jaarverslag 2014
Uit economische- en duurzaamheidsoverwegingen is dit jaarverslag alleen in
Inhoud
een digitale versie beschikbaar.
Inleiding
3
1
Kerntaken en activiteiten
5
2
Klachten en informatieverzoeken
6
3
Wettelijk kader
10
4
Klachtenbehandeling
17
5
Discriminatiegrond van de klacht
22
6
Terrein van de klacht
29
7
Aard van de klacht
39
8
Advies en signalering
41
9
Projecten
50
10
Regionaal Discriminatie Overleg (RDO)
53
11
Horeca Deurbeleid
55
Organisatie en bestuur
57
Casussen 1
Commerciële dienstverlening / nationaliteit Autoverhuurbedrijf discrimineert een Hongaarse vrouw
2
Onderwijs / ras Lerares geeft geen hand vanwege ebola
3
33
Huisvesting / ras Makelaar verhuurt niet aan Aziaten
11
32
Commerciële dienstverlening / geslacht Wasmachine alleen voor moeders en dochters
10
28
Commerciële dienstverlening / ras Taalgebruik in reisbrochure wordt herzien
9
24
Arbeid / ras Geen baan vanwege Indiaas ‘callcenter accent’
8
20
Arbeid / geslacht en leeftijd Alleen vrouwelijk personeel met een jonge en frisse uitstraling
7
13
Horeca / amusement / handicap Museum slecht toegankelijk voor bezoeker in een rolstoel
6
12
Arbeid / nationaliteit Afgewezen voor een baan vanwege ontbreken Europese identiteitskaart
5
9
Arbeid / leeftijd Selectie van sollicitanten op leeftijd?
4
8
36
Arbeid / ras Bedrijf wil niet met Polen werken
37
2
Inleiding Het Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam (MDRA) is sinds 1996 in Amsterdam actief op het gebied van discriminatiebestrijding. Sinds 2009 werkt het MDRA ook in de gemeenten Aalsmeer, Amstelveen, Diemen, Ouder-Amstel en Uithoorn. Het MDRA is in eerste instantie een meldpunt waar inwoners van de bovengenoemde gemeenten terecht kunnen voor advies en ondersteuning. Daarnaast richt het MDRA zich de laatste jaren steeds meer op preventie door onder meer het geven van gastlessen in het onderwijs. Het MDRA heeft zich bovendien ontwikkeld tot hét kenniscentrum op het terrein van discriminatie in de regio. Beleidsmedewerkers, journalisten, onderzoekers en collega’s van antidiscriminatievoorzieningen (ADV’s) weten het MDRA te vinden voor informatie en advies. Een belangrijke taak van het MDRA is het registreren en behandelen van discriminatiemeldingen. De cijfers vormen de basis voor onder meer gemeentelijk beleid en geven inzicht in de omvang en aard van discriminatie in Amsterdam en de regio. In het jaarverslag 2014 is een nauwkeurig overzicht te vinden van de in 2014 door het MDRA ontvangen meldingen. De klachten zijn uitgesplitst naar discriminatiegrond, terrein en aard. Het valt direct op dat het aantal klachten1 in 2014 flink is gestegen in vergelijking met 2013. Dit is eenvoudig te verklaren door het grote aantal meldingen dat het MDRA ontving naar aanleiding van de uitspraken van Geert Wilders (‘Willen jullie meer of minder Marokkanen’) op de dag van de gemeenteraadsverkiezingen. Bij het MDRA werden hierover 1203 klachten ingediend. Met ingang van dit jaarverslag worden de meldingen van moslimdiscriminatie apart vermeld. Het aantal meldingen en signalen van moslims die zich op grond van hun geloof gediscrimineerd voelen, en de vraag naar cijfers, is hiervoor de reden. Deze meldingen vallen onder de grond godsdienst/ levensovertuiging en in dit verslag wordt deze grond verder uitgesplitst. In 2014 voerde het MDRA een onderzoek uit naar de toegankelijkheid van festivals en evenementen en organiseerde voor belanghebbenden een expertmeeting. Het project draagt bij aan het verbeteren van de toegankelijkheid van
3
festivals en evenementen voor mensen met een beperking. In dit jaarverslag zijn verschillende casussen opgenomen die gebaseerd zijn op meldingen die het MDRA in 2014 in behandeling heeft genomen. Deze geven een goed beeld van de aard en de verschijningsvormen van discriminatie en de wijze waarop het MDRA bijdraagt aan het bestrijden ervan. Uit het aantal klachten en de nog altijd toenemende vraag naar gastlessen en advies kan worden afgeleid dat het MDRA een onverminderd belangrijke rol inneemt in de stad en de omliggende gemeenten.
1De term ‘klacht’ en ‘melding’ worden beide gebruikt in dit verslag. Dit duidt niet op een verschil
in de beoordeling van de zwaarte of de wijze van afhandeling.
4
1 Ker ntaken en ac t ivit eit en Het MDRA heeft de volgende kerntaken: –
Klachtenbehandeling
–
Advisering & signalering
–
Voorlichting
Klachtenbehandeling Een uitgebreide beschrijving van klachtenbehandeling door het MDRA vindt u op pagina 17. De cijfers staan vermeld in tabellen en grafieken bij het Overzicht klachten en informatieverzoeken op pagina 6.
Advisering & signalering Het MDRA geeft adviezen aan burgers, bedrijven, brancheorganisaties, scholen en gemeenten over de aanpak van discriminatie en vooroordelen in de samenleving. Daarnaast werkt het MDRA nauw samen met maatschappelijke instanties om discriminatie tegen te gaan. Een beschrijving van deze kerntaak treft u aan op pagina 41.
Voorlichting Een belangrijke activiteit is het geven van voorlichting aan Amsterdammers en inwoners uit de regio. Medewerkers van het MDRA geven voorlichting op scholen en verzorgen trainingen en workshops voor het bedrijfsleven, de overheid en buitenlandse delegaties. Een uitgebreide beschrijving van deze kerntaak treft u aan op pagina 41.
5
2 Klacht en en inf or m at ieverz oeken Tabel 1 geeft een overzicht van het aantal klachten en informatie- en adviesverzoeken dat door het MDRA in behandeling is genomen. Het aantal klachten en informatie- en adviesverzoeken staat uitgesplitst per gemeente in tabel 2. Tabel 1 / Klachten en informatieverzoeken 2012, 2013 en 2014
Betreft
Aantal 2012
Aantal 2013
Aantal 2014
1070
982
2142
750
899
745
1820
1881
2887
Klachten over discriminatie Informatie en advies Totaal
Tabel 2 / Informatieverzoeken per gemeente 2012, 2013 en 2014
Gemeente
Informatie en advies Informatie en advies
Informatie en advies
2012
2013
2014
Aalsmeer
15
19
15
Amstelveen
18
18
17
Amsterdam
296
333
323
Diemen
4
7
7
Ouder-Amstel
3
4
6
13
18
21
N.v.t./ onbekend
401
500
356
Totaal
750
899
745
Uithoorn
6
Tabel 3 / Informatieverzoeken in 2012, 2013 en 2014 uitgesplitst naar doel
Informatie en advies Informatie en advies
Doel
Informatie en advies
2012
2013
2014
332
328
209
72
72
64
151
190
220
Cijfers
33
64
54
Interview
25
51
28
Onderzoek
22
32
21
Presentatie/voorlichting
86
113
109
Project
10
21
10
Studieopdracht
19
28
30
750
899
745
Aanpak klacht/probleem Advies Anders*
Totaal
*Betreft onder andere mailings verzorgd door het MDRA aan verschillende doelgroepen.
Tabel 4 / Klachten per gemeente uitgesplitst naar terrein in 2014
Aalsmeer Amstelveen Amsterdam
Diemen Ouder-Amstel
Uithoorn
Totaal
Arbeid
8
22
234
13
6
11
294
Buurt en wijk
1
2
47
2
2
1
55
1
8
66
3
1
-
79
1
7
75
-
-
4
87
amusement
-
1
71
1
-
-
73
Huisvesting
-
2
13
1
-
-
16
Media / reclame
-
-
23
2
-
-
25
Onderwijs
-
4
40
1
-
-
45
lingendienst / OM
2
2
31
-
-
1
36
Privésfeer
-
-
6
-
-
-
6
tieke opinie
2
16
1288
22
6
9
1343
Sport en recreatie
1
-
15
-
-
-
16
Openbare ruimte
-
2
56
1
-
-
59
Overig
-
-
8
-
-
-
8
16
66
1973
46
15
26
2142
Collectieve voorzieningen Commerciële dienstverlening Horeca /
Politie / vreemde-
Publieke en poli-
Totaal
7
Commerciële dienstverlening / nationaliteit
Casus 1 Autoverhuurbedrijf discrimineert een Hongaarse vrouw Een Hongaarse vrouw die in Nederland woont wil een auto huren bij een autoverhuurbedrijf en vult een aanvraagformulier in op de website. Het bedrijf mailt haar dat de verhuur wordt geannuleerd omdat zij een Hongaars rijbewijs heeft. Vervolgens probeert haar vriendin Aranka*, die ook uit Hongarije komt, telefonisch een auto te huren. Een medewerker vertelt haar dat er geen auto’s verhuurd worden aan Hongaren. Aranka wijst de medewerker erop dat zij in Nederland woont en werkt en dat hiermee de wet wordt overtreden. Ook bij een andere vestiging weigert men haar een auto te verhuren. Zij stuurt een e-mail naar het hoofdkantoor maar krijgt geen reactie. Zij neemt contact op met het College voor de Rechten van de Mens (CRM) en deze adviseert haar om het MDRA te vragen om ondersteuning.
Het MDRA dient namens Aranka een schriftelijke klacht in. Het bedrijf wordt op de gelijkebehandelingswetgeving gewezen en erop attent gemaakt dat het CRM in 2012 ook al eens oordeelde dat het bedrijf verboden onderscheid maakte. Correspondentie over en weer leidt er niet toe dat het bedrijf zijn standpunt wijzigt. Het bedrijf blijft van mening dat er geen sprake is van discriminatie ‘omdat iedereen in het bezit van een Nederlands rijbewijs moet zijn’. Reden voor het MDRA om het CRM om een oordeel te vragen.
Tijdens de zitting stelt het bedrijf dat de eis noodzakelijk is, omdat de politie aan de hand van het burgerservicenummer, dat op Nederlandse rijbewijzen staat vermeld, makkelijk kan achterhalen waar de huurder woont en zo verdwenen auto’s snel kan traceren. Het CRM oordeelt dat het bedrijf onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er geen alternatieven zijn om te bewerkstelligen dat verdwenen verhuurde auto’s getraceerd kunnen worden. Zo is bijvoorbeeld niet onderzocht of een Nederlands rijbewijs de enige manier is waarop de politie verdwenen auto’s kan opsporen. Daarom staat voor het CRM onvoldoende vast dat de eis van een Nederlands rijbewijs noodzakelijk is. Omdat het bedrijf geen objectieve rechtvaardiging (goede reden) heeft voor het gemaakte onderscheid, oordeelt het CRM dat het autoverhuurbedrijf verboden onderscheid op grond van nationaliteit heeft gemaakt.
(Het oordeel is gepubliceerd op de website van het CRM: mensenrechten.nl, oordeelnummer 2014-174)
*Zowel in deze als alle volgende casussen zijn alle namen gefingeerd
8
Onderwijs / ras
Casus 2 Lerares geeft geen hand vanwege ebola Imani belt het MDRA met de vraag of wat haar echtgenoot Rudy is overkomen als discriminatie kan worden aangemerkt. Rudy komt uit een Afrikaans land en volgt Nederlandse les. Hij is lid van een organisatie die hulpgoederen inzamelt voor ebolapatiënten. Imani heeft de lerares gebeld dat Rudy een vergadering heeft van deze organisatie en daarom wat later in de les zal komen. Als haar echtgenoot de klas betreedt, zegt de lerares dat zij hem de hand niet schudt vanwege ebola. Rudy reageert hier koeltjes op en zegt dat het 11 jaar geleden is dat hij zijn land voor het laatst bezocht. Als hij thuis komt, is hij hierdoor toch behoorlijk van slag en hij bespreekt het met zijn vrouw. Beiden hebben er niet van kunnen slapen.
Het MDRA vertelt Imani dat er wel een verband is met de afkomst van Rudy, maar dat dit formeel niet onder discriminatie valt. Het getuigt eerder van lompheid of domheid van de lerares. Het advies luidt om de lerares te bellen en te vertellen welk gevoel zij haar man heeft gegeven. Imani belt het MDRA later terug. Zij is blij en opgelucht dat zij de lerares heeft gesproken. Zij heeft haar boosheid kunnen uiten en duidelijk gemaakt welk negatief gevoel het hun heeft gegeven over hoe een blanke lerares naar zwarte leerlingen kijkt. De lerares vindt het vreselijk. Zij had wel bemerkt dat het helemaal verkeerd viel en schaamt zich voor haar kortzichtigheid. Haar volmondige excuses worden door Imani en Rudy geaccepteerd.
