Aan hen, die het Friesch Genootschap,
of het aan dit Genootschap
in eigendom toebehoorende Friesch Museum, persoon
dat zelf geen rechts-
is, bij uitersten wil zouden willen gedenken, wordt de
volgende formule aanbevolen:
„Aart het Friesch Genootschap van Geschied-, Oudheid- en Taalkunde te Leeuwarden de som van Desverkiezende met de vermelding „vrij van
rechten".
.1 fm •Mt,-.f*at-*i"t#iï #»to»iriftHiWft
jiiilÉMÉfiÉ^M
Honderd en vijftiende verslag VAN DE TOESTAND EN DE HANDELINGEN VAN HET FRIESCH GENOOTSCHAP VAN GESCHIED., OUDHEID. EN TAALKUNDE TE LEEUWARDEN OVER H E T JAAR 1943 (Uitgebracht in de Algemeene Ledenvergadering van 29 April 1944)
Geachte Aanwezigen! Het jaar 1943 is voor het Friesch Genootschap geen gunstig jaar geweest. De Algemene Ledenvergadering, die op 1 Mei 1943 zou worden gehouden, moest wegens de afkondiging van het standrecht, als gevolg van de Meistaking, op het laatste ogenblik worden afgelast, waardoor verschillende leden, die gedeeltelijk van verre waren opgekomen, zijn teleurgesteld. Om hen, die aan deze vergadering als nieuwe leden zouden worden voorgesteld, niet teleur te stellen, heeft het Bestuur hen als voorlopig lid van 't Genootschap aanvaard en in 't genot gesteld van de faciliteiten die de gewone leden genieten. Zij zijn allen door de Algemene Vergadering van 4 Sept. 1943 tot definitief lid benoemd. Gebrek aan personeel noodzaakte het Bestuur om het Friesch Museum gedurende de Zondagen te sluiten, terwijl het moeite heeft gekost de lopende werkzaamheden met de overgebleven krachten gaande te houden. Dank zij de ijver, die zij daarbij hebben betracht, is dit tot dusverre gelukt. Van de werkzaamheden door het Friesch Genootschap in 1943 verricht, verdient vermelding de restauratie van de grafzerk van Arjen Roelofs, den bekenden sterrenkundigen boer te Hijum. De steen verkeerde in een zeer slechte staat, maar is nu zodanig hersteld, dat hij het geruime tijd zal kunnen uithouden. Ook werd een aanvang gemaakt met de restauratie van een vijftal wandtapijten, die dreigden geheel verloren te gaan. Dank zij
2
de financiële steun van de provincie, is het eerste er van nu hersteld en zullen de andere weldra volgen. De tijdsomstandigheden hebben het Friesch Genootschap, helaas, belet in 1943 publicaties te doen verschijnen.
Het aantal leden van het Friesch Genootschap bedroeg op 31 December 1943: Gewone leden 775 Corresponderende leden 26 Buitengewone leden 18 Donatrices 3 Donateurs 1 Te zamen 823 In de loop van dit jaar ontviel aan het Genootschap een zijner buitengewone leden, n.1. Jhr. V. V. van Camminga te 's-Gravenhage. Van de gewone leden hebben er 10 voor het lidmaatschap bedankt en zijn er 15 gestorven, terwijl er 71 nieuwe leden toetraden. Een donatrice is overleden en een donateur werd benoemd. Op 4 September werd in de Schilderijzaal van het Friesch Museum de Algemene Ledenvergadering gehouden, waarin de aftredende bestuursleden, de Heren Mr. P. A. V. Baron van Harinxma thoe Slooten, Dr. A. P. Heerma van Voss en M. Wiegersma werden herkozen en hun herbenoeming aanvaardden. Op grond van het advies uitgebracht door de Heren H. H. Buisman en Mr. G. E. Kronenburg, werd de penningmeester, Mr. R. P. Cleveringa, met dank voor zijn zeer nauwkeurig beheer, door de vergadering van zijn financieel beleid over 1942 gedechargeerd. Na afloop van de vergadering hield de Heer M. P. van Buy tenen een belangwekkende lezing over „Oorsprong, betekenis en ontwikkeling van de Leppa", waarin hij o.m. aantoonde dat de Leppa oorspronkelijk een rechterlijk college was en eerst in 't laatst van de 15e eeuw zich met waterschapszaken is gaan bemoeien.
3
Het bestuur is thans samengesteld: Mr. Dr. Mr. Mr.
P. C. R. P.
A. V. Baron VAN HARINXMA THOE SLOOTEN, Voorzitter J. GUIBAL, Secretaris. P. CLEVERINGA, Penningmeester. C. J. A. BOELES, Conservator der ArchæoL- en numismatische afdeling tevens Bibliothecaris. N. OTTEMA, Conservator der ceramiek. Dr. A. L. HEERMA VAN VOSS, Conservator der handschriften. Dr. S. CUPERUS, Hardegarijp M. WIEGERSMA, Drachten. Dr. P. SIPMA. Museum-Commissie: N. OTTEMA, Voorzitter; Mr. P. C. J. A. BOELESDr. A. L. HEERMA VAN VOSS; Dr. A. WASSENBERGH, Secretaris. Redactie van „de Vrije Fries": Mr. P. C. J. A. BOELES, Voorzitter; Dr. S. CUPERUS; Dr. A. L. HEERMA VAN VOSS; Dr. C. J. GUIBAL. Directeur van 't Friesch Museum en Stania-State: Dr. A. WASSENBERGH. Amanuensis: E. J. PENNING.
De Secretaris: Dr. C. J. GUIBAL.
Honderd en zestiende en honderd en zeventiende verslag VAN DE TOESTAND EN DE HANDELINGEN VAN HET FRIESCH GENOOTSCHAP VAN GESCHIED-, OUDHEID- EN TAALKUNDE TE LEEUWARDEN. OVER DE JAREN 1944-1945. (Uitgebracht in de Algemene Ledenvergadering van 1 Juni 1946)
Geachte Aanwezigen! Ruim twee jaren zijn verlopen sinds het Friesch Genootschap de laatste maal, op 29 April 1944, een Algemene Ledenvergadering kon houden en het Bestuur verslag kon uitbrengen van zijn werkzaamheden. Het zijn twee jaren geweest waarin Nederland zijn zwaarste tijden heeft doorgemaakt sinds de Spaanse tyrannie in de 16e en de Franse in de 17e en 't begin van de 19e eeuw. Maar het is ook de tijd geweest waarin Nederland na bange jaren eindelijk weer het onwaardeerbare geluk mocht smaken vrij te zijn. Helaas hebben velen, al te velen, ook onder de leden van het Genootschap, dit geluk niet mogen meemaken, doordat zij als slachtoffers van de tyrannie zijn omgekomen. Na de bevrijding stond het Bestuur voor de vraag hoe te handelen met die leden, die tijdens de bezetting geheuld hebben met den vijand of blijk hebben gegeven van een onvaderlandslievende gezindheid. Het Bestuur heeft gemeend in de geest van 't Genootschap te handelen door hen allen, ten getale van negentien, benevens vier leden van Duitse en één van Italiaanse nationaliteit, van het lidmaatschap vervallen te verklaren. Het brandgevaar maakte nodig dat in 1944 de bovenverdieping van het Friesch Museum werd ontruimd, hetgeen later eveneens met de Hindeloper kamer is geschied. In 't begin van 1945 is een deel van de porseleinschat naar een veiliger oord in de provincie overgebracht. Het Genootschap slaagde er in opnieuw Stania-State voor vijf jaar te huren van het Sint-Anthonie-gasthuis. Een inventarisatie van de terpen in Friesland leverde het verrassende resultaat op dat, in plaats van 500
)
5
terpfen ZOals geschat werd, zich 700 in deze provincie beviiiden, waaronder vele kleine. Het Bestuur heeft een nieu we terpenkaart laten tekenen door den heer Kingma. Verschillende pogingen door Duitse en NationaalSocialistische instanties ondernomen om in het Friesch Museum tentoonstellingen te organiseren, konden worden afgewend. Behalve het jaarverslag over 1942 verschenen in 1944 geen publicaties van het Genootschap. Ook van het houden van lezingen werd afgezien. Op de Algemene Ledenvergadering, gehouden op 29 April 1944 in de Schilderij zaal van het Friesch Museum, werden de aftredende Bestuursleden Mr. P. C. J. A. Boeles, Dr. S. Cuperus en Dr. C. J. Guibal herkozen. Zij aanvaardden hun herbenoeming. Aangezien het raadzaam leek geen publiciteit te geven aan de financiën van het Genootschap, o.a. met het oog op de steun verleend aan ondergedoken personeel, heeft de Penningmeester in 1944 geen rekening en verantwoording afgelegd, noch een begroting ingediend. Op 31 December 1944 bedroeg het aantal: Gewone leden 805 Corresponderende leden 23 Buitengewone leden 18 Donatrices 3 Te zamen 849 Van de gewone leden hebben er 14 bedankt en zijn er 15 gestorven, terwijl 58 nieuwe leden toetraden. Van de corresponderende leden stierven er 3, terwijl ook een donateur is overleden. Tenslotte had het Genootschap op 10 November 1944 het voorrecht den Heer Mr. P. A. V. Baron van Harinxma thoe Slooten vijfentwintig jaar als Voorzitter te mogen bezitten. Het inmiddels verschenen 38e deel van de Vrije Fries heeft U op de hoogte gebracht van de wijze waarop het Bestuur deze dag heeft herdacht en het hier aanwezige portret doet U zien welke blijvende herinnering aan dit feit het Genootschap heeft verworven. In 1905 besloot het Bestuur, in zijn vergadering van 14 Maart, om de Algemene Ledenvergadering, welke in April pleegt te worden gehouden, wegens de verbroken verbinding met het grootste deel van het land en met
6
het oog op het naderend oorlogsgeweld, voorlopig uit te stellen. Anderhalve maand later, op 2 Mei, kon het Bestuur zijn eerste vergadering houden na de bevrijding. Terstond werd besloten het Museum zo spoedig mogelijk in zijn oude toestand terug te brengen, waarbij de inmiddels weer opgedoken amanuensis Penning goede diensten bewees. De schilderijen kwamen uit de Sint Pietersberg onbeschadigd te voorschijn, zodat het Museum op 16 Juli weer kon worden geopend. Ook de bediende Hofstra, die naar Duitsland was gevoerd, kwam terug, maar zijn gezondheidstoestand maakte nodig dat hij geruime tijd moest liggen. Thans heeft hij zijn werkzaamheden weer hervat. De Penningmeester is er niet in geslaagd zijn boeken en kas af te sluiten, aangezien een deel der financiële bescheiden van 't Genootschap bij een accountant door de Duitsers werd vernietigd. Hij kan dus geen rekening en verantwoording afleggen en moet zich beperken tot de mededeling, dat de financiële toestand van het Genootschap bevredigend is. Met de geallieerde militaire autoriteiten stond het Friesch Genootschap op uitstekende voet. De soldaten van de geallieerden hadden vrije toegang tot 't Museum en voor hen werd een geïllustreerd gidsje uitgegeven, dat wat het Friesch Museum betreft werd opgesteld door de heren Dr. A. Wassenbergh en Mr. P. C. J. A. Boeles en vertaald in het Engels door Dr. H. Scherpbier. In 1945 trad het Friesch Genootschap toe tot de Friesche Cultuurraad. Op 31 December 1945 bedroeg het aantal: Gewone leden 744 Corresponderende leden 20 Buitengewone leden 12 Donatrices 3 Totaal 779 Van de gewone leden hebben er 38 bedankt en zijn er 23 gestorven. Van de corresponderende leden overleed er 1 en bedankten 2. Van de buitengewone leden overleed één, n.1. Mr. W. B. Buma te Marssum, terwijl er vijf bedankten. In 1944 en 1945 kwam geen wijziging in het Bestuur. De Secretaris: Dr. C. J. GUIBAL.
VERSLAG VAN DEN DIRECTEUR VAN HET FRIESCH MUSEUM EN STANIA-STATE. (1 JANUARI-31 DECEMBER 1943.)
