De Tabernakel door Brad Scott Vertaald door John Nuhaan
1
Inhoudsopgave De Tabernakel ............................................................................................................................ 1 De Tabernakel – 1: Introductie ........................................................................................... 3 De Tabernakel – 2: De Structuur ........................................................................................ 7 De Tabernakel – 3: De Ark Deel 1 ..................................................................................... 10 De Tabernakel – 4: De Ark Deel 2 ..................................................................................... 13 De Tabernakel – 5: De Ark Deel 3 ..................................................................................... 16 De Tabernakel – 6: De Tafel van het Toonbrood Deel 1 ........................................... 20 De Tabernakel – 7: De Tafel van het Toonbrood Deel 2 ........................................... 23 De Tabernakel – 8: De Menorah Deel 1 .......................................................................... 26 De Tabernakel – 9: De Menorah Deel 2 .......................................................................... 29 De Tabernakel – 10: De Linnen Tentkleden .................................................................. 33 De Tabernakel – 11: De Lussen en Gespen ................................................................... 35 De Tabernakel – 12: Resterende Tentkleden ............................................................... 38 De Tabernakel – 13: De Planken en de Voetstukken ................................................ 41 De Tabernakel – 14: De Twee Voorhangsels ................................................................ 44 De Tabernakel – 15: Het Koperen Altaar Deel 1 ......................................................... 48 De Tabernakel – 16: Het Koperen Altaar Deel 2 ......................................................... 51 De Tabernakel – 17: De Voorhof ....................................................................................... 54 De Tabernakel – 18: De Poort, Pilaren En De Voetstukken .................................... 57 De Tabernakel – 19: Het Reukoffer Altaar .................................................................... 60 De Tabernakel – 20: Het Wasvat ...................................................................................... 64 De Tabernakel – 21: Conclusie .......................................................................................... 67
2
De Tabernakel – 1: Introductie Yochanan (Johannes) 1:14Het Woord is vlees geworden, en het heeft onder ons gewoond (getabernakeld) (en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd, een heerlijkheid als van de eniggeborene des Vaders), vol van genade en waarheid. Sinds ik "de Heer heb leren kennen" heb ik ook geweten dat er valse religies en pseudo-christelijke organisaties waren. Mij werd geleerd dat Yochanan (Johannes) 1:14 de achilleshiel was voor de zogenaamde sektes. Het was één van de eerste teksten die ik heb onthouden, en het was altijd de zilveren kogel op mijn kerkelijke munitie riem. Het was het bewijs dat Yeshua‘ YHVH was, en YHVH het daar had geplaatst om de dodelijke wond toe te brengen aan alle religies, die tegen de goddelijkheid van de Messiah ingingen. Bijna 30 jaar later hou ik nog steeds voet bij stuk dat Yeshua‘ de Messiah YHVH in het vlees is, maar Yochanan 1:14 is veel meer dan slechts apologetische munitie. Ik heb nu al vele jaren les gegeven over het onderwerp van de tabernakel in Shemot (Exodus) 25, maar nog nooit met het begrip dat ik heb gekregen sinds ik ben weggebroken van de traditionele, moderne Christelijke onderwijzing. Het heeft een lange tijd geduurd om wakker te worden en te beseffen dat het fundament van het geloof in de Messiah wordt gevonden in het fundament. Het wordt gevonden in de vroegere dingen. Het wordt gevonden in het begin. Het is in de Torah. Eigenlijk was het de recente ontdekking in DNA onderzoek dat de meest diepgaande invloed voor mij geworden is. Dit zullen we later bespreken. Maar nu, gaan we verder door stap voor stap door de tabernakel te gaan op de manier zoals YHVH het ontworpen heeft. We zullen alle artikelen en meubelstukken bespreken, en hoe deze niet alleen een prachtig beeld zijn van de Messiah, maar van onszelf. Het allereerste wat we moeten bepalen is hoe YHVH, volgens de Geschriften, tot de mens spreekt. De Geschriften onthullen ons dat er vele manieren zijn waarop de Schepper Zijn wil en intellect aan ons openbaart. We moeten eerst begrijpen dat wat we lezen het intellect van YHVH is en niet van de mens. Als er informatie in de Geschriften staat, die chukim is, of moeilijk te begrijpen, dan is dat het gevolg van de onbekwaamheid van de student en niet van de leraar. Er zijn vele instructies die eenvoudig en duidelijk zijn, zoals de Tien Geboden. "Gij zult niet doden" is heel simpel. Er zijn een aantal begrippen geleerd in gelijkenissen. Sommige instructies worden gegeven in een contrast stijl of een doublet stijl zoals in Spreuken. We hebben in het verleden gesproken over de Bijbelse onderwijs instrumenten van p'shat, remez, drash, en sod. In Numeri wordt ons verteld:
Bemidebar (Numeri) 12:6-8Toen zeide Hij: Hoort nu mijn woorden. Indien onder u een profeet is, dan maak Ik, YHVH, Mij in een gezicht aan hem bekend, in een droom spreek Ik met hem. Niet aldus met mijn knecht Moshe, vertrouwd als hij is in geheel mijn huis. Van mond tot mond spreek Ik met hem, duidelijk en niet in raadselen, maar hij aanschouwt de gestalte van YHVH. Zo zie je maar dat er vele manieren zijn waarop de leraar les geeft. In Hoshea onthult YHVH soortgelijke lesmethoden.
Hoshea (Hosea) 12:11En Ik zal tot de profeten spreken en Ik zal veel gezichten geven, en door de dienst van profeten zal Ik in gelijkenissen spreken.
3
YHVH gebruikt gelijkenissen. We krijgen het woord gelijkenis van het woord soortgelijke. Het Hebreeuwse woord dat hier gebruikt wordt is damah. Dit woord moet een belletje doen rinkelen (idioom!). Dit woord wordt voornamelijk gebruikt om het idee van gelijkenis of zoals tot aan te geven. Bijvoorbeeld, in Jesaja 14:14, in het spreken over de koning van Tyrus (die naar mijn mening een duidelijke remez is van hasatan) zegt het:
Yesha’yahu (Jesaja) 14:14Ik wil opstijgen boven de hoogten der wolken, mij aan de Allerhoogste gelijkstellen. Hier wordt het woord damah gebruikt om de irrationele, onwaarschijnlijke verlangens van deze koning te uiten. In de Psalmen wordt damah gebruikt om een meer positieve vorm van vergelijking uit te drukken:
Mizemor (Psalmen) 89:7Want wie in de hemel kan YHVH evenaren, wie onder de goden is YHVH gelijk? Goede vraag! Het woord damah is alleen in Hoshea 12 vertaald als gelijkenis. Het woord dat het vaakst gebruikt wordt voor een lijken op, beeld, of type is het woord t'munah. Dit is het woord dat YHVH gebruikt in Exodus:
Shemot 20:4Gij zult u geen gesneden beeld maken noch enig gestalte van wat boven in de hemel, ... Het woord t'munah is van het woord miyn. Dit woord wordt vertaald als soort of naar zijn soort in Bere’shiyt (Genesis) hoofdstuk één. Goed, terug naar ons woord damah. Weet je nog dat ik zei dat dit woord een bel moet doen rinkelen? Nou, damah is een van de verwantschappen van het woord voor grond of de aarde en wordt ook wel vertaald als ADAM! Dus wat betekent dit? Nou, het betekent veel, maar dat moet het onderwerp zijn voor een andere keer. Om je iets te geven om op te kauwen, ga dan naar Bere’shiyt 1:26, en kijk naar de tandem-achtige opstelling van het woord voor de mens (adam) en de woorden naar onze gelijkenis. In deze studie zal ik, door middel van de tabernakel gelijkenis, een prachtig beeld van de Messiah, van de kehillot (kerk), en van het menselijk lichaam en de natuur laten zien. De tabernakel is een afbeelding van iets dat veel groter is, maar we moeten niet vervallen in de traditionele, moderne theologische vallen. Daarmee bedoel ik de allegorieën en vergeestelijking van de oudere Geschriften. Ik ga je de ontworpen typen en plaatjes laten zien, maar we moeten niet vergeten dat dit een echte plaats in een echte tijd met een echte betekenis en het doel was voor echte mensen. We moeten niet in de val trappen door te denken dat de fysieke dingen voor Israël waren en de geestelijke dingen voor de kerk zijn. Laten we eens kijken naar een aantal verwijzingen naar de tabernakel in het Nieuwe Testament. Ivrim (Hebreeën) 8:5 en 9:1-24 geven beiden duidelijke verklaringen dat de tabernakel in
de woestijn een figuur of een beeld was van de Messiah, en van een grotere en meer volmaakte tabernakel. Sha’ul geloofde zeker dat er iets te leren viel over deze grotere tabernakel vanuit de eerste tabernakel. Als we de eerste tabernakel bestuderen, leren we het doel van een grotere tabernakel te uiten. Maar het is net zo belangrijk dat wanneer we de functie en de bedoeling van de grotere tabernakel begrijpen, we ook meer inzicht krijgen in de eerste tabernakel. Wist je dat? Dit soort wederzijdse relatie is ook te zien in de band tussen het Oude en het Nieuwe Testament. De ene kan niet volledig worden begrepen of functioneel zijn zonder de andere. Ik weet al heel lang dat dit een waarheid is, maar kon nooit de grootsheid van deze waarheid vatten. Ik zag het uiteindelijk met behulp van het concept dat ik al jaren onderwees. In een poging om de waarheid van de
4
wedergeboorte uit te leggen aan Nicodemus in Yochanan 3:12, zei Yeshua‘ “Indien Ik ulieden van het aardse gesproken heb, zonder dat gij gelooft, hoe zult gij geloven, wanneer Ik u van het hemelse spreek?" Hemelse dingen worden begrepen door de aardse dingen. Mij was al mijn hele "Christelijke" leven verteld dat mijn lichaam de tempel is (een permanente structuur die het oorspronkelijke patroon van de tabernakel aangeeft) van de Ruach haQodesh. Wow! Dacht ik. Te gek!! (dat is een woord dat we gebruikten in de jaren zestig). Dus wat doe ik met dat stukje informatie? Ik deed wat de meeste trouwe gemeenteleden doen. Niets. Mij werd een hemelse geestelijk concept gegeven, maar had geen idee wat ermee te doen. Waarom? Omdat ik geen idee had van de aardse tabernakel. Ik wist niets van een tabernakel of tempel, behalve dan dat het een "Joods" ding was uit een wazig, onbelangrijk, achterhaald verleden. Het is pas sinds kort dat deze gesloten lus, relatie tussen het Oude en het Nieuwe Testament en de eerste en een grotere tabernakel in een betere focus kwam te staan. Ik vond het door recente studies van DNA. Dat klopt! DNA. Zogenaamde wetenschap, weet al voor decennia, dat materie, met name dat van de mens, is opgebouwd uit cellen. Onze moderne wetenschap-schoolboeken leren onze kinderen nog steeds dat de zaak begon met "eenvoudige cellen" en zijn uitgegroeid tot meer complexe cellulaire structuren. Met de komst van de microbiologie, weten we nu dat er niet zoiets is als een eenvoudige cel. Wetenschapper Michael Denton zegt het zo: Hoewel de kleinste bacteriële cellen ongelooflijk klein zijn, is elk in feite een echte microgeminiaturiseerde fabriek die duizenden fraai ontworpen stukken van ingewikkelde moleculaire machines bevat, van 100.000.000.000 atomen gemaakt, veel gecompliceerder dan welke machine ook maar door de mens gebouwd en absoluut niet te evenaren in de niet-levende wereld. Deze eenvoudige cel blijkt een miniatuur stad te zijn van ongeëvenaarde complexiteit en adaptief ontwerp, inclusief automatische assemblagefabrieken en verwerkingsapparaten die door middel van robot-machines (eiwitmoleculen met maar liefst 3.000 atomen die elk in drie-dimensionale uitvoeringen zijn) honderdduizenden specifieke soorten producten vervaardigen. Dit is slechts wat de wetenschap tot nu toe heeft ontdekt. Is dit allemaal toeval? Allemaal zonder een ontwerper? Echte wetenschappers weten dit al tientallen jaren. Wetenschap is sinds kort in staat om de ontelbare reeksen van codes te identificeren en uit te beelden, die een cel nodig heeft om te leven, maar waren niet in staat om uit te leggen waar de informatie vandaan komt om deze volgordes perfect op te lijnen. Voer DNA in. DNA werd ontdekt om de bron of de blauwdruk van dit uiterst ingewikkeld proces te zijn. Eiwitten kunnen niet worden vervaardigd of functioneel zijn zonder de DNA bron die de vaststelling en begeleidende informatie verstrekt. Maar recentelijk, heeft men ook ontdekt dat het DNA of de bron van creatieve informatie niet volledig kan functioneren zonder het eiwitmolecuul. WAT!! De DNA bron van informatie om het eiwit te vormen kan niet volledig functioneren zonder exact dat waaraan het zijn informatie geeft? Met andere woorden: deze twee entiteiten zijn een gesloten-lus systeem. Simpel gezegd, ze hebben elkaar nodig. Zonder de informatie besloten in het DNA ziet de wetenschap alleen de resultaten gevonden in het eiwit, en kan niet uitleggen wat het werkelijk betekent. Zonder deze informatie is het onmogelijk om te weten wat te doen met wat het produceert. Opnieuw verbazingwekkend, dacht ik. Deze microscopische aardse foto beschrijft precies de relatie die bestaat tussen de beide Testamenten. Zonder de informatiebron van de Torah (DNA) kunnen we de definitie van de woorden van het Nieuwe Testament niet definiëren, en zodra we het Nieuwe Testament gedefinieerd hebben, kunnen we nu terug gaan en het Oude volledig begrijpen. Zodra een eiwit is opgebouwd uit de informatie die is opgeslagen in het DNA, geeft het eiwit resultaat
5
informatie die nodig is om het DNA te begrijpen. Als een zijstap, begon ik mij af te vragen. YHVH is de informatiebron voor Zijn menselijke schepping. Heeft Hij ons nodig? Kan hij volledig begrepen worden buiten Zijn schepping om? Hebben wij elkaar nodig? Ik kan daar geen antwoord op geven. Ik stel voor dat de Grotere Tabernakel, de meer volmaakte tabernakel, niet kan worden begrepen buiten de eerste tabernakel om. Zodra we de volheid van de eerste tabernakel beginnen te grijpen, zullen we in staat zijn om het doel met het oog op de grotere tabernakel goed te vervullen. Gewapend met deze informatie, kunnen we meer begrip krijgen voor de eerste tabernakel. Beide tabernakels hebben elkaar nodig.
Efeziërs 2:19-22Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten Gods, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Yeshua‘ zelf de hoeksteen is. In Hem wast elk bouwwerk, goed ineensluitend, op tot een tempel, heilig in de Here, in wie ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede Gods in de Geest.
6
De Tabernakel – 2: De Structuur Ivrim (Hebreeën) 8:5Dezen verrichten slechts dienst bij een afbeelding en schaduw van het hemelse, blijkens de godsspraak, die Mozes ontving, toen hij de tabernakel zou gereedmaken. Zie toe, zegt Hij immers, dat gij alles maakt naar het voorbeeld, dat u getoond werd op de berg.
Shemot (Exodus) 25:8-9En zij zullen Mij een heiligdom maken, en Ik zal in hun midden wonen. Gij zult het maken overeenkomstig alles wat Ik u toon, het model van de tabernakel en het model van al zijn gerei. Ik dacht dat het goed zou zijn om de les van deze week te beginnen met de eigenlijke structuur op zichzelf ofwel Hem zelf. De Schrift zal ons telkens opnieuw tonen dat deze structuur ontworpen is voor een zeer echt doel, en een perfect beeld was van een komende Messias. Dit is de reden waarom YHVH onvermurwbaar was dat Zijn instructies aandachtig werden opgevolgd. Er zijn sommigen die geloven, zoals deze schrijver doet, dat Moshe deze tabernakel reeds op de berg gezien had, toen hij in de tegenwoordigheid van de Almachtige was, en om zo maar te zeggen waarschijnlijk de blauwdrukken bij zich droeg voor de bouw ervan. Dit zou deel kunnen zijn van de betekenis achter het woord van Yeshua‘, "... Uw koninkrijk kome, Uw wil geschiede gelijk in de hemel alzo ook op de
aarde...". Het woord tabernakel is vertaald uit meerdere woorden, en er zijn diverse andere Engelse woorden die verwijzen naar de tabernakel. Er zijn in principe twee Hebreeuwse woorden die zijn vertaald als tabernakel. Deze zijn mishkan ( )משכןen ohel ()אהל. Deze woorden worden in de hele Tanakh door elkaar heen gebruikt om te spreken over de structuur in het algemeen. Ze vertegenwoordigen twee verschillende aspecten van de structuur. Het woord ohel spreekt in het algemeen van de overhangende tenthulpmiddelen en de mishkan van alle onderdelen die het omhoog houden. Het woord ohel spreekt van een op een tent lijkende structuur of bedekking. De werkwoordelijke bron van dit woord is ahal, wat uitstralen betekent of verder stralen. Ohel is meer een beschrijving van wat onze ogen zien wanneer we kijken naar de tabernakel. God plaatst Zijn volk altijd onder een soort van tent voor het fysieke oog. Rondom de tabernakel zouden spoedig de stammen zijn in divisies van drie onder de tent van één gekozen stam. Het meer gebruikelijke woord voor tabernakel is echter mishkan. Dit woord betekent in feite een verblijfplaats, maar heeft een veel diepere en meer diepgaande achtergrond. Ik heb in mijn jaren van studie ontdekt, dat de eerste verschijning van een woord meestal de meest betrouwbare basis is voor latere betekenissen en verwantschappen. De werkwoordelijke bron of bouwsteen van mishkan is shakan ()שכן. Dit woord wordt vertaald als wonen, te blijven, om te bewonen of continueren. Het verschijnt voor het eerst in Genesis hoofdstuk 3:
Bere’shiyt (Genesis) 3:24En Hij verdreef de mens en Hij stelde ten oosten van de hof van Eden de cherubs met een flikkerend zwaard, dat zich heen en weer wendde, om de weg tot de boom des levens te bewaken. De woorden, Hij stelde, is letterlijk vertaald als "Hij veroorzaakte te wonen" of shakan. God zal shakan tussen twee cherubs boven de verzoendeksel in de tabernakel. Om te verblijven gaat het om meer dan één entiteit. Dit is waarom het woord shakan ook het woord is voor naaste. God heeft er altijd naar verlangd om bij zijn menselijke schepping te verblijven. Over het algemeen denken we van God als van ons gescheiden en als ons niet nodig hebben. Wij denken van God als een eeuwig wezen,
7
zichzelf-instandhoudend, en eeuwig alleen met betrekking tot de korte tijd die de mens hier is. Maar de Schrift beschrijft een Schepper, die verlangt om onze Vader te zijn, en voortdurend uitreikt naar degenen die Zijn kind willen zijn, hen verlossende en hen vergevende. In de hof woonde ’Elohiym met Adam en liep met hem samen. Toen Adam van de boom des levens at, liep Hij met hem mee. God maakte Adam's hart perfect en schiep hem van binnen naar buiten. Dit was de wens van de Schepper vanaf het begin. Adam koos, om zich van Gods weg af te keren en werd verwijderd uit Gods bedoelde woonplaats. ’Elohiym zou vanaf nu de boom des levens bewaken door cherubs te laten wonen in het oosten van de tuin. De mens zou geen toegang hebben tot de boom des levens ten gevolge van de zonde. Slechts een mens zonder zonde kon voorbij de cherubs komen. Hij zou dan binnen moeten komen vanuit het oosten en van buiten naar binnen, en slechts dan kan de mens opnieuw shakan met zijn Schepper. God, met Zijn voorkennis van de uiteindelijke toestand van de mens, zorgde voor deze man, voordat Adam werd verdreven. HIJ geeft ons het "zaad van de vrouw", en begint zo de woonplaats van God. De volgende zijn enkele Teksten die de woonplaats van de Schepper beschrijven. Shemot 29:45-46; Yehoshua‘ (Jozua) 22:19; Melakhiym Alef (1 Koningen) 6:11-13; Mizemor (Psalmen) 68:16, 74:2, Yesha’yahu (Jesaja) 57:15; Yo’el (Joël) 3: 21, Yochanan (Johannes) 6:56; Kolossenzen 2:9;1 Timoteüs 6:16; en 1 Yochanan (1 Johannes) 4:12. De tabernakel in de woestijn, zoals die bekend staat, zal de focus zijn van onze studie. Maar het is belangrijk om in te zien dat waar God kiest te wonen, is waar Hij woont. We kunnen Hem niet theologisch manipuleren te wonen of te vertoeven op plaatsen waar Hij niet woont. Hij kiest om te leven in een schone ruimte. Dit is waarom het noodzakelijk is om bijbels te weten wat schoon is en niet schoon. Vuilheid (tamei) en zonde (chatta') zijn als termen geen synoniemen. Er zijn dingen die God geschapen heeft om rein te zijn en dingen die geschapen zijn als onrein. Voordat God gebiedt om de tabernakel te bouwen, "reinigt" Hij Zijn volk. In Shemot 19 heeft YHVH Zijn volk verlost en riep:
Shemot 19:4Gij hebt gezien, wat Ik de Egyptenaren heb aangedaan, en dat Ik u op arendsvleugelen gedragen en tot Mij gebracht heb. Hij geeft hen dan de beroemde tien geboden in hoofdstuk 20. Dit is altijd Gods patroon. Eerst verlost Hij je door Zijn genade en dan geeft Hij je regels. Adam is volmaakt geschapen, en vervolgens één gebod gegeven. Noah vindt genade in de ogen van YHVH en wordt vervolgens de opdracht gegeven om een ark te bouwen. Israël is geboren op arendsvleugels en vervolgens de wet gegeven. Eerst moet je een kind worden om vervolgens instructies te worden gegeven door een Vader. Het mag nooit een vraag zijn of de kinderen van God de geboden zouden moeten gehoorzamen of niet. De waarheid is echter dat een waarachtig kind van God de enige is die naar verwachting de geboden gehoorzaamt. In Shemot 24, voordat Moshe terug gaat naar de berg, geeft YHVH Moshe opnieuw de opdracht om het volk te reinigen "Toen nam Moshe het bloed en sprengde het op het volk en hij
zeide: Zie, het bloed van het verbond dat YHVH met u sluit, op grond van al deze woorden.” Nu dat de Heer zijn volk gereinigd heeft, instrueert Hij hen voor Hem een plek te bouwen om te verblijven. Het beeld dat Hij gaat geven laat een beeld zien van Zijn bedoelingen in de hof. Hij zal hen opdragen te beginnen vanuit het Heilige der Heiligen en dan naar buiten. God begint weer om Zijn volk Zijn wil te tonen. Alles wat heilig en rechtvaardig is moet in het Heilige der Heiligen beginnen. De tabernakel dient te worden onderverdeeld in drie afzonderlijke gebieden. Het Heilige der Heiligen, Het Heilige en het voorhof. Ik hoop aan te tonen dat het Heilige der Heiligen het hart van de mens is, het Heilige de geest of de ziels omgeving, en het voorhof, het lichaam. In het Heilige der Heiligen is er slechts één
8
voorwerp. Er is eigenlijk slechts ruimte voor maar één voorwerp daar, met slechts één persoon die toegelaten wordt om het te betreden. Volgende week zullen we beginnen waar God begint, de ark van Zijn verbond.
9
De Tabernakel – 3: De Ark Deel 1 In onze laatste les hebben we het feit vastgesteld dat Israël door genade van God werd geroepen en de kinderen van God gemaakt zijn. Nu zal YHVH hen instructies gaan geven. Zoals ik al eerder heb gezegd, is dit altijd God’s patroon. YHVH gaat nu Zijn kinderen instructies voor het leven geven. Hij begint door hen een aards bouwwerk te geven, dat tot ons, evenals tot hen, zal spreken over hemelse dingen, met name de Verlosser, de Messiah. Hij begint:
Shemot (Exodus) 25:1-2YHVH sprak tot Moshe: Zeg tot de Israëlieten, dat zij voor Mij een heffing inzamelen; van iedere man, wiens hart hem dringt, zult gij voor Mij een heffing inzamelen. Er zijn verschillende dingen die we hier moeten aanwijzen. YHVH spreekt tot Zijn kinderen om Hem een offer te brengen. Er zijn vele soorten offers in de Torah. Dit offer is de terumah ofwel offer dat wordt opgeheven. Naar dit offer wordt vaak verwezen in het Nieuwe Testament. Twee goede voorbeelden zouden zijn Romeinen 11:16 en Yochanan (Johannes) 12:32. De heiligheid van de eerstelingen in Romeinen is het eerste gedeelte van het deeg, dat letterlijk opgeheven en geofferd wordt aan God als een vertegenwoordiging van de rest van de klomp {deeg}. Als het eerste gedeelte heilig wordt geacht, dan is de rest van de klomp door identificatie ermee ook heilig. Yeshua‘ verwijst ook naar Zichzelf als offerande in Yochanan 12:32 waar hij zegt: "en als Ik van de aarde verhoogd
ben, zal Ik allen tot Mij trekken.” Onmiddellijk wordt in deze aardse structuur op Yeshua‘ gezinspeeld. De tweede opmerking is dat dit aanbod gewillig uit het hart moet komen. Om vrijwillig ofwel nadav te geven betekent dit in volle vrijheid te doen. Eén van de verwante betekenissen van dit woord betekent te stromen van binnen uit. Vergeet niet, dat deze kinderen recentelijk onder Gods vleugels waren geplaatst. Ware vrijheid komt uit het doorgaan in God's woorden, niet vrijgezet worden van deze woorden zoals vaak wordt onderwezen. (zie Yochanan 8:31-32.) De volgende vijf verzen van Shemot 25 zijn een overzicht van materialen die we één voor één zullen behandelen op het moment dat daarom wordt gevraagd door God.
Shemot 25:8En zij zullen Mij een heiligdom maken, en Ik zal in hun midden wonen. Het exacte bouwwerk dat God hen opdraagt om te bouwen vanuit hun hart, is met name het bouwwerk dat Hijzelf zal worden. Dit is de reden waarom het noodzakelijk is dat zij exact bouwen volgens het patroon dat God Moshe getoond heeft. Het woord heiligdom is miqdash of een heilige plek. Dit woord verwijst in het algemeen naar de tabernakel zelf en is afgeleid van het woord qodesh of heilig. Het werd ontworpen om een plaats van afscheiding te zijn en wordt ook wel gewoon aangeduid als "het huis van YHVH". De tempel op het moment van het schrijven van het Nieuwe Testament werd ook wel aangeduid als de Bet HaMikdash. Het wordt vaak simpelweg genoemd "het huis" en dit is waar de vroeg Joodse discipelen kwamen op het feest van Shavu‘ot (Pinksteren) in Handelingen hoofdstuk twee, niet in de bovenkamer.
