Typisch Loons… (1): de familie Snoeren door John Boeren Voorwoord In de nieuwe serie “Typisch Loons…” staat vanaf nu telkens een Loonse familie centraal. Omdat de titel van deze serie begint met het woord “typisch” worden alleen die families behandelt die al eeuwenlang in Loon op Zand woonachtig zijn. Om typisch Loons genoemd te worden, moet de familie van vóór 1750 binnen de gemeente Loon op Zand wonen en moeten er nu nog rechtstreekse afstammelingen zijn. Daarbij wordt vooral ook gekeken naar families van leden van de heemkundekring. De eerste familie die in deze serie centraal staat is de familie Snoeren, die al bijna 400 jaar in de gemeente Loon op Zand woont. Inleiding op de familie(naam) Volgens het Nederlands Repertorium van Familienamen waren er bij de Volkstelling in 1947 in totaal 910 dragers van de familienaam Snoeren. Daarvan bevond 88% zich in de provincie Noord-Brabant (zie afbeelding). Wanneer het spreidingsgebied binnen de provincie nader bekeken wordt, kan gesteld worden dat de familienaam zich verspreid heeft in de regio tussen ruwweg Breda en Den Bosch. Buiten dit verspreidingsgebied worden maar weinig naamdragers gevonden. Wanneer de diverse families in het Brabantse land gevolgd worden, blijkt dat iedere familie terug te voeren is tot dezelfde stam. De wortels van deze stam liggen in het midden van het spreidingsgebied: Loon op Zand. Aan het begin van de 17de eeuw vestigde zich hier de eerste drager van de familienaam Snoeren. Echter, hij voerde nog het alias ‘Snoerman’. Na hem droegen twee generaties de genitiefvorm ‘Snoermans’. Deze vorm van de achternaam veranderde langzaam in ‘Snoer’, ‘Snoers‘ en ‘Snoere’. Weer later, aan het begin van de 19de eeuw werd de familienaam definitief ‘Snoeren’. Over de betekenis van de familienaam is niets met zekerheid te zeggen. Wanneer we weten dat de familienaam ‘Snoeren’ afgeleid is van het alias ‘Snoerman’, moeten we de herkomst ook bij dit alias zoeken. Het Woordenboek der Nederlandse Taal geeft echter geen betekenis voor een ‘snoerman’. Etymologisch is het woord ‘snoer’ verwant aan ‘snaar’. Opmerkelijk is wel dat een ‘snareman’ in het Woordenboek der Nederlandse Taal genoemd wordt. De betekenis die daaraan gegeven wordt is die van een zonderling of gek persoon. Uit de bronnen is echter niet gebleken dat Adriaen Jan Corsten, alias Snoerman, niet goed bij het hoofd is geweest. En dus blijft een goede verklaring voor deze familienaam nog een geheim. Dit artikel begint bij de oudste bekende voorvader van de familie Snoeren. Het einde ligt in de huidige tijd. Vanwege de uitgebreidheid van de familie is er voor gekozen hier alleen maar een stamreeks te publiceren: een rechte lijn van de oudst bekende voorvader via Adriaen Snoerman naar John Boeren. Generatie I Bits van Os. Van hem is verder niets bekend. Zijn naam komt voort uit het patroniem dat bekend is van zijn zoon Pauwels. Interessant is wel de vermelding van Henrik Bits van Osse in een oorkonde van 5 november 1385. Deze Henrik draagt dan een erfcijns van 40 schellingen over aan Arnd Meerman. Zijn huis met land in Oss zijn als
