De eerste boeren Later gaan de mensen zelf eten verbouwen. Wortels en bonen, en graan om brood van te bakken. De mensen hebben ook schapen en koeien. De jagers zijn boeren geworden.
Het dorp Boeren trekken niet meer rond. Ze wonen in boerderijen, in kleine dorpen. Meestal niet meer dan vier of vijf boerderijen bij elkaar. De boerderij is niet gebouwd van steen, maar van hout en riet. Het is er meestal donker, want er zijn geen ramen. Binnen lopen de geiten en schapen los rond. En in een hoek staan de koeien. Midden in de kamer is de vuurplaats. Zo wordt het lekker warm in de boerderij. Op het vuur wordt ook gekookt.
Hunebedden In Drenthe vind je stapels heel grote stenen. Het zijn hunebedden. Ze zijn lang geleden door de boeren gemaakt. Vroeger dachten de mensen dat die stapels gebouwd waren door reuzen. Ze noemden die reuzen ‘hunen’. Hunebed betekent het bed van een reus! In een hunebed worden de beenderen van de voorouders begraven. Soms liggen de botten van wel honderd doden in één hunebed. De mensen die de hunebedden bouwden, dachten dat de doden in het dodenrijk terechtkwamen. Daarom gaven ze de doden dingen mee die je daar nodig zou kunnen hebben: potten met voedsel, wapens en gereedschappen. Belangrijke mensen, zoals het dorpshoofd, kregen meer giften dan gewone mensen. Een hunebed bouwen is moeilijk, want de stenen zijn groot en zwaar. Het duurde erg lang voordat een hunebed klaar was. Op de tekeningen zie je hoe een hunebed vroeger gemaakt zou kunnen zijn. Je ziet nu alleen nog de grote stenen. Vroeger zaten er tussen de grote stenen ook kleinere steentjes. Toen lag er ook aarde bovenop. De hunebedden leken op kleine heuvels. Omdat een hunebed een graf is, noemen we die heuvels grafheuvels.
De hunebedbouwers worden ook wel het trechterbekervolk genoemd. Vanwege de vorm van de potten die ze maakten. Hier zie je zo’n pot van klei in de vorm van een trechter.
Terpen In de tijd van de boeren zag Nederland er anders uit. Dijken zijn er nog niet. De zee overstroomt vaak het land. Vlak bij de zee bouwen de mensen daarom heuvels. Daar bovenop kunnen ze dan veilig wonen. In Friesland heet zo’n heuvel een terp. In Groningen noemen ze de heuvel een wierde. De terpen worden steeds hoger. Want de boeren maken de terpen hoger met klei, riet en gras. Ook worden de nieuwe huizen bovenop de oude gebouwd. Maar de terpen worden ook hoger door het afval dat de mensen er neergooien.
Schatten in de grond In de tijd van de jagers en de boeren konden de mensen niet schrijven. We weten veel over die tijd door archeologen. Een archeoloog is iemand die in de grond graaft en dingen van vroeger zoekt. Kettingen, messen en potten. En ook resten van huizen en wegen, of van dieren en mensen. Daarna gaat de archeoloog die oude dingen heel goed bekijken. Zo komen ze erachter hoe de mensen vroeger leefden.
1. Eerst waren de mensen jagers. Daarna worden ze boeren. Kruis twee goede antwoorden aan over de boeren. Boeren verbouwen hun eten zelf. Boeren wonen in tenten. Boeren wonen op een vaste plaats. Boeren zoeken bramen en bessen. 2. Schrijf onder elke zin het woord dat erbij hoort. Let op, je houdt een paar woorden over. Kies uit: beenderen hunebed grafheuvel potten boeren voorouders Deze stapel grote stenen was vroeger een begraafplaats. We noemen dit een ________________ Familieleden die vroeger hebben geleefd, heten __________________________________ Botten van mensen of dieren zijn ________________________________________________ De mensen verbouwen zelf hun eten, het zijn _____________________________________ 3. In de tijd van de jagers gaan mensen op jacht. Ze zoeken ook noten en bessen. De boeren gaan niet meer o jacht. Zij werken op het land. In welke tijd had jij willen leven? Bij de jagers, of bij de boeren? Ik had willen leven bij ______________ omdat, ________________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ 4. Waar of niet waar? Omcirkel de letters van het goede antwoord. waar niet waar tr hu De hunebedden zijn door stoere krachtpatsers gebouwd. ne ec Hunebedden zijn grafheuvels. ht be In ieder hunebed werd maar één persoon begraven. db er De doden kregen allerlei voorwerpen mee in het graf. ou be Het dorpshoofd kreeg meer geschenken dan gewone mensen. w ker Potten met voedsel en wapens waren veel voorkomende geschenken. vo er De meeste hunebedden vind je in Groningen. lk s Er zijn nog maar drie hunebedden over. Zet nu de omcirkelde letters achter elkaar. Welk woord lees je? ____________________
Welk woord vormen de andere letters? ___________________________________________ Waarom kregen de doden geschenken mee? ___________________________________________________
5.
Schrijf onder elke tekening wat er gebeurt.
6. De pot op de tekening hiernaast is een __________________________________. De hunebedbouwers zijn naar dit aardewerk vernoemd. Hoe worden de hunebedbouwers wel genoemd? ______________________________________ In de tijd van de eerste boeren werd het aardewerk versierd. Versier deze pot net als zij deden.
7. Waarom gaan de mensen op terpen wonen? Zet een kruisje in de goede rij. De mensen gaan op terpen wonen, omdat ja nee ze dat leuk vinden 0 0 ze dan ver kunnen kijken 0 0 dan de zee hun huis niet overstroomt 0 0 ze niet van de stad houden 0 0
De tijd van de eerste boeren 5.000 jaar geleden