INSTAP p. 2 KUNDIG p. 3 BIJ HET JAAR
p. 5: Onderste boven: Met Zacheüs met Kerstmis. OP VERHAAL KOMEN
p. 7: Onderste boven: Advent. ZIN-VOL p. 10 ER LEEFT WAT p. 12 DOOR-ADEMEN p. 15 IN DIALOOG p. 17 IN RUIME ZIN p. 19 TUSSEN KRANT EN BIJBEL p. 21 W-INFO p. 23-30
KERNREDACTIE Lode Delille, Gerard Gorissen, Jaak Janssen, Daniel Ory, Jan Permentier, Hubert Schepers, Jos Smets, Piet Stienaers, Jan Vander Velpen VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Omer Bossuyt, Naamsesteenweg 37, 3001 Heverlee AFZENDER Don Bosco Onderwijscentrum, Naamsesteenweg 37, 3001 Heverlee Tel. 016 29 00 48 - Fax 016 29 54 53 E-mailadres:
[email protected] ADMINISTRATIE Rekendienst Bisdom Hasselt, Vrijwilligersplein 14, 3500 Hasselt , tel. 011 28 84 63 Leesgeld schooljaar 2008-2009 € 10,00 over te maken op rek. nr. 735-0002961-39 van “Hulpdiensten Diocesane Werken”, Vrijwilligersplein 14, 3500 Hasselt met vermelding “Wij-stenen 2008-2009” Uw persoonsgegevens zijn opgenomen in ons geautomatiseerd abonnementenbestand. Overeenkomstig de privacywet van 8 december 1992 hebt u, na schriftelijke aanvraag bij “WIJ-STENEN”, het inzage– en verbeteringsrecht.
1
Het schooljaar is amper begonnen en de focus ligt al op het einde van het eerste trimester: advent en Kerstmis, Welzijnszorg en vakantie. Met Kerstmis vieren wij dat ‘het Woord is mens geworden’. In het feest van Kerstmis krijgt het jaarthema ‘God ontmoeten in zijn Woord’ zijn diepste dimensie. Het woord, zijn Woord, komt tot leven in een mens, Jezus van Nazareth. Het doel van ieder gelovig bestaan is dat Woord, Jezus Christus, te ontmoeten. Ont-moeten in zijn dubbele betekenis: van de ene kant een relatie aangaan met hem, maar van de andere kant dit doen vanuit een vrije keuze, zonder ook maar één vorm van moeten of verplichting. Gelovigen zijn meer dan ooit mensen die uit vrije beweging en persoonlijke overtuiging voor die ontmoeting kiezen. Wie dat doet, geraakt wel eens onderste boven, wordt door elkaar geschud. Hij staat wel eens te beven op zijn fundamenten. Zijn leven wordt door elkaar gehaald. Dat is nu eenmaal de kracht van een woord of van een ontmoeting. Dat een mens geraakt wordt ten diepste, dat het hem aangrijpt en zijn leven grondig verandert. “Onderste boven” blijft dan ook een uitdagend jaarthema. Misschien vindt de lezer ook inspiratie in dit thema ‘Onderste boven’ om de werking van de pastorale groep eens in vraag te stellen. Altijd dreigt de bekoring om te blijven vertoeven in het gekende en vertrouwde. Dat is op en top menselijk. Zacheüs was ook zo een man. Tot hij zich liet aanspreken door Jezus. Het was een stevige verrassing voor hem. Hoewel we ook moeten toegeven dat er op de bodem van zijn bestaan wel een verlangen naar iets nieuws was. Anders was hij niet in een boom geklommen. Toen hij dat gedaan had, veranderde zijn leven helemaal. Hij ging nieuwe wegen en legde andere accenten omdat hij God ontmoet had in zijn Woord, Jezus Christus. Een pastorale ploeg kan ook maar nieuwe wegen gaan als ze God wil ontmoeten in zijn woord, door mensen of Bijbel gesproken. Het kan een verrassend avontuur worden dat velen nieuw leven geeft. Mag de advent een periode worden om God te ontmoeten in zijn woord en nieuwe wegen te gaan in menswording en pastoraal. En mogen de volgende bladzijden u daarin een weg wijzen.
Piet Stienaers
2
Voorbeeldig nabij zijn In de reeks ‘Kundig’ behandelen we vier facetten die aan bod komen in het pastorale werk. In de vorige bijdrage hadden we het over ‘de blik’ waarmee je naar de eigen schoolomgeving kunt kijken. Zoals voorzien blijven we in de bijdrage in dit nummer stilstaan bij de vraag hoe je als pastoraal verantwoordelijke individuele problematieken benadert.
Niet redden Denk, tijdens de stilte, niet onmiddellijk dat het aan jou is. Soms kan je de stilte zelf haar werk laten doen. Als iemand de stap naar jou zet om te vertellen, weet dan dat je al veel gedaan hebt! Allicht zonder je er helemaal bewust van te zijn heb je op voorhand ruimte gemaakt waardoor de ander zich veilig voelt bij jou. Die veiligheid is ontzettend belangrijk. Er is een veilige haven. Hou ze dan in de eerste plaats ook veilig. Maak ze niet onbetrouwbaar door mordicus goede raad te geven of snel oplossingen te zoeken. Natuurlijk krijg je ergens de opdracht om de situatie mee leefbaar te houden: als dat in uitzonderlijke gevallen om onmiddellijke actie vraagt, oordeel daar dan nooit alleen over. Er is dus een verschil tussen een probleem leefbaar houden op het moment zelf, en onmiddellijk gaan zoeken naar oplossingen. Als er leefbare ruimte is, kan best even de tijd genomen worden om na te denken over wie het best antwoord geeft op de gegeven situatie en hoe. Je kan binnen die leefbare ruimte het probleem duidelijker omschrijven, in niet dringende gevallen het zelfs een plaats geven, zonder het weg te moffelen of te vergeten, tot de tijd rijp is om het aan te pakken. Men noemt dat trouwens ‘het inbouwen van een moratorium’.
Veel is er over deze thematiek nog niet neergeschreven. Elke pastoraal verantwoordelijke weet echter waarover het gaat. Als er ergens individuele problemen zijn, komen ze naar jou. Van jou wordt verwacht dat je mensen eerlijk nabij bent. Soms kan die nabijheid zinvol, goed en helend zijn, soms kan ze verstikken en beknellen. Voor je het weet word en voel je je deel van het probleem. Eerst en vooral duidelijk stellen dat er voor individuele problematieken deskundigen zijn. Goede hulpverlening op school zal er niet zelden in bestaan die op tijd in handen te geven van een deskundige. Dat een zinvolle, gepaste hulpverlening, ondanks de inspanningen van het CLB, niet steeds kan gevonden worden in acute situaties lijkt me inderdaad een probleem dat globaal best eens kan aangekaart worden op een aantal beleidstafels. Intussen moet je als schoolbestuur niet blijven stilzitten. Zo zijn er directies die een eigen weg gezocht hebben naar een deskundige of therapeut in de buurt en die daarover werkafspraken hebben.
Inzet Iemand die spreekt over een probleem toont inzet. Dat is niet altijd gemakkelijk. In elk geval is het een actie vanuit een moeilijke situatie. Het is goed om die actie en die inzet positief te markeren, om ze betekenis op zich te geven. Daarom wordt telkens gezegd dat de eerste stap in een proces voor hulpverlening zo belangrijk is: de stap zelf zetten om iets te uiten is actie tot leven. Het is de weg inslaan van iets verlaten naar iets (beters) vinden of zoeken… Maar het is ook de positieve menselijke stap zetten: ‘zonder de andere kan ik het niet.’ Ook al wordt de boodschap met verdriet of in woede gebracht, poog de inzet te zien.
Maar ondertussen zit je er wel mee. De acute opvang is aan jou: na de les staat er voor jou een jongen of een meisje die de niet vanzelfsprekende stap gezet heeft om te spreken… Je schrikt van wat er verteld wordt en als de stilte valt is het aan jou, denk je!