onderpand aan de cijns verbonden.[1] Hoewel er geen enkel bewijs voor is, zou Henrik – gelet op patroniem en achternaam – een zoon van deze Bits van Os kunnen zijn. Generatie II Pauwels Bits van Os ook genaamd Pauwels Byts, is overleden tussen vrijdag 1 augustus 1393 en donderdag 2 september 1445. Hoewel echt bewijs ontbreekt, heeft het er alle schijn van dat deze Pauwels voorkomt in een rekening van de schout van Maasland over de periode 1392-1393. Deze schrijft bij zijn ontvangsten dat hij 3 gulden heeft gekregen van Pauwels Byts vanwege een rechtzaak tegen Heine IJsch. En hij vermeldt dat deze zaak in Berlicum speelde.[2] Generatie III Reijner Pauwels Bits, is overleden na donderdag 2 augustus 1453. Hij was gehuwd met Elisabet Geerit Bukkinc, overleden voor donderdag 20 januari 1452. Elisabet was eerder gehuwd met Jacob Willem van Brakel. Reijner en Elisabeth worden tussen 1433 en 1452/1453 genoemd in enkele akten. Eén van de belangrijkste akten dateert van 20 januari 1453. Elisabeth is dan overleden en Reijner draagt het vruchtgebruik over een huis met tuin, gelegen in Oisterwijk, en een tuin aan de Kerkstraat aldaar over aan zijn zoon Corstiaen. Deze verkoopt vervolgens de goederen aan Tieleman Aert Tielemans.[3] Generatie IV Corstiaen Reijner Bijts, is overleden tussen maandag 15 februari 1468 en donderdag 1 december 1496. Hij was gehuwd met Hadewig Jan Peeter Belaerts, overleden na maandag 15 februari 1468. In een akte van 15 februari 1468 wordt hij genoemd als weduwnaar van Hadewig. Samen met zijn zwager Jan verkoopt hij dan goederen aan de Tafel van de Heilige Geest van Oisterwijk.[4] Generatie V Jan Corstiaen Reijnersse, overleden tussen 17 januari 1527 en 29 mei 1533. Op 12 april 1518 koopt hij van Jan Robbrecht van Veen, gehuwd met Sophie Hendrick van Berck, een huis met hof, gelegen aan de Kerkhovensestraat.[5]
Op 14 december van dat jaar koopt hij samen met Jan Hendrick Wouters een huis met hof, gelegen aan de Hoogstraat. Dit perceel grenst aan het hiervoor genoemde huis. Hij koopt dit huis van Adriaen Willem Gerrits, die naast hem woont.[6] Op 5 mei 1522 verkoopt hij een deel van zijn perceel aan de Kerkhovensestraat aan de kinderen van Jan Henrick Wouters. In ruil daarvoor krijgt hij het gebruik van de uitweg en van de put om water te halen.[7] Het jaar daarop, op 28 juli 1523, verkopen de kinderen van Jan Hendrick Wouters de helft van het huis aan de Hoogstraat, zodat dit in z’n geheel aan Jan Corstiaen Reijnersse komt.[8] Uit zijn wettige huwelijk werden tenminste twee kinderen geboren. Daarnaast had hij ook nog een natuurlijke zoon. Generatie VI
Corstiaen Jan Corsten (van Eil), geboren rond 1510, overleden na 11 mei 1556. Zijn natuurlijke vader laat hem in een testament een huis aan de Hoogstraat na. Op 19 april 1555 vinden we een zeker Corst van Eijgen als eigenaar van een belendend perceel in de Hoogstraat. Dit perceel wordt genoemd bij de verkoop van een half huis door Adriaen Jan van Uden aan Adriaen Geerit Jacobs.[9] In 1556 verkoopt Corstiaen, natuurlijke zoon van wijlen Jan Corstiaen Reijnersse, een hofstad aan de Hoogstraat te Oisterwijk. Deze hofstad is hem bij testament van zijn vader toegezegd en definitief aangekomen nadat de wettige erfgenamen afstand van hun rechten hadden gedaan.[10] Hierin worden Adriaen Jan van Uden en Adriaen Geerit Jacobs als eigenaren van het belendende huis genoemd. Het is dus zeker dat Corst van Eijgen en Corst Jan Corsten van Eil één en dezelfde persoon zijn. De verkoopt vindt plaats aan de Tafel van de Heilige Geest te Oisterwijk.[11] Zijn vrouw is niet bekend, maar hij heeft ten minste drie kinderen gekregen. Generatie VII Jan Corsten, geboren rond 1540, overleden tussen 7 februari 1580 en 27 mei 1598. Hij was gehuwd met Jenneke Jan Hessels, overleden voor 27 mei 1598. Op 7 februari 1580 transporteren Jan en Claes, zonen van wijlen Corstiaen Jansse van Ele, de helft van een huis met hof en schuur, gelegen te Berkel, aan Embert Peeter Arien Sterks. Deze helft hebben zij verkregen door naasting, nadat Marcelis Heijman Marcelis zijn helft had opgedragen aan Lambert Robbert Lambert Beijnen.