Shemot 25:9Gij zult het maken overeenkomstig alles wat Ik u toon, het model van de tabernakel en het model van al zijn gerei. God draagt hen op het te maken volgens een model. Welk model? Ik denk, zoals velen dat doen, dat Moshe de "echte" tabernakel op de berg getoond was, en God hem de opdracht gaf om het op aarde
10
te maken zoals in de hemel. Het woord model is hier vertaald uit het woord tav'niyt. Dit woord wordt vertaald als model, vorm, afbeelding of figuur. (Yesha’yahu (Jesaja) 44:13, Yechezeq’el (Ezechiël) 10:8, Devariym (Deuteronomium) 4:16.) Zijn actie of werkwoordelijke bron is banah, bouwen, of een bouwplan. Banah is ook het bronwoord voor zoon. Een zoon is in het patroon of de gelijkenis van de vader. Ik denk dat je hier de verbinding ziet. God heeft een "plan", geconstrueerd in de hemelse gewesten, dat uitgedrukt of gedupliceerd moet worden op de aarde. Het zal een beeld zijn van de hemelse dingen, maar met name van Zijn Zoon. Dit is Gods gewijde blauwdruk om het doel en de aard van Zijn komende Verlosser te begrijpen. Deze Verlosser zou herkend en gevolgd moeten worden volgens Gods patroon, niet volgens de door de mens veranderende leerstellingen over de Messiah. God gaat nu specifieke instructies geven voor de bouw van zijn verblijfplaats. Hij zal beginnen waar hij altijd heeft verlangd om te beginnen, en dat is vanuit het exacte hart van de mishkan of tabernakel. Hij zal beginnen met het materiaal voor de ark, de plek waar Zijn getuigenis zal verblijven, de plaats van perfectie en pure heiligheid. Zoals het vaak is met veel vertaalde woorden, geeft het Nederlandse woord ark niet een volledige beschrijving van dit meubelstuk. Misschien roept het voor sommigen een beeld op van Noach of Harrison Ford. Voor velen is het gewoon een mysterieuze kist of een irrelevant ritueel vanuit het donkere, mistige, zwart/wit verleden. In het Hebreeuws, is dit woord ’aron. Wij zouden erover denken als een kist, want de werkwoordelijke bron van dit woord is ’arah of
verzamelen. In de context hier zal het een opbergplaats of verzamelplek zijn voor het getuigenis of het Woord van God, uiteindelijk uitgedrukt geworden op de stenen tafelen. ’Aron is een vrouwelijke vorm en niet door toeval. De drager van het “Woord van God" is altijd in deze vorm, te beginnen met het zaad van de vrouw in Bere’shiyt (Genesis) 3:15. Het Woord van God wordt afgebeeld als een kind in een baarmoeder, om te worden beschermd, bewaard en gekoesterd. Vijf hoofdstukken daarvoor had YHVH Zijn volk Zijn woord gegeven, en nu geeft Hij instructies voor de bewaarplek voor Zijn woorden. Het zal een model zijn ontworpen om ons te tonen waar Hij zal wonen. Zoals we zullen zien, zal er slechts één voorwerp in het hart van het heiligdom moeten zijn, de ark. YHVH zal één ontwerp maken welk Zijn kinderen moet leren, begeleiden en instrueren, dat wat Zijn eeuwige woorden herbergt. Vanuit Gods gezichtspunt is dit hele bouwwerk opgebouwd rondom Zijn woord. Zijn woord was, is en zal altijd zijn, het centrum van Zijn wil voor de mens. Dit is precies de reden dat Yeshua‘ eerst aan ons is voorgesteld door Yochanan als het "Woord van God". Opnieuw zal het woord gedurende negen maanden in een vrouwelijke beschermplek zitten genaamd Miriam. Hij zal daar beschermd, bewaard en gekoesterd worden totdat dit zaad openbarst vanuit de grond om voor iedereen zichtbaar te worden, en wederom zal het woord van God in een tabernakel leven, een volmaakte tabernakel. Het hemelse model dat aan Moshe getoond werd door God, zal vlees worden en onder ons shakan.
Shemot 25:10aZij moeten dan een ark van acaciahout maken. De ark moet worden gemaakt van 'tzey shittiym of shittim hout. Dit woord wordt soms vertaald als acaciahout, welk al dan niet hetzelfde hout was waaruit Yeshua‘’s doornenkroon was geconstrueerd. Het waren ook de stekelige takken die des nachts geplaatst werden over de schaapskooien tijdens de wintermaanden, waarnaar Yeshua‘ refereert in Yochanan 10:8-17. Deze boom groeit met zeer diepe wortels, trekt voeding van diep uit de aarde, en overleeft zeer goed in droge grond. Deze boom is niet een aantrekkelijke boom, zoals een machtige eik of een reuzen Sequoia. In de Septuagint vertaling (Grieks) van de Schrift, is shittim vertaald als aphthartos of incorrupt.
11
Dus laten we even samenvatten. Deze bewaarplek voor het woord van God moet van een boom gemaakt worden die wortels heeft die groeien uit droge grond.
Yesha’yahu 53:2aWant als een loot schoot hij op voor zijn aangezicht, en als een wortel uit dorre aarde: Het is een onaantrekkelijke boom.
Yesha’yahu 53:2b... hij had gestalte noch luister, dat wij hem zouden hebben aangezien, noch gedaante, dat wij hem zouden hebben begeerd. Deze boom is vertaald als niet-corrupt.
Ivrim (Hebreeën) 7:26zulk een hogepriester hadden wij ook nodig: heilig, zonder schuld of smet, gescheiden van de zondaren en boven de hemelen verheven; Dit shittim hout spreekt van een perfecte menselijkheid van de Messiah. Dit hout werd geraakt door alles wat de natuur er tegenin kon brengen, zoals het gebeurde, en gebeurt met alle bomen, maar bleef toch onbesmet en niet-corrupt. Waarom? Omdat daarin het woord van God woonde.
12
De Tabernakel – 4: De Ark Deel 2 Shemot (Exodus) 25:11Gij zult die overtrekken met louter goud; van binnen en van buiten zult gij die overtrekken en er rondom een gouden omlijsting op maken. De ark zal in beginsel gemaakt worden van twee materialen, hout en goud. We hebben al het "menselijke" beeld van de shittim hout besproken, en hoe de Ruach haQodesh ons Zijn, ik bedoel, Zijn koningsschappelijke natuur onthuld. YHVH beveelt ten eerste, dat het zal worden "bedekt" met goud. Het gebruik van dit woord is enigszins verwarrend voor veel joodse en niet-Joodse commentatoren. Het woord hier is tzaphah en wordt vertaald als bedekken, overdekken met, en van alle dingen, te kijken of een wachter, als in de kal stam van het werkwoord. Zoals ik heb aangegeven in vorige lessen, is het altijd onthullend om te zoeken hoe een woord of begrip voor het eerst gebruikt is. In Bere’shiyt (Genesis) 31:49 lezen we: “YHVH houdt wacht tussen mij en u, wanneer wij van elkander
gescheiden zullen zijn." De wachters van Yechezeq'el (Ezechiël) hoofdstuk 3 zijn er geplaatst om de goddelozen te waarschuwen, te bewaken, en te beschermen als bedekking tussen God en de mens. Hoe dit overdekkingproces werd gedaan is waar de verwarring ontstaat. Er is wat bewijs dat de Egyptenaren een proces hadden waarbij goud daadwerkelijk kon worden geïnjecteerd in hout om het goud en hout één te maken. Als deze ark een beeld van de Messiah is, dan verbaast het mij niet dat de precieze relatie tussen het goud (goddelijk) en het hout (de mensheid) enigszins verwarrend is, maar als we meer van de tabernakel gaan zien, zullen de stukken bij elkaar komen. Goud is altijd al een beeld van de royalty of koningschap. Het is één van de dingen in Bere’shiyt hoofdstuk 2 genaamd
tov of het goede. Goud of zahav betekent schijnend, of helderheid, en Yeshua‘ wordt verklaard te zijn de afstraling van HaShem’s heerlijkheid in Ivrim (Hebreeën) 1:3. Goud is het mineraal van de koningen. Zo zien we dat deze kist niet een combinatie is van verschillende materialen, maar gewoon twee. Eén is gewoon en één is kostbaar.
Shemot 25:12-15Gij zult er vier gouden ringen voor gieten en die bevestigen aan de vier voetstukken en wel twee ringen aan de ene zijwand en twee ringen aan de andere zijwand. Gij zult draagstokken van acaciahout maken en die met goud overtrekken. Gij zult de draagstokken steken in de ringen aan de zijwanden van de ark, om daarmee de ark te dragen. De draagstokken zullen in de ringen van de ark blijven, zij zullen er niet uit verwijderd worden. Nu hebben we het gietstuk van de vier gouden ringen, twee aan elke kant, waar doorheen de twee staven moeten worden geplaatst om de ark te dragen. Dit ontwerp biedt een perfecte balans en begeleiding voor het verplaatsen van de ark. Het vergt er twee om evenwicht te bieden. God maakte, vanaf het begin, altijd al twee tot één, want God's zegeningen stromen slechts door middel van eenheid. Mens "alleen" (het Hebreeuwse woord bad (de 'a' wordt uitgesproken als in de "bad")) was niet Gods ontwerp (Bere’shiyt 2:18). Het woord bad of alleen wordt op andere plaatsen uitgedrukt als
yacheed of alleenheid in tegenstelling tot echad dat samenzijn van eenheid uitdrukt. Dus, in de NBG, is het slecht ((ed: KJV: Engelse woordspeling BAD)) voor de mens om alleen te zijn. (Begrijp je het? beetje domme engelse humor.) Volheid wordt nooit bereikt door alleen zijn of scheiding, maar alleen als twee dingen uitgroeien tot één is er eenheid en harmonie. Toen God Chava (Eva) scheidde van Adam, verspeelde Hij geen tijd om hen weer één te maken, en nu kon Gods zegen vloeien. YHVH plaatste twee staven om de éne ark omhoog te houden. Het is niet door toeval dat het woord voor staven exact hetzelfde woord is als "alleen", het woord bad. Het is mijn mystieke mening dat de vier gouden ringen spreken van de universele gift van deze kist van Gods woord. Het getal vier spreekt
13
berucht van de aarde en zijn vier hoeken. (Mattityahu (Matteüs) 24:31 bijvoorbeeld.) In de modern christelijke leer is vaak geleerd dat "de wet" alleen voor Israël was, maar ik denk dat de aard van deze ark anders spreekt. Nu komen we aan dat wat omringt en eeuwig zweeft boven het getuigenis van God, de kapporeth of verzoendeksel.
Shemot 25:21-22Gij zult het verzoendeksel bovenop de ark leggen en in de ark zult gij de getuigenis leggen, die Ik u geven zal. En Ik zal dáár met u samenkomen en van het verzoendeksel af, tussen de beide cherubs op de ark der getuigenis ... Dit verzoendeksel, dat één woord is in het Hebreeuws, wordt boven op de ark geplaatst. Het Hebreeuws zegt hier, kapperet 'al-ha'aron milema'elah. Dit zegt letterlijk dat de bedekking op de ark
wordt geplaatst van boven. Dat wat de ark overschaduwt, kan alleen van boven komen. De verzoendeksel is vertaald van het woord kapporet welke komt van het bronwoord kopher wat betekent om te boeten, bedekking of losgeld. Dit woord wordt vertaald als verzoening in Romeinen 3:25. Zoals met alle woorden in het Nieuwe Testament is hun betekenis gegrondvest in de Tanakh. Het idee van verzoening of vrijkopen in een "geestelijke" context moet worden begrepen in zijn fysieke omgeving, anders heeft de geestelijke werkelijkheid geen vergelijkende context. Deze bedekking is letterlijk bovenop het getuigenis geplaatst van boven als eerste ding dat je ziet bij het naderen van de ark. De wetten van YHVH zullen omringd zijn door Zijn verzoenend bloed, en pas nadat dit vrijkopende werk der genade op de ark is geplaatst, is het hart van het Heilige der Heiligen voltooid. De verzoendeksel is de plaats waar het bloed door de hogepriester gesprenkeld moet worden. De verzoendeksel EN de ark vormen samen één voorwerp. Onze nadering tot God moet vooraf worden gegaan door deze bedekking, maar deze bedekking EN het getuigenis vormen het geheel. Het éne kan en zal in zijn geheel niet functioneren zonder het andere. Men kan de Torah van YHVH niet naderen zonder Zijn bedekking. De Schrift is vol met voorbeelden van degenen die ervoor kozen om God op een andere manier te benaderen. De evolutie van de Farizeeën zag de mens proberen de gerechtigheid tot stand te brengen door het houden van de wet. Dit omzeilen van het bloed is duidelijk begrepen door de modern christelijke leer en constant gebruikt om belachelijk te maken. Echter, deze zelfde leer is even onwetend aangaande de eenheid van de ark en de bedekking, door te stoppen bij de verzoendeksel en te falen een echt licht (licht is Torah en de Torah is licht) te zijn voor de wereld door het uitgieten van de helper der genade, Torah. Dus Gods zegen kan en zal niet stromen door bad of datgene dat alleen staat, zonder het andere. We zullen dit voortdurend zien in de tabernakel en dan zul je deze relatie ook duidelijk beginnen te zien in het Nieuwe Testament. Een plaats waar deze relatie wordt getoond is in Efeziërs:
Efeziërs 2:8-10Want door genade [kapporet] zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God; niet uit werken, opdat niemand roeme. Want zijn maaksel zijn wij, in Messiah Yeshua‘ geschapen om goede werken [aron] te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen. De verzoendeksel gaat hier vooraf aan de ark. Zijn goedheid en schoonheid of chen brengen ons in de ark van God tot goede werken. Goede werken zijn onmogelijk zonder genade, en genade is alleen en leeg zonder dat de ark de mens van God begeleidt. De ark is de helper van de verzoendeksel, want het is niet goed dat deze bedekking alleen zou zijn.
14
Shemot 25:19Maak één cherub aan het ene einde en één cherub aan het andere einde; uit één stuk met het verzoendeksel zult gij de cherubs op zijn beide einden maken. Er moeten cherubs zijn aan elk uiteinde van de bedekking, gemaakt van geslagen werk van zuiver goud. Het vers zegt dat deze cherubs ‘al-hakapporet moeten zijn of uit de verzoendeksel. Ze moeten deel zijn van de bedekking. Het is interessant om op te merken dat twee cherubs werden geplaatst bij het oosten van de tuin van Eden, samen met een vlammend zwaard om de weg van de boom des levens te bewaken (Bere’shiyt 3:24). Het is voortdurend mijn stelling dat de Torah de boom des levens IS en dat het op Gods tijd vleselijk werd en onder ons getabernakeld heeft, en dat het Nieuwe Testament duidelijk leert dat gelovende niet-joden één gemaakt zijn met deze boom. Deze cherubs waren er om de mens de toegang tot de Torah te weigeren, gedurende de afwezigheid van Gods verlossende genade. Want zonder de kostbare genade van God, zou Adam of de mens voor eeuwig kunnen bestaan in zonde, zonder God. Slechts één man kon deze plek ingaan. Alleen dat wat volmaakt was zou toegang kunnen krijgen. Slechts één man is het waard. Deze man, volgens Gods plan, zou beginnen met een zaad. De ark van God, volgens de Schrift, was op twee verschillende locaties. In Bemidebar (Numeri) hoofdstuk tien moest het exact in het centrum van het kamp worden geplaatst. Het was daar waar de 12 stammen zich rondom zouden concentreren en legeren. Maar tegelijkertijd zou het ook voor hen uitgaan op hun reis. Dus, aan de éne kant is het Woord van God exact in het hart van Gods volk en aan de andere kant was het er om hen te leiden waar ze ook maar heengingen (Bemidebar 10:33). Zoals we zullen zien moest de ark, die de eeuwige woorden van God bevatte, in het exacte hart van de tabernakel zijn. Dit is de reden waarom de Sh'ma zo centraal in de Schrift staat.
Devariym (Deuteronomium) 6:4-6Hoor, Israël: YHVH is onze ‘Elohiym; YHVH is één! Gij zult YHVH, uw ‘Elohiym, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht. Wat ik u heden gebied, zal in uw hart zijn, gij zult het uw kinderen inprenten en daarover spreken, wanneer gij in uw huis zit, wanneer gij onderweg zijt, wanneer gij nederligt en wanneer gij opstaat. God moet eerst beginnen met het hart. Als de ark van YHVH in u komt verblijven, komt het in z’n geheel: de ark en de verzoendeksel, niet alleen de verzoendeksel. Yeshua‘ is de tabernakel van God, niet alleen de kapporet van God. Als YHVH je een nieuw hart geeft, een tabernakel, gemaakt zonder handen, draagt Hij ons op te bewaren wat Hij ons gegeven heeft.
Yochanan (Johannes) 14:15-16Wanneer gij Mij liefhebt, zult gij mijn geboden bewaren. En Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn.
15
De Tabernakel – 5: De Ark Deel 3 Nou, ik heb gelogen. Ik was toch nog niet klaar met de ark. Dit onderwerp is te belangrijk, en ik wil niet een heleboel goede dingen eruit laten alleen maar omwille van het doorgaan. Dus met dat in gedachten, laten we wat meer praten over de cherubs en de inhoud van de aron. De vorige keer bespraken we kort het doel van de cherubs die daar staan, maar de tekst geeft ons wat meer details over het structurele ontwerp, die belangrijk zijn. In Shemot (Exodus) hoofdstuk 25 vers 19-20, wordt ons verteld, dat deze bijzondere wezens bedoeld zijn om de kapporeth te bedekken met hun gestrekte vleugels. Vleugels spreken notoir van vertrouwen in de Schrift.
Mizemor (Psalmen) 61:4Laat mij in uw tent voor altoos vertoeven, laat mij schuilen, geborgen onder uw vleugelen. sela.
Mizemor 36:8Hoe kostelijk is uw goedertierenheid, o God; daarom schuilen de mensenkinderen in de schaduw uwer vleugelen;.
Mizemor 91:4Met zijn vlerken beschermt Hij u, en onder zijn vleugelen vindt gij een toevlucht; zijn trouw is schild en pantser. Luister aandachtig naar de schrijver van het boek van Ruth
Ruth 2:12YHVH vergelde u uw daad, en uw loon valle u onverkort ten deel van YHVH ’Elohiym van Israël, onder wiens vleugelen gij zijt komen schuilen. Deze cherubs beelden de daad van batach uit, het vertrouwen in YHVH. Vele malen in de Schrift wordt vertrouwen geassocieerd met kinderen. In Mattityahu zegt Yeshua‘:
Mattityahu (Matteüs) 18:3Voorwaar, Ik zeg u, wanneer gij u niet bekeert en wordt als de kinderen, zult gij het Koninkrijk der hemelen voorzeker niet binnengaan. Kinderen zijn de belichaming van vertrouwen. Zij vertrouwen volledig op de wijsheid, koesteren en het richting geven door hun moeder en vader. Het is dan ook geen toeval dat in de Rabbijnse literatuur, cherubs worden afgebeeld met de gezichten van kleine kinderen, zwevend boven de ark welke de instructies van onze Vader bevat. Het Woord van God is "onder de schaduw van uw vleugels." De ark bevat of zal drie objecten bevatten. De wet - (Tien Geboden of Tien Woorden) Devariym (Deuteronomium) 10:2; de staf van Aharon - Bemidebar (Numeri) 17:1, en de kruik met manna - Ivrim (Hebreeën) 9:4. Alle drie deze objecten maken deel uit van het getuigenis van YHVH, evenals de tabernakel zelf, Bemidebar 9:15. Echter concreet is de ark het getuigenis van God. Dus, wat is Gods getuigenis? Nou, dit Nederlandse woord wordt vaak vertaald als "de getuige". Het Hebreeuwse woord is 'edut. Deze ark moest God’s getuige zijn. Deze ark, een meubelstuk in enkelvoud, is Gods instructies bedekt door Zijn genade. Dit moet ZIJN getuige zijn van ZIJN karakter en natuur. Vaak wanneer we getuige zijn van Zijn goede nieuws, focussen we ons op de kapporeth of genade, en niet de rest van het getuigenis. Yeshua‘ getuigt van Zijn Vader door barmhartigheid en genade uit te delen aan de verloren mensen en door Zijn geboden te gehoorzamen. Dit is een perfecte voortzetting van
16
het beeld van Gods getuigenis en niet dat van de mens. De drie objecten in de ark getuigen allen van de weg, de waarheid en het leven van God. In Bemidebar 17, zien we dat het ware leven wordt uitgedrukt door de bloeiende toppen van de staf van Aharon. We zien het beeld van de Hogepriester, zijnde de enige weg naar het Heilige der Heiligen, en we ervaren de waarheid door de openbaring van de ene ware staf van God, degene die vruchten produceert. In tegenstelling tot het soort voedsel waar Israël naar verlangde, was de enige manier waarop ze door God gevoed zouden worden, het eten van Zijn manna, of Zijn brood. Dit brood was een beeld van het echte leven van God.
Yochanan (Johannes) 6:33want dát is het brood Gods, dat uit de hemel nederdaalt en aan de wereld het leven geeft. Vers 32 van ditzelfde hoofdstuk vertelt ons dat dit manna een beeld is van het echte brood uit de hemel. Het manna was altijd een yad of een aanwijsstok naar de woorden van God.
Devariym 8:3Ja, Hij verootmoedigde u, deed u honger lijden en gaf u het manna te eten, dat gij niet kendet en dat ook uw vaderen niet gekend hadden, om u te doen weten, dat de mens niet alleen van brood leeft, maar dat de mens leeft van alles wat uit de mond van YHVH uitgaat. De Tien Geboden, een vertegenwoordiging van al Gods geboden, is ook een getuige van de weg, de waarheid en het leven van God.
Mizemor 119:1Welzalig zij, die onberispelijk van wandel zijn, die in de wet van YHVH gaan.
Mizemor 119:50dit is mijn troost in mijn ellende, dat uw belofte mij levend maakt. Yeshua‘ drukt dit heel goed uit in Yochanan 6.
Yochanan 6:63De Geest is het, die levend maakt, het vlees doet geen nut; de woorden, die Ik tot u gesproken heb, zijn geest en zijn leven. In Mizemor 119 lezen we weer,
Mizemor 119:142, 151Uw gerechtigheid is gerechtigheid voor eeuwig, uw wet berust op waarheid.. U bent nabij, YHVH, al uw geboden zijn betrouwbaar. Voor verdere studie over dit onderwerp adviseer ik je om naar onze archieven te gaan onder deze thema's. Ik kan u verzekeren dat er bergen verzen zijn die hierop lijken. Ik geloof dat het hart de plek is waar Gods Torah woont, en dat het altijd zo geweest is. Veel Bijbelgeleerden leren dat Mesopotamië de bakermat is en het hart van de beschaving, en dat de tuin van Eden in het hart van Mesopotamië was. De Schrift gaat verder en onthult dat vanuit dit hart van het land vier rivieren uitgingen van Eden om de tuin te bewateren. Bere’shiyt (Genesis) 2:10). Dit, natuurlijk, zou de bron van het water zijn om leven te geven aan de tuin, en een beeld van de bron van levend water.
Yochanan 7:38Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.
17
Het was in deze tuin, dat God Adam instructies gaf ofwel Torah. Adam werd verteld dat hij vrij kon eten van alle bomen in de tuin. De tuin was Adam’s wereld, en hij kreeg vrijheid in deze wereld als hij Gods instructies opvolgde.
Bere’shiyt 2:17maar van de boom der kennis van goed en kwaad, daarvan zult gij niet eten, want ten dage, dat gij daarvan eet, zult gij voorzeker sterven. Heel eenvoudige instructies. Doe wat ik vraag en u zult vrijheid hebben, Wees ongehoorzaam en je verliest je vrijheid en je leven. Vanuit het hart en het centrum van Adam's wereld komt vrijheid als hij naar God luistert en dood als hij dit niet doet. Vrijheid komt niet door vrijzetting van Gods instructies, maar door er gehoorzaam aan te zijn. In Bere’shiyt hoofdstuk drie zal de slang deze fundamentele Bijbelse waarheid tegenspreken en leren dat de vrijheid komt door bevrijding van Gods geboden. Vanaf dit punt zal deze perversiteit van een fundamentele Bijbelse waarheid de basis vormen voor de meeste religies. Na Adam en Chava’s (Eva’s) verwijdering uit de tuin, zal dit oude paradijs van het toneel verdwijnen. Vanaf dit punt zal de tuin geplaatst worden in de harten van de mensen door de handeling van het offeren van onschuldig bloed. Elke persoon sinds Adam kan deze tuin niet meer in. Gods waarheid, door het geloof, zou met ons wonen, en op een zekere dag zouden we weer gaan om te zijn waar Hij is (Yochanan 14:3). God zou snel opnieuw een beeld schilderen van Zijn woonplaats in de tabernakel. Een plaats voor Zijn genade en instructies, de ark. Deze tabernakel in de woestijn zou voor Zijn volk een hart of een bron zijn voor de rivieren van God, om daaruit leven te geven. Het zal het hart van dit bouwwerk zijn dat de instructies en het leven zal geven aan het Heilige en het voorplein. Dit is waar YHVH als eerste moet beginnen, en dit is de reden waarom vanuit Zijn gezichtspunt, Hij hier begint. Het hart of de lev in het Hebreeuws is het centrum van de mens. Soms is het ook wel aangeduid als de buik of beten. De werkwoordelijke bron van dit woord betekent ook uitsteken vanuit het centrum. De beten of de baarmoeder is de bron van voedsel voor het kind. De Schrift leert ons dat, wat we van buiten zien, voortkomt uit het centrum van ons wezen, of ons hart.
Mattityahu (Matteüs) 12:34Adderengebroed, hoe kunt gij, die slecht zijt, iets goeds zeggen? Want uit de overvloed des harten spreekt de mond. Als het hart niet de woorden van God bevat, dan zijn het niet de woorden van God, die zullen worden weergegeven. Wanneer wij, als gelovigen, een nieuw hart krijgen, hebben we daar Zijn Torah geschreven. Waarom? Omdat God Zijn ark daar geplaatst heeft in het centrum van ons wezen. Een ark die wordt afgedekt door Zijn genade, maar Zijn wetten bevat. Zijn wetten moeten worden geschreven op ons hart. Yeshua‘ geeft aan wat God daarmee bedoelt, door het doen van wat zijn instructies zeggen.
Mizemor 40:9ik heb lust om uw wil te doen, mijn God, uw wet is in mijn binnenste. Yeshua‘ deed altijd wat zijn Vader Hem vertelde. Hij gehoorzaamde altijd Torah. Dit is de reden waarom de wedergeboorte of het nieuwe hart de Torah in gedachten heeft. Luister aandachtig naar:
Yechezeq’el (Ezechiël) 36:26-27een nieuw hart zal Ik u geven en een nieuwe geest in uw binnenste; het hart van steen zal Ik uit uw lichaam verwijderen en Ik zal u
18
een hart van vlees geven. Mijn Geest zal Ik in uw binnenste geven en maken, dat gij naar mijn inzettingen wandelt en naarstig mijn verordeningen onderhoudt. Dit is ook de reden waarom het hart de bron is van de ware besnijdenis. (Devariym 30:6, Yiremeyahu (Jeremia), 4:4) Wanneer het hart besneden is, is het rein gemaakt door het Woord van God. Alleen dan kan de mens nee zeggen tegen de zonde.
Mizemor 119:11Ik berg uw woord in mijn hart, opdat ik tegen U niet zondige. Dus de ark moet als eerste gebouwd worden. Het zal het centrum en het hart van de tabernakel zijn. Het hart van de Mishkan moet één eenheid zijn. Dit éne voorwerp zal een eenheid zijn van Gods genade en de Torah. Torah zonder genade is dood. Het kan niet op zichzelf staan, en er is geen ander hulpmaatje voor. Denk er eens over na. Als Adam (Torah) geen hulpmaatje had, hoe zou hij zich dan vermenigvuldigen? Hoe zou vanuit hem het leven kunnen stromen? Genade zonder Torah is leeg. Als Chava (genade) geen zaad heeft, geen bron van kiemen, hoe kan ze dan leven produceren? Ware genade is gevuld met het zaad van het leven.
Yochanan 6:63de woorden, die Ik tot u gesproken heb, zijn geest en zijn leven. Het getuigenis of getuige van de ark zal dezelfde getuige zijn als van Yeshua‘. Hetzelfde getuigenis of "goede nieuws" om te worden onderwezen en nageleefd door Gods volk in alle generaties. Het getuigenis van een Vader, geërfd door zijn Zoon, om te worden gegeven aan Zijn kinderen.
Mattityahu 28:19-20.. en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.
19
De Tabernakel – 6: De Tafel van het Toonbrood Deel 1 Misschien is het nu een goed moment om even te stoppen en iets te vermelden wat je nodig hebt om in gedachten te houden als we door de Mishkan gaan. Veel van de verhandelingen over de tabernakel die vandaag beschikbaar zijn, met name die geschreven zijn door "westerlingen", behandelen deze verblijfplaats van de Tanakh als een noviteit. Hiermee bedoel ik dat het slechts een studie is, bedoeld om de lezer een diep inzicht te geven in de mystieke plaatsing van "de Christus" in de Tanakh. De tabernakel zelf en alle voorwerpen erin worden gezien als voltooid en afgeschaft in Christus en zijn alleen nodig om de ontzagwekkende voorkennis van God te tonen, en natuurlijk om het diepe spirituele inzicht van de auteur te onthullen. Het is absoluut waar dat zelfs een oppervlakkige studie van dit bouwwerk de ontzagwekkende voorkennis van God zal onthullen, maar het doel van de documentatie van dit bouwwerk is veel persoonlijker en meer levensveranderend dan eenvoudige hoofdkennis. Ik heb veel Pesach maaltijden gedaan in de afgelopen 25 jaar en dezelfde houding wordt vaak getoond door veel van de deelnemers. Veel opmerkingen zijn, "O, dat was zo schattig!" of "Hoe zeer interessant" of "Het is altijd goed om te zien hoe andere religies dit vieren!". Ik heb erbij gezeten hoe andere leerkrachten aan hun studenten de feesten van de Heer proberen uit te leggen. Zij leren deze feesten op een zeer symbolische wijze, en laten de studenten vertrekken met een grotere waardering voor het oude verleden. Het doel van zelfs de meest inzichtelijke en onschuldig gemotiveerde leerkrachten, is om hun studenten de "Oud Testamentische" typen te leren, maar God verhoede het dat we het werkelijk in acht zouden gaan nemen! Met andere woorden: dit soort aanpak laat de student achter met dezelfde emoties die u zou krijgen na het leren over de Egyptische begrafenis praktijken, paring gewoonten van de Sioux, of het kijken naar een onderwater video van de Titanic. Ik bid dat u in plaats daarvan zal zien en ervaren, dat YHVH zich uitstrekt naar al Zijn mensen van elke generatie, en hen rechtstreeks aan wil spreken aangaande Zijn verlangens en wil voor hen. Van tevoren wetende dat Zijn woord zou worden bewaard en dat u en ik het zouden lezen en deze dingen zouden bestuderen alsof Hij ze net vanmorgen heeft uitgesproken, een eeuwige God, die eeuwige woorden spreekt. Ik volg momenteel de volgorde van het 25ste hoofdstuk van het boek Shemot (Exodus). De betekenis van het binnenste gordijn zal worden besproken op een later tijdstip.
