Traumazorg in beeld
Landelijke Traumaregistratie 2009 - 2013 TraumaNet AMC
Voorwoord Mensen met lichamelijk letsel, zoals verkeersslachtoffers, hebben vaak direct professionele medische hulp nodig. Voor deze ongevalpatiënten betekent de juiste zorg op de juiste plaats het verminderen van het risico op gezondheidsschade of zelfs overlijden. Het is daarom erg belangrijk dat de traumazorgketen goed functioneert. Dit geldt zeker voor patiënten met ernstig letsel. Voor het verder verbeteren van de zorgketen voor ongevalpatiënten is het noodzakelijk dat informatie hierover beschikbaar is. Hiervoor is de landelijke traumaregistratie (LTR) in 2007 opgericht. Dit rapport presenteert de kerngetallen van de LTR voor 2009-2013. Dit is het derde rapport in een reeks van standaardrapportages over de LTR. Ketenregistratie De LTR is een ketenregistratie en onderscheidt zich daarmee van veel andere registraties in de zorg. Zo worden in de LTR gegevens vastgelegd vanaf het tijdstip van het ongeval, de prehospitale opvang tot en met het ontslag uit het ziekenhuis. Op basis van een vastgestelde gegevens set biedt de traumaregistratie inzicht in de kenmerken van de patiënten en hun letsels, de gang van patiënt door de keten en de uitkomst van zorg. 2013 in beeld In 2013 zijn in de LTR ruim 79.000 acuut klinische opnames van ongevalpatiënten geregistreerd door 98% van alle ziekenhuislocaties met een afdeling spoedeisende hulp (SEH) in Nederland. Ruim 5.300 van deze ongevalpatiënten waren ernstig gewond (multi-traumapatiënten). 60% van de ernstig gewonden zijn in 2013 behandeld in een traumacentrum ziekenhuis met alle faciliteiten voor de opvang van ernstig gewonden. Uitkomst evaluatie, op basis van ziekenhuismortaliteit, toont dat de Nederlandse traumazorg, in vergelijking tot Amerikaanse referentiewaarden, goed is. Inzichten gebruiken De LTR kan als meetinstrument dienen om verbeterpunten aan te wijzen en effecten van verbeteracties zichtbaar te maken. Wij nodigen iedereen uit om de gegevens tegen het licht te houden, de zorg voor de ongevalpatiënten te bespreken en waar mogelijk verder te verbeteren. Hiervoor is volledigheid en betrouwbaarheid van de gegevens essentieel. Landelijk zien we dat sommige items, zoals de letselcoderingen en de mortaliteit, zeer volledig zijn geregistreerd voor 98% van alle cases. Daarentegen zijn er ook items die beter vastgelegd moeten worden. Voorbeelden zijn de prehospitale gegevens en de vitale parameters op de SEH. Deze ontbreken op dit moment bij meer dan de helft van de patiënten. Een betere registratie van deze items is nodig voor een nauwkeurige evaluatie van de uitkomst van zorg en het beschrijven van de gang van de patiënt door de zorgketen. Wij vragen daarom alle deelnemende partners aandacht te blijven besteden aan het zo volledig mogelijk vastleggen van alle items van de LTR. December 2014, Prof. dr. H.J.J.M. Berden, voorzitter dagelijks bestuur LNAZ Prof. dr. L.P.H. Leenen, voorzitter wetenschappelijke adviesraad LTR LNAZ
Inhoud 1.
Inleiding.................................................................................................................... 1
1.1 Achtergrond Landelijke Traumaregistratie .................................................................................................. 1 1.2 Inclusiecriteria en dataset LTR ..................................................................................................................... 2 1.3 Leeswijzer ..................................................................................................................................................... 3
2.
Deelname LTR ........................................................................................................... 5
3.
Basis kenmerken ongevalpatiënten ........................................................................... 7
3.1 3.2 3.3 3.4
Aantal geregistreerde ongevalpatiënten...................................................................................................... 7 Leeftijd ongevalpatiënten ............................................................................................................................ 9 Geslacht ongevalpatiënten......................................................................................................................... 10 Tijdstip ongeval .......................................................................................................................................... 11
4.
Opvang en behandeling ongevalpatiënten............................................................... 13
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11 4.12
Herkomst ongevalpatiënt ........................................................................................................................... 13 Verwijzer naar SEH ..................................................................................................................................... 14 Vervoer naar ziekenhuis ............................................................................................................................. 15 Ambulance doorstroomtijden .................................................................................................................... 16 Spreiding opvang ongevalpatiënten over de ziekenhuizen ........................................................................ 18 Maand aankomst SEH ................................................................................................................................ 20 Tijdstip aankomst SEH ................................................................................................................................ 21 Verblijfsduur SEH ........................................................................................................................................ 22 Bestemming na SEH ................................................................................................................................... 23 Ziekenhuisopname ..................................................................................................................................... 25 IC opname .................................................................................................................................................. 27 Ontslagbestemming ................................................................................................................................... 29
5.
Letsels ongevalpatiënten......................................................................................... 31
5.1 Letselaard ................................................................................................................................................... 31 5.2 Letsels naar lichaamsregio ......................................................................................................................... 32 5.2.1 Verdeling letsels naar lichaamsregio’s .......................................................................................... 33 5.2.2 Verdeling ernstige letsels naar lichaamsregio’s ............................................................................ 34
6.
Letselernst ongevalpatiënten .................................................................................. 37
6.1 Fysiologische letselernst: revised trauma score (RTS) ............................................................................... 37 6.1.1 RTS Prehospitaal ............................................................................................................................ 38 6.1.2 RTS bij aankomst op de SEH .......................................................................................................... 39 6.2 Anatomische letselernst: Injury Severity Score (ISS) .................................................................................. 42 6.2.1 Ernstig gewonde patiënten (ISS>15) ............................................................................................. 44
7.
Uitkomst traumazorg .............................................................................................. 47
7.1 Overlijden ................................................................................................................................................... 47 7.2 Obductie ..................................................................................................................................................... 48 7.3 Uitkomst evaluatie ..................................................................................................................................... 49
Bijlage 1: LTR MTOS + dataset ........................................................................................ 51
Inleiding
1. Inleiding 1.1
Achtergrond Landelijke Traumaregistratie
In 1999 hebben tien ziekenhuizen een aanwijzing gekregen als traumacentrum op basis van artikel 8 van de 1 Wet op bijzondere medische verrichtingen (Wbmv). In 2008 is een elfde traumacentrum aangewezen (figuur 1). Met het inrichten van deze traumacentra is beoogd de kwaliteit van de opvang voor traumapatiënten te waarborgen en waar mogelijk te verbeteren. Regionalisatie van de traumazorg en de realisatie van goede opvang en behandeling van traumapatiënten door de traumazorgketen stonden hierbij centraal. Het geheel moest leiden tot een geïntegreerd landelijk systeem van traumazorg.
Figuur 1:
De 11 traumacentra in Nederland
2
Het beleid voor de traumacentra is neergelegd in de beleidsvisie ’Traumazorg’ . In deze beleidsvisie is een aantal specifieke taken voor de traumacentra omschreven. Eén van de taken is het realiseren van een regionale traumaregistratie resulterend in een landelijke traumaregistratie (LTR). De resultaten van deze traumaregistratie zijn onderwerp van dit rapport.
1
In de 11 traumaregio’s is één ziekenhuis met een aanwijzing als traumacentrum. Uitzondering hierop is het Traumacentrum West. Dit betreft een samenwerkingsverband tussen drie ziekenhuizen (het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), het Medisch Centrum Haaglanden (MCH) en het HagaZiekenhuis (HAGA)). 2 Spoedeisende medische hulpverlening bij ongevallen en rampen. Beleidsvisie traumazorg ex artikel 8 Wet op bijzonder medische verrichtingen. Tweede Kamer, vergaderjaar 1998-1999. 25387 nr. 4. Den Haag: Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; 1998.
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
1
Inleiding
Organisatie De 11 traumacentra hebben zich verenigd in het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ), voorheen de Landelijke Vereniging voor Traumacentra (LvTC). Het LNAZ heeft de landelijke traumaregistratie ontwikkeld. Deze is gebaseerd op een vastgestelde basisset van gegevens (zie paragraaf 1.2) die door de ziekenhuizen in alle regio’s op uniforme wijze worden vastgelegd. De landelijke registratie wordt gevuld met data uit de 11 regionale traumaregistraties. De regionale traumaregistraties worden gevuld door de ziekenhuizen en het traumacentrum in de betreffende regio. De coördinatie en verantwoordelijkheid van de regionale traumaregistraties liggen bij de 11 traumacentra. Doelstelling Landelijke Traumaregistratie Het LNAZ heeft met haar leden de volgende doelstelling geformuleerd voor de landelijke traumaregistratie: Het verzamelen en vastleggen van gegevens op landelijk niveau ten behoeve van de beleidsvorming, kwaliteitsbewaking en –bevordering van de traumazorg en onder voorwaarden het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. 1.2
Inclusiecriteria en dataset LTR
Patiëntenpopulatie LTR Voor de LTR worden inclusiecriteria gehanteerd gericht op het verzamelen van gegevens over acute klinische opnamen ten gevolge van lichamelijk letsel (verwondingen). Hiervoor worden in de LTR gegevens vastgelegd van patiënten die binnen 48 uur na een ongeval voor hun letsel zijn behandeld op een afdeling spoedeisende hulp (SEH) en naar aanleiding daarvan direct zijn opgenomen voor behandeling van dit letsel, zijn overgeplaatst naar een ander ziekenhuis (met de intentie om opgenomen te worden) of zijn overleden op de SEH. Patiënten die zijn overleden voor aankomst op de SEH, de zogenaamde ‘dead on arrivals (doa)’, worden niet geregistreerd in de LTR. 3 Anders dan in veel andere letseldatabases (bv. Engeland ) worden ook patiënten met enkelvoudig letsel (heupfractuur, enkelfractuur etc.) en met een korte opnameduur geregistreerd in de LTR. Dataset LTR Van deze bovengenoemde ongevalpatiënten wordt een minimale set aan gegevens vastgelegd. Op advies van de Nederlandse Vereniging voor Traumachirurgie (NVT) werd bij de inrichting van de LTR besloten de MTOS 4 dataset uit de Verenigde Staten te registreren, aangevuld met prehospitale gegevens. Dit leidde tot de MTOS+ gegevensset. De dataset bestaat uit kenmerken van de patiënten, gegevens over de toestand van de patiënt (prehospitaal en op de SEH), de doorstroomtijden door de keten, de opgelopen letsels, opname- en ontslaggegevens en uitkomst van zorg in termen van al dan niet overlijden. Bijlage 1 bevat alle items van de MTOS+ gegevensset. 5
Vanaf 1 januari 2014 is de LTR dataset uitgebreid om aan te sluiten bij Europese standaarden . Deze rapportage gaat over de gegevens tot en met 2013. Deze nieuwe items zijn dus nog niet van toepassing voor dit rapport.