3
Veelzijdig partijdigheid Veel van de problemen die zich aandienen zijn relationele problemen. Daarin zijn anderen niet zelden afwezig of te prominent aanwezig. Heel dikwijls krijg je dan verhalen te horen over de onbetrouwbaarheid van de anderen. Gouden raad: ga niet mee in het verhaal van de onbetrouwbaarheid van de anderen. Laat ook bij de ergste klachten een positief woord over of een mogelijk positieve gedachte voor andere partijen die een rol spelen binnen de problematiek. Zeker als jongeren over ouders praten of ouders over jongeren. Laat je niet bevorderen tot scheidsrechter in menselijke relaties. Zo’n scheidsrechters scheiden. Verbinden doen ze nauwelijks. Wat er ook over ouders, broers, zusters, vrienden of anderen gezegd wordt, zorg dat je ook voor hen al was het maar een heel klein stukje partijdigheid kan inbrengen. Het laatste woord over iemand wordt in het pastorale werk nooit gesproken, ook in de hulpverlening niet…
Back-up Krijg je mensen bij jou over de vloer als vertrouwenspersoon, zorg er dan voor dat je een ‘back-up’ hebt. Iemand waarmee je rond moeilijke situaties van gedachten kunt wisselen. Dat klink wat vreemd in de oren, want veel hulpvragers zien in de vertrouwenspersoon de man of vrouw die belooft om niets tegen een ander te zeggen. Net dàt is niet steeds betrouwbaar. Het is goed om je nooit te laten vastpinnen op de belofte om niets tegen iemand anders te zeggen. Als iemand me vraagt: ‘Dat blijft hier toch onder ons?!’, antwoord ik: ‘Ja, voor zover menselijk mogelijk.’ Zo’n eerlijk antwoord geeft op zich ook vertrouwen! Binnen deze enkele pagina’s is het onbegonnen werk om rond hulpverlening iets te schrijven dat consistent is. Wat voorligt is te fragmentair en vanuit de realiteit kan men inderdaad vlug zeggen: ‘Het zijn mooie principes maar wat doe je als er iemand voor jou staat?’
Je grenzen kennen Komt iemand in vertrouwen naar jou toe, dan heb je het recht om vanuit je zelf te zeggen: dit kan ik (nu) niet aan. Je kan zelf in een situatie zitten of een achtergrond hebben waarvan je van jezelf vindt dat die niet betrouwbaar is als context van het gesprek. Weet ook dat er grenzen zijn aan wat je kan doen en aan wat je verantwoordelijkheid is. Op tijd en op een gepaste wijze mensen doorverwijzen is een heel professionele houding! In de sector van de geestelijke gezondheidszorg weet men wat de gevolgen zijn van wat men wel eens ‘kletstherapieën’ durft noemen, waarbij de hulpzoekende te afhankelijk wordt van zijn ‘redder’.
Die beperkte woorden kunnen misschien duidelijk maken dat een deskundige opvang van een mens in nood een christelijke plicht van naastenliefde is. Het is dan ook de plicht om in te zien dat een groot hart en een grote beschikbaarheid onvoldoende zijn om in ernstige probleemsituaties oplossingen te brengen! Jan Permentier
WIJ-STENEN op de website van de Dienst Schoolpastoraal De website van de Dienst Schoolpastoraal wordt geregeld geüpdatet. Heb je die reeds bezocht? Men kan hier steeds terecht voor actuele informatie en interessante links. Surf naar http://www.diohasselt.be/dpbso/index.php en je komt bij ‘schoolpastoraal’ terecht. Ook alle vorige nummers van WIJ-STENEN zijn hier te raadplegen, net zoals o.a. de affiche, de powerpointpresentatie en de werkmodellen rond het jaarthema ‘ONDERSTE BOVEN’.
4
ONDERSTE BOVEN: MET ZACHEÜS NAAR KERSTMIS
Het Zacheüsverhaal leent zich uitstekend voor een lezing in de advent en met Kerstmis. Dat willen we laten zien in wat hierna volgt.
1. De advent: uitkijken naar Jezus Het verhaal zegt dat Zacheüs niet alleen Jezus wilde zien, maar ook te weten komen wie Jezus was. Dat is de kern van wat in Zacheüs leeft. Hij verlangt naar Jezus. Wellicht heeft hij over Jezus gehoord, heeft hij ook vernomen dat Jezus naar Jericho zou komen. En dat heeft in hem een groot verlangen wakker gemaakt. Hij die aanzien wordt als een zondaar, en als niets meer, heeft in zijn binnenste iets wat niemand weet en verwacht: hij kijkt uit naar Jezus. En dat verlangen is reëel: hij kruipt immers in een boom, omdat Jezus daar langs zou komen. Dat doet denken aan de advent, een tijd van verlangen en verwachting. Christenen, zelfs de mensheid, kijken uit naar Jezus’ komst. En bij Zacheüs is het als in de advent: Jezus komt op hem toe. Wil hij Jezus leren kennen, dan moet hij hem niet alleen ontmoeten, dan moet Jezus ook op hem toe-komen (= ad-vent). Zacheüs kruipt in een boom om Jezus op hem te laten toekomen. Waar ga ik, als lezer van dit verhaal staan? Wie of wat is mijn boom? Waar laat ik Jezus op mij toekomen? 2. Kerstmis: de komst van Jezus Op 25 december klinkt: “Heden is u een Redder geboren, Christus de Heer, in de stad van David” (Lc 2,11). Het is de centrale verkondiging. Het Zacheüsverhaal vertaalt deze verkondiging op een mooie wijze en laat ook verstaan wat daarmee bedoeld wordt: “Vandaag moet ik in uw huis te gast zijn” (Lc 19,5). De menswording van Jezus is uiteindelijk een geweldig liefdesaanbod. Jezus biedt zich aan om onvoorwaardelijk de mens te aanvaarden en lief te hebben. Hij kan niet anders (“moet”, zegt v. 5). Het is het moeten van de liefde. God houdt zo van de mens dat hij niet anders kan dan
God-met-ons worden en zich aan de mensen geven in het beste wat hij heeft: zijn Zoon. En die Zoon doet op zijn beurt hetzelfde naar Zacheüs toe! Hij komt zoeken om te redden wat verloren is (Lc 19;10): hij geeft zich aan Zacheüs. Nu wordt duidelijk welk geschenk de menswording van God is. Ongevraagd en gratis biedt Jezus zich aan Zacheüs aan, enkel gedreven door de liefde. Zacheüs krijgt de aanwezigheid van Jezus zomaar aangeboden. En dat is de menswording van God in Jezus voor iedereen.
5
3. Wat bewerkt Kerstmis? De herders (Lc 2,15) zeggen tegen elkaar: “Kom, laten we naar Bethlehem gaan om het Woord te zien dat tot ons gesproken is”. Zij gaan Jezus opzoeken en hem hun vriendschap aanbieden. In het Zacheüsverhaal is Jezus zelf op bezoek gekomen en staat hij voor Zacheus met zijn aanbod van liefde. Wat werkt dit aanbod uit bij Zacheüs? Men zou kunnen stellen dat de menswording van Jezus de menswording van Zacheüs veroorzaakt. Want Jezus’ woord en liefdesaanbod doen Zacheüs veranderen. Jezus gebruikt daarvoor twee mooie beelden. Zacheüs is namelijk een “zoon van Abraham”, d.w.z. hij draagt hetzelfde geloof (dat van Abraham) in zich en wordt op zijn diepste roeping aangesproken. Vervolgens gebruikt Jezus het woord “heil”: Zacheüs wordt “heel” gemaakt, wordt ten volle mens. Hij wordt zelfs gered. En wat betekent dat? Zacheüs komt in de goede relatie(s) te staan, zowel met Jezus, die hij “Heer” noemt - de man die leven geeft en de dood, de zonde vernietigt -, als met de armen - die hij voor het eerst ziet en met wie hij rekening houdt - en met de dingen van de schepping - hij geeft de helft van zijn bezit aan de armen en het vierdubbele aan wie hij benadeeld heeft. Nieuwe relaties: Zacheüs wordt een nieuwe mens. Hij wordt als Jezus: hij kan niet anders (cf. Jezus v. 5) dan te gast zijn bij de armen en de misdeelden.
