Uitgave van de Liberale Mutualiteit
A
n e r e d n i k j i b D H D
ders
k een pra
tisch
oor ou v s d i g e
Inleiding
2
Het aantal kinderen met ADHD is de laatste tijd sterk gestegen, het lijkt wel een modeverschijnsel. Het komt naar schatting voor bij 1 op de 20 kinderen. Dit komt overeen met één kind per klas. Kinderen zijn vaak druk maar wanneer is er nu sprake van ADHD? ADHD is een aandachtstekortstoornis die gepaard gaat met impulsiviteit en/of hyperactiviteit en is meer dan een ‘lastig’ kind alleen. In deze brochure vindt u meer informatie over ADHD en hoe u hiermee als ouder kunt omgaan. De brochure staat boordevol praktische opvoedingstips die van toepassing zijn voor ouders met of zonder kinderen met ADHD. Want elk kind heeft nood aan een goede structuur en duidelijke regels.
inhoud I.
II.
III.
ADHD van dichterbij bekeken Wat is ADHD? De symptomen van ADHD De oorzaken van ADHD De diagnose ADHD De behandeling van ADHD ADHD in de praktijk De basisregels Hoe verhoogt u het zelfvertrouwen van uw kind? Samenleven met een kind met ADHD Het beloningsbord De valkuilen in het omgaan met een kind met ADHD Meer informatie
4 5 5 6 6 8 10 10 16 18 24 25 26
3
I. ADHD van dichterbij bekeken
4
Wat is ADHD? ADHD is de afkorting van het Engelse Attention Deficit Hyperactivity Disorder. In het Nederlands spreekt men van een aandachtstekortstoornis met of zonder hyperactiviteit. ADHD is één van de meest voorkomende neuropsychiatrische aandoeningen bij kinderen tussen de 6 en 12 jaar. Deze gedragsstoornis, die 3 tot 4 keer meer voorkomt bij jongens dan bij meisjes, treft ongeveer 4 tot 5 % van deze leeftijdscategorie. ADHD komt ook in mindere mate voor bij jongeren en volwassenen. Bij hen is de hyperactiviteit vaak minder zichtbaar omdat zij erin slagen hun motorische stoornissen om te zetten in een discreter en sociaal aanvaardbaarder gedrag, bijvoorbeeld spelen met een sigaret.
De symptomen van ADHD De belangrijkste symptomen van ADHD zijn: aandachtstekort, impulsiviteit en/of hyperactiviteit. Deze symptomen kunnen in meer of mindere mate voorkomen. Aandachtstekort Kinderen met ADHD hebben moeilijkheden om de vele, vaak uiteenlopende prikkels (geluid, drukte, bewegingen, emotie, enz.) via de hersenen te verwerken. Het is voor deze kinderen ook moeilijker om voorrang te geven aan de informatie die ze nodig hebben om hun taak of activiteit uit te voeren. Hierdoor raken ze sneller afgeleid, zijn ze vergeetachtig en hebben ze moeilijkheden om de activiteit waarmee ze bezig zijn naar behoren uit te voeren of om instructies en bevelen op te volgen. Impulsiviteit Kinderen met ADHD lijken er vaak niet in te slagen om na te denken voor ze iets doen of zeggen door overdreven impulsiviteit. Ze beantwoorden vaak een vraag voordat deze volledig is gesteld, onderbreken anderen terwijl zij nog aan het woord zijn, slaan hun speelkameraden in een gefrustreerde bui, enz. Zij doen dit allemaal zonder nadenken, zonder de gevolgen van hun daden in te schatten en zonder dat ze hun omgeving hiermee willen kwetsen. Hyperactiviteit Kinderen met ADHD hebben een verhoogde en onregelmatige motorische activiteit in ver5
gelijking met kinderen van dezelfde leeftijd. Bijvoorbeeld: moeilijk stil blijven zitten, permanente lichamelijke onrust, zenuwachtigheid, enz.
De oorzaken van ADHD ADHD wordt onder andere veroorzaakt door genetische en biologische factoren. Voortijdige geboorte en bepaalde omgevingsfactoren zoals voeding, blootstelling aan giftige stoffen (bijvoorbeeld: loodvergiftiging) of blootstelling aan tabak, alcohol of drugs tijdens de zwangerschap kunnen ook een rol spelen in de ontwikkeling van ADHD bij het kind. De impact van deze factoren wordt momenteel onderzocht.
