TWEEENZESTIGSTE
VERSLAG DER
Handelingen van het Frieseh Genootschap VAN
GESCHIED-, OUDHEID- EN TAALKUNDE TE LEEUWARDEN, over het j a a r
1889—1890,
uitgebracht in de vergadering van den 6 Oct. 1890.
Mijne Heeren! Het was eene goede gedachte van de wetgevers van ons Genootschap den Secretaris de verplichting op te leggen om, evenals het bij andere Genootschappen geschiedt, jaarlijks verslag uit te brengen van den toestand, waarin het gedurende het afgeloopen jaar heeft verkeerd. Niets toch is zoo geschikt om hetzij de leden of hen, die buiten het Genootschap staan, op de hoogte te houden van den stand van zaken, dan juist een nauwkeurig uitgebracht jaarlijksch verslag. Moge dan uit hetgeen in dit verslag 4
46 zal worden medegedeeld, TJ voldoende blijken, wat alzoo door het Genootschap is verricht, en dit U tot de overtuiging brengen, dat het nog steeds eene groote levenskracht blijft ontwikkelen. A.
YERÖADEPJNGEN EN WERKZAAMHEDEN.
De gewone jaarlijksche vergadering werd gehouden den lsten October 1889, terwijl de winter-avondbijeenkomsten plaats hadden den 14den November en 19den December 1889 en den loden Januari en den 13den Maart 1890. De beide eerste bijeenkomsten werden door een groot aantal leden bezocht, bij de beide laatste was de opkomst slechts schaarsch. Dit was grootendeels toe te schrijven aan de algemeen heerschende ziekte, die ook dit gewest teisterde en zelfs verhinderde , dat in de maand Februari de bijeenkomst kon plaats vinden. Toen toch was hij, die de spreekbeurt voor deze maand op zich genomen had, door die ziekte aangetast, en het liet zich niet aanzien, dat binnen de eerste weken volkomen herstelling zou volgen. Op de gewone vergadering werden in de eerste plaats die werkzaamheden verricht, die door art. 29 zijn voorgeschreven en wier afzonderlijke vermelding overbodig is, daar ze voldoende uit dit verslag blijken» Daarna bracht de Secretaris een brief van den Heer P . J. Suringar ter tafel, waarin deze mededeelde, dat hij tot de vergrooting van het Museum de som van duizend gulden wenschte bij te dragen, die na de voltooiing beschikbaar zou zijn,- doch na voorafgaande waarschuwing van één maand. Het laat zich hooren, dat dit bericht met gejuich werd begroet en de President den Secretaris verzocht den Heer Suringar voor dit groote geschenk den dank der ver-
47 gadering te brengen. Onmiddellijk daarop deed ook de Heer Jhr. Mr. F . J. J. Van Eysinga, mede namens den Heer Mr. A. Looxma Ypeij, de toezegging, dat door ieder hunner op dezelfde voorwaarden, als de Heer Suringar had gesteld, duizend gulden aan het Genootschap zou worden geschonken. Het gejuich kende nu bijna geen grenzen meer en algemeen was men verheugd, dat binnen zoo korten tijd door de milde gevers de grondslag was gelegd voor een aan het Museum verbonden schilderijen-kabinet. Aangaande de vergrooting deelde de Heer Mr. W. B. S. Boeles mede , dat door den aankoop van de twee vroeger vermelde perceelen het Genootschap eene ruimte beschikbaar had van 26 meter lengte en 7 meter breedte binnenwerks. Reeds waren de plannen tot uitbreiding door drie architecten ontworpen, die in de bestuurskamer voor ieder der leden ter bezichtiging waren gelegd en waaruit in overleg met de bouwcommissie een vast plan zou worden gekozen. Ook had zich reeds eene financiëele commissie gevormd, welke op zich had genomen de gelden bijeen te zamelen, die voor de verbouwing noodzakelijk zouden zijn. Zij bestond uit de Heeren Mr. W. J. Van Weideren baron Rengers, Jhr. Mr. Æ. E, Van Boelens van Eysinga, T. Gratama, P. J. Suringar en Mr. A. J, Andreæ. Ten slotte kwam de Heer J. Hogeman, van Slagharen, nog eens terug op hetgeen door hem verhandeld was in de vergadering van 27 September 1887 over het dekanaat Drente, waartoe volgens hem ook Steenwijk, Vollenhove en Stellingwerf zouden behooren. Tot nadere staving dezer bewering bracht Spreker eene acte van 21 Januari 1543 te berde, waarin Johan Simons zich noemde deken en officiaal te Vollenhove, Steenwijk en Stellingwerf van wege Antonius Perenot, den late-ren Cardinaal Van Granvelle,
48 toen Aartsdiaken van St. Maria te Utrecht, waaronder volgens die acte al deze streken ressorteerden. Nog haalde Spreker een acte aan van den 3den October 1569, waarin Johan Bijsterveld, pastoor te Eolde, heette deken en richtergeneraal der geestelijke jurisdictiën der landschappen Drente, Steenwijk, Yollenhove en Stellingwerf. Eindelijk voegde hij er nog aan toe, dat in eenige stukken, die op het archief der heerlijkheid »Ese" onder Steenwijkerwold berusten, Berend ter Maeth, de landdeken, deken genoemd werd van Drente en Stellingwerf, welke betrekking hij in het laatst der 45de eeuw ongeveer 36 jaren zou hebben bekleed. Dit sloot evenwel niet uit, dat in de 15de eeuw voor het Friesche en Overijselsche deel ook wel een bijzonder persoon voorkwam , die deken genoemd werd , doch eigenlijk niets anders dan commissaris van den deken van Drente zou zijn geweest. Op de eerste winter-avondbijeenkomst trad als Spreker op Dr. U. P. Boissevain, hoogleeraar te Groningen, die eene zeer boeiende rede hield over Michel Angelo. Na te hebben uiteengezet, hoe in de Middeleeuwen de kunst stond op de basis der traditie, toonde Spreker aan, hoe zij na een tijd van achteruitgang sinds het einde der elfde eeuw nieuw leven ontving. Gelijk de taal, was ook zij toen Romaansch. Toen werd Giotti geboren en schepte Dante met zijn Divina Comoedia het Italiaansch. Dit tijdperk duurde tot de 15de eeuw, toen de renaissance begon, ofschoon zij slechts ten deele eene herleving was, want de Middeleeuwen werden niet geheel verdrongen. Eerst later werden zij gedood door de voortreffelijke werken der oudheid. Terwijl het Apennijnsch schiereiland geteisterd werd door burgertwisten, moord en bloedbad aan de orde
4-0
van den dag waren, ontwikkelde zich de kunst. In verschillende steden begon zij te bloeien en vond zij onder de aanzienlijke geslachten hare beschermers, doch bovenal te Florence, waar toen het kunstlievend geslacht der Medici's heerschte en, door zijne handelsbetrekkingen en rijkdommen daartoe in staat gesteld, haar in hoogen mate begunstigde. Wat onder Cosimo was begonnen, werd voortgezet onder zijn beroemden kleinzoon Lorenzo. Tijdens diens bestuur werd Michel Angelo geboren, door wiens genie de kunst het toppunt van bloei bereikte. Te Florence werkende tijdens Savanorola's optreden, val en veroordeeling, vervaardigde hij onder den indruk daarvan zijn Piëta, een meesterstuk van kunst, dat, hoe ook verschillend in sommige opzichten van de Madonna te Brugge, toch overeenkomst daarmede vertoont. Beide zijn gewrochten van denzelfden meester. Met minder schoon is zijn David, een beeld , geplaatst aan den ingang van een der paleizen te Florence. Vooral daarin verschilt Michel Angelo van de oudheid, dat hij, terwijl deze idealiseert, de natuur tracht na te bootsen. Toen Julius II in 1503 den pauselijken stoel beklom en deze , hoe krijgszuchtig ook, den roem der kerk boven alles stelde , werd aan Michel opgedragen de vervaardiging der zolderschildering in de kapel, die aan Sixtus V haar naam ontleent; en op Allerheiligendag 1512 stroomde het Christenvolk van Rome tempelwaarts om het wonderwerk van hunnen grooten meester te aanschouwen. Het is een schilderstuk , dat grootsch is van opvatting, maar niet minder groot door de ziel, die er uit spreekt. Middelerwijl had hij zijn Mozes vervaardigd, dat den Israëlietischen profeet voorstelt met vlammende blikken, toornend tegen het kwaad, en gereed om de tafelen der wet te vernietigen. Onder Paulus III schilderde bij dertig jaren later zijn laatste fresco,
50 het laatste oordeel, dat, hoe verheven ook van opvatting, reeds sporen van ouderdom vertoont. In 1513 verloor hij in Julius II zijn machtigen beschermer, doch de niet minder kunstlievende Leo X vroeg zijne medewerking voor het bouwen van den gevel der Lorenzo-kerk te Florence. Op last van dezen Paus begon hij de vervaardiging der graftomben van Guilano en Lorenzo. Reeds grijsaard geworden arbeidde hij aan den bouw der St. Pieterskerk. Hoe daarbij ook zijne plannen werden gewijzigd en hoezeer ook het gebouw eerst na zijn dood werd voltooid, toch is het koepeldak geheel van hem, dat trotsch en majestueus boven alle daken uitsteekt. Den 18den Februari 1564 stierf de groote kunstenaar, wiens macht en kracht overweldigend was en wiens oorspronkelijkheid zijn weerga niet vond. De natuur was zijn leerschool. Door geene traditie gebonden, trachtte hij haar te doorgronden. In haar vond hij de vormen en typen. Doch nog iets hoogers zit er in zijne werken. Het is de geest, waarmede hij ze bezielt, het hartebloed, dat hij aan hen opoffert. 5Ta hem treedt een tijdperk in van verval der kunst. Aan wien dit toe te schrijven? Aan Michel? Spreker kan demeening van hen, die dat beweren niet deelen, want ook op verscheiden ander gebied kondigde zich aan een tijdperk van verval. Daarna eindigde Spreker zijne schoone rede en de Yoorzitter sprak namens de vergadering den hartelijken dank uit voor den genotvollen avond, dien hij ons had verschaft. Yoor de tweede winter-avondbijeenkomst had de Heer Johan WinMer, uit Haarlem, de spreekbeurt op zich genomen. Naar aanleiding van de woorden van Mr. C. Vosmaer: »Zij", dat zijn de Friezen, azijn de aristokraten, de adel onzer volksstammen" , hield Spreker eene verhandeling
51 over de Friezen, die hij betitelde » Friesland op zijn breedst." Merkwaardige woorden, vooral omdat zij kwamen uit den mond van een klassiek gevormd man, die met zijn geest veelal in het oude Hellas vertoefde en min of meer bevooroordeeld was tegen de gewrochten der Germanen. Spreker kon ze ten volle beamen. Waar toch vindt men onder de Germanen een volk, dat zoo standvastig is geweest in taal en zeden als de Friezen ? Welke volken ook vermengd zijn of verdwenen, de Friezen aan de Eems en Lauwers bleven dezelfde. Gering is dat volk wel, maar het aantal is niet zoo luttel of, indien de Friezen van Noord en Zuid zich verbonden, zij een grooten staat zouden vormen. Dit is evenwel een droombeeld. Slechts in aardrijkskundigen zin wil Spreker het land der Friezen behandelen. Reeds in de oudste tijden was Leeuwarden het voornaamste middelpunt, al was Stavoren de zetel der vorsten en overschaduwde haar Bolsward gedurende eenige jaren in handelsbetrekkingen en welvaart. Friesland op zijn breedst bestaat uit een reeks van gouwen, in het uiterste oosten door Jutland, in het Zuiden door Artois bepaald. Zelfs in Picardie treft men nog sporen aan. Het geheele Noordholland , door het Vlie van Friesland gescheiden, werd door Friezen bewoond, uitgezonderd misschien het Gooiland. De Amsterdamsche volkstaal, die tot in de 'î 6de eeuw in zwang bleef, was Friesch, evenals ook het hoofdtooisel tot het midden der 17de eeuw. Evenzoo was het met Kennemerland en Haarlem gesteld. Door vreemdelingen, vooral door de in do 16do on 17de eeuw gevluchte Vlamingen, werd het volk verbasterd. In eenigszins minderen mate vindt men het Friesche element in Zuidholland, ofschoon de vissen ersdorpen aan de kust daaraan nog sterk herinneren. Hoe zuidelijker, hoe minder Friesch. Zoo is het ook in
52 Zeeland gesteld; geheel anders daarentegen in Westvlaanderen tusschen Sluis en Duinkerken. Behalve uit de zeden en gewoonten , blijkt dat vooral uit de taal. De eigennamen leggen daarvan eene belangrijke getuigenis af. Oostwaarts gaande trof men nog in de 16de eeuw op het platte land in Groningen de Friesche volkstaal aan. De stad is evenwel Saksisch. Ook Drente en Overijsel zijn gedeeltelijk Friesch. Twente en Salland, het laatste, wat het zuidelijk deel aangaat, worden echter door Saksen bewoond. In Duitschland heerscht langs de kust der Noordzee tot Jutland toe nog steeds het Friesch element, in de eene gouw meer, in de andere minder, op Wangeroog, in Satherland, in den omtrek van Jever , bij de Dithmarsen en in Eoordfriesland het sterkst. Hier merkt men het uit de taal, daar uit de kleeding, elders uit beide of uit andere zaken , bijv. uit den bouw der kerktorens. Overal onderscheidt de bevolking zich door een sterken onaf hankelijkheidszin. Oorspronkelijk was zij in haar geheel vrij. Eigenerfden en edellieden waren bijna door niets van elkaar gescheiden , totdat meerdere rijkdom en het bouwen van stinsen onderscheid brachten. Adel zetelde in ieders gemoed. Van daar waren de Friezen aristokratisch en democratisch tevens. Voor niemand bogen zij hunne knieën. De houding van een Gremme van Burmania tegenover Filips II is een voorbeeld van den algemeenen volksaard der Friezen. Van daar de naam van standfries. Zijn nu in onzen tijd de Friezen gebleven , die zij eertijds waren ? Spreker moet dit ontkennend beantwoorden. Met deernis ziet hij , hoe de aloude Friesche roem in talrijke opzichten verdwijnt, hoe zeden en gewoonten verbasteren en door vreemde worden vervangen. Zoo is het ook met de taal gesteld. Want al moge zij ook sinds Halbertsma nieuwe beoefenaars heb-
53 ben gevonden en een nieuw leven zijn binnengetreden, als volkstaal wordt zij langzamerhand door het Hollandsch verdrongen. De nivellatie-geest van onzen tijd doet zich ook onder de Friezen in alle opzichten gelden. Met een opwekkend woord om verdere ontaarding tegen te gaan en te zorgen dat Vosmaers woorden waarheid blijven bevatten, eindigde Spreker zijne boeiende rede. Op de derde winter-avondbijeenkomst sprak Mr. J. A. Peith, uit Groningen, over »De JSTederlandsche en daaronder Friesche nederzettingen in Brandenburg." Deze hebben in drie tijdperken plaats gegrepen, met name in de 11de, 42de en 13de eeuw, in de 17de eeuw onder den grooten Keurvorst en in de 18de tijdens de regeering van den grooten Prits. Zij vormden als het ware eene reactie op de groote volksverhuizing. Leopold von Ranke noemt haar dan ook de 2de. In de ïfederlandsche oorkonden is er weinig van te vinden. In de liederen en sagen treft men er sporen van aan. Onder de Middelnederlandsche liederen, door Hoffmann van Pallersleben en door Willems uitgegeven , is er een, dat duidelijk daarop wijst. Ook wijzen de legenden van Bruno, Sakso en Friso op een trekken naar het Oosten. Hoe het zij, in de 11de, 12de en 13de eeuw hebben talrijke JSTederlandsche en Priesche nederzettingen in den omtrek van Bremen, Mecklenburg en andere streken van Duitschland plaats gevonden. De redenen, die daartoe aanleiding gaven, waren volgens Spreker geheel onzeker. Sommige geschiedden op aansporing der geestelijken, andere wegens overstroomingen of om andere oorzaken. Brandenburg was vooral de zetel der nieuwe nederzettingen en van de vijf marken, waarin dit graafschap was verdeeld, in het bijzonder de Altmark. Het Cronicon Slavorum van
SiHelmond is daartoe een onzer bronnen. Volgens dezen ontboot Albrecht de Beer volken uit Utrecht en de westelijke streken van ons land om zich aan de oevers van de Blbe en Havel te vestigen, waar zij de Slaven nagenoeg geheel zouden hebben verdrongen. Lang zijn Helmonds berichten voor waar aangenomen, totdat Theodoor Rudolf met een scherp kritischen blik aantoonde, hoe het geheele geschrift eene strekking had en vele verhalen deels onwaar, deels overdreven waren. Niettemin zijn er sporen van Nederlanders te ontdekken, vooral in Wolmerstädt, waar o.a. nog Hans Jochum een geliefde voornaam is. Overal in de Altmark heerschte het Maagdenburgsche landrecht, behalve juist daar. Ten opzichte der kolonisatiën in de andere marken van Brandenburg moest men, meende Spreker, in de gevolgtrekking voorzichtig zijn. Het blijft de vraag of deze niet zijn gesticht door nazaten van hen, die zich in de Altmark hadden nedergezet. Later, ten tijde der geloofsvervolgingen , toen Joachim II over Brandenburg regeerde, vluchtten velen naar deze streken, te meer omdat men wist dat de Keurvorsten telkens als bemiddelaars tusschen de Gereformeerden en Lutheranen optraden. Na den vrede van Osnabrück zag geheel Duitschland en ook dit keurvorstendom er beklagenswaardig uit. Brandenburg uit den staat van verval op te beuren was het werk van den grooten Keurvorst. En wat was natuurlijker dan dat hij vele kolonisten uit de Nederlanden liet komen, waar toen op bijna ieder gebied eene groote welvaart heerschte. Bovendien was hij en door zijne opvoeding, want hij had aan de Leidsche hoogeschool gestudeerd, èn door zijn huwelijk dubbel aan deze landen verbonden. Met talrijke privilegiën werden zij begiftigd om hen tot eene verhuizing naar zijne landen te lokken. Toen het Edict van Nantes werd in-
55 getrokken, maakte hij daarvan gebruik om nijvere burgers voor zijn land te winnen. Zelf gaf hij aan zijne onderdanen het voorbeeld door Nederlanders op zijne eigene hoeven te laten wonen. En in dit alles werd hij gesteund door zijne edele gemalin Louise Henriette. Hollanderei is nog heden de naam, dien men aan dergelijke hoeve geeft. Ook Hollandsche schilders en beeldhouwers stonden bij hem in hoog aanzien. Nederlandsohe waterbouwkundigen en architecten werden door hem geraadpleegd. Ten deele werd door dit alles wel de ellende, door den 30-jarigen oorlog veroorzaakt, weggenomen, doch niet geheel. Het te voltooien liet hij over aan zijn zoon Frederik I I I , doch deze, hoewel ook de bevordering van den landbouw door kolonisatiën niet uit het oog verliezende, bekommerde zich meer om praal en pracht, zoodat bij zijnen dood in 1713 de toestand niet veel beter was dan in 1648. Krachtig daarentegen trad zijn zoon en opvolger op. Met vaste hand herstelde hij orde en tucht, bevorderde den handel en landbouw bovenmate en werkte het stichten van nederzettingen in Oost-Pruisen, niet minder dan in Brandenburg in de hand. Van daar ook heerschte bij zijn dood alom groote welvaart. De kroon werd evenwel op het werk gezet door den grooten Frits. Wat deze ijverige en schrandere vorst voor zijne onderdanen heeft gedaan, wekt verbazing. Alle middelen van bestaan werden door hem gesteund, doch vooral de akkerbouw. Duizende kolonisten kwamen zich gedurende zijne regeering in zijne landen vestigen en dezen kwamen weder hoofdzakelijk uit de Nederlanden. Tijdens den zachtaardigen Frederik Willem II had stilstand zoowel als achteruitgang plaats. Na al het gesprokene kwam Spreker tot de slotsom, dat vooral nederzettingen van hen, die zich op de zuivelbereiding toelegden, werden aan-
56 gemoedigd en dat deze bovenal plaats hadden in de Altmark. Na de pauze stelde de Heer G. H. Van Borssum Waalkes de vraag, hoe toch de Godsvrienden er toe waren gekomen om zulke scherpe berispingen uit te spreken over hoog en laag in de kerk en maatschappij, zooals dat blijkt uit het boek van den Oorsprong. Men had er op gewezen, dat zij wellicht waren geïnspireerd door de Waldenzen, doch dit betwijfelde Spreker. Immers deze laatsten weken in vele opzichten van de katholieke kerk af, terwijl de Godsvrienden haar getrouw bleven en alleen de uiterlijke vormen aantastten. Hij was evenwel van gevoelen, dat, evenals de kerk in beelden op muurschilderingen enz. de heerschende zonden en gebreken trachtte te bestrijden, zij daarentegen hiervoor het meest geschikte middel vonden in geschriften. Des te eerder meende spreker tot dit besluit te mogen komen, omdat te Klingenthal in Baden, wier klooster reeds vroeg met de Godsvrienden in betrekking stond, de doodendans als muurschildering werd aangetroffen. Werden hierbij beproefd de gevolgen der zonden in beelden voor te stellen, zij vonden wellicht daarin eene aansporing om het in geschrifte te doen. Op de vierde winter-avondbijeenkomst trad op de Heer M. E. Van der Meulen, uit Bolsward, die het gildewezen van zijn woonplaats tot onderwerp zijner verhandeling had genomen. Voor eenigen tijd was hem door een der bestuurders van ons Genootschap een kistje met papieren overhandigd, die in het archief van Bolsward thuis behoorden. Daaronder was een samengevouwen perkament met keurig schrift, waarvan evenwel nog een tweede exemplaar bestond, dat afgeschreven is in de 18de eeuw. Het betrof eene gilde van ambachtslieden. Dit stuk deed Spre-
57 kers aandacht op het gildewezen slaan. Eeuwen hebben zij bestaan en klimmen op tot den heidentijd. Door de revolutie van 1795 werden ze opgeheven. Wel trachtte Koning Lodewijk ze gedeeltelijk te herstellen, maar Napoleon gaf ze bij de inlijving den genadestoot. In de eerste helft dezer eeuw werd door M. A. de Graaf weder een geschrift gewijd aan de herstelling dezer corporaties, maar daarvoor was de toenmalige tijd geheel ongeschikt. Ruim 40 jaren zijn verkopen, gedurende welken tijd onbeperkte mededinging heerschte, totdat in onzen tijd de zucht tot beperking zich weder openbaart. Wel is reeds door eenigen met groot succes, o, a. door onzen voorzitter Mr. J. Dirks, de aandacht geschonken aan de gildepenningen, doch weinigen hebben zich nog toegelegd op het bestudeeren van den inhoud van de rollen dier gilden. Opmerkelijk is het, dat de gildebrieven in het Hollandsch, de oudste in het Hoogduitsch geschreven zijn, maar geene in het Friesch. Zij dragen een bepaald godsdienstig karakter; jaarlijks en bij de wijding moesten o. a. heel wat waskaarsen worden geoiïerd ter eere van den Heilige, die het gilde tot zijn patroon had. Green spoor is evenwel van een godsdienstig gilde te ontdekken. Stellig heeft er een bloeiend schuttersgilde bestaan, waarvan het insigne, dat aan den Koning van het feest werd omgehangen, nog op het stadhuis berust. De oudste gildebrief is die van het snijdersgilde en dagteekent van 1466. Daarin is geen sprake van burgemeesters, wel van de acht schepenen. Bovendien zijn er nog drie stukken, die geen jaartal dragen. Ook deze stukken bepalen zich uitsluitend tot het daarin genoemde ambacht. Mets is er in te bespeuren van eene verplichting tot handhaving der rust of van invloed op de regeering der stad. Er ademde natuurlijk een sterk protectionistische
58 geest uit. Behalve aan het werk , waren ook eenige artikelen gewijd aan de tafelwetten, aan de zorg voor armen en zieken enz. Een der bloeiendste gilden was dat der wevers, met den heiligen Severijn tot patroon. Honderd vijfentwintig jaren gaan voorbij. Het protestantisme is opgetreden en doet zich ook in de gildebrieven kennen. Geen melding wordt er meer gemaakt van altaren, waskaarsen enz. De bijbel heeft hun plaats ingenomen. Nu eerst werden er ook burgemeesters in genoemd en is een lid der vroedschap het gildehoofd. Deze , olderman genoemd, heeft vier meesters tot steun. Ook werd er nu een rekendag vastgesteld. De rechtspraak werd geregeld, evenals ook de begrafenisplechtigheden, waarbij geen sprake meer is van altaren en zielmissen. De arbeid op zon- en feestdagen werd verboden. De hoogste bloei dezer gilden was in de 17de eeuw. Drie gildeboeken uit dien tijd zijn nog bewaard gebleven, waarvan door Spreker een werd behandeld, dat de chirurgie en pharmacie betrof. Het bestond uit veertig bladzijden perkament en was zeer fraai geschreven. Ofschoon reeds een octrooi werd verleend in 1613, dagteekent dit gildeboek van 1662. Allerlei bepalingen werden daarin gevonden over de heelmeesters en apothekers , over het weren van oculisten, breuk- en steensnijders en andere kwakzalvers. Dit gilde bleef tot 1713 in eere. Daarna deelde Spreker mede, hoe een verzakking van den grond in de groote kerk te Bolsward en het dientengevolge breken van eenige grafzerken hem er toe hadden geleid den bodem te gaan onderzoeken. Toen waren door hem in het koor dier kerk vijf grafkelders ontdekt, waarvan een dubbele, die liep onder het hoogaltaar. Alle waren stevig verwulfd en hadden prachtige steenen trappen. In
59 één daarvan, dat der Monsma's, had hij nog zeven kisten met koperen platen aangetroffen, doch reeds gedeeltelijk waren zij vergaan. Ook had hij bij die gelegenheid gevonden een prachtig gothiek raam van het jaar 1450 en een grijzen zerksteen met een schoon gebeeldhouwde kroonlijst, waarvan hij evenwel het voetstuk niet had kunnen vinden. Na eene aansporing aan de leden om toch de kunstproducten van Bolsward eens te komen bewonderen, besloot Spreker zijne belangrijke mededeelingen. Op de meest hartelijke wijze werd hem door den Voorzitter namens de vergadering' dank betuigd en daarmede de avondbijeenkomsten van dezen winter gesloten. Door het Genootschap werd uitgegeven het 61ste verslag der handelingen met de lijst der leden en der voorwerpen, die in het jaar 1889—1890 aan het Genootschap waren geschonken, in bruikleen gegeven of waren aangekocht. Tevens bevorderde het door zijn financiëelen steun de uitgave van een Oostfriesehe Grammatica, bewerkt door dr. W. L. Yan Heiten , hoogleeraar te Groningen. Het Museum mocht zich weder in een druk bezoek verheugen. Uitbreiding van het gebouw is eene dringende noodzakelijkheid geworden , wil men niet kostbare voorwerpen of platen verloren zien gaan. Van den kelder tot den zolder is het letterlijk geheel vol. Reeds lang ging het bestuur met plannen tot vergrooting om. Doch toen op de algemeene vergadering door de drie gemelde heeren eene belangrijke som voor dat doel werd afgestaan , werden de eerste grondslagen gelegd voor verder handelen. Bij missive , tevens onderteekend door het bestuur en de leden der bouwcommissie, richtte zich de financiëele commissie tot eenige vermogende ingezetenen met het verzoek, iets
80
van het hunne voor dit doel te willen afzonderen. Zij, die minstens voor ƒ250.— bijdroegen , zouden als oprichters worden erkend. In zooverre mocht deze poging als geslaagd beschouwd worden, daar de som der toegezegde gelden al spoedig klom tot /"41000.—, welke som nog vermeerderd werd met ƒ1000.—, toen door den Heer Mr. A. Looxma Ypeij ter nagedachtenis van zijne onlangs overleden moeder deze som als een geschenk aan het Genootschap werd aangeboden. Ook van een andere zijde ontving het Genootschap financiëelen steun. Tot nu toe bedroeg de subsidie, die het van de provincie ontving ƒ500.—, maar daarvoor had het de verplichting op zich genomen te zorgen, dat oudheidkundige voorwerpen, die anders door de provincie zelve werden aangekocht, niet voor dit gewest verloren gingen. De meerdere uitgaven, welke het Genootschap jaarlijks had te doen, gepaard met die, welke de vergrooting van het Museum ondanks de genoemde financiëele hulp van particulieren zou met zich slepen, bewogen het bestuur zich tot de Provinciale Staten te wenden met het verzoek de subsidie-penningen te willen verhoogen en te brengen op f i OOO.—. In de vergadering van den 7den Juli i 890 werd daarop goedgunstig beschikt, mits jaarlijks een korte staat van de inkomsten en uitgaven aan de Gedeputeerden werd overgelegd. B.
