Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2016 Heinz
gemeente Eindhoven SD - Sociaal Domein, POK - POK december 2015
december 2015
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2016 -
Colofon Uitgave Gemeente Eindhoven SD - Sociaal Domein, POK - POK Datum december 2015
december 2015
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2016 -
Inhoudsopgave Inleiding 1 Uitgangspunten Pgb beleid 2016 2 Het Pgb proces 3 De hoogte van een Pgb Bedragen per productomschrijving Offerte Maximum uurtarieven Proceskeuzen Verantwoordingsvrij bedrag Toeslagen Beschermd wonen Eigen bijdrage en ouder bijdrage 4 De rol van het sociaal netwerk 5 Beheersing Pgb Wettelijke voorwaarden Pgb Trekkingsrecht Zorgovereenkomst Het Pgb-budgetplan Periodieke evaluatie Preventie- en handhavingsbeleid 6 Beschermd wonen Toegang Overgangsrecht Samen zorg inkopen; ouderinitiatieven 7 Ontwikkelingen in 2016
4 5 6 7 7 8 8 8 8 9 10 11 13 13 13 13 13 14 14 16 16 16 16 18
Bijlage 1: Pgb-budgetplan Bijlage 2: wettelijk kader Pgb Bijlage 3: Handvatten beoordelen wettelijk kader Bijlage 4: Verordening Sociaal Domein Eindhoven Bijlage 5: Verbeterplan Trekkingsrecht Pgb 2016 - 2017
19 21 23 24 25
gemeente Eindhoven
3
december 2015
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2016 -
Inleiding Eigen kracht en eigen regie van inwoners zijn belangrijke pijlers van de systeeminnovatie WIJeindhoven. Het Persoonsgebonden budget (Pgb) is een instrument dat er bij uitstek voor zorgt dat mensen de eigen regie over hun leven kunnen houden. Met het Pgb kopen mensen zelf hun zorg/ondersteuning in, maken ze werkafspraken met hun zorgverlener en beslissen ze op welke momenten zij hun zorg krijgen. Op die manier zorgt het Pgb voor zelfregie, maar ook voor doelmatig maatwerk. In de Wmo en Jeugdwet is een verplichting opgenomen om inwoners te wijzen op de mogelijkheid van een Pgb. Gemeenten hebben daarbij de beleidsvrijheid het Pgb beleid af te stemmen op de lokale situatie. Dit werd verwoord in de uitgangspuntennotitie Pgb 2015; een overgangs- en ontwikkeljaar. De uitgangspuntennotitie 2016 brengt het persoonsgebonden budget in lijn met de systeeminnovatie WIJeindhoven. Eigen regie en eigen kracht, een gezin/een plan en individueel maatwerk en de daarop afgestemde resultaatgericht ondersteuningsvraag en zijn leidende principes. De vaststelling van een Pgb gaat grotendeels plaatsvinden aan de hand van offertes in plaats van het hanteren van een systeem van vooraf vastgestelde tarieven. In deze uitgangspuntennotitie verwerken we ook de ervaringen van 2015 en anticiperen op het ‘Verbeterplan trekkingsrecht Pgb 2016 -2017’. De jaren 2016 en 2017 staan in het teken van het vereenvoudigen van het voeren van eigen regie door de budgethouder. De trekkingsrecht-keten wordt hervormd en zo ingericht dat de budgethouder meer centraal komt te staan. De gemeente Eindhoven kiest voor een positief Pgb-beleid. Een beleid gericht op het stimuleren van de werking van het Pgb. Zelfregulatie en het kunnen dragen en omgaan met verantwoordelijkheden dat een Pgb met zich meebrengt, nemen een centrale rol positie in. Het voor u liggende document vormt een toelichting op de integrale verordening Sociaal Domein en de daarbij behorende Nadere Regeling Sociaal Domein 2016.
4
gemeente Eindhoven
december 2015
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2016 -
1
Uitgangspunten Pgb beleid 2016
Zoals aangegeven bij de inleiding kiest Eindhoven voor positief Pgb-beleid. De gemeente hanteert hierbij de volgende uitgangspunten. 1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
9.
Een Pgb-beleid in lijn met de systeemgedachte WIJeindhoven Eigen regie en eigen kracht, een gezin/een plan, de inbreng van familie/vrienden en het sociale netwerk en individueel maatwerk zijn leidende principes om te komen tot een resultaatgerichte ondersteuningsvraag. Het gebruik en de werking van Pgb’s bevorderen Het Pgb is een volwaardig alternatief voor Zorg In Natura (ZIN). Daarbij richten we het proces zo in dat dit de kwaliteit van de zorg/ondersteuning zoveel mogelijk waarborgt en oneigenlijk gebruik van het Pgb voorkomt. De Pgb-voorwaarden en het Pgb-budgetplan nemen een centrale positie in Het beroep op zelfregulatie en verantwoordelijkheid speelt een nadrukkelijk rol in het proces voorafgaande aan het besluit over een Pgb. Dit wordt vooraan in het aanvraagproces gepositioneerd. De inwoner komt hierdoor in de positie om te laten zien dat hij/zij met de verantwoordelijkheden van een Pgb kan omgaan. De inwoner die kiest voor een Pgb zal zich bewust moeten zijn van de verantwoordelijkheden die hierbij horen en deze kunnen en willen dragen. Dit wordt actief getoetst (via het Pgb-budgetplan, zie bijlage 1) en geëvalueerd. In sommige situaties kan dit er toe leiden dat geen Pgb verstrekking plaatsvindt of bij een heronderzoek een toekenning van een Pgb wordt heroverwogen. Van indicatie- naar resultaatgerichte zorg en ondersteuning In 2016 wordt de Awbz systematiek verlaten voor voorzieningen die vanaf 1 januari 2015 onder de gemeentelijke verantwoordelijk vallen. Niet de indicatie maar het resultaat dat de inwoner nodig heeft om te kunnen (blijven) participeren is het vertrekpunt. Individueel maatwerk is de norm. Pgb’s worden niet ingezet voor vormen van ondersteuning die niet per se nodig zijn of door zorgaanbieders worden ‘gepusht’. Transparante en reële Pgb’s De vaststelling van een pgb vindt grotendeels plaats aan de hand van offertes in plaats van het hanteren van een systeem van vooraf vastgestelde tarieven. Hierdoor kan met een pgb toereikende, effectieve en kwalitatief goede zorg/ondersteuning ingekocht worden. De offertes worden vergeleken met de kostenprijzen van overeenkomstige ingekochte ZIN producten. Het ondersteunen van inwoners bij onderdelen van het Pgb-proces Een inwoner kan zich in het ‘Pgb proces’ door familie, het sociaal netwerk of aanwezige cliëntondersteuning in de sociale basis laten ondersteunen. De WIJgeneralist kan hierin ook ondersteuning bieden. Preventie- en handhavingsbeleid Preventie houdt onder andere in het bieden van bescherming naar de inwoner toe zodat hij het beoogde resultaat met zijn Pgb bereikt. Hoogwaardig handhaven is van belang en krijgt o.a. vorm door de invoering van het trekkingsrecht bij de SVB. Daarnaast grijpt de gemeente in bij signalen van oneigenlijk gebruik van het Pgb door de budgethouder, maar ook bij vermoedens van fraude door zorgaanbieders. Het beperken van de administratieve lasten Bij het verstrekken van een Pgb horen een aantal noodzakelijke documenten. Wij willen deze zo eenvoudig en eenduidig mogelijk houden. Eenduidige communicatie over het Pgb. De inwoner kan rekenen op heldere en eenduidige informatie.