De diagnose ADHD De jongste jaren wordt de diagnose ADHD vaak te snel gesteld. Er zijn verschillende gebeurtenissen (zoals mishandeling, rouw, echtscheiding van de ouders, een depressieve moeder, enz.) die symptomen kunnen veroorzaken die mogelijks wijzen op ADHD zonder dat het kind daadwerkelijk ADHD heeft. Het kan bijvoorbeeld gaan om een aanpassingsstoornis, een depressieve reactie of zelfs een opvoedkundig probleem. Er is sprake van ADHD als het kind aanhoudend en intensief symptomen van onoplettendheid of onrustimpulsiviteit vertoont en dit, gedurende minstens zes maanden. Deze symptomen moeten bovendien vaker en ernstiger optreden dan bij andere kinderen van dezelfde leeftijd én in meerdere omgevingen worden vastgesteld (bijvoorbeeld op school en thuis). Ze moeten bovendien het leergedrag op school of het sociaal gedrag van het kind negatief beïnvloeden. Een arts is de enige bevoegde persoon om de diagnose te stellen. Daarnaast zijn neuropediaters en kinderpsychiaters gespecialiseerd in deze problematiek. Bij kinderen jonger dan 5 jaar is de diagnose zeer moeilijk te stellen.
6
Er bestaan nog steeds geen biologische tests om ADHD op te sporen. Daarom is de diagnose gebaseerd op een bevraging van het kind en zijn naaste omgeving (de ouders, de leerkrachten en andere personen waarmee het kind een nauw contact heeft). Tot slot kan de diagnose verfijnd worden met psychologische tests, aandachtstests, psychomotorische tests, taaltests en IQ-tests.
7
De behandeling van ADHD Door de minder goede resultaten op school, spanningen binnen- en buitenshuis, minder zelfvertrouwen en een verhoogd risico op ongelukken is het noodzakelijk het kind goed te behandelen en op te vangen. Op dit moment beperkt de behandeling zich tot het beheersen van de symptomen, de omgeving ontlasten en psychosociale functioneringsproblemen vermijden op school en bij de sociale contacten. De ouders spelen hierbij een belangrijke rol.
8
ADHD moet, zoveel mogelijk, op verschillende manieren worden behandeld. Een psycho-educatieve behandeling De naaste omgeving van het kind (ouders, leerkrachten, enz.) moet correct geinformeerd worden: wat is ADHD, de gevolgen, de behandeling, enz. Daarnaast moeten zij ook concrete richtlijnen krijgen over hoe zij moeten reageren op het gedrag van het kind. Een psychotherapeutische behandeling Gedragstherapie wordt het meest aangeraden. Voornamelijk gedragstherapie voor de ouders en gedragsbeheer op school. Heropvoeding Bij zwaar getroffen kinderen kan een multidisciplinaire (psychomotorische, logopedische, gedragsmatige, enz.) heropvoeding nuttig zijn. Meerdere revalidatiecentra zijn gespecialiseerd in de behandeling van ADHD-patiënten. Een behandeling via geneesmiddelen Er wordt hoofdzakelijk gebruik gemaakt van geneesmiddelen op basis van dopamine en noradrenaline. Ga steeds voorzichtig om met deze geneesmiddelen. Ze hebben namelijk aanzienlijke bijwerkingen vooral op het vlak van hart- en vaatziekten en psychiatrie. Start ook nooit een geneesmiddelenbehandeling zonder gedragstherapie met de ouders en de leerkrachten. Daarnaast wordt het gebruik van geneesmiddelen afgeraden bij kinderen die nog niet de schoolleeftijd bereikt hebben. Een geneesmiddelenbehandeling kan de levenskwaliteit van het kind verbeteren, zowel op schoolvlak als op maatschappelijk vlak. Zo kan het zijn zelfcontrole, concentratie, volharding en denkvermogen verhogen. Geneesmiddelen verbeteren echter de opvoeding van het kind niet en werken zijn schoolachterstand niet weg. De meest gebruikte geneesmiddelen, maar daarom niet de enige, zijn Methylfenidaat (Rilatine© - Concerta©) en Atomoxetine (Strattera©).
9
II. ADHD in de praktijk
De basisregels 1. Zorg voor routine en een gestructureerde leefomgeving Routine en een op voorhand vastgelegd tijdschema zijn van essentieel belang in de opvoeding van een kind met ADHD. Door middel van routine en deze ook onophoudelijk te herhalen, helpt u om de zelfbeheersing bij uw kind te verbeteren. 2. Geef het kind eenvoudige en samenhangende regels Een kind met ADHD gaat na hoever het kan gaan en heeft daarom duidelijke regels nodig. Dankzij deze regels kan het kind zich in het dagelijkse leven organiseren en oriënteren. Bovendien geven ze het kind een veilig gevoel.
