Landelijke informatielegenda Natuurbranden
Met medewerking van: Naam
Organisatie
Viola van Baardwijk
Veiligheidsregio Noord-Holland-Noord
Judith Blokker-Rompa
Veiligheidsregio Noord-Holland-Noord, gemeente Bergen
Mark Bruijnooge
Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden
Marcel Geluk Bruno Goddijn
Veiligheidsregio Utrecht Veiligheidsregio Noord- en Oost- Gelderland/ NVBR stuurgroep programma Natuurbranden
Ardo van Kampen
Staatsbosbeheer
Anne Kemkers
Veiligheidsregio Drenthe
Constantijn Kok
Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland/ cluster Veluwe West
Joris Kroon
Ministerie Veiligheid en Justitie
Martijn Pors
Veiligheidsregio Drenthe
Peter Tak
Veiligheidsregio Noord- en Oost- Gelderland/ cluster Epe Voorst Apeldoorn (EVA)
Ester Stalenhoef
NIFV onderzoeker, verspreidingsmodel
Susan Stegeman
Veiligheidsregio Noord- en Oost- Gelderland
Rob Sweere
Veiligheidsregio Brabant- Zuidoost
Evelien Verbij
Bosschap
Contactpersonen: Evelien Verbij, Bosschap Ardo van Kampen, Pilot gebieden Staatsbosbeheer Bruno Goddijn, NVBR/ programmamanager Natuurbranden VNOG
Versie 2.0, definitief Maart 2012
Aanleiding De landelijke terreinbeheerder Staatsbosbeheer (SBB) heeft tijdens een landelijk overleg tussen het Bosschap, Staatsbosbeheer, adviseur Natuurbranden ministerie Veiligheid en Justitie en de NVBR stuurgroep aangegeven terrein gerelateerde informatie te willen overdragen aan de Veiligheidsregio’s. SBB start daarmee met een drietal pilots, te weten Veluwe, Strabrechtse Heide en het duingebied in de Veiligheidsregio Noord-Holland-Noord. Een landelijke uniforme standaard is voor het (operationele) informatiemanagement systeem voor natuurgebieden niet aanwezig. Dit betekent voor meerdere Veiligheidsregio’s maatwerk (wie wil wat hebben), is arbeidsintensiever, vergroot de kans op miscommunicatie (binnen de hulpdiensten evenals tussen brandweer en terreinbeheerders), is inefficiënt en maakt het onmogelijk om aan te haken bij het landelijke informatiemanagement systeem ontwikkelingen. Op basis van dit gesprek zijn doelstellingen geformuleerd en is onderzocht of het samenstellen van een landelijke informatielegenda Natuurbranden op korte termijn is te realiseren.
Doelstellingen landelijke informatielegenda Natuurbranden - Uniforme wijze van aanleveren gegevens door (landelijke) terreinbeheerders. - Eenduidige informatielegenda die gebruikt wordt door zowel (lokale) brandweer als terreinbeheerders voor lokale en regionale afspraken. - Eenduidige wijze van uitwisselen van informatie. - Uniforme pictogrammen/kaartsymbolen zowel visueel als de bijbehorende definities waaraan de informatie moet voldoen. - De informatie is te implementeren in landelijke informatiesystemen zoals LCMS 2.0 - Geen onderlinge verschillen tussen Veiligheidsregio’s om de eenduidige communicatie naar en tussen terreinbeheerders en brandweer op lokaalniveau te bevorderen.
Haalbaarheid landelijke informatielegenda Natuurbranden Om de haalbaarheid van deze doelstellingen nader te onderzoeken is er een bijeenkomst georganiseerd, waarbij de volgende partijen aanwezig zijn geweest: - Bosschap: - Staatsbosbeheer: - Ministerie Veiligheid en Justitie, LOCC: - Veiligheidsregio’s (Gelderland Midden en Noord- en Oost Gelderland). Het resultaat van het overleg was dat een product ” landelijke informatielegenda Natuurbranden” meerwaarde heeft wanneer de gegevens op een éénduidige manier worden verzameld en te implementeren zijn in landelijke informatiesystemen.
Productontwikkeling In januari 2012 heeft een vervolgbijeenkomst plaatsgevonden. Het primaire doel van de bijeenkomst was door middel van een quickscan te komen tot een landelijke informatielegenda Natuurbranden, die in al in het voorjaar 2012 kan worden gebruikt voor zowel de drie pilot gebieden van SBB als voor de Veiligheidsregio’s. Voor deze bijeenkomsten zijn de Veiligheidsregio’s benaderd die te maken hebben met de pilot gebieden van Staatsbosbeheer en degene die het risico natuurbranden als maatgevend risico in het regionale risicoprofiel hebben opgenomen. Deze bijeenkomst heeft een informatielegenda Natuurbranden opgeleverd waarvoor landelijk draagvlak is. De landelijke informatielegenda is een groeimodel waar Veiligheidsregio’s en terreinbeheerders gefaseerd naar toe kunnen werken.
