Tussen droom en daad
The Gathering
Presentatie van een portfolio Friesland College 12 oktober 2012 Ron Muijzer
1
to gather
2
Inhoud pagina voorwoord
3
the harangue over deze bijeenkomst over brein en leren over beoordelen over taal over cultuur over verbeelding voorbeelden van samenhangen conclusies en aanbevelingen advies een moraal
4 8 10 14 27 29 31 38 41 44
gedicht Rutger Kopland
46
verslagen van cursisten
47
literatuursuggesties
56
lijst genodigden
57
contact
61
3 Voorwoord Dit boekje bevat het verslag van een bijeenkomst in de Kurioskerk in Leeuwarden. Deze bijeenkomst had het karakter van een 'gathering' van Keltische hoofden of vertegenwoordigers van clans. Er werd vergaderd zonder vooropgesteld doel of agenda; er kon vrijelijk van gedachten gewisseld worden, soms werden er plannen gesmeed, werden banden aangehaald, of werd ruzie gemaakt. Op vrijdagmiddag 12 oktober waren in totaal 85 personen aanwezig, in leeftijd variërend van 3 tot 92 jaar.
4 The harangue (Het is al duizenden jaren gebruikelijk om plaatsen waar paarden lopen en rennen te bestrooien met zand. Het Griekse woord voor zand of grint, χεραδος [cherados] kwam in het Latijn terecht als 'arena' of 'harena'. Zo'n arena was ook prima geschikt voor publieke bijeenkomsten zonder paarden. Het woord is in de Middeleeuwen ook 'toespraak' gaan betekenen, en belandde via Romeinen en Fransen in de Schotse vocabulaire.)
Over deze bijeenkomst We gaan het vanmiddag hebben over oordelen, taal, cultuur, leren, onderwijs, en aanpalende gebieden. We gaan op zoek naar logische en historische verbanden. En we hebben voor dit alles slechts 90 minuten. Ik heb deze bijeenkomst de titel gegeven "Tussen droom en daad", en ik heb een illuster gezelschap uitgenodigd: dat zijn jullie, en enkele mensen die het om uiteenlopende redenen niet gelukt is om vandaag te komen. Ik heb er over gedacht om meer mensen uit te nodigen, waardoor nog meer variatie, en rijkdom, aanwezig kon zijn, maar dan redden we het helemaal niet in de beperkte tijd. Wellicht een volgende keer. Zoals (hopelijk) in de uitnodiging duidelijk is geworden vindt deze bijeenkomst plaats in het kader van een beoordeling. Ik ben nu bijna 40 jaar werkzaam in het onderwijs. Binnenkort hoop ik mijn eerste officiële beoordelingsgesprek te beleven. Ruim 150 jaar geleden adviseerde de filosoof Søren Kierkegaard: "Droom alsof je eeuwig leeft en leef alsof het je laatste dag is". Een eeuw later veranderde de staatsman Ghandi de tekst in "Leer alsof je eeuwig leeft..." Een van de bijverschijnselen van ouder worden is een groeiend besef dat het niet realistisch is om te verwachten dat je eeuwig leeft. In mijn geval heeft dit besef tot gevolg dat ik steeds minder bereid ben om mijn tijd te verdoen aan betekenisloze rituelen, of
5 positiever geformuleerd: ik probeer verplicht gedoe waar mogelijk te voorzien van zin. We gaan het hebben over mij, mijn vakgebied, en mijn werkomgeving. We doen dat op de manier waarop ik over het algemeen met cursisten werk: - de vorm is waar mogelijk een illustratie van de inhoud - we werken waar mogelijk interactief - we gebruiken de beschikbare tijd zo intensief mogelijk; verwerken kan later - we gebruiken wat voorhanden is Soms leg ik je wat theorie voor, soms geef ik er een voorbeeld bij, en soms leg ik je een vraag voor waar ik het antwoord niet op weet. Ik vraag je dan om als een soort denktankje te fungeren en frisse ideeën te genereren. Probeer niet alles te begrijpen. Dat doe ik ook niet. Dit is een excursie, geen training of cursus. Over wat onduidelijk is of vragen oproept kunnen we in de 90 minuten die ons ter beschikking staan slechts in beperkte mate van gedachten wisselen. I.v.m. de tijd heb ik de discussie over vragen die ik wil stellen al een beetje 'voorgekookt'. Technisch gezien vormen deze bijeenkomst, de vormgeving ervan, en de interactie tussen jullie en mij een portfolio. Ik zal in samenwerking met cursisten zorgen voor een verslag, een boekje met hoofdlijnen van wat vanmiddag onze revue passeert. Ik ben van plan dit verslag (dat dus niet zelf een portfolio is, maar een verslag ervan) te gebruiken bij het beoordelingsgesprek, en ik zal er voor zorgen dat jullie, en mogelijk andere belangstellenden, een exemplaar toegestuurd krijgen.
6 Muziek: Acda en de Munnik Vandaag ben ik gaan lopen Ik was het maanden al van plan Maar pas toen iedereen gezegd had dat het niet kon ging ik lopen Kijk me lopen toch, hier loop ik dan. Vandaag ben ik gaan lopen Ik heb de meningen geteld En heb bedacht dat het niets uit maakt Want als men niks vindt wordt zelfs dat nog als een mening je verteld. Vandaag ben ik gaan lopen En waar ik loop is van nu af aan een weg. Vandaag ben ik gaan lopen Ik maak me klein bij elk geluid Ik ben veel banger dan ik was, toen ik nog stil stond mag zo wezen, maar ik kom eindelijk, ik kom eindelijk vooruit. Vandaag ben ik gaan lopen En waar ik loop is van nu af aan een weg. Kijk me lopen zeven sloten Hoogste bergen andersom Ik ben hoe dan ook gaan lopen Ik zie wel waar ik kom Diepe dalen mooie paden Ik glim bij wat ik zachtjes haast onhoorbaar fluisterend zeg. Waar ik gelopen heb Is van nu af aan een weg. Vandaag ben ik gaan lopen Omdat dat is wat ik wou Ik heb geen idee waarom men zei dat het niet kon, zeg liever 'ga maar dat is leuk, dat moet je doen' Want kijk me lachen dan. Hier loop ik nou....
7
8
Over brein en leren Het gevoel, of de ervaring, dat ik 'ga lopen' kenmerkt in mijn leven elke actieve, productieve dag. Helaas zijn er ook dagen dat er over me gelopen wordt... De metafoor van een dag als een wandeling, een tocht, een zoektocht, zo je wil, past volgens mij in een verhaal over de ontwikkeling van het menselijk brein in de afgelopen miljoen jaar. Mensen waren en zijn relatief zwakke wezens en moesten in de jacht op grote dieren samenwerken en werktuigen gebruiken. Om effectief te kunnen jagen moest elke mens een afbeelding in het hoofd hebben: daar ligt mijn speer, daar mijn ene vuistbijl, daar is stamgenoot 1, daar 2, daar no.3, enzovoort. En dat plaatje in het hoofd moest snel aangepast kunnen worden aan een telkens wisselende situatie. In onze cortex zit ons leer- en oriëntatievermogen. Ten opzichte van andere zoogdieren is bij mensen de cortex in vrij korte tijd explosief gegroeid. Mensen gebruiken het tijdens de jacht ontwikkelde leer- en oriëntatievermogen in onze tijd redelijk succesvol ook in andere situaties voor het oplossen van heel andere problemen: je redden in het verkeer in een grote stad, je staande houden in een arbeidsorganisatie, het ontwikkelen van een ik-besef, het ontwikkelen van sociale vaardigheden, het leren van een vreemde taal, et cetera.
9 Maar nog steeds is vrijwel alles wat wij denken noemen in principe ruimtelijk, vergelijkbaar met je bewegen in een landschap, of iets dat gemakkelijk tot landschap kan worden getransformeerd. Ons idee van tijd, een levensloop, sociale relaties, noodzaak of belang kunnen we vaak moeiteloos in afstand uitdrukken. Je spreekt over 'mensen die dicht bij me staan', over 'terug in de tijd', over problemen die naast bepaalde ontwikkelingen een rol spelen. Ook ons woord 'leren' heeft met afstand en landschap te maken. Het woord verwijst naar het spoor dat een wandelaar, ruiter of kar maakt in de natuur. Door dit spoor van je voorganger te volgen bespaar je jezelf de zoektocht naar de juiste weg. En je maakt meteen zelf het spoor dieper en duidelijker. Je mag experimenteren. Voorwaarde is wel dat je je niet te ver van het spoor verwijdert. Dan raak je het spoor bijster en dat veroorzaakt bij de meeste mensen paniek: dan neemt de bosgod Pan de regie over. Deze manier van leren heeft duizenden jaren prima gewerkt, en de mens gebracht waar hij nu is. Maar nu onze omgeving snel verandert is het volgen van het spoor van voorouders vaak niet meer zinvol: opa weet niet zelden minder van ict dan het kleinkind. Opleiden wordt dan vooral een kwestie van het ontwikkelen van houding: doorzettingsvermogen, oplettendheid, creativiteit, accuratesse. De deugden van Aristoteles kunnen weer uit de kast. En niet alle oude kennis kan worden weggegooid; de aristotelische grammatica bijvoorbeeld is antiek, maar nog steeds prima bruikbaar om te leren denken.