3
Traumaregistratie Engeland: The trauma audit and research network (TARN) (https://www.tarn.ac.uk/) MTOS staat voor de ‘ Major Trauma Outcome Study’ De MTOS Study betrof een van de eerste grootschalige onderzoeken naar de kenmerken van ongevalpatiënten en kwaliteit van de traumazorg in de Verenigde Staten (Champion HR et al. The Major Trauma Outcome Study: establishing national norms for trauma care. J Trauma. 1990; 30: 1356-65). 5 KG Ringdal et al. The Utstein template for uniform reporting of data following trauma: a joint revision by SCANTEM, TARN,DGU-TR and RIGT. Scandinavian Journal of Trauma, Resuscitation and Emergency Medicine. 2008; 16:3-19. 4
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
2
Inleiding
1.3
Leeswijzer
Dit rapport toont een overzicht van de gegevens van uw regio zoals verzameld in de database van de landelijke 6 traumaregistratie op 1 oktober 2014 voor de jaren 2007-2013 . Hierbij zijn de bovengenoemde LTR inclusiecriteria toegepast. Indien de tijdsduur tussen het ongeval en het SEH bezoek onbekend is, zijn deze patiënten wel in de overzichten meegenomen. Hiertoe is besloten omdat het ongevaltijdstip relatief vaak onbekend is. In de meerderheid van de overzichten wordt de meest recente vijf jaar (2009-2013) getoond. Uitzondering zijn de items verwijzer naar de SEH, de herkomst van de patiënt voorafgaand aan het SEH bezoek en de bestemming na ontslag uit het ziekenhuis. Deze gegevens worden pas vanaf 2012 weergegeven omdat vanaf 2012 landelijk uniforme definities voor deze variabelen zijn afgesproken. Toelichting en interpretatie van de gegevens Voor goede interpretatie van de gegevens zijn de volgende zaken van belang: Veel overzichten tonen het aantal ongevalpatiënten. Indien een patiënt in de rapportage periode verschillende ongevallen heeft gehad waarvoor hij of zij in het ziekenhuis is opgenomen dan wordt de patiënt meerdere keren meegenomen in de tellingen. Een klein aantal patiënten kan dubbel zijn geregistreerd in de LTR. Er treedt dubbelregistratie op als een ongevalpatiënt binnen 48 uur na het ongeval, na primaire opvang op een SEH, is overgeplaatst naar een SEH van een ander ziekenhuis voor verdere behandeling (en ziekenhuisopname). Het landelijk geregistreerde percentage directe overplaatsingen vanaf de SEH en mogelijke 7 dubbelregistraties is met 2% klein te noemen . De percentages in de tabellen zijn berekend op basis van de totalen aangegeven onderaan de tabellen. Deze percentages worden afgerond weergegeven. Hierdoor kan het voorkomen dat de individuele percentages niet altijd tot 100% optellen. In de overzichten (met uitzondering van de grafieken voor de revised traumascore) worden percentages getoond inclusief het percentage waarvan op dit item gegevens ontbreken (percentage onbekend). Het weergeven van het percentage onbekende waarden beoogd een stimulans te geven om de volledigheid van de registratie te verbeteren. Het is belangrijk dat men zich bij de interpretatie van de percentages realiseert dat relatief veel onbekende waarden leiden tot een vertekening en onderschatting van de werkelijke percentages in de overige categorieën. De deelname aan de LTR is de afgelopen jaren toegenomen. Er kan daarom niet gesproken worden van landelijke trends als er stijgende of dalende aantallen zichtbaar zijn. Toename van de deelname aan de LTR heeft effect op de absolute aantallen alsook op de case-mix van patiënten. Het is aan de regio’s zelf om, als sprake is van een stabiele participatiegraad over de jaren heen, te beoordelen of er sprake is van trends. De gegevens in de traumaregistratie database worden niet bevroren zodat aanvullingen en verbeteringen kunnen worden ingevoerd. Hierdoor kunnen verschillen ontstaan tussen de gegevens getoond in dit rapport ten opzichte van eerder uitgebrachte standaardrapportages van de Landelijke 8 traumaregistratie . Veel van de overzichten in dit rapport spreken voor zich. Enkele landelijke (in de tabellen weergeven met LTR) getallen worden toegelicht. Regionale getallen worden niet nader toegelicht. De interpretatie hiervan is aan de traumacentra en hun regionale ketenpartners.
6
Het registratiejaar wordt bepaald op basis van de aankomstdatum SEH. Door in de toekomst patiënten in de keten te vervolgen kan in de overzichten rekening gehouden worden met dubbelregistraties. 8 Eerder gepubliceerde LTR standaardrapportages over 2007-2011 (juni 2013) en 2008-2012 (juni 2014). 7
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
3
Deelname LTR
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
4
Deelname LTR
2. Deelname LTR Alle ziekenhuislocaties met een afdeling spoedeisende hulp (SEH) waar ongevalpatiënten worden opgevangen en vervolgens voor behandeling in het ziekenhuis kunnen worden opgenomen zijn verzocht deel te nemen aan de LTR. Dit hoofdstuk laat de ontwikkeling zien in de deelname van de SEH-afdelingen aan de LTR vanaf 2007. Tabel 1 geeft voor uw regio en landelijk weer hoeveel SEH-afdelingen per jaar mee hadden kunnen doen aan de traumaregistratie en het aantal SEH-afdelingen dat daadwerkelijk data heeft aangeleverd. Er is sprake van een toename van deelname aan de LTR door de SEH-afdelingen van 64% in 2007 naar 98% in 2013. Vanaf 2008 doen alle ziekenhuizen met een traumacentrum functie mee aan de LTR. Het deelnemen aan de LTR geeft nog geen inzicht of alle ongevalpatiënten, die in aanmerking komen voor de LTR (inclusiecriteria LTR), daadwerkelijk zijn geregistreerd. Dit hangt af van de nauwkeurigheid waarmee de patiënten worden geselecteerd uit de ziekenhuisinformatiesystemen. Tabel 1:
2007
deelname aan de LTR TraumaNet AMC
TraumaNet AMC
Aantal potentieel deelnemende SEH's (regionaal)
Daadwerkelijk deelnemende SEH's (regionaal)
%
-
-
-
2008
8
7
88
2009
10
10
100
2010
10
10
100
2011
10
10
100
2012
10
10
100
2013
10
10
100
LTR
LTR
Aantal potentieel deelnemende SEH's (landelijk)
Daadwerkelijk deelnemende SEH's (landelijk)
%
2007
107
69
64
2008
107
79
74
2009
106
82
77
2010
105
88
84
2011
104
93
89
2012
104
100
96
2013
102
100
98
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
5
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
6
Basis kenmerken ongevalpatiënten
3. Basis kenmerken ongevalpatiënten 3.1
Aantal geregistreerde ongevalpatiënten
Figuur 2 toont het totaal aantal geregistreerde ongevalpatiënten in de LTR in uw regio per jaar en in figuur 3 is het landelijk aantal te zien. Daarbij staat op de rechter y-as het percentage SEH-afdelingen dat per jaar gegevens in uw regio en landelijk heeft aangeleverd. Het feit dat landelijk het aantal geregistreerde ongevalpatiënten per jaar stijgt wordt (mede) veroorzaakt door een toename in het aantal deelnemende SEH-afdelingen aan de traumaregistratie.
aantal geregistreerde ongevalpatiënten in de regio en deelname aan de LTR in de regio (2007-2013)
7.000
88
100
100
100
100
100
90 80
5.000
70
4.000
60 50
3.000
40
2.000
30 20
1.000 0
2.230
5.452
6.165
5.651
6.170
6.236
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
0
10 0
aantal geregistreerde ongevalpatiënten
Figuur 3:
percentage
aantal
6.000
% SEHs deelname aan de LTR in de regio
aantal geregistreerde ongevalpatiënten in de LTR en deelname aan de LTR (2007-2013)
90.000 84
80.000 70.000
74
89
96
98
80
64
70 60
50.000
50
40.000
40
30.000
30
20.000 10.000
100 90
77
60.000 aantal
100
percentage
Figuur 2:
20 43.318
56.927
63.020
68.605
71.616
76.383
79.347
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
0
10 0
aantal geregistreerde ongevalpatiënten
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
% SEHs deelname aan de LTR
7
Basis kenmerken ongevalpatiënten
Figuur 4 toont voor 2013 het aantal ongevalpatiënten, geregistreerd per SEH-afdeling, die voor de behandeling van hun letsel zijn opgenomen. De deelnemende SEH-afdelingen uit uw regio zijn in het rood weergegeven.
Figuur 4:
aantal geregistreerde ongevalpatiënten per SEH in de LTR (2013)
9
2500
aantal
2000 1500 1104 1000 405
500
459 458
625 632
755
813 866
119 0 aantal ongevalpatiënten
aantal ongevalpatiënten per deelnemende SEH in de regio
9
De ongevalpatiënten geregistreerd door drie deelnemende SEH locaties, die zijn gesloten in 2013, zijn bij de andere SEH locaties van dezelfde ziekenhuisorganisatie opgeteld. Dit betreft het Diakonessenhuis Zeist dat getoond wordt met het Diakonessenhuis Utrecht en de locaties Veghel en Oss van Bernhoven die gezamenlijk met de nieuwe locatie Bernhoven Uden worden weergegeven.
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
8
Basis kenmerken ongevalpatiënten
3.2
Leeftijd ongevalpatiënten
De leeftijd van patiënten wordt in de LTR berekend op basis van de aankomstdatum SEH. 10 Van bijna alle patiënten is de leeftijd bekend (tabel 2) . 80-plussers vormen met 26% in 2013 een relatief grote groep binnen de LTR. In figuur 6 is deze groep ouderen nader belicht. Tabel 2:
leeftijd ongevalpatiënten 2009
2010
2011
2012
2013
regio
LTR
regio
LTR
regio
LTR
regio
LTR
regio
LTR
Totaal ongevalpatiënten
5.452
63.020
6.165
68.605
5.651
71.616
6.170
76.383
6.236
79.347
Leeftijd bekend
5.451
63.010
6.165
68.591
5.651
71.599
6.170
76.333
6.236
79.335
Percentage leeftijd bekend
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
Gem ± SD leeftijd
52 ± 29 53 ± 28
Mediaan leeftijd Range (min-max) leeftijd
percentage
Figuur 5:
53 ± 29 53 ± 29
52 ± 30 53 ± 29
53 ± 29 53 ± 29
52 ± 30 54 ± 29
54
56
57
57
57
58
58
59
57
61
0-101
0-110
0-109
0-109
0-111
0-111
0-112
0-112
0-113
0-113
leeftijd ongevalpatiënten: regio vs LTR (2013)
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
25 26 15
11
8 8
8 7
6 5
7 8
9 10
11 11
12 13
00-09
10-19
20-29
30-39
40-49
50-59
60-69
70-79
80+
Leeftijd (jaren) regio
Figuur 6:
LTR
aandeel 80-plussers: regio vs LTR (2009-2013)
100 90 80 percentage
70 60 50 40 30
24
23
24
24
23
24
24
24
25
26
20 10 0 2009
2010
2011 regio
10
2012
2013
LTR
Indien de berekende leeftijd >115 jaar is dan wordt dit gezien als invoerfout en is deze waarde op onbekend gezet.
