Tussenbalans Landelijke werkprogramma Natuurbranden Contact
Ministerie van Veiligheid en Justitie Directie Weerbaarheidsverhoging Afdeling Risicoaanpak Drs. Alexander Heijnen Landelijk programmamanager Natuurbranden T: +316 22210970 E:
[email protected]
Aan
Zie verzendlijst Drs. Nils Ligthart E:
[email protected] Kopie aan
Datum
18 december 2012 Onderwerp
Landelijk werkprogramma Natuurbranden 2012-2016: een tussentijdse balans
Inleiding Op 11 november 2011 is in het Kröller Muller museum te Otterlo het landelijk werkprogramma Natuurbranden 2012-2016 aangeboden aan minister Opstelten van het ministerie van veiligheid en Justitie. Met dit werkprogramma willen de betrokken publieke en private partners, verbonden in de landelijke kerngroep Natuurbranden, invulling geven aan de geformuleerde acties die dienen te resulteren in een gestructureerde landelijke aanpak van het risico op natuurbranden. In deze notitie wordt de tussenbalans opgemaakt van 1 jaar landelijk werkprogramma Natuurbranden in de periode 1 december 2011 tot en met 30 november 2012. Wat is er in gang gezet, wat hebben we bereikt, wat zijn de belangrijkste leerervaringen en hoe gaan we verder in 2013. Deze notitie kent de volgende indeling: 1. 2. 3.
Aanleiding: waarom een landelijk werkprogramma Natuurbranden Doelen en bereikte opbrengst en resultaten Verbindingen met andere dossiers
4. 5. 6.
Aandachtspunten uitvoering landelijk werkprogramma Focus in 2013 Conclusie en vervolgacties
1. Aanleiding: waarom een landelijk werkprogramma Natuurbranden De legitimatie van het investeren in het thema Natuurbranden is gelegen in:
De opname van het incidentscenario Natuurbrand in de Nationale Risicobeoordeling met een waarschijnlijkheidsbeoordeling van gemiddeld 4% per jaar dat een brand uitgroeit tot onbeheersbaar en een bijbehorende forse impact fors (schade aan natuur, milieu economie). De waarschijnlijkheid op een onbeheersbare natuurbrand loopt in een droog seizoen op tot gemiddeld 50%. de feitelijke incidenten zoals die zich de afgelopen 3 jaar hebben voorgedaan bij Bergen aan Zee, Schoorl, Strabrechtse Heide, Fochteloerveen, Aamsveen, Kalmthoutse Heide, Vlieland, Radio Kootwijk en Hoog Soeren hebben voorgedaan.
1 / 11
Datum
Landelijk werkprogramma Natuurbranden
18 december 2012
De twee rapporten van de IOOV in mei 2011 over de Strabrechtse heide en het themarapport Natuurbranden inclusief de bijbehorende beleidsreactie van de minister van VenJ aan de Tweede Kamer van 19 mei 2011. De ontwikkelingen in het Nederlandse natuurbeleid en meer specifiek de gevolgen van het nieuwe natuurbeleid op de kwaliteit van het natuurbeheer plus de onderzoeken van Alterra, de universiteit van Wageningen en het Planbureau voor de Leefomgeving naar de toekomstige gevolgen van klimaatverandering op natuurbeheer vragen om aandacht in relatie tot het onderwerp natuurbranden.
Onbeheersbare natuurbranden vormen een potentiële bedreiging voor de bescherming van de gerealiseerde Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en de investeringen in de Natura2000gebieden. Natuurbranden kunnen leiden tot langdurige maatschappelijke ontwrichting in specifieke risicogebieden in Nederland. Vooral in die gebieden die zich kenmerken door een grote verwevenheid van gebruiksfuncties (wonen, werken, verblijven en recreëren) en daarmee van grote economische en maatschappelijke waarde zijn voor de regio, provincie en het hele land. 2.