TIPS - Geef uw kind een beperkt aantal basisregels, aangepast aan zijn leeftijd, behoeftes en mogelijkheden. - Deze regels moeten duidelijk zijn zodat het kind weet wat van hem verwacht wordt. Hij moet zonder aarzelen een onderscheid kunnen maken tussen wat mag en wat niet mag. - Beide ouders moeten samen een team vormen en dezelfde regels opleggen. - Geef voorrang aan de meest veelvuldige of storende gedragingen van uw kind en negeer de andere zodat u uw kind niet de indruk geeft dat het nergens voor deugt. - Wees consequent. Zo zal het kind u vertrouwen.
10
3. Hou het kort en bondig Het is voor kinderen met ADHD erg moeilijk om een lange lijst met regels van buiten te leren. Geef uw kind daarom zoveel mogelijk stapsgewijs instructies zodat het deze met succes kan afronden. Zeg bijvoorbeeld niet ‘Poets je tanden, maak je bed op, kleed je aan en kom ontbijten’. Vermijd ook te moelijke opdrachten zoals ‘Ruim je kamer op’. Een kamer opruimen omvat meerdere taken en het kind zal deze zonder hulp niet tot een goed einde kunnen brengen. Zeg liever: ‘Raap je speelgoed op en leg het in de kast’. Als het kind dit heeft gedaan, dan zegt u dat het dit goed heeft gedaan. Vervolgens kunt u een tweede opdracht geven.
11
12
TIPS - Laat het kind herhalen wat u net hebt gevraagd. - Spreek op een bevestigende en positieve toon: ‘Stop met de sleutels te spelen’ (bevestigend) in plaats van ‘Wil je stoppen met de sleutels te spelen?’ (vragend) of ‘Blijf van mijn sleutels af!’ (negatief). - Gebruik duidelijke en korte woorden. - Richt u tot de verschillende zintuigen van het kind. Gebruik fysiek contact of visuele stimulansen om de instructies te geven: ga op ooghoogte van het kind staan, leg een hand op de schouder van het kind, schrijf de instructie op papier, enz. - Zeg op een duidelijke manier en op het gepaste moment ‘nee’. Let erop dat u het kind niet vernedert of beschaamt en dit zowel thuis als in het openbaar. 4. Wees proactief en anticipeer op veranderingen in de routine Kinderen met ADHD zijn erg gevoelig voor veranderingen en prikkels (geluid, stress, vreugde, enz.). Ze reageren intens op nieuwe elementen en hebben een lage zelfbeheersingsgraad. Het is dus belangrijk dat u zo goed mogelijk anticipeert op hun reacties.
TIPS - Verwittig het kind van eventuele veranderingen in zijn tijdschema. - Beperk geschreeuw, kabaal of andere onnodige geluiden die het kind onrustig kunnen maken. 5. Wees realistisch en stel uw verwachtingen bij ADHD is voor het kind in geen enkel geval een reden om zich te misdragen of een excuus voor uitspattingen. Maar als u begrijpt en aanvaardt dat uw kind zich anders gedraagt en anders reageert dan zijn broers en zussen, of andere kinderen van dezelfde leeftijd, dan kunt u uw verwachtingen bijstellen en meer uw aandacht vestigen op wat uw kind wél kan. 6. Stel prioriteiten Het is belangrijk dat u de prioriteiten stelt. Zo vermijdt u een dagelijkse strijd met uw kind. Ga na voor welke elementen er geen compromis mogelijk is. De gezondheid en veiligheid van uw kind, de waarden die u uw kind wenst bij te brengen en het algemene welzijn van uw gezin zullen ongetwijfeld niet bespreekbaar zijn. 13
7. Beloon en straf het kind onmiddellijk Aanmoedigingen zijn de beste motivatiebron. U moet uw kind zo vaak en zo goed mogelijk feliciteren. Beloningen, hoe klein ze ook mogen zijn, zijn veel doeltreffender als ze meteen worden gegeven. Het is niet aan te raden om het kind te beloven dat het op maandag een beloning krijgt als het zich tijdens het weekend goed gedraagt. In tussentijd kunnen er zich verschillende problemen voordoen die de beloning in het gedrang brengen. Dezelfde redenering geldt ook voor eventuele straffen. Het is minder doeltreffend om het kind te verbieden om de volgende zaterdag te gaan voetballen dan het kind een time-out te geven of een ander privilege voor diezelfde avond te ontzeggen.
