Segment klein: D.J. van Zanten G.H. de Jong J. Boks te benoemen tot Onderhandelingscommissie ten aanzien van de per 31 januari 2012 aflopende CAO Grafimedia.
6
Principeakkoord Grafimedia cao 2012-2013 12u51
Principeakkoord Grafimedia cao Werkgevers- en werknemersorganisaties hebben op 13 februari 2012 overeenstemming bereikt over het navolgende principeakkoord voor de nieuwe Grafimedia cao. 1. Lonen en looptijd De looptijd is 18 maanden, nl. van 1 februari 2012 tot en met 31 juli 2013. Gedurende de looptijd van de cao worden de feitelijke salarissen, d.w.z. de vast overeengekomen bruto salarissen, verhoogd en wel als volgt: - per 1 juli 2012: 2% - per 1 januari 2013: 1% De bedragen in de functiesalaristabel (artikel 2.2.1.) worden met de genoemde percentages verhoogd, evenals de feitelijke, vast overeengekomen salarissen. Hierbij worden de decentrale invoeringsafspraken BETSY gerespecteerd. De salarisverhogingen zijn ook van toepassing op eventuele bovenschalige salarisbestanddelen, tenzij hierover afwijkende decentrale afspraken zijn gemaakt. 2. Vrijval premie Fonds Werktijdverkorting Oudere Werknemers (VUT)/Vrijval WIAgelden Cao-partijen hebben geconstateerd dat de mogelijkheid zich voordoet dat de premieheffing voor deze regeling wordt afgebouwd en wel als volgt: - per 1 juli 2012 van 3,85% naar 2,85%; - per 1 januari 2013 van 2,85% naar 1,3%; - per 1 januari 2014 naar 0%. De werkgeverspremie wordt per 1 juli 2012 met 1% verlaagd van 1,85% naar 0,85% en per 1 januari 2013 op 0% gesteld. De werknemerspremie wordt per 1 januari 2013 verlaagd van 2% naar 1,3% en per 1 januari 2014 op 0% gesteld. Tevens worden werkgevers gecompenseerd in de arbeidskostenstijging door vrijval WIAgelden uit de kop/drempel verzekering. Dit betreft ca. 1% van de loonsom eenmalig in 2012. De overige vrijval uit de WIA-verzekering zal worden ingezet in het kader van de tekortfinanciering van het ASF/Garantiefonds. 3. Einddatum Reorganisatie-, Fusie- en Liquidatieregeling (RFR) De RFR-regeling wordt vervangen door de Van Werk Naar Werk regeling. De einddatum van de RFR-regeling is gesteld op 1 april 2012. Dit betekent dat: - Werknemers die wegens reorganisatie worden ontslagen op basis van een ontslagvergunning die vóór 1 april 2012 bij het UWV werkbedrijf is aangevraagd nog een ontslagvergoeding op basis van artikel 9.5. of 9.6. (als ze ouder zijn dan 60 jaar) van de Grafimedia cao ontvangen. - Werknemers van wie de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd wegens een van de in hoofdstuk 9 van de Grafimedia cao genoemde redenen op grond van een vóór 1 april 2012 getekende beëindigingsovereenkomst nog een ontslagvergoeding op basis van artikel 9.5. of 9.6. (als ze ouder zijn dan 60 jaar) van de cao ontvangen. - Werknemers die werkloos worden als gevolg van faillissement waarbij hun arbeidsovereenkomst vóór 1 april 2012 door de curator is opgezegd nog onder de aanvullingsregeling van artikel 9.7 of 9.8 (als ze ouder zijn dan 60 jaar) van de Grafimedia cao vallen.