Ontwikkelingsmogelijkheden Naast de informatielegenda Natuurbranden wordt binnen de NVBR invulling gegeven aan het Digitale bereikbaarheids project (DBK), voor statische objecten, en de bijbehorende NEN Norm NEN1414. De informatielegenda en het DBK project kunnen als twee gescheiden producten naast elkaar worden ontwikkeld maar verdienen een doorontwikkeling. De mogelijkheid om te komen tot een landelijke brandweerstandaard, georganiseerd vanuit de NVBR Brandweer Vraagorganisatie Informatiemanagement (BVIM) moet dan ook verder worden onderzocht. Door gebruik te maken van landelijke beschikbare data kan de informatielegenda Natuurbranden worden gebruikt bij de samenstelling van de Risico Index Natuurbrandenkaart (RIN) en de koppeling van deze kaart met de provinciale risicokaart. Binnen Europees verband is er geen gestandaardiseerde informatielegenda Natuurbranden voor brandweer en terreinbeheerders. Mogelijk kan de landelijke legenda Natuurbranden als startpunt dienen voor een Europese standaard als onderdeel van MIC (Monitoring and Information Centre) of Civil Protection. Het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft mede in dit kader op 26 maart 2012 een brief verstuurd naar de Europese commissie, waarin om deelname door Nederland in de Expertgroup of Forest Fires (EGFF) en participatie in de European Forest Fire Information System (EFFIS) wordt verzocht.
Vervolg en routing De landelijke informatielegenda Natuurbranden; - als groeimodel aan te wijzen voor zowel de Veiligheidsregio’s als terreinbeheerders, - vast laten stellen door NVBR stuurgroep programma Natuurbranden en ter informatie aan Raad van Regionaal Commandanten te sturen, - ter informatie in te brengen in landelijke kerngroep door de NVBR en het Bosschap, - in brengen in europees (subsidie)verband zoals EGFF en EFFIS, - mee te nemen in de ontwikkeling landelijke brandweerstandaard (BVIM), georganiseerd vanuit de NVBR, - mee te nemen in de ontwikkeling van de Risico Index Natuurbrandkaart (RIN) en de koppeling met de provinciale risicokaart, - door te ontwikkelen voor het brandseizoen 2013.
Informatielegenda Natuurbranden en toelichtingen Overzicht legenda Aanduiding en symbool
Opmerkingen
Definitie
ANWB paal
(Fiets)paddestoelen en richtingaanwijzers inclusief nummer
Ingang (b.v. op/afrit strand)
Bij strand, duinovergangen
Straatmeubilair
(Vaak) uniek genummerd
Banken, prullenbakken, etc.
Strandpaal
Unieke nummers
Fysieke markering van de kustlijn
Fietsrouteknooppunten: Landelijk symbool
•
Landelijke routeaanduiding (recreatieve) fietsroutes door middel van een cijfer.
•
Geen unieke nummers, wel uniek xy- coördinaat Data via provincie’s (of ANWB)
ATB route Landelijk symbool
Bewijzering uniek genummerd
Uitzichtpunt
Symbool TOP-10 NL
Objecten Risico objecten
Kwetsbaar object
-Symbolen van de risicokaart gebruiken. -Propaantanks apart toevoegen.
Voorbeeld symbolen recreatieterrein, camping en bungalowpark (bron: GeoNovum)
Campings apart toevoegen inclusief maximum aantal personen
Overige objecten
Toegankelijkheid •
Conform TOP-10NL
TOP-10NL als basis voor wegtypen • Onderscheid maken primaire (6 x 4,5m) en secundaire (3 x 4,5m) paden • Data via terreinbeheerders ( zorgplicht) • Regelmatig schouwen van wegen blijft belangrijk i.v.m. toegankelijkheid Noot: Op Veluwe is uitgegaan dat berijdbare paden standaard geschikt zijn voor zware 4x4 bosbrandbestrijdings-voertuigen
Zie toelichting
Inrijpunten, in-/uitgang
Wildroosters FBO gerelateerde informatie: -Landingsverbod helikopters
(Bron symbool wildrooster: symbolen GEoNovum) Op termijn locaties geschikt om water te scheppen met blusheli toevoegen.
Zie toelichting
Uitgangsstelling (UGS)
Pelotonsverzamelplaats toevoegen
Zie toelichting
Loodspost
Weglaten op "brandweerkaart", separaat opnemen in kaartlaag met "multi-aspecten"
Operationeel
Waterwinpunten
Waterwinpunt voor de eerste inzet
Zie toelichting
Vulpunt
Vulpunt is voorbereid met logistieke hulpfunctie, geschikte infrastructuur en bijvoorkeur met bereikbaarheidskaart.
Zie toelichting
Ecologisch waardevol gebied (aan te leveren door terreinbeheerders) toevoegen door middel van arcering.