14
8. Wees positief Als uw kind er zich van bewust wordt dat het aandacht krijgt wanneer het zich misdraagt, dan zal het zich blijven misdragen. Voor het kind is dit namelijk een doeltreffende manier om uw aandacht te trekken. Bepaalde kinderen misdragen zich dan ook met opzet omdat ze reeds op een jonge leeftijd doorhebben dat ze meer aandacht van hun ouders krijgen als ze ongehoorzaam zijn. Zo zal ‘Goeiedag zeggen aan de mevrouw’ het kind niet meteen een beloning opleveren, terwijl het wel meteen een reactie én een straf uitlokt als het de straat oversteekt zonder te kijken. Denk eraan dat er ongeveer 5 complimenten nodig zijn om een negatieve opmerking goed te maken! Kinderen met ADHD krijgen de hele dag al negatieve kritiek. Het is daarom belangrijk dat u hun positieve handelingen naar waarde schat. Dankzij beloningen en andere stimulansen leert het kind over het algemeen beter te begrijpen wat er precies van hem wordt verwacht. Denk er bijvoorbeeld aan om het kind te zeggen hoe flink het is geweest en hoe trots u bent als het zich goed heeft gedragen tijdens een bezoek. 9. Negeer provocatie Kinderen met ADHD weten op welke manier ze ervoor kunnen zorgen dat hun ouders buiten zichzelf raken van woede. Als u een bepaald gedrag ondraaglijk vindt, dan is de kans groot dat het kind dit weet en hier misbruik van maakt wanneer hem dat uitkomt. Wees dus verstandig, ga niet in op deze provocatie en vermijd confrontaties, die waarschijnlijk toch zullen uitmonden in een conflict. 10. Wees creatief Aarzel niet om nieuwe handelingen, activiteiten of beloningen uit te vinden om uw kind te blijven motiveren. Kinderen met ADHD houden van afwisseling. Wees dus creatief maar behoud wel de routine.
15
Hoe verhoogt u het zelfvertrouwen van uw kind? Eén van de belangrijkste gevolgen van ADHD is dat het zelfvertrouwen van uw kind wordt aangetast. Het kind voelt zich nutteloos, raakt ontmoedigd, wordt opstandig, enz. Hoe sneller u het kind helpt met zijn ziekte, hoe sneller u verhindert dat ADHD zijn zelfvertrouwen aantast. Aanvaard uw kind zoals het is. Iedere ouder heeft een droomscenario in gedachten voor de toekomst van zijn kind (arts, advocaat, tenniskampioen, enz.). Het is uiterst belangrijk dat u uw kind aanvaardt zoals het is, met zijn kwaliteiten en beperkingen. Hou rekening met de behoeften van uw kind. Uw kind heeft behoefte aan een veilige omgeving en dat het zich begrepen, geliefd, aangemoedigd en gerespecteerd voelt. Besteed dus voldoende tijd aan uw kind. Help uw kind om zijn eigen plaats in het gezin en in de maatschappij te vinden. Het moet daarbij zichzelf en anderen leren respecteren. Leer het kind dat het zijn beurt moet afwachten, niet mag duwen, geen dingen mag nemen die niet van hem zijn, enz. Gun uw kind af en toe een overwinning. Uw kind is zich aan het ontwikkelen tot een persoon die beetje bij beetje minder afhankelijk wordt van u. Moedig het kind aan als het initiatief neemt, wanneer het zelf probeert om obstakels te overwinnen, enz. Pas de moeilijkheidsgraad aan aan de mogelijkheden van uw kind. Zo kan het zich op zijn eigen ritme ontwikkelen en trots zijn op wat het heeft verwezenlijkt. Toon uw kind hoe het zijn problemen kan oplossen. Uw kind zal zich dan aan dit voorbeeld spiegelen. Als u het kind keer op keer ontmoedigt als het geconfronteerd wordt met een probleem, dan zal het kind ook ontmoedigd geraken. Het zelfbeeld van uw kind verbeteren kost veel tijd en energie maar het is de moeite waard.