Veiligheidsmaatregelen. In het lilde Verslag werd melding gemaakt van de veiligheidsmaatregelen, welke in 1939 genomen waren om de museuminventaris en het gebouw tegen oorlogsgeweld te beschermen. Een groot euvel bleek toen het gebrek aan een scherfvrij, ondergrondsch depot. Dank zij de bemoeiingen van de Kunstinspectie te 's-Gravenhage is dit jaar onder het museum een nieuwe, met een betonlaag overdekte kelder aangelegd. De ruimte onder het westelijk deel van de porseleinzaal kon worden uitgegraven, waardoor een ruim ondergrondsch vertrek ontstond. Door de zich hierin bevindende gemetselde voetstukken van de peilers van de porseleinzaal door een houten schot met elkaar en met den muur te verbinden, ontstonden twee afzonderlijke ruimten; de meest westelijke is ingericht tot depot van de archaeologische af deeling; in de andere werden de rolluiken van het schilderij endepôt geplaatst, benevens kasten voor kleederdrachten, zilveren voorwerpen en gipsafgietsels, terwijl een stelling langs den muur werd opgericht, welke gereserveerd bleef voor de eventueele ontruiming van het prentenkabinet. De reeds bestaande, onder het oostelijk gedeelte van de porseleinzaal gelegen aangrenzende kelder, die tot nu toe als werkplaats van den timmerman had gediend, werd ook met een laag beton overdekt en door het aanleggen van twee steenen muurtjes met ijzeren deuren, scherfvrij gemaakt. Hierin was reeds de porseleincollectie geborgen; vele antieke kasten, schilderijen en kleine voorwerpen vonden hier nu een bergplaats. De timmermanswerkplaats werd verplaatst naar de ruimte, grenzend aan de Koningstraat. De vloer van de porseleinzaal moest voor het opbrengen van de betonlaag worden opgenomen. Van deze gelegenheid werd gebruik gemaakt de planken, welke in
8
vullen toestand verkeerden, te laten afschaven, waardoor de porseleinzaal een beter aanzien heeft gekregen. Behalve met de kelders, heeft de Kunstinspectie zich bemoeid met het bovengrondsche gedeelte van het museum. Om uitbreiding van eventueele branden te voorkomen, werd een groot aantal ijzeren branddeuren en rolluiken aangebracht. De aanleg van deze veiligheidsmaatregelen stond onder leiding van architect Ir. J. J. M. Vegter. Personeel. Daar de amanuensis Penning en de schrijver Hofstra door afwezigheid hun functies niet meer konden waarnemen, werd A. Hollander tot suppoost aangesteld. Werkzaamheden. Er is een begin gemaakt met het aanleggen van een verzamling van reproducties naar schilderijen, waartoe de in het museum aanwezige veilingscatalogi veel materiaal leverden. De bibliothecaris van de Provinciale Bibliotheek stond ons een aantal goede reproducties af. In het voorjaar werden de, op last van de Duitschers uit de torens gehaalde klokken, geïnventariseerd, gefotografeerd en details in gips afgegoten. Het museumpersoneel, vooral amanuensis Penning, verleende bij het laatste uitstekende diensten. Dank zij de bemiddeling van Dr. A. L. Heerma van Voss, die de leiding van deze werkzaamheden had, kon het museum een volledig stel gipsafdrukken (ongev. 400) en meer dan 500 fotografieën verwerven. De gipsafdrukken werden geïnventariseerd en in speciaal daarvoor vervaardigde kasten in de nieuwe depots ondergebracht. Het prentenkabinet werd eenigszins gereorganiseerd. Door prenten en kaarten, die niet van belang waren, op te ruimen, kwam er meer ruimte vrij voor den Frieschen topógrafischen atlas. Aanwinsten. De aanwinstenlijst over 1943 is kleiner dan die van andere jaren en bevat slechts 58 nummers. Schenkingen en legaten. Door Mejuffrouw R. Geerlings te 's-Gravenhage werden twee portretten geschonken, voorstellende Freerk Fontein (geb. te Harlingen 31 December 1777, overl. aldaar 28 Februari 1843) en diens echtgenoote Eva van Dalsem (geb. te Harlingen 18 Juni 1777, overl. te Franeker 10 September 1846). Beide schilderijen zijn gesigneerd W. B. v. d. Kooi en gedateerd 1835.
9
Freerk Fontein, koopman te Harlingen, was één der oprichters van het Friesch Genootschap; de portretten zijn dan ook in de Bestuurskamer opgehangen. De schenking had plaats op verzoek van de vroegere eigenaresse, de thans overleden Mejuffrouw R. Fontein. Den heer F. Matak Fontein zijn we erkentelijk voor zijn bemiddeling. Een aardig miniatuur, geschilderd op goud, verkregen we van Ir. J. S. van Heloma, Mevrouw J. Q. Lugt—*ran Heloma en Dr. M. van Schouwen. Zooals op de achterzijde gegraveerd staat, stelt het voor Willem van Vierssen, o.a. schepen van Leeuwarden. Het is waarschijnlijk Friesch werk uit het Ie kw. der 17e eeuw. Mevrouw van Sminia-van Hoboken te de Steeg schonk het museum een fraai gedreven zilveren schotel. De rand is verdeeld in vier cartouches, versierd met zinnebeeldige voorstellingen van de vier jaargetijden. Het middenvak vertoont de alliantiewapens van Smina—van Eijsinga, waarschijnlijk die van Idsart van Sminia en Tjallinga Edonia van Eijsinga, die op 6 Mei 1714 huwden. De merken zijn: wapen van Amsterdam, jaarletter H en het meesterteeken H.N. (aan elkaar). In de catalogus van de tentoonstelling van Friesch zilver van 1927, waar de schotel voorkomt onder no. 77, wordt de jaarletter H op 1660 gesteld, wat klopt met de stijl van het kwabornament. Zeer waarschijnlijk zijn de wapens pas in of nà 1714 op de schotel gegraveerd. Bij Voet, Merken van Amsterdamsche Goud- en Zilversmeden, wordt de schotel niet genoemd. Mejuffrouw Hudig, conservatrice van het Rijksmuseum, wist geen 17e eeuwschen zilversmid in Amsterdam te noemen, op wien de initialen H.N. kunnen slaan. Eenig belangrijk damast kregen we van Mejuffrouw E. Höpink te Enschede, o.a. een fraai 17e eeuwsch servet met ingeweven de geschiedenis van den Verloren Zoon, welke voorstelling teruggaat op een patroon van ongeveer 1550. De Heer D. J. Kamminga te Dokkum, die zich interesseert voor het visscherijbedrijf te Wierum, Paesens en Moddergat, was zoo goed ons eenige voorwerpen, die in dit bedrijf gebezigd worden, te schenken, n.1. de zgn. „splijten", een houten voorwerp waarop de vischhaken worden geschoven en de „koustermoule", bestaande uit
10 een houten lat. waaruit het midden is gesneden, en waarin drie klossen zijn aangebracht, dienende om touw te verdubbelen. De visscherij van genoemde plaatsjes, welke van ouden datum is, werd in de rampjaren 1883 en 1903, toen groote stormen de visschersvloten zoo goed als vernietigden, de nekslag toegebracht. Thans wordt de visscherij nog wel algemeen, doch op kleine schaal beoefend. Men vischt met haken, waaraan groote wormen, welke in het Wad worden gevonden, zijn geslagen. Vroeger werden die wormen door de vrouwen gedold, welke daarvoor een speciale kleeding hadden. Een schoolplaat, waarop die vrouwen voorkomen, hoort bij de schenking. Van den Heer Fokke Hofman te Kollum kreeg en kocht het museum een aantal zilversmidswerktuigen als: hamers, aambeeld, trekbank en bijbehooren, smeltkroesjes en voorwerpen, gebruikt bij het vervaardigen en herstellen van oorijzers. Hofman was een der laatste zilversmeden, die een oorijzer nog volgens de regels der kunst kon maken en restaureeren. De zaak Hofman te Kollum, die vermaardheid heeft verworven met het maken van Friesche, Drentsche en Scheveningsche oorijzers, werd ongeveer 1850 opgericht door Fokke Hofman Sr., die na zijn dood in 1890 opgevolgd werd door zijn zoon Gerke, die in 1918 overleed. De kleinzoon Fokke Hofman zette de zaak voort tot 1943, in welk jaar ze werd opgeheven. Verder vermelden we nog een schenking van Mevrouw J. Hannema—Wiersma te Buitenpost, bestaande uit een mangelplank en twee fraaie bedeldekens, gedateerd 1848 en 1851. Er moet veel bij vrienden en kennissen gebedeld zijn, voordat het groote aantal kleurige lapjes, waaruit deze dekens bestaan, bijeengebracht was. Wijlen mevrouw Antje Baarda, weduwe van Doede Kalma, legateerde aan het museum een fraai breed gouden oorijzer met mutsen, spelden en veeren. Onderhoud verzamelingen. Een belangrijk wandtapijt uit de Bisschopcollectie werd in het Frans Hals museum gerestaureerd. Mej. Dr. G. T. van IJsselstein, onder wier kundige leiding de herstelling plaats vond, schreef hierover het volgende rapport.
11 „RAPPORT over de restauratie van het Middenrijnsche wandtapijt uit de collectie-Bisschop, voorstellende de Wijze en de Dwaze Maagden en Eliëzar en Reoecca. Het tapijt, dat waarschijnlijk gediend heeft als bruidsgeschenk, gezien de zeer rijke bewerking met metalen draden, is afkomstig van een Middenrijnsch, waarschijnlijk Mainzer atelier (dit is te zien aan de speciale wijze, waarop de verschillende kleuren rechtstandig onderling zijn ingetand), dat door vrouwen werd gedreven. Het is z.g. Heidnischwerkerei, uitgevoerd hautelisse op een staand getouw. Het heeft dit uitzonderlijke in de manufactuur, dat het aan beide staande zijden is afgewerkt met een kelim-randje als een kantje en dat het geheel omgeven is door een breeden, donkeren rand met vogels op de wijze der groote Vlaamsche tapijten. Randen komen bij dit soort tapisserie niet voor. Het tapijt draagt het jaartal 1589, maar ziet er zoo archaïstisch uit, dat men het op het eerste gezicht honderd jaar ouder zou taxeeren. Het is echter met zijn als borduursel bewerkte onderdeelen in de kleeding en zijn contoureering technisch van de uiterste verfijning. Het tapijt was niet erg kapot op het eerste gezicht. Het had een groote brandvlek in de figuur van den bruidegom, een aantal gleeën en een groote scheur in het tafereel van Eliëzar en Rebecca. Dit alles is met materiaal precies in de kleur bijgewerkt. Waar men de afscheiding nog zag, omdat het oude altijd eenigszins vuil is, is dit voorzichtig met asch van Havanna-sigaren bijgekleurd. Het meeste hoofdbrekens heeft de restauratie van den zwarten rand gekost. Deze was ook het meeste gesleten, o.a. aan de beide bovenhoeken waren groote partijen van den onderliggenden draad zichtbaar. Het chemisch onderzoek heeft uitgemaakt, dat het zwart geverfd was met ijzer oxyde. Dit is van ouds in de ordonnantiën verboden. Zwart moet geverfd worden met blauw of met bruin in een heel donkere kleur, omdat ijzeroxyde — de eenige wijze, waarop men kon zwart verven — in wol gaat oxydeeren. Het bleek dan ook, dat toen wij gingen restaureeren, bij elke aanraking er meer zwart uitviel. De betreffende werkster had de opdracht zoo voorzichtig mogelijk te zijn en zooveel mogelijk te sparen, wat echter
12 niet wegnam, dat vooral in den staanden boord langs de staarten van de groote papegaaien de oude wol onder haar naald weggleed. Er zat dus niets anders op dan zooveel te verwijderen als heelemaal niet hield. Daar waar de wol alleen maar stippeltjes van slijtage vertoonde, heb ik niet laten ingrijpen, om het karakter zooveel mogelijk te bewaren. Het zou echter kunnen zijn, dat deze plekken op den duur slijtage gaan vertoonen, maar dan is het uiteraard een kleinigheid ze te doen bijwerken. Het kan echter ook zijn dat, nu de achterkant goed voorzien is, het geheel weer jaren meegaat. Door het wasschen is het doek aanmerkelijk helderder geworden en is het betrekkelijk weinig verschoten, zoodat het nu een heel goed effect maakt. Aan de achterzijde zijn ringetjes aangebracht, zoodat het vrij kan worden opgehangen zonder de muur te raken. Beschermd tegen te sterk invallend licht en tegen vocht zal het doek door deze restauratie weer voor lange jaren voor verval behoed zijn. Litteratuur: Rudolf Burckhardt, Gewirkte Bildteppiche des XV und XVI Jahrhunderts im Historischen Museum zu Basel, Leipzig 1925. Herman Schmitz, Bildteppiche, Geschichte der Gobelinwirkerei, Berlin 1922. (w.g.) G. T. VAN IJSSELSTEIN. Museumbezoek. Hoewel, met het oog op de veiligheid steeds meer voorwerpen werden weggeborgen, is het aantal betalende bezoekers zeer bevredigend gebleven, zelfs heeft het jaar 1943 een record opgeleverd, n.1. 12627. Catalogi, prentbriefkaarten en foto's. Er werden 18 gidsen van het zuivelbedrijf en 2960 prentbriefkaarten verkocht. De fotoverkoop bracht ƒ 180,33 op. STANIA-STATE. Hier hebben zich geen bijzonderheden voorgedaan. Het aantal betalende bezoekers bedroeg 3400 en er werden 451 gidsen verkocht. De Directeur; A. WASSENBERGH.
VERSLAG VAN DEN DIRECTEUR VAN HET FRIESCH MUSEUM EN STANIA-STATE. (1 JANUARI 1944-31 DECEMBER 1945.)