4. De roeping Zacheüs wordt met zijn naam aangesproken. Daarin legt Jezus heel zijn vriendschap en liefde, zijn aanvaarding van Zacheüs en zijn barmhartigheid. Vanuit het Kerstverhaal wordt die roeping nog duidelijker. Wanneer de engelen zich tot de herders richten, zeggen zij iets dat Jezus ook zegt tot Zacheüs wanneer hij hem met bij zijn naam noemt. En die woorden zijn: “Vrees niet, want zie, ik verkondig u een vreugdevolle boodschap die bestemd is voor het hele volk” (Lc 2,10). Daarin zitten twee dingen. Vooreerst wordt Zacheüs zeer persoonlijk aangesproken: hij wordt uitgenodigd te antwoorden, ja of neen te zeggen. Vervolgens wordt duidelijk dat die roeping niet voor zijn persoonlijke heiliging is. Hij wordt geroepen met het oog op het volk: een dienstbaarheid naar mensen toe. Zacheüs antwoordt op beide uitnodigingen positief. Hij stelt zich ten dienste van Jezus en van de armen. Of nog: hij wordt als Jezus. Hij kan niet anders dan bij de armen zijn. Zo kan het ook voor hen Kerstmis worden. Jaak Janssen Vicaris voor Onderwijs
STUDIEDAG ICS-CCS Om de twee jaar organiseren het Centrum voor Christelijke Schoolgemeenschap (CCS) en de Interdiocesane Commissie Schoolpastoraal (ICS) van het VSKO gezamenlijk een studiedag. De volgende heeft plaats op woensdag 28 januari 2009 met als thema ‘IK WERK IN EEN KATHOLIEKE SCHOOL… Ben ik dan anders?’ Die studiedag richt zich tot leerkrachten, personeelsleden van het middenkader, directieleden, bestuurders en pedagogisch begeleiders uit het secundair onderwijs. Het volledige programma kan men raadplegen op ond.vsko.be/pastoraal en in het Forumnummer van oktober 2008. De studiedag vindt plaats in de Katholieke Hogeschool Leuven - Campus Hertogstraat, Hertogstraat 178, 3001 Heverlee.
6
ONDERSTE BOVEN
Advent: vier weken om goed te doen.
God staat op de uitkijk. “Wil jij Mij binnenlaten?”, zegt God. “Ik verlang naar jou, Ik wacht al zo lang! Ik ben altijd naar jou op zoek. Ik ben jouw Schepper, jouw bondgenoot. Ik wil met jou op weg gaan. Ik nodig jou uit om mijn tochtgenoot te worden. Ik wil geen vreemde zijn, maar jouw metgezel. Ik heb voor jou woorden-ten-leven! Zet je hart open. Mijn “goed nieuws” moet “gedaan” worden. In mijn Rijk zijn er geen scheidingsmuren, bestaat er geen discriminatie. Er bestaat alleen vrede en gerechtigheid. Iedereen leeft er samen én verbonden, de mensen zijn er voor elkaar. Het nieuwe Jeruzalem is geboren. In mijn Rijk deelt en breekt ieder met elkaar: het brood van de liefde wordt gul uitgedeeld. Niemand is uitgesloten of achtergesteld. Er is leven voor iedereen. Ik verlang ernaar jouw hart te raken met mijn woord, met mijn liefde.
Kom uit je boom van zelfgenoegzaamheid. Laat Mij bij jou te gast zijn. Keer jouw leven ondersteboven!”
Advent: vier weken om te groeien naar elkaar én naar God. “Ik hield van jou vooraleer je geboren was.”, zegt God. “Ik wil voor jou alleen maar geluk. Je zult slechts gelukkig zijn als je jouw leven deelt met anderen, als je leeft in vriendschap met de mensen en met Mij. 7
Jij bent vrij om op mijn uitnodiging in te gaan. Ik dwing jou niet, je bent een vrij mens, maar Ik laat je niet los!”, zegt God. “Ik roep jou om op tocht te gaan en alles te verlaten. Vrees niet! In mijn Rijk worden andersvaliden, zieken en bejaarden op handen gedragen, vreemdelingen en asielzoekers bestaan niet meer. Iedereen is immers mijn kind! In mijn Rijk bekommeren de mensen zich om de zwakkeren: iedereen wordt hoog geschat. Jonge mensen zijn de stuwende kracht, het nieuwe leven. Ze zijn een levende waarschuwing tegen sleur en verstarring. Zij houden de toekomst open, zij zijn de longen in mijn Rijk. In mijn Rijk gaan jong en oud, samen hand in hand op de weg van het leven. Zij leven er gelukkig samen als in de tuin van Eden.
Kom uit je boom van zelfgenoegzaamheid. Laat Mij bij jou te gast zijn. Keer jouw leven ondersteboven!”
Advent: vier weken om licht en warmte te zijn voor elkaar! Er waait een andere wind over de aarde, er komt een nieuwe geest onder de mensen. We zien uit naar nieuw leven en leggen een loper uit naar de toekomst. “Ik word jou nooit moe.”, zegt God. “Ik zal er zijn voor jou”, zo is Mijn Naam. Ik ben geen vreemde of onbekende verre God. Ik ben niet in de hemel blijven zitten. Ik kan jou niet missen”, zegt God. In mijn Rijk is zorgzame aandacht voor de natuur, voor moeder aarde. In mijn Rijk genieten de mensen van mijn Schepping én de zevende dag. Alleen de liefde en de dienstbaarheid tellen en de gerechtigheid wordt gedaan: alle mensen zijn broeders en zusters van elkaar.
8
Kom uit je boom van zelfgenoegzaamheid. Laat Mij bij jou te gast zijn. Keer jouw leven ondersteboven!
Advent: vier weken om mens te worden!
Advent roept Kerstmis op: geboorte, nieuw leven, een God tussen zijn mensen. Advent betekent: er komt iemand, je krijgt bezoek. Als je bezoek verwacht, ben je thuis, je ruimt op, maakt alles in orde én feestelijk! Advent is een tijd van wachten én verder gaan, het is Jezus verwachten, het Licht in onze wereld. Advent is een tijd om sterk te gaan leven, om keuzes te maken. Het is de tijd om uit te zien naar de menswording en geloven dat dit Kind als de warmte van God zelf onder ons mensen is komen wonen als “het Woord van God, een Woord-ten-leven.”
Kom uit je boom van zelfgenoegzaamheid. Laat Mij bij jou te gast zijn met Kerstmis. Ik wacht op jouw “ja”-woord. Keer jouw leven onderste boven. Gerard Gorissen, priester
9
Jongeren samenbrengen in gebed en vriendschap Taizé nodigt scholen uit
Op vrijdag 7 november komt frère Alois samen met broeders uit Taizé bidden in de kathedraal van Hasselt. De uitnodiging om mee te komen bidden is vooral gericht aan alle Limburgse jongeren. De eigen liederen van Taizé hebben een bijzondere kracht in zich om samen tot gebed te komen en verbondenheid te ervaren met God en met elkaar. Het is voor onze Limburgse Kerk een niet zo vanzelfsprekende gelegenheid om jongeren een sterke ervaring te laten meemaken van initiatie in het gebed, en verdient daarom alle aandacht. Niet zo vanzelfsprekend, maar des te uitdagender! Daarom nodigen we alle scholen graag uit om die avond met enkele leerlingen en/of (jonge) leerkrachten mee te komen bidden met de broeders van Taizé. Voor sommigen zal het een eerste kennismaking worden, voor anderen wordt het opnieuw een ervaring van verbondenheid in gebed. Hopelijk zijn we met velen voor deze unieke belevenis. De Taizéviering is vooral gericht op 16+, maar jonger geïnteresseerden zijn ook altijd welkom. Misschien is het wel goed om hen dan voor te bereiden op een langere tijd van stilte en hen eventueel vertrouwd te maken met enkele liederen van Taizé, zodat zij zich ook gemakkelijker thuis voelen in deze manier van bidden en samen vieren. Om Taizé te laten kennen en er ook in schoolverband iets mee te doen, werd er heel wat materiaal uitgewerkt. Er is een voor de gelegenheid gemaakte DVD van 18 minuten (gratis verkrijgbaar bij IJD Hasselt - tel 011 24 90 30). Er zijn uitgewerkte lessen om meteen mee aan de slag te gaan. Surf daarom zeker eens naar www.ijd.be/taizebrussel/onderwijs.html. En waarom niet ook iets meebeleven van de grote “pelgrimage van vertrouwen” die van 29 december 2008 tot 2 januari 2009 tienduizenden jongeren uit heel Europa naar Brussel zal brengen? Terwijl de vijfdaagse ontmoeting bedoeld is voor jongeren van 16 tot 30 jaar, zal er op 30 december ook een programma zijn voor jongeren vanaf 13 jaar. Op 30 december willen we trouwens met zoveel mogelijk jongeren uit Limburg naar deze ontmoetingen in Brussel gaan. (Meer hierover vind je binnenkort op www.ijd.be/Hasselt.)