Shemot (Exodus) 25:23Gij zult een tafel van acaciahout maken, twee el lang, een el breed en anderhalve el hoog. Gij zult die overtrekken met louter goud en er een gouden omlijsting omheen maken. Gij zult er een rand van een handbreedte omheen maken en een gouden omlijsting rondom haar rand. Het zou nu het beste moment zijn om te vermelden dat ik diverse nogal gekunstelde pogingen gehoord heb om een aantal speciale betekenissen te geven aan de afmetingen van de ark en deze tafel. Ik denk niet dat het deze studie zou verhogen om dit nog te vermelden. Ik denk dat alle soorten, symbolen en gelijkenissen redelijk voor de hand liggend zouden moeten zijn en niet het product van gedraaid over-mystificeren. In onze studie van de Ark hebben we hoop ik geleerd, over de verblijfplaats van de kracht van God. Dit is waar YHVH moet beginnen. Als we het Heilige ingaan, zullen we leren over de volgende plaats die God begint te veranderen in diegenen die op Hem vertrouwen. Dit is het gebied van de geest of het “ziels” gebied. Dit geeft ons de kracht voor de bediening, want het is de geest die het lichaam vertelt wat te doen. Het lichaam opereert niet gescheiden van de geest tenzij er schade is aan de
20
zenuwen, dat wil zeggen het lichaam is afgesneden van de geest. Het lichaam kan niet kiezen om te gaan bowlen als de geest zegt dat we gaan zwemmen! Wanneer gedrag wordt tentoongesteld, is het je geest die dat gedrag kiest. De uiteindelijke bron van leiding en begeleiding voor de geest is te vinden in de Ark of het hart, de woonplaats voor het Woord van YHVH. Als het Woord van God niet in je hart is, dan moet de geest zijn richting halen uit een andere bron. YHVH heeft verschillende dingen in het Heilige geplaatst om ons deze relatie tussen het hart, geest en lichaam te leren. Denk eraan, dit gaat niet over hoe we God benaderen. Dat zal getoond worden in omgekeerde volgorde en wordt gegeven nadat Israël de eerste set van de tabletten tart. De eerste orde van Shemot 25 geeft ons Gods werk in ons leven nadat we Zijn genade hebben ontvangen, gebaseerd op ons vertrouwen in Hem. Voordat we bij het brood komen, dat op de tafel wordt geplaatst, neem alsjeblieft eerst kennis van het feit dat de toonbrood tafel op dezelfde manier gebouwd is als de ark zelf. Het is gemaakt van hetzelfde hout en goud, alleen met iets kleinere afmetingen. Het is echter dezelfde hoogte. Deze tabel wordt genaamd shul'chan ()שלחן. Het woord in deze vorm is altijd vertaald in het Nederlands als tafel. Maar de werkwoordelijke bron is zeer interessant en passend, gezien onze verdere studie van het brood zelf, of Hemzelf. De werkwoordelijke bron is shalach ()שלח. Shalach is het Hebreeuwse werkwoord voor uitzenden of gewoon om te zenden. Dit woord is in het Grieks apostello (απόστολοσ), wat in het Nederlands apostel is. Nu, zou je jezelf kunnen afvragen wat een tafel en een apostel gemeen hebben. Nou, de verbinding is niet echt moeilijk om te zien, en geeft ons ook enig inzicht in de vaak onbegrepen functie van een apostel. In de Hebreeuwse cultuur, net als vele andere culturen, is de tafel in het huis de plaats waar de familie bij elkaar komt. Hier leerden de kinderen van hun vader. Het was op deze plaats dat elk kind de levensbehoudende woorden (brood) van hem ontving. Dezelfde tafel deelde dit leven met vrienden in de gemeenschap. Dit leidde tot de oosterse en Midden-Oosten gewoontes om een tafel niet te delen met vijanden. De informatie werd hier gedeeld en onthuld. Yesha'yahu (Jesaja) verklaart:
Yesha’yahu 21:5-6De tafel aanrichten, het tapijt spreiden, eten en drinken? - Op, gij vorsten, oliet het schild! Want aldus heeft YHVH tot mij gezegd: Ga heen, zet een wachter uit; laat hij melden wat hij ziet. David vraagt YHVH om een tafel voor hem te bereiden zelfs in het bijzijn van zijn vijanden, wetende dat Zijn staf en medewerkers (Torah) hem nabij zullen zijn, Mizemor (Psalmen) 23:4-5. Om te eten aan de tafel van de koning was om te delen als één. In Shemu'el Bet (2 Samuël) 9:7-11, stuurt David de zoon van Jonatan naar Mefiboset, en vertelt hem dat hij nu voortdurend moet eten aan de koningstafel, als één van de koning’s zonen. Dit zou de plaats zijn waar David zijn wijsheid zou delen met Mefiboset, en dit is waar hij te eten zou krijgen. Als de verkeerde tafel is bereid kan het ook dood en verderf zijn. De tafel van Izebel was niet de plaats om te zijn in Melakhiym Alef (1 Koningen) 18:19, en het is een valstrik voor hen in Mizemor 69:22. Ik denk dat de afwijzing van Gods instructies te vinden zijn in het vervuilen van Zijn tafel, of je nu Jood bent of heiden.
Male’akiy (Maleachi) 1:7Gij brengt minderwaardige offerspijze op mijn altaar. En dan zegt gij: Waarmee hebben wij U minderwaardig behandeld? Doordat gij zegt: YHVH’s tafel, zij is verachtelijk. Dit staat in contrast met hen in:
21
Male’akiy (Maleachi) 2:5-6Mijn verbond met hem was: leven en vrede; Ik heb ze hem gegeven tot godsvrucht, opdat hij Mij zou vrezen en voor mijn naam beven. Betrouwbaar onderricht in de wet was in zijn mond en ongerechtigheid werd op zijn lippen niet gevonden. In vrede en in oprechtheid wandelde hij met Mij en velen bracht hij van ongerechtigheid terug. Ditzelfde soort contrast wordt duidelijk in 1 Korintiërs:
1 Korintiërs 10:21Gij kunt niet de beker van Adonai drinken èn de beker der boze geesten, gij kunt niet aan de tafel des Heren deel hebben èn aan de tafel der boze geesten. God heeft Zijn tafel reeds bereid, en deze tafel voor ons allen door de hele Tanakh heen geopenbaard. De tafel waar het toonbrood op moet worden gelegd, is geen gewone tafel. Het spreekt duidelijk van de gekozen plek waar YHVH’s waarheid wordt geplaatst. Het is een plek waar het Joodse volk van nature aan zou zitten, maar een plek waar hongerige heidenen alles voor zouden riskeren om kruimels van te eten, laat staan aan te gaan zitten en dineren. (Marcus 7:27-28). Apostelen zijn door God geroepen om dragers en vervoermiddelen te zijn van het Brood van YHVH. Het woord apostel is gewoon een transliteratie van het Griekse woord voor iemand die gezonden is. Er zijn meer voorbeelden van dit woord in de Tanakh dan dat er zijn in het Nieuwe Testament. Hen die door God gekozen en voorbereid zijn, zijn geroepen om iedereen het brood des levens te brengen. Hun missie is om de instructies van God te weerspiegelen aan diegenen die ze niet kent. De term is niet een titel, maar een roeping. Dit woord volgt altijd de geroepene, maar wordt niet voorafgegaan door een titel. Het is nooit "de apostel Paulus" of "de apostel Petrus", maar Paulus de apostel of Petrus de apostel. Ik zal waarschijnlijk een meer diepgaande studie van profeten en apostelen onderwijzen op een later tijdstip. Volgens Shemot 26:35, moest de tafel van het toonbrood aan de noordzijde van het Heilige geplaatst worden. De ingang van het Heilige was op het oosten, dus dat zou betekenen dat als u het Heilige binnen liep, de tafel van het toonbrood aan uw rechterhand was. Volgens Shemot 25:26-28, had de tafel dezelfde locatie voor de ringen en stokken als de ark. Zoals ik al eerder heb gezegd, is deze tafel ook van dezelfde materialen gemaakt als de Ark. De bron van de kracht voor de bediening is gemaakt van hetzelfde materiaal als de bron voor de kracht van opwekking en de verzoening. Het manna dat in de ark was geplaatst was het brood des levens, nieuw leven, of nieuw opgewekt leven. Het brood op deze tafel zal het brood zijn dat het leven in stand houdt. Volgens vers 29 waren er nog vier andere objecten die op deze tafel geplaatst moesten worden. De schotels, schalen, kannen en kommen waarmee gegoten werd. De schotels en schalen werden gebruikt om wierook te bevatten en over het brood te verdelen. De kommen werden waarschijnlijk gebruikt voor de plengoffers. Zie Bemidebar (Numeri) 28:7. Dit waren praktische spullen voor de tafel. Het is waardevol op te merken dat, wanneer YHVH ons roept om een vat te zijn voor Zijn woord, Hij ons alles geeft wat we nodig hebben om zijn roeping uit te voeren, zelfs tot in de kleinste details. De priesters hoefden niets mee te brengen, want onze Schepper heeft alles vooraf geregeld wat we nodig hebben. Volgende keer gaan we het over het brood hebben zal ik maar zeggen!
22
De Tabernakel – 7: De Tafel van het Toonbrood Deel 2 Het allereerste ding uit de voorwerpen in het Heilige, welke YHVH kiest om aan ons te tonen, is de tafel van het toonbrood. Wanneer u, door het geloof, het leven gevende Woord van God ontvangen hebt, zoals afgebeeld in de ark, brengt HaShem u vervolgens naar Zijn leven ondersteunende Woord, zoals afgebeeld door het brood in het Heilige. Het Heilige, waarop ik later meer in detail zal ingaan, is Gods portret van onze ziel en met name, onze geest. De tabernakel is verdeeld in drie gebieden, die de geest, de ziel en het lichaam van de Messias typeren en natuurlijk ook onze natuur. Toen YHVH vleselijk werd, deed Hij dit in een drie-enige natuur. De zogenaamde "drie-eenheid" is echter niet een veelomvattende beschrijving van God. De leer van de drie-eenheid, hoe goed ook bedoeld, beperkt God ernstig. YHVH is veel meer dan Vader, Zoon en Ruach haQodesh, zoals gemakkelijk te begrijpen is door gewoon de Tanakh te lezen. Nu terug naar het Heilige. Toen onze Schepper ons hart heeft gezuiverd en gereinigd, begint Hij daarna Zijn werk in onze geest, welke het felle slagveld is, waarmee we elke dag worstelen. We moeten eerst terug verzoend worden met Hem, en verlost worden als Zijn kind, voordat Hij kan gaan werken aan het veranderen van onze gedachten en uiteindelijk ons gedrag. Dat is precies waarover Sha’ul sprak in Efeziërs.
Efeziërs 2:8-10Want door genade zijt gij behouden, door het geloof, en dat niet uit uzelf: het is een gave van God; niet uit werken, opdat niemand roeme. [Dit is waar de meeste moderne "gelovigen" stoppen met citeren.] Want zijn maaksel zijn wij, in Messiah Yeshua‘ geschapen om goede werken te doen, die God tevoren bereid heeft, opdat wij daarin zouden wandelen. Eerst komt het "scheppen" in ons hetgeen alleen God kan doen. Nu heeft hij, door ons geloof en de vriendelijke toestemming, iets om mee te werken. De Pottenbakker heeft wat klei nodig om een pot te maken. Met de straf voor de zonde is afgerekend in het Heilige der Heilige, en nu gaat onze Abba afrekenen met de macht van de zonde in het Heilige, als we hem dat toestaan. We zijn niet langer kinderen des toorns of kinderen van de “duivel” Hasatan is verslagen en de Messiah heeft over hem gezegevierd (Kolossenzen 2:15). Nu, terwijl Sha’ul ons telkens opnieuw waarschuwt, moeten we afrekenen met de “wereld”. De strijd is nu verplaatst naar de arena van het denken, en we moeten ons denken transformeren. Onze Vader heeft ons Zijn Woord gegeven om dit te verwezenlijken.
Shemot (Exodus) 25:30Venatata ‘al-hashshulechan lechem paniym lephenay tamiyd. “En gij zult op de tafel geregeld toonbrood leggen voor mijn aangezicht”. De zinsnede "en gij zult ... leggen", is eigenlijk uit één Hebreeuws woord genomen. Dit woord komt van de werkwoordelijke bron
natan ( )נתןwat "geven" betekent. In dit verband of gebruik is "erop zetten" zeer toepasselijk. Ongeacht wat het toonbrood is, God wil dat het te allen tijde vóór Hem wordt getoond – tamiyd ( )תמיד- voortdurend. Het woord toonbrood of lechem paniym ( )לחם פניםis letterlijk het brood van Zijn gezicht, of aanwezigheid. God gebruikt het brood om Zijn aanwezigheid te symboliseren of erover te spreken. Gods aanwezigheid wordt ervaren door gehoorzaam te zijn aan Zijn woord, hetgeen ook gelijk staat aan Zichzelf. Yeshua’ zei in Mattityahu (Matteüs) 4:4 “Niet alleen van brood zal de mens
leven, maar van alle woord, dat uit de mond Gods uitgaat." De vergelijking is letterlijk brood dat leven geeft aan het lichaam, met het brood van God, dat leven geeft aan de ziel en geest, en Yeshua’ bevestigde dit snel door Zijn reactie op hasatan in de woestijn. Gods aanwezigheid is in Zijn woord. Dit is precies waarom ik in elk van mijn lessen dit gebied zal benadrukken. Yeshua’ wordt gekend via
23
het ontvangen en het doen van Zijn woord. Als u op zoek bent naar de aanwezigheid van de Heer in uw leven, probeer dan gehoorzaam te zijn aan Zijn woorden!
Devariym (Deuteronomium) 30:11-14Want dit gebod, dat ik u heden opleg, is niet te moeilijk voor u en het is niet ver weg. Het is niet in de hemel, zodat gij zoudt moeten zeggen: Wie zal opstijgen ten hemel, het voor ons halen, en het ons doen horen opdat wij het volbrengen? En het is niet aan de overkant der zee, zodat gij zoudt moeten zeggen: Wie zal oversteken naar de overkant der zee, het voor ons halen, en het ons doen horen opdat wij het volbrengen? Maar dit woord is zeer dicht bij u, in uw mond en in uw hart om het te volbrengen. Zo vaak ben ik getuige van mensen die God overal zoeken, de éne opwekking na de andere bijwonend, Hem zoekende bij bepaalde leraars en predikers. Hij is in deze stad of die stad, of hier of daar. Maar de aanwezigheid van God wordt gevonden in het brood des levens, Zijn woorden. Yeshua’ zei, “... Mijn woorden zijn geest en ze zijn leven." Het is het Woord van God, dat ons transformeert. Het zijn Zijn leven ondersteunende instructies, afkomstig van een alwetende Schepper, die ons onbevlekt houden van de wereld, en Zijn woorden zijn dicht aan onze lippen. Luister naar Sha’ul in 2 Korintiërs:
2 Korintiërs 6:14 – 7:1Vormt geen ongelijk span met ongelovigen, want wat heeft gerechtigheid gemeen met wetteloosheid, of welke gemeenschap heeft het licht met de duisternis? Welke overeenstemming is er tussen Messiah en Belial, of welk deel heeft een gelovige samen met een ongelovige? Welke gemeenschappelijke grondslag heeft de tempel Gods met afgoden? Wij toch zijn de tempel van de levende God, gelijk God gesproken heeft: Ik zal onder hen wonen en wandelen, en Ik zal hun God zijn en zij zullen mijn volk zijn. Daarom gaat weg uit hun midden, en scheidt u af, spreekt YHVH, en houdt niet vast aan het onreine. en Ik zal u aannemen, en Ik zal u tot Vader zijn en gij zult Mij tot zonen en dochteren zijn, zegt YHVH, de Almachtige. Daar wij nu deze beloften bezitten, geliefden, laten wij ons reinigen van alle bezoedeling des vlezes en des geestes, en zo onze heiligheid volmaken in de vreze Gods. Sha'ul vertelt ons in hoofdstuk 7 vers 1, hoe uit te komen van onder hen. Wij doen dat door onszelf te reinigen, in vlees en geest, en de heiligheid te perfectioneren. Wat of wie bepaalt wat wel of niet schoon is? Wat of wie bepaalt wat wel of niet heilig is? Alleen het geschreven woord van God doet dat. Alleen Zijn brood kan ons laten zien wat goed of fout is, schoon of vuil, rechtvaardig of onrechtvaardig. Je moet naar het boek Vayiqera (Leviticus) gaan om wat meer details te krijgen aangaande het brood van Zijn aanwezigheid. In Vayiqera leren we:
Vayiqera 24:5-9En gij zult fijn meel nemen en daarvan twaalf koeken bakken, uit twee tienden efa zal elke koek bereid worden; gij zult ze op twee stapels leggen, zes op een stapel, op de tafel van louter goud, voor het aangezicht van YHVH. Gij zult zuivere wierook op elke stapel leggen; dit zal dan dienen als gedenkoffer van het brood, een vuuroffer voor YHVH. Elke sabbatdag zal hij dat steeds opnieuw gereed maken voor het aangezicht van YHVH ; van de zijde der Israëlieten is het een verbond voor altoos. En het zal voor Aäron en zijn zonen zijn, en zij zullen het
24
op een heilige plaats eten, want het is allerheiligst voor hem; het behoort tot de vuuroffers van YHVH; het is een altoosdurende inzetting. Nou, er staan veel dingen hier, maar we zullen onze studie beperken tot de twaalf broden, de wierook en het eten van het brood door de priesters op de Shabbat. Je zult als eerste zien dat het brood wordt gebakken in twaalf afzonderlijke broden. Vers 8 vermeldt dat deze verbonden zijn aan de kinderen van Israël, die worden vertegenwoordigd door de twaalf stammen. Iedere Israëliet is hier vertegenwoordigd, alle twaalf stammen zijn gelijk in het maken van elk brood. In vers 7 wordt tot hen gezegd zuivere wierook te verspreiden op elke rij als een gedenkteken. De term "zuivere wierook" is bijna een overtolligheid. Het woord wierook of levonah ( )לבונהis verwant aan de woorden voor "wit" en "maan". Het woord alleen betekent puurheid, zoals in het witte linnen dat wordt gegeven aan de heiligen van God. Dit woord komt bijvoorbeeld voor in Yesha'yahu (Jesaja) 1:18, wanneer de heiligen van God wordt verteld dat al waren hun zonden als scharlaken zij zullen wit worden als sneeuw. Het Woord van God is 7 keer gelouterd volgens Mizemor (Psalmen) 12:7. Gods zuivere heiligheid zal gezien moeten worden in Zijn mensen die het getuigenis zijn en getuigen van Zijn brood van leven. In het Hebreeuwse denken worden Zijn mensen vergeleken met de maan, een andere verwant woord van lavan. Zoals het is met de verschillende fasen van de maan en zijn consequente vernieuwingen, zo is het Gods verlangen om Zijn volk te vernieuwen en te herstellen tot zuiverheid en heiligheid. Het is een zuiver en heilig leven dat over het woord van God wordt gesprenkeld dat werkelijk Gods aanwezigheid doet ervaren. Ze krijgen de opdracht om een gedenkteken te zijn van dit leven gevende brood. Het woord "gedenkteken" is van het woord zakar ()זכר. Dit woord hebben we gedefinieerd in afgelopen studies. Het is vele malen vertaald als gedenken. Het betekent niet herinneren of terug halen uit het geheugen, maar meer om te spreken of te handelen in naam van iemand of iets. Dit is wat het betekent wanneer de Schrift zegt "God gedacht Rachael" of "God gedacht Noah". Het betekent dat God heeft gehandeld of sprak namens Rachael of Noah. Toen de dief Yeshua’ vroeg hem te "gedenken" als Hij zou aankomen in Zijn koninkrijk, impliceerde hij niet dat Yeshua’ hem zou kunnen vergeten. Hij vroeg Yeshua’ te handelen namens hem en Yeshua’ beloofde hem dat hij precies dat zou doen. Dus de wierook of de zuiverheid van Gods woord was om voortdurend volgens Zijn Woord te handelen of spreken. Het zou een getuige worden van de leven ondersteunende woorden van YHVH. De laatste twee verzen zijn instructies van God met betrekking tot het rouleren en het consumeren van dit brood door de priesters. De twaalf broden waren om gegeten te worden op de wekelijkse Shabbat en vervangen door nieuwe exemplaren voor de komende 7 dagen. Het was op de Shabbat, dat het brood gegeten moest worden. Dit is een onderdeel van de achtergrond van het lezen van de wekelijkse Parashiots. Het brood of het woord van God (Torah) was verdeeld in secties en wekelijks gegeven aan de mensen. In aanvulling werden na de verwijdering van de Torah door Antiochus, ook lezingen uit de profeten toegevoegd. Deze staan bekend als haftarah lezingen. In Lucas 4:18-19 staat Yeshua’ op de bemah en leest voor uit Yesha'yahu 61, de haftarah lezing voor die specifieke Shabbat. Niettemin is het op de Shabbat dat Gods volk bijeen komt om het Woord van God te horen. Onze CD serie getiteld “De kerk en het boek Handelingen” gaat in op vele details aangaande het samenkomen van de heiligen op Shabbat, niet zondag. Het eten van het brood door Aäron en zijn zonen en de vervanging van de broden is een prachtig beeld van het samenkomen van Gods volk om Zijn dagelijkse leven gevende woorden te ontvangen. In het 12e hoofdstuk van Romeinen worden we er door Sha’ul aan herinnerd, dat we niet gelijkvormig moeten worden aan deze wereld, maar omgevormd moeten worden door de vernieuwing van ons denken. Dat is het doel van wat het Heilige en al z’n voorwerpen ons leert, evenals aan de Israëlieten in die tijd.
25
De Tabernakel – 8: De Menorah Deel 1 Als we weggaan van de noordzijde van het Heilige en het leven behoudende brood, reizen we nu naar de zuidkant waar de Menorah staat.
Shemot (Exodus) 25:31-32Gij zult een kandelaar van louter goud maken, van gedreven werk zal de kandelaar gemaakt worden, het voetstuk zowel als de schacht; de bloemkelken, met knoppen en bloesems, zullen daarmee één geheel vormen. Zes armen nu zullen uit zijn zijden uitsteken: drie armen van de kandelaar uit de ene zijde en drie armen van de kandelaar uit de andere zijde. Het woord kandelaar in de NBG komt vanuit het Hebreeuwse woord menorah ()מנרה. Dit woord is ontleend van het woord nur ( )נורof licht. De nur of licht vormt het midden van het woord menorah. Met toevoeging van het mem voorvoegsel en het vrouwelijke enkelvoudige achtervoegsel wordt het licht nu het voorwerp waaruit het licht schijnt, verlicht, of openbaart. Als je de tekst slechts simpel leest zou je kunnen concluderen, dat de kandelaar gevormd is met zes zijtakken, echter bij een nadere diepere bestudering blijkt dat er ook een middenas is, genaamd yarek ()ירך. De zes zijtakken komen daadwerkelijk uit deze as en alle zeven takken vormen de menorah welke één gedreven werk is. Dit is de betekenis achter de gegeven zinsnede "één geheel vormen”. Het woord "zijn" in vers 32 verwijst naar de as. Het woord yarek is over het algemeen vertaald als de dij, de lende, of lichaam (Bere’shiyt (Genesis) 24:2, Shofetiym (Richteren) 8:30). De zes takken steken uit de as, en zijn toch één met de as. Is het slechts toeval dat naar de gelovigen van de Messiah, Jood of heiden in Romeinen 11 wordt verwezen als takken? Is het slechts toeval dat deze takken allemaal één zijn met de centrale as of boom, en het lichaam van de Messiah worden genoemd? Sterker nog, is het gewoon het geluk als bij een loting dat Yeshua‘ deze kandelaar gebruikt om te verwijzen naar Zijn kehillot (samenkomst, “gemeente”) in Hitgalut (Openbaring) 1:20? Als we doorgaan met het bestuderen van de bouw van de tabernakel zal duidelijk worden dat het Heilige der Heiligen en het Heilige volledig bedekt worden door diverse soorten linnen en huiden. De binnenste heiligdommen waren donker, erg donker. Er was geen daglicht om deze plaats te betreden. Alleen het licht van de menorah verlichtte het Heilige of de plaats van de bediening. Bediening wordt gedreven door het licht van God en niet door het ontwerp van de mens of zijn verlangens. Het leven onderhoudende toonbrood was om gegeten te worden door Gods priesters, maar dat eten moest worden gedeeld of gegeven aan allen die hongerig waren naar de gerechtigheid. Het licht van de
menorah spreekt van deze taak. Onze geest moet verlicht worden door het licht van God. Zijn licht spreekt verder over de inhoud van de ark van Zijn getuigenis. Het is dit licht dat een lamp voor onze voeten en een licht op ons pad wordt genoemd (Mizemor (Psalmen) 119:105). Spreuken 6:23 vat het samen:
Mishlei (Spreuken) 6:23Want het gebod is een lamp en de onderwijzing een licht, de vermaningen der tucht zijn een weg ten leven, De Torah leert Israël, dat ze Zijn licht voor de naties moesten zijn.
Yesha’yahu (Jesaja) 49:6... Ik stel u tot een licht der volken, opdat mijn heil reike tot het einde der aarde.
26
Historisch gezien weten we dat Israël gefaald heeft om dit te doen, dus heeft Abba een lichaam bereid, Zichzelf, om datzelfde licht voor de heidenen te zijn. “Ik, YHVH, heb u geroepen in
gerechtigheid, uw hand gevat, u behoed en u gesteld tot een verbond voor het volk, tot een licht de natiën” (Yesha’yahu 42:6)) Yeshua’ bevestigt die roeping in Yochanan (Johannes) 8:12, waar Hij claimt dat Hij het licht van de wereld is. Yeshua’ roept vervolgens degenen die hem volgen op, Jood of heiden, om het licht van de wereld te zijn in Mattitiyahu (Matteüs) 5:14. Volgens de idiomen en begrepen symbolen die gebruikt werden door de schrijvers van het Nieuwe Testament, sprak het symbool van licht over de menorah in de tempel. De menorah, volgens hun denken, was de verlichtende uitdrukking van de edut ( )עדותofwel het getuigenis van de ark. Dit staat bekend als Torah. Vergeet niet, Yeshua’ is de auteur van alles, dat geschreven is in de Tanakh. Om een licht te zijn, was niet simpel om een leuke, poëtische uitdrukking aan een levendige persoonlijkheid te geven. Het was een oude stevig gevestigde betekenis die welbekend was bij Yeshua’s broeders. Bijvoorbeeld, de term "kinderen van het licht" gebruikt door Sha’ul in 1 Tessalonicenzen 5:5 sprak van de kinderen of erfgenamen van de Torah, het licht van God. Dit zou een goed moment zijn om terug te gaan naar onze archieven en op les 4 te klikken, naar mijn discussie over het definiëren van het licht. Licht was Torah en de Torah was licht, en elke fysieke activiteit van Gods volk zou hierdoor moeten worden bestuurd. Vaak vraag ik me af wat de meeste moderne Christenen denken wat Yochanan (Johannes) bedoelt wanneer hij zegt dat wij in het licht moeten wandelen. Moeten we een beeld oproepen met een schijnende gloed om ons heen? Betekent een licht zijn dat ik een "Jezus" bumpersticker op mijn auto heb, of alleen "Christelijke" muziek koop? Ben ik een licht als ik naar de kerk ga op zondag of woensdag naar de Bijbelstudie? Ben ik een licht voor de wereld door gewoon mensen te vertellen over Jezus of de aanpak van sekten? Of leert het woord van God ons om een licht te zijn, door Gods wegen te verkondigen aan een wereld die gehuld is in duisternis, en dat het antwoord op alle beproevingen van de mens te vinden is in Zijn woord? Om onze bediening theologisch te beperken tot het verkondigen dat Yeshua’ de Redder van de wereld is, is een verloren wereld te voorzien van een verlichtingselement, maar niet de lamp zelf. De menorah zou nooit uit mogen gaan. In Vayiqera (Leviticus) lezen we:
Vayiqera 24:2-3Draag de Israëlieten op om je voor de verlichting zuivere olijfolie te brengen: er moet in de ontmoetingstent, buiten het voorhangsel dat de ark met de verbondstekst afschermt, altijd licht branden. De priesters gehoorzaamden deze opdracht, omdat ze de betekenis van het licht begrepen. Het was het woord van YHVH, dat hun leven in stand hield, niet te vergeten het hele universum. De oude verhalen, voor de tijd van Yeshua’, leerden dat het universum bij elkaar gehouden werd door de Torah, en dat de Torah werd gevormd door de 22 letters van het Hebreeuwse alfabet. Als Torah niet gesproken zou worden, veel minder toegepast, de wereld weg zou smelten met een vurige hitte. Klinkt dat bekend? Kefa (Petrus) gebruikt ditzelfde beeld om de eindtijd te beschrijven in 2 Kefa 3:10. Hij beschrijft dit in combinatie met de "dag des Heeren". Wanneer u alle verzen in de Tanakh onderzoekt aangaande de “dag des Heeren”, zult u zien dat de meeste van deze een tijd beschrijven waarin alle volkeren de Torah hebben afgewezen. Dit is de reden waarom 'Amos het beschrijft als een tijd van duisternis.