Veiligheidsmaatregelen. Tot het einde van den oorlog is er doorgegaan met het nemen van veiligheidsmaatregelen. Met steun van den Inspecteur Kunstbescherming te 's-Gravenhage werd vanaf 1 Aug. 1944 een nachtbewaking van twee man ingesteld, welke werd opgedragen aan den Leeuwarder Nachtveiligheidsdienst. Het Museum werd op 21 September 1944 in verband met de razzia's enz. gesloten, terwijl er tot een bijna volledige ontruiming der zalen werd overgegaan. Toen de bevrijding kwam op 15 April 1945 waren practisch alle museumvoorwerpen, prenten én teekeningen van het prentenkabinet inbegrepen, in het zgn. fort, de kelders of elders opgeborgen. Er was naar gestreefd het risico te verdeelen; daarom waren de fraaiste schilderijen en de meest zeldzame en kostbare museumvoorwerpen naar één der schuilplaatsen van het Rijk gebracht, eerst naar Zandvoort, later overgebracht naar den St. Pietersberg bij Maastricht, vele schilderijen en voorwerpen van den zolder hadden een plaats op Stania-State gekregen, terwijl op het laatst nog een gedeelte van de porseleincollectie naar den kelder onder het Stadhuis te Dokkum verhuisde. De Poptaschat was door de Voogden van het Popta Gasthuis teruggenomen. Het oorlogsgeweld is aan al deze plaatsen voorbij gegaan, zoodat de museuminventaris tot onze groote verlichting en dankbaarheid geen schade heeft geleden. Wederopbouw. Zoo spoedig mogelijk na de bevrijding is met het weder in orde maken van het Museum begonnen. Amanuensis Penning keerde na 22 maanden te zijn ondergedoken, naar het museum terug; de nachtwakers werden naar den dagdienst overgeschakeld, zoodat er met kracht aan den wederopbouw kon worden gewerkt, welke duurde van 23 April tot de heropening op 16 Juli.
i
14 Aanwinsten. De aanwinstlij sten 1944 en 1945 bestaan respectievelijk uit 42 en 82 nummers. Door aankoop en schenking is het museum een aantal schilderijen rijker geworden, waarvan we hier de belangrijkste noemen. 1. fragment van een stilleven met vruchten (paneel 55 X 41 cm), gesigneerd D.H. (doorelkaar) gevolgd door de letters orn en gedateerd 1650. Dit is het signatuur van Dirk den Horn, die op 22 October 1626 in Leeuwarden gedoopt werd als zoon van Ulrick Dircksz., een uit Woerden gekomen schilder, die hier in 1618 gehuwd was met Elisabeth Pietersdr. Dirk zal in zijn jeugd het schildersvak van zijn vader hebben geleerd. Behalve het juist verworven schilderij, is ons van dezen meester een vruchtenstilleven bekend in Amerika, gedateerd 1650 en een belangwekkend stilleven hier ter stede in het bezit van dokter H. L. Straat, gedateerd 1654, dat ons den Horn als een schilder met een zeer zelfstandige visie doet leeren kennen. Het fragment werd aan het museum geschonken door Mejuffrouw J. A. Sickenga te Wolvega. 2. een schilderij, voorstellende twee damspelers gezeten aan een tafel, terwijl een derde persoon toeziet, gesigneerd D. J. Ploegsma fecit en gedateerd 1790. (doek 52 X 43). Waarschijnlijk is dit schilderijtje hetzelfde dat onder den naam Ploegsma als no. 81 voorkomt in den catalogus van de veiling van teekeningen en schilderijen van V. L. Vegelin van Claerbergen op 6 April 1846, waarvan de beschrijving luidt als volgt: „Twee heeren aan een tafel zittend, hebben een partij op een dambord gespeeld, een schijnt reeds overwinnaar te zijn, terwijl een derde aandachtig de partij schijnt na te gaan; de uitdrukking der gelaatstrekking en de uitvoerige penseelbehandeling doen dit stukje voor het beste van dezen meester doorgaan." Inderdaad is het een aardig geschilderd stuk, met sterk contrast tusschen lichte en donkere partijen. Dirk Jacobs Ploegsma is geen lang leven beschoren geweest (geb. te Leeuwarden 1769, gestorven aldaar 1792). Zijn oeuvre is dan ook betrekkelijk gering. Behalve het juist aangekochte stuk heeft het museum van dezen jong overleden meester een portret van Petrus Wierdsma van 1790 en een portretgroep, voorstellende den hofprediker Albertus Snethlage met vrouw en kind, gedateerd
15 1791. Op het Stadhuis te Leeuwarden is zijn zelfportret, Mevrouw van Weideren Baronesse Rengers te Veenklooster bezit het charmante portretje van Cecilia Johanna van Heemstra van 1786, de Heer B. Hopperus Buma te Drachten het portret van Gerlacius Buma van 1787. Zijn hoofdwerken, de levensgroote portretten van Mr. E. Haersma en echtgenoote, geschilderd op 19-jarigen leeftijd, zijn bij den brand van het Old Burgerweeshuis op 13 April 1945 verloren gegaan. In den catalogus van de tentoonstelling van 1877 en in veilingscatalogi worden nog eenige werken van hem genoemd. Leermeesters van Ploegsma zijn geweest Matthijs Accama, die toen al zeer bejaard was en de uit Doornik afkomstige kunstliefhebber Johannes Verrier. 3. dubbelportret (doek 47 X 81) volgens opschrift op de achterzijde: Hotse Johannes oud 29 jaar en Klaske Sybrens Ruardi oud 32 jaar, Echtelieden te Augustinusga. Het stuk is gesigneerd en gedateerd: W. B. v. d. Kooi 1789. Het is het vroegste stuk dat we van Willem Bartel van der Kooi, die in 1768 te Augustinusga werd geboren, kennen. Van der Kooi is leerling geweest van Beekkerk en Verrier. Evenals bij Ploegsma zien we in dit stuk een sterke schaduwwerking, zoowel op de gezichten als op de handen en de kleeding. Later verdwijnt deze contrastrijke manier van schilderen en worden de modellen in het volle licht geplaatst. Op een vrouweportret van 1802, aanwezig in het museum, en een jongensportret in het Coulonhuis, van 1803, is de verandering in schilderwijze reeds merkbaar, terwijl deze zich op 4. een juist geschonken portret, (doek 136 X 78) voorstellende Johanna Iskje Hoekema, echtgenoote van Justus Halbertsma, gesigneerd en gedateerd W. B. v. d. Kooi 1827, volledig heeft voltrokken. Dit schilderij werd geschonken door Mevrouw Z. Gilhuys-Doornbos te Groningen. 5. Het bij de schenking behoorende portret van Justus Halbertsma (doek 97 X 84 cm) is niet gesigneerd en van minder kwaliteit. De schilder hiervan is onbekend. Van den meest bekenden leerling van van der Kooi, Otto de Boer, werden twee stukken en een schetsboek verworven. 6. Schilderij voorstellende het schildersatelier van
16 Otto de Boer, (doek 63 x 78), gesigneerd en gedateerd Otto de Boer 1851. De schilder is gezeten in een groote stoel op den voorgrond, terwijl aan de wanden van het atelier, dat zich moet bevonden hebben in de Benthem op de Voorstreek te Leeuwarden, een aantal schilderijen, meest kerkelijke voorstellingen, hangen. De Boer was Katholiek en werkte veel voor kerken. Ook het mooie stuk „familie van den schilder Otto de Boer", geschilderd in 1819, dat zich in het Friesch Museum bevindt, treffen we in het klein op deze ateliervoorstelling aan. In den catalogus van de veiling van den inboedel van de Boer, welke gehouden werd 15 Juni 1857 in het koffiehuis „de Benthem", vinden we vermeld als no. 14 „Een schildersatelier", terwijl in den catalogus van de Historische tentoonstelling van 1877 op bladzijde 123 genoemd wordt een schilderij van Otto de Boer „Atelier van den schilder". Zeer waarschijnlijk zijn ons stuk en de, in de beide catalogi genoemde stukken identiek. 7. dat Otto de Boer behalve het schilderen van portretten en kerkelijke stukken, ook zeer wel stadsgezichten in beeld wist te brengen, zien we aan een schilderij van 1836, voorstellende de Vischmarkt te Leeuwarden, dat we op een veiling te Amsterdam voor het museum wisten te verwerven, (doek 84 X 104 cm.) Het is een aardig schilderij, waarop het marktgewoel levendig is weergegeven; op den voorgrond zien we een vischvrouw en een jongetje met kramer ij en, op het middenplan een krijgsman, die aan twee dametjes met trots de, op zijn borst gespelde medaille toont, terwijl iets verder twee deftige heeren op plechtige wijze elkaar begroeten. De achtergrond wordt gevormd door wagens en een zich om de poppenkast verdringend publiek. In een schetsboek van de Boer, in het bezit van het museum, bevindt zich een schetsteekening van dit stadsgezicht, echter zonder stoffage. De Vischmarkt bevond zich op de pijp over de Voorstreek ten oosten van de Wortelhaven en ten westen van de Koningsstraat. 8. Schetsboek van Otto de Boer, waarschijnlijk gebruikt tijdens zijn reis naar Rome in 1823—1826. 9. Schilderij voorstellende een pauw met hanen, kippen en duiven in een landschap in den trant van Melchior d'Hondecoeter. (doek 130 X 175 cm) gesigneerd J. Burmest(?)
17 10. portret van Mr. P. A. V. Baron van Harinxma thoe Slooten (doek 1OO x 80 cm), in 1944 vervaardigd door Piet van der Hem, in opdracht van het Friesch Genootschap ter eere van het feit, dat de Heer van Harinxma 25 jaar het voorzitterschap van het Genootschap heeft bekleed, en met bestemming om in de Bestuurskamer van het museum opgehangen te worden. 11. Zelfportret van den schilder Oene Schreuder (1869—1937), gedateerd 1931 (doek 72 X 60 cm), geschonken door Mevrouw Stoop—Meindersma te Leeuwarden. 12. portret van Ds. G. H. van Borssum Waalkes, geschilderd door diens kleinzoon Jan Trip. (doek 44 x 36 cm) Ds. van Borssum Waalkes is van 1879—1894 bestuurslid geweest van het Friesch Genootschap en overleed te Utrecht in 1907. Hij heeft vooral bekendheid verworven door zijn publicaties in de Vrije Fries over de klokke-opschriften. Het portret werd aan het Genootschap gelegateerd door wijlen Mejuffrouw Jacomina van Borssum Waalkes, een dochter van den geportretteerde. Behalve de schilderijen vallen nog eenige belangrijke voorwerpen te vermelden. Tot het legaat van Mejuffrouw van Borssum Waalkes behoort: 13. Een groote Oost-Friesche ovale zilveren brandewijnskom, waarop gegraveerd een voorstelling van een zeegevecht tusschen drie schepen. Daarboven staat vermeld: „Het Fransche Kaperschip „La Gracieuse" door de Capiteins R. F. Kivijt en P. H. van Bingum den 24 Junius 1708 verovert." Aan de andere zijde een gedicht, waarin dit heldenfeit, dat plaats had bij de kust van Rottum, wordt bezongen en waarin vermeld wordt dat aan eiken kapitein een zilveren kom werd geschonken. Het stuk is van kapitein van Bingum in de familie van Borssum Waalkes vererfd. 14. Bovenstuk van een model in gebakken klei van een Romaansch kerkje met ingebouwden toren. Bij de galmgaten in den toren en bij de vensters van de kerk afgebroken. Er zijn bovenkanten zichtbaar van groote bogen (spaarvelden) in spitsboogstijl. Vervaardigd in de 13e of 14e eeuw uit goed gezuiverde zacht gebakken klei, geelgrijs, ongeveer als terpaardewerk (gebakken in open vuur) lang 14,8, br. 9 en hg 7 cm, hoogte over den toren gemeten 9 cm. H
18 Geschenk van de erven Ds. J. Douma te Britsum. Wijlen Ds. Douma ontving het in 1908 van Wessel Bakker, destijds terpbaas en terpschipper te Schettens. Gevonden in een terp te Oosterend op iy 2 m. diepte. 15. Een Friesche kloostermop met ingesneden de figuur van een Bisschop, afkomstig uit de tweede afgraving (1915—1918) van de terp bij Hallum, waarop het Praemonstratenser klooster Mariengaarde heeft gestaan. Dr. van Gils uit Roermond veronderstelt dat de ingesneden figuur voorstelt den heiligen Norbertus, Bisschop van Maagdenburg en stichter van de Praemonstratenser orde. Vervaardigd in de 13e eeuw. Bruikleen van de Ottema-Kingma stichting. De heer Ottema verkreeg deze steen door ruiling van den antiquair D. Komter te Amsterdam, nadat hem deze reeds eerder was aangeboden door den schilder-opkooper Andries Verleur, die hem op de terp van de afgravers had gekocht. We noemen verder nog de volgende schenkingen en legaten: een letter lap van 1749 en eenige oude kleedingstukken, geschenk van B. Siderius te Klooster Anjum; twee pastelportretten, voorstellende Sybren Oostringa en diens vrouw Tietje Amens Wassenaar, vervaardigd in 1835 en eenige foto's (Daguerro-types), legaat van Mevr. de Wed. van der Woude-Oostringa, St. Anthony Gasthuis Leeuwarden; twee letterlappen, resp. gedateerd 1751 en 1776, geschenk van H. Huges te Amsterdam; portret in olieverf, voorstellende Johannes Meindersma, geschilderd in 1845 door H. Schaaff, geschenk van Douwe Meindersma te Rotterdam; groen geglazuurde bruiloftspot met 7 ooren, geschenk van F. Miedema te Drachten; een aantal zilveren voorwerpen, w.o. fraaie beugeltasch, beursjes, roomlepeltjes, schaar, messen en bijbelklampen, geschenk van Mejuffrouw H. van Roeden te Heerenveen; zilveren voorwerpen, w.o. beugeltasch en kerkboek met klampen, legaat van Mejuffrouw Sytske Nijdam te Huizum; twee papierknipsels, waarvan een voorstelt een vogel, de andere een in het midden geplaatst hart met opschrift: „S. J. Piersma, geboren 8 Augustuus 1824", omringd door twee uit horens des overvloeds komende gebladerde takken, waaromheen een rand van bladeren en médaillons met episodes uit het boerenbedrijf; tevens eenige stop- en letterlappen, geschenk van de erven Mejuffrouw Sytske Nijdam; kinderjurkje en dames japon
19
van ongeveer 1850, geschenk van Mejuffrouw A. Rauwerda te Apeldoorn; twee poppen in de kleedij van een jongen en een meisje uit het Oldburger-weeshuis te Leeuwarden van omstreeks 1880, geschenk van Mejuffrouw A. J. Buisman te Leeuwarden. Van Mr. P. A. V. Baron van Harinxma thoe Slooten werden eenige modellen van schepen in bruikleen ontvangen, welke werden afgestaan aan het Friesch Scheepvaart Museum te Sneek. Doordat ondergeteekende in 1941 museumdeskundige was voor Friesland bij de metaalinzameling door de bezettende macht, konden veel koperen en tinnen voorwerpen van oudheidkundige waarde uit de verzamelplaatsen worden gered, welke ondergebracht werden in verschillende musea, oudheidkamers en gemeentehuizen. Het Friesch Museum is een fraaie verzameling van deze voorwerpen ten deel gevallen (ruim 300 stuks). Museumbezoek. Ofschoon het museum in 1944 en 1945 een gedeelte van het jaar gesloten is geweest, bedroeg het aantal bezoekers toch nog resp. 7116 en 7866. Catalogi en foto's. In 1944 werden 6 gidsen van het zuivelbedrijf verkocht, in 1945 879. Door Mr. Boeles en ondergeteekende werd een gids voor het Friesch Museum geschreven ten behoeve van de Canadeesche soldaten, welke gratis door het Canadian Forces Hospitality & Information Bureau verkrijgbaar werd gesteld. De fotoverkoop bedroeg in 1944 ƒ 152,20 en in 1945 ƒ 72,55. STANIA-
STATE.