16
TIPS - - - - - - - - - -
Laat het kind de logische en natuurlijke gevolgen dragen als het de regels niet naleeft. Controleer stressfactoren zoveel mogelijk. Zorg ervoor dat het kind u als volwassene in vertrouwen kan nemen. Gebruik positieve woorden. Zeg wat u voelt en laat uw kind dit ook doen. Moedig het kind aan om vriendschap te sluiten met andere kinderen. Leer het kind om te plannen en te volharden bij het nastreven van zijn doelstellingen. Laat het kind zelf antwoorden wanneer iemand een vraag stelt. Bereid samen met het kind het antwoord voor op de vraag ‘wat is ADHD?’. Vraag het kind om, net zoals zijn broers en zussen, een handje te helpen in het huishouden.
Zo tast u het zelfvertrouwen van uw kind aan: - u hebt als ouder of leerkracht een negatief beeld van het kind; - u hebt geen discipline; - u overbeschermt het kind; - u laat het kind zijn eigen gang niet gaan; - u gebruikt kwetsende woorden en bekritiseert het kind constant; - u hebt te grote of te kleine verwachtingen; - u hebt een slechte band met uw kind.
17
Samenleven met een kind met ADHD ’s Ochtends, voor schooltijd Stel ‘s avonds een takenlijst op die het kind de volgende ochtend moet doorlopen. Hang deze lijst op in zijn kamer, in de badkamer en op de voordeur. Bereid ook zoveel mogelijk ’s avonds voor: leg de kleren van uw kind klaar, dek de tafel voor het ontbijt, enz. Bepaalde kinderen worden altijd vroeg wakker, zelfs tijdens het weekend, wanneer u zou willen uitslapen. In dat geval is het aan te raden uw kind te zeggen wat het precies mag doen terwijl iedereen nog slaapt. Op school Hieronder vindt u enkele basisregels die uw kind kunnen helpen zodat het zou slagen op school: - volg de studies van uw kind. Neem aan het begin van het schooljaar contact op met de leerkracht van uw kind en stel uzelf voor. Tijdens dit gesprek is het belangrijk toe te lichten dat uw kind ADHD heeft, hoe hiermee het beste wordt omgegaan en hoe u verder zult samenwerken/communiceren met de leerkrachten; - heb vertrouwen in de leerkrachten en de school; - verwijt het kind niet als het een slecht rapport heeft. Als u zegt dat het volgende rapport wel beter zal zijn, dan toont u vertrouwen in uw kind; - vergelijk het kind in geen enkel opzicht met zijn klasgenootjes of zijn broertjes en zusjes. Huiswerk Huiswerk kan een echte hel zijn, zowel voor u als voor uw kind. Met de onderstaande tips kunt u dit vlotter laten verlopen. - Laat het kind na school een half uurtje uitblazen, zodat het psychisch en fysiek weer op krachten kan komen. Laat het bijvoorbeeld een vieruurtje eten. - Zorg ervoor dat het kind zijn huiswerk in een geschikte ruimte kan maken (goed verlicht, goed uitgerust en kalm). - Blijf in de buurt zodat het kind bij u terecht kan wanneer het zijn huiswerk maakt. - Stoor het kind niet. - Feliciteer het kind voor de vooruitgang die het boekt en moedig het kind aan. 18
- Bepaal op voorhand de tijdspanne waarin het kind zijn huiswerk moet maken. - Hou rekening met de concentratiemogelijkheden van het kind en vraag niet het onmogelijke. - Laat het kind eerst de meest dringende of moeilijkste taak doen, en vervolgens de gemakkelijkste of meest interessante. - Laat het kind luidop leren. Zo zal het gemakkelijker leerstof van buiten kunnen leren. - Laat het kind de kernelementen met kleurpotloden aanduiden of onderlijnen. Zo kan het deze sneller terugvinden. - Stel uw kind vragen en leer uw kind om zelf vragen te stellen. - Leer uw kind om samenvattingen te maken zodat het een onderscheid kan maken tussen wat belangrijk is en wat bijkomstig is. - Laat het kind in zijn eigen woorden uitleggen wat het heeft geleerd, zo kunt u zijn kennis testen. - Zoek voorbeelden bij de leerstof. - Laat het kind zien dat er een verband is tussen wat het leert en het echte leven. - Spoor uw kind aan om, indien nodig, hulp te vragen aan andere leerlingen, aan u of aan de leerkracht. - Responsabiliseer het kind en maak het huiswerk niet in zijn plaats. - Maak gebruik van de diensten die de school aanbiedt, zoals begeleiding bij het studeren. Aan tafel Ook aan tafel is structuur belangrijk. Denk na over wat u van uw kind verwacht, stel regels op en leg deze uit aan het kind. Bijvoorbeeld: - Was je handen voor je aan tafel gaat. - Je eet wat de pot schaft. - Je komt niet tussen in een volwassen conversatie. - Ga niet van tafel zonder de toestemming van een volwassene. - Roep niet aan tafel. - Speel niet met je eten.