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
9
Basis kenmerken ongevalpatiënten
3.3
Geslacht ongevalpatiënten
Tabel 3 toont de verdeling mannen en vrouwen. Landelijk is deze verdeling gelijk. Dit heeft te maken met het brede inclusiecriterium van de LTR van alle acuut opgenomen ongevalpatiënten. In veel internationale studies worden vooral ernstig gewonde patiënten geregistreerd (exclusief bijvoorbeeld ouderen met een heupfractuur). In die studies is het percentage man doorgaans hoger dan het percentage vrouw. Tabel 3:
geslacht ongevalpatiënten 2009
2010
regio
LTR
2011
regio
LTR
2012
regio
LTR
2013
regio
LTR
regio
LTR
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
Man
2.794
51
51
3.118
51
49
2.846
50
50
3.147
51
50
3.121
50
49
Vrouw
2.657
49
49
3.045
49
51
2.805
50
50
3.023
49
50
3.115
50
51
Onbekend
1
0
0
2
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
Totaal (n)
5.452
63.020
6.165
68.605
5.651
71.616
6.170
76.383
6.236
Figuur 7:
79.347
geslacht ongevalpatiënten: regio (2009-2013)
100 90 80 percentage
70 60 50 40 30 20 10 0 2009
2010
2011 man
Figuur 8:
vrouw
2012
2013
onbekend
geslacht ongevalpatiënten: regio vs LTR (2013)
100 90 80 percentage
70 60 50 40 30 20 10 0 man
vrouw regio
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
onbekend
LTR
10
Basis kenmerken ongevalpatiënten
3.4
Tijdstip ongeval
Tabel 4 toont het tijdstip van het ongeval. Het tijdstip ongeval is relatief vaak onbekend maar landelijk is het beeld dat dit tijdstip steeds beter wordt vastgelegd naar mate de registratie langer loopt. Tabel 4:
tijdstip ongeval 2009
2010
regio
LTR
2011
regio
LTR
2012
regio
LTR
2013
regio
LTR
regio
LTR
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
Ochtend (08:00 - 12:00)
33
1
4
25
0
4
42
1
5
393
6
8
599
10
12
Middag (12:00 - 17:00)
50
1
6
54
1
6
79
1
8
601
10
14
1.004
16
19
Avond (17:00 - 00:00)
40
1
6
68
1
5
94
2
7
604
10
13
910
15
18
Nacht (00:00 - 08:00)
26
0
3
31
1
2
29
1
3
252
4
6
425
7
8
Onbekend
5.303
97
81
5.987
97
83
5.407
96
76
4.320
70
59
3.298
53
43
Totaal (n)
5.452
63.020
6.165
68.605
5.651
71.616
6.170
76.383
6.236
percentage
Figuur 9:
79.347
tijdstip ongeval: regio (2009-2013)
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 2009 Ochtend (08:00 - 12:00)
2010 Middag (12:00 - 17:00)
2011 Avond (17:00 - 00:00)
2012 Nacht (00:00 - 08:00)
2013 Onbekend
percentage
Figuur 10: tijdstip ongeval: regio vs LTR (2013) 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Ochtend (08:00 - 12:00)
Middag (12:00 - 17:00)
Avond (17:00 - 00:00) Regio
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
Nacht (00:00 - 08:00)
Onbekend
LTR
11
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
12
Opvang en behandeling ongevalpatiënten
4. Opvang en behandeling ongevalpatiënten 4.1
Herkomst ongevalpatiënt
Het item ‘herkomst van de patiënt‘ betreft de plaats waar de patiënt vandaan kwam voordat hij/zij zich presenteerde op de SEH. Als de patiënt rechtstreeks naar de SEH komt, dan is de herkomst ‘plaats ongeval’. De geregistreerde ongevalpatiënten in de LTR zijn veelal direct vanaf de plaats van het ongeval naar de SEH gegaan (tabel 5). De categorie ‘niet van toepassing’ houdt bijvoorbeeld in dat de patiënt eerst naar huis is gegaan en later naar de SEH. Patiënten voor wie als herkomst een ander ziekenhuis is geregistreerd, zijn binnen 48 uur na het ongeval (inclusiecriteria LTR), na primaire opvang in een ander ziekenhuis, overgeplaatst. Deze patiënten kunnen dubbel zijn geregistreerd in de LTR. Landelijk betreft dit een kleine groep (2%). Door in de toekomst patiënten in de keten te vervolgen kan uitgezocht worden in hoeverre sprake is van dubbelregistratie. Tabel 5:
herkomst ongevalpatiënt 2012
2013
regio
LTR
regio
LTR
n
%
%
n
%
%
4.472
72
59
4.234
68
62
Ander ziekenhuis
84
1
2
123
2
3
Overige zorginstelling
10
0
1
191
3
2
Buitenlands ziekenhuis
4
0
0
11
0
0
666
11
14
1.088
17
11
Onbekend
934
15
24
589
9
22
Totaal (n)
6.170
76.383
6.236
Plaats ongeval
Niet van toepassing
79.347
percentage
Figuur 11: herkomst ongevalpatiënt: regio vs LTR (2013) 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Plaats ongeval Ander ziekenhuis
Overige zorginstelling Regio
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
Buitenlands ziekenhuis
Niet van toepassing
Onbekend
LTR
13
Opvang en behandeling ongevalpatiënten
4.2
Verwijzer naar SEH
Veelal zijn de ongevalpatiënten geregistreerd in de LTR door de ambulance verwezen naar de SEH. Hiervoor is 112 gebeld. Dit is te zien in tabel 6. Ook de huisarts treedt geregeld op als verwijzer. Bovendien blijkt dat een deel van de patiënten geregistreerd in de LTR op eigen initiatief naar de SEH zijn gegaan (zelfverwijzers).
Tabel 6:
verwijzer naar SEH 2012
2013
regio
Eigen initiatief
LTR
regio
LTR
n
%
%
n
%
%
893
14
13
1.226
20
12
2.496
40
42
2.484
40
43
962
16
25
1.140
18
28
Polikliniek
20
0
1
13
0
1
Ander ziekenhuis
46
1
2
119
2
2
159
3
1
30
0
1
Onbekend
1.594
26
17
1.224
20
14
Totaal (n)
6.170
76.383
6.236
112 Huisarts
Overig
79.347
percentage
Figuur 12: verwijzer naar SEH: regio vs LTR (2013) 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Eigen initiatief
112
Huisarts
Polikliniek regio
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
Ander ziekenhuis
Overig
Onbekend
LTR
14
Opvang en behandeling ongevalpatiënten
4.3
Vervoer naar ziekenhuis 11
De meerderheid van de patiënten in de LTR zijn per ambulance of helikopter naar een SEH vervoerd. Dit hangt samen met het feit dat in de LTR relatief ernstig gewonde patiënten worden geregistreerd die na SEH behandeling direct worden opgenomen in het ziekenhuis. Toch komt ook nog een deel van deze patiënten met eigen vervoer. Dit zijn patiënten die zijn doorgestuurd door de huisarts of op eigen initiatief komen (zelfverwijzers).
Tabel 7:
vervoer naar ziekenhuis
12
2009
2010
regio
LTR
2011
regio
LTR
2012
regio
LTR
2013
regio
LTR
regio
LTR
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
Ambulance/helikopter
3.792
70
63
4.325
70
64
3.952
70
65
4.394
71
61
4.294
69
63
Eigen vervoer
1.550
28
20
1.786
29
20
1.460
26
22
1.497
24
21
1.833
29
22
Anders
11
0
4
19
0
5
7
0
4
14
0
1
11
0
1
Onbekend
99
2
13
35
1
12
232
4
9
265
4
17
98
2
14
Totaal (n)
5.452
63.020
6.165
68.605
5.651
71.616
6.170
76.383
6.236
79.347
Figuur 13: vervoer naar ziekenhuis: regio (2009-2013) 100 90 80 percentage
70 60 50 40 30 20 10 0 2009
2010 Ambulance/helikopter
2011 Eigen vervoer
2012 Anders
2013
Onbekend
11
Slechts een heel klein aandeel ongevalpatiënten wordt vervoerd per helikopter. Bij vervoer per helikopter is het medisch mobiel team (MMT) ter plaatse geweest. Dit geldt ook bij een deel van de patiënten vervoerd per ambulance. In de toekomst zal gerapporteerd worden of het MMT betrokken is geweest bij de eerste opvang. 12
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
15
Opvang en behandeling ongevalpatiënten
Figuur 14: vervoer naar ziekenhuis: regio vs LTR (2013) 100 90 80 percentage
70 60 50 40 30 20 10 0 Ambulance/helikopter
Eigen vervoer
Anders
Regio
4.4
Onbekend
LTR
Ambulance doorstroomtijden
Van de patiënten vervoerd per ambulance worden in onderstaande tabellen de prehospitale doorstroomtijden van de ambulance getoond. Deze tijden zijn verdeeld in de volgende fasen: aanrijtijd, behandeltijd en vervoertijd. Ook de totaaltijd wordt getoond. De totaaltijd is de tijdsduur tussen de melding bij de meldkamer ambulancezorg (opnemen telefoon centralist) en de aankomst van de patiënt op de SEH zoals vastgelegd door het ziekenhuis. Doorstroomtijden van meer dan 24 uur zijn niet meegerekend en als onbekend bestempeld. De ambulance aanrijtijd en behandeltijd zijn voor minder dan de helft van de LTR patiënten in 2013, vervoerd per ambulance, bekend. In 2013 was, voor de patiënten geregistreerd in de LTR, de gemiddelde aanrijtijd 10 minuten, de gemiddelde behandeltijd op de ongevallocatie 21 minuten en de gemiddelde vervoertijd van de ongevallocatie naar het ziekenhuis 19 minuten. In 2013 was de totale tijd, vanaf de melding bij de meldkamer tot de aankomst op de SEH, gemiddeld 52 minuten. Tabel 8:
ambulance: aanrijtijd
13
2009
2010
2011
2012
2013
regio
LTR
regio
LTR
regio
LTR
regio
LTR
regio
LTR
3.792
39.691
4.325
43.731
3.952
46.421
4.394
46.472
4.294
49.677
Aanrijtijd bekend
451
21.746
943
23.172
767
22.985
1.991
23.579
326
23.690
Percentage aanrijtijd bekend
12%
55%
22%
53%
19%
50%
45%
51%
8%
48%
Aantal vervoerd ambu/heli
Gem ± SD (hh:mm)
00:08 ± 00:09 ± 00:05 00:11
00:09 ± 00:10 ± 00:09 ± 00:10 ± 00:09 ± 00:09 ± 00:06 00:14 00:06 00:13 00:06 00:12
00:09 ± 00:10 ± 00:05 00:11
Mediaan (hh:mm)
0:07
0:08
0:08
0:08
0:08
0:08
0:08
0:08
0:07
0:08
Interkwartielafstand (hh:mm)
0:05
0:07
0:05
0:07
0:05
0:07
0:06
0:07
0:06
0:07
00:01 10:18
00:01 10:18
00:01 00:45
00:01 21:55
00:01 00:46
00:01 18:51
00:01 00:54
00:01 23:07
00:01 00:39
00:01 13:23
Range (min-max) (hh:mm)
13
Aanrijtijd = tijdsduur tussen vertrektijd naar patiënt (VT) en aankomsttijd bij patiënt (APT) .