9
3 Wet telijk kader Discriminatie is in Nederland volgens de wet verboden. Dat is vastgelegd in artikel 1 van de Grondwet. Dit grondwetsartikel vormt de basis voor verschillende wetten en regels waaraan allen die zich in Nederland bevinden zich dienen te houden. De belangrijkste daarvan zijn de Algemene wet gelijke behandeling (AWGB) en een aantal artikelen in het Wetboek van Strafrecht. Het MDRA neemt klachten in behandeling en registreert deze op de gronden en terreinen die vallen onder de gelijkebehandelingswetgeving.
Gelijkebehandelingswetgeving Artikel 1 van de Grondwet is een algemene bepaling die het in de eerste plaats de overheid verbiedt om haar burgers te discrimineren. Om het recht op gelijke behandeling te garanderen zowel tussen overheid en burgers als tussen burgers onderling, is artikel 1 van de Grondwet in de volgende wetten uitgewerkt: 1
Wet College voor de Rechten van de Mens (WCRM)
2
Algemene wet gelijke behandeling (AWGB)
3
Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (WGB)
4
Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ)
5
Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd (WGBL)
6
Wet onderscheid arbeidsduur (WOA)
7
Wet onderscheid bepaalde en onbepaalde tijd (WOBOT)
1
Wet College voor de Rechten van de Mens (WCRM)
Op 1 oktober 2012 is de WCRM in werking getreden. Bij deze wet is het College voor de Rechten van de Mens (CRM) opgericht. In de wet zijn de taken, bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van het College vastgelegd. De Commissie Gelijke Behandeling (CGB) is opgegaan in het CRM. De oordelen van het CRM zijn een belangrijke leidraad voor de behandeling van klachten door het MDRA. 2
Algemene wet gelijke behandeling (AWGB)
De wet is in september 1994 in werking getreden en biedt bescherming aan mensen die gediscrimineerd worden op grond van: –
godsdienst / levensovertuiging
–
politieke gezindheid
–
ras, afkomst
10
–
geslacht
–
nationaliteit
–
hetero- of homoseksuele gerichtheid en biseksuele gerichtheid
–
burgerlijke staat
Bescherming van de AWGB kan alleen worden ingeroepen als het gaat om discriminatie op de volgende terreinen: –
Arbeid: zoals bij werving en selectie, bemiddeling, bejegening op het werk, arbeidsvoorwaarden, promotie en ontslag.
–
Goederen en diensten: zoals wonen, welzijn, gezondheidszorg, cultuur, onderwijs, financiële dienstverlening, verzekeringsdiensten, winkelen, sporten en uitgaan.
–
Het vrije beroep: freelancers en zelfstandig ondernemers, zoals makelaars, artsen en architecten.
–
Lidmaatschap vakbond of vereniging van beroepsgenoten: personen die belemmerd worden om lid te worden van een vakbond of een vereniging van beroepsgenoten kunnen hierop een beroep doen.
–
Sociale bescherming: zoals uitkeringen, studiefinanciering. Personen die menen dat onderscheid is gemaakt op grond van ras bij de sociale bescherming kunnen hierop een beroep doen.
3
Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (WGB)
De wet is in maart 1980 in werking getreden. De wet behandelt het verschil in behandeling tussen mannen en vrouwen op het werk: een werkgever mag niet discrimineren bij het aangaan van een arbeidsovereenkomst, bij de arbeidsvoorwaarden, de arbeidsomstandigheden, de bevordering en het ontslag. Zowel mannelijke als vrouwelijke werknemers kunnen een beroep doen op deze wet. 4
Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (WGBH/CZ)
De wet is in december 2003 in werking getreden. Personen die menen dat zij gediscrimineerd worden op grond van een handicap of een chronische ziekte kunnen een beroep doen op deze wet. De wet verplicht om, indien hierom is verzocht, doeltreffende aanpassingen te verrichten voor personen met een handicap of chronische ziekte, tenzij deze aanpassingen een onevenredige belasting vormen. Alle langdurige lichamelijke, verstandelijke en psychische beperkingen vallen onder deze wet. Op deze wet kan alleen een beroep worden gedaan als sprake is van discriminatie op de volgende terreinen:
11
Arbeid / leeftijd
Casus 3 Selectie van sollicitanten op leeftijd? Maureen is al een jaar werkloos en doet haar uiterste best om een baan te vinden. Al vele malen is zij afgewezen. Bij een sollicitatie naar de functie marketingassistent wordt zij bij de briefselectie direct afgewezen. In een e-mail van het bedrijf staat: ‘gezien de hoeveelheid reacties op deze functie hebben wij een eerste selectie gemaakt, waar jij helaas niet bij zat. De voorkeur is uitgegaan naar kandidaten met een lichter profiel (net afgestudeerden)’. Maureen is van mening dat hier sprake is van leeftijdsdiscriminatie. Zij is niet afwezen op haar werkervaring en kwaliteiten, maar men geeft de voorkeur aan jongere personen. Zij meldt dit bij het MDRA en besloten wordt om het bedrijf om opheldering te vragen.
Het MDRA schrijft het bedrijf aan en wijst erop dat het selectiecriterium ‘student’ of ‘recent afgestudeerd’ op verboden onderscheid op grond van leeftijd kan duiden. Dit wordt toegelicht en het bedrijf wordt attent gemaakt op oordelen van het CRM. Het selectiecriterium duidt op ‘indirect onderscheid’. Immers, ook al zijn er studenten van alle leeftijden, het overgrote deel bestaat uit jonge mensen.
Het bedrijf biedt excuses aan voor het gevoel dat Maureen aan de sollicitatieprocedure heeft overgehouden. Er wordt uitgebreid toegelicht waarom zij is afgewezen. De vacature betreft een lichte functie voor iemand met weinig werkervaring, die vanuit deze baan de kneepjes van het vak kan leren. Uit het cv van Maureen is duidelijk dat zij een ervaren professional is. Het bedrijf beseft dat de formulering niet passend was en dat in de e-mail de term ‘overgekwalificeerd’ als korte omschrijving gebruikt had moeten staan.
Maureen accepteert de excuses. Zij vindt het fijn dat het bedrijf alsnog uitgebreid heeft gemotiveerd waarom zij is afwezen en dat er voortaan beter op de bewoordingen zal worden gelet.
12
Arbeid / nationaliteit
Casus 4 Afgewezen voor een baan vanwege ontbreken Europese identiteitskaart Malena woont al enkele jaren in Nederland en heeft een Argentijns paspoort en een Europese verblijfskaart. Zij solliciteert via internet bij een schoonmaakbedrijf in Amsterdam en een paar dagen later wordt er door een medewerker van het bedrijf telefonisch contact met haar opgenomen. De medewerker informeert naar de nationaliteit van Malena, die hierop antwoordt dat zij Argentijnse is. Vervolgens wil het bedrijf weten of zij ook een Nederlands paspoort heeft. Dit is niet het geval, maar Malena zegt dat ze wel een Europees verblijfsdocument heeft. De medewerker overlegt kort met een collega en komt dan bij Malena terug met de boodschap dat zij haar niet kunnen aannemen, omdat ze alleen mensen aannemen die een dubbele nationaliteit of een paspoort uit een EU-land hebben. Malena zegt nog dat zij met deze verblijfskaart in Nederland mag werken, maar de medewerker blijft bij zijn standpunt.
De man van Malena, Matthijs, vraagt zich af of een bedrijf wel mag eisen dat medewerkers een dubbele nationaliteit of een EU-paspoort hebben. Die vraag legt hij voor aan het MDRA. De klachtenbehandelaar verdiept zich in de regelgeving van de immigratiedienst en concludeert dat de eis van het schoonmaakbedrijf in strijd is met de gelijkebehandelingswetgeving. Op de verblijfskaart van Malena staat immers dat arbeid is toegestaan, het bedrijf heeft geen legitieme reden om haar vanwege haar nationaliteit voor de functie af te wijzen. De klachtenbehandelaar stelt een klachtenbrief aan het bedrijf op, maar Malena is er een beetje huiverig voor om de brief te versturen. Zij is bang dat zij door de brief van het MDRA op een soort zwarte lijst komt en daardoor in de toekomst moeilijk werk zal kunnen vinden. Afgesproken wordt dat Matthijs en Malena, gesterkt met de informatie die ze van het MDRA hebben gekregen, eerst zelf bij het bedrijf vragen om een toelichting op de afwijzing.
Niet veel later komt het verrassende antwoord van de directeur van het bedrijf. Hij biedt zijn excuses aan en schrijft dat er door de betreffende medewerker helaas fouten zijn gemaakt. Er is geen sprake van dat het niet hebben van een EU-paspoort of een dubbele nationaliteit een reden zou zijn om iemand niet in dienst te nemen. Malena wordt uitgenodigd om opnieuw te solliciteren. Een paar weken later volgt bericht van Matthijs: Malena werkt inmiddels met plezier voor het schoonmaakbedrijf.
13
–
Arbeid, zoals bij werving en selectie, bemiddeling, bejegening op het werk, arbeidsvoorwaarden, promotie en ontslag.
–
Het vrije beroep: freelancers en zelfstandig ondernemers, zoals makelaars, artsen, architecten.
–
Lidmaatschap vakbond of vereniging van beroepsgenoten.
–
Beroepsonderwijs, zoals praktijkonderwijs, mbo-, hbo- en universitaire opleidingen.
–
Basis- en voortgezet onderwijs (sinds 1 augustus 2009). Scholieren en leerlingen kunnen een beroep doen op de wet. De wet is niet van toepassing op het speciaal onderwijs.
–
Wonen (sinds 15 maart 2009). De volgende personen kunnen hierop onder meer een beroep doen: huurders en kopers. Bouwkundige of woontechnische aanpassingen vallen niet onder de wet.
–
Openbaar vervoer (sinds 9 mei 2012). Trein-, bus- en metroreizigers kunnen een beroep op deze wet doen.
Toelichting openbaar vervoer: omdat het gaat om veel voorzieningen die soms lang meegaan, of waarvan de aanpassing ingrijpend is, heeft de overheid gekozen voor een invoering in termijnen. De WGBH/CZ wordt de komende jaren uitgebreid: –
Vanaf 1 januari 2015 – toegankelijkheid van metrohaltes, metrostations en reisinformatie
–
Vanaf 1 januari 2016 – toegankelijkheid van bushaltes
–
Vanaf 1 januari 2020 – toegankelijkheid van trams, tramhaltes en treinstations
–
Vanaf 1 januari 2030 – toegankelijkheid van treinen
5
Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid (WGBL)
De wet is in mei 2004 in werking getreden en is bedoeld voor mensen die gediscrimineerd worden vanwege hun leeftijd, bijvoorbeeld omdat zij te jong of juist te oud zijn. Op deze wet kan alleen een beroep worden gedaan als sprake is van discriminatie op de volgende terreinen: –
Arbeid
–
Het vrije beroep
–
Lidmaatschap vakbond of vereniging van beroepsgenoten
–
Beroepsonderwijs
6
Wet onderscheid arbeidsduur (WOA)
Deze wet is in november 1996 in werking getreden. De wet verbiedt een verschil
14
in behandeling tussen deeltijders en voltijders op het werk, tenzij hiervoor een objectieve rechtvaardiging aanwezig is. Zowel werknemers die in voltijd als werknemers die in deeltijd werken kunnen een beroep doen op deze wet als zij ongelijk worden behandeld bij de voorwaarden waaronder een arbeidscontract wordt aangegaan, voortgezet of beëindigd. 7
Wet onderscheid bepaalde en onbepaalde tijd (WOBOT)
Deze wet is in november 2002 in werking getreden. De wet verbiedt een verschil in behandeling tussen werknemers met een vast arbeidscontract en werknemers met een tijdelijk arbeidscontact, tenzij hiervoor een objectieve rechtvaardiging aanwezig is. Werknemers kunnen een beroep doen op deze wet als zij bij de arbeidsvoorwaarden ongelijk worden behandeld. Uitzonderingen gelijkebehandelingswetgeving In de bovengenoemde wetten zijn uitzonderingen opgenomen. Deze uitzonderingen zijn bedoeld om het maken van onderscheid onder bepaalde voorwaarden wel toe te staan.
Wetboek van Strafrecht Het Wetboek van Strafrecht bepaalt onder meer dat je geen uitlatingen mag doen die discriminerend zijn en ook niet mag aanzetten tot haat en discriminatie. De artikelen 137c t/m f en 429quater stellen de volgende vormen van discriminatie strafbaar. Artikel 137c opzettelijke belediging van een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid of hun handicap. Artikel 137d aanzetten tot haat tegen of discriminatie van mensen of gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid of hun handicap. Artikel 137e het openbaar maken, toezenden of verspreiden van uitlatingen of materiaal dat beledigend is voor een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid of hun handicap. Indien de uitlating of het materiaal aanzet tot haat, discriminatie of geweld dan is dit naast bovengenoemde gronden ook strafbaar voor de grond geslacht.
15
Artikel 137f het deelnemen of steunen van activiteiten gericht op discriminatie van mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid of hun handicap. Artikel 137g het in de uitoefening van een ambt, beroep of bedrijf personen opzettelijk discrimineren wegens hun ras. Artikel 429quater is de niet opzettelijke variant van artikel 137g waarin naast de grond ras ook de gronden godsdienst, levensovertuiging, geslacht, hetero- of homoseksuele gerichtheid en handicap zijn opgenomen. Indien er sprake is van strafbare discriminatie dan kan men hiervan aangifte doen bij de politie.