19
Voor het slapengaan Het slaapritueel is voor uw kind een belangrijk herkenningspunt. Bijvoorbeeld: het kind heeft twintig minuten de tijd om zijn tanden te poetsen, te gaan plassen en een verhaaltje te lezen voor het slapengaan. Als uw kind blijft treuzelen in de badkamer, dan is het verhaaltje korter. Na twintig minuten doet u, wat er ook gebeurt, het licht uit en verlaat u de kamer. Het is essentieel dat het slapengaan ook op een serene manier gebeurt. ADHD-symptomen komen meer tot uiting wanneer het kind moe is. Het is dus erg belangrijk dat u ervoor zorgt dat het kind voldoende nachtrust heeft. Bij opstandig gedrag Kinderen met ADHD gedragen zich soms erg opstandig, zowel op een actieve als een passieve manier. Bepaalde kinderen gaan uw gezag in twijfel trekken, beginnen te argumenteren of te schelden. Anderen zullen dan weer doen alsof ze constant vergeten wat u hen vraagt. Het is belangrijk dat u kalm blijft, niet begint te roepen en niet begint te smeken als het kind niet wil luisteren of zich misdraagt. Hou uw kind in het oog. U moet achterhalen wanneer het kind zich opstandig gedraagt. Probeer te begrijpen wat er gebeurt, wat er in uw kind omgaat en wat dit gedrag nu precies betekent.
20
Ga na hoe u reageert en wat u zegt. Op die manier kunt u de momenten van opstandigheid die u zou kunnen uitlokken, voorkomen. Breng zoveel mogelijk aangename momenten door met uw kind. Het is mogelijk dat uw kind niet voldoende aangename momenten met u doorbrengt en dat zijn opstandig gedrag gewoon een manier is om uw aandacht te trekken. Waardeer de momenten waarop uw kind gehoorzaamt. Geef op de juiste manier instructies. Nee is nee. Leg niet uit waarom u ‘nee’ zegt, aangezien u uw kind zo onderhandelruimte geeft. U moet in elk geval ontwijkende antwoorden als ‘nu niet of later misschien’ of valse excuses vermijden. Probeer het kind ook niet wijs te maken dat het buiten uw wil om is dat het iets niet kan krijgen. Las indien nodig een ‘time-out’ in. Een time-out is een verplicht rustmoment waarbij het kind moet kalmeren en nadenken in de plaats van zich te misdragen. Als u uw kind op een duidelijke manier een instructie hebt gegeven en het kind weigert te luisteren, herhaal deze instructie dan na enkele seconden en zeg er onmiddellijk bij dat het kind gedurende onbepaalde tijd zal moeten gaan zitten en nadenken over wat is gebeurd als het niet doet wat u hem vraagt. Als het kind na een aantal seconden nog steeds niet luistert, dan zet u het zachtjes maar vastbesloten op een stoel. Het kind heeft hierbij geen keuze, het moet luisteren. Gebruik een wekker en zeg het kind duidelijk hoe lang het moet blijven zitten en waarom. De duur van de time-out hangt af van de leeftijd van het kind en de ernst van zijn opstandig gedrag. Een time-out van 1 tot 2 minuten per leeftijdsjaar is aangewezen. Zo geeft u een kind van 7 jaar een time-out van 7 tot 14 minuten. Na deze time-out vraagt u het kind of het nu wel bereid is om te doen wat u vraagt. Het kind moet ‘ja’ antwoorden. Als het dit niet doet, dan stelt u de wekker opnieuw in, voor hetzelfde aantal minuten.