Doelen en bereikte opbrengst en resultaten Op 10 november 2011 is door de bestuurders van de organisaties1 die zitting hebben in de landelijke kerngroep Natuurbranden het landelijk werkprogramma aan minister Opstelten aangeboden. De minister heeft zich voor de periode van dit werkprogramma gecommitteerd aan de uitvoering van dit programma. Voor 2012 zijn hiervoor gelden ter beschikking gesteld en is een landelijk programmamanager Natuurbranden aangesteld die namens de minister van VenJ toeziet op de voortgang, aanjaagt en daar waar nodig actief ondersteuning biedt aan de geformuleerde projecten. Per geformuleerd doel in het landelijk werkprogramma worden in onderstaande pagina’s een overzicht gegeven van de bereikte tussentijdse resultaten. Doel 1: Het realiseren een structurele interbestuurlijke samenwerkingsvorm tussen enerzijds de drie bestuurslagen en anderzijds de overheid én private partners met als doel het voorkomen en beheersen van onbeheersbare natuurbranden. Tussenbalans In de landelijke kerngroep Natuurbranden die onder voorzitterschap staat van de landelijk programmamanager Natuurbranden is deze structurele samenwerking vormgegeven. Dit overlegorgaan fungeert goed, de noodzakelijke afstemming vindt plaats en eventuele knelpunten worden hier besproken en opgelost. Succes van de landelijke kerngroep is gelegen in het feit dat zaken bespreekbaar worden gemaakt. Discussies over verantwoordelijkheidsverdeling worden aan de hand van concrete praktijksituaties gevoerd, maar dienen nog wel in 1 landelijke lijn te worden uitgewerkt (zie
1
Leden van de landelijke kerngroep zijn: ministeries VenJ, Defensie en EL&I, ANWB, RECRON, Bosschap,
provincies Gelderland, Noord-Holland en Noord-Brabant, Veiligheidsberaad, Genootschap van Burgemeesters, Brandweer Nederland, GHOR, Politie en het IFV io. Tevens zijn LTO Nederland en vitale infrastructuren nauw betrokken.
Landelijke kerngroep Natuurbranden 2/11
Landelijk werkprogramma Natuurbranden
Datum
18 december 2012
aandachtspunten). Feit is dat we alleen adviezen/besluiten nemen als iedere betrokken partij akkoord is. Er is sprake van toenemend bestuurlijk draagvlak. Omdat niet alle organisaties betrokken zijn binnen de landelijke kerngroep wordt, om de slagvaardigheid te behouden, periodiek actief gesproken met andere relevante partners zoals LTO Nederland en vitale infrastructuurbedrijven.
De landelijke kerngroep Natuurbranden is er in geslaagd om een integrale aanpak te formuleren waarin drie pijlers centraal staan natuurbrandpreventie, multidisciplinaire samenwerking en nafase én onderzoek en innovatie. Kern van deze samenhangende aanpak is dat alle projecten binnen het programma dusdanig met elkaar verbonden zijn dat alleen in integraliteit daadwerkelijk succes kan worden geboekt.
Doel 2: Het bieden van een platform waarbij betrokken partijen investeren in het vinden van pragmatische oplossingen voor problemen welke op korte termijn zijn op te lossen.
Tussenbalans In het landelijk werkprogramma zijn in november 2011 23 projecten geformuleerd met een actiehouder (1 van de leden van de landelijke kerngroep. Op dit moment draaien onder het landelijk werkprogramma 26 projecten waaraan VenJ in 2012 een budget van € 400.000 ter beschikking heeft gesteld. Uit dit budget wordt ook de landelijk programmamanager betaald. Stand van zaken tot 1 november 2012: Pijler 1. Natuurbrandpreventie Er vinden in vier provincies namelijk Noord-Brabant, Gelderland, Noord-Holland en Drenthe gebiedsgerichte pilots plaats in respectievelijk Loonse- en Drunense Duinen, Epe/Nunspeet, Bergen en Dwingelerveld. In deze risicogebieden heeft allereerst onder leiding van de provincies en veiligheidsregio’s een risicoanalyse plaatsgevonden met direct betrokken partners in dat gebied. Daarna is gekeken of en zo ja welke aanvullende beheersmaatregelen nodig zijn om het risico op natuurbranden terug te dringen. De uitkomsten van deze pilots worden eind 2012 gepresenteerd in de landelijke kerngroep Natuurbranden om te bezien of vanuit
Rijksniveau aanvullende maatregelen nodig zijn én leerervaringen te delen en te bundelen zodat andere provincies daar gebruik van kunnen maken. De provincie Noord Holland heeft in augustus 2012 haar Actieprogramma Natuurbranden gepresenteerd betreffende een gebiedsgerichte aanpak van natuurbranden in Bergen. Dit actieprogramma is digitaal op te vragen via www.infopuntnatuurbranden.nl
Naast deze vier provincies zijn ook positieve gesprekken gevoerd met de provincies Zuid-Holland, Zeeland en Utrecht en staan gesprekken gepland met de provincies Overijsel en Limburg. De verwachting is dat deze provincies met het onderwerp natuurbranden op termijn aan de slag gaan.