GELDMIDDELEN.
Uit de rekening en verantwoording van den Penningmeester blijkt, dat de ontvangst heeft bedragen . . . . ƒ4102.8472 de uitgaaf. -4102.61 latende alzoo een batig slot van
. . .
ƒ
O.23YÏ
01 C.
BESTUUR.
Herkozen werden Mr. J. Dirks en Mr. A. Looxma Ypeij, zoodat het Bestuur uit dezelfde personen bleef samengesteld als het voorgaande jaar. Met eene zekere angstvalligheid aanvaardde Mr. J. Dirks deze benoeming. Immers was hij reeds zijn 79ste jaar binnengetreden, doch hij gevoelde zich nog krachtig en opgewekt en kon zich zijn verder leven ook moeiehjk denken buiten het Genootschap, waarmede hij sinds meer dan een halve eeuw zoo vertrouwd was geraakt. Hij besloot dus maar zich de benoeming te laten welgevallen, hetgeen onder toejuiching werd vernomen. D.
LEDEN.
Als buitengewone leden werden benoemd de Heeren: Mr. J. C. G. Boot, te Amsterdam, Dr. J. A. Wijnne, te Utrecht, Dr. H. Kern, te Leiden en Dr. J. Reitsma, te Groningen. Tot gewone leden de Heeren: Dr. L. H, Wagenaar, te Leeuwarden, Dr. T. Oannegieter, te Utrecht, H. Vriend, te Leeuwarden, K. A. Wassenaar, te Huizum, C. J. Van Kerkwijk , te Alfen a/d. Rijn, C. J. Van der Veen, te Oldeboorn , G. N. de With , te Sloten , P. J. Romijn , te Leeuwarden , Dr. J. Mulder , te Zaandijk, P. IL Bijl, te Leeuwarden, JN". Wouda, te Sneek, D. J. W. Baron Van Heeckeren, Ameland, Mr. Th. P. Van Eijck Byleveld, te Bolsward , J. Alingh Prins , te Kortezwaag , R. Banda, te Anjum, J. R. Van der Leij, te Groningen, C. J. Gonnet, te Haarlem , Dr. J. J. Van Rijn, te Leeuwarden, Dr. J. de Vries, te Praneker , Mr. A. J. Enschedé , te Haarlem, P. J. P. Moquette , te Sneek, J. J. G. Van Wicheren , te Ter Neuzen , H. Van Griethuizen Antz., te Burgwerd, P. S. Janssen, te Lemmer, L. Ch. J. Ph. de Bourbon, te
62
Leeuwarden , A. Feenstra Tz., te Gorinchem , A. G. Dornseiffen, te Heerenveen, C. P. Ebbinge Wubben, te Vries, Jhr. V. V. Van Cammingha, te Amsterdam, L. J. Huber, te Leeuwarden en Jhr. Mr. W. C. A. Alberda van Ekenstein te Groningen. Daarentegen zijn van de gewone leden overleden de Heeren: J. S. Bokma, te Arnhem, Mr. G. Buma, te Leeuwarden, Mr. J. J. Van Doorninck, te Zwolle, Mr. S. J. Hingst, te 's Gravenhage , S. Koopmans, teWarga, Mr. J. Meinesz, te Heerenveen en Dr. Chr. Sepp , te Amsterdam. Van de buitengewone leden is overleden Dr. F. A. G. Campbell; terwijl voor hun lidmaatschap hebben bedankt de Heeren: Mr. G. J. Boldingh, te Bolsward , Mr. E. Star Busmann, te Amsterdam, N. J. L. Bruinsma , te Bolsward, J. H. Brunne , te Leeuwarden , Dr. W. J. A. Huberts, te Zwolle, F . Rinia van Eauta, te Hindeloopen, IJ. Oosterlo, te Huizum , P. A. Wilhelmij, te Leeuwarden, M. N. Wijt, te Nijmegen en Mr. P. Gratama, te Arnhem. Het Genootschap bestaat thans uit: 4 eereleden , 54 buitengewone leden, 460 gewone leden. Totaal 518. De Secretaris, Dr. F. G. SLOTHOUWER.
Het Bestuur van het Friesch Genootschap bestaat thans, 4890, uit de volgende leden , de Heeren : Mr. J. DIRKS , Voorzitter; Jhr. Mr. P. J. J. VAN EYSING-A, Medebestuurder; Ds. G. H. VAN BORSSUM WAALKES, Medebestuurder; Mr. A. LOOXMA YPEIJ, Penningmeester; Dr. F. O. SLOTHOUWER, Secretaris; Mr. W. B. S. BOELES, Bibliothecaris; C. H. F. A. CORBELIJN BATTAERD , Conservator. De vergaderingen van het Bestuur worden gehouden eiken Zaterdagnamiddag te twee uur in het gebouw van het Genootschap (Koningsstraat).
• * . -
ALPHABBTISCHE NAAMLIJST DER
Honoraire-, Buitengewone- en Gewone Leden VAN HET
FEIBSCH
GENOOTSCHAP
van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde, g e v e s t i g d te
Leeuwarden.
October 1890.
Eereleden. Z. K. H, Carl Alexander, Groothertog van SaxenWeimar-Eisenach. Z, D. H. Wilhelm Adolph Maximilian Carl, Prins zu Wied, te Neuwied. Reenen, Jhr. Mr. Gr. C. J. Van Dirks, Mr. J.
's Gravenhage. Leeuwarden.
Buitengewone Leden. Acquoy, Dr. J. Gr. R. Albarda, Mr. W. Barack, Dr. Bartels, Dr. Beaufort, Jhr. Mr. W. H. De Beets, Dr. N. Bierens de Haan , Dr. D. Boot, Dr. J. C. G. Braun , Bremer, Dr. Otto Capellini, J. Carsten , Heinrieh Dannenberg, H. Diegerik, J. A. L. Dijkstra, Waling Doedes , Dr. J. I. Evans, John
Leiden. Ginneken. Straatsburg. Aurieh. Neerlangbroek. Utrecht. Leiden. Amsterdam. Hannover. Halle a/d Saaie. Bologne (Italië). Dahrenwurth (Holste: Berlijn. IJperen. Holwerd. Utrecht. Nash Mills.
(58 Leuven. Even , E. Van Groningen. Feith, Mr. H. O. Franks, Dr. Augustus W. London. Gent. Fredericq, Dr. Paul Leiden. Fruin , Dr. R. Friedlaender , Dr. E. Berlijn. Maastricht. Habets , J. J. Handelmann , Dr. Gf. H. Kiel. Groningen. Heiten, Dr. W. L. Van Ithaca (New-York). Iiewet, AVaterman T. Stockholm. Hildebrand , Dr. Hans Amsterdam. Keilen J r . , D. v. d. Item. Keilen , J. Ph. v. d. Leiden. Kern, Dr. H. Item. Leemans, Dr. C. Kiel. Mestorff, Mej. Joh. Kilmarnock bij Edinburg. Munro , R. Stedesand, poststation Leek. Nissen, M. Eefde bij Warnsveld. Noodt, Mr. U. J. Huber Groningen. Panhmjs, Jhr. Mr. J. Æ. A. Van Rome. Pignorini, Dr. L. Brussel. Piot, Ch. New-York. Planten , J. R. Leiden. Pleyte , Dr. W. Groningen. Roitsma , Dr. J. Amsterdam. Rogge, Dr. H. C. Antwerpen. Rooscs, Dr. Max Roij aards van den H a m , Mr. W. J. Utrecht. Oegstgeest. Schotel, Dr. G. J. D. Parijs. Serruro, R. Greifswald. Siebs , Dr. Theodoor Rauwerd. Slooten, A. H. Van
69 Steenstrup , Dr. J. S. Stuers , Jhr. Mr. V. de Tadema , L. Alma Tergast, Med. Doet. Tumiwal, T. J. Tylor , Edw. B. Varenbergh, Emile Veth, Dr. P. J. Vries , Dr. M. de W a l , Mr. J. de Wegener, C. Wijnne , Dr. J. A.
Kopenhagen. 's Gravenhage. London. Emden. London. Oxford. Gent. Arnhem. Leiden. Arnhem. Kopenhagen. Utrecht.
Gewone Leden. A a , Dr. B. P. J. C. Simon van der Purmerend. Ablaing v. Giesenburg, Mr. W. J. baron d' 's Gravenhage. Aeneae, Dr. B. W. Schultetus Item. Albarda Jz., Mr. Horatius Leeuwarden. Alberda van Ekenstein, Jhr. M. W. C. A. Groningen. Sneek. Alma, Mr. D. Kollum. Andreæ, Mr. A. J. Item. Andreæ, D. H. Andreæ, H. Beuckor Leeuwarden. Andreæ, Mr. S. J. Fockoma Leiden. Andreæ, I. Sauta Leeuwarden. Assen, J. van Item. Aukes , A. J. Item. Bakker , G. Murray Amsterdam, Amsteldijk 14. Bakker , Dr. L. C. Murray Huizum. Bakker, Mr. G. A. Murray Harlingen. Banga, Mr. K. Hilversum.
70 Banda , E. Battaerd, C. H. F. A. Corbelijn Beaufort, Jhr. Mr. R. < de Beaufort Az., Mr. W. H. de op de Beeekman , D. Beekhuis, Mr. C. Beekhuis, Th. Beekhuis, W. Beekkerk , H. Beekkerk , S. Bekhuis, J. F. H. Bekker, W. Bergsma, E. Bergsma , Mr. J. C. Bergsma , P. A. Bergsma, Mr. W. A. Behrns, Bernh. Berns, Mr. J. L. Beijma, Jhr. Mr. C. L . van Beijma, Jhr. E. D. van Beijma, Jhr. L. van Beijma, Jhr. Mr. P . J. van Bienema, Mr. E. Roos van Bierma , W. Bierma, J. Binnerts, Mr. H. Binnerts, S. O. Bisschop, C. Bitter, W. J. Bloembergen Ezn. , Mr. A. Bloembergen Ezn. , R. Blok, Dr. P. J.
71 Anjum. Leeuwarden. Doorn. Treek bij Amersfoort. Breda. Leeuwarden. Wirdum. Item. Leeuwarden. 's Gravenhage. Leeuwarden. Buitenpost. Grouw. Leeuwarden. St. Paul (Minosota), Dronrijp. Leeuwarden. Item. Item. Weidum. Soestdijk. 's Gravenhage. Leeuwarden. Aalsum. Item. Leeuwarden. Sappemeer. Scheveningen. Delden. Leeuwarden. Item. Groningen,
Blom J.Gz., Mr. J. G. van Blom, Mr. Ph. van Blom, W. van Boeles , Mr. W. B. S. Boer, Dr. R. C. Boer, Mr. J. Wessels Boer , F. de Boer, Mr. J. Klaasesz de Boissevain, Dr. U. P. Bolman , I. Bolman, Mr. J. J. Boltjes, Mr. S. Boltjes, Mr. T. Y. Kingma Bondam, Mr. A. C. Bos , S. B. Bourbon , L. Ch. J. Ph. de Brantsen van de Zijp, Mr. W. G. baron Breugel Douglas , Mr. C. baron van Breuning, D. D. Brouwer, Dr. N. Reeling Brug, J. van der Brugsma , B. Bruins, Dr. J. A. Bruinvis, C. W. Bruns , J. D. Buma , A. Buma , Mr. W. B. Buma , Mr. B. Hopperus Buma , W. Hopperus Buma , Mr. J. Minnema Buning, A. Werumeus Burger , Dr. C. P.
Leeuwarden. 's Gravenhage. Drachten. Leeuwarden. Item. Hoogeveen. Sneek. Witmarsum. Groningen. Leeuwarden. Bergum. Grouw. Jorwerd. 's Hertogenbosch. Harlingen. Leeuwarden. Schaarsbergen. 's Gravenhage. Wolvega. Leeuwarden. Utrecht. Item. Idaard. Alkmaar. Leeuwarden. Hindeloopen. Leeuwarden. Item. Item. Item. Oostermeer. Leeuwarden.
72 Burger C.P.z., Dr. C. P. Bijl, P. K. Bylevelt, Mr. Th. P. van Eyck Cammingha, Jhr. V. V. van Cannegieter, A. Cannegieter , D. Cannegieter, J. J. Cannegieter, Dr. T. Cats , M. Manger Chijs , Dr. S. A. van der Coenen, Dr. W, F. H. Gooi, P. Cremer, R. Cremers, Mr. E. J. M. I. Canter Dijk van Matenesse, P. J. van Dirks, J. Doorninck , D. J. C. van Domseiffen, IL Gr. Dozy, Mr. Chr. M. Drijber , R. II. Duparc, A. Eeghen, A. W. van EekhofT, J. T. Engelen , Jhr. Mr. D. O. Engelman , J. P. Enschedé, Mr, J. A. Epkema , Dr. E. Erp , H. M. T. van Ermerins, Mr. J. P. N. Eysinga, Jhr. Mr. Æ . E. van Boelens van Eysinga . Jhr. Mr. C. van Eysinga, Jhr. Mr. P. J. J. van
Amsterdam. Leeuwarden. Bolsward. Amsterdam, Hallum. Tzum. Ferwerd. Utrecht. Leeuwarden. Zutfen. Leeuwarden. Harlingen. Hempens. Heerenveen. Schiedam. Franeker. Zutfen. Terhorne. Leiden, Leeuwarden. Item. Amsterdam. Leeuwarden. Zutfen. Leeuwarden. Haarlem. Zalt-Bommol. Leeuwarden. Middelburg. Leeuwarden. Item. Item.
73
Eysinga, Jhr. Mr. I. F. van Humalda van Eysinga, Jhr. Mr. T. Æ. J . van Eysinga, Jhr. W. C. G. van Faber , J. Faber, IJ. 0 . Faille, Dr. J. Baart de la Feenstra Tzn., A. Feenstra, S. E. Feenstra, T. S. Feith , Mr. J. A. Fennema, H. Fennema , R. Ferf, Mr. A. Ferf, Mr. H. Fook , Mr. B. F . W. van Brucken Fockema, Mr. R. Folmer, Dr. A. Fontein, F . van Dalsen Fontein , L. Geer , Mr. B. J. Lintelo baron de Geuns , M. van Giffen, Mr. J. van Gonnet, G. J, Gorter, Mr. W. Goslings , D. Gratama , G. Gratama, Mr. S. Gratama, T. Grave, Mr. E. de Greebe, Mr. A. Greve, Mr. I. de Griethuijsen Antz, , H. van
's Gravenhage. Rotterdam. Leiden. Gorredijk. Harlingen. Leeuwarden. Goiïnchem. Leeuwarden. Sneek. Groningen. Sneek. Buitenzorg. Heerenveen. 's Gravenhage. Middelburg. Almelo. Eenrum. Leeuwarden. Sneek. Utrecht. Leeuwarden. Wolvega. Haarlem. Assen, Delft. Leeuwarden, Assen. Leeuwarden. Wommels. Amsterdam. Zwolle. Burgwerd.
74 Grovestins, J. E, N. baron Sirtema van 's Gravenhage. Haagsma, S. Bozum. Arnhem. Haer, Mr. 0. J. van der Item. Haersolte, Mr. C. W. A. baron van Groningen. Halbertsma, Dr. T. Leeuwarden. Halberstadt, Dr. A. B. 's Gravenhage. Hamer , Mr. J. G. de Witt (Koninginnegracht). 's Gravenhage. Hannema, Mr. S. Sneek. Hansma , D. Warga. Hansma, R. Harinxma thoe Slooten, Mr. B. Ph. bar. v. Leeuwarden. Harinxma thoe Slooten, C. L. baron v. Leiden. Harinxma thoe Slooten , D. J. A. bar. v. Item. Harinxma thoe Slooten, Mr. J. S. bar. v. Leeuwarden. Harinxma thoe Slooten, Mr. M. P. D. bar.v. Olterterp. Harinxma thoe Slooten, P. A. V. bar. v. Leiden. Harinxma thoe Slooten, Mr. R. baron v. Beetsterzwaag. Harlingen. Harmens Cz., W. Rotterdam. Haverkorn Rij se wijk , P. Schiedam. Haverschmidt, F. Ameland. Heeckeren, D. J. W. baron van Heeckeren v. Wassenaer, R. F . baron v. Dieren. 's Gravenhage. Heemstra, G. J. A. A. baron van Leeuwarden. Heemstra, H. L, baron van Deventer. Heemstra, W. H. F. baron van 's Gravenhage. Heeres, Mr. J. E. Dantumawoude. Hellema , W. Leeuwarden. Heioma, Mr. M. van Heerenveen. Heioma, Mr. M. M. van Kollum. Hesse, H. Klugkist Zwolle. Hettema , F . Buitenrust
75 Seheveningen. Leeuwarden. Slagharen bij Dedemsvaart. Balk. Middelburg. Groningen. Leeuwarden. Item. Utrecht. Sneek. Westerbork. Leeuwarden. Item. Yeendam. Leeuwarden. Bussum. Leeuwarden. Item. Oenkerk. Amsterdam. Amsterdam, Van Woustraat 79. Oldeboorn. Hallum. Murmerwoude. Leeuwarden. Item. Rinsumageest. Gorredijk. Leeuwarden. Item. Kappers , Dr. J. Ariëns Item. Kempenaer, Jhr. Mr. D.W. y. Andringa de Zutfen. Hingst, S. Hoef, N. van der Hogeman, J. Honig J z . , J. Hooff, A. van Horst, E. B. Ter Horst, S. Ter Houtsma, Dr. E. O. Houtsma, Dr. M. Th. Houwink Gz., J. Huber, F. G. H. Huber, H. W. Huber , L. J. Huber, Mr. L. J. Huber, Mr. U. H. Huguenin, C. M. Huisinga, J. Hijlkema, S. H. Iterson, J. E. van Jamin , J. G. de Groot Janzen, P. S. Jong, M. K. de Jong, W. de Jong , D. Fontein de Jonge, P. Pabrij de Jongsma, Mr. E. Jongsma , G. Jonkers , Mr. W. H. Jungius, E. ö. Kamp , N.
70 Kerkwijk , C. J. van Keuning, K. Keverling , P. Kielstra, E. B. Kielstra, T. Kiestra, J. J. Kingnia , IJ. L. Klaasesz, J. S. Kleffens, Mr. A. H. van Kleffens, Mr. L. W. van Klinkenberg , A. Klinkenberg, W. F . K. Knappert, Dr. L. Knoop, W. J. Koch, J. A. Kolff, Mr. W. Kollewijn, A. M. Koning, Mr. E. Koning, Mr. J. Koning, Willem Korf, G. A. Kramer , H. H. Kramer , J. P . Land Kramers, J. W. Kreemer, J. Kuiper, E. T. Kuipers, H. Kuipers, J. Kuipers, Mr. J. J. Kijmmell, Mr. J. W. Kijmmell, Mr. P. D.
