ActivSound 75
Bedieningsknoppen
(1) Aan-/uitknop Hiermee schakelt u de stroom in of uit. (2) Stroomindicator Gaat groen branden wanneer de stroom wordt ingeschakeld.
3
(3) Volumeregeling van infraroodmicrofoon [Leraar 1 en 2] Deze knop wordt gebruikt om het volumeniveau van de infraroodmicrofoons aan te passen. 4 (4) Indicator voor infraroodsignaal [Leraar 1 SIGNAAL, Leraar 2 SIGNAAL] Gaat groen branden wanneer de draadloze infraroodontvanger een signaal ontvangt.
● Wisselstroomadapter Gebruik de wisselstroomadapter 3A-621DA24 als stroomvoorziening voor de ActivSound 75.
2
1
Voorpaneel
2
ActivSound 100
Bedieningsknoppen
6 (1)Aan-/uitknop. Hiermee schakelt u de stroom in of uit. (2) Stroomindicator. Gaat groen branden wanneer de stroom wordt ingeschakeld.
7
(3) Volumeregeling van infraroodmicrofoon [Leraar 1 en 2]. Deze knop wordt gebruikt om het volumeniveau van de infraroodmicrofoons aan te passen. 5 (4) Indicator voor infraroodsignaal [Leraar 1 en 2]. Gaat groen branden wanneer de draadloze infraroodontvanger een signaal ontvangt. (5) Volume van aux-ingang [TV/DVD en CD/MP3] Hiermee kunt u het volume van de aux-ingangen aanpassen die verbonden zijn met de ingangspoorten (11).
3
4 (6) Equalizer [BAS, TREBLE]. Met de knoppen Bas en Treble kan de leraar de geluidskwaliteit van zijn of haar stem zelf aanpassen. Dit doet hij of zij door het lage bereik (Bas) en het hoge bereik (Treble) aan te passen totdat de gewenste geluidskwaliteit is bereikt. (7) Uitgangsvolume van speaker [SPEAKER L, R ]. De uitgangsniveaus van elke speakerset is aanpasbaar met dit volume
2
1
● Wisselstroomadapter. Gebruik de wisselstroomadapter 3A-621DA24 als stroomvoorziening voor de ActivSound 100. Voorpaneel
3
ActivSound 200
Bedieningsknoppen 4
2
1
3
7
6
5
Voorpaneel
8
(1) Aan-/uitknop. Hiermee schakelt u de stroom in of uit. (2) Stroomindicator. Gaat groen branden wanneer de stroom wordt ingeschakeld. (3) Volumeregeling van infraroodmicrofoon [Leraar 1 en 2] Deze knop wordt gebruikt om het volumeniveau van de infraroodmicrofoons aan te passen. (4) Indicator voor infraroodsignaal [Leraar 1 en 2] Gaat groen branden wanneer de draadloze infraroodontvanger een signaal ontvangt. (5) Volume van aux-ingang [TV/DVD, CD, COMPUTER en MP3]. Hiermee kunt u het volume van de aux-ingangen aanpassen die verbonden zijn met de ingangspoorten. (6) Hoofdvolume. Hiermee wordt het algehele volumeniveau van het systeem aangepast. (7) Equalizer [LAAG, MIDDEN, HOOG]. Dankzij de equalizer met drie banden kan de leraar de geluidskwaliteit van zijn of haar stem aanpassen. Dit doet hij of zij door de knoppen LAAG, MIDDEN of HOOG aan te passen totdat de gewenste geluidskwaliteit is bereikt. (8) Uitgangsvolume van speaker [VOORKANT L/R, ACHTERKANT L/R] Met deze knoppen kan het volumeniveau van elke speaker afzonderlijk worden aangepast. (9) Schakelaar voor Aux dempen [UIT/LAAG/HOOG]. Hiermee kunt u aangeven of de stem van de leraar de aux-ingangen moet dempen wanneer hij of zij spreekt. Als de schakelaar op Uit staat, worden de ingangen niet gedempt. Als de schakelaar op Laag staat, is er sprake van een standaardniveau voor demping. Als de instelling op Hoog staat, wordt er sneller gedempt. Zet de schakelaar op Laag voor normale werking.