Landelijke kerngroep Natuurbranden 3/11
Datum
Landelijk werkprogramma Natuurbranden
18 december 2012
Gefaciliteerd vanuit het ministerie van VenJ en de veiligheidsregio’s Noord- en Oost Gelderland en Gelderland Midden is door alle betrokken landelijke partners binnen de landelijke kerngroep gewerkt aan het opstellen van een handreiking Landelijke Natuurbranden Boodschap. Deze handreiking is eind oktober gereed gekomen en is beschikbaar via www.infopuntnatuurbranden.nl. Deze handreiking dient, met een nog in 2013 te ontwikkelen toolbox, ondersteuning te bieden aan het in de geïdentificeerde risicogebieden met alle betrokken partners vanuit één richtinggevend kader werken aan risicocommunicatie bij natuurbranden.
In samenwerking met VenJ wordt gekoppeld aan het project CBSBrandweerstatistiek door de Brandweer Nederland en het Bosschap input aangeleverd aan het CBS om de benodigde statistische informatie op het gebied van natuurbranden te verbeteren. Door het IFV io, de veiligheids- en gezondheidsregio Gelderland Midden, Geodan en Effecties is met subsidie van VenJ sinds 2011 hard gewerkt aan het opzetten van een natuurbrandverspreidingsmodel dat de voorspelbaarheid van natuurbranden dient te vergroten. Het model is voor de vegetatie heide nu gevalideerd (onder meer bij recente branden bij Radio Kootwijk en Vlieland) en wordt eind 2012 aangeboden aan de veiligheidsregio’s. De komende jaren (tot en met 2015) wordt het model uitgebouwd voor respectievelijk duinen, bos en veen. Vanuit het veld wordt dit als een zeer belangrijke ontwikkeling gezien. Tevens werkt het IFV io in samenwerking met de Hoge School van Larenstein, Wageningen Universiteit en de Stephen F. Austin State University in de VS aan het in kaart krijgen van de brandstofopbouw in de belangrijkste risicogebieden in Nederland. Dit
vraagt aanvullend onderzoek wat we primair met Europese subsidiegelden trachten te financieren. Door het IFV io het Bosschap en de stichting Bargerveen is een basiscursus Natuurbranden ontwikkeld om hulpverleners en terreineigenaren op het gebied van preventie, preparatie en natuurbrandbestrijding informatie en kennis uit te laten wisselen in concrete risicogebieden en toe te werken naar een gezamenlijke aanpak. De basiscursus wordt eind oktober 2012 getest en klaar om aangeboden te worden via het IFV io aan diverse doelgroepen. De cursus wordt zoveel mogelijk gebiedsgericht aangeboden.
Samen met het Genootschap van Burgemeesters en TNO is een burgemeestersgame Natuurbranden gemaakt. Deze burgemeestersgame maakt deel uit van de in het opleidingscurriculum van het genootschap op te nemen opleiding Natuurbranden voor burgemeesters. opleidingsgids vanaf 2013 aangeboden.