10 Over beoordelen Het systeem op het FC zit als volgt in elkaar: elk jaar heeft elke medewerker minimaal één functioneringsgesprek, en in het derde jaar vindt een beoordelingsgesprek plaats. Deze bijeenkomst is onderdeel van een beoordelingsprocedure. Ik vind het boeiend, inspirerend, en vaak verhelderend om een woord aan een nader onderzoek te onderwerpen: waar komt het vandaan? Wat zijn verschillende betekenissen? Hoe worden deze gebruikt? 'Taal is gestolde geschiedenis' is een boeiende uitspraak van taalwetenschapper Flip Droste. Het van origine Oud-Germaanse woord 'beoordelen' bestaat uit drie onderdelen: be - oor - delen - 'be-' is een voorvoegsel dat in het Nederlands gebruikt wordt om aan te geven dat je iets met iets doet: je studeert, maar bestudeert grammatica - je kijkt, maar bekijkt een gezicht - je oordeelt, maar beoordeelt gedrag - het voorvoegsel 'oer-' of 'oor-' betekent oospronkelijk 'uit', en wordt in samenstellingen vooral gebruikt om een begin aan te duiden, een bron: 'oorsprong' is een bron waar iets uit ontspringt, 'oorkonde' is een papier waar kunde of kennis vandaan gehaald kan worden - en 'delen' heeft altijd al de betekenis gehad van: een deel afscheiden van een grotere verzameling De basis van de activiteit 'beoordelen' ligt volgens mij in het basale vermogen van levende organismen om onderscheid te maken tussen gevaarlijk en veilig, eetbaar en giftig, sterker dan jij bent of zwakker (en de daaraan verbonden reactie: aanvallen of vluchten). Deze manier van beoordelen doet een organisme snel, en dus ongenuanceerd; er is haast bij, want het gaat vaak om overleven. Toen nomadische stammen zich gingen vestigen op één plek kreeg 'oordelen' ook een juridische betekenis: het toedelen van land.
11
We kunnen ervan uit gaan dat in de oertijd de bezielde natuur de mens volledig de baas was. Mensen hadden niets te vertellen. Langzaam hebben mensen terrein veroverd op de goddelijke natuur. De Griekse wijsgeer Aristoteles stelde bijvoorbeeld: we gaan eerst bestuderen hoe het werkt (de gnosis), dan gaan we na of het mooi of lelijk, lekker of vies, aangenaam of onaangenaam is (esthetiek), vervolgens of het mag of niet mag, goed is voor mens of milieu (ethiek), en pas als we er absoluut niet uitkomen vragen we de goden om raad (religie). Oordelen werd (en wordt) vaak overgelaten aan de godheid of godheden: via een bepaald ritueel wordt de godheid om een oordeel gevraagd. Een voorbeeld hiervan is het middeleeuwse ordalium, waarbij bijvoorbeeld het blijven drijven of zinken van een persoon bepaalde of hij/zij een heks was. Een eigentijds voorbeeld is toeval, datgene wat godin Fortuna je toebedeelt. Soms nemen mensen het heft in handen: dan oordeelt een priester, rechter of directeur. Een oordeel sluit iets af: het vormt het einde van een proces van twijfel en afwegen. Je velt een oordeel, en wat je geveld hebt is gevallen. Na een oordeel is verdere discussie onnodig en/of ongewenst. De functie van oordelen is dat je een situatie voor een bepaalde tijd vast zet. Dat schept rust/orde in een voortdurend bewegende wereld, en het geeft de beoordelaar het prettige gevoel de baas te zijn, op zijn minst een deel van deze wereld te beheersen. Door te oordelen bevestig (van vast maken) je een mening. De oorspronkelijke betekenis van het woord 'mening' in verschillende Germaanse talen is: wederzijds, wisselen, ruilen. Het woord is verwant aan het Latijnse 'munia' (stadstaat), dat wij nog gebruiken in 'commune' en 'communiceren'. Een mening gaat dus met name over het uitwisselen van inzichten en standpunten
12 binnen een sociale gemeenschap. Ook het Romaanse woord 'opinie' heeft eenzelfde achtergrond: het is verwant met het Latijnse werkwoord 'optare' (kiezen). Dat woord komt weer voort uit het Griekse πετομαι [petomai], dat 'vliegen, snel bewegen' betekent. Een mening is dus beweeglijk.
In het Romeinse keizerrijk velde een alleenheersende god/keizer absolute oordelen. Griekse experimenten rond democratie, en het daaraan verbonden, vaak moeizame, uitwisselen van opinies, werden als het ware gedigitaliseerd: een rijke schakering aan meningen werd aan of uit, ja of nee, goed of slecht. De open vraag 'qualis?' (hoe?) werd tot 'kwaliteit': goed of slecht.
13 In de Romeinse samenleving van pakweg 2000 jaar geleden werd het antwoord belangrijker dan de vraag. Wij plukken hier nog de, soms wrange, vruchten van. Beoordelingsgesprekken hebben volgens de tekst van de beleidsnotitie hierover 'een belangrijke plaats in de organisatie'. Ik heb in de afgelopen jaren op diverse manieren pogingen gedaan om een bijdrage te leveren aan de totstandkoming van een enigszins kosjere functionerings- en beoordelingsprocedure. Dit proces is niet afgerond. Ik ben graag bereid om ook in de toekomst van gedachten te wisselen over discutabele zinsneden in de tekst van de huidige procedure. Een vraag aan aanwezigen: Een beoordelingsprocedure richt zich vooral op kwaliteiten van de medewerker die beoordeeld wordt. Wat valt te zeggen over kwaliteiten of competenties die degene die beoordeelt, de beoordelaar, zou moeten hebben?
Reacties: 16x
"Een beoordelaar moet deskundig zijn, kennis van zaken hebben" 12x "Goed kunnen luisteren / invoelingsvermogen hebben" 9x "Een beoordelaar moet onbevooroordeeld zijn, niet vooringenomen, moet een open mind hebben" 8x "Objectief zijn" En verder: "professioneel zijn", "sportief", "rechtvaardig", "betrouwbaar", "overzicht hebben", "constructief zijn", "besluitvaardig zijn", "betrokkenheid/interesse hebben", "toekomstgericht zijn". Belangwekkende uitspraken: "Zelfinzicht als leidinggevende (het functioneren van de medewerker is voor een groot deel afhankelijk van de leidinggevende)." "Een beoordelaar moet duidelijk, vriendelijk, slim en aardig zijn." "De beoordelaar moet met de te beoordelen persoon gedeelde deskundigheid bezitten over het te beoordelen gedrag." "Moet zich bewustzijn van de eigen verantwoordelijkheid." "De beoordelaar moet afwegen of het bestede geld de gewenste opbrengst heeft."