[12] Op 27 mei 1598 verkopen Adriaen, Dymphna, Cornelia, kinderen van wijlen Jan Corsten en Jenneke Jan Hessels, met Peter Henrick Coenen, Embert Jan Joosten en Marten Janssen van Buerden, gezamenlijk hun rechten op een stede (bestaande uit een huis met hof, schuur, schop en grond), groot 2,5 mutsaert, gelegen onder Udenhout in de Biesmortel, aan hun broer Jan. [13] Er zijn zeven kinderen bekend. Generatie VIII Adriaen Jan Corsten alias “Snoerman”, geboren rond 1570, overleden te Loon op Zand op 8 januari 1648. Hij werd op 16 oktober 1613 te Oisterwijk aangesteld als voogd over de twee in leven zijnde kinderen en het nog ongeboren kind van zijn zuster Neelken. Voor het eerst wordt hij in Loon op Zand genoemd in 1626 als zijn huisvrouw met haar broer betrokken zijn bij de beslechting van een geschil tussen enkele erfgenamen over de nalatenschap van Cornelis Joost Jan Peters en zijn vrouw Adriana Peeter de Bruijn.[14] Drie jaar later koopt hij van Mathijs Cannaerts, rentmeester van Loon op Zand, met anderen enkele loten moer.[15] Vanaf dat moment is hij in Loon op Zand te vinden. Het is sinds die tijd dat hij het alias “Snoerman” draagt. De betekenis hiervan is, zoals eerder gezegd, niet bekend.
Aan Aert Peter Jan Gijben verkoopt hij op 12 mei 1634 voor 34 gulden en 10 stuivers een os.[16] Op 13 december 1635 koopt hij voor 210 gulden van Geerit en Peeter, zonen van Geerit Geeritssen de Groot, een huis met brouwhuis, grond, hof en akkerland. Het geheel is 6 lopenzaat groot en gelegen op het Kraanven te Loon op Zand.[17] Hij is getrouwd te Oisterwijk op 23 november 1603 (rk) met Marij (of Mariken) Adriaen van Son, overleden te Loon op Zand op 6 november 1646, dochter van Adriaen Jan van Son. Na het overlijden van Marij (1646) en Adriaen (1648) worden de nagelaten goederen op 1 december 1649 verdeeld over hun kinderen: Jan de oude, Adriaen, Anthonis, Jan de jonge en Anneke.[18] Het betreft een huis (bestaande uit een “grote kamer”, een achterhuis, een keuken en een schop), een hof en enkele percelen bouwland, alles gelegen op het Kraanven. Uit dit huwelijk werden vijf kinderen geboren. Generatie IX Adriaen Adriaen Snoermans, landbouwer en dijkwerker, gedoopt te Oisterwijk op 8 januari 1606 (rk), overleden rond 1678. Na zijn huwelijk met Eeltken Hendrick Bastiaens, krijg hij in 1635 resp. 1640 de gehele nalatenschap van haar ouders in zijn bezit. Het betreft een huis met schuur, grond, hof en erf, groot 5 lopenzaat, gelegen op het Kraanven. Daarnaast zijn er nog enkele losse percelen akkerland.[19] Bij de verdeling van de goederen van zijn ouders houdt hij uiteindelijk slechts enkele percelen bouwland over. Zijn deel in het huis staat hij af aan zijn broer en zuster. Op 11 juni 1660 koopt hij een ander huis, samen met enkele percelen grond, van de kinderen van Bertrom Peter Adriaen Maes. Ook dit complex ligt op het Kraanven, en kost hem 400 gulden.[20] De bouwlanden gebruikt hij als teulland. Verder verdient hij zijn kost door in Holland te “dijcken”.[21] Hij is getrouwd te Loon op Zand op 3 februari 1632 (rk) met Aleijdis (Eeltken) Hendrick Bastiaens, vermoedelijk gedoopt te Loon op Zand op 13 april 1616, overleden na 1653, dochter van Hendrick Bastiaens en Claesken Jans.