“Wij kennen de goedheid en de generositeit van zoveel Belgen. Die belangrijke
waarden uit het evangelie kunnen jullie delen met anderen. Jullie zijn vertrouwd met
het samenleven dat moet uitgaan van een grote diversiteit en dat is iets heel belangrijk voor Europa. Ik heb er bijgevolg het volste vertrouwen in dat de ontmoeting op het einde van dit jaar in uw land voor ons allen een grote bron van vreugde zal zijn, de vreugde van het evangelie.”
(frère Alois, prior van Taizé, die op 7 november naar Hasselt komt) 10
Limburgers over hun Taizé-ervaringen… Velen hebben reeds ervaren hoe deugddoend samen bidden in Taizé-stijl kan zijn tijdens een verblijf in het Zuid-Franse Taizé, tijdens de WereldJongerenDagen, op pelgrimstocht of bij gelegenheid van Taizé-avondgebeden ergens in Limburg. We geven u graag enkele van hun indrukken mee. Misschien wekken ze ook in jou het verlangen om met een aantal jongeren uit jouw omgeving op 7 november om 20.00 uur naar de kathedraal van Hasselt te komen. Of om tussen 29 december en 2 januari iets mee te maken van de “Pelgrimage van Vertrouwen op Aarde” die in Brussel tienduizenden jongeren uit heel Europa samenbrengt.
het overzicht over ons leven een beetje kwijt zijn. Door even stil te vallen, zetten we ons leven eigenlijk neer (zoals de sneeuw-bol) en zelfs als we niets doen tijdens de stilte, toch dwarrelen de sneeuwvlokjes (al onze bezigheden) dan stilaan neer en wordt de lucht weer helder.” Voor mij persoonlijk is Taizé: op een aparte, heel speciale manier God ervaren in de mensen die samen zijn, in de liederen en in de stilte. Sven Thoelen “Kom en zie”, Brussel-Allerheiligen 2006: Brussel zingt Taizé. Dat was mijn ervaring toen ik, na het prachtige Taizégebed in de overvolle Sint-Michiel en Goedele-kathedraal, mij moest haasten om de laatste trein te halen. Via luidsprekers en grote schermen konden mensen ook buiten de kathedraal de viering volgen. De prachtige gezongen gebeden zegenden de stad met haar gewoonlijke drukke nachtleven. Je kon ze horen tot in het station. Ze waren als een geschenk, een zegen voor de stad. Ze brachten God op een zeer nabije en serene wijze in de stad aanwezig. Dat is altijd weer mijn ervaring met de gezongen gebeden van Taizé. De melodie van de gezangen is meestal zeer eenvoudig. Na een aantal herhalingen, kan de tekst van het refrein je helemaal doordringen. De sfeer, de gezangen, het evangelie, de stilte en de gebeden brengen je meteen naar de kern van het geloof: het vertrouwen dat God met je mee gaat, dat je met Hem aan je zijde niet bang moet zijn. Ik kan je verzekeren: het is dit vertrouwen dat mij in moeilijke tijden hoop geeft. Door het zingen van de Taizérefreinen die dit vertrouwen verwoorden, word ik tot in mijn diepste zijn geraakt. Is het niet dit vertrouwen, deze innerlijke rust, waar zovelen in deze tijd naar dorsten? Ik kijk ernaar uit om opnieuw de mooie ervaring te mogen meemaken: in Hasselt en in Brussel…
Zelf ben ik al een keer of zeven naar Taizé geweest. Als je hier in België naar de kerk gaat en er zitten 5 jongeren in de kerk, dan zijn er dat veel. In Taizé zijn er in de zomermaanden wekelijks 4000 à 5000 jongeren te gast! Het gevoel dat je dan bekruipt als je de kerk binnenkomt, waar er een paar duizend jongeren verzameld zijn die allen op de grond (tapijt) gezeten zijn en de liederen meezingen, is werkelijk onbeschrijflijk! In Taizé voel je dat Jezus leeft en dat jongeren wel degelijk met geloof bezig zijn! Naast de prachtige liederen, is ook de stilte van groot belang. In elke viering wordt er een langer stiltemoment ingebouwd. In het begin is dat wat onwennig, want je weet niet altijd wat je moet doen tijdens die stilte. Je kan proberen met God te babbelen (ook wel “bidden” genoemd), maar zelfs als je niets doet tijdens die stilte, werkt ze verrijkend. Eén van de broeders verwoordde het zo: “Iedereen kent wel zo een ‘sneeuw-bol’, een glazen bol vol water met een huisje, een wegje, een landschap,... met losse sneeuwvlokjes erbij. Als je zo een bol schudt en dan neerzet, lijkt het te sneeuwen. Nu, de stilte tijdens de vieringen hebben het effect van het neerzetten van zo een sneeuw-bol. In ons leven zijn er zovele dingen die ons bezig houden, waar we in gedachten mee bezig zijn (dit zijn de sneeuwvlokjes). Soms zijn er zo veel sneeuwvlokjes in ons leven dat we de weg of
Karen Vandebroek
11
Kardinaal Danneels nodigt jongeren uit naar Brussel Het Taizégebed op 7 november in de kathedraal van Hasselt kadert in de voorbereiding op de “Pelgrimage van Vertrouwen op Aarde” waarvoor van 29 december 2008 tot 2 januari 2009 tienduizenden jongeren uit heel Europa in Brussel zullen samenkomen. Kardinaal Danneels nodigde zelf de broeders van Taizé uit om dit jaar hun jaarlijkse grote jongerenontmoeting in Brussel te organiseren. Enkele van zijn indrukken over het Taizé-gebeuren… Hier gebeurt iets… «Eén van de herinneringen die ik goed voor ogen heb, is het beeld van frère Roger die aan het eind van het avondgebed de micro nam en een paar woorden zei tot de jongeren die daar bijeen waren. Soms verstond ik het zelfs niet. Ik ben ook niet zeker dat de jongeren het verstonden. Maar er was een soort presentie, een soort magnetisch veld, waarin je terecht komt, en waarvan je zegt: “Hier gebeurt iets.” Wat ook indrukwekkend was, zijn de broeders die zich rondom de kerk opstellen. Daar komt al het leed en de pijn van heel veel jongeren naar boven. En dan de wijze waarop de broeders reageren. Niet onmiddellijk door recepten te geven van wat ze moeten doen, maar door veel te luisteren. Heel die kerk ’s avonds laat, dat was één groot oor.» Als een verkwikkend bad «Als u in Taizé aankomt, neemt men u zoals u bent. U moet niet eerst een aantal condities vervullen, tenzij natuurlijk enkele elementaire om te kunnen samenleven. Maar u mag zijn wie u bent en u moet niet op uw tenen gaan staan om te mogen binnenkomen. Men neemt de jongeren zoals ze zijn, daar waar ze zijn. En men laat ze deelnemen. Men brengt ze in een bad van beschouwing, contemplatie en van actie. Men leidt ze daarin binnen. Dat is, denk ik, onvergelijkelijk belangrijk voor jonge mensen: je hoeft niet eerst op je tenen gaan staan, je bent welkom, zoals je bent.» De vreugde van het samenzijn «Jonge christenen zijn eigenlijk in doodsgevaar wanneer ze helemaal geïsoleerd staan. Niet alleen jonge christenen, maar ook de anderen. En daarom is het samenbrengen van vele jonge christenen eigenlijk essentieel voor het leven van een jonge Kerk. Daarenboven heb ik altijd vastgesteld: wanneer men met velen bijeen is, dan ontspringt er altijd als vanzelf een vlam van vreugde. Ik heb nog nooit een bijeenkomst geweten van christenen die zich bezighouden met het essentiële (namelijk bidden en elkaar beminnen) waar geen vreugde was. Dat komt vanzelf. Het is een bij-product van het samenzijn. En dat hebben we sterk nodig!» Eindejaarsontmoeting in Brussel Al sinds 30 jaar organiseren de broeders de Pelgrimage van Vertrouwen op Aarde. Na Genève, Milaan, Parijs en zoveel andere steden wereldwijd is Brussel rond de volgende jaarwisseling het decor waar duizenden jongeren ontvangen worden voor een grote Taizé-ontmoeting. De deelnemende jongeren tussen 16 en 30 jaar zullen van 29 december 2008 tot 2 januari 2009 logeren in gastgezinnen in Vlaanderen en Wallonië. Het namiddag- en avondprogramma met gebedsmomenten en workshops staat ook open voor het grote publiek. Er worden 30 à 40.000 jongeren van over heel Europa en zelfs daarbuiten verwacht. De jongeren die zullen komen, willen zoeken om wegen van vertrouwen te gaan: vertrouwen tussen mensen, tussen christenen, tussen volkeren, vertrouwen in God. Vragen rond wederzijds begrip tussen de volkeren, vrede, geloofsverdieping en sociaal engagement gaan hen ter harte. Meer info: http://www.ijd.be/Hasselt/TaizeHasselt.html; http://www.ijd.be/taizebrussel/ onderwijs.html en ond.vsko.be/pastoraal
12
Pastoraal en bidden Bidden is de hartslag van het geloof, zegt men wel eens. Toch is er met dat bidden iets aan de hand in het pastoraal gebeuren op een school. Waar staat het op de agenda? Wanneer? Hoe vaak komt het ter sprake? Bij welke gelegenheden? Met welke bedoeling?
