SePTember - okTober - november 2012 nummer 16 Trimestrieel tijdschrift - Toelating gesloten P801153
B e c a u s e
n u t r i t i o n
i s
a
f a s t - m o v i n g
Dossier
s c i e n c e
Type 2-diabetes & voeding:
de juiste dosering nutri
sciences D Het vieruurtje: nuttig of niet? D eet je soep op, daar word je groot van!
nutri
trends D De moderne keuken D Dorstlesser of toverdrank?
nutri
actions D vetten voor kinderen D Type 2-diabetes & eiwitrijke voeding
nutri
web D ontdek uw mobiele site:
www.foodinaction.com
Dagelijks voedingsnieuws
Praktische tools voor uw consultaties
Heeft u een smartphone of tablet?
Surf naar onze mobiele website
www.foodinaction.com
edito
Mediterrane of Scandinavische voeding?
D
e mediterrane keuken is al enkele jaren erg populair. Gezondheidswerkers schrijven er heilzame voedingseigenschappen aan toe en consumenten vinden zuiderse gerechten vaak aangenaam en lekker. Maar het hoge Noorden laat nu ook van zich horen! Vorig jaar bleek uit de resultaten van de NORDIET-studie dat een gezonde Scandinavische voeding verschillende voordelen heeft voor de gezondheid in vergelijking met de westerse voeding1. Dit jaar heeft datzelfde team onderzoekers van de universiteit van Uppsala in Zweden deze “noordse” voeding in detail geanalyseerd en een overzicht gemaakt van alle voedingsstoffen, om die te vergelijken met de voedingsaanbevelingen2.
Zon en een helderblauwe hemel Vergeleken met het eetpatroon van een Zweedse referentiegroep heeft “noordse” voeding een hoger gehalte aan plantaardige voedingsmiddelen, vis, eieren en plantaardige vetten (vooral koolzaadolie). Ze bevat ook minder vlees- en zuivelproducten, suikerwaren, desserts en alcoholische dranken. Het gehalte aan granen en graanproducten verschilt echter niet. De resultaten tonen aan dat het gehalte aan voedingsstoffen in lijn is met de aanbevolen hoeveelheden. Het Scandinavische eetpatroon is bovendien compatibel met de eetgewoonten die geassocieerd worden met een lager ziekte- en sterftecijfer. Wordt de Scandinavische voeding een nieuwe referentie voor wie op zoek is naar een gezond eetpatroon? En zal ze de andere Europeanen ook kunnen bekoren? Dat is nog niet zo zeker, want naast voedingsvoordelen heeft de mediterrane voeding ook vele andere pluspunten, waar heel wat Noord-Europeanen bij wegdromen: ze doet immers denken aan zon, warmte, een helderblauwe hemel, een diepblauwe zee, vakantie en lekker nietsdoen!
nicolas Guggenbühl - Hoofdredacteur
referenties: 1. Adamsson V. et al., J Intern Med, febr. 2011; 269(2): 150-9. 2. Adamsson V. et al., Food Nutr Res., 2012; 56.
Food in action.com - september 2012 > 1
Inhoud nutri
nutri
sciences
actions
6 § Dossier
Type 2-diabetes en voeding: de juiste dosering
§ Het vieruurtje: nuttig of niet? § voedingsetiketten:
deze wijzigingen moet je onthouden
§ Pharmaco
eet je soep op, daar word je groot van!
6 10 12
§ Info/intox
obesitas: een kwestie van energieverbruik?
28
3
16
§ Expert aan het woord vetten voor kinderen
28
§ Echo/congres
Wat zijn de voordelen van eiwitrijke voeding bij type 2-diabetes?
32
§ Keep on movin’
Lichaamsbeweging tijdens de zwangerschap: voor het leven!
nutri
§ Kookpannen en proefglaasjes stuur calorieën de lucht in!
§ Zap nieuws § Gehoord op consultatie § Op het menu
trends
‘surprise’ Brownie
§ Dossier
De moderne keuken
§ Dorstlesser of toverdrank? § sociale netwerken en
voedselveiligheid: een mes dat aan twee kanten snijdt
18
18
§ Zap agenda
38 40 41 42 44
22 25
nutri
web
§ In de kijker op www.foodinaction.com
2 > Food in action.com - september 2012
34
36
nutri
sciences
Dossier
Type 2-diabetes & voeding:
de juiste dosering Type 2-diabetes treft wereldwijd steeds meer mensen, en dat op steeds jongere leeftijd. Patiënten richten de aandacht al te vaak enkel op suiker, terwijl het eetpatroon ook veel andere wijzigingen vergt. Wat zijn de belangrijkste veranderingen die in de voeding moeten worden doorgevoerd? Wij spraken met Jacqueline Absolonne, diëtiste bij de belgische Diabetesvereniging*.
Food in action.com - september 2012 > 3
nutri
sciences
I
n tegenstelling tot type 1-diabetes, waarvan de incidentie toeneemt zonder dat de redenen daarvoor duidelijk zijn geïdentificeerd, is de extreme stijging van het aantal gevallen van type 2-diabetes duidelijk te wijten aan de epidemie van overgewicht en obesitas. Meer dan 90% van de diabetici kampt met overgewicht. Corpulentie is met het blote oog zichtbaar en de meting van de tailleomtrek volstaat vaak om het vermoeden te bevestigen. Toch is de opsporing van een verstoorde bloedsuikerspiegel verre van optimaal. Nochtans is die belangrijk om zo snel mogelijk in te grijpen.
minder eten en meer bewegen De maatregelen die patiënten met type 2-diabetes moeten nemen op het vlak van voeding en levensstijl steunen vooral op gewichtsverlies in de vorm van overtollig vet, waardoor de bloedsuikerspiegel verbetert. Lichaamsbeweging is hierbij een must: de WGO raadt aan om 150 minuten per week aan uithoudingstraining te doen of 75 minuten aan intense lichaamsbeweging. Wat de voeding betreft, hangt de beperking van de energieinname uiteraard af van de BMI, maar in elk geval mogen patiënten niet minder dan 1400 kcal per dag consumeren. Bij een gewichtsverlies van 10% zijn al duidelijke verbeteringen merkbaar, en dat is een belangrijke motivatiefactor. De voornaamste doelstelling bestaat erin een gewichtsverlies van 5% te behalen in de eerste drie maanden. Patiënten moeten begrijpen dat bij type 2-diabetes niet alleen de suikerinname moet worden beperkt, maar ook de vetinname.
Twee parameters tegelijkertijd Vaak worden dezelfde maatregelen aanbevolen voor wijzigingen op het vlak van levensstijl en voeding, maar er zijn meerdere manieren om deze in de praktijk om te zetten. Als de behandelingswijze met de patiënt wordt besproken, moet ook bepaald worden welke aanpak gevolgd zal worden. Op basis van de anamnese worden vaak heel wat wijzigingen voorgesteld om de doelstellingen te bereiken voor een gezondere levensstijl en voeding. In plaats van alles tegelijkertijd te willen veranderen, wat vaak geen resultaat oplevert, is het beter om twee prioriteiten te identificeren (bijvoorbeeld minder bier drinken en minder worst eten). Door met succes in te spelen op deze twee parameters zijn de kansen op succes op de lange termijn ook groter.
4 > Food in action.com - september 2012
een optimaal vetgehalte De kwantiteit en de kwaliteit van de vetten in het eetpatroon van diabetespatiënten zijn erg belangrijk, zowel voor de gewichtscontrole als voor de controle van het cardiovasculaire risico, dat aanzienlijk hoger is bij diabetici. De doelstelling bestaat erin 30 à 35% van de totale energie-inname uit vetten te halen. Hierbij moet minimaal 20% van de totale energieinname bestaan uit enkelvoudig onverzadigde vetzuren. Bovendien moeten ook voldoende meervoudig onverzadigde vetzuren worden geconsumeerd, met bijzondere aandacht voor de omega-3-vetzuren.
In plaats van alles tegelijkertijd te willen veranderen, is het beter om twee prioriteiten te identificeren (b.v. minder bier drinken en minder worst eten). ook fruit is belangrijk! In de praktijk wordt sterk aanbevolen om twee keer per week vis te eten en één keer per week een plantaardig alternatief voor vlees. Een eetpatroon met veel groenten biedt heel wat voordelen. Wat fruit betreft, zijn er dan weer discussies: het is aangeraden om twee à drie porties fruit per dag te eten (de grootte van een vuist of tennisbal), maar het is wel opletten geblazen met bananen, druiven en gedroogde vruchten (abrikozen, dadels enz.), omdat ze een hoger suikergehalte hebben. Kleinere porties zijn dan een goede oplossing. Deze vruchten hoeven heus niet van het menu geschrapt te worden. Het is ook opletten geblazen met fruitsap: of je nu kiest voor versgeperst of ‘puur’ sap, de impact van deze dranken op de bloedsuikerspiegel is niet te verwaarlozen. De consumptie van fruitsap moet beperkt worden tot één glas per dag en het kan interessant zijn om het te verdelen in twee of drie porties (voor, tijdens en na de maaltijden) om schommelingen in de bloedsuikerspiegel te voorkomen.
verkies volkorenproducten Voor de zetmeelhouders moet de voorkeur uitgaan naar volkorengranen en -graanproducten, en grofgemalen granen (deze worden in verband gebracht met een lagere glycemische index dan fijngemalen granen). Een kleine vergelijking ter illustratie: een portie van ± 150 g aardappelen komt overeen met ± 150 g puree (opgelet: sommige soorten kant-en-klaarpuree kunnen heel wat vetten bevatten) of ± 150 g gekookte pasta.
In DIT ArTIkel vetten, fruit, zetmeelhouders, zoetigheden of dieetproducten: welke levensstijl en voeding is aangeraden nu het aantal gevallen van type 2-diabetes razendsnel toeneemt?
Opdat sommige volkorenproducten beter in de smaak zouden vallen, kunnen ze gecombineerd worden met geraffineerde producten. Zo kun je bijvoorbeeld beginnen met ⅓ volkorenpasta en ⅔ geraffineerde pasta.
meerdere kleine maaltijden of niet? Vroeger werd aan diabetici aangeraden om hun voedselinname te splitsen in vijf à zes maaltijden en snacks per dag, om zo de schommelingen in de bloedsuikerspiegel te beperken. Tegenwoordig denkt men daar anders over: “Er is geen reden om vijf keer per dag te eten”, benadrukt Jacqueline Absolonne. “Het ideale schema omvat drie à vier maaltijden per dag, met een vieruurtje als vierde maaltijd (met een laag energiegehalte en een hoge voedingswaarde). Het tussendoortje ’s ochtends is nergens voor nodig.”
Zoetigheden: ja, maar met mate Het spreekt voor zich dat suikerwaren, zoals wafels en gebakjes, sterk beperkt of zelfs vermeden moeten worden… Koekjes eten mag wel, bijvoorbeeld drie boterkoekjes of ongesuikerde
pannenkoeken. Chocolade heeft een hoog caloriegehalte, maar het mag in erg beperkte hoeveelheden – één vierkantje per dag – wel geconsumeerd worden als ‘extraatje’.
Weinig zogenaamde ‘dieetproducten’ Er bestaan tal van producten waarin suiker volledig of gedeeltelijk wordt vervangen door andere zoetstoffen. Jacqueline Absolonne zegt dat je ze van elkaar moet kunnen onderscheiden. In het algemeen raadt de Belgische Diabetesvereniging aan dat patiënten niet te veel naar speciale producten grijpen, met uitzondering van lightfrisdranken of frisdranken zonder suiker (water blijft wel de eerste keus) en zoetstoffen als suikervervangers voor personen die een intensere suikersmaak nastreven. Minder vette producten, zoals lichte room, kunnen ook nuttig zijn. Voorzichtigheid is wel geboden bij bepaalde producten waarvan ook een ‘versie voor diabetici’ verkrijgbaar is, zoals gebakjes, omdat het suikergehalte dan wel sterk verlaagd mag zijn, maar het vetgehalte hoog blijft en soms zelfs hoger ligt dan bij de ‘gewone’ versie! nicolas Guggenbühl, Diëtist en voedingsdeskundige * Belgische Diabetesvereniging (ABD): www.diabete-abd.be
Diabetes, humeur en de daarmee verbonden cognitieve functies Verschillende onderzoeken suggereren een verband tussen diabetes en de aantasting van de cognitieve functies. Dat werd ook bevestigd door een grootschalige studie die, in tegenstelling tot de vorige onderzoeken, als eerste heeft aangetoond dat de ontwikkeling van diabetes gepaard gaat met een hoger risico op de aftakeling van de cognitieve functies1. Meer dan 3000 Belgische volwassenen ouder dan 70 namen deel aan deze studie. Zij werden gemiddeld negen jaar lang gevolgd. De studie rapporteert dat wie aan het begin van de studie diabetes had, de cognitieve functies sneller zag aftakelen dan wie in een later stadium diabetes kreeg. Het behoud van de cognitieve functies bleek ook beter bij de deelnemers die geen diabetes kregen. De studie bracht ook aan het licht dat deelnemers met een ernstige vorm van diabetes die hun bloedsuikerspiegel niet controleerden, sneller kampten met een aftakeling van hun cognitieve functies. De auteurs stellen dat de volgende stap erin bestaat na te gaan of de preventie, vertraging of betere controle van diabetes een doeltreffende manier zou zijn om de aftakeling van de cognitieve functies te voorkomen. Ook het humeur lijkt een rol te spelen bij de controle van de bloedsuikerspiegel, zo blijkt uit een nieuwe publicatie2. Er werd een onderzoek gevoerd bij 23 vrouwen met type 2-diabetes, waarbij hun bloedsuikerspiegel en geglyceerde hemoglobine 72 uur lang ononderbroken werden gecontroleerd. De resultaten suggereren dat grote schommelingen in de bloedsuikerspiegel in verband kunnen worden gebracht met een lagere levenskwaliteit en een negatief humeur. Er is weliswaar nood aan een bevestiging op grotere schaal om de reële impact op het humeur te meten. Toch lijken alle beschikbare gegevens erop te wijzen dat de controle van de bloedsuikerspiegel een positieve impact heeft op het humeur en de cognitieve functies. referenties: 1. Yaffe K. et al., Arch Neurol, 2012. 2. Penckofer S. et al., Diabetes Technology & Therapeutics, april 2012, 14(4): 303-310.
Food in action.com - september 2012 > 5
nutri
sciences
Het vieruurtje:
nuttig of niet?
6 > Food in action.com - september 2012
In DIT ArTIkel Is een vieruurtje meer aan te raden dan een ‘tienuurtje’? We nemen het vieruurtje – een maaltijd op zich – onder de loep…
Het vieruurtje mag niet gezien worden als een ‘kleine maaltijd’ en al helemaal niet als een maaltijd voor de kleintjes! Wel kan dit vierde maaltijdmoment, als het goed is samengesteld, deel uitmaken van een evenwichtig eetpatroon. Het biedt bovendien meer voordelen dan het ochtendtussendoortje, dat in ons land een vaste waarde is.