‘Amos 5:18Wee hun, die verlangen naar de dag van YHVH ! Wat toch zal de dag van YHVH voor u zijn? Duisternis is hij, en geen licht! De menorah gaat uit in de tabernakel. Vier hoofdstukken later verkondigt ‘Amos opnieuw:
27
‘Amos 8:11Zie, de dagen komen, luidt het woord van YHVH, ‘Elohiym, dat Ik een honger in het land zal zenden – geen honger naar brood, en geen dorst naar water, maar om de woorden van YHVH te horen. De zes takken van de menorah worden als één gedreven werk gemaakt samen met de as ofwel zevende tak. Deze kandelaar zou het symbool van Israël moeten worden. Echter was het de bedoeling om het symbool te zijn voor een ieder die claimt één te zijn met de zevende tak. Dit is de reden waarom Yeshua’ hetzelfde beeld gebruikt in de beschrijving van de toestand van zeven van Zijn
kehillot (gemeentes) op het moment dat Yochanan schreef, en het sindsdien een symbool van de kehillot is. Hitgalut hoofdstuk twee en drie zijn ook een nauwkeurige en profetische beschrijving van de conditie van Zijn hedendaagse takken. In Hitgalut 2:1-7 is er een beschrijving van de k(q)ahal (( )קהלgemeente - enkelvoud) in Efeze, en het begint door het noemen van één van de aspecten van de bediening van Yeshua’. "... die tussen de zeven gouden kandelaren wandelt." Yeshua’ prijst deze groep eerst door hen te herinneren aan hun toewijding om bedriegers en oplichters weg te sturen, en voor hun werken en geduld. Echter, vertelt Hij hen dan wat Hij tegen hen heeft. Ze hebben hun eerste liefde verloren, en wilden niet terug gaan naar hun eerste werken en zich bekeren. Hij zegt dat als ze zo door blijven gaan, Hij hun kandelaar van zijn plaats zal verwijderen. Vele malen ben ik geconfronteerd met verzen vier en vijf, en men vroeg mij bepaalde "redding" doctrines te verdedigen. Zoals het met veel van het Nieuwe Testament is, leert deze tekst niet of u wel of niet uw redding kan verliezen. Het is een waarschuwing om u te bekeren! Als je een kind van God bent, bekeer je ! Als je een gelovige bent, die een doctrine aanhangt die stelt dat je iets kan doen om jezelf te verwijderen als kind van God, dan vertelt Yeshua’ je u om je te bekeren. Echter, als je geleerd bent, dat je niets kan doen om jezelf “niet wedergeboren“ te verklaren, dan vertelt God je nog steeds om je te bekeren! Het licht van de menorah is een beeld van het woord van God, en de menorah is de drager van het licht. Het licht van de menorah is de eerste bestraling van de geest met het getuigenis van God. Dat getuigenis moet dan vervolgens naar de naties gebracht worden. Neem dit symbool van Gods instructies voor de mens en breng het in 1 Yochanan:
1 Yochanan 1:5-7En dit is de verkondiging, die wij van Hem gehoord hebben en u verkondigen: God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis. Indien wij zeggen, dat wij gemeenschap met Hem hebben en in de duisternis wandelen, dan liegen wij en doen de waarheid niet; maar indien wij in het licht wandelen, gelijk Hij in het licht is, hebben wij gemeenschap met elkander; en het bloed van Yeshua’ de Messiah, zijn Zoon, reinigt ons van alle zonde. Yochanan gaat verder door zonde te relateren aan duisternis en het licht aan het houden van Zijn geboden. Als wandelen in het licht belangrijk is voor onze “Christelijke” wandel, zou het dan niet noodzakelijk moeten zijn om te weten wat wandelen in het licht betekent?
Yesha’yahu 8:20Tot de wet en tot het getuigenis! Voor wie niet spreekt naar dit woord, is er geen dageraad.
28
De Tabernakel – 9: De Menorah Deel 2 Het is de overeenstemming van de meeste Talmoedische autoriteiten geworden dat het licht van de menorah met name de tafel van het toonbrood verlichtte. Dit past ook typologisch bij de voorwerpen van het licht van YHVH. Dat zijn wijzelf mensen! De menorah in het Heilige was bedoeld om de geest te verlichten met het woord van God. Dan zou datzelfde licht moeten worden uitgedrukt in goede werken, zodat Abba zou worden verheerlijkt. Dit is de manier waarop onze prachtige Schepper ons heeft geschapen. Ten eerste moet ons hart Zijn getuigenis ontvangen, dan worden onze gedachten veranderd door de studie van Zijn woorden, en tenslotte zullen onze lichamen gaan antwoorden op de opdrachten van de geest. ‘Elohiym heeft ons geschapen, dus wist Hij van te voren dat dit is, hoe wij functioneren. Als het woord van God niet in je hart is, dan moeten de instructies en communicatie ergens anders vandaan komen. Dit is precies waar de meeste van ons waren toen we het woord van YHVH ontvingen. Onze gedachten werden geleerd door bronnen buiten het woord van God om. Onze visie op de wereld en dat om ons heen werd gevormd en vormgegeven door de wereld en de mensen, waar we juist moeite mee hadden om over te leren. Met andere woorden, we leerden over de conclusie van het vooropgestelde en we leerden van het vooropgestelde door de conclusie. De waarheid is dat alleen een externe objectieve bron kan worden vertrouwd. In de 16de en 17de eeuw werd het zogenaamde "tijdperk van Verlichting" geboren, ook wel het “tijdperk van Redenering“ genoemd. Kort na de Inquisitie veranderden deze mensen de westerse cultuur in een nieuw soort licht, het licht van redeneren. De religieuze cultuur van de na-donkere eeuwen ging door met het produceren van het geestelijken-boven-leken denken. Kerkleiders moesten vertrouwd worden als waarheid. Dit leidde tot zware vervolging en dood van talloze miljoenen, vooral Joden. In reactie hierop, ontstond een groep van zeer beroemde “filosofen van de redenering”. Marqies de Condorcet, Rene Descartes, Denis Diderot, Jean Jacques Rousseau en Voltaire om er maar een paar te noemen. Gedurende dit tijdperk, betekende het licht ontvangen, om de waarheid te ontvangen. God had de mens een geest gegeven en de mens was in staat om zijn bestaan te beredeneren of dit nu strookte met de Schrift of niet. Niet alleen werd de Schriftuurlijke leer van het licht opnieuw uitgevonden, maar het gebruik van allegorie werd opnieuw populair. Op God kon om die reden niet worden gerekend om de gebieden van wetenschap en moraal juist te krijgen. Het boek Genesis werd weg vergeestelijkt, en de rest van de Tanakh werd beschouwd als oude verhalen van al lang vergeten mensen. Het Oude Testament werd beschouwd als een les voor de "kerk" om aandacht aan te schenken. De 'kerk' was natuurlijk al in eerste instantie de hele bedoeling van Gods plan geweest. De Joden waren een beeld van hoe NIET aan God te beantwoorden. Veel van de hedendaagse moderne christelijke leer is een direct gevolg van deze tijd en de 'romantische' tijd die daarop volgde. Er is een groot aantal "tijden" geweest die de mens heeft zien komen en gaan, die allen het licht van God hebben afgewezen en een ander “licht” hebben geaccepteerd. Veel wereldreligies leren vandaag de dag, dat de mens het licht kan ontvangen als hij daartoe bereid is. Veel "new age" religies leren dat de mens zich naar het licht moet uitstrekken. Veel mensen hebben tegenwoordig bijna-dood ervaringen gehad, waar ze het "licht" gezien hebben. Voor de meeste van deze godsdiensten, is het licht een intellectueel concept. Licht is inderdaad kennis. Licht is het proces van het leren over iets, of misschien wel de sprong naar een ander bestaan. Maar dit is niet waaraan de "Joodse" volgelingen van Yeshua‘ hebben gedacht toen Yeshua’ hen onderwees over dit onderwerp. Het was de menorah in de Tempel die in gedachten kwam. Het waren de eeuwig brandende woorden van God, die in gedachten kwamen. De menorah heette het "Licht der Wereld". Toen Yeshua’ dit gebruikte over
29
Zichzelf, wilde Hij zeggen dat Hij de ware lichtdrager was van Gods licht. Simeon herkende deze waarheid in Lucas toen hij zei:
Lucas 2:30-32want mijn ogen hebben uw heil gezien, dat Gij bereid hebt voor het aangezicht van alle volken: licht tot openbaring voor de heidenen en heerlijkheid voor uw volk Israël…. Yeshua’ noemt zichzelf het "Licht der Wereld" tijdens het Chanukah seizoen in Yochanan hoofdstukken 8 tot en met 10. Volgens Shemot (Exodus) 25:33-38, had het gedreven werk van de menorah aan de top van elke tak kommen, gemaakt als amandelen, om de olie te bevatten voor het licht. De kommen zijn gemaakt als amandelen. Het woord amandelen deelt zeer interessante wortels met een ander woord. Het woord voor amandelen is shaqad ( )שקרhetgeen precies dezelfde spelling heeft als de werkwoordelijke bron ervan. Het woord shaqad wordt overal elders vertaald als kijken, alert zijn, of zonder slaap. Deze amandelvormige dragers van de olie voor het licht leren ons iets over de aard van een lichtdrager zijn. Zij, of wij, moeten waakzaam en alert zijn als "zonen van het licht". Nogmaals citeer ik uit 1 Tessalonicenzen:
1 Tessalonicenzen 5:2-6immers, gij weet zelf zeer goed, dat de dag van YHVH zó komt, als een dief in de nacht. Terwijl zij zeggen: het is (alles) vrede en rust, overkomt hun, als de weeën een zwangere vrouw, een plotseling verderf, en zij zullen geenszins ontkomen. Maar gij, broeders, zijt niet in de duisternis, zodat die dag u als een dief overvallen zou: want gij zijt allen kinderen des lichts en kinderen des dags. Wij behoren niet aan nacht of duisternis toe; laten wij dan ook niet slapen gelijk de anderen, doch wakker en nuchter zijn. Hmmm. Herinnert u de gelijkenis van de tien maagden, vijf die olie in hun lampen namen en vijf die dit niet deden? Herinnert u zich het laatste wat Yeshua’ zei in deze gelijkenis? "Waakt dan..." De "zonen van het licht" kennen het woord van God, gehoorzamen zijn geboden, en houden zijn feesten en shabbatten. De natuur van wat zij doen tijdens YHVH’s cyclussen van gerechtigheid maakt hen alert en oplettend. In de Hebreeuwse cultuur zijn de “zonen van de duisternis", of “zonen van de nacht”, diegenen die de Torah niet kennen en het licht van YHVH niet hebben. De bloesems, of perach ()פרח, staken onder de kommen uit naar beneden. Dit woord betekent te bloeien, te groeien of te produceren. Zij voegden vruchtbare schoonheid toe aan de menorah. Op veel plaatsen wordt hierover gesproken als de ware gelovigen van YHVH. De Messiah zegt ons in Mattityahu (Matteüs) 7:20 dat we gekend zullen worden aan onze vruchten. In de Septuagint en de Vulgaat versies van de Schrift, worden de bloemen van de menorah "lelies" genoemd. Misschien is het geen toeval dat de Messiah Zijn ware volgelingen in Mattityahu 6:28-30 vergelijkt met lelies van het veld. De ware staf van God produceerde amandelen en knoppen in Aärons hand in Bemidebar (Numeri) 17. De bloemen waren om de lamp met schoonheid en lieflijkheid te sieren. Een waakzame, gereed zijnde, en wachtende bruid vangt de aandacht van een ieder die zelfs ook maar een blik in haar richting doet. De knoppen, kaphtor ( )כפתרin het Hebreeuws, waren ook bedoeld om de as te versieren, omdat dit woord altijd de bloemen begeleidt. Ze waren ook bedoeld om stevigheid te bieden aan de uitgebreide schachten of takken.
30
De tangen of melqach ( )מלקחen uitdoofschalen of machtah ( )תהמחzijn bijna een bijzaak in het ontwerp van de menorah, maar deze waren zeer belangrijke onderdelen in verband met het onderhoud van het licht. Het wordt algemeen aanvaard door de autoriteiten van het tabernakel bouwwerk, dat de tangen gebruikt werden door de priesters om de lamp te trimmen of schoon te maken. We moeten in gedachten houden dat de vertaling van de kandelaar niet moet worden gezien door westerse ogen. Dit was een lamp waarin olie aanhoudend een lont had in elk van de decoratieve schalen. Volgens Shemot 30:7-8, werden de lampen ’s ochtends schoongemaakt en ‘s avonds aangestoken. Het trimmen en aansteken van de lichten werd elke dag uitgevoerd. Dit is de betekenis achter de term voortdurend. Het is ook één van de bronnen van de Schriftuurlijke achtergrond van de ochtend en avond gebedstijden. Elke keer dat de priesters binnen gingen voor het trimmen of aansteken van het menorah licht, brandden ze wierook op het altaar, welke de gebeden zijn van de heiligen (Hitgalut (Openbaring) 5:8). We zullen dit verder bespreken als we bij het gouden altaar aankomen. Voortdurend betekent niet vierentwintig uur per dag, maar dagelijkse en altijd. Dit is wat Sha'ul bedoelt wanneer hij de heiligen vertelt dat hij voortdurend voor hen bidt. De tangen werden gebruikt om de lonten omhoog te halen, zodat het licht helderder kan schijnen. Lonten worden in het joodse denken typologisch gezien als mensen, op dezelfde manier als dat de bomen ook gezien worden als mensen. Als er weinig of geen olie in de lamp was kon de kous voor een korte tijd op zichzelf branden, maar zou snel uitgaan als er geen olie in de kom van het lont zou zijn. Dit geldt ook voor het woord van God in Zijn volk. Vele malen heb ik gezien dat mensen reageren op een oproep om naar voren te komen, of een emotioneel religieus moment en dan snel in vuur en vlam staan. Maar in een korte tijd branden ze snel weer uit. Dit schijnt ook de achtergrond te zijn van de tien maagden in Mattityahu 25. Een lamp kan voor een korte tijd licht produceren door een brandend lont, maar dooft snel als er geen olie, (Ruach haQodesh, woord van God) bij het lont komt, zodat die kan schijnen. Volgens de joodse traditie brandde de centrum schacht, of de yarek ()ירך, continu en waren het de zes andere takken waarvoor het nodig was die ’s avonds weer aan te steken. De tangen waren een belangrijk onderdeel, verbonden met deze lamp. De tangen werden ook gebruikt om kolen te nemen van het reukofferaltaar te nemen zoals we zien in Yesha'yahu‘s (Jesaja’s) gezicht in hoofdstuk zes van zijn boek. De uitdoofschalen werden ook gebruikt in het Heilige om de as en de wierook te bevatten bij de tafel van het toonbrood, om te worden geworpen op het gouden altaar. Zoals we lezen uit Shemot hoofdstuk 30, worden alle instrumenten van het Heilige dagelijks betrokken in de dienst van de priesters en hebben allen een doel, fysiek en geestelijk. YHVH sluit veel van deze instructies af door te verklaren dat zij zouden worden gemaakt "naar het model dat aan u daarvan op de berg getoond is." Dit, geloof ik, is voor eeuwig Gods roep aan Zijn volk. Onze Schepper heeft ons vanaf het begin Zijn wegen gegeven en zegent alleen die wegen. Het is een zeer ernstige zaak om Zijn instructies te veranderen of op een andere manier aan de kant te schuiven door iets vergelijkbaars te maken of het te vergeestelijken. We weten door veel openbaring in het Nieuwe Testament dat Yeshua’ onze ultieme tempel of tabernakel is, en dat wij, Zijn lichaam, een aardse voorstelling van dit bouwwerk zijn (Yochanan (Johannes) 2:21, 1 Korintiërs 3:16, 1 Korintiërs 6:19, 2 Korintiërs 6:16). Wij moeten Zijn licht brengen in een donkere wereld en niet ons eigen licht, nog minder het licht van de kerktraditie. Alleen YHVH’s licht is gezegend, op dezelfde manier als dat alleen de zevende dag gezegend is. Heel duidelijk wees Yeshua’ op de menorah, toen Hij zei dat we ons licht moesten laten schijnen, zodat de mensen onze goede werken kunnen zien en onze Vader verheerlijken. Dit is precies wat de menorah deed in het Heilige. Het scheen direct op de tafel van het toonbrood, het leven ondersteunende woord van God, dat ons het verschil toont tussen goede werken en werken van ongerechtigheid of dode werken. YHVH’s licht moet niet in het Heilige
31
blijven, maar moet uitgebracht worden naar de pleinen om te wijzen op het koperen offeraltaar en de enige deur waardoor de mens gered kan worden. Ik wil dit deel over de menorah afsluiten met een paar bijzaken. De Menorah is een zevenarmige lamp in tegenstelling tot de Chanukah lamp welke een negenarmige lamp is. De twee extra takken werden toegevoegd ter nagedachtenis van de herinwijding van de tempel in 165 VM (Vóór Messias). Technisch gezien is de Chanukah lamp niet de menorah, maar het is een menorah aangezien zij licht produceert. De zevenarmige menorah was ook het patroon dat gebruikt werd om ten tijde van Yeshua’ het licht van YHVH of het woord in de Torah en haftarah lezingen in de Tempel kenbaar te maken. In Lucas 4:15-20 wordt ons dit beeld gepresenteerd in het lezen door Yeshua’ van Yesha'yahu (Jesaja), welke de haftarah lezing van de dag zou zijn geweest. Terwijl hij opstond en las stond Hij op een verhoogd platform, in het Grieks een bimah (βηµα) genoemd. Er zouden nog drie voorgangers aan Zijn linkerzijde zijn en drie voorgangers aan Zijn rechterzijde, met in het midden, iets verhoogd, het bimah platform. Dit vanuit de gemeente gezien lijkt precies op hoe de menorah ontworpen is. De voorganger die de Torah lezingen las heette shamash ( )מששof dienende voorganger. Dit is aan wie Yeshua’ de Torahrollen overhandigde in Lukas 4:20. Het woord of licht, gegeven aan de andere voorgangers (herinner je de zeven boodschappers van de kerken in Hitgalut 1:20?) en de gemeente, werd verstrekt door de shamash of dienende voorganger.
Mattityahu 23:11Maar wie de grootste onder u is, zal uw dienaar zijn. Tijdens het Chanukah seizoen, worden de lampen elke avond aangestoken beginnende met één licht en elke volgende avond één extra totdat alle negen lampen in volle helderheid schijnen. Alle lampen worden elke nacht aangestoken vanuit de middelste lamp genaamd de shamash. Ziet u, niemand van ons kan ons eigen licht produceren. Het licht dat in ons schijnt moet komen van de Hoofdlamp. De Messiah, ons licht, werd voortgebracht in Bere’shiyt (Genesis) 1:3-4. Hij gaf licht aan de allereerste mens van ‘Elohiym’s schepping, en zal niet klaar zijn totdat de gehele lamp verlicht is.
Efeziërs 4:13,16totdat wij allen de eenheid des geloofs en der volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben, de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom der volheid van Messiah....en aan Hem ontleent het gehele lichaam als een welsluitend geheel en bijeengehouden door de dienst van al zijn geledingen naar de kracht, die elk lid op zijn wijze oefent, deze groei des lichaams, om zichzelf op te bouwen in de liefde. Dus, vul uw kommetjes met het woord van God door de kracht van de Ruach haQodesh en laat je licht schijnen!
32
De Tabernakel – 10: De Linnen Tentkleden Shemot (Exodus) 26:1-6De tabernakel zult gij maken van tien tentkleden; van getweernd fijn linnen, blauwpurper, roodpurper en scharlaken, met kunstig geweven cherubs zult gij ze maken. De lengte van elk tentkleed zal achtentwintig el zijn en de breedte van elk tentkleed vier el: eenzelfde maat voor al de tentkleden. Vijf van de tentkleden zullen verbonden zijn aan elkander, en nog eens vijf tentkleden zullen verbonden zijn aan elkander. Ook zult gij blauwpurperen lussen maken op de rand van het ene tentkleed aan het einde, aan het ene stel, en evenzo zult gij doen op de rand van het laatste tentkleed aan het andere stel. Vijftig lussen zult gij maken op het éne tentkleed en vijftig lussen zult gij maken aan het einde van het tentkleed, dat tot het andere stel behoort, zodat de lussen tegenover elkaar staan, de éne tegenover de andere. En gij zult vijftig gouden haken maken en de tentkleden aan elkander door de haken verbinden, zodat de tabernakel één geheel is. Wij gaan nu direct naar de binnenste bekleding van de tabernakel. Over deze bekleding, in tegenstelling tot het geitenhaar en de ramsvellen, die de buitenste laag vormen, wordt gezegd dat die
hamishkan 'echad moet worden. Deze verklaring dat de linnen bekleding "één" is met de mishkan wordt niet gezegd aangaande de buitenste bekleding. YHVH weet dat onze buitenste bedekking (dat wil zeggen onze lichamen) slechts van tijdelijke aard zijn. Het fijn geweven linnen spreekt van Zijn gerechtigheid. Dit is duidelijk in de symboliek van het linnen in de rest van de Schrift (Hitgalut (Openbaring) 19:8, Yesha'yahu (Jesaja) 61:10, Mizemor (Psalmen) 132:9, Zekareyah (Zacharia) 3:3-4). Diegenen die wandelen met YHVH en hun kleding niet verontreinigen zijn degenen die door het geloof Gods gerechtigheid zijn gegeven. Zijn gerechtigheid, zoals wordt vertegenwoordigd door schone kleding, in tegenstelling tot onze gerechtigheid, die vertegenwoordigd wordt door smerige kleding. Dit wordt goed weergegeven door Yochanan (Johannes) in Hitgalut 3:4-5. Wanneer men Yeshua‘ als Heer belijdt en men zich omkeert om Hem te volgen, dan wordt men YHVH’s gerechtigheid gegeven welke gesymboliseerd wordt door het linnen. Als deze gebeurtenis werkelijk heeft plaatsgevonden, dan zijn de gelovige en YHVH’s gerechtigheid één geheel geworden. Dan en alleen dan kan de gelovige uiterlijk gelijkvormig worden aan het beeld van de Messiah. Eerst moet YHVH in de ark van het getuigenis wonen tussen de cherubs in het Heilige der Heiligen (het hart), dan moet ons denken vernieuwd worden (het Heilige), dan is het lichaam (het voorhof) veranderd. Niet alleen maakt het linnen deel uit van de tabernakel, maar aan het linnen zelf zit ook een heel opvallend aspect. De Ruach haQodesh vertelt ons specifiek dat er vakkundig drie kleuren verwerkt worden in de tentkleden. De taal die hier gebruikt wordt is een beetje verwarrend voor de meeste Hebreeuwse geleerden. Het is niet duidelijk of deze kleuren werden verweven in het weefsel of dat ze op één of andere manier vakkundig deel gemaakt werden van het weefsel, zoals de Midden-Oosten techniek van het bedekken met goud van het hout van de ark en de tafel van het toonbrood. De laatste mogelijkheid is echter meer in overeenstemming met het eenheidsthema van dit tentkleed. Wat misschien nog boeiender is dan dit, is de samenstelling van de kleuren. Wanneer deze drie kleuren verschijnen in de Tanakh, worden ze altijd in dezelfde volgorde genoemd. Eerst is er blauw, dan paars, en ten slotte scharlaken (vuurrood). De kleur blauw is een beeld van YHVH’s volmaakte heiligheid. Het is de kleur die Hij Zijn volk gebood te gebruiken als kleurstof voor hun tzitziot ()ציצת op het einde van hun kledingstukken in Bemidebar (Numeri) 15:37-41 om hen zo te herinneren aan Zijn woorden, die natuurlijk YHVH zelf zijn. Vanwege de zichtbare fysica van de atmosfeer, zien we
33
een blauwe kleur als we opkijken naar de hemel. Hemel was een synoniem voor YHVH in de eerste eeuw. Wanneer men "zondigde tegen de hemel" betekende dat, dat men zondigde tegen YHVH. Uw Schepper beloofde Zijn aanwezigheid onder de Israëlieten tijdens hun woestijnervaring (Shemot 33:14, 40:38). Eén van de symbolen van Zijn aanwezigheid was om alle meubelstukken met blauwe bekleding af te dekken, wijzend naar zijn voortdurende begeleiding. De kleur aan de andere kant was scharlaken of soms vertaald als karmozijn rood. De betekenis van dit woord gaat terug naar het wezen van waaruit de rode of de op scharlaken lijkende kleur wordt onttrokken, de made of de larve. Letterlijk betekent dit de "de schijnende worm". Deze verwijst ons naar de kenmerken van de niet-verloste man of natuurlijke mens (Iyov (Job) 25:6). De rode ofwel bloedkleur is de basis waarop we de diepe betekenis van adam of de mens begrijpen, dat wil zeggen het aardse, rossig, of "bloed in het gezicht". De Scharlaken of roodachtige kleur toont de natuur van de mens in tegenstelling tot het blauw van perfectie van de hemelse dingen. Scharlaken is het beeld van de mens in zijn zondige natuur. Yesha'yahu zegt:
Yesha’yahu 1:18Komt toch en laat ons tezamen richten, zegt YHVH; al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw; al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol. Blauw en rood zijn de primaire kleuren, elk zonder enig andere kleur of een mengsel van kleuren bevattende. Deze kleuren, zoals ze nu zijn, zijn voor eeuwig gescheiden en verschillend. Maar God zal ons een prachtig beeld laten zien door middel van de kleur die staat tussen blauw (God) en rood (mens). De kleur paars in elke verbinding van deze drie kleuren staat tussen de twee in, een kleur die een combinatie is van blauw en rood. Paars is niet half blauw en half rood, maar 100% blauw en 100% rood! Een perfect beeld van de aard van de Messiah in de tentkleden van de gerechtigheid van YHVH. In de eerste brief van Sha’ul aan Timoteüs zegt hij: “Want er is één God, en ook één middelaar tussen God en mensen, de mens Messiah Yeshua’" (1 Tim 2:5). U kunt deze realiteit op vele plaatsen beginnen te zien, wanneer je naar de specifieke plaatsing van de kleuren in de linnen tentkleden kijkt. Toen de vrouw met de bloedvloeing (rood) de tzitzit (blauw) van Yeshua’ talit vastpakte werd zij, door haar geloof, één met de Messiah (paars)(Luc 9:43). Dat gaat misschien een beetje ver, maar dit is hoe ik het zie. Yochanan zegt ons: "Wij hebben lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad.” (1 Yochanan 4:19). Ik zie God naar de mens komen, zodat ons de vrije kans gegeven wordt om als Hem te zijn, maar alleen via onze onderdompeling in de Messiah. Zelfs het woord "onderdompeling", dat in het Hebreeuws een term is voor verven (van met name kledingstukken), geeft een beeld van deze relatie met de kleuren. Zodra blauwe en rode kleurstoffen worden gemengd en een kledingstuk wordt ondergedompeld in de paarse kleur is het voor altijd paars. Wanneer blauw uitreikt naar scharlaken, en het scharlaken reageert, wordt er een "nieuwe kleur" geboren. Word ik nu even te oubollig? Ik zou er steeds verder op door kunnen gaan, maar ik bid dat u kunt zien dat deze constante gebeurtenis geen toeval is. Het kan dan ook geen toeval zijn dat de beschrijvingen aangaande de Messiah op aarde in het Nieuwe Testament geen melding maken van de kleur blauw, maar paars wordt negen keer genoemd. Ik denk dat de kleuren in de tabernakel Yah’s manier is om ons de aard van de Messiah te tonen. Volgende keer zullen we het mooie beeld zien van hoe YHVH Jood en Heiden verenigd in deze linnen tentkleden in het Heilige.