16
4 K lachtenbehandeling Naast vele informatieverzoeken, ontvangt het MDRA gemiddeld ruim 900 klachten per jaar. De meeste klachten worden per e-mail ingediend. Aangezien het MDRA werkt op basis van de gelijkebehandelingswetgeving, wordt eerst getoetst of (uitgaande van de melding) sprake is van onderscheid op een van de discriminatiegronden die mogelijk onder de gelijkebehandelingswetgeving vallen. Indien dat het geval is dan neemt het MDRA de klacht in behandeling. Het MDRA krijgt steeds meer meldingen van cliënten, die het gevoel hebben gediscrimineerd te worden, maar dit niet met feiten kunnen onderbouwen. Het MDRA kan deze meldingen alleen registreren.
Aanpak op maat De klachtenbehandeling is op maat gesneden. Dit houdt in dat samen met de indiener van de klacht wordt bekeken wat de beste strategie is om de discriminatieklacht aan te pakken. Soms is dat alleen de registratie van de klacht, vaak bestaat dit uit een uitgebreidere inzet van het MDRA. Vast onderdeel in de klachtenbehandeling is het informeren over de rechtspositie. Zo blijkt in arbeidssituaties dat werknemers vaak niet weten dat de werkgever wettelijk verplicht is om hen te beschermen tegen discriminatie. Bij een discriminerende collega of klant kan een werkgever dus niet volstaan met ‘dit moeten jullie zelf uitvechten.’ Hier heeft het MDRA een belangrijke voorlichtende taak: bewustwording van discriminatie en de bescherming die de wet daartegen biedt.
Ondersteuning en hulp op de achtergrond Vervolgens wordt de strategie bepaald. Daarbij komt het MDRA lang niet altijd zichtbaar in beeld. Het stimuleren van de zelfredzaamheid, door middel van het coachen van cliënten bij het aankaarten van het probleem, is soms voldoende en vaak een goede eerste stap. Zo kan het MDRA een brief opstellen die namens de cliënt zelf wordt verstuurd, of de cliënt begeleiden bij het aangaan van het gesprek met bijvoorbeeld een discriminerende collega. Indien een conflict nog in het beginstadium verkeert, en de cliënt voldoende ‘mondig’ is, blijkt deze laagdrempelige aanpak vaak succesvol. Deze wijze van optreden, waarbij het MDRA officieel buiten beeld blijft, maar achter de schermen meekijkt, biedt tevens een mogelijkheid om een klacht aan te pakken waarbij er vooral sprake is van een ‘gevoel van discriminatie’ en geen duidelijke feiten die hier op duiden. Ook kan dit een goede aanpak zijn bij een klacht waarbij de angst van de klager voor
17
represailles te groot is om het MDRA officieel te laten optreden. Zo kan het MDRA voor een groot scala aan situaties een bijdrage leveren aan het vinden van een oplossing, of tenminste aan het de-escaleren van een conflict.
Strategie waarbij MDRA namens de melder een klacht indient Wanneer wordt afgesproken dat het MDRA een klacht indient, dan is het over het algemeen noodzakelijk dat de cliënt zelf de klacht al kenbaar heeft gemaakt. Wanneer dit stadium is doorlopen dan start het MDRA de fase van de officiële klacht. Een vertrouwelijke klachtenbehandeling, op basis van het principe van hoor en wederhoor, zijn daarbij uitgangspunten. De wederpartij wordt verzocht om de klacht zorgvuldig te onderzoeken. Dit houdt in een transparant, onpartijdig onderzoek binnen een redelijke termijn waarbij alle betrokkenen worden gehoord. Daar hoort verder bij dat er, wanneer wordt vastgesteld dat er sprake is van discriminatie, passende maatregelen worden genomen. Overigens beschikken veel organisaties, zoals de gemeente, politie of het openbaar vervoer, over een eigen klachtenregeling. Indien de situatie zich ervoor leent, en bij beide partijen de bereidheid daartoe bestaat, organiseert het MDRA een bemiddelingsgesprek. In arbeidsconflicten komt het voor dat een klacht ertoe leidt dat het MDRA een voorlichtings-/discussiebijeenkomst organiseert voor personeel en leidinggevenden ter vergroting van het bewustzijn inzake discriminatie en ongewenst gedrag. Het MDRA bespreekt dan bijvoorbeeld concrete situaties op de werkvloer. Dit kan leiden tot het invoeren of aanpassen van huisregels, een gedragscode of een klachtenregeling.
Verzoeken om een oordeel aan het College voor de Rechten van de Mens (CRM) Leidt een klacht niet tot het gewenste resultaat, of is er sprake van een principiële kwestie waarover geen oordelen zijn uitgesproken, dan kan het MDRA overgaan tot het indienen van een verzoek om een oordeel bij het CRM. In 2014 heeft het MDRA 8 zaken voorgelegd aan het CRM, over sommige zaken is in 2015 een oordeel uitgesproken door het CRM. Het CRM is bevoegd om een oordeel te geven over zaken waarop de gelijkebehandelingswetgeving van toepassing is. De oordelen van het CRM zijn niet bindend, maar worden in de regel wel in acht genomen door de wederpartij. In een deel van de oordelen waarbij het CRM onderscheid constateert, neemt de verweerder toch geen maatregelen. Dit betekent echter niet dat de verzoeker per definitie met lege handen komt te staan. De verzoeker kan namelijk met het oordeel van het CRM naar de rechter gaan. De rechter hoeft het oordeel van het CRM niet te volgen, maar het komt regelmatig voor dat de rechter het oordeel
18
van het CRM in de besluitvorming betrekt en in lijn daarmee uitspraak doet.
Gedragscodes en klachtenregelingen Bij het indienen van een klacht bij bedrijven en organisaties vraagt het MDRA tevens aandacht voor het onderwerp discriminatie in gedragscodes en klachtenregelingen. Beide zijn onmisbare instrumenten om discriminatie en andere vormen van ongewenst gedrag te voorkomen en te bestrijden. Op deze wijze kan het indienen van een klacht tegelijkertijd leiden tot algehele verbeteringen op beleidsniveau binnen de organisatie: opnieuw gaat het om bewustwording van discriminatie. Het MDRA geeft bedrijven en organisaties advies over het opstellen van huisregels, gedragscodes en klachtenregelingen en kan deze ook in opdracht opstellen.
19
Horeca & amusement / handicap
Casus 5 Museum slecht toegankelijk voor bezoeker in een rolstoel Kees bezoekt regelmatig een museum, meestal samen met zijn vriend Joris. Joris zit in een rolstoel, dus het is belangrijk dat de gebouwen die zij bezoeken goed toegankelijk zijn. Kees en Joris willen in de zomer van 2014 een museum bezoeken dat gevestigd is in een oud weeshuis, een monumentaal pand. Van tevoren controleert Kees of het wel mogelijk is om het museum met een rolstoel te bezoeken. Volgens de informatie op de website is dit echter slechts gedeeltelijk het geval, de eerste verdieping is door het ontbreken van een lift niet te bereiken. Hierdoor is ongeveer twee derde van de collectie door Joris niet te bezichtigen. Kees is door deze informatie onaangenaam verrast en schrijft een boze e-mail aan het museum. Ook meldt hij dit bij het MDRA. Kees weet door zijn veelvuldige museumbezoek dat er verschillende musea in monumentale panden zijn die prachtige oplossingen hebben gevonden voor het toegankelijk maken van het gebouw en de collectie. Hij vindt dan ook dat het bewuste museum zich er makkelijk vanaf maakt.
Het museum schrijft in een reactie op de klacht dat zij het ook spijtig vindt dat er geen vergunning is verleend voor het plaatsen van een traplift in het gebouw. Wel is er op de begane grond een filmzaal ingericht, waar films worden getoond waarin de gehele collectie is te zien. Verder schrijft het museum dat zij heeft besloten de toegangsprijs voor bezoekers die vanwege hun beperking de eerste verdieping niet kunnen bezoeken, te verlagen. Uit de reactie van het museum wordt niet duidelijk wanneer er een aanvraag voor een traplift is gedaan en door wie en met welke reden een vergunning hiervoor is geweigerd. Ook is een traplift maar een halve oplossing; Joris kan hier met zijn rolstoel geen gebruik van maken. In overleg met Kees besluit de klachtenbehandelaar van het MDRA een brief te sturen met als doel meer informatie te krijgen en te achterhalen of het museum zich voldoende heeft ingespannen om de toegankelijkheid te verbeteren.
Na een maand volgt een reactie van het museum. Naar nu blijkt is er, ondanks eerder bericht, nooit voldoende onderzocht of het plaatsen van een traplift mogelijk is. Het museum zegt toe contact te zoeken met de instanties die hierover kunnen adviseren en beslissen. Nog weer een maand later volgt er bericht van het museum met daarin een uitnodiging aan Kees en Joris om het museum te bezoeken. In december vindt het bezoek plaats. Naast de directeur van het museum is er ook een deskundige van de omgevingsdienst aanwezig. Kees en Joris worden vriendelijk ontvangen met koffie en koek en krijgen uitleg en een rondleiding door het gebouw. Al snel wordt Kees en Joris duidelijk dat het onmogelijk is om dit gebouw beter toegankelijk te maken. Er is sprake van veel
20
ongelijke vloeren, smalle gangen en rare hoeken, waardoor er te weinig ruimte is om de hoogteverschillen te overbruggen met een lift of oprijplaten, omdat er onvoldoende ruimte zou overblijven om met de rolstoel te manoeuvreren.
Ondanks dat de inspanning van Kees en Joris er niet toe heeft geleid dat de toegankelijkheid is verbeterd, is Kees zeer te spreken over de behandeling van zijn klacht en de ontvangst door het museum. Hij voelt zich door de directeur serieus genomen en is tevreden over het feit dat zij samen met de deskundige het gebouw mochten bekijken.
21
5 D iscrim inatiegrond van de klacht In tabel 5 is het aantal klachten over 2012, 2013 en 2014 uitgesplitst naar de gronden waar het (vermeende) onderscheid betrekking op heeft. De meeste klachten in 2014 betreffen discriminatie op grond van ras (1701) gevolgd door leeftijd (91). Tabel 5 / Discriminatiegrond van de klacht 2012, 2013 en 2014
Grond
2012
2013
2014
24
29
35
Arbeidsduur
3
2
1
Burgerlijke staat
3
3
6
Geslacht
75
67
68
Godsdienst / levensovertuiging
49
56
56
Handicap of chronische ziekte
46
64
50
Hetero- of homoseksuele gerichtheid
67
38
49
124
140
91
38
23
23
2
2
2
581
523
1701
58
35
60
1070
982
2142
Antisemitisme
Leeftijd Nationaliteit Politieke gezindheid Ras / herkomst / huidskleur Anders Totaal
Het is vaak niet mogelijk om een verklaring te geven voor een toe- of afname van klachten over bepaalde gronden.
Antisemitisme Onder antisemitisme registreert het MDRA discriminatie van Joden gebaseerd op hun etniciteit of religie. Het aantal klachten dat werd ingediend op deze grond is ten opzichte van vorig jaar gestegen van 29 in 2013 naar 35 in 2014. Het merendeel van de klachten betreft vijandige bejegening in de openbare ruimte, bij demonstraties en op en rond voetbalwedstrijden. Hoewel antisemitisme noch in het Wetboek van Strafrecht noch in de AWGB als aparte grond is opgenomen en onder het begrip ras dan wel godsdienst valt, hebben de ADV’s ervoor gekozen hiervan een aparte categorie te maken. Een los hakenkruis op een kennelijk willekeurige plaats (bijvoorbeeld op een lantaarnpaal) wordt niet geregistreerd als antisemitisme.
22
Arbeidsduur Verboden onderscheid op deze grond heeft betrekking op het nadelig behandelen van personen met een parttime dienstverband ten opzichte van personen met een fulltime dienstverband. Het MDRA heeft hierover één klacht ontvangen.
Burgerlijke staat De grond burgerlijke staat heeft betrekking op de juridisch relevante toestand van een persoon. De wet verbiedt onderscheid op grond van al dan niet gehuwd zijn of een geregistreerd partnerschap hebben. In totaal zijn hierover 6 klachten ingediend. Het merendeel van de klachten heeft betrekking op het huren van een woning of omstandigheden die te maken hebben met vakanties of verzekeringen.