W
aarom een vieruurtje? In 2003 bracht de SU.VI.MAX-studie (Suppléments en Vitamines et Minéraux AntioXydants), die in Frankrijk werd gevoerd bij 13.000 volwassenen, aan het licht dat deze vierde maaltijd van de dag een zeker belang heeft. Net als enkele andere onderzoeken toonde SU.VI.MAX aan dat het vieruurtje nuttig kan zijn bij de preventie van obesitas. Nadat de deelnemers acht jaar lang werden gevolgd, bleek dat wie regelmatig een vieruurtje nuttigde minder dik was dan wie dat niet deed. Deelnemers die deze gewoonte achterwege hadden gelaten, hadden dan weer na slechts één maand de neiging tot gewichtstoename en een verhoging van de vetmassa. De analyse toonde bovendien ook aan dat een vieruurtje een dubbele impact heeft. Ten eerste wordt de vetinname doorheen de dag verlaagd (en dan vooral bij het avondmaal), dit ten voordele van koolhydraten. Ten tweede worden meer mineralen en antioxidanten geconsumeerd, al naargelang de samenstelling van het vieruurtje. In de praktijk lijkt dit namiddagtussendoortje ook voor iedereen geschikt: voor kinderen is het onmisbaar en het biedt ook een meerwaarde voor vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven, sporters, senioren en personen die (te) weinig eten bij het middagmaal.
Het vieruurtje is geen snack Onderzoeken naar het vieruurtje 1 hebben duidelijk aangetoond dat het, in tegenstelling tot het tussendoortje in de voormiddag, als een echte maaltijd kan beschouwd worden: je eet omdat je honger hebt door een gebrek aan direct beschikbare glucose. Snacken is dan weer een voedselinname die niet samenhangt met een hongergevoel (met andere woorden: je eet met een volle maag), maar wel met verveeldheid, stress, zin in lekkers, verleiding (zeer duidelijk aanwezig in onze cultuur, omdat je op de meest ongewone plaatsen, zoals de metro, eten kunt kopen) en cultuur! En dat
laatste is typisch Belgisch, want ’s ochtends hebben we op school (of zelfs op het werk) fysiologisch gezien helemaal geen nood aan een snack. Dat geldt uiteraard voor kinderen en volwassenen die ontbeten hebben.
Het vieruurtje kan op elk uur In ruime zin spoort het ‘vieruurtje’ of tussendoortje ons aan om de tijdstippen van de maaltijden (het prandiale ritme) onder de loep te nemen: we eten omdat het etenstijd is, terwijl ons lichaam in werkelijkheid 24 uur lang constant om energie vraagt! Dit ritme ontwikkelt zich tijdens de eerste drie levensmaanden onder invloed van de ouders, maar ook en vooral om sociale en culturele redenen2. Het concept ‘etenstijd’ druist in tegen onze lichamelijke behoeften, want het spoort ons aan om op bepaalde tijdstippen te eten, zonder dat er daarom sprake is van een hongergevoel. Laboratoriumexperimenten3 bij personen zonder tijdsbesef hebben aangetoond dat ze na een maaltijd met een grote energiedichtheid de inname van de volgende maaltijd uitstelden, en dit in tegenstelling tot personen
Food in action.com - september 2012 > 7
nutri
sciences
In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, moet je niet zozeer naar de klok kijken vooraleer je naar je vieruurtje grijpt. vertrouw eerder op je hongergevoel! die wel tijdsbesef hadden. Met andere woorden: het ritme van de maaltijden is door de mens bepaald en heeft in werkelijkheid geen enkele zin, omdat het niet samenhangt met enig hongergevoel. Dit geldt zeker voor het vieruurtje, dat helemaal niet noodzakelijk om vier uur moet worden genuttigd, en nog meer voor het tussendoortje van 10 uur. Volgens de auteurs van deze studies zou het nuttigen van maaltijden op een vast tijdstip zelfs een risico inhouden op overgewicht, want het is de factor die hier de meeste invloed op heeft.
Het ideale vieruurtje in de praktijk Zoals we hierboven zagen, moet het vieruurtje niet op een specifiek tijdstip worden genuttigd, maar wel als je honger hebt. Bovendien moet er voldoende tijd liggen tussen het vieruurtje en het avondmaal. De voornaamste functie van het vieruurtje is ‘de batterijen terug opladen’ in de namiddag, zodat je tot ’s avonds kunt volhouden en dan lichter kunt eten.
Concreet omvat een evenwichtig vieruurtje – en dat zal heus geen verrassing zijn – net als het ontbijt de volgende voedingsmiddelen: • • • •
een graanproduct een zuivelproduct fruit (vers, compote, sap, …) een drank, bij voorkeur water, of een warme of weinig gesuikerde drank
De goede reflex is een vieruurtje nuttigen als aanvulling op de andere maaltijden (door er de voedingsmiddelen aan toe te voegen die gedurende de rest van de dag mogelijk ontbreken aan tafel, zoals fruit). Het vieruurtje mag ook niet te veel tijd in beslag nemen of te zwaar zijn. Het is geen manier om de honger te stillen of de postprandiale slaperigheid op gang te brengen, want dat zou bijvoorbeeld een probleem kunnen vormen voor het rendement van volwassenen op het werk. Ten slotte moet het vieruurtje ook aangepast worden aan de activiteiten die op het programma staan na de school- of werkuren, bijvoorbeeld sport, en dat kan door de voorkeur te geven aan koolhydraten die snel worden opgenomen door het lichaam en een goede hydratatie. nicolas rousseau, Diëtist en voedingsdeskundige
referenties: 1. Chapelot D. et al., Physiol. Behav., 2004 ; 80(5): 721-31. Lluch A. et al., Ed John Libbey Eurotext, VK, 2004. 2. Marmonier C. et al., Am J Clin Nutr., 2002 Sep; 76(3): 518-28. 3. Chapelot D. et al., Physiol Behav, febr. 2004; 80(5): 721-31. Chapelot D., Sci. Techn. Agroalim., Lavoisier, 2004: 245-57.
8 > Food in action.com - september 2012
PUBLIREPORTAGE ISIO BELGIË - SEPTEmBER 2012
H
Tekort aan vitamine D in België
et onderwerp vitamine D is lang beperkt gebleven tot het domein van de botgezondheid, maar intussen wordt in diverse vakgebieden heel wat onderzoek naar deze vitamine verricht. Behalve voor de groei en de ontwikkeling van de botten en tanden bij kinderen, is het effect van vitamine D nu ook goed gedocumenteerd op het gebied van de werking van het immuunsysteem, de spieren en de celdeling. Maar hoe is het eigenlijk gesteld met vitamine D in België, een land dat niet bepaald rijkelijk bedeeld is met zonlicht, terwijl de zon 2/3 van de vitamine D zou moeten leveren? Bovendien worden de natuurlijke bronnen van vitamine D (vette vissoorten, boter enz.) weinig gegeten. Een vitamine D-tekort komt in België zeer vaak voor, zowel bij kinderen als bij volwassenen. Uitgaande van het serumgehalte van 25(OH)D bij 357 kinderen in de IDEFICS-studie1, stellen we vast dat de meerderheid van de kinderen een tekort aan vitamine D heeft. Meer dan de
helft scoort onvoldoende in de winter en in het voorjaar. Een andere studie2, uitgevoerd bij mensen die waren gehospitaliseerd omwille van een acute ziekte zonder enig verband met de inname of de stofwisseling van vitamine D, geeft aan dat ruim 60% van de personen een serum-gehalte onder de normale benedengrens (12 ng/ml) vertoont. Slechts 5% haalt het niveau van 30 ng/ml, de waarde die doorgaans wordt aanbevolen om een vitamine Dtekort te vermijden. Deze gegevens benadrukken het belang van vitamine D verrijkte voedingsmiddelen regelmatig te consumeren om een te lage inname aan te vullen. Referenties: 1. Sioen I. et al., Determinants of vitamin D status in young children: results from the Belgian arm of the IDEFICS Study, Public Health Nutr., 2011. 2. Daoudi N. et al., Evaluation of vitamin D deficiency in hospitalized patients in Brussels, Rev Med Brux., 2009.
ISIO 4:
een unieke formule van 4 oliën • Een unieke formule van Oléisol-®*, zonnebloem-, koolzaad- en druivenpitolie • Bevat essentiële vetzuren omega 6 en omega 3 • Levert een rijke hoeveelheid aan vitamine E • De enige plantaardige olie die veel vitamine D bevat • ISIO 4 is geschikt voor veelzijdig gebruik in zowel koude als warme bereidingen, slaatjes, gegrilde gerechten,… • Lesieur heeft ook ISIO 4 OLIJFOLIE ontwikkeld, met de licht fruitige smaak van olijfolie * Variant van zonnebloemolie met een hoog gehalte aan oleïnezuur.
Voor uw consultaties Vraag naar onze blocnotes met tips en recepten om je patiënten te helpen hun consumptie van essentiële vetzuren in evenwicht te houden terwijl ze je advies opvolgen.
Ga naar www.foodinaction.com/isio4-olien
Rijk aan vitamine D
nutri
sciences
Voedingsetiketten:
deze wijzigingen moet je onthouden
De voedingswetgeving heeft op enkele maanden tijd ingrijpende veranderingen ondergaan! Denk maar aan de publicatie van de europese verordening 1169/2011 over de verstrekking van voedselinformatie aan consumenten, de publicatie van 222 generieke gezondheidsclaims en de wijziging van het koninklijk besluit van 1980 betreffende de reclame voor voedingsmiddelen in maart 2012. Hierdoor beschikt de consument over veel nauwkeurigere informatie. een overzicht van de grote lijnen, in cijfers en afbeeldingen.
222
Het aantal goedgekeurde generieke gezondheidsclaims. Een overzicht vind je op http://ec.europa.eu/nuhclaims/resources /docs/euregister.pdf.
1,2 mm
De minimale grootte van het lettertype.
Het natriumgehalte moet vervangen worden door het zoutgehalte per 100 g en per portie.
Sterolen/stanolen Producten verrijkt met deze ingrediënten moeten voorzien zijn van 8 verplichte vermeldingen.
1 0 > Food in action.com - september 2012
Momenteel is geen enkele claim voor probiotica toegelaten. Al deze claims worden momenteel opnieuw geëvalueerd.
15%
Om als bron van vitaminen of mineralen te worden beschouwd moet een voedingsmiddel minstens 15% van de Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid van deze voedingsstoffen bevatten (significante hoeveelheid) per 100 g product of per portie als de verpakking slechts één portie bevat. Voor dranken bedraagt deze ‘significante hoeveelheid’ 7,5% per 100 ml.
Bij een cafeïnegehalte van meer dan 150 mg/l moet de verpakking voorzien zijn van de volgende vermelding: ‘hoog cafeïnegehalte, niet aangeraden voor kinderen en voor vrouwen die zwanger zijn of borstvoeding geven’, samen met het cafeïnegehalte van het product.
Het land of de plaats van herkomst moet verplicht vermeld worden op bepaalde vleessoorten: varkensvlees, gevogelte, schapenen geitenvlees.
1600 Het aantal claims dat de Europese autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft verworpen.
14
Het aantal stoffen of producten die
allergieën of voedselintoleranties
veroorzaken. Deze moeten verplicht vermeld worden in de ingrediëntenlijst.
Verplichte vermelding van de voedingswaarde De volgorde van de informatie is gewijzigd: het energiegehalte moet nu onmiddellijk gevolgd worden door de hoeveelheid vetten en verzadigde vetzuren, koolhydraten en suikers, vezels, eiwitten en zout.
De nanomaterialen zijn duidelijk gedefinieerd.
Aanvullende voedingswaarde De verplichte voedingswaarde kan aangevuld worden met het gehalte aan enkelvoudig onverzadigde vetzuren, meervoudig onverzadigde vetzuren, polyolen, zetmeel, vitaminen en mineralen (indien aanwezig in significante hoeveelheden).
De herkomst van oliën en geraffineerde plantaardige vetten moet verplicht vermeld worden.
Natuurlijk
2014
Het Koninklijk Besluit van 29 maart 2012 schaft het verbod af op de vermelding of afbeelding van organen op de verpakking, maar de woorden ‘ziek’, ‘ziekte’, de naam van ziekten of de symptomen mogen niet vermeld worden, tenzij het gebruik van een claim is toegestaan in het kader van de Europese Verordening 1924/2006.
Het gebruik van de termen ‘natuurlijk’, ‘puur’ en ‘vers’ is voortaan gereglementeerd.
De overgangsperiode op Europees niveau voor de toepassing van Verordening 1169/2011 loopt tot 13 december 2014.
Food in action.com - september 2012 > 1 1
Pharma
co
Eet je soep op
daar word je groot van! Hoe vaak nemen ouders die woorden niet in de mond? maar alleen door dat zinnetje worden kinderen natuurlijk niet groot. Soep speelt weliswaar een zekere rol, maar nog belangrijker zijn de juiste voedingsstoffen die de foetus en het kind helpen bij de groei en de ontwikkeling. niet pas als er soep op tafel komt, maar al heel wat eerder! met sommige voedingsstoffen, zoals vitamine b9, begin je het beste al voor de conceptie!
1 2 > Food in action.com - september 2012
In DIT ArTIkel vitamine b9 en b12, omega 3- en omega 6-vetzuren,... welke voedingsstoffen zijn essentieel voor opgroeiende kinderen?
Weken
U
it talloze wetenschappelijke studies blijkt dat folaten al heel vroeg een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van de foetus. Dat komt omdat ze betrokken zijn bij de synthese van DNA, essentieel voor de normale celdeling van de eicel en de ontwikkeling van het embryo. Ook hebben vele studies aangetoond dat foliumzuur een belangrijke functie vervult bij het voorkomen van misvormingen in het centrale zenuwstelsel. De vorming van het centrale zenuwstelsel begint al vroeg in de embryonale ontwikkeling, rond de achttiende dag na
vitamine b9 en b12 Om actief te zijn in ons lichaam moet foliumzuur eerst worden omgezet in folaat. De molecule wordt daarom gereduceerd tot tetrahydrofolaat (THF), dat vervolgens een methyleengroep ontvangt (-CH2-, gebonden op N5 en N10). Zo ontstaat 5,10-methyleentetrahydrofolaat (= 5,10-MTHF). De methyleengroep van deze verbinding wordt gebruikt voor de synthese van het DNA. De reductie van 5,10-MTHF tot 5-methyl-THF is een al even belangrijke stap voor het metabolisme. Deze omzetting is te danken aan het enzym methyleentetrahydrofolaatreductase (= MTHFR). Deze methylgroep (CH3-) wordt eveneens doorgegeven en bindt zich aan homocysteïne, dat daarna wordt omgezet in methionine. Vervolgens bindt methionine zich aan adenosyl en zo wordt adenosylmethionine gevormd. Daarbij komt het koolstofatoom vrij voor de methylering van het DNA/RNA. De methylering van homocysteïne tot methionine gebeurt door methioninesynthetase. Vitamine B12 is onderdeel van een co-enzym dat noodzakelijk is voor deze transformatie. Een tekort aan vitamine B12 kan deze reactie dus hinderen, ook al beschikt het organisme over voldoende foliumzuur. Het is dan ook nodig om te zorgen voor een adequate inname van vitamine B12.
de bevruchting van de eicel. De hersenen en het ruggenmerg ontwikkelen zich snel in het nog zeer kleine embryo (3-4 mm). Zo wordt de neurale plaat gevormd, die overgaat in een groef waarvan de wanden geleidelijk dichter bij elkaar komen en zich van boven naar beneden sluiten. Rond de zesentwintigste dag van de zwangerschap komt zo de neurale buis tot stand. Precies op dit kritieke moment lijkt foliumzuur een uiterst belangrijke rol te spelen, al is het mechanisme daarachter nog niet opgehelderd. Is er onvoldoende foliumzuur, dan bestaat het risico dat de wanden van de neurale buis zich niet volledig sluiten. Dat kan aanleiding geven tot misvormingen, ook wel neuralebuisdefecten (NBD) genoemd. Het bekendste defect is spina bifida of myelomeningocèle, waarbij de rug van het pasgeboren kind niet volledig gesloten is. Vele studies bevestigen de hypothese dat de inname van foliumzuursupplementen het risico op misvormingen van dit type kan verminderen. De huidige aanbevelingen pleiten voor een dagelijkse inname van 400 microgram enkele maanden voor de zwangerschap, tijdens de zwangerschap en zolang de moeder borstvoeding geeft.
kan het verrijken van de voeding met foliumzuur een oplossing bieden? Het lijkt erop dat vrouwen hierover onvoldoende geïnformeerd worden. Een analyse van 52 studies uitgevoerd in 20 westerse landen heeft namelijk aangetoond dat, tussen 1999 en 2001, 0,5 tot 52% van de vrouwen foliumzuur innam als voorbereiding op de zwangerschap. En in landen waar bewustmakingscampagnes werden gehouden, bereikten die nooit een slaagpercentage van meer dan 50%1. Enkele landen, zoals Zwitserland of de Verenigde Staten, kwamen daarom op het idee om bepaalde voedingsmiddelen te verrijken met folaten om het voor vrouwen gemakkelijker te maken hun behoeften te dekken via hun voeding. Zo wil de stichting Folsäure Offensive Schweiz (“Foliumzuuroffensief Zwitserland”)2 foliumzuur toegankelijker maken voor de Zwitserse bevolking door een bepaalde reeks voedingsmiddelen te verrijken met tarwekiemen rijk aan folaten of met synthetisch foliumzuur.
