Uitnodigen
de invitatie
Walter Berghoef April 2014 Wat gebeurt er als je alles bekijkt vanuit de context van uitnodiging? De context van uitnodiging geeft een verfrissende en eigentijds kijk op onze alledaagse vraagstukken. Of het nu gaat om de ontwikkeling van een individu, een relatie, een samenwerking, het leidinggeven aan anderen, het koersbepalen, of het leveren van een product of dienst, of maatschappelijke onderwerpen, alles komt in een confronterend helder daglicht te staan binnen deze context. Confronterend omdat het in feite niets nieuws is. Iedereen kent de dynamiek, want het is een van de meest basale, menselijke en natuurlijke gesprekken die we voeren. Het lijkt alsof we het vergeten zijn, onder andere ook omdat het zo vanzelfsprekend is. Na het beschrijven van de dynamiek komt de aandacht voor de fases van de conversatie, de eigenheid waar het uit voort komt, de moed die het vraagt, het vruchtbare discomfort wat er bij komt kijken, het vertrouwen dat nodig is om uiteindelijk uit te nodigen om in je eigen leven en werk de vragen te stellen vanuit deze dynamiek van de uitnodiging. Alles gericht om het leven, werk en leren van alledag te verrijken. AANLEIDING Vanzelfsprekendheden hebben de neiging om onbesproken te raken. De uitnodiging is een vanzelfsprekend fenomeen. “Hoe krijgt ik anderen mee? Hoe ga ik met die ander om? Wie ben ik? Hoe kom ik erachter wat ik wil? Hoe kunnen we optimaal samenwerken? Hoe sturen we bij als groep? Waar zijn we eigenlijk mee bezig? “ Dit zijn enkele vragen waar ook ik mij voor laat inhuren. Er zijn vele benaderingswijzen die vaak leiden tot een antwoord. Ik geloof niet dat er een eensluidend antwoord is. Het fenomeen uitnodiging nodigt uit om heel nauwkeurig te kijken wat er in al deze gebieden gebeurt, en het daar over te hebben. WAAR TE BEGINNEN? De uitnodiging is wellicht een van de meest primaire conversaties die wij kennen. Iedereen is en wordt op ieder moment uitgenodigd en in is staat om anderen uit te nodigen. Het gesprek geeft heldere taal, duidelijkheid en eenduidigheid. Het doet een beroep op het individu, de gezamenlijkheid en het is gericht op een actie en vanuit het heden naar de toekomst gericht.
© Walter Berghoef 2014
-‐ HET WOORD Het Nederlandse woord is UITNODIGEN. In veel landen en talen wordt een variatie van het woord invitare gebruikt. Einladen, to invite, inviter, invitare zijn enkele variaties in de grote westerse taalgebieden. Hierbij valt het op dat die talen het woord IN gebruiken en niet het woord UIT of een variant daarop. Ik laat het hier even bij die constatering en ik kies er voor om het woord INVITEREN te gebruiken, in afwisseling met het woord UITNODIGEN. Het woord IN geeft richting naar een plek beweging en het woord VITA staat voor het LEVEN. Dus de vertaling van iemand uitnodigen is “iemand ergens in een leven vragen.” Het is daarmee een vraag, een verzoek tot actie, tot beweging. De woordenboeken geven ook daarnaast ook de betekenis “navigere”. Dit navigeren, koersbepalen en sturen bevat dezelfde dynamiek als een zoektocht, een queeste, een question, een vraag. Hiermee zijn de invitatie en het navigeren ook aan elkaar verbonden. De INVITATIE is een initiatiefrijk, richtinggevend VERZOEK aan de ander. De ander krijgt de ruimte om hierop te antwoorden. -‐ HET KLINKT BEKEND De meest bekende uitnodiging die we kennen is die voor een feestje, te beginnen bij een verjaardagspartijtje. -‐ “Hallo!, Ik ben jarig! -‐ Ik vier het over drie weken op woensdag. -‐ Ik vind jou leuk! -‐ Het wordt vast gezellig.” Na het geven van de logistieke details komt dan de afrondende vraag: “Kom je ook?” Dit wordt dan gevolgd door een spannende situatie, want de ander kan drie antwoorden geven: “Ja!”, “Nee!” of kan komen met een voorstel om er “later” op terug te komen of