Het bidden als een verwijlen in de schaduw van God Of leerlingen en leerkrachten wat meer gaan vertoeven in de schaduw van God - want zo zou je bidden kunnen omschrijven - blijft een open vraag. Ten hoogste voor een of andere uitzonderlijke leerling werkt dat klasgebed in die zin. Toch is het aanbevelenswaardig de klasdag te beginnen met een bezinning. De praktijk om de dag op die manier aan te vatten beklemtoont de keuze die we maken: er is méér dan lesgeven, er is méér dan we zelf kunnen doen, er is openheid voor een andere dimensie. Leerlingen daarvoor gevoelig maken heeft zijn waarde.
Het geleefde pastorale leven Een item in de loop van ieder pastoraal jaar zijn de klasgebeden. ‘We zouden de klasgebeden toch eens moeten herschrijven’, is om de zoveel tijd een verzuchting van enkele geïnteresseerden. Want dat boekje of die brochure begint te verslijten: er komen ezelsoren aan de blaadjes, er komt verveling bij het gebruik. Ze zijn - alweer - uit de tijd. Nochtans zijn we nog maar drie jaren met deze serie bezig.
Kan men dit echter optimaliseren zodat de bedoeling meer tot zijn recht komt? Wellicht wel. Als leerkracht een eigen gebedsmap maken, lijkt me een beter idee. Iedereen komt gebeden, bezinningen, verhalen, overwegingen, aforismen... tegen, die hem aanspreken. Ze roepen iets in je op. Ze brengen iets in beweging bij je. Ze verwoorden een - gelovige - werkelijkheid die ook in jou leeft. Verzamel die teksten in een map. En gebruik er ieder morgen eentje van om de klasdag te beginnen. Welke zijn de voordelen? Leerlingen zullen voelen dat je achter die teksten staat. Ze zeggen immers iets over hoe jij naar het leven kijkt. Op die manier laat je leerlingen delen in je eigen spiritualiteit, in je eigen tastend en zoekend geloof. Op die manier zal je doorgaans op een bezielde wijze een klasgebed verrichten. Dat alleen al betekent voor leerlingen heel wat en zal hun openheid voor gebed en bezinning doen groeien.
Dan begint de zoektocht. Gebedenboeken worden meegebracht, stukken uit vieringen worden gefotokopieerd, leerlingen worden aangesproken om teksten mee te brengen. Met veel goede moed brengt men een aantal schrijvers en boeken aan: Phil Bosmans mag nog meedoen - alhoewel -, Toon Hermans is ook van de partij en natuurlijk Carlos Desoete. Iemand beschikt zelfs over de gebedskalender van Kerk en Wereld. Met veel werk, met plakken en knippen krijgt men toch weer een brochure bij elkaar, per maand of per trimester, met aandacht voor het kerkelijk jaar. Het nieuwe boekje oogt fris, ziet er goed uit. Er is weer wat animo rond het klasgebed iedere morgen. De directeur doet nog eens een oproep om het dagelijks te gebruiken. Is er veel veranderd in dat gebedenboekje tegenover het vorige exemplaar? Niet veel. Er staat van alles in: beschouwingen allerhande, een gedicht, een verhaal, nogal eens uit het oosten, hier en daar een echt gebed. Het belangrijkste is dat een aantal mensen zich de moeite hebben getroost om eraan te werken en teksten en gebeden hebben doorgenomen. Belangrijk is ook dat leerlingen hun bijdrage hebben mogen leveren en dus ook eens op zoek zijn gegaan naar zinvolle teksten en/of gebeden.
Leren bidden Iedere pastorale groep kan zich ook de vraag stellen: hoe leren we leerlingen bidden, hoe helpen wij ze om wat in de schaduw van God te vertoeven? Indachtig dat pastoraal aandacht mag/moet besteden aan het begeleiden van jongeren in hun individuele spirituele zoektocht, is een aanbod om te groeien in gebedscultuur een zinvol gebeuren. Meer nog, het is een opdracht. Maar hoe begin je eraan? Het heeft te
13
maken met ruimte en tijd, met bewogenheid en keuzes.
Zo een groeiende kennismaking van of inwijding in een gebedscultuur heeft maar kans als bewogen mensen zich hiervoor engageren. Je moet het in je hebben, die cultuur van de stilte, eer je ze kan doorgeven. Meditatieve mensen zijn in de pastoraal even belangrijk als de mannen of vrouwen van de organisatie.
Om een gebedscultuur te ontwikkelen of een sfeer van stilte en bezinning ingang te doen vinden, heb je een geschikte ruimte nodig. Een lokaal, een bezinningsruimte of een kapel, aangepast aan jongeren van vandaag. Die bovendien toegankelijk is voor een groep of individueel. Waar op die momenten sfeervolle muziek kan beluisterd worden en waar teksten ter beschikking liggen. Zou het geen bijdrage aan het geheel van de pastoraal kunnen zijn indien een paar leden van de pastorale groep zich voor dit lokaal engageren? Maar los van dit lokaal kan een gedreven leerkracht ook in zijn zelfs rommelig vaklokaal ogenblikken van stilte inbouwen: waarbij hij een cultuur van stilte schept, leerlingen even bij zichzelf of bij een gedachte of een gebeurtenis laat stilstaan.
Maar alles staat of valt met de keuzes die men maakt. Pastoraal in een school heeft zijn traditie. In de loop der jaren heeft men iets gezien in een of andere actie. Met enthousiasme heeft men zich daarvoor geëngageerd. Zulke acties hebben het gelaat van de pastoraal bepaald. Er is daardoor heel wat goeds gebeurd. Toch mag men zich de vraag blijven stellen: waarmee dienen we het best datgene wat we beogen met onze pastorale activiteiten? Misschien dat vandaag de zorg voor het gebed nieuwe aandacht mag krijgen. Het is niet voor niets dat de Taizé-ontmoetingen ook sterk het accent op die dimensie leggen.