Food in action.com - september 2012 > 1 3
Pharma
co
Zuigelingen hebben meer vetten nodig dan volwassenen.
De sleutels tot groei en ontwikkeling Er zijn natuurlijk ook andere noodzakelijke voedingsstoffen, essentiële vetzuren bijvoorbeeld. Tijdens de groei mag de inname van vetten dan ook niet verwaarloosd worden, want vetten zijn goede bronnen van vitamine E en omega 3- en omega 6-vetzuren, die jonge kinderen dagelijks broodnodig hebben. Docosahexaeenzuur (DHA) is in dit opzicht essentieel: het speelt een belangrijke rol in de opbouw van de hersenmembranen en in het visuele en neurologische ontwikkelingsproces. Vergeet niet dat zuigelingen meer vetten nodig hebben dan volwassenen. Het is dus belangrijk om ervoor te zorgen dat er voldoende vetten in de voeding aanwezig zijn, en dan vooral essentiële vetzuren die niet door het lichaam kunnen worden aangemaakt. Een adequate inname van meervoudig onverzadigde vetzuren (omega 3 en omega 6) is inderdaad fundamenteel bij kinderen, vooral omdat die: • de energie leveren die het lichaam nodig heeft om goed te functioneren, • zorgen voor een goede werking van de cellen, • bijdragen tot het optimaal functioneren van de hersenen (aandachtig zijn, leren, enz.). Ouders wordt dan ook aangeraden om een paar eetlepels plantaardige olie (uit koolzaad, bernagie, tarwekiemen, zonnebloempitten, … ) toe te voegen aan aardappelpuree, pasta of rauwkost. Ook margarine op brood of bij verse groenten is een goede manier om ervoor te zorgen dat kinderen voldoende vetzuren binnenkrijgen.
1 4 > Food in action.com - september 2012
Welke stoffen zijn verder nog belangrijk? • Zink: speelt eveneens een rol bij de celdeling en de groei. Studies hebben aangetoond dat het sterftecijfer lager ligt bij kinderen die zinksupplementen krijgen 3. Zinksupplementen bevorderen bovendien de groei en de gewichtstoename bij onvolgroeide kinderen of kinderen met ondergewicht4. • Calcium en vitamine D: zijn essentieel voor de vorming van het skelet en de botgroei. Maar calcium zou ook een impact kunnen hebben op de gewichtscontrole en de bloeddruk, en zorgt ervoor dat het zenuwstelsel, de spieren en het hart goed werken. • Jodium: speelt een rol bij de ontwikkeling van de cognitieve en neurologische functies. • IJzer: is essentieel voor de groei en voor de ontwikkeling van de psychomotorische functies. Het verbetert ook de weerstand tegen infecties.
Apr nathalie Dumont
referenties: 1. Ray J.G. et al., Br J Obstet Gynaecol, 111(5):399-408, 2004. 2. www.folsaeure.ch/fr 3. Brooks et al., Lancet, 366: 999-1004, 2005.Sazawal et al., Pediatrics, 108: 1280-1286, 2001.Baqui et al., Br Med J, 325: 1059-1065, 2002. 4. Brown et al., Am J Clin Nutr, 75: 1062-1071, 2002.
PublirePortage sePtember 2012
Een andere kijk op hamburgerrestaurants Maar hoe verhoudt een hamburgermenu bij Quick zich tot het aanbod in de rest van de fastfoodsector? Om dat te bepalen voerde het Instituut Paul Lambin op verzoek van Quick een vergelijkende studie uit van de verschillende fastfoodvormen: van het klassieke “Club”-broodje tot een slaatje geitenkaas, maar ook pizza, durum, een portie quiche, pasta in meeneemverpakking en een pak friet*. De studie plaatst een hamburgermenu bij Quick op een zeer redelijke plaats, met name voor wat het calorie- en vetgehalte betreft.
EnErgiE (kcal per portie)
427
VETTEn
(g per portie)
303
578
548
686
620
783
759
1007
894
1091
1055
85
groot pak friet met andalousesaus - 397 g
67
slaatje geitenkaas met spekblokjes - 489 g
62
Durum klassiek met knoflooksaus - 430 g
53
Medium Giant-Menu met frietjes van Quick - 292 g
50
Pizzamenu voor 1 persoon (pizzaketen) - 328 g
39
“Club”-broodje - 321 g
38
Zomermenu met een slaatje en een broodje (snelrestauratieketen) - 252 g
32
slaatje met kipblokjes en emmentaler - 427 g
27
Medium Hamburgermenu met frietjes van Quick - 221 g
22
Croque-monsieur met slaatje, dressing en ketchup - 323 g
19
Hoorntje pasta met bolognaisesaus en geraspte kaas - 563 g
19
boterhammenbord (“gemeenschappelijke tafels”) - 205 g
19
een portie quiche (snelrestauratieketen) - 122 g
* om een vertekend resultaat te voorkomen bij de interpretatie werd de drank niet opgenomen in de voedingswaardeberekeningen. De consument kan immers steeds kiezen voor een drankje met of zonder suiker, in het gewenste formaat.
1347
lees het volledige dossier met de analyseresultaten van de studie en het voedingsengagement van Quick op
www.foodinaction.com
Info
intox
obesitas:
een kwestie van energieverbruik?
lichaamsbeweging speelt een rol in de energiebalans, zoveel is zeker. De vraag is echter of die rol bij de ontwikkeling van obesitas even belangrijk is als die van de voeding...
N
agenoeg iedereen is het erover eens dat overmatig eten en onvoldoende bewegen de hoofdfactoren zijn in de razendsnelle opmars van obesitas de afgelopen decennia. Als we echter meer in detail proberen te treden, zijn de wetenschappers het nog lang niet eens over de exacte bijdrage die elke factor levert. Vooral de levensmiddelensector schuift graag de rol van lichaamsbeweging naar voren, waardoor die van de voeding naar de achtergrond verdwijnt. Vaak wordt de minder sedentaire levensstijl van onze voorouders aangehaald als belangrijkste element in onze onevenwichtige energiebalans. Het verschil tussen onze westerse levensstijl en die van onze jagende en voedsel verzamelende voorouders is echter op slechts heel weinig fysiologische gegevens gebaseerd. Door nieuw onderzoek naar jagers-verzamelaars komt die visie bovendien grotendeels op losse schroeven te staan…
Slanker en actiever, maar toch… Antropoloog Herman Pontzer (Hunter College, New York) en zijn collega’s deden onderzoek* bij de Hadza, een volk van traditionele jagers-verzamelaars dat in de savanne in Noord-Tanzania leeft. Zij besteden hun tijd hoofdzakelijk aan het zoeken naar voedsel, dat bestaat uit wilde planten en wild. Met de dubbel gelabeld water methode maten de onderzoekers het dagelijkse energieverbruik van dit volk om het te vergelijken met het westerse verbruik. Het Physical Activity Level (PAL) van de Hadza ligt logischerwijs hoger dan dat van hun westerse medemens,
1 6 > Food in action.com - september 2012
en hun gehalte aan lichaamsvet ligt duidelijk lager. Verrassend genoeg blijkt er echter geen enkel verschil op het vlak van het werkelijke dagelijkse energieverbruik, na correctie voor het gewicht.
Identiek metabolisch verbruik Ook het metabolisch verbruik van wandelen en het verbruik in basale omstandigheden blijken gelijkaardig voor beide groepen. We wisten al wel dat een actieve levensstijl het energieverbruik deed stijgen, maar deze resultaten suggereren met andere woorden dat ook de westerse levensstijl tot een groter energieverbruik zou leiden. Volgens de auteurs zou dat een teken kunnen zijn van de in hoge mate onafhankelijke evolutie van de culturen. Het idee dat de huidige westerse levensstijl verband houdt met een daling van het energieverbruik, wat obesitas zou veroorzaken, komt daardoor op losse schroeven te staan. Aangezien het energieverbruik blijkbaar niet daalt, denken de auteurs zelfs dat we de grootste verantwoordelijke voor de huidige obesitasepidemie eerder bij de stijging van de energie-inname moeten zoeken. nicolas Guggenbühl
referentie: * Pontzer H. et al., PLoS ONE, 7(7): e40503.
Nadat Prodimed in Nederland zeer succesvol een netwerk van 250 diëtisten heeft opgezet, willen we nu in België een samenwerking opbouwen met enthousiaste diëtisten.
Bent u diëtist(e)?
Word dan verkooppunt van Prodimed! Prodimed is een behandelprogramma, waarmee volwassenen met overgewicht snel, doeltreffend, duurzaam en veilig kunnen afslanken. Prodimed is een proteïnedieet. Als u Prodimed verkooppunt wordt, kunt u rekenen op professionele en degelijke begeleiding. Het Prodimed behandelprogramma berust op een wetenschappelijke en medische basis en vereist de nodige kennis en kunde. Daarom ontvangt u een gratis online training waarin wij van u een specialist maken op het gebied van het proteïnedieet.
Uw voordelen: • geen eigen investering, geen risico • landelijke marketing ondersteuning (advertenties, enz.) • regio bescherming • gratis uitgebreide documentatie voor u en uw cliënt • helpdesk met deskundige ondersteuning • gratis vermelding op de Prodimed-website • gratis online training • eenvoudig producten bestellen via online bestelsysteem
Dragonder 13c, 5554 GM Valkenswaard telefoon: +31 (0)40 207 4405 e-mail:
[email protected], www.prodimed.be
Scan deze QR-code met uw smartphone of kijk op www.prodimed.nl/verkooppunt-worden:
nutri
trends
Dossier
De
moderne
keuken
1 8 > Food in action.com - september 2012
In DIT ArTIkel Het keukengerei van de 21e eeuw staat in het teken van de foodmania en de zin voor innovatie. Gezond eten saai? nee hoor, integendeel!
koken was nooit zo populair als vandaag. Hoe leven we ons tegenwoordig uit achter het fornuis? We nemen de laatste trends onder de loep, van de meest praktische tot de meest speelse, van onmisbaar tot nutteloos…
O
nze eetgewoonten blijven maar evolueren. Voeding staat meer dan ooit tevoren centraal. Onze relatie met voeding lijkt onze levensstijl en culturele identiteit te bepalen. Hoe weerspiegelt de keuken van gisteren zich in de keuken van vandaag?
© Lé
We gaan op zoek naar de beste, meest evenwichtige en goedkoopste producten, en kruipen vervolgens achter het fornuis om ‘huisgemaakte’ maaltijden te bereiden. Dankzij origineel keukengerei kunnen we lekker innoveren en ons heerlijk laten gaan… De keuken is rijk aan ervaringen: we kunnen er versieren, mixen, stempelen, koken, snijden, opkloppen… De winkelrekken liggen vol keukengerei in allerlei vormen en kleuren, tot groot genoegen van de keukenpieten, ook wel gekend als foodies en foodista’s. De fabrikanten van keukengerei hebben het goed begrepen: deze foodmania is nog lang niet overgewaaid! Ze moeten dan ook inspelen op deze zin voor innovatie door elke nieuwe tool onmisbaar te maken in de keuken. Er is zo veel keus dat we zelfs niet meer weten wat we zouden moeten aanschaffen: groentesnijders met motiefjes, spuitvormen, sifons of taartvormen met voorgesneden porties… je kunt het zo gek niet bedenken. Het keukengerei van de 21e eeuw is praktisch, speels, kleurrijk en functioneel, en moet het koken leuker maken en een beetje plezier aan tafel brengen. Weg met alle vooroordelen die zeggen dat gezond eten maar saai is!
kué
De keuken krijgt een flinke boost
voedingsmiddelen niet aan. Het belangrijkste is misschien wel dat siliconenvormen niet kleven. Het is dus niet nodig om toegevoegde vetstoffen te gebruiken (je haalt je bereiding even gemakkelijk uit de vorm). Zo is het motto van de Spaanse producent van kleurrijke siliconenkeukengerei Lékué 1 ‘recepten tot leven brengen’. Stoomkokers in allerlei vormen (stoomkokers die wel koffertjes lijken met twee flappen, of met verschillende etages, als papillot of stoofpannetje,…), citruspersen en zelfs citrussprays, opscheplepels en schuimspanen, broodvormen, hermetisch afsluitbare en uitklapbare dozen en deksels, bewaardozen voor porties van 100 ml of 250 ml, sandwichetuis, ovenhandschoenen, individuele taartvormen, koekjesvormen met individuele porties en motiefjes, versierpotloden met reservoir die de gepaste naam Decopen dragen, ijs- en ijsblokvormen in allerlei formaten… Je vindt zowat alle soorten keukengerei in dit materiaal!
etikettenlexicon We hebben er al een gewoonte van gemaakt om de etiketten van voedingsmiddelen goed te lezen. Nu is het tijd om bewaardozen en keukengerei grondig te bekijken en hun
Silicone in alle vormen en maten Platinasilicone is het materiaal bij uitstek voor keukengerei. Het is flexibel, resistent en hygiënisch. Bovendien weerstaat deze stof aan hoge temperaturen (van -60°C tot 220°C!). Silicone laat geen enkel residu achter en tast de smaak van
Food in action.com - september 2012 > 1 9
trends
© Lékué
nutri
bestanddelen te analyseren. Als het gaat om ons voedsel zijn we altijd wantrouwig, en dat is maar goed ook: denk maar aan de voedselcrisissen. Weg met zuigflessen die Bisfenol A bevatten en leve de ‘milieuvriendelijke’ pannen! Bisfenol A (BPA) is een chemische stof die wordt gebruikt bij de vervaardiging van bepaalde plastics. Onlangs werd inderdaad aangetoond dat deze stof risico’s inhoudt voor de gezondheid. Over de giftigheid van bekledingen als Teflon of perfluoroctaanzuur (PFOA) bestaat ook heel wat controverse en daarom grijpen consumenten naar traditionele pannen in keramiek, glas of inox, en naar nieuwe, milieuvriendelijke bekledingen. De groene trend wordt almaar populairder. Deze materialen worden voorgesteld als veiligere alternatieven en ‘gezonde’ accessoires, al moet je bij deze pannen wel vetstoffen gebruiken. We mogen echter niet vergeten dat de giftigheidsgraad van deze potten en pannen voornamelijk bepaald wordt door het gebruik ervan. De oplossing: langzaam bakken en braden zonder te oververhitten.
