Normatieve kapitaallastencomponenten: Presentatie van de uitkomsten van de macroen micro-analyse
Tussenrapportage
15 juni 2006
Bart Simmelink (CTG-ZAio) Arjan Tuin (CTG-ZAio) Robbert Polet (CTG-ZAio) Jan Haverkamp (CTG-ZAio) Leo Mimpen (CBZ) Ewald Knoors (CBZ) Henri Rutgers (SDO) Rene Scheurwater (SDO)
Inleiding ...........................................................................................................................................2 1. Opmerkingen vooraf ................................................................................................................4 2. Analyse van de gevolgen op macroniveau ...............................................................................5 2.1 Verwachte verschillen met het huidige macro budget .........................................................5 2.2 Kwantitatieve uitkomsten van de macro-analyse.................................................................5 2.3 Uitkomsten van de analyse op het niveau van de categorieën .............................................7 3. Analyse van de gevolgen op microniveau................................................................................9 3.1 Verwachte verschillen op microniveau ................................................................................9 3.1.1 DBC-productie .................................................................................................................9 3.1.2 Afschrijvingsduur van de gebouwen................................................................................9 3.1.3 Renovatie........................................................................................................................10 3.2 Kwantitatieve uitkomsten op het niveau van individuele ziekenhuizen ............................10 Verklarende woordenlijst .......................................................................................................11 Bijlage 1: Achtergrond en reeds opgeleverde producten .......................................................12 Bijlage 2: Methodiek, gegevensbestanden en veronderstellingen .........................................14 Bijlage 3: Indeling algemene ziekenhuizen over de categoriën .............................................20 Bijlage 4: Schematische weergave epb-methode ...................................................................23 Bijlage 5: Tabel 1 ...................................................................................................................24 Bijlage 6: Tabel 2 ...................................................................................................................25
1
INLEIDING
Begin juni 2006 is de notitie "Normatieve kapitaallastencomponenten: prestaties op juiste waarde geschat" en onderliggende notities aan het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport aangeboden. In de notities wordt beschreven op welke wijze de NKC's kunnen worden vastgesteld.1 In overeenstemming met het gewijzigde plan van aanpak worden in deze notitie de gevolgen van de invoer van de NKC's voor de algemene ziekenhuizen gepresenteerd. Deze analyse is zowel kwalitatief als kwantitatief van aard en betreft een analyse op macro- en microniveau (individuele instellingen). In de analyses wordt een vergelijking gemaakt tussen de kapitaallastenvergoeding op basis van de NKC's en de in de aanvaardbare kosten opgenomen vergoeding voor kapitaallasten. Hierbij wordt alleen rekening gehouden met een vergoeding voor de kapitaallasten van de Wet tarieven gezondheidszorg (Wtg) en de Wet ziekenhuisvoorzieningen (Wzv) gefinancierde bouw. De zogenoemde niet-noodzakelijke bestanddelen (parkeergarages e.d.) en eventuele "zwart" bouw dienen door het ziekenhuis uit andere bronnen te worden gefinancierd. Analyse op basis van beperkte hoeveelheid gegevens Voor het maken van een betrouwbare schatting van de gevolgen van de invoer van de NKC's voor ziekenhuizen zijn voldoende en juiste gegevens noodzakelijk. Helaas waren deze gegevens niet voorhanden doordat slechts een deel van de ziekenhuizen DBC-gegevens aan het DIS heeft aangeleverd. Bovendien bevatten de gegevens niet de volledige productie van de betreffende ziekenhuizen. Daarom is noodgedwongen gebruik gemaakt van schattingen, gemiddelden en verhoudingsgetallen die zijn gebaseerd op gegevensbestanden van beperkte omvang. Het gevolg hiervan is dat de conclusies met enige voorzichtigheid moeten worden getrokken. Dit geldt in mindere mate voor de uitkomsten van de macro-analyse aangezien hierop een aantal controleberekeningen is uitgevoerd en instellingspecifieke afwijkingen (plussen en minnen) tegen elkaar wegvallen. Huidige notitie is een tussenrapportage Het trekken van conclusies op instellingsniveau (de micro-analyse) is nog niet mogelijk gezien de beperkte beschikbaarheid van de gegevens en de vooronderstellingen die bij de berekeningen zijn gemaakt. Daarom dient deze notitie als een tussenrapportage te worden beschouwd die informeert over de effecten op macroniveau. De verwachting is dat binnen afzienbare termijn meer DBCgegevens van ziekenhuizen beschikbaar komen. Stichting DBC-onderhoud (SDO) voert op dit moment een controle uit op de kwaliteit van recent ontvangen DBC-gegevens. Als de kwaliteit voldoende blijkt te zijn kunnen de schattingen en verhoudingsgetallen worden gebaseerd op meer gegevens, waardoor de voorspellende waarde van de analyse toeneemt. Indien dit het geval is, wordt voorgesteld om in het najaar een herziene analyse uit te brengen van de effecten van de invoering van de NKC's op instellingsniveau.
1
Zie bijlage 1 voor meer informatie over het vaststellen van de nkc's en de gebruikte uitgangspunten.
2
Analyse voor academische ziekenhuizen in een latere fase In de rapportage wordt aandacht besteed aan de analyse van de gevolgen van de invoering van de NKC's voor algemene ziekenhuizen. Het analyseren van de gevolgen voor de academische ziekenhuizen vindt in een latere fase plaats als enkele aspecten die specifiek gelden voor de academische ziekenhuizen verder zijn uitgewerkt. Het betreft hier onderwerpen als de academische component, financiering vanuit het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen en het DHAZ-kader (deregulering huisvesting academische ziekenhuizen) die de analyse beïnvloeden. Nog geen evaluatie van de gekozen uitgangspunten De uitkomsten van de analyses zijn van belang bij het toetsen van de gekozen uitgangspunten bij het vaststellen van de NKC's (afschrijvingstermijn, vermogenskostenvoet, etc). Zoals reeds aangegeven in de notitie over de normatieve kapitaallastencomponenten kunnen de uitkomsten aanleiding geven tot het bijstellen van de uitgangspunten. Aangezien de onderhavige notitie een tussenrapportage is, heeft een evaluatie van de gekozen uitgangspunten nog niet plaatsgevonden. Als ook de uitkomsten van de analyse op microniveau bekend zijn, waarschijnlijk najaar 2006, kan deze evaluatie alsnog plaats vinden.
3
1.