een tegenvoorstel te doen. Het is als het uitnodigen voor een spel, met duidelijke kaders en regels. Het bovenstaande geeft wel de verschillende onderdelen van de complexe en tegelijk bekende dynamiek weer en is beslist toepasselijk op alles wat we dagelijks meemaken. -‐ DE TEGENHANGERS Dwang, manipulatie, vluchten achter hiërarchie, afhankelijkheid, slaafsheid, gedwee en beleefd ja zeggen, kleurloosheid, zijn enkele tegenhangende dynamieken. Net als eindeloos vragen stellen en zelf niet zichtbaar worden. Daarmee krijg je natuurlijk ook ook resultaten, maar die zijn niet eigen, gezamenlijk of duurzaam. -‐ DE COMPLEXE DYNAMIEK In het uitspreken van een uitnodiging zit een combinatie van een stellende en een vragende stijl. Ook hoor je de verschillende bewegingen: vanuit het IK, naar de ANDER, naar het gemeenschappelijke en naar de toekomst (HET) of een derde partij (HEN). De beweeglijkheid om in deze dynamiek te benoemen wat er gebeurt en nodig is . De eigen zichtbaarheid, het zien van de ander, het zichtbaar maken van de (mogelijke of bestaande) gezamenlijkheid en de toekomstige bijdrage zijn de aandachtsgebieden. Plus daarbij nog de context waarbinnen het plaatsvindt. In een overzicht ziet dat er als volgt uit: © Walter Berghoef 2014
DE CONVERSATIE Een uitnodiging is een gesprek, een conversatie. Het doorloopt de dynamiek van UITSPREKEN, AFSPREKEN en AANSPREKEN. Het uitspreken is het initiërende gesprek dat iemand start over een idee, een voornemen, een gewenste actie, een voorziene toekomstige bijdrage, een verwachting, een waardering, een irritatie, een grens. Dit is taal technisch gezien een verklaring, een stellende mededeling. Het heeft in zichzelf nog geen actie, maar het stel wel iets over het IK, het WE, het HEN/HEN en de ANDER. Uit de verklaring komt de BELOFTE aan de ander om zelf iets te gaan doen, of een VERZOEK op basis waarvan de ander iets gaan doen. Een belofte en een verzoek geven de ander de ruimte om een antwoord te geven. Alleen bij een JA ontstaat er een wederzijdse afspraak. De uitnodiging is zoals gezegd een verzoek. HET AFSPREKEN Het afspreken bestaat alleen bij de gratie van een wederzijds JA. Een afspraak ontstaat doordat twee partijen een commitment aangaan. Klein of groot, er zal een knik, een JA, een oogcontact, een handtekening, een contract gemaakt worden door heel specifiek, meetbaar, haalbaar resultaat in de tijd af te spreken. Dit verhoogt de kans dat de overeengekomen afspraak en onderliggende uitspraak gerealiseerd wordt in gedrag of actie. DOEN Na het afspreken is er het DOEN, de uitvoering van dat wat er afgesproken is. Daarin komt de uitnodiging tot gestalte. Ieder individu komt tot uiting, net als de gemeenschappelijkheid dat leidt tot een bijdrage aan HET of HEN
© Walter Berghoef 2014
HET AANSPREKEN Het aanspreken is het benoemen wat er gebeurt in het proces van alle acties en wat op het resultaat. Er is altijd een resultaat. Het kan het gewenste of het ongewenste resultaat zijn. Ook in het proces daar naartoe is er ongewenst of gewenste gedrag. Het benoemen van het gewenste is een van de meest onbesproken vanzelfsprekendheden. Een ander fenomeen dat kan optreden is dat er niet gesproken wordt vanuit beleving maar vanuit oordeel. Dan wordt het aanspreken vanuit goed en fout. Die kant van aanspreken is veelal niet uitnodigend. Aanspreken vanuit beleving is per definitie uitnodigend. Je geeft aan wat jou raakt en daarmee ook wat je belangrijk vindt en wat de bedoeling is. Als het voor de ander helder is dat het gedrag of de situatie gewenst of ongewenst is, dan heeft die persoon de kans om er actie op te nemen. Ook dit kan als een uitnodiging gebeuren. Verandert er in de tijd, bij ongewenstheden, niets dan kun je de ander misschien nog een keer op het gedrag of situatie aanspreken, maar