keukenrobots Multifunctionele apparaten, die trots op het werkblad worden tentoongesteld als een designvoorwerp, kennen ook een groot succes. Deze keukenrobots maken ons het leven eenvoudiger. Ze beantwoorden beter aan onze levensstijl – we willen lekker eten, maar hebben weinig tijd. Deze apparaten hebben alle functies die we nodig hebben voor het bereiden van onze maaltijden: mengen,
2 0 > Food in action.com - september 2012
De giftigheidsgraad van pannen wordt vooral bepaald door het gebruik ervan. kneden, mixen, opkloppen, raspen, snijden en fijnhakken… Het ‘volstaat’ om alle ingrediënten in de kom te gieten en de keukenrobot doet al het werk. Sommige modellen kunnen zelfs koken, braden, frituren, sudderen of stomen! Wil je zo’n keukenrobot, dan moet je wel diep in de buidel tasten, want de prijs kan soms oplopen tot meer dan €1.000…
kleine pareltjes Design heeft nu ook zijn intrede gemaakt in de keuken. Keukengerei is nu immers omgetoverd tot een kunstvoorwerp (of wordt althans zo beschouwd). Een garde kan tegenwoordig veel meer dan enkel opkloppen. We vullen de hele keuken met deze prachtige hulpmiddelen. Het is ook niet verrassend meer om keukens te zien die deel uitmaken van de woonkamer. Centrale werkblokken en andere meubelen, zoals bars of ontbijttafels, zijn tegenwoordig volwaardige delen van de woonkamer. De keuken lijkt weer een centrale plaats te krijgen in huis, net als de kachel of de haard van weleer. Achter dit keukengerei en deze voedingsmiddelen schuilt in werkelijkheid een veel ruimer onderzoeksveld. De ‘Ecole supérieure des Arts
de l’Académie royale des Beaux-arts’ in Brussel (ARBA-ESA)2 startte onlangs met een universitaire mastercursus, genaamd ‘Executive Master Food Design’. Eind september 2012 zal het nieuwe academiejaar van start gaan. In het multidisciplinaire studieprogramma komen heel wat thema’s aan bod, van gastronomisch schrijven tot sociologie, fotografie, diëtiek, geschiedenis en design. Voeding is zonder twijfel een ruim onderzoeks- en expertiseveld geworden. Onze relatie met voeding lijkt nu wel primordiaal geworden. En dat is goed nieuws, want onze voeding is verantwoordelijk voor onze gezondheidstoestand, of die nu goed of slecht is! Onze eetgewoonten hebben een invloed die veel verder reikt dan onze keukenkastjes… Wie had dat ooit gedacht?! Annabelle boffa
referentie: 1. www.lekue.be/en 2. Bekijk het studieprogramma op http://food-design.arba-esa.be
Bekijk het volledige dossier op
www.foodinaction.com
Granen: onmisbaar bij het ontbijt, elke dag weer Het ontbijt speelt een sleutelrol in onze dag. Het belang van een goed ontbijt op de prestaties van de ochtend en op het structureren van de maaltijden moet niet meer worden aangetoond. Nochtans wordt deze maaltijd nog te vaak verwaarloosd of zelfs overgeslagen, door gebrek aan tijd of eetlust of motivatie. Het ontbijt levert de energie die nodig is om een dag goed te beginnen! Hierbij is variatie belangrijk door bijvoorbeeld granen, fruit en zuivelproducten te combineren.
Om de keuzemogelijkheden voor een evenwichtig ontbijt uit te breiden, brengt LU Petit Déjeuner nu ook een product met fruitsmaak, LU Petit Déjeuner “Vijgen”. Deze eerste fruitsmaak in het ‘classic’ assortiment is rijk aan vezels.
LU Petit Déjeuner combineert gebruiksgemak met een kwalitatieve en voedzame samenstelling Een hoog granengehalte: 61% (55 tot 70%) Een bron van koolhydraten: 67% (63 tot 70%) Een bron van vezels: 4,8 g (3,7 tot 7,6 g) Alle LU Petit Déjeuner ontbijtkoekjes bevatten een selectie van vijf volkorengranen • 2 nieuwe recepten: “Vijgen” en “Tartiné” smaak Choco-Hazelnoot • • • •
En voor wie echt geen tijd heeft om te ontbijten stelt LU de nieuwe LU Petit Déjeuner “Tartiné” smaak Choco-Hazelnoot voor. “Tartiné” is een heerlijk en evenwichtig alternatief met een stuk fruit, een yoghurt en een warme drank voor de vochtregeling.
nutri
trends
Dorstlesser of toverdrank? neen, water is al lang geen water meer en nog minder is een drankje nog gewoon een drankje. De consument probeert nu zijn gading te vinden in het aanbod, maar ziet hij door het bos de bomen nog?
2 2 > Food in action.com - september 2012
In DIT ArTIkel Zuiverende en detoxdrankjes worden onze hedendaagse toverdranken, net als water. een woordje uitleg.
D
e markt onderging een ware fyto-kuur. De tendens lijkt ingegeven door een trendy drang om het lichaam te ontgiften of “detoxen”. Daarnaast is er een duidelijke behoefte aan een dagelijkse oppepper of “energybooster” tijdens onze drukke dagen. Er wordt teruggegrepen naar al dan niet gefermenteerde kruidenmengsels, planten en plantenextracten, liefst al eeuwen gekend (en ondertussen op de achtergrond geraakt) en bij voorkeur afkomstig uit verre oorden zoals ZuidAmerika of Azië. Tot slot, is er de niet te ontkennen tendens om terug te keren naar de natuur.
Zuiverende dranken volgens een eeuwenoude traditie Het merk “Carpe Diem” biedt die een keuze tussen drie verschillende variëteiten op basis van “kombucha”. De website doet je wegdromen naar een verre Aziatische bestemming. Dit is niet toevallig want de basis of het geheim van deze reeks dranken zou teruggaan tot 221 voor Christus. Het drankje wordt samengesteld op basis van thee extracten die een fermentatieproces ondergaan door middel van “kombucha” culturen (het gaat om gistculturen en bepaalde bacteriën). Het eindresultaat zou “verschillende organische zuren en specifieke enzymes die koolhydraten afbreken bevatten zodat het geheel erg verteerbaar zou zijn”. Of de consument al dan niet voordelen ondervindt na het drinken van deze dranken kan het best overgelaten worden aan zijn of haar gevoel. Belangrijker zal zijn om na te gaan hoeveel suiker dit drankje aanbrengt. Het gaat om een kleine 7g per 100 ml. Het volume van het flesje (500 ml) verzekert (doorgaans) een effectieve consumptie van de ganse fles. Op deze manier wordt al snel 140 kilocalorieën opgenomen!
“Tao” heeft verder ook een expliciete boodschap dat het een lage glycemische index heeft. Dit wordt waarschijnlijk verklaard door de aanwezigheid van fructose waarmee het exclusief gezoet werd. De voorgaande serie dranken hadden al dezelfde voorkeur voor fructose. Overmatig gebruik van fructose is niet aangeraden. Een gezonde afwisseling is ook hier aangewezen. Voor het overige wordt het gezoet door vruchtensappen. De kilocalorische aanbreng van een blikje is niet verwaarloosbaar al is het ongeveer 30% minder dan een gemiddelde gesuikerde frisdrank. Ook de andere drie “Tao” varianten koppelen telkens een welbepaald bij voorkeur oosters kruid, vrucht of plantenextract aan een specifiek voordeel voor de gebruiker ervan.
De tendens lijkt ingegeven door een trendy drang om het lichaam te ontgiften of “detoxen”. Cafeïne uit groene koffiebonen zijn ook één van de ingrediënten in “Nalu” die net als de “Tao - Energy” als aanbrenger van energie naar voor geschoven wordt. Er is een duidelijk verschillende kilocalorische aanbreng (7,2 tov 4,6 g/100 ml). Op vlak van cafeïne aanbreng scoort Nalu dan weer hoger met 32 mg/100 ml). Nalu gaat niet mee in het Oosters thema en houdt het bij een licht exotische, sportieve toets. Andere dranken die ook cafeïne en guarana bevatten zijn o.a.“Monster” en “Burn” die respectievelijk 11 g en 14,3 g suiker bevatten. Beiden hebben een hoge cafeïne aanbreng.
Dagelijkse opkikker Het drankengamma “Tao” beweegt zich ook in de richting van het Oosten. Rond de merknaam hangt een zweem van religie die alludeert naar het taoïsme, die - zonder hier al te diep op in te gaan - dé essentie nastreeft. Eén van de vier varianten, “Energy”, bevat naast “kombucha” ook cafeïne van groene koffiebonen en guarana extract. Guarana is nog zo’n exotische plant die in nogal wat nieuwe dranken wordt verwerkt. De plant komt voor in Brazilië en zou rijk zijn aan tannines en cafeïne. In de ingrediëntenlijst geeft “Tao” dan ook aan hoeveel cafeïne er in het blikje zit (nl. 25 mg/100 ml).
Kenmerkend aan quasi alle energiedranken is dat extra vitamines toegevoegd worden. Binnen een normale gezonde en gevarieerde voeding is dit eigenlijk niet nodig maar kan een consument aanspreken. De lijst van energie dranken met exotische additieven zal in de toekomst ongetwijfeld verder uitgebreid worden. Het spreekt voor zich dat de consument steeds gewaarschuwd moet worden voor overmatig gebruik van stimuli zoals cafeïne.
Food in action.com - september 2012 > 2 3
nutri
trends
Terugkeer naar de natuur Ontgiften, terugkeer tot de essentie, in dit verhaal kan de natuur niet ontbreken. Vruchtensappen en papjes in alle varianten, bij voorkeur het biologische type, willen een plaats veroveren op de markt. Het type smoothie wordt hier verder buiten beschouwing gelaten. Opvallend is de verschijning van “Bionina”. Dit merk biedt vier soorten troebele vruchtendrank aan. Ze zijn schattig verpakt in een bijna ouderwets glazen flesje met een etiket dat uitblinkt in eenvoud. Het kleine etiket aan de achterzijde verdient echter ook alle aandacht want dit lieflijk drankje heeft een suikergehalte van 12 g/100 ml. Ditmaal wordt rietsuiker gebruikt. Er was het verhaal van “Dille en Kamille” die een drankje van het merk “Breckland Orchard” invoerde. Een natuurlijk uitziend drankje dat volledig paste in het plaatje van “natuurlijke eenvoud” dat past bij de keten. Het werd weliswaar recent teruggeroepen omwille van problemen door drukvorming in het flesje. Bij de categorie fruitsappen wordt soms extra pulp toegevoegd, er sprake is van natuurlijke (al dan niet troebele) frisdrank, enz… Een groot aanbod inderdaad maar het etiket goed overlopen zal nodig zijn om de consument de juiste keuze te laten maken.
Wat met water? In de opsomming van “de natuur” hierboven geïnitieerd, hoort ook de categorie water. Het onderscheid tussen de verschillende soorten water is bij wet goed gereglementeerd. Dit maakt dat ondanks het grote aanbod, er een alternatief zal zijn dat overeenstemt met ieders voorkeur, behoefte en budget. Voor wat betreft “water met smaakje” is de situatie
2 4 > Food in action.com - september 2012
enigszins anders. Het tempo waarmee nieuwigheden op de markt komen lijkt niet meer bij te houden. Toch lijkt de grens met andere laagcalorische dranken te vervagen.
bier of frisdrank of iets in het midden? Dan is er nog de trend naar gefermenteerde frisdranken zoals “Jupiler Force” of ook “Tumult” (dat voorlopig enkel in Parijs te verkrijgen is). Waarschijnlijk past deze ergens tussen de drie aangegeven tendensen. Het lijkt een alternatief te bieden voor de (jong) volwassene die iets anders wil als aperitief. De aanbreng energie hangt af van de gekozen smaak. Bij Force loopt de aanbrenge suikers niet gelijk met de koolhydraataanbreng. Een blik “Force” brengt 36,36 kcal per 100 ml aan. En een blik “Tumult” brengt 24 kcal per 100 ml aan.
Wat zegt de toekomst? Het aanbod zal steeds meegaan met bepaalde tendensen. Een nuchtere kijk met aandacht voor het etiket kan duidelijkheid bieden. Het aanbod breidt uit en de categorieën vervagen maar één ding staat vast: er is voor elk wat wils. nathalie Ameloot, Diëtiste
In DIT ArTIkel Twitteren, chatten, posten,… Het zijn allemaal nieuwe manieren om te communiceren. een kijk op communicatie via sociale netwerken bij voedsel- of gezondheidscrisissen.
Sociale netwerken & voedselveiligheid,
een mes dat aan twee kanten snijdt In 1999 deed de dioxinecrisis de belgische regering-Dehaene vallen. kort daarop daverde europa op zijn grondvesten door de dollekoeiencrisis. Twee crisissen van formaat die het grote publiek nog lang niet is vergeten… en die zich afspeelden in een tijd waarin nog geen sprake was van sociale netwerken! vandaag komen patiënten en diëtisten dagelijks in aanraking met deze media. een positieve trend? virtuele informatie kan de voedselveiligheid verbeteren… zolang die informatie correct, gecontroleerd en doelgericht is!
nutri
trends
M
et Facebook en Twitter is onze manier van communiceren ingrijpend veranderd, ook als het gaat om de positieve of negatieve impact van voeding! Zodra een risico wordt gedetecteerd, zal een bedrijf of regering onmiddellijk een crisiscel oprichten. Die moet zo goed mogelijk reageren op de noodsituatie, en dan met name op het gebied van kwaliteit en communicatie (juridisch en commercieel). Daarnaast wordt het traceerbaarheidssysteem geactiveerd om te bepalen waar het probleem precies is ontstaan en na te gaan wat er uit de rekken moet worden gehaald. Onlangs nog maakte het schandaal met de bacterie E. coli duidelijk dat voedselcrisissen in een gemondialiseerde voedselmarkt steeds zichtbaarder zijn. Het is dus van fundamenteel belang om bij een crisis zo snel mogelijk transparant en doelgericht te communiceren.