gemeente Eindhoven
5
december 2015
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2016 -
2
Het Pgb proces
Een inwoner met een hulp-/ondersteuningsvraag meldt zich bij het WIJteam in zijn of haar wijk. Samen met een WIJgeneralist bekijkt hij of het WIJteam de hulpvraag kan beantwoorden samen met de bewoner en zijn/haar sociale netwerk. Wanneer blijkt dat het WIJteam de ondersteuningsvraag samen met de burger niet (geheel) kan beantwoorden, kan specialistische ondersteuning (een individuele/maatwerkvoorziening) worden ingezet. Hierbij bestaat de keuze voor het verstrekken van deze voorziening in de vorm van ZIN of Pgb. De inwoner moet laten zien dat hij met de verantwoordelijkheden van een Pgb kan omgaan. In de Wmo en Jeugdwet zijn hierover specifieke voorwaarden (zie bijlage 2 en 3) opgenomen. Voor budgethouders en WIJeindhoven een nieuwe situatie die in 2015 gewenning met zich meebracht. De toetsing van de specifieke Pgb voorwaarden krijgt in 2016 een nadrukkelijkere rol. Zo dient de inwoner een offerte van de kosten van de noodzakelijke hulp en of ondersteuning en een (concept) zorgovereenkomst te overleggen. Met dit laatste anticipeert de gemeente op het ‘Verbeterplan trekkingsrecht Pgb 2016 – 2017’. Dit voorziet er in dat mogelijk al in 2016 de zorgovereenkomst via de gemeente naar de SVB zal worden verstuurd. Dit in plaats van dat de inwoner die moet doen. Ook wordt de inwoner gevraagd het Pgbbudgetplan in te vullen. De inwoner kan zich bij de hierboven genoemde activiteiten laten ondersteunen door bijvoorbeeld familie, het sociale netwerk en de (georganiseerde) cliëntondersteuning in de sociale basis. Als de inwoner het voorgaande heeft geregeld, neemt hij (opnieuw) contact op met de WIJgeneralist. Deze maakt dan samen met de inwoner de balans op of Pgb de best passende optie is. Als hiervan sprake is, plaatst de WIJgeneralist een bestelling bij de gemeente. Is Pgb niet de best passende oplossing, dan is de inwoner aangewezen op het ingekochte aanbod ZIN. Onderstaande tabel geeft het verschil weer ten opzichte van het proces van 2015. Proces 2015
Proces 2016
Ondersteuningsvraag
Ondersteuningsvraag
Gesprek WIJehv - Toetsing Pgb - Pgb plan
Gesprek WIJehv - Toetsing Pgb - Pgb plan - offerte - proces zorg overeenkomst
Advies WIJ aan gemeente
Advies WIJ aan gemeente
Gemeente geeft beschikking - complexe berekening a.g.v. diversiteit producten en tarieven
Gemeente geeft beschikking - vaststelling o.b.v. een offerte pgb-budgetplan
Proces zorgovereenkomst
Start zorg/ondersteuning
Start zorg/ondersteuning
6
gemeente Eindhoven
december 2015
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2016 -
3
De hoogte van een Pgb
Met het Pgb dient de inwoner toereikende, effectieve en kwalitatief goede zorg/ondersteuning te kunnen inkopen. De tarieven Pgb die de gemeente hanteert, zijn met 1 uitzondering van de Wmo 2007 producten, afgeleid van de ZIN deelovereenkomsten ‘ondersteunend wonen’, ’ondersteuning zelfstandig leven’ en ‘maatschappelijk deelname en werk’. Het loslaten van de Awbz-systematiek voor de WMO 2015 voorzieningen en het indikken van de productencatalogus Wmo en Jeugd vraagt om een andere manier waarop de hoogte van een Pgb wordt vastgesteld. In plaats van het berekenen op basis van tal van verschillende uurtarieven vormt nu een door de inwoner verstrekte offerte van de noodzakelijke zorg en/of ondersteuning de basis voor het vaststellen van het Pgb. De offerte wordt gehouden tegen de door het college vastgestelde bandbreedte tarieven van het noodzakelijk product. Als de offerte buiten de bandbreedte valt, dan vergoedt de gemeente dat meerdere niet (hoge uitzonderingen daargelaten). Bedragen per productomschrijving Op basis van de uitvraag bij gecontracteerde zorgaanbieders ZIN is per productomschrijving een financiële bandbreedte berekend. Dit betekent dat voor de zorg en ondersteuning die onder elke productomschrijving valt in principe geen hoger Pgb mogelijk is dan de bandbreedte aangeeft. Bij Pgb’s voor WMO 2015 voorzieningen en voor Jeugdwet hanteert de gemeente bij de bandbreedtes de volgende percentages afhankelijk van de gekozen zorgleverancier: 1. 100% van de offerte bij het inschakelen van (een) professionele medewerker(s) in loondienst bij een zorgverlener; 2. 85%van de offerte van de door het college met de zorgaanbieder gecontracteerde tarieven bij het inschakelen van een zelfstandige zonder personeel (ZZP’er); 3. 50% van de offerte van de door het college met de zorgaanbieder gecontracteerde tarieven bij het inschakelen van ondersteuning uit het sociaal netwerk. En bij kortdurend verblijf maximaal € 30 per etmaal en voor de overige individuele- of maatwerkvoorzieningen € 20 per uur. Als het opnemen van zorgverlof door een persoon uit het sociaal netwerk tot de mogelijkheden behoort, is dit voorliggend. De maximum Pgb-bedragen gelden als norm. In het geval van inzet ZZP’er of een persoon uit het sociaal netwerk kan het college een Pgb verhogen, indien de inwoner, de jeugdige of zijn ouder(s) aantoont dat het maximum ontoereikend is om de noodzakelijke zorg of ondersteuning voor een individuele voorziening in te kopen. Als de zorg/ ondersteuning valt onder meerdere productomschrijvingen vindt de berekening naar rato van de noodzakelijke zorg plaats. Voor Wmo2007-voorzieningen (artt. 4.13 t/m 4.18) zijn in de Nadere Regel Sociaal Domein 2016 specifieke pgb-tarieven opgenomen.
1
Er is één Wet Maatschappelijke Ondersteuning. In de volksmond spreekt men van Wmo 2007 en Wmo 2015 voorzieningen. Dit om het verschil te duiden met voorzieningen die vanaf 2015 onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid zijn gevallen. Het gaat hierbij om begeleiding thuis, daginvulling (en vervoer), kortdurend verblijf, Beschermd wonen (ZZP GGZ C), persoonlijke verzorging.