Een grotere moeilijkheid is de tijd. Waar kan men in de drukke schoolkalender tijd vinden om wat te proeven van die mogelijkheden? Sommige lessen lenen zich er wel eens toe om een gedeelte van de tijd of het ganse lesuur in zo een stille ruimte door te brengen. Maar verder? Kan er ook geen actie ondernomen worden om leerlingen te leren tijdens de middagpauze even te vertoeven in die stille ruimte?
Piet Stienaers
ART-PROJECT 2008-2009 Van 9 tot en met 24 mei 2009 in de kathedraal te Hasselt.
14
ISLAMITISCHE IDENTITEIT: EENDUIDIG OF MEERZINNIG? De twee volgende berichten stonden onlangs te lezen op Kerknet.
“De katholieke Kerk versterkt haar samenwerking betreffende de interreligieuze dialoog in Brussel. Daartoe werd een zogeheten Coördinatie ter Bevordering van de Interreligieuze Dialoog opgericht, meldt het diocesane maandblad ‘Pastoralia’. Het initiatief gaat uit van het vicariaat Brussel.” (
[email protected] van 23 september 2008) “Het Vaticaan roept, naar aanleiding van het einde van de islamitische vastenmaand ramadan, christenen en moslims op tot meer samenwerking bij de verdediging van huwelijk en gezin. “Christenen en moslims kunnen en moeten, nu en in de toekomst, samenwerken om de waardigheid van het gezin te verdedigen.”, schrijft kardinaal Jean-Louis Tauran, voorzitter van de Pauselijke Raad voor de Interreligieuze Dialoog.” (
[email protected] van 22 september 2008) De interreligieuze dialoog is vandaag inderdaad meer dan ooit noodzakelijk. Maar die vraagt meer dan goede wil. Er is ook een zeker inzicht nodig in de evoluties die zich voordoen in de betrokken godsdiensten. Prof. dr. Emilio Platti leverde daartoe een interessante en genuanceerde bijdrage tijdens een conferentie over de islam voor Christen Forum. Omdat katholieke scholen leerlingen op het spoor zetten van zo’n dialoog, geven wij hier een korte samenvatting van zijn betoog. Prof. dr. Emilio Platti is hoogleraar aan de K.U.Leuven, waar hij Inleiding tot de islam en Islam en christendom doceert. Hij is lid van het Institut Dominicain d’Etudes Orientales du Caire (Egypte) en doceert aan de faculteit theologie van het Institut Catholique te Parijs. Hij heeft heel wat publicaties op zijn naam staan, waaronder Wat gelooft een goed moslim? en Islam, van nature een vijand?. Sinds 1979-1980 is de beweging van de ideologische en militante islam wereldwijd onder de publieke aandacht gekomen; ondermeer met Khomeini en de moord op president Anwar as-Sadât in 1981. Het vervolg kennen we... Die beweging gaat gepaard met een verkrampte identiteitsaffirmatie, een onverholen assertiviteit en - wat natuurlijk het meest opvalt - agressiviteit. Aan de basis daarvan liggen een aantal ideologieën, waaronder het Saoedisch Wahabisme, het Egyptisch moslimbroederschap en het Pakistaans-islamitische Revival. Die geven aan die identiteit zeer scherp omlijnde trekken en willen aan alle moslims éénzelfde standaardcultuur opleggen. Zij stellen dat de sharia, de goddelijke wet, eenzinnig is, niet vatbaar voor interpretatie, voor tijd en ruimte. Dikwijls lopen we in het Westen in die ideologische val – het was de vroegere Indonesische president Abdurrahman Wahid die ons daarop wees – met de vraag: "Wat zegt dé islam over...?”. Want dan stellen we ons op hetzelfde essentialistische standpunt . In de gouden tijd van de islamitische beschaving bleef de jurisprudentie zich aanpassen aan de omstandigheden. Kenners van de evolutie in de islamitische wet stellen dat zich op een bepaald ogenblik, tussen de achttiende en de negentiende eeuw, een verstarring heeft voorgedaan. Daardoor kwam de jurisprudentie tot stilstand, terwijl in het Westen het autonomiedenken veld won. De huidige islamitische identiteitsverkramping is daarvan in feite een gevolg. Toch is dat voor de moslims niet de enig mogelijke weg. Kijken we maar even naar de sluier, hidjaab of niqaab, burqa of tsjador, of hoe men die ook wil noemen... Ik verwijs even naar een tekst die ik onlangs op de belangrijke site van Islamonline heb gevonden. De auteur is een Belgische bekeerlinge tot de Islam, Eva Vergaelen. Zij is van mening dat, doordat België in 1974 de islam heeft erkend, moslims zich op de vrijheid van godsdienst kunnen beroepen om de sluier te dragen.
15
Persoonlijk heb ik niets tegen de hidjaab, maar wél tegen het aangebrachte argument: De hidjaab wordt aangezien als een integraal deel van de islam. Bepaalde gedragsregels worden absoluut en geïdentificeerd met de religie, volgens het principe ‘Je kan niet gaan inkopen doen en kiezen wat je belieft in je godsdienst.’ Daar ligt de bron van het hedendaagse onbehagen en onbegrip! Dat "dé islam" daarover een duidelijke mening zou hebben, stel ik ten zeerste in vraag. In het kader van een reformistische tendens in Egypte in het begin van de twintigste eeuw, waarin Egypte eindelijk onafhankelijk werd, heeft mevrouw Hoda Sha'rawî in 1921 op symbolische wijze de niqaab afgedaan en zich "ontsluierd": zij verscheen dan als een "moderne, geëmancipeerde vrouw". Nu echter ook de niqaab terug aan de orde is, wil ik toch even twee fatwa's, juridisch geautoriseerde uitspraken van eminente geleerden, vermelden. De eerste komt van een Egyptische imam van het begin van de twintigste eeuw, de reformist Muhammad 'Abduh († 1905) die de redelijkheid als principe huldigt en in feite zegt dat men zijn gezond verstand moet gebruiken. Hij zegt dat er in de sharia geen tekst voorhanden is die het sluieren van het aangezicht voorschrijft. De koran vraagt wel dat de vrouw zich schroomvol bedekt. Maar dat betekent niet dat zij de handen en het aangezicht niet zou vrijhouden. Hoe kan ze anders handel drijven, een contract sluiten, in een rechtszaak verschijnen…? De sharia kent haar immers dezelfde rechten toe als de man. Heel anders is de commentaar komende van de meest vooraanstaande militante ideoloog van Pakistan, Mawdoedî († 1979), voornaamste inspirator van de terugkeer naar een strikte islamitische identiteit, meer dan vijftig jaar na 'Abduh. Voor hem steunt het dragen van de hidjaab op een goddelijk bevel. Wie dat negeert, geeft daarmee aan dat de koran het als leidraad voor menselijk gedrag verkeerd voorheeft. En dat dus de hele islamitische openbaring fout is. Het hoeft geen betoog dat heel wat gedragsregels die nu als absoluut islamitisch worden beschouwd, uit die hoek komen. Een bredere contextuele visie op de Koran en de Sjarie'a dringt zich op. Het heeft geen zin zich door Wahabi- of Salafi-doctrines te laten beïnvloeden. De spirituele en ethische dimensies van islamitisch geloven zijn van een heel andere aard. Islam is in feite de erkenning van een fundamentele afhankelijkheidsrelatie tot God: die draagt het gebed en het vasten, die geeft sterkte en vertrouwen. “Van Hem gaan wij uit, tot Hem zullen wij terugkeren.” Die islam, waarvoor Muhammad 'Abduh opkwam, verdient ons respect. Die islam staat trouwens open voor dialoog met christendom en moderniteit. De diepgelovige Egyptische korankenner Nasr Hamid Abu Zayd stelt dat de nieuwe identiteitsaffirmatie met alle politieke implicaties in feite de ziel van islam als spiritualiteit en ethiek geweld aandoet. “Ik denk dat meer dan ooit dialoog op dat niveau een voorwaarde is voor een vreedzaam samenleven, niet meer van zij en wij, maar van wij als gelovige mensen, ten diepste humaan, die elkaar ontmoeten, niet als vijanden, niet met elk zijn identitaire aanspraken, maar in de ontmoeting, vanuit het diepste van ons hart.”, aldus prof. dr. Emilio Platti. Christen Forum 26 februari 2007, Tussen minaret en kerktoren. Van wie is ons marktplein? We verwijzen ten slotte nog even naar het besluit van het artikel In dialoog: meer dan het lijkt in het vorig nummer van Wijstenen: “Als je in de interreligieuze dialoog ervan uitgaat dat Gods woord in de andere werkzaam is, op een manier die God alleen kent, dan is er meer mogelijk dan een afstandelijk en passief respect. ‘Ik moet bij jou te gast zijn!’ Als we dat eens zegden tegen elkaar: christenen, moslims, joden en vele andere mensen?!” H. Schepers
16
OLYMPISCHE CHRISTENEN IN CHINA… Dit jaar waren de ogen van de hele wereld gericht op China waar in de voorbije augustusmaand de Olympische Spelen plaatsvonden. Het was een opmerkelijke gebeurtenis. Miljarden mensen hebben kennisgemaakt met de kracht en de cultuur van een wereldmacht die definitief uit de isolatie van de voorbije eeuwen is getreden. Voor de christenen in China greep in het voorjaar een andere gebeurtenis plaats die niet zoveel aandacht heeft gekregen in de media, maar die toch heel belangrijk was voor de toekomst van de katholieke kerk in China. We brengen in deze bijlage een beknopt verslag van een merkwaardige ontmoeting tussen Oost en West.