Zijn sociale netwerken nuttig? Sociale netwerken zijn een plek waar je met anderen informatie deelt en uitwisselt. Vaak beschouwen bedrijven hun Facebook-pagina bijvoorbeeld als een bijkomend medium voor eenzijdige communicatie. Bij een voedselcrisis is het gebruik van sociale netwerken om te communiceren en op aangepaste en doelgerichte manier te reageren op de angsten van de consument, een van de beste manieren om je imago
Woordenlijst Twitter: gratis platform voor microblogging, waarop je korte boodschappen (140 tekens) of tweets kunt verspreiden aan een lijst van persoonlijke contactpersonen. LinkedIn: onlineservice waarmee je een professioneel netwerk kunt uitbouwen. Je kunt de dienst omschrijven als een netwerk van kennissen dat de dialoog tussen professionals bevordert.
als merk te beschermen en de strijd aan te binden met de gevolgen van de crisis. Twee recente voorbeelden hebben dat bewezen: • Een pizzabedrijf was het slachtoffer geworden van een virale video waarin enkele medewerkers lieten zien hoe je op weinig hygiënische manier een pizza bereidt. Het bedrijf in kwestie reageerde met een video van de algemeen directeur die het goede voorbeeld gaf: hij bakte pizza’s ‘op de wijze van het bedrijf’ en stond persoonlijk in voor de kwaliteitsgarantie. • Tijdens de crisis die een fastfoodketen begin 2011 doormaakte na het overlijden van een jonge klant, reageerde de groep snel. In minder dan 48 uur werd de website aangepast en verscheen er op de site een banner over de crisis, die doorlinkte naar de bedrijfspagina op Facebook. Daar communiceerde het bedrijf razendsnel en in de eerste plaats aan de consumenten (167.000 fans van het merk). Het bedrijf maakte ook een speciale consumentenwebsite aan.
Gezondheidsveiligheid van individuen Sociale netwerken kunnen ook bij gezondheidscrisissen een onmisbare troef zijn. Facebook en Twitter zou je kunnen gebruiken voor het opsporen van ziekten als gevolg van een bepaald voedingsmiddel. Een recent onderzoek dat in de Verenigde Staten is gepubliceerd (‘Potentieel van sociale netwerken als onderdeel van systemen voor de bewaking van de voedselveiligheid en voedselterrorisme’) belicht die mogelijkheid, die momenteel nog maar weinig wordt gebruikt.
2 6 > Food in action.com - september 2012
Hoe zou je dat dan concreet moeten doen? Je zou detectiealgoritmen moeten ontwikkelen om te zoeken naar specifieke symptomen die internetgebruikers publiceren: diarree, overgeven en koorts bijvoorbeeld. Die woorden zouden een eerste aanwijzing kunnen leveren voor een voedselgerelateerde ziekte. In de praktijk zullen de sociale netwerken volgens dit onderzoek de systemen voor gezondheidsbewaking uiteraard niet vervangen, maar ze zouden wel de detectietools voor het uitbreken van ziekten kunnen helpen verbeteren1.
kijk uit met Facebook en Twitter! Zullen sociale netwerken het leven van huisartsen en patiënten concreet veranderen? De patiënten hebben vandaag veel meer informatie over voedselrisico’s, vergiftigingen en zelfs een onevenwichtige voeding. Dat wil echter nog niet zeggen dat ze ook beter geïnformeerd zijn. Professionele gezondheidswerkers krijgen in hun praktijk dagelijks te maken met die interferentie van de virtuele wereld en moeten dan de verkeerde of opzettelijk onjuiste informatie weerleggen die patiënten op sociale netwerken hebben gevonden. In dat laatste geval wordt vaak van een hoax gesproken: een vals bericht dat via sociale netwerken wordt verspreid en geruchten op gang brengt die desastreus zijn voor het imago of de reputatie van een bepaald merk of een persoon. Er zijn voorbeelden genoeg: citroenen zouden 10.000 keer doeltreffender zijn tegen kanker dan chemotherapie, door eiwit op een brandwonde te smeren krijg je geen litteken enz. Een van de bekendste voorbeelden is het befaamde gerucht dat werd verspreid door het zogenaamde ‘tract de Villejuif’, een pamflet uit 1976 dat nog altijd de ronde doet, ondertussen via internet. Het bevat een lijst van voedseladditieven die gevaarlijk zouden zijn voor de gezondheid. Het ziekenhuis van Villejuif moet die lijst ook vandaag nog dikwijls weerleggen. Door al die informatie is het ook belangrijk om de patiënt er duidelijk op te wijzen dat het niet is omdat informatie ogenblikkelijk beschikbaar is, dat ze ook per definitie actueel is. Patiënten en hun ‘zelfstudie’ via internet kunnen met andere woorden nogal eens wat tijd innemen tijdens de consultatie…
Preventieve institutionele communicatie Uiteraard denken ook de publieke en institutionele autoriteiten mee over deze kwestie. Bij ons communiceert het FAVV via ‘flashes’, vooral over producten die worden teruggeroepen uit de rekken2. Een ander voorbeeld: in de Verenigde Staten heeft de Food Safety and Inspection Service (FSIS) van het Amerikaanse ministerie van Landbouw (USDA) op 1 maart 2012 een speciaal plan gelanceerd voor het gebruik van Twitter, om
de consumenten in de verschillende staten te waarschuwen voor dreigingen in verband met voedselveiligheid van vlees, gevogelte en eiproducten. Europa blijft niet achter. Een correcte communicatie over voedselrisico’s is een belangrijke uitdaging in de Europese Unie, gezien de bezorgdheid van het publiek over contaminanten in de voedselketen, de technologische vooruitgang en voedingsgerelateerde ziekten, zoals diabetes en obesitas. FoodRisC3, een project dat wordt gefinancierd door de Europese Commissie, streeft naar het vinden van oplossingen via blogs en sociale netwerken, zoals Facebook en Twitter. Het project wil advies geven aan communicatoren over hoe ze die mediavormen optimaal kunnen benutten voor de communicatie over de risico’s en de gezonde eigenschappen van levensmiddelen4. vincent liévin, Journaliste
referenties: 1. Newkirk R. W. et al., Foodborne Pathogens and Disease. Februari 2012, 9 (2): 120-124. 2. Beschikbaar op de website van het FAVV: www.favv.be 3. Food Risk Communication, Perceptions and communication of food risks/benefits across Europe. 4. EUFIC Review, “An Introduction To Food Risk Communication”, www.eufic.org
Food in action.com - september 2012 > 2 7
nutri
actions
vetten
voor kinderen vetten krijgen vaak de volle laag als het gaat over de voedseloverdaad waarmee we tegenwoordig worden geconfronteerd. Toch blijven ze broodnodig om de behoefte aan essentiële vetzuren en in vet oplosbare vitaminen te dekken. bovendien spelen ze een bijzonder belangrijke rol in onze voeding bij het begin van ons leven. Hoe voldoe je echter aan de vetbehoeften van de allerkleinsten? een gesprek met kinderdiëtiste Isabelle Harpigny*.
2 8 > Food in action.com - september 2012
In DIT ArTIkel Hoe belangrijk zijn vetten in de energie-inname van zuigelingen? Wat is de plaats van melkpreparaten en melksoorten verrijkt met essentiële vetzuren? onze deskundige en kinderdiëtiste geeft toelichting.
expert
Isabelle Harpigny, kinderdiëtiste
aan het woord
V
etten zijn de voornaamste energierijke voedingsstof voor zuigelingen: tot aan de voedseldiversificatiefase zijn ze goed voor 50% van de totale energie-inname (TEI). Pas rond de leeftijd van drie jaar zien we dezelfde verhouding als bij volwassenen, namelijk 30 tot 35% van de TEI. Moedermelk, de referentievoeding, en bereidingen voor zuigelingen leveren de helft van hun energie in de vorm van vetten. De vetsamenstelling van moedermelk is vooral afhankelijk van wat de moeder eet, maar die van zuigelingenvoeding evolueert mee met de vorderingen van de wetenschap. Alle bereidingen voor zuigelingen moeten verplicht de twee essentiële vetzuren bevatten (linolzuur LA en alfalinoleenzuur ALA), maar dat volstaat niet. Vandaag weten we dat het ook belangrijk is om twee meervoudig onverzadigde langeketenvetzuren uit de omega 6- en omega 3-families toe te voegen, namelijk arachidonzuur (AA) en docosahexaeenzuur (DHA). Dat is nodig door de immaturiteit van de enzymen bij pasgeboren baby’s, waardoor de omzetting van de twee essentiële vetzuren in hun hogere derivaten nog beperkt is.
vooral de behoefte aan alfalinoleenzuur is moeilijk te dekken.
naar een plantaardige vetstof grijpen die voldoende essentiële vetzuren levert. Olijfolie kan worden gebruikt om te bakken, maar omdat olijfolie slechts weinig essentiële vetzuren bevat, en vooral weinig ALA, kun je voor koude bereidingen beter koolzaadolie gebruiken.
Zuivelproducten beperken Voorzichtigheid is geboden wat de zuivelproducten betreft. Die dragen immers bij aan een overconsumptie van eiwitten, wat bij zuigelingen en jonge kinderen wordt geassocieerd met een verhoogd risico op obesitas op latere leeftijd. Bovendien bevatten zuivelproducten weinig essentiële vetzuren en mogelijk veel verzadigde vetzuren. Daarom is het belangrijk om tot de leeftijd van drie jaar speciale zuivelproducten voor kinderen te kiezen (groeimelk of peutermelk, en andere producten met een aangepaste samenstelling). Als groeimelk geen optie is, bijvoorbeeld om financiële redenen, geef je beter volle melk in plaats van magere of halfvolle melk.
vis en groenten De meeste bereidingen voor zuigelingen (en ook sommige soorten opvolgmelk) van de bekende merken bevatten nu AA en DHA, maar dat is nog geen algemeen gegeven. Het is dus zinvol om dit te controleren op het etiket.
Papjes verrijken In de diversificatiefase volstaan moedermelk of bereidingen voor zuigelingen niet meer om te voldoen aan de vetbehoeften van het kind. Vooral de behoefte aan alfalinoleenzuur is moeilijk te dekken. Hiervoor moet vrij vaak een bron van ALA worden toegevoegd aan het groentepapje (zelfs aan de kanten-klare potjes), bijvoorbeeld in de vorm van koolzaadolie of eventueel sojaolie. Concreet kunnen we adviseren om 10 g olie (één eetlepel) aan het papje toe te voegen voor baby’s van zes à zeven maanden, en 15 g op de leeftijd van twaalf maanden. Voor brood kun je
Net zoals voor volwassenen is vis belangrijk voor het voedingsevenwicht van kinderen, vooral door de omega 3-langeketenvetzuren (EPA en DHA). Het wordt aangeraden om tweemaal per week vis te eten, waarvan één keer een vette vissoort (sardine, haring, makreel, zalm enz.) en één keer een ‘magere’ vissoort (koolvis, kabeljauw, heilbot, schol enz.). Om de eiwitinname onder controle te houden is het ook een goed idee om de dierlijke eiwitbronnen te beperken en meer plantaardige alternatieven te gebruiken, wat een positieve invloed heeft op de vetbalans van de voedselportie. In tegenstelling tot wat lang werd beweerd over de risico’s van vegetarische voeding voor de allerkleinsten, lijkt het tegenwoordig volstrekt gerechtvaardigd om een groter plantaardig aandeel te stimuleren.
Food in action.com - september 2012 > 2 9
nutri
actions
“Peulvruchten horen absoluut thuis in de voeding van kinderen. er zijn geen fysiologische redenen om ze te vermijden!” leve de peulvruchten!
Complementariteit van de maaltijden
“Peulvruchten staan erom bekend dat ze gisting en flatulentie veroorzaken, een effect dat vooral opvalt als je niet de gewoonte hebt om peulvruchten te eten. Vaak wil men die ongemakken bij volwassenen al eens projecteren op de allerkleinsten, waardoor veel mensen deze – nochtans zeer voedzame – voedingsmiddelen links laten liggen,” zegt Isabelle Harpigny. “Peulvruchten horen echter absoluut thuis in de voeding van kinderen, en er zijn geen fysiologische redenen om ze te vermijden! Het is een kwestie van ze geleidelijk aan, stap voor stap, te introduceren.”
Een ander aspect van het voedingsevenwicht, zeker op het gebied van vetten, is gebaseerd op de complementariteit van de maaltijden door de dag heen. Als kinderen op school al een volledige maaltijd eten, met een bron van dierlijke eiwitten (vlees, gevogelte, vis), zetmeelhouders en groenten, moet je oppassen dat je ze ’s avonds niet nog een eiwitbron aanbiedt. Essentiële vetzuren zijn wel nuttig, want die zijn in schoolmaaltijden meestal slechts beperkt aanwezig. Een andere onmisbare maaltijd voor het voedingsevenwicht van kinderen is het vieruurtje, dat in hoofdzaak bestaat uit een zetmeelhouder en een stuk fruit of een zuivelproduct, afhankelijk van wat het kind tijdens de dag al heeft gegeten.
Zintuigen prikkelen Voldoen aan de vetbehoeften gebeurt uiteraard door een juiste inname van essentiële vetzuren en hun hogere derivaten, maar ook door een goede verdeling tussen verzadigde en onverzadigde vetzuren. Zodra koekjes, wafels en andere genotsproducten hun intrede doen, is de kwaliteit van het vetaandeel niet altijd makkelijk te controleren. Voedingswaren die puur voor het plezier worden gegeten, hoef je niet te verbieden, maar je moet kinderen wel leren ermee om te gaan. Een indirecte manier is om vanaf heel jonge leeftijd een zo uitgebreid mogelijk voedselrepertoire te stimuleren, zodat gezonde keuzes ook vertrouwde en lekkere keuzes zijn voor het kind. Het is dan ook een goed idee om zeer gevarieerd te eten wat betreft smaak, textuur en kleur. De beste manier om dat te doen is zo vroeg mogelijk gezinsmaaltijden te stimuleren, dus gezellig met iedereen aan tafel genieten van het eten en het contact met elkaar. nicolas Guggenbühl
* Docente aan het Institut Paul Lambin, Haute Ecole Léonard de Vinci, Brussel.
3 0 > Food in action.com - september 2012
Onze beste bescherming voor kinderen van 1 tot 3 jaar Vanaf 1 jaar
Vanaf 2 jaar
Het is belangrijk voor uw kind om een gevarieerde en evenwichtige voeding te hebben evenals een gezonde levensstijl.
NEW
Groeimelk • Zonder sacharose en zonder vanilline om goede eetgewoonten aan te leren. • Bifidus BL en immunonutriënten (ijzer, zink en vitamines A &C) helpen de natuurlijke weerstand te onderhouden. • Een verbeterde en beperkte hoeveelheid eiwitten. www.nan.be
Goed groeien is voor het leven.
echo
congres
Wat zijn de voordelen van eiwitrijke voeding bij type 2-diabetes? De consumptie van eiwitten beïnvloedt de energiebalans bij patiënten met type 2-diabetes, maar het gaat om een gematigd effect dat niet afhangt van de soort geconsumeerde eiwitten. bovendien zijn consistente wijzigingen van de eiwitinname nodig om (beperkte) veranderingen te creëren in de thermogenese en het metabolisme. een samenvatting van de presentatie van richard mattes (Purdue university, Indiana) over een onderwerp waar al sinds jaar en dag controverse over bestaat. Deze presentatie werd gehouden tijdens een sessie over macronutriënten op de jaarlijkse bijeenkomst van de Amerikaanse vereniging voor diabetologie*.