gemeente Eindhoven
7
december 2015
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2016 -
Offerte De offerte vormt de basis in het bepalen van de hoogte van een Pgb. De offerte beschrijft onder andere welke activiteiten (in tijd en frequentie) worden uitgevoerd en tegen welke prijs en met welke resultaten. De offerte maakt onderdeel uit van het Pgb-budgetplan. Landelijk voorzieningen en Pgb Onder de Wmo 2015 vallen ook vormen van zeer specialistische ondersteuning voor mensen met zintuiglijke beperkingen. Hierover heeft de VNG met landelijk specialistische aanbieders afspraken gemaakt. De VNG maakte ook dergelijke afspraken met specialistische en landelijk opererende aanbieders van jeugd. In het geval dat een inwoner voor deze zorg een Pgb wenst, zal op maat hiervan een beoordeling en eventuele vaststelling van de hoogte plaatsvinden. De kosten hiervan zijn voor rekening van de gemeente. Maximum uurtarieven Het hanteren van maximum uurtarieven voor voorzieningen ondersteuning zelfstandig leven, ondersteunend wonen en maatschappelijke deelname & werk is van belang voor het accorderen van de zorgovereenkomst. De hoogte van de maximumuurtarieven worden opgenomen in de Nadere Regel 2016. Indien een inwoner afspraken maakt over een hoger uurtarief dient hij dat deel van de prijs dat het maximum uurtarief overstijgt bij te storten bij de SVB. Zoals eerder aangegeven gelden voor Wmo 2007-voorzieningen andere tarieven. Proceskeuzen Het is mogelijk om bepaalde kosten die niet direct gerelateerd zijn aan zorg vanuit het Pgb te vergoeden. Het college hanteert echter het standpunt dat het Pgb aan de inkoop van zorg en ondersteuning dient te worden besteed. Dit betekent dat kosten als gevolg van administratie, bemiddeling, coördinatie en feestdagenuitkering niet ten laste mogen worden gelegd van het Pgb-budget. Het college maakt een uitzondering; wanneer een budgethouder overlijdt, mag maximaal één volledig maandsalaris (zoals is vastgesteld in de zorgovereenkomst) ter compensatie van het verlies van inkomsten van de particuliere zorgverlener betaald worden. In 2016 worden de zorgovereenkomsten niet meer collectief maar individueel getoetst. Verantwoordingsvrij bedrag Binnen de AWBZ was het mogelijk om een deel van het persoonsgebonden budget te gebruiken, dat de budgethouder niet hoefde te verantwoorden aan het zorgkantoor: het verantwoordingsvrije bedrag (VVB). De budgethouder kon dit bedrag budgethouder binnen de AWBZ aan allerlei zaken besteden, die niet per se zorg gerelateerd hoefden te zijn (zoals een bloemetje voor de zorgverleners of mantelzorger, kleine uitgaven zoals portokosten, etc.). In de AWBZ was de hoogte van het VVB 1,5% van het toegekende budget met een minimum van € 250 en een maximum van € 1.250 per jaar. Vanaf 2016 valt dit onder de beleidsvrijheid van de gemeente. De gemeente Eindhoven kiest ervoor deze mogelijkheid in 2016 onder dezelfde uitgangspunten te behouden.
8
gemeente Eindhoven
december 2015
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2016 -
Toeslagen Beschermd wonen Het voormalige AWBZ-beleid? kende een woontoeslag (€ 4.000 p.j.) en een ZZP ophoging (€ 3.332 p.j.) voor bewoners van kleinschalige wooninitiatieven met een ZZP GGZ-C 3 > indicatie. De woontoeslag diende de kosten te dekken die samenhangen met de organisatie van zorg in geclusterde zorgsettingen. De ZZP ophoging betrof een extra toelage voor huishoudelijk hulp. Hiermee kon men circa 3,3 uur zorg per week inkopen. Beide toeslagen werden automatisch verstrekt mits voldaan werd aan de voorwaarden. De woontoeslag is voor de continuïteit van belang voor kleinschalige woonintiatieven. In het kader van het overgangsrecht en het overgangsjaar 2015 werden beide toeslagen gehandhaafd. Het overgangsrecht eindigt per 31 december 2015 en de AWBZ systematiek wordt in 2016 verlaten. Hieronder beschrijven we wat dit betekent voor deze toeslagen. ZZP ophoging vervalt De voorzieningen huishoudelijk hulp is sinds de invoering van de Wet Maatschappelijk Ondersteuning (Wmo) onderdeel van de gemeentelijke verantwoordelijkheid. Indien een bewoner van een kleinschalig wooninitiatief deze vorm van ondersteuning nodig heeft, kan hij hierop een beroep doen. De noodzaak voor het automatisch toekennen van een specifieke toeslag zoals onder het AWBZ-beleid mogelijk was, komt hierdoor te vervallen. Ook wenst de gemeente geen verschil te maken met inwoners die niet in een kleinschalig wooninitiatief wonen. Woontoeslag wordt inclusiesubsidie In het toekomstbeeld van beschermd wonen staat de sociale inclusie van mensen met een 2 verstoorde zelfregulatie centraal . Een beschermd woonvorm dient in beginsel een tijdelijke voorziening te zijn en wordt doorstroming naar bijvoorbeeld andere lichtere vormen van ambulante woonbegeleiding nagestreefd. De gemeente heeft vanuit de Wmo hierbij de verantwoordelijkheid in het geval dat dit noodzakelijk is (tijdelijke) ondersteuning te bieden. Binnen dit licht transformeert het college de woontoeslag naar een inclusiesubsidie bedoeld voor kleinschalige wooninitiatieven. Het doel van de inclusiesubsidie is de bewoners voor te bereiden op een uiteindelijke doorstroming naar lichtere vormen van ambulante woonbegeleiding. Het is een subsidie in activiteitenkosten gericht op sociaal samenzijn, sociale redzaamheid en het leggen van sociale verbindingen en contacten onderling en met de wijk/buurt te versterken en te vergroten. De activiteiten staat niet op zich zelf, maar zijn gericht op het bevorderen van doorstroming. Het organiseren van uitjes naar bijvoorbeeld evenementen, concerten en attractieparken valt niet onder de noemer van activiteiten inclusietoeslag. Een inclusiesubsidie is alleen mogelijk voor kleinschalige wooninitiatieven, dit is een woonsituatie waarbij: a. minimaal 3 en maximaal 26 bewoners een persoonsgebonden budget ontvangen op grond van Deelovereenkomst Ondersteuning Wonen voor ondersteuning zelfstandig wonen beschermd wonen middel en zwaar en hiervoor door bundeling van persoonsgebonden budgetten gezamenlijk de zorg inkopen, en b. de bewoners verblijven op één woonadres als bedoeld in artikel 1 van de Wet basisregistratie personen, of op meerdere woonadressen binnen een straal van 100 meter, waarin ten minste één gemeenschappelijke verblijfsruimte aanwezig is die geschikt is voor het ontplooien van gezamenlijke activiteiten. De inclusiesubsidie bedraagt maximaal € 2.000 p.j. per bewoner en dient aannemelijk gemaakt te worden. 2
Van beschermd wonen naar een beschermd thuis, Advies commissie Toekomst beschermd wonen
gemeente Eindhoven
9
december 2015
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2016 -
Eigen bijdrage en ouder bijdrage De eigen bijdrage wordt niet ingehouden op het Pgb, maar door het CAK conform landelijke regelgeving vastgesteld. Het CAK neemt hierover met de cliënten contact op. De eigen bijdrage mag niet van het Pgb worden betaald. De ouderbijdrage komt per 1 januari 2016 te vervallen.