Stania-State is gedurende den oorlog niet gesloten geweest. Het jaar 1944 kenmerkte zich door een record aantal bezoekers, n.1. 7116; in 1945 bedroeg dit 3200. In 1944 werden 419 gidsen verkocht. De molenkamer werd verrijkt met een model van de paltrokmolen „de Vrouwenacker", vervaardigd en in bruikleen gegeven door den heer Th. van der Molen te Dokkum. De Directeur, A. WASSENBERGH.
VERSLAG VAN DEN CONSERVATOR DER ARCHAEOLOGISCHE EN NUMISMATISCHE AFDEELING VAN HET FRIESCH MUSEUM. OVER DE JAREN 1943—1945.
Inventariseering van terpen. Het departement van opvoeding, wetenschap en kultuurbescherming zond den 27 Mei 1943 aan de gemeentebesturen in de provinciën Friesland en Groningen formulieren met verzoek daarop te vermelden de in hunne gemeenten aanwezige terpen, met bijvoeging van een uittreksel van het kadastrale plan, waarin te teekenen de begrenzing van iedere terp en tevens de staat van afgraving. Deze inventariseering werd in de eerste plaats ter hand genomen in verband met de landschappelijke beteekenis der terpen. In het bijzonder moet, volgens het departement, rekening worden gehouden met belangen van stedebouwkundigen aard. De organische groei der terpdorpen mag — zoo heet het in een nadere circulaire — door verdere afgraving niet nog meer worden scheef getrokken en verbrokkeld dan in sommige plaatsen meer, in andere minder, reeds thans het geval is. Een concentrische wijze van uitbreiding met logische verbindingen naar het hoogste punt van de terp, waarop als regel de kerk is gelegen, moet gehandhaafd blijven. Het afgraven van terreinen binnen den ring, waarbinnen de voor bouwterrein meest geschikte grond gelegen is, dient in het algemeen voorkomen te worden. Ter bevordering der inventariseering werd door het Friesch Genootschap, aan het provinciaal bestuur tijdelijk afgestaan de terpenkaart der provincie Friesland, die het genootschap in 1905 heeft laten samenstellen, met behulp van de voor de vermogensbelasting destijds verzamelde gegevens. De bijbehoorende kadastrale lijsten werden mede ter beschikking gesteld. Voormeld departement uitte het voornemen om bij het verstrekken van vergunningen voor het afgraven van terpen of onderdeelen daarvan, tevens te letten op de
21 belangen van de wetenschap, in verband met de archaeologische beteekenis der terpen. Het is verheugend, dat contact gezocht is met het Friesch Genootschap en It Fryske Gea. Op 4 April 1943 nam ondergeteekende deel aan een terpentocht in het Noorden van Friesland, onder leiding van Mr. J. K. van der Haagen, chef der afdeeling kultuurbescherming en wetenschap en in gezelschap van bestuursleden van het Gea, den heer Bakker Schut, directeur van den rijksdienst voor het nationale plan, Dr. Ozinga van monumentenzorg, den architect C. Baart en Ir. J. Vlieger, houtvester. Met behulp van de door de gemeentebesturen en het Friesch Genootschap verstrekte gegevens werd ten slotte in 1944 door den student H. Halbertsma een voorloopig rapport over de terpeninventarisatie uitgebracht, dat ook betrekking heeft op de provincie Groningen. Voormeld onderzoek gaf aanleiding tot het aanvullen van onze verzameling van topografische kaarten, schaal 1 :25000, die zeer geschikt zijn voor aanduiding van de juiste ligging van terpen en wieren. De heer D. F. Wouda, hoofdingenieur van den provincialen waterstaat, verleende bemiddeling voor het verkrijgen van deze kaartjes, waarvan enkelen echter, in verband met militaire bepalingen, nog niet konden worden afgegeven. De heer G. Kingma, opzichter-teekenaar bij gemelden waterstaat, had de welwillendheid om de in den loop der jaren verbleekte terpenkaart van het genootschap keurig over te teekenen. Beveiliging der verzamelingen. Het gevaar dat de door ons beheerde verzamelingen in de verslagperiode bedreigde, heeft gelukkig niet alleen tot tijdelijke maatregelen geleid. Bombardementen zijn na den oorlog niet meer te duchten, brandgevaar blijft echter steeds bestaan. Door de door den directeur in zijn verslag meer uitvoerig vermelde maatregelen, is brandgevaar voor het museum stellig zeer verminderd. De archaeologische keurverzameling, die tentoongesteld is, wordt thans beschermd door stalen rolgordijnen, die deze afdeeling des nachts van andere lokaliteiten isoleeren. Voorts werd onder een gedeelte van de groote porseleinzaal een nieuwe kelder gegraven, die van boven door een verzwaarde betonlaag is beschermd en beneden wordt afgesloten door stalen branddeuren. Een afgescheiden helft
22
van dezen kelder is ter beschikking gesteld van de archaeologische en numismatische afdeelingen. Het belangrijkste der niet tentoongestelde verzamelingen is hier nu veilig geborgen. Een lang gekoesterde wensen kwam hiermee in vervulling. Heropening der keurverzamelingen. Na het sluiten van den vrede werd de archaeologische keurverzameling opnieuw opgesteld. Schade werd gedurende den oorlog in onze afdeelingen in het geheel niet geleden. De ordening van de uitgebreide depots heeft echter geleden door het heen en weer slepen der collecties en zal nog veel tijd eischen. Bij de opstelling van de keurverzameling werd rekening gehouden met de resultaten van de in de oorlogsjaren voortgezette bestudeering der verzamelingen. In 1945 werd een beknopt overzicht van de op 16 Juli van dat jaar heropende keurverzameling door ondergeteekende bewerkt voor een „Museum Guide", een gidsje „compiled by Canadian forces hospitality and information bureau". Deze collectie kon worden aangevuld met drie belangrijke terra-sigillata scherven uit terpen te Cubaard, Spannum en Raard, aanwezig in het Rijksmuseum van oudheden te Leiden, die door den heer Van Wijngaarden, directeur van dat museum, in bruikleen werden afgestaan. Van een zeer zeldzame scherf van aardewerk met geschilderd ornament uit Hichtum, afgebeeld door Van Giffen in „Fauna der Wurten" pi. I, 1 en van een mede aldaar afgebeelde terra-sigillata randscherf met grafitto (A)MANDUS, verschafte gemelde directeur goed geslaagde namaken. De heer W. Glasbergen te Rijnsburg, assistent bij de afgraving van het Romeinsche castellum te Valkenburg bij Leiden, was ons behulpzaam bij de determineering van de in Friesland gevonden terra-sigillata en het teekenen van de daarop voorkomende fabriekstempels. Aan den heer H. Halbertsma te Sneek werden inlichtingen verstrekt betreffende Romeinsche munten, gevonden te Sneek en omgeving en over vondsten uit de terp Olgastate te Nijlanderzijl. Augustus 1946.
Mr. P. C. J. A. BOELES.
VERSLAG VAN DEN BIBLIOTHECARIS VAN HET FRIESCH GENOOTSCHAP. OVER DE JAREN 1944 en 1945.
De reeds voor den oorlog bestaande achterstand in de administratie van de bibliotheek nam toe ten gevolge van het onderduiken van het daarmede belaste personeel en gaf aanleiding tot toenemende en begrijpelijke klachten van de leden en andere bezoekers. De belangstelling voor historische lectuur groeide, doch de noodige hulpkracht om aan de vraag tegemoet te komen ontbrak. Ten slotte bleef alleen de onervaren conciërge beschikbaar voor de boekenuitleening. Het toezicht op de raadplegers van de bibliotheek was totaal onvoldoende. Ondergeteekende werd daardoor verplicht om meer tijd aan de bibliotheek te besteden dan met het oog op zijn andere afdeelingen wenschelijk leek. Dit had echter het voordeel, dat de toestand van de bibliotheek noodgedwongen meer onder de loupe moest worden genomen en maatregelen moesten worden beraamd om in den onhoudbaren toestand zoo mogelijk blijvende verbetering te brengen. De terugkeer van den amanuensis zou zeker verbetering brengen, maar o.i. niet voldoende, daar deze gewoonlijk geheel in beslag genomen wordt door museumwerk en de financieele administratie. Ook voorheen bleek het wel noodig om de administratie en ordening van de bibliotheek bij te laten werken door eeii extra kracht, laatstelijk door Mej. E. PuU. Een en ander leidde tot het door het bestuur aangenomen voorstel om met ingang van 12 Juni 1944 Mej. R„ Toering te Leeuwarden, voorloopig voor zes maanden, t<e benoemen tot assistente voor de bibliotheek. Deze benoeming is daarna, met een wederzij dsche opzeggingstermijn, veranderd in een meer definitieve aanstelling. Aatj de assistente kunnen door ondergeteekende ook werkzaamheden voor zijn andere afdeelingen worden opgedragen. Verder werd zij belast met het typen van de3 correspondentie van den secretaris van het genootschap
24
en tijdelijk met die van den directeur van het museum, waarvoor de amanuensis in normale tijden zorg draagt. Van de gelegenheid werd gebruik gemaakt om thans nauwere aansluiting van onze administratie te zoeken met de tegenwoordig in openbare leeszalen en in de Provinciale bibliotheek van Friesland gebruikelijke regels, nader omschreven in diverse geschriften, uitgegeven door de rijkscommissie van advies inzake het bibliotheekwezen en de centrale vereeniging voor openbare leeszalen en bibliotheken. Ten einde zich in de practijk daarvan te bekwamen werkte de assistente met gewaardeerde toestemming van den bibliothecaris Dr. Douma, één morgen per week in de provinciale bibliotheek, onder de zeer deskundige leiding van den heer M. Scholten. Begonnen werd met de reorganisatie van den alphabetischen catalogus van onze bibliotheek, die sedert het vertrek van Mej. Pull slechts door afzonderlijk gehouden supplementen was aangevuld. Dat alles wordt nu tot één geheel verwerkt, in nieuwe klappers, waaraan gemakkelijk beschrijvingen van aanwinsten kunnen worden toegevoegd. Hiermede gaat gepaard een tijdroovende controle van de aanwezigheid en juiste plaatsing der boeken. In de periode, waarin de afsluiting van het electrisch licht het bibliotheekwerk bemoeilijkte, inventariseerde de assistente de correspondentie door ondergeteekende sedert 1897 gevoerd als conservator, aanvankelijk van het geheele Friesche Museum. Sedert 1916 van enkele afdeelingen en in 1934/5 als waarnemend directeur, in welke periode valt de inrichting en opening van Museum Stania-State te Oenkerk en de Historische tentoonstelling van Oud-Leeuwarden (1435—1935). Dit werk is gevorderd tot en met het jaar 1931 en heeft ook betrekking op ontvangen drukwerk, als circulaires betreffende tentoonstellingen enz. Augustus 1946.
Mr. P. C. J. A. BOELES.
LEDENLIJST 15 November 1946 BESTUUR: Mr. Dr. Mr. Mr.