Lam Az., H,
Alfen a/d. Rijn Beetsterzwaag. Joure. 's Gravenhage. Middelburg. Ee. Jellum. Ternaard. Harlingen. Veenwouden. Sijbrandaburen. Leeuwarden. Dokkum. 's Gravenhage. Lochem. Dronrijp. Amersfoort. Leeuwarden. Heerenveen. Tjummarum. Mjehaske. Leeuwarden. Dokkum. Leeuwarden. Malang. Leeuwarden. Item. Buitenpost. Utrecht. Item. Leeuwarden. Item.
77 Land, A. A. Lankhorst, N. J. Leeuwen, Mr. J. van Leij , J. R. van der Lieftiûck J.Wz., F . Liezenberg, J. L. Loeff, Dr. C. Loeff, R. E. van deiLoon J z . , J. van Loosjes, A. Luiking, F . W. Lycklama à Nijeholt, Jhr. A. Lycklama à Nijeholt, Jhr. J. A. Lycklama à Nijeholt, P. Lijnden, R. baron van Maas, M. H. Martin, A. Matthijssen , Mej. Gr. H. Meer, S. E. van der Meindersma, Dr. S. Meijer, A. Menalda, Mr. C. B. Menalda Az. , Gr. Menalda, H. Meulen, J. H. van der Meulen, M. E. van der Meulen, R. van der Meurs , Mr. P. A. N . S. van Meursinge, Dr. A. Middelburg, Dr. H. A. Miedema , A.
Franekci'. Sneek. Leeuwarden. Groningen. Haarlem. Schiedam. Leeuwarden. Makkinga. Leeuwarden. Amsterdam. IJlst. Wiesbaden. Beetsterzwaag. Leeuwarden. Beetsterzwaag. Makkum. Amsterdam. Leeuwarden. Drachten. Leeuwarden. Item. Item. Item. Item. Drachten. Bolsward. Rotterdam. 's Grravenhage, (Hofsingel no, 6 Leeuwarden. Item. Rneek..
7 f»
78 Miedema , A. S. Molen, W. T. van der Moltzer, Mr. H. E. Moquette, F. J. P . Mulder, J. Mulder , Dr. J. Muiier , Mr. J. Haitsma Naersen, L. U. baron Rengers van Nes van Meerkerk, Mr. N. H. van Nolet, M. J. Nonhebel, J. C. K. Numan, Mr. O. W. Star Offerhaus, D. W. L. Onnekes, A. J. Oosterbaan , F. J. Oosterhoff, W. J. Oosting, J. Bieruma Oppedijk, H. Oppedijk, W. M. Ort, J. A. Outeren , Mr. J. P. van Paehlig, Mr. C. C. Panhuijs, Mr. A. A. F. baron van Panhuijs , Jhr. Mr. J. A. A. van Pasma , H. Peereboom, P. Peereboom, Mr. P. Peereboom , W. A. Peeting, Mr. J. G. Pelinck Stratingh, Mr. J. Plantenga, F . Pont, D.
Groningen. Sneek. Utrecht. Rotterdam. Franeker. Zaandijk. Harderwijk. 's Gravenhage. Leeuwarden. Item. Ee. 's Gravenhage. Noordwoldtó. Winkel. Drachten. Leeuwarden. Oranjewoud. Hommerts. IJlst, Amersfoort. Haarlem. Sneek. Leeuwarden. Groningen. Heerenveen. Bolsward. Item. Item. Leeuwarden. Bergum. Leeuwarden. Item.
Balk. Poppes, P. C. Item. Poppes , Mr. P. S. Utrecht. Popta, G. A. van Leeuwarden. Postma, Titus Bergum. Potma, Mr. A. Leeuwarden. Prakken, Mr. C. J. Kortezwaag. Prins, J. Alingh Amsterdam (Nassaukade). Prins, Dr. A. Winkler Sneek. Reidsma , M. H. Leeuwarden. Reijnders , R. Reijnders , S. Item. Reitsma , D. G. Oostermeer. Rengers, B. E. S. van Weideren baron Langweer. Rengers, J. F. van Weideren baron Ysbrechtum. Rengers, S. G. van Weideren baron Wageningen, Rengers, Th. M. Th. van Weideren baron Leiden. Rengers, Mr.W. B. R. van Weideren baron 's Gravenhage. Rengers, W. C. G. van Weideren baron Item. Rengers, Mr. W. J. van Weideren baron Leeuwarden. Riemsdijk, Jhr. Mr. Th. van 's Gravenhage. Rieu, P . du Leiden. Rieu, Dr. W. N. du Item. Pingjum. Ringh, A. H. van Ringnalda , O. Huizum. Heerenveen. Rinkes, Dr. H. J. Joure. Rinkes, I. J. Rinkes, J. J. Item. Rodenburgh, C. de Jong van Haarlem. Roegholt , L. P. Leeuwarden. Roever, Mr. N. de Amsterdam. Romer, Mr. C. A. Leeuwarden. Romer, Dr. J. A. Item.
80 Romer , W. Grouw. Leeuwarden. Romijn , P. J. Roos J.Wz., J. W. Item. Roij, A. Ie Yenlo. Amsterdam. Rutgers, Dr. F . L. Rutgers, Dr. S. J. Hallum. Rhijn, Dr. C. H. van Groningen. Leeuwarden. Rijn, Dr. J. J. van Maastricht. S a k , Mr. J. G. de Leeuwarden. Salverda, Mr. S. Tjerkwerd. Schaaf, F . Schaaf, J. H. L. van der Haarlem. Dokkum. Schaafsma, Mr. E. Leeuwarden. Scheer, J. van der Amsterdam. Scheffer, Dr. J. G. de Hoop Scheltinga, Mr. H. W . de Blocq van Oranjewoud. Schepers, Dr. J. A. G-rouw. SchifFer, Mr. W . L . van den Biesheuvel Assen. Meppel. Schoor, Dr. W. K. J. Leeuwarden. Schreuder, Dr. J. C. Item. Schröder, J. H. Amsterdam (Heerengr Schutte, J. F . Schwartzenherg en Hohenlansberg, U . Utrecht. baron thoe Kampen. Schijfsma, E. W. Leeuwarden. Servatius, Mr. B. W, N. Wolvega. Sickenga, Mr. J. Item. Sickenga, IS. Amsterdam. Sillem, Mr. J. A. Leeuwarden. Singels, J. C. Item. Sitter, M. de Item. Sonnega, C.
81 Amsterdam, Sleeswijk , Mr. S. Wolvega. Sleeswijk , S. Terband. Slooten , P. D. J. van Leeuwarden. Sloterdijck, Mr. J. L. van Item. Sloterdijck, Mr. W. A. van Item. Slothouwer, Dr. F. G. Eotterdam. Slothouwer, Dr. O. M. Utrecht. Slothouwer, A. H. Duval Appelscha. Sluis , W. A. van der Roordahuizum. Smeding, A. J. Hardegarijp. Smids, H. P. Dordrecht. Smits van Meuwerkerk, J. A. Hintham. Snoeck , Jhr. M. A. 's Gravenhage. Snouck Hurgronje , Jhr. Mr. W. J. Leeuwarden. Speelman , Jhr. J. M. Wobma Item. Sprenger, W. Item. Staas, Th. M. Item. Staveren , Dr. M. van Stephanik , Joh. W. Amsterdam (Ileerengracht 231). Storm van 's Gravesande , Jhr. I. F. Vorden bij Zutfen. Storm van 's Gravesande, Jhr. J. J. J. Arnhem. Suchtelen van de Haere, Jhr. Mr. Gr. van Leeuwarden. Item. Suringar , Hugo Suringar , Dr. L. J. Amsterdam. Assen. Suringar, Dr. P. H. Leeuwarden. Suringar, P. J. Swarts , J. Item. Swinderen, Jhr. Mr. J. H. F. K. van Rijs bij Balk. Assen. Swinderen, Jhr. Mr. P. J. van Leeuwarden. Swinderen, Jhr. Mr. O. de Marees van Metslawier. Sijbenga, A. Zutfen. Sijtzama, Mr. J. G. W. H. baron van
82 Sleeswijk, F. O. Lemmer. Taconis, B, Leeuwarden. Tadema, Mr. J. G. Oosterwolde, Tadema, K. Item. 's Gravenhage. Telting , Mr. A. Telting, Mr. I. Item. Telting, Mr. J. W. Zwolle. Terpstra, Mr. W. Leeuwarden. Akkrum. Terpstra, W. Leeuwarden. Theunisse , J. Item. Tjebbes, Mr. J. Tjebbes, K. Workum. Tour v. BeUinchave, Mr. W. M. baron du 's Gravenhage. Trip, Mr. H. Amsterdam (Parkweg 42). Troelstra, J. Leeuwarden. Item. Troelstra , Mr. P. J. Tromp, A. H. Woudsend. Tromp , Dr. J. C. Balk. Woudsend. Tromp, M. H. Item. Tromp , W. A. Leeuwarden. Tromp , Mr. T. van Hettinga 's G-ravenhage. Tuinhout, F. Fontein Leeuwarden. Veen , Mr. D. van der Groningen. 'Veen, Mr. S. D. van Oldeboorn. Veen , C. J. van der , A. J. Joure. Vegilin van Claerbergen , Jhr Vegilin van Claerbergen, Jhr,. V. L. Item. Vegilin van Claerbergen, Jhr. D. M. Huizum. Van Burmania Joure. Vegter , J, Mantgum. Velstra, C. Leeuwarden. Velstra, T. J.
83 Velzen , Dr. S. K. Thoden van Vermaes , S. J. Verschuur, Mr. H. D. van Ketwich Verwer, Mr. Julius Visser, C. W. C. T. Visser , R. J. Visser, P. Sleeswijk Vitringa, Dr. A. J. Vies, M. J. Vonk, P. Vos van Steenwijk, Mr. J. W. J. baron de Vriend, H, Vries, B. J. de Vries, Mr. K. F. de Vries. Dr. J. de Vries, A. Draaisma de Vrieze, Mr. C. W. de Waalkes, G. II. van Borssum Wagenaar, L. Wagenaar, Dr. L, H. Wageningen, Mr. H. J. S. M. van Wageningen thoe Dekama, J. H. J. van Wassenaar, K. A. Wassenaar, H. M. Laurman Weide, J. D. van der Wendt, Mr. H. M. de Wenning, H. Wentholt, Mr. L. R. Westenberg, Mr. H. Th. Wester, J. G. Wicheren, J. J. G. van Wicheven, J. J. G. van
Warnsveld. Leeuwarden. Item. Item. Arum. Workum. Lemmer. Utrecht. Leeuwarden. Item. 's Gravenhage. Leeuwarden. Utrecht (Twijnstr.) Londen. Franeker. Achlum. Leeuwarden. Huizum. Leeuwarden. Item. Arnhem. Jelsum. Huizum. Wommels. Leeuwarden. Item. Item. Weidum. Leeuwarden. Item. Item. Ter Neuzen.
84 Wierdsma, Mr. C. Wichers Wierdsma, D. Wichers Wierdsma, P. Wichers Wierdsma, Mr. W. W. Wichers Wiersma, A. Wigersma, H. Winkel, Dr. J. te Winkler, Johan With, G-. N. de With, Mr. J. Minnema de Witteveen, Mr. F. Witteveen, J. N. Wittgensteiner, Mr. L. M. Wolff, Mr. I. Wouda, K Wouters, Mr. I). AVubbens, C. P. Ebbinga Wijbrandi, Ge. Tigler Ypeij, Mr. A. Looxma Zaalberg, J. A.
Leeuwarden. Item. Huizum. Franeker. Leeuwarden. Item. Groningen. Haarlem. Sloten. Leeuwarden. Ternaard. Leeuwarden. Item. Item. Sneek. Arnhem. Vries. Veenwouden. Eijperkerk. Zaandam.
HET ARCHIEF VAN
wijlen Mr. W. W. B U M Ä , DOOR
Mr. W. B. S. BOELES.
VOORWOORD. In het verslag over het jaar 1886—1887, blz. 3 7 8 , 3 7 9 , komt de mededeeling voor, dat ons Genootschap van de Heeren Buma ten geschenke had ontvangen ongeveer veertig portefeuilles met stukken, verzameld door wijlen hun vader Mr. W. W. Buma, laatstelijk President van het provinciaal Gerechtshof te Leeuwarden. Konden toen, na slechts oppervlakige kennisneming, alleen de hoofdonderwerpen worden opgegeven, op welke die stukken betrekking hebben — de meer systematische rangschikking, daarbij in uitzicht gesteld, is sedert door mij ondernomen en voltooid. Had de onvermoeide navorscher, bij het aanleggen der collectie, het doel om ze enkel naar de onderwerpen van zijne speciale studiën te rangschikken, spoedig bleek mij, dat inzonderheid de afschriften van archiefstukken, die het belangrijkste gedeelte uitmaken, niet alleen ook bronnen waren voor de geschiedenis van onderwerpen, buiten den kring der studiën van Mr. Buma gelegen, maar tevens dat, toen zij aan ons Genootschap zijn overgegaan, het doel der bestaande rangschikking niet duidelijk meer was aan te geven. Baarom heb ik eene rangschikking ondernomen , die , naar ik mij vlei, een zoodanig overzicht biedt van den inhoud, dat ieder spoedig kan vernemen of er stukken in voorhanden zijn, die betrekking hebben op het onderwerp van zijne nasporingen, In afwachting van de inventarisatie van andere archieven des Genootschaps, waarmede steeds wordt voortgegaan, heeft het Bestuur, op mijn voorstel, besloten om bij voorbaat den inventaris van dit gedeelte aan het verslag toe te voegen. Mr.
W.
B. S.
BOEIÆS.
I. Aanteekeniiigeu uit en Registers van archieven, n.1.: a. Opgave van legitimatie-brieven, opgenomen in het »Register van alrehande saicken roerende Oistvrieslandt." 1543—1579. b. Aanteekeningen uit de geestelijke rekeningen der stad Leeuwarden. 1576—1583. c. Opgave van de Domein-rekeningen van Friesland, en aanteekeningen daaruit gemaakt. 16e eeuw. d. Alphabetisch register van testateurs, uit de Fideicommissaire Registratieboeken in 's Hofs archief. e. Brief van Gachard, met eene opgave van Friesche Staatsstukken in het archief te Brussel, 13 Maart 1871. Afschrift. f. Inventaris van de rechterlijke archieven, ter griffie van de voormalige Rechtbank te Sneek berustende. g. Register op het eerste privilegieboek ter griffie van het Hof van Friesland, met opgave of de stukken gedrukt zijn, eii waar. h. Uittreksel van den inventaris der Registers van Baarderadeel. In portefeuille no. 1. II. Verzameling van afschriften van Friesche stukken, n.1.: Testamenten, koop- en huurcontracten, arresten van het Hof, beschikkingen ter rolle gegeven, beschikkingen op requesten enz. 1464—1850. Chronologisch geordend in negen portefeuilles, nos. 2—10. (Deze stukken, later afzonderlijk te inventariseeren, fraai geschreven door de klerken IJ. Tulp en J. J. Visser, met de ori-
4 gineelen in zorgvuldig genealogie, staat , voor
openbare en bijzondere archieven door Mr, W. W. Eurna gecollationeerd, zijn zeer belangrijk als bronnen voor plaatselijke geschiedenis, topographie, Frieslands waterde geschiedenis van liefdadige stichtingen , leenen enz.)
III. Stukken, betreffende Frieslands Waterstaat, in acht portefeuilles, nos. 14—18, inhoudende: 4. Generalia, n.1.: register op het Protocol roerende de Dijckagien, opgravinge van vaarten, enz., 4 603—-1614, op het archief te Leeuwarden. Aantt. van Resolutiën betreffende Frieslands Waterstaat vóór 4795. Grener. conditien bij de bestekken voor prov. werken; 44 Mei 4823 /gedrukt}. Nota omtrent de mate en den omvang der verplichtingen van hen, die van ouds tot eene vaart of waterlossing zijn slatplichtig, 49 Maart 4844. JSTota over den toestand van bepaalde waterstaatswerken, Juli 4835. Aantt. over de leggers in verband met de Resolutiën daaromtrent, 4843 en 1844. 2. Dijkwezen, n.1.: K. B. 7 Jan. 4847, betreffende de uitoefening der rechtsmacht door de Dijk- en Polderbesturen.. K. B. 24 Maart 4848, no. 67, betrekkelijk de zeeën rivierwaterkeerende werken, met de missive van den Minister van den Waterstaat, 46 April 4848, over de executie van dit K. B. (gedrukt!. Nota over de rivier- en zeepolder reglementen. Idem over het onderhoud van dijken. Ordonn. op de Instructie voor den Dijkgraaf, Gezworens enz. van »Colmerlant", 4564. Dijksinstructie voor Burum, 't Ooster Nieuw-Kruisland, Visvliet, Gerkesklooster en Surhuisterdijk. 28 Pebr. 4644. Aantt. over de Kollumerzijl; de zeedijks-contributie van Kollumerland en N. Kruisland. Voorstellen (dd. 4 Juni 4864), tot wijziging van het Reglement van beheer en bestuur voor de zeedijken-con-
tributie van Oostdongeradeel, en stukken betrekkelijk de vaststelling van een nieuw Reglement in 1862 /gedrukt/. Aantt. over de zeedijken van Westdongeradeel. Aantt. omtrent de reglementeering van Hemelumer Oldephaert c. a. Dijkscontributie. Stukken betrekkelijk de Vijf Deelen Zeedijken binnendijks. 1768—1865. Als voren over Wonseradeel Zuiderzeedijken en de Zeedijks-contributie Wijmbritseradeel c. a. Aantt. over het onderhoud der zeedijken voor het Workumer Nieuwland. Als voren over het Dijksbestuur der Zeven Grietenijen en stad Sloten. 3a. Kanalen en vaarten. Rapport over een Reglement op slattingsdiepte, 4842. Excerpten en Aantt. betreffende de vaart tusschen Bolsward en Harlingen. Bestek van de afdamming, droogmaking en slatting dier vaart in 1839 /gedrukt). Aantt. over de vaart van Ritzumazijl naar Berlicum. Bestek van slatting der Menaldumervaart in 1734, idem in 4844 /gedrukt/. Bestek van het slatten der Wierster Oude Meer in 4839 (gedrukt). Processen-verbaal van vergaderingen van floreenplichtigen over de slatting der Jaan of Laanvaart in 4853. Aantt. en Resolutie der Gedeputeerde Staten van 24 Maart 4844 over de onderhoudsplicht van de Murk en Oud Deel. Aantt. over de vaart van Irnsumerzijl naar de Proskepolle, alsmede over de verplichting van Idaarderadeel tot slatting der vaart van de Hempenermeer tot aan de Irnsumerzijl. Aantt. en authentieke stukken betreffende de vaart van Stroobos tot Schalkendam. Aantt. en nota over de verbetering van den binnenlandschen waterstaat in Hemelumer Oldephaert. Aantt. over de Staversche meeren en de nieuwe sluis op Galamadammen. Bestek van het slatten en verwijden der Nijhuizumervaart tot in de Workumer trekvaart, 1840, (gedrukt). Als voren van de Horsae en van de Burevaart
6
tot in de Diepe Dolte te Workum, 1840 (gedrukt). Resolutie van Gedeputeerde Staten 19Nov. 1844, betreffende het slatten van de Pijphorne tot de Makkumer meer in 1845. Bestek van de slatting van de Oldekloostervaart, 1840, (gedrukt). Correspondentie over de Oldeklooster en Hijdaarder vaarten in 1842. Nota over de tille en de opgraving in en nabij de Leegte onder Burum en Pieterzijl, 1753—1777. Nota over de onderhoudskosten en daarmede verbonden werken van het kanaal van Dokkum naar Stroobos. 1820—1826. 3b. »Nota over de Ee van Leeuwarden naar Dokkum , enz,; de in — en langs dezelve gelegen hebbende — of nog liggende dijken, bruggen en sluizen, en da slattingen van dezen stroom", 1846, door Mr. W. W. Buma. Fraai afschrift van 118 blz. met bijlagen. Maroq. bd. Verschillende stukken over de slattingskosten van de Dokkumer Ee. Betoog, dat het vallaat bij Leeuwarden niet begrepen is in den Leppabrief van 1477, maar van ouds het eigendom is van de kerk van Oldehove. Aantt. omtrent Damzijl, Klaarkamperzijl, Dantumazijl, de Ee, de Murk en het Oud Deel. Bestek van de slatting der Dokkumer Ee in 1853 (gedrukt). 4. Verveeningen. Aantt. uit de notulen van Gedepu~ teerde Staten van Friesland, omtrent de Verveeningen. Nota betrekkelijk de Compagnons-kist. Gedrukte Resolutiën van Ged. Staten, 1823—-1825 enz. Aantt. over de inpoldering van het 6 e en 7 e Veendistrict in Opsterland. Aantt. in verband met de reglementeering van de groote Woud- en Kolderwolder polders. Nota's en beseheiden over Veen-vaarten van bewesten Drachten tot in Bakkeveen, over de Veenvaarten c a . in Noordwolde , Finkega en Beuil, alsmede over de afsluiting van de Linde bij de Kuinre en over de Ljndedijken.
7 5. Wegen, bruggen en voetpaden. Nota over de tollen te Sloten, 1834. Bestek van het maken eener nieuwe valbrug te Makkum, 1837 (gedrukt). Res. van Gedeputeerde Staten 17 Aug. 1837, over de verwijding van de Kromme tille. Aantt. over het voetpad tusschen Burum en Gerkesklooster, langs Sara Bosch, 1839. Als voren over straatwegen van Leeuwarden tot Harlingen, en van Leeuwarden tot de Lemmer, met gedrukte Bestekken van 1840, 1 8 4 1 , 1842, 1843. Stukken over het aanleggen van Kunstwegen in Baarderadeel, in 1844, 1845 en in 1853. 6a. Zijlen. Aanteekeningen met afschriften van archiefstukken over Zijlen in Oost- en Westdongeradeel, over de Kiestrazijl, de Harlinger Zeewerken , de Dillezijl, de Lemsterzijl, de Zijlen tusschen Laaxum en Dijkseinde, Ongerzijl en die te Staveren, alsmede over Taeke-zijl. 6b. Resolutiën van de Staten en Gedeputeerde Staten, rakende de Munnekezijl en de daarmede in verband staande binnen-waterlossingen, 61 stuks in afschrift, 1739—1757. Extracten uit het Journaal van Gedeputeerde Staten , betreffende de limietscheiding tusschen Groningen en Friesland, buiten de Munnekezijl, 1759 en 1780. Aantt. over de dijken, zijlen en waterstaatswerken in Achtkarspelen en Kollumerland , vooral in betrekking tot de bemoeiingen van Gerkesklooster. Nota over het Kolonelsdiep, met archiefstukken , in afschrift. Extract uit de rede van Mr. G. N. Muiier over de noodzakelijkheid der instandhouding van het Schuilenburger vallaat, 1844, en officiëele correspondentiën over de afstrooming der Groninger landerijen door de Munnekezijl, 1844. Besognes over de voorgenomen indijking en droogmaking van de Lauwerzee in 1853. Stukken en correspondentiën over de afsluiting ven het Reitdiep van de Zoutkamp tot Nittersboek , 1868 , 1870.
8
IV. Stokken betreffende het Büdt, 1498—1Î54Afschriften, besloten met »Aanteekeningen nopens het Bildt, door Mr. W. W. Buma" (eigenhandig/, in Chronologische volgorde. In portefeuille , no. 19, met geschreven register, welwillend op mijn verzoek vervaardigd in 1889 door Mr. W. B. Buma, advocaat en procureur te Leeuwarden. V. Stukken , betreffende het proces over de Oud-Bildts Omslagen , met het gedrukte arrest, den 11 Sept. 1861 door het Prov. Gerechtshof in Friesland in deze zaak gewezen. Met een geschreven register, in portefeuille, no. 20. VI. Algemeene kerkelijke zaken. Aanteekeningen van Mr. W. W. Buma over de verkiezing van pastoors en later van predikanten in Friesland ; over de benoembaarheid met betrekking tot de godsdienstige gezindheid, sedert 31 Maart 1580 ; over de alienatie van geestelijke-, arme- en minderjarigen goederen; lijst van beschikkingen van het openbaar gezag , de Kerk betreffende en voorkomende in de gedrukte Verzameling van Placcaaten van Vriesland, sedert 1795; missive van Kerkvoogden van Weidum aan den Grietman van Baarderadeel, dd. 3 Maart 1849 , over het Ontwerp gerevideerd Algemeen Reglement voor de Herv. Kerk van 1848 ; Resol. van het Prov. Coll. van Toezicht, van 27 Febr. 1850, over de wijze van verkiezing van kerkvoogden door Floreenplichtigen. Missives aan Mr. W. W. Buma, betrekkelijk diens Brochures over het Kerkelijk Beheer, de Onbevoegdheid der Synode tot regeling van dat Beheer , 1850 , 1851 , met het (gedrukt) Concept-Reglement der Synode van 1850.