4. Van Werk Naar Werk regeling De nieuwe Van Werk Naar Werkregeling heeft primair als doel het snel vinden van een andere baan. Werknemers die werkloos worden als gevolg van reorganisatie of faillissement ontvangen geen (eenmalige) uitkering meer. De Van Werk Naar Werk regeling heeft alleen betrekking op werknemers waarvoor de (voormalig) werkgever premieplichtig was aan het ASF/Garantiefonds. Werknemers die worden geconfronteerd met een faillissement worden door het mobiliteitscentrum C3 geholpen met het vinden van ander werk, binnen of buiten de sector. Deze dienstverlening wordt gefinancierd vanuit C3. Is er sprake van een reorganisatie dan is de werkgever verplicht dit te melden bij de vakbonden met als doel overleg te hebben over een sociaal plan. Werknemers die worden betrokken in een reorganisatie worden op basis van een door de werkgever af te dragen marktconform tarief geholpen met het vinden van ander werk binnen of buiten de bedrijfstak. Indien de werkgever de outplacement activiteiten bij een ander bedrijf dan C3 wil onderbrengen dan dient de werkgever aan te tonen dat het gekozen bureau een gelijkwaardige dienstverlening biedt. Het A&O-fonds stelt jaarlijks de kaders en voorwaarden vast waarbinnen het mobiliteitscentrum C3 uitvoering moet geven aan de Van Werk naar Werkregeling. De Van Werk naar Werkregeling maakt integraal onderdeel uit van het beleidsplan van C3. Financiering van voornoemde activiteiten vindt plaats vanuit een jaarlijkse premieheffing van maximaal 0,2% van de loonsom bij werkgevers. Voor 2012 en 2013 geldt een premievrijstelling en worden de C3 activiteiten gefinancierd uit de middelen van het ASF/Garantiefonds. Er wordt een hardheidsclausule in de regeling opgenomen voor werknemers die als gevolg van een faillissement werkloos zijn geworden. Daarbij is uitgangspunt dat de werkloos geworden werknemer gedurende zijn WW-periode met ondersteuning van C3 al het mogelijke doet om ander werk binnen- of buiten de bedrijfstak te vinden. Indien er na afloop van de WW-periode ondanks de inspanningen van alle betrokken partijen geen enkel uitzicht is op het vinden van werk, dan kan betrokkene een aanvraag indienen om in aanmerking te komen voor de hardheidsregeling. De aanvraag is pas ontvankelijk indien betrokkene voldoet aan alle eisen en voorwaarden die sociale partners aan een dergelijke aanvraag stellen. De beoordeling van en de beslissing over de aanvraag is eveneens aan sociale partners. Sociale partners zullen op korte termijn de richtlijnen en voorwaarden ten aanzien van deze clausule vastleggen. Financiering van de hardheidsregeling vindt plaats vanuit de algemene reserves ASF ter grootte van maximaal 0,1% van de loonsom. Tevens zullen werknemers hiertoe 0,1% van het loon (max. SV) per 1 januari 2013 afdragen. Daarnaast wordt bij aanvang van deze regeling gebruik gemaakt van de nog bij Achmea beschikbaar zijnde reserve MAAVgelden ter grootte van € 500.000,--. 5. Spaarloon Het jaarlijks recht op een bijdrage van de werkgever in het Spaarloonfonds of Levensloopregeling van 1,05% van het loon SV vervalt als gevolg van het vervallen van de wettelijke fiscaliteit m.b.t. spaarloon en levensloop. Hiervoor in de plaats ontvangen werknemers een jaarlijks terugkerende eenmalige bruto uitkering van 1,05% van het loon SV tot het maximumpremieloon als bedoeld in de wet Financiering Sociale Verzekeringen. Betaling vindt plaats met de voorlaatste salarisbetaling van het jaar. Indien en voor zover de inwerkingtreding van de door de overheid beoogde vitaliteitsregeling leidt tot een premiebijdrage, kan deze eenmalige uitkering daarbij worden betrokken.