P. A. V. Baron VAN HARINXMA THOE SLOOTEN, Voorzitter. C. J. GTJIBAL, Secretaris. R. P. CLEVERINGA, Penningmeester. P. C. J. A. BOELES, Conservator der Archæol.- en numismatische afdeling tevens Bibliothecaris. N. OTTEMA, Conservator der ceramiek. Dr. A. L. HEERMA VAN VOSS, Conservator der handschriften. Dr. S. CUPERUS, Hardegarfjp M. WIEGERSMA, Drachten. Dr. P. SIPMA. Museum-Commissie: N. OTTEMA, Voorzitter; Mr. P. C. J. A. BOELES; Dr. A. L. HEERMA VAN VOSS; Dr. A. WASSENBERGH, Secretaris. Redactie van „de Vrije Fries": Mr. P. C. J. A. BOELES, Voorzitter; Dr. S. CUPERUS; Dr. A. L. HEERMA VAN VOSS; Dr. C. J. GUIBAL. Directeur van 't Friesch Museum en Stania-State: Dr. A. WASSENBERGH. Amanuensis: E. J. PENNING. BUITENGEWONE LEDEN: Postma, Dr. O., Leeuwarden. Giffen, Prof. Dr. A. E. van, Sipma, Dr. P. Groningen. Tadema, Miss L. Alma, Londen. Heeres, geb. Van Troostenburg de Visscher, Mej. R., Amersfoort. Bruyn, Mevr. de Wed. A. M. S., Vollgraff, Prof. Dr. C. W., Utrecht. White, Andrew D., Ithaca Lochem (New York). Hof, J. J., Leeuwarden. Wumkes, Dr. G. A., Huizum. Hughes, Charles Evans, Washington. Kalf, Dr. Jan, 's-Gravenhage. GEWONE LEDEN: Aalders, P. J. G., Leeuwarden. Aleva, Mr. J. H., Amsterdam. Algra, Jr. B. C, Leeuwarden. Algra, H., Huizum. Algra, J., Akkrum. Alma, Dr. L., Amsterdam. Alta, Mr. A. Ph. W., Zeist. Alta, J. H., Oudernirdurn. Alta, R., Sneek. Andel, J. c. van, Franeker. Andreae, Mr. H. Beucker, Heemstede.
Andreae, Mr. W. C. Beucker, 's-Gravenhage. Andreae, Mr. A. D. H. Fockema, Arnhem. Andreae, Dr. J. P. Fockema, Bilthoven. Andreae, Mr. S. J. Fockema, 's-Gravenhage. Andriesse, Ir. D. C, Leeuwarden. Andringa, Mr. K. S. van, Sneek. Andringa, A., 's-Gravenhage. Anema, B., Minnertsga.
26 Anema, KL, Leeuwarden. Anema, J., Veenwouden. Anema, W J., Leeuwarden. Anema, W. M., Tzummarum. Angremond, Dr. Th. H. d', Leeuwarden. Annema, L., Oldeberkoop. Asbeck, F. W. A. baron van, Amsterdam. Attema, H., Leeuwarden. Attema, Sj., Leeuwarden. Avis, Dr. J. G., Leeuwarden. Baanders-geb. Fockema, Mevr. F. H., Amsterdam. Baart, A., Leeuwarden. Bakker, H., Leeuwarden. Bakker, J., Sloten (Fr.) Banda, T., Nijmegen. Bast, J., Leeuwarden. Bearda, K., Hardegarijp. Beaufort, Jhr. Mr. H. W. L. de, Driebergen. Beekhuis, Jr. Mr. C. H., Leeuwarden. Beeling, J. P., Leeuwarden. Beetstra, J. K., Dokkum. Beetstra, Tj., Hardegarijp. Beintema, Joh., Breda. Békker, Wz. A., Leeuwarden. Beresteyn, Jhr. Mr. Dr. E. A. van, 's-Gravenhage. Berg, Ir. J. C. v. d., Leeuwarden. Berghuis, A., Menaldum. Bergstra, F. J., Boornbergum. Beyma, Jhr. C. L. van, Leeuwarden. Beyma thoe Kingma, Jhr. Mr. C. L. van, 's-Gravenhage. Bierma, Dr. J. W., Uccle bij Brussel Blaauw, Ir. J. N., Leeuwarden. Blanksma, C, Dokkum. Blanksma, J. A., Sexbierum. Blanksma, J. L., Leeuwarden. Blanksma, Prof. Dr. J. J., Leiden. Blink, N. H., 's-Gravenhage. Bloeme, Dr. J. de, Leeuwarden. Blom, Mr. J. Geluide van, 's-Gravenhage. Bloois, Mr. D. Matzer van, Buitenpost. Boelens, Kr., Sassenheim. Boeles, Mr. P. C. J. A., Leeuwarden.
i i i i
Boer, Ds. E. EL, Bolsward. Boer, Ir. F. de, Gorredijk. Boer, F. de, Huizum. Boer, Prof. Dr. S. de, Groningen. Boer, T. A. de, Leeuwarden. Boeré, L. A., 's-Graveland. Boersma, J., Warns. Bogtstra, F. N., Makkum. Bogtstra, L. H., Workum. Bokma, P., Leeuwarden. Bolkestein, Dr. M. H., Leeuwarden. Bolleman, Mej. Mr. P., Drachten. Bolt, N A., Sloten (N.-H.). Boltjes, Dr. Ir. T. IJ. Kingma, Amsterdam. Bolwijn, B., Anjum. Bonga, S. E. Wendelaar, Dokkum. Bonnema, M., Oudehaske. Bontekoe, Mr. G. A., Oosterwolde. Bontekoe, P., Hardegarijp. Boomsma, J. P., Dantumawoude. Boonstra, A., Bennekom. Bootsma, P., 's-Graveland. Booy, Dr. P. M., Leeuwarden. Bosch, J., Leeuwarden. Bosch, Jhr. Mr. Th. W. v. d., Leeuwarden. Boschma, Prof. Dr. Hilbrand, Leiden. Bosma, G. J., Bussum. Bosma, J. A., Stiens. Bosma, W., Grouw. Botma, E. F., Groningen. Bottema, S., Siegerswoude. Bouma, Ir. G. J. A., Bontebok. Bouma, Ds. H. S., Amsterdam. Bouma, J., Beetgumermolen. Braaksma, H. M., Amsterdam. Brandsma, S., Leeuwarden. Brandsma-geb. Zwart, Mevr. de Wed. G. A., Borculo. Brandsma, P., Leeuwarden. Brandsma, Dr. W. L., Groningen. Brons, Dr. P. H., Wolvega. Brons, W., Metslawier. Brouwer, Dr. A., Rotsterhaule. Brouwer, A. P., Drachten. Brouwer, Dr. H., Heerenveen. Brouwer, Pro*. Dr. J. H., Groningen. Brouwer, R. K., Hoogeveen. Brouwer, W. Brouwers, A., P., Bergum. Dokkum.
Bruinsma, A. F., Amsterdam. Bruinsma, Mej. Mr. A. M., Amsterdam. Bruinsma, B., Leeuwarden. Bruinsma, J. W., Bolsward. Bruinsma, O., Leeuwarden. Bruna, E., O.F.M., Brachten. Brünner, R. J., Stiens. Buis, J. H., Hengelo. Buisman, H. H., Leeuwarden. Buisman, Dr. J. F., Hoogeveen. Buisman, Dr. J. R., Leeuwarden. Buisman, R., Leeuwarden. Buizer, Dr. C. M., Sneek. Buma-geb. Albarda, Mevr. A. G., Huizum. Buma, B. J., Amersfoort. Buma, W. B., Aerdenhout. Buma, R. D. van Haersma, 's-Gravenhage. Buma, P. Hopperus, Drachten. Burg, Mr. B. van der, Haarlem. Burg, Prof. Ir. B. v. d., Wageningen. Burger, Ir. A., Leeuwarden. Burgy, J., 's-Gravenhage. Busser, F., Joure. Buytenen, M. P. van, Leeuwarden. Bijkerk, Dr. L., Veenhuizen. Bijlenga, A., Leeuwarden. Brjtel, Mr. L. van den, Assen. Cammenga, J. M., Oosterwolde. Cämmingha, Jhr. R. C. van, 's-Gravenhage. Cammfngha, Jhr. V. V. van, Port Dickson. Camping, S., Huizum. Camstra, M., Deventer. Casimir, Prof. R., Voorburg. Casfcelein, S., Tietjerk. Cate, A. ten, Sneek. Cath, G. P., Leeuwarden. Cath, K. J., Leiden. Cath, S. G., Leeuwarden. Centraal Bureau voor Genealogie, Stichting, 's-Gravenhage. Cleveringa, Mr. R. P., Leeuwarden. Cleveringa, Prof. Mr. R. P., Leiden. Craats, D. van de, Leeuwarden. Cramer von Baumgarten, Drs. B. J., Drachten. Crommelin, H. A., Rotterdam.
Cuipers, Mr. D. J., Utrecht Cuperus, Dr. S., Hardegarrjp Cuperus, S. D., Leeuwarden. Dam-geb. Tigler Wybrandi, M£ vrerdWed. C. M. van, Rauw" Deen, K. J. van, Kollum. Deenik, M. L., Leeuwarden. Deinema, H., Hardegarfjp. Dekker, G., Leeuwarden. Dekker, Ds. W. A., Scharnegoufum. Déknatel, Ir. J. C, 's-Gravenhage. Diehl-Ottema, Mevr. J. A., 's-Gravenhage. Dieters, J., Leeuwarden Dönszelmann, Ds. A. A.,' Blariöum. Dokkum, J. H. M. van, Franëker. Dorssen, Mej. H. A. van, Deventer. Dorssen, Dr. S. van, Deventer. Douma, Mr. H. H., Andijk. Douma, Dr. H. I., Haren (Grsn.). Douma, M. R., Leeuwarden. Douma, P., Leeuwarden. Douma, Mej. R., Leeuwarden. Douma, Dr. Sj., Leeuwarden. Dreeuws, J., Alkmaar. Drooge, J. A. van, Huizum. Duintjer, Mr. A. N., Leeuwarden. Duintjer-geb. Ottema, Mevr. J., Veendam. Duker, J., Sexbierum. Duursma, G. D., Rijperkerk. Dijk, E. van, Leeuwarden. Dijk Tzn., F. van, Leeuwarden. Dijk C.Lzn., J. E. van, Leeuwarden. Dijkstra, Dr. B., Heerenveen. Dijkstra, D., Leeuwarden. Dijkstra, Mej. E., Leeuwarden. Dijkstra, F. Th., Oude Leije. Dijkstra, G., IJsbrechtum. Dijkstra, Dr. G., Leeuwarden. Dijkstra, J. M., Leeuwarden. Dijkstra, J. W., Leeuwarden. Dijkstra, Mej. P., Leeuwarden. Dijkstra, W., Leeuwarden. Ebbinge, Mr. J. B., Haarlem. Eecen, A. A., Leeuwarden. Eeghen, Mr. Chr P. van, Amsterda^ Eisma, H., Velp (Gld.). Eisma Cz., W. A., Leeuwarden. Elgersma, J N., Deersum.
28 Elgersma, W., Franeker. Elsinga, J., Bergum. Elzinga, Dr. M. J., Ternaard. Engelsma, B., Sneek. Engelsman, B. A., 's-Gravenhage. Ennema, Mr. Joan H. P., Kampen. Eriks Azn., K., Leeuwarden. Efjck van Heslinga, W. H. van, Leeuwarden. Eijsinga, Jkvr. A. A. van, Leeuwarden. Eijsinga, Jhr. Mr. D. van, Leiden. Eijsinga, Jkvr. E. H. J. van, Elspeet. Eijsinga, Jhr. T. A. J. van, St.-Nicolaasga. Eijsinga, Prof. Jhr. Mr. W. J. M. van, Leiden. Eijsinga, Jhr. A. E. van Humalda van, Laren N.H. Eijsinga, Jhr. I. F. B. van Humalda van, 's-Gravenhage. Faber, A., Huizum. Faber, J. H., Makkum. Faber, K., Huizum. Faille, Tj. P. Baart de la, Ouddorp (Z.-H.) Faille, Mej. W. L. Baart de la, Leeuwarden. Falkena, J. J. G. S., Heerenveen. Feddema Hzn., A. J., Leeuwarden. Feddema, P., Leeuwarden. Feenstra, J. Y., Leeuwarden. Feenstra, L., Amsterdam. Feenstra, TJ. R., Zandvoort. Feltz, Mr. A. C. Baron van der, Twello. Ferwerda, H. J., Joure. Ferwerda, J. W., Dokkum. Fokkema, Dr. K., Oegstgeest. Fokkema, Mr. M. F., Amersfoort. Fokkema, Tj., Heerenveen. Fontein, F., Harlingen. Fontein, Mej. H., Amsterdam. Fontein, F. Matak, Sneek. Foppes, Mr. E., Leeuwarden. Formsma, Dr. W. J., Groningen. Franke, D., Bergum. Frankena, H., Murmerwoude. Frantzen, V., Leeuwarden. Fricke, J. H., Leeuwarden. Frik, F., Heerenveen.
Frisia, Catholica, Joure. Gaastra, Mr. A. C, Leeuwarden. Galkom, J. van, Sneek. Geerts, M. H., Leeuwarden. Gerbenzon, J. E., Leeuwarden. Gerbenzon, M., Leeuwarden. Gerbenzon, P., Leeuwarden. Gerbrandy, J. S., Goëngamieden. Gerbrandy, Prof. P. S., 's-Gravenhage. Giffen, Mr. D. F. van, Leeuwarden. Giffen, L. K. van, Balk. Gils, Mgr. Dr. P. J. M. van, Roermond. Glazema, P., Scheveningen. Goinga, T. S., IJlst. Gonggrijp, G. F. E., 's-Gravenhage. Gonggrijp, J. W., Amsterdam. Gonggrijp Bungenberg, J. H. van, Vorden. Goodijk, A., Sneek. Goot, M. S. van der, Leeuwarden. Gorter, H., Kortenhoef. Gorter, Mr. J., Hardegarijp. Gorter, W. J., Haarlem. Goslinga, Dr. C. J., Buitenpost. Goslinga, Ds. J., Utrecht. Goslings, Dr. J., Leiden. Goslings, Ir. J. M., 's-Gravenhage. Gosses, Prof. Dr. G., 's-Gravenhage Gosses Gzn., S., Amersfoort. Graafsnia, P. W., Dokkum. Gransbergen, A. L., Alkmaar. Gramsma, H., Leeuwarden. Gratema, G. D., Haarlem. Gratema, Mr. J. W., Dordrecht. Gratema, L. R., San Remo. Gratema, Mr. J. A. Willinge, Zwolle. Greebe, Mr. A., Leeuwarden. Greebe, Dr. A. C. J. A., 's-Gravenhage. Greidanus, Tj., Hilversum. Greidanus, Ir. M. R. Idema, 's-Gravenhage. Greidanus, Dr. H. Th. van Wimersma, Utrecht. Greve, F. I. de, Zandvoort. Greydanus,' Prof. Dr. S., Kampen. Groeneveld, Dr. Ir. B. J. B., Wassenaar. Grondsma, G., Leeuwarden.