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
16
Opvang en behandeling ongevalpatiënten
Tabel 9:
ambulance: behandeltijd
14
2009
2010
2011
2012
2013
regio
LTR
regio
LTR
regio
LTR
regio
LTR
regio
LTR
3.792
39.691
4.325
43.731
3.952
46.421
4.394
46.472
4.294
49.677
Behandeltijd bekend
420
21.445
787
22.517
612
22.629
1.969
23.579
360
20.208
Percentage behandeltijd bekend
11%
54%
18%
51%
15%
49%
45%
51%
8%
41%
Aantal vervoerd ambu/heli
Gem ± SD (hh:mm)
00:19 ± 00:20 ± 00:10 00:15
00:18 ± 00:20 ± 00:13 00:12
00:19 ± 00:20 ± 00:09 00:12
00:19 ± 00:20 ± 00:09 00:12
00:19 ± 00:21 ± 00:09 00:22
Mediaan (hh:mm)
0:18
0:17
0:16
0:18
0:17
0:18
0:17
0:18
0:17
0:19
Interkwartielafstand (hh:mm)
0:13
0:12
0:13
0:12
0:13
0:11
0:10
0:12
0:12
0:12
00:03 01:29
00:01 11:19
00:01 04:18
00:01 10:08
00:01 01:12
00:01 11:22
00:01 01:06
00:01 15:34
00:01 00:50
00:01 23:55
Range (min-max) (hh:mm)
Tabel 10: ambulance: vervoertijd
15
2009
2010
2011
2012
2013
regio
LTR
regio
LTR
regio
LTR
regio
LTR
regio
LTR
3.792
39.691
4.325
43.731
3.952
46.421
4.394
46.472
4.294
49.677
Vervoertijd bekend
424
21.177
787
22.367
577
22.561
1.875
23.321
473
20.387
Percentage vervoertijd bekend
11%
53%
18%
51%
15%
49%
43%
50%
11%
41%
Aantal vervoerd ambu/heli
Gem ± SD (hh:mm)
00:16 ± 00:19 ± 00:15 ± 00:19 ± 00:09 00:15 00:11 00:14
00:15 ± 00:18 ± 00:19 ± 00:18 ± 00:26 ± 00:19 ± 00:13 00:13 00:14 00:13 00:21 00:16
Mediaan (hh:mm)
0:14
0:17
0:13
0:16
0:13
0:16
0:16
0:16
0:18
0:16
Interkwartielafstand (hh:mm)
0:10
0:13
0:10
0:13
0:11
0:13
0:12
0:12
0:23
0:14
00:01 01:20
00:01 03:46
00:01 02:26
00:01 03:53
00:01 03:54
00:01 03:54
00:01 02:44
00:01 03:53
00:01 01:35
00:01 03:45
Range (min-max) (hh:mm)
14
Behandeltijd = tijdsduur tussen aankomsttijd bij patiënt (APT) en wegrijtijd met patiënt (VPT). Vervoertijd = tijdsduur tussen wegrijdtijd met patiënt (VPT) en aankomsttijd SEH zoals vastgelegd in het ziekenhuisinformatiesysteem. De vervoertijd is ingesteld op maximaal 4 uur. 15
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
17
Opvang en behandeling ongevalpatiënten
Tabel 11: ambulance: totaaltijd
16
2009
2010
2011
2012
2013
regio
LTR
regio
LTR
regio
LTR
regio
LTR
regio
LTR
3.792
39.691
4.325
43.731
3.952
46.421
4.394
46.472
4.294
49.677
Totaaltijd bekend
931
23.939
1.631
25.541
1.824
24.992
2.622
26.606
1.123
28.422
Percentage totaaltijd bekend
25%
60%
38%
58%
46%
54%
60%
57%
26%
57%
Aantal vervoerd ambu/heli
Gem ± SD (hh:mm)
00:33 ± 00:53 ± 00:37 ± 00:53 ± 00:40 ± 00:51 ± 00:33 00:41 00:38 00:46 00:52 00:40
00:46 ± 00:51 ± 00:51 ± 00:52 ± 00:44 00:35 00:37 00:37
Mediaan (hh:mm)
0:32
0:47
0:35
0:47
0:37
0:47
0:43
0:47
0:46
0:48
Interkwartielafstand (hh:mm)
0:40
0:23
0:27
0:22
0:26
0:22
0:23
0:21
0:32
0:22
00:01 09:06
00:01 21:29
00:01 12:38
00:01 22:31
00:01 23:08
00:01 23:08
00:01 20:36
00:01 23:23
00:01 07:27
00:01 23:32
Range (min-max) (hh:mm)
4.5
Spreiding opvang ongevalpatiënten over de ziekenhuizen
Meer dan driekwart van alle klinische ongevalpatiënten geregistreerd in de LTR is opgevangen door een SEH van een regionaal ziekenhuis (tabel 12). Tabel 12: spreiding opvang ongevalpatiënten 2009
2010
regio
LTR
2011
regio
LTR
2012
regio
LTR
2013
regio
LTR
regio
LTR
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
976
18
25
901
15
24
963
17
24
1.149
19
22
1.104
18
22
Regionale ziekenhuizen
4.476
82
75
5.264
85
76
4.688
83
76
5.021
81
78
5.132
82
78
Totaal (n)
5.452
63.020
6.165
68.605
5.651
71.616
6.170
76.383
6.236
Traumacentrum
79.347
16
Totaaltijd = tijdsduur tussen de melding bij de meldkamer ambulancezorg en aankomsttijd van de patiënt op de SEH zoals vastgelegd in het ziekenhuisinformatiesysteem. Gebleken is dat binnen de LTR in ProMISe (vanaf 2012) de naamgeving van het eerste tijdstip dat prehospitaal moet worden vastgelegd, dat wil zeggen de melding bij de meldkamer, beter gedefinieerd had moeten worden. Hierdoor kunnen regio’s vanaf 2012 de oproeptijd van de ambulance hebben vastgelegd in plaats van de melding bij de meldkamer. Dit heeft effect op de berekende totaaltijd. Deze is mogelijk iets langer dan weergegeven in de tabel. AZN meldt in haar rapport over 2012 (Ambulances inzicht 2012) een gemiddelde tijdsduur tussen aanname door de meldkamer en uitgifte van 1:58 minuten voor A1 ritten. Deze tijdsduur zou mogelijk opgeteld moeten worden bij de totaaltijd geregistreerd voor de patiënten in de LTR. Vanaf 2015 is de definitie aangescherpt.
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
18
Opvang en behandeling ongevalpatiënten
Figuur 15: spreiding regionale opvang ongevalpatiënten (2009-2013) 100 90 80 percentage
70 60 50 40 30 20 10 0 2009
2010
2011
Traumacentrum
2012
2013
Regionale ziekenhuizen
Figuur 16: spreiding opvang ongevalpatiënten: regio vs LTR (2013) 100 90 80 percentage
70 60 50 40 30 20 10 0 Traumacentrum
Regionale ziekenhuizen Regio
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
LTR
19
Opvang en behandeling ongevalpatiënten
4.6
Maand aankomst SEH
Tabel 13 toont het aantal ongevalpatiënten dat per maand wordt behandeld op een SEH en voor behandeling van hun letsel is opgenomen in het ziekenhuis. Tabel 13: aantal klinische ongevalpatiënten per maand 2009
2010
regio
LTR
2011
regio
LTR
2012
regio
LTR
2013
regio
LTR
regio
LTR
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
Januari
473
9
9
627
10
10
540
10
8
490
8
8
509
8
8
Februari
333
6
7
437
7
7
398
7
7
525
9
8
464
7
7
Maart
400
7
8
468
8
8
504
9
8
445
7
8
448
7
8
April
447
8
9
532
9
9
545
10
9
484
8
8
547
9
8
Mei
413
8
9
534
9
8
503
9
9
536
9
9
497
8
8
Juni
415
8
9
569
9
9
398
7
9
498
8
8
510
8
9
Juli
425
8
8
467
8
8
454
8
8
532
9
8
531
9
9
Augustus
514
9
8
476
8
8
447
8
9
545
9
9
548
9
9
September
524
10
9
497
8
8
525
9
9
551
9
9
546
9
9
Oktober
491
9
8
476
8
8
458
8
9
544
9
8
546
9
9
November
477
9
8
474
8
8
404
7
8
506
8
8
541
9
8
December
540
10
9
608
10
10
475
8
8
514
8
8
549
9
8
63.020
6.165
68.605
5.651
71.616
6.170
76.383
6.236
Totaal (n)
5.452
79.347
percentage
Figuur 17: maand: regio vs LTR (2013) 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
regio
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
LTR
20
Opvang en behandeling ongevalpatiënten
4.7
Tijdstip aankomst SEH
Tabel 14 toont dat in 2013 69% van de ongevalpatiënten geregistreerd in de LTR in de middag en avond zijn binnengekomen op de SEH. Tabel 14: tijdstip aankomst SEH 2009
2010
regio
LTR
2011
regio
LTR
2012
regio
LTR
2013
regio
LTR
regio
LTR
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
942
17
17
1.136
18
19
991
18
18
1.021
17
18
1.029
17
18
Middag (12:00 - 17:00)
1.906
35
33
2.063
33
33
1.823
32
33
2.053
33
34
2.098
34
34
Avond (17:00 - 00:00)
1.821
33
33
2.031
33
32
1.925
34
33
2.125
34
34
2.119
34
35
Nacht (00:00 - 08:00)
Ochtend (08:00 - 12:00)
772
14
12
929
15
12
910
16
13
965
16
13
963
15
13
Onbekend
11
0
4
6
0
4
2
0
3
6
0
0
27
0
0
Totaal (n)
5.452
63.020
6.165
68.605
5.651
71.616
6.170
76.383
6.236
79.347
percentage
Figuur 18: tijdstip aankomst SEH: regio (2009-2013) 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 2009 Ochtend (08:00 - 12:00)
2010 Middag (12:00 - 17:00)
2011 Avond (17:00 - 00:00)
2012 Nacht (00:00 - 08:00)
2013 Onbekend
percentage
Figuur 19: tijdstip aankomst SEH: regio vs LTR (2013) 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Ochtend (08:00 - 12:00)
Middag (12:00 - 17:00)
Avond (17:00 - 00:00) Regio
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
Nacht (00:00 - 08:00)
Onbekend
LTR
21
Opvang en behandeling ongevalpatiënten
4.8
Verblijfsduur SEH
Tabel 15 geeft zicht op de totale verblijfsduur van de ongevalpatiënt op de SEH. De meerderheid van de patiënten geregistreerd in de LTR is binnen vier uur vanaf de SEH overgebracht naar een afdeling (IC, OK of verpleegafdeling) in het ziekenhuis, is overgeplaatst naar een ander ziekenhuis of overleden op de SEH. Tabel 15: verblijfsduur SEH 2009
2010
regio
LTR
n
%
%
1-30 min
46
1
31-60 min
261
5
1-2 uur
1.383
2-3 uur 3-4 uur
2011
regio
LTR
n
%
%
5
39
1
5
171
3
25
23
1.440
1.639
30
23
1.074
20
13
4-24 uur
868
16
Onbekend
181
3
Totaal (n)
5.452
2012
regio
LTR
2013
regio
n
%
%
2
25
0
5
173
3
23
25
1.332
1.917
31
26
1.273
21
15
14
957
16
17
368
6
63.020
6.165
LTR
n
%
%
2
20
0
5
183
3
24
25
1.407
1.600
28
26
1.132
20
16
15
851
15
12
538
10
68.605
5.651
regio
LTR
n
%
%
3
41
1
2
5
167
3
4
23
24
1.337
21
24
1.760
29
27
1.784
29
29
1.153
19
16
1.149
18
18
14
968
16
13
895
14
15
12
679
11
13
863
14
9
71.616
6.170
76.383
6.236
79.347
Figuur 20: verblijfsduur SEH: regio (2009-2013) 100 90 80 percentage
70 60 50 40 30 20 10 0 2009 1-30 min
2010 31-60 min
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
1-2 uur
2011 2-3 uur
2012 3-4 uur
4-24 uur
2013 Onbekend
22
Opvang en behandeling ongevalpatiënten
Figuur 21: verblijfsduur SEH: regio vs LTR (2013) 100 90 80 percentage
70 60 50 40 30 20 10 0 1-30 min
31-60 min
1-2 uur
2-3 uur regio
4.9
3-4 uur
4-24 uur
Onbekend
LTR
Bestemming na SEH 17
Tabel 16 laat zien waar de ongevalpatiënten na de opvang op de SEH-afdeling direct naartoe zijn gebracht. Het gaat hierbij dus om de eerste afdeling na de SEH. Als de bestemming na SEH de verpleegafdeling is dan wordt dit als zodanig vastgelegd. Deze patiënt kan op een later moment nog op de OK of de IC/MC zijn behandeld. De tabel geeft dus niet het totale percentage van patiënten weer die gedurende hun ziekenhuisverblijf op de IC/MC (zie hiervoor paragraaf 4.11) of OK zijn behandeld.
De meerderheid van de patiënten geregistreerd in de LTR gaat vanaf de SEH naar een verpleegafdeling. Het aandeel patiënten dat direct vanaf de SEH wordt overgeplaatst naar een ander ziekenhuis of is overleden op de SEH is zeer laag (tabel 16). Tabel 16: bestemming na SEH 2009
2010
regio
LTR
2011
regio
LTR
2012
regio
LTR
2013
regio
LTR
regio
LTR
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
4.763
87
88
5.702
92
90
5.105
90
89
5.503
89
84
5.482
88
82
IC/MC
208
4
4
139
2
4
199
4
4
237
4
3
293
5
4
OK
331
6
4
205
3
3
218
4
4
223
4
4
256
4
3
Ander ziekenhuis
139
3
2
88
1
2
124
2
2
196
3
2
195
3
2
Overleden op SEH
8
0
0
5
0
0
5
0
0
10
0
0
10
0
0
Onbekend
3
0
2
26
0
1
0
0
1
1
0
6
0
0
9
Totaal (n)
5.452
55.484
6.165
60.604
5.651
64.138
6.170
68.970
6.236
Verpleegafdeling
71.794
17
Voor de berekening van de landelijke percentages is één regio niet meegenomen wegens een afwijkende toepassing van de antwoordcategorieën.