6. Nieuwe vakantiewetgeving Vanuit de gedachte dat de wetgeving leidend is voor de arbeidsrelatie tussen werkgever en werknemers hebben cao-partijen besloten geen afwijkende afspraken te maken over de gewijzigde vakantiewetgeving die per 1 januari 2012 in werking is getreden. Dit betekent dat voor het wettelijke recht op vakantie vanaf 1 januari 2012 een vervaltermijn geldt van 6 maanden na het jaar waarin de rechten zijn ontstaan. Voor het bovenwettelijke recht op vakantie geldt vanaf 1 januari 2012 een verjaringstermijn van 5 jaar na het jaar waarin de rechten zijn ontstaan. De opbouw van wettelijke vakantie is voor zieke en gezonde werknemers gelijk. Bovenwettelijke opbouw vakantie bij ziekte: bij volledige arbeidsongeschiktheid worden dagen opgebouwd over de laatste 6 maanden van ziekte en bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid alleen over het gedeelte dat men niet ziek is. In lijn met de nieuwe wetgeving hebben cao-partijen besloten dat het wettelijke recht op vakantie van de werknemer die redelijkerwijs en buiten zijn toedoen niet in staat is geweest van zijn wettelijke vakantierechten gebruik te maken, op een later tijdstip opgenomen kunnen worden. Voor deze situatie blijft de verjaringstermijn van 5 jaar gelden. Indien van deze situatie sprake is wordt dit door werkgever schriftelijk aan werknemer bevestigd. De werkgever zorgt per werknemer voor een administratie van de vakantie-uren en geeft werknemer daarin inzage. Uit deze administratie blijkt welke rechten werknemer heeft in enig jaar, wat de opname is en wat het saldo van de vakantie-uren is. Daarnaast verstrekt de werkgever jaarlijks op 1 december een opgave van het openstaande saldo aan de werknemer. Indien werkgever geen administratie voert dan betekent dit dat de vervaltermijn voor de aanspraak op wettelijke vakantie niet van toepassing is. De aanspraak op wettelijke vakantie verjaart dan na verloop van vijf jaren na de laatste dag van het kalenderjaar waarin de aanspraak is ontstaan. Tevens zal artikel 7.1.12. lid 5. in die zin worden aangepast dat daaraan wordt toegevoegd de zinsnede: “mits dat niet door de werkgever per individuele werknemer wordt bepaald”. De bepaling luidt dan als volgt: “De werkgever kan maximaal drie dagen of diensten als verplichte vakantie aanwijzen, mits dat niet door de werkgever per individuele werknemer wordt bepaald.” 7. Ingangsdatum AOW Artikel 1.6.9. van de cao wordt met ingang van 1 april 2012, als gevolg van de wijziging van de AOW-wetgeving per die datum, als volgt gewijzigd dat de arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer eindigt zonder dat opzegging noodzakelijk is op de dag dat de werknemer de 65-jarige leeftijd bereikt. Tot de datum van 1 april 2012 eindigt de arbeidsovereenkomst op de eerste dag van de maand waarin de werknemer de 65-jarige leeftijd bereikt. 8. Achterbanraadpleging Artikel 1.4.6. lid 1 wordt gewijzigd. Aan dit artikellid wordt toegevoegd de volgende zin: Tevens wordt getoetst of een voorgenomen besluit voldoende draagvlak heeft bij de werknemers die onder de werkingssfeer van deze cao vallen dan wel bij een representatieve vertegenwoordiging van deze werknemers. 9. Nawerking cao Als gevolg van een uitspraak van de HR is het noodzakelijk dat duidelijk vastligt hoe het zit met rechten die voortvloeien uit een eerder cao-contract. Daarom wordt de volgende cao-bepaling opgenomen: Rechten en plichten voortvloeiend uit bepalingen van eerdere collectieve arbeidsovereenkomsten komen met de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst te vervallen. In plaats daarvan gelden de rechten en plichten voortvloeiend uit de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst. Individuele aanspraken die niet uit een eerdere collectieve arbeidsovereenkomst voortvloeien blijven