niet enkel gaan als de leider van de Belgische Kerk maar ook als voorzitter van de Ferdinand Verbiest Stichting die al 25 jaar lang met de Kerk in China samenwerkt. Het bestuur van de Stichting zou meereizen samen met nog vier Belgische bisschoppen, in totaal een delegatie van elf personen. De delegatie wenste met de Chinese bisschoppen te overleggen hoe het programma van pastorale samenwerking, dat al twintig jaar loopt, concreet kan worden voortgezet. Maar vooral wensten zij persoonlijk de Chinese christenen in ver afgelegen dorpen op het platteland te ontmoeten. Het programma van het tweede bezoek bevatte een officieel gedeelte. De kardinaal zou een lezing geven aan de Academie van Sociale Wetenschappen over de dialoog tussen ethiek en wetenschap. Daarnaast lag de klemtoon vooral op de pastorale bezoeken aan de christenen in de stad en vooral op het platteland. Het feit dat toestemming gegeven werd om de oude missie van Scheut – het Dorp der Pijnbomen – te gaan bezoeken, was op zichzelf een nieuw signaal dat wijst op groeiende openheid.
Het eerste Chinabezoek van kardinaal Danneels was officieel, het tweede was een bedevaart. Het recente China-bezoek van Kardinaal Danneels en zijn delegatie was eerst en vooral een bedevaart. De Belgische bisschoppen en missionarissen kregen een warm welkom van de christenen op het Chinese platteland en gingen met hen samen bidden op de graven van de Missionarissen van Scheut. Op de laatste dag werd de delegatie nog openlijk verwelkomd tijdens de eucharistie in de Noorder Kathedraal (Beitang) van Beijing waar onze bisschoppen en priesters de communie uitdeelden en waar ze na de mis de christenen – ook die uit de ‘ondergrondse’ Kerk – persoonlijk ontmoetten. Het hele bezoek was een unieke ervaring en betekende een zinvolle stap vooruit op de weg naar de eenheid binnen de Chinese Kerk die zo vurig wordt aangemoedigd door Paus Benedictus XVI. In 2005 bracht Kardinaal Danneels een eerste bezoek aan China. Hij was toen de gast van de Chinese regering, maar hij moest zijn reis onderbreken wegens het overlijden van Paus Joannes Paulus II. De Chinese autoriteiten vroegen wanneer de kardinaal de reis zou komen voortzetten. Het programma voor het tweede bezoek dat begin 2008 werd besproken, verschilde erg van het eerste. De kardinaal zou deze keer
Gesprekken met bisschoppen en priesters De eerste dagen van het bezoek gaf de kardinaal lezingen in het Nationaal Grootseminarie en in het seminarie van Shenyang. In Beijing hield heel de delegatie gesprekken met jonge Chinese bisschoppen en priesters over pastoraal in een seculariserende maatschappij in China en in Europa. De leden van de delegatie vernamen hoe de Chinese Kerk al tientallen jaren via dialoog met de overheid probeert om vooruitgang te boeken op het gebied van godsdienstvrijheid. De dialoog levert vruchten op. Uit recente publicaties en ook uit het gesprek met de overheid bleek echter duidelijk dat nog heel wat fundamentele problemen dringend op een oplossing wachten. Maar er is vooruitgang en indien men dit bekijkt over de afstand van de laatste twintig jaar, dan mag men die vooruitgang merkwaardig noemen.
17
Hartelijke verwelkoming op het Chinese platteland. Het China-bezoek bereikte zijn hoogtepunt op het platteland in de vroegere missies van de paters van Scheut. Die ervaring maakte de reis uniek. Nog nooit heeft een kardinaal met zo een uitgebreide delegatie van bisschoppen en missionarissen tot zover buiten de steden gereisd om de zeer traditionele en vurige gemeenschappen van katholieke boeren te gaan bezoeken. Daarvoor waren lange en vermoeiende busreizen van 200 tot 300 km nodig. Die inspanning loonde echter werkelijk de moeite want de grote meerderheid van de Chinese katholieken wonen op het platteland. Daar vooral voelt men de polsslag van de Chinese Kerk. Het was bijwijlen een ontroerend weerzien met katholieken uit de lokale gemeenschappen die na 1950 heel veel geleden hebben onder de toenmalige vervolgingen door het communistische regime. Veel missionarissen, paters en zusters, werden toen verbannen; priesters en bisschoppen werden gevangen gezet en kerken vernietigd. Ook de Culturele Revolutie (1965-1975) liet diepe trauma’s na bij de christenen. Wie had ooit gedacht dat na al die gebeurtenissen, een kardinaal en bisschoppen uit België met de provinciaals van de Scheutisten en de Franciscanen in 2008 zo hartelijk zouden verwelkomd worden door dezelfde christenen die de missionarissen toen moesten achterlaten. Vooral de verwelkoming op de oude missie van Scheut, het Dorp der Pijnbomen, was buitengewoon aangrijpend. Er waren heel ontroerende momenten zoals toen de delegatie ging bidden bij het marmeren standbeeld van Theofiel Verbist dat door de christenen van de Tijger Vallei in 2006 werd opgericht. De bisschoppen en priesters gingen de bloemen die hen bij de intrede van het dorp werden aangeboden, op de graven van de Scheutisten neerleggen. Ze bezonnen zich stil voor elk graf terwijl de christenen luidop baden.
“ondergrondse” en een “officiële’ kerkgemeenschap. De verdeeldheid is het gevolg van de politieke en sociale gebeurtenissen vanaf 1950. De communisten hadden in 1957 de ‘Patriottische Vereniging’ opgericht om de Kerk te controleren. Zij wilden een eigen onafhankelijke Chinese katholieke kerk oprichten, los van Rome. Het was het begin van een pijnlijke scheiding tussen de katholieken in China. De laatste twintig jaar is er een dialoog tot stand gekomen die de moeilijke weg naar eenheid heeft ingezet. In juni 2007 schreef Paus Benedictus XVI een brief aan de katholieken van China om hun op formele wijze mee te delen dat er in de opinie van Rome geen afvallige kerk is in China. De Paus moedigt katholieken aan tot verzoening om zo opnieuw één kerk te vormen. Het is te begrijpen dat dit problemen stelt. Het wordt waarschijnlijk een lange weg om die eenheid te vinden. Kardinaal Danneels sprak tot de christenen in de geest van de brief van Paus Benedictus XVI. In elk dorp drukte hij de dank uit van de delegatie aan de christenen en beklemtoonde hij onze eenheid in éénzelfde geloof in de Heer Jezus en in eenzelfde Kerk onder leiding van Paus Benedictus XVI. Hij verwees naar het offer dat de christenen en de missionarissen van weleer brachten en zo samen de grondslag legden van een eigen lokale Chinese Kerk met eigen bisschoppen, priesters en religieuzen. Hij vestigde er de aanacht op dat de Kerk van België de samenwerking met de Chinese Kerk, die nu al vijfentwintig jaar groeit, nog wil uitbouwen. De emotionele verwelkoming die de delegatie gedurende 15 dagen zo onverwacht te beurt viel, was een formeel signaal vanwege de Chinese christenen dat de band met de universele Kerk en met de Paus duidelijk is. Deze reis was een teken van hoop en de bevestiging van wat Paus Benedictus XVI in zijn brief heeft uitgedrukt: een nieuwe toekomst ontluikt voor de Kerk in China, voor interne eenheid en de eenheid met de universele Kerk.