De
cursus
wordt
via
de
Landelijke kerngroep Natuurbranden 4/11
Landelijk werkprogramma Natuurbranden
Datum
18 december 2012
Pijler 2 Multidisciplinaire crisisbeheersing en nafase Tussenbalans Binnen de Brandweer Nederland is een Stuurgroep Natuurbranden samengesteld, waarin de programmaraden risicobeheersing en brandweerzorg actief samenwerken. De stuurgroep heeft onder meer al een nieuwe “Visie op natuurbranden (preventie en bestrijding)” ontwikkeld die door het RRC is goedgekeurd. Tevens geeft deze Stuurgroep sturing aan een aantal mede door de minister van VenJ geformuleerde projecten: o Brandweer Nederland werkt samen met het IPO toe naar de ontwikkeling van een dynamische risicoindexkaart Natuurbranden. Deze kaart dient alle 25 veiligheidsregio’s en provincies te helpen bij het in kaart brengen én houden van de belangrijkste risicogebieden in Nederland op basis van de steeds veranderende omstandigheden in de natuur. Deze risicoindexkaart
o
dient te worden gekoppeld met de provinciale risicokaart. Hiervoor lopen gesprekken met het IPO. Brandweer Nederland werkt in het kader van natuurbrandbestrijding samen met LOCC, Defensie en LTO Nederland aan het maken van specifieke afspraken om in code rood de bijstand in de eerste 2-6 uur te verbeteren met materiaal of logistieke ondersteuning. Hier is vanuit de veiligheidsregio’s grote behoefte aan. Over het maken van deze afspraken is goede afstemming met het Veiligheidsberaad. Verder is het de doelstelling van deze partijen om vanaf 2013 toe te werken naar meer eenheid van doctrine op het gebied van natuurbrandbestrijding en is daarbij een eerste stap om een Operationeel Plan Natuurbrandbestrijding te maken.
Het LOCC werkt samen met de Brandweer Nederland aan een multicapaciteitenanalyse op het gebied van natuurbrandbestrijding over de 25 veiligheidsregio’s. Doel is enerzijds inzage te krijgen in de bestaande specialistische capaciteiten (met name materieel en afspraken met bijvoorbeeld Defensie en loonwerkbedrijven) die beschikbaar zijn in code rood om interregionale en bovenregionale bijstand te verlenen. Deze capaciteitenanalyse dient begin november 2012 gereed te zijn.. Helder is dat het zeker stellen van bijstandseenheden van brandweer en defensie in code rood bestuurlijk dient te worden afgehecht. De input uit de capaciteitenanalyse is een belangrijk vertrekpunt
voor de ontwikkeling van de nieuwe doctrine natuurbrandbestrijding. De veiligheidsregio en Politieregio Noord- en Oost Gelderland hebben in samenwerking met experts uit Australië en de VS, onder een internationaal erkende NFPA921-norm een cursus ontwikkeld voor natuurbrandonderzoekers. In 2012 zijn in de tweede cursus (2011 de eerste) ook andere Europese lidstaten actief bij aangesloten. Er is grote vraag uit Europa of Nederland een actieve voortrekkersrol kan vervullen bij het neerzetten van een Europees cursusprogramma. Het team natuurbrandonderzoek is onder meer bij de branden bij Radio Kootwijk en op Vlieland al actief geweest.
Landelijke kerngroep Natuurbranden 5/11
Landelijk werkprogramma Natuurbranden
Datum
18 december 2012
Samen met het Veiligheidsberaad werkt de Brandweer Nederland aan het maken van afspraken met de KNMI voor het aanleveren van noodzakelijke meteogegevens. Lastige is dat de dienstverleningsovereenkomst van het KNMI bij het schrijven van dit document nog ter goedkeuring moet worden aangeboden aan de Tweede Kamer. In deze overeenkomst zijn marktwerking en profijtbeginsel belangrijke uitgangspunten. Deze maken gratis levering van gegevens door het KNMI aan veiligheidsregio’s niet mogelijk, ook niet in een crisis. VenJ (NCC en Nationale Veiligheid), Veiligheidsberaad en KNMI voeren over dit onderwerp vanaf
september 2012 gesprekken. ANWB en RECRON hebben de evacuatie-problematiek rondom natuurbranden bij de minister van VenJ op de kaart gezet. We maken daarbij gebruik van de leerervaringen uit het landelijke project rondom grootschalige evacuatie, maar spitsen ons toe op het ontwikkelen van verkeers- en crowdmanagement modellen voor risicogebieden en werken dat uit in een pilot rondom de Loonse en Drunense duinen (onder meer met Efteling). De verwachting is dat deze pilot kan starten in 2013 en in nauwe samenwerking tussen de betrokken gemeenten en de Taskforce Natuurbranden van de provincie Noord-Brabant wordt opgepakt.
Pijler 3 Kennisdeling, onderzoek en innovatie
Doel 3: Het realiseren van een landelijk informatieknooppunt waarbij alle betrokken (kennis)partners zijn aangesloten. Vanuit dit knooppunt worden bestuurders in de koude fase voorzien van een integraal advies waarbij vooraf belangen zijn afgewogen. Tevens wordt via dit informatieknooppunt (inter)nationale kennis op het gebied van natuurbranden ontsloten en kan behoefte aan kennis en aanvullend onderzoek worden gedeeld en uitgezet.