van kracht. 10. Comfortabele arbeidsovereenkomst In de periode van 1-1-2013 tot en met 31-12-2013 bestaat de mogelijkheid mee te doen aan de “pilot comfortabele arbeidsovereenkomst grafimedia”. Indien nodig en gewenst kan door cao-partijen worden besloten deze periode te verlengen. Het is de bedoeling om in genoemde periode, door middel van de pilot, ervaring op te doen met de ontwikkelde comfortabele arbeidsovereenkomst voor de grafimedia branche. Dit in het kader van eerder gemaakte studieafspraken. Gedurende de pilot worden de deelnemende bedrijven, die onder de werkingssfeer van de Grafimedia cao vallen, voor nader door sociale partners aan te geven bepalingen gedispenseerd, zodat zij in staat worden gesteld de door cao partijen vastgestelde “comfortabele arbeidsovereenkomst grafimedia” toe te passen. Gedurende de pilotperiode zullen de ervaringen van de bedrijven die aan de pilot meedoen continu worden geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie hebben cao-partijen de mogelijkheid tot het wijzigen, aanpassen of beëindigen van de bepalingen van de comfortabele arbeidsovereenkomst. Bij een eventueel geschil tussen werkgever en werknemer(s) zal de begeleidingscommissie worden verzocht hierover schriftelijk te adviseren. De ROGB zal over dit advies worden geïnformeerd. Op basis van een door cao-partijen te formuleren plan van aanpak worden de overige voorwaarden met betrekking tot selectie van bedrijven en overige voorwaarden m.b.t. deelname aan de pilot door cao-partijen omschreven en vastgesteld. Doelstelling is om de “comfortabele arbeidsovereenkomst grafimedia” op 1 januari 2014 volledig in te voeren in de bedrijfstak. 11. Oplosmiddelen Sociale partners willen het gebruik van schadelijke oplosmiddelen (vluchtige organische stoffen – VOS’en) in de branche daar waar mogelijk en verantwoord tot een absoluut minimum beperken. Afgesproken is dat de paritaire Werkgroep Arbeid en Gezondheid Grafimedia (WAGG) een inventarisatie zal uitvoeren en daarover vóór 1 juni 2012 aan de ROGB gaat rapporteren. Op basis van de uitkomsten van deze inventarisatie wordt vastgesteld of het bestaande beleid aangepast dan wel versneld moet worden. Sociale partners streven ernaar om vóór 1 januari 2016 de nader vast te stellen doelen te realiseren. Sociale partners zijn zich hierbij terdege bewust dat een balans moet worden gevonden tussen verantwoorde arbeidsomstandigheden, werkgelegenheid en bedrijfseconomische aspecten. Indien blijkt dat het realiseren van de doelstellingen technisch, economisch of anderszins niet haalbaar blijkt, dan zal daarvoor een vorm van dispensatie worden verleend. Sociale partners zullen de procedures daaromtrent nader vaststellen. Los van deze inventarisatie hebben cao-partijen besloten dat paritaire voorlichting over het gebruik van oplosmiddelen bij zal dragen aan de bewustwording. Tijdens de looptijd van deze cao wordt concreet invulling gegeven aan deze voorlichting. Daarbij zal waar mogelijk deze voorlichting gecombineerd worden met de voorlichting over de Comfortabele Arbeidsovereenkomst. Om het effect van de te maken afspraken zo groot mogelijk te laten zijn worden zij niet opgenomen in de cao, maar verwerkt in de RI&E en de Arbocatalogus van de grafimedia branche.
Amstelveen 14 februari 2012 Werkgevers: Richard van den Berg, namens KVGO Rob Cramer, namens ZSO Werknemers: Bernard van Iren, namens FNV Kiem Jeroen Warnaar, namens CNV Media
Hans de Jong, namens de Unie
Pensioenfonds PGB
Presentatie voor de Ledenraad 29 februari 2012
7
Pensioenactualiteiten en strategische keuzes bij PGB
1
Pensioenactualiteiten en strategische keuzes Inhoud Inhoud ● Deel I: actuele ontwikkelingen in het pensioendomein – – – –
financiële positie pensioenfondsen besturing bij pensioenfondsen en PGB Pensioenakkoord marktontwikkelingen
● Deel II: strategische keuzes bij PGB – – – – –
ontwikkelingen sinds 2000 gekozen richting: uitbreiding werkingssfeer consolidatie bij ondernemings- en bedrijfstakpensioenfondsen toekomstverkenning ontwikkeling in andere sectoren