Zij kregen zes kinderen. Generatie X Jan Adriaen Snoeren, gedoopt te Loon op Zand op 2 juni 1641 (rk), overleden rond 1695. Hij is ondertrouwd te Loon op Zand op 12 februari 1668 (rk) met Lijsbeth (Lijske) Aert de Meijer, gedoopt te Loon op Zand op 24 juni 1640 (rk), overleden aldaar op 24 februari 1712, dochter van Aert Jan Jan Stevens en Catelijn Cornelis de Denser. Hun twee zonen Huijbert en Adriaen verdelen de boedel op 20 april 1722.[22] Belangrijkste object in de boedel is het huis met ongeveer 20 hont land, gelegen op de Roestelberg. Dit huis komt bij de deling aan zoon Huijbert. Behalve Huijbert en Adriaen waren er nog zes kinderen. Generatie XI Adriaen (Arie) Jan Snoeren, landbouwer, gedoopt te Loon op Zand op 31 januari 1679 (rk), begraven aldaar op 30 maart 1743. Hij is getrouwd te Loon op Zand op 9 mei 1706 (rk) met Marij Haensbergen, gedoopt te Loon op Zand op 12 april 1682 (rk), overleden op 21 mei en begraven aldaar op 24 mei 1721, dochter van Theodoor Haensbergen en Catharina Rousseau, en woont met haar op het Kraanven. Op 24 januari 1721 geven de erfgenamen van Catharina Rousseau volmacht aan Peter Jansse om in Tilly (Waals-Brabant) de goederen van hun moeder te verkopen en tegelijkertijd enkele financiële zaken met hun oom “Carel Roussouw” te regelen.[23] Zijn schoonvader is vorster en boswachter van de heer.
Hij is daarna getrouwd te Loon op Zand op 15 november 1722 (ng) met Marij Steven de Jong, gedoopt te Loon op Zand op 20 oktober 1690 (rk), overleden in 1744 of 1745, dochter van Steven Cornelis de Jong en Maria Dirk Hamers. Kort voor zijn tweede huwelijk laat Arie Jan Snoeren een inventaris opmaken van zijn roerende goederen. Onroerende goederen zijn niet op de inventaris vermeld.[24] Uit het eerste huwelijk werden de hierna genoemde Leendert en vijf andere kinderen geboren, uit het tweede huwelijk nog drie. Generatie XII Leendert Adriaan Snoeren, landbouwer en arbeider, gedoopt te Loon op Zand op 18 mei 1711 (rk), begraven aldaar op 9 augustus 1775. Hij woonde bij de brand van 1737 in de Kerkstraat bij zijn oom Cornelis Haansbergen in een huis tegenover de kerk. Hij is getrouwd te Loon op Zand op 1 februari 1739 (ng) met Anneke Wijters, gedoopt te Loon op Zand op 16 november 1715 (rk), begraven aldaar op 30 augustus 1775, dochter van Cornelis Hendrik Wijters en Helena Adriaan Basters. Hun kinderen verdelen op 11 mei 1776 de nalatenschap waarbij Adriaan een half huis, gelegen op de Bernse Hoef krijgt. De andere kinderen verdelen een groot aantal percelen wei- en zaailand.[25] Er waren elf kinderen. Generatie XIII Johannes Leendert Snoeren, bouwman en arbeider, gedoopt te Loon op Zand op 4 september 1754 (rk), overleden te Loon op Zand op 15 augustus 1835. Hij is eerst getrouwd te Loon op Zand op 29 mei 1785 (ng) met Adriana Cox, gedoopt te Loon op Zand op 7 september 1760 (rk), overleden aldaar op 14 augustus 1790, begraven aldaar op 17 augustus 1790, dochter van Embertus Cox en Antonia van Uijen. Op 11 november 1789 koopt Johannes van Judocus den Ouden en Jacobus Adriaan Snoeren een huis met hof, erf, land, weide en heide, gelegen in Hil en Moer voor een bedrag van 300 gulden.[26] Hij is na de dood van zijn eerste vrouw getrouwd te Loon op Zand op 22 mei 1791 (ng) (in de kerk met dispensatie vanwege bloedverwantschap in de 4e graad) met Anna Maria Dingemans, gedoopt te Loon op Zand op 28 december 1763 (rk), overleden aldaar op 29 september 1825, dochter van Jan Dingemans en