14 Over taal Lang geleden ontwikkelden mensen (of misschien ook mensaapachtigen, daarover zijn meningen verdeeld) het vermogen om door middel van klank een beeld op te roepen van een niet actueel aanwezig fenomeen. Dit vermogen ontwikkelden ze niet voor de lol; mensen waren, en zijn, relatief zwak en traag. Om een groot prooidier te kunnen vangen moesten ze als groep leren samenwerken. Bij mensen zit die samenwerking niet als automatisme ingebakken in het brein. Er moesten dus, 's avonds in de grot, plannen gesmeed worden. Daarvoor was het nodig om door klanken, vormen en tekeningen de dieren, situaties en handelingen op te roepen die pas de volgende dag aan de orde zouden zijn. Dit vermogen noemen we nu taal (van 'tellen') of lingua (van 'tong'). De ontwikkeling van dit 'talige' vermogen gaat nog steeds door; we zijn er nog steeds mee bezig, ook nu. Je zou het het specialisme van de mens kunnen noemen. In het begin werd taal niet ervaren als een vaardigheid van een individuele mens. Mensen leefden in, en waren ook zelf onderdeel van een door goden bevolkte en gedomineerde wereld. Ze hadden weinig tot geen invloed en verkeerden voortdurend in levensgevaar. Langzaam veroverden ze een eigen plekje in de bezielde natuur. Ook dit proces is nog steeds gaande. Het concept van een zelfstandig individu met een eigen gedachtewereld is betrekkelijk nieuw. De taalontwikkeling van de afgelopen millennia weerspiegelt een proces van emancipatie, een vergroting van de macht van de mens t.o.v. de goden en de natuur. Dit proces is nog herkenbaar in moderne woorden als 'god' en 'beeld'. Het Grieks/Latijnse woord voor god, θεος [theos] of 'deus', betekent oorspronkelijk 'iets zien'. Mensen schreven een 'idee' (van dezelfde woordstam) in hun hoofd toe aan een macht buiten hen. Ons woord 'god' is afgeleid van het Oud-Ierse 'gud' en verwijst naar geluid: de stemmen in ons hoofd. 'Inspiratie' is het
15 door de muzen inblazen van nieuwe ideeën (die dus al bestonden!). Ook ons woord 'beeld' heeft oorspronkelijk te maken met bovennatuurlijke tekenen. Priesters en sjamanen verzorgden het contact met de godenwereld, inclusief natuur, voorvaderen, geesten en wat dies meer zij. Zij waren de taaldeskundigen. Met taal mocht niet lichtzinnig worden omgesprongen; taal was even machtig, en soms zelfs machtiger dan de tastbare werkelijkheid. Wij babbelen ongeremd in mobieltjes, maar kennen nog steeds de kracht van een vervloeking. Het gebruik van taal heeft diverse effecten: - Taal maakt geestelijke reizen van de ene werkelijkheid naar de andere mogelijk: je kunt je in je gedachten over het algemeen makkelijk bewegen van wat bestaat naar wat gisteren bestond of morgen mogelijk is, wat je graag zou willen, of waar je bang voor bent. - Taal maakt overdracht van informatie sneller en effectiever. - Taal maakt leren door evalueren mogelijk; je kunt niet alleen plannen maken voor een klus die je morgen gaat uitvoeren, maar ook achteraf analyseren wat mis ging Deze effecten hebben over het algemeen wat wij evolutie noemen enorm versneld. Maar ze hebben ook bij-effecten die voor problemen kunnen zorgen: - Woorden zijn niet erg nauwkeurig: het woord 'mens' is een vage en algemene aanduiding van de medemens die ik op dit moment voor me heb of zie. Door het gebruik van taal maak je unieke, specifieke dingen en gebeurtenissen algemeen. - Door het gebruik van woorden vergelijk je als het ware een unieke gebeurtenis, situatie of voorwerp met een algemene categorie of verzameling. Taalkundige Jan Kuitenbrouwer: "Wat de mens van het dier onderscheidt, is zijn vermogen tot denken, zegt men. Nee, de taal,
16
-
-
beweren anderen. Het is de metafoor, zou ik willen zeggen, waar taal en denken samenvallen." Door het gebruik van een woord creëer je onmiddellijk, en soms ongewild en onbewust, een verzameling die andere verschijnselen uitsluit: door het te hebben over een 'aardige' mens ontstaat automatisch een categorie 'niet-aardige' mensen, een wijn 'lekker' noemen heeft alleen zin wanneer ook vieze wijn bestaat. Er is een tijd geweest, voor de uitvinding van taal, dat alles vanzelf sprak. Mensen hebben de neiging om zich te laten verleiden door de macht of de magie van taal en/of taal te gebruiken om macht uit te oefenen over wat vanzelf spreekt.
Woorden zijn meer dan representaties van een bepaalde werkelijkheid; door het gebruik van woorden kun je ook een werkelijkheid veranderen of een nieuwe scheppen. Taal zorgt voor kunstmatige scheidingen die in de dagelijkse, vanzelfsprekende werkelijkheid niet bestaan. Soms worden verschijnselen gepersonificeerd, of zelfs vergoddelijkt: samenlevingen kennen al duizenden jaren koningen, bobo's en vip's. Ook ik spreek regelmatig mijn computer bestraffend toe. Menig buitenlander verbaast zich over hoe in Nederland huisdieren vertroeteld worden, en toegesproken alsof ze medemensen zijn. Mensen proberen onzekerheid en gevaar de baas te worden, stellen zich processen voor als dingen en geloven vervolgens dat hun voorstelling waar is. Simpel en overzichtelijk. Vooral in de Verlichting en Romantiek, waar wij kinderen van zijn, vierde dit denken hoogtij. Mensen gingen in navolging van oude Grieken op zoek naar 'elementaire deeltjes', onveranderlijke eenheden waar verschijnselen uit zijn opgebouwd. In de scheikunde waren dat atomen (Grieks voor 'niet te snijden') en in menswetenschappen 'individuen' (Latijn voor 'niet deelbaar'). Er werd gezocht naar de homunculus in mannelijk zaad, naar
17 wiskunde- of talenknobbel in het menselijk brein, naar 'ik', 'zelf', 'ziel', 'wil'. Ook taal werd voorgesteld als een zelfstandig knobbeltje of pakketje, dat van de ene mens naar de andere kan worden overgedragen. Wij zijn vrijwel allemaal opgegroeid met een visie op taal als een pakket vaste elementen, bijeengehouden door een grammatica. Ieder van ons heeft in deze visie zo'n pakketje in zijn/haar brein. Elke taal is een pakketje, en wie meerdere talen beheerst heeft meer pakketjes. In het huidige onderwijs is de benadering van taalkundige Noam Chomsky dominant; hij gaat uit van een universele, aangeboren grammatica. Taaluitingen zijn keuzes uit een enorme voorraad mogelijkheden. Ik heb nooit goed uit de voeten gekund met dit model. Als het zo simpel lag was het allang mogelijk geweest om een computer taal te laten leren en lesaanbod te digitaliseren. In mijn ervaring is vooraf lesaanbod bepalen en dit 'inpluggen' in het brein van een medemens bij sommige cursisten effectief t/m taalniveau A2, het niveau van een inburgeraar die zich moet redden in een vreemde omgeving. Een cursist die een taal op een hoger niveau wil beheersen doet er goed aan als zelfstandig onderzoeker het gebied van de nieuwe taal te verkennen. Een docent die dit proces wil begeleiden zal m.i. het zwaartepunt van zijn aanbod moeten leggen bij interactie. Hij zal vooral taalproblemen moeten creëren door teksten, situaties en vragen voor te leggen. Woordenboeken, grammatica, regels, 'ezelsbruggen' vormen hierbij soms een steun en houvast, maar kunnen ook een leerproces belemmeren, plezier bederven en voor verwarring zorgen. Mijn affiniteit ligt meer bij visies als die van taalwetenschapper en filosoof Ludwig Wittgenstein, die uitspraken deed als 'het is zinloos om d.m.v. taal iets te zeggen over de relatie tussen taal en werkelijkheid' en 'de reactie van de toehoorder is onderdeel van de betekenis van een woord'. En onlangs definieerde taalkundige Norman Segalowitz taal als 'sets van variabelen die elkaars ontwikkeling in de tijd beïnvloeden'. Woorden die we kennen
18 hebben volgens hem geen vaste betekenis of functie, maar veranderen voortdurend door gebruik. In de stijl van lesgeven die ik in de loop van de tijd ontwikkeld heb staat het aristotelische concept van het juiste midden centraal: begeleiden is telkens weer, in elke situatie opnieuw, het midden zoeken tussen twee ondeugden: niet te star/streng zijn, maar ook niet te flexibel. Niet meegaand/onderdanig, maar ook niet te arrogant/zelfingenomen. En je weet pas achteraf of er enige reden is voor tevredenheid van wie dan ook.
Een complicerende factor bij lessen waarin taal en cultuur centraal staan is dat het onderwerp tegelijk het middel is: je gebruikt taal om taal te behandelen. Een voorbeeld van de dynamiek van taal, en de inbedding ervan in cultuur: een gedicht van Leonard Cohen. Ik kies regelmatig voor poëzie, omdat in die expressie- en communicatievorm minder sprake is van conventies. De dichterlijke vrijheid is groot. Dat zorgt voor speelruimte, maar ook voor onzekerheid. Net als in de werkelijkheid die de dichter heeft verwoord. Formele taal biedt vaak de illusie van houvast.