Geslacht In 2014 is het aantal klachten over verboden onderscheid op grond van geslacht nagenoeg gelijk gebleven: in 2013 67 klachten en in 2014 68 klachten. Bij deze grond gaat het veelal om vrouwen die bij de arbeid ongelijk worden behandeld ten opzichte van mannen. Denk hierbij aan minder gunstige arbeidsvoorwaarden zoals een lager salaris en minder kans op doorstroming. Discriminatie op grond van zwangerschap valt eveneens onder deze grond. Het MDRA ervaart dat het bijzonder lastig kan zijn om aannemelijk te maken dat afwezigheid als gevolg van zwangerschap de reden is dat een tijdelijk contract niet wordt verlengd. Dat geldt te meer in tijden van economische crisis, waarin een werkgever een neutrale reden zoals slechte bedrijfsresultaten kan aanvoeren om het niet verlengen van een contract te rechtvaardigen. Zwangerschap kan ook de collegiale verhouding met de baas onder druk zetten, want op welk moment vertel je dat je zwanger bent? Een vrouw is niet verplicht haar werkgever te vertellen dat ze zwanger is, ook niet als zij hierdoor een belangrijk deel van de afgesproken werkzaamheden niet kan doen. Maar vertel je de zwangerschap op de dag na het aflopen van de proeftijd, dan kan dat door de werkgever als een schending van zijn vertrouwen worden gezien. Om meer bekendheid te geven aan deze problematiek hebben enkele ADV’s gezamenlijk een folder ontwikkeld: Zwangerschap en werk: de rechten en de regels. De folder werd aan verloskundigenpraktijken gestuurd en moest al snel herdrukt worden. In enkele klachten werden mannen ongelijk behandeld ten opzichte van vrouwen. Zo had een man met een voornaam die zowel voor vrouwen als voor mannen wordt gebruikt in de kinderopvang gesolliciteerd en werd hem telefonisch meegedeeld dat de kinderopvang alleen sollicitaties van vrouwen in behandeling neemt.
23
Arbeid / geslacht en leeftijd
Casus 6 Alleen vrouwelijk personeel met een jonge en frisse uitstraling Joost is op zoek naar werk en komt bij zijn zoektocht een vacature tegen van een juice- en chocolatebar, waar men gezonde drankjes en hapjes serveert. Op de website van de bar wordt gevraagd naar vrouwelijk personeel tussen de 20 en 25 jaar. Joost stuurt de vacature naar het MDRA en vraagt of deze eisen gesteld mogen worden. Dat is niet het geval: deze eisen zijn in strijd met de gelijkebehandelingswetgeving. Het MDRA dient daarom een klacht in bij de juice- en chocolatebar.
De eigenaar stelt in zijn reactie dat mannen minder netjes, hygiënisch en servicegericht werken dan vrouwen. De leeftijdseis is volgens hem noodzakelijk omdat hij een jong, fris, snel en gezond concept wil neerzetten. De uitstraling van het personeel dient daarom eveneens jong, fris, snel en gezond te zijn. Het MDRA is door deze uitleg niet overtuigd. Omdat de eigenaar voet bij stuk houdt, wordt de advertentietekst ter beoordeling aan het CRM voorgelegd.
Het CRM oordeelt dat in de personeelsadvertentie direct onderscheid op zowel de grond geslacht als leeftijd wordt gemaakt. Onderscheid op grond van geslacht is volgens de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen (WGB) alleen toegestaan wanneer dit – kort gezegd – gericht is op bescherming van de vrouw in verband met zwangerschap en moederschap, het bestrijden van achterstandsposities van vrouwen op de arbeidsmarkt, of wanneer het gaat om een zogenaamde geslachtsbepaalde beroepsactiviteit. De door de eigenaar aangevoerde motieven vallen hier niet onder, waardoor het gemaakte onderscheid op grond van geslacht verboden is. Onderscheid naar leeftijd kan toegestaan zijn als daarvoor een goede reden is. De eigenaar van de juice- en chocolatebar hanteert de leeftijdsgrens om zo op de meest efficiënte manier personeel met de ‘juiste uitstraling’ te vinden. Een juiste uitstraling is echter niet leeftijdsgebonden en daarom is de gehanteerde leeftijdsgrens niet toegestaan.
(Het oordeel is gepubliceerd op de website van het CRM: mensenrechten.nl, oordeelnummer 2014-111)
24
Klachten van transgenders die te maken hebben met discriminatie vallen eveneens onder de discriminatiegrond geslacht. In 2014 zijn hierover twee klachten door het MDRA behandeld. Het betrof in beide gevallen een bejegeningskwestie.
Godsdienst / levensovertuiging Het aantal klachten over discriminatie op grond van godsdienst / levensovertuiging is gelijk gebleven. Het merendeel van de klachten op deze grond is ingediend door moslims die vanwege hun godsdienst met discriminatie worden geconfronteerd. Het MDRA heeft besloten dit apart te registreren in de categorie moslimdiscriminatie. De andere ADV’s gaan hier wellicht in 2015 toe over. Van de 56 klachten op grond van godsdienst / levensovertuiging hebben er 42 betrekking op moslimdiscriminatie. Het begrip godsdienst dient overeenkomstig de Grondwet en internationale mensenrechtenverdragen ruim te worden uitgelegd en omvat niet alleen het huldigen van een geloofsovertuiging, maar ook het zich ernaar gedragen. Dit laatste aspect duidt op een handelingsvrijheid die betrokkenen onder meer in staat stelt om hun leven volgens godsdienstige voorschriften en regels in te richten en hier ook anderszins gestalte aan te geven in de eigen leefsituatie en omgeving. Hieruit vloeit voort dat de AWGB ook bescherming biedt aan gedragingen die, mede gelet op hun karakter en op de betekenis van godsdienstige voorschriften en regels, rechtstreeks uitdrukking geven aan een godsdienstige overtuiging. Onder levensovertuiging wordt verstaan een min of meer coherent stelsel van ideeën, waarbij sprake is van fundamentele opvattingen over het menselijk bestaan. Daarbij is het noodzakelijk dat deze opvattingen niet slechts individueel worden gehuldigd, maar dat sprake is van gemeenschappelijke opvattingen.
Tabel 6 / Uitsplitsing van de grond godsdienst / levensovertuiging
Grond
Aantal 2014
Levensovertuiging
2
Christendom
3
Islam Overig Totaal
42 9 56
25
Handicap of chronische ziekte In 2014 heeft het MDRA 50 klachten over deze grond behandeld. Klachten worden geregistreerd op grond van handicap of chronische ziekte, wanneer het onderscheid gebaseerd is op de (veronderstelde) lichamelijke, verstandelijke of psychische handicap van het slachtoffer. De Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische zieke (WGBH/CZ) verbiedt het maken van onderscheid bij arbeid, het vrije beroep en beroepsonderwijs, maar geeft echter geen definitie van hetgeen onder de wet valt. Sinds 2009 is de wet uitgebreid met het terrein wonen en het primair en voortgezet onderwijs. De komende jaren wordt gewerkt aan het toegankelijk maken van het stads- en streekvervoer voor personen met een beperking. Het gaat hierbij niet alleen om de voertuigen maar ook om halteplaatsen en het verstrekken van reisinformatie. Een deel van de klachten heeft betrekking op de toegankelijkheid van gebouwen met een publieksfunctie en evenementen. Bij de afhandeling van klachten wordt nauw samengewerkt met Cliëntenbelang Amsterdam. Ook bij het opzetten en uitvoeren van projecten wordt gebruik gemaakt van hun expertise.
Hetero- en homoseksuele gerichtheid In 2014 zijn hierover 49 klachten ingediend. Het gaat hierbij vooral om incidenten, veelal in de openbare ruimte en in de woonomgeving, gericht tegen homoseksuele mannen. Het MDRA werkt bij de afdoening van klachten en op het terrein van signalering en preventie nauw samen met het COC, afdeling Amsterdam.
Leeftijd Het aantal klachten over discriminatie op grond van leeftijd is gedaald, van 140 in 2013 naar 91 in 2014. Dit heeft deels te maken met het feit dat het MDRA minder personeelsadvertenties heeft gescreend op niet relevante vermelding van leeftijdseisen. Naast het terrein arbeidsmarkt heeft een aantal klachten betrekking op commerciële dienstverlening. Klachten over dienstverlening betreffen vooral uitsluiting van financiële diensten en verzekeringen.
Nationaliteit In 2014 zijn door het MDRA 23 klachten over onderscheid op grond van nationaliteit in behandeling genomen. Klachten hebben veelal betrekking op het onder minder gunstige voorwaarden aanbieden van goederen en diensten aan personen die niet beschikken over een Nederlands paspoort of die in het bezit zijn van een tijdelijke verblijfsvergunning. Evenals in voorgaande jaren waren
26
het vooral de acceptatievoorwaarden van aanbieders van mobiele telefonie die onderscheid op grond van nationaliteit opleverden. In een enkel geval wordt onderscheid op grond van nationaliteit gemaakt bij het aanbieden van een vacature. Onderscheid op grond van nationaliteit is alleen toegestaan als het onderscheid is gebaseerd op algemeen verbindende voorschriften of ongeschreven regels van internationaal recht en in gevallen waarin de nationaliteit bepalend is. In het Besluit gelijke behandeling worden de toegestane uitzonderingen expliciet genoemd.
Politieke gezindheid In 2014 zijn 2 klachten ingediend op grond van politieke gezindheid. De klachten hadden betrekking op het weigeren van diensten aan personen op grond van hun politieke overtuiging.
Ras Het aantal klachten dat over discriminatie op grond van ras in 2014 is behandeld, is gestegen van 523 in 2013 naar 1701 in 2014. Deze grote stijging wordt veroorzaakt door de uitlatingen van Geert Wilders op 19 maart 2014. Het MDRA kreeg hierover 1203 klachten binnen. Het begrip ras dient overeenkomstig de definitie in het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie (IVUR) en vaste jurisprudentie van de Hoge Raad ruim te worden uitgelegd en omvat tevens: huidskleur, herkomst, nationale of etnische afstamming. Ook fysieke, etnische, geografische, culturele en historische kenmerken kunnen ertoe leiden dat er sprake is van discriminatie op grond van ras.
Anders Onder de discriminatiegrond anders zijn klachten opgenomen van personen die zich gediscrimineerd voelden op een grond die niet onder de reikwijdte van de gelijkebehandelingswetgeving valt. In 2013 heeft het MDRA 35 klachten in deze categorie geregistreerd, in 2014 waren dat er 60. Het betreft bijvoorbeeld klachten over onderscheid op sociale afkomst, opleidingsniveau, tatoeages of kleding.
27
Arbeid / ras
Casus 7 Geen baan vanwege Indiaas ‘callcenter accent’ Kuvira is van Indiase afkomst. Haar moedertaal is Engels en ze heeft een academische studie in het Engels afgerond. Zij solliciteert bij een bedrijf in Amsterdam naar een marketingfunctie waarin ze telefoongesprekken moet voeren met Britse klanten. Na vier sollicitatierondes wordt ze afgewezen omdat een andere kandidaat meer ervaring heeft. Telefonisch verwijst de manager ook naar haar Indiase accent met de opmerking ‘dat hij klanten niet het gevoel wil geven dat ze met een callcenter spreken’. Hij zegt dat haar Indiase accent hoorbaar is en het bedrijf een ‘native English British (speaker)' wil aannemen. Kuvira heeft het gesprek opgenomen. Ze voelt zich gediscrimineerd op grond van haar accent en daarmee op grond van haar afkomst.
Het MDRA dient namens Kuriva een klacht in en betoogt dat het hebben van een accent geen afwijzingsgrond kan zijn, nu het in de functie gaat om verkoopvaardigheden. Wanneer het bedrijf aanvoert dat de manager zich het gesprek met de vrouw niet meer kan herinneren en om de hete brij heen draait, dient het MDRA een verzoek om een oordeel in bij het CRM. De audio-opname van het gesprek wordt meegestuurd. In december 2014 vindt de zitting plaats.
Het CRM is van mening dat er voldoende feiten zijn die een vermoeden van verboden onderscheid aantonen en dat het bedrijf er niet slaagt om te bewijzen dat niet in strijd met de AWGB is gehandeld. Een van de redenen om de vrouw af te wijzen is dat haar Indiase accent in contacten met klanten associaties met een callcenter zou oproepen. Deze reden wordt niet weerlegd door het feit dat de twee door het bedrijf aangenomen kandidaten geen ‘native British English speakers’ zijn en er medewerkers in dienst zijn die met een Indiaas accent spreken. Het bedrijf noemde ook dat het accent van de vrouw sterker werd naarmate ze meer onder druk kwam te staan. Het accent is derhalve in het gesprek aan de orde geweest. Het verweer dat de manager een en ander niet goed verwoord zou hebben komt voor rekening van de werkgever omdat die verantwoordelijk is voor het handelen van de medewerkers.
Het CRM oordeelt dat het bedrijf verboden onderscheid heeft gemaakt op grond van ras. Er is sprake van direct onderscheid omdat in de afwijzing rechtstreeks naar het Indiase accent en daarmee naar de afkomst van de vrouw is verwezen. (Het oordeel is gepubliceerd op de website van het CRM: mensenrechten.nl, oordeelnummer 2015-3)
28
6 Ter rein van de klac ht In tabel 7 is het aantal klachten over 2014 uitgesplitst naar terrein waar het (vermeende) onderscheid betrekking op heeft en de afkomst van de klachtindiener.