Pieternella Freijse. Voordat het tweede huwelijk gesloten kan worden, moet Johannes eerst een inventaris overleggen, zodat duidelijk is welke goederen voor zijn zoon uit het eerste huwelijk zijn. Het huisje dat hij in 1789 heeft gekocht, staat op deze inventaris samen met een perceel heide en de huisraad.[27] In 1802 is Johannes samen met zijn vrouw erfgenaam van Adriaan Jan Dingemans, die als metselaarsbaas sterft in Paramaribo, in de kolonie Suriname. Deze laat niet minder dan 2432 gulden na.[28] Uit het eerste huwelijk worden Leendert en een kind geboren dat samen met Adriana in het kraambed sterft. Het tweede huwelijk levert nog acht kinderen op. Generatie XIV Leonardus Jan Snoeren (Leendert) ook genaamd Leendert Snoeren, arbeider en bouwman, gedoopt te Loon op Zand op dinsdag 15 mei 1787 (rk), overleden aldaar op zaterdag 6 mei 1876.
Hij trouwt op donderdag 18 februari 1813 te Loon op Zand met Catharina Dingemans, gedoopt te Loon op Zand op donderdag 25 juli 1793 (rk), overleden aldaar op zondag 3 januari 1864. Na het overlijden van zijn ouders deelt Leendert met zijn broers en zusters de nagelaten goederen. Er wordt afgesproken dat Leendert alle goederen krijgt, de anderen nemen genoegen met een geldsom (ieder krijgt 31 gulden 25 cent). Leendert krijgt de volgende goederen: een huis, erf, bouw- en weiland met heide, staande en gelegen in het Straatje, groot 2 bunder 66 roeden 90 ellen, kadastraal bekend als sectie H, nummers 391 t/m 400, twee percelen bouwland, gelegen in Hil en Moer, groot 27 roeden 10 ellen en 20 roeden en 90 ellen, kadastraal bekend als H-204 en als H-341 en 342.[29] Op 4 januari 1864 laat Leendert de inboedel van zijn huis aan het Straatje door notaris Bossers verkopen. Behalve de huisraad (waaronder stoelen, een spinnewiel, schilderijen, borden, potten en ketels) worden er ook een os, koe, vaars en schaap verkocht. De verkoop brengt 250 gulden en 15 cent op.[30] Generatie XV Martinus Snoeren (Martien), schoenmaker, geboren te Loon op Zand op vrijdag 16 augustus 1816, overleden aldaar op maandag 20 mei 1907 en begraven op donderdag 23 mei 1907 (parochie St. Jans Onthoofding). Hij trouwt te Sprang-Capelle op donderdag 18 april 1844 met Johanna Pijnenburg, geboren te Dongen op donderdag 2 september 1819, overleden te Loon op Zand op woensdag 6 juni 1860. Op verzoek van Martien Snoeren wordt na de dood van Johanna een beschrijving gemaakt van alle roerende goederen, die zijn aangetroffen in hun huis op de Hil. In de inventaris staan de volgende spullen: een kast, een klok, een kachel, vuurgereedschap, een tafel, stoelen, een veren bed, een kaffen bed, lakens, kussenslopen, aardewerk, schilderijen, ijzeren potten, een waskuip, een werkstoel met toebehoren, enige manden, tuingereedschap, twee geiten, kippen, aardappelen, rogge, hooi en stro en mest. Alle spullen vertegenwoordigen een totale waarde van 113 gulden 5 cent. Er is nog voor 2 gulden 15 cent contant geld. Maar de schulden ten laste van deze boedel bedragen maar liefst 285 gulden.[31]