OPMERKINGEN VOORAF
In deze notitie worden de uitkomsten van de analyses van de gevolgen van de invoering van de NKC's voor de ziekenhuizen beschreven. De analyses hebben op twee niveaus, macro en micro, plaatsgevonden. Onder macro-analyse wordt verstaan de analyse van de gevolgen voor de algemene ziekenhuizen gezamenlijk2. De micro-analyse heeft betrekking op de gevolgen voor zowel categorieën van instellingen (klein algemeen, groot algemeen, topklinisch) als individuele instellingen. De uitkomsten van de macro-analyse worden beschreven in hoofdstuk 2. Hoofdstuk 3 is gewijd aan de effecten van de invoering van de NKC's op microniveau. Voorafgaande aan de presentatie van de kwantitatieve uitkomsten komen de verwachtingen op basis van een kwalitatieve analyse aan bod. De kwalitatieve analyse beschrijft de verwachte uitkomsten op grond van de wijzigingen die zijn doorgevoerd in de uitgangspunten (bijvoorbeeld verkorting van de afschrijvingstermijnen). Vervolgens wordt geanalyseerd of de kwantitatieve uitkomsten corresponderen met de kwalitatieve verwachtingen. Zoals reeds beschreven in de inleiding waren de benodigde gegevens voor het maken van een betrouwbare analyse op microniveau niet voorhanden. In bijlage 2 staat uitgebreid beschreven op welke wijze de effectanalyse heeft plaatsgevonden. Indien meer betrouwbare gegevens over de DBC-productie van individuele ziekenhuizen beschikbaar komen, kan een aanzienlijk betere inschatting van de gevolgen van de invoering van NKC's voor de ziekenhuizen gemaakt worden. Als gevolg van de gebruikte methode en van de controleberekeningen die zijn uitgevoerd, zijn de macro-effecten met enige zekerheid te voorspellen. Dit geldt echter niet voor de individuele effecten. Als gevolg hiervan worden alleen de kwantitatieve uitkomsten op geaggregeerd niveau gepresenteerd.3
2
In bijlage 3 worden de 90 algemene ziekenhuizen genoemd en ingedeeld naar drie verschillende categorieën. Met geaggregeerd niveau wordt bedoeld alleen de uitkomsten van de analyse op het niveau van de algemene ziekenhuizen gezamenlijk of de uitkomsten op het niveau van de categorieën van instellingen (klein algemeen, groot algemeen, topklinisch). 3
4
2.
ANALYSE VAN DE GEVOLGEN OP MACRONIVEAU
2.1 Verwachte verschillen met het huidige macro budget
De notitie "NKC's: prestaties op juiste waarde geschat" beschrijft een aantal aanpassingen van de uitgangspunten voor de berekening van de kapitaallasten voor ziekenhuizen. De belangrijkste wijzigingen zijn: - Verkorting van de afschrijvingstermijn voor diverse soorten activa en het effect daarvan op de rentekosten (afschrijvingskosten en daarmee ook de rentekosten, zullen per jaar gemiddeld genomen hoger zijn indien activa in een korte periode worden afgeschreven); - Opnemen van een risicopremie in de vermogenskostenvoet voor kapitaallasten (als extra vergoedingsverstrekking voor investeerders) leidt tot een hogere vermogenskostenvergoeding; - Het aanpassen van de vergoeding voor de investeringen in werkkapitaal in verband met de doorlooptijd van de DBC’s (een gemiddeld langere doorlooptijd van DBC's leidt tot een hoger bedrag aan werkkapitaal).4 De wijzigingen zijn ingegeven door het streven om te komen tot een meer marktconforme vergoeding voor kapitaallasten. Zonder berekeningen te maken kan al een inschatting worden gemaakt van het verwachte gevolg van de voorgestelde aanpassingen. Door de veranderende uitgangspunten (verkorte afschrijvingstermijn, toevoeging marktrisicopremie, etc.) wordt een hogere vergoeding op macroniveau voor de algemene ziekenhuizen verwacht als gevolg van de invoering van de NKC's. Immers: met het verkorten van de afschrijvingstermijn, het opnemen van een risicopremie in de vermogenskostenvoet en het aanpassen van de vergoeding door de langere doorlooptijd van de DBC's, zal de vergoeding op basis van NKC's moeten toenemen. Hoeveel hoger de vergoeding voor de ziekenhuizen moet uitvallen is echter moeilijk precies te bepalen. Een belangrijke wijziging in de systematiek betreft de koppeling van de gehele kapitaallastenvergoeding aan de productie van de ziekenhuizen. Hierdoor wordt de productiviteit van de ziekenhuizen bepalend voor de hoogte van de kapitaallastenvergoeding van de ziekenhuizen. Bij de micro-analyse in het volgende hoofdstuk wordt hier nader op ingegaan. 2.2 Kwantitatieve uitkomsten van de macro-analyse
Op basis van de hiervoor beschreven uitgangspunten is een berekening gemaakt van de effecten. In tabel 1 van bijlage 5 zijn de kwantitatieve uitkomsten op macroniveau opgenomen. In figuur 1 zijn de uitkomsten grafisch weergegeven.
4
Macro gezien heeft de verlenging van de doorlooptijden geen gevolg, aangezien de extra kosten voor de ziekenhuizen worden gecompenseerd met extra inkomsten voor de verzekeraars (doordat ziekenhuizen later betaald worden kunnen de verzekeraars langer over de gelden beschikken). Het hier geschetste beeld heeft alleen betrekking op de positie van de ziekenhuizen.
5
Figuur 1 Macro vergoeding budgetten vs NKC methode; per deelcomponent
667
700
613
Miljoen Euro (€)
600 500 400 300
277
274 228
247
200
70
100
68
37
77
Instellingsbudgetten
Sub Totaal; SOM van (1)+(2)+(3)+(4)
(4) Rente op Werkkapitaal
(3) Rente op Inventaris
(2) Rente op Vaste Activa
(1) Afschrijvingen op Vaste Activa (incl. nieuwbouw)
0
Normatieve vergoeding NKC
Toelichting en opmerkingen: •
De totale vergoeding voor kapitaallasten op basis van de NKC-methode is hoger dan via de huidige budgetten wordt verstrekt. Gezien de gewijzigde uitgangspunten voor de berekening van de NKC's, zoals hiervoor gepresenteerd (verkorting afschrijvingstermijn, risicopremie en consequenties doorlooptijd DBC´s voor werkkapitaal) is dit gevolg conform de verwachtingen.
• Per onderdeel van de kapitaallasten (zie indeling in figuur 1) verschillen de uitkomsten. Zo is de vergoeding voor afschrijvingen op vaste activa ongeveer gelijk aan de vergoeding die in 2004 in de budgetten zat. Dit sluit niet aan bij de verwachtingen. Gezien de verkorting van de afschrijvingstermijnen, die leiden tot een hoger afschrijving per jaar, was een stijging voorzien. Een verklaring voor dit effect kan liggen in het feit dat regelmatig vroegtijdige vervanging van de gebouwen plaats vindt. Hierdoor wordt nieuwbouw gepleegd voordat de officiële afschrijvingstermijnen zijn verstreken. Dit heeft inhaalafschrijvingen en daarmee hogere kosten tot gevolg. Met andere woorden de werkelijke levensduur van de vaste activa is al korter dan de officiële afschrijvingstermijn van 50 jaar. •
De rentevergoeding op vaste activa daarentegen is op basis van de normatieve benadering wel hoger. De twee posten tezamen (afschrijvingkosten plus vermogenkostenvergoeding bouw) vormen de normatieve huisvestingcomponent voor algemene ziekenhuizen welke 521 mln bedraagt. Ten opzichte van de gesommeerde 505 mln in de budgetten van instellingen nemen de gebouwgebonden vergoedingen op basis van de NKC's toe met ongeveer 3%. 6
•
Een ander opvallend effect is de stijging van de vermogenskosten voor het werkkapitaal. Deze forse stijging kan worden verklaard door het oprekken van de betalingstermijn als gevolg van de invoering van de DBC-systematiek5. De langere betalingstermijn leidt tot een aanzienlijke verhoging van de investering in werkkapitaal. Meer informatie over de aanpassing van de betalingstermijnen is te vinden in notitie "tabel B: investeringsbedragen werkkapitaal en inventaris";6
•
De totale DBC-omzet van de algemene ziekenhuizen op basis van de NKC methode komt met € 8,0 miljard circa 6,5% lager uit dan de € 8,5 miljard aan omzet op basis van aanvaardbare kosten 20047. Vooralsnog lijkt hiermee de NKC-methode een goede benadering te zijn van hetgeen nu in de budgetten als onderdeel van het Budgettair Kader Zorg wordt meegenomen. Zonder aanvullende gegevens kan echter niet geconcludeerd worden of de benadering een onderschatting is van de aantallen of dat de huidige prijzen te laag zijn vastgesteld.