9 Resolutiën der Kerkvoogden te Leeuwarden van 31 Maart 1858 en 3 Januari 1860, over het gebruik van de banken der Notabelen in de Leeuwarder kerken. In portefeuille , no. 21. VII. Rekeningen van de opkomsten der geestelijke goederen in Baarderadeel , 1514—Î588, Fol. no. 22. (Afgeschreven in 1865 naar het in 't Prov. Archief berustend oorspronkelijke door J. J. Visser, op last en voor rekening van Mr. W. W. Buma). VIII.
Kerkvoogdij van Oosferwierum.
a. Floreenkohieren 4859, 1862. b. Rekening en Verantwoording over de jaren 1858—1878. c. Inventarissen van het archief, 1 8 5 1 , 1877. d. Aanstellingen van Kosters, e. Bestek en voorwaarden aangaande het bouwen van eene nieuwe pastorie, 1876. In portefeuille. no. 23. IX.
Leenen.
«. Hettema Heerema Leen. ook wel genaamd St. Pieter en Paulus Prebende, n l : Collatiebrieven, brieven van placet, Sententiën van het Hof, Geslachtlijsten van de familie Hettema (aanvangende met de fundatoren van het leen Thabe Ynthes Hettema, gehuwd met Rienk Lieuwesdr. Herema, en van hunne nakomelingen en aanverwanten, toegelicht met afschriften van archiefstukken , door Jhr. Montanus de Haan Hettema en Mr. W. W. Buma. In portefeuille no. 2-4. b. Stukken (in originalibus) in procedures over het Jus Patronatus van het Bonte Pape leen, tusschen Otto Hobbema ter eenre en de erven van Tijalcke van Sickinga en juffr. Maria van Sijrxma ter andere zijde, met 's Hofs Sententiën van 2 Februari 1630 en 15 Juli 1642 (in afschrif*
10 ten), wiz., eu een overzicht van de begevingen aan beide zijden '1617—1681. In portefeuille no. 25. e. Stukken over Ritske Boelema en de door hem aan 't Zoete naam Jezusgild nagelatene Landerijen; naamlijsten der broeders en zusters van dit gilde ; statistieke lijsten der verhuringen van Zathen en Landen van het Ritske Boelewa Gasthuis. Afschriften. d. St. Anna leen. Genealogische lijsten van de afstammelingen van den Stichter Gerrit van Belcum, gestaafd door afschriften van archiefstukken. e. St. Chrütophori leen. Het testament van Gerrit van Belcum, 1480, Genealogische stukken, betreffende de geslachten Canter, Svvalue en andere nazaten van den stichter ; akten van begeving en brieven van placet. Afschriften, In portefeuille, no. 26. X.
Geschiedkundige aanteekeningen en opstellen van Mr. W. W. Buma, in portefeuille, no. 27.
1°. Over den Hofstijl. 2°. Uittreksel uit de Navorscher (1863) over de tochten van hertog Albrecht en den Graaf van Oostervant naar Friesland in 139G , 1398 en 1399. 3°. Over Wit Oostergoo, Wijns en Oostbroeksterland. 4°. Over Gerkesklooster. 5°. Over het klooster te Bergum. 6°. E. Beeninga over Oostfriesland in 1543. Rede , voorgedragen 20 Dec. 1860. 7°, Aantt. over de standplaats van de Groote School te Leeuwarden tot 1622. 8°. Aantt. over de voormalige bewoners van het huis van Mr. Buma aan de Tvreebaksmarkt te Leeuwarden. 9°, Yerzameling van bouwstoffen yoor eene îevensbe-
11 schrijving van Henricus Molendinus, ook wel Castritius à Geldorp. 10°. Aantt. over de munt en de muntmeesters te Leeuwarden. 11°. Verhandeling over Schiermonnikoog, de Lauwers en de Scholbalg, met bescheiden en conespondentiën, die den schrijver gediend hebben tot bouwstoffen. Gedrukt in de Vrije Fries, B. R., dl. V I , waarvan een overdruk hierbij. XI.
Gardes d'Iionnenr uit Friesland, 30 Aprü tot 25 October 1813.
Keurig handschrift , gen. 28, bevattende de aanschrijvingen van den Prefect Yer&tolk aan Gerlacus JBuma , de marschroutes , de lijst der detachementen Gardes d'honneur van het Departement Friesland en de brieven van den garde d'honneur G. Barna aan zijne ouders en anderen. Afschriften. XII.
Genealogische aanteekeningen van Mr. W. W. Barna en bescheiden daartoe betrekkelijk, aangaande de familiën:
Aerndtz te Bergum , Allema , Baerdt, Beijma , Boelens in Achtkarspelen, Bouricius, Buma, Botnia en Broersma in Kollumerland , Cammingha , Graaf Carlson , Dekema en van Loo , Duringh , Eskes , Fogelsang—Doma—Rosema , Foppinga , van Gel, van Geel, Haersma , van Heioma , Hillema , Hoppers , Hoxwier, Idema , Jorritsma—van Burum, Jelgersma, Kee, Kingma, van der Laan, Minnerna , Rataller , Scheltinga, Schratenbach , Selsrna en Regneri, Siccama , Sternsee , Tadema , Verrutius , Vierssen , Canter Visscher, Walünga , Wielinga , de Wiih. In portefeuille , no. 29.
'12 XIII.
Genealogie van het geslacht Bergsma, in Friesland gevestigd, opgemaakt ten dienste van C. A. Bergsma en Theod. P, Bergsma, door Mr. Jac. Scheltema, Griffier van het Hoog Milit. Gerechtshof, voortgezet door een ander tot 1862, Fol, gen. 30. XIV. P. Scheltema. » Verzameling van Friesche namen uitgaande op letter a, en hetgeen meer volgt" (namelijk: zijne autobiographie, de »Tesck Lauw" van Achlum; Iets over de kleederdracht van den adel en van patricische vrouwen, volgens een geschrift van de ISde eeuw; geschiedkundige aanteekeningen enz. 184 blz. 4o, gen. 31.
Testamenten en overeenkomsten, rakende het Old Burger Weeshuis, te Leeuwarden, 1534—1856, door verschillende handen afgeschreven, in één deel, in 4o, gen. 32, XVI.
FR1ESCH GENOOTSCHAP
G E S C H O E" K E E", in bruikleen gegeven of aangekocht, 1 8 8 9 — 1 8 9 0.
Gerl. Scheltiiiga. Oratio iuaug. de somma edîeti praetorii in Rep. Romana ntilitate. Fol. H S . , gen. 3 3 ,
AAN1 HET
van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde
XV.
Oorspronkelijk 1732 , 4o.
LIJST VAN VOORWERPEN
uitgegeven
Daventriae
AANWINSTEN VAN HET
MUNT-, PENNING- EN ZEGELKABINET. (18 8 9 - 1 8 9 0 ) .
1, Geel koperen, Romeinsohe munt, eerste grootte (m.M. 24), van Keizer Nero (Ao. 54—68), blijkens het borstbeeld. Overigens afgesleten. Gevonden in de terp van Groot Deerzum, bij Achlum. Inzender Nots, D. Cannegieter, te Tzum. 2, Alsboven, geel koper (m.M. 23), Zeer gesleten. Vz. Buste met langen hals, rechts gewend. Omschrift: Tl(uem's) CLAVDIVS CAESAR A.YG(vstvs) pontifex) M(aximvs) TR(ibvnitia) P(otestate) IMP(erator) P(ater) ¥{atriae). Kz. Ceres, gesluierd, links gewend, gezeten, houdt twee koomaren en een toorts in de handen. Omschrift: CERES AVGVSTA, (Cohen (Edit. première) I , p. 164, no. 72). (Geslagen in het jaar 41 onzer jaartelling). 3, Als boven, brons (m.M. 19). Vz. Rechts gewend, gelauwerd borstbeeld, met omschrift: IMP(erato.-) CAES(ctr) DOMIT(ianus) AYG(vdvs) GERM(amcys) CO(M)S(UQ XII CENS(or) PER(peift'i's) V(ater) ¥(atriae). (Alzoo geslagen in het jaar 86 onzer jaartelling.)
16
47
Kz. De ViHus met lans en bevelhebberastai', staande, gehelmd, met den linkervoet op een wereldbol. Omschrift: VIRTVTI AYGVSTI. (Cohen. (Ed. Première) I , p. 454, no. 554).
met diadeem en paludwmentum. Omschrift : D(ominvs) N(oster) GRATIANVS P^ii») P(diœ) AYG(vstvs). Deze Keizer regeerde van het jaar 375—383 , toen hij te Lyon doorstoken werd. Kz. De Keizer Gratianus en Valentiniamis Junior (1) zijn halfbroeder, gezeten, en face, een wereldbol vasthoudende. Tusschen en boven hen een Victoria ten halven lijve en lager een palmtak. Omschrift: VICTORIA AYGG(Avgvstorvm). In de afsnede MDOB d. i.: Mediokmi óbsig-nata. (Geslagen te Milaan). (Cohen VI, p. 431, no. 24. Fr. 20). Nos. 6 en 7 zijn gekocht van den goud- en zilversmid Bolman te Leeuwarden, bij elkander en waarschijnlijk ook bij elkander gevonden in een terp in Friesland en door denzelfden krijgsman als decoraties, hem geschonken, gedragen. 8. Koperen muntje van Constantivs II (m.M. 15) (Ao. 337—361). Vz. Rechts gewend borstbeeld met diadeem , (paludamentum) en harnas. Omschrift: D(ominvs) N(oster) CONSTANTIVS P(ws) F(elix). Kz. Constans in krijgsmansdosch, staande, links gewend op een naar de linkerzijde gekeerd schip. Hij houdt eene Victoria en het labarum in de handen. Rechts van hem is de Overwinning, die het roer vasthoudt, gezeten. Omschrift: (Cohen V I , p. 3 1 2 , no. 213). FELIX TEMP(orwm) REPARATIO. (Gelukkige herstelling der tijden). (Geschenk van den heer W. Hopperus Buma te Leeuwarden. (Collecten-zakje aldaar). 9. Goud. Tiers de sol. (Imitation barbare). Vz. Borstbeeld met diadeem, rechts gewend (in harnas?). Daarvoor
Nos. 2 en 8 gevonden te Oudesehoot (ten zuiden van Heerenveen), bij de brug die ligt over de Oude Tjonger. Geschenk van Dr. F. Hessél, te Heerenveen. 'k. Als boven, geel koper (m.M. 22). Zeer gesleten. Vz. Borstbeeld, rechts gewend, van Keizer Marcus Aurelius Commodus. (Ao. 480—192). Kz. Geheel afgesleten. (Vindplaats en inzender als van no. 4). 5. Denarius van Philippus de Vader (Ao. 241—249). Vz. Rechts gewend borstbeeld met stralenkroon , XMP(erator) M(arcus) lYLfivs) PHILIPPVS A.YG(ystvs). Kz. Pattas gehelmd, staande, links gewend met den voet op een helm , een olijftak en scepter vasthoudende. (Cohen I V , p. 487 , no. 409). Gekocht van Servaas Smits, vroeger zilver-handelaar te Sneek, nu te Zutfen. 6. Gouden Solidus met heliere (draagring). Vz. Rechts gewend borstbeeld met diadeem, en in den paludamentum (krijgsmantel) gehuld. Omschrift: D(pminv$) Wpster) VALENS PERP(eiüüs) AVG(ustus). Valens regeerde van het jaar 364—-378 en stierf een vreeselij ke dood , daar hij, gewond in een huis gevlucht, daarin verbrand werd door de Gothen. Kz. Krijgsman, staande met het labarum (vaandel met †) in de rechterhand en een op een wereldbol staande Victoria , met krans in den opgeheven arm op de rechterhand, Links van den krijger een †. Omschrift: RESTTTVTOR REIPVBLICAE (Hersteller van liet Gemeenebest). In de afsnede ANTE -f. Geslagen te Antio.cb.ia). (Cohen V I , pag. 414, no. 34, Fr. 25). 7. Als boven, no. 6. Vz. Rechts gewend borstbeeld.
1,1) Als Valentiniamis 11 bekend. Regeerde over het Westerache keizerryk (376—.892) , geworgd te Vienne , in Dauphiné.
18
een, globe met kruis, Omschrift: vevxa'mkb, Jvstiniaiivsî Kz. Gevleugelde engel met kruis, globe en daarvoor A. Öwschrift in zeer verminkte letters , sporen van Victoria Ai
10
27. Gouden Philipsgulden van Antwerpen, voor Braband (1494—1506). V. d. Chijs, pi. X X I , (2), iets grooter. 28. Dubbele stuiver van denzelfden Philips den Goede, V, d, Chijs, Holland pi, XXIII. (Sit nomen domini benedictum). (Sijbrandaburen). 29. Als boven met Omnis spiritus lavdet dominvm van Ylaanderen. (S. Smits'. 30. Muntje van Kleef. Mo - arg - cvsa CLERI in Clevensi. /5, Smits). 31. Dubbele stuiver of twee pattards van 1512. Geslagen tijdens de minderjarigheid van Karel V , voor Braband. Omnis spiritvs etc. V. d. Chijs, pi. X I I , (8), van Braband. 32. Dubbele schelling, geslagen in 1505, door George van Saksen als Gubemator Frisiae, volgens instructie van 4 Sept. 1 5 0 5 , in Friesland. (V. d. Chijs, pi. V I I , (3), blz, 152). 33/34. Dubbele schellingen, geslagen in 1515, het laatste jaar van George van Saksen's bewind in Friesland. (Tot hiertoe onbekend). Beide afslagen hebben GEORGIVS + DVX +
SAXONIE +
GVB -f FRISIE en evenals de afslagen van
1505 foutief REGNATOR, doch daarachter 1515. (Nos. 28 en 31—34 gevonden bij Sijbrandaburen. Ingezonden door den heer A. Klinkenberg, V, D. M., aldaar). 35. Stuiver van Zwol, (Verkade pi. 178, 1). 36. Stuiver van Christ. Eberhard, (1665—1708) van Embden. 37. Gouden Rozenobel. (7.5 gr. , fleur de coin), als onbeschreven vermeld in de Numismatica Neerlandica, (1576—1881) of Muntverzameling Bijnbende in Augustus 1890 te Amsterdam verkocht, zijnde dit no. 1420. Type als de halve Rosenobel, bij Verkade pi. 117 (3), (voorhanden in het kabinet
20
van Mr. A. Looxma Ypeij), doch in den standaard F. Omschrift: Vz. MO . NBTA + NOVA + AV + ORDLTOM + FRI6IÆ. Kz. de boogjes door klaverblaadjes aangevuld. Omschrift: (Staande Leeuw niet in schild besloten) MSI TV DOMINE NOBISOVM FRVSTRA met klaverblaadjes tusschen de woorden. {Uniek!. 38. Halve Arendrijksdaalder, te Leeuwarden in 1584 geslagen, afgebeeld bij Verkade, pi. 127, (2). Zie Rijnbende no. 1451. (Hoogst zeldzaam). 39. 1592. Arendrijksdaalder als boven. Verkade pi. 121 , (3). Rijnbende no. 1455. (Zeldzaam). 40. 4610. Priesche dukaat. (Vergelijk Verkade, pi. 117 (5) , aldaar met 1609. CONCORDIA RE S + PARVÆ + CRES + FRI. Kz. MO ORD'PROVIN/FOEDER/BELG - AD/LEG - IMP. (Zeldzaam). 41. Friesche zilveren legpenning van 1608. Ygl. Van Loon I I , blz. 76, van hetzelfde jaar, doch deze met platte kroon van de heerlijkheid Friesland en zonder roosjes nevens het wapen. Ook op de Kz. het staande Leeuwtje tusschen tvjee klaverblaadjes en de balkjes in het wapenschild ook anders geplaatst. (Zeldzaam in zilver). 42. Uniek. Afslag in goud, à fleur de coin, van den op dit jaar reeds, in zilver, te Leeuwarden geslagen, Nederlandschen Rijksdaalder, met den halven 'man als uiterst zeldzaam beschreven bij Rijnbende, onder no. 1471. Het omschrift der Vz. begint achter het zwaard, dat door den binnenrand gaat en luidt: MO : ARG : PRO CO - NFOD : BEL . FRIS. Kz. CONCORDIA . RES . PARVÆ - CRESCVNT 16—29. (Vergelijk Verkade, pi. 122, (3), met 1606. 43. 1704. Onbeschreven en tot hiertoe ons onbekende Landdagspenning van Friesland, Bij Verkade pi. 1 2 5 , ( 1 ) , met rond. wapenschild en van het jaar 1601, pi. 215, (4), als
21
mede van het jaar 1688, met gewoon wapenschild afgebeeld en betiteld drie dubbele koggerdaalders , (no. 684, blz. 152). Ook voorhanden in het Museum van het Friesch Genootschap van het jaar 1701. Deze van fijn zilver. Vz. Wapen van Friesland , gekroond als bij Verkade, pi. 215. (4) Ook omschrift geheel hetzelfde, doch boven de kroon 1704. (1) Kz. ook geheel gelijk, alleen de cursieve O G en W G zijn op dien van 1 704 aan elkander gehecht als de S W. op beiden. Ook de grootte (36 m.M.) is dezelfde. (Rijnbende no. 1488). 44. Piedfort in zilver, van de Friesche duit afgebeeld, bij Verkade, pi. 131 (7) met FRISIA 1675. 45. Roodkoperen gegraveerde schoenmakersgildepennmg van Workum (32 m.M.), verschillende van dien, afgebeeld in den Atlas van onze Gildepenningen (pi. OXXVII (7). Vz, Wapenschild gedeeld , halve arend en in het andere doorsneden gedeelte, boven : een schoenmakers-eist en beneden drie klavers, (2,1) tusschen A. T. Onderaan 1741. Tusschen twee cirkels Arend Tieerds den 11 Januwarius anno 1741. Kz. nagenoeg als pi. OXYVII (7) doch de kroon kleiner en met het omschrift Arent Tjeerds, Anno 1741. 46. Zilveren gedenkpenning aan de Groninger en Franeker uitgetrokken studenten, door Curatoren van de Groninger Akademie in 1831 vereerd. (Dirks no. 450). Deze met den naam van I. H. VAN YSSEL (later predikant te Hempens en Workum). Geschenk van diens zoon E. A. Kieser van Yssd, te Rotterdam, 47. Jaarhjksche vergadering van het Gymnastiek-bond, Leeuwarden op 5 Augustus 1877. Draagpenning met lint, stadskleuren. (Tin). Geschenk van den heer B. Kuipers, te Leeuwarden. (1) Ook van het jaar 1652 is een verguld zilveren dunner exemplaar in het Museum, Zie Verslag 1881—82, blz. 11.
22 48.
Zilveren muntje van Philippvs
rex 1607 , (nieuw). den heer J. van 49.
115
UI, d. y.
Gevonden te Jelsum.
Wageningen
hispaniarum
Geschenk van
thoe Dekema , te Jelsum.
AANWINSTEN ¥AN HET MUSEUM.
koperen en 6 zilveren binnen- en buitenland-
sche m u n t e n , speelpenningen enz. , van Bischoff te Leeuwarden en anderen. 50.
Zilveren
dersche Steden, 51.
Koperen
A.
Muntje
van Nijmegen
(V, d. Chijs,
Gel-
pi. I I , no. 2 2 , blz. 37. munt
van Gustaaf
Gevonden te Staveren.
(Nieuw).
Adolf, 1 Ore, 1629.
Geschenk van den heer
K. Tjebbes , te Workum. 52.
Last
not least.
GESCHENKEN.
Van den heer Mr. A. J. Andreæ , te K o 11 u m. Een kaak van een wild varken. Twee slagtanden van een wild varken. Gevonden in de terp te Lutkewoude, bij Kollum. Langwerpige kraal van rood en blauw glas. Gevonden in de terp bij de Nieuwe Zwemmer, onder Westergeest.
Gouden munt met arabisch schrift
aan beide kanten en aan de eene zijde nog voorzien van het oog, om die als fibula te dragen.
Drie dergelijke gouden
Van den heer D. Cannegieter , te T z u in. Langwerpig vierkant stuk eikenhout. Gevonden in de terp, waarop het dorp Tzum is gebouwd.
munten zijn gevonden 1 °. op het slot Idzerda in Oost-Friesland. (Revue
Beige de Numismatique
Goëngarijp
1867, p. 2 4 2 — 248).
(zie Vrije Fries XVI,
2°. T e
blz. 5 1 — 5 8 ) . 3°. te Sta-
veren (Friesch Museum), en deze vierde is gevonden te Damwoude bij Dockum. Jacobzn.,
Inzender de heer ƒ. van der
te Dockum.
Werff,
Zooals wij in de aangehaalde plaat-
sen breedvoerig bewezen, zijn deze Arabische gouden munten door de kruisvaarders tugal
buit gemaakt.
in 1217 op de kust van Por-
Zeker waren
er ook kruisvaarders
uit de omstreken van Dockum bij dien tocht, want Olivier Scholasticus
predikte
ook aldaar
het kruis, met zooveel
gevolg, dat hij in 1214 eene menigte menschen van beider kunne
overhaalde,
om het kruis aan te nemen.
(Zie de
Vrije Fries I I , blz. 2 2 2 — 2 2 4 ) . L e e u w a r d e n , 24 October 1890. Mr. J . D I R K S .
Van den heer Jhr. Mr. F. J. J. van Fysinga, te L e e u w a r d e n . Handmolensteen. Middellijn 46 c.M. Gevonden in de terp ie Spannum. Van den heer Dr. Â. J. de Groot, te K o l l u m . Been van een dier, aan de eene zijde glad gemaakt. Lengte 24,5 c.M. Afgezaagde spits van een hertshoorn , aan het benedeneinde gedeeltelijk overlangs uitgehold. Lengte 20,5 c.M. Beenen kam met éen rij tanden en rond handvatsel ; het handvatsel met cirkels versierd. Lengte 10,5 c.M. Gevonden in de terp te Hantum. Van den heer E. W. Kuipers. te H a n t u m h u i z u m . Pot van geel en zwart gebakken aarde, met ronden bodem , wijden buik , wijde opening en omgebogen rand. Bij den hals zijn bruine geverfde versieringen aangebracht. Hoogte 10,5 c.M. Middellijn 12 c.M. (Defect). Gevonden bij het afgraven van de terp te Hantumhuizum. Van den heer Meinsma , te P a e s e n s. Beenen schaats ; bij elk einde is een groot gat geboord. 26,5 c.M.
Lengte
24 Beenen schaak. Aan bet eene einde is overdwars er.u gal geboord. Lengte 21,5 c.M. Beenen schaats. Aan beide einden is overdwars een gat geboord. Een schedel van een hond. Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp te Ezumazîjl.