19 Cohen, een Canadese zanger uit joodse traditie roept waarschijnlijk bij veel Nederlandse babyboomers herinneringen op aan romantische avonden met nederwiet en goedkope wijn. Deze inmiddels 78-jarige had zich in feite al teruggetrokken uit het publieke leven. Na door iemand die er voor had moeten zorgen te zijn beroofd van zijn riante pensioen (waar ken ik dat toch van?) is hij mopperend neergedaald van zijn boeddhistische berg. Vervolgens heeft hij in no time zijn financiële gat gedicht door volle pleinen, stadions en zalen te trekken. Een bruikbaar gegeven in de discussie rond leeftijdsbewust peroneelsbeleid? Cohen draagt eerst zijn gedicht, enigszins mompelend, voor en laat het daarna zingen door twee Engelse dames met Keltische connecties: de Webb-sisters. Ik beperk me in eerste instantie tot de eerste zin: "If it be your will". En omdat veel van mijn cursisten in een meertalige situatie leven (en soms niet eens beschikken over een woordenboek in hun moedertaal, simpelweg omdat dat niet bestaat), doe ik een poging om deze Engelse tekst te vertalen in het Frans. Zo hebben de meesten van ons, aanwezig in deze zaal, net als deze cursisten, slechts de beschikking over vreemde, niet-moedertalen. Het voegwoord 'if' betekent 'als'. Het voegwoord 'als' heeft twee hoofdbetekenissen: - tijd: "Als de klok tien slaat ga ik weg." - voorwaarde: "Als u uw consumptie niet betaalt roep ik de politie." (dus: als u wel betaalt roep ik de politie niet) De voorwaarde kan reëel zijn, zakelijk (zoals hierboven), maar ook dromerig, een product van fantasie, verwijzend naar een andere werkelijkheid dan de actuele: "Als ik de loterij win krijgen jullie allemaal een cadeautje!" De kans dat deze werkelijkheid realiteit wordt is niet groot.
20 "Als ik een beurs kon krijgen ging ik weer studeren!" (maar ik ben bijna 60, dus die beurs kan ik wel vergeten). We gaan er voor het gemak even van uit dat het verwijswoord 'it' verwijst naar de tweede strofe: "That I speak no more" (dat ik niet meer spreek). Cohen gebruikt vervolgens de infinitief als predicaat. Dit was in Middeleeuwen gebruikelijk, en kan in onze tijd als dichterlijke vrijheid beschouwd worden, een archaïsche vorm die de religieuze sfeer van het gedicht versterkt. Maar wat is de betekenis? Die wordt er niet duidelijker op. - is het een indicatief, verwijzend naar een feitelijke situatie: if it is your will - betreft het futurum, een toekomstig gegeven: if it will be your will - of zou in modern Engels een modaal hulpwerkwoord worden toegevoegd: could, would, should, als aanduiding van een mogelijkheid, wens, gebod, al dan niet smachtend of dringend. Je weet het niet, en je zult je moeten behelpen met vage aanwijzingen. En dan nu de vertaling in het Frans, een taal waarin me redelijk kan uitdrukken, maar die ik absoluut niet vlekkeloos beheers. De vertaling van 'if' is 'si'. Ook in het Frans wordt de mate waarin verwezen wordt naar werkelijkheid of fantasie aangegeven door de vorm van het werkwoord: est, sera, serait, soit, fut. Het Engelse 'you' kun je in het Nederlands vertalen door 'u' of 'je', en in het Frans door 'vous' of 'tu'. Het Franse persoonlijke voornaamwoord 'vous' is waarschijnlijk ontstaan naar analogie van het vorstelijke 'nous' (van "wij, Beatrix").
21 Naarmate in de Franse samenleving de 'égalité' (gelijkheid) van de bourgeois aan invloed won, wilden steeds meer mensen met de pluralis majestatis aangesproken worden; elke burger-klant is immers koning! Taal is grillig, en taalontwikkeling vaak niet logisch: de 'nous'vorm werd in het moderne Frans niet de algemene burgerlijke aanduiding voor één persoon, maar 'vous' wel. Het Nederlandse 'u' kent een vergelijkbare geschiedenis: 'u' is een verkorte vorm van de aanspreektitel "Uw Edele', en ons 'jij' komt voort uit 'gij'. In de koloniën werd 'u' gebruikt in de communicatie tussen westerlingen, oorspronkelijke bewoners, 'inlanders', werden met 'jij/je' aangesproken. 'Gij' wordt nu in spreektaal vooral gebruikt in het zuiden, en op papier vooral in religieuze teksten. Een en ander levert voor vertaalwerk diverse complicaties op: In het Engels is het onderscheid tussen 'u' (de ondergeschikte die zich richt tot een meester, of twee vrije burgers in een formele relatie) en 'jij' (een hoger geplaatste die zich richt tot een lager geplaatste, kinderen onderling, of twee vrije burgers in een informale relatie) verdwenen. Het is wonderlijk dat juist in een samenleving die geen periode van burgerlijke revolutie heeft gekend iedereen nu met 'you' wordt aangesproken. In snel veranderende West-Europese samenlevingen zijn maatschappelijke verhoudingen niet meer stabiel. Dit heeft zijn weerslag op aanspreektitels. Het is erg lastig om in dit tijdsgewricht aan buitenlanders uit te leggen wanneer je in Nederland 'u' gebruikt, en wanneer 'je'. Dit wordt steeds meer een kwestie van persoonlijke keuze (met alle gevaren van dien). Mijn, wat magere, advies is o.h.a.: spreek vooraf af met je gesprekspartner of je vouvoyeert of tutoyeert. Maar soms is dat niet mogelijk, zoals nu, bij het vertalen van dit gedicht, en dan moet je een keuze maken, en maar hopen dat je niet te veel planken mis slaat.
22 In Frankrijk zijn ontwikkelingen vergelijkbaar, maar de Franse situatie is niet exact dezelfde als de Nederlandse. In Frankrijk lijkt 'vous' nog vaak gezien te worden als een verworven recht. Afstand en respect die in 'vous' tot uitdrukking komen worden er o.h.a. positiever gewaardeerd en langer volgehouden dan in Nederland. Maar net als hier zijn ook in Frankrijk ontwikkelingen volop gaande en bestaan grote regionale verschillen en verschillen tussen sociale strata, leeftijdscategorieën, subculturen, et cetera. De hedendaagse filosoof Peter Bieri geeft in zijn boek "Das Handwerk der Freiheit" uit 2001 (vertaald als "Het handwerk van de vrijheid" - Amsterdam 2006) een boeiende analyse van het verschil tussen wensen en willen. Je kunt in feite alles wensen; de wens is nog niet gecensureerd, het is 'spelen met een gedachte'. Sommige wensen zijn dominant, en drukken andere naar de achtergrond. Pas wanneer je een voorstelling hebt van de vervulling van een wens, wanneer je onderzocht hebt of je er ook de middelen voor hebt (tijd, geld, hulp, kennis), en wanneer je bereid bent om je voor de vervulling van die wens in te spannen, kan een wens tot wil worden. Gaat het in het gedicht van Cohen om een niet-getoetste, ongecensureerde wens, een verzoek, een al dan niet dictatoriaal opgelegde wil? Of gaat het misschien om een testament (het Engels woord 'will' kan ook testament of nalatenschap betekenen). En wat is de relatie tussen de ik-figuur en 'you'? Tot wie richt Cohen, of de ik-figuur, zich? Een autoriteit? Een geliefde? Een leraar? Een godheid? Een al dan niet fictieve gelijkwaardige gesprekspartner? Tot ons, zijn publiek?
23 Tot zover gedachten rond deze eerste zin van het gedicht. Vraag aan aanwezigen: Kies de volgens jou beste vertaling. Je mag even overleggen, of een vertaal-app raadplegen, maar zorg ervoor dat het jouw vertaling blijft; vermijd eenheidsworst. Vertaling "If it be your will" (vouloir/volonté = wil - désir = wens) formeel
A.. feitelijk: si vous voulez/désirez - s'il est votre volonté/désir B. hypothetisch: si vous vouliez/désiriez - s'il soit votre volonté/désir C. toekomstig: si vous voudrez/désirerez - s'il sera votre volonté/désir D. imaginair/beleefd: si vous voudriez/désireriez s'il serait votre volonté/désir
informeel
E. feitelijk: si tu veux - s'il est ta volonté/désir F. hypothetisch: si tu veuilles - s'il soit ta
volonté/désir G. toekomstig: si tu voudras - s'il sera ta volonté/désir H. imaginair/beleefd: si tu voudrais - s'il serait ta volonté/désir Geef aan welke vertaling je voorkeur heeft en haal door wat volgens jou niet van toepassing is.