Tussenbalans Onder de vlag van Infopunt Veiligheid hebben we eind 2011 reeds het www.infopuntnatuurbranden.nl ontwikkeld als de centrale kennismarktplaats voor het
onderwerp natuurbranden. Het is één van de meest actieve dossiers op infopunt Veiligheid. Op 21 november 2012 is met vraag en aanbiedende partijen de eerste van twee bijeenkomsten (tweede bijeenkomst 12 december 2012) gehouden bij de Wageningen Universiteit met als doel toe te werken naar een strategische onderzoeksagenda Natuurbranden. Doel is alle relevante onderzoeksvragen op het gebied van natuurbrandpreventie én multidisciplinaire crisisbeheersing en nafase te inventariseren, deze te prioriteren en daar vervolgens via goede onderzoeksvoorstellen als veld en wetenschap aandacht en financiering voor te vragen via diverse geldstromen (nationaal,
Europees). Begin 2013 willen we de strategische onderzoeksagenda presenteren aan de relevante bestuurders. De ontwikkeling van de Expertregio Natuurbranden in oprichting dient bij te dragen aan het beter organiseren en aanbieden van kennis en advies aan veiligheidsregio’s op het
Landelijke kerngroep Natuurbranden 6/11
Landelijk werkprogramma Natuurbranden
Datum
18 december 2012
gebieden van natuurbranden. Zowel in de koude als warme fase. De ontwikkeling van de expertregio Natuurbranden valt niet binnen het landelijk werkprogramma Natuurbranden,
maar vindt plaats onder de regie van het Veiligheidsberaad. Sinds mei 2012 is Nederland, het ministerie van VenJ, lid geworden van het Europese netwerk rondom natuurbranden in de EU namelijk EGFF/ EFFIS. Dit betekent dat we via deze netwerken betrokken worden bij de ontwikkeling van Europees preventiebeleid en beleid rondom natuurbrandbestrijding en met andere lidstaten kennis uitwisselen en op basis van gedeelde behoeften ook gezamenlijk producten ontwikkelen. Het lid worden
heeft ook betekend dat we als Nederland gerichter met andere lidstaten kunnen werken aan het indienen van projectvoorstellen bij Europese subsidievoorstellen. Nederland heeft in 1,5 jaar tijd een interessant (inter)nationaal kennisnetwerk ontwikkeld met relatie over de hele wereld, VS, Australië, Duitsland, Groot-Brittannië, Italië, Spanje, België. Zowel op universitair niveau als op operationeel niveau vindt actief kennisuitwisseling plaats en wordt gezamenlijk geïnvesteerd in het opzetten van Europese projecten. In het kader van LIFE+ en FP7 lopen er nu voor 2013 twee sporen om met andere partners zoals Spanje.
4.
Aandachtspunten uitvoering landelijk werkprogramma Belangrijk aandachtspunt is dat gezien de vele ontwikkelingen en initiatieven er ook
sprake blijft van centrale regie. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt niet alleen bij de landelijk programmamanager, maar ook bij de kerngroep als geheel. Er lopen veel initiatieven en projecten in het land. Het is een uitdaging om daar vanuit de landelijke kerngroep Natuurbranden het overzicht over te houden, voor samenhang te zorgen en te zorgen voor een goede inbedding van de resultaten. Het succes van het dossier Natuurbranden is vooral gelegen in het heel efficiënt omgaan met beschikbare capaciteit, het leggen van verbindingen op inhoud én het zoeken van energie in die risicogebieden en bij die partners die erkennen een probleem te hebben. Aandachtspunt is deze energie vast te houden en zo te kanaliseren dat dit ook leidt tot tastbare en
deelbare resultaten. Voor lang niet alle project is voldoende financiering voorradig. Dit is absoluut een aandachtspunt. Prioritering blijft belangrijk en vooral het door provincies, gemeenten, veiligheidsregio’s en terreineigenaren en recreatieondernemers zelf ter beschikking stellen van fondsen voor bijvoorbeeld risicocommunicatie of beheermaatregelen is een aandachtspunt om ook daadwerkelijk effect te sorteren.