2
Pensioenactualiteiten en strategische keuzes Deel I: actuele ontwikkelingen in het pensioendomein Financiële positie pensioenfondsen ● bij PGB nog geen kortingswaarschuwing nodig (we gaan wel langs de rand) ● circa 125 pensioenfondsen gaan korten
toelichting: ontwikkeling dekkingsgraad PGB is de rode lijn 3
Pensioenactualiteiten en strategische keuzes Deel I: actuele ontwikkelingen ● premie 2012 niet kostendekkend. Oorzaken: – stijgende levensverwachting • uitbetaling voor man van 18 naar 22 jaar, uitbetaling voor vrouw van 21 naar 24 jaar – bij dekkingsgraad onder 105% moet premie bijdragen aan herstel – door lage rente (2,5% i.p.v. 4,25%) is inkoop pensioen fors duurder ● adempauze van één jaar mogelijk (DNB) ● als rente laag blijft en bij blijvend dekkingstekort: – – – –
verhogen premie (nu 17,5% + 2%) verhogen pensioenleeftijd (naar 66 of 67 jaar) versoberen regeling combinatie van maatregelen
● overleg met sociale partners die pensioenregeling bepalen
4
Pensioenactualiteiten en strategische keuzes Deel I: actuele ontwikkelingen Besturing bij pensioenfondsen ● van paritair uitvoerder van een pensioenregeling ….. …. naar financiële instelling met een sociaal doel. ● bedrijfsvoering, deskundigheid bij PGB afgestemd op veranderende omgeving ● collegiaal bestuur met verdeling portefeuilles onder bestuursleden – expert bestuursleden voor strategisch/financieel risicomanagement en voor vermogensbeheer – compact professioneel bestuur (8 leden en een vaste adviseur) – werving, selectie en beoordeling op basis van functieprofielen – vergaderfrequentie minimaal om de 14 dagen – gemiddelde werklast 1½ tot 3 dagen per week afhankelijk van zwaarte portefeuille – eigen bureau voor ondersteuning bestuur en vergroting bestuurscapaciteit
5
Pensioenactualiteiten en strategische keuzes Deel I: actuele ontwikkelingen
● Wetsontwerp Kamp – doel: professionalisering bestuur, pensioengerechtigden in bestuur – keuze uit twee bestuursmodellen • optie 1: model met beroepsbestuurders • optie 2: bestaand paritair model met pensioengerechtigden en externe deskundigen – vermindering bureaucratie binnen pensioenfonds – versterking intern toezicht – verwachte invoering 1 januari 2013 Pensioenakkoord ● uitwerking pensioenakkoord in wet niet voor 1-1-2014 verwacht ● studiecommissie voor ontwikkeling pensioenen grafimedia
6
Pensioenactualiteiten en strategische keuzes Deel I: actuele ontwikkelingen
Marktontwikkelingen in de pensioenbranche ● consolidatie onder ondernemings- en bedrijfstakpensioenfondsen – toenemende complexiteit omgeving – toenemende druk toezichthouders – professionalisering besturing moeilijk op te vangen voor kleinere fondsen – toenemende kostenfocus en transparantie ● aantal pensioenfondsen in een paar jaar van 1.100 naar 375 (eind 2011) ● van 375 in een paar jaar naar 50 tot 100 pensioenfondsen
7
Pensioenactualiteiten en strategische keuzes Deel II: strategische keuzes bij PGB Ontwikkelingen sinds 2000 ● PGB van oudsher grafisch – voorloper 1929: Pensioenfonds voor de Grafische Vakken – één van eerste bedrijfstakpensioenfondsen in Nederland ● bedrijfstak krimpt – aantal premiebetalende grafische deelnemers van circa 50.000 in 2000 naar circa 33.000 in 2011 ● kernprobleem: – hogere kosten worden gedragen door minder deelnemers – resultaat: minder pensioen of hogere premie ● grafimediabranche blijft ondanks krimp basis PGB
8
Pensioenactualiteiten en strategische keuzes Deel II: strategische keuzes ● kosten pensioenuitvoering doen ertoe: – pensioenuitvoeringskosten per deelnemers per jaar voor OPF en BPF
● verlaging van 0,25% van balanstotaal leidt op een termijn van veertig jaar tot een circa 7,5% hoger collectief pensioenvermogen
9