Van den heer Mr. W. J. van Weideren Baron Rengers, te Leeuwarden. Potje van geelgrijs gebakken aarde , met platten bodem , wijden buik, wijde opening , eenigszins omgebogen rand en met één ooi-. Hoogte 6,5 c.M. Middellijn 9,5 c.M. IJzeren spoor. Lengte 15.5 c.M. Bodem van een pot van zwart gebakken aarde. Middellijn 5 c.M . Beenen naald. Lengte 7,5 c.M. Stuk been , in vreemden vorm besneden. Lengte 12 c.M. Beenen haarnaald, met lijnen en kruislijnen versierd. Lengte 12 c.M. Buitengewoon groote beenen schaats. Lengte 28 c.M. Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp op „ BilgäSrd"
onder Leeuwarden. Van den heer G. H. van Borssum Waalkes, te H u i z u in. Twee stukken hout. Cylindervormig stuk hout. Hoogte 10 c.M. IJzeren punt. Verschillende brokstukken van dierenbeenderen. Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp te Aaisum. Spinsteentje van zwart gebakken aarde. Middellijn 2,5 c.M. Ruw bewerkte kraal van bruingrijs gebakken aarde. Middellijn 3,8 cJl. Eivormig voorwerp van bruingeel gebakken aarde. Lengte 4,5 c.M. Kogelvormig voorwerp van grijs gebakken aarde. Middellijn 3,5 c.M. Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp »Groot Ludum" onder
Achîum, Kubusvormige steen. Lengte der «ijden ; £ 5,5 c.M. IJzeren knop. Ruw bewerkt romervormig potje van grijs en geelachtig gebakken aarde. Hoogte 4 c.M. Middellijn 6,5 c.M. Balletje van geelachtig grijs gebakken aarde. Middellijn 3 c.M. Schijfje van geelachtig: gebakken aarde . uit een potscherf vervaardigd. Middellijn 2,5 c.M.
25 Plat steenen kraaltje van geelgrijs gebakken aarde. Middellijn 1,5 c.M. Been van een dier , overlangs uitgehold. Lengte 12,3 c.M. Gedeelte van een been van een dier , zeer glad gemaakt en overlangs uitgehold ; het eene einde aangepunt. Nog lang 14 c.M. Beenen staafje, aan het eene einde is een knop gemaakt, het andere einde is afgebroken. Nog lang 8,2 c.M. Gedeelte van een runderknokkel, in het midden is een gat geboord. Lengte 4,3 c.M. Molensteen. Middellijn 39 c.M. Bovengedeelte van een pot van zwart gebakken aarde, met wijden buik. Pot van zwart gebakken aarde, met platten bodem, rechtopstaande wanden en eenigszins nauwere opening. Middellijn 7,5 c.M. Hoogte 5,5 c.M. SchijfVormig gewicht van grauwgrijs gebakken aarde. Middellijn 11 c.M. Dergelijk. Middellijn 9 c.M. Dergelijk. Middellijn 10 c.M. Dergelijk, van rood, geel en zwart gebakken aarde. Middellijn 9 c.M. Dergelijk , van bruingeel gebakken aarde. Middellijn 9 c.M. Dergelijk , van rood gebakken aarde. Middellijn 9,5 c.M. Dergelijk , van zwart en grijs gebakken aarde. Middellijn 10 c.M. Dergelijk , van donkerrood gebakken aarde ; het bovenvlak met vingerindruksels versierd. Middellijn 8 c.M. (Defect). Kubusvormige werpsteen van graniet. Lengte der zijden _J- 4 c.M. Bal van roodgebakken aarde , met vele kleine cirkeltjes versierd. Middellijn 4 c.M. Kraal van roodbruin gebakken aarde. Middellijn 3,8 c.M. Platte kraal van grijs gebakken aarde. Middellijn 5,5 c.M. Been van een dier , het eene einde aangepunt; aan het andere einde is overdwars een gat geboord. Lengte 23,5 c.M. Been van een dier , aan het eene einde aangepunt en overlangs uitgehold. Lengte 13,5 c.M. Dergelijk. Lengte 13,5 c.M. Dergelijk , overlangs doorboord. Lengte 16,2 c.M. Beentje van een dier, bij ieder einde is een gaatje geboord. Lengte 15 c.M. Beentje van een dier, op twee plaatsen ingekeept. Lengte 12,8 c.M. îfc^
'26 Klein beeiien staafje , overlangs uitgehold. Lengte 5 e.M. Bijlvormig besneden stukje been. Lengte 9,3 c.M. Afgesneden stuk hertshoorn. Lengte 6 c.M. Helft van een runderknokkel , vermoedelijk als knoop gebezigd. Middellijn 4 c.M. Een stuk steen. Drie schedels van honden. Een hoornpit van een rund. Twee slagtanden van wilde varkens. Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp te Beetgum. Been van een dier , waarin aan beide einden een groot langwerpig vierkant gat is geweest. Nog lang 19 c.M. Fragment van een been van een dier , waaraan men is begonnen te snijden. Nog lang 13,5 c.M. Beenen haarnaald , de beide punten afgebroken. Nog lang 9,2 c.M. Langwerpig vierkant potje van geelgrijs gebakken aarde, de eene zijde is afgebroken. Lengte 7 c.M. Breedte 3,5 c.M. Scliijfvormig gewicht van zwart en rood gebakken aarde. Middellijn 12,5 c.M. Platte kraal van grijsrood gebakken aarde. Middellijn 3,7 c.M. Handvatsel of voet van een pot van grijsgebakken aarde. Middellijn 5 c.M. Been van een dier , aan het eene einde aangepunt en overlangs uitgehold. Len-le 12 c.M. Aan beide zijden afgebroken glad gemaakt been van een dier. Nog lang 5,5 c.M. Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp te Teems. Kraal van zwart gebakken aarde. Middellijn 3,5 c.M. Gevonden bij het uitspreiden van aarde , afkomstig van een terp in Friesland. Van wijlen den heer Mr. Ä. QuaestillS, te Dr o n r i j p . Ruw bewerkte vuursteenen beitel. Lengte 8,5 c.M. Bronzen beeldje, voorstellende een Romeinsche krijgsknecht. Hoogte 11,8 c.M. Bolvormige pot van zwart gebakken aarde, met wijden buik, nauwere opening en met eenigszins omgebogen rand. Hoogte 18,5 c.M. Middellijn 18,5 c.M. Dergelijke, kleiner. Hoogte 15,5 c.M. Middellijn 16,5 c.M.
27 Dergelijke. Hoogte 15 c.M. Middellijn 15,5 c.M. Dergelijke van geelachtig gebakken aarde. Hoogte 15 c.M. Middellijn 15,5 c.M. Dergelijke. Hoogte 15,5 c.M. Middellijn 17 c.M. Pot van geelachtig gebakken aarde , met platten bodem , wijden buik, wijde opening , bijna opstaanden rand en met twee ooren. Hoogte 24 c.M. Middellijn 25,5 c.M. Bolvormige pot van grijs gebakken aarde , staande op een voet, met wijden buik , wijde opening en omgebogen rand. Hoogte 23,5 c.M. Middellijn 23 c.M. Pot van zwart en geel gebakken aarde , met platten bodem , zeer wijden buik, iets nauwere opening , bijna rechtopstaanden rand en met twee ooren. Rondom den hals zijn cirkels ter versiering aangebracht. Hoogte 16 c.M. Middellijn 20,5 c.M. Dergelijke van roodachtig geel gebakken aarde , doch met één oor. Hoogte 12 c.M. Middellijn 16,5 c.M. Vaasvormige pot van lichtgrijs gebakken aarde , waaronder een voet. Hoogte 23,5 c.M. Middellijn 15 c.M. Potje van bruingeel gebakken aarde , met platten bodem , zeer wijden buik , nauwere opening, eenigszins omgebogen rand en met twee ooren. Hoogte 10,5 c.M. Middellijn 11,5 c.MDergelijk van lichtgrijs gebakken aarde; om den hals zijn cirkels ter versiering aangebracht. Hoogte 12 c.M. Middellijn 13 c.M. Potje van lichtgrijs gebakken aarde , met platten bodem, eenigszins wijden buik, wijde opening, omgebogen rand en met twee ooren. Hoogte 10,5 c.M. Middellijn 10 c.M. Potje van lichtgrijs gebakken aarde , met platten bodem , nagenoeg rechtopstaanden wand en met twee ooren. Hoogte 8,5 c.M. Middellijn 7,3 c.M. Potje van licht en donkergrijs gebakken aarde , met puntig toeloopende bodem , wijde opening , recht opstaanden rand en met één oor. Hoogte 9 c.M. Middellijn 10,5 c.M. Potje in den vorm van een bal, met platten bodem en zeer nauwe opening ; vlak bij de opening is tegenover elkander een gaatje geboord. Hoogte 6 c.M. Middellijn 7,5 c.M. Potje van rood en zwart gebakken aarde , met platten bodem , zeer wijden buik , wijde opening en rechtopstaanden, eenigszins versierden rand. Hoogte 8,5 c.M. Middellijn 10,5 c.M. Potje van grijsgeel gebakken aarde , met platten bodem , iets
'28 wijderen buik en nauwere opening. Hoogte 6,5 c.M. Middellijn 6,5 c.M. Potje van roodachtig gebakken aarde, met platten bodem , wijden buik en iets nauwere opening. Hoogte 5,5 c.M. Middellijn 6,5 c.M. Potje van grijs gebakken aarde , met platten bodem, wijden buik en nauwe opening. Hoogte 5 c.M. Middellijn 6,5 c.M. Bekervormig potje van zwart gebakken aarde. Hoogte 7 c. M. Middellijn 7,5 c.M. Potje van grijsgeel gebakken aarde, met spitstoeloopenden bodem, zeer wijden buik en nauwere opening. Hoogte 6 c.M. Middellijn 7 c.M. (Defect). Dergelijk , doch met wijde opening. Hoogte 4,5 c.M. Middellijn 5,5 c.M. Komvormig potje van geelgrijs gebakken aarde. Hoogte 3 c.M. Middellijn 5,5 c.M. Dergelijk, doch waaraan een oor is geweest. Hoogte 4 c.M. Middellijn 7,5 c.M. Kolomvormig potje van geelgrijs gebakken aarde. Hoogte 5,5 c.M. Middellijn 6,5 c.M. Dergelijk. Hoogte 4.4 c.M. Middellijn 7,5 c.M. Dergelijk, ruw bewerkt. Hoogte 4,5 c.M. Middellijn 4 c.M. Dergelijk. Hoogte 4 c.M. Middellijn 3,5 c.xM. . Dergelijk. Hoogte 3 c.M. Middellijn 4,5 c.M. Dergelijk, van roodgeel gebakken aarde. Middellijn 4 c.M. Hoogte 5,5 c.3I. Potje van donkergrijs gebakken aarde , waaronder vermoedelijk een voet is geweest, met wijden buik , wijde opening en eenigszins omgebogen rand. Hoogte 6 c.M. Middellijn 7 c.M. Bekervormig potje , van grijs gebakken aarde met platten bodem. Hoogte 4,5 c.M. Middellijn 7,8 c.M. Zeer ruw bewerkt kolomvormig potje , van donkergrijs gebakken aarde. Ter halver hoogte zijn drie kleine oortjes. Hoogte 5,5 c.M. Middellijn 5 c.M. Potje van donker en lichtgrijs gebakken aarde , • met platten bodem en eenigszins schuins oploopenden wand. Hoogte 5 c.M. Middellijn 8 c.M. Potje van geelgrijs gebakken aarde , met platten bodem en bijna recht oploopenden wand. Hoogte 5,5 c.M. Middellijn 4,5 c.M. Nootvormig potje van zwart gebakken aarde , met platten bodem,
29 eenigszins omgebogen rand; met cirkels en dwarslijnen versierd. Hoogte 4 c.M. Middellijn 3,5 c.M. Potje van geelgrijs gebakken aarde met platten bodem, zeer wijden buik en iets nauwere opening. Hoogte 5,5 c.M. Middellijn 6,5 c.M. Potje, in den vorm van een overdwars in de helft doorgesneden ei, van rood gebakken aarde , met platten bodem waarin een gat is geboord en met een nauwe opening. Hoogte 3,5 c.M. Middellijn 5,5 c.M. Schuitvormig potje van lichtgrijs gebakken aarde ; van binnen in twee ongelijke deelen verdeeld. Hoogte 3,5 c.M. Breedte 7,5 c.M. Lengte 11,5 c.M. Bekervormig potje van geelgrijs gebakken aarde, met platten bodem. Hoogte 4 c.M. Middellijn 5 c. tl. Komfoorvormige pot van zwart en geelgrijs gebakken aarde, met platten bodem , waarin een groot gat is geboord. Hoogte 6,5 c.M. Middellijn 14 c.M. Fragment van een hals van een pot van geelrood en zwartgrijs gebakken aarde , waarin verschillende merken zijn gedrukt. Brokstuk van een pot van zwart gebakken aarde, waarop ruitjes zijn aangebracht. Fragment van een ruw bewxrkt deksel van een pot ; de knop met vingerindruksels versierd. Rammelaar van geelachtig gebakken aarde. Lengte 6 c.M. Schijfvormig gewicht van zwart gebakken aarde , in het midden is een gat geboord. Vermoedelijk als vischnetverzwaring gebezigd. Middellijn 11,5 c.M. Dergelijk, van geelgrijs gebakken aarde. Middellijn 13 c.M. Dergelijk. Middellijn 11,5 c.M. Dergelijk , aan de eene zijde met vingerindruksels versierd. Middellijn 12,5 c.M. Dergelijk , van roodgrijs gebakken aarde ; zonder vingerindruksels. Middellijn 11 c.M. Dergelijk. Middellijn 11 c.M. Dergelijk , eenigszins bolvormig. Middellijn 9 c.M. Driehoekig gewicht van geelgrijs gebakken aarde ; aan iederen hoek is een gat geboord. Loodlijn 11 c.M. Dergelijk. Loodlijn 10,5 c.M. Kegelvormig gewicht van lichtgrijs en roodachtig gebakken aarde ; ter halver hoogte is een gat geboord. Loodlijn 9 c.M,
30 Kubusvormige werpsteen van graniet. Lengte der zijden ± 6,5 c.M. Werpbal van graniet. Middellijn 6,5 c.M. Platte kraal van rood gebakken aarde. Middellijn 5 c.M. Dergelijke , van zwart gebakken aarde. Middellijn 5 c.M. Eene aan beide zijden oploopende kraal van geelgrijs gebakken aarde. Middellijn 4,5 c.M. Kraal van donkergrijs gebakken aarde. Middellijn 4 c.M. Kraal van geelgrijs gebakken aarde. Middellijn 3,3 c.M. Kraal van rood en geel gebakken aarde. Middellijn 3 c.M. Kraal van zwart gebakken aarde , met cirkels versierd. Middellijn 3,3 c.M. Bal van zwart gebakken aarde. Middellijn 3,5 c.M. Platte beenen kraal. Middellijn 4,3 c.M. Dergelijke ; aan eene zijde met cirkels versierd. Middellijn 4,5 c.M. Dergelijke. Middellijn 4 c.M. Dergelijke ; aan de eene zijde met groote en kleine cirkels versierd. Middellijn 5 c.M. Dergelijke ; aan de eene zijde met cirkels , aan de andere zijde met groote en kleine cirkels versierd. Helft van een runderknokkel, in het midden is een gat geboord ; vermoedelijk als knoop gebezigd. Middellijn 4,6 c.M. Dergelijke , van boven afgeplat. Middellijn 5,5 c.M. Groote beenen kam met één rij tanden ; de meeste tanden ontbreken. Lengte 22 c.M. Beenen kam met één rij tanden en driehoekig handvatsel; de tanden ontbreken gedeeltelijk. Het handvatsel met lijnen en cirkeltjes versierd. Lengte van het handvatsel 12,5 c.M. Beenen kam met twee rijen tanden. Lengte 14 c.M. Handvatsel van een beenen kam , met lijnen en cirkeltjes versierd. Lengte 10 c.M. Handvatsel van een beenen kam met één rij tanden. Lengte 11,8 c.M. Tweepuntige tak van een hertshoorn , waarvan de punten zijn aangepunt. Aan het benedeneinde is een groot gat geboord. Lengte 18 c.M. Punt van een hertshoorn , aan het benedeneinde is een gat geboord ; vermoedelijk als rijgnaald gebezigd. Lengte 22 c.M. Afgesneden punt van een hertshoorn. Lengte 14 c.M. Dergelijke. Lengte 9,5 c.M,
31 Beenen haarnaald. Lengte 13,5 c.M. Dergelijke. Lengte 10,5 c.M. Dergelijke. Lengte 11,3 c.M. Dergelijke; de eene punt afgebroken. Nog lang 11,2 c.M. Been van een dier , aan het eene einde aangepunt en overlangs uitgehold. Lengte 14 c.M. Dergelijk. Lengte 10 c.M. Gladgemaakt puntje van een hertshoorn , waarin ter halverwege een inkeeping is gemaakt. Lengte 9 c.M. Beenen heftje van een mes , met lijnen en kruislijnen versierd. Lengte 3 c.M. Beenen naald. Lengte 13 c.M. Dergelijke. Lengte 10,2 c.M. Dergelijke. Lengte 8,2 c.M. Dergelijke. Lengte 8 c.M. Dergelijke. Lengte 8 c.M. Dergelijke , de punt afgebroken. Nog lang 8,6 c.M. Platte beenen naald. Lengte 7,5 c.M. Beentje van een dier , aan het eene einde aangepunt, aan het andere einde is een plat knopje gesneden. Lengte 5,8 c.M. Dergelijk. Lengte 6 c.M. Houten naald. Lengte 12 c.M. Bronzen naald. Lengte 10,7 c.M. Baleinen lepeltje. Lengte 12,5 c.M. De meeste dezer voorwerpen zijn gevonden in de nabijheid van
Dronrijp. Van den heer Mr. Â. J. Andreæ , te K o 11 u m. Een grittelsteen [glanssteen]. Gevonden bij het graven van de » Nieuwe Zwemmer", in de nabijheid van de Oude Sluis, die eenige meiers beneden den beganen grond ontdekt werd, een weinig ten N. van de voormalige standplaats van het huis »Ter Lune." Van den heer A. Beekhuis , te L e e u w a r d e n . Portefeuille , van buiten met rood , wit en groen zijden band opgemaakt. Van den heer B. Bölger, te B o 1 s w a r d. Vijf zandsteenen , waarop menschenhoofden zijn uitgehouwen. Afkomstig uit het voormalige »Wit-Heeren-Klooster" te Bolsward.
32 Van den heer D. Catinegieter , te T z u m. Schoorsteensteen , waarop een gehelmd menschenhoofd. Gevonden in een stuk bouwland te Tzum, vermoedelijk afkomstig van Oud Heerema. Besneden stuk been , waaraan aan de eene kant een vrouwenhoofd en aan de andere kant een doodshoofd is gesneden. Een vorstpan. Grijze steen van vreemden vorm. De drie laatste voorwerpen zijn gevonden in den grond , ter plaatse waar het klooster »Lidlum" heeft gestaan. Van den heer F. B. Fellinga , te L e e u w a r d e n . Portret van Ferwerda , timmerknecht te Leeuwarden. Deze Ferwerda berekende voor de almanakken de astronomische tafels. Geteekend naar het leven door G. Fellinga , in zwartkrijt. Portret van Wiemer Fellinga , architect te Leeuwarden en aldaar op 61 jarigen leeftijd in 1834 overleden. Geschilderd door zijn zoon G. Fellinga. Van de freules Gsvaerts . te L e e u w a r d e n . Fraaie antieke hangklok, vervaardigd door »Watse Watses, Heerenveen 1667." Van den heer P. W. Hoogterp , te L e e u w a r d e n . Een letterlap , waarop het jaartal 1709. Een letterlap , waarop het jaartal 1757. Van den heer H. Jongsîïia , te W i t m a r s u m. Hoofd van een Mariabeeldje, van roodgebakken aarde. Gevonden bij het afgraven van de Vlietster terp te Witmarsum.
Van heeren Kerkvoogden der Ned. Herv. Gemeente te D e d g u m . Kerkpoort van de in 1889 afgebroken kerk te Dedgum. Het hierop geplaatste opschrift luidt: Ao. 1701 is de vernieuwinge deeser Kerck Poorte van Dedgum Geschiedt. Als de Heer Tiaerd baron van Aijlva tot Aijlva en Wijbranda , Heer van Waerdenburg , Hier, Neerrijnen , Oldland en Clingelenburch , Substituit Grietman ouer Wonseradeel en Dominus Jacobus Ecoina , en de BurgeMr. Aucke Hoexma , Kerckvoogden waeren.
Van heeren Kerkvoogden der Ned. Herv. Gemeente te W i e r . Looden plaatje, afkomstig van een doodkist op het kerkhof of uit de kerk te Wier , met het opschrift :
33
Wel Geboren Heer /De Heer Godschalk Van Knijff in Leeven Raad Or- /dinaris in Den Hove Provinciaal/ Van Fryslandt. Natus 28/ Octobris 1666 et Obiit / 1 Deeembris 1712. Dergelijk van zink , met het opschrift: Wel Geboren Heer Godschalk van /Knijff Gecommitteerde ten Landsdage / en Dijkgraaf van Ferwerderadeels / Zee Dijken etc etc gestorven 9 Junij 1767 / in 't veertigste jaar zijner ouderdoms. Van den heer J. J. Kiestra, te E e. In gips vervaardigde afdruk van den gevelsteen, gemaakt ter nagedachtenis van den beroemden verloskundige en grondlegger van den hedendaagschen verloskunde Hendrik van Deventer, welke steen geplaatst is in het huis op de Amsterdamsche veerkade te 's Gravenhage , waar hij gewoond heeft. (Hendrik van Deventer heeft geruimen tijd te Wieuwerd bij de Labadisten verblijf gehouden). Afbeelding van de Amsterdamsche Veerkade te 's Gravenhage, met het huis waar Hendrik van Deventer gewoond heeft. Van den heer A. Martin , te L e e u w a r d e n . Een groot glazen drinkglas op fraaien voet. Van den heer J. Mulder, te F r a n e k e r . Afteekeningen van verschillende gevelsteenen te Franeker. Van den heer Dr. L. ProeS , te L e e u w a r d e n . Albumblaadje met Hebreeuwsch en Grieksch schrift, geschreven en onderteekend door Anna Maria Schurman. Predikbeurtbriefjes van de dienst in de Protestantsche kerken te Leeuwarden , op Zondagen 1 October 1752 en 3 October 1852. Van wijlen den heer Mr. A. QuaestiUS , te D r o n r ij p. Fraai gesneden houten stoof. Mangelplank , waarop een zinnebeeldige voorstelling van de liefde is gesneden. Inschrift : Ende nu blieft geloove , hope ende liefde dese drie doch de meeste, van dese is de liefde. Corinten 13 , vers 13. A. K. O. Geboetseerde vrouwenkop , waaromheen fraai borduurwerk , door A. M. v. Schurman vervaardigd , in zeer antieke lijst achter glas. Twee landschappen met vogels, door Margaretha de Heer. Het eene is hoog 24 c.M. en breed 33 c.M. ; het andere is hoog 33,5 c.M. en breed 25,5 c.M. Portret van Anschje Doijs, weduwe van Arent van Haersma .
34 grietman van Achtkarspelen. In olieverf op doek. Hoogte 1,225 M. Breedte 0,915. Strandgezicht , door G, van der Laan, in olieverf op paneel. Hoogte 20 c.M. Breedte 28 c.M. Fruit niet bloemen . door A. van Raveuswaaij. In olieverf op doek. Hoogte 44 c.M. Breedte 34 c.M. Boerenwoning , waarvoor twee cavaleristen den weg vragend , door A. A. van de Kasleele. Hoogte 40,5 c.M. Breedte 34 c.M. Landschap door I). Dalens. Hoogte 66 c.M. Breedte 84,5 c.M. Alsvoren. Pendant. Mansportret, door A. A. van de Kasteele. In olieverf op karton. Hoogte 38,5 c.M. Breedte 30,5 c.M. Riviergezicht door P. A. In olieverf op doek. Hoogte 30,5 c.M. Breedte 47 c.M. Landschap. In olieverf op doek. Hoogte 16 c.M. Breedte 24,5 c.M. Woelende zee met schepen. Bergachtig landschap. In olieverf op doek. Hoogte 53 c.M. Breedte 40 c.M. Bergachtig landschap, in olieverf op paneel. Hoogte 21 c.M. Breedte 29 c.M. Fragment van een statierok van Hugo de GrootTelescoop op stander, vervaardigd door J. van der Bildt , amanuensis aan de voormalige academie te Franeker. Portret van johan Willem Friso (levensgroot borstbeeld) , in ovale lijst. In olieverf op doek. Hoogte 73 c.M. Breedte 56 c.M. Levensgroot portret van Maria Louisa (kniestuk). In olieverf op doek. Hoogte 126,5 c.M. Breedte 102,5 c.M. Portret van Carel Alexamler van Haersma , secretaris van Achtkarspelen , 1758. In olieverf op doek. Hoogte 87,5 c.M, Breedte 69 c.M. Het stadhuis te Bolsward. In olieverf op doek. Hoogte 31 c.M. Breedte 25 c.M. Antiek kastje , van binnen met Oostersch mozaïk , waarin vele laadjes. Verzilverd koperen plaatje van een prentje , voorstellende Ainor. Gegraveerd door J. Folkema , naar de teekening van N. Verkolje.