Antillen / Aruba
Marokko
Nederland
Onbekend
Oost Europa
Overig Afrika
Overig Amerika
Overig Azië
Overig Europa
Suriname
Turkije
Totaal
94
4
28
65
23
1
9
7
15
5
32
11
294
3
-
2
19
6
3
1
2
4
3
10
2
55
3
2
10
34
4
1
1
2
9
2
9
2
79
9
-
6
42
8
3
-
2
4
5
8
-
87
amusement
9
2
7
21
9
1
4
4
1
2
12
1
73
Huisvesting
3
-
-
5
1
-
1
-
-
2
3
1
16
reclame
-
-
-
15
3
-
-
-
2
2
2
1
25
Onderwijs
4
-
8
15
3
-
-
2
3
1
8
1
45
Openbare ruimte 12
1
5
28
3
-
3
-
1
2
3
1
59
Overig
-
-
-
1
2
-
1
1
-
-
1
2
8
lingendienst /OM
5
-
9
7
3
1
-
-
3
-
6
2
36
Privé sfeer
-
-
-
3
-
1
-
-
-
-
2
-
6
6
5
488
530
240
4
6
6
14
6
16
22
1343
1
-
2
11
1
-
-
-
-
1
-
-
16
149
14
565
796
306
15
26
26
56
31
112
46
2142
Afkomst
N.v.t
Tabel 7 / Terrein van de klacht en afkomst van de klachtindiener
Terrein
Arbeid Buurt en wijk Collectieve voorzieningen Commerciële dienstverlening Horeca en
Media en
Politie / vreemde-
Publieke en politieke opinie Sport en recreatie Totaal
29
Arbeid De meeste discriminatieklachten (294) hebben betrekking op het terrein ‘arbeid’. De gelijkebehandelingswetgeving omvat alle facetten van de arbeidsverhouding; werving en selectie, arbeidsbemiddeling, arbeidsvoorwaarden / arbeidsomstandigheden, promotie / doorstroming en ontslag. In tabel 8 zijn de arbeidsmarktklachten uitgesplitst: 171 van de klachten heeft betrekking op werving en selectie en 45 klachten betreffen het ontslag. Tabel 8 / Uitsplitsing van de arbeidsklachten in 2012, 2013 en 2014
Uitsplitsing klachten arbeid
2012
2013
2014
Arbeidsbemiddeling
30
25
23
Werving en selectie
154
162
171
70
52
42
2
-
6
Ontslag
42
24
45
Overig
3
7
7
301
270
294
Arbeidsvoorwaarden / arbeidsomstandigheden (werkvloer) Promotie / doorstroming
Totaal
De specifieke terreinen worden hier kort toegelicht: –
Arbeidsbemiddeling: het handelen of nalaten door organisaties zoals
uitzendorganisaties, DWI en werving- en selectiebureaus. Werving en selectie: dit kan gaan om functie-eisen die leiden tot ongerechtvaardigd onderscheid, zoals taaleisen die hoger liggen dan voor de functie noodzakelijk is, afgewezen worden omdat de sollicitant met een ‘buitenlands’ accent spreekt, of omdat men in verband met leeftijd niet in het team zou passen. Met name vrouwen die vanuit godsdienstige overtuiging een hoofddoek dragen, worden bij sollicitaties geconfronteerd met werkgevers die hen om tal van redenen (onder meer kledingvoorschriften en representativiteit) vanwege hun hoofddoek afwijzen voor een functie. –
Arbeidsvoorwaarden / arbeidsomstandigheden: onder arbeidsvoor-
waarden wordt begrepen alle afspraken tussen werkgever en werknemer, zoals over salaris, arbeidstijden, pauzetijden, takenpakket, functiewaardering, pensioen, kinderopvang en kledingvergoeding. –
Werkvloer: dit betreft de dagelijkse interactie in bedrijven zoals contacten
30
met collega’s, leidinggevenden en klanten. Voorbeelden zijn discriminerende opmerkingen, pesterijen en het uitsluiten van collega’s. In het kader van de Arbo-wet heeft de werkgever de plicht om zorg te dragen voor een discriminatievrije werkomgeving. Volgens de wet valt de werkvloer onder arbeidsomstandigheden. –
Promotie en doorstroming: nog steeds komt het voor dat hogere (leiding-
gevende) functies niet aan vrouwen worden toegekend omdat de werk-gever van mening is dat de functie niet te combineren is met de zorg voor kinderen, dan wel dat er geen mogelijkheid wordt geboden om parttime te werken. –
Ontslag: bij klachten betreffende ontslag blijkt het moeilijk om aanne-
melijk te maken dat één van de discriminatiegronden hierbij een rol heeft gespeeld. Een voorbeeld is het niet verlengen van tijdelijke contracten van vrouwen die aan hun werkgever kenbaar hebben gemaakt dat zij zwanger zijn.
Buurt / wijk Het aantal klachten op het maatschappelijke terrein buurt / wijk is gestegen van 46 in 2013 naar 55 in 2014. Deze klachten gaan vaak over (langlopende) conflicten tussen buren en wijkgerelateerde incidenten in de openbare ruimte.
Collectieve voorzieningen Het MDRA heeft in 2014 79 klachten over discriminatie bij collectieve voorzieningen ontvangen. Deze klachten betreffen vooral de overheid en de gezondheidszorg. Klachten over zogenaamd ‘eenzijdig overheidshandelen’ (handelen waarbij de overheid optreedt richting burgers) vallen in principe buiten de reikwijdte van de gelijkebehandelingswetgeving. Het CRM is niet bevoegd om over dergelijke zaken te oordelen, met uitzondering van zaken die betrekking hebben op discriminatie op grond van ras bij sociale bescherming, waaronder begrepen sociale zekerheid en sociale voordelen.
Commerciële dienstverlening Het MDRA heeft 87 klachten ontvangen over ongelijke behandeling bij commerciële dienstverlening. Een deel van de klachten heeft betrekking op bejegening. Het grootste deel betreft echter uitsluiting van dienstverlening.
Horeca en amusement Het totaal aantal klachten op dit terrein was in 2014 73. Een deel van de klachten betreft het toelatingsbeleid in de horeca; hierover werden 28 klachten ingediend. Veelal gaat het om ervaren discriminatie op grond van afkomst dan wel geslacht. De andere klachten hebben betrekking op toegankelijkheid bij
31
Commerciële dienstverlening / ras
Casus 8 Taalgebruik in reisbrochure wordt herzien Een vrouw is op zoek naar een zonvakantie en leest in een reisbrochure over Cuba de volgende passage: ‘De Spanjaarden importeerden veel negerslaven uit West-Afrika’ en ‘De mulatten ('mestizos' in de volksmond), negers, blanken en Chinezen vormen de belangrijkste bevolkingsgroepen.’ En: ‘Dit geloof is een mengeling van katholicisme en de Afrikaanse natuurgeloven die de negerslaven met zich meebrachten naar Cuba.’ De vrouw vindt het woord neger kwetsend en vraagt het standpunt van het MDRA.
Het MDRA wijst de reisorganisatie op de historisch negatieve ondertoon van het woord ‘neger’ en vraagt om de tekst aan te passen. De aanduiding van mensen als ‘neger’ wordt door een steeds grotere groep mensen als een belediging of scheldwoord ervaren. Het is een beladen term, die niet in een reisbrochure gebruikt hoort te worden. Het woordenboek Van Dale heeft dan ook aan de betekenis van het woord ‘neger’ toegevoegd: ‘door sommigen als scheldwoord ervaren'.
De reisorganisatie biedt excuses aan. Het schrijfkompas, met daarin instructies voor medewerkers die tekst aanleveren voor reisbrochures en aanbiedingen, wordt aangepast. De reisorganisatie heeft de passages in de landbeschrijving herschreven en stuurt een afschrift mee. Het woord ‘neger’ is vervangen door ‘Afro-Cubanen’ en ‘negerslaven’ door ‘slaven’. De aangepaste tekst is informatief en bevat geen taal meer met een negatieve ondertoon.
32
Commerciële dienstverlening / geslacht
Casus 9 Wasmachine alleen voor moeders en dochters Een omroeporganisatie heeft in samenwerking met een wasmachineproducent een actie, waarbij moeders en dochters een foto van hen beiden kunnen insturen. De tien leukste inzendingen worden beloond met een wasmachine. Alleen moeders en dochters mogen aan deze actie meedoen. De campagne gaat uit van het idee dat jonge vrouwen, in tegenstelling tot hun moeders, de was op lage temperatuur doen. De wasmachine die cadeau wordt gedaan is een nieuw type wasmachine die de was ook op lage temperaturen goed schoon wast.
Het MDRA ontvangt een klacht van Erik. Hij zegt de actie niet van deze tijd te vinden omdat mannen tegenwoordig ook vaak de was doen. De campagne steunt op achterhaalde denkbeelden over de verdeling van huishoudelijke taken in een gezin. Het MDRA bericht de omroep dat met de actie verboden onderscheid op grond van geslacht wordt gemaakt bij het aanbieden van goederen en diensten. In een reactie stelt de omroep dat de actie onderdeel is van een reclamecampagne voor de wasmachine. Volgens de omroep is de Europese richtlijn 2004/113/EG, die gaat over het verbod op het maken van onderscheid op grond van geslacht bij de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten, niet van toepassing op reclame. Van discriminatie kan daarom geen sprake zijn. Het MDRA beroept zich op de definitie van reclame in de Nederlandse Reclame Code waarin sprake is van reclame bij het aanprijzen van een goed. Bij een actie waarin een huishoudelijk apparaat kan worden gewonnen, is er naar de mening van het MDRA sprake van meer dan het aanprijzen van een huishoudelijk apparaat. Er is sprake van een aanbod om in het bezit te komen van, in dit geval, een wasmachine. Dit aanbod geldt echter alleen voor vrouwen.
Het MDRA vindt dat een oordeel van het CRM kan bijdragen aan duidelijkheid over hoe de Europese richtlijn moet worden geïnterpreteerd en vraagt een oordeel aan. Het CRM oordeelt dat sprake is van het aanbieden van goederen en diensten, als bij het maken van reclame voor een goed de mogelijkheid bestaat om dat goed te verkrijgen. De omroep heeft gratis wasmachines weggegeven en heeft de mogelijkheid om de wasmachine te krijgen voorbehouden aan vrouwen. Het CRM oordeelt dan ook dat de omroep verboden onderscheid op grond van geslacht heeft gemaakt bij het aanbieden van goederen en diensten.
(Het oordeel is gepubliceerd op de website van het CRM: mensenrechten.nl, oordeelnummer 2014-70)
33
evenementen en een groot aantal klachten gaat over de tekst van een aankondiging bij een openbaar debat.
Onderwijs Het terrein onderwijs betreft klachten over toelating, inschrijving, verhouding tussen docent en leerling en tussen leerlingen onderling. Problemen bij het krijgen van een stageplek die bijvoorbeeld te maken hebben met godsdienst, leeftijd of handicap vallen hier niet onder. Een stageovereenkomst wordt beschouwd als arbeidsovereenkomst en valt om die reden onder het terrein arbeid. In 2013 heeft het MDRA 51 klachten over het terrein onderwijs ontvangen en in 2014 werden er 45 klachten ontvangen.
Openbare ruimte Klachten over de openbare ruimte zijn incidenten die niet gerelateerd zijn aan de locatie waar het incident zich voordoet. Het gaat bijvoorbeeld om scheldpartijen waarbij personen op straat allerhande verwensingen naar hun hoofd geslingerd krijgen. Bij bekladdingen gaat het om discriminatoire leuzen en tekens die op objecten in de openbare ruimte zijn aangebracht, zoals elektriciteitshuisjes, viaducten, bankjes of lantaarnpalen. Het aantal klachten in 2013 is 54, in 2014 is het aantal 59.
Politie / vreemdelingendienst / Openbaar Ministerie Dit terrein heeft betrekking op klachten over het optreden van de politie, de vreemdelingendienst, de Koninklijke Marechaussee en het Openbaar Ministerie. De klachten die hierover door het MDRA in behandeling zijn genomen, gaan veelal over het optreden van de politie bij het opnemen van een aangifte en het staande houden of aanhouden op straat. Klachten over de Koninklijke Marechaussee gaan over de bejegening van bezoekers of passagiers op de luchthaven. In 2013 betrof het aantal klachten 32 en in 2014 waren het er 36.
Publieke en politieke opinie Klachten die onder de categorie publieke en politieke opinie vallen hebben vaak betrekking op uitspraken van politici of publieke personen, veelal geuit in de media, tijdens demonstraties of in publicaties. Uitgangspunt bij de behandeling van deze klachten is dat de uitingen onnodig kwetsend of grievend moeten zijn over groepen in de samenleving die door de non-discriminatiebepalingen in de strafwetgeving worden beschermd. De toename van het aantal klachten in deze categorie van 145 naar 1343 is te verklaren uit het grote aantal klachten dat het MDRA heeft ontvangen over de uitlatingen van Geert Wilders.