effectiever is het om dan aan te spreken of hij of zij bewust is dat je er afspraken over hebt gemaakt. De derde fase is de ander aanspreken of je met hem of haar wel afspraken kunt maken. Allemaal uitnodigend, maar niet vrijblijvend zolang er een basisafspraak ten grondslag ligt. Het aanspreken vanuit deze context bekeken geeft veel meer helderheid over jou zelf, de ander en de samenwerking of relatie. CONTINUE STROOM Uit een uitnodiging komen continu nieuwe uitnodigingen voort, van alle betrokkenen. Het open solliciteren bij een organisatie is een uitnodiging van een individu naar die organisatie. Het solliciteren op een advertentie is het ingaan op een uitnodiging van de organisatie. Op het niveau van een relatie is het cruciaal om helder te zijn over die relatie en de consequenties die dat met zich meebrengt. Ja zeggen tegen een arbeidscontract en dan vervolgens nooit JA zeggen tegen opdrachten of richtlijnen van de ander is ridicuul. Een JA levert een gezamenlijkheid op, waarbinnen nieuwe uitnodigingen volgen die gericht zijn op de acties. WEL VRIJ MAAR NIET VRIJBLIJVEND Hiermee is ook een antwoord gegeven op de vraag of een uitnodiging altijd vrijblijvend is. Je bent natuurlijk vrij om een uitnodiging met JA of NEE of LATER te beantwoorden, maar daarbij is het cruciaal dat je nadenkt over de eerder gemaakte afspraken. In contact met zowel jezelf, als de ander, als de bedoeling en de gemeenschappelijkheid. Iedere relatie van leven, werken of leren is tot stand gekomen door een uitnodiging. Het is een kunst om expliciet te maken welke uitnodiging het was en of je er – voorbijgaand aan de verzwegen vanzelfsprekendheid – nu opnieuw zo duidelijk JA tegen zou zeggen! Dit is een vrij radicale vraag. © Walter Berghoef 2014
ALLES Het gaat er hier niet om of je alles expliciet maakt, wel of je van de verschillende onderdelen van een uitnodiging bewust bent. Het gaat mank als je alleen maar spreekt over de toekomst en straks; of alleen maar zeg dat een ander geweldig is; of het zeggen dat je iets wilt en voorziet. WIE OF WAT NODIG UIT? We leven continu in een dynamiek van uitnodiging. Van anderen, aan anderen of van iets. Ons leven is een invitatie, in de meest letterlijke zin. Daar ligt ook de basis van ons te ontwikkelen besef dat de dynamiek van uitnodiging zo krachtig is. We zijn namelijk door een kracht in dit leven gebracht/ gekomen. Ook het hier zijn en leven is onomstotelijk. Het gaan is onvermijdelijk, want aan het einde van dit leven worden we uitgenodigd naar een ander “leven”. In diezelfde lijn zijn we ook geïnviteerd deel te nemen in ons gezin, bij onze ouders en eventuele broers en zussen en verdere kringen. Ook daar hadden we van nature geen keuze. Daar liggen al veel basisrelaties vast waar we mee om gaan. De verbinding is er al, de relaties zijn al benoemd, het contact is variabel. Dit is echt de basis voor iedereen Ieder individu heeft een autonome dynamiek die ervoor zorgt dat je in ontwikkeling blijft, in verbinding kunt gaan en jezelf tot manifestatie kunt brengen. Deze zelfuitnodiging is de meest primaire waar ieder mens naar heeft te luisteren. Wat is oorspronkelijk aan mij? Wat is belangrijk? Wie ben ik? Waartoe ben ik hier op aarde? Deze zelfuitnodiging is in feite de innerlijke pelgrim die continu onderweg is, in beweging is, in rust komt en kiest om ergens IN of NIET in of UIT te gaan. Vriendschappen ontstaan uit een bewuste intermenselijke uitnodiging. Expliciet of impliciet is er een conversatie die bij een wederzijdse bevestiging een relatie vormt. De onderlinge menselijke verbinding is er al, het contact maken we en daarmee vormen we een relatie die we expliciet benoemen als vriendschap. We hebben hier de keuze om de vriendschap ook weer te beëindigen. Het contact zal dan ook stoppen. De onderliggende