V
oedingseiwitten hebben een invloed op het lichaamsgewicht omdat ze een effect hebben op het verzadigingsgevoel, de thermogenese, de energie efficiëntie en de lichaamssamenstelling. Dat is niets nieuws, want we weten al jaren dat de inname van eiwitten het verzadigingsgevoel meer vergroot dan bij koolhydraten of vetten het geval is, ook al hebben ze hetzelfde caloriegehalte. Wat echter bij diabetici, als we weten dat het effect op het verzadigingsgevoel vooral veroorzaakt wordt door de oxidatie van het teveel aan aminozuren1? Om deze vraag te beantwoorden heeft Richard Mattes de literatuur doorgenomen over het effect van eiwitten op het verzadigingsgevoel. Hun verzadigende werking helpt immers het hongergevoel onder controle te houden en verbetert de controle van de energie-inname, de balans aan macronutriënten, het gewicht en de lichaamssamenstelling.
een constante en regelmatige consumptie Om de werking van eiwitten beter te begrijpen moet je eerst weten dat de voorliefde voor eiwitten aangeboren is. Een experiment bij knaagdieren heeft aangetoond dat ratten die vier dagen lang geen eiwitten kregen toegediend, spontaan kozen voor een eiwitrijke maaltijd toen ze verschillende soorten maaltijden kregen voorgeschoteld2. Bij apen leidt de proportionele verhoging (tot 36%) van de eiwitten tot een spontane verlaging
3 2 > Food in action.com - september 2012
Energieverdeling in verschillende landen 100
% Koolhydraten % Vetten % Eiwitten
80 60 40 20 0
en xico alië ilië ika and and uba pan bië ndië ada anje rijk l l at r s C Ja Ara I an Sp onk St Me ust ra -Afr uits us C R e K B id D A di gd u i gd oe Z n a ni e S e r r Ve Ve
van de totale calorie-inname, en dat is niet het geval bij de verhoging van het gehalte koolhydraten of vetten3. De mens heeft de neiging om gelijkaardig te reageren, althans wat de keuze betreft van het soort maaltijd na een periode van ondervoeding4. Dit fenomeen doet zich voor in elke leeftijdscategorie en dan vooral bij oudere personen of personen die kampen met een ernstigere vorm van ondervoeding5. De auteurs zijn ervan overtuigd dat dit wijst op een chemosensorische respons op de aanwezigheid van eiwitten in de voeding. Deze respons zou compensatiemechanismen veroorzaken om de eiwittenbalans te herstellen zonder het totale caloriegehalte te wijzigen1.
Deze gegevens werden bevestigd door de Voedselen Landbouworganisatie via epidemiologisch onderzoek dat heeft aangetoond dat de proportie geconsumeerde eiwitten relatief constant is ongeacht het land en de gastronomische cultuur, wat niet het geval is bij koolhydraten en vetten (cf. figuur)6. En die transversale vaststelling geldt ook doorheen de jaren: de eiwitinname is in de Verenigde Staten onveranderd sinds de jaren 60, ongeacht de totale calorie-inname7 en de zwaarlijvigheidsepidemie waarmee de hele wereld wordt geconfronteerd als gevolg van de verhoging van de consumptie van vetten en koolhydraten8.
De vorm is van weinig belang… De thermogenese die in gang wordt gezet door de voeding is hoger na de consumptie van eiwitten dan na de consumptie van andere macronutriënten. Dit energieverbruik stijgt met 20 à 30% na de consumptie van eiwitten, terwijl het slechts stijgt met 5 à 10% na de consumptie van koolhydraten en met 0 à 5% na het eten van vetten. Deze verhoging van het energieverbruik komt door de synthese van eiwitten en ureum, evenals de gluconeogenese1. Bij diabetici wordt het verzadigingsgevoel beïnvloed door de insulinegevoeligheid, de concentratie en het profiel van de aminozuren, de thermogenese, de peptiden in de darmen (GLP-1) en individuele gevoeligheden, maar ook door de eiwitconsumptie. Dit effect wordt in sommige studies als intenser beschreven na de consumptie van ‘onvolledige eiwitten’ dan na de consumptie van dierlijke eiwitten, maar dit wordt tegengesproken door andere studies, die aantonen dat eiwitten uit zuivelproducten of vis een groter effect lijken te hebben op het verzadigingsgevoel, en dus op het gewichtsverlies… Er is dus nog heel wat discussie over het belang van de eiwitbron9. Hoe dan ook, het is vandaag duidelijk dat de toevoeging van eiwitten aan een koolhydraatrijke voeding het postprandiale glycemiegehalte verlaagt, vooral omdat de maaglediging vertraagt en de vorming van incretinehormonen wordt gestimuleerd, net zoals de secretie van insuline onafhankelijk van de glycemie10. Hierdoor wordt ook de neiging om meer te eten beperkt11. Bij de consumptie van eiwitrijke porties is het tijdsverloop tussen de maaltijden ook groter dan bij de consumptie van een vet- of koolhydraatrijke voeding12. Uit onderzoek dat een jaar in beslag nam, is gebleken dat caloriearme, eiwitrijke eetpatronen (eiwitgehalte: 30% van
de totale energie-inname of 1,2 g/kg/dag tegenover 15 à 20% van de totale energieinname of 0,8 g/kg/dag) bij obesitas gepaard gaan met een groter gewichtsverlies en een beperktere gewichtstoename na het stopzetten van het dieet dan eiwitarme eetpatronen. Bovendien zorgen deze eiwitrijke eetpatronen ervoor dat de spiermassa behouden blijft tijdens het gewichtsverlies en dat de calciumbalans verhoogt, zodat de botdichtheid in stand gehouden wordt. “Wat van toepassing is op diabetes type 2-patiënten is echter niet noodzakelijk van toepassing op de volledige bevolking, zoals ook blijkt uit de Malmö Diet and Cancer Study, die het rechtstreekse verband onderzocht tussen een eiwitrijke voeding en het risico op diabetes type 213,” aldus Richard Mattes.
Conclusie Ook al verliezen ze heel weinig gewicht, toch mogen patiënten met type 2-diabetes de moed niet laten zakken: de intentie om te vermageren alleen al verbetert hun prognose. Hun eetpatroon moet echter minder koolhydraten bevatten en meer eiwitten, die een verzadigend effect hebben. Er zijn ook andere gunstige effecten gerapporteerd, op de bloeddruk en de vetten in het bloed. Gezien de potentiële risico’s voor de nieren is voorzichtigheid wel geboden. Ten slotte lijkt een eiwitrijk dieet met weinig koolhydraten bijzonder nuttig voor personen die lijden aan dyslipidemie geassocieerd met het metaboolsyndroom14. dr Dominique-Jean bouilliez
referenties: * 8-12 juni, Philadelphia. 1. Griffioen-Roose S. et al., Am J Clin Nutr, jan. 2012; 95(1): 32-8. 2. Deutsch J. et al., Physiol Behav, okt. 1989; 46(4): 619-24. 3. Jen K. et al., Physiol Behav, mei 1985; 34(5): 655-9. 4. Vazquez M. et al., Physiol Behav, maart 1982; 28(3): 513-9. 5. Murphy C., Crit Rev Food Sci Nutr, 1993; 33(1): 3-15. 6. http://chartsbin.com/view/1160 7. Simpson S., Raubenheimer D., Obes Rev, mei 2005; 6(2): 133-42. 8. Gosby A. et al., PLoS One, 2011; 6(10): e25929. 9. Gilbert J. et al., Nutr Metab Cardiovasc Dis, sept. 2011; 21 Suppl 2: B16-31. 10. Karamanlis A. et al., Am J Clin Nutr, nov. 2007; 86(5): 1364-8. 11. Bertenshaw E. et al., Appetite, juni 2009; 52(3): 580-7. 12. Marmonier C. et al., Appetite, apr. 2000; 34(2): 161-8. 13. Ericson U. et al., EASD, 2011, Abstract 13. 14. Layman D. et al., Am J Clin Nutr, 2008; 87(Suppl): 1571S-1575S.
Food in action.com - september 2012 > 3 3
keep
on movin’
Lichaamsbeweging tijdens de zwangerschap:
voor het leven! Hoe belangrijk is lichaamsbeweging tijdens de zwangerschap? mag je blijven sporten als je zwanger bent? We nemen de voordelen van lichaamsbeweging onder de loep, niet alleen tijdens maar ook na de zwangerschap…
V
roeger werd lichaamsbeweging afgeraden voor zwangere vrouwen. Ze moesten ‘het rustig aan doen’. Vandaag weten we echter dat het belangrijk is om tijdens de zwangerschap elke dag actief te zijn en te blijven. Lichaamsbeweging is een must. De voordelen van lichaamsbeweging voor de gezondheid kennen we allemaal: je krijgt een energieboost, je voelt je lichamelijk en geestelijk beter enz. Als je aan lichaamsbeweging doet, ben je beter gewapend tegen de dagelijkse stress, slaap je beter en houd je je gewicht onder controle. Vooral dat laatste zullen zwangere vrouwen graag horen… Bovendien zijn de voordelen van lichaamsbeweging tien keer groter tijdens de zwangerschap.
lichaamsbeweging is goed voor je! De zwangerschap gaat gepaard met tal van veranderingen in de hormoonhuishouding, en die hebben een effect op de spieren en gewrichten: de gewrichten worden slapper en de spieren erg beweeglijk. Lichaamsbeweging heeft in deze periode echter niet alleen lichamelijke, maar ook psychologische voordelen1.
3 4 > Food in action.com - september 2012
Zo zien we dat een zwangere vrouw die regelmatig en gestructureerd aan lichaamsbeweging doet minder klaagt over zwangerschapskwaaltjes als vermoeidheid of waterretentie2. Dankzij regelmatige spieroefeningen, die het hele spierstelsel stimuleren (rug, buik, bekken, billen en armen), heeft ze ook een betere houding: ze draagt haar kind beter en loopt dan ook minder risico op rugpijn. Soms kampen zwangere vrouwen met slapeloosheid, stress, angst of depressie. Zonder lichaamsbeweging is het risico op deze klassieke symptomen groter3. Wie wel aan lichaamsbeweging doet, heeft minder last van angst en gaat beter om met stress door een betere circulatie van de stresshormonen (adrenaline, noradrenaline en cortisol). Ook de gewichtstoename lijkt veel vrouwen af te schrikken tijdens de zwangerschap: ze zijn bang om te verdikken en gaan met tegenzin op de weegschaal staan bij de dokter… Regelmatig aan lichaamsbeweging doen is niet alleen goed voor het hart- en vaatstelsel, maar zorgt ook voor een betere ademhaling. Bovendien verlaagt lichaamsbeweging het
risico op zwangerschapsdiabetes en zelfs op pre-eclampsie4. Uiteraard moet een zwangere vrouw tegelijkertijd ook voldoende, gezond en evenwichtig eten.
niks verplichten. Wel moeten ze deze aanbevelingen aanpassen aan het profiel van elke patiënte.
lichaamsbeweging: met mate?
Zwanger of niet, als je aan lichaamsbeweging doet, moet je voorzichtig zijn en rekening houden met je conditie, leeftijd, gezondheidstoestand enz. Een zwangere vrouw mag niet zomaar om het even welke sport beoefenen. De doelstelling bestaat er niet in om te presteren, maar naar je lichaam te luisteren! Wat zwangere vrouwen moeten vermijden, zijn oefeningen die te zwaar zijn of een te grote inspanning vergen, maar ook springen, schokken, plotse veranderingen van richting of hoogte enz. Ook contact- en vechtsporten zijn uit den boze. Na enkele maanden fietsen zwangere vrouwen beter binnenshuis dan buitenshuis, om het risico op valpartijen te beperken. De zwangerschap beïnvloedt immers het evenwicht en coördinatievermogen. Naargelang de zwangerschap vordert, moet de intensiteit van de lichaamsbeweging worden aangepast5. Ten slotte moet een zwangere vrouw ook luisteren naar haar lichaam, onder andere door goed te drinken voor, tijdens en na het sporten6.
In het algemeen wordt voor zwangere vrouwen lichaamsbeweging aangeraden met gematigde intensiteit en gemiddelde weerstand: • 1 à 4 cardiorespiratoire oefeningen van 30 minuten per week om het hart te stimuleren, en • 1 à 3 sessies spieroefeningen en stretching per week, om de spieren te verstevigen en de flexibiliteit te bevorderen. Wandelen lijkt de beste cardiovasculaire oefening: met stevige tred stappen in de openlucht is altijd aan te bevelen! Cardiovasculaire oefeningen zijn echter ook mogelijk met fitnesstoestellen, zoals de loopband, de crosstrainer, de step enz. Tijdens de zwangerschap ondergaan de spieren van de vrouw heel wat veranderingen. We mogen immers niet vergeten dat het hele lichaam zich inzet voor het kindje! Gewichten heffen tijdens spierversterkende oefeningen is heus niet nodig. Wel moeten de spieren versterkt worden door het volledige lichaam te gebruiken. De vrouw moet hiervoor het evenwichtspunt van haar lichaam vinden en een zekere beweeglijkheid nastreven (geïnspireerd door de zogenaamde Core Stability).
Welke sport een zwangere vrouw ook kiest, het is altijd aangeraden vooraf een arts te raadplegen! Dit soort oefeningen kan gecombineerd worden in één enkele sessie, die cardiovasculaire oefeningen, spiertraining en stretching omvat. De lichaamsbeweging moet de lichaamstemperatuur verhogen en de spieren versterken, zowel functioneel als globaal. Er bestaan uiteraard specifieke prenatale gymnastiekoefeningen of kinesitherapie, maar dansen blijkt globaal gezien evengoed doeltreffend (zolang er niet al te veel gesprongen wordt). Groepslessen aerobics, zoals zumba, zijn ook aan te raden, omdat ze een zekere intensiteit vergen zonder dat je hoeft te springen. Zwemmen is een ondersteunende sport, omdat het water het bewegen vergemakkelijkt. Ook yoga is ideaal, omdat het volledige lichaam gebruikt wordt zonder al te veel beweging. Welke sport een zwangere vrouw echter ook kiest, het is altijd aangeraden om vooraf een arts te raadplegen! De aanbevolen sporten moeten haalbaar zijn. De vrouw moet er voldoende tijd voor hebben en ze moeten passen binnen haar familiale en beroepsleven, anders gaan de motivatie en regelmaat verloren. Zwangere vrouwen moeten dus op zoek gaan naar activiteiten die aan deze drie voorwaarden voldoen. Artsen mogen bij het voorschrijven van lichaamsbeweging
luister naar je lichaam
en na de bevalling? Het beoefenen van sporten die spierinspanningen vereisen tijdens de zwangerschap verkort de bevallingsduur en het risico op complicaties tijdens de bevalling: het lichaam is immers resistenter en hierdoor komt het kind gemakkelijker ter wereld. Bovendien vermindert sporten de verslapping van de buikspieren en het perineum. De sportende mama heeft ook meer energie en minder last van baby blues7. Vrouwen die actief zijn en blijven na de bevalling, kampen minder met complicaties. Wie weer een normaal gewicht wil bereiken, kan blijven sporten, want dat zorgt voor het behoud van een zekere metabolische activiteit. Idealiter begint de vrouw zo snel mogelijk na de bevalling weer te sporten, zodra ze zich hiervoor klaar voelt en uiteraard steeds op advies van een arts. Opnieuw sporten zal makkelijker gaan als de vrouw tijdens de zwangerschap ook aan lichaamsbeweging heeft gedaan. Elke vrouw die graag zwanger wil worden, heeft er trouwens alle baat bij om aan lichaamsbeweging te doen. En het is nooit te laat om meer te gaan bewegen. Redenen genoeg dus om vrouwen een duwtje in de rug te geven! Annabelle boffa en Jean Sadouni, master Trainer
referenties: 1. Paisley T.S. et al., Curr Sports Med Rep, 2003; 2: 325-30. 2. Wallace A.M. et al., J Nurse Midwifery, 1986; 31(6): 255-62. 3. Clapp J.F. et al., Med Sci Sports Exerc, 1992; 24: 8: 294-300. 4. Sorrensen T.K. et al., Hypertension, 2003; 41: 1273-80. 5. Kino Québec, overheid van Québec, 2007, pagina 9. 6. Kino Québec, overheid van Québec, 2007, pagina 10. 7. Bung P. et al., Diabetes, 1991; 40: 182-5.