Van den heer Mr. J, W. van Weideren baron Rengers, te Leeuwarden. Zeven vorstpannen.
35 Grafsteen , waarop in het midden een kruis. Gevonden bij het afgraven van de terp )>Bilgaard", onder Leeuwarden. Van den heer Th. Reijnders , te L e e u w a r d e n . Koperen tabaksdoos , waarop verscheidene opschriften , betrekking hebbende op het korenmolenaarsbedrijf, alsmede: »anno 1751 den 24 Junius. Menne Derks. Niet sonder Godt." Van den heer Dr. j . A. Schepers , te G r o u w. Steenen kogel, gevonden in het laagland onder Grouw. Van den heer Mr. J. de Sittsr, te G r o n i n g e n . Koperen zegelstempel der stad Sloten. Koperen zegelstempel met houten handvatsel , van de grietenij Wijmbritseradeel. Van de familie Van StTlïnïa , te B e r g u m. Portret van professor Johannes van de Sande. Portret van Rudolphus Agricola , »1618." Portret van Joost van Ockinga en zijne vrouw Lutz van Minnema en hunne kinderen Hero en Richt. »1532." Portret van eene dame uit het geslacht Verwou. Portret van een man uit het geslacht van Huigens. »1605," Portret van Joost van Ockinga. Portret van een jongeling. Portret van een dame. Alsvoren. Als voren. Als voren. Portret van een zoon van Sybrand van Roorda en Haringh Heres van Hottinga , »1547 Ætatis suae 3 1 . " Portret van Lucia Barbera van Burmania. Portret van haar man , Heinrich Johan Tilo de Thilau. Portret van Tintie van Idsaerda. Portret van Magdalene de Moll van den Tempel. Portret van Maria van Ommeren, vrouw tot Overhagen. »1669." Portret van Everhard Huigens , heer tot Overhagen. »Ætatis 73." Anno 1669." Portret van Jonker Tjallingh Willem van Kamstra. »Ætatis 26." Portret van Juffer Gerlandt van Hemmema. Portret van Anna van Mockama. Portret van Tet Julliana Maria Roorda van Burmania.
36 Portret van Lucia Barbera van Burmania. Portret van een man. Als voren. Alsvoren. Alsvoren. Alsvoren. Alsvoren, Alsvoren. Alsvoren in ovale lijst. Portret van een man in riddercostuum. Wapenbord van het geslacht Bouricius en Hillama. Wapenbord van het geslacht Van Sminia en Van Haersma. Wapenbord van het geslacht Van Scheltinga en Lycklama à Nijeholt. Wapenbord van Jonker Homme van Camstra. † 7 Maart 1652. Wapenbord, van denzelfden. Gesneden wapenbord van een Camstra. Kwartierbord van Tjallingh Homme van Camstra. † 9 October 1727 , oud 63 jaar. Kwartierbord van Frouck Juliana van Camstra. † 23 Maart 1712, oud 17 jaar. Kwartierbord van Taco van Burmania, »1601". Schoorsteenstuk , waarop de kwartierstaten van het geslacht van Burmania en van Schratenbach. Lederen hondenhalsband, met scheepjesschellingen en zilveren pennen beslagen. Zes houten standaardmaten , ter verificatie der vischnetten, waarop het wapen der provincie Friesland en het jaartal »1750." Wapenbord van de Keizerlijke regie. Twee geschilderde plafond- of schoorsteenstukken. Een stil leven. Schilderij , waarop een kreeft omgeven door vruchten. Eene verzameling kaarten en plattegronden van steden, gezichten op en in steden van Friesland, enz. Eene verzameling van portretten van Friezen. Verschillende teekeningen en gravures. Van den heer J. A. Smits Van NieUWBrkerk, te D o r d r e c h t . 46 platen met gezichten in en op de steden van Friesland, door Bendorp (voor de letter). 44 alsvoren , met onderschrift.
37 20 alsvoren , afgesneden en opgezet. 7 plattegronden van steden. 10 diverse stadsgezichten en gravures. Portret van Petrus Lolles Nauta, als curassier, te paard. Een teekening in waterverf. Van den heer C. Sonnega, te L e e u w a r d e n . Groote gewichtendoos, van binnen op het deksel staat: »Gemaeck By my Gerart Geens In de Calverstraat Inde Balansch Amsterdá 1624." Van den heer S. Steinvoorte , te L e e u w a r d e n . Zwart verlakte tinnen waterketel in den vorm van een meloen , met vergulde bloemen beschilderd. Van den heer P. J. Suringar , te L e e u w a r d e n . Stuk gouderts , gevonden in de Transvaal. Garnituur van gevlochten haar vervaardigd, bestaande in horlogekoordje , collier, waaraan medaillon met haarwerk, gouden medaillon met haarwerk , kruis, vingerring , oorbellen , bracelet en broche. Alles voorzien van gouden bosjes, oogen , enz. Van den heer Tjallingi , te H a r 1 i n g e n. Plattegrond van Leeuwarden. Van den heer S. J. Vermaes , te L e e u w a r d e n . Photographie van de poort der kerk te Hindeloopen. Idem van de zeesluis aldaar. Idem van de Westertoren [kerktoren] aldaar. Van den heer Mr. H. D. van Ketwich Verschuur , te L e. e uw a r d e n. Portret van Dr. A. Kuenen , hoogleeraar te Leiden. Portret van Jhr. Mr. A. F. de Savornin Lohman. Spotprent op Jacobus II. Van den heer J. Visser ÄZ., te H e e g. Twee zonhoeden. Van den heer P. Vonk , te L e e u w a r d e n . IJzeren haardplaat, in 't bovengedeelte twee engelen , ieder een bloemruiker dragende. Aan weerszijden een rozet, waaraan bloemen hangen. Platte roode dakpan , gevonden bij het doen van graafwerk voor een huis in de Kerkstraat te Leeuwarden.
38 Van den heer J. L de VrOeze , te L e e n w a r ii e n. Een blauw geschilderde muurtegel. Van den heer G. H. V3D BorsSUm Waalkes , te H u i z u m . Kleine steenen kanonkogel. Middellijn 10,5 c.M. Dergelijke. Middellijn 8,5 c.M. Dergelijke. Middellijn 7,5 c.M. Houten kogel. Middellijn 9 c.M. Deze vier kogels zijn gevonden bij het afgraven van de terp te Aalzum. Paternosterkraal van gebakken aarde. Bruine steenen paternosterkraal. Een zoogenaamd aardmanspijpje. Deze voorwerpen zijn gevonden bij het afgraven van de terp te Teerns. Van den heer J. J. G. Van Wicheren , te L e e u w a r d e n . Portret van Z. M. Willem I , ten voeten uit. In olieverf op doek, door de heeren J. J. G. van Wicheren en Mr. W. A. van Sloterdijck. B.
m
BRUIKLEEN.
Van den heer F. J. M. van Erp , te L e e u w a r d e n . Zeven oude tegels , paarsch beschilderd. Afkomstig uit een huis op de Tweebaksmarkt te Leeuwarden. Van den heer Holwerda, in de S c h r a n s onder Huizum. Groote vierkante zerksteen, waarop een mannen- en vrouwenwapen, [de figuren afgebeiteld]. Onder de wapens is het volgende opschrift gehouwen: ÆDES DEO SACRA. Deze steen is gevonden bij het doen van graafwerk voor een gebouw in de Schrans onder Huizum. Van den heer G. Postma , te D a n t u m a w o u d e. Een koperen vijzel met stamper. Het randschrift op den vijzel luidt: »Amor, Vincit, Omnia. 1694." Hobo van oude constructie. Geëmailleerd porceleinen scheerbekken. C.
AANGEKOCHT.
Schijfvormig gewicht van grijs gebakken aarde. Middellijn 9 c.M. Afgezaagd einde van een been van een dier. Lengte 6,5 c.M. Schijfje van een potscherf vervaardigd. Middellijn 2,5 c.M.
3<J
Beentje vau een dier , aan het eene einde afgesneden en gedeeltelijk uitgehold. Lengte 13 c.M. Onvoltooide haarnaald. Lengte, 7,5 c.M. Afgesneden bovengedeelte van een been van een dier. Leno-te 5,5 c.M. Dergelijk. Lengte 2,6 c.M. Dergelijk. Lengte 3 c.M. Gespleten been van een dier, aan het einde aangepunt. Lengte 12 c.M. Potje , ruw bewerkt , van zwart en donkergeel gebakken aarde . met platten bodem , wijden buik en wijde opening. Hoogte 4 c.M. Middellijn 4,3 c.M. Been van een dier, aan het eene einde aangepunt. Lengte 10,7 c.M. Dunne beenen haarnaald, met kerven versierd. Lengte 11,8 c.M. Houten haarnaald. Lengte 13 c.M. Houten lanspunt. Lengte 4,9 c.M. Beenen schaats. Lengte 22 c.M. Afgesneden punt van een hertshoorn. Lengte 8,2 c.M. Beenen kam , het handvatsel met cirkeltjes en lijnen fraai versierd ; de randen ontbreken gedeeltijk. Lengte 21 c.M. Bolvormige pot van grijs en zwart gebakken aarde , met wijde opening en bijna rechtopstaanden rand. Hoogte 16 c.M. Middellijn 17,5 c.M. Baleinen lepeltje. Lengte 12,5 c.M. Helft van een runderknokkel , in het midden is een gat geboord. Vermoedelijk als knoop gebezigd. Middellijn 4,3 c.M. Gi'oote beenen kraal. Middellijn 4,5 c.M. Punt van een hertshoorn, in het benedeneinde is een ijzeren pen geslagen. Lengte 12 c.M. Afgesneden punt van een hertshoorn. Lengte 6 c.M. Plat schijfje van rood gebakken aarde, in het midden is een gat geboord. Middellijn 5 c.M. Kraal van donkergrijs gebakken aarde. Middellijn 3 c.M. Dergelijke , van grijs gebakken aarde. Middellijn 3,2 c.M. Twee voorhoofdsbeenderen van runderen. Een onderkaak van een wild varken. Fragment van een kaak van een wild varken. Twee slachttanden van een wild vai'ken. Fragment van een schedel van een kat. Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp te Aalzum,
40 Oor van een pot van grijs gebakken aarde. Kraal van geelgrijs gebakken aarde. Middellijn 3,5 c.M. Schijfje van rood gebakken aarde, vermoedelijk uit een potscherf vervaardigd. Middellijn 3,2 c.M. Plat, langwerpig , vierhoekig steenen voorwerp , bij den top is een gaatje geboord; vermoedelijk als amulet gebezigd. Hoogte 5,5 c.M. Bronzen ring. Middellijn 2,4 c.M. Plat rond beenen schijfje. Middellijn 2 c.M. Rond beenen schijfje , met cirkels versierd ; in 't midden is een gat geboord. Middellijn 1,8 c.M. Beenen schaats. Lengte 20 c.M. Dergelijke. Lengte 18,7 c.M. Stukje been, aan eene zijde bolvormig oploopende. Deze zijde is met cirkels versierd. Lengte 3,5 c.M. Knoop of kraal van grijs en rood gebakken aarde. Middellijn 4,5 c.M. Kraal van wit gebakken aarde. Middellijn 2 e.M. Handvatsel van een pot van donkergrijs gebakken aarde. Middellijn 5 c.M. Dergelijk. Middellijn 5,8 c.M. Hals van een kruik van wit gebakken aarde. Middellijn 5,5 c.M. Klein fragment van een kruik van wit gebakken aarde , met lijnen versierd. Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp »Groot Ludum" onder Achlum. Klein bekervormig potje, van grijs gebakken aarde. Hoogte 1,5 c.M. Middellijn 3,3 c.M. Gevonden in de terp bij Offingahuis onder Achluiïl. Ooren van potten. Brokstuk van een pot van zwart gebakken aarde , met lijnen en kruislijnen versierd. Pot van geel gebakken aarde met platten bodem , wijden buik , nauwe opening, eenigszins omgebogen rand en met twee ooren ; één oor is afgebroken. Hoogte 16 c.M. Middellijn 14 c.M. (defect). Fragment van een potje van zwart gebakken aarde op een rond voetje, met wijden buik , wijde opening en eenigszins omgebogen rand. Hoogte 7,5 c.M. Middellijn 9,5 c.M. Eivormig voorwerp van lichtgeel gebakken aarde. Lengte 12 c.M.
41 SchijfVormig gewicht van grijs gebakken aarde. Middellijn 9 c.H. Spinsteentje van zwart en grijs gebakken aarde. Middellijn 3,2 c.M. Voet van een potje van donkergrijs gebakken aarde. Middellijn 4 c.M. Platte kraal of knoop van grijs gebakken aarde. Middellijn 4,8 c.M. Dergelijke van grijsgeel gebakken aarde. Middellijn 3,8 c.M. Wedsteentje. Lengte 6,7 c.M. Steenen voorwerp. Lengte 9 c.M. Beenen schaats. Lengte 25 c.M. Dergelijke. Lengte 21 c.M. Been van een dier , overlangs uitgehold , aan het eene einde aangepunt, aan het andere einde zijn tegenover elkander twee gaten geboord. Lengte 16,5 c.M. Afgesneden gladgemaakte punt van een hertshoorn. Lengte 7,7 c.M. Alsvoren , ruw besneden. Lengte 9 c.M. Helft van een runderknokkel, in het midden is een gat geboord; vermoedelijk als knoop gebezigd. Middellijn 4,3 c.M. Driehoekige beenen ring. Lengte 3,5 c.M. Fragment van een voorwerp van rood en grijs gebakken aarde. Lengte 6 c.M. SchijfVormig gewicht van grijs gebakken aarde. Middellijn 9,5 c.M. Brokstuk van een driehoekig gewicht van grijs rood gebakken aarde. Bij elk der hoeken is overdwars een gat geboord. Loodlijn 13,5 c.M. Buik van een pot van zwart gebakken aarde, waaraan een oortje is bevestigd. Rand van een pot van geel gebakken aarde, waarop sporen van een roode beschildering aanwezig is. Onder den rand is een vooruitspringend rond gat bij wijze van tuit aangebracht. Ooren van potten. Brokstukken van potten. Bodemstukken van potten. Handvatsels van casserollen. Spinsteentje van geelgrijs gebakken aarde. Middellijn 3 c.M. Dergelijk van zwart en grijs gebakken aarde. Middellijn 4 c.M. Kraal van grijs rood gebakken aarde. Middellijn 2,8 c.M. Fragment van een beenen schaats. Nog lang 15 c.M. Kootbeentje van een dier (bikkel). Drie schedels van menschen. 'fi-k't-
42 Drie schedels van wilde varkens. Gevonden in de terp op ongeveer tien minuten ten zuiden van
Achlum. Afgesneden punt van een hertshoorn. Lengte 14,5 c.M. Driehoekig gewicht van geelrood gebakken aarde, aan iedere hoek is een gat geboord. Loodlijn 14,5 c.M. Been van een dier , het eene einde aangepunt, het andere einde is plat gemaakt en hierin is een gat geboord. Lengte 15 c.M. Been van een dier , het eene einde afgebroken , bij het andere einde zijn aan weerszijden inkeepingen gemaakt en door de inkeeping is een gat geboord; nog dichter aan het einde is ook een gat. Nog lang 17 c.M. Been van een dier , bij de einden ter weerszijden ingekeept en door de inkeeping is een gat geboord. Lengte 1.0,5 c.M. Platte beenen kraal, de bovenzijde met inpuntingen versierd. Middellijn 3,5 c.M. IJzeren ring. Middellijn 3,3 c.M. Bronzen fibula. Lengte 5,5 c.M. Beenen haarnaakl. Lengte 10,5 c.M. Schijfje , vermoedelijk uit een potscherf vervaardigd. Middelliju 2,8 c.M. Schijfvormig gewicht van geelrood gebakken aarde. Middellijn 9,5 c.M. Eivormig voorwerp van zwart gebakken aarde. Lengte 4,3 c.M. Dergelijk. Lengte 4,6 c.M. Dergelijk. Lengte 4,2 c.M. Dergelijk , van bruingrijs gebakken aarde. Lengte 5 c.M. Been van een dier , aan het eene einde aangepunt en overlangs uitgehold, aan het andere einde zijn tegenover elkander twee gaatjes geboord. Lengte 12 c.M. Stuk been , ruw besneden. Lengte 9 c.M. Stukken van bronzen ringen. Potje van zwart gebakken aarde met platten bodem , wijden buik, iets nauwere opening', scheef oploopenden rand en met twee op den rand geplaatste ooren , waardoor gaatjes zijn geboord. Hoogte 9,5 c.M. Middellijn 9,5 c.M. Bronzen fibula , eenigszins beschadigd. Lengte 3,5 c.M. Potje van lichtgrijs gebakken aarde met platten bodem en wijd uitloopende wanden. Hoogte 5,5 c.M. Middellijn 7,5 c.M. Spinklosje van grijs gebakken aarde. Middellijn 3,8 c.M,
43
Dergelijk. Middellijn 4,2 c.M. Helft van een runderknokkel , in het midden is een gaatje geboord , vermoedelijk als knoop gebezigd. Middellijn 4,5 c.M. Stukje been , ruw besneden. Lengte 8,2 c.M. Deksel of bodem van een pot van zwart gebakken aarde. Middellijn 8 c.M. Bolvormig gewicht van zwart gebakken aarde , in het midden is een gat geboord ; vermoedelijk als vischnetverzwaring gebezigd. Middellijn 8 c.M. Dergelijk , van grijsgeel gebakken aarde. Middellijn 7,5 c.M. Schijfvormig gewicht van geelgrijs gebakken aarde. Middellijn 9 c.M. Komvormig potje van roodachtig gebakken aarde. Middellijn 5 c.M. Beenen haarnaald. Lengte 15,5 c.M. Dergelijke. Lengte 14 c.M. Dergelijke. Lengte 11,5 c.M. Beenen naald. Lengte 15 c.M. Dergelijke. Lengte 8,5 c.M. Beentje, aan het eene einde aangepunt , aan het andere einde een platte knop. Lengte 8,5 c.M. Platte beenen kraal of knoop. Middellijn 4,4 c.M. Bodem van een potje van grijsgeel gebakken aarde. Bodem van een pot van rood gebakken aarde. Brokstukken van potten. Groote beenen naald. Lengte 16 c.M. Schijfje , uit een hertshoorn vervaardigd. Middellijn 2,5 c.M. Spinsteentje , van zwart gebakken aarde. Middellijn 3 c.M. Schijfje uit een potscherf vervaardigd , in het midden is een gaatje geboord. Middellijn 4,5 c.M. Helft van een runderknokkel , in het midden is een gat geboord; vermoedelijk als knoop gebezigd. Middellijn 4,3 c.M. Fragment van een beenen schaats. Nog lang 14 c.M. Fragment van een been van een dier , ruw besneden. Nog lang 14 c.M. Been van een dier , aan het eene einde aangepunt en overlangs uitgehold. Lengte 20,2 c.M. Dergelijk. Lengte 14,5 c.M. Dergelijk. Lengte 11,3 c.M. Beenen haarnaald. Lengte 11 c.M. Dergelijke. Lengte 9,7 c.M,
44 Breede beenen naald met platten knop. Lengte 10,5 c.M. Spinklosje van zwart gebakken aarde. Middellijn 3,3 c.M. Schijfje van geelgrijs gebakken aarde , waarop aan de eene zijde een met twee pijlen doorboord hart. Middellijn 4,5 c.M. Schijfvormig gewicht van zwart gebakken aarde. Middellijn 9,5 c.M. Groote wedsteen. Lengte 19 c.M. Bronzen voorwerp. Lengte 16 c.M. Fragment van een beenen heft van een kam , met lijnen en cirkels versierd. Nog lang 16,5 c.M. Plat beenen schijfje. Middellijn 4 c.M. Potje van geelgrijs gebakken aarde , met platten bodem , wijden buik , wijde opening, bijna recht opstaanden rand en met één oor. Hoogte 5 c.M. Middellijn 6 c.M. Punt van een hertshoorn , aan het benedeneinde is een inkeeping en door die inkeeping is een gat geboord. De punt is afgebroken. Nog lang 15,5 c.M. Been van een dier, aan het eene einde aangepunt. Lengte 14,5 c.M. Punt van een hertshoorn , overlangs uitgehold. Lengte 14 c.M. Been van een dier , aan het eene einde aangepunt en gedeeltelijk overlangs uitgehold. Lengte 14 c.M. Beenen kam , met één rij tanden , het handvatsel met lijnen en cirkels versierd. Lengte 17 c.M. IJzeren voorwerp. Helft van een runderknokkel, in het midden is een groot gat geboord ; vermoedelijk als knoop gebezigd. Middellijn 4,2 c.M. Dergelijke , platter. Middellijn 5 c.M. Hooge cylinder , bestaande uit twee op elkander bevestigde schijven , waarin verschillende gaten in verschillende richtingen zijn geboord. Middellijn 3,8 c.M. Kraal van zwart gebakken aarde. Middellijn 3 c.M. Fragment van een potje van glanzend zwart gebakken aarde, op zeer smallen voet en met wijden buik en wijde opening. Hoogte 9 c.M. Middellijn 10 c.M. Handvatsel van een pot of pan van zwart gebakken aarde. Middellijn 3,5 c.M. Spinsteentje van geel en grijs gebakken aarde. Middellijn 3,5 c.M. Schijfje , uit een potscherf van donkergrijs gebakken aarde vervaardigd. Middellijn 3 c.M. Dergelijk , kleiner. Middellijn 2,8 c.M. Dergelijk , van rood en grijs gebakken aarde. Middellijn 3,5 c.M.
45 Platte schijf van rood gebakken aarde ; in het midden is een gat geboord. Middellijn 6 c.M. Balletje van geel en grijs gebakken aarde. Middellijn 3,7 c.M. Punt van een hertshoorn , aan het benedeneinde is eene inkeeping en door de inkeeping is een gat geboord. Lengte 11,2 c.M. Beenen schijfje , het bovenvlak is met cirkels versierd. Middellijn 3,6 c.M. Platte beenen kraal, aan alle zijden met cirkels versierd. Middellijn 4 c.M. Langwerpig stukje hout, in het midden is een gaatje geboord. Lengte 5 c.M. Been van een dier , aan het eene einde aangepunt. Lengte 13 c.M. Punt van een hertshoorn , aan den top glad gemaakt. Lengte 14,5 c.M. (Afgebroken). Dergelijke, aan het benedeneinde is eene inkeeping gemaakt en door de inkeeping is een gat geboord. Lengte 13 c.M. (Afgesneden). Fragment van een been van een dier , aan het eene einde glad geslepen. Nog lang 19,5 c.M. Beenen kam met twee rijen tanden. Lengte 11,2 c.M. Bronzen voorwerp. Lengte 3,9 c.M. Oor van een pot of pan van zwart gebakken aarde. Middellijn 4,6 c.M. Schijfvormig gewicht van grijs gebakken aarde. Middellijn 8,5 c.M. Beenen dobbelsteen overlangs doorboord ; de 1 en 6 ontbreken. Lengte 1,8 c.M. Fragment van een beenen schaats. Nog lang 21 c.M. Van onder en boven afgesneden punt van een hertshoorn , overlangs doorboord. Lengte 10,5 c.M. Platte knoop van geelgrijs gebakken aarde. Middellijn 4 c.M. Schijfvormig gewicht van grijs gebakken aarde. Middellijn 10,3 c.M. Been van een dier , glad gemaakt. Lengte 18 c.M. Fragment van het gewei van een hert, aan welks ondereinde een groot gat is geboord geweest. Plat beenen staafje. Lengte 9,8 c.M. Beentje van een dier , gedeeltelijk overlangs uitgehold. Bij het benedeneinde is een gaatje geboord. Lengte 12,5 c.M. Rib van een dier , aan weerszijden getand. Lengte 17 c.M.