verbinding was er en blijft. Ons werk is een context waarin we onszelf laten inviteren of we inviteren anderen om voor een tijd een doel gezamenlijk na te streven en daaraan bij te dragen. Werk is een transactie en afhankelijk van je verlangens, visie en behoeften ruil je daar je tijd voor geld, tref je gezelschap, ga je hogerop, ontwikkel je je talent zelf of draag je bij aan de bedoeling van de organisatie. Het samenwerken is een omgeving waarin we wel de keuze hebben om uit te stappen. De onderlinge menselijke verbinding blijft aanwezig, maar we verbreken de relatie. Dit gebeurt in de rol als van collega of opdrachtgever/-‐ nemer. © Walter Berghoef 2014
BELEVING Het uiting geven aan onze binnenwereld: onze beleving, onze belangen, onze bedoelingen of beelden, onze eigen biologische seizoenen, nieuwe ideeën, het uiten van een irritatie, het verleggen van een koers; het zijn allemaal voorbeelden van uitnodigingen die wij aan een of meerdere anderen doen. Dan zijn er ook grootheden in de buitenwereld die op ons af komen en ons uitnodigen om mee om te gaan. De natuur seizoenen, technische vooruitgang, rampen, kansen. We belanden ineens in een situatie en vragen ons af of we ons uitgenodigd weten. Hiermee hebben we ons te verhouden. DE REACTIE OP EEN UITNODIGING Het vraagt veel zelfinzicht om op alle uitnodigingen een helder, congruent en waarachtig antwoord te geven. Ieder stelt de basis vraag: “Klopt dit voor mij?”, “Klikt het met de ander? en “Past het in de omgeving?” Deze simpele maar verstrekkende vragen reiken naar onszelf elkaar en de buitenwereld en beslist alle drie tegelijk. Op basis van het interne, onderlinge en externe onderzoek kom je met een JA of een NEE. Als individu, als duo, als groep, als organisatie, als samenleving. Dat vraagt om veel helderheid, verbinding en moed. MOED Een invitatie is per definitie moedig en een moedig gesprek is een invitatie. Omdat het uit de kern van iemand komt, uit het eigen leven, van binnen uit en wordt uitgesproken naar een ander(en) en naar een toekomst. Een uitnodiging vraagt om en geeft zichtbaarheid. DISCOMFORT Iemand uitnodigen heeft iets spannends. In de eerste plaats zijn bij het zelf uitnodigen de bedoeling en het belang wel duidelijk. Maar de eigen beleving over of het antwoord van de ander geeft een besef van discomfort. Bij uitgenodigd worden zijn zowel het belang, de bedoeling als ook het belang niet direct duidelijk. Ook dat geeft een mate van discomfort. Dat bestaat uit onwetendheid, onbekendheid en ongemak. Dit laatste is merkbaar in ons lijf, onze gedachten en onze gevoelens. Bij uitnodiging hoort discomfort. RAAKBAARHEID In principe staat de initiatiefnemer van een invitatie in aanvang alleen. De uitnodiging is een gesprek om van een huidige situatie, met anderen, naar een nieuwe situatie te gaan. Met daarbij de grote vraag: “Wie gaat er mee?” Dit is een eenzaam moment. Ook als we zelf worden uitgenodigd door wie of wat dan ook dan is er kans op diezelfde beleving. De vraag hier is: “Ga je mee?”. © Walter Berghoef 2014
GELAAGDHEID Iedere uitnodiging komt voor uit een goed idee over iets belangrijks of noodzakelijks. De uitnodiging heeft een bepaalde vorm, het HOE. Ook heeft het inhoud, het WAT. Onderliggende aan vorm en inhoud is er de onderliggende en alles bepalende dynamiek. Als je mensen alleen al vraag om een pen op te rapen zullen ze altijd de onderliggende vragen in zichzelf stellen. Als ze er gemeenschappelijkheid in ervaren komt er een JA plus de actie. Vragen die hier bij horen zijn WAARTOE, WAAROM, VOOR WIE, WELK BELANG en WAARIN word je geraakt? KOERSVASTHEID Iemand die uitnodigt heeft aandacht voor het eigen IK, de gezamenlijkheid en de HEN of HET. Dat is de koers. Als initiatiefnemer weet waar je op uit bent in hoge mate klopt, klikt en past, dan vraagt