Het ministerie van EL&I was via het DG Natuur en Regio vertegenwoordigd in de landelijke kerngroep. Vanwege het afsluiten van het bestuursakkoord over het natuurbeleid tussen EL&I en de provincies en gemeenten is de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het natuurbeleid bij deze bestuursorganen komen te liggen. Feit is echter dat door het ontbreken van wetgeving de verantwoordelijkheidsverdeling voor natuurbrandpreventie in dit Bestuursakkoord niet helder is. Sinds september 2012 is via de Dienst Landelijk Gebied van EZ de aandacht voor het thema natuurbranden hernieuwd op de agenda gezet binnen het ministerie van EZ. Bestudeerd wordt op welke wijze met name de aandacht voor natuurbrandpreventie kan worden gekoppeld aan de nieuwe natuurwetgeving
en daaraan te koppelen beleidskaders en bestaand
Landelijke kerngroep Natuurbranden 7/11
Landelijk werkprogramma Natuurbranden
Datum
18 december 2012
instrumentarium (nationaal en via bijvoorbeeld het Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer) en bestaande overlegstructuren, zoals de regionale
gebiedscommissies. de positie van de gemeenten binnen de landelijke kerngroep Natuurbranden is geborgd via het Genootschap van Burgemeesters en het Veiligheidsberaad, maar niet via de VNG. VNG heeft ook na een formeel verzoek van minister Opstelten afgezien van deelname en doorverwezen naar het Veiligheidsberaad. Door het opheffen van de product- en bedrijfschappen betekent dat het einde van het Bosschap in zijn huidige vorm als koepel van terreineigenaren. Dit is tot op heden een zeer belangrijke gesprekspartner geweest. Vraag is welke nieuwe organisatie daarvoor terugkomt. Het veld van publieke- en private eigenaren is namelijk verdeeld en het is
onaandoenlijk om straks met losse terreineigenaren zaken te gaan doen. De politie heeft in 2012 geen prioriteit gegeven aan dit dossier gezien de focus op de totstandkoming van de Nationale Politie Echter vanaf 2013 heeft de politie te kennen gegeven een nieuwe contactpersoon aan te stellen die gaat participeren in de landelijke kerngroep Natuurbranden. Verder zijn er vanuit de Politieacademie eerste voorzichtige stappen gezet om de acties rondom de evacuatieproblematiek en
natuurbrandonderzoek. De samenwerking met het IFV io kan en moet beter. Zeker als het gaat om het borgen van de opleiding voor natuurbrandonderzoekers van politie en brandweer én de noodzakelijk te ontwikkelen specifieke opleidingen voor brandweerpersoneel. Het IFV io werkt in samenwerking met de veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland in opdracht van de veiligheidsregio Brabant Zuid Oost aan een nieuwe opleiding voor natuurbrandbestrijding voor brandweerpersoneel. Deze opleiding wordt binnenkort ook In Limburg Noord aangeboden. Deze opleidingen kunnen wellicht de basis vormen voor een nieuw opleidingscurriculum voor natuurbranden (preventie én bestrijding).
5.
Verbindingen met andere dossiers
Vanuit het dossier Natuurbranden zijn binnen het ministerie van Veiligheid en Justitie in 2012 verbindingen gelegd met de volgende dossiers: Dossier Expertregio: Eén van de twee pilotprojecten om voor medio 2013 nut en noodzaak van een expertregio te onderzoeken is de pilot expertregio Natuurbranden. Vanuit het landelijk werkprogramma is een actieve bijdrage geleverd om dit dossier op de bestuurlijke agenda te krijgen. Het wordt interessant te bezien in hoeverre de
veiligheidsregio’s nut en noodzaak van de expertregio onderkennen. Dossier Evacuatie: inzake de afstemming van de inspanningen in het project Grootschalige Evacuatie (met name hoogwater) met als doel de generieke inzichten zoveel mogelijk te benutten voor natuurbranden en samen energie te zetten op de problematiek van verkeersmanagement. Dossier NL Alert: in het kader van crisiscommunicatie zijn contacten gelegd met NL Alert (in samenspraak met het Veiligheidsberaad) om de mogelijkheden van het inzetten van NL Alert ook bij natuurbranden te benutten. Jammer genoeg kon dit in de nationale crisisoefening Vulcanus nog geen plek krijgen.