46 Stuk been , vermoedelijk een fragment van een handvatsel van een kam. Nog lang 8,5 c.M. Plat beenen voorwerp , in den vorm van een lepeltje gesneden. In den steel is bovenaan een gaatje geboord. Lengte 10,3 c.M. Been van een dier , overlangs uitgehold en aan het eene einde aangepunt. Lengte 17,5 c.M. Gedeelte van een beentje van een dier , overlangs uitgehold. Lengte 5 c.M. Stuk van een been van een dier , waaraan men begonnen is te snijden. Lengte 7,7 c.M. Stuk been , vermoedelijk fragment van een handvatsel van een kam. Lengte 6,6 c.M. Fragment van een been van een dier, aangepunt. Lengte 7,5 c.M. Brokstukken van een beenen kam met één rij tanden , waarvan het handvatsel met lijnen en cirkels is versierd. Deksel van een pot van grijs en geelgrijs gebakken aarde. Middellijn 10,5 c.M. Potje van zwart en grijs gebakken aarde , met platten bodem en wijden buik ; het bovengedeelte ontbreekt. Nog hoog 7 c.M. Middellijn 10 c.M. Potje van roodgeel gebakken aarde , met breeden platten bodem, naar boven toeloopende wanden en nauwe opening. Middellijn 5,5 c.M. Hoogte 4,7 c.M. Komvormig potje van rood gebakken aarde , waaraan van onderen een oortje is geplaatst. Hoogte 3,5 c.M. Middellijn 4 c.M. Schiji'vormig gewicht van donkergrijs gebakken aarde. Middellijn 9 c.M. Punt van een hertshoorn , overlangs uitgehold en aan de punt penvormig besneden ; het bovengedeelte is afgebroken. Nog lang 7 c.M. Potje van geelgrijs gebakken aarde met platten bodem , zeer wijden buik , nauwe opening en omgebogen rand. Hoogte 7,5 c.M. Middellijn 10,5 c.M. Helft van een runderknokkel , in het midden is een groot gatgeboord , vermoedelijk als knoop gebezigd. Middellijn 4 c.M. IJzeren hengsel. Dergelijk. Handvatsel van een groote kasserol , van grijs gebakken aardeStuk van een hertshoorn , met vele lijnen versierd. Afgesneden punt van een hertshoorn, aan het benedeneinde is een
47
inkeeping en door de inkeeping is een gal geboord. Lengte 19,5 c.M. Been van een dier , aan beide einden ter weerszijden ingekeept , het eene einde bij de inkeeping afgebroken. JNog lang 17,5 c.M. Been van een dier , aan het eene einde ingekeept en overlangs uitgehold. Lengte 11,3 c.M. Schijfvormig gewicht van grijs en bruinrood gebakken aarde. Middellijn 10 c.M. Potje van zwart gebakken aarde , met platten bodem , eenigszins wijderen buik , iets nauwere opening en met eenigszins omgebogen rand. Aan den buik is eene aanpunting aangebracht. Hoogte 6 c.M. Middellijn 5,5 c.M. Spinklosje van zwart gebakken aarde. Middellijn 3,5 c.M. Dergelijk. Middellijn 3,5 c.M. Dergelijk , van roodbruin gebakken aarde. Middellijn 3,2 c.M. Kraal van wit gebakken aarde. Middellijn 3,8 c.M. Platte beenen kraal. Middellijn 5,5 c.M. Dergelijke , de kant met cirkels , de bovenkant met cirkeltjes versierd. Middellijn 4,4 c.M. Beenen haarnaald. Lengte 11,5 c.M. Beenen naald , de knop en de punt afgebroken. Nog lang 12,5 c.M. Beenen naald. Lengte 8,8 c.M. Afgesneden en besneden punt van een hertshoorn. Lengte 15 c.M. Dergelijke , aan het benedeneinde is eene inkeeping en door die inkeeping is een gat gemaakt. Lengte 10 c.M. Tweepuntige tak van een hertshoorn , aan het benedeneinde is een groot gat geboord. Lengte 21,5 c.M. Afgesneden , vierpuntige tak van een hertshoorn. Breedte 24 c.M. Punt van een hertshoorn , in het midden en bij het benedeneinde is een inkeeping gemaakt, terwijl in de benedeninkeeping overdwars een gat is geboord. Lengte 22 c.M. Punt van een hertshoorn , van boven en beneden afgesneden. Lengte 14,5 c.M. Houten haarnaald. Lengte 12,4 c.M. Fraaie bronzen fibula. Lengte 9,5 c.M. Bronzen plaat, in den vorm van een hak en vermoedelijk als zoodanig onder een sandaal gebruikt. In de plaat zijn vier gaten geboord. Lengte 7 c.M. Breedte 6,5 c.M. Schijfvormig gewicht van zwart en grijs gebakken aarde. Middellijn 11,5 c.lM.
48 Dergelijk. Middellijn 9,5 c.M. Dergelijk. Middellijn 9 c.M. Grooie eikenhouten stamper. Lengte van het blok 38 c.M. Lengte van het blok met de steel 66 c.M. IJzeren voorwerp. Lengte 20 c.M. IJzeren voorwerp. Lengte 11,5 c.M. Afgezaagde punt van een hertshoorn , waarvan de topjafgesneden is. Lengte 11,5 c.M. Een schedel van een mensch. Een hoef van een paard of ezel. Een schedel van een rund. Voorhoofdsbeen van een rund met de hoornpitten. Negenentwintig hoornpitten van runderen. Drie hertehoorns. Een schedel van een bok. Een fragment van een schedel van een bok. Een onderkaak van een wild varken. Verschillende slagtanden en tanden van wilde varkens. Vier schedels van honden. Twee schedels van katten. Drie beenderen van dieren. Een stuk been van een dier. Tanden en kiezen van verschillende dieren. Twee beenderen van vogels. Vijf zeeschelpen. Drie steenen. Een hooislak. Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp te Boetgum. Bolvormig potje van grijsgeel gebakken aarde met omgebogen rand. De opening is dichtgemaakt, doch in het midden is een rond gat geboord. Hoogte 8 c.M. Middellijn 9 c.M. Platte kraal van lichtgrijs gebakken aarde. Middellijn 4,5 c.M. Been van een dier, aan het eene einde aangepunt. Lengte 16,5 c.M. Dergelijk. Lengte 13,3 c.M. Dergelijk. Lengte 10,2 c.M. Dergelijk. Lengte 13,2 c.M. Fragment van een beenen kam. Fragment van een beenen kam , het handvatsel met lijnen versierd. Breedte 3,8 c.M.
49 Al deze voorwerpen zijn gevonden in een terp te DrOnrijp. IJzeren voorwerp. Schijfvormig gewicht van roodgeel gebakken aarde ; in het midden is een gat geboord ; vermoedelijk als vischnetverzwaring gebezigd. Middellijn 9 c.M. Beenen haarnaald. Lengte 10,5 c.M. Potje van grijs gebakken aarde , met platten bodem, zeer wijden buik en wijde opening. In den bodem is een vierkant gat gemaakt. Hoogte 4,5 c.M. Middellijn 6,7 c.M. Schijfje, van een potscherf vervaardigd. Middellijn 2,3 c.M. Kraal van grijs gebakken aarde, met cirkels versierd. Middellijn 3,2 c.M. Beenen haarnaald , met cirkels versierd ; de eene punt is afgebroken. Nog lang 14,5 c.M. Beentje van een dier, hetwelk rond en glad is gemaakt; aan beide einden is een kruis gesneden. Lengte 5,5 c.M. Beenen naald. Lengte 9,8 c.M. Beentje van een dier, aan het eene einde aangepunt. Lengte 9 c.M. Beentje van een dier, overlangs gespleten en aan het eene einde aangepunt. Lengte 8 c.M. Afgesneden groote hoorn van een bok, waaraan men begonnen is te snijden. Lengte 31,5 c.M. Brokstukken van een beenen kam met één rij tanden , met driehoekig handvatsel. Schijfvormig gewicht van geelgrijs gebakken aarde. Middellijn 10,5 c.M. Schijfvormig gewicht van grijs gebakken aarde. Middellijn 7,5 c.M. Fragment van een hei-tshoorn , welke overlangs gedeeltelijk is uitgehold ; aan het ondereinde is overdwars een gat geboord. Lengte 10,3 c.M. Punt van een hertshoorn , van beneden en boven afgesneden en overlangs uitgehold. Lengte 3,5 c.M. Beenen kam met één rij tanden. Het fraai gevormd handvatsel is met cirkels en lijnen versierd. Lengte 11,3 c.M. Beenen kam met twee rijen tanden ; het handvatsel met lijnen en kruislijnen versierd. Lengte 14,5 c.M. Fragment van een beenen kam met twee rijen tanden. Nog lang 2,8 c.M. Stuk hertshoorn , overlangs doorboord. Lengte 3,5 c.M.
50 Breede beenen naald, de punt afgebroken. Nog lang 11,5 e.M. Beenen spijker , de punt afgebroken. Nog lang 5,5 c.M. Platte beenen kraal of knoop ; de beide vlakken met cirkels versierd. Dergelijke. Middellijn 2,3 c.M. Hooge kraal of knoop van zwart gebakken aarde. Middellijn 4 c.M. Bolvormige kraal of knoop, de eene zijde plat. Middellijn 4,5 c.M. Potje van grijs gebakken aarde , met breeden bodem, zeer wijden buik en nauwere opening. Hoogte 5 c.M. Middellijn 6,5 c.M. Potje van grijs gebakken aarde , met breeden bodem, zeer wijden buik , nauwe opening en recht opstaanden rand. (Defect). Hoogte 4 c.M. Middellijn 4 c.M. Bekervormig potje van roodgrijs gebakken aarde. Hoogte 2,3 c.M. Middellijn 3,3 c.M. Bodem of handvatsel van een pot van grijs gebakken aarde. Middellijn 5,7 c.M. Kraal van geelgrijs gebakken aarde , met lijnen versierd. Middellijn 2,7 c.M. IJzeren voorwerp. Lengte 17,8 c.M. Been van een dier, eenigszins glad gemaakt en aan eene zijde een weinig uitgehold. Lengte 23 c,M. Fragment van een beenen schaats , aan het eene einde is een gal geboord. Nog lang 18 c.M. Handvatsel van een beenen kam. Lengte 15 c.M. Helft van een been van een dier , aan de eene zijde is aan het einde eene inkeeping gemaakt. Lengte 12 c.M. Been van een dier , overlangs uitgehold en aan het eene einde aangepunt. Lengte 12,8 c.M. Kroon van een hertshoorn , waarvan de takken zijn afgezaagd. Middellijn 8,2 c.M. Punt van een hertshoorn , aan het ondereinde is een groot gat geweest. Lengte 20,5 c.M. Afgezaagde punt van een hertshoorn , aan het eene einde is eene inkeeping en door die inkeeping is een gat gemaakt. Lengte 25 e.M. Afgezaagde tweepuntige tak van een hertshoorn. Lengte 12,5 c.M. Punt van een hertshoorn , waarvan ter zijde een stuk is afgesneden. Lengte 26,5 c.M. Afgezaagde driepuntige tak van een hertshoorn , in het midden
51 is een groot gat geboord , terwijl de drie punten zijn afgesneden en twee der takken overlangs zijn uitgehold. Lengte 12,5 e.M. Breede . tweepuntige tak van een hertshoorn , een der punten is scheef afgesneden en in het midden is een gaatje geboord. Lengte 21 e.M. Langwerpig wedsteentje. Lengte 9 e.M. Ringvormig gewicht van bruingeel gebakken aarde. Middellijn 8,5 e.M. Dergelijk. Middellijn 9 e.M. Dergelijk. Middellijn 8,5 e.M. Dergelijk. Middellijn 9 e.M. Dergelijk , van grijs gebakken aarde. Middellijn 9 e.M. Dergelijk , (defect). Middellijn 8,5 e.M. Kraal of knoop van zwart gebakken aarde. Middellijn 5 e.M. Bronzen armring. Middellijn 8 e.M. Rand van een pot, van rood gebakken aarde. Middellijn 13,5 e.M. Twee potscherven van zwart gebakken aarde. Tweepuntige afgezaagde tak van een hertshoorn , de eene punt is geheel afgesneden , van de andere de top. Aan het benedeneinde is een rond gat geboord. Lengte 23 e.M. Molensteen. Middellijn 42,5 e.M. Tweepuntige lak van een hertshoorn , waarvan de eene punt is afgesneden en de andere afgebroken. Lengte 19 e.M. Been van een dier, aan het ondereinde lepelvormig besneden ; in het boveneinde is een gat geboord. Lengte 16,8 e.M. Afgesneden tweepuntige tak van een hertshoorn , de eene punt afgesneden. Lengte 18,5 e.M. . Beenen haarkam , met één rij tanden en driehoekig handvatsel , hetwelk met cirkels is versierd. Lengte 15 e.M. Schijfvorrmg gewicht van grijs en geelgrijs gebakken aarde. Middellijn 9,5 e.M. Dergelijk , van geelgrijs gebakken aarde. Middellijn 7,8 e.M. Beenen kam , met twee rijen tanden. Lengte 9,8 e.M. Koperen voorwerp. Lengte 9,2 e.M. Beenen staafje , waarin drie gaten zijn geboord , de eene zijde met cirkels versierd. Lengte 8,9 e.M. ] Plat beenen staafje. Lengte 5 e.M. Dergelijk. Lengte 4,8 e.M. Voet van een pot van zwart gebakken aarde.
52 Schijfvormig gewicht van geelrood gebakken aarde. Middellijn 10 e.M. Boveneinde van een ijzeren visehhaak. Nog lang 13,5 c.M. IJzeren staafje. Lengte 10 c.M. Dergelijk. Lengte 10,2 e.M. IJzeren voorwerp, aan het eene einde is een kruis. Lengte 10,3 c.M. Beenen haarnaald. Lengte 12,3 c.M, Dergelijke. Lengte 9,7 c.M. Tweepuntige, afgezaagde tak van een hertshoorn. Lengte 30 c.M. Twee fragmenten van een zeer fraai bewerkte pot van zwart gebakken aarde. Beenen naald. Lengte 11,8 c.M. IJzeren voorwerp , vermoedelijk van een paardetuig. IJzeren voorwerp. Beenen haarnaald. Lengte 11 c.M. Beenen naald. Lengte 7,6 c.M. Porceleinen kraal, rood en wit. Middellijn 1,2 e.M. Been van een dier , eenigszins besneden en overlangs uitgehold. Lengte 21,5 c.M. Schijfvormig gewicht van geel en donkergrijs gebakken aarde. Middellijn 9,5 c.M. Scherf van een pot van grijs gebakken aarde. Handvatsel van een casserol , van rood en zwart gebakken aarde. Middellijn 4,5 c.M. Schijfje uit een potscherf van bruingrijs gebakken aarde vervaardigd ; in 't midden is een gaatje geboord. Middellijn 5 c.M. Knoop van geelgrijs gebakken aarde. Middellijn 3,3 c.M. Beenen knoop. Middellijn 3,3 c.M. Fraai bewerkt potje van zwart gebakken aarde met een klein voetje, zeer wijden buik, nauwere opening en recht opstaanden rand. Hoogte 8 c.M. Middellijn 10,5 c.M. Beenen naald met platten knop. Lengte 7,1 c.M. Een ruggewervel van een walvisch. Een schedel van een paard. Twee schedels van runderen. Een voorhoofdsbeen van een rund , met de hoornpittcn. Een schedel van een bok. Fragment van een schedel van een bok. Onderkaak van een wild varken.
53 Buitengewone groote slagtand van een wild varken. Een slagtand van een wild varken. Een schedel van een hond. Een schedel van een kat. Twee fragmenten van beenderen van dieren. Een vuursteen (echeniet ?). Een hooislak. Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp ten zuidwesten van de kerk te Fiflklim. Bronzen of ijzeren knop van een gevest van een zwaard. Gevonden in het laagland onder GrOliW. Potje van zwart gebakken aarde op hoogen voet en met zeer wijden buik; het bovengedeelte is afgebroken. Nog hoog 7" c.M. Middellijn 10,5 c.M. Bekervormig potje van grijsgebakken aarde. Hoogte 3 c.M. Middellijn 4.5 c.M. Afgesneden tweepuntige tak van een hertshoorn. Lengte 13 c.M. Platte beenen kraal. Middellijn 4,5 c.M. Dergelijke, aan beide zijden met cirkels versierd. Middellijn 4,5 c.M. Helft van een beenen balletje. Middellijn 1,9 c.M. Fragment van een groote glazen kraal, goud, groen en zwart gekleurd. Een ruggewervel van een walvisch. Fragment van een rib van een walvisch. Twee hoornpitten van runderen. Een schedel van een bok. Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp »Lutkelaard" te
Hiaure. Pot van grijs gebakken op met vingerindruksels versierden voet, met wijden buik , nauwe opening , omgebogen rand , twee platte ooren en één tuit; bij de opening is in bruine kleur eenige versiering aangebracht. Hoogte 25,5 c.M. Middellijn 22,5 c.M. Potje van grijs en zwart gebakken aarde , met platten bodem , wijden buik , nauwere opening , opstaanden rand en met één oor. Hoogte 12 c.M. Middellijn 14,5 c.M. Fragment van een dergelijk potje van rood , zwart en geel gebakken aarde. Hoogte 11,5 c.M. Middellijn 13,5 c.M. Ruw bewerkt potje van zwart en grijs gebakken aarde met platten bodem, wijden buik , iets nauwere opening en met twee ooren. Hoogte 6 c.M. Middellijn 2,5 c.M.
54 Potje van geel en grijs gebakken aarde , met platten bodem, zeer wijden buik , iets nauwere opening , bijna recht opstaanden rand en met één oor. Hoogte 8,5 c.M. Middellijn 11 c.M. Besneden gedeelte van een ruw bewerkt potje van geel en donkergrijs gebakken aarde , met platten bodem en wijden buik, waarop in verschillende richting lijnen zijn aangebracht. Middellijn 9,5 c.M. Bovenstuk van een fleschvormig potje van grijs gebakken aarde , met tuitvormige, nauwe opening. Het potje is met verschillend loopende lijnen versierd. Middellijn 7 c.M. Cylindervormige steen , van geel gebakken aarde , in het midden waarvan overlangs een groot gat is geboord. Hoogte 5,5 c.M. Middellijn 9 c.M. Driehoekig gewicht van geelgrijs gebakken aarde ; in iedere hoek is overdwars een groot gat geboord. Loodlijn 10,5 c.M. Beenen schaats , bij ieder einde is een groot gat geboord. Loodlijn 10,5 c.M. Handvatsel van een pot of casserol , van rood en grijs gebakken aarde. Dergelijk , van grijs gebakken aarde. Een schedel van een mensch. Een schedel van een hond. Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp »Sieswerd" onder
Hichtum. Deksel van een potje van grijs gebakken aarde, waaraan een oortje; onder het oortje is een gleuf. Middellijn 6,5 c.M. Steenen bakje van grijs gebakken aarde. Middellijn 6 c.M. Beenen dobbelsteen. Lengte der zijden 2 c.M. Schijfvormig gewicht van rood en donkergrijs gebakken aarde. Middellijn 10 c.M. Been van een dier , aan het eene einde spits afgesneden en overlangs uitgehold. Lengte 10,7 c.M. Been van een dier , aan het eene einde spits afgesneden. Lengte 14 c.M. Ruw bewerkte beenen haaniaald. Lengte 12 c.M. Beenen haarnaald. Lengte 12 c.M. Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp te Jelsiim , eigen aan de Heeren C. en T. Velstra. Fragment van een schedel van een hond. Een schedel van een konijn. Gevonden in de terp »Bilgaard" onder Leeuwarden.
55 G-lad o-emaakte punt van een hertshoorn , aan het ondereinde is een groot gat geboord. Lengte 13 c.M. Vier hoornpitten van runderen. Een slagtand van een wild varken. Een schedel van een hond. Tand van een wild varken. Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp te Menaldum. Kraal van grijs gebakken aarde. Middellijn 3,2 c.M. Hooge kraal van zwart gebakken aarde, met lijnen versierd. Middellijn 3,5 c.M. Kraal van zwart gebakken aarde , aan de eene zijde eenigszins puntig opkopende en met lijnen versierd. Middellijn 3 c.M. Kraal van oranjebrnin gebakken aarde , eenigszins verglaasd. Middellijn 5 c.M. Bronzen voorwerp. Lengte 9,5 c.M. Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp te Schraard. Groote , rood , wit en blauw bewerkte glazen kraal. Hoogte 4 c.M. Middellijn 3,2 c.M. Gevonden bij het afgraven van het land »de Stadsfenne" genaamd , te Stavoren. Been van een dier , aan het eene einde aangepunt. Lengte 20 c.M. Dergelijk. Lengte 19 c.M. Dergelijk. Lengte 15,5 c.M. Dergelijk. Lengte 13,5 c.M. Dergelijk. Lengte 12 c.M. Dergelijk. Lengte 12,5 c.M. Dergelijk. Lengte 11,5 c.M. Dergelijk. Lengte 11,2 c.M. Bovengedeelte van een schijfvormig gewicht , van roodgrijs gebakken aarde. Middellijn 10,5 c.M. Been van een dier , aan het eene einde plat. Lengte 22 c.M. Beenen haarnaald. Lengte 11,7 c.M. Been van een dier, aan het eene einde aangepunt en overlangs uitgehold. Lengte 18 c.M. Dergelijk. Lengte 13 c.M. Afgesneden punt van een hertshoorn. Lengte 12,5 c.M. Afgebroken punt van een hertshoorn , aan het boveneinde besneden. Lengte 10 c.M. Afgesneden puntje van een hertshoorn , glad gemaakt. Lengte 3,2 c.M.
56 Helft van een runderknokkel, in het midden is een gat geboord; vermoedelijk als knoop gebezigd. Middellijn 4,3 c.M. Schijfje uit een potscherf vervaardigd, in het midden is een gaatje geboord. Middellijn 5 c.M. Fragment van een hoefijzer. Lengte 11,5 c.M. Fragment van een been van een dier , waaraan men begonnen is te snijden. Nog lang 12,5 c.M. Aan beide einden afgebroken been van een vogel, överlangs uitgehold. Nog lang 12,3 c.M. Fragment van een been van een dier, överlangs uitgehold. Nog lang 15,5 c.M. Bolvormige pot van grijsgeel en zwart gebakken aarde, met wijde opening en omgebogen rand. Hoogte 19 c.M. Middellijn 21,5 c.M. Driehoekig , aan beide einden afgebroken steenen staafje ; aan het eene einde is een gaatje geboord. Nog lang 5 c.M. Schijfje uit een potscherf van grijs en rood gebakken aarde. Middellijn 5,5 c.M. Steenen kraal van rood en grijs gebakken aarde. Middellijn 1,5 c.M. Beenen schaats. Lengte 22 c.M. Brokstuk van een been van een dier , aan het einde aangepunt en överlangs uitgehold. Lengte 9,5 c.M. Dergelijk. Lengte 9,5 c.M. Platte beenen kraal. Middellijn 3,2 c.M. Groot been van een dier, aan het eene einde aangepunt en överlangs uitgehold. Lengte 19 c.M. Twee hoeven van paarden. Voorhoofdsbeenderen van runderen , zonder hoornpitten. Onderkaak van een schaap. Schedel van een kat. Drie slagtanden van wilde varkens. Een schedel van een bok. Eenige beenderen van dieren. Verschillende tanden van dieren. Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp op het Oudland , onder Stiens, eigen aan den heer K. J. Kalma. Beenen schaats, bijna geheel afgesleten. Lengte 25 c.M. Dergelijke. Lengte 21 c.M. Been van een dier , aan de eene zijde glad. Lengte 20,5 c.M.