● Wisselstroomadapter
4
Achterpaneel 9
ActivSound 300
Bedieningsknoppen
2
1
4
3
7
6
Voorpaneel
5
8
(1) Aan-/uitknop Hiermee schakelt u de stroom in of uit. (2) Stroomindicator Gaat groen branden wanneer de stroom wordt ingeschakeld. (3) Volumeregeling van infraroodmicrofoon [Leraar 1-4] Deze knop wordt gebruikt om het volumeniveau van de infraroodmicrofoons aan te passen. (4) Indicator voor infraroodsignaal [Leraar 1-4] Gaat groen branden wanneer de draadloze infraroodontvanger een signaal ontvangt. (5) Volume van aux-ingang [TV/DVD, CD, COMPUTER en MP3] Hiermee kunt u het volume aanpassen van de aux-ingangen die verbonden zijn met de ingangspoorten (11). (6) Hoofdvolume Hiermee wordt het algehele volumeniveau van het systeem aangepast. (7) Equalizer [LAAG, MIDDEN, HOOG] Dankzij de equalizer met drie banden kan de leraar de geluidskwaliteit van zijn of haar stem aanpassen. Dit doet hij of zij door de knoppen LAAG, MIDDEN of HOOG aan te passen totdat de gewenste geluidskwaliteit is bereikt. (9) Schakelaar voor Aux dempen [UIT/LAAG/HOOG] Hiermee kunt u aangeven of de stem van de leraar de aux-ingangen moet dempen wanneer hij of zij spreekt. Als de schakelaar op Uit staat, worden de ingangen niet gedempt. Als de schakelaar op Laag staat, is er sprake van een standaardniveau voor demping. Als de instelling op Hoog staat, wordt er sneller gedempt. Zet de schakelaar op Laag voor normale werking. ● Wisselstroomadapter Gebruik de meegeleverde wisselstroomadapter PW-150A2-1Y-240E als stroomvoorziening voor de ActivSound 300-versterker.
5
9
Bedieningsknoppen
MICROFOON VOOR LEERLING
3
(1A) Aan-/uitknop voor tijdelijk gebruik, druk deze knop in om te praten. (1B) Aan-/uitknop voor continu gebruik; schuif deze knop omhoog om te vergrendelen en dan te praten. (2) Stroomindicator; gaat groen branden wanneer de stroom voor tijdelijk of continu gebruik wordt ingeschakeld. (3) Microfoon (toonopnemer); spreek in dit deel van de microfoon. (4) Zenders van infraroodsignalen; het infraroodsignaal wordt verzonden via verschillende infraroodsignaalzenders. (5) Batterijcompartiment; kan geopend worden door het batterijklepje naar beneden te schuiven om het te verwijderen. (6) Oplaadstation; de ingang voor het opladen van de batterijen met de wisselstroomadapter of de batterijoplader (7) Oplaadindicator; een 'rood' lampje om de volgende condities weer te geven wanneer de stroomschakelaar uitstaat en de microfoon opgeladen wordt: ◎
7
4
2
8
1A 5
1B
10 9
6
Bezig met opladen: knippert langzaam
◎Opladen voltooid: brandt continu ◎ Oplaadfout (een alkalinebatterij proberen op te laden: knippert snel (8) Poort voor extra aux-ingang (aan de zijkant); wordt gebruikt om een cd- of mp3-speler, of ander apparaat aan te sluiten. Hiermee kan de gebruiker een bron draadloos op het systeem aansluiten. (9) Eén oplaadbare Ni-MH-batterij (AA) of een niet oplaadbare alkalinebatterij. (10) Schakelaar voor kanaaltoewijzing. Met de kanaalschakelaar (in het batterijcompartiment) kunt u het kanaal van de draadloze infraroodmicrofoon naar wens veranderen.
Kanaal 1 of 2 voor gebruik met ActivSound 75, 100 of 200. Kanalen 1 t/m 4 voor gebruik met Activsound 300.
◎
● Gebruikt twee oplaadbare Panasonic Ni-MH-
batterijen (AA).
6
MICROFOON VOOR LERAAR
Bedieningsknoppen 3 4 13
5
11 9
8 2
7
12
14 6
10
1
Vooraanzicht
Achteraanzicht
(1) Knop voor aan/uit en dempen: hiermee schakelt u de stroom in of uit. Houd de knop ingedrukt om het apparaat in of uit te schakelen. Druk snel op de knop om het geluid te dempen. (2) Stroomindicator; gaat groen branden wanneer de stroom is ingeschakeld. (3) Microfoon (toonopnemer); spreek in dit deel van de microfoon. (4) Zenders van infraroodsignalen; infraroodsignalen worden via meerdere infraroodsignaalzenders verzonden. (5) Klepje van batterijcompartiment (aan de achterkant); schuif het naar beneden om het te verwijderen. Vereist één oplaadbare Ni-MH-batterij (AA) of één niet oplaadbare alkalinebatterij. (6) Oplaadstation; de ingang voor het opladen van de batterijen met de wisselstroomoplader. (7) Oplaadindicator; een 'rood' lampje om de volgende condities weer te geven wanneer de stroomschakelaar uitstaat en de microfoon opgeladen wordt: Bezig met opladen: knippert langzaam
◎
◎Opladen voltooid: brandt continu ◎ Fout tijdens opladen (een alkalinebatterij proberen op te laden: knippert snel (8) Externe poort voor aux-ingang (aan de zijkant) Hiermee kunt u een cd- of mp3-speler, of ander apparaat aansluiten. Hiermee kan de gebruiker een bron draadloos op het systeem aansluiten. (9) Externe microfooningang is geschikt voor lavalier-microfoons of microfoons met hoofdbanden. (10) Schakelaar voor kanaaltoewijzing. Met de kanaalschakelaar (in het batterijcompartiment) kunt u het gewenste kanaal voor de draadloze infraroodmicrofoon instellen.