Martien hertrouwt te Loon op Zand op donderdag 23 april 1863 en voor de kerk op zondag 26 april 1863 (parochie St. Jans Onthoofding) met Cornelia de Kok, die te Loon op Zand geboren werd op maandag 3 november 1823 en aldaar overleed (longontsteking en vocht achter de longen) op vrijdag 31 maart 1882. Op 9 april 1883 leent Martien een bedrag van 150 gulden van Thomas Jan Beunis. Hij vestigt daarvoor een hypotheek op zijn goederen: 1) een huis met erf, bouwland en heide, gelegen in het Land van Kleef, groot 20 are en 31 ca., 2) een huis met erf en bouwland, gelegen als voor, groot 3 are 50 ca.[32] Generatie XVI Pieter Snoeren, schoenmaker, geboren te Loon op Zand op maandag 13 september 1852, overleden op zaterdag 4 en begraven op dinsdag 7 november 1939 aldaar (parochie St. Jans Onthoofding). Voor de eerste keer trouwt Pieter te Loono p Zand op vrijdag 28 mei 1880 met Martha Maria van Leeuwen, geboren te Loon op Zand op donderdag 14 augustus 1856, overleden op zondag 23 augustus 1891 te Vught (Huize Voorburg). Kort na de geboorte van haar zesde kind werd Martha ziek. Na een tijdje thuis verzorgd te zijn, nam haar geestestoestand dergelijke vormen aan dat opname in Huize Voorburg noodzakelijk was. Ze leed aan godsdienstwaanbeelden, volgens het officiële dossier.[33] Na behandeling kon zij weer voor een tijdje naar huis. Enkele maanden later ging het opnieuw mis, een opname van de inmiddels zwangere Martha was onvermijdelijk. In Huize Voorburg beviel zij van haar jongste kind. Twee jaar later overleed ze in Huize Voorburg, slechts 35 jaar oud.
Pieter hertrouwt te Loon op Zand op dinsdag 3 mei 1910 met Johanna Cornelia Pijnenburg. Zij is geboren te Loon op Zand op dinsdag 18 december 1860, overleden (hartkwaal) aldaar op dinsdag 12 februari 1935 en begraven op het kerkhof van de parochie St. Jans Onthoofding. Generatie XVII Josephus Petrus Snoeren (Sjef), schoenmaker, geboren te Vught op vrijdag 12 juli 1889, overleden in het Maria-ziekenhuis te Tilburg op vrijdag 18 maart 1988 en begraven te Loon op Zand op dinsdag 22 maart 1988. Hij overleed op bijna 99-jarige leeftijd en is daarmee de oudste bekende Snoeren ooit ter wereld. Sjef trouwt te Loon op Zand op maandag 3 mei 1915 te Loon op Zand met Adriana Cornelia Biemans (Jaon). Jaon is geboren te Loon op Zand op zondag 18 oktober 1891, overleden in het Elisabethziekenhuis te Tilburg op zaterdag 25 juni 1966 en begraven op het kerkhof van Loon op Zand. Na een kort verblijf op het Kraanven en de Molenstraat gingen Sjef en Jaon wonen aan het
Oranjeplein. Ze bewoonden het linkse van de twee schoenmakershuisjes die ooit stonden naast het karakteristieke huis van Sjaak Bouman. Na het overlijden van zijn vrouw woonde Sjef nog vele jaren in De Venloene. Ze kregen drie kinderen. Generatie XVIII Martha Maria Snoeren (Martha), geboren op maandag 21 augustus 1916 te Loon op Zand. Zij is nog altijd in leven en woont te Tilburg. Martha trouwt te Loon op Zand op zaterdag 5 mei 1945 te Loon op Zand met Adrianus Jansen (Jos), schoenmaker bij de firma Van Lier te Loon op Zand. Hij is geboren te Loon op Zand op zaterdag 15 april 1916 en is overleden te Tilburg op vrijdag 3 september 1999. Met hun drie kinderen woonden ze aanvankelijk in de Willibrordusstraat, vervolgens in de Van Salm-Salmstraat. In 1958 verhuisden zij naar Bergstraat 3, het huis dat eerder door Pieter en Dien Jansen-van de Graaf bewoond werd. In 1974 verhuisden zij