het vasthoudendheid om die koers te blijven weten en van daaruit uit te nodigen. Een uitnodiging komt vanuit een JA. Een treffend woord daarbij is YESSENTIE. Ik zeg ja! Wie gaat er mee? Als je teveel op de ander richt dan kun je daar afhankelijk van worden en je eigen beeld verliezen. Als je te weinig naar anderen luistert wordt je koppig. Als je het gezamenlijk belang verliest krijg je scheiding en werken vóór in plaats van werken met. THUIS Als mensen eenmaal JA hebben gezegd tegen de UITNODIGER, de GEZAMENLIJKHEID en de TOEKOMST dan vraagt het van de UITNODIGER om goed gastheerschap te waarborgen. Het thuis is de gezamenlijke context waarin je elkaar treft en gevonden hebt. Het is de basis van waaruit je samen vertrekt en navigeert. Een GASTHEER of GASTVROUW biedt hierin ruimte, geeft richting over wat er staat te gebeuren, geeft waardering en geeft regels. Hierin ga je voor en je vervult een leidende rol, waarbinnen je overigens open staat voor aanvulling en aanscherping. Je kunt niet ineens geen thuis geven! De GAST, degene die ja zegt, heeft zich in eerste instantie zo te gedragen dat iedereen zich thuis blijft voelen. Als het op de actie aankomt heeft de gast juist weer de rol om zichzelf zichtbaar te maken en op gelijkwaardige wijze een eigen invulling aanbiedt. Dit wordt een relatie voor een bepaalde on onbepaalde tijd, maar wel op basis van een koers. Het bieden van een thuis is natuurlijk een eerste vereiste, daar haalt iedereen de geborgenheid, de veiligheid en de zekerheid vandaan. Toch is het ook aan de GASTHEER om ook een situatie van discomfort te creëren. Dit is een sfeer waarin de bedoeling en de belangen nog wel helder zijn, maar waarin iedereen een sfeer creëert van co-‐creatie. Een sfeer waarin gedaan, geleerd, geoefend, bijgesteld en gewaardeerd zal worden. Dit is de zone van vruchtbaar discomfort. Om in die zone te kunnen stappen is het van belang te weten hoe iedereen individueel kan en wil worden uitgedaagd, dat je afspraken maakt over hoe en hoe vaak er geoefend kan worden, hoe er met elkaar wordt omgegaan. © Walter Berghoef 2014
Een belangrijke buitengrens van dit vruchtbare discomfort is de gevarenzone waarin mensen kunnen belanden. Dit kan door externe, onderlinge of innerlijke gebeurtenissen. De vraag: Wanneer/ op welke manier wordt het voor jou hier onveilig/ gevaarlijk?” is DE vraag om te stellen. Dit is een vaak vergeten gesprek met alle gevolgen van dien, want mensen nemen grenzen aan, gaan er overheen, maken ze algemeen en voor altijd geldend. Inviterend samenwerken is een eigentijds vervolg op alles wat we leerden over directief leidinggeven en vragend/coachend leidinggeven.
Hartwerken werken, leren en leven vanuit wie je bent, als individu, team en organisatie
© Walter Berghoef 2014
TOEPASSINGEN Al het bovenstaande geeft aanleiding om in de gehele dynamiek tussen IK, WIJ, HET/HEN en JIJ de radicale vragen te stellen. Individueel Wat is uitnodigend aan mij? Waartoe ben ik uitgenodigd? Waartoe wordt ik nu uitgenodigd? Waartoe nodig ik anderen uit? Hoe zeg ik JA? Waar heb ik eigenlijk nooit echt JA tegen gezegd? Wat beschouw ik als een vanzelfsprekendheid? Waar zeg ik JA tegen? Welke uitnodigingen liggen er nog? Waar zei ik eerder JA tegen en zou nu eigenlijk een NEE moeten worden? Samenwerking Waartoe nodigen wij elkaar uit? Hoeveel ruimte laat ik om NEE te zeggen? Hoeveel gemeenschappelijkheid ervaar ik? Hoe duidelijk is de bedoeling van onze samenwerking? Waartoe nodig ik anderen uit? Hoe gastvrij ben ik? Hoe gedraag ik mij als gast? Richting klant Waartoe nodigen wij onze klanten uit? Hoeveel gemeenschappelijkheid ervaart de klant? Welke uitnodiging gold toen maar nu eigenlijk al lang niet meer? Richting maatschappij Welke uitnodiging hebben wij van de maatschappij?
© Walter Berghoef 2014