2.3 Uitkomsten van de analyse op het niveau van de categorieën
Ook heeft een analyse van de uitkomsten van de invoering van de NKC's per ziekenhuiscategorie (klein algemeen, groot algemeen en topklinisch) plaatsgevonden. Hiertoe is de populatie van algemene ziekenhuizen ingedeeld in de drie genoemde categorieën. De onderverdeling van de 90 algemene ziekenhuizen in de drie categorieën wordt weergegeven in bijlage 3. De uitkomsten van de kwantitatieve analyse zijn weergegeven in figuur 2. Figuur 2 Macro vergoeding budgetten vs NKC methode; per categorie 667
700
613
Miljoen Euro (€)
600 500 400 300 200
172
193
229
243
211
230
100
Instellingsbudgetten
Normatieve vergoeding NKC
5
Zie de toelichting bij eerdere voetnoot. De notitie is als bijlage toegevoegd aan de notitie "NKC's, prestaties op juiste waarde geschat" 7 Zie ook bijlage 5, tabel 1. 6
7
Totaal Algemene Ziekenhuizen
Topklinische Ziekenhuizen (cat. 3)
Grote Ziekenhuizen (cat. 2)
Kleine Ziekenhuizen (cat. 1)
0
Toelichting en opmerking: •
Vooralsnog wordt volstaan met de opmerking dat voor alle categorieën geldt dat zij op basis van NKC's meer ontvangen dan op basis van de in de budgetten opgenomen vergoedingen. Mogelijk kunnen naar aanleiding van een analyse op basis van meer gegevens verdergaande conclusies worden getrokken.
8
3.
ANALYSE VAN DE GEVOLGEN OP MICRONIVEAU
3.1 Verwachte verschillen op microniveau
Bij het analyseren van de verschillen tussen de gebudgetteerde kapitaallastenvergoeding en de vergoeding op basis van de NKC's spelen diverse effecten door elkaar. Zo kan een afwijking worden veroorzaakt door instellingsspecifieke kenmerken zoals de nog resterende afschrijvingstermijn, recente fusies of overnames en renovaties. Maar een afwijking kan ook het gevolg zijn van het gebruik van de verhoudingsgetallen in de berekeningen of een afwijking in de efficiëntie van het ziekenhuis. Het door elkaar lopen van de effecten maakt het moeilijk om uitspraken te doen over de oorzaak van afwijkingen op het niveau van individuele ziekenhuizen. Bij de analyse van de verschillen op microniveau zijn de verwachtingen gemiddeld genomen niet anders dan de verwachtingen zoals beschreven bij de macro-analyse. Een stijging van de kapitaallastenvergoeding door de invoering van de NKC's wordt verwacht. Maar de ziekenhuis specifieke kenmerken hebben veel invloed op de uitkomsten. De belangrijkste specifieke kenmerken worden nader toegelicht. 3.1.1
DBC-productie
De meest bepalende factor voor de hoogte van de vergoeding op basis van NKC's is de productie van een ziekenhuis. Het gaat in de NKC-methodiek om de productie uitgedrukt in DBC's. Hierbij speelt de verhouding tussen de huidige budgetparameters (bijvoorbeeld: opname verpleegdagen, eerste polikliniekbezoek, dagbehandeling, etc.) en de DBC's een belangrijke rol. Een hoge productie van de "oude" productieparameters leidt niet automatisch tot een hoge DBC-productie als gevolg van efficiëntieverschillen tussen ziekenhuizen. 3.1.2
Afschrijvingsduur van de gebouwen
De NKC's zorgen voor een kostendekkende vergoeding van de kapitaallasten voor gebouwen die gebaseerd zijn op een afschrijvingsduur van 40 jaar. De NKC is zo vastgesteld dat zij gedurende de gehele levensduur van een gebouw kostendekkend is (doordat zij gedurende de looptijd stijgt). Aangezien de NKC's een gemiddelde vergoeding geven, zullen zij vaak een hogere of lagere vergoeding geven dan de werkelijke kapitaallasten van een individuele instelling. Hierbij geldt dat de mismatch tussen de NKC's en de werkelijke kosten naar verwachting het grootste is vlak na de bouw (de NKC is te laag) en aan het eind van de afschrijvingstermijn (de NKC is te hoog). Dit heeft tot gevolg dat de leeftijd van de gebouwen van een ziekenhuis mede zullen bepalen wat de gevolgen van de invoering van NKC's voor een individueel ziekenhuis zijn. De omschakeling naar een vergoeding op basis van NKC's zal voor instellingen die recentelijk nieuwbouw hebben gepleegd mogelijk een tekort gedurende de eerste jaren opleveren. Deze initiële mismatch wordt ook wel een effect ten gevolge van het “instapmoment” genoemd. Hoe met dit effect moet worden omgegaan, kan beter worden bepaald aan de hand van de uitkomsten van de meer gedegen analyse op microniveau. Deze analyse geeft naar verwachting meer inzicht in de mogelijke gevolgen voor individuele instellingen.
9
3.1.3
Renovatie
Voor renovatie geldt hetzelfde als voor de problematiek rond het instapmoment. Vlak na een renovatie zal de vergoeding op basis van een NKC waarschijnlijk te laag zijn. Dit wordt in latere jaren gecompenseerd door een overschot. Samenvattend kan worden gesteld dat van een ziekenhuis met nieuwe (of recent gerenoveerde) gebouwen een relatief hoge DBC-productie wordt verwacht. Voor een ziekenhuis dat weinig DBC's produceert en door haar nieuwe gebouwen hoge gebouwgebonden kosten heeft, kan de invoering van de NKC's leiden tot een lagere vergoeding dat zij ontvangt op basis van de huidige budgetten. 3.2 Kwantitatieve uitkomsten op het niveau van individuele ziekenhuizen
Kwantitatieve uitspraken over individuele instellingen kunnen niet worden gedaan op basis van de huidige analyse. Teveel effecten lopen door elkaar om een duidelijke oorzaak voor afwijkingen te kunnen geven. Wel geeft de analyse de indruk dat de effecten van de invoering van NKC's voor individuele instellingen met name door het instapmoment groot kunnen zijn. Ondanks het feit dat de NKC's betrekking hebben op een beperkt deel van de inkomsten van een ziekenhuis kan de impact waarschijnlijk meer dan 2% op het totale budget bedragen. Het effect van het instapmoment kan overigens zowel gedempt als versterkt worden door de productieeffecten. Om een gedegen analyse te kunnen maken van de gevolgen van de invoering van de NKC's zijn volledige gegevens over de DBC-productie van individuele ziekenhuizen noodzakelijk. Zoals reeds aangegeven, is het te verwachten dat binnen afzienbare termijn meer DBC-gegevens van ziekenhuizen beschikbaar komen. Indien na controle van SDO blijkt dat met deze gegevens kwalitatief betere verhoudingsgetallen worden geleverd, kan in het najaar een herziene analyse van de effecten van de invoering van de NKC's op instellingsniveau worden uitgebracht.