34
Media en reclame Klachten over uitingen in de media (in 2013 ging het om 140 meldingen, in 2014 betrof het 25 meldingen) kunnen gaan over berichtgeving die discriminatoir is, dan wel zo ervaren wordt. Deze klachten hebben betrekking op het medium in kwestie en niet op de uitingen die door het medium doorgegeven worden. Bijvoorbeeld een klacht over een televisieprogramma waarin een politicus bepaalde uitspraken doet, wordt geregistreerd met als terrein ‘publieke en politieke opinie’ als de klacht zich richt op de uitingen van de politicus. Als de klacht zich richt op het programma, omdat dit de politicus een podium verschaft, dan wordt de klacht geregistreerd met als terrein ‘media en reclame’. Klachten over reclame gaan bijvoorbeeld over uitingen die bijdragen aan het in stand houden van bepaalde vooroordelen, bijvoorbeeld door bepaalde groepen op stereotype wijze af te beelden.
Huisvesting Klachten over huisvesting betreffen vooral woonruimtebemiddeling en de toewijzing van woningen. Een kleiner deel betreft het handelen of juist niet handelen door woningcorporaties. Het aantal klachten in 2013 was 12 en in 2014 ging het om 16 klachten.
Privésfeer Klachten die zich afspelen in de privésfeer vallen in principe buiten het wettelijk kader als het gaat om discriminatie. Deze klachten hebben voornamelijk betrekking op discriminatoire bejegening binnen relaties of familieverbanden, bijvoorbeeld omdat mensen niet accepteren dat een familielid een ‘gemengde’ relatie heeft. Het aantal klachten in 2013 was 11 en in 2014 ging het om 6 klachten.
Sport en recreatie Klachten over discriminatie in de sport kunnen betrekking hebben op bijvoorbeeld scheldpartijen op het sportveld, maar ook op de toegankelijkheid van sportverenigingen voor bepaalde groepen. Het aantal klachten in 2013 was 23 en in 2014 ging het om 16 klachten. In tabel 9 is het aantal klachten over 2014 uitgesplitst naar terrein waar het (vermeende) onderscheid betrekking op heeft en de grond van de klacht.
35
Huisvesting / ras
Casus 10 Makelaar verhuurt niet aan Aziaten Mevrouw Fei Yen woont in verband met haar baan nu al enkele jaren met plezier in Amsterdam. Wegens de verhuizing van haar werkgever van Amsterdam naar Amstelveen is mevrouw op zoek naar woonruimte in Amstelveen. Bij het zoeken naar een geschikte huurwoning komt zij terecht op de website van een makelaar, die woningen verhuurt en verkoopt in de regio. Op de website ziet zij een leuke woning niet ver van het nieuwe kantoor waar zij volgende maand komt te werken. Om voor deze woning in aanmerking te komen staat er in de omschrijving voor deze woning: ‘Maximaal 2 delers. Geen Aziatische delers, liefst Europese’. Zij belt het makelaarskantoor en vraagt om uitleg. Een medewerkster reageert nogal laconiek. Het is mevrouw Fei Yen daardoor niet duidelijk of zij de woning nu wel of niet kan huren. Zij belt het MDRA en vraagt advies.
Het MDRA legt uit dat onderscheid op grond van ras (waaronder afkomst) bij het aanbieden van goederen en diensten in strijd is met de gelijkebehandelingswetgeving. Voor een objectieve beoordeling past het MDRA het principe van hoor en wederhoor toe en vraagt het makelaarskantoor waarom deze omschrijving bij de aangeboden woning staat. Tevens vraagt het MDRA naar de algemene voorwaarden en of er een gedragscode gehanteerd wordt die een anti-discriminatiebepaling bevat.
Het makelaarskantoor heeft de klacht onderzocht en de manager schrijft dat de woning tijdens zijn vakantie op de website is geplaatst. De advertentie is door een voormalig medewerkster uit een archief gehaald en zonder aandachtig te lezen herplaatst. De reden om de bewuste regel in eerste instantie te plaatsen, is dat de voormalig medewerkster, op verzoek van de eigenaar van de woning, wilde voorkomen dat deze opnieuw verhuurd zou worden aan Aziaten. De vorige huurders waren namelijk Aziatische woningdelers waarmee hij slechte ervaringen had. Naar aanleiding van de brief van het MDRA heeft het makelaarskantoor contact opgenomen met de eigenaar. Zowel het makelaarskantoor als de eigenaar bieden hun excuses aan. Het makelaarskantoor heeft een gedragscode opgesteld en alle bestaande advertenties gecontroleerd. De omschrijving bij de woning is van de website verwijderd.
36
Arbeid / ras
Casus 11 Bedrijf wil niet met Polen werken De heer Przywala is geboren in Polen en opgegroeid in Amsterdam. Hij heeft een klusbedrijf en vraagt per e-mail een offerte aan bij een bedrijf dat kunststofkozijnen verkoopt. Uit de e-mail blijkt duidelijk dat het om een offerte gaat, want hij stuurt de afmetingen van kozijnen en vensterbanken mee. Op zijn e-mail ontvangt hij als antwoord: ‘Wij werken niet met Polen!’
De heer Przywala belt het bedrijf op, maar de telefoniste weet niet wie de e-mail heeft verstuurd. Hij voelt zich gediscrimineerd op grond van zijn Poolse afkomst en dient een klacht in bij het MDRA. Het MDRA schrijft het bedrijf aan en confronteert de bedrijfsleider met de e-mail waarin staat dat zijn bedrijf niet met Polen werkt. Hierdoor is sprake van discriminatie op grond van afkomst. De bedrijfsleider schrijft dat hij de e-mail van de heer Przywala heeft opgevat als een sollicitatie. Hij voorzag een taalprobleem met Nederlandse klanten. Het bedrijf heeft alleen Nederlands sprekende werknemers in dienst. Nu hij begrijpt dat het om een offerteaanvraag gaat, schrijft hij dat iedere klant welkom is, ook Polen.
Het MDRA attendeert de bedrijfsleider op het wettelijk kader dat onderscheid op grond van nationaliteit en afkomst bij de werving & selectie van personeel verbiedt. Nog afgezien van het feit dat de heer Przywala niet op zoek was naar een baan, werd hij louter afgewezen op grond van zijn Pools klinkende naam. De heer Przywala spreekt goed Nederlands. Door hem bij voorbaat op grond van zijn niet-Nederlands klinkende familienaam af te wijzen, wordt onderscheid op grond van afkomst gemaakt. Dat is in strijd met de gelijkebehandelingswetgeving.
.
37
Nationaliteit
Handicap of chronische ziekte
7
41
76
12
13
-
1
-
12
294
32
6
2
13
1
-
-
-
-
-
-
1
55
40
6
7
2
3
2
1
9
-
-
3
6
79
41
2
5
2
7
7
6
6
-
-
2
9
87
amusement
49
-
1
1
7
2
2
7
-
-
-
4
73
Huisvesting
9
-
-
-
-
1
-
1
-
-
1
4
16
Media / reclame
18
2
-
2
1
-
-
-
-
-
-
2
25
Onderwijs
27
-
6
-
2
3
-
7
-
-
-
-
45
Openbare ruimte
19
9
1
15
2
-
-
-
-
-
-
13
59
26
-
1
2
2
-
1
2
-
-
-
2
36
4
-
-
-
-
-
-
2
-
-
-
-
6
politieke opinie 1315
7
7
5
1
-
1
1
2
-
-
4
1343
Sport en recreatie
10
1
1
-
-
-
-
2
-
-
-
2
16
Overig
4
1
1
-
1
-
-
-
-
-
-
1
8
Totaal
1701
35
56
49
68
91
23
50
2
1
6
60
2142
Totaal
Anders
Arbeidsduur
Burgerlijke staat
Leeftijd
24
Politieke gezindheid
Geslacht
1
Seksuele gerichtheid
Antisemitisme
107
Grond
Ras / afkomst / huidskleur
Godsdienst / levensovertuiging
Tabel 9 / Uitsplitsing naar terrein en grond van de klacht in 2014
Terrein
Arbeid Buurt / wijk Collectieve voorzieningen Commerciële dienstverlening Horeca /
Politie / vreemdelingendienst /OM Privé sfeer Publieke en
38
7 Aard van de klac ht Bij omstreden behandeling worden mensen beperkt in de toegang tot diensten en voorzieningen, of worden daar in het geheel van uitgesloten. Er is sprake van vijandige bejegening als er uitingen worden gedaan van opvattingen, gedragingen en daden waarbij sprake is van discriminatoir onderscheid, dat kwetsend is of als zodanig wordt ervaren, angst of commotie teweeg kan brengen. De bejegening kan zowel mondeling als schriftelijk plaatsvinden. Bij geweld gaat het niet alleen om daadwerkelijk geweld, maar eveneens om pogingen tot geweld, waarbij discriminatie een rol speelt. Onder bedreiging vallen zowel mondelinge als schriftelijke uitingen gericht tegen personen of objecten, waarbij gerefereerd wordt aan een discriminatiegrond. De categorie overig betreft incidenten die niet onder één van bovenstaande categorieën vallen.
Tabel 10 / Overzicht naar de aard van de klacht en het aantal
Aard
2012
2013
2014
Omstreden behandeling
567
500
516
Vijandige bejegening
474
430
1589
13
15
12
6
1
8
10
36
17
1070
982
2142
Geweld Bedreiging Overig Totaal
39
Bedreiging
Overig
Totaal
5
26
1
2
1
35
Arbeidsduur
1
-
-
-
-
1
Burgerlijke staat
6
-
-
-
-
6
Geslacht
59
8
-
-
1
68
Godsdienst/ levensovertuiging
35
19
-
1
1
56
Handicap of chronische ziekte
46
4
-
-
-
50
Leeftijd
88
3
-
-
-
91
Nationaliteit
22
1
-
-
-
23
-
2
-
-
-
2
213
1468
6
5
9
1701
3
40
5
-
1
49
38
18
-
-
4
60
516
1589
12
8
17
2142
Vijandige
Antisemitisme
Aard
Geweld
bejegening
behandeling
Omstreden
Tabel 11 / Uitsplitsing naar discriminatiegrond en aard van de klacht in 2014
Grond
Politieke gezindheid Ras / Afkomst / Huidskleur Seksuele gerichtheid Anders Totaal
40
8 Advies en signaler ing Het MDRA wordt regelmatig benaderd voor advies over de aanpak van discriminatie. Burgers, scholen, bedrijven en stadsdelen informeren naar hoe om te gaan met discriminatie in hun omgeving. Het MDRA geeft tips hoe het probleem door eigen inzet kan worden opgelost of verwijst naar de juiste instantie. In sommige situaties adviseert het MDRA hoe op beleidsniveau aanpassingen kunnen worden gedaan, bijvoorbeeld door het instellen van een klachtenregeling en een gedragscode. Naast het streven om individuele klachten op te lossen zet het MDRA zich in om discriminatie voor eenieder te voorkomen en begrip te hebben voor elkaars situatie. Wanneer het MDRA bijvoorbeeld meerdere meldingen ontvangt over overlast uit een bepaalde omgeving neemt het MDRA contact op met de betrokkenen, zoals de wijkagent en de woningbouwvereniging. Ook heeft het MDRA afspraken gemaakt met de afdeling van de gemeente en stadsdelen die verantwoordelijk zijn voor het verwijderen van graffiti. Het MDRA ontvangt van hen een overzicht van discriminerende bekladdingen. Daarnaast voert het MDRA op regelmatige basis overleg met stadsdelen en regiogemeenten.
Voorlichting onderwijs In 2014 zijn er opnieuw meer gastlessen in het onderwijs uitgevoerd dan in voorgaande jaren: een stijging van 203 lessen in 2013 naar 237 in 2014. Tabel 12 / Aantal gastlessen voor groepen / klassen uitgesplitst naar gemeente
Gemeente
Aalsmeer
Basis-
Voortgezet
onderwijs
onderwijs
MBO
Universiteit /
Inburgering /
HBO
NT2
Totaal
12
8
0
0
0
20
Amstelveen
0
27
0
0
0
27
Amsterdam
14
112
19
6
8
159
Uithoorn
21
10
0
0
0
31
Totaal
47
157
19
6
8
237
41
Het aantal aanvragen voor een gastles van mbo- en hbo-docenten is licht gestegen, mede door het actief benaderen van een aantal beroepsopleidingen. Het aantal aanvragen van docenten in het voortgezet onderwijs steeg van 134 naar 157 lessen, voornamelijk vanuit scholen uit de regio. Het MDRA biedt verschillende gastlessen aan. De les met als thema de slavernij, die in het kader van het herdenkingsjaar in 2013 voor de afschaffing van de slavernij is ontwikkeld, is nu als vast onderdeel in het programma opgenomen. Ook de D-Tour II, een rondwandeling met opdrachten door het centrum van Amsterdam rond het thema Tweede Wereldoorlog is wegens succes een vast onderdeel van het programma geworden. De gastles en D-tour voor inburgeraars en cursisten Nederlands als tweede taal (NT2) kon dankzij subsidie van de gemeente Amsterdam (Dienst Werk en Inkomen, afdeling Educatie en Inburgering) worden gegeven. Het MDRA richt zich voornamelijk op het basis- en voortgezet onderwijs in Aalsmeer en Uithoorn en op het voortgezet onderwijs in Amsterdam. Deze gemeenten nemen jaarlijks het pakket voorlichting af. Dankzij subsidie van de gemeente Amstelveen kon het MDRA dit jaar opnieuw actief zijn op scholen voor voortgezet onderwijs in die gemeente.