Landelijke kerngroep Natuurbranden 8/11
Datum
Landelijk werkprogramma Natuurbranden
18 december 2012
Dossier Nafase: het creëren van overzicht in de taken voor de nafase, maar ook het op de agenda zetten van de bekostiging van de bijstand uit andere regio’s en de financiële afhandeling van grote natuurbranden zoals in Kalmthout en Strabrechtse heide. Dossier grensoverschrijdende samenwerking: met name vanuit de relatie met de branden in Aamsveen (Duitse grens) en Kalmthout (Belgische grens). Met België zijn reeds concrete afspraken gemaakt over het afstemmen van de doctrine-ontwikkeling en het gezamenlijk investeren in onderzoek bijvoorbeeld naar de verspreidingssnelheid van natuurbranden.
Dossier Civiel-Militaire Samenwerking: vanuit het dossier Natuurbranden is vanuit Defensie de behoefte geuit om samen met VenJ te kijken naar de afspraken rondom civiel-militaire samenwerking. Doel is om voor het natuurbrandseizoen van 2013te onderzoeken of binnen de bestaande afspraken rondom de kerntaak van nationale Veiligheid van defensie mogelijkheden liggen om tot intensivering van de samenwerking te komen dor de inzet van defensie-eenheden vanaf code rood.
Verder stond na een actieve lobby de nationale crisisoefening in 2012 in het teken van natuurbranden. De oefening Vulcanus vond op 4 oktober plaats en de uitkomsten van de evaluatie die begin 2013 beschikbaar komen, zijn zeer relevant om het landelijk werkprogramma Natuurbranden 2012-2016 verder te sturen en richting te geven en daarvoor op interdepartementaal niveau de nodige urgentie voor te blijven creëren.
6.
Focus in 2013 De focus in 2013 dient in ieder geval te liggen op de volgende prioriteiten: 1. Het huidige succes te bestendigen en te continueren. Hiervoor is de aanjaagfunctie en centrale aansturing vanuit de landelijke kerngroep Natuurbranden onder voorzitterschap van een landelijk programmanager Natuurbranden begin 2013 nog cruciaal. De doelstelling van het ministerie van VenJ is om bij het succesvol van de grond krijgen van de expertregio Natuurbranden een belangrijk deel van de taken van de landelijk programmamanager richting de expertregio over te dragen. Naar verwachting kan dit vanaf 1 juli 2013 concreet vorm en inhoud krijgen. 2.
Het stimuleren van gebiedsgerichte projecten in risicogebieden, waarin provincie, veiligheidsregio’s, terreineigenaren, recreatieondernemers en andere betrokken partners investeren in natuurbrandpreventieve maatregelen. Belangrijkste doel in 2013 is de opgedane leerervaringen en knelpunten in Noord-Holland, Gelderland, Noord-Brabant en Drenthe te inventariseren, analyseren en om te zetten in concrete acties en een gedegen procesaanpak welke ook in andere risicogebieden In Nederland kan worden toegepast.
3.
De geformuleerde acties en voorgestelde maatregelen dienen in ieder geval te resulteren in een transparante verantwoordelijkheidsverdeling tussen betrokken partners. Het kunnen continueren van in ieder geval de volgende projecten (geformuleerde beleidsacties van de minister van VenJ richting de Tweede Kamer) a. Het ontwikkelen van een alerteringsmodel voor heel Nederland waarbij onder meer gebruik wordt gemaakt van de reeds bestaande natuurbrandgevaarthermometer (slechts in 8 regio’s aanwezig). Hiervoor is het onder meer noodzakelijk dat het natuurbrandverspreidingsmodel, inclusief het daarvoor benodigde brandstofonderzoek verder door kan worden ontwikkeld door het IFV IO voor de domeinen duin, bos en veen.