29 Groot, Ds. A., Leeuwarden. Groot, Ir. C. de, Utrecht. Groot, H. W. de, Veenwouden. Grovestins, I. L. D. Baron Sirtema van, Deventer. Guibal, Dr. C. J., Leeuwarden. Haan, Mr. A. W., Sneek. Haan, Prof. Dr. J. de, Groningen. Haan, Ir. K. de, Leeuwarden. Haanstra, Mej. G., Leeuwarden. Haantjes, Dr. J., Zutphen. Haar, P. W. ter. Joure. Habbema van Nieuwveen en Uiterbuurt, Dr. H. T., Castelletto di Brenzone (Italië). Haga, Mr. A., Zwolle. Haga, Mr. H., 's-Gravenhage. Haga, J. M., Amsterdam. Haitsma, St. van, Huizum. Halbertsma, Mr. E. H., Aerdenhout. Halbertsma, G., Zeist. Halbertsma, H., Amsterdam. Halbertsma, Hidde B., Grouw. Halbertsma, H., Groningen. Halbertsma, H., Sneek. Halbertsma, Mej. H. J., Groningen. Halbertsma, J., Sneek. Halbertsma, Prof. Dr. Ing. N. A., Eindhoven. Halbertsma, Mr. S. N. B., Wassenaar. Halbertsma, Dr. Tj., Haarlem. Hallema, A., Ginneken. Hamer, H. J. B., Drachten. Hamburger-geb. Visser, Mevr. de Wed. S., Leeuwarden. Hamstra, A., Hilversum. Hamstra, B„ Zwolle. Hannema, Mej. Aukje, Hantum. Hannema, A. E., Harlingen. Hannema, B. J., Hantum. Hannema, L. J., Harlingen. Hannema, Dr. L. S., Wassenaar. Harinxma thoe Slooten, A., Baronesse van, Amsterdam. Harinxma thoe Slooten, Mr. B. Ph. Baron van, Brussel. Harinxma thoe Slooten, Mr. B. Ph. Baron van, 's-Gravenhage. Harinxma thoe Slooten-geb. van Harinxma thoe Slooten, C. F. Baronesse van, Baarn.
Harinxma thoe Slooten, C. M. Baronesse van, Baarn. Harinxma thoe Slooten, Mr. J. S. Baron van, Amsterdam. Harinxma thoe Slooten, Mr. P. A. V. Baron van, Olterterp. Harmens-geb. Hannema, Mevr. de Wed. D., Bentveld. Harterink, A. M., Leeuwarden. Hattink, J. H., Wijckel. Havinga, L., Leeuwarden. Heemskerk, Mr. N., Leeuwarden. Heemstra, F. S. Sixma Baron van, Hengelo (Geld.) Heemstra, M. J. H. Baron van, Leeuwarden. Heeres, Y. B., Bolsward. Heidoorn, G. A., Leeuwarden. Hellemans, Ds. A. H., Leeuwarden. Helling, O. P., Mare. C. P. J., Leeuwarden. Hem, Mej. H. van der, Leeuwarden. Hem, K. van der, Huizum. Hem, Piet van der, 's-Gravenhage. Hepkema, Mr. M. E., Leeuwarden. Hepkema, S., Leeuwarden. Herberg, Mr. P. T. v. d., Leeuwarden. Herwarth von Bittenfeld, H. W., Heemstede. Heslinga, G. A., Leeuwarden. Hettinga, T. A., Leeuwarden. Hettinga, Ds. Th., Barendrecht. Heyst, Mr. A. J. M. van, Leeuwarden. Hibma, G. H., 's-Gravenhage. Hiddinga, M. J., Tzummarum. Hilarides, Mej. M., Leeuwarden. Hilarius, J. J., Leeuwarden. Hoedemaker, Ph. J., Leeuwarden. HoeffelmanL Mr. J. F., Huizum. Hoek, Mr. j . , 's-Gfavenhage. Hoek, Dr. R. van der, Leeuwarden. Hoekema, C. P., Heemstede. Hoekstra, Dr. J., Driehuis. Hoekstra, Mr. J. E., Amsterdam. Hoekstra, Mr. N. S., Velp. Hoekstra, Dr. R. A., Leeuwarden. Hoekstra, N. S. F., Leeuwarden. Hofmeester, H., Leeuwarden. Hofstra, H., Sneek Hofstra, L., Hengelo (O.). Hoitsma, J., St. Jacobi Parochie.
30 Holleman, Ir. F. A., Leeuwarden. ! Joustra, D., Drachten. Holkema, A. Buwalda van, Amsterdam. Kabel, L. P., Leeuwarden. Holkema, Tj. van, Amsterdam. Kaeter, B. A. W., IJbergen. Holt, P. H. voor in 't, Burum (Fr.). Kalma, Ds. J. J., Lekkum. Holtmann, Th. R., Leeuwarden. Kalma, W J., Minnertsga. Homan, Ds. J. J., Kalma, Mr. W. S., Epe. Grootebroek (N.H.). Kam, J. P. van der, Buitenpost. Kamminga, D. J., Dokkum. Homan, Mr. H. P. Linthorst, Leeuwarden. Kamstra, G., Eindhoven. Kamstra, R., Rotterdam. Hooghiemstra, D. W., Assen. Kate Jzn., E. ten, Steenwijk. Hoogland, Mr. Dr. J. P., Leeuwarden. Katz, Firma Gebr., Dieren. Keegstra, H., Amsterdam. Hoogland, J. S., Kimswerd. Keestra, J., Marssum. Hoogslag, Titus, Leeuwarden. Keikes, W. H., Kampen. Hornstra, B. J., Bergum. Kemme, J.' Th., Joure. Horst, Drs. A. G. van der, Franeker. Kerkwijk, A. O. van, Doorn. Keuning, Mevr. A., Leeuwarden. Horsthuis, Th., 's-Heerenberg. Keuning, J. D., Schiedam. Hout, J. van, Oosterend. Key, H. H., 's-Gravenhage. Hoytema, H. W. van, Gulemborg. Huber, Mr. F. G. A., 's-Gravenhage Kieisfcra, H. B., Wieringerwerf. Kiers, Mr. Dr. Luc, Leeuwarden. Huizinga, Dr. H., Leeuwarden. Hunger, Dr. F. W. T., Voorschoten. Kiestra, C, Leeuwarden. Kinderman, A., Hardegarijp. Hrjenga, J., Leeuwarden. Kingma, G., Leeuwarden. Hrjgenaar, P. J., Huizum. Kingma, H., Gorredijk. Hijmans, B. L., Leeuwarden. Kingma, H. R., Bolsward. Kingma, J. M., Leeuwarden. Idema, Prof. Mr. H., Gouda. Kingma, Y. P., Leeuwarden. Idsardi, Mej. E. W., Hardegarijp. Klaasen, J. H., Leeuwarden. Idzerda, S., Huizum. Klaasesz, K., Olterterp. Klaver, J., Hardegarijp. Jaarsma, W., Leeuwarden. Kleffens, Mr. A. van, Wassenaar. Jager, T. J. de, Amsterdam. Kleffens, Mr. E. N. van, Jansen, J. F., Leeuwarden. Jansma, Dr. J. R., Hilversum. 's-Gravenhage. Jelgerhuis SWildens, Dr. J. H., Kleffens, Mr. P. van, Zwolle. Amsterdam. Kloos, P. H., Leeuwarden. Kloppenborg, Mej. Dra. J., Jollema, R., Sexbierum. Jong, Mej. A. J. C. de, Leeuwarden. Groningen. Jong, C. J. de, St. Nicolaasga. Klijnsma, A., Tuk o.d Steenwijk. Jong, E. D. de, Joure. Koek, H. C, Heerenveen. Jong, H. de, Leeuwarden. Kok, J. de, Sneek. Jong, J. de, Ylst. Koksma, Prof. Dr. J. F., Jong, Mgr. Dr. J. de, Utrecht. Amsterdam. Jong, J. H. de, De Bilt (Utr.) Koning Jr., W., Franeker. Jong, J. J. de, Stiens. Kooi, K. M. van der, Dronrijp. Jong, Menno A. de, Rossum (Gld.). Kooistra, J. A., Witmarsum. Jong, R. P. de,' O. Nijega. Kooistra, U., Leeuwarden. Jong, S. W. de, Bolsward. Kools, E. M. F., Leeuwarden. Jong, W. R. de, Schalkhaar. Koopal, W. J., Engelum. Jonker, Alb., Dokkum. Koopmans, D. J., Leeuwarden. Jorritsma, H., Leeuwarden. Koopmans, J. W., Leeuwarden.
31 Koopmans, U., Leeuwarden. Korthals, Mej. J. M., Leeuwarden. Kramer, Dr. C, Leeuwarden. Kramer, D., Wirdum. Kramer, Drs. G., Assen. Kremer, Ds. J., Leeuwarden. Kronenberg, Mr. G. E., Leeuwarden. Kruisinga, H. J., Marssum. Kuipers, Mr. H. W., Wommels. Klimmer, J. Th., Leeuwarden. Kuperus, G. H., Heerenveen. Kuperus, H., Sexbierum. Kuperus, Fa. K. N., Marssum. Kwast, J., Berlikum.
Meulen, Mr. A. A. M. van der, Leeuwarden. Meulen, Mr. B. van der, Leeuwarden. Meulen, B. J. van der, Leeuwarden. Meulen, Mr. G. van der, Baarn. Meulen, H. van der, Leeuwarden. Meulen, Dr. Ir. J. B. van der, Marssum. Meulen, Ds. M. van der, Sneek. Meulen, Mej. Dr. R. G. van der, Leeuwarden. Mey, Mr. G. J. van der, Leeuwarden. Mey, L. D. van der, Leeuwarden. Meyer, Ir. G. W., Leeuwarden. Miedema, K., Bozum. Miedema, Dr. R., Amersfoort. Miedema, Y., Leeuwarden. Minkema, H. A., Ureterp. Moer, Dr. A. S. van der, Leeuwarden. Molen, M. R. van der, Utrecht. Molenaar, S., Leeuwarden. Moll, L. J., Huizum. Moil, P. J., Leeuwarden. Montijn, Mr. L. H. A., Olterterp. Morrema, D., Leeuwarden. Moulijn, W. C. Ph., Sexbierum. Mulder, Mr. A., Leeuwarden. Muiier, G. Haitsma, Zeist. Muller, Ir. J. A., Leeuwarden. Muller, Mr. N. H., Leeuwarden. Mylius, W., Leeuwarden.
Lambooij, Th., Leeuwarden. Lammerée, G., Enschedé. Landstra, Jr. H., Leeuwarden. Landstra, M. C, Leeuwarden. Lankhorst, A., Heeg. Lasonder, Mr. L. W. E. M., Assen. Laverman, J., Drachten. Lemstra, R. G., Leeuwarden. Lennep, Jhr. M. J. van, Naarden. Leopold, G., Driebergen. Liebert, Ir. A. H., Huizum. Lindner, A. M. C, Leeuwarden. Lomars, L. D. C, Enschedé. Lonneman, Ir. R., Zeist. Loopstra, C. J., Beetsterzwaag. Looyenga, D. L., Leeuwarden. Lugt, D. C. A., Zierikzee. Luinstra, Drs. A., 's-Gravenhage. Lijbering, J., St. Anna Parochie. Lycklama à Nijeholt, Mr. G. J., Nammensma, S., Wommels. Rotterdam. Nauta, Prof. Dr. D., Amsterdam. Nauta, Tj., Wassenaar. Maar, geb. Reitsrna, Mevr. A. de, Bloemendaal. Nieuwland, H., Huizum. Noordenibos, Prof. Dr. W., Maathuis, A. G., Warga. Amsterdam. Maître, J. J. la, Leeuwarden. Marra, P. A., St. Jacobi Parochie. Noordhoff, P., Leeuwarden. Nubé, Ir. A. H., Leeuwarden. • Martens, J., Almelo. Nubé, Mr. G. R., Leeuwarden. Meek, M. O., Leeuwarden. Nrjdam, R., Jorwerd. Memdersma, Mr. E., Zutphen. Nijhoff Sr., Wouter, 's-Gravenhage Meinsma, S., Leeuwarden. Meintema-geb. Visser, Mevr. de Wed. C. A., Leeuwarden. Obreen, Mr. H. T., Leiden. Menalda, Mr. C. B., Leeuwarden. Menalda, Dr. F. A., Aerdenhout. ! Okkinga, K., Harlingen. Menalda, Mr. H. H., Leeuwarden. : Okma, Mr. D. H., Leeuwarden. Mensonides, S. S., Warffum (Gr.). Oldekamp, Jan, Rfjssen.