10
gemeente Eindhoven
december 2015
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2016 -
4
De rol van het sociaal netwerk
Een Pgb-houder kan ondersteuning/zorg inkopen bij een persoon uit zijn/haar sociale netwerk, bij een ZZP’er of bij een formele aanbieder. Gezien de keuzevrijheid voor een Pgb is het in principe ook mogelijk dat een Pgb-houder hulp inkoopt bij een aanbieder die ook een inkoopcontract heeft afgesloten met de gemeente. Het zal dan wel gaan om andere hulp dan die valt onder het contract, of hulp die op een andere manier geboden dient te worden (bijv. vaker, op onregelmatige tijden, door een vaste hulpverlener). Met andere woorden, de Pgb-houder moet de noodzaak van het Pgb kunnen onderbouwen. Het Pgb kan worden ingezet om niet-professionele zorgverleners te betalen. Tot het sociale netwerk worden personen gerekend uit de huiselijke kring en andere personen met wie iemand een sociale relatie heeft. Denk bij deze laatste groep aan familieleden die niet in 3 hetzelfde huis wonen, buren, vrienden, kennissen, etc. . Het uitbetalen van een Pgb aan niet-professionele zorgverleners dient beperkt te blijven tot die gevallen waarin dit aantoonbaar tot betere en effectievere ondersteuning leidt en doelmatiger is dan de inzet van een in natura voorziening of een voorziening in de vorm van een Pgb via een professional. Daarnaast is het niet de bedoeling om het Pgb te gebruiken om mantelzorgers te betalen voor een vorm van ondersteuning die ze eerder onbetaald konden en wilden verrichtten (een vorm van oneigenlijk gebruik van het Pgb). De WIJgeneralist beoordeelt samen met de jeugdige/cliënt en de betrokken mantelzorgers het nut en de noodzaak van het inzetten van een Pgb in het sociale netwerk. De gemeente Eindhoven hanteert het uitgangspunt dat, als de inwoner het beheer van het budget uit handen heeft gegeven aan een persoon uit zijn sociaal netwerk, deze persoon in principe niet de zorgverlener is. Hierbij maakt de gemeente een uitzondering: voor jeugd geldt dat een ouder zelf de (betaalde) zorgverlener mag zijn en ook gemachtigd is als Pgbhouder. Geen pgb bij gebruikelijke zorg Voor gezinsleden binnen hetzelfde huishouden als de aanvrager gebruikt de gemeente de bepalingen rondom gebruikelijke zorg. Deze zijn vastgelegd in het protocol ‘Gebruikelijke hulp gemeente Eindhoven’. Wanneer de ondersteuningsvraag getypeerd kan worden als gebruikelijke zorg, wordt geen Pgb versterkt. Uit het onderzoek dient duidelijk te blijken wat de mogelijkheden van de jeugdige of zijn ouder(s) zijn om op eigen kracht of met ondersteuning van het sociaal netwerk een oplossing voor de hulpvraag te vinden (zie art. 2.3 eerste lid onder c Nadere regeling SD). De uitkomst hiervan moet ook in een verslag worden verwerkt (zie art. 2.4 Verordening SD). Als daaruit al blijkt dat een beroep op de ouder(s) gedaan kan worden voor bijvoorbeeld het doen van de administratie, dan mag daar geen pgb voor worden verstrekt. Buiten ‘gebruikelijke hulp’ zijn er op dit moment geen Pgb-zorg-/ondersteuningsvormen die we op voorhand willen uitsluiten van het sociale netwerk.
3
Handreiking PGB blz. 21
gemeente Eindhoven
11
december 2015
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2016 -
De gemeente Eindhoven hecht veel waarde aan mantelzorgers en vindt het belangrijk dat zij hun zorg kunnen blijven bieden zonder overbelast te raken en te stoppen met hun betaalde baan. Hoewel we het uitbetalen van naasten willen beperken, willen we de mogelijkheid van het uitbetalen van zwaarbelaste mantelzorgers behouden. 4
5
In de Wmo en Jeugdwet is opgenomen dat een Pgb kan worden verstrekt voor maatwerken individuele voorzieningen die een cliënt van derden betrekt. De woorden ‘van derden’ geven aan dat (uitgezonderd van boven gebruikelijke zorg) het in principe niet de bedoeling is dat ouders de ondersteuning of hulp die tot de maatwerk- of individuele voorziening hoort van zichzelf betrekken met het Pgb. Dit zou ook in strijd zijn met de primaire eigen verantwoordelijkheid en de eigen kracht-gedachte. De WIJgeneralisten bepalen de noodzaak tot betaling van leden uit het sociale netwerk. Zij bekijken daarbij mogelijkheid tot het op nemen van zorgverlof Andere factoren die meegenomen kunnen worden in de afweging van het al dan niet uitbetalen van het sociaal netwerk zijn: b de totale belasting van de mantelzorger (gebruikelijke zorg, mantelzorg en werk), b het type hulp, de frequentie van de geboden hulp, b de duur van de hulp (tijdelijk/niet), b de mate van verplichting, b de noodzaak om een betaalde baan (deels) op te zeggen, b de kosten die iemand moet maken om mantelzorg te verlenen en de mogelijkheid om dit zelf te betalen. Per situatie is maatwerk geboden.
4 Artikel 2.3.6 Wmo 5 Artikel 8.1.1 Jeugdwet
12
gemeente Eindhoven
december 2015
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2016 -
5
Beheersing Pgb
De afgelopen jaren is gebleken dat Pgb’s niet altijd ingezet zijn voor de zorg waarvoor ze bedoeld waren. En dat er soms onvoldoende zicht was op de kwaliteit van de zorg die mensen in kochten met een Pgb. Naast de voordelen die het trekkingsrecht met zich meebrengt, zet de gemeente Eindhoven onderstaande instrumenten in om te waarborgen dat pgb-houders het budget optimaal besteden aan de inkoop van kwalitatief goede zorg en ondersteuning. Wettelijke voorwaarden Pgb Een scherpe toetsing op de wettelijke voorwaarden voorafgaande aan het gemeentelijk besluit voorkomt dat een Pgb wordt verstrekt aan inwoners die de verantwoordelijkheid hiervoor niet kunnen dragen. In 2016 neemt deze toetsing een prominente rol in het proces. De wettelijke voorwaarden Pgb zijn: 1. de cliënt (danwel zijn vertegenwoordiger, ouder of verzorger) moet naar oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat zijn de aan Pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren. Dat mag ook met hulp uit zijn sociale netwerk of van een curator, bewindvoerder, mentor of gemachtigde. 2. een cliënt (danwel zijn vertegenwoordiger of ouder) moet kunnen motiveren waarom hij een Pgb wenst (Wmo) en dat het natura aanbod voor hem niet passend is (Jeugdwet). 3. naar oordeel van het college is gewaarborgd dat de ondersteuning van goede kwaliteit is. Kwaliteit wordt in beide wetten verder uitgewerkt, de belangrijkste eisen daarbij zijn dat de geleverde zorg veilig, doeltreffend en cliëntgericht is. Trekkingsrecht Om redenen van uniformiteit, doelmatigheid en gecoördineerde aanpak van fraude heeft de regering het trekkingsrecht ingevoerd en centraal belegd bij één organisatie, de SVB. Door gestandaardiseerde uitvoering van het trekkingsrecht kan fraude worden tegengegaan en op landelijke schaal worden aangepakt. Door het trekkingsrecht ontvangt niet de budgethouder het Pgb, maar maakt de gemeente dit over naar de SVB. Op basis van een declaratie betaalt de SVB het Pgb uit. De SVB is formeel de enige instantie die namens PGB-budgethouders betalingen kan doen aan zorgverleners. Uitzondering hierop zijn de eenmalige pgb’s voor maatwerkvoorzieningen, woningaanpassing en vervoer. Gemeenten blijven de daaraan verbonden betalingen (net zoals in 2015) ook in 2016 uitvoeren. Zorgovereenkomst Een zorgovereenkomst is een contract tussen de budgethouder en zijn zorgverlener. Daarin staan de afspraken over de zorg, de werktijden en de vergoeding of loon. Een zorgovereenkomst is noodzakelijk binnen het trekkingsrecht Pgb. De gemeente maakt hierbij gebruik van de gestandaardiseerde zorgovereenkomsten van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Het Pgb-budgetplan Het gesprek (bewust keuze-gesprek) tussen de inwoner en WIJgeneralist vormt het cruciale moment om de risico’s van het werken met Pgb’s aan de voorkant te beheersen. Het Pgbbudgetplan is ook een van de instrumenten die in de beheersing van de risico’s een rol speelt.