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
23
Opvang en behandeling ongevalpatiënten
Figuur 22: bestemming na SEH: regio (2009-2013) 100 90 80 percentage
70 60 50 40 30 20 10 0 2009 Verpleegafdeling
2010 IC/MC
2011 OK
Ander ziekenhuis
2012 Overleden op SEH
2013 Onbekend
Figuur 23: bestemming na SEH: regio vs LTR (2013) 100
percentage
80 60 40 20 0 Verpleegafdeling
IC/MC
OK regio
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
Ander ziekenhuis
Overleden op SEH
Onbekend
LTR
24
Opvang en behandeling ongevalpatiënten
4.10
Ziekenhuisopname
Tabel 17 toont de beschrijvende statistiek van de opnameduur in het ziekenhuis voor de patiënten die na hun behandeling op de SEH direct zijn opgenomen. Dit betreft patiënten die na de SEH naar de OK, IC of verpleegafdeling zijn gebracht. Hierbij zijn ook de patiënten meegenomen bij wie de bestemming na SEH niet is ingevuld (onbekend) maar voor wie wel een (IC)opnameduur is vastgelegd. Het percentage opnames in tabel 17 is geen 100% omdat er ook (kleine aantallen) patiënten vanaf de SEH zijn overgeplaatst naar een ander ziekenhuis of zijn overleden op de SEH (zie bestemming na SEH, tabel 16). Tabel 17: aantal dagen ziekenhuisopname 2009
2010
2011
2012
2013
Regio
LTR
Regio
LTR
Regio
LTR
Regio
LTR
Regio
LTR
Totaal ongevalpatiënten
5.452
63.020
6.165
68.605
5.651
71.616
6.170
76.383
6.236
79.347
Aantal opnames
5.305
61.415
6.068
66.944
5.522
70.006
5.963
74.368
6.031
77.393
Percentage opnames
97
97
98
98
98
98
97
97
97
98
Opnameduur bekend
5.296
60.492
6.048
66.085
5.498
68.697
5.935
72.383
6.002
77.201
Percentage opnameduur bekend
100
98
100
99
100
98
100
97
100
100
Gem ± SD opnameduur (dgn)
7±9
7 ± 10
7±9
7±9
6±9
7±9
6±8
6±8
6±8
6±7
Mediaan opnameduur (dgn)
3
3
3
4
3
3
3
3
3
3
1-131
1-315
1-281
1-355
1-309
1-338
1-204
1-308
1-259
1-259
Range (min-max) opnameduur (dgn)
In 2013 is driekwart van de opgenomen ongevalpatiënten geregistreerd in de LTR binnen een week ontslagen 18 uit het ziekenhuis (tabel 18) . Dit is inclusief patiënten die zijn overleden tijdens de opname en patiënten die secundair zijn overgeplaatst naar een ander ziekenhuis. Tabel 18: aantal dagen ziekenhuisopname 2009
2010
regio
LTR
2011
regio
LTR
2012
regio
LTR
2013
regio
LTR
regio
LTR
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
508
10
10
562
9
9
517
9
9
579
10
9
542
9
9
2 dagen
1.596
30
30
1.829
30
29
1.786
32
31
1.843
31
31
2.090
35
32
3-7 dagen
1.638
31
30
1.962
32
32
1.747
32
31
1.969
33
32
2.015
33
34
8-14 dagen
877
17
17
1.037
17
18
957
17
17
1.030
17
17
940
16
17
15-21 dagen
356
7
6
390
6
6
267
5
6
321
5
5
233
4
4
> 21 dagen
321
6
6
268
4
5
224
4
4
193
3
4
182
3
3
Onbekend
9
0
2
20
0
1
24
0
2
28
0
3
29
0
0
Totaal (n)
5.305
61.415
6.068
66.944
5.522
70.006
5.963
74.368
6.031
1 dag
77.393
18
Eventuele negatieve opnameduur (wegens een invoerfout) en opnameduur met een lengte >365 dagen worden weergegeven in de categorie onbekend. Hierdoor, alsmede doordat soms de ontslagdatum uit het ziekenhuis ontbreekt, is niet van alle opgenomen patiënten de opnameduur bekend.
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
25
Opvang en behandeling ongevalpatiënten
Figuur 24: aantal dagen ziekenhuisopname: regio (2009-2013) 100 90 80 percentage
70 60 50 40 30 20 10 0 2009 1 dag
2010
2 dagen
3-7 dagen
2011 8-14 dagen
2012
15-21 dagen
2013
> 21 dagen
Onbekend
Figuur 25: aantal dagen ziekenhuisopname: regio vs LTR (2013) 100 90 80 percentage
70 60 50 40 30 20 10 0 1 dag
2 dagen
3-7 dagen
8-14 dagen regio
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
15-21 dagen
> 21 dagen
Onbekend
LTR
26
Opvang en behandeling ongevalpatiënten
4.11
IC opname
In de LTR wordt vastgelegd hoeveel dagen de patiënt op de intensive care (IC) is opgenomen. Het gaat hierbij om het totaal aantal dagen dat een patiënt op de IC heeft gelegen. Verblijf op de medium care (MC) wordt ook tot IC verblijf gerekend. In tabel 19 wordt het aantal IC opnames getoond. Het aantal IC opnames wordt berekend op basis van het aantal patiënten waarbij de IC opnameduur is ingevuld en/of de patiënten waarbij is aangegeven dat de bestemming na de SEH direct de IC was. De IC opnameduur betreft de optelsom van alle dagen op de IC/MC ongeacht of het een aaneengesloten periode betreft. Het verblijf op de IC gedurende een bepaalde tijdsduur op een dag telt als 1 dag. Onbekende IC opnameduur geldt voor patiënten die direct vanaf de SEH naar de IC zijn gebracht (vastgelegd in het item “bestemming na SEH”), maar bij wie het aantal IC dagen niet is ingevuld. Tabel 19: IC opnames 2009
2010
2011
2012
2013
Regio
LTR
Regio
LTR
Regio
LTR
Regio
LTR
Regio
LTR
Totaal opnames
5.305
61.415
6.068
66.944
5.522
70.006
5.963
74.368
6.031
77.393
Aantal IC opnames
1.248
7.957
1.668
7.959
1.598
7.995
1.333
6.794
975
7.125
Percentage IC opnames
24
13
27
12
29
11
22
9
16
9
IC opnameduur bekend
359
3.086
293
3.265
313
3.554
356
4.392
476
5.160
Percentage IC opnameduur bekend
29
39
18
41
20
44
27
65
49
72
4±9
6 ± 10
4±5
5±8
4±7
5±9
5±9
5±9
4±6
4±7
Gem ± SD IC dagen Mediaan IC dagen Range (min-max) IC dagen
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
1-129
1-150
1-30
1-134
1-74
1-148
1-108
1-190
1-82
1-160
Figuur 26: IC opnames (2009-2013) 100 90 80 percentage
70 60 50 40 30 20 10 0 2009
2010
2011 regio
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
2012
2013
LTR
27
Opvang en behandeling ongevalpatiënten
Tabel 20: aantal dagen IC opname 2009
2010
regio
LTR
2011
regio
LTR
2012
regio
LTR
2013
regio
LTR
regio
LTR
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
170
14
9
127
8
11
114
7
12
95
7
18
87
9
21
2 dagen
68
5
12
48
3
12
66
4
12
88
7
18
186
19
22
3-7 dagen
80
6
11
77
5
12
87
5
13
122
9
18
156
16
20
8-14 dagen
25
2
4
26
2
3
30
2
4
30
2
6
26
3
5
> 14 dagen
16
1
4
15
1
3
16
1
4
21
2
5
21
2
5
Onbekend
889
71
61
1.375
82
59
1.285
80
56
977
73
35
499
51
28
Totaal (n)
1.248
7.957
1.668
7.959
1.598
7.995
1.333
6.794
975
1 dag
7.125
Figuur 27: aantal dagen IC opname: regio (2009-2013) 90 80
percentage
70 60 50 40 30 20 10 0 2009 1 dag
2010 2 dagen
2011
3-7 dagen
2012
8-14 dagen
15+ dagen
2013 Onbekend
Figuur 28: aantal dagen IC opname: regio vs LTR (2013) 100 90 80 percentage
70 60 50 40 30 20 10 0 1 dag
2 dagen
3-7 dagen Regio
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
8-14 dagen
15+ dagen
Onbekend
LTR
28
Opvang en behandeling ongevalpatiënten
4.12
Ontslagbestemming
In tabel 21 wordt van de groep acuut opgenomen ongevalpatiënten (paragraaf 4.10) het percentage secundaire overplaatsingen getoond. Dit zijn patiënten die na opname in het ziekenhuis naar een ander ziekenhuis zijn overgeplaatst. Landelijk gezien is dit percentage laag en met 2% stabiel over de jaren heen. Tabel 21: ontslagbestemming ander ziekenhuis: groep opgenomen ongevalpatiënten 2009
2010
regio
Ontslag ander ziekenhuis Ontslag onbekend Totaal (n)
LTR
n
%
237 19 5.305
2011
regio
LTR
%
n
%
4
1
165
0
14
29
61.415
6.068
2012
regio
LTR
2013
regio
LTR
regio
LTR
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
3
2
112
2
2
118
2
2
132
2
2
0
11
31
1
7
13
0
5
15
0
8
66.944
5.522
70.006
5.963
74.368
6.031
77.393
In het verleden zijn verschillende definities gehanteerd voor het registreren van de andere categorieën van de ontslagbestemming (zoals naar huis, verpleeghuis en revalidatiecentrum). Vanaf 2012 zijn eenduidige 19 registratierichtlijnen hiervoor opgesteld . Hierdoor kunnen deze gegevens vanaf 2012 worden getoond (tabel 22). De meerderheid van de patiënten geregistreerd in de LTR is naar zijn of haar eigen woonomgeving (huis) ontslagen. Tabel 22: ontslagbestemming: opgenomen ongevalpatiënten 2012
2013
regio
LTR
regio
LTR
n
%
%
n
%
%
4.518
76
72
4.588
76
70
Bejaardenoord/Verzorgingshuis
134
2
3
69
1
1
Verpleeghuis
508
9
9
548
9
9
Revalidatiecentrum
213
4
2
176
3
2
Ander ziekenhuis
118
2
2
132
2
2
3
0
0
2
0
0
309
5
5
366
6
5
31
1
0
23
0
0
Eigen woonomgeving
Buitenlands ziekenhuis Andere instelling Tegen advies weggegaan In instelling overleden
116
2
2
104
2
2
Onbekend
13
0
5
23
0
8
Totaal (n)
5.963
74.368
6.031
77.393
19
Registratierichtlijnen Landelijke Traumaregistratie (LTR) per 1.1.2012, Januari 2012, Versie 1.0. Gebaseerd op de datadictionary LTR versie 2.5 (geldend vanaf 08.02.2010). De richtlijnen zijn verwerkt in de huidige datadictionary van de LTR.