Reacties: A: 2x B. 16x C. 14x D. 14x E. 1x F. 9x G. 10x H. 24x
24 Vier keer is een voorkeur aangegeven voor 'vouloir/volonté', vijf keer voor 'désir'. Ook zijn suggesties voor vertaling toegevoegd: "S'il ce soit votre volonté..." "Si c'était ton voeux..." "Si c'était ton espoire..."
Het lijkt een matrix: elke keuze voor een bepaalde betekenis heeft invloed op het geheel. Wanneer je bijvoorbeeld in het begin kiest voor een subjonctief, een aanvoegende wijs, worden vervolgens alle voorwaarden in de tekst imaginair. Een keuze voor 'u' of 'jij' kun je niet halverwege je vertaling weer veranderen. En je weet nooit of de door jou gekozen interpretatie overeenkomt met die van degene die de boodschap geformuleerd heeft. Iedereen die ooit bewust gecommuniceerd heeft weet dat communiceren over een boodschap geen garantie biedt voor verduidelijking ervan. Vaak roept bewust nadenken over wat je normaliter automatisch doet alleen maar meer vragen op. Voor de verklaring van dit gegeven is het hersenmodel van Vroon prima bruikbaar. Ik gebruik het dan ook regelmatig. Ik laat nu de muziek horen. Je krijgt er de tekst bij. In de samenvatting van deze bijeenkomst voeg ik mijn vertaling van het hele gedicht toe, en een compilatie van die van diverse native speakers (die het overigens ook niet altijd met elkaar eens zijn) dan kun je er thuis, of op je vakantieadres ergens in Frankrijk, verder mee stoeien. Zo'n vertaling is nooit af. Je kunt jaren bezig zijn, zeker met input van collega-vertalers, om de ene cultuur op de andere, en woorden op een werkelijkheid af te stemmen. Je kunt perfectie benaderen, maar nooit bereiken, zou Plato zeggen. Deze bezigheid noem ik studeren.
25 Voor de liefhebbers: de tekst van Cohen
mijn poging tot vertaling
If it be your will That I speak no more And my voice be still As it was before I will speak no more I shall abide until I am spoken for If it be your will That a voice be true From this broken hill I will sing to you All your praises they shall ring If it be your will To let me sing
Si vous vouliez Que je ne parlerai plus Et que ma voix se tait Comme elle se taisait autrefois Je ne parlerai plus Je resterai à l'écart Jusqu'à ce qu'il sera mon tour Si vous vouliez Qu'une voix soit juste Je chanterai pour vous De cette colline brisée Tous vos louanges retentiront S'il soit votre vouloir De me laisser chanter
If it be your will If there is a choice Let the rivers fill Let the hills rejoice Let your mercy spill On all these burning hearts in hell If it be your will To make us well
Si vous le vouliez Si on puisse choisir Laisse les fleuves se remplir Laisse les collines se réjouir Laisse à déversement votre grâce Sur tous ces coeurs brûlants en enfer S'il soit votre vouloir De nous guérir
And draw us near And bind us tight All your children here In their rags of light In our rags of light All dressed to kill And end this night If it be your will
Et rassemblez-nous Et faites-nous fondre Tous vos enfants ici Dans leurs lambeaux de lumière Dans nos lambeaux de lumière Tous habillés pour tuer Et terminez cette nuit Si vous vouliez
26 een compilatie van suggesties van diverse native speakers Si vous (le) désirez / si vous le voulez bien Que je ne parle plus Et que ma voix soit silencieuse / se taise / soit rendue silencieuse / inaudible Comme elle l'était auparavant / se taisait auparavant Je ne parlerai plus J’obéirai jusqu'à ce que Quelqu'un m'invite / m'invitera / ce sera mon tour Si vous désirez Qu'une voix sonne juste De cette montagne fendue Je chanterai pour vous Vos louanges sonneront Si vous désirez Me faire chanter Si vous désirez S'il y a un choix Faites que les rivières se remplissent Faites que les collines se réjouissent Faites déborder votre grâce Sur tous ces cœurs brûlants en enfer / qui brûlent en enfer Si vous désirez Nous faire du bien Et nous attirer / de nous attirer Et nous enlacer / de nous enlacer / embrasser Nous vos enfants ici Dans leurs habits déchirés / lambeaux de lumière Dans nos habits déchirés de lumière Tous habillés pour tuer Et terminer cette nuit Si vous le désirez
Correcties, aanvullingen, suggesties en/of vragen zijn welkom!
27
Over cultuur Ik heb als antropoloog kennis gemaakt met vele honderden cultuurdefinities. De grote lijn van de meeste ervan is dat culturen draaien om wat de ene generatie doorgeeft aan de andere, met name op het gebied van antwoorden op belangrijke vragen. Net als talen zijn zijn ook culturen geen onveranderlijke pakketten; ze veranderen voortdurend, door overdracht, door mobiliteit, door veranderende omgeving, mode, trends, opvattingen, en zelfs al door er over na te denken. Cultuur is niet alleen een kwestie van taal, maar ook van afstand tussen mensen, de duur van oogcontact, welke cadeaus passen bij welke situatie, hoe interpreteer je een bepaald gebaar, en bijvoorbeeld van geur: een buitenlandse sollicitant die de taal perfect beheerst, alle benodigde diploma's heeft, er prachtig uitziet, maar flink uit zijn/haar mond ruikt omdat mondhygiëne in zijn/haar cultuur onbekend is, zal niet zelden worden afgewezen. En de kans is groot dat niemand uitlegt hoe dat komt. Taal en cultuur vormen in mijn visie één geheel: taal weerspiegelt zich in cultuur, cultuur drukt zich uit in taal, en de combinatie van beide bepaalt visie en gedrag.
28 Wat je 'de huidige Nederlandse cultuur' zou kunnen noemen is een resultaat van honderden jaren cultuurcontact en -vermenging. Onze taal vormt de neerslag daarvan; vrijwel elk woord heeft een multiculturele geschiedenis, en elk contact, elke uiting en elke gedachte voegt iets toe aan die geschiedenis. Wanneer je woorden ziet als gestolde geschiedenis zorgt communicatie er voor dat op zijn minst een deel van dat gestolde geheel smelt en een andere vorm aanneemt. En je weet nooit vooraf welke vorm. Elke vorm van communicatie is een avontuur, een experiment.