21
Een andere manier om een time-out aan te brengen is de methode ‘tot 3 tellen’. Tel tot 3: 1 vinger omhoog: ‘Dat is 1’ 2 vingers omhoog: ‘Dat is 2’ 3 vingers omhoog: ‘Dat is 3; time-out van 5 minuten’ Leg op voorhand dit nieuwe systeem uit aan uw kind: ‘Als je je misdraagt, dan tel ik tot 3. Zo weet je dat je moet ophouden en je anders moet gaan gedragen. Je krijgt twee kansen om te stoppen. Op 3 krijg je een time-out van 5 minuten in je kamer. Na deze time-out is het voorbij en spreken we er niet meer over. Als het ernstiger is (als het kind bijvoorbeeld iemand slaat of scheldwoorden roept), dan ga ik onmiddellijk over naar 3 en volgt er een time-out’. Het is mogelijk dat de time-out de eerste keren een uur of langer duurt. Zet daarom door. Als u toegeeft, dan weet het kind dat u toch van idee zal veranderen als het zich opstandig blijft gedragen. Buitenschoolse activiteiten Uw kind kan zonder problemen sporten en andere buitenschoolse activiteiten volgen, voor zover deze geen nieuwe moeilijkheden met zich meebrengen. Het kind moet zich kunnen afleiden, ontspannen en vermaken. Prestaties en succes spelen hierbij geen rol. Glij- (skiën, surfen, enz.) en evenwichtssporten (fietsen, skaten, enz.) bevorderen de ontplooiing van het kind. Vechtsporten (karate, judo, enz.), paardrijden, zwemmen, bij een jeugdbeweging gaan, kooklessen volgen en creatieve bezigheden (teken- of muziekschool, pottenbakkerij, enz.) kunnen andere mogelijke uitlaatkleppen vormen. Uitjes - Leg het kind het precieze verloop van de aangekondigde activiteit uit en zeg wat u precies van het kind verwacht. - Gebruik een optimistische toon en uit geen dreigementen. - Geef uw kind geregeld een compliment als het zich flink gedraagt. - Zorg ervoor dat uw kind zich niet verveelt om te vermijden dat het onbeheersbaar 22
wordt. - Reageer tijdig om te vermijden dat de situatie escaleert. - Schenk geen aandacht aan wat anderen denken. U alleen weet wat het beste is voor uw kind. Vermijd in elk geval controleverlies en woede. Hoe meer u zich opwindt, hoe meer uw kind zich zal opwinden. Uit ook geen dreigementen zoals ‘Als je je zo blijft gedragen, laat ik je hier achter!’. Dergelijke dreigementen, die u toch niet zult uitvoeren, zijn nutteloos. U jaagt het kind onnodig schrik aan en verliest uw geloofwaardigheid in zijn ogen. Het kan voor u als ouder soms erg moeilijk zijn. U moet zich daarom goed omringen, steun en toeverlaat zoeken, over uw problemen praten met vrienden of familie, ontspannings- en rustmomenten inlassen en professionele hulp/ondersteuning zoeken indien nodig.
23
Het beloningsbord Stel samen met uw kind een weektabel op met activiteiten of gedragingen die het elke dag zou moeten volgen. Bijvoorbeeld: Taak
Ma
Di
Woe
Do
Vrij
Za
Zo
Totaal
Blijven zitten tijdens het eten. Tussen 17u en 18u huiswerk maken zonder tegen te sputteren. Boekentas ‘s avonds klaarmaken. Varia Als het kind doet wat van hem wordt verwacht, dan kleeft u bijvoorbeeld een blauw klevertje op het bord en geeft u positieve commentaar. Als het kind niet doet wat van hem wordt verwacht, dan kleeft u een rood klevertje op het bord en geeft u geen commentaar. In de rubriek ‘varia’ kunt u blauwe klevertjes toevoegen als het kind iets buitengewoons heeft gedaan, wat een aanmoediging verdient: goede resultaten op school, de tafel dekken zonder dat dit werd gevraagd, enz. Aan het einde van de week telt u het aantal blauwe klevertjes en kunt u uw kind belonen. Deze beloning moet aantrekkelijk zijn, maar u hoeft hierbij niet te overdrijven. Bijvoorbeeld: een pakje stickers = 10 blauwe klevertjes, een tijdschrift = 20 klevertjes, een dvd huren tijdens het weekend = 30 klevertjes, enz. Uw kind heeft de mogelijkheid om zijn punten onmiddellijk in te ruilen of om door te sparen voor een groter geschenk. Enkele belangrijke basisprincipes: - u moet het kind altijd de mogelijkheid geven om zijn punten in te ruilen, zelfs als het kind zich die dag onuitstaanbaar heeft gedragen; - uw kind heeft punten verdiend omdat het uw richtlijnen heeft gevolgd. Als u klevertjes verwijdert omdat het kind zich op een bepaald moment misdraagt, dan doet u al zijn goede inspanningen teniet; - laat uw kind de 2 eerste weken winnen. 24
Dankzij dit bord zult u conflicten, die ouders vaak wroeging bezorgen en het kind niet doen veranderen, kunnen vermijden. Het kind zal positief evolueren en u zult dit systeem naar waarde kunnen schatten.