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
29
Opvang en behandeling ongevalpatiënten
percentage
Figuur 29: ontslagbestemming opgenomen ongevalpatiënten: regio versus LTR (2013) 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
regio
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
LTR
30
Letsels ongevalpatiënten
5. Letsels ongevalpatiënten 5.1
Letselaard
Onder letselaard wordt het letselmechanisme in termen van stomp of scherp vastgelegd. Scherp letsel is penetrerend letsel. Hiertoe behoren bijvoorbeeld schotwonden, steekwonden en glasverwondingen. Stomp letsel is overig trauma inclusief brandwonden. Voor de registratie is afgesproken dat het letselmechanisme waardoor de patiënt de meest (ernstige) letsels heeft opgelopen wordt vastgelegd. Als een patiënt bijvoorbeeld tijdens een verkeersongeval glasverwondingen maar ook hersenletsel heeft opgelopen dan wordt voor deze patiënt stomp letsel (hersenletsel) geregistreerd. Tabel 23 toont dat bij de meerderheid van de ongevalpatiënten geregistreerd in de LTR sprake is van stomp letsel. Tabel 23: letselaard 2009
2010
regio
LTR
2011
regio
LTR
2012
regio
LTR
2013
regio
LTR
regio
LTR
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
Stomp
5.254
96
86
5.985
97
89
5.468
97
90
5.944
96
94
6.070
97
89
Scherp
198
4
3
179
3
3
175
3
4
188
3
3
164
3
3
Onbekend
0
0
11
1
0
7
8
0
7
38
1
3
2
0
8
Totaal (n)
5.452
63.020
6.165
68.605
5.651
71.616
6.170
76.383
6.236
79.347
Figuur 30: letselaard: regio (2009-2013) 100 90 80 percentage
70 60 50 40 30 20 10 0 2009
2010 Stomp
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
2011 Scherp
2012
2013
Onbekend
31
Letsels ongevalpatiënten
Figuur 31: letselaard: regio vs LTR (2013) 100 90 80 percentage
70 60 50 40 30 20 10 0 Stomp
Scherp Regio
5.2
Onbekend
LTR
Letsels naar lichaamsregio
In de LTR wordt voor iedere patiënt zo gedetailleerd mogelijk alle letsels geregistreerd volgens de “Abbreviated 20 Injury Scale (AIS)” (versie 1990, update 1998) . De AIS is een door experts ontwikkelde anatomische letselschaal die de ernst van de individuele letsels aangeeft. De AIS codes worden gebruikt voor de berekening van een totale letselscore per patiënt, de Injury Severity Scale (ISS). Tabel 24 toont de volledigheid van het toepassen van de AIS coderingen. Van bijna alle patiënten geregistreerd in de LTR zijn letselcoderingen volgens de AIS ingevoerd. Tabel 24: ongevalpatiënten met een letselcodering volgens de AIS 2009
2010
regio n AIS letsels gecodeerd Geen AIS letsels gecodeerd Totaal (n)
LTR
2011
regio
LTR
2012
regio
LTR
2013
regio
LTR
regio
LTR
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
5.440 100
92
6.158 100
95
5.639 100
95
6.150 100
97
6.216 100
98
8
7
5
12
63.020
6.165
68.605
5.651
12 5.452
0
0
0
5
20
71.616
6.170
0
3
20
76.383
6.236
0
2
79.347
20
American Association for the Advancement of Automotive Medicine (1998) The abbreviated injury scale, 1990 revision (update 1998). http://www.aaam1.org/ais
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
32
Letsels ongevalpatiënten
5.2.1
Verdeling letsels naar lichaamsregio’s
In tabel 25 wordt het aantal geregistreerde AIS letselcodes naar AIS lichaamsregio’s getoond. In de LTR zijn de meest voorkomende letsels verwondingen van de onderste extremiteiten, het hoofd en de bovenste extremiteiten. Tabel 25: verdeling letsels naar AIS lichaamsregio’s 2009
2010
regio
LTR
2011
regio
LTR
2012
regio
LTR
2013
regio
LTR
regio
LTR
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
1.903
20
20
2.243
21
20
2.299
22
21
2.410
22
22
2.514
21
21
982
10
11
1.128
11
10
1.211
12
11
1.304
12
12
1.678
14
12
32
0
0
35
0
0
30
0
1
26
0
1
48
0
0
Thorax
566
6
6
509
5
6
572
6
6
654
6
6
620
5
6
Abdomen
243
3
2
203
2
2
220
2
2
207
2
2
233
2
2
Wervelkolom
387
4
5
418
4
5
488
5
5
602
5
5
538
5
5
Bovenste extremiteiten
1.857
19
19
1.798
17
19
1.638
16
19
1.684
15
19
2.030
17
19
Onderste extremiteiten
3.150
33
33
3.665
34
34
3.110
30
31
3.422
31
31
3.440
29
30
546
6
3
668
6
3
789
8
3
895
8
3
820
7
3
Hoofd Gezicht Nek
Huid en overig Totaal (n)
9.666
109.864 10.667
115.537 10.357
122.984 11.204
139.246 11.921
149.082
Figuur 32: verdeling letsels naar AIS lichaamsregio’s: regio (2009-2013) 100 90 80 percentage
70 60 50 40 30 20 10 0 2009 Hoofd
Gezicht
2010 Nek
Thorax
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
Abdomen
2011 Wervelkolom
2012 Bov. extr.
Ond. extr.
2013 Huid en overig
33
Letsels ongevalpatiënten
percentage
Figuur 33: verdeling letsels naar AIS lichaamsregio’s: regio vs LTR (2013) 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
Regio
5.2.2
LTR
Verdeling ernstige letsels naar lichaamsregio’s
Elke AIS diagnosecode heeft een ernst-score. Deze varieert van 1 (zeer licht gewond) tot 6 ((zeker) dodelijk verwond). Letsels met een ernst-score van 3 of hoger worden als ernstige letsels gezien. In tabel 26 wordt het totaal aantal ernstige letsels weergegeven naar de AIS lichaamsregio’s. Ook hierbij geldt dat in de LTR de meest ernstige letsels verwondingen van de onderste extremiteiten, de bovenste extremiteiten en het hoofd betreffen. Tabel 26: verdeling ernstige letsels (AIS≥3) naar AIS lichaamsregio’s 2009
2010
regio
LTR
2011
regio
LTR
2012
regio
LTR
2013
regio
LTR
regio
LTR
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
Hoofd
391
11
16
327
9
16
434
13
17
569
16
18
587
15
18
Gezicht
40
1
1
21
1
1
27
1
1
40
1
1
41
1
1
4
0
0
7
0
0
4
0
0
6
0
0
8
0
0
253
7
8
212
6
8
267
8
9
349
10
9
295
8
9
60
2
2
52
1
1
49
2
2
45
1
2
71
2
2
Nek Thorax Abdomen Wervelkolom
65
2
3
56
2
3
85
3
3
136
4
3
124
3
4
Bovenste extremiteiten
826
24
19
765
22
19
584
18
19
544
15
18
773
20
18
Onderste extremiteiten
1.759
52
50
2.077
59
52
1.769
55
49
1.941
53
49
1.929
50
49
7
0
0
8
0
0
13
0
0
11
0
0
7
0
0
37.597
3.525
39.358
3.232
41.358
3.641
46.478
3.835
Huid en overig Totaal (n)
3.405
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
48.935
34
Letsels ongevalpatiënten
Figuur 34: verdeling ernstige letsels (AIS≥3) naar AIS lichaamsregio’s: regio (2009-2013) 100 90 80 percentage
70 60 50 40 30 20 10 0 2009 Hoofd
Gezicht
2010 Nek
Thorax
Abdomen
2011 Wervelkolom
2012 Bov. extr.
Ond. extr.
2013 Huid en overig
percentage
Figuur 35: verdeling ernstige letsels (AIS≥3) naar AIS lichaamsregio’s: regio vs LTR (2013) 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
Regio
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
LTR
35
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
36
Letselernst ongevalpatiënten
6. Letselernst ongevalpatiënten In de LTR worden twee samengevatte scores berekend om de ernst van het ongevalletsel per patiënt weer te geven. Dit betreft een score voor de fysiologische toestand van de patiënt, de zogenaamde revised traumascore (RTS), en een score voor de totale anatomische letselernst, de injury severity score (ISS). 6.1
Fysiologische letselernst: revised trauma score (RTS) 21
De revised trauma score (RTS) is een maat voor de fysiologische verstoring van de patiënt door het letsel veroorzaakt. Deze score is gerelateerd aan de kans op overlijden van de patiënt. De RTS is gebaseerd op metingen van drie vitale parameters: de systolische bloeddruk (SBP), de ademfrequentie en het bewustzijn. Het bewustzijn wordt weergegeven door de Glasgow Coma Scale, ofwel Eye, Motor, Verbal (EMV) score. Deze score evalueert de reactie van ogen, motoriek en spraak van de patiënt op bepaalde prikkels en kent een waarde van 3 tot 15. De vitale parameters kunnen worden beïnvloed door het medisch handelen (zoals medicatie ter verslapping of sedatie en/of een intubatie voor het ondersteunen van de ademhaling). Voor de LTR is afgesproken dat de vitale parameters in principe gemeten en geregistreerd worden voordat dergelijke interventies hebben plaatsgevonden. Voor het berekenen van de RTS worden de gemeten parameters SBP, de ademfrequentie en de EMV ingedeeld in de categorieën volgens onderstaand schema: Gecodeerde waarde 4 3 2 1 0
Systolische bloeddruk (SBP) >89 76-89 50-75 1-49 0
Ademfrequentie (AF) 10-29 >29 6-9 1-5 0
Bewustzijn (EMV) 13-15 9-12 6-8 4-5 3
De categorieën krijgen een zogenaamde “gecodeerde waarde” tussen de 0-4. Deze gecodeerde waarden worden vervolgens opgeteld. De maximale RTS, oftewel een optimale fysiologische gezondheidstoestand, is 12 (4 + 4 + 4). Nul is de minimumscore (geen SBP, geen ademfrequentie en geen bewustzijn). In de LTR worden de vitale parameters en de RTS zowel prehospitaal, bij aankomst van de ambulance bij de patiënt, als bij binnenkomst op de SEH-afdeling vastgelegd.
21
Champion HR et al. A Revision of the Trauma Score. Journal of Trauma 1989;29: 623-629.
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
37
Letselernst ongevalpatiënten
6.1.1
RTS Prehospitaal 22
Tabel 27 toont de prehospitale RTS scores berekend voor de patiënten die per ambulance of helikopter zijn vervoerd. Bij relatief veel patiënten in de LTR ontbreekt de prehospitale RTS. Tabel 27: Revised Trauma Score (RTS) prehospitaal van de ongevalpatiënten vervoerd per ambulance of helikopter 2009
2010
regio
LTR
2011
regio
LTR
2012
regio
LTR
2013
regio
LTR
regio
LTR
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
0-2
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
1
0
0
3-4
0
0
0
0
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
5-6
0
0
0
0
0
0
1
0
0
2
0
1
2
0
1
7-8
2
0
1
1
0
1
5
0
1
10
0
1
3
0
1
9-10
3
0
1
6
0
1
10
0
1
25
1
1
5
0
1
11
6
0
2
11
0
2
24
1
2
34
1
2
15
0
1
12
125
3
55
204
5
42
404
10
43
730
17
33
329
8
28
Onbekend
3.656
96
41
4.103
95
55
3.507
89
53
3.592
82
64
3.939
92
69
Totaal (n)
3.792
39.691
4.325
43.731
3.952
46.421
4.394
46.472
4.294
49.677
Tabel 28: EMV prehospitaal van de ongevalpatiënten vervoerd per ambulance of helikopter 2009
2010
regio
LTR
2011
regio
LTR
2012
regio
LTR
2013
regio
LTR
regio
LTR
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
31
1
1
20
0
1
22
1
1
19
0
1
6
0
1
4-5
5
0
0
13
0
0
10
0
0
10
0
0
0
0
0
6-8
26
1
1
3
0
1
22
1
1
28
1
1
1
0
1
9-12
50
1
1
36
1
1
54
1
1
38
1
1
13
0
1
13-15
1.204
32
65
1.572
36
59
1.703
43
57
1.904
43
48
581
14
43
Onbekend
2.476
65
32
2.681
62
38
2.141
54
40
2.395
55
49
3.693
86
54
Totaal (n)
3.792
39.691
4.325
43.731
3.952
46.421
4.394
46.472
4.294
3
49.677
Tabel 29: SBP prehospitaal van de ongevalpatiënten vervoerd per ambulance of helikopter 2009
2010
regio
LTR
2011
regio
LTR
2012
regio
LTR
2013
regio
LTR
regio
LTR
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
1
1-49
2
0
0
2
0
0
0
0
0
2
0
1
0
0
1
50-75
8
0
0
5
0
0
3
0
0
6
0
0
4
0
0
76-89
12
0
0
15
0
0
11
0
0
10
0
0
4
0
0
966
25
66
1.153
27
52
1.388
35
52
1.305
30
42
509
12
37
Onbekend
2.804
74
33
3.150
73
47
2.549
64
47
3.070
70
57
3.776
88
60
Totaal (n)
3.792
39.691
4.325
43.731
3.952
46.421
4.394
46.472
4.294
>89
22
49.677
Slechts een heel klein aandeel ongevalpatiënten wordt vervoerd per helikopter.