10
Verklarende woordenlijst EPB-ratio: EPB staat voor eerste polikliniekbezoek. Het aantal epb's is gelijk aan het aantal eerste contacten tussen specialisten en patiënten. Op basis van ervaringscijfers t.a.v. de verdeling van de epb's over de DBC's per specialisme kan een inschatting worden gemaakt van het aantal en soort DBC's dat door een instelling is verricht. Casemix: Verdeling van de verzameling DBC's per specialisme over de verschillende soorten DBC's binnen het specialisme. Dit heeft geen betrekking op het verschil in zorgzwaarte binnen de DBC's. O(V)P's: Inkomsten uit ondersteunende producten en overige producten (zitten ook vergoeding voor kapitaallasten in). Voorbeelden: 1e lijnsondersteuning voor huisartsen. Trajecten: Inkomsten uit producten die niet in DBC's zijn gevat maar wel vergoedingen voor kapitaallasten bevatten. Voorbeelden: "gezonde moeder" of "verkeerd bed". Totale DBC's = DIS gegevens voor 22 instellingen de rest wordt bijgeschat op basis van gerealiseerde EPB's en de landelijke casemix. DIS: DBC InformatieSysteem. hierin zijn onder meer de DBC's en verrichtingen gegevens van instellingen opgenomen Ronde 9 en 10 gegevens: Gegevens die als basis worden gebruikt voor het vaststellen van de DBC-profielen. Hierin zijn kosten en verrichtingen opgenomen.
11
Bijlage 1: Achtergrond en reeds opgeleverde producten In haar brief van 26 mei 2005 verzoekt het Ministerie van Volksgezondheid Welzijn en Sport om een nadere uitwerking van de brief "Transparante en integrale tarieven in de gezondheidszorg". In de brief wordt uitgegaan van een normatieve vergoeding voor de kapitaallasten.8 De normatieve vergoeding wordt vormgegeven door een opslag op de DBC-prijzen. Naar aanleiding van het verzoek hebben het College Bouw Ziekenhuisvoorzieningen (CBZ), College tarieven gezondheidszorg (CTG/ZAio) en Stichting DBC-onderhoud (SDO) een gezamenlijk plan van aanpak "Kapitaallasten en NKC´s" vastgesteld. In het plan wordt beschreven op welke wijze tot de vaststelling van NKC's kan worden gekomen. De NKC’s hebben betrekking op: - Een marktconforme vergoeding voor de afschrijvingskosten voor gebouwen; -
Een marktconforme vergoeding voor de afschrijvingskosten voor de inventaris en automatisering (deze zijn reeds opgenomen in de prijzen van de beschreven prestaties);9
-
Een marktconforme vergoeding voor de vermogenskosten betreffende de vaste activa;
-
Een marktconforme vergoeding voor de vermogenskosten betreffende de inventaris, automatisering en het werkkapitaal.
In de NKC is alleen een vergoeding voor de kapitaallasten van de WTG en WZV gefinancierde bouw opgenomen. De zogenoemde niet-noodzakelijke bestanddelen (parkeergarages e.d.) en eventuele "zwart" bouw dienen door het ziekenhuis uit andere financieringsbronnen te worden betaald. In de notitie "Normatieve kapitaallastencomponenten, prestaties op juiste waarde geschat" en de onderliggende notities wordt de systematiek voor het berekenen van de NKC's verder uitgewerkt. In deze bijlage is een overzicht van deze uitgangspunten opgenomen. In een uitgebreide koppelingstabel (in MS excel) worden op basis van de uitgangspunten de opslagen (parameterwaarden) voor de verrichtingen vastgesteld. Op basis van de productiegegevens van de ziekenhuizen is een inschatting te maken van de verwachte opbrengsten via de NKC-systematiek. Koppelingstabel De reeds eerder genoemde koppelingstabel is een belangrijke schakel in de vertaling van de gekozen uitgangspunten (afschrijvingstermijn, vermogenskostenvoet, etc.) naar het vaststellen van de hoogte van de NKC's. In de koppelingstabel wordt een verband gelegd tussen de uitgangspunten en de hoogte van de opslag per verrichting. De opslagen voor de verschillende soorten kapitaallasten (voor gebouwen, inventaris en werkkapitaal) worden door het model vastgesteld. Overigens wordt aan lang niet alle verrichtingen een NKC toegekend. Alleen de verrichtingen die daadwerkelijk "drivers" zijn voor de kapitaallasten komen hiervoor in
8
In eerste instantie had het verzoek van VWS alleen betrekking op de huisvestingskosten (nhc's). In overleg met de betrokken uitvoerende partijen (CBZ, Ctg-Zaio en SDO) is besloten alle kapitaallasten mee te nemen in de vast te stellen component (nkc's). De aanvulling betreft de kapitaallasten die betrekking hebben op het werkkapitaal en de inventaris. 9 De afschrijvingskosten voor de inventaris maken al deel uit van de DBC-prijzen. De mediane kostprijzen die de basis vormen voor de berekening van de DBC-prijzen bevatten reeds een compensatie voor deze kosten. In de nkc's zijn wel de vermogenskosten (een vergoeding voor de investeringen in inventaris) opgenomen.
12
aanmerking. Door de uitkomsten van de koppelingstabel (opslagen per verrichting) te combineren met de zorgprofielen van de DBC's kunnen de NKC's per DBC worden bepaald. Uitgangspunten van de NKC-berekening Bij het berekenen van de NKC's zijn de volgende uitgangspunten gebruikt. Vierkante meterprijs nieuwbouw: Voor de berekening van de vierkante meter prijs nieuwbouw en grondkosten gelden de volgende bedragen: Verrichting
Nieuwbouwkosten per verrichting
Maximale grondkosten per verrichting
Dagverplegingsdagen
€ 178,--
€ 17,--
Verpleegdagen (1)
€ 411,--
€ 40,--
Polikliniekbezoeken
€ 118,--
€ 12,--
Operatie (eenheden)
€ 124,--
€ 9,--
€ 53,--
€ 4,--
Verrichtingen diagnostiek (2)
beeldvormende
(1) meerkosten per beademingsdag: € 1.905,-(2) meerkosten per MRI/CT-verrichting € 12,-Afschrijvingstermijnen activa: Categorie
Afschrijvingstermijn (in jaren) 40 25 20 20 20 10 20 5 10
Gebouwen Immateriële vaste activa (startkosten) Terreinvoorzieningen Installaties Verbouwingen Instandhouding onderhoud Instandhouding/trekkingsrechten renovatie Inventaris automatisering Inventaris (excl. automatisering) Afschrijvingsmethode: Lineair
Waarderingsmethode: Vervangingswaarde met een adjustment factor. Deze methode benadert een waarding van de activa op basis van gemiddelde historische kostprijs. WACC: De Weighted Average Cost of Capital bedraagt 4,5%.