34
De Tabernakel – 11: De Lussen en Gespen Shemot (Exodus) 26:3-6Vijf van de tentkleden zullen verbonden zijn aan elkander, en nog eens vijf tentkleden zullen verbonden zijn aan elkander. Ook zult gij blauwpurperen lussen maken op de rand van het ene tentkleed aan het einde, aan het ene stel, en evenzo zult gij doen op de rand van het laatste tentkleed aan het andere stel. Vijftig lussen zult gij maken op het éne tentkleed en vijftig lussen zult gij maken aan het einde van het tentkleed, dat tot het andere stel behoort, zodat de lussen tegenover elkaar staan, de éne tegenover de andere. En gij zult vijftig gouden haken maken en de tentkleden aan elkander door de haken verbinden, zodat de tabernakel één geheel is. Nou dat klinkt nogal verwarrend. Maar simpel gezegd, moesten er tien tentkleden worden gemaakt van fijn linnen. Vijf tentkleden moesten worden samengekoppeld om één tentkleed te vormen. Dan moesten de andere vijf tentkleden ook worden samengekoppeld om één tentkleed te vormen. De tien tentkleden moesten worden gemaakt in twee sets van vijf tentkleden elk. Elke reeks van vijf moest aan elkaar worden gekoppeld om zo één tentkleed te maken. Het woord "gekoppeld" is een interessante woordkeuze. Het is het Hebreeuwse woord chavar ()חבר. Dit woord wordt vertaald als gekoppeld, samengevoegd (zoals de vleugels van de cherubs in Yechezkeq'el (Ezechiël) 1:9,11), iets gemeen hebben (Mizemor (Psalmen) 94:20), samen, metgezellen en broeders. Hier in de tabernakel beginnen we een beeld te krijgen van wat lijkt op twee verschillende sets van tentkleden, die als één samengevoegd worden door blauwe lussen en gespen (klampen of haken) van goud. Het Hebreeuwse woord is qerec ()קרס. Ik geloof niet dat het toeval is dat YHVH hier woorden kiest die spreken over eenheid in gemeenschap van de reeks van vijf tentkleden en in de tien tentkleden als één geheel. Bijvoorbeeld wordt chavar gebruikt in Richteren om juist deze les te typeren.
Shofetiym (Richteren) 20:11Zo verzamelden zich alle mannen van Israël als één man verbonden, tegen de stad. Ook in Psalmen zegt Hij;
Mizemor (Psalmen) 122:1-3Een bedevaartslied. Van David. Ik was verheugd, toen men mij zeide: Laten wij naar het huis van YHVH gaan. Onze voeten staan in uw poorten,
o
Jeruzalem.
Jeruzalem
is
gebouwd
als
een
stad,
die
wel
samengevoegd is. Als we nog wat dieper graven, merken we dat de Grote Ontwerper ervoor kiest om het getal vijf te gebruiken aangaande de tentkleden. Waarom vijf? Ik denk dat het bijna algemeen geaccepteerd is door Joodse en niet-Joodse geleerden, dat het getal vijf spreekt van genade. Ik zal hier nu niet ingaan op het bewijs hiervan. Je zou het CD onderwijs genaamd "Aleph-Bet, De Bouwstenen van het Leven" kunnen beluisteren om meer informatie bijeen te vergaren aangaande gematria en de betekenis van het gebruik van nummers in de Schrift. God gebiedt specifiek dat deze beelden van Zijn gerechtigheid "aan elkaar gekoppeld“ worden als één, geplaatst onder Zijn genade, maar uiterlijk gezien met het blote oog, zijn het nog steeds twee sets van tentkleden. Dit beeld van twee, maar toch één wordt ook zichtbaar in het naleven van het Shavu’ot feest in Vayiqera (Leviticus) 23:15-22. Wanneer YHVH dit feest bij Zijn volk introduceert, vertelt Hij hen om twee toonbroden uit hun woningen te brengen elk gebakken met zuurdesem en met exact dezelfde ingrediënten. Wanneer de afgemaakte broden gezien worden, worden zij gezien als twee broden, maar van binnen zijn ze exact hetzelfde. Dit mooie beeld
35
wordt ook gezien in de nakoming (dat wil zeggen qum ( )קוםof de instelling) van Shavu’ot beginnende in Handelingen hoofdstuk 2. "In de Messiah" zijn wij allen één volgens 1 Korintiërs 12. Er is noch Jood noch heiden, mannelijk noch vrouwelijk, slaaf noch vrije in het lichaam van de Messiah. Maar er blijft duidelijk een verschil voor het oog. Onze geschapen functies zijn niet één geworden, maar veeleer wat de Schepper in ons heeft gedaan, dat door ons geloof wij vernieuwd beginnen te worden in ons denken en uiteindelijk in ons gedrag. Het is mijn begrip en stelling dat wanneer een heiden is geënt op de natuurlijke boom, hij nog steeds een wilde tak wordt genoemd, maar zijn instructies ontvangt van dezelfde boom als de natuurlijke tak en er alleen maar anders is in uiterlijk. Toen ik het "zaad van de vrouw" ontving door het geloof, werd ik geen Jood! Echter, de Schriftuurlijke realiteit van waaruit mijn bron van het leven komt, begint langzaam mijn denken en mijn gedrag te veranderen. Ik geloof niet dat het gedrag van de natuurlijke takken anders zou moeten zijn dan het gedrag van de wilde takken. Volgens Shemot 26:5-6, waren beide sets van vijf tentkleden samengevoegd om een hamishkan echad of één tabernakel te vormen. YHVH bereidde, vanaf het begin, Zijn ware volk voor om één te zijn. Om anders te onderwijzen is om "de wet te vernietigen". Het onderwijzen van één set wetten voor de Jood en één set wetten voor de heiden is het verdraaien van de eenheid van chavarim of broederschap. Het is het vernoemen waard dat de lussen van de tentkleden dezelfde kleur hadden als de tzitzit of franjes, die aan de kleding van de kinderen van Israël worden gehangen in Bemidebar (Numeri) 15:37-41. We hebben eerder gesproken over de relatie tussen de heiligheid van God, zoals uitgedrukt door Zijn geboden, en de kleur blauw. In Bemidebar 15 lezen we weer over deze blauw geboden relatie.
Bemidebar 15: 38-40Spreek tot de Israëlieten en zeg tot hen, dat zij zich gedenkkwasten maken aan de hoeken van hun klederen, van geslacht tot geslacht, en dat zij in de gedenkkwasten aan de hoeken een blauwpurperen draad …., opdat gij gedenkt en volbrengt al mijn geboden en heilig zijt voor uw God. De gouden gespen kunnen alleen aanwezig zijn wanneer er blauwe lussen zijn om ze aan op te hangen. De gespen zijn ringen die al de tentkleden bij elkaar houden, en ons wordt verteld dat het er vijftig in getal zijn. Waarom vijftig? Misschien is er een duidelijke aanduiding van de aanwezigheid van de Ruach haQodesh en bevrijding uit de oude natuur. Dit is uitgebeeld in de 50 dagen tussen de opstanding van Yeshua’ en de uitstorting van de Ruach haQodesh in het lichaam van de Messiah op
Shavu’ot. Het kan ook gezien worden in de onderwijzing van het jubeljaar in Vayiqera 25. Het is weliswaar de Ruach haQodesh die Gods volk verenigt, maar de Geest van God moet iets hebben waardoor die ons bij elkaar kan houden. Het is het geloof (vertrouwen) van Zijn kinderen, dat de lussen vormt, die ons bij elkaar houden. Het is niet een intellectuele verklaring van feiten over God. Dit is kennis die demonen ook hebben (Ya'aqov (Jakobus) 2:19). De demonen weten de dingen over God, maar zij hebben geweigerd zich te bekeren en Hem te volgen. Een ding wil ik aan u laten met betrekking tot de leer van de tabernakel. Ik weet zeker dat er mensen zijn die met veel meer flair en ontroerende woorden over deze principes kunnen uitweiden dan ik in staat ben. Er kunnen hier simpelweg wel een dozijn bladzijden geschreven worden over simpelweg het koppelen van de tentkleden. Mijn wens is echter om licht te brengen in deze tabernakel waarheden in de hoop dat u erover gaat nadenken, en onze Abba toestaat u liefdevol te leiden in uw eigen avontuur in Zijn woord. Ik heb velen van u gehad die ons e-mailen om ons te vertellen hoe God
36
iets nam dat we onderwijzen en een geheel nieuwe, voorheen niet-gerealiseerde waarheid openbaarde, die zelfs geen eens rechtstreeks verbonden was aan wat ik op dat moment onderwees. Wij prijzen Yah hiervoor en wij zijn zeer dankbaar en nederig voor dit ontzagwekkende werk van onze Schepper.
37
De Tabernakel – 12: Resterende Tentkleden Shemot (Exodus) 26:7-13Ook zult gij tentkleden van geitenhaar maken tot een tent over de tabernakel, elf tentkleden zult gij maken. De lengte van elk tentkleed zal dertig el zijn en de breedte van elk tentkleed vier el: eenzelfde maat voor de elf tentkleden. Gij zult vijf van de tentkleden afzonderlijk verbinden en zes van de tentkleden afzonderlijk, en gij zult het zesde tentkleed dubbel leggen, aan de voorkant van de tent. Gij zult vijftig lussen maken op de rand van het ene tentkleed, het laatste aan het ene stel, en vijftig lussen op de rand van het tentkleed, aan het andere stel. Gij zult vijftig koperen haken maken en de haken in de lussen steken en de tent samenvoegen, zodat zij één geheel is. Wat het overhangende betreft, dat overhangt aan de tentkleden der tent, de helft van het overhangende tentkleed zal overhangen aan de achterkant van de tabernakel. Een el aan deze zijde en een el aan gene zijde van wat overhangt in de lengte van de tentkleden der tent zal overhangen aan de zijde van de tabernakel, aan deze en aan gene zijde, om haar te bedekken. Wow! Dat was een mondvol. YHVH gaat Moshe nu instrueren om tentkleden van geitenhaar over de linnen tentkleden heen te plaatsen. Het woord haar wordt hier gegeven. Er zijn elf tentkleden in plaats van tien, terwijl het elfde tentkleed is verdubbeld, en naar beneden zal hangen over de voorkant en de achterkant van de tabernakel, om de binnenste linnen tentkleden volledig te verbergen. U zult ook opmerken dat deze tentkleden twee ellen langer zijn dan de binnenste tentkleden. Als we bij de planken en voetstukken aankomen, zullen we zien dat de binnenste tentkleden, dat is de gerechtigheid van God, de aarde niet raakten, sprekende over het feit dat het ware thuis van de gelovigen niet van de aarde is. Dit zou twee dingen in gedachte moeten brengen die Sha’ul zei:
Filippenzen 3:2Want wíj zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook Adonai Messiah Yeshua‘ als verlosser verwachten. En…
Efeziërs 2:6en heeft ons mede opgewekt en ons mede een plaats gegeven in de hemelse gewesten, in Messiah Yeshua‘. Laten we even in gedachten houden dat het beeld hier, er één is van een uiteindelijk thuis, en niet een afwijzing van dit aardse bestaan met zijn verantwoordelijkheden, want juist bij de buitenste tentkleden wordt over zo’n verantwoordelijkheid gesproken. De geit is genomen vanuit een duidelijke anticipatie van de twee geiten in Vayiqera (Leviticus) 16 en de Grote Verzoendag. In dit hoofdstuk hebben we het nemen van twee geiten, één om te worden gedood en de andere om de wildernis in te worden gedreven met de ongerechtigheden van de kinderen van Israël op haar kop. Hier zijn twee perfecte beelden van het doel van offeren. De gedode geit is een beeld van Yeshua‘’s dood aan de boom (ed: NBG paal) en de geit die losgelaten werd was een beeld van onze zonden die worden weggeworpen of weggestuurd. Besloten in de wet zelf is het beeld van wat het offer van onze Messiah werkelijk heeft volbracht. Het is duidelijk, dat van Bere’shiyt (Genesis) tot en met Hitgalut (Openbaring), het niet de wet was die werd verdreven, maar de zonde. De straf voor de zonde is voor eeuwig volbracht omdat het Offer voor eeuwig leeft. Het tentkleed dat
38
zal liggen tussen de buitenste bekleding van ons aardse bestaan en de binnenste bekleding van ons geschenk van Zijn gerechtigheid is de herinnering aan dat wat Hij voor de straf van de zonde heeft gedaan. We gaan nu kijken naar het feit dat de kleur van de lussen niet wordt genoemd. In het oordeel van de zonde, is YHVH niet aanwezig. Toen Yeshua‘ opgehangen werd aan de boom (ed NBG paal), had God Hem "verlaten".
Mizemor (Psalmen) 22:2Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? Hier werd oordeel gesproken over zonde. Dit is de reden waarom de gespen niet van goud, maar van koper waren. Koper is het Bijbelse symbool van oordeel, zoals duidelijker zal worden beschreven bij het koperen altaar en de slang op de paal. Als we van het Heilige der Heiligen in de richting van het voorhof gaan worden de materialen "goedkoper" of van minder waarde om zo maar te zeggen.
Shemot (Exodus) 26:14Ook zult gij een dekkleed voor de tent maken van roodgeverfde ramsvellen, en een dekkleed van tachasvellen (dassen) daaroverheen. We hebben tot dusver twee tentkleden gepresenteerd gekregen, een binnenkleed dat de aarde niet raakte, en een tentkleed om alle kostbare linnen te “bedekken”. Wij komen nu bij de twee buitenste bedekkingen waar aan geen van beiden enige afmeting verbonden is. Deze twee kleden zijn een beeld van de aardse tabernakel, die bestemd is om te verdwijnen.
2 Korintiërs 5:1Want wij weten, dat, indien de aardse tent, waarin wij wonen, wordt afgebroken, wij een gebouw van God hebben, in de hemelen, niet met handen gemaakt, een eeuwig huis. De ramshuiden bedekking is een perfect beeld van dat wat zijn leven moest geven om te voldoen als de mannelijke verlosser. Bloed moet worden vergoten en een lichaam moet sterven. Dit is uitgebeeld doordat Avraham zijn "eniggeboren" zoon naar de berg Moriah neemt. De ram beeldde de noodzaak uit van YHVH ’Elohiym Zelf om in en offer te voorzien. In Bere’shiyt 22 vinden we YHVH die een ram gebruikt, verward in het struikgewas. Het woord voor ram is ’ayil ()איל, dat de werkwoordelijke bron is van het woord 'elohiym, dat natuurlijk het woord voor God is. Het is geen toeval dat God zegt dat Hij zal voorzien in het offer en dan vervolgens het exacte object gebruikt welke de bron vormt voor Zijn naam als Schepper en Godheid. Want YHVH heeft van tevoren geweten, dat Hij vlees van de mens (adam) op Zich zou nemen en Zijn leven voor ons zou neerleggen. Want ziet u, Hij gebood Moshe om de huiden rood te verven. Het woord rood is het bronwoord van het woord adam. Het zijn in principe dezelfde woorden. De tachasvellen (ed: dassenvellen) zijn een beetje dubbelzinnig. Sommige vertalingen hebben bruinvis vellen, sommige hebben vellen van zeekoeien en anderen hebben ramshuiden vermeld die in de kleurstof vermiljoen zijn geverfd. Het woord in het Hebreeuws is techashiym ()תחשים. Sommige Hebreeuwse autoriteiten vertalen het als dugong, dat simpelweg de bleek uitziende lederen huid is van verschillende dieren die werden gebruikt om vrouwensandalen van te maken. In ieder geval was het een lelijke kleur. Veel autoriteiten suggereren dat dit vanaf een afstand gezien leek op een lange grijze doodskist. Er kan gemakkelijk worden gezegd dat zij geen gedaante noch heerlijkheid had, en geen schoonheid, dat we hem zouden willen hebben. Oeps! Ik bedoel dat we het niet zouden willen
39
hebben. Dit zou net als Abba zijn, die deze prachtige plek een bedekking gaf die helemaal niet aantrekkelijk was. We zouden niet naar Zijn woonplaats worden aangetrokken vanwege de uiterlijke schoonheid. Dit is, natuurlijk, niet zoals de typisch grote bouwwerken van de heidense volkeren. Het was altijd de uiterlijke schoonheid, die de krioelende menigte van heidense aanbidders aantrok. Het was de nauwkeurigheid van dit bouwwerk dat ontworpen was om de aanbidders te trekken. Yeshua‘ trok discipelen en volgelingen aan vanwege de waarheid van Zijn woord en niet vanwege zijn opvallende aanwezigheid of lokkende uiterlijkheden. Het is in het binnenste van de tabernakel, waar God woont. Het is in het hart, het Heilige der Heiligen, waar God naar kijkt, wetende dat als de binnenkant schoon is, de buitenkant ook schoon zal worden.
Shemu’el Alef (1 Samuël) 16:7... Het komt immers niet aan op wat de mens ziet; de mens toch ziet aan wat voor ogen is, maar YHVH ziet het hart aan.
40
De Tabernakel – 13: De Planken en de Voetstukken Ik geloof dat we net de buitenste tentkleden van het Heilige hadden afgewerkt. De tekst op deze plek neemt ons mee naar de planken en de voetstukken die het heiligdom ondersteunen. Er zijn nog andere voorwerpen in het Heilige, die we zullen bespreken, maar YHVH koos om deze te beschrijven na de ondersteuningen. Dus, hier gaan we dan.
Shemot (Exodus) 26:15-19Gij zult de planken voor de tabernakel maken van acaciahout, rechtopstaande; tien el zal een plank lang zijn en anderhalve el breed. Elke plank zal twee tappen hebben, zodat zij aan elkaar kunnen worden verbonden; zo zult gij met al de planken van de tabernakel doen. Gij zult de planken voor de tabernakel maken, twintig planken aan de zuidkant. En veertig zilveren voetstukken zult gij maken onder de twintig planken, twee voetstukken onder de ene plank voor haar beide tappen, en twee voetstukken onder de andere plank voor haar beide tappen. De tentkleden waar we eerder over hebben gesproken moesten worden opgehangen over de ondersteunende structuur. De ondersteuning van de gehele tabernakel wordt van het hetzelfde sittimhout gemaakt, als waar ook de ark van het getuigenis en de tafel van het toonbrood van gemaakt waren. (Zie les Tabernakel 3 voor de betekenis van het hout.) In vers 15 wordt ons ook verteld dat de planken rechtop moeten staan. Voor de meeste lezers klinkt dat misschien als een dom ding om te zeggen of misschien gewoon overbodig, maar YHVH kiest Zijn bewoordingen zeer zorgvuldig en doelgericht. Hij vertelt ons niet zomaar om de planken rechtop te zetten. Het woord voor rechtop staan is ‘amad ()עמד. Dit woord is de algemene term die gebruikt wordt voor het idee van permanent staan, met name stilstaan. Het is interessant om op te merken op welke manier het hier wordt gebruikt, want de planken zijn uitingen van de mensheid. Het woord ‘amad is gemaakt uit twee lettergrepen waarvan de eerste is ‘am, het Hebreeuwse woord voor mensen. Deze mensen, ik bedoel planken, moesten ongeveer vijftien voet (ed: 10 el ofwel 4 ½ mtr) hoog zijn en iets meer dan twee voet (ed: 1 ½ el ofwel 67 cm) breed. Ze werden "netjes naast elkaar neergezet, de één tegen de ander”. Nu, dit is een zeer interessante en misleidende zin, tenzij het op z’n Hebreeuws wordt bekeken, dan komt er een fascinerend beeld aan het licht. De zinsnede in het Hebreeuws is mishilabot
’ishshah ’el-’echotah. Letterlijk zegt het "en gelijkwaardig aaneengesloten, elke aan zijn zuster." Het woord mishilabot ( )משלבתbetekent om dingen even ver uit elkaar te plaatsen, met andere woorden elke plank hetzelfde en op dezelfde afstand van elkaar. Het woord ’ishah ( )אשהis normaal gesproken het woord voor vrouw. De bron van het woord vrouw is ish, of man. Dit wordt gevolgd door het woord ’echot ( )אל־אחתהwat normaliter wordt vertaald als zuster. Nu moeten we terug gaan en ons herinneren dat deze tabernakel die hier fysiek op aarde werd gebouwd afkomstig was van het model dat Moshe in de hemel gezien had. Het was een bevel van YHWH om het nauwkeurig te maken tot in
elk detail, want het zou een model zijn voor de ultieme tabernakel, de Messiah, en natuurlijk wijzelf. Zie Ivrim (Hebreeën) 8:1-6. Wanneer we het gebruik zien, in het Nieuwe Testament, aangaande deze tabernakel, dan kunnen we terug gaan en zien waarom dergelijke details werden onthuld. Maar dan wordt het nog geweldiger. Elke plank moest twee tappen hebben aan de uiteinden, waarbij elke tap werd geplaatst in een zilveren voetstuk. Het woord voor tap is yated ()יתד. Dit woord betekent een pin, spijker of bevestigingsmiddel, of letterlijk datgene wat verbindt. Dit is wat Yeshua‘ aan de boom (ed NBG paal) vasthield of bevestigde, en het is precies deze leven gevende onbaatzuchtige daad die ook Zijn volk bijeenhoudt. Er is echter één zijopmerking die ik wel zou willen
41
noemen. Als u de Massoretische tekst of de typische Interlineairen leest, zult u zien dat dit woord hier eigenlijk verkeerd gespeld is. In plaats van yated hebben zij yadot ()ידת. Dit is erg interessant, want dit is het woord voor hand. Een zeer opvallende fout, of is het wel een vergissing? Is het mogelijk dat hetgeen we hier hebben een beeld is van de inwoning van YHVH in een lichaam van (broeders en) zusters die naast elkaar staan en gelijkwaardig toegetreden, hand in hand, de hemelse tabernakel dragen?
Efeziërs 2:19-22Zo zijt gij dan geen vreemdelingen en bijwoners meer, maar medeburgers der heiligen en huisgenoten van Adonai, gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, terwijl Yeshua‘ de Messiah zelf de hoeksteen is. In Hem wast elk bouwwerk, goed aaneensluitend, op tot een tempel, heilig in YHVH, in wie ook gij mede gebouwd wordt tot een woonstede van Adonai in de Geest.
Ivrim (Hebreeën)3:1-6Daarom, heilige broeders, deelgenoten der hemelse roeping, richt uw oog op de apostel en hogepriester onzer belijdenis, Yeshua‘, die getrouw is jegens Hem, die Hem heeft aangesteld, evenals ook Moshe getrouw was in [geheel] zijn huis. Want Hij is zoveel groter heerlijkheid dan Moshe waardig gekeurd, als de bouwmeester hoger eer geniet dan het huis. Want elk huis wordt door iemand gebouwd, maar de bouwmeester van alles is Adonai. Nu was Moshe wel getrouw in geheel zijn huis als dienaar om te getuigen van hetgeen gesproken zou worden, maar Messiah als Zoon over Zijn huis. Zijn huis zijn Wij, indien wij de vrijmoedigheid en de hoop, waarin wij roemen, [tot het einde onverwrikt] vasthouden. Kunt u, in deze beschrijvingen over de aard van het Lichaam van de Messiah, de voortdurende terugverwijzing zien naar Moshe en de tabernakel? Is het gewoon toeval dat wanneer YHVH vlees van de mens op zich neemt en onder ons verblijft, Hij ervoor kiest om timmerman te zijn? Trouwens, de Hebreeuwse tekst die daar gebruikt wordt suggereert een architect of ontwerper in plaats van een timmerman. Kefa herinnert ons weer wie wij zijn:
1 Kefa (1 Petrus) 2:5-6en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijk huis, om een heilig priesterschap te vormen, tot het brengen van geestelijke offers, die Gode welgevallig zijn door Yeshua‘ de Messiah... En tenslotte vertelt Sha’ul ons in: 2 Korintiërs:
2 Korintiërs 5:1Want wij weten, dat, indien de aardse tent, waarin wij wonen, wordt afgebroken, wij een gebouw van God hebben, in de hemelen, niet met handen gemaakt, een eeuwig huis. Al deze planken worden in ‘adeneyhem kaseph ( )אדניהם כסףgezet. Dit zijn zilveren voetstukken. Het woord voor voetstuk dat hier gebruikt wordt is ‘eden wat overal in de Schrift in deze vorm vertaald wordt als voetstuk. De letterlijke betekenis is standhouden of een basis vormen. Het is geen toeval dat het bronwoord ervan adon is, het Hebreeuwse woord voor meester, waar we het woord Adonai van krijgen. Dit woord vergt een lange studie in en op zichzelf, maar wordt voornamelijk gebruikt voor
42
aardse meesters en heren. Het wordt echter ook gebruikt om te verwijzen naar de ultieme Meester. (Bere’shiyt (Genesis) 15:2, Devariym (Deuteronomium) 3:24). Al deze planken worden ondersteund en in stand gehouden door een woord dat gebruikt wordt om te verwijzen naar YHVH zelf. Is dit weer zomaar toeval? Is dit alleen maar gekunsteld? Nu, waarom zou Hij kiezen om zilveren voetstukken te gebruiken in plaats van een sterker materiaal? Deze zilveren voetstukken zouden het materiaal worden dat stond tussen de planken en de aarde of de grond zelf. Het was zilver dat gebruikt werd om de betaling te zijn voor het verraad en de daaropvolgende dood van Yeshua‘. Zilver vertegenwoordigde het "bloed" geld.
Zekareyah (Zacharia) 11:13Maar YHVH zeide tot mij: Werp dat de pottenbakker toe; een heerlijke prijs, waarop Ik hunnerzijds geschat ben! En ik heb de dertig zilverstukken genomen …
Mattityahu (Matteüs) 27:6De hogepriesters verzamelden de zilverstukken en zeiden tegen elkaar: ‘We mogen ze niet bij de tempelschat voegen, aangezien het bloedgeld is. In Shemot 26 vers 30, eindigt YHVH de openbaring van de planken met één laatste opmerking. Hij zegt:
Shemot (Exodus) 26:30Dan zult gij de tabernakel oprichten overeenkomstig het plan dat u daarvan op de berg getoond werd. De hele tabernakel moet worden opgericht zoals Moshe het eerder op de berg gezien had. De zinsnede "oprichten" is in het Hebreeuws vaheqemota ()והקמת. Dit woord betekent opstaan of op te staan en te vestigen. Het is in het Nederlands vertaald als te vervullen. In de Septuaginta vertaling van dit vers wordt het Griekse woord anasteseis (αναστασις) gebruikt. Dit woord is in het Nieuwe Testament vertaald als OPSTANDING! Neee. Echt waar! Tot de volgende keer wanneer we de binnenste en buitenste voorhangsels gaan onderzoeken. U zult deze ook niet willen missen.