29 Over verbeelding De 17e eeuwse filosoof/lenzenslijper Baruch de Spinoza, zoon van joods-Portugese vluchtelingen, zou je een tweede generatie asielzoeker avant la lettre kunnen noemen. Hij stelde dat de mens op drie manieren kennis over en inzicht in de werkelijkheid kan verwerven. Deze zijn, in volgorde van nauwkeurigheid: - intuïtie - wat vanzelf spreekt, vergelijkbaar met het onmiddellijke weten van het boeddhisme - onderzoek - het op wetenschappelijke wijze uitpluizen hoe dingen in elkaar zitten en werken - verbeelding - de wereld van taal, voorstellingen, dromen, plannen, concepten, modellen, perspectieven Verbeelding is dus een manier om iets te weten te komen, en een basis om plannen op te baseren, maar een niet erg nauwkeurige. Spinoza roept op om de nauwkeurigheid van verbeelding te vergroten door te proberen hartstochten te begrijpen. Volgens de hedendaagse filosoof/auteur Peter Bieri is het zaak je verbeelding groot, betrouwbaar en nauwkeurig te maken. In de huidige Nederlandse cultuur is taal een gevoelig punt. Cultuur verandert snel, dus ook de taal. Veel Nederlanders proberen grip op hun taal te krijgen door verandering uit te bannen ("Dit zijn de regels voor de komende 30 jaar!") of door het belang van taal te bagatelliseren. Mijn inspanningen om aandacht te besteden aan zorgvuldig gebruik van taal/logica/verbeelding worden niet zelden terzijde geschoven als dwangneurose van een taalfreak. Het kost in toenemende mate moeite om managers en collega's te laten inzien dat tijd en aandacht besteden aan definiëring en formulering zichzelf terugverdient, of dat slordigheden op dit gebied leiden tot - vermijdbare - chaos, onbegrip en ellende. Ik ben geen pessimist, maar ik voorzie rampen en ellende wanneer in onderwijs, en samenleving als geheel, beleidsnotities, politieke programma's en functieprofielen niet meer diepgang en
30 samenhang hebben dan een reclameboodschap. Zo raak ik wanneer ik mijn telefoon aan zet telkens weer gefascineerd door de boodschap "goedkoper, dus leuker". Zorgvuldig gebruik van taal, spelling, grammatica, is voor mij geen doel op zich. Ik ben geen taalpurist. Grammatica en spelling mogen wat mij betreft nooit doel op zich zijn. Veel regels zijn arbitrair, kunstmatig, en dus in principe discutabel. Taal verandert voortdurend, net als de omgeving ervan. Maar hoe je met taal/verbeelding omgaat houdt direct verband met hoe je met je omgeving omgaat, en met jouw functioneren daarin. Mijn oproep: - je taal is je visitekaartje - je taal vormt je visie - hou in de gaten dat slordigheid gevolgen heeft, ook slordig taalgebruik (en wie dat niet gelooft moet een geschiedenisboek lezen) - een formulering is nooit klaar; je kunt met woorden de werkelijkheid benaderen, je kunt in de buurt komen, maar nooit meer dan dat (probeer maar eens met woorden de smaak van wijn te beschrijven, of het gezicht van je partner)
31 Voorbeelden van samenhangen Voorbeeld: aansturen Sinds enige jaren krijgen managers uit het middenkader de opdracht om medemensen en/of processen 'aan te sturen'. Ondanks inspanningen van MR en OR is nog steeds niet duidelijk wat met 'aansturen' bedoeld wordt. Gevolg: de ene aanstuurder neemt aan dat hij baas/stuurman moet zijn, de ander gaat ervan uit dat hij geacht wordt dienstverlenend te ondersteunen. Van Dale vermeldt bij het lemma 'aansturen': een boot op de wal aansturen - het op een ruzie aansturen. Wanneer ik deze betekenissen projecteer op een onderwijsorganisatie krijg ik heel enge beelden... Voorbeeld: kwaliteit van personeel Dit voorjaar las ik in het contactblad van een lagere school een verhaal waarin een nieuwe leerkracht zich presenteerde. Zij schrijft dat ze onlangs haar pabo-diploma heeft behaald, en een jaar als onderwijsassistent het team komt versterken. Ze hoopt dat zij en de leerlingen een leuke tijd 'te gemoed' zullen gaan. Moed zakt mij in de schoenen bij de gedachte dat kinderen de komende 40 jaar les gaan krijgen van een docent van dit kaliber. Wanneer ik zou denken dat het hielp zou ik een vermanende brief sturen naar de betreffende pabo. Ik besef dat het hier helaas niet gaat om een incident. En het draait niet om een eenvoudig spellingsprobleem; wat ontbreekt is zorgvuldigheid, zelfcorrectie, en het vermogen om je in te leven in de ontvanger van je boodschap. Mag iemand die dergelijke kwaliteiten mist weerloze kinderen introduceren in de wereld van taal en cultuur? Juist scholen zouden in deze barre tijden bolwerken moeten zijn die deze kwaliteiten, of op zijn minst het besef van het belang ervan, bezitten en uitstralen. Deze overtuiging vormt de basis van mijn motivatie om elk jaar weer mee te sleutelen aan de tekst van het jaarverslag van de school waar ik werk, en wanneer het bericht de deur uit dreigt te gaan dat deze school 'goed onderwijs
32 verzorgd' trek ik genadeloos aan een bel. En ik nodig medemensen van harte uit om dit ook bij mij te doen. Voorbeeld: vaagtaal Taal is verbeelding, en het is raadzaam je verbeelding nauwkeurig te maken. Managers werpen zich vaak op als de spil van organisaties en processen. Maar met name managers bedienen zich niet zelden van wat Arjen Ligtvoet 'vaagtaal' noemt. 'Reclamegereutel' is ook zo'n mooi woord. Cursussen en trainingen die medewerkers van een organisatie moeten ondergaan ter verbetering van hun functioneren, beleidsnota's, plannen en programma's vertonen vaak een verontrustend hoog gehalte vaagtaal. Begrippen als 'proactief', 'best/good practice', 'transparantie', 'implementeren', 'waarde', 'innoveren', 'professioneel' zijn vaak vooral 'such stuff as dreams are made on', met excuses aan Shakespeare. En wie kritische vragen stelt over de inhoud van dergelijke begrippen wordt niet zelden aan de kant geschoven als een hinderlijke verstoorder van een gelukzalige droom. Recent onderzoek geeft aan dat met name managers zeer tevreden zijn over hun eigen functioneren. Ook dit gegeven is verontrustend, niet in het minst voor de ondergeschikte die zich afvraagt of het beeld waarop deze tevredenheid gebaseerd is overeenkomt met een bestaande werkelijkheid. Een mens kan ook te veel verbeelding hebben... Voorbeeld: u/je In ons tijdsgewricht is het onduidelijk wanneer je tegen wie 'je' mag zeggen, en wie je beter aan kunt spreken met 'u'. Hier hebben we het al over gehad. Maar in een officiële brief zoals een uitnodigingsbrief voor een functionerings- of beoordelingsgesprek mag je niet beide termen door elkaar gebruiken. Dat maakt op mij een slordige indruk. Ik laat ook mijn auto niet repareren door een monteur die zijn eigen vervoermiddel in elkaar heeft geflanst.
33 Voorbeeld: Uit een reclamefolder van de Mitra
Voorbeeld: ondernemen Sinds enkele jaren worden collega's opgeroepen om 'ondernemend' te zijn. Ze worden vervolgens afgerekend op dit criterium, dat soms zelfs de status van 'waarde' wordt toebedeeld. Ik kan pas een besluit nemen over of ik ondernemend ben en/of wil zijn wanneer ik weet wat ik als 'ondernemer' geacht word te doen. De Van Dale geeft als betekenis van 'ondernemen': beginnen te doen - speculeren op de beurs. Een ondernemend mens is 'niet bevreesd om moeilijke of gevaarlijke zaken op zich te nemen'. Een ondernemer is iemand die 'een taak van enig gewicht op zich neemt', of een persoon die 'voor eigen rekening en risico werkt op grond van bezit van productiemiddelen'. Mijn voormalige baas Klaas Koops verbindt ondernemen in een artikel uit 1991 aan investeren, maar hij vermeldt niet wat geïnvesteerd moet worden. Drie jaar later noemt hij een 'ondernemersbenadering, die het denken van de strateeg, de
34 ambities en doelstellingen, centraal stelt' essentieel voor een effectieve ROC-vorming. Een onderneming is volgens Van Dale 'een zaak van enig gewicht die men op zich neemt' of 'een zelfstandig, op winst gericht bedrijf'. Het is opmerkelijk dat het Nederlandse en Duitse ondernemen in het Frans en Engels een kwestie van 'tussennemen' is (entrepreneur - enterprise) en in het Italiaans 'binnen' (intraprendere), waarschijnlijk afhankelijk van de relatie tussen opdrachtgever en uitvoerder. Maar als een docent in een onderwijsorganisatie 'ondernemend' moet zijn, wie is dan de opdrachtgever? De cursist? De staat? Degene die betaalt? Mijn leidinggevenden? Vraag aan aanwezigen: Wie is de belangrijkste opdrachtgever van een ondernemend docent? A. de cursist B. de samenleving C. degene die de opleiding betaalt D. het management van de school E. ................................................. Het gaat om 'de belangrijkste', dus is slechts één antwoord mogelijk.
Reacties: (in percentages van in totaal 75 meningen) A. 47% B. 18% C. 1% D. 7% E. 22% "de docent"
35 5% "de organisatie", "soms de cursist, soms de regelgever", "de regering", "er is geen ondernemend docent nodig"
Voorbeeld: resultaatverantwoordelijkheid Het komen tot resultaatverantwoordelijke teams is een belangrijke doelstelling in het personeelsbeleidsplan van de onderwijsorganisatie waarvoor ik werk. Het woord 'team' heeft een interessante achtergrond. Het woord is samengesteld uit twee Oud-Germaanse woorden: 'tui' en 'ma'. Het woord 'ma' (nageslacht) wordt ook nu nog gebruikt als achtervoegsel in veel Friese familienamen. Fokkema betekent: het nageslacht van Fokke. Ook arbeiders die langer op de terp van hereboer Fokke verbleven kregen deze naam, evenals hun kinderen. De betekenis van 'ma' was ruimer dan een strikt biologische. Het woord 'tui' betekende oorspronkelijk 'trekken'. We gebruiken het nog steeds, maar nu voor 'touw', en met name voor de tuigage van een zeilschip. Afgeleiden zijn 'tuig', 'tuin' (een omheind gebied) en het Engelse 'town'. De samenstelling 'toom' werd en wordt gebruikt voor het stelsel van touwen en riemen waarmee een koetsier (een coach) een span paarden kan besturen. Een team bestaat dan uit individuele trekdieren die zo aan elkaar vast zitten dat ze gezamenlijk een klus kunnen klaren. Een team is een werktuig. Werktuigen bepalen in eerste instantie niet zelf waar een klus uit bestaat en wat het resultaat zou moeten zijn. De samenstelling van een team is gerelateerd aan de klus: het is niet nodig om een kleine, lichte kar te laten trekken door een 10-span. Dat kan één paard prima aan. Over het algemeen geldt: hoe groter het team, hoe groter de kans op problemen met wendbaarheid en huishoudboekjes. Wat moet ik me voorstellen bij een resultaatverantwoordelijk team? Een span dat zijn eigen koetsier wordt? Een koetsier die mee gaat trekken?