13
Bijlage 2: Methodiek, gegevensbestanden en veronderstellingen Het doel van de macro- en microanalyse is om een inschatting te maken van de gevolgen van de invoering van de NKC's voor de ziekenhuizen. Om de gevolgen te bepalen wordt een vergelijking gemaakt tussen de in de budgetten (de aanvaardbare kosten10) opgenomen kapitaallasten-vergoeding voor de ziekenhuizen in 2004 en de inkomsten die zij zouden genereren via de NKC's gebaseerd op de productie van 200411. Het maken van een betrouwbare analyse stelt echter grote eisen aan de systematiek en de beschikbaarheid van gegevens. Beide worden in deze bijlage toegelicht. Methodiek Door het vaststellen van NKC's wordt invulling gegeven aan het streven om te komen tot integrale kostprijzen voor de producten en diensten in de ziekenhuiszorg. De NKC's zijn een opslag op de DBC-tarieven waardoor deze een betere benadering van de daadwerkelijke kosten worden. Door de vergoeding voor de kapitaallasten te koppelen aan de DBC-prijzen wordt de vergoeding die een ziekenhuis voor kapitaallasten ontvangt afhankelijk van de DBC-productie. Dit is een belangrijk verschil ten opzicht van de huidige vergoedingssystematiek. Om te komen tot een schatting van de kapitaallastenvergoeding voor de ziekenhuizen in een bepaalde periode dient de volgende berekening te worden gemaakt: Totale vergoeding kapitaallasten per DBC n = NKC n(Totaal ) = ∑ NKC n(i )
Totale vergoeding kapitaallasten = ∑ DBC n ⋅ NKC n(Totaal )
i =1
n
Dit is de som van alle NKC's behorende bij de door het ziekenhuis geproduceerde DBC's in een bepaalde periode. Deze berekening van de vergoeding voor de kapitaallasten geldt voor individuele ziekenhuizen en voor verzamelingen van ziekenhuizen. Hierbij zijn de totale opbrengsten een optelling van alle geproduceerde DBC's (zowel in het A als B-segment) in een bepaalde periode vermenigvuldigd met de bijbehorende som van alle NKC's. Om de berekening te kunnen maken dient aan een aantal voorwaarden te zijn voldaan; de belangrijkste twee zijn: • De gegevens van de DBC-productie van alle ziekenhuizen in een bepaalde periode moeten bekend zijn; • Voor alle producten en diensten van de ziekenhuizen moeten DBC's en bijbehoren de NKC's beschikbaar zijn. Aangezien momenteel aan geen van beide voorwaarde wordt voldaan, is gezocht naar een systematiek die de werkelijkheid zoveel mogelijk benadert. In volgende paragraaf wordt uitgelegd op welke wijze de totale DBC-productie en de bijbehorende vergoeding voor 10
De in de aanvaardbare kosten opgenomen kostenposten komen overeen met de kosten die worden vergoed via de DBC-prijzen (incl. nkc). Het betreft bijvoorbeeld de volgende kostensoorten: loonkosten, materiële kosten, kapitaallasten en overige kosten. 11 De schatting van de productie is gebaseerd op de productiegegevens van 2004. Voor het vaststellen van het epbratio en de zorgprofielen wordt echter gebruik gemaakt van gegevens uit 2005. Hiervoor is gekozen aangezien onvoldoende betrouwbare gegevens voor 2004 beschikbaar zijn. De methodiek wordt in dit hoofdstuk nader uitgewerkt.
14
kapitaallasten worden berekend. Omdat niet alle producten en diensten van het ziekenhuis in termen van DBC’s worden uitgedrukt, moet "overige productie" worden toegevoegd aan de DBC-productie. In de inkomsten uit deze producten en diensten zitten immers ook kapitaallasten vervat. Ook aan de de methoden van het "bijschatten" wordt in deze bijlage aandacht besteed.12 Benadering van de werkelijke DBC-productie De volledige DBC-productiegegevens over 2005 zijn slechts van een deel van de ziekenhuizen beschikbaar.13 Voor de andere ziekenhuizen moeten de productiecijfers worden geschat op basis van andere beschikbare gegevens. Gekozen is voor een systeem dat aansluit bij de registratie van de eerste polikliniek bezoeken (epb). Het aantal epb's is een vastlegging van het aantal eerste contacten tussen specialisten en patiënten en daarmee een goede schatting van de productie van een ziekenhuis. Op basis van ervaringscijfers betreffende de verhouding tussen epb's en aantallen DBC's wordt een inschatting gemaakt van het aantal DBC's dat een ziekenhuis geproduceerd heeft. Aangezien de verhoudingen tussen de epb's en de DBC's per specialisme sterk kunnen verschillen wordt bij het vaststellen van de epb-ratio's onderscheid gemaakt naar specialisme en naar categorie instelling. De productie per specialisme wordt op basis van het epb-ratio per specialisme geschat. Een optelling van de productie per specialisme leidt tot een schatting van de totale DBC-productie van een ziekenhuis:
Totale DBC productie = ∑ EPBs ⋅ DBC / EPB Ratio s s
De beschreven systematiek wordt ook wel epb-methode genoemd. Deze methodiek is ook in 2004 gehanteerd bij de berekening van de schoning van de instellingsbudgetten voor het zogenaamde B-deel. De in deze NKC-analyse gehanteerde gegevens zijn echter gebaseerd op een groter bestand en blijken uit analyse stabieler van aard dan de in 2004 gehanteerde ratio’s. De totale DBC-productie van een ziekenhuis moet nog vermenigvuldigd worden met de gemiddelde NKC per DBC om de vergoeding voor de kapitaallasten vast te stellen. Om tot een schatting te komen wordt gebruik gemaakt van de gemiddelde NKC-bedragen per DBC per specialisme14. Ook hier wordt een onderscheid gemaakt naar specialisme en naar categorie instelling, waardoor de formule voor het vaststellen van de totale vergoeding voor de kapitaallasten per ziekenhuis luidt: Totale vergoedingkapitaallasten = ∑ EPBs ⋅ DBC / EPB Ratio s ⋅ Gemiddelde NKC per DBC s s
12
Met bijschatten wordt bedoeld het verhogen van de voor een ziekenhuis berekende DBC-productie. Zoals toegelicht is de bijschatting nodig omdat niet alle diensten en producten van een ziekenhuis in termen van DBC’s worden uitgedrukt. In het geval dat niet wordt bijgeschat dan zou de productie van een gemiddeld ziekenhuis te laag worden weergegeven. 13 In de DIS-data zijn 22 ziekenhuizen opgenomen (11 kleine algemene ziekenhuizen, 5 grote algemene ziekenhuizen, 6 topklinische ziekenhuizen). Van deze ziekenhuizen is de totale geregistreerde DBC-productie over 2005 beschikbaar. Echter onderhanden werk in de DBC-productie per 31/12/2005 is niet meegenomen, omdat deze DBC’s pas na 1/1/2006 worden gevalideerd. Voorts is onbekend wat de uitval is bij de DIS-aanlevering 14 De gemiddelde nkc-bedragen per DBC worden vastgesteld op basis van de casemix.