Food in action.com - september 2012 > 3 5
l’APAQ-W INFORMEERT U
Eten de Belgen echt te veel vlees? Te veel vlees eten is niet bepaald gezond, maar een gematigde consumptie heeft tal van voordelen in het kader van een evenwichtige voeding. We horen vaak dat er te veel vlees wordt gegeten, maar is dat werkelijk het geval? De Belgen eten gemiddeld 119 g vlees per dag, alle soorten bij elkaar beschouwd. Ze eten 28,3 g rundvlees per dag, oftewel 198 g per week. Het ‘Wereld Kanker Onderzoek Fonds’ raadt de algemene bevolking aan om maximaal 300 g gekookt rood vlees per week te eten, en 500 g gekookt rood vlees voor vleeseters. De gemiddelde consumptie in België van 198 g rundvlees per week is dus perfect in lijn met deze aanbevelingen. Bovendien is de meest geconsumeerde soort rundvlees in België ‘Belgisch Witblauw’, met een laag vetgehalte (minder dan 3% intramusculair vet). Er wordt geregeld beweerd dat we veel te veel vlees eten, maar daarbij baseert men zich vaak op cijfers die verwijzen naar het karkasequivalent (bijna het dubbele van het eetbare deel)... dus mag dit positieve rapport van de Belgen ook eens benadrukt worden. Filière viande bovine asbl, Côté Bœuf, juni 2012.
Varkensvlees om te vermageren Om gewicht te verliezen wordt doorgaans naar verschillende vormen van eiwitten gegrepen, omdat ze inwerken op het verzadigingsgevoel en het energieverbruik. Varkensvlees mag dan wel rijk zijn aan eiwitten, maar er is nog maar weinig onderzoek verricht naar de effecten ervan. In een proefstudie werd nagegaan in welke mate de consumptie van mager varkensvlees een positieve invloed kan hebben op de lichaamssamenstelling. Aan het onderzoek namen 164 zwaarlijvige personen deel, die werden onderverdeeld in twee groepen, waarvan één groep regelmatig varkensvlees at in plaats van andere dierlijke eiwitbronnen. Na drie en zes maanden gaven de resultaten aan dat het gewicht, de BMI, de tailleomtrek, het percentage lichaamsvet, de vetmassa en het abdominale vet lager waren in de groep die varkensvlees at. Er is geen verschil in de magere massa tussen beide groepen, dus is het geobserveerde gewichtsverlies wel degelijk het gevolg van een verlaging van de vetmassa. Kortom, mager varkensvlees past perfect in een vermageringsdieet gericht op de vetmassa. Murphy K.J. et al., Nutrients, juli 2012; 4(7): 711-23.
3 6 > Food in action.com - september 2012
Kaas en yoghurt: goed voor de bloedsuikerspiegel Enkele studies hebben al een omgekeerd verband aan het licht gebracht tussen de consumptie van zuivelproducten en het risico op type 2-diabetes. Over de effecten op het glucosemetabolisme is dan weer weinig geweten. Een nieuwe prospectieve studie waarbij bijna 6000 Deense mannen en vrouwen van 30 tot 60 jaar vijf jaar lang werden gevolgd biedt ons nieuwe inzichten. In de anamnese werd een onderscheid gemaakt tussen verschillende categorieën van voedingsmiddelen: magere en volle zuivelproducten, melk en melkproducten, kazen en gefermenteerde melkproducten. De studie geeft aan dat er een omgekeerd verband bestaat tussen de consumptie van kazen en gefermenteerde melkproducten en het glucosegehalte dat twee uur later werd gemeten. Hoewel de studie geen significant effect heeft aangetoond op de incidentie van type 2-diabetes gedurende deze periode, suggereren de gegevens wel dat kaas en gefermenteerde melkproducten een positieve invloed hebben op de bloedsuikerspiegel. Struijk E.A. et al., Nutr Metab Cardiovasc Dis., 23 juli 2012.
Eiwitten voor sterkere spieren bij senioren Om de aftakeling van de spiermassa en de spiersterkte met de leeftijd te vertragen wordt doorgaans aangeraden om weerstandsoefeningen te doen. Ook weten we dat eiwitinname belangrijk is om de verouderende spiermassa gezond te houden. Dat blijkt uit een Amerikaanse studie die werd gevoerd bij 2.425 vijftigplussers in het kader van de US National Health and Nutrition Examination Survey (2003-2006). Bij de voedingsanamnese lag de nadruk op de eiwitinname. De spiermassa van de ledematen werd berekend op basis van antropometrische gegevens. Uit de resultaten blijkt dat het verband tussen het activiteitsniveau en de spieren van de ledematen varieert naargelang de eiwitinname. Bij zwaarlijvigen wordt een dagelijkse eiwitinname van minder dan 70 g in verband gebracht met een lagere spiermassa in de ledematen, ongeacht of de persoon oefeningen doet. Een hoge eiwitinname wordt dan weer in verband gebracht met een kleine verhoging van de index van de spiermassa in de ledematen van niet-zwaarlijvigen die niet aan lichaamsbeweging doen. Dat bevestigt dan ook het belang van een geschikte eiwitinname, gecombineerd met lichaamsbeweging, voor het behoud van de spiermassa. Morris M.S., Jacques P.F., Br J Nutr., 2 aug. 2012: 1-10.
AGENcE WAllONNE POUR lA PROMOTION D’UNE AGRIcUlTURE DE QUAlITé
Food in action.com - september 2012 > 3 7
kookpannen
en proefglaasjes
Stuur calorieën in de
lucht
mousse, espuma, schuim, chantilly, meringue: met een sifon kun je het caloriegehalte in tal van gerechten verlagen of tot het absolute minimum herleiden. We nemen deze luchtkristallen onder de loep.
M
ousses en dergelijke hebben een verlaagd caloriegehalte omdat ze hoofdzakelijk uit lucht bestaan. Ze worden in de voedingsindustrie en de moderne keuken heel vaak gebruikt om gerechten een ‘luchtige’ toets te geven, het caloriegehalte te verlagen, uit puur economische overwegingen (met gas als vervangingrediënt), maar vooral ook om hun organoleptische voordelen. Dankzij mousses kunnen we namelijk met minder materie beter de textuur waarnemen van een vaste massa (zoals slagroom) in de mond. Bovendien verscherpen ze onze geurperceptie. De reden hiervoor is dat de geurmolecules in luchtbelletjes door hun vluchtige aard beter toegankelijk zijn. Kortom, ‘mousseachtige’ texturen zijn ook interessant door hun gebrek aan materie!
Hoe gaat het in zijn werk? In theorie is mousse maken kinderspel. Het gaat om gasbelletjes verspreid in een vloeistoffase van een stof. Dat resultaat kun je in de keuken gemakkelijk bereiken met
3 8 > Food in action.com - september 2012
wat spierkracht. Met de sifon is het nog eenvoudiger en uiteraard zijn er ook mechanische toestellen voor industriële toepassingen. Neem nu het klassieke voorbeeld van opgeklopt eiwit: fysisch en chemisch wordt als het ware een complex, verhard omhulsel gevormd dat de luchtbelletjes vasthoudt. Eerst worden de eiwitten weggerold door de bewegingen van de garde. Ze verspreiden zich op het grensvlak van lucht en water, waardoor hun hydrofiele delen in het water vrijkomen en hun hydrofobe delen in de lucht. Deze reactie verlaagt de druk aan het oppervlak, evenals de energie die nodig is om het oppervlak te vergroten. Het gevolg is dat het volume van de belletjes langzaam vergroot. De verschillende eiwitten van het ei herschikken zich, ze vormen structuren en zorgen ervoor dat de vloeistof niet doorheen de luchtbelletjes kan wegvloeien. Het geheel vormt dan een relatief compacte, samenhangende
massa met heel weinig materie en dus vaak ook heel weinig calorieën. Dit verrassende bouwsel is echter delicaat, tot groot ongenoegen van chef-koks in spe…
Stabiliteit, een goed bewaard geheim De grote chef-koks danken hun kunnen aan heel wat trucjes. Ook voor de industrie vormt de stabiliteit een uitdaging, want de samenstelling van de mousse is bepalend voor het vervaardigen van bepaalde producten. Er moet rekening worden gehouden met heel wat factoren. Een eerste trucje: suiker toevoegen, zeker in meringues of verschillende andere luchtige suikerwaren. De hoeveelheid moet echter goed afgewogen worden voor een optimaal resultaat, want suiker vergroot de stroperigheid van de vloeistof en vertraagt de afvoer van vloeistoffen, waardoor de mousse zich stabiliseert en de belletjes verkleinen. Voor een optimaal resultaat is heel wat ervaring nodig, want te veel of te weinig suiker kan al snel het verhoopte effect teniet doen.
Te veel of te weinig suiker kan al snel het verhoopte effect teniet doen. Nog een trucje: een goede eiwitconcentratie. Je zou verwachten dat je een lineair verband moet nastreven, met andere woorden, hoe meer, hoe beter… In eerste instantie klopt dat inderdaad. Mousses met een grotere eiwitconcentratie zijn fijner, steviger en stijver, want de omhulsels aan het oppervlak zijn dikker. Maar in dergelijke gevallen moet je langer opkloppen en dat beïnvloedt rechtstreeks de viscositeit van de mousses. En het is hier dat het kunnen van de grote chefkoks zijn intrede maakt. Als je het mengsel onvoldoende opklopt, zal het niet opstijven. Als je het echter te veel
opklopt, dan wordt het mengsel vloeibaar: de eiwitten gaan meer stollen, waardoor de omhulsels gemakkelijker barsten. De eiwitten reageren ook anders naargelang hun soort: eiwitten uit eiwit zijn niet identiek aan de caseïne uit melk. Je moet dus een strategische keuze maken!
Geduld en geheimpjes Mousses hebben tal van voordelen, zowel wat hun organoleptische eigenschappen als hun voedingswaarde betreft. Wel moet je over de nodige knowhow beschikken om ze te maken. De industrie kan rekenen op tal van hulpmiddelen (gecontroleerde dosering en opklopsnelheid, gebruik van emulgatoren, een waaier aan eiwitten enz.), maar amateurkoks of chefs moeten kunnen bogen op ervaring, want die maakt net het verschil. En iedereen heeft zo zijn geheime trucjes. Voor luchtigere meringues kun je bijvoorbeeld water toevoegen aan het eiwit, zodat de eiwitconcentratie daalt en er een delicatere mousse ontstaat. De temperatuur van de oven moet bij het bakken van de meringues bovendien heel laag zijn, zodat het eiwit stolt zonder dat het water verdampt… Het resultaat: een heerlijke, caloriearme lekkernij. nicolas rousseau, Diëtist en voedingsdeskundige
Food in action.com - september 2012 > 3 9
Zap
nieuws
Als slablaadjes het broodje van de sandwich vervangen… … heb je een Saladwich! De Saladwich, een innovatie in de traiteurafdeling van de supermarkt, houdt het midden tussen een sandwich en een salade. Deze snack is handig, leuk en lichter dan veel sandwiches en vergelijkbaar met een wrap van sla rond een vulling van tonijn-tomaat, ham-ei, kip-Parmezaanse kaas of komkommer-feta. Hij bevat slechts 6 g vet per 100 g en 220 kcal per portie. Het geheim van een mooie wrap? Het basisrecept van de vier varianten: een wrap van griesmeel met verse kaas en diverse ingrediënten in een blad Batavia. Van de Saladwich geniet je langzaam, door hem te pellen als een banaan. Dit alternatief voor de klassieke lunch wordt gelanceerd door het Franse merk Les Crudettes® dat gespecialiseerd is in bereide salades.
Ingrediënten van het recept komkommer-feta 25% verse Batavia, 20% griesmeel (water, voorgekookte harde tarwe), 16% saus met verse kaas (verse kaas 76,5%, water, verdikkingsmiddelen: cellulose, cellulosegom, xanthaangom, zout), 15% verse komkommerblokjes, 11% feta (verse schapen- en geitenmelk, zout, calciumchloride, stremsel, melkzuurbacteriën, 8% verse pepers, pesto (olijfolie, basilicum, geraspte Italiaanse kaas, look, zonnebloemolie, zout, aardappelpoeder, suiker, azijnzuur, citroenzuur), look, 0,5% munt, citrusvezels, citroensap (water, concentraat van citroensap, ascorbinezuur, zwaveldioxide), zout, peper. Allergeneninformatie: bevat mogelijke sporen van vis, ei, soja, schaaldieren, selder, mosterd, sulfieten.
recept komkommer-feta voedingswaarden
Per 100 g
Per Saladwich van 180 g
energie
122 kcal
220 kcal
eiwitten
4,3 g
7,7 g
11,9 g
21,4 g
Koolhydraten waarvan suikers vetten waarvan verzadigde vetten vezels natrium equivalent in zout
1,6 g
2,9 g
6,0 g
10,8 g
3,3 g
6,0 g
1,4 g
2,5 g
0,30 g
0,53 g
0,75 g
1,35 g
Een lightkaas beloond voor zijn smaak De Milner®-kazen werden onlangs beloond met een Superior Taste Award van het International Taste & Quality Institute,, iTQi. Gerenommeerde chefs en sommeliers kenden in een blinde test de Milner Licht Gerijpt twee sterren toe voor zijn pure en volle smaak. Het bijzondere van deze kaas is dat hij met halfvolle melk is gemaakt. Hij bevat 40% minder vet dan gewone kaas als Gouda (48%+)! Met een vetgehalte van 18% is Milner Licht Gerijpt een gezond en smakelijk alternatief voor de kaas in sneetjes, die de Belgen zo graag op hun boterham leggen.
Ingrediënten Gepasteuriseerde koemelk, zout, stremsel, stremmingsmiddel, bewaarmiddelen (natriumnitraat) en kleurstof (annatto).
4 0 > Food in action.com - september 2012
Gemiddelde voedingswaarden
Per 100 g
energie
284 kcal
eiwitten
29 g
Koolhydraten
0g
vetten waarvan verzadigde vetten
18 g 13 g
calcium
1,05 g
natrium
0,72 g
Gehoord
op consultatie
natuurlijk addict aan fruit! [N.A!] Nature Addicts®, het aanbod van natuurlijke hapjes, krijgt er nu een nieuwe knapperige snack bij, met 85% fruit en 15% granen. [N.A!] Crispy Fruit is handig om mee te nemen in zijn hersluitbare zakje van 35 g en is van nature rijk aan vezels, zonder toegevoegde suikers. [N.A!] Crispy Fruit bevat ook geen kleurstoffen, bewaarmiddelen, zoetstoffen of kunstmatige smaakstoffen en is gemaakt van gepofte granen (tarwe, rogge, rijst en gerst) en een vruchtenpasta. Bestaat in de smaken framboos en passievrucht-mango.
Ingrediënten van de Crispy Fruit Framboos Appelsap 42%, concentraat van appelmoes 33%, gepofte granen 15%: tarwemeel, rijst, gerst, rogge, haver; concentraat van frambozenpuree 4,5%, geconcentreerd vlierbessensap, fruitvezels, geleermiddel: vruchtenpectine, natuurlijk framboosaroma. Kan sporen van melk bevatten.