36 Vragen over oude juridische termen als 'verantwoordelijkheid' en 'aansprakelijkheid' kunnen we wat mij betreft later nog eens aan de orde stellen. Ik wil me in het kader van deze bijeenkomst richten op de vraag: welk resultaat zou een regionaal opleidingencentrum als het Friesland College, en met name de unit waar ik werk, de afdeling Volwasseneneducatie, moeten nastreven? Vraag aan aanwezigen: Wat zou het belangrijkste resultaat moeten zijn van een resultaatverantwoordelijk team van een ROC? (ROC = Regionaal Opleidingen Centrum - voorheen mbo + verwante opleidingen) A. diploma's B. tevreden opdrachtgevers C. tevreden cursisten D. goed opgeleide cursisten E. tevreden mede-teamleden F. tevreden leidinggevenden G. ......................................... Het gaat om 'het belangrijkste resultaat', dus is slechts één antwoord mogelijk.
Reacties: (in percentagens van in totaal ruim 80 visies) A. 7% B. 7% C. 9% D. 67%
37 E. 7% F. 3% G. - diverse malen werd toch de voorkeur gegeven aan combinaties van verschillende mogelijkheden - "keuze is afhankelijk van de aard van de taakstelling/klus" - "cursisten een stuk verder brengen dan ze zelf dachten te kunnen" - "een tevreden team leidt tot tevreden cursisten, opdrachtgevers, et cetera"
Voorbeeld: tevredenheid Woorden als 'vrede' en 'tevredenheid' verwijzen naar een toestand van rust en harmonie, afwezigheid van conflict. In een proces, bijvoorbeeld een commerciële transactie of een leerproces, kan de mate van tevredenheid van betrokkenen een graadmeter zijn voor de kwaliteit van het betreffende proces. Voorwaarde is wel dat betrokkenen beschikken over - voldoende inzicht (een blindgeborene de kleur van je gordijnen laten bepalen heeft weinig zin) - een kosjere doelstelling (ik ken cursisten die pas tevreden zijn als er rook uit de computer komt en leidinggevenden die tevreden zijn als hun team rustig is - een boef kan tevreden zijn over een geslaagde kraak en een docent over verwarring) Tevredenheid in leerprocessen lijkt me met name van belang aan het eind ervan: je hebt als cursist kennis en vaardigheden verworven die je kunt gebruiken, en je weet waar en hoe je dat succesvol kunt doen. Je wens is wil aan het worden. Tevredenheid onderzoeken bij cursisten die volop bezig zijn met het leerproces lijkt me discutabel, en verbonden aan de mijns inziens onjuiste hedendaagse opvatting dat leren leuk moet zijn. Soms is leren een ramp. Je voelt je verdwaald op een vreemde planeet. Juist ontevredenheid over zo'n situatie brengt een cursist in beweging; wie tevreden is gaat in een luie stoel nagenieten van het succes.
38 Conclusies en aanbevelingen Het leervermogen van mensen bevindt zich in de cortex, de grote hersenen, waarmee we ons oriënteren. We leren met een 'ruimtelijk brein'. Nieuwe informatie moet 'een plek krijgen', wat je 'niet kunt plaatsen' blijft niet 'hangen'. Het is dus zaak onderwijsaanbod in samenhang met een context aan te bieden, begrippen te verbinden aan een verhaal, een imaginair plaatje of filmpje, een emotie, geur, kleur, of wat ook maar, waar mogelijk afgestemd op de individuele cursist. Mensen verschillen, vaak meer dan ik in eerste instantie vermoed, en eenheidsworst slaat vaker planken mis dan creatief maatwerk. Ik verbaas me over collega's die aanbod vastleggen voordat ze kennis hebben gemaakt met de cursisten aan wie ze het willen aanbieden. Taal is een zo dynamisch geheel dat het zelfs verandert wanneer je het gebruikt. Aanbod voorkoken haalt die dynamiek er uit. Zo nauwkeurig mogelijk afstemmen vergroot het rendement, van lesaanbod, en in feite van communicatie in het algemeen. In mijn opleiding tot cultureel antropoloog heb ik kennis gemaakt met de onderzoeksmethode 'participerend observeren': je observeert als onderzoeker terwijl je deelneemt. Meer antropologie in het onderwijs lijkt me geen slechte zaak. Het is belangrijk om je verbeelding aan te scherpen, om de relatie tussen je beelden, woorden, wensen, plannen, e.d. en de praktijk, omgeving of realiteit te onderzoeken. Het is zaak om te proberen de ruimte tussen beeld en werkelijkheid zo klein mogelijk te krijgen. Je begeeft je daarbij voortdurend op vreemd terrein. De zoektocht is een experiment, en dit experiment is nooit klaar, want je komt steeds nieuwe dingen tegen. Experimenteren vraagt een open, onderzoekende houding; wie overtuigd is van zijn eigen gelijk is niet snel geneigd om zich buiten gebaande paden te begeven of zichzelf een bos in te
39 sturen. Andersom zorgt experimenteren voor een open blik en een actieve opstelling. Iemand uitnodigen om een experiment aan te gaan kan werken als tegenwicht voor onderdanigheid ("grammatica is moeilijk" en "de cultuur waar ik te gast is de baas") en verkokering door zelfingenomenheid. Deze elementen vormen de kern van mijn manier van lesgeven/begeleiden. Filosoof, politicus en militair François la Rochefoucauld was een soort vierde musketier. Hij stelde ongeveer 350 jaar geleden in Maxime no. 437: On ne doit pas juger du mérite d'un homme par ses grandes qualités, mais par l'usage qu'il en sait faire. Vrij vertaald: Beoordeel een mens niet op zijn kwaliteiten, maar op wat hij er mee doet. Je kan duidelijk hebben wat je wil, en de oorspronkelijke wens goed afgestemd hebben op de praktijk, maar wat je wil staat niet los van de omgeving. De filosoof Charles Taylor heeft het over een ethische inbedding: wat je wil moet ook deugen. Een recente training draaide om 'in je kracht staan'. Het gevoel in je kracht te staan is aangenaam en bemoedigend, maar wanneer je vervolgens bezig gaat met duistere praktijken, egotripperij of het verwezenlijken van een onhaalbaar doel, is de organisatie waarvoor je werkt, en uiteindelijk de samenleving als geheel, nog verder van huis. Ook het functioneren van een medewerker is geen 'elementair deeltje'; het heeft op allerlei manieren te maken met de omgeving, kwaliteiten van collega's, attitudes, opvattingen, beperkingen, faciliteiten. Wanneer je het functioneren van een medewerker beoordeelt kan dat volgens mij alleen op steekhoudende wijze gebeuren wanneer doelstellingen van de organisatie waarbinnen hij/zij werkt helder zijn en deze organisatie ook naar behoren functioneert.
40 Plat gezegd: als je niet weet wat je wil maken en hoe kun je ook niet bepalen of een werknemer zijn werk goed doet. Een goed acteur komt niet uit de verf wanneer decors, geluid en script niet deugen. Mag je een docent die gespecialiseerd is in cursisten aan het denken zetten door het stellen van vragen beoordelen op het pretenderen van zekerheid? Ook in de prehistorie moeten diverse getalenteerde pianisten hebben rondgelopen...