gemeente Eindhoven
13
december 2015
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2016 -
In het Pgb budgetplan geeft de inwoner onder andere aan waarom hij gebruik wenst te maken van een Pgb, welke resultaten hij wil bereiken en hoe de zorg die hij wil inkopen hieraan bijdraagt. Ook toetst het Pgb-budgetplan de wettelijke voorwaarden. Periodieke evaluatie Periodiek worden in een persoonlijk gesprek tussen Pgb-houder en WIJgeneralist de behaalde resultaten besproken. Deze evaluatiemomenten worden in het Pgb-budgetplan vastgelegd. Samen kijken WIJgeneralist en Pgb-houder aan de hand van het Pgbbudgetplan of de Pgb-houder tevreden is over de geleverde ondersteuning en of de ondersteuning bijdraagt aan de beoogde doelen (zelfredzaamheid en participatie). Dit maakt de kwaliteit en doelmatigheid van de geboden ondersteuning inzichtelijk. Steekproefsgewijs kunnen huisbezoeken worden gebracht aan de Pgb-houders om het gebruik van het Pgb te evalueren. Tevens kan tijdens de evaluatie naar voren komen dat een cliënt bewust of onbewust het budget heeft gebruikt voor een ander doel dan waarvoor het Pgb is afgegeven. Dergelijke signalen van oneigenlijk gebruik, of bij signalen van de SVB (red flags) zal de gemeente handhavend optreden. Preventie- en handhavingsbeleid Aan het preventie- en handhavingsbeleid kent de gemeente een hoge prioriteit toe. De drie pijlers van het preventie- en handhavingsbeleid zijn: preventie, aanpakken fraude en kwaliteit van zorg en veiligheid. Het vertrekpunt bij een Pgb is vertrouwen. Echter heeft de gemeente door de nieuwe taken op het gebied van de Wmo(2015) en Jeugd helaas ook te maken gekregen met fraude met deze zorggelden. In 2015 werden hiervan verschillende signalen ontvangen. Het preventie- en handhavingsbeleid staat voor deze voorzieningen nog in de kinderschoenen. Mede hierdoor en de beperkte capaciteit binnen het Sociaal Domein kon in 2015 niet adequaat op alle signalen gereageerd worden. Preventie en handhaving betekenen niet alleen het aanpakken van fraude maar ook het bieden van bescherming naar de inwoner. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan: goede voorlichting over de verantwoordelijkheden bij een pgb; een scherpe toetsing op de wettelijk pgb-voorwaarden en een bewuste keuzegesprek voorafgaande aan de keuze voor een Pgb. Een hulpmiddel hierbij kan zijn de pgb-zelftest van Per Saldo (http://www.pgb-test.nl/). In 2016 krijgen de hiervoor genoemde onderwerpen een nadrukkelijkere rol. Anderzijds dient fraude door budgethouders en zorgverleners hard te worden aangepakt. Naast preventie gaat het ook om de kwaliteit van zorg en veiligheid. De afgelopen jaren verschenen binnen Beschermd Wonen diverse aanbieders op de markt. De kwaliteit van zorg loopt uiteen en verschilt per aanbieder. Met een algemene gedragscode Beschermd Wonen waaraan ieder aanbieder is gehouden kan zicht op de kwaliteit van de zorg gekregen worden. Veiligheid speelt daarbij ook een belangrijke rol. Een dergelijke gedragscode draagt bij aan het bevorderen van doelmatige zorg en het voorkomen van misbruik.
14
gemeente Eindhoven
december 2015
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2016 -
Kwaliteit van zorg betreft de volle breedte van de Wmo en jeugdwet. Hierover willen wij transparant zijn; dit doen wij door: te bekijken of we aan kunnen sluiten op de werksite die in 2016 wordt ingevoerd voor de ZIN aanbieders waarmee de gemeente in 2016 contracten sluiten, te onderzoeken of aanvullende screening nodig is voor Pgbzorg die in het kader van een rechterlijke maatregel (bijvoorbeeld een ondertoezichtstelling) geboden wordt. In de deelovereenkomsten ZIN en in de Wmo en Jeugdwet (zie bijlage 2) zijn (wettelijke) kwaliteitsbepalingen opgenomen die ook gelden voor zorgleveranciers Pgb. Dit betekent bijvoorbeeld dat jeugdzorg, al dan niet via een Pgb, alleen geleverd kan worden door geregistreerd jeugdzorgmedewerkers. Hierover willen wij transparant zijn; dit doen wij door aansluiting te zoeken op de werksite die in 2016 wordt ingevoerd voor de ZIN aanbieders waarmee de gemeente in 2016 contracten sluiten. Ook gaan wij met Bureau Jeugdzorg (Bjz) in overleg over de toetsing die zij verzorgen op het moment dat er een maatregel (bijvoorbeeld een onderzoek toezicht stelling) in de vorm van een Pgb wordt ingezet. In 2016 vindt deze toetsing nog plaats door het Bjz op basis van de budgetgarantie, vanaf 2017 vervalt deze. We moeten bekijken of we iets dergelijks voor 2017 en verder nodig hebben/kunnen regelen. In de deelovereenkomsten ZIN en In de Wmo en jeugdwet (zie bijlage 2) zijn (wettelijke) kwaliteitsbepalingen opgenomen die ook gelden voor zorgleveranciers Pgb. Dit betekent bijvoorbeeld dat jeugdzorg, al dan niet via een Pgb, alleen geleverd kan worden door geregistreerd jeugdzorgmedewerkers. In 2016 zal de gemeente preventie- en handhavingsbeleid op de nieuwe taken verder ontwikkelen. Hiervoor zal capaciteit worden gecreëerd binnen het Sociaal Domein. Ter ondersteuning van gemeente is door de VNG een landelijk expert-team fraudepreventie en handhaving ingericht.