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
38
Letselernst ongevalpatiënten
Tabel 30: ademfrequentie prehospitaal van de ongevalpatiënten vervoerd per ambulance of helikopter 2009
2010
regio
LTR
2011
regio
LTR
2012
regio
LTR
2013
regio
LTR
regio
LTR
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
0
0
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
1
1-5
0
0
0
0
0
0
2
0
0
2
0
1
1
0
1
6-9
1
0
0
1
0
0
1
0
0
7
0
0
0
0
0
>29
6
0
1
7
0
1
18
0
1
44
1
1
15
0
1
205
5
61
281
6
48
564
14
49
1.325
30
43
480
11
38
Onbekend
3.580
94
38
4.035
93
50
3.366
85
50
3.015
69
55
3.797
88
60
Totaal (n)
3.792
39.691
4.325
43.731
3.952
46.421
4.394
46.472
4.294
10-29
6.1.2
49.677
RTS bij aankomst op de SEH
In tabel 31 wordt de RTS score bij aankomst op de SEH-afdeling weergegeven. Uit de tabel is op te maken dat deze score ontbreekt bij een relatief grote groep patiënten. De waarden die zijn vastgelegd tonen een beeld van veel stabiele patiënten met een goede RTS van 12. Tabel 31: Revised Trauma Score (RTS) bij aankomst op de SEH 2009
2010
regio
LTR
2011
regio
LTR
2012
regio
LTR
2013
regio
LTR
regio
LTR
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
0-2
0
0
0
2
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
3-4
1
0
0
1
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
5-6
1
0
0
0
0
0
0
0
0
1
0
0
1
0
0
7-8
23
0
1
9
0
1
15
0
1
15
0
1
20
0
1
9-10
25
0
1
14
0
1
19
0
1
24
0
1
33
1
1
11
60
1
1
31
1
1
51
1
1
38
1
1
57
1
1
12
716
13
54
594
10
39
816
14
43
843
14
37
1.369
22
41
Onbekend
4.626
85
43
5.514
89
59
4.750
84
54
5.249
85
61
4.756
76
56
Totaal (n)
5.452
63.020
6.165
68.605
5.651
71.616
6.170
76.383
6.236
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
79.347
39
Letselernst ongevalpatiënten
In figuur 36 en 37 wordt de verdeling getoond van de RTS score bij aankomst op de SEH-afdeling. Dit is exclusief de relatief grote groep patiënten met onbekende RTS SEH score. In de figuren worden dus zogenaamde valide percentages getoond. Figuur 36: RTS bij aankomst op de SEH: regio (exclusief onbekend) (2009-2013) 100 90 80 percentage
70 60 50 40 30 20 10 0 2009
2010 0-2
2011
3-4
5-6
7-8
9-10
2012 11
2013
12
Figuur 37: RTS bij aankomst op de SEH: regio vs LTR (exclusief onbekend) (2013) 100 90 80 percentage
70 60 50 40 30 20 10 0 0-2
3-4
5-6
7-8 regio
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
9-10
11
12
LTR
40
Letselernst ongevalpatiënten
Tabel 32: EMV bij aankomst op de SEH 2009
2010
regio
LTR
2011
regio
LTR
2012
regio
LTR
2013
regio
LTR
regio
LTR
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
57
1
1
28
0
1
44
1
1
26
0
1
44
1
1
4-5
6
0
0
7
0
0
2
0
0
3
0
0
7
0
0
6-8
28
1
0
16
0
0
18
0
0
25
0
0
28
0
0
9-12
59
1
1
54
1
1
55
1
1
48
1
1
58
1
1
13-15
2.213
41
70
2.318
38
64
2.500
44
66
2.247
36
59
2.635
42
64
Onbekend
3.089
57
27
3.742
61
34
3.032
54
32
3.821
62
38
3.464
56
33
Totaal (n)
5.452
63.020
6.165
68.605
5.651
71.616
6.170
76.383
6.236
3
79.347
Tabel 33: SBP bij aankomst op de SEH 2009
2010
regio
LTR
2011
regio
LTR
2012
regio
LTR
2013
regio
LTR
regio
LTR
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
0
2
0
0
4
0
0
2
0
0
0
0
0
1
0
0
1-49
1
0
0
4
0
0
1
0
0
3
0
0
1
0
0
50-75
11
0
0
4
0
0
11
0
0
9
0
0
15
0
0
76-89
28
1
0
30
0
0
22
0
1
25
0
0
39
1
0
>89
3.084
57
81
3.859
63
74
3.804
67
76
3.869
63
71
4.219
68
74
Onbekend
2.326
43
18
2.264
37
26
1.811
32
23
2.264
37
28
1.961
31
25
Totaal (n)
5.452
63.020
6.165
68.605
5.651
71.616
6.170
76.383
6.236
79.347
Tabel 34: ademfrequentie bij aankomst op de SEH 2009
2010
regio
LTR
2011
regio
LTR
2012
regio
LTR
2013
regio
LTR
regio
LTR
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
0
1
0
0
2
0
0
0
0
0
1
0
0
2
0
0
1-5
0
0
0
0
0
0
1
0
0
1
0
0
0
0
0
6-9
4
0
0
2
0
0
10
0
0
5
0
0
11
0
0
>29
50
1
0
28
0
1
55
1
1
49
1
1
70
1
1
992
18
61
855
14
45
1.182
21
50
1.417
23
44
2.027
33
49
Onbekend
4.405
81
39
5.278
86
54
4.403
78
49
4.697
76
55
4.126
66
49
Totaal (n)
5.452
63.020
6.165
68.605
5.651
71.616
6.170
76.383
6.236
10-29
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
79.347
41
Letselernst ongevalpatiënten
6.2
Anatomische letselernst: Injury Severity Score (ISS) 23
De Injury Severity Score (ISS) geeft de totale letselernst per patiënt weer . De ISS wordt berekend op basis van de AIS letseldiagnosecodes. In deze codes zit een ernst-score verwerkt (zie 5.2). Voor de berekening van de ISS worden de AIS letseldiagnosecodes in zes ISS lichaamsregio’s verdeeld. Vervolgens worden de drie hoogste AIS ernst-scores uit drie verschillende ISS lichaamsregio’s gekwadrateerd en opgeteld. De ISS betreft een getal tussen 1 en 75. Hoe hoger de score hoe ernstiger de verwondingen. De ISS is gerelateerd aan het risico op overlijden. Een ISS score van 16 of meer wordt over het algemeen gezien als een ernstig letsel, boven de 25 als zeer ernstig en 75 als nauwelijks te overleven. Tabel 35 toont de beschrijvende statistiek voor de ISS score. Voor bijna alle patiënten geregistreerd in de LTR zijn de letsels gecodeerd en kan een ISS score worden berekend. Tabel 35: Injury Severity Score (ISS) 2009
2010
2011
2012
2013
Regio
LTR
Regio
LTR
Regio
LTR
Regio
LTR
Regio
LTR
Totaal ongevalpatiënten
5.452
63.020
6.165
68.605
5.651
71.616
6.170
76.383
6.236
79.347
ISS bekend
5.427
57.595
6.149
65.225
5.629
67.509
6.141
73.959
6.214
77.597
Percentage ISS bekend
100
91
100
95
100
94
100
97
100
98
Gem ± SD ISS
8±6
7±6
7±5
7±6
7±5
7±6
7±6
7±6
7±6
7±6
Mediaan ISS
9
9
9
8
8
8
8
9
9
9
1 - 75
1 - 75
1 - 75
1 - 75
1 - 75
1 - 75
1 - 75
1 - 75
1 - 75
1 - 75
Range (min-max) ISS
Tabel 36 toont dat de meerderheid van de patiënten geregistreerd in de LTR licht tot matig ernstig letsel hebben (ISS 1-15). Slechts 6% van de patiënten betreft ernstig gewonde patiënten met een ISS≥ 16. Tabel 36: ISS letselernst categorieën 2009
2010
regio
LTR
2011
regio
LTR
2012
regio
LTR
2013
regio
LTR
regio
LTR
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
1-3
692
13
14
723
12
14
725
13
15
1.130
18
16
1.254
20
16
4-8
1.852
34
31
2.293
37
34
2.162
38
33
1.946
32
33
1.756
28
32
9-15
2.585
47
41
2.894
47
42
2.438
43
40
2.699
44
42
2.794
45
43
16-24
174
3
3
148
2
3
197
3
4
229
4
4
272
4
4
25-49
110
2
2
87
1
2
95
2
2
119
2
2
128
2
2
50-66
11
0
0
3
0
0
10
0
0
12
0
0
8
0
0
75
3
0
0
1
0
0
2
0
0
6
0
0
2
0
0
Onbekend
25
0
9
16
0
5
22
0
6
29
0
3
22
0
2
Totaal (n)
5.452
63.020
6.165
68.605
5.651
71.616
6.170
76.383
6.236
79.347
23
Baker et al. The injury severity score: a method for describing patients with multiple injuries and evaluating emergency care. J Trauma 1974; 14:187-196.
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
42
Letselernst ongevalpatiënten
Figuur 38: ISS letselernst categorieën: regio (2009-2013) 100 90 80 percentage
70 60 50 40 30 20 10 0 2009
2010 1-3
4-8
2011 9-15
16-24
25-49
2012 50-66
2013
75
Figuur 39: ISS letselernst categorieën: regio vs LTR (2013) 100 90 80 percentage
70 60 50 40 30 20 10 0 1-3
4-8
9-15
16-24 Regio
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
25-49
50-66
75
LTR
43
Letselernst ongevalpatiënten
6.2.1
Ernstig gewonde patiënten (ISS>15)
De patiënten met een ISS>15 zijn ernstig gewonde patiënten. In de figuren 40 en 41 wordt het aantal geregistreerde ernstig gewonde patiënten per jaar getoond, zowel voor uw regio als landelijk. Daarbij wordt op de rechter y-as het percentage SEH-afdelingen dat gegevens heeft aangeleverd weergegeven. De stijging van het aantal geregistreerde ernstig gewonde patiënten per jaar wordt (mede) veroorzaakt door een toename in het aantal deelnemende SEH-afdelingen aan de traumaregistratie en mogelijk een toename in de nauwkeurigheid van de registratie van de letsels. In hoeverre sprake is van een daadwerkelijke toename van het aantal ernstig gewonde patiënten over de afgelopen jaren moet met nadere analyses worden uitgezocht. Wel tonen de LTR data dat in 2013 meer dan 5.300 ernstig gewonde patiënten zijn geregistreerd in Nederland door 98% van alle SEH-afdelingen.