43
De Tabernakel – 14: De Twee Voorhangsels Shemot (Exodus) 26:1-37Gij zult een voorhangsel maken van blauwpurper, roodpurper, scharlaken en getweernd fijn linnen; met kunstig geweven cherubs zult gij het maken. Gij zult het hangen aan vier pilaren van acaciahout, met goud overtrokken, van gouden haken voorzien, op vier zilveren voetstukken. Gij zult het voorhangsel onder de haken hangen en daarheen, binnen het voorhangsel, de ark der getuigenis brengen, zodat het voorhangsel voor u scheiding maakt tussen het heilige en het heilige der heiligen. Gij zult het verzoendeksel op de ark der getuigenis leggen in het heilige der heiligen. Gij zult de tafel buiten het voorhangsel zetten, en de kandelaar tegenover de tafel aan de zuidzijde van de tabernakel, en de tafel zult gij plaatsen aan de noordzijde. Ook zult gij een gordijn voor de ingang der tent maken van blauwpurper, roodpurper, scharlaken en getweernd fijn linnen: veelkleurig weefwerk. Gij zult voor het gordijn vijf pilaren van acaciahout maken en ze met goud overtrekken, van gouden haken voorzien, en gij zult daarvoor vijf koperen voetstukken gieten. We zijn nu klaar met de basisstructuur van het Heilige en het Heilige der Heiligen. We hebben gesproken over de verblijfplaats van de Geest van God in het Heilige der Heiligen, de ark van het getuigenis en de verzoendeksel die geplaatst is in de diepste diepten van het hart van de gelovige. Laten we in gedachten houden dat de ark, de plaats waar YHVH ons ontmoet tussen de cherubs, gemaakt is van Zijn barmhartigheid en genade, en de rustplaats is van Zijn Torah. Deze twee dingen gaan samen. De twee cherubs kijken neer op het bloed en ze bewaken, dekken af, en geven bescherming aan het Woord van God. Dit is waar God moet beginnen om de mens volledig te bevrijden van zijn aan zichzelf toegebrachte verwonding. Want het is door Zijn genade dat we bevrijd worden als antwoord op ons geloof, en Sha’ul vertelt ons dat we dan Zijn maaksel zijn, gemaakt in de Messiah om goede werken te doen. Dit brengt ons naar de plaats van de bediening, het Heilige. Dit is de verblijfplaats van de ziel, de geest, en de verkeerstoren, zo u wilt, van ons gedrag. Indien de Geest van God niet in ons hart aanwezig is, welke ons Zijn waarheid toont, dan kan de arena van de geest alleen maar informatie ontvangen uit de wereld en de omringende cultuur. Ons gedrag, zonder YHVH, wordt gecontroleerd en gemanipuleerd door films, boeken, televisie, openbare scholen, en al onze goede vrienden, die natuurlijk allen geïnteresseerd zijn in uw toekomst en welzijn. Er is een zeer duidelijk proces, waar onze Schepper Zijn kind doorheen laat gaan, dat perfect wordt uitgebeeld in de tabernakel. We zijn nu in eigenlijke zin, aangekomen bij de twee voorhangsels in de Tabernakel. Het binnenste voorhangsel die de verblijfplaats van de ark scheidt van het Heilige, noemt men een paroket ()פרכת. Dit woord betekent letterlijk op te splitsen of te scheiden. Dit is om het feit te benadrukken dat alleen de hogepriester het Heilige der Heiligen mocht betreden op Yom Kippuriym. De hogepriester was gescheiden van de normale Levitische priesters. Dit voorhangsel moest op dezelfde manier gemaakt worden als hoe de tentkleden in het Heilige werden gemaakt, dezelfde volgorde van kleuren en de aanwezigheid van de cherubs. Het moest op vier pilaren hangen die in vier zilveren voetenstukken stonden. De verzoening die achter dit voorhangsel gedaan werd was voor alle zonde van Israël op nationaal niveau, en zoals in het Nieuwe Testament geopenbaard is, de zonden van de hele wereld. Dit is de reden waarom vier pilaren worden gebruikt. Het nummer vier in de Schrift spreekt in het algemeen van de aarde en de wereld. Zo zijn er bijvoorbeeld de vier elementen, aarde, wind, vuur en water; de vier regio's: noord, zuid, oost en west, de vier seizoenen: zomer, winter, zaadtijd en
44
oogsttijd, de vier maanfasen: eerste kwartaal, tweede kwartaal, volle en nieuwe maan, en was de materiële schepping klaar op de vierde dag. Als de engelen komen om de uitverkorenen te verzamelen in Mattityahu (Matteüs) 24, verzamelen ze hen uit de vier windstreken van het éne uiteinde van de hemel naar de andere. Dit spreekt van de vier hoeken van de aarde, en zo zou ik door kunnen gaan. Dit voorhangsel heeft altijd het hogepriesterschap vertegenwoordigd. Het heeft altijd gestaan voor de barrière die de hogepriester afscheidde van ieder ander. Het is dit voorhangsel dat de hogepriester eenmaal per jaar scheidde om YHVH te ontmoeten paniym el paniym ofwel aangezicht tot aangezicht. Het is op deze plaats achter dit voorhangsel, waarvan begrepen werd dat de hogepriester de sprong maakte van een kind tot een volgroeide volwassene, wiens haar wit zou worden van het zijn in de aanwezigheid van de Almachtige. Het is achter dit voorhangsel dat de hogepriester zou kennen zoals hij gekend was. Dit is waar Sha’ul naar verwees in 1 Korintiërs 13, waar hij een nog toekomstige gebeurtenis beschrijft, die zijn vervulling zal vinden op die grote Yom Kippuriym.
1 Korintiërs 13:12Want nu zien wij nog door een spiegel, in raadselen, doch straks van aangezicht tot aangezicht; Nu ken ik onvolkomen, maar dan zal ik ten volle kennen, zoals ikzelf gekend ben. Dit zijn de woorden van de hogepriester wanneer hij YHVH bijna ging ontmoeten van aangezicht tot aangezicht. Ik heb het feit benadrukt, dat dit voorhangsel het hogepriesterschap uitbeeldt zoals uitvoerig verteld in de Torah. Het is dit voorhangsel dat door midden scheurde van boven naar beneden in Mattityahu 27:51. Veel zogenaamde christelijke commentatoren beweren tegenwoordig dat toen het voorhangsel scheurde dit het einde was van de wet. Maar dit voorhangsel heeft de wet nooit vertegenwoordigd, maar het hogepriesterschap. In de Torah bevinden zich instructies aangaande de taken van de priesters in de tabernakel en de tempel. Deze taken stonden rechtstreeks in verband met de noodzaak tot offerandes en offers voor de zonde. Als er geen zonde is, dan is er geen noodzaak voor offerandes, offers, priesters of tempels. Het is aangaande deze offers voor de zonde dat het Nieuwe Testament aangeeft dat ze voltooid zijn in de Messiah. Met betrekking tot het verbond dat verdween, zegt de schrijver van Hebreeën hoofdstuk negen:
Ivrim (Hebreeën) 9:1-10Nu had ook wel het eerste (verbond) bepalingen voor de eredienst en een heiligdom voor deze wereld. Want er was een tent ingericht, de voorste, waarin de kandelaar en de tafel met de toonbroden stonden; deze werd het heilige genoemd; en achter het tweede voorhangsel was een tent, genaamd het heilige der heiligen, met een gouden reukofferaltaar en de ark des verbonds, rondom met goud overtrokken, waarin zich bevonden een gouden kruik met het manna, de staf van Aäron, die gebloeid had, en de tafelen des verbonds; daarboven
waren
de
cherubs
der
heerlijkheid,
die
het
verzoendeksel
overschaduwden; hierover kunnen wij nu niet in bijzonderheden treden. Dit was dan aldus ingericht, en de priesters kwamen bij het vervullen van hun diensten voortdurend in de voorste tent, maar in de tweede alleen de hogepriester, eenmaal in het jaar, niet zonder bloed, dat hij offerde voor zichzelf en voor de zonden door het volk in onwetendheid bedreven. Daarmede gaf de Ruach haQodesh te kennen, dat de weg naar het heiligdom nog niet openlag, zolang de eerste tent nog bestond. Dit was een zinnebeeld voor de tegenwoordige tijd, in
45
zoverre gaven en offers gebracht werden, die niet bij machte waren hem, die (God daarmede) dient, voor zijn besef te volmaken, daar zij met hun spijzen en dranken en onderscheiden wassingen slechts bepalingen voor het vlees zijn, opgelegd tot de tijd van het herstel. Nu, volgens wat zojuist gezegd werd, hebben al deze teksten betrekking op de offers voor de zonde. Er is dan ook niets gezegd aangaande gezondheidswetten, spijswetten, feesten, Shabbat of de meeste van de instructies in de Torah. De Torah eindigde niet op het tijdstip van de reformatie, maar eerder de wijze waarop de zonde verzoend werd. Dit is de reden waarom het absoluut noodzakelijk is om in te zien dat Yeshua‘ niet aan die boom (ed: NBG paal) gestorven is om een einde te maken aan de wet. Hij stierf om de straf te betalen voor ongehoorzaamheid aan de wet. Dit is waarom het zo belangrijk is om de betekenis van het scheuren van het binnenste voorhangsel te begrijpen. Voor elke discussie in Sha’ul’s brieven, herinnert hij ons eraan dat Yeshua‘ stierf voor de zonde of dat Hij de vloek van de wet op zich nam of dat Hij voor ons tot zonde werd. Als de gelovige dit eenvoudige feit negeert, en zichzelf terug plaatst "onder de wet" om zichzelf te verlossen, dan heeft hij hetgeen Yeshua‘ aan die boom (ed NBG paal) gedaan heeft afgewezen (Onderzoek onze vijfdelige serie voor een discussie over wat het betekent om "onder de wet" te zijn.) De beelden van de tabernakel werden gebruikt om te beschrijven wat Yeshua‘ voor ons gedaan heeft. Bij het gebruik van deze beelden zien we dat het binnenste voorhangsel hetgeen was dat tussen de mens en God in stond. Er was maar één manier waarop de mens verlost kon worden in de Tanakh en dat was door zich te identificeren met de hogepriester. Vanwege onze Messiah werd het getuigenis (de Torah) niet verstoten, maar werd daarentegen het voorhangsel weggerukt, en heeft elke gelovige nu toegang tot het Heilige der Heiligen waar God hem ontmoet boven de verzoendeksel en het getuigenis.
Ivrim (Hebreeën) 10:19-22Daar wij dan, broeders, volle vrijmoedigheid bezitten om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Yeshua‘, langs de nieuwe en levende weg, die Hij ons ingewijd heeft, door het voorhangsel, dat is, zijn vlees, en wij een grote priester over het huis Gods hebben, laten wij toetreden met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, met een hart, dat door besprenging gezuiverd is van besef van kwaad, en met een lichaam, dat gewassen is met zuiver water. Laat ons toetreden tot wat? Wat is het meest Heilig? Het getuigenis van God: Zijn genade en Zijn Torah! Zijn woord, dat ons reinigt van alle zonden. Efeziërs 2:12-13 vertelt ons ook waar de onbesnedenen dichtbij gebracht zijn. Sha’ul vertelt ons dat de heidenen dichtbij gebracht zijn tot het gemenebest van Israël, tot de verbonden der belofte, medeburgers met de heiligen en deel van het huisgezin van God door één Geest. Het is waarin we gebracht zijn, wat altijd Sha’ul’s focus is. Dit is de betekenis van het binnenste voorhangsel: natuurlijke takken en wilde takken, beiden toegang hebbende tot het Woord van God door het lichaam van de Messiah, onze eeuwige Hogepriester. Volgens Shemot 26:36-37, was er nog een voorhangsel dat scheiding maakte tussen de Heilige plek van bediening en het voorhof. Dit zou de deur naar het Heilige zijn. Deze masak ( )מסךwas gemaakt van hetzelfde materiaal als de paroket. Er zijn twee fundamentele verschillen tussen deze twee ingangen. Er waren geen cherubs geborduurd in het linnen van het eerste voorhangsel. De plaats waar God intiem de mens ontmoet wordt beschreven als zijnde tussen de cherubs boven de ark van het verbond. Dit is opnieuw in beeld gebracht in het linnen van het binnenste voorhangsel ofwel het tweede voorhangsel. Alhoewel God’s aanwezigheid en Zijn instructie in het toonbrood, het gouden
46
altaar en de menorah zijn, wordt Zijn intieme relatie met ons slechts gevonden boven het getuigenis. Dit is een belangrijke les van de voorhangsels. Vaak vinden we "religieuze" tevredenheid in de dingen die we "doen" voor God. Onze bediening wordt onze relatie. Onze meest kostbare momenten, echter, zijn te vinden als we Hem persoonlijk ontmoeten. Het was gebruikelijk in de tijden van Yeshua‘’s fysieke aanwezigheid, dat rabbijnen de stoffige wegen in de buurt van Jeruzalem bewandelden gevolgd door veel van hun discipelen, waar ze ook maar heen gingen. Op sommige momenten tijdens deze korte tochtjes ging hun leraar op een platte rots zitten en focuste dan zijn aandacht direct op zijn discipelen. Het was tijdens deze momenten dat zijn volgelingen niet alleen zijn woorden onthielden, maar ze ook zongen in de vorm van een lied. Yeshua‘ was niet anders. Om Hem te volgen was noodzakelijk, maar om te stoppen, aan Zijn voeten te zitten en Zijn woorden te drinken, dat was intimiteit. Dit waren momenten die heel wat anders waren dan de bediening waartoe Yeshua‘ hen had uitgezonden om te doen. YHVH was met hen toen ze naar de steden gingen om van hun Messiah te spreken, maar niet zoals Hij was als ze Hem van aangezicht tot aangezicht ontmoetten. Heel vaak worden de gebieden van bediening opgesomd in vijf termen welke we vinden in Efeziërs 4:11: apostelen, profeten, evangelisten, herders en leraars. Deze algemene gebieden zijn geloof ik ook afgebeeld in het eerste voorhangsel dat wordt opgehangen aan vijf pilaren in plaats van de vier pilaren van het binnenste voorhangsel. Ik denk dat dit voorhangsel werd gescheurd of verwijderd toen Yeshua‘ deze eerste twaalf uitstuurde om te onderwijzen en te prediken, dat wil zeggen te bedienen. Niet langer zou het woord van God beperkt worden tot het priesterlijke systeem rondom de tempel. Niet langer zou de waarheid beperkt worden tot de wekelijkse Torah en haftarah lezingen van de tempel, maar het Koninkrijk van God zou gepredikt worden aan de hele mensheid (Lucas 16:16). Het was niet de boodschap of instructies van de wet en de profeten, die eindigden, maar in plaats daarvan de wijze waarop YHVH ’Elohiym Zijn woord zou verkondigen. Dit is meerdere malen herhaald in het Nieuwe Testament. Ivrim 1:1-2, Yochanan (Johannes) 14:10, 12:49). Er is een belangrijk verschil tussen een voorhangsel dat de geest verblindt van hen die luisteren naar de lezing van de wet en de profeten (2 Korintiërs 3:14), en dezelfde lezing wanneer het voorhangsel verwijderd is. Het voorhangsel is niet de binnenste en de buitenste voorhangsels van de tabernakel. Het is niet de wet en de profeten, die weggenomen zijn in 2 Korintiërs 3:16, maar het voorhangsel dat hen verblindde voor de focus van de wet en de profeten, de Messiah. Deze leer is vastgelegd door Yeshua‘’s commentaar op de Joodse leiders in Yochanan 5
Yochanan 5:39Gij onderzoekt de Schriften, want gij meent daarin eeuwig leven te hebben, en deze zijn het, welke van Mij getuigen. Als we doorlezen in 2 Korintiërs 4:1-6, komen we erachter dat het de "god van deze wereld" is die verantwoordelijk is voor het verblinden van hun geest, zodat wanneer ze de wet en de profeten lezen, ze het werkelijke doel niet kunnen zien. Wanneer het licht der wereld komt en op ons schijnt, wordt het voorhangsel verwijderd en kunnen we de wet en de profeten begrijpen. Dit wordt ook onderwezen door Sha’ul in Handelingen 13, toen hij, nadat de wet en de profeten gelezen waren, opstond om aan de bestuurders van de synagoge te openbaren, over wie zij aan het lezen waren. Deze twee voorhangsels onthullen ons de aard van wat veranderd is door Yeshua‘. God’s Torah, Zijn instructies en geboden voor het leven, een licht en heilig leven zijn nu beschikbaar voor iedereen die tot hen kwam. Jood en heiden, mannelijk en vrouwelijk, meester en slaaf, van koningen tot boeren, rijk en arm. Volgende keer gaan we het voorhof betreden, en bespreken we het koperen altaar. Mis het niet.
47
De Tabernakel – 15: Het Koperen Altaar Deel 1 Shemot (Exodus) 27:1-8Gij zult het altaar van acaciahout maken, vijf el lang en vijf el breed, zodat het altaar vierkant is, en drie el hoog. Gij zult hoornen aan de vier hoeken maken; de hoornen zullen daarmee één geheel vormen, en gij zult het overtrekken met koper. Ook zult gij er potten voor maken, om het van as te reinigen, en scheppen, sprengbekkens, vorken en vuurpannen; al zijn gerei zult gij van koper maken. Gij zult een traliewerk ervoor maken, een koperen netwerk, en op het net vier koperen ringen maken aan de vier einden. Gij zult het onder de rand van het altaar van onderen bevestigen, zodat het netwerk halverwege het altaar reikt. Gij zult draagstokken voor het altaar maken, draagstokken van acaciahout en die met koper overtrekken. Zijn draagstokken moeten in de ringen gestoken worden en de draagstokken zullen zich aan de beide zijden van het altaar bevinden, wanneer men het draagt. Hol, van planken, zult gij het maken; zoals Hij u op de berg getoond heeft, zó zal men het maken. YHVH heeft ons nu rechtstreeks gebracht naar de opdracht voor de bouw van het koperen altaar, dat in de voorhof staat, welke het allereerste is wat je zou zien bij het betreden van het tabernakel gebied. Een groot deel van de beschrijving van dit altaar is eerder beschreven in eerdere beschrijvingen van de voorwerpen in het Heilige der Heiligen en het Heilige, dat wil zeggen het hout en koper. Koper, zoals we eerder hebben vastgesteld, is een beeld van oordeel, en dit altaar wordt de ultieme plek van het oordeel. Dit altaar wordt het brandofferaltaar genoemd. (Shemot 30:28, Vayiqera (Leviticus) 4:7). Dit altaar dient te worden onderscheiden van het reukofferaltaar, welke YHVH gekozen heeft te benoemen na de opdracht tot de bouw van dit altaar. Hier is een goede en geldige reden voor, die we later zullen bespreken in de les. Dus, laten we beginnen bij het begin van dit altaar. YHVH instrueert Moshe eerst om een altaar te maken. Het woord voor altaar is mizebecha ()מזבח. Het woord heeft als bron het werkwoord zavach.
Zavach is het Hebreeuwse woord voor offerande brengen of offeren. Dus, het altaar is het zelfstandig naamwoord en het offeren is het werkwoord, of de actie. De letterlijke betekenis van zavach, of offeren, is om iets voor te bereiden voor een hoger doel. Het is direct verbonden met de voorbereiding van een maaltijd om een gast te voorzien. Bijvoorbeeld, een eerdere gebeurtenis in Bere’shiyt (Genesis) laat dit beeld zien.
Bere’shiyt 31:54En Jakob bracht een slachtoffer op die berg en nodigde zijn verwanten tot een maaltijd. En zij hielden de maaltijd en overnachtten op de berg. Hier hebben we het offer dat rechtstreeks verbonden is met het eten van een maaltijd. Wanneer er een os, een schaap of een geit wordt geofferd op dit altaar, is YHVH tevreden. Wij zien de eerste van zo’n gelegenheid van een brandoffer in Bere'shiyt 8:20, wanneer Noach uit de ark komt en een altaar bouwt. In Bere'shiyt 22:8,13, hebben we een prachtig, bewegend beeld van wat Yeshua‘ zelf zal doen op het tegenbeeld van het koperen altaar, een boom (ed: NBG paal), - een boom waarop Hij vastgenageld werd. In Bere’shiyt 22:8 lezen we dat YHVH zelf in het offer zal voorzien in plaats van Isaak. De meeste christelijke commentatoren zien dit als een verklaring van profetie, dat YHVH Zelf het lam zal worden in de vorm van Yeshua‘. Het Hebreeuws zegt daar: ‘elohiym yir'eh-lo hashsheh. Dit is letterlijk vertaald als ’Elohiym zal Zelf voor het Lam zorg dragen. Met andere woorden, ’Elohiym zal Zelf in het lam voorzien. Dit in en uit zichzelf suggereert niet dat Hij Zelf het offer zou zijn. Maar ik
48
zou graag nog een stukje informatie willen toevoegen waarvan ik geloof dat het niet toevallig in de tekst geplaatst is. Het is de vervanger voor Isaak, geloof ik, die meer licht werpt op vers acht. In vers dertien staat:
Bere’shiyt 22:13Toen sloeg Abraham zijn ogen op en daar zag hij een ram achter zich, met zijn horens verward in het struikgewas. En Abraham ging en nam de ram en offerde hem ten brandoffer in plaats van zijn zoon. Dit is een geweldig statement. Allereerst hebben we alle elementen van het koperen altaar. Het hout, de ram, de horens, en een plek genaamd YHVH YIREH ()יהוה יראה, of YHVH zal voorzien. Nu, is het toeval dat van alle reine dieren die mogen worden geofferd, YHVH voor de ram kiest? Het woord voor ram is ’ayil ()איל. Dit woord is de werkwoordelijke bron voor het woord ’Elohiym ()אלהים. Het woord
struikgewas is het Hebreeuwse woord savak ()סבך. Het Griekse equivalent is perikukloo (περικυκλοω), wat omsingeld zijn betekent, met name door vijanden (Lucas 19:43). Ik vind dat de omstandigheden van Yeshua’’s rechtszaak, omsingeld door zijn vijanden en de daaropvolgende kruisiging meer dan alleen maar een gelijkenis is met wat er hier heeft plaats gevonden. Het is ook interessant voor mij, dat hier de zinsnede, tachat b'no ( )תחת בנוwordt gebruikt. Dit is vertaald als "in de plaats van zijn zoon." Deze uitdrukking betekent dat de ram werd geofferd in plaats van Zijn zoon. Ik zou niet in hoeven te gaan op de doctrine van het Nieuwe Testament aangaande het doel waarvoor Yeshua‘ in onze plaats aan de boom (ed: NBG paal) moest sterven. Het is niet het feit dat Hij dit deed, dat me intrigeert. Het is de constante herinnering in de Schrift aan de aard van ’Elohiym's wegen in tegenstelling tot de aard van haSatan’s weg. Eén van de meest geciteerde titels van haSatan is de antichrist. Dit woord in het Hebreeuws is de Mashiach Tachat, of de "in-plaats-van Messiah". HaSatan’s aard is, sinds zijn val in Yesha'yahu (Jesaja) 14, om "in plaats van God" te zijn, in plaats van God in elk opzicht, en om ook de hele bewoonde wereld hiervan te overtuigen. Echter, YHVH’s plan vanaf het begin vereiste, dat Hij vleselijk zou worden en sterven "in plaats van" de mens. YHVH moet het lam zijn. Het hele idee van het brandoffer is om aan het zondeprobleem te voldoen, alvorens ergens anders het huis van YHVH ofwel tabernakel binnen te gaan. Dit is de weg van de Schepper. De Vader woont tussen de cherubs boven het verzoendeksel, de wacht houdende over de ark van het getuigenis. Er was maar één manier waarop de priesters het wasbekken konden naderen, het Heilige binnengaan, het levensbehoudende brood eten, voor het licht van de menorah staan, en wierook op het gouden altaar branden. Zij moeten hun hele wezen geven door de offerande van een brandoffer bij de ingang van het voorhof. Dit is één reden waarom Yeshua‘ zei dat Hij de weg, de waarheid en het leven was, en dat men alleen door Hem tot de Vader kon komen. Het koperen altaar was de enige manier. YHVH zou altijd weten of dit altaar omzeild werd. De wolk van de wierook van het gouden altaar, dat de verzoendeksel bedekte, moest gemengd worden met de brandende kolen die genomen waren uit het koperen altaar (Vayiqera 16:11-13). YHVH zou weten aan de geur van de wierook dat aan het koperen altaar voorbij gegaan was. Het woord "brandoffer" is eigenlijk afkomstig van één Hebreeuws woord. Dit woord is ‘alah ()אלה. Het betekent om op te staan, of om omhoog te gaan. Dit woord wordt vaak gebruikt om de handeling van het terug gaan naar Israël te beschrijven. Om naar Jeruzalem te gaan is om omhoog te gaan, om aliya te maken. Om weg te gaan uit Jeruzalem, en om ergens anders heen te gaan, is naar beneden te gaan. Hoe dan ook, de rook van de offers rezen op naar YHVH om een zoete geur te zijn in Zijn neusgaten. Niet omdat YHVH geniet van het slachtoffer, maar omdat dit betekent dat iemand zich geheel gegeven heeft aan YHVH en er een kind verlost is.
49
Ik wil in twee delen over het koperen altaar praten. Ik wil praten over Nadav (Nadab) en Avihu (Abihu), en de gevaarlijke toestand van het hedendaagse moderne christendom. Ik denk dat de "kerk" tegenwoordig gevuld is met Nadav’s en Avihu’s. Er is een vreemd vuur aan het branden in ons land. Een vreemde rook stijgt op naar YHVH’s neusgaten. Het is een stank. Het is een handvol wierook zonder as van het koperen altaar. Het is het huidige concept van onze religieuze cultuur. Het begon een lange tijd geleden.
50
De Tabernakel – 16: Het Koperen Altaar Deel 2 Bij de ingang van de mishkan is de plaats van de brandoffers. Dit altaar moet zorgvuldig onderscheiden worden van het reukofferaltaar. Je moet de context van elke vermelding van deze altaren lezen en vergelijken, zodat je de verschillen kan onderscheiden. Eén van de verschillen tussen het koperen altaar en het reukofferaltaar zit verborgen in de aard van het offer. Het koperen altaar is de plaats van een "geheel" offer. In Shemot (Exodus) 29:18, Vayiqera (Leviticus) 4:12, 8:21 en Devariym (Deuteronomium) 33:10, lezen we over dit altaar en de offers. De betekenis achter dit offer vormt het toneel voor het "vreemde vuur" van de zonen van Aharon, Nadav en Avihu. Ik geloof dat er een duidelijke reden is waarom YHVH eerst naar dit altaar overgesprongen is in zijn opdracht aan Moshe, in plaats van de natuurlijke weg te gaan naar het reukofferaltaar. Als je YHVH’s patroon van het ontwerp van binnen naar buiten zou volgen, zou het reukofferaltaar het volgende zijn. Echter, er is een subtiele, maar belangrijke stap die YHVH eerst aan zijn volk wil onthullen, dit is het altaar van het gehele brandoffer. Een stap, die ik denk, Nadav en Avihu opzettelijk verwierpen. In Johannes 14 zei Yeshua‘:
Yochanan (Johannes) 14:6Ik ben de weg, de waarheid en het leven, niemand komt tot de Vader dan door Mij. Waar woont de Vader? Tussen de cherubs, boven het getuigenis en de verzoendeksel in het Heilige der Heiligen! Wanneer je de tabernakel binnenkomt, liep je recht op het koperen altaar af. Deze plaats van offeren, geheel offeren, stond tussen jou en de verblijfplaats van YHVH. Dit is de plaats van het gehele brandoffer. Waarom een geheel offer? Nou, de betekenis van het woord geheel zal ons enig inzicht geven. Het woord geheel komt van het Hebreeuwse woord kaliyl ()כליל. De bron van dit woord is kalal ( )כללwat betekent; geperfectioneerd moeten worden, afgewerkt of compleet gemaakt worden. Eén van de hieraan verwante woorden is kallah ()כללה, dat het woord is voor bruid. Het idee achter YHVH’s keuze voor dit woord is dat dit offer de compleetheid, of het eindproduct van een handeling vertegenwoordigt. Alle andere offers en "rituelen" moeten worden nageleefd na dit offer. Het dier dat op dit altaar werd geofferd gaf zich volledig. Het hele idee, bedoeld als woordspeling, van dit altaar als afbeelding, is dat de zondaar, gerepresenteert door de priesters, hem of haarzelf volledig gaf voordat ze het waagden om het Heilige of het Heilige der Heiligen te benaderen. Dit moest ook worden verricht alvorens men kon naderen tot het wasvat. Diegene die geïdentificeerd wordt met dit offer, moet heel goed begrijpen hetgeen hier gedaan wordt. Wanneer wij onze levens aan Yeshua‘ geven door ons te identificeren met Zijn offer, moeten we begrijpen dat we al onze zonden tot as laten reduceren. Wij overhandigen ons hele leven aan Hem, zodat Hij door ons heen kan leven. We geven geest, ziel en lichaam. Dit is de waarom Sha'ul ons in 1 Tessalonicenzen 5 zegt:
1 Tessalonicenzen 5:23En Hij, de God des vredes, heilige u geheel en al, en geheel uw geest, ziel en lichaam moge bij de komst van onze Here Yeshua‘ Messiah blijken in allen dele onberispelijk bewaard te zijn. Romeinen 12:1-2 verwijst naar hetzelfde ding. Modern christelijk onderwijs heeft typisch zo geleerd dat we onze geest onderdompelen in Zijn geest, en dat alleen onze geesten één moeten worden met de Ruach haQodesh. Het koperen altaar echter, schildert een heel ander beeld, één van volledige identificatie met het dier, dat zijn leven gegeven heeft. Zo is het ook met het offer van de Messiah. Dit woord kalal verschijnt voor het eerst in Bere’shiyt (Genesis) 2:1, toen YHVH ons vertelde dat de hemelen en de aarde vayekullu ( )לּוּויכwerden, dat wil zeggen, afgemaakt of voltooid. Het verwante
51
woord, kallah, gebruikt voor bruid leert ons ook deze identificatie van volledigheid. Nu waarom zou de bron van bruid betekenen "compleet zijn"? Omdat de man niet compleet is zonder de vrouw. Het letterlijke uit de zijkant van de mens nemen om een vrouw te maken en de daaropvolgende hereniging door middel van het bijbelse huwelijk, is een beeld van de eenheid die YHVH geschapen heeft naar Zijn beeld, genaamd "mens". Zo is het in de Schrift ook met de leer over de bruid van de Heer. Onze Messiah wacht geduldig op Zijn bruid aan de rechterhand van YHVH, zodat ook Hij compleet mag zijn. Deze bruid groeit, door de liefde van haar bruidegom, tot een "perfect mens" volgens Efeziërs 4.