de valkuilen in het omgaan met een kind met adhd - Pas op met tegenstrijdige aandacht! Als het kind zich storend gedraagt, zult u er meer aandacht aan schenken. U moedigt met andere woorden zijn storend gedrag onbewust aan. - Argumenteer niet en voorkom zo ellenlange discussies met het kind. - Maak het kind niet belachelijk en verneder het niet. - Laat de situatie niet escaleren (steeds luider gaan roepen, enz.). - U hoeft zich niet schuldig te voelen voor het gedrag van uw kind. - Voorzie niet te veel buitenschoolse activiteiten voor uw ‘onvermoeibaar’ kind. Eén of twee buitenschoolse activiteiten zijn ruim voldoende. - Kietel uw kind niet. Het kind verliest dan namelijk sneller zijn zelfbeheersing. - Zorg dat er uit uw houding geen gebrek aan discipline blijkt, dit is namelijk een slecht voorbeeld voor uw kind. Bijvoorbeeld: Waarom zou uw kind zijn kleren moeten opruimen, als u zelf uw kleren laat rondslingeren? - Praat het kind geen schuldgevoel aan. ‘Het is jouw schuld dat ik ongelukkig ben, je doet geen enkele moeite, enz.’. U houdt misschien niet van het gedrag van het kind, maar wel van het kind zelf. - Vermijd hokjesdenken en veralgemeen niet: ‘Het is steeds hetzelfde liedje, je bent niet te vertrouwen’. ‘Altijd’ en ‘nooit’ zijn overdreven en onjuist. Ze laten het kind geen ruimte voor een alternatief. Zeg liever: ‘Je hebt me beloofd dat je je kamer zou opruimen. Ik reken erop dat je dit de volgende keer dan ook doet’. - Verleng straffen niet onnodig. - Ga liever niet op een zaterdag naar de supermarkt met uw kind.
25
III. Meer informatie
Wenst u meer informatie over andere gezondheidsonderwerpen? Ga dan langs bij het kantoor van uw Liberale Mutualiteit en vraag naar onze gezondheidsbrochures. U kunt voor meer informatie ook terecht op de website van uw Liberale Mutualiteit: www.liberalemutualiteit.be
Vergeet u zeker niet te abonneren op de tweemaandelijkse gezondheidsnieuwsbrief via onze website. Deze nieuwsbrief staat boordevol actuele gezondheidsinformatie en lokale activiteiten.
Centrum ZitStil Boomsesteenweg 508 2020 Antwerpen-Kiel www.zitstil.be Centra voor leerlingenbegeleiding (CLB) Dit is een dienst waarop leerlingen en ouders een beroep kunnen doen voor informatie, hulp en begeleiding. www.ond.vlaanderen.be/CLB
Wij bedanken de vzw TDA/H Belgique en Pascale De Coster voor hun actieve medewerking en steun aan deze brochure.
26
27
Liberale Mutualiteit Provincie Antwerpen Lange Nieuwstraat 109 2000 Antwerpen 03/203.76.00 – 03/225.02.35
[email protected] - www.lmpa.be Liberale Mutualiteit van Brabant Koninginneplein 51-52 1030 Brussel 02/209.48.11 – 02/219.01.54
[email protected] - www.libmutbrab.be Liberale Mutualiteit West-Vlaanderen Revillpark 1 8000 Brugge 050/45.01.00 – 050/45.01.02
[email protected] - www.lmwvl.be Liberale Mutualiteit van Oost-Vlaanderen Brabantdam 109 9000 Gent 09/223.19.76 – 09/224.11.74
[email protected] - www.libmutov.be Liberale Mutualiteit Limburg Geraetsstraat 20 3500 Hasselt 011/29.10.00 – 011/22.20.67
[email protected] - www.lml.be Liberale Mutualiteit – Vlaams Gewest Prieelstraat 22 1730 Asse 02/452.90.10 - 02/454.06.70 – 02/452.62.20
[email protected] - www.lmvlg.be
Verantwoordelijke Uitgever: Geert Messiaen, Livornostraat 25, 1050 Brussel Editie februari 2010