Oosten, Dr. M. S. van, Rotterdam. Oosterbaan, D., Franeker. Oosterbaan, J., Leeuwarden. Oosterbaan, J. F., Drachten. Oosterbaan, Ir. W., Tzummarum. Oosterhof, A. P., Leeuwarden. Oosterhoff, Mr. W. J., Leeuwarden. Oosting, Mej, A. V. Bieruma, Oranjewoud. Oosting, G. F. Bieruma, Oranjewoud. Oppedijk, Mr. J., IJlst. Oppedijk, L., Santpoort. Osinga, A. J., Bolsward. Osinga, D. D., Leeuwarden. Ottema, N., Leeuwarden. Otter, P. G., Tjalleberd. Oudheidkamer „Heerenveen", Heerenveen. Ovaa, C, Sneek. Overmeer, T. W., Leeuwarden. Pasma, C, 's-Gravenhage. Pasma, l.i. Ir. W., Groningen. Peereboom, J., Buitenpost. Perk, C. B., Augustinusga. Phaff, Dr. I. M. L., Huizum. Piebenga, J., Leeuwarden. Poel, Ir. A. W. van der, Sneek. Poelstra, Mr. P. D., Leeuwarden. Poelstra, T., Bilthoven. Polet, F., Leeuwarden. Pollema-Tromp, Mevr., Leeuwarden. Poortenaar, J. H., Nes (Ameland). Poortinga, Dr. Y., Menaldum. Poortman, Ir. H. E. Ch., Leeuwarden Poppinga, J. H., Beetsterzwaag. Posthumus, Prof. Mr. N. W., Amsterdam. Postma, D., Groningen. Postma, Dr. H., Zeist. Postma, K., Dockum. Postma, R. S., Enkhuizen. Praamsma, J. M., Kollum. Prakke, H. J., Assen. Prins, Mr. E. Willinge, Oldeberkoop. Prins, P. L. Willinge, Anlo (Dr.). Quast, Ds.'K. J., Goutum.
Raaij, C. van, Leeuwarden. Rab, F. C, Vlieland. Reenalda, P., 's-Gravenhage. Regnery, S. J., Leeuwarden. Reinders, Mej. H. D., De Koog (Texel). Reindersma, W., 's-Gravenhage. Reitsma, E., Leeuwarden. Reitsma, Dr. K., Leiden. Reitsma, R., Witmarsum. Rengers, C. C. A. A. van Weideren Baronesse, Leeuwarden. Rengers, Dr. E. van Weideren Baron, IJsbrechtum. Rengers, A. Looxma van Weideren Baron, Amersfoort. Rienks, geb. Palsma, Mevr. Wed. J., Leeuwarden. Rienks, Ir. K. A., Leeuwarden. Riepma, Mr. H. H., Edam. Rinia, Ir. H., Eindhoven. Rinia van Nauta, C. F. F., Arnhem. Roëll, Mr. W. Baron, Bosch en Duin. Roelofs, Dr. E. F., Leeuwarden. Rohling, A. E., Leeuwarden. Romer, Dr. P. C, Leeuwarden. Romer, Mr. R., Leeuwarden. Romkes, L., Leeuwarden. Roorda, L., Arnhem. Roorda, R. S., Leeuwarden. Ruiter, Ds. J. N. de, Sneek. Ruitinga, Prof. Dr. P., Amsterdam. Rutgers v. Rozenburg, Jhr. Mr. D., Maarssen (Utr.). Rutgers, Mr. Joh., Leeuwarden. Ruyven, Ir. F. E. van, Harlingen. Rijdt, C. N. van de, Leeuwarden. Rijksmuseum, (Het Nederlandsch Openlucht Museum), Arnhem. Saarloos, Chr. van, Franeker. Salverda, M., Kollum. Sanders, Mej. Dra. M .J. E., Heemstede. Sannes, H., Giekerk. Santema, O., Huizum. Santema, R., Tietjerk. Sas, J. L., Huizum. Schaaf, Mr. J. van der, Leeuwarden Schaafsma, A. J., Beverwijk. Schaafsma, Th., Huizum.
33 Schaapman, E. G., Leeuwarden. Scheepstra, Ds. C. G., Ried. Scheepstra, G., Huizum. Scheepstra, S. H., Groningen. Scheepstra, U., Amersfoort. Scheltema, W. P., Oudeschaot. Schippers, H. K., Drachten. Schipperfjn, Mr. H. W. A., Leeuwarden. Scholte, Ds. G. W., Jelsum. Scholte, Mej. Dra. M. F., Leeuwarden. Scholten, D. H., Hilversum. Schooleman, A. J., Leeuwarden. Schootstra, H., Leeuwarden. Schorer-geb. Jkvr. van Eijsinga, Mevr. R., Utrecht. Schoustra, S. A., Grouw. Schreuder, Mr. G. A., Amsterdam. Schreuder, Dr. O., Leeuwarden. Schuurmans, J., Huizum. Schwartzenberg en Hohenlansberg, G. W. C. D. Baron thoe, Balk. Schweigmann, J., Leeuwarden. Semplonius, D. K., Heemstede. Sevensma, Dr. T, P., Leiden. Sevenster, Prof. Dr. G., Leiden. Siccama, Drs. K. H., Bedum. Siccama, Jhr. W. J. H. Hora, Huizum. Siderius, H., Menaldum. Siebenga, J., Opeinde (Sm.). Siebesma, P., Leeuwarden. Siegenbeek van Heukelom, geb. Fockema, Mevr. de Wed. C. E., Rotterdam. Sikkema, K., Assen. Simonides, H., Wanswerd. Singendonk, W., Leeuwarden. Sinnema, K. P., Leeuwarden. Sinninghe Damsté, P. J., Huizum. Sissingh, G., Leeuwarden. Six van Wimmenum, Jhr. Ir. G. C, Laren (N.H.). Sjollema, Prof. Dr. B., Utrecht. Sjollema, Mr. H. J., Rotterdam. Sjollema, P., Leeuwarden. Slauerhoff, F., Leeuwarden. Slooten, E. A. van, Amsterdam. Slooten, H. G. van, Leeuwarden. Slooten, R. van, Leeuwarden. Sloterdfjck, J. L. van, Stiens. Sluis, A. J. van der, Sneek. III
Sluis, J. P. van -der, Gorredijk. Sluyterman, Dr. A. Æ. S., Haarlem. Smeding, A. Th., Deinum. Smid, Dr. L. J., Leeuwarden. Sminia, Jhr. H. van, Leeuwarden. Sminia, Jhr. W. J. van, Amsterdam. Sminia, Mevr. Douairière T. A. W. van Baerdt van, Oudkerk. Snijder, Mr. B. W., Leeuwarden. Spoelstra, J. H., 's-Gravenhage. Sprenger, Mr. J., Leeuwarden. Sprenger-geb. Baart de la Faille, Mevr. de Wed. M. C. J., Leeuwarden. Stakenburg, Dr. A. J., Rotterdam. Stallinga, Ir. P., Leeuwarden. Staveren, Dr. C. van, Leeuwarden. Steegstra, G., Leeuwarden. Steenhuisen, F. W., Franeker. Steensma, Dr. F. A., Amsterdam. Steenstra, T., Zutphen. Sterkenburg, J. W., Leeuwarden. Stheeman, Mr. C. W., Leeuwarden. Stoel, Dr. H., Veenwouden. Stoop, Mr. A. E., Leeuwarden. Stoop, Mr. F. C, Leeuwarden. Stoop, Mr. J. A., Leeuwarden. Storm van 's-Gravesande, Jhr. E. C, Leeuwarden. Straat, H. L., Leeuwarden. Straatsma, D., Veenwouden. Suringar, W. J. P., Groenlo. Sustring, A., Leeuwarden. Swart, Ph., Huizum. Sytsma-geb. Miedema, Mevr. de Wed. S. C, Dockum. Sytzama-geb. van der Feltz, Mevr. Th. E. Baronesse van, Brummen. Taconis, J. G., Leeuwarden. Talsma, J. J., Oosterbeek. Teeuwsen, C. J., Leeuwarden. Terpstra, Ir. G. O., Scheveningen. Terpstra, Dr. H., Hilversum. Terpstra, J. G., Tzummarum. Terpstra, Prof. Dr. P., Groningen. Terpstra, S., Giekerk. Teunissen, T. E., Dantumawoude. Thiel-geb. Oosterbaan, Mevr. van, Amsterdam. Tichelaar, Mr. P., Leeuwarden. Tiemersma, Drs. G., Groningen.
34 Tillema, Dr. H. F., Bloemendaal. Tjalma, Dr. G., Veen (N.-Br.). Tjebbes, J. W. A., Utrecht. Tombrock, R. J. L. M., Leeuwarden. Troelstra, Dr. M. N. S., Leeuwarden. Tromp, H. A., Sneek. Tuinen, S. van, Dockum. Tuinstra, B., Wommels. Ubbens, Dr. R., Sneek. Uffelie, C. J., Leeuwarden. Valkenburg, Jhr. Mr. C. C. van, Amstelveen. Veen, Mr. B. P. van der, Leeuwarden. Veen, G. K. van der, Hardegarijp. Veen, R. O. van der, Leeuwarden. Veen, Mr. W. M. Oppedijk van, Workum. Veenbaas-geb. Hogeveen, Mevr. de Wed. M., Leeuwarden. Vegte, W. F. van der, Huizum. Vegter, Ir. J. J. M., Leeuwarden. Velde, Jr. R. van der, Blaricum. Velde, W. van der, Leeuwarden. Venema, Dr. H. J., Wageningen. Venstra, T., Leeuwarden. Verkouteren, J. H. W., St. Nicolaasga. Verwey, Dr. N., Leeuwarden. Visser, Ir. D. S., Leeuwarden. Visser, M. S. E., Britsum. Visser, P., Leeuwarden. Vlieger, Ir. J., Leeuwarden. Vlietstra, J., Leeuwarden. Vlis, Ir. Ch. C. van der, Leeuwarden. Volker, Ir. F., 's-Gravenhage. Vorenkamp, Prof. Dr. A. P. A., Northampton (U.S.A.). Vos, J. de, Terschelling. Voss, Dr. A. L. Heerma van, Leeuwarden. Vossenberg, J. B., Leeuwarden. Vries, A. P. de, O.F.M., St. Jacobi Parochie. Vries, A. H. de, Sneek. Vries, D. de, Akkrum. Vries, H. de, Leeuwarden. Vries, K. B. de, Leeuwarden. Vries, P. de, Hardegarijp. Vries, P. de, Leeuwarden.
Vries, R. de, Utrecht. Vries, S. de, Britsum. Vries, Ds. S. A. de, Beek (Limb.). Vries, Tsj. Gs. de, Leeuwarden. Vries, F. H. Jansenius de, Warffum. Vrfjburg Joh.zn., G. P., Hilversum. Vrijman, L. C. 's-Gravenhage. Waal, Dr. J. W. de, Lochem. Wagenaar, Dr. K., Leeuwarden. Walda, R., Nes (Ameland). Walinga, S. G., Sneek. Walter, Ir. B. C. van Balen, Leeuwarden. Walther, C. J. L., Leeuwarden. Waringa, N. J., Apeldoorn. Waringa, S. H., Arnhem. Wartena, R., Weesp. Wartna, F. G., Bakhuizen. Wassenaar-geb. Boelstra, Mevr. R., Jelsum. Wassenaar, T., St. Jac. Parochie. Wassenbergh, Dr. A., Leeuwarden. Wassenbergh, M. L., Kollum. Waterlander, A., Oranjewoud. Wedeven, Mr. J., Leeuwarden. Weerstra, D., Leeuwarden. Weg, H. van der, Amsterdam. Werf, Ph. van der, Joure. Werff, Y. D. van der, Hallum. Westerhuis, A., Leeuwarden. Westermann, C. A., Amsterdam. Westra, P. F. J., Leeuwarden. Westra, J., Hardegarijp. Westra, Dr. S. A., Rotterdam. Westra, Tj., Tzum. Wever, Dr. H., Leeuwarden. Wever, T., Franeker. Wevers, Jr. A., Enschedé. Wiechers, Ir. S. G., Ido Ambacht. Wiegersma, M., Drachten. Wiel, A. van der, Ede. Wielenga, F., Ferwerd. Wielinga, Ds. Tj. J., Zeist. Wiersema, P., Koudum. Wiersma, Ids, Amsterdam. Wiersma, Ds. J., Augustinusga. Wiersma, Ir. J. E., Leeuwarden. Wiersma, J. P., Leeuwarden. Wigersma, H. R., St. Anna Parochie Wilbrenninck, Mr. H., Heerenveen. Willems, Drs. E., Joure. Winkelman, J., Amsterdam.