Efeziërs 4:13totdat wij allen de eenheid des geloofs en der volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben, de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom der volheid van Messiah. Op een dag al heel snel, zal de vereniging volledig of geheel zijn. In de tussentijd typeert het aardse ontwerp van een man en vrouw onze relatie met onze bruidegom. Deze relatie wordt opnieuw afgebeeld in Efeziërs hoofdstuk vijf. De man moet zichzelf opgeven voor zijn vrouw. Hij zet zijn eigen verlangens en eigen wil opzij voor de hare. Hij is ontworpen om zijn vrouw te geven wat ze nodig heeft. Zij, op haar beurt stelt zich onderdanig aan haar man. Hij gaf zichzelf in z’n geheel aan haar, zodat zij op haar beurt zich volledig geeft aan hem. We houden van Hem, zegt Yochanan (Johannes), omdat Hij ons eerst heeft liefgehad. Dit is een deel van de betekenis achter het ons volledig identificeren met het volgen van de Messiah in zijn dood (Kolossenzen 2:9-13, Romeinen 6:3-10). Het is mijn waarneming dat de moderne Christelijke theologie dit niet leert. De geest lijkt, volgens de meeste moderne theologie, de enige zorg te zijn voor YHVH. Ik geloof dat het beeld van de koperen altaar en Yeshua‘’s vervulling ervan, ons het hele offer toont van geest, ziel en lichaam. Ik geloof dat alleen diegenen die zichzelf in z’n geheel op dat altaar hebben gegeven "de bruid" zijn. Ik geloof dat Nadav en Avihu niet verlangden om zichzelf volledig te geven, want om jezelf volledig te geven betekent om je geheel aan YHVH te geven. Ik geloof dat als gevolg van hun verheven priesterlijke functies, ze zich overgaven aan alle ceremonie, liturgie, praal, gemeenschap en bekendheid, maar niet aan de dag tot dag gehoorzaamheid van de weg van Yah. Torah, ofwel YHVH’s instructies, zijn voor de gehele mens. Dit komt omdat de gehele persoon is ontworpen om over te worden gegeven aan YHVH. Om simpelweg je "religieuze" waarden aan Hem te geven is niet volledig. Om hem je "zondag" ochtenden of zelfs je woensdagavonden te geven is niet volledig. Om jezelf Intellectueel te geven en te zeggen dat Hij “Heer” is, is niet volledig. Om te begrijpen waar het koperen altaar voor bedoeld is, maar om te verwaarlozen, dat je je gehele wezen op het altaar legt, is niet volledig. Volgens Vayiqera 16:11-13, werd de wierook van het reukofferaltaar gemengd met een vat vol vurige kolen, van het brandofferaltaar. Als de kolen van de as van het gehele offer niet samen werden aangeboden met de zoete wierook, dan wordt er een "vreemd vuur" aangeboden aan YHVH. Als iemand zich reeds in z’n
geheel heeft gegeven aan YHVH, dan komt het vuur van YHVH naar beneden en verteert het offer, dat wil zeggen het dieroffer in de Tanakh en ons eeuwige offer, Yeshua‘ in het Nieuwe Testament. Waarom is dat zo? Omdat er niets meer van je over is om te consumeren! Je bent reeds met de Messiah begraven. Je bent al volledig aangeboden. Maar als je slechts een deel van jezelf gegeven hebt, of als je jezelf nog nooit echt volledig gegeven hebt, dan komt het vuur naar beneden en zal je verteren. Als je vóór YHVH staat bij het reukofferaltaar en wierook omhoog laat gaan zonder dat er gloeiende kolen van de gehele brandoffer bijzitten, dan offer je een vreemd vuur aan YHVH.
52
Mizemor (Psalmen) 51:17-19De offeranden Gods zijn een verbroken geest; een verbroken en verbrijzeld hart veracht Gij niet, o God. Doe wèl aan Sion naar uw welbehagen, bouw de muren van Jeruzalem. Dan zult Gij behagen hebben in offers naar de eis, brandoffers in hun geheel gebracht; dan zal men stieren op uw altaar offeren. Hier ligt de logische vraag. Hoe geeft men zichzelf volledig op dit altaar? Nou, de details zijn op z’n best vermoeiend, maar op de formule hiervoor, zoals je wil, was door YHVH reeds vanaf het begin geanticipeerd. Onze Schepper wist van tevoren dat de mens drie-enig in natuur zou zijn, dat hij zou bestaan uit geest, ziel en lichaam. Hij wist dat alleen als deze drie in eenheid en harmonie zijn, de mens een compleet persoon kon zijn. Onze Schepper gaf instructies voor de gehele persoon. Hij wist van tevoren, dat de mens verlost zou moeten worden van de zichzelf toegebrachte conditie, dus voorzag Hij Zelf in het offer. Hij wist dat de mens zou verlangen naar liefde en een seksuele relatie, dus plaatste Hij de vervulling van deze behoeften in de huwelijksrelatie. Hij wist dat de mens zou willen dansen, zingen en feest vieren, dus gaf Hij de mens Zijn feesten en scheidde hen van de heidense vieringen. Hij wist ruim van tevoren, dat de mens zou moeten eten, dus gaf Hij de mens duidelijke instructies over wat hij zou moeten consumeren als brandstof en wat niet ontworpen was als voedsel voor de mens. Hij wist van tevoren dat de mens de bodem zou moeten bewerken en rusten, dus gaf Hij de mens Zijn patroon van creëren en rusten; zes dagen werken, één dag rust. Hij wist dat de mens verdriet en emotionele momenten zou ervaren, dus gaf Hij de mens Psalmen en Spreuken om hem te troosten in moeilijke tijden. Vanaf het begin heeft YHVH in de behoeften van de mens voorzien: in geest, ziel en lichaam. Hij wist van te voren dat vanwege de gevallen natuur van de mens, de mens al zijn behoeften zelf zou wensen in te vullen, zonder tussenkomst van zijn Schepper. YHVH wist dat indien alleen gelaten, deze "Adam-se" verlangens op z’n best zijn relatie zou verbreken en in het slechtste geval hem zou vernietigen. Dus begon YHVH zijn herstel van de mens met het offer, een plek waar de mens een tweede kans zou hebben, een plek waar de mens zijn hele leven kon neerleggen zonder vernietigd te worden, een plek waar iemand anders de prijs kon betalen
Marcus 12:30.., en gij zult YHVH, uw ‘Elohiym, liefhebben uit geheel uw hart en uit geheel uw ziel en uit geheel uw verstand en uit geheel uw kracht
53
De Tabernakel – 17: De Voorhof Shemot (Exodus) 27:1-8Gij zult de voorhof van de tabernakel maken; aan de zuidzijde gordijnen voor de voorhof van getweernd fijn linnen, honderd el lengte aan de ene zijde; en daarvoor twintig pilaren, en twintig voetstukken van koper, voor de pilaren haken en dwarsstangen van zilver. Zo ook aan de noordzijde in de lengte gordijnen van honderd el lengte en daarvoor twintig pilaren, en twintig voetstukken van koper, voor de pilaren haken en dwarsstangen van zilver. In de breedte nu van de voorhof aan de westzijde gordijnen van vijftig el, met hun tien pilaren en de tien voetstukken daarvan. De breedte nu van de voorhof aan de oostzijde: vijftig el. En vijftien el gordijnen voor het ene zijstuk, met hun drie pilaren en de drie voetstukken daarvan. Ook voor het andere zijstuk vijftien el gordijnen, met hun drie pilaren en de drie voetstukken daarvan. We hebben nu het gebied van de tabernakel bereikt, dat het meest zichtbaar is. Het voorhof beeldt het lichaam van de Messiah uit, het gedeelte dat gezien en gehoord kan worden. Dit kan worden gezien in het woord chatzer, welke het woord is dat vertaald is als voorhof (plein). Dit woord komt van het bronwoord, chatzar ()חצר, wat ‘een geluid maken’ betekent. Het woord voor de zilveren trompetten is chatzozerah. Deze trompetten werden gebruikt om een signaal voor een aanval aan te geven, en soms om een signaal te zijn voor een feest. Deze twee woorden zijn direct verwant omdat ze beide een demonstratieve activiteit aangeven, die kan worden gezien of gehoord. Als er, in een bepaalde volgorde, tonen op de zilveren trompetten klonken, meldde het aan YHVH’s volk de soort van vergadering (mikra - ekklesia - kerk) waartoe werd opgeroepen. Het geluid van de trompet was synoniem aan de aard van de samenkomst. Hetzelfde gold voor het ontwerp van het voorhof van de tabernakel, in het achterhoofd houdende dat er drie delen zijn in de mishkan, maar altijd aangeduid als één tabernakel. Het was belangrijk dat het voorhof de heiligheid van de Heilige plaatsen weerspiegelde. Dit is de reden waarom vroegere steden werden vernoemd naar mensen, want de reputatie van een stad was slechts zo nobel als de naam van de persoon die ze reflecteerde. Het is geen toeval dat het woord voor stad chatzar is (Bere’shiyt (Genesis) 25:16). YHVH ontwierp Zijn woonplaats om zichtbaar expressie te geven aan Zijn gerechtigheid voor de wereld. Hij omringde het voorhof met fijn geweven linnen om deze gerechtigheid uit te drukken, als om te zeggen, dat dezelfde gerechtigheid die IN de tabernakel is, dat wil zeggen de gordijnen van het binnenste voorhangsel, dezelfde gerechtigheid is, die de wereld ziet. Als het geloof komt door het horen en het horen door het woord, dan moet het woord worden rond trompettert met een eigen geluid aan een ieder die wil luisteren. Het belangrijkste gebied om schoon te houden is het voorhof. YHVH, onze Vader, moet genaderd worden, te beginnen bij het voorhof. Yeshua‘ zei dat Hij de weg, de waarheid en het leven was, en dat geen mens tot de Vader kan komen dan door Hem. Yeshua‘ is de openbaar gemaakte uitdrukking van het woord van YHVH. Hij is degene die gezien, gehoord en aangeraakt kan worden. Hij is de volmaakte tabernakel. Er is een orde in het benaderen van YHVH. Je begint bij de poort met dankzegging, gaat vervolgens Zijn voorhof op met lofprijs (Mizemor (Psalmen) 100:4). Je stopt vervolgens bij het wasvat om te wassen (1 Yochanan (1 Johannes) 1:9, Efeziërs 5:26), gevolgd door de ingang naar het Heilige voor de bediening. Vlak voor het binnen gaan in Zijn aanwezigheid staat het Gouden reukofferaltaar (gebed), waar u dan vrijmoedig kunt toetreden tot het Heilige der Heiligen. Als YHVH u benadert, begint Hij bij de ark van het getuigenis in het Heilige der Heiligen (het hart of de geest). Hij begeeft zich dan naar het Heilige of het gebied van de gedachten, en pas daarna
54
zal Hij het lichaam bewegen of rechtstreeks het gedrag van Zijn volk aansturen. Ons denken moet veranderd worden door de Geest van YHVH voordat Zijn gerechtigheid uitgedrukt kan worden. Dit is waarom Hij Moshe vertelt te beginnen met de Ark van het Getuigenis, die Zijn geboden bevat. Het voorhof (lichaam) is de uitdrukking van Yah’s wil. Als het voorhof blijft zondigen, om zo maar te zeggen, ziet de wereld op z’n best hypocrisie en in het slechtste geval een pervers gezicht van het Heilige der Heiligen. Dit is de reden waarom beide Testamenten zijn gevuld met geboden voor de schapen om heilig te zijn, want Hij is heilig. Dit is de reden waarom het opnieuw weer geen toeval is, dat het Griekse woord voor voorhof aule is. Aule wordt een paar keer in het Nieuwe Testament gebruikt als het woord voor paleis of schaapskooi. Het woord waar we het meest geïnteresseerd in zouden moeten zijn is schaapskooi.
Yochanan 10:1Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie niet door de deur de schaapskooi binnenkomt, maar op een andere plaats inklimt, die is een dief en een rover.
Yochanan 10:16Nog andere schapen heb Ik, die niet van deze stal zijn; ook die moet Ik leiden en zij zullen naar mijn stem horen en het zal worden één kudde, één herder. Er is werkelijk slechts één kudde en één herder. Eenheid in het lichaam van de Messiah is gebaseerd op gehoorzaamheid aan Zijn woord. Alleen dan kan de wereld zien dat er slechts één ’Elohiym is. Gehoorzaamheid wordt bereikt in gedrag en het tonen ervan, die een uiterlijke expressie is van datgene wat er aan de binnenkant gebeurt. Het voorhof, of lichaam van de Messiah, is evenzeer de tabernakel als de Heilige plaatsen dat zijn, want het is het getuigenis dat ’Elohiym één is.
Melakhiym Alef (1 Koningen) 8:58-60YHVH, onze ’Elohiym, zij met ons, zoals Hij met onze vaderen geweest is; Hij verlate en verwerpe ons niet, maar neige ons hart tot Zich, om al zijn wegen te bewandelen, en de geboden, inzettingen en verordeningen in acht te nemen, die Hij aan onze vaderen geboden heeft. Mogen deze mijn woorden, die ik voor het aangezicht van YHVH gesmeekt heb, des daags en des nachts nabij YHVH, onze ’Elohiym, zijn, opdat Hij zijn knecht en zijn volk Israël recht verschaffe dag aan dag, opdat alle volken der aarde mogen weten, dat YHVH ’Elohiym is en niemand meer. Het voorhof is niet alleen de plaats van lofprijs, maar ook van profetie.
Yiremeyahu (Jeremia) 19:14Toen Jeremia van Tofet kwam, waarheen hem YHVH had gezonden om te profeteren, ging hij staan in de voorhof van het huis van YHVH en zeide tot het gehele volk...
Yiremeyahu 26:2Zo zegt YHVH: Ga in de voorhof van het huis van YHVH staan en spreek tegen alle steden van Yehudah, die komen om zich in het huis van YHVH neder te buigen, al de woorden die Ik u gebied tot hen te spreken; doe er geen woord af...
55
Gewoon door het doen van een vluchtige lezing door de profeten in de Schrift, kan men zien dat ze YHVH’s volk voortdurend waarschuwden tegen hun goddeloosheid en slechte manieren. Hoeveel te meer zou dat voor ons moeten zijn? Yiremeyahu smeekte bij de mensen, wetende dat als ze YHVH gehoorzaamden, het fysiek en geestelijk wel met ze zou gaan. Luister naar de woorden van de Tehillot (Psalmen) die specifiek op Shabbat werden gezongen.
Mizemor 92:14geplant in het huis des YHVH groeien zij in de voorhoven van onze ’Elohiym. Waarom denkt u dat een natie, een Christelijke natie, die de Shabbat opzij heeft gegooid, ook de meest ongezonde natie op deze planeet is? Volgende keer zullen we het hebben over de pilaren, de koorden, en de oostelijke poort van de tabernakel.
56
De Tabernakel – 18: De Poort, Pilaren En De Voetstukken Shemot (Exodus) 27:16En voor de poort van de voorhof een gordijn van twintig el van blauwpurper, roodpurper, scharlaken en van getweernd fijn linnen – veelkleurig weefwerk – met de vier pilaren en de vier voetstukken daarvan. De Poort Geplaatst aan de oostzijde van de voorhof is de poort en de ingang naar de tabernakel. Deze is, tussen haakjes, de enige toegang tot de tabernakel. De poort aan de oostkant volgt op de instructies voor de gordijnen aan de oostzijde (vs.13-14). De keuze van de oostkant als ingang is geen toeval. De etymologie van het woord oost biedt één van de beste inzichten. Het woord in het Hebreeuws is
qedem ()קדם. Dit woord wordt vertaald als het oosten, oud en historisch. Men kan er een goede zaak van maken om aan te tonen dat de wegen, wetten en gewoontes van YHVH uit het oosten komen. De tuin van YHVH ’Elohiym die de boom des levens bevatte werd, in Eden, in oostelijke richting geplaatst (Bere’shiyt (Genesis) 2:8). De komst van de Messiah zal vanuit het oosten plaatsvinden (Mattityahu (Matteüs) 24:27). De Messiah zou uit de stam van Yehudah komen welke het leidinggevende kamp was aan de oostzijde van de tabernakel (Bemidebar (Numeri) 2:3). In Miykah (Micha) lezen we de plaats waar de Messiah vandaan zou komen.
Miykah (Micha) 5:1En gij, Betlehem Efrata, al zijt gij klein onder de geslachten van Yehudah, uit u zal Mij voortkomen die een heerser zal zijn over Israël en wiens oorsprong is van ouds (qedem), van de dagen der eeuwigheid. De woorden historisch, oud, en ten oosten spreken allen over de bron van waaruit alle dingen komen. Dit is waarom YHVH de Éne vanouds (ed: KJV engels zegt van eeuwigheid) of vanuit het oosten (Havakuk (Habakuk 1:12) wordt genoemd. Het woord west of yam ( )יםspreekt over de richting van de natiën en is ook vertaald als de zeeën, of de bron van de massa van de mensheid. Dit is waar we de term “een zee van mensen” vandaan krijgen. De wegen van de mensheid komen uit het westen en ’Elohiym's wegen komen uit het oosten. Het is geen toeval dat de enige toegang tot de tabernakel aan de oostzijde is. Er is een poort geplaatst aan de oostkant, die onmiddellijk leidt naar het koperen altaar. Het woord poort is ook erg interessant. Het woord poort is een vertaling van het Hebreeuwse woord, sha‘ar ()שער. Dit woord wordt in principe uitgesproken als shaw-ghar. Het woord betekent letterlijk een zakelijke transactie voltooien. Op dat moment waren er muren rond de meeste grote steden. De meeste ommuurde steden hadden twee poorten waardoor men de stad kon binnengaan. Er was een algemene, grotere poort en dan was er een veel kleinere poort genaamd de poort van de oudsten. Het is bij deze kleinere poort waar een aantal dingen gebeurden. Als je bij het betreden van de stad door de kleine poort ging, ontmoette je de oudsten van de stad die geschillen en schulden regelden. Als je een schuldenaar was van iemand, kon je de schuld regelen bij de smalle poort en dan overal in de stad vrij rondlopen. Je mocht dan niet worden lastig gevallen of veroordeeld door je schuldeisers. Ook alles waarover je iets met iemand had werd door de stadsoudsten geregeld. Echter, als je geen zorgen had om schulden, of geschillen te hoeven beslechten, dan kon je vrij ingaan door de brede poort, maar op eigen verantwoording. Dus, met andere woorden, je kunt nu je schulden regelen en vrij zijn, of je zou het risico kunnen nemen om het later te regelen. Deze twee poorten, als het al niet duidelijk is, zijn de poorten waarnaar gerefereerd wordt in Mattityahu (Matteüs):
57
Mattityahu 7:13-14Gaat in door de enge poort, want wijd is [de poort] en breed de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die daardoor ingaan; want eng is de poort, en smal de weg, die ten leven leidt, en weinigen zijn er, die hem vinden. Hier zijn een aantal bronnen voor de achtergrond van de poort van de oudsten: Yiremeyahu (Jeremia) 7:1-7; Devariym (Deuteronomium) 16:18, 21:19, 25:7; Yesha'yahu (Jesaja) 20:4; Mishlei (Spreuken) 31:23 en Zekareyah (Zacharia) 8:16. Om voor de hand liggende redenen heette deze poort ook wel de poort van dankzegging.
Mizemor (Psalmen) 100:4Gaat met een loflied zijn poorten binnen, zijn voorhoven met lofgezang, looft Hem, prijst zijn naam. Het is net voorbij deze poort dat we het koperen altaar vinden, het offeraltaar. Dit is waar iedere nadering tot YHVH moet beginnen. De vurige kolen van dit altaar moet worden genomen met de wierook en worden aangeboden op het gouden altaar. Het waren de kolen uit het vuur van het offeraltaar die werden omzeild door Nadav en Avihu toen het vuur van YHVH hen verteerde. Zonder deze kolen, zou het offeren een vreemd vuur zijn geweest. De poort was de weg om de stad binnen te gaan. Op dezelfde manier was er ook maar één manier om de tabernakel binnen te gaan, er was en is maar één manier om het koninkrijk van ’Elohiym binnen te gaan. Yeshua‘ verklaarde in Yochanan (Johannes) 14:6 de enige weg te zijn. Aan het einde van de openbaring van Yochanan wordt ons verteld dat er twaalf poorten zijn naar het Nieuwe Jeruzalem. Deze poorten zijn de twaalf stammen van Israël. Het is via één van deze poorten, dat men het Nieuwe Jeruzalem moet binnengaan. Men kan zich afvragen "Door welke poort ga ik?" Dit is een onderwerp dat besproken wordt in één van onze serie lessen genaamd Het Principe van het Zaad. Het is misschien belangrijk om te weten dat degenen die hun kleren gewassen hebben, of de geboden gehouden hebben in andere Griekse manuscripten, diegenen zijn die recht hebben op de boom des levens en door de poorten de stad in mogen gaan.
Hitgalut (Openbaring) 22:14Zalig zij, die hun gewaden wassen, opdat zij recht mogen hebben op het geboomte des levens en door de poorten ingaan in de stad. De poort was de enige manier om de voorhof van de tabernakel binnen te komen, het was de enige deuropening. Als men probeerde op een andere manier binnen te komen, werd hij beschouwd als een dief. Yeshua‘ is de enige deur naar de schaapskooi, iedereen die op een andere manier binnen komt is een dief (Yochanan 10:1-8). Pilaren En De Voetstukken De voorhof was omgeven door pilaren die in voetstukken werden gezet. We hebben zilver en koper al uitvoerig behandeld, maar het is interessant om de betekenis van de pilaren en de voetstukken te ontdekken. Het woord pilaren dat hier gebruikt wordt is het Hebreeuwse woord ‘ammud ()עמוד. Dit woord komt van het werkwoordelijke bronwoord ‘amad, wat staan betekent. De voorhof, zoals we eerder hebben besproken is het beeld van het fysieke lichaam en ons individuele besluit. De pilaren vertegenwoordigen onze roeping om standvastig zonder aarzeling te blijven staan. Drie voorbeelden komen in mijn gedachte.
58
Yiremeyahu (Jeremia) 6:16Zo zegt YHVH : Gaat staan aan de wegen, en ziet en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg is, opdat gij die gaat en rust vindt voor uw ziel; maar zij zeggen: Wij willen die niet gaan.
Romeinen 5:1-2Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met God door onze Adonay Yeshua‘ Mashiach, door wie wij ook de toegang hebben verkregen [in het geloof] tot deze genade, waarin wij staan, en roemen in de hoop op de heerlijkheid Gods.
Efeziërs 6:13-14Neemt daarom de wapenrusting Gods, om weerstand te kunnen bieden in de boze dag en om, uw taak geheel vervuld hebbende, stand te houden. Stelt u dan op, uw lendenen omgord met de waarheid, bekleed met het pantser der gerechtigheid... Het is duidelijk uit deze verzen dat men niet alleen kan staan, en dat het de waarheid, hoop, en ’Elohiym Zelf is, waarin je stevig kan staan. Het is, wederom, geen toeval dat deze pilaren in voetstukken moeten worden gezet. Het Hebreeuwse woord dat hier door YHVH gekozen is voor voetstukken is ’eden ()אדן. De bron van dit woord is adon of meester. De meeste verschijningen van dit woord zijn verwijzingen naar aardse heren of meesters. Het is de bron van het woord adonai. Vandaag de dag gebruikt de Joodse religie, in het algemeen, de woorden HaShem en Adonai als ze naar YHVH verwijzen. Er zijn een handvol geschriften waarin dit woord verwijst naar de Here Here, o.a. Shemot 23:17, 34:23; Devariym 10:17; Nechemeyah (Nehemia) 10:29; Male'akiy (Maleachi) 3:1. Onze pilaren moeten stevig geplant worden in onze hemelse Here, en de wegen waarin we moeten staan zijn de oude wegen en op de oude paden. Wij moeten ook samen staan in de overleveringen van YHVH, en niet de overleveringen van de mensen of de kerk.
2 Tessalonicenzen 2:15Zo dan, broeders, staat vast en houdt u aan de overleveringen, die u door ons, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk, geleerd zijn. We zijn opgedragen om niet te wandelen in de raad der goddelozen, noch te staan op de weg der zondaars, of te zitten in de kring der spotters (Mizemor 1:1). Dus, ga in via de smalle poort.
59
De Tabernakel – 19: Het Reukoffer Altaar Shemot (Exodus) 30:1, 6-8Gij zult een altaar, een offerplaats voor reukwerk, maken; van acaciahout zult gij het maken;….. Gij zult het zetten vóór het voorhangsel, dat vóór de ark der getuigenis is, vóór het verzoendeksel, dat boven de getuigenis is, waar Ik met u zal samenkomen. Aharon nu zal daarop welriekend reukwerk in rook doen opgaan; elke morgen, wanneer hij de lampen in orde maakt, zal hij het in rook doen opgaan. Ook wanneer Aharon de lampen aansteekt in de avondschemering, zal hij het in rook doen opgaan voor het aangezicht van YHVH als een bestendig reukwerk voor uw geslachten. De poort van de voorhof is het laatste wat genoemd wordt toen de opdracht van de bouw werd gegeven. We zien dan een pauze, zoals je wil, om de instructies voor de kleding, de toewijding en het gedrag van de priesters aan te geven. Voordat YHVH ons instructies geeft voor het reukoffer altaar en het wasvat, geeft Hij ons de voorschriften voor de heiliging van de priesters. Er zijn twee voorwerpen, die elk voor een voorhangsel staan. Voor het voorhangsel van het Heilige staat het wasvat, dat we de volgende keer gaan bespreken. Voor het tweede voorhangsel van het Heilige der Heiligen staat het gouden reukofferaltaar. Ik denk dat YHVH Zijn priesters eerst de normen leert, voordat Hij de handwerkers het ontwerp van de plaats van gebed en de plaats van het wassen van het water van het woord instrueert. Dit is waarom ik geloof dat er een drie hoofdstukken pauze bestaat voordat het ontwerp van het altaar en het wasvat wordt gegeven. Het is geen lichte zaak waartoe YHVH Zijn priesters oproept. Misschien moeten we allemaal onze wandel eens onderzoeken voordat we de verantwoordelijkheid op ons nemen waarvoor we niet voorbereid zouden zijn. Er zijn vele voorvallen in dit boek van de exodus, en in Vayiqera (Leviticus), waar dit altaar verward zou kunnen worden met het koperen altaar net binnen de poort van de voorhof. De tekst moet zorgvuldig gelezen worden om deze twee niet te verwarren, ondanks dat ze nauw met elkaar verbonden zijn. Dit altaar stond blijkbaar nog net binnen het Heilige net voor het binnenste voorhangsel, die vóór de verzoendeksel en de ark van het verbond hing. De taal kan een beetje verwarrend zijn in vers 6, maar er zijn andere geschriften die erop wijzen dat dit altaar niet in het Heilige der Heiligen stond, waar alleen de hogepriester kon ingaan. Het was op dat moment Aharon’s verantwoordelijkheid om elke ochtend en avond de Menorah te verzorgen en op dit altaar de wierook te branden. Dit zou later verdeeld worden onder de priesterlijke afdelingen, vooral tijdens het tijdperk van de tempel. De hogepriester lijkt veel van dezelfde priesterlijke functies te hebben gehad als de reguliere priesters, met uitzondering van zijn functies op Yom Kippur. In Lukas 1 lezen we dat Zacharias deze functie uitvoerde.
Lucas 1:8-11En het geschiedde, toen hij de priesterdienst voor ’Elohiym verrichtte in de beurt zijner afdeling, dat hij door het lot werd aangewezen, volgens de regel van de priesterdienst, om de tempel van YHVH binnen te gaan en het reukoffer te brengen. En de gehele volksmenigte was buiten in gebed op het uur van het reukoffer. En hem verscheen een engel van YHVH, staande ter rechterzijde van het reukofferaltaar. Dit zal één van de verscheidene passages zijn waar we zullen leren over de verbinding van het altaar met het gebed, en het feit dat dit altaar NIET in het Heilige der Heiligen stond. Het is ook in dit
60
gedeelte van de Schrift, dat de Ruach haQodesh relevante informatie onthult over de tijdstip van de Yeshua‘’s geboorte. Laten we terugkeren naar dit altaar. Ten eerste leren we dat het gemaakt is van dezelfde materialen als de ark: goud en acasia hout. We hebben de betekenis hiervan geleerd in de lessen over de ark van het verbond. We zien dat het geplaatst wordt vóór het binnenste voorhangsel. Dit betekent dat als u vanaf de poort tot YHVH begint te naderen, de laatste plaats waar je zou staan vóór het binnengaan van het Heilige der Heilige, de plek is van het reukofferaltaar of gebed. Dit zou betekenen dat je volledig begrip zou hebben van het offer, voordat je zo ver komt. Het is mijn mening dat de twee zonen van Aharon dit koperen brandofferaltaar omzeilden en een poging gedaan hebben om hun EIGEN wierook te branden op het gouden altaar.