15
Controleberekeningen Totale ziekenhuiskosten versus de aanvaardbare kosten Om in te kunnen schatten of de berekende totale vergoeding van de kapitaallasten betrouwbaar is, is tevens een berekening van de bruto totale ziekenhuiskosten opgenomen. Deze totale ziekenhuiskosten kunnen worden vergeleken met de aanvaardbare kosten op basis van de fbbudgetten. De totale kosten worden berekend door het geschatte aantal DBC's te vermenigvuldigen met de casemix gemiddelde ziekenhuiskosten. De casemix gemiddelde ziekenhuiskosten wordt als volgt berekend:
Totale Ziekenhuiskosten = ∑ EPBs ⋅ DBC / EPB Ratio s ⋅ Gemiddelde Kosten Per DBC s s
Indien de totale ziekenhuiskosten, berekend op bovenstaande wijze, sterk afwijken van de aanvaardbare kosten is aanvullende onderzoek gewenst. Gezien de uitkomsten (verschil van 6.5 %) is dit aanvullende onderzoek niet nodig. Controle van de verhoudingsgetallen van het CBZ Op basis van de gegevens van 2004 is opnieuw berekend of de eerder vastgestelde nieuwbouwkosten per verrichting nog leiden tot de juiste uitkomsten.15 Om dit te kunnen vaststellen zijn de totale nieuwbouwkosten op basis van de DBC-methodiek (NKC's) vergeleken met de totale nieuwbouwkosten op basis van de adherentiemethode. Aangezien de uitkomsten vrijwel gelijk zijn aan die van de eerdere berekeningen is aanpassing van de uitgangspunten niet nodig. Gegevensbestanden en veronderstellingen Uit de beschrijving van de methodiek, zie voorgaande paragraaf, blijkt dat gebruik wordt gemaakt van diverse verhoudingsgetallen, teneinde een schatting te kunnen maken van de gevolgen van de invoer van de NKC's. Dit is noodzakelijk aangezien de projectgroep niet over alle benodigde gegevens (zoals volledige DBC-productie van alle ziekenhuizen) kon beschikken. Het gebruik van verhoudingsgetallen is echter niet zonder risico, hetgeen hieronder nader zal worden toegelicht.
Epb-ratio's per categorie ziekenhuis en per specialisme De epb-ratio's zijn gebaseerd op de DIS-data van 15 maart jl. betreffende gegevens over 2005 van 22 ziekenhuizen16. In de gegevensverzameling zijn de productiecijfers van 11 kleine algemene ziekenhuizen, 5 grote algemene ziekenhuizen en 6 topklinische ziekenhuizen opgenomen. In de DIS-data is het aantal DBC's (aantal en soort) per specialisme opgenomen. Door deze te vergelijken met de epb's per specialisme en per categorie ziekenhuis kan een verhoudingsgetal (het epb-ratio) worden vastgesteld.
15
zie de notitie "investeringskosten per productieparameter" Onder productiegegevens over 2005 wordt verstaan: de door DIS gevalideerde DBC's met einddatum tussen 1/1/2005 en 31/12/2005 en de daaraan gekoppelde epb-aantallen (verrichtingencode 190011).
16
16
Gebruikte gegevens Epb's per instelling en per specialisme
Gegevens bestanden FB-gegevens voor 2004 zoals aangeleverd bij CTG-ZAio
DBC's per instelling en per specialisme
DIS-data d.d. 15-03-2006
De verhoudingen tussen de epb's en de DBC's van deze algemene ziekenhuizen zijn geëxtrapoleerd naar de gehele verzameling van algemene ziekenhuizen rekening houdend met het soort ziekenhuis (klein algemeen, groot algemeen, topklinisch). Voor de DIS-data is voor elk van de 3 categorieën ziekenhuizen een representativiteitstoets uitgevoerd, waarbij met behulp van een statistische t-test geverifieerd is dat er geen significant verschil bestaat tussen medische productiviteit van de DIS-ziekenhuizen (uitgedrukt in termen van het aantal epb per fte medisch specialist) en de restgroep ziekenhuizen in Nederland. Aandachtspunten voor de micro-analyse •
Vanwege de schatting van de DBC-productie met behulp van verhoudingsgetallen is het mogelijk dat de werkelijke productie significant kan afwijken van de geschatte productie. Dit heeft tot gevolg dat de geschatte vergoeding van de kapitaallasten op basis van de NKC's afwijkt van de vergoeding op basis van de werkelijke productie van het ziekenhuis.
Casemix gemiddelde NKC-bedragen per DBC De casemix geeft een inschatting van de verdeling van het soort DBC's over de totale verzameling DBC's per specialisme. Aangezien de hoogte van de NKC per DBC sterk kan verschillen is het noodzakelijk om het totaal aantal geschatte DBC's (op basis van de epbmethode) verder onder te verdelen. De casemix is vastgesteld per categorie ziekenhuis en per specialisme op basis van de beschikbare DIS-data per 15 maart jl. betreffende de productie van 22 ziekenhuizen over 2005 vastgesteld. Met behulp van de casemix wordt per categorie ziekenhuis een gemiddelde NKC-prijs per DBC vastgesteld voor een specialisme. Gebruikte gegevens Gegevens bestanden Soorten DBC's binnen de totale verzameling DIS-data d.d. 15-03-2006, productie 2005 DBC's per specialisme en per categorie ziekenhuis
Gemiddeld zorgprofiel per DBC
Ronde 10 zorgprofielen
Een belangrijk deel van de vergoedingen voor de kapitaallasten is gekoppeld aan 5 "superverrichtingen"17 18. Bij het vaststellen van de NKC per DBC zijn de verrichtingen die deel 17
Voor meer informatie over de koppeling tussen de nkc's en de superverrichtingen wordt verwezen naar de notitie "investeringskosten per productieparameter" van het College bouw ziekenhuisvoorzieningen. 18 Een andere "driver" voor de kapitaallasten zijn de bijzondere verrichtingen.
17
uitmaken van het zorgprofiel leidend. De zorgprofielen voor de berekening van de NKC per DBC zijn afkomstig van de Ronde 10 zorgprofielen. Aandachtspunten voor de micro- en macro-analyse •
Indien in DIS niet alle verrichtingen zijn gekoppeld aan de DBC’s (zogenaamde “onderdekking” in de zorgprofielen) kan dit leiden tot onderschatting van de totale ziekenhuiskosten en NKC-bedragen van de betreffende DBC’s.