Kanaal 1 of 2 voor gebruik met ActivSound 75, 100 of 200. Kanalen 1 t/m 4 voor gebruik met ActivSound 300. (11) Bedieningsknoppen op de afstandsbediening voor volume omhoog en omlaag voor de bronnen Eigen (Leraar), Ander (Leerling) en Lijn. (12) Selectieknop; met deze knop kunt u aangeven welke bron bediend wordt door de knoppen op de afstandsbediening (Eigen, Ander, Lijn). (13) Indicators voor de geselecteerde bron. Hiermee wordt aangegeven welke bron (Eigen, Ander, Lijn) momenteel geselecteerd is voor de afstandsbediening. (14) Functieknop F; is gereserveerd voor toekomstige implementatie. ◎
7
De Batterij Opladen 1
3
4
2
2
3
1. Sluit de stroomkabel (1) aan op het wisselstroomnetwerk. 2. Zet de aan-/uitschakelaar op Uit (2). Controleer of de stroomindicator (2) niet langer brandt. 3. Sluit de oplaadstekker(s) van de stroomkabel (3) aan op de microfoon(s) 4. De rode oplaad-led (4) moet nu gaan knipperen. De led stopt met knipperen en blijft branden wanneer het opladen voltooid is.
8
ActivSound ONE
Bedieningsknoppen
6
2
1
7
8
9
4
3
5
(1) Aan-/uitknop; hiermee schakelt u de stroom in of uit. (2) Stroomindicator; gaat oranje branden wanneer de stroom wordt ingeschakeld. (3) Volumeregeling van infraroodmicrofoon [Leraar 1 en 2]; deze knoppen worden gebruikt om het volumeniveau van de microfoons van de leraar en leerling aan te passen. (4) Indicator voor infraroodsignaal [Leraar 1 en 2]; gaat groen branden wanneer de draadloze infraroodontvanger een signaal van een microfoon ontvangt. (5) Volumeknoppen voor aux-ingang [TV/DVD, CD/MP3]; hiermee kunt u het volume van de aux-ingangen aanpassen die verbonden zijn met de ingangsconnectors. (6) Connector voor wisselstroomadapter; gebruik adapter 3A-621DA24. (7) Connectors voor aux-ingangen op lijnniveau; 3,5 mm stereo gemengd tot mono. (8) Uitvoer op lijnniveau; 3,5 mm stereo (monobron). (9) Knop voor het uitvoerniveau van het lijnniveau.
9
Controlelijst van Leraar
SCHAKEL de zender in (de groene led brandt wanneer ingeschakeld en de rode led geeft aan dat de batterijen moeten worden opgeladen). STROOM op de versterker (rode led geeft stroom aan, groene led op de volumebediening van leraar geeft aan dat er een IR-signaal ontvangen wordt). ZENDER/MICROFOON dient zo gedragen te worden dat er een duidelijk pad is naar de ontvangstsensoren. HOUD de zender/microfoon ongeveer 15 cm van uw mond. ONTSPAN en spreek op een normaal niveau. U hoeft uw stem niet te projecteren. LAAD de batterijen elke dag op. Ni-MH-batterijen bieden 6 tot 8 uur continu gebruik. Laad minstens 12 uur op (één nacht). (Ni-MH-batterijen dienen jaarlijks vervangen te worden.) LAAT EEN ANDERE PERSOON AF EN TOE CONTROLEREN of uw versterkte stem niet te hard is.
10
Probleemoplossing Zender Werkt Niet Brandt het batterijlampje op uw zender groen? JA – Brandt het rode lampje op uw externe sensor? JA – Wordt de sensor door iets in het lokaal geblokkeerd? JA – Verplaats de blokkering en probeer het opnieuw. Als het probleem niet verholpen is, neem dan contact op met Promethean. NEE – Wordt de zender door iets bedekt? JA – Zorg ervoor dat de zender niet bedekt wordt. NEE – Neem contact op met Promethean. NEE – Neem contact op met Promethean voor hulp. NEE – Hebt u de batterijen één nacht opgeladen? JA – Zijn uw batterijen ouder dan een jaar? JA – Probeer een set nieuwe batterijen. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met Promethean. NEE – Controleer of de oplader goed in het stopcontact zit tijdens het opladen. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met Promethean. NEE – Laad de batterijen één nacht op.
11
Probleemoplossing Geen audio Is uw stroomvoorziening aangesloten op de versterker/ontvanger en het stopcontact? JA – Staat de aan-/uitknop op Aan en is het indicatorlampje rood? JA – Is de zender van de leraar ingeschakeld en brandt het groene batterijlampje? JA – Brandt het groene indicatorlampje op de versterker/ontvanger van Leraar 1 of 2? JA – Probeer een andere zender in uw lokaal om te bepalen of deze werkt en neem contact op met Promethean. NEE – Controleer of er een rood lampje brandt op de ronde sensor en neem contact op met Promethean. NEE – Zijn uw batterijen volledig opgeladen? JA – Als de batterijen meer dan een jaar oud zijn, dient u deze te vervangen. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met Promethean voor hulp. NEE – Laad de batterijen één nacht op. NEE – Krijgen andere apparaten wel stroom via dit stopcontact? JA – Probeer een ander stopcontact, indien beschikbaar. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan contact op met Promethean. NEE – Neem contact op met de school
12