41 Advies Ik heb nu bijna 40 jaar op diverse plekken in verschillende functies in het onderwijs gewerkt. Onder normale omstandigheden mag ik ervan uitgaan dat ik nog pakweg vijf jaar als medewerker in een arbeidsorganisatie werk voor ik mag genieten van wat rest van mijn pensioen. Ik hoop overigens nog vele jaren langer actief te blijven als zzp'er en vrijwilliger. We richten ons nu op de komende vijf jaar en op mij. Ik vraag je om me te adviseren door een antwoord te formuleren op de vraag: Wat moet ik volgens jou doen in die komende vijf jaar? [Ik dank aanwezigen voor alle houtsnijdende, persoonlijke, welgemeende adviezen. Ik neem ze ter harte! In het kader van dit verslag volstaat m.i. een korte samenvatting. Ik heb reacties gebundeld in de volgende categorieën: - volg je eigen weg / je hart - zoek het zelf uit - ga nieuwe dingen leren - blijf doen wat je nu doet - ken je beperkingen ]
42 Et enfin le vin Soms, in speciale gevallen, gebruik ik het communicatiemiddel 'Franse wijn' om te verduidelijken hoe ik een medemens waardeer. Ik vergelijk dan eigenschappen van de wijn met die van de betreffende mens. Ter gelegenheid van de bijeenkomst van vanmiddag heb ik dit voor het eerst gedaan met mezelf als object. Omdat liefhebbers zo meteen (met mate) kunnen proeven, en smaken verschillen, heb ik een witte en rode wijn gekozen. Beide komen uit grensgebieden. Ik ben opgegroeid op de grens tussen protestants noorden en katholiek zuiden, tussen arbeiders- en witte boordenmilieu, floreer in het gebied tussen beleid en uitvoering, waar theorie en praktijk elkaar raken. = De rode wijn is een beaujolais, en meer specifiek: een morgon. Ik heb met deze wijn kennisgemaakt tijdens het voorbereiden van een maaltijd voor een groep Franse jongeren in de Ariège, en hem daarna beter leren kennen. Noordelijke rode wijnen zijn licht en hebben weinig diepgang, zuidelijke zijn vaak zwaarder, overheersend. Een morgon zit daar tussenin: jong smaakt hij wat naar kersenranja en belooft hij meer dan hij waarmaakt, en naarmate hij ouder wordt krijgt hij meer karakter en nuance. Deze wijn wordt verbouwd op leisteen (het Keltische woord 'morgon' betekent: beroerde, rommelige bodem). Je moet goed opletten waar je loopt, anders ga je onderuit. = Ook in de witte variant, een touraine sauvignon, is sprake van een grens, maar dan een van west naar oost. Het is een Loire-wijn uit de omgeving van de stad Tours, waar St.Maarten bisschop was, en bewoners trots zijn op filosoof René Descartes (die van 'ik denk, dus ik ben'). De westelijke Loire-wijnen zijn licht, ze smaken naar zeelucht en passen bij mosselen. Ze zijn relatief goedkoop en drinken lekker weg. De oostelijke zijn voller, wat zoeter, hebben meer status en nodigen uit tot reflectie. Die rond Tours hebben beide elementen in zich. Het drinken van touraine is voor mij onverbrekelijk verbonden met een min of meer gedwongen verblijf een hotel in Tours. Mijn dochter en ik waren
43 door een onweersbui van een camping aan de Loire gespoeld en gevlucht naar een hotel in Tours, een sfeervolle, middeleeuwse universiteitsstad. We hebben geprobeerd er het beste van te maken. Dat is prima gelukt. Voor de mensen die geen alcohol drinken is door cursisten vers vruchtensap bereid.
44 Een moraal Tot slot een stichtelijk woord: We leven in een woelige, verwarrende tijd waarin veel dingen gebeuren die nooit eerder gebeurden. Mensen houden niet van verwarring. Te veel verwarring verstoort de oriëntatie. We gaan in een bewegende wereld op zoek naar vaste punten, ijkpunten die helpen bij de oriëntatie. Reclame, politiek en bijvoorbeeld het verzekeringswezen zijn naarstig op zoek naar duidelijke ijkpunten, en helaas ook sleutelfiguren in het onderwijs. Woorden, beelden en slogans zijn handige ijkpunten: - "Wij zijn ons brein", is zo'n houvast. Duidelijk en makkelijk in het gebruik. Maar ook vreemd: je zegt toch ook niet: "De wijn is mijn feestje?" - "Waar een wil is, is een weg" is een vergelijkbaar hulpmiddel. - "Reflectie leidt tot keuzes" suggereert een noodzakelijk verband. Mijn stelling: redeneringen die je voor hetzelfde geld kunt omdraaien hebben ongeveer evenveel betekenis als "goedkoper, dus leuker". Het menselijk brein is het brein van een nomade. We komen in beweging, worden 'gemotiveerd' door onze verbeelding van wat mogelijk achter de einder op ons wacht. En of deze verwachting positief dan wel negatief is bepaalt de richting van de beweging. Dromen is belangrijk. Zonder dromen sta je stil. Maar of je droom een relatie heeft met de realiteit waarin je lichaam zich bevindt is nog maar de vraag: dat moet je zorgvuldig (willen) onderzoeken. Woorden zijn in feite vragen over een werkelijkheid. Je gebruikt ze wanneer die werkelijkheid niet vanzelf spreekt. Wie woorden ziet als antwoorden en de gesprekspartner ermee om de oren slaat probeert een bewegende werkelijkheid stil te zetten. Dergelijke processen frustreren van alles, ook mij. En het mechanisme is
45 sterk: ook ik ga op zoek naar houvast wanneer ik de weg kwijt raak. Wie de moed heeft zich in het landschap van het onbekende, en dus mogelijk gevaarlijke, te begeven, wens ik wijsheid en succes. Dit zeg ik ook tegen mezelf. En tegen mensen die me wellicht niet kunnen volgen. Ik hoop dat ik mezelf kan volgen, en kan niet veel meer dan dat.
46 Gedicht Rutger Kopland
BOOMGAARD Woorden weten van zichzelf niet waarvoor ze gemaakt zijn – en zo is het met alles in de wereld niets weet waarvoor het er is en ook wij weten het niet ik kijk door het raam de boomgaard in en zie hoe woorden voor vogels bomen gras, voor wat er is daar daar niets betekenen en ook de boomgaard zelf heeft geen betekenis in mijn hoofd zoekt iemand naar woorden voor iets dat nog geen gevoel is en nog geen gedachte en langzaam begin ik te voelen en te denken dat ook de boomgaard daarnaar zoekt – dat wij hetzelfde zoeken, de boomgaard en ik
47 Verslagen van cursisten
48 Verslag bijeenkomst Tussen droom (Gathering) en daad op 12/10/2012 Geschreven door Ivana Prawita op vrijdag 12/10/2012 in Kurioskerk Vrijdag, 12 augustus 2012 een bijeenkomst met de titel van “tussen droom en daad”. De bijeenkomst ter plaats in Kurioskerk – Julianalaan 38 te Leeuwarden. De tijd van de bijeenkomst is van 15:30 tot 17:00 uur. Die bijeenkomst gepresenteerd door meneer Ron Muijzer. De bijeenkomst was met 30-40 personen groot. Het was een inspirerende en gezellig bijeenkomst. De gasten zijn docenten, studenten van staatsexamen en mensen die hebben interesse in filosofie. De avond begon met 1. Inleiding De bijeenkomst begin 10 minute later dan de gepland. Meneer Muijzer begin die bijeenkomst met mededeling het doel van deze uitnodiging. Kortom hij heeft overleg die gaat over zijn +/- 40 jaar werk als onderwijzer bij Friesland college. Beoordeling over taal, cultuur, onderwijs, enz. De bijeenkomst duurt 90 minuten. Het doel was om elkaar te inspireren en te zien. In 1,5 uur tijd legt hij over: - Theorie en voorbeelden - 5 opdrachten - advies - portfolio
2. Begin A. Muziek
49
Het muziek van Leonard Cohen een Canadese dichter met titel If it be your will. Over brein en leren.
bron: http://www.marketingfacts.nl/berichten/neuromarketing_hoe_wer kt_facial_coding Er zijn 3 systemen in ons brein: 1.Oude brein Visueel, automatisch zoals adem halen, zweten,enz. 2.Limbische systeem Emotioneel, gevoel, melodie. Moeder taal zit op deze deel van het brein. 3.Neocortex In dit deel van het brein is over oriëntaties en leervermogen. v.b:
50 Dag als wandeling betekend ontwikkeling van mensen in het leven. Jagen is een voorbeeld hoe mensen vroeger moeten overleven. Op dit geval ontwikkelen mensen om wapen te ontwerpen