Gemiddelde kosten per DBC Voor de berekening van de landelijk gemiddelde ziekenhuiskosten per DBC is uitgegaan van de Ronde 10 zorgprofielen. Per DBC is aan de hand van het zorgprofiel voor elk van de voorkomende verrichtingen de bijdrage aan de ziekenhuiskosten berekend. Door sommatie over alle voorkomende verrichtingen in het zorgprofiel van de DBC zijn zodoende de totale ziekenhuiskosten voor de betreffende DBC vastgesteld. Vervolgens zijn per specialisme en per categorie ziekenhuizen de gemiddelde kosten per DBC berekend aan de hand van de casemixverdeling van het betreffende specialisme en categorie. Aangezien de Ronde 10 kostprijzen gebaseerd zijn op prijspeil per 1/1/2004 zijn de berekende bedragen voor de ziekenhuiskosten alsmede de NKC-bedragen voor inventaris en werkkapitaal geïndexeerd met 1,34% om te komen tot het gewenste prijspeil per 1/1/2005. Doordat in de Ronde 10 dataset de academische instellingen oververtegenwoordigd zijn in vergelijking met algemene ziekenhuizen, zijn de zorgprofielen gecorrigeerd aan de hand van de landelijke epb-verhouding voor academische en algemene ziekenhuizen. Aandachtspunten voor de micro-analyse: • •
Verschillen tussen de landelijk gemiddelde zorgprofielen die bij de huidige berekeningen is gebruikt en de specifieke zorgprofielen van de instelling of categorie instellingen. Aansluitend bij het bovengenoemde punt is het van groot belang om het verschil tussen bekostiging op basis van fb's en bekostiging op basis van DBC's in te zien. Instellingen die veel fb's produceren hoeven niet noodzakelijkerwijs veel DBC's te leveren (en andersom) . Indien een ziekenhuis inefficiënt werkt kan de verhouding tussen fb's en DBC's sterk afwijken van het landelijke gemiddelde. Door het gebruik van een landelijk gemiddelde in de huidige systematiek komen de efficiencyverschillen tussen de instellingen onvoldoende tot uitdrukking.
Correctie voor overige productie In de paragraaf over de methodiek wordt reeds toegelicht dat niet alle productie van een ziekenhuis wordt uitgedrukt in termen van DBC's. Hierdoor is het nodig om aanvullende productie-aannames te maken. Ook moeten, als gevolg van het ontbreken van gegevens, bepaalde correctie ten aanzien van de productie worden gemaakt. De belangrijkste aanvullingen en correcties worden hieronder kort beschreven.
Bijzondere verrichtingen
18
Voor een aantal bijzondere verrichtingen zijn de extra kapitaallasten "bijgeschat". De bijschatting heeft plaatst gevonden op basis van de fb-gegevens en is noodzakelijk omdat de kapitaallasten voor de betreffende verrichtingen aanzienlijk hoger zijn dan gemiddeld. Eerste lijnsproductie, o(v)p's en trajecten Ziekenhuizen verrichten diverse diensten die niet zijn opgenomen in de DBC-registratie. Zo maken de werkzaamheden die worden verricht ter ondersteuning van de huisartsen geen deel uit van de DBC's. De ziekenhuizen ontvangen hiervoor echter wel een vergoeding (incl. een vergoeding voor kapitaallasten). Deze opbrengsten zijn door het projectteam "bijgeschat" om te voorkomen dat de inkomsten te laag worden voorgesteld. Hetzelfde geldt voor o(v)p's19 en trajecten. PAAZ Er wordt geen rekening gehouden met de doorbelaste kapitaallasten voor de Psychiatrische Afdelingen van de Algemene Ziekenhuizen. Dit houdt in dat deze niet worden meegenomen in zowel de normatieve berekening van de kapitaallasten vergoeding (op basis van de NKC's) als in de gebudgetteerde vergoeding (aanvaardbare kosten). Correctie profielen voor Radiotherapie Omdat voor radiotherapie relatief weinig eerste polikliniek bezoeken geregistreerd worden zijn de uitkomsten voor dit specialisme erg gevoelig voor de gehanteerde methode. Op grond daarvan, en mede gezien het kapitaalintensieve karakter van de behandeling is besloten om voor deze produktie niet de epb-methode te hanteren, maar de berekeningen te baseren op de bij CTG/ZAio beschikbare fb-aantallen voor radiotherapie.
19
Voorbeelden van o(v)p's zijn: beademingsdagen, of "verkeerd bed"-dagen
19
Bijlage 3: Indeling algemene ziekenhuizen over de categoriën Categorie:
Instellingnummer
Instelling
Plaats
Kleine algemene ziekenhuizen 1
100
Wilhelmina Ziekenhuis
ASSEN
1
101
Delfzicht Ziekenhuis
DELFZIJL
1
102
Scheper Ziekenhuis
EMMEN
1
105
Bethesda Ziekenhuis
HOOGEVEEN
1
106
Refaja Ziekenhuis
STADSKANAAL
1
107
R.K. Ziekenhuis Sint Lucas
WINSCHOTEN
1
200
Ziekenhuis "De Sionsberg"
DOKKUM
1
201
Protestants Ziekenhuis Nij Smellinghe
DRACHTEN
1
203
Algemeen Ziekenhuis De Tjongerschans
HEERENVEEN
1
205
Sint Antonius Ziekenhuis
SNEEK
1
301
Streekziekenhuis Coevorden-Hardenberg
HARDENBERG
1
303
Diaconesseninrichting
MEPPEL
1
310
IJsselmeerziekenhuizen
EMMELOORD
1
607
Vereniging Het Ziekenhuis
VELP
1
609
Streekziekenhuis Koningin Beatrix
WINTERSWIJK
1
610
Streekziekenhuis "Zevenaar"
ZEVENAAR
1
700
Maasziekenhuis
BOXMEER
1
803
Ziekenhuis St. Jansdal
HARDERWIJK
1
900
Ziekenhuis Rivierenland
TIEL
1
906
Hofpoort Ziekenhuis
WOERDEN
1
1001
Streekziekenhuis Gooi-Noord
LAREN
1
1101
Gemini Ziekenhuis
DEN HELDER
1
1209
Rode Kruis Ziekenhuis
BEVERWIJK
1
1300
Ziekenhuis Amstelveen
AMSTELVEEN
1
1307
Slotervaartziekenhuis
AMSTERDAM
1
1316
Waterlandziekenhuis
PURMEREND AMSTERDAM
1
1318
BovenIJ Ziekenhuis
1
1322
Ant.v.Leeuwenhoek/NKI
AMSTERDAM
1
1401
Diaconessenhuis
LEIDEN
1
1502
Ziekenhuis Bronovo
DEN HAAG
1
1508
't Lange Land Ziekenhuis
ZOETERMEER