Gemiddelde voedingswaarden
Per 100 g
voor 1 zakje van 35 g
energie
331 kcal
116 kcal
eiwitten Koolhydraten waarvan suikers vetten waarvan verzadigde vetten vezels natrium
2,9 g
1g
76,2 g
26,7 g
50,7 g
17,7 g
0,4 g
0,1 g
0,2 g
0,1 g
5,4 g
1,9 g
< 0,04 g
< 0,04 g
Nooit meer dik! Negentien en te dik om jouw geliefkoosde teamsport nog verder te beoefenen. Zelfs veters knopen wordt lastig. De kilo’s kwamen er vanzelf bij door de (vele) pintjes na de trainingen en wedstrijden, de pizza’s die te regelmatig werden besteld, de avondjes uit met vrienden,… Het ergste van alles is de schaamte. Ze wil houvast en het probleem op lange termijn aanpakken. De eerste kilo’s gaan er snel af en na 4 maanden staat de teller al op min 15 kg. Misschien te snel om vol te houden. De motivatie is ijzersterk en pizza’s, quiches en pasta staan nooit meer op het menu. Ja, die mist ze wel en maakt ze enkel nog voor vrienden en kookt dan wel iets apart voor zichzelf. Maar, op je 19de tegen een leven lang zonder pizza’s of spaghetti aankijken is zeker niet de bedoeling. Ze krijgt alvast een recept voor een ‘minder schuldige’ pizza mee en de raad om af en toe, en zonder schuldgevoel, aan haar zin naar iets ‘stouts’ toe te geven. De teller staat na 6 maanden op min 20 kg, maar die hebben ook een hangbuikje opgeleverd dat nog moeilijk in een badpak te verstoppen is. Neen, ze vindt haar lichaam zo niet mooi en misschien waren de ronde vormen met strakke huid wel esthetischer? Maar neen, dik zijn wil ze echt nooit meer en er staat dan ook een stevige wandelvakantie gepland als voorbereiding op de trainingen die in het najaar hernemen. “Toch maar wat minder pintjes drinken na de trainingen” grinnikt ze nog. lut van lierde, Diëtiste
Ontdek de nieuwe producten op
www.foodinaction.com
Food in action.com - september 2012 > 4 1
op het à la
menu
‘Surprise’ brownie
D
it verrassende recept had je wellicht zelf niet bedacht: een chocoladegebakje met groenten! En nee hoor, dit is geen experiment van een of andere chemicus in spe die achter het fornuis is gekropen, maar een geheim recept, zo revolutionair dat het mondeling werd doorgegeven. Tot vandaag! Het voornaamste voordeel van dit recept: het bevat noch boter noch andere toegevoegde vetstoffen! Dat betekent overigens niet dat we daarom veel andere ingrediënten nodig hebben: 4 eieren, 100 g suiker, 100 g chocolade en een courgette volstaan. De courgette hoef je enkel te stomen en te mixen.
4 2 > Food in action.com - september 2012
Dit vetarme dessert is ideaal voor mensen die intolerant zijn voor lactose of zuivelproducten. Kortom, een chocoladegebakje waarvan je zorgeloos kunt smullen, maar dat tegelijkertijd ook de honger voldoende stilt. Wij konden er niet aan weerstaan en hebben dit brownierecept op de redactie getest. Wie zijn vooroordelen opzij zette, ontdekte tot zijn verbazing een heerlijk zachte textuur en, raar maar waar, geen spoor van de courgettesmaak. Een tip: verklap het geheime ingrediënt niet vooraleer je gasten dit proeven! Versier je brownie met rode vruchten voor nog extra illusie! Annabelle boffa
beCAuSe nuTrITIon IS A FAST-movInG SCIenCe
Food in Action is een publicatie van karott’ nv, Health media Partners
Ingrediënten voor 10 personen n n n n n n n n
1 courgette van ongeveer 200 g 100 g zwarte chocolade 1 eetlepel ongesuikerde bittere cacao 100 g kristalsuiker 4 eieren 2 eetlepels bloem 1 koffielepel bakpoeder 1 snuifje zout
Waterloosesteenweg, 1336 - 1180 Brussel Tel. 02/374.44.24 - Fax 02/374.07.24 www.karott.be -
[email protected]
Hoofdredacteur
Nicolas Guggenbühl, voedingsdeskundige-diëtist
verantwoordelijke uitgever Nathalie Dumont, apotheker
redactie
bereiding n n
n
n
n
n
n
Verwarm de oven voor op 150°C. Maak de courgette schoon, haal de schil eraf en gooi de zaadjes weg. Snijd in blokjes. Laat de courgette enkele minuten stomen en mix vervolgens tot een puree. Laat de chocolade smelten au bain-marie en meng er vervolgens de cacao en de gemixte courgette door. Voeg het eigeel toe, evenals de suiker, de bloem, het bakpoeder en het zout. Klop het eiwit op en meng het voorzichtig onder het beslag. Schep het beslag in een taartvorm en bak 40 minuten op 150°C.
Nicolas Guggenbühl [
[email protected]] Nathalie Dumont [
[email protected]] Nicolas Rousseau [
[email protected]] Annabelle Boffa [
[email protected]] Vincent Liévin [
[email protected]]
Coordinatie en redactiesecretaresse Annabelle Boffa [
[email protected]]
Hebben aan dit nummer meegewerkt
Nathalie Ameloot, dr Dominique-Jean Bouillez, Jean Sadouni, Lut Van Lierde
office manager
Pascale Denis [
[email protected]]
Publiciteit
Charlotte Decorte [
[email protected]] Lut Van Lierde [
[email protected]]
Foto’s
Shutterstock
Advies van de diëtist
Druk
Als dit geen verrassend gebakje is! De voedingswaarde: 131 kcal en 5 g vetten per portie. Zo zie je maar, dit dessert moet je zeker niet van het menu schrappen, integendeel!
Structure Production
lay-out
Géraldine Bacquaert [
[email protected]]
oplage
Gemiddelde voedingswaarden per portie Energie Eiwitten Koolhydraten Suikers Totaal vetten Verzadigde vetten Vezels Natrium
131 kcal/548 kJ 3,6 g 17,6 g 15,8 g 5,2 g 2,4 g 1,1 g 68 mg
10.700 exemplaren
verschijning
Food in Action verschijnt 4 maal per jaar (december, maart, juni, september).
vertaling Blue Lines
Food in Action paraît également en français. Voor meer informatie betreffende de verdeling:
[email protected] ou 02/374.44.24
Zap
agenda
Driedaagse cursus maag-, darm- en leverziekten
“Hoe de energiebehoefte van je klant inschatten?”
Maandag 1 oktober, 5 en 26 november 2012 Regardz de Eenhoorn Koningin Wilhelminalaan 35 3818 HN Amersfoort Nederland
11 oktober 2012 Universiteit Hasselt – Campus Diepenbeek Agoralaan Gebouw D 3590 Diepenbeek
Het maagdarmkanaal verbindt de buitenwereld met het interne milieu van het menselijk lichaam. Het maakt voedingsstoffen beschikbaar, het selecteert en absorbeert de nutriënten waar het lichaam behoefte aan heeft en het verwijdert afvalstoffen. Het menselijk metabolisme is hierdoor voor een groot deel afhankelijk van hetgeen het maagdarmkanaal aanlevert en afvoert. Die driedaagse post HBO cursus biedt basiskennis en behandelt meer gespecialiseerde onderwerpen om als diëtist goed invulling te kunnen geven aan de behandeling en begeleiding van de patiënt met maag-, darm- of leverklachten. Schrijf je in op www.pitactief.nl
The Protein Summit 2012 25 en 26 oktober 2012 Amsterdam – Nederland De Protein Summit 2012 is de tweede wereldtop over de toekomst van eiwitten. In drie sessies zal het gaan over de professionele mogelijkheden in dit vakgebied, de uitdagingen op het gebied van duurzaamheid, en onderzoek en ontwikkeling. Kijk voor meer informatie op www.bridge2food.com
4 4 > Food in action.com - september 2012
Intentie van een gezonde energie-inname is een evenwichtige balans, waarbij de energie-inname gelijk is aan de energiebehoefte. Echter, wat is de energiebehoefte van een individu? En in welke mate spelen het metabolisme en de biochemische processen een rol in de energiebehoefte? Welke zijn naast de theoretische berekeningen de mogelijkheden in de praktijk tot het berekenen van deze behoefte? Alle aantwoorden tijdens deze Herftsymposium van de VBVD. Inschrijven via website www.vbvd.org
15de voeding en Gezondheid Congres 16 en 17 november 2012 Auditorium 2000 – Brussels Expo Brussel
Coaching van obese patiënt 4 december 2012 Gent Nutrimedes opleiding. Meer info op www.nutrimedes.org
nutri
web
Dagboek bijhouden bevordert succes van dieet Patiënten die in een dagboek bijhouden wat ze eten, verliezen meer kilo’s. Zo blijkt uit een recente Amerikaanse studie uitgevoerd bij vrouwen.
P
rof. Anne McTiernan, hoofdauteur van de studie gepubliceerd in het tijdschrift Journal of the Academy of Nutrition and Dietetics, wijst op een verrassend eenvoudig nieuw instrument dat vrouwen zou helpen zich aan hun dieet te houden. Bij deze studie werden gedurende twaalf maanden 123 vrouwen met overgewicht of obesitas gevolgd, in de leeftijdscategorie van 50 tot 75 jaar. Uit de studie blijkt dat de vrouwen die regelmatig en zorgvuldig een eetdagboek bijhielden (op papier of in de vorm van een smartphoneapplicatie) ongeveer 2,7 kg meer afvielen dan de vrouwen die dit niet deden…
In de kijker op
Het bijhouden van een eetdagboek vereist nauwkeurigheid, maar om een dieet vol te houden is ook een zekere mate van discipline nodig. Uit het onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat vrouwen die maaltijden oversloegen ongeveer 4 kg minder afvielen. Vrouwen die minstens één keer per week op restaurant gingen, vielen gemiddeld 2,5 kg minder af. Prof. McTiernan gelooft heilig in deze vorm van begeleiding, die focust op het gedrag. “Het herkennen van de gedragspatronen die het doeltreffendst zijn voor het verlagen van de calorie-inname is een doeltreffende pedagogische strategie, en bovendien kan de patiënt zichzelf eenvoudig controleren.” v.l. Bron: McTiernan A. et al., Journal of the Academy of Nutrition and Dietetics, doi.org/10.1016/j.jand.2012.05.014, available online 13 July 2012.
www.foodinaction.com
Nieuwe ‘essentiële vetten’ campagne
D
eze campagne wil ouders meer bewust maken van het belang van essentiële vetten voor de ontwikkeling van hun kind, en de verkeerde perceptie over de bronnen van essentiële vetzuren bijstellen. Drie professionele organisaties die een directe rol spelen bij het verstrekken van voedingsadvies voor de gezondheid van kinderen, hebben er hun steun aan verleend.
Informatiebrochures voor uw patiënten en de praktische voorlichtingskit voor professionals kunt u downloaden op de website www.essentielevetten.be met het paswoord Essential01
Food in action.com - september 2012 > 4 5
MAAK VAN SMEREN EEN ESSENTIEEL GEBAAR De juiste keuze van het smeervet voor kinderen is belangrijk in het streven naar een adequate inname van essentiële vetten.
De broodmaaltijden - van ontbijt tot brooddoos - voorzien al gauw in de helft van de dagelijkse voedingsbehoeften van het kind. Het smeervet is daarbij zeker niet van ondergeschikt belang. Deze kunnen in min of meer belangrijke mate bijdragen tot een voldoende inname van de essentiële vetten, linolzuur en alfa-linoleenzuur. Beide zijn van cruciaal belang voor een normale groei en ontwikkeling van het kind, wat ook erkend wordt door de WHO en de EFSA (1,2).
Jonge ouders smeren niet meer Bij Belgische kinderen is de consumptie van alfa-linoleenzuur vaak ontoereikend: gemiddeld maar 0,52 % van de totale energie-inname, daar waar de aanbevolen hoeveelheid 0,45 à 1,5 % is (3,4). Dit wordt deels verklaard door de vaststelling dat ouders toegevoegde vetten in de voeding van hun kind, dus ook de smeervetten op de boterham, vermijden uit angst voor overgewicht bij hun kind.
Planta classic
100g
20g*
% AH**
Energie
530 kcal
110 kcal
6%
Vetten
59g
11,8g
Verzadigde vetten
18g
3,6g
Met Planta is het kinderspel Goed gekozen smeervetten kunnen de inname van essentiële vetten bij kinderen nochtans gemakkelijk verhogen. Als onderdeel van een gevarieerde voeding, leveren vier besmeerde boterhammen met Planta (20g) per dag een belangrijke bijdrage aan de hoeveelheid essentiële vetten die nodig zijn voor de groei en de ontwikkeling van kinderen. 20g Planta voorziet in 30% van de aanbeveling voor alfa-linoleenzuur en in 15% van de aanbeveling voor linolzuur door een unieke mengeling van koolzaad-, zonnebloem- en maïsolie. Volgens de laatste Europese richtlijnen is de aanbeveling voor alfa-linoleenzuur 2g en die voor linolzuur 10g.
Meer goed nieuws: Planta Good Start! Planta Good Start! bevat met een totaal vetgehalte van slecht 38% toch evenveel essentiële vetzuren als Planta Classic. Bovendien is Planta Good Start! verrijkt met calcium en 7 vitamines (A, B1, B2, B6, B12, D, E).
Planta Good Start!
100g
20g*
% AH**
Energie
360 kcal
72 kcal
4%
17%
Vetten
38g
7,6g
11%
18%
Verzadigde vetten
11g
2,2g
11%
Alfa-linoleenzuur
3g
0,6g
30%
Alfa-linoleenzuur
3g
0,6g
30%
Linolzuur
11g
2,2g
15%
Linolzuur
11g
2,2g
15%
Natrium
0,12g
0,01g
<1%
Natrium
0,14g
0,01g
<1%
Vit A
800µg
160µg
20%
Vit A
800µg
160µg
20%
Vit D
7,5µg
1,5µg
30%
Vit D
7,5µg
1,5µg
30%
Vit E
18mg
3,6mg
30%
Vit E
18mg
3,6mg
30%
610mg
122mg
15%
Calcium * of 4 besmeerde boterhammen ** Aanbevolen Hoeveelheid : Dagelijkse Voedings Richtlijn, Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid of aanbeveling volgens de in voege zijnde Europese regelgeving
Referenties 1. Joint FAO/WHO Expert consultation on fats and fatty acids in human nutrition, November 10-14, 2008, WHO HQ, Geneva 2. Berthold Koletzko et al. Global Standard for the Composition of Infant Formula: Recommendations of an ESPGHAN Coordinated International Expert Group. J Pediatr Gastroenterol Nutr 2005; 41:58-599 3. Scientific Opinion on dietary reference value for fats, including saturated fatty acids, polyunsaturated fatty acids, trans fatty acids and cholestérol. EFSA Panel on Dietetics product, Nutrition and Allergies. EFSA Journal 2010 ; 8(3) :1461 4. Sioen, I. et al. n-6 and n-3 PUFA intakes of pre-school children in Flanders-Belgium, British Journal of Nutrition 2007; 98 : 819-825