gemeente Eindhoven
15
december 2015
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2016 -
6
Beschermd wonen
De gemeente Eindhoven is in de Wmo 2015 als centrumgemeente materieel 6 verantwoordelijk voor beschermd wonen voor de 14 regiogemeenten . Ook in 2016 is de gemeente Eindhoven voor het budget van de totale regio verantwoordelijk Daarmee heeft de gemeente Eindhoven de regie voor de plaatsing van cliënten in beschermd wonen. Toegang Over de organisatie van de toegang van beschermd wonen is een bestuurlijke akkoord gesloten met de 14 regiogemeenten. De regiogemeenten pakken zelfstandig de toegang en toeleiding (inclusief indicatiestelling) met betrekking tot beschermd wonen op tot uiterlijk 1 januari 2017. De Centrumgemeente Eindhoven handelt de lokaal gestelde indicaties voor Beschermd wonen af en stuurt de beschikking naar cliënten. Zowel voor herindicaties als voor nieuwe aanvragen geldt: een indicatie voor beschermd wonen wordt door de regiogemeenten en centrumgemeente voor maximaal 12 maanden afgegeven, mits de toeleiding/indicatiestelling door de regiogemeenten inhoudelijk is afgewogen. Expertise en/of specialistische beschermd wonen capaciteit wordt collegiaal tussen regiogemeenten (incl. Eindhoven) uitgeleend als krapte aan de orde is. Daarnaast kan er onderlinge consultatie tussen regiogemeenten (incl. Eindhoven) plaatsvinden. Achteraf kan centrumgemeente Eindhoven steekproefsgewijs toetsen of de indicaties voor beschermd wonen door de regiogemeenten terecht zijn afgegeven. Bevindingen uit deze steekproef zijn uitsluitend bedoeld ter verbetering van de kwaliteit van het lokale proces en de samenhang van dit proces met de administratieve rol van centrumgemeente Eindhoven hierin. Dus de steekproef is nooit en te nimmer bedoeld om de afgegeven indicaties met terugwerkende kracht aan te passen. Centrumgemeente Eindhoven stelt randvoorwaarden en informatie voor de lokale uitvoering beschikbaar of ontwikkelt deze. De uitgangspunten Pgb 2016 zijn ook van toepassing voor de 14 regiogemeenten als het gaat om een Pgb voor beschermd wonen. Hiervoor zal met de regiogemeenten een implementatietraject gevolgd. Overgangsrecht Het overgangsrecht voor Beschermd wonen is maximaal 5 jaar, maar het Pgb valt niet onder dit lange overgangsrecht. Voor budgethouders met een indicatie voor Beschermd 7 wonen vervalt Pgb als verstrekkingsvorm wettelijk uiterlijk 31-12-2015 . Als uit een herindicatie blijkt dat een Pgb niet meer tot mogelijkheden behoort zal met een overgangsperiode naar een oplossing binnen het aanbod ZIN gezocht worden. Samen zorg inkopen; ouderinitiatieven Naast professionele plekken waar Beschermd Wonen wordt aangeboden, zoals het Regionaal Instituut Beschermd Wonen, zijn er ook particuliere initiatieven die door cliënten of hun omgeving met een Pgb worden ingekocht. We onderscheiden de volgende vijf ‘woonzorgmodellen’: Inwonen bij ouders of familie. Wonen in een ouderinitiatief ( wooninitiatief georganiseerd door ouders). Wonen in een wooninitiatief (georganiseerd door professionals). Zelfstandige woonruimte gekoppeld aan de zorg van beschermd wonen. Zelfstandige woonruimte los van de zorg van beschermd wonen. 6
Bladel, Bergeijk, Best, Cranendonck, Eersel, Geldrop-Mierlo, Heeze-Leende, Nuenen, Oirschot, Reusel-De Mierden, Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven en Waalre. 7 Door het bestuurlijk akkoord van 3 september 2015 tussen VWS en de VNG zijn alle Pgb’s verlengd tot 1 mei 2016. Dit om betalingsproblemen per 1 januari 2016 te voorkomen (zie collegedossier 15BST01243).
16
gemeente Eindhoven
december 2015
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2016 -
De laatste jaren zijn er in Zuidoost Brabant veel ouderinitiatieven gestart. Ouders van (jongvolwassen) kinderen hebben zich verenigd in een stichting en hebben, vaak na jarenlange voorbereidingen) een wooninitiatief opgericht: een plek voor hun kinderen waar zij relatief zelfstandig kunnen wonen (eigen woonruimte), ruimten delen voor ontmoeting en recreatie en waar ze zorg op maat ontvangen. Deze zorg hebben de ouders door middel van de Pgb’s ingekocht bij een professionele aanbieder. Dat doen ze gezamenlijk en daarbij onderhandelen ze over tarieven, werkwijze en kwaliteit. De huisvesting wordt doorgaans geleverd door een woningcorporatie of een particuliere verhuurder. De huur wordt meestal gefinancierd uit het eigen inkomen van de Pgb-cliënten (Wajong, bijstand of werk). Het blijft in 2016 mogelijk om met Pgb’s van meerdere cliënten te verzamelen om gezamenlijk zorg in te kopen. Het proces van aanvraag, afhandeling, declaratie, facturering en verantwoording blijft individueel. De ouderinitiatieven hebben zich ontwikkeld ten tijde van het AWBZ beleid en hebben daarop hun begroting en businessmodel afgestemd. Door vanaf 2016 het Pgb-beleid in lijn te brengen met de systeemgedachte WIJeindhoven wordt de AWBZsystematiek verlaten en vindt er een andere vaststelling van het Pgb plaats.
gemeente Eindhoven
17
december 2015
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2016 -
7
Ontwikkelingen in 2016
Verbeterplan trekkingsrecht Pgb 2016 - 2017 De doelen van het trekkingsrecht staan, maar de inrichting daarvan kan klantvriendelijker en efficiënter. Stond 2015 in het teken van betalen, 2016 en 2017 staan in het teken van het vereenvoudigen van het voeren van eigen regie door de budgethouder. De trekkingsrechtketen wordt hervormd en zo ingericht dat de budgethouder meer centraal komt te staan. Door een verplaatsing van controles van SVB naar de verstrekker (gemeente of zorgkantoor), krijgt de budgethouder te maken met minder overdrachtsmomenten en één toegangspoort naar (het beheer van) het Pgb. Gemeenten en zorgkantoren kunnen zo de budgethouder beter ondersteunen in zijn invulling en administratie van het Pgb. Om het trekkingsrechtenproces soepeler te laten verlopen zal ook een forse standaardisering en digitaliseringsslag gemaakt worden. Hierdoor hebben budgethouders meer houvast en kunnen budgethouders en verstrekkers het trekkingsrechtenproces sneller en met minder fouten doorlopen. Tot slot worden meer mogelijkheden gecreëerd waarmee de budgethouder daadwerkelijk in zijn rol als regisseur van zowel de invulling van als de administratieve afhandeling van het Pgb komt te staan. Het verbeterplan is als bijlage 5 bijgevoegd. Een budget per wet Het verbeterplan trekkingsrecht Pgb voorziet in het terugdringen van administratieve lasten en op termijn toe te werken naar één budget per wet. Integraal Pgb Over de periode 01-01-2016 tot 01-01-2017 vindt in de gemeenten Woerden en Delft een pilot plaats met een integraal budget. Een budget dat mensen met een ondersteuningsbehoefte ter beschikking krijgen om daarmee die ondersteuning in te kopen die zij nodig hebben. Het budget is vraaggericht en wordt verleend onafhankelijk van het levensdomein waarin de vraag speelt (thuis, school, werk, zorg, mobiliteit, enzovoort). In de ideale situatie voegt het integraal Pgb alle huidige financieringsvormen samen tot één budget, zonder schotten voor de besteding en dubbelingen bij het aanvragen en verantwoorden. Wij blijven deze ontwikkeling volgen. Preventie- en handhavingsbeleid Zoals aangegeven in paragraaf 5 wordt het preventie- en handhavingsbeleid verder doorontwikkeld en geïntensiveerd. Kleinschalige wooninitiatieven Ten tijde van het AWBZ-beleid zijn op initiatief van ouders kleinschalige wooninitiatieven ontstaan om zorg en ondersteuning te bieden aan (eigen) kinderen met vergelijkbare problematiek. Mede op basis van een Pgb beschermd wonen vindt financiering van deze woonvorm plaats. Dergelijke kleinschalige wooninitiatieven zijn in bepaalde opzichten vergelijkbaar met ZIN aanbieders. Hoe we als gemeente verder willen omgaan met kleinschalige wooninitiatieven is onderwerp van beleidsontwikkeling.
18
gemeente Eindhoven
december 2015
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2016 -
Bijlage 1: Pgb-budgetplan Plan voor een persoonsgebonden budget (Pgb-budgetplan) Wilt u uw ondersteuning betalen via een persoonsgebonden budget? Dan is het belangrijk dat u voldoet aan een aantal voorwaarden. Eén van die voorwaarden is dat u dit Pgb-budgetplan invult. Hierin omschrijft u bijvoorbeeld welke zorg of ondersteuning u wilt inkopen. En wat u met die zorg of ondersteuning wilt bereiken. Mijn persoonsgegevens: Achternaam: Voornamen (voluit): Geboortedatum: Burger Service Nummer (BSN-nummer) : 1.