Pensioenactualiteiten en strategische keuzes Deel II: strategische keuzes Gekozen richting: verbreden draagvlak in informatie- en mediasector ● 2008: bestuur kiest i.o.m. sociale partners voor uitbreiding werkingssfeer uitgeverijbedrijf ● uitvoeringsmodel: branches kunnen hun pensioentoezegging bij PGB laten uitvoeren – centraal: bestuur stelt de kaders op voor pensioenuitvoering: • type pensioenovereenkomst basisregeling (uitkeringsovereenkomst/middelloon) • prijs per eenheid pensioen/kostendekkende premie • basis serviceniveau/keuzemogelijkheden • uniform toeslagbeleid • gezamenlijk beleggings- en risicobeleid – bestuur is paritair samengesteld • benoemende werkgeversorganisatie (KVGO in overleg met NUV) • benoemende werknemersorganisaties (FNV-KIEM, CNV-Media en NVJ) • door professionalisering bestuur komt paritaire vertegenwoordiging in de zin van vertegenwoordiging van ieder deelsegment onder druk te staan. 10
Pensioenactualiteiten en strategische keuzes Deel II: strategische keuzes Sectoraal: inrichting pensioenregeling ● branches kunnen op basis van door het bestuur vastgestelde prijs per eenheid pensioen eigen regeling samenstellen ● basispensioen voor premie van 17,5% : – 1,75% opbouw per jaar voor ouderdomspensioen – partnerpensioen voor 35% (van OP) op opbouwbasis en voor 35% op risicobasis – wezenpensioen – premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid (maximaal 70%) – premievrijstelling bij wettelijk ouderschapsverlof ● naar keuze: franchise, loonbegrip, opbouwpercentage ouderdomspensioen, verzekering partnerpensioen, excedent pensioensparen en extra dekking premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid ● sectorcommissie vervult brugfunctie tussen branches die de pensioentoezegging door PGB laten uitvoeren en het bestuur 11
Pensioenactualiteiten en strategische keuzes Deel II: strategische keuzes ● bestuurlijke omgeving pensioenfonds PGB
= relatie tussen fondsorganen
= relatie met externe organisaties
12
Pensioenactualiteiten en strategische keuzes Deel II: strategische keuzes ● verbreden draagvlak: overzicht informatie-, communicatie en (grafi)mediaketen
13
Pensioenactualiteiten en strategische keuzes Deel II: strategische keuzes ● meerdere aansluitingen in het uitgeverijbedrijf waaronder: pensioenfonds
vermogen
deelnemers
pensioenfonds Wegener met ingang van 2010
800 miljoen
12.000
pensioenfonds Wifac met ingang van 2009
38 miljoen
500
pensioenfonds SDU met ingang van 2008
110 miljoen
1.850
pensioenfonds Financieel Dagblad met ingang van 2008
33 miljoen
600
pensioenfonds Noordhoff Uitgevers met ingang 2008
geen
450
NN doorsneecontracten met ingang van 2008
80 miljoen
4.000
pensioenfonds de Boer met ingang van 2008
8 miljoen
100
pensioenfonds Misset met ingang van 2007
170 miljoen
1.800
pensioenfonds PCM met ingang van 2005
500 miljoen
15.000
14
Pensioenactualiteiten en strategische keuzes Deel II: strategische keuzes Gekozen richting: uitbreiding werkingssfeer (2) ● PGB kan uitvoering pensioenregeling verwante bedrijfstakken faciliteren ● 2012: uitbreiding werkingssfeer met kartonnage, (vouw)karton-, papier-, kunststof- en rubberindustrie ● werkwijze: daar waar mogelijk in overleg met werkgevers- en werknemersorganisaties – – – – – –
uitgeverijbedrijf kartonnage papierindustrie kunststof- en rubberindustrie verf- en drukinktindustrie algemeen
NUV Kartoflex VNP NWBC VVVF AWVN
15
Pensioenactualiteiten en strategische keuzes Deel II: strategische keuzes ● resultaat uitbreiding werkingssfeer aantal premiebetalende deelnemers
Stand per 1 januari 2012 in aantallen
verplichtgesteld grafisch bedrijf en reprografie kartonnage- en flexibele verpakkingenbedrijf
33.207 4.572
vrijwillig uitgeverijbedrijf kunststof- en rubberindustrie (2 werkgevers) papierverwerkende industrie (5 werkgevers)
8.232 1.524 982
totaal premiebetalende deelnemers bij PGB
48.517
+
● uitbreiding zit in grotere bedrijven – papier-, en kunststof- en rubberindustrie 7 werkgevers – ter vergelijking: 60% van de grafimediabedrijven heeft minder dan 5 werknemers en vormt 10% van de populatie.