Een duidelijk signaal van de Chinese christenen: wij zijn één in hetzelfde geloof, dezelfde Kerk. Men schat dat er nu 10, maximum 12 miljoen Chinese katholieken zijn. Maar ze zijn verdeeld geraakt in een zogenaamde
O. Bossuyt, naar een tekst van Jeroom Heyndrickx, cicm, Verbiest Stichting.
18
Sla om te raken!
Zaterdagmorgen 13 september. De koffie staat vers op de ontbijttafel. Nog voor ik mijn krant open, lees ik het voorpaginanieuws: ‘Voortaan is het ieder voor zich. Als je bedreigt wordt, dan laat je je niet meer doen. Dan sla je om te raken’. Duidelijke taal op de voorpagina! Even duidelijk maken: deze duidelijke taal is een stukje uit een interview met de vader van Joe Van Holsbeek. De krant brengt het breed op haar voorpagina! Maar of het de kern is van wat deze man wil zeggen weet ik nog zo niet. Indien wel dan wil ik aan mijn krant vragen wat ze erbij wint om nét deze uitspraak op de voorpagina te zetten. Het lijkt erop dat je vragen aan de krant best in winst en verliestermen formuleert. Zoals de uitspraak van Ford tegen zijn arbeiders: ‘Denk eraan we maken geen auto’s we maken winst.’
volgens Mattheus 22 in vers 34. Bijbel en frontpagina zijn nu niet te verbinden. Ik wil echter ook de redacteur van dienst van mijn krant niet viseren. Het is een aanklacht tegen de krant op zich en tegen wie de journalistieke lijnen uitzet. Allicht wordt de redacteur van dienst aangespoord om pakkende oneliners op de voorpagina te zetten. Mijn kritiek betreft de manier van werken waarbij men vandaag al te gemakkelijk de onveiligheidsgevoelens van mensen aanwakkert louter in functie van de lees en verkoopcijfers op te drijven. Op onveiligheidsgevoelens kan je een hele economie bouwen, tot het moment dat de economie zelf onderuitgaat en beursgerichte bedrijven op basis van emoties onderuitgaan. Alles wat onderuit gaat is nieuws en verkoopt! Het denken en handelen van christenen staat haaks op de individualiserende onveiligheidsindustrie die het één individu als concurrent tegenover de andere zet in een winst of verlies context. Het denken en handelen van christenen vertrekt bij het ‘Gij moet uw naaste beminnen als uzelf’ en voegt eraan toe ‘Heb geen angst’. Twee uitspraken die uiteindelijk dicht bij elkaar liggen. In het ‘We hebben onze andere zoon gezegd dat het voortaan ieder voor zich is…’ van het artikel zit trouwens ook, weer eens, de impliciete boodschap verborgen dat het weer zo slecht gaat met onze jongeren van vandaag. Het lijkt er wel op dat achter elke internetpagina een pedofiel zit. Dat in elke uitgaansgelegenheid drugs en cocaïne in overvloed aanwezig zijn. Dat je op elke hoek van de straat messentrekkende hangjongeren kan tegenkomen. Recente en gelijklopende onderzoeken in Nederland en Frankrijk spreken dat beeld tegen. Zeker men mag een aantal probleemsituaties niet uit het oog verliezen, maar het is goed dat we gewezen worden op het getij in plaats van ons blind te staren op de golfslag. Ach het mag de lezer van deze rubriek duidelijk zijn dat ondergetekende, uit heilige
Laat me toch maar onmiddellijk alle misverstanden opheffen. Ik wil hier geen enkel kwaad woord spreken over vader Van Holsbeek. Machteloosheid, wezenloosheid en woede en onbegrip kunnen niet anders dan zijn deel zijn. Ik kan me voorstellen dat de levenslange veroordeling tot machteloosheid en de levenslange verlieservaring mensen nog veel ergere dingen kan doen schreeuwen dan wat ik op de voorpagina lees. De vraag is: wie zet deze oorlogsverklaring aan de andere mens op de voorpagina in zijn krant… ‘Voortaan is het ieder voor zich…’. Zeker ik mag het lezend publiek van de krant niet onderschatten, en men mag dat niet zo letterlijk nemen… maar ik ken mensen tot zelfs in de eigen kring die dat thema al te graag overnemen. ‘De tijden zijn slecht, er is overal geweld… je moet oppassen… voor je het weet steken ze een mes in je rug vandaag…’ Ach de lezer leest nu geen aangenaam artikel. De pen van de schrijver, scherp geslepen in de spanning tussen krant en de bijbel krast van verontwaardiging. ‘Gij moet een vreemdeling niet slecht behandelen!’ zegt de Heer in Exodus 22 vers 20. ‘Gij zult uw naaste beminnen als uzelf!’ zegt Jezus
19
verontwaardiging, ietwat pennen (ook dat ‘pennen’ bij de vaststelling dat er angst verkopen in de hoop cijfers.
te driftig zit te verdient nuance) kranten zijn die op gunstige CIM-
“God nodigt je uit tot vrijheid.
Toch… net die ‘heilige’ – helende- verontwaardiging, lijkt me in dit tijdschrift gepast. De oproep ‘om te slaan om te raken’ veront-waard(e)-igt mens en samenleving. Mahatma Ghandi vatte het gepast samen: ‘Een oog voor een oog maakt de hele wereld blind’. Als angst verkocht wordt of als het beeld van jongeren geweld aangedaan wordt, kom je als pastoraal verantwoordelijke best vanachter de veilige paaskaars en sla je de gewijde boeken maar best even dicht. Dan is het goed om de rug te rechten en duidelijk te stellen. Stop met die verkoop van angst! Stop met negativiteit ten aanzien van jongeren! Het kan niet! Het is over de grens!
Hij maakt je niet
tot een passief wezen. Door zijn heilige Geest woont God in jou,
maar dat betekent niet
dat Hij jouw plaats inneemt. Integendeel,
Hij doet onvermoede krachten
Mijnheer de hoofdredacteur. Ik vind dat u op zaterdag 13 september 2008 angst verkocht hebt op uw voorpagina. Dat de vader van Joe van Holsbeek radeloos is en woedend is, dat mag nieuws zijn! Dat met deze gruwelijke MP3 moord niet te leven is: het mag als nieuws in uw krant mijnheer de hoofdredacteur! Dat woede zelfs zo kan zijn dat slachtoffers tijdens slapeloze nachten hilarische scenario’s uitbroeden over wat ze met daders willen aanvangen zelfs dat mag nieuws zijn...
in jou ontwaken. Als je jong bent,
kan het zijn dat je bang bent en dat je geneigd bent geen keuzes te maken
om zo alle mogelijkheden open te houden.
Maar of je de goede raad van bevoorrechte getuige ‘sla om te raken’ op je hoofdpagina moet uitvergroten dat kan er bij mij niet in. Dat is over de grens.
Maar hoe zou je vervulling kunnen
Dan stop ik om heilige bijbelse artikels te schrijven in pastorale tijdschriften, dan neem ik de pen op, en schrijf dit, met de nodige scherpte, rechtstreeks aan U.
vinden als je op het kruispunt blijft staan?”
(uit de brief van de broeders van Taizé aan de Europese jongeren)
Aan de hoofdredacteur van Het Nieuwsblad, maandag 15 september, Jan Permentier Pastoraal verantwoordelijke
20