57 Fragment van een dergelijk. Nog lang 18 c.M. Dergelijk. Nog lang 12 c.M. Dergelijk. Nog lang 14 c.M. Gladffemaakt been van een dier , aan het eene einde aange.punt. Lengte 18 c.M. Helft van een been van een dier, waaraan men aan ééne zijde begonnen is te snijden. Lengte 11 c.M. Beenen mesheft, waaraan nog een fragment van een nies aanwezig is. Lengte van het heft 7 c.M. Beenen opsteekkam. Lengte 14 c.M. Balletje van grijs en donkergrijs gebakken aarde, aan de eene zijde eenigszins eivormig oploopende. Middellijn 2 c.M. Twee schedels van honden. Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp te T68PnS. Been van een dier , bij ieder einde, is een gat geboord. Lengte 28 c.M. Beenen haarnaald , in het midden is een gat geboord. Lengte 10,5 c.M. Vierkant beenen staafje , ruw besneden. Lengte 8,3 c.M. Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp te Tirns. Bolvormige pot van zwart gebakken aarde , met wijde opening en eenigszins omgebogen rand. Hoogte 17 c.M. Middellijn 18,5 c.M. Rand van een pot van grijs gebakken aarde. Handvatsels van casserollen. Schijfvormig gewicht van geelgrijs gebakken aarde. Middellijn 10,5 c.M. Dergelijk. Middellijn 10 c.M. Dergelijk. Middellijn 10,5 c.M. Dergelijk, (defect). Middellijn 10,5 c.M. Dergelijk , met vier vingerindruksels versierd. Middellijn 10 c.M. Dergelijk, met vijf vingerindruksels versierd. Middellijn 11,5 c.M. Beenen schaats. Lengte 27,5 c.M. Kraal van zwart gebakken aarde. Middellijn 2,8 c.M. Kraal van grijs gebakken aarde. Middellijn 3 c.M. Kraal van grijs gebakken aarde. Middellijn 3,3 c.M. Platte beenen kraal. Middellijn 4,4 c.M. Fragment van een elger (veelpuntige vischhaak). Al deze voorwerpen zijn gevonden in de Woudterp bij Tjerkwerd. Zilveren pennetje , waaraan een halve maan is bevestigd. Ooren van potten,
58 Oor van een pol van geel gebakken aarde, die aan den hals mei vele iupuntingen is versierd. Handvatsel van een zeer zware kan of kruik. Twee handvatsels van casserollen. Brokstukken van potten. Bodems van potten. Randen van potten. Potscherf van zwart gebakken aarde, van buiten geglansd en met lijnen en kruislijneu versierd. Potscherf van grijs gebakken aarde , met lijnen , kruislijnen en inpuntingen versierd. Scherf van een pot van roodgeel gebakken aarde met vierkante inpuntingen versierd. Fragment van een deksel van een pot van geelrood gebakken aarde. Brokstuk van een zeer zware pot van geelrood gebakken aarde. Schijfvormig gewicht van rood gebakken aarde. Middellijn 10 c.M. Driehoekig gewicht van grijs gebakken aarde, in ieder der drie hoeken is een groot gat geboord. Loodlijn 12 c.M. Kubusvormige steen van graniet, vermoedelijk werpsteen. Lengte der zijden 5 c.M. Voorwerp van rosé en grijs gebakken aarde in den vorm van een voetstuk of handvatsel van een pot, in het midden waarvan een gaatje is geboord. Middellijn 4,5 c.M. Dekseltje van een potje , waarvan het handvatsel is afgebroken , van rood en zwart gebakken aarde. Middellijn 5 c.M. Spinsteentje van rood en geel gebakken aarde. Middellijn 3 c.M. Hooge kraal van donkergrijs gebakken aarde. Middellijn 3 c.M. Beenen handvatsel van een dolk of zwaard , defect. Nog lang 15,5 c.M. Helft van een runderknokkel, aan de bolle zijde afgeplat, in het midden is een gaatje geboord; vermoedelijk als knoop gebezigd. Middellijn 4,4 c.M. ' IJzeren hamer. Lengte 16 c.M. IJzeren voorwerp. Lengte 14,5 c.M. Driehoekig ijzeren voorwerp. Lengte 7 c.M. Ronde bronzen fibula. Middellijn 2,9 c.M. Bronzen fibula van zeer vreemden vorm. Lengte 6,7 c.M. Fragment van een bronzen voorwerp. Fog lang 11,5 c.M. Fragment van een bronzen voorwerp.
59 Beenen hatidvatsel van een haarkam, mei lijnen en cirkels versierd. Lengte 10,3 c.M. Smeltkroesje. Middellijn 4 c.M. Geele met roode lijnen doorwerkte porceleinen kraal. Middellijn 2 c.M. Plat beenen schijfje , in het midden is een gaatje geboord. Middellijn 2,2 e.M. Al deze voorwerpen zijn gevonden in de terp te WinSUIÏl. Koperen spoor , gevonden bij het afgraven van de terp te BeetCjUm. Steenen kogel. Middellijn 10,5 c.M. Dergelijke. Middellijn 10 c.M. Dergelijke. Middellijn 10 c.M. Dergelijke. Middellijn 10 c.M. Dergelijke. Middellijn 8,5 c.M. Deze kogels zijn gevonden bij het afgraven van de terp te AflIzUîïl. Zilveren mesheft, waarop aan de eene zijde schaatsenrijdetide mannen en op de andere zijde een hardrijderij op schaatsen is gedreven. Oude schaaf, waarop het jaartal »1753." Koperen brillenhuis , waarin de helft van een lui ij pb ril. Zilveren zegelstempel der stad Franeker. Drie paternosterkralen, gevonden bij het afgraveti van de terp
te Aalzum. Steenen
kogel.
Middellijn
10 c.M.
Gevonden in de terp te
Aalzum. Gedeelte van een aardmanspijpje , gevonden bij het afgraven van de terp te Aalzum. Kan van geel gebakken aarde met geribden voet eti één oor. Hoogte 21 c.M. Bruin steenen kannetje (verglaasd) mei geribden voet en één oor. Hoogte 14,5 c.M. (defect). Steenen Jacobakannetje (defect). Dergelijk , grijs (defect). Deze vier kannetjes zijn gevonden bij het doen van graafwerk voor de cellulaire gevangenis te Leeuwarden. Jacobakannetje. Gevonden bij het afgraven van de terp té WiriSUm. Vaasje of bekertje van bruin gebakken aarde (verglaasd). Hoogte 11,5 c.M. Alsvoren gevonden. Steenen kogel. Middellijn 14 c.M. Dergelijke. Middellijn 11,5 c.M.
60
Dergelijke. Middellijn 10,f) c.M. Dergelijke. >. 10,5 » .Dergelijke. » 1.0,6 >> Dergelijke. >> 10 » Dergelijke. » 9,8 » Dergelijke. » 8,8 » Dergelijke , langwerpig. Middellijn 9 c.M. Dergelijke. Middellijn 9 c.M. IJzeren kogel. Middellijn 8,5 c.M. Dergelijke. Middellijn 7,8 c.M. Deze kogels zijn gevonden bij het doen van graafwerk voor den bouw van de cellulaire gevangenis te Leeuwarden. Fragment van een deksel van een pot; het bovenvlak met figuren versierd. Gevonden bij het afgraven van de terp ,, Sieswerd" onder Hichtum. Een grittelsteen. Gevonden bij het afgraven van de terp ten zuiden van Achlum. IJzeren haardplaat, waarop een bloemstuk is geschilderd. Twee zoogenaamde friesche moppen. Gevonden bij het afgraven van de terp te Beetgum. Vierkante estrik. Gevonden alsvoren. Scherf van een baardmankruikje. Gevonden alsvoren. Beenen mesheft, eenigszins bewerkt. Gevonden bij het afgraven van de terp Lutkelaard onder Hiaiire. Beenen achthoekig mesheft, waarop in het bruin gekleurde versieringen zijn aangebracht. Gevonden alsvoren. Koperen sleutel , waaraan een koperen sleutelring. Looden plaatje , waarop twee menschen figuren bij een booiri ; vermoedelijk een loodgieters-gildeproei. Steenen aardbezienkop, waarop het wapen van Leeuwarden en het jaartal »1785." Schoolbord , het blad besneden en waarop de letters »B. I." Gevelsteen , waarop een in de steen gehouwen burcht met hanen op den top; vroeger geplaatst geweest in het huis » Hanenburg", hetwelk gestaan heeft op den hoek van de Berlikumermarkt en de
Ossekop te Leeuwarden. Hooge kruik , waarop een deksel. Hoogte 77 c.M. Middellijn 54 c.M. Fraai in hout gesneden vergulden top van een mast van een schip. Ovaalvormig plat stuk lood , waarop op hei bovenvlak tweemaal
61 het wapen van Leeuwarden , tweemaal het wapen van de familie Haersma en het jaartal »1758." Gevonden bij het opgraven van een steenen vloer in een huisje te Slirhuisterveen. Beeldje van de Heilige Barbara , van gebakken aarde. Gevonden bij het afgraven van de terp Lutkelaard onder Hiaure. Lederen meskoker , fraai bewerkt, waarop het jaartal »1765." Beenen mesheft. Gevonden bij het afgraven van de terp te
Aalzum. Koperen .schoenaantrekker. Aardmanspijpje. Gevonden bij het afgraven van de terp op hel Oudland onder StienS , eigen aan den heer Kalma. Groote ronde houten tabaksdoos , van binnen met lood bekleed en met koperen beslag. Twee brokstukken van een pan of pot. Gevonden bij het afgraven van de terp te Beetgum. Oude kruik van rood gebakken aarde. Gevonden alsvoren. Bruine steenen paternosterkraal. Gevonden bij het afgraven van
de terp te Schraard. Borstel , met gepolijst eikenhout met gedreven zilver beslagen handvatsel. Hoornen schoenaantrekker, fraai besneden en waarop het jaartal 1579 is gesneden. Fraai besneden eikenhouten mangelplank, waarop , tusschen de figuren , de navolgende woorden zijn ingesneden : »Wast schöo / Mangelt / Glat of ick / Sla je voor je g. . . . " Langwerpige geel koperen tabaksdoos. Op het deksel is een zeehaven met binnenkomende schepen , op den bodem een robbenvangst gegraveerd. Op de voorzijde staat: »K. H. Westra." Drie roode en één groen verglaasde vloertegel. Gevonden bij het afgraven van de terp te Beetgum. Platte ronde steen van gebakken aarde, waarop een vrouwenhoofd. Middellijn 5.3 c.M. Steenen pilaar, waarop, tusschen vruchten en bloemen, het wapen van het geslacht Grovestins is gehouwen. Een zonhoed. Een uitgesneden eikenhouten stoof, blauw en wit beschilderd. Lederen koker ter berging van messen en andere gereedschappen, waarop de letters »S. B." en het jaartal »1782" zijn geslagen. Een paar ijzeren handschoenen van malienwerk. Oude schaaf, waarop het jaartal »1788."
62 Verlakt theeblad, waarop eene afbeelding van den vrijheidsboom voor het stadshuis te Leeuwarden. Drie zoogenaamde friesche moppen. Gevonden bij het afgraven van de terp te Beetgum. Groot pistool met vuurslag. Fraai ingelegde ivoren snuifdoos met zilveren beslag ; aan de binnenzijde van het deksel is in miniatuurschildering het portret van prinses Maria Louisa op jeugdigen leeftijd. Fragment van een steenen kaarsenstander van rood gebakken aarde. Gevonden bij het al'graven van de terp te BÜgaard, onder
Leeuwarden» Twee paternosterkralen , de eene bruin , de andere wit. Gevonden bij het afgraven van de terp te Winsum. Groote pot (van rood gebakken aarde met platten bodem , bijna recht oploopende wanden , nauwe opening en recht opstaanden rand ; «Ie pot is van binnen verglaasd. Hoogte 41,5 c.M. Middellijn 29 c.M. Dergelijke. Hoogle 39 c.M. Middellijn 26,5 c.M. Beide gevonden bij het afgraven van de terp te Beetgum. Dergelijke. Hoogte 32,5 c.M. Middellijn 21 c.M. Dergelijke. Hoogte 32,5 c.M. Middellijn 20,5 c.M. Dergelijke, van binnen niet verglaasd. Hoogte 33 c,M. Middellijn 20 c.M.' Dergelijke. Hoogte 40 c.M. Middellijn 27,5 c.M. Dergelijke. Hoogte 33 c.M. Middellijn 20,5 c.M. Deze vijf potten zijn gevonden bij het afgraven van de lerp onder
Jelsum. Dergelijke. Hoogte 41 c.M. Middellijn 28,5 c.M. Dergelijke, van binnen niet verglaasd. Hoogte 33,5 c.M. Middellijn 20 c.M. Gevonden bij hel afgraven van de terp ten zuidwesten van de
kerk te Finkum. Dergelijke. Hoogte 39,5 c.M. -Middellijn 28,5 c.M. Dergelijke. Hoogle 33 c.M. Middellijn 20,5 c.M. Beide gevonden bij het afgraven van de terp te HitZlMI. Portret eener dame in de kleederdracht van omstreeks 1820. In olieverf op doek. Hoogte 47 c.M. Breedte 39,5 c.M. Een stil leven : tafel, waarop eet- en drinkwaren. In olieverf op doek. Hoogte 56 c.M. Breedte 63 c.M. Een schilderij (de Kaakbrug , de tegenwoordige Brol te Leeirn ar
63
den). In olieverf op doek, door A. Beerestraaten , 1662). Hoogte 1,90 M. Breedte 1,28 M. Portret eener dame in friesche kleederdracht van omstreeks 1835—1850. In olieverf op doek. Hoogte 38,5 c.M. Breedte 33,5 c.M. Schilderij in olieverf op doek door H. Schaaft', voorstellende een aan een lessenaar zittende bejaarden man. Vóór hem staan twee jongere mannen. Hoogte 92 c.M. Breedte 89,5 c.M. Teekening in O.-l. inkt, door A. Martin, van twee deuren, vroeger geplaatst in »Martena Stins" te Franeker. Drie grafsteenen in de kerk te Workum. Teekeniugen in 0.-1. inkt door A. Martin. Verschillende lijsten van harddraverijen en hardrijderijen te Leeuwarden gehouden. Verschillende Nederlandsche stads- en dorpsgezichten. Grafsteen op het kerkhof te Huizi.m. Teekening in 0.-1. inkt door A. Martin. Teekening in kleuren, door A. Martin , van muurtegels aanwezig in een huis in de Schrans onder Huizum, eigen aan de Wed. Fennema. Alsvoren in het huis van Andringa op het Zwitserschwaltje te Leeuwarden. Twee stuks teekeningen van gangen en gewelf bogen in dekosterij der Groote kerk te Leeuwarden (het voormalig Jacobijner klooster). Teekening van een gangpoort in het huis van den heer A. Beintema te Leeuwarden. Teekening van een gangpoort in het huis van den heer Wakkers in de Bagijnestraat te Leeuwarden. Teekening van een fraai gesneden schoorsteenmantel , aanwezig in het huis van den heer A. de Wijn, aan de Voorstreek te Leeuwarden. Teekening van een gevelsteen , aanwezig in den gevel van de azijnfabriek van Van Slooten & Hamstra, in de Haniasteeg te Leeuwarden. Teekening van een gangpoort, aanwezig in het huis op de zuidwestzijde van de Nieuwe Oosterstraat te Leeuwarden. Teekening van een fraai gesneden schoorsteenmantel in het huis van den heer Sjerps , in de Nieuwesteeg te Leeuwarden. Teekening van den gevel van het huis bewoond door den heer S. Vinken , in de Bagijnestraat te Leeuwarden. Teekening van den gevel van het huis aan de Wortelhaven te Leeuwarden, bewoond door den heer S. Sanders.
(54 Teekening van den gevel van het huis van den lieer Zijlstra , hoek Nauw en Groote Hoogstraat te Leeuwarden. Alsvoren van het huis op den hoek van de Turfmarkt en de Tuinen te Leeuwarden , bewoond door den heer Simmer. Alsvoren van het huis van den heer van Baaien , op het Noord te Franeker. Alsvoren van het huis waarin het Planetarium is , te Franeker. Teekening van twee gevels van huizen op de Groentemarkt en Tuinen te Franeker. Al deze teekeningen , in O.-I. inkt, zijn vervaardigd door den. heer A. Martin , te Leeuwarden. Teekening van »Groot Heerema State" te Zweins (afgebroken in 1814). Naar een bestaande teekening, in O.-I. inkt door A. Martin. «Leerzaam huisraad vertoond in vijftig konstige figuren met Godlijke spreuken en stichtelijke verzen." De platen gegraveerd door Jan Luiken. IiEEinvARDEN , December 1890. CORBELIJN BATTAERI).
t
Genootschappen en Inrichtingen, WELKE IN CORRESPONDENTIE STAAN MET HET
FRIESCH GENOOTSCHAP.
A.
BUITENLANDSCHE.
'1. Gesellschaft für bildende Kunst und Vaterl. Alterthümer, zu Einden . _-. Oldenburger Landesverein für Alterthumskunde, zu Oldenburg. 3. Künstler-Verein für Bremische Gesch. u. Alterthümer, zu Bremen. 4. Verein für Gesch. und Alterthümer der Herzogthümer Bremen und Verden, zu Stade. 5. Gesammt-Verein, zu Hannover. 6. Histor. Verein für Medersachsen, zu Hannover. 7. Verein für Lübeckische Geschichte und Alterthumskunde , zu Lúbeck. 8. Der anthropologische Verein in Schleswig-Holstein, zu Kiel. 9. Gesellschaft für Schleswig-Holstein-Lauenburgische Geschiehte, zu Kiel. 10. Verein für Mecklenburgische Gesohiehte, zu Schweriu. 11. Königl. und Universitäts-Bibliothek, zu Königsberg. 12. Physikalisch-Okonomische Gesellschaft, zij Königsberg.
13. Historische Gesellschaft für die provinz Posen, zu Posen. 14. Histor. Verein, zu Osnabrück, 15. Harz verein für Gesch. und Altherthümer, zu Wernigrode. 16. Verein für Thüringische Gesch. und Alterthumskunde, zu Jena. 17. Bergisehes Geschichtsverein, zu Elberfeld. 18. Der Aachener Gesch ichts verein, zu Aachen. 19. Verein für Alterthumsfreunde im Rheinlande, zu Bonn. 20. Der Oberhessischer Geschichtsverein, zu Giessen. 21. Kaiserl. Universitäts und Landes Bibliothek, zu Strassburg. 22. Verein für Kunst und Alterthum in Ulm u. Oberschwaben, zu Ulm. 23. Das Germanisches Museum, zu Nürnberg. 24. Histor. Verein der Oberpfalz und Regensburg, zu Regensburg. 25. Königliche Akademie gemeinnütziger Wissenschaften, zu Erfurt. 26. Voigtläudische Alterthumsforschende Verein, zu Hohenleuben. 27. Alterthumsverein für Zwickau und Ümgegend , zu Zwickau. 28. Verein für Chemnitzer Geschichte, zu Chemnitz. 29. Verein für Geschichte der Stadt Meissen, zu Meissen. 30. Geschichts- und Alterthumsforschende Verein, zu Leisnig. 31. Kaiserl. Königl. Geogr. Gesellschaft, zu Wien. 32. Histor. Verein für Steiermark, zu Grátz. 33. La Bibhothèque Royale de Copenhague. 34. Societé Royale des Antiquaires du Nord, à Copenhague. 35. La Bibhothèque de 1' université royale de Norvége, à Christiania.
36. Kong. Vitterhets Historie och Antiquitets Akademien , Stockholm. 37. Die gelehrte Esthnische G-esellschaft, zu Dorpat. 38. La Societé des Antiquaires de France, à Paris. 39. La Societé des Antiquaires de Picardie, à Arniem. 40. La Societé historique de Compiègne. •41. La Societé Française d' Archéologie pour la conservation des monum. histor., à Tours. 42. L' Institut Royal Grand Ducal de Luxembourg. 43. La Bibliothèque Royale de Belgique, à Bruxettes. 44. La Societé scientifique et litteraire, à Tongres. 45. La Societé des Sciences, des Arts et des Lettres du Hainaut, à Mons. 46. De Kon. Vlaamsche Academie voor taal- en letterkunde, te Gent. 47. Oudheidk. Kring van het land van Waes, te St. Nicolaes (Vlaanderen). 48. L' Institut Archéologique, à Liége. 49. The philological Society, London. 50. Manchester Literary and PMlosophical Society, Manchester. 51. Public Library at Melboume (Australië.) 52. The Smithsonian Institution, Washington. 53. The American Assooiation for the Advancement of Science, Salem. 54. American philosophical society, at Philadelphia. 55. Museu Nacional do Rio de Janeiro. 5(3. Bataviaasch Genootschap van Kunsten en Wetenschappeu. B.
BINNENLANDSOHE.
1. De Provinciale Bibliotheek, te Leeuwarden. 2. De Stedelijke Bibliotheek, te Leeuwarden.
3. Het Selskip lor Priske tael- en schriftenkennisse , te Leeuwarden. 4. Het Gymnasium, te Leeuwarden. 5. De Rijks Hoogere Burgerschool, te Leeuwarden. 6. Het Leesmuseum, te Groningen. 7. Het Provinciaal Museum v. Oudheden in Drenthe, te Assen. 8. De Vereeniging voor Qverijsselsch Recht en Geschiedenis, te Zwolle. 9. De Stadsbibliotheek , te Deventer. 10. De Bibliotheek der gemeente Kampen. 11. Het Historisch Genootschap, te Utrecht. -12. Het Provinciaal Utrechtsch Genootschap, te Utrecht. 13. De Universiteits-bibliotheek, te Leiden. 14. De Maatschappij van Nederl. Letterkunde, te Leiden. 15. De Koninklijke Bibliotheek, te 's Gravenhage. 16. De Heraldische Vereeniging »de Nederlandsche Leeuw", te 's Gravenhage. 17. De Vereeniging sde Nederlandsche Heraut", te's Gravenhage. 18. Het Nederlandsch Familieblad, te 's Gravenhage. 19. Het Leeskabinet, te Rotterdam. 20. Gemeente-Bibliotheek van Rotterdam. 21. Teyler's Genootschap, te Haarlem. 22. De Stedelijke Bibliotheek , te Haarlem. 23. Het Koninklijk Oudheidk. Genootschap, te Amsterdam. 24. De Koninklijke Academie v. Wetenschappen , te Amsterdam. 25. De Universiteits-bibliotheek, te Amsterdam. 26. Het Zeeuwsch Genootschap van Wetenschappen, te Middelburg. 27. Het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in N. Brabant, te 's Hertogenbosch.
28. La Societé Hiatorique et Archéologique de Limbourg, te Maastricht. 29. Aartsbisschoppelijk Archief, te Utrecht. 30. Stedelijk Archief, te Alkmaar. 31. Nederl. Maatschappij ter bevordering van Nijverheid, te Haarlem.. De Verslagen worden verzonden aan het kabinet van Oudheden , te Groningen, de Commissie tot bewaring van voorwerpen van Geschiedenis en Kunst, te Nijmegen , het Rijks Museum van Oudheden, het Stedelijk Museum , te Leiden , de Vereeniging »Rembrandt", te Amsterdam, de Redactie van »de Nederl. Spectator", te 's Hage, en aan Dr. P. Hettner, te Trier, als redacteur van het Westdeutsehe Zeitschrift.