Welke ondersteuning wilt u inkopen? (Bijvoorbeeld hulp bij het huishouden of ondersteuning bij zelfstandig leven). ……………………………...................................................
2.
Wat voor ondersteuning wilt u inkopen? o zorg verleend door een professionele medewerker(s) in loondienst bij een zorgverlener; o zorg verleend door een zelfstandige zonder personeel (ZZP’ér); o zorg verleend door het inschakelen van het sociaal netwerk.
3.
Bij wie wilt u de gewenste ondersteuning inkopen? Soort voorziening / aanbieder / KVK nummer ../ kosten p.w. /.. kosten p.m.
4.
Waarom kiest u voor ondersteuning door deze aanbieder(s) of personen?
5.
6.
7.
8.
……………… Wat wilt u met deze ondersteuning bereiken? (Bijvoorbeeld hulp bij het huishouden om uw huis schoon te houden. Of begeleiding zodat u leert zelfstandig uw boodschappen te doen). …………………………………………………………. Waar gaat uw ondersteuning uit bestaan? (Bijvoorbeeld een hulp die 1 keer per week, 4 uur lang uw huis komt schoonmaken. Of een begeleider die 2 keer per week gedurende 2 uur met u op pad gaat om boodschappen te doen). …………………………………………………………… Wanneer bent u tevreden over uw ondersteuning? (Bijvoorbeeld als wekelijks in elk geval de woonkamer, keuken, slaapkamer , badkamer en toilet zijn schoongemaakt. Of als een begeleider u leert een boodschappenlijstje te maken en u deze boodschappen samen kunt inkopen). Als u zelf uw ondersteuning inkoopt, betekent dit dat u meer dingen zelf moet doen dan wanneer de gemeente de ondersteuning voor u inkoopt. Zo moet u bijvoorbeeld zelf de rekeningen van uw zorgaanbieder doorsturen naar de Sociale Verzekeringsbank (SVB).
gemeente Eindhoven
19
december 2015
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2016 -
Zijn de plichten die aan het Pgb zijn verbonden u bekend? [] Ja [] Nee Hebt u hier nog vragen over? ..................................................................................................................................... ..................................................................................................................................... 9.
Wanneer u een Pgb voor de betaling van uw ondersteuning hebt, bent u verantwoordelijk voor het aansturen van uw ondersteuner. Dit betekent bijvoorbeeld dat u zelf de kwaliteit van de ondersteuning moet bewaken. En dat u bij ziekte van uw ondersteuner zult u zelf voor vervangende ondersteuning zorgt. Is dit voor u duidelijk? [] Ja [] Nee Hebt u hier nog vragen over? ..................................................................................................................................... .....................................................................................................................................
10. In een evaluatiegesprek bespreekt u met uw vaste contactpersoon van de gemeente of WIJeindhoven of uw zorg/ondersteuning nog aansluit bij uw behoefte en doelen. Dit evaluatiegesprek is op ….. (invullen datum)
Ondertekening van het Pgb-budgetplan Plaats
Datum
Handtekening aanvrager
U kunt het uitgeprinte en ondertekende Pgb-budgetplan geven of sturen aan/naar uw vaste contactpersoon bij de gemeente of WIJeindhoven. Gemeente Eindhoven t.a.v. …( uw contactpersoon) Postbus 90150 5600 Eindhoven
20
WIJeindhoven t.a.v. …( uw contactpersoon) Torenallee 20 5617 BC Eindhoven
gemeente Eindhoven
december 2015
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2016 -
Bijlage 2: wettelijk kader Pgb De Jeugdwet en de Wmo 2015 bevatten een aantal kaders met betrekking tot het Pgb. De wetten gaan in op de volgende thema’s: Keuzevrijheid: In de Jeugdwet en Wmo 2015 staat over het Pgb: Als een cliënt (danwel zijn ouders in geval van een jeugdige) dit wenst, verstrekt het college een Pgb dat hem in staat stelt ondersteuning die tot de individuele voorziening (Jeugd) dan 8 wel maatwerkvoorziening (Wmo) behoort van derden te betrekken. Voorwaarden: Een Pgb wordt verstrekt als een cliënt aan drie voorwaarden voldoet: 4. de cliënt (danwel zijn ouder of verzorger) moet naar oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat zijn de aan Pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren. Dat mag ook met hulp uit zijn sociale netwerk of van een curator, bewindvoerder, mentor of gemachtigde. 5. een cliënt (danwel zijn ouders) zich gemotiveerd op het standpunt stelt dat hij het Pgb wenst (Wmo) of het natura aanbod niet passend is (Jeugdwet). 6. naar oordeel van het college is gewaarborgd dat de ondersteuning van goede kwaliteit is. Kwaliteit wordt in beide wetten verder uitgewerkt, de belangrijkste eisen daarbij zijn dat de zorg veilig, doeltreffend en cliëntgericht geleverd wordt. Beide wetten geven ruimte aan gemeenten om een Pgb te weigeren als de cliënt niet voldoet aan de aan het Pgb verbonden, hierboven genoemde voorwaarden. In de Jeugdwet zijn specifieke kwaliteitseisen opgenomen die gelden voor álle professionele jeugdhulpaanbieders, dus ook voor jeugdhulpaanbieders die via een Pgb hun diensten leveren, namelijk: 1. De jeugdhulpaanbieder verleent verantwoorde hulp, waaronder wordt verstaan hulp van goed niveau, die in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht wordt verleend en die is afgestemd op de reële behoefte van de jeugdige of ouder. De jeugdhulpaanbieder organiseert zich op zodanige wijze, voorziet zich kwalitatief en kwantitatief zodanig van personeel en materieel en dragen zorg voor een zodanige verantwoordelijkheidstoedeling, dat een en ander leidt of redelijkerwijs moet leiden tot verantwoorde hulp. 2. De hulpverlener neemt bij zijn werkzaamheden de zorg van een goede hulpverlener in acht en handelt daarbij in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor die hulpverlener 9 geldende professionele standaard . 3. De jeugdhulpaanbieder is in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens van personen die in hun opdracht beroepsmatig of niet incidenteel als vrijwilliger in contact kunnen komen met jeugdigen of ouders aan wie de jeugdhulpaanbieder jeugdhulp verleent. Een verklaring is niet eerder afgegeven dan drie maanden voor 10 het tijdstip waarop betrokkene gaat werken voor de aanvrager .
8
Dit is de terminologie uit de wetten, maar het gaat de facto om een zelfde soort voorziening, namelijk een voorziening waarvoor alleen met een indicatie/diagnose en beschikking toegang tot verkregen kan worden. In dit stuk wordt verder de naam ‘maatwerkvoorziening’ gebruikt. 9
Artikel 4.1.1. Jeugdwet en artikel 3.1 Wmo. Artikel 4.1.6 Jeugdwet.
10
gemeente Eindhoven
21
december 2015
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2016 -
4.
De kwaliteit van de voorziening moet voldoende zijn om de gestelde doelen in het gezinsplan te kunnen realiseren. De geleverde voorziening wordt afgestemd met de persoonlijke situatie van de aanvrager en eventuele andere vormen van hulp/zorg in het gezin. 5. Systematische bewaking, beheersing en verbetering van kwaliteit van de 11; hulpverlening 6. De jeugdhulpaanbieder stellen een meldcode vast waarin stapsgewijs wordt aangegeven hoe wordt omgegaan met signalen van huiselijk geweld of 12 kindermishandeling . 7. De jeugdhulpaanbieder doet melding van iedere calamiteit of geweld die bij de verlening van jeugdhulp of bij de uitvoering ervan plaatsvindt; 8. De jeugdhulpaanbieder stelt een vertrouwenspersoon in de gelegenheid zijn taak 13. uit te oefenen * de kwaliteitseisen van de Jeugdwet gelden niet voor leden van het sociale netwerk.