1
1700
Stichting Van Weel Bethesda Ziekenhuis
DIRKSLAND
1
1707
Havenziekenhuis
ROTTERDAM
1
1708
Ikazia Ziekenhuis
ROTTERDAM
1
1712
Ruwaard van Putten Ziekenhuis
SPIJKENISSE
1
1803
Beatrix Ziekenhuis
GORINCHEM
1
1900
Oosterscheldeziekenhuizen
GOES
1
1902
Streekziekenhuis Walcheren
VLISSINGEN
1
1906
Ziekenhuisgroep Zeeuwsch-Vlaanderen
TERNEUZEN
1
2000
Ziekenhuis Lievensberg
BERGEN OP ZOOM
1
2304
Sint Anna Ziekenhuis
GELDROP
1
2400
Sint Laurentius Ziekenhuis
ROERMOND
1
2403
Sint Jans Gasthuis
WEERT
20
Categorie:
Instellingnummer
Instelling
Plaats
ALMELO
Grote algemene ziekenhuizen 2
407
Stichting Ziekenhuisgroep Twente
2
505
Gelre ziekenhuizen
APELDOORN/ZUTPHEN
2
604
Slingeland Ziekenhuis
DOETINCHEM
2
614
De Gelderse Vallei
BENNEKOM
2
807
Meander Medisch Cenrtrum
AMERSFOORT/BAARN
2
910
Mesos ziekenhuis
UTRECHT
2
911
Diaconessenhuis/Lorentz
UTRECHT/ZEIST
2
1002
Ziekenhuis Hilversum
HILVERSUM
2
1004
Flevoziekenhuis
ALMERE
2
1102
Westfries Gasthuis
HOORN
2
1208
Spaarne Ziekenhuis
HEEMSTEDE
2
1210
Kennemer Gasthuis
HAARLEM
2
1317
Stichting Ziekenhuis De Heel
ZAANDAM
2
1403
Rijnland Ziekenhuis
LEIDERDORP
2
1509
Ziekenhuis Leyenburg
DEN HAAG
2
1602
Het Groene Hart Ziekenhuis
GOUDA
2
1705
Sint Franciscus Gasthuis
ROTTERDAM
2
1714
IJsselland Ziekenhuis
CAPELLE AAN DEN IJSSEL
2
1715
SSVZ
SCHIEDAM
2
1716
Clara/Zuiderziekenhuis
ROTTERDAM
2
1808
Albert Schweitzer Ziekenhuis
DORDRECHT
2
2006
Sint Franciscus Ziekenhuis
ROOSENDAAL
2
2009
Baronie/Ignatius/St.Joseph
BREDA/OOSTERHOUT
2
2103
TweeSteden ziekenhuis
TILBURG/WAALWIJK
2
2211
Ziekenhuis Bernhoven
OSS/VEGHEL
2
2306
Elkerliek Ziekenhuis
HELMOND
2
2404
Stichting Ziekenhuizen Venlo/Venray
VENLO
2
2505
Maaslandziekenhuis
SITTARD
Categorie:
Instellingnummer
Instelling
Plaats
Topklinische algemene ziekenhuizen 3
108
Martini Ziekenhuis
GRONINGEN
3
206
MCL/Harlingen
LEEUWARDEN ZWOLLE
3
306
Isala klinieken
3
406
Medisch Spectrum Twente
ENSCHEDE
3
502
Deventer Ziekenhuizen
DEVENTER
3
612
Ziekenhuis Rijnstate
ARNHEM
3
701
Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis
NIJMEGEN
3
901
Sint Antonius Ziekenhuis
NIEUWEGEIN
3
1100
Medisch Centrum Alkmaar
ALKMAAR
3
1320
OLVG/Ziekenverpl.
AMSTERDAM
3
1321
St.Lucas/Andreas
AMSTERDAM
3
1510
Rode Kruis Ziekenhuis
DEN HAAG
21
3
1511
R de G Groep
DELFT/VOORBURG
3
1515
Haaglanden
DEN HAAG/LEIDSCHENDAM
3
2101
Sint Elisabeth Ziekenhuis
TILBURG
3
2214
Fusie den Bosch
DEN BOSCH
3
2301
Catharina Ziekenhuis
EINDHOVEN
3
2307
Fusie Diac.Joseph
EINDHOVEN
3
2507
Atrium Medisch Centrum
HEERLEN
22
DIS-data Productie 2005
Fb-registratie CTG-ZAio
Aantal epb’s per specialisme per ziekenhuis
Totale nkc-opbrengst (in €) per spec.
Aantal epb’s per spec.
casemix
Casemix per spec
koppelingstabel Ronde 10 zorgprofielen
23
Nkc per verrichting
Zorgprofiel per dbc
Aantal dbc’s per spec.
Gemiddelde nkc per dbc per specialisme
Totale nkc-opbrengsten (in €) per specialisme op basis van dbc’s
Aantal dbc’s per spec.
Epb-ratio per specialisme
Totale nkc-opbrengsten per specialisme per ziekenhuis op basis van epb’s
Om de totale vergoeding per ziekenhuis te berekenen moeten de opbrengsten per specialisme worden opgeteld. Let op! Deze berekeningsmethode is gekozen als gevolg van het ontbreken van voldoende betrouwbare productiegegevens van ziekenhuizen. M.a.w. dit is niet de ideale methode voor het berekenen van de gevolgen van de invoering van NKC's voor ziekenhuizen.
Bijlage 4: Schematische weergave epb-methode
Bijlage 5: Tabel 1 Tabel 1
Algemene ziekenhuizen in miljoenen Euro's (€ x 1.000.000)
Instellingsbudgetten
mln €
mln €
Normatieve vergoeding NHC & NKC
Aanvaardbare Kosten *
8.543
8.013
Netto Ziekenhuiskosten **
(1) Afschrijvingen op Vaste Activa (incl. nieuwbouw) (2) Rente op Vaste Activa (3) Rente op Inventaris (4) Rente op Werkkapitaal
277 228 70 37
274 247 68 77
Afschrijvingen op Vaste Activa (incl. PM) (1) Vermogenskosten Vaste Activa (2) Vermogenskosten Inventaris (3) Vermogenskosten Werkkapitaal (4)
Sub Totaal; SOM van (1)+(2)+(3)+(4)
613
667
SOM van (1)+(2)+(3)+(4); NKC
e
* WVZ/WTG gerelateerd
** Inclusief kosten voor 1 lijn functies en Trajecten
Bron: CTG/ZAio FB-budgetten 2004, eigen bewerking
Bron: O.b.v. uitkomsten doorrekening koppelingsmodel Projectgroep NKC's
24
172
Sub Totaal; SOM van (1)+(2)+(3)+(4)
81 73 19 21 193
(1) Afschrijvingen op Vaste Activa (incl. PM) (2) Vermogenskosten Vaste Activa (3) Vermogenskosten Inventaris (4) Vermogenskosten Werkkapitaal
Sub Totaal; SOM van (1)+(2)+(3)+(4)
** Inclusief kosten voor 1e lijn functies en Trajecten
2.295
Netto Ziekenhuiskosten **
Normatieve vergoeding NKC in miljoenen Euro's (€ x 1.000.000)
25
Bron: O.b.v. uitkomsten doorrekening koppelingsmodel Projectgroep NKC's
Tabel 2b
Kleine Algemene Ziekenhuizen (cat. 1)
78 65 20 10
(1) Afschrijvingen op Vaste Activa (incl. nieuwbouw) (2) Rente op Vaste Activa (3) Rente op Inventaris (4) Rente op Werkkapitaal
* WVZ/WTG gerelateerd
2.298
Kleine Algemene Ziekenhuizen (cat. 1)
Aanvaardbare Kosten *
Instellingsbudgetten per categorie in miljoenen Euro's (€ x 1.000.000)
Bron: CTG/ZAio FB-budgetten 2004, eigen bewerking
Tabel 2a
Bijlage 6: Tabel 2
243
101 91 24 27
2.857
Grote Algemene Ziekenhuizen (cat. 2)
229
109 82 25 13
3.202
Grote Algemene Ziekenhuizen (cat. 2)
230
93 83 25 29
2.861
Topklinische Algemene Ziekenhuizen (cat. 3)
211
91 82 25 13
3.043
Topklinische Algemene Ziekenhuizen (cat. 3)