Vayiqera 16:11-13Dan zal Aharon de stier van zijn eigen zondoffer brengen en verzoening doen voor zich en zijn huis; hij zal de stier van zijn eigen zondoffer slachten. En hij zal een pan vol gloeiende kolen van het altaar voor het aangezicht van YHVH nemen en zijn handen vullen met fijngestoten welriekend reukwerk en dat alles brengen binnen het voorhangsel. Dan zal hij het reukwerk op het vuur leggen voor het aangezicht van YHVH, zodat de wolk van het reukwerk het verzoendeksel dat op de getuigenis ligt, bedekt, opdat hij niet sterve. Ik geloof dat vurige kolen genomen moeten worden van het zondoffer en dat het vat gezamenlijk met de zoete wierook, geplaatst moet worden op het reukofferaltaar om een zoete geur voor YHVH te zijn. Het vat van kolen zou de erkenning van het offer moeten zijn en dit de voorwaarde is voor de aanvaarding van gebed tot YHVH. Een zoete geur is iets dat moet worden geroken. In het Hebreeuws, is het woord ’aph ( )אףhet woord voor neus en het woord voor woede en toorn. In Vayiqera 9:22-10:5 lezen we dat als het offer wordt aangeboden en het vuur van het offer volgens de instructies van YHVH is, het vuur van YHVH vervolgens naar beneden komt en het offer verteert. Echter, als de mens verkiest om zich met YHVH te verzoenen, maar dit op zijn eigen manier wil doen, dan het vuur van de toorn van YHVH naar beneden komt en die mens verteert in plaats van het offer. Als de kolen van het offer en de zoete wierook van het altaar oprijzen tot YHVH, dan zegent Hij de mensen. Echter, als YHVH een vreemd vuur ruikt, is Zijn toorn tegen de mensen ontstoken. Ik denk dat als onze gebeden worden aangeboden, in overeenstemming met Zijn woord, Zijn toorn, die we verdienen, afgewend wordt. Ik kan het niet laten om, wanneer ik aan dit altaar denk, wederom te denken aan de beroemde preek van Jonathan Edwards. Er is altijd een directe relatie tussen gezegend worden en gehoorzaam zijn aan YHVH. Dit omvat ook verhoring van ons gebed.
Mishlei (Spreuken) 28:9Wie zijn oor afwendt van het horen der wet, diens gebed zelfs is een gruwel.
Mizemor (Psalmen) 66:18Had ik onrecht beoogd in mijn hart, dan zou YHVH niet hebben gehoord.
Mishlei 15:29Ver is YHVH van de goddelozen, maar het gebed der rechtvaardigen hoort Hij. Dus, hoe verbinden we dit altaar met gebed?
61
Mizemor 141:1-2O YHVH, ik roep U aan, haast U tot mij; neem mijn stem ter ore, als ik tot U roep. Laat mijn gebed als reukoffer voor uw aangezicht staan, het opheffen van mijn handen als avondoffer.
Hitgalut (Openbaring) 5:8En toen het de boekrol nam, wierpen de vier dieren en de vierentwintig oudsten zich voor het Lam neder, hebbende elk een citer en gouden schalen, vol reukwerk; dit zijn de gebeden der heiligen.
Hitgalut 8:3-4En er kwam een andere engel, die met een gouden wierookvat bij het altaar ging staan, en hem werd veel reukwerk geschonken om het te geven, met de gebeden van alle heiligen, op het gouden altaar voor de troon. En de rook van het reukwerk, mèt de gebeden der heiligen, steeg uit de hand van de engel voor Gods aangezicht op. Gebed, in het patroon van het gouden altaar wordt ook verbonden met de avond en morgen.
Mizemor 5:2-4Neem mijn redenen ter ore, o YHVH , let op mijn verzuchting. Sla acht op mijn hulpgeroep, o mijn Koning en mijn ’Elohiym, want tot U richt ik mijn gebed. YHVH, des morgens hoort Gij mijn stem, des morgens leg ik het U voor, en zie uit.
Mizemor 55:18Des avonds, des morgens en des middags klaag en kreun ik; Hij hoort mijn stem.
Mattityahu (Matteüs) 5:2-4En toen Hij de scharen weggezonden had, ging Hij de berg op om in de eenzaamheid te bidden. Bij het vallen van de avond was Hij daar alleen. Het beeld van het reukofferaltaar spreekt ook dat deze wierook voortdurend opstijgt. In het Hebreeuws denken, om dingen tamiyd ( )תמידte doen, of voortdurend was voor hen om dit volgens de instructies en de wil van ’Elohiym te doen. Echter, spontaan gebed was ook essentieel. Het probleem ontstaat als er enkel op basis van spontaniteit of alleen op routine wordt vertrouwd. Dit onderwerp werd behandeld door de bekende joodse filosoof Abraham Joshua Heschel: Waarom zou aanbidding, slechts gebonden zijn aan reguliere gelegenheden? Waarom een kalender leggen op de ziel? Is niet de regelmaat in naleving een bedreiging voor de vrijheid van het hart? Strikte naleving van een manier van leven op vaste tijden en in dezelfde vormen lijkt een kwestie van routine te worden, een passieve naleving. Hoe te voorkomen dat naleving een stereotype, of mechanisch werd, was inderdaad een blijvende zorg in de geschiedenis van het Judaïsme. De schreeuw van de profeet: “Hun hart is verre van Mij” was een noodsignaal. Zou ik de regelmatigheid van het gebed afwijzen en vertrouwen op de inspiratie van het hart en alleen aanbidden als ik aangeraakt wordt door de Geest? Moet ik vanzelf stoppen: tenzij de Geest komt, of zal ik mij onthouden van
62
bidden? De diepere waarheid is dat routine aandacht opwekt, oproepende tot een reactie waar anders de ziel slapende blijft. Kunt u zich in deze laatste opmerking herkennen? YHVH kent de mens die Hij gemaakt heeft. Spontaniteit is van essentieel belang, maar dat is ook routine en consistentie. Dit reukofferaltaar is de laatste halte vóór het binnengaan van de aanwezigheid van YHVH. Als de gebeden van dit altaar worden gemengd met een berouwvol hart, dat al naar het brandofferaltaar is geweest, dan zullen ze een liefelijke reuk tot God zijn. Echter, als je gebed niet vermengd is met het kostbare bloed van de Messiah, PAS DAN OP !
63
De Tabernakel – 20: Het Wasvat Shemot (Exodus) 30:17-20YHVH sprak tot Mozes: Gij nu zult een vat van koper maken met een voetstuk van koper, voor de afwassingen, het plaatsen tussen de tent der samenkomst en het altaar, en daar water in doen. En Aäron en zijn zonen zullen daarin hun handen en voeten wassen. Wanneer zij naar de tent der samenkomst komen, zullen zij zich met water wassen, opdat zij niet sterven; of wanneer zij naderen tot het altaar, om dienst te doen en een vuuroffer in rook te doen opgaan voor YHVH. Zij zullen dan hun handen en voeten wassen, opdat zij niet sterven; het zal voor hen een altoosdurende inzetting zijn, voor hem en voor zijn nakomelingen naar hun geslachte. Het wasvat is het laatste onderdeel van de tabernakel in deze les. Persoonlijk ben ik blij dat dit het laatste stuk is van de genoemde meubelstukken en het net als bij het reukofferaltaar gescheiden is door een stukje leer over de heiligheid van diegenen die priesters zijn tot YHVH. Het wasvat is gemaakt van koper, of in sommige versies van messing. Ik heb eerder gesproken over de betekenis van koper. Het spreekt van oordeel. Dit zal toepasselijk zijn voor de aard van het wasvat. Het moet opgesteld worden tussen de tabernakel der samenkomst en het altaar. Het afgedekte Heilige en Heilige der Heiligen staat bekend als de tabernakel der samenkomst. Het altaar refereert naar het koperen brandofferaltaar. Na het binnenkomen door de enige poort aan de oostzijde van de hof, en na het offeren op het koperen altaar, begeeft de priester zich vervolgens naar het Heilige. Echter,
nadat het offer is gedaan, maar voordat hij de bediening kan doen of tot YHVH kan naderen, moet hij zijn handen wassen in het wasvat, opdat hij niet zou sterven. Wat in de wereld is YHVH ons hier aan het leren? Laten we beginnen met het definiëren van het woord wasvat. In het Hebreeuws, is dit woord kiyowr ()כיור. Dit woord betekent zuiveren. Het is ook het woord voor oven. In Spreuken 17 lezen we:
Mishlei (Spreuken) 17:3De smeltkroes is voor het zilver en de oven voor het goud, maar de toetser der harten is YHVH. Hoe test of reinigt YHVH onze harten ?
Efeziërs 5:25-26Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft, om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord. Eén van de meest fundamentele principes van de Schrift, die we in het verleden al zo vaak behandeld hebben, is dat je de woorden van ’Elohiym niet kan scheiden van ’Elohiym. Om de woorden van ’Elohiym af te wijzen is om Hem te verwerpen. Ik ga hier veel dieper op in tijdens de eerste tien lessen van dit onderwijs gedeelte. De God van Israël kan alleen benaderd worden door diegenen die rein zijn (1 Yochanan (Johannes) 1:9). Wat rein en onrein is, wordt alleen in Zijn woord geopenbaard en onderwezen. Het wasvat is een beeld van het gereinigd zijn door het woord. Zijn geschenk van redding, of verlossing, is te vinden bij het koperen altaar. We zouden ons nu afvragen of dit wasvat een beeld is van de doop. Het antwoord hierop is te vinden in de invoeging van de inwijding van de priesters, geplaatst tussen hoofdstuk 27 en 30.
64
Shemot (Exodus) 29:4-7Ook zult gij Aäron en zijn zonen doen naderen tot de ingang van de tent der samenkomst en gij zult hen met water wassen. Dan zult gij de klederen nemen en Aäron bekleden met het onderkleed, het opperkleed van de efod, de efod en het borstschild; gij zult hem de gordel van de efod ombinden, gij zult de tulband op zijn hoofd zetten en de heilige diadeem aan de tulband vastmaken. Dan zult gij de zalfolie nemen en over zijn hoofd uitgieten, en hem zalven. Aäron en zijn zonen worden van kop tot teen gewassen (taval) ter voorbereiding van hun bediening. Wanneer dit proces plaatsvond wordt ons niet verteld. Het lijkt erop dat dit een eenmalige gebeurtenis is. Ik zou willen aannemen dat het ergens plaatsvindt na het brandofferaltaar en voordat ze in hun priesterlijk ambt kunnen dienen. Hierop gebaseerd kan je tot je eigen conclusies komen met betrekking tot wanneer, na het offer, onderdompeling (doop, water of anderszins) plaatsvindt. Het wasvat is echter alleen voor het dagelijks wassen van de handen en voeten. Het verschil tussen taval, een volledige onderdompeling, en een rachatz, ofwel dagelijkse wassing, is prachtig afgebeeld in Yochanan 13:
Yochanan 13:4-10en Hij legde zijn klederen af en nam een linnen doek en omgordde Zich daarmede. (d.w.z., Hij deed afstand van elke reputatie en nam de vorm aan van een dienaar). Daarna deed Hij water in het bekken en begon de voeten der discipelen te wassen, en af te drogen met de doek, waarmede Hij omgord was. Hij kwam dan bij Kefa. Deze zeide tot Hem: Here, wilt Gij mij de voeten wassen? Yeshua‘’s antwoordde en zeide tot hem: Wat Ik doe, weet gij nu niet, maar gij zult het later verstaan. Kefa zeide tot Hem: Gij zult mijn voeten niet wassen in eeuwigheid! Yeshua‘ antwoordde hem: Indien Ik u niet was, hebt gij geen deel aan Mij. Kefa zeide tot Hem: Here, niet alleen mijn voeten, maar ook de handen en het hoofd! Yeshua‘ zeide tot hem: Wie gebaad heeft [taval], behoeft zich [alleen de voeten] te laten wassen [rachatz], want hij is geheel rein; en gijlieden zijt rein, doch niet allen. Al Yeshua‘’s discipelen waren dienaars van het koninkrijk, met uitzondering van Judas, die nooit ondergedompeld (taval) was en bekleed met priesterlijke gewaden, om zo maar te zeggen. Maar, Yeshua‘ maakt echter duidelijk dat een leerling geen deel aan Hem heeft indien hij of zij niet bereid is dagelijks te worden gereinigd. Dus hoe wassen we in dit wasvat? Door ons onder te dompelen in Zijn woord, dat wij de werken van de Vader zullen doen! Vergeet niet dat dit wasvat net buiten het Heilige is geplaatst. Voor een volgeling van de Messiah om een bediening in deze wereld te hebben, moet hij eerst gereinigd worden door het woord. Met andere woorden: HOE zou ik weten hoe of wat te doen als ik niet eerst geïnstrueerd zou worden door Zijn woord? Als ik probeer te doen wat ik denk dat goed is en vooral mijn eigen werk doe, dan ben ik aan het eten van de boom van kennis van goed en kwaad en voer ik de werken van ongerechtigheid uit. Het uiteindelijke resultaat hiervan is de dood. Een kal v'chomer kan hier worden gebruikt. Hoe zou YHVH Zijn priesters Zijn belangrijke dingen kunnen toevertrouwen van het Heilige, als ze niet gehoorzamen aan de eenvoudige instructies die gegeven waren voor de voorhof? "Hoe kan ik u vertrouwen in de grotere dingen als u niet de mindere dingen doet?" (kal v'chomer). Dit is waar voor veel van de verordeningen van YHVH. De wekelijkse Shabbat is een beeld van de eeuwige rust die we hebben met Yeshua‘. De eeuwige rust is veel belangrijker dan de wekelijkse Shabbat. Maar als we niet gehoorzaam zijn aan de mindere Shabbat, hoe kunnen we dan vertrouwd worden om de grotere Shabbat te begrijpen? Zal YHVH mij toestaan
65
om van het toonbrood te eten en de lichtjes van de Menorah te verzorgen als ik weiger om eerst mijn handen te wassen? Het is niet alleen het verlangen om het Heilige binnen te gaan, dat onze motivatie zou moeten zijn voor het reinigen. Het is in feite het proces van het wassen, dat in ons eigen belang is. Als, bijvoorbeeld, YHVH wilde dat ik hem boven op de top van een berg zou ontmoeten, zou ik makkelijk kunnen betalen voor een korte helikoptervlucht. Maar het is de ervaring van de klim naar de top, waar YHVH naar op zoek is. In Shemot 38:8 wordt ons verteld dat het wasvat moest worden opgebouwd uit kijkglazen of spiegels. Dus als je je handen en voeten waste in het wasvat kon je twee dingen zien waarvan YHVH wilde dat je die zag. Spiegels werden in die tijd veel gebruikt en voor dezelfde reden als waar we ze vandaag de dag voor gebruiken. Controleren hoe mooi ik eruit zie, of mijn gebreken proberen op te sporen. YHVH wil dat we weten wie we zijn, en dat we Zijn kinderen zijn, zittende met Hem in de hemelse gewesten. Er is niets mis mee om de Schriften te onderzoeken om ons eraan te herinneren dat we niet zijn zoals de wereld en dat we Zijn oogappel zijn. Maar we moeten echter ook onze harten doorzoeken om de lelijkheid en de zonde te ontwortelen. Het spiegelende wasvat was bedoeld om beide aspecten te openbaren. Ik denk dat het de wens van iedereen is, die zichzelf een kind van YHVH noemt, om Yeshua‘’s bruid te zijn. Misschien heb je geleerd dat iedereen die belijdt dat Hij YHVH is, Zijn bruid zal zijn. Houdt echter wel in het achterhoofd, dat de bruid gesluierd is. De Schriften vertellen ons de kenmerken van de bruid. Zij zal diegene zijn die een reine maagd is (2 Korintiërs 11:2). Ze is gewassen in het water van het woord, zonder vlek of rimpel, heilig onbesmet (Efeziërs 5:26-27). Vrijwel al de profetische uitspraken met betrekking tot de eindtijd, spreken duidelijk over het verschil tussen diegenen die wel en diegenen die niet van Hem zijn. Diegenen die het niet zijn, hebben zichzelf niet gewassen. Ze ontheiligden Zijn Shabbatten en vervuilden Zijn feesten. Zij verachten Zijn inzettingen en verwierpen Zijn instellingen en geboden. Ze aten varkensvlees en adopteerden de manieren van de wereld. Zij zouden gestopt kunnen zijn tussen het koperen altaar en het wasvat of misschien hebben ze het helemaal nooit tot aan het altaar gebracht. Hier ben ik geen rechter over. De kleding der gerechtigheid wordt alleen hen aangedaan die zich hebben gewassen. Op het einde, zullen velen naar het bruiloftsmaal komen zonder bruiloftskleed, en velen zullen hun klederen hebben bevlekt.
Hitgalut (Openbaring) 3:5-6Wie overwint, zal aldus bekleed worden met witte klederen; en Ik zal zijn naam geenszins uitwissen uit het boek des levens, maar Ik zal zijn naam belijden voor mijn Vader en voor zijn engelen. Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt.
66
De Tabernakel – 21: Conclusie Ik heb veel tijd besteed aan de tabernakel en de meubelstukken. Ik bid dat ik wat nuttige inzichten heb gegeven aangaande dit bouwwerk. De mishkan in de woestijn is niet een verouderd overblijfsel van het donkere, vage verleden. Dit gebouw, met al zijn onderdelen, wordt in het Nieuwe Testament gebruikt om veel waarheden te beschrijven. Naar de twee tempels, die het patroon van de Tabernakel gevolgd hebben, wordt ook verwezen bij de beschrijving van de Messiah en Zijn volgelingen.
1 Korintiërs 3:16-17Weet gij niet, dat gij ’Elohiym’s’s tempel zijt en dat de Geest van ’Elohiym in u woont? Zo iemand ’Elohiym’s tempel schendt, ’Elohiym zal hem schenden. Want de tempel van ’Elohiym, en dat zijt gij, is heilig! Dit zijn pittig harde woorden. Denkt u dat onze Vader Zijn kinderen verantwoordelijk zal houden voor het weten van wat hij bedoelt met deze woorden? Is het mogelijk dat YHVH aanneemt dat er wat voorkennis is van de tempel of tabernakel? Ik denk het wel. In de verzen 18 tot 20 van hetzelfde hoofdstuk hebben we een duidelijke relatie tussen de onwetendheid aangaande de tempel, dwaasheid, en wereldse wijsheid. Sha’ul vertelt ons in niet mis te verstane woorden, dat ons fysieke gedrag bepaald wordt door ons begrip van de tempel. Hoe kunnen we weten wat het inhoud om onszelf te verontreinigen, als we geen kennis hebben van wat het betekent om de tempel te verontreinigen? Het is het woord van ’Elohiym dat bepaalt wat vervuiling is, niet onze steeds veranderende religieuze cultuur. Het is niet “de kerk” en haar jaarlijkse conventies die bepalen wat rein of onrein is, goed of fout, goed of kwaad. Het is niet een “pauselijke bull” (ed: officiële pauselijke verklaring) die de standaard zet voor gerechtigheid. Om deze aardse tabernakel ’Elohiym te laten verheerlijken, dan moet dit gebeuren volgens Zijn patronen en modellen.
1 Korintiërs 6:19-20Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Ruach haQodesh, die in u woont, die gij van ’Elohiym ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt? Want gij zijt gekocht en betaald. Verheerlijkt dan ’Elohiym met uw lichaam." [ed: engelse KJV geeft na….lichaam, en in uw geest, die van ’Elohiym zijn.] De Messiah beweerde in Yochanan (Johannes) 2:20 – 21 dat Hij de tempel is, en later zal Zijn echte bruid Hem volgen. Sha’ul vermaande ons om hem te volgen, zoals hij de Messiah volgde (1 Korintiërs 11:1). Sha’ul vervolgde (bedoelde woordspeling) deze verklaring door lof te geven aan de broeders dat zij gedachtig bleven en vasthielden (om iets te doen namens) aan de overleveringen (massor) zoals hij ze gebracht had. Deze overleveringen werden aan hem gegeven door de Messiah, die ze ontvangen had van de Vader. Dit is waar de erfenis helemaal over gaat. YHVH heeft altijd verwacht dat Zijn volk Zijn wegen door zou geven van de ene generatie naar de volgende. Alle verwijzingen naar verblijven in het boek van Hitgalut (Openbaring) gebruiken het woord voor tabernakel (mishkan) (Hitgalut 7:15, 12:12, 13:6, 21:3). Dit brengt mij naar een flink aantal verzen in Yesha'yahu(Jesaja).
Yesha’yahu 46:5-10Met wie wilt gij Mij vergelijken en gelijkstellen, aan wie Mij gelijk achten, dat wij elkander zouden gelijk zijn? Zij schudden goud uit hun buidel en wegen zilver in een weegschaal; zij huren een goudsmid, opdat hij er een El van make. Zij knielen, ook buigen zij zich neder. Zij heffen hem op de schouder, zij torsen hem en zetten hem neer op zijn plaats; daar staat hij, hij wijkt niet van zijn
67
plaats. Al schreeuwt iemand tot hem, hij antwoordt niet, uit de benauwdheid redt hij hem niet. Denkt hieraan en vermant u; gij overtreders, neemt het ter harte. Denkt aan hetgeen vroeger, vanouds, gebeurde; Ik immers ben ’Elohiym, en er is geen ander, ’Elohiym, en niemand is Mij gelijk; Ik, die van den beginne de afloop verkondig en vanouds wat nog niet geschied is; die zeg: Mijn raadsbesluit zal volbracht worden en Ik zal al mijn welbehagen doen. YHVH spreekt tot het verspreide huis van Israël en vraagt hen over de dingen die ze gedaan hebben om Hem te vertegenwoordigen of Hem af te beelden. De dingen waar ze Hem gelijk aan gesteld hebben zijn uitvindingen van de mens. YHVH kastijdt ze niet voor het aanbidden van valse goden, maar met name voor het gestalte geven aan objecten die moeten lijken op ’Elohiym. Hij vervolgt zijn veroordeling van de door mensen gemaakte afbeeldingen met een herinnering aan vroegere dingen, de dingen vanouds, de historische beelden die YHVH gekozen had. Hij verkondigt de afloop vanaf het begin. In het Hebreeuws staat er: magiyd mere'shiyt 'acheriyt. Het woord magiyd betekent laten zien, verklaren, waarschuwen of naar luisteren. Het zegt letterlijk: "laten zien vanaf het begin, het einde." YHVH heeft ons vanaf het begin, de historische tijden, de beelden van het einde laten zien. Maar Zijn volk, Zijn ongehoorzame volk, hebben deze eindtijd beelden vervangen door hun eigen beelden, welke niet kunnen redden of bevrijden uit moeilijkheden, noch een gelijkenis kunnen zijn van ’Elohiym. De ware beelden van de Messiah, eindtijd gebeurtenissen, de aard en de naam van YHVH, het koninkrijk van ’Elohiym, en tal van andere verwante waarheden, worden gevonden in de tabernakel, de Shabbat, de feesten van YHVH, Zijn naam, en de schriftuurlijke kalender. Wijzigen van de kalender, de feesten, de tabernakel, Zijn naam, of de Shabbat, is het wijzigen van het wezen van wie wij aanbidden. Dit is de reden waarom de mashiach tachat (de anti-christ) bekend staat voor het veranderen van de tijden en de feesten (Daniyy'el (Daniël) 7:25). HaSatan verandert ons beeld van de Vader door het veranderen van de schaduwen die de Vader uitdrukken. YHVH heeft ons de weg tot redding en Zijn volgorde getoond door middel van de tabernakel. De weg van de redding is afgebeeld door de zeven stukken van het meubilair, allemaal geplaatst in de specifieke volgorde zoals men tot de aanwezigheid van YHVH nadert. Er zijn twee voorwerpen in de voorhof, de schaduw van het fysieke lichaam. Dit zijn het koperen altaar, de plaats van het gehele offer, en het wasvat, het wassen met het water van het woord om uw levenswandel te reinigen. Dan betreden we het Heilige en zien drie onderdelen. Het Heilige is het symbool voor onze geest en bevat aldus twee beelden van de Torah, die onze denken vernieuwd, en de voorloper is van fysieke en gedragsmatige verandering. De menorah: het licht van de wereld, en de tafel van het toonbrood: het leven ondersteunende brood des levens. Het laatste voorwerp, voordat u het Heilige der Heiligen binnengaat, is het gouden altaar: het beeld van gebed. De eindbestemming bevat de ark van het getuigenis en de verzoendeksel. De ark, waarin het levengevende woord van YHVH zit, wordt beschermd en bewaakt door zijn eeuwige genade. Is dit niet het proces waar we doorheen gaan om gered te worden van de dood? Het is ons hof, of ons lichaam, dat als eerste de woorden van het leven ontvangt. Het evangelie moet gepredikt worden en we moeten een oor hebben om te horen. Dan neemt onze geest het materiaal op en maken we een besluit om dat wat we gehoord hebben te vertrouwen of te verwerpen. Als onze oren hebben gehoord en onze geest heeft gereageerd, vragen of bidden we en antwoord YHVH altijd met een volmondig "Ik wil". YHVH plaatst dan Zijn getuigenis en genade in ons hart, of onze geest, en wordt het vernieuwd en geheiligd. Nu vindt het proces van groei plaats op de manier waarop YHVH het oorspronkelijk voor de tabernakel had ontworpen, van binnen naar buiten. De weg van de redding is van buiten naar binnen. De weg van groei en volwassenheid is van binnen naar buiten. Als we het getuigenis van YHVH in ons hebben, dan nemen
68
onze gedachten de instructies aan vanuit het woord van YHVH en niet uit de wereld of een andere bron. Als we Zijn woord niet in ons hebben, dan moeten onze gedachten hun bron ergens anders vandaan halen. Zodra ons denken vernieuwd en omgevormd is, dan moeten onze lichamen gehoorzamen. Als ik 'een besluit genomen heb' om te gaan zwemmen, kan mijn lichaam er geen ruzie over gaan maken. Als je werkelijk gelooft, dan zul je het echt doen. Als je niet doet, dan ben je niet echt aan het geloven. Yeshua‘ onze Messiah was ons voorbeeld, want Hij leidde de weg van de ark van het getuigenis naar de oostelijke poort. Yeshua‘ was de getrouwe en waarachtige getuige in Hitgalut 3:14. Hij herstelde het ware getuigenis van de ark van het verbond aan Zijn volk. Zijn bloed werd gesmeerd op de horens van het reukofferaltaar, en Zijn as verstrooid op het altaar om voor ons een zoete, aanvaardbare geur tot YHVH te zijn. (Efeziërs 5:2, 2 Korintiërs 2:15). Hij heeft ons in Mattityahu (Matteüs) 6:9-13 geleerd hoe te bidden bij het altaar. Hij was en is onze menorah zoals Hij in Yochanan 8:12 verklaarde, dat Hij
het licht der wereld was. Daarna zei Hij in Mattityahu 5:14 tot u en mij, "Gij zijt het licht der wereld". Hij is het woord van YHVH, de levende Torah en ons voedsel in deze wereld, want Hij is het brood des levens (Yochanan 6:32-33). Hij werd het wasvat toen Hij de voeten van de discipelen waste in Yochanan 13:1-10 Toen kwam Zijn laatste daad van zijn wandel van de ark naar het altaar. Hij eindigt door Zich volledig aan te bieden op een boom (ed NBG paal) des oordeels. De tabernakel is een prachtig beeld van de Messiah en onszelf. Wanneer we onszelf beginnen te zien dan kunnen we, op onze beurt, de tabernakel beginnen te waarderen. Het is een symbiotische relatie. Voor de volgende les, zullen we een nieuwe categorie beginnen genaamd; Vaak Gestelde Vragen. De Schrift is duidelijk dat naarmate we dichter bij de komst van de Messiah komen, YHVH Zijn volk dichter terug naar Zijn wegen zal trekken. Hij zal Zijn bruid uit Babylon roepen. Vele duizenden "Christenen" beginnen terug te komen naar hun Schriftuurlijke bronnen, hun menselijke tradities en doctrines achterlatende. Het is mijn persoonlijke ervaring door middel van vele seminars en getuigenissen, dat velen van het huis van Israël, die terugkeren, hun schriftuurlijke wandel begonnen met een juist begrip van de zevende dag. We moeten een antwoord hebben op de hoop die in ons is. Wees gezegend!
69