Basisonderwijs Het aanbod van het MDRA is gericht op leerlingen van groep 8, maar incidenteel worden ook lessen verzorgd voor groepen 7/8 en groep 7. Het MDRA bezocht in Aalsmeer zeven van de tien scholen. In Uithoorn waren dat zes van de tien scholen. De toename van het aantal lessen in 2014 in het basisonderwijs kan deels worden verklaard door de inhaalslag die het MDRA heeft gemaakt bij SBO de Dolfijn. Bij vier verschillende groepen heeft het MDRA een tweedelige voorlichting op maat kunnen geven. In Amsterdam zijn de gastles en de D-Tour op aanvraag uitgevoerd. Op de meeste
scholen
geeft
het
MDRA de reguliere gastles. Er is echter steeds meer interesse in een les met de ‘vooroordelenkoffer’ of een combinatie van beide lessen.
42
D-Tour II De D-Tour II werd in de maanden april en mei door vijf scholen (12 klassen) aangevraagd. De D–Tour II besteedt aandacht aan de thema’s discriminatie, antisemitisme en WO-II en leidt langs verschillende gedenkplekken rond het Amsterdamse stadhuis. De kinderen krijgen informatie over de Jodenvervolging en over de Tweede Wereldoorlog, maar maken ook opdrachten waarbij zij zich in een situatie moeten inleven. Een voorbeeld: ‘Joden mochten in de oorlog heel veel dingen niet meer. Ze mochten niet meer naar het theater, niet meer werken, niet meer naar school en niet meer met de tram. Wat zou jij het ergste vinden dat je niet meer mag doen? Waarom?’
Voortgezet onderwijs Gastdocent Corinne Izaaks vertelt over haar ervaring voor de klas: ‘Docenten vragen ons omdat het voeren van een discussie over een gevoelig onderwerp zoals discriminatie heel lastig is als je in de positie zit van docent. De kracht van onze lessen zit in het feit dat wij werken met verhalen waar wij zelf als klachtenbehandelaars bij betrokken zijn geweest. De verhalen zijn echt en de jongeren bestaan echt. Leerlingen gaan daarom serieus om met de lesstof. Door de afwisseling van werkvormen en de combinatie van humor en ernst kun je de leerlingen laten nadenken over het onderwerp. Een goed gevoel krijg ik als ik merk dat ik ‘een knopje weet om te zetten’. Zo schrijven leerlingen Chella af als visverkoopster omdat zij een handicap heeft
43
zonder zich eerst af te vragen of zij dit werk met haar handicap wel kan doen. Chella krijgt het baantje niet en de vraag of dit discriminatie is wordt direct ontkennend beantwoord. Maar wat als Chella geen handicap heeft maar een donkere huidskleur en zij om die reden wordt afgewezen, is dat dan wel discriminatie? Bij het bespreken van het verhaal van Yashin die op straat wordt uitgescholden omdat hij een keppel draagt wordt soms heftig gereageerd. Op de vraag wat zij zouden doen als ze getuige zijn van de scheldpartij hoor ik soms het antwoord ‘niks, want ik haat Joden’. Tijdens de les is er gelukkig voldoende ruimte om het gesprek met deze leerlingen aan te gaan. Ken je Joden, heb je wel eens iemand ontmoet die Joods is? De les maakt vaak veel los. Leerlingen geven soms aan zich buitengesloten te voelen en geven Geert Wilders hiervan de schuld. Of delen met ons persoonlijke verhalen van pesterijen. De aanwezigheid van de docenten bij de les is van cruciaal belang. Zij moeten verder met deze leerlingen. Wij bieden een puzzelstukje, zij maken de puzzel voor een groot deel af.’
Het MDRA stuurt meermalen per jaar haar lesprogramma naar alle scholen in Amsterdam en de regio. Inmiddels heeft het MDRA met een aantal scholen een terugkomafspraak gemaakt. Afgelopen jaar heeft het MDRA 112 lessen verzorgd op 17 Amsterdamse scholen (114 in 2013). Voor de hele regio waren dit 157 lessen (22 scholen). ‘Bij mijn kinderen gaat discriminatie vaak over racisme en geloof. Zij denken niet na over leeftijdsdiscriminatie of gehandicapten die gediscrimineerd worden. Dat komt in de les uitvoerig aan bod en is zeker een ‘eyeopener’.’ (docente op een vmboschool)
Het MDRA wordt relatief vaak uitgenodigd door vmbo-scholen. In de meeste gevallen werd de les gegeven in het tweede leerjaar, in enkele gevallen werden lessen aangeboden aan eerste- of derdejaars. Vaak vroegen de scholen de les over discriminatie aan. Ook was er belangstelling voor de lessenserie ‘vooroordelen en discriminatie’ en de les over de slavernij werd door verschillende scholen aangevraagd. In Aalsmeer en Uithoorn bestaat er al enige jaren goed contact met Wellantcollege Westplas mavo en met scholengemeenschap RK Thamen. Dankzij subsidie van de gemeente Amstelveen maakten in 2014 drie scholen in Amstelveen kosteloos gebruik van het aanbod van het MDRA voor eerste, tweede en derdejaars leerlingen.
44
Traditioneel haken de voorlichters van het MDRA jaarlijks aan bij het vak maatschappijleer bij scholengemeenschap RK Thamen als de derdejaars leerlingen het hoofdstuk ‘de multiculturele samenleving’ behandelen. In 2014 ontwikkelde het MDRA een les die kan worden geïntegreerd in de lesstof van school. Het informatiepakket van het MDRA blijkt daar een goede aanvulling op te zijn. Maatschappijleerdocent Maarten van der Greft heeft in samenwerking met het MDRA een afsluitende opdracht voor de leerlingen gemaakt, waarbij zij naast de lesstof van school ook het pakket moeten gebruiken. De afsluitende opdracht en hun inzet tijdens de gastles tellen mee voor hun eindbeoordeling.
45
Lessenserie vooroordelen en discriminatie Op zeven scholen verzorgde het MDRA zowel de les over vooroordelen/vrijheid van meningsuiting als de les over discriminatie. Het geven van twee lessen biedt de mogelijkheid dieper op de stof in te gaan en in de tweede les terug te komen op opmerkingen of vragen die in de eerste les naar voren kwamen. In de eerste les wordt aandacht besteed aan de thema’s vooroordelen en beeldvorming en wordt aan de hand van actuele situaties en voorbeelden uitgebreid gediscussieerd over de vrijheid van meningsuiting. Zijn daar grenzen aan en zo ja, waar ligt die grens voor jou? In de tweede les worden de leerlingen geconfronteerd met diverse verhalen van jongeren die met discriminatie te maken hebben. Sommige leerlingen komen terug op hun eerdere mening en vinden dan dat er toch wel grenzen zijn aan de vrijheid van meningsuiting.
Niek zit bij jou in de klas. Hij heeft een paar weken geleden verteld dat hij homo is. Je hoort dat klasgenoten hier achter zijn rug om grappen over maken. Wat vind je daar van? Doe je iets? Waarom wel of waarom niet?
Reacties leerlingen: ‘Ik doe helemaal niks, want het is zijn probleem’ ‘Je moet iemand accepteren zoals die is. Hoe die is blijft hetzelfde. Homo of niet, aardig kan hij nog steeds zijn’ ‘Helpen en zeggen dat het zijn eigen keuze is en dat je je niet moet laten beïnvloeden door andere mensen’
Gastles slavernij Van de in totaal 157 lessen in het voortgezet onderwijs werd 19 keer de les over slavernij gegeven. ‘De gastles sloot zeker aan bij de verwachtingen. Extra was de informatie over het Meldpunt Discriminatie. Deze informatie was ook interessant en waardevol. Goed dat leerlingen weten dat een meldpunt bestaat en waartoe het dient.’ (docente praktijkschool)
46
Aan de hand van een korte quiz, stellingen en casussen wordt niet alleen gekeken naar de geschiedenis van de slavernij, maar ook naar de gevolgen hiervan zoals die ook nu nog in onze samenleving merkbaar zijn. De discussies over het gebruik van het woord ‘neger’ en het fenomeen Zwarte Piet maken vaak emoties los. De voorbeelden van het MDRA, gebaseerd op discriminatiemeldingen, geven stof tot nadenken.
Beroepsonderwijs Vanuit het mbo kwamen meer aanvragen voor gastlessen dan in het voorgaande jaar (van 12 in 2013 naar 19 in 2014). De lessen in het mbo worden afgestemd op de studierichting van de studenten. Dit gebeurt voornamelijk door stellingen en casussen te baseren op voorvallen en voorbeelden uit de beroepspraktijk van de betreffende studenten. Jaarlijks wordt de verdiepingsles voor het Veiligheidscollege (ROC van Amsterdam) voor de studenten van de politieopleiding in samenwerking met de politie uitgevoerd. Deze les is een vervolg op de les die in het eerste jaar wordt aangeboden. De tweedejaars gaan dieper op de stof en op de beroepspraktijk in. Het MDRA hoopt deze samenwerking met de politie te kunnen voortzetten. In 2014 heeft het MDRA ook verdiepingslessen voor andere beroepsopleidingen ontwikkeld, zoals voor de opleiding Beveiliging (ROC van Amsterdam). Het unieke van deze les is dat de docent ook zelf een deel van de les op zich neemt waardoor er een combinatie kan worden geboden van kennis Reacties studenten Beveiliging op les ‘ beveiliging en discriminatie’: ‘Was een goeie interessante les; je weet wat voor situatie je kan verwachten.’ ‘Ik vond het helemaal leuk. De les ging lekker snel en de discussies waren interessant.’ ‘Heel goed, interactieve les. Leert over hoe in de praktijk van de beveiliging kan zijn.’
op het gebied van beveiliging en kennis op het gebied van discriminatie. Het MDRA verzorgt jaarlijks een college over discriminatie en de gelijke behandelingswetgeving voor het keuzevak Discriminatie & Recht dat wordt gegeven op de Hogeschool van Amsterdam (HvA). Op eigen initiatief heeft het MDRA in 2014 de Pabo (HvA) benaderd voor het ontwikkelen van een workshop op maat. De betrokken lerarenopleider was enthousiast. Volgens haar zorg je met deze workshop voor een olievlekwerking binnen het onderwijs. ‘Je traint toekomstige leerkrachten hoe om te gaan met diverse vormen van uitsluiting en zij dragen dit uit in hun stages en toekomstige werkplekken.’ In deze
47
workshop komen verschillende situaties aan bod waar een leerkracht mee te maken kan krijgen: een kind wordt vanwege haar huidskleur niet uitgenodigd voor een kinderpartijtje; een ouder klaagt dat de leerkracht haar kind strenger beoordeelt vanwege zijn afkomst; welke aanpassingen moet je als school doen voor een leerling met een handicap; wat doe je als een collega discriminerende opmerkingen maakt tegen een andere collega; hoe reageer je op een leerlinge met een hoofddoek?
Inburgering / NT2 In overleg met de afdeling Educatie en Inburgering van de gemeente Amsterdam ontwikkelde het MDRA in 2013 een gastles en een D-Tour specifiek voor inburgerings- en NT2 cursisten. De les past goed binnen de lesstof voor het inburgeringsexamen en sluit aan bij het burgerschapscurriculum dat door de gemeente is opgesteld. Dankzij een regeling met de afdeling Educatie en Inburgering konden ook in 2014 de door de gemeente gecontracteerde taalaanbieders ieder een gastles of een D-Tour kosteloos aanvragen. Vijf aanbieders maakten gebruik van deze mogelijkheid. Gastles discriminatie De gastles werd aan vier groepen gegeven. De les bestaat uit stellingen en uitleg over het begrip discriminatie. Hiernaast is er veel aandacht voor de bijbehorende woordenschat en is er ruimte voor eigen ervaringen. De les wordt door docenten en cursisten positief beoordeeld. D-Tour Ook vier groepen gingen met het MDRA op excursie door het centrum van Amsterdam. Tijdens de D-Tour komen de thema’s slavernij, homoseksualiteit, godsdienst, antisemitisme en discriminatie aan de orde. Het MDRA geeft informatie over de monumenten en gaat een gesprek aan met de cursisten over bovenstaande onderwerpen. De cursisten krijgen een opdrachtenboekje uitgereikt waarmee de docent in een volgende les verder kan werken.
Overige voorlichtingsactiviteiten De aanvragen voor inleidingen, lezingen, trainingen en workshops variëren ieder jaar, qua aantal en qua inhoud. In veel gevallen wordt in een presentatie aandacht besteed aan het begrip discriminatie en wat in Nederland op dit gebied wel en niet wettelijk geregeld is. Ook komen persoonlijke ervaringen van de deelnemers aan bod, wordt onderzocht hoe je kunt reageren in het geval van discriminatie en
48
op welke manier je zelf kunt bijdragen aan het voorkomen van discriminatie. In 2014 verzorgde het MDRA een voorlichtingsbijeenkomst over discriminatie op de arbeidsmarkt voor de Somalische organisatie SOMVAO en was er een presentatie voor meer dan 80 vrouwen op internationale Vrouwendag (PvVO). Ook was het MDRA te gast bij een dialoogavond in Zuidoost waar Afrikaanse inwoners van de Bijlmer aanwezig waren. Op verzoek van de ouderraad heeft het MDRA een voorlichting gegeven voor ouders van een basisschool in Oost. Voor de Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind heeft het MDRA tijdens de jaarlijkse bijeenkomst een presentatie gegeven aan voorlichters die als vrijwilliger op scholen vertellen over hun beperking. Regelmatig ontvangt het MDRA groepen op kantoor, studenten en professionals uit België en Duitsland, die graag meer willen weten over discriminatie in Nederland.