11
Artikel 4.1.3 jeugdwet Artikel 4.1.6 jeugdwet 13 Artikel 4.1.7. en 4.1.8 jeugdwet 12
22
gemeente Eindhoven
december 2015
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2016 -
Bijlage 3: Handvatten beoordelen wettelijk kader Handvatten bij het beoordelen van de (wettelijke) voorwaarden Toetsen van Pgb-bekwaamheid: Een Pgb-aanvrager voldoet aan deze voorwaarde als hij/zij volgens de WIJgeneralist: b goed op de hoogte is van de rechten en plichten die horen bij het beheer van een Pgb. b zelfstandig een redelijke waardering kan maken van zijn belangen ten aanzien van de ondersteuningsvraag. Hij kan in zijn/haar persoonlijk Pgb-budgetplan uitleggen wat het probleem/de zorgvraag is, hoe dit ontstaan is, welke doelen bereikt moeten worden en welke ondersteuning daarvoor nodig is (duur en vorm). b de aan Pgb verbonden taken op verantwoorde wijze kan uitvoeren. Bij deze taken kan gedacht worden aan het kiezen van een zorgverlener die in de zorgvraag voldoet, het voeren van sollicitatiegesprekken, het aangaan van een contract, het in de praktijk aansturen van de zorgverlener, het bewaken van de kwaliteit van de geleverde zorg en het bijhouden van een juiste administratie. b de benodigde werkgeversplichten kan uitvoeren die komen kijken bij vormen van ondersteuning of hulp voor 4 dagen of meer per week. Denk hierbij onder meer aan het overeenkomen van een redelijk uurloon, het doorbetalen van loon bij ziekte en het hanteren van een redelijke opzegtermijn. Toetsen van motivatie Indien de aanvrager in zijn Pgb-budgetplan onderbouwt dat hij/zij zich heeft georiënteerd op ZIN, dat dit niet voldoet en dat het Pgb beter past, mag de aanvraag op deze gronden niet geweigerd worden. Voorbeelden van motivering: De ondersteuning… is vooraf niet goed te plannen, moet worden geleverd op ongebruikelijk tijden, wordt geboden op veel korte momenten per dag wordt geleverd op verschillende locaties vindt 24/7 op afroep plaats moet worden geboden door een vaste hulpverlener wordt het best geboden door de huidige aanbieder moet aansluiten bij de eigen levensovertuiging. (het voorgaande heeft betrekking op Pgb Jeugdwet. Binnen Wmo bestaat keuzevrijheid). Toetsen van kwaliteit De budgethouder is in de rol van werkgever primair verantwoordelijk voor de kwaliteit van de geleverde zorg. De belangrijkste eisen zijn dat de zorg veilig, doeltreffend en cliëntgericht geleverd wordt. Voor aanbieders van jeugdhulp gelden wettelijk bepaalde kwaliteitscriteria (zie wettelijk kader). Wanneer er een goed, helder Pgb-budgetplan wordt opgesteld met daarin de eisen waaraan de zorgverlener moet voldoen (resultaat- en kwaliteitsafspraken), en de WIJgeneralist periodiek contact houdt met de budgethouder en de zorgverlener om de voortgang te controleren, dan is de kwaliteitscontrole voldoende geborgd. Hulpverleners die worden ingehuurd voor vormen van ondersteuning waarvoor een opleiding/autorisatie wettelijk verplicht is, dienen uiteraard aan deze eisen te voldoen. Kwaliteit zal worden gemeten naar bejegening (is de budgethouder tevreden?) en 14 effectiviteit (draagt ondersteuning daadwerkelijk bij aan zelfredzaamheid en participatie?) . Deze paragraaf over toetsing van kwaliteit is gebaseerd op de handreiking ‘Een solide Pgb in de nieuwe Wmo: aandachtspunten voor een duurzaam Pgb-beleid in gemeenten’ van Pgb belangenvereniging Per Saldo (mei 2014). 14
gemeente Eindhoven
23
december 2015
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2016 -
Bijlage 4: Verordening Sociaal Domein Eindhoven De verordening Sociaal Domein regelt op een aantal punten het Pgb: Hoogte Pgb-tarieven (art. 2.5) 1. Het college legt in een nadere regeling de hoogte van de Pgb-tarieven vast. 2. De Pgb-tarieven zijn vergelijkbaar met de omvang van de kosten van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate individuele voorziening in natura; Pgb en sociaal netwerk (art. 2.6) Een jeugdige of zijn ouders aan wie een Pgb wordt verstrekt, kan een individuele voorziening, onder de volgende voorwaarden, betrekken van een persoon die behoort tot het sociaal netwerk: a) deze persoon krijgt een lager tarief betaald voor zijn diensten dan het tarief geldend voor een professionele dienstverlener, b) deze persoon heeft aangegeven dat de zorg aan de jeugdige zijn ouders voor hem niet tot overbelasting leidt, en c) tussenpersonen of belangenbehartigers mogen niet uit het Pgb worden betaald. Nieuwe feiten en omstandigheden, herziening, intrekking of terugvordering (art. 2.7) 1. Onverminderd artikel 8.1.2 van de wet doen een jeugdige of zijn ouders op verzoek of onverwijld uit eigen beweging aan het college mededeling van alle feiten en omstandigheden, waarvan hen redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze aanleiding kunnen zijn tot heroverweging van een beslissing aangaande een individuele voorziening. 2. Onverminderd artikel 8.1.4 van de wet kan het college een beslissing aangaande een individuele voorziening herzien dan wel intrekken als het college vaststelt dat: 9. de jeugdige of zijn ouders onjuiste of onvolledige gegevens hebben verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid; 10. de jeugdige of zijn ouders niet langer op de individuele voorziening of op het Pgb zijn aangewezen; 11. de individuele voorziening of het Pgb niet meer toereikend is te achten; 12. de jeugdige of zijn ouders niet voldoen aan de voorwaarden van de individuele voorziening of het Pgb, of 13. de jeugdige of zijn ouders de individuele voorziening of het Pgb niet of voor een ander doel gebruiken dan waarvoor het is bestemd. 3. Een besluit tot toekenning van een Pgb kan worden ingetrokken als blijkt dat het Pgb binnen 6 maanden na uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van de voorziening waarvoor de toekenning heeft plaatsgevonden. 4. Het college kan een, als gevolg van herziening danwel intrekking, bedoeld in het tweede lid onder a, d en e en derde lid ten onrechte genoten individuele voorziening of Pgb geheel of gedeeltelijk in geldswaarde terugvorderen van de jeugdige of zijn ouders. 5. Het college onderzoekt uit het oogpunt van kwaliteit van de geleverde zorg, al dan niet steekproefsgewijs, de bestedingen van Pgb’s. De nadere uitwerking van de wijze waarop een cliënt in aanmerking kan komen voor een maatwerkvoorziening en een Pgb staat in de Nadere Regeling Sociaal Domein gemeente Eindhoven.
24
gemeente Eindhoven
december 2015
Uitgangspunten Persoonsgebonden budget 2016 -
Bijlage 5: Verbeterplan Trekkingsrecht Pgb 2016 - 2017
gemeente Eindhoven
25