van Loon op Zand naar Tilburg-Noord. Na het overlijden van Jos betrok Martha in 2000 één van de nieuwe inleunwoningen van zorgcentrum De Reijshoeve. Generatie XIX Huberdina Johanna Adriana Jansen (Berdien), geboren op maandag 28 juni 1948 te Loon op Zand. Zij woont sinds haar huwelijk in Tilburg. Op woensdag 13 september 1972 trouwt ze te Loon op Zand met Henricus Cornelius Johannes Boeren (Henk). Hij is geboren op dinsdag 20 april 1948 te Tilburg. Sinds 1970 is hij werkzaam, in diverse functies, voor een bedrijf dat rioolreinigingsapparatuur produceert. Zij kregen één zoon en woonden aanvankelijke enkele tientallen jaren in Tilburg-Noord (Stokhasselt). Sinds 1998 wonen zij in De Reeshof, de grootste nieuwbouwwijk van Tilburg. Generatie XX Johannes Adrianus Henricus Boeren (John), geboren te Tilburg op dinsdag 19 juni 1973. Hij studeerde rechten aan de Universiteit van Tilburg, werkte vele jaren als hoofd dienstverlening bij het Regionaal Archief Tilburg en is thans bestuursadviseur kabinetszaken bij de gemeente Tilburg. Evenals zijn ouders woont hij sinds 1998 in De Reeshof. Noten [1] Brabants Historisch Informatie Centrum, Archief Commanderij Duitse Orde Vught, inv.nr. 403. [2] Algemeen Rijksarchief Brussel, Schoutsrekeningen, inv.nr. 2795. [3] Brabants Historisch Informatie Centrum, Archief Schepenbank ’s-Hertogenbosch, inv.nr. 1222, folio 262-3. [4] Regionaal Archief Tilburg, Archief Tafel van de Heilige Geest Oisterwijk, inv.nr. 1, folio 212v. [5] Regionaal Archief Tilburg, Archief Schepenbank Oisterwijk, inv.nr. 222, folio 17. [6] Idem, inv.nr. 222, 38v. [7] Idem, inv.nr. 226, folio 21. [8] Idem, inv.nr. 227, folio 40v. [9] Idem, inv.nr. 259, folio 36. [10] Idem, inv.nr. 260, folio 38. [11] Regionaal Archief Tilburg, Archief van de Tafel van de Heilige Geest te Oisterwijk, inv.nr. 3, folio 31. Hieruit blijkt dat de Heilige Geest te Oisterwijk een rente van 10 stuivers heeft gekregen bij koop van Jan Corstiaen Reijnerssen. Voorafgaand is deze rente betaald door de weduwe van Claes van Gulick, daarvoor door Henrick van Berck en daarvoor door Geertruijdt Aben. [12] Archief Schepenbank Oisterwijk, inv.nr. 282, folio 38v.
[13] Idem, inv.nr. 293, folio 30. [14] Regionaal Archief Tilburg, Archief Schepenbank Loon op Zand, inv.nr. 64, folio 32. [15] Idem, inv.nr. 65, folio 85v. [16] Idem, inv.nr. 66, folio 95. [17] Idem, inv.nr. 67, folio 58. [18] Idem, inv.nr. 72, folio 198. [19] Idem, inv.nr. 67, folio 56v; inv.nr. 69, folio 94v en folio 95v. [20] Idem, inv.nr. 78, folio 15. [21] Regionaal Archief Tilburg, Archief Dorpsbestuur Loon op Zand, inv.nr. 603. [22] Archief Schepenbank Loon op Zand, inv.nr. 90, folio 61v. [23] Idem, inv.nr. 90, folio 34. [24] Idem, inv.nr. 90, folio 73. [25] Idem, inv.nr. 107, folio 17v. [26] Idem, inv.nr. 137, folio 147. [27] Idem, inv.nr. 112, folio 112. [28] Idem, inv.nr. 159, folio 52. [29] Archief Notarissen Loon op Zand, inv.nr. 4673, akte 134. [30] Idem, inv.nr. 1861, akte 4. [31] Idem, inv.nr. 1860, akte 52. [32] Idem, inv.nr. 1871, deel 2, akte 35. [33] Het dossier bevindt zich in het archief van de stichting Reinier van Arkel te ’s-Hertogenbosch en is niet openbaar. Op uitdrukkelijk verzoek om inzage van het dossier maakte de voorzitter van de Raad van Bestuur melding van enkele passages uit het dossier.