49
9 Projecten Evenementen zonder beperking Hoe is het gesteld met de toegankelijkheid van festivals en evenementen voor mensen met een visuele en/of lichamelijke beperking in Amsterdam? Al in 2012 startte het MDRA met de voorbereidingen van dit project. In het voorjaar en in de zomer van 2014 bracht een onderzoeksteam de toegankelijkheid van tien evenementen binnen de regio Amsterdam in kaart. In december organiseerde het MDRA een expertmeeting rond het thema. Het Revalidatie Fonds maakte het project met een subsidie mogelijk. Er werd samengewerkt met Cliëntenbelang Amsterdam, studenten Ergotherapie van de Hogeschool van Amsterdam en vrijwilligers met een beperking. Het onderzoek omvatte vijf facetten van toegankelijkheid: 1. Informatievoorziening over de toegankelijkheid van een evenement (denk aan de website, flyers) 2. De route naar het evenement: kan ik er komen? 3. De entree van een evenement: kan ik naar binnen? 4. De inrichting van het terrein: kan ik gebruikmaken van de voorzieningen, zijn er voorzieningen getroffen voor mensen met een beperking? (denk aan een rolstoeltoegankelijk toilet). 5. Sociale toegankelijkheid: hoe is de sfeer op het terrein, zijn medewerkers en bezoekers meedenkend en behulpzaam?
50
Onderzoeksresultaten De festivals en evenementen waren over het algemeen matig toegankelijk. Twee festivals sprongen er in positieve zin uit (Uitmarkt en Appelsap). Een drietal festivals was slecht toegankelijk. Een van deze festivals had dagen en uren voorafgaand aan het festival te maken met hevige regenval, waardoor het grassige terrein was veranderd in een modderpoel en daarom slecht toegankelijk was. Maar overige voorzieningen waren hier ook niet op orde (Brave). De meeste festivals hadden wel een rolstoeltoegankelijk toilet, maar dit was niet altijd goed bereikbaar en goed bruikbaar. Aan de looproutes viel in het algemeen veel te verbeteren. Deze ontbraken of waren niet goed bruikbaar (te smal, niet aaneensluitend, niet volledig). Kassa’s waren niet altijd op de juiste hoogte, een enkele keer was ook de hoofdentree te smal. Horeca was niet altijd bereikbaar doordat de uitgiftebalie te hoog was of omdat de horeca op een verhoging was geplaatst. Over alternatieven of oplossingen was niet altijd nagedacht. De informatievoorziening was in de meeste gevallen niet toereikend. Wel waren de onderzoekers tevreden over de behulpzaamheid van de medewerkers en de sfeer op de terreinen. Een uitgebreider overzicht van de onderzoeksresultaten en de bijbehorende adviezen is te vinden in de eindrapportage van het project op de website van het MDRA.
Expertmeeting Op 3 december 2014 organiseerde het MDRA een expertmeeting rond het project in Pakhuis de Zwijger. Doel van deze bijeenkomst was het presenteren van de onderzoeksresultaten; het project overdragen aan andere partijen; festivalorganisatoren informeren en inspireren om met het thema aan de slag te gaan; en tot slot beleidsambtenaren van de gemeente Amsterdam en de regio Amstelland uitnodigen te inventariseren op welke manier de gemeente aan het verbeteren van de toegankelijkheid kan bijdragen. Meer dan 30 belangstellenden waren aanwezig, verdeeld over de drie doelgroepen. Aan de expertmeeting werd meegewerkt door de landelijke organisatie Ieder(in), festival 5D en Cliëntenbelang Amsterdam. De aanwezigen waren enthousiast over de bijeenkomst en tevreden over het programma.
51
Schoolproject Xchange – uitwisseling tussen Nieuw-West en Zuid De stadsdelen Nieuw-West en Zuid spraken begin 2014 de wens uit een project te ontwikkelen waarbij leerlingen van scholen uit beide stadsdelen met elkaar in contact worden gebracht. Uitgangspunt is dat de leerlingen uit NieuwWest en Zuid opgroeien in een andere omgeving en weinig kennis hebben van elkaars cultuur en omgeving. De stadsdelen waren bekend met het project ‘Respectestafette’ dat al enkele jaren door het MDRA wordt georganiseerd op scholen voor voortgezet onderwijs. De stadsdelen vroegen het MDRA het project zo in te richten dat een uitwisseling tussen twee scholen in twee verschillende stadsdelen mogelijk werd. Dit schoolproject heeft als doel leerlingen uit verschillende stadsdelen met elkaar in contact te brengen, te onderzoeken of er over en weer sprake is van vooroordelen en stereotyperingen en zo ja, om deze te voorkomen en/of te verminderen. In eerste instantie heeft het MDRA het project zo ingericht dat meerdere scholen deel konden nemen. Hoewel veel scholen vlak voor de zomer enthousiast reageerden, was het voor hen wegens de jaarplanning niet mogelijk om de projectactiviteiten begin 2015 in te roosteren. Het Wellant College Sloten en het Fons Vitae Lyceum konden wel ruimte maken en hebben ieder een 2de jaars klas ingezet om mee te draaien in dit project. Deze leerlingen worden elkaars penvrienden en gaan in groepen films maken over stereotypen.
52
10 Regionaal Disc r im inat ie Over leg (RDO) Aan het RDO nemen portefeuillehouders en contactpersonen discriminatie van de politie Amsterdam, het Openbaar Ministerie (OM) arrondissementsparket Amsterdam, de gemeente Amsterdam en het MDRA deel. Het overleg vindt vier keer per jaar plaats en bestaat uit een zaaksinhoudelijk deel en een beleidsmatig deel. De vertegenwoordigers van de gemeente zijn alleen aanwezig bij het beleidsmatig deel. Het MDRA voert het secretariaat en zit de vergaderingen voor.
Zaaksinhoudelijk deel Tijdens het zaaksinhoudelijk deel worden de meldingen en aangiften van discriminatie, of met een discriminatieaspect, in de regio Amsterdam besproken. De bevordering van een spoedige en vakkundige afhandeling staat centraal en er wordt daartoe informatie gedeeld over de inhoud, achtergrond en voortgang van de meldingen en aangiften. In de regio Amsterdam vindt al sinds 1997 een periodiek overleg plaats tussen politie, OM en het MDRA. De insteek van het MDRA tijdens het RDO is om de afhandeling van zaken van haar cliënten, waarbij aangifte is gedaan bij de politie, te bespoedigen. Zo kan het MDRA de vertegenwoordiger van de politie bijvoorbeeld vragen waarom een zaak is ‘opgelegd’ (geen opsporingsindicatie en de zaak is opgeborgen in het archief). Aan de vertegenwoordiger van het OM kan het MDRA vragen stellen over de juridische aspecten van de zaak en de behandeling door het OM of de rechtbank. Het MDRA kan soms nuttige extra informatie verschaffen aan politie en OM door het directe contact dat er is met de cliënt. Het MDRA informeert cliënten over de voortgang van de afhandeling van hun aangifte. Daarbij wordt al vele jaren gebruik gemaakt van een zaaksoverzicht om deze zaken te registreren, te monitoren en te analyseren. In de loop der jaren is dit zaaksoverzicht verder ontwikkeld en verbeterd. Deze werkwijze is inmiddels opgenomen in de Aanwijzing Discriminatie. In de Aanwijzing staan regels en procedurevoorschriften voor de opsporing en vervolging van discriminatie voor het OM en politie. Helaas is er door de reorganisatie van de nationale politie een capaciteitsprobleem ontstaan bij de Amsterdamse afdeling die discriminatie in de portefeuille heeft. Sinds het derde kwartaal van 2013 heeft dit zijn weerslag op de zaaksoverzichten en vanaf de eerste helft van 2014 stelt de politie geen zaaksoverzichten meer op. Daarmee is het fundament onder het RDO, dat ooit is opgericht
53
om een adequate afdoening van discriminatiezaken door politie en OM te waarborgen, weggevallen.
Beleidsmatig deel Tijdens het beleidsmatig deel worden overige, niet direct zaaksgerelateerde, onderwerpen besproken. Onderwerpen zijn bijvoorbeeld (discriminerend) deurbeleid in de horeca of de aanpak van burenruzies waarbij discriminatie een rol speelt. Andere voorbeelden zijn de ontwikkeling van een gezamenlijk beleidsplan en discriminatiebeeld van de regio Amsterdam.
54
11 Horeca D eur beleid Het in 2006 gestarte Panel Deurbeleid heeft tot een toename van het aantal ingediende klachten over het deurbeleid van de horeca geleid, maar het aantal horecagelegenheden dat zich aansloot bleef achter bij de verwachtingen. Ook het ontbreken van een sanctiemogelijkheid bij zaken waar vaak over werd geklaagd was een heikel punt. Dit leidde ertoe dat de gemeente Amsterdam in 2012, in samenwerking met de politie, het MDRA en Koninklijke Horeca Nederland (KHN), een nieuwe aanpak van discriminatie in het uitgaansleven heeft ontwikkeld. Een van de pijlers van de nieuwe werkwijze is het aanvullend voorschrift in de exploitatievergunning dat horecazaken met een portier verplicht hun toegangsbeleid kenbaar te maken aan bezoekers. Daarnaast zijn er duidelijke afspraken gemaakt over de acties die worden genomen wanneer er klachten over weigering aan de deur binnenkomen.
Transparante en eenduidige toegangsregels Nacht- en avondzaken zijn sinds 2013 verplicht hun toegangsbeleid kenbaar te maken aan de bezoekers bij de ingang van de horecaonderneming. KHN ondersteunt de horecaondernemers bij het opstellen van de toegangsregels en het vervaardigen van borden.
Werkwijze bij klachten Klachten over weigering aan de deur van horecazaken die bij de gemeente, de politie en het MDRA binnenkomen, worden bij het MDRA verzameld. Helaas heeft het MDRA in 2014 geen registratie van de politie over weigeringen aan de deur ontvangen vanwege de eerder genoemde capaciteitsproblemen. De gemeente ontvangt eens in de drie maanden van het MDRA een overzicht van deze klachten. Als over een horecazaak meerdere serieuze klachten binnenkomen dan neemt de gemeente stappen. In eerste instantie gaat de gemeente met de horecaondernemer in gesprek. In dit gesprek wordt gezamenlijk nagegaan in hoeverre de ondernemer stappen heeft genomen om de schijn van discriminatie te beperken. Indien dit onvoldoende het geval is, dan krijgt de ondernemer de gelegenheid alsnog orde op zaken te stellen. Bij aanhoudende klachten kan de gemeente mystery guests inzetten om objectief te constateren of er sprake is van discriminatie. Indien dit het geval is, dan treedt het stappenplan van de handhavingsstrategie in werking, waarbij tijdelijke sluiting van de horecaonderneming mogelijk is.
55
N.B. De inhoudelijke klachtenbehandeling wanneer er melding bij het MDRA wordt gedaan van discriminatie in de horeca of discriminerende deurbeleid, is niet veranderd. Evenals voorheen worden deze klachten via de gebruikelijke procedure behandeld (zie pagina 17).
56
Or ganisatie en bes t uur Organisatie Directeur: Jessica Silversmith Beleidsmedewerker: Maurice Strijkers Klachtenbehandelaar en voorlichting: Corinne Izaaks en Fleur Poot Klachtenbehandelaar: Zehra Keleş, Debbie Koekkoek en Joke Walstra Onderzoeker: Ineke van der Valk voor het project Monitor Moslimdiscriminatie Extern: Tjals Havinga (administratie) Vrijwilliger: Gisela Mosquera Afstudeerstage: Arjan Beeuwkens, Susanne Naaijkens, Pauline Rietveld, Ruben Spek Snuffelstage: Sadiqah Salentijn
Bestuur Voorzitter: Linda Johnson Penningmeester: Brian Tung Overige bestuursleden: Chris Bouma Lloyd Grampon Melda Müjde Jacobien Vreekamp
57
Colof on Dit jaarverslag is samengesteld en uitgegeven door: Stichting Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam (MDRA) Postadres: Postbus 15514, 1001 NA Amsterdam Bezoekadres: Vijzelstraat 77-1, 1017 HG Amsterdam Tel 020 638 55 51 Fax 020 620 14 01 e-mailadres:
[email protected] website: www.mdra.nl Fotografie Foto omslag: dabldy / Shutterstock.com Er is geen verband tussen de mensen op de foto’s en meldingen van discriminatie bij het MDRA. Redactie Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam Grafische vormgeving Studio Josje Pollmann, Amsterdam © 2015 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, internet of op welke wijze ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever.
58