Figuur 40: aantal geregistreerde ongevalpatiënten met een ISS>15 in de regio en deelname aan de LTR in de regio (2007-2013) 450
100
88
100
100
100
100
400
90
350
80 60
250
50
200
40
150
30
100 50
percentage
70
300 aantal
100
20 0
215
298
239
304
366
410
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
0
10 0
Aantal ISS>15
% SEHs deelname aan de LTR in de regio
6000
84
89
96
98
74
77
2370
3380
3543
3674
4319
4899
5325
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
5000 64 aantal
4000 3000 2000 1000 0
Aantal ISS>15
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
percentage
Figuur 41: aantal geregistreerde ongevalpatiënten met een ISS>15 in de LTR en deelname aan de LTR (2007-2013)
% SEHs deelname aan de LTR
44
Letselernst ongevalpatiënten
6.2.1.1
Spreiding opvang ernstig gewonde patiënten over de ziekenhuizen
Tabel 37 toont het percentage ernstig gewonde patiënten opgevangen op een SEH van een traumacentrum ziekenhuis of van een regionaal ziekenhuis. In 2013 is landelijk 60% van de geregistreerde ernstig gewonde patiënten opgevangen in een traumacentrum. Tabel 37: spreiding opvang ernstig gewonde patiënten 2009
2010
regio
LTR
2011
regio
LTR
2012
regio
LTR
regio
2013 LTR
regio
LTR
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
Traumacentrum
198
66
68
160
67
67
207
68
67
232
63
63
246
60
60
Regionale ziekenhuizen
100
34
32
79
33
33
97
32
33
134
37
37
164
40
40
Totaal (n)
298
3.543
239
3.674
304
4.319
366
4.899
410
5.325
Figuur 42: regionale spreiding opvang ernstig gewonde patiënten (2009-2013) 100 90 80 percentage
70 60 50 40 30 20 10 0 2009
2010
2011
Traumacentrum
2012
2013
Regionale ziekenhuizen
Figuur 43: spreiding opvang ernstig gewonde patiënten: regio versus LTR (2013) 100 90 80 percentage
70 60 50 40 30 20 10 0 Traumacentrum
Regionale ziekenhuizen Regio
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
LTR
45
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
46
Uitkomst traumazorg
7. Uitkomst traumazorg De primaire uitkomstmaat in de LTR is het wel of niet overlijden van de ongevalpatiënt. Een evaluatie van de kwaliteit van de uitkomst van de traumazorg, in termen van overlijden, kan gemaakt worden door de daadwerkelijke overleving te vergelijken met het aantal verwachte overlevenden (zie 7.2). 7.1
Overlijden
Tabel 38 toont het percentage patiënten dat is overleden op de SEH of tijdens de opname in het ziekenhuis. Het aantal patiënten geregistreerd in de LTR dat is overleden is klein. Hierbij moet de kanttekening worden gemaakt dat in de groep ‘niet overleden’ ook de patiënten zitten die zijn overgeplaatst naar een ander ziekenhuis. Dit kan een onderschatting van het sterftecijfer veroorzaken, ook al is het percentage 24 overplaatsingen vanaf de SEH of secundair tijdens de ziekenhuisopname laag (tabel 16 en tabel 21) . Tabel 38: overlijden 2009
2010
regio
LTR
n Overleden
%
%
2011
regio n
LTR %
2012
regio
%
n
LTR %
2013
regio
%
n
LTR %
%
regio n
LTR %
%
116
2
2
107
2
2
120
2
2
126
2
2
114
2
2
5.332
98
97
6.013
98
97
5.529
98
97
5.989
97
97
6.048
97
96
Onbekend
4
0
0
45
1
1
2
0
1
55
1
1
74
1
2
Totaal (n)
5.452
63.020
6.165
68.605
5.651
71.616
6.170
76.383
6.236
Niet overleden
79.347
Figuur 44: overlijden: regio (2009-2013) 100 90 80 percentage
70 60 50 40 30 20 10 0 2009
2010 Overleden
2011 Niet overleden
2012
2013
Onbekend
24
Wanneer een patiënt wordt overgeplaatst naar een ander ziekenhuis dan wordt deze patiënt alleen dan weer vastgelegd in de LTR indien deze patiënt in het secundaire ziekenhuis binnen 48 uur na het ongeval (inclusieriterium LTR) via de SEH-afdeling is binnengebracht en voor behandeling wordt opgenomen. Door in de toekomst patiënten in de keten te vervolgen kan een nog nauwkeurigere weergave van overlijden worden gegeven.
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
47
Uitkomst traumazorg
Figuur 45: overlijden: regio vs LTR (2013) 100 90 80 percentage
70 60 50 40 30 20 10 0 Overleden
Niet overleden Regio
7.2
Onbekend
LTR
Obductie
Tabel 39 toont of obductie heeft plaatsgevonden bij de overleden ongevalpatiënten. Landelijk gebeurt dit bij slechts een klein percentage van de patiënten. Tabel 39: overlijden: obductie 2009
2010
regio
LTR
2011
regio
LTR
2012
regio
LTR
2013
regio
LTR
regio
LTR
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
n
%
%
5
4
7
4
4
5
7
6
4
4
3
4
3
3
3
Geen obductie
90
78
54
72
67
58
54
45
60
58
46
70
42
37
66
Onbekend
21
18
38
31
29
37
59
49
36
64
51
26
69
61
30
Totaal (n)
116
1.474
107
1.457
120
1.674
126
1.723
114
Obductie
1.726
Figuur 46: subgroep overleden patiënten: obductie: regio (2009-2013) 100 90 80 percentage
70 60 50 40 30 20 10 0 2009
2010 Obductie
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
2011 Geen obductie
2012
2013
Onbekend
48
Uitkomst traumazorg
Figuur 47: subgroep overleden patiënten: obductie: regio vs LTR (2013) 100 90 80 percentage
70 60 50 40 30 20 10 0 Obductie
Geen obductie Regio
7.3
Onbekend
LTR
Uitkomst evaluatie
Het vergelijken van de overlevingskansen van de patiënten met de daadwerkelijke overleving geeft een indicatie van de kwaliteit van zorg. Berekening overlevingskansen (Psurvival) Op basis van de RTS bij aankomst op de SEH, de letselernst (ISS), de leeftijd van de patiënt en de letselaard 25 (stomp/scherp) wordt voor elke patiënt een overlevingskans (Psurvival) berekend. Hierbij worden de volgende aannames gedaan: als een RTS vitale parameter (SBP, ademfrequentie, EMV) onbekend is dan wordt deze op maximaal gezet voor de Psurvival berekening. Dit kan leiden tot een hogere Psurvival en lagere Ws (zie hieronder) dan daadwerkelijk het geval was (omdat de patiënt mogelijk fysiologisch instabiel was, maar aangenomen is dat de patiënt stabiel was). Het is dus van groot belang dat de vitale parameters nauwkeurig worden geregistreerd. als de letselaard onbekend is dan wordt voor de Psurvival berekening aangenomen dat het stomp letsel betrof. Berekening en interpretatie Ws statistiek De uitkomst van de vergelijking van de overlevingskansen van de patiënten met de daadwerkelijke overleving 26 wordt samengevat weergegeven in de Ws statistiek . Een negatieve Ws betekent dat er meer overleden patiënten zijn dan voorspeld op basis van de referentie populatie. Een positieve Ws betekent dat er minder overleden patiënten zijn dan in de referentiepopulatie. In dit rapport is als referentie-populatie de Amerikaanse National Trauma Data Bank gebruikt. Of de verschillen (weergegeven in de Ws score) statistisch significant zijn is afhankelijk van het betrouwbaarheidsinterval (95%CI) rondom de Ws. De lage waarde (95% CI Ws: laag) staat voor de onderste begrenzing van het betrouwbaarheidsinterval. De hoge waarde (95% CI Ws: hoog) voor de bovenste begrenzing hiervan. Als ‘nul’ tussen beide grenzen ligt dan is er geen significant verschil met de Amerikaanse referentie populatie. Wanneer het gehele interval boven nul ligt dan is er een significant betere overleving dan voorspeld op basis van de referentie database. Als het betrouwbaarheidsinterval volledig onder de nul ligt dan is er een significant slechtere overleving dan voorspeld op basis van de referentie database.
25
De Psurvival is berekend op basis van Boyd et al. (Boyd CR et al. Evaluating trauma care: the TRISS method. Journal of Trauma 1987; 4: 370-378) met behulp van de coëfficiënten gepubliceerd door Champion et al. 1995 (Champion HR et al. Injury Severity Scoring Again. Journal of Trauma 1995; 38: 94-95). 26 De Ws score is berekend conform de methode beschreven door Hollis et al. (Hollis S. et al. Standardized comparison of performance indicators in trauma: a new approach to case-mix variation. J Trauma 1995; 38: 763-766). Hierbij is voor het berekenen van de adjusted difference vermenigvuldigd met de fracties uit de normpopulatie (zie Hollis et al. 1995). Hierbij zijn de fracties toegepast van de National Trauma Data Bank (NTDB Research Data Set. Admission Year 2007. User Manual, December 2008. p.21 (www.ntdb.org)).
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
49
Uitkomst traumazorg
Patiënten waarbij de uitkomst (overlijden) niet bekend is, worden niet meegenomen in de Ws berekeningen. In tabel 40 en figuur 48 worden de Ws scores inclusief het betrouwbaarheidsinterval (CI) weergegeven. Voor de LTR geldt dat vanaf 2008 significant meer patiënten het hebben overleefd dan verwacht op basis van de Amerikaanse referentiewaarden. Tabel 40: uitkomst evaluatie - Ws statistiek 2009
2010
2011
2012
2013
Regio
LTR
Regio
LTR
Regio
LTR
Regio
LTR
Regio
LTR
Totaal ongevalpatiënten
5.452
63.020
6.165
68.605
5.651
71.616
6.170
76.383
6.236
79.347
Ws statistiek berekend
5.423
57.476
6.104
65.006
5.627
67.396
6.086
73.278
6.143
76.710
99
91
99
95
100
94
99
96
99
97
Ws
0,51
0,44
0,83
0,61
0,16
0,46
0,24
0,63
1,08
0,75
95% CI Ws: laag
0,07
0,31
0,34
0,48
-0,28
0,34
-0,21
0,51
0,62
0,64
95% CI Ws: hoog
0,96
0,57
1,32
0,74
0,61
0,58
0,68
0,75
1,53
0,87
Percentage Ws statistiek berekend
Figuur 48: uitkomst evaluatie (Ws statistiek): regio vs LTR (2007-2013)
3 2,5
95% CI Ws
Ws
2 1,5 1
0,98
W score
0,5 0
0,24
0,06
0,00
1,08
0,83 0,51
0,61
0,44
0,46 0,16
0,75
0,63 0,24
-0,5 -1 -1,5 -2 Regio
LTR
2007
Regio
LTR
2008
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
Regio
LTR
2009
Regio
LTR
2010
Regio
LTR
2011
Regio
LTR
2012
Regio
LTR
2013
50
Bijlage 1
Bijlage 1: LTR MTOS + dataset Patiënt Geslacht Geboortedatum Ongeval Datum + tijdstip ongeval Locatie ongeval Ambulance Ritnummer en code Datum + tijdstip melding (OT) Datum + tijdstip uitrijden (VT) Datum + tijdstip aankomst bij patiënt (APT) Datum + tijdstip met patiënt naar SEH (VPT) Datum + tijdstip meting vitale parameters bij aankomst patiënt Systolische bloeddruk bij aankomst patiënt Ademfrequentie bij aankomst patiënt EMV en EMV qualifier bij aankomst patiënt Opvang op SEH Datum/tijdstip binnenkomst patiënt op SEH Verwijzer naar SEH Vervoer naar SEH Herkomst Datum/tijdstip meting vitale parameters bij binnenkomst SEH Systolische bloeddruk bij binnenkomst SEH Ademfrequentie bij binnenkomst SEH EMV en EMV qualifier bij binnenkomst SEH Datum + tijdstip vertrek patiënt vanaf de SEH Overplaatsing van de patiënt Letsel Letselmechanisme (stomp/scherp) Letseldiagnosen volgens Abbreviated Injury Scale (AIS) Opname en ontslag Totaal aantal dagen IC Datum + tijdstip ontslag ziekenhuis Ontslagbestemming Outcome (overlijden) Obductie (ja/nee)
Landelijke Traumaregistratie 2009-2013
51
Colofon Redactie: LNAZ grafieken en tabellen ism Stichting Informatievoorziening Zorg (IVZ) Uitgave: december 2014