16
Pensioenactualiteiten en strategische keuzes Deel II: strategische keuzes Consolidatie bij ondernemings- en bedrijfstakpensioenfondsen ● schaalgrootte belangrijker om pensioenperspectieven voor deelnemers en pensioengerechtigden veilig te kunnen stellen ● PGB ‘moet’ mee in consolidatieslag ● financiële kracht en buffers, mede gezien de afkalving in de (grafi)mediabranche, versterken in aanverwante branches onder meer in de informatie- en mediasector
17
Pensioenactualiteiten en strategische keuzes Deel II: strategische keuzes ● kansen in de informatie- en mediasector blijven benutten – verkennend vooronderzoek naar fusie pensioenfondsen PNO-media en PGB – in gesprek met meerdere (grotere) uitgevers ● kansen in de aanverwante industriesectoren gaan benutten – in gesprek met pensioenfonds Verf- en Drukinktindustrie en andere partijen in deze sector (chemie & farmacie). In deze branches zijn verder geen bedrijfstakpensioenfondsen actief. – in gesprek met bedrijven uit kunststof- en rubberindustrie – in gesprek met bedrijven uit papierindustrie
18
Pensioenactualiteiten en strategische keuzes Deel II: strategische keuzes Toekomstverkenning ● als bestaande klanten zich daarin kunnen vinden, kan PGB zich als volgt ontwikkelen:
aantal premiebetalende deelnemers verplichtgesteld grafisch bedrijf en reprografie kartonnage- en flexibele verpakkingenbedrijf verf- en drukinkt? vrijwillig uitgeverijbedrijf kunststof- en rubberindustrie papierverwerkende industrie
stand per 1 januari 2013 - 2014? in aantallen
in percentage
33.207 4.572 1.788
51% 7% 3%
8.232 1.524 982
13% 2% 2%
PNO-media?
14.418
totaal aantal premiebetalende deelnemers
64.723
+
22%
+
100%
19
Pensioenactualiteiten en strategische keuzes Deel II: strategische keuzes Ontwikkeling in andere sectoren ● in de sectoren groot- en kleinmetaal is een vergelijkbaar proces gaande. ● pensioenfondsen PME en PMT poolen uitvoering van hun pensioenregeling bij hun uitvoeringsorganisatie MN ● Werkgeversorganisaties (tientallen) werken sinds 1 oktober 2011 samen binnen de FWT, de Federatie van Werkgeversorganisaties Tecnniekbreed. Belangrijkste onderwerpen: –afstemming cao binnen metalelektro en cao’s voor metaal en techniek –bevorderen arbeidsmobiliteit –afstemming opleiding –op zoek naar een basiscao voor circa 30.000 bedrijven en ruim 450.000 werknemers
20
PGB Kantoorgebouw ‘De Gelder’ A.J. Ernststraat 595H 1082 LD Amsterdam 020 ‐ 753 2950 www.pensioenfondspgb.nl Bert Coenradie Ruud Degenhardt
06 ‐ 14457000 06 ‐ 55300321
[email protected] [email protected]
21
NOTITIE Relatie
:
Koninklijke KVGO Postbus 220 1180 AE AMSTELVEEN
Referentie
:
Gfn
Projectcode
:
205
Aan
:
Bestuur KVGO
Cc
:
Van
:
Henk Griffioen
Betreft
:
Project Herstructurering Europese Grafische Industrie
8
Datum: 18-01-2012
Europese subsidie toegekend aan project Herstructurering Grafische Industrie Europa Intergraf ontving begin december bericht dat de subsidieaanvraag bij de Europese Commissie gehonoreerd was. Weliswaar niet geheel, maar het biedt toch ruimte om Europa breed dit project in te vullen. Het KVGO heeft het afgelopen jaar al vol gas gegeven en middels een groot aantal workshops de leden de mogelijkheid geboden de gereedschappen voor verandering te leren kennen (zie bijgaande presentatie). Der ervaringen uit deze sessie zullen worden mee genomen in de opzet voor de Europese aanpak. Prof. dr. Jan Adriaanse, die de Nederlandse workshops heeft geleid, zal in een speciale train de trainer sessie zijn ervaringen delen met de aspirant trainers in de andere landen. Ook is hij inmiddels door enkele Europese zusterorganisaties gevraagd de workshops in hun land te verzorgen. In de Europese opzet zal het KVGO voor de Nederlandse bedrijven mee doen. Gezien de ervaringen van 2011 wordt gezocht naar een passende aansluiting. Het project omvat: • Een drietal bijeenkomsten van de stuurgroep bestaande uit vertegenwoordigers van vakbonden en werkgevers van de deelnemende landen • Per land een tweetal workshops te houden voor de zomer 2012 • Een afsluitende Europese conferentie in september 2012. De subsidie omvat onder meer de kosten van inzet trainers, reis- en verblijfkosten van de stuurgroep, kosten inzet voor organisatie, etc. En dat alles tot op zekere hoogte volgens richtlijnen Vanuit het KVGO wordt Prof. Dr. Jan Adriaanse gevraagd te participeren en zal vanuit het Verenigingssecretariaat Henk Griffioen het aanspreekpunt zijn.