Zie toelichting
Vegetatie Legenda TOP-10NL kaart gebruiken
Toelichtingen Algemeen Symbolen waar mogelijk en/of nodig voorzien van een bijschrift met drieletter afkorting, bijvoorkeur de plaatsnaam, gevolgd door nummer (bv. BNV-001).
Waterwinpunt Hanteer de definitie waterwinpunt uit het “Bronnenboek” van de Landelijke Vakgroep Natuurbrandbestrijding (LVN). Een waterwinpunt is een plaats waar een brandweervoertuig water kan tanken. Dit punt is vooral bedoeld voor de eerste inzet. De capaciteit van de waterwinpunt kan te klein zijn en de locatie ongeschikt om als vulpunt, soms ook wel Water Inname Punt (WIP) genoemd, te dienen.
Vulpunt Een vulpunt is voorbereid, voldoet aan een functionele eis (b.v. 4 tankautospuiten vullen binnen vijf minuten) en heeft een logistieke hulpfunctie (drinken, kleine versnaperingen en een loonwerker met tractor of shovel neer te zetten om gestrande of vast gereden voertuigen te bergen). Het vulpunt valt onder de leidinggevende logistiek (b.v. staffunctionaris logistiek of Victor) Het is aan te bevelen een bereikbaarheidskaart (inclusief opstelplaats, capaciteit en bijzonderheden) te maken van een voorbereid vulpunt. Bepaal de onderlinge afstand tussen de voorbereide vulpunten (b.v. straal van 1 of 3km) zodat het gehele natuurgebied op een logische manier wordt afgedekt.
Het vulpunt ligt aan een berijdbare, bij voorkeur verharde, infrastructuur met voldoende manoeuvreerruimte voor o.a. de tankautospuiten en in de nabijheid van een brandkraan of bron waarvan de capaciteit van te voren is bepaald. De waterwinning op het vulpunt kan ook geregeld worden met bijvoorbeeld watercontainers. Hierbij dient rekening gehouden te worden met voldoende ruimte en bereikbaarheid van de locatie voor bijvoorbeeld tankwagens en/of agrariërs om de watercontainer te vullen. Er is geen landelijk symbool voor het vulpunt. Daarom wordt een rode vlak (brandweer) met blauwe punt (waterwinning) ingevoerd. Dit symbool is ook goed reproduceerbaar in LCMS.
Definitie UGS en verzamelplaatsen Definities uit de Leidraad grootschalig optreden gebruiken: Verzamelplaatsen: Een verzamelplaats is een bereikbare en herkenbare locatie (vaak in nabijheid van regiogrenzen) waar eenheden zich verzamelen om daarna als georganiseerde eenheid (peloton of compagnie) naar de UGS (nabij inzetgebied) te gaan voor bevelsuitgifte. Uitgangsstelling (UGS) De UGS bevindt zich in de directe nabijheid van het inzetgebied. De UGS moet over voldoende logistieke mogelijkheden (o.a. Benzine, olie, smeermiddelen (BOS), sanitair) beschikken zodat de in te zetten voertuigen direct vanuit de UGS georganiseerd inzetbaar zijn voor enkele uren. De logistieke mogelijkheden zijn belangrijk om de voertuigen en personeel inzetgereed te maken. Dit is vooral bij natuurbrandbestrijding van toepassing omdat de opschaling vaak interregionaal is.
Gebruik TOP-10NL De TOP-10NL is een goed basisbestand, ook voor onverharde wegen in het buitengebied. Hieronder staan de klassen en typen die worden aangehouden in de informatielegenda. verhardingsbreedteklasse
Verhardingsbreedte Gescheiden rijbaan Verhardingstype
Aantal rijstroken
>7 meter, stam en stronkvrij 4 - 7 meter, stam en stronkvrij 2 - 4 meter, stam en stronkvrij <2 meter: Vervalt! Omdat deze niet begaanbaar zijn voor 4x4 voertuigen <werkelijke breedte in meters met 1 decimaal> Ja Nee Verhard Half verhard Onverhard Onbekend
Voorbereide landings- en waterwin locaties voor helikopters Fire Bucket Operations (FBO) ministerie van Defensie Vanuit defensie is het wenselijk dat er voorbereide landings- en waterwinplaatsen zijn. Dit is nu nog niet opnemen in de legenda omdat deze plaatsen nog niet zijn goedgekeurd door defensie. De Veiligheidsregio Noord- en Oost Gelderland (VNOG) is contactregio voor defensie met betrekking tot de fire bucket operations en gaat in samenwerking met defensie criteria ontwikkelen. Het is te verwachten dat op termijn veiligheidsregio’s locaties en gegevens voor landing en waterwinning aanwijzen aan de hand van een aantal criteria waaraan de plaatsen moeten voldoen. De locaties en overige gegevens worden dan getoetst door defensie en worden wanneer zij zijn goedgekeurd opgenomen in de handboeken voor de piloten.