! Ydema, M, J., Hengelo (Geld.). Winsemius, Mr. J. P., Sneek. I Ykema, Dr. K. A., St. Nicolaasga. Winsemius, P. B., Leeuwarden. With, Mr. A. C. L. van Haersma de, Ypma, E., Nijmegen. Zeist. With, J. M. van Haersma de, Zeist. Zaaijer, Mr. J., 's-Gravenitage. Wits, W., Leeuwarden. Zandstra, Ir. A., Winschoten. Witsen Elias, Jhr. J. W. J., Zee, F. J. de, Groningen. Leeuwarden. Zee, F. U van der, Slappeterp. Zwart, P.'Th., Dokkum. Witteveen, A., Leeuwarden. Zwigt, A., Heerenveen. Witteveen, D., Leeuwarden. Zwijnsbergen-geb. Grundtmann, Witteveen, Ir. H. J., Drachten. Woldendorp, Drs. Jac. J., Lrjcklama à Nfjeholt, Mevr. Jkvr. Leeuwarden. A. A. C. C. de Jonge van," Wouda, Ir. D. F., Leeuwarden. Beetsterzwaag. Wouda, H. P., Wolvega. Zijlstra, Ir. B., Huizum. Woude, Ds. C. van der, Zrjlstra, Mr. Dr. B. I., Leeuwarden. 's-Gravenhage. Woude, J. van der, Hardegarijp. Zrjlstra, J., Harderwijk. Woude, Prof. Dr. W. van der, Zijlstra, W., Zwolle. Leiden. Zij pp. Ds. N. van der, Almelo. Woudstra, J., Nes (Ameland). Wrjtoenga, P., Leeuwarden. Donatrices: Andreae-geb. Zeverijn, Mevr. de Wed. M. L. Beucker, Leeuwarden Stirum-geb. van Sminia, Mevr. Gravin N. van Limburg, Wezep (Geld.).
Vos van Steenwijk, Baronesse C. J. de, Vancouver (Canada).
LIJST VAN WERKEN, UITGEGEVEN DOOR HET FRIESCH GENOOTSCHAP
Voor de leden van het Genootschap zijn onderstaande werken bij bestelling aan het Friesch Museum, Koningstr. no. 1 te Leeuwarden (postrekening Fr. Gen no. 113600), verkrijgbaar. Hun wordt slechts de helft van den aangegeven prijs berekend, behalve voor zoover betreft de met * gemerkte nummers en die waarbij een afzonderlijke ledenprijs vermeld is. Voor niet-leden zijn de voorhanden werken te verkrijgen bij den Noord-Nederlandschen Boekhandel te Leeuwarden tegen den vollen prijs. DE VRIJE FRIES, dl. I—XXXVIII naar gelang van oplaag en omvang varieert de prijs: per afl per deel ƒ 4,— — N.B. Compleet zijn slechts voorhanden de deelen II, VI, XIII, XVII, XIX en XXI—XXXVIII; verder losse afleveringen van de deelen I—III, V—VIII, XI—XXI, XXVII en XXVIII JAARVERSLAGEN, no. 1—112 ( n i e t c o m p l e e t ) de prijs varieert a.v ƒ 0,50 — MéMOIRES DE SICCO VAN GOSLINGA 1706—1711 (uitg. Mr. U. A. Evertsz en G. H. M Delprat), 1857
ƒ 2,— ƒ 11,—
ƒ 1,— ƒ 3,50
HET LEVEN VAN MENNO BARON VAN COEHOORN (uitg. Jhr. J. W. van Sypesteyn), 1860 WORP TYAERDA VAN RINSUMAGEEST's kroniek, 5e boek (uitg. Dr. J. G. Ottema), 1871 JR. FREDERICH VAN VERVOV, Eenige aanteekeningen van 't gepasseerde in de Staten-Generaal 1616—1620 (uitg. Dr. W. Bisschop en Dr. J. G. Ottema), 1874 BRIEFE DES AGGEUS DE ALBADA 1579—1584 (uitg. Dr E. Friedländer), 1874 HONDERD JAREN uit de geschiedenis der kerkhervorming en der Herv. Kerk in Friesland, door Dr. J. Reitsma, 1876 REGISTER VAN DEN AANBRENG 1511, 4 dln. (uitg. Mr I. Telting), 1879 .'... DAT BOECK VAN DEN OORSPRONCK (uitg. G H. van Borssum Waalkes), 1882 (overdr. Vr. Fries XV)' NAAMLIJST DER PREDIKANTEN van de Hervormde gemeenten in Friesland, 2 dln., door T. A. Romein, 1886—1888 REGISTER VAN DE GEESTELIJKE OPKOMSTEN VAN OOSTERGO (uitg. Dr. J Reitsma), 1888 ALTOSTFRIESISCHE GRAMMATIK, door W. L. van Helten, 1890 AANVULLINGEN EN VERBETERINGEN van Romein's Naamlijst, door Dr. S. D. van Veen, 1892
ƒ 2,50 ƒ 2,50 ƒ2,ƒ 2,ƒ 3,— ƒ 20,— ƒ 1,50 ƒ 7,50 ƒ 3,50 ƒ 10,— ƒ 1,50
37
>
NALEZING op de Nieuwe Naamlijst van grietmannen, door Mr. A. J. Andreae, 1893 GESCHIEDENIS VAN OUD-FRIESLAND, door Mr. Ph. van Blom, 1900 (afl. 4 Vr. Fries XIX) ARMENGOEDEREN EN ARMBESTUREN IN FRIESLAND, door Mr. p . c . J. A. Boeles, 1902 (overdr Vr. Fries XX) EPISTEL TOTTEN FRIESEN (uitg. G. H. v. Borssurn Waalkes), 1903 DE FRIESCHE TERPEN I, door Mr. P. C. J. A. Boeles (geïll.), 1906 (overdr. Vr. Fries XX) FRIESISCHE PAPSTURKUNDEN (uitg. Dr H. Reimers), 1908 FRIESLAND IN DEN ROMEINSCHEN TIJD, door Prof. Dr. C. W. Vollgraff en Mr. P. C. J A. Boeles, 1917 (overdr. Vr. Fries XXV) ' DE FRIESCHE MAJOLICA NA 1670, door N. O t t e m a (geïll.), 1920 (overdr. Vr. Fries XXVII) BIJDRAGE TOT DE UURWERKMAKERSKUNST IN FRIESLAND, door Nw Ottema! (geïlk), 1923 (overdr. Vr. Fries XXVII) GEDENKSCHRIFT EEUWFEEST FR. GENOOTSCHAP, door Mej. R. Visscher, M. W. Vieweg, N. Ottema en Mr. P C. J. A. Boeles (geïll.), 1927 (overdr. Vr Fries XXVIII)' FRIESCH ZILVER, door N. O t t e m a (geïll.), 1927 (overdr. Gedenkschr.) JAARLETTERS EN MERKEN VAN FRIESCH ZILVER, door N. Ottema (geïll.), 1927 (overdr. Gedenkschr.) DE AUTEUR VAN HET OERA-LINDA-BOEK, door Mr. P. C. J. A. Boeles (geïll.), 1928 (overdr. Vr. Fries XXVIII) DE HOUDING VAN EELCO VERWIJS t.o.v. h e t Oera-Linda-Boek en h e t Friesch Genootschap, door Mr. P. C. J. A Boeles, 1931 (overdr. Vr. Fries XXX) ' DE FRIESCHE KLEIHOEVE, door Dr. O. Postma (14 k r t n . ) , 1934 GYSBERT JAPICX WIRKEN (uitg. J. H. Brouwer, Dr. J. H a a n t jes en P. Sipma) (geïll.) dl. I, tekstuitgave 1936, geb. luxe uitgave v o o r l e d e n ƒ4,75 ( l u x e u i t g a v e ƒ9,—) plus porto. DE BOUWGESCHIEDENIS VAN HET EYSINGAHUIS, t h a n s Friesch Museum, door Mr P. C. J. A. Boeles (geïll.), 1939 overdr. Vr. Fries XXXV) '. DIE LATEINISCHE VORLAGE DER GESTA FRISIORUM (uitg. Dr. H. Reimers) (geïll.), 1939 (overdr. Vr. Fries XXXV) DE MUURSCHILDERINGEN IN DE GALILEëRKERK TE LEEUWARDEN, door Dr. B. Knipping o.fjm. (geïll.), 1941 (overdr. Vr Fries XXXVI) HET OUDE TINGIETERSBEDRIJF IN FRIESLAND, door Dr. A. Wassenbergh (geïll.), 1943 (overdr. Vr. Fries XXXVII) HET FRIESCHE BOERENHUIS IN TWINTIG EEUWEN (2e dr.), door S. J. van der Molen (met naschrift door Mr. P. C J. A. Boeles) (geïll.) '... v o o r l e d e n ƒ 3,50
ƒ 2— ƒ 5,— ƒ 2,— ƒ 1,50 ƒ 2,50 ƒ 5,— ƒ 2,50 ƒ 2,— ƒ 2,— ƒ3,— ƒ 3,— ƒ 0,75 ƒ 1,50 ƒ 1,50 ƒ 5,— ƒ 6,25 ƒ 12,50
ƒ 1,— ƒ 1,— ƒ 1,— ƒ 1,— ƒ 5,—
38 ^CATALOGUS DER BIBLIOTHEEK v a n h e t Fr. Genootschap (2e vervolg), 1871 *BEKN. CATALOGUS ORANJE-NASSAU-TENTOONSTELLÏNG, door Mr. P C. J. A. Boeles, 1898 'CATALOGUS TENTOONSTELLING VAN ANTIEKE GOUD- EN ZILVERSMIDSWERKEN (door Mr. P. C. J. A. Boeles en S. Wigersma Hz.), 1900 '•"CATALOGUS TENTOONSTELLING VAN MODERNE MEDAILLES EN PLAQUETTEN, 1900 •CATALOGUS TENTOONSTELLING TEN BATE VAN HEREMASTATE TE JOURE (geïll.), 1912 "CATALOGUS KANT-TENTOONSTELLING, 1922 *HET OUDE ZUIVELBEDRIJF IN HET FRIESCH MUSEUM, door N. O t t e m a (geïll.), 1926 •CATALOGUS TENTOONSTELLING VAN FRIESCH ZILVER, (2e dr.) door N. Ottema, M. W. Vieweg en D. Draaisma, 1927 «CATALOGUS HERDENKINGSTENTOONSTELLING-LAMBERT JACOBSZ., door Dr. A. Wassenbergh (geïll.), 1936 *CATALOGUS TENTOONSTELLING DE FRIESCHE IJSSPORT. door Dr. A. Wassenbergh, 1938 *GIDS MUSEUM STANIA-STATE (3e dr.), door Dr. A. Wassenbergh (geïll.), 1939 'CATALOGUS TENTOONSTELLING HEDENDAAGSCHE FRIESCHE KUNST, door Dr. A. Wassenbergh, 1940 * CATALOGUS ZOMER-TENTOONSTELLING VAN FRIESCHE KUNSTENAARS, door Dr. A Wassenbergh, 1941 •CATALOGUS TENTOONSTELLING FRIESCHE HERALDIEK, door Dr. A. L. Heerma van Voss en Dr. A. Wassenbergh (geïll.), 1942 *MUSEUM GUIDE (Frisian Museum, Princessehof Museum, Pier Pander Temple and Museum of Natural History), door Dr. A. Wassenbergh, Mr. P. C. J. A. Boeles, N. Ottema e.a. (geïll.), 1945 Tevens is v e r k r i j g b a a r : ANDREAE TIARAE ANNOTATIONES Hervormimg-1696 (uitg. G. H. van Borssum Waalkes, m e t steun van h e t Friesch Genootschap), 1894
ƒ 0,25 ƒ 0,10 ƒ 0,25 ƒ 0,15 ƒ 0,10 ƒ 0,20 ƒ 0,25 ƒ 0.50 ƒ 0,25 f 0.20 ƒ 0,30 ƒ 0,15 ƒ 0,15 ƒ 0,50
ƒ 0,40
ƒ 5,—
U i t v e r k o c h t zijn: FRIESCH JIERBOECKJEN, 1829—1831. 1833—1835. JANCKO DOUWAMA'S GESCHRIFTEN (uitg. F. D. Fontein, H. Amersfoordt en Mr. A. Deketh), 1830—1849. THET FRESKE RUM (uitg E. Epkema), 1835. GESTA FRESONUM (uitg. Mr. J. W. de Crane), 1837. Jr. FREDRICH VAN VERVOV, Enige gedenckweerdige geschiedenissen 1568—1610 (uitg. Mr. A. Telting, W Eekhoff e.a.), 1841. OUDE FRIESCHE WETTEN (uitg. J h r . ' M r . M de H a a n H e t t e m a ) , 1846—1851.
39 WORP TYAERDA VAN RINSUMAGEEST, Vier boeken Chronyfcen van Friesland (uitg. Dr. J. G. O t t e m a ) , 1847—1850. DIE OLDE FREESCHE CRONIKE, GESTA FRISIORUM en ALVINI TRACTATUS (uitg. wijl. E. Epkema en Dr. J. G. O t t e m a ) , 1853. PROELIARIUS of Strijdboek der oorlogen in Friesland 1485—1517 (uitg. Dr. J. G O t t e m a ) , 1855. DE LEX FRISIONUM (uitg. Dr. K. Freiherr von Richthofen), 1866. FRIESCHE OUDHEDEN (door W Eekhoff), 1875. FRIESLAND'S HOOGESCHOOL' EN HET RIJKS-ATHENAEUM TE FRANEKER, door Mr. W B. S. Boeles, 1878—1889. GEDENKSCHRIFTEN VAN DE' ABDIJ MARIëNGAARDE (uitg. A. W. Wybrands), 1879. HET FRIESCHE BOERENHUIS, door K. Uilkema, 1916. FRIESLAND TOT DE ELFDE EEUW, door Mr P. C. J. A. Boeles (geïll.), 1927. GIDS DOOR DE KUNSTVERZAMELING-BISSCHOP, door Mr. P. C. J. A. Boeles (geïll.), 1915.