Landelijke kerngroep Natuurbranden 9/11
Datum
Landelijk werkprogramma Natuurbranden
18 december 2012
b. Het door Defensie, Brandweer Nederland, LOCC en LTO Nederland ontwikkelen van een unité de doctrine natuurbrandbestrijding (multi) én een vertaling naar een gewenste capaciteitenanalyse voor opschaling en bijstand. De eerste resultaten van dit project dienen al voor het natuurbrandseizoen van 2013 zichtbaar te zijn door te zoeken naar slimme en kostenefficiënte samenwerkingsvormen. c. Het investeren in de ontwikkeling van verkeers- en crowdmanagementmodellen voor evacuatie (generiek, maar ook in te zetten bij natuurbranden). De huidige modellen ontwikkeld voor hoogwater zijn hierin niet afdoende en alleen gericht op het Rijkswegennet. DCC RWS, ANWB, de provincie Noord-Brabant, Politie Midden- en West Brabant, het ministerie van VenJ en Verkeerscentrum Nederland hebben al aangeboden hierbij ondersteuning te willen aanbieden. Een pilot in het gebied Loonse en Drunense duinen vormt naar alle waarschijnlijkheid het vertrekpunt om de problematiek te onderzoeken en indien nodig aan oplossingen te werken. d. Het stimuleren van de ontwikkeling van de toolbox voor risico- en crisiscommunicatie primair gericht op zelfredzaamheid en het bieden van concrete handelingsperspectieven. De ontwikkeling van deze toolbox wordt vormgegeven door een multidisciplinaire communicatiewerkgroep en is een uitwerking van de in november 2012 door de landelijke kerngroep Natuurbranden gepresenteerde handreiking Landelijke Natuurbrand Boodschap 2013. e. Het uitvoeren van de, in de strategische onderzoeksagenda Natuurbranden
4.
2013-2016 geformuleerde onderzoeken. Focus is gericht op die onderzoeken die vanuit het veld voor 2013 als prioriteit zijn aangegeven. Het blijven investeren in het ontsluiten van opgedane kennis en ervaringen in de risicogebieden, zodat eenieder van de opgebouwde kennis kan blijven profiteren. a. Op 7 maart 2013 wordt een landelijk congres Natuurbranden georganiseerd. Doelstelling van dit congres is de in 2011 en 2012 opgedane ervaringen en opgeleverde landelijke producten te delen met een breed publiek en wensen en behoeften te inventariseren. b. Het blijven investeren in de professionalisering van dé centrale kennismarktplaats rondom www.infopuntnatuurbranden.nl
het
thema
natuurbranden
Landelijke kerngroep Natuurbranden 10/11
Landelijk werkprogramma Natuurbranden
Datum
18 december 2012
7.
Conclusie en vervolgacties
Sinds november 2011 is er op het dossier Natuurbranden door alle betrokken partners veel werk verzet. Met een beperkt budget is in korte tijd veel energie losgemaakt bij betrokken partners, is de bewustwording in het land toegenomen en zijn concrete provinciale/regionale initiatieven en landelijke producten ontwikkeld:: De rapporten over de uitgevoerde gebiedsgerichte pilots in de provincies Noord-Holland
(gemeente Bergen) en Gelderland (Epe/Nunspeet). De handreiking Landelijke Natuurbrand Boodschap 2013 (risicocommunicatie). De Informatielegenda Natuurbranden
Doorontwikkeling van de Risico-indexkaart Natuurbranden Het Natuurbrandverspreidingsmodel (domein heide) Basiscursus Natuurbranden voor terreineigenaren en brandweer
Training Natuurbranden voor burgemeesters Cursus Natuurbrandonderzoek Strategische onderzoeksagenda Natuurbranden
Ondanks al deze mooie resultaten is het ook helder dat het schip nog maar net van de wal is en op koers begint te komen. We hebben nog een lange weg te gaan voor we in 2016 echt aantoonbaar kunnen maken dat het risico op natuurbranden in Nederland beter beheersbaar is geworden. Het maken van gerichte keuzes, het op basis van de opgedane ervaringen concreet en scherp definiëren van de verantwoordelijkheidsverdeling rondom natuurbrandpreventie én het stellen van duidelijke prioriteiten blijft in 2013 van groot belang om stappen voorwaarts te blijven maken. Het in de steigers zetten van de expertregio Natuurbranden dient in 2013 bij te dragen aan het vanuit VenJ per 1 juli 2013 overdragen van de verantwoordelijkheid van de landelijk programmamanager Natuurbranden op dit dossier. Het thema dient dan zodanig binnen het bestaande beleid en structuren te zijn ingebed dat het evenals hoogwater en industriële veiligheid een constante aandacht krijgt.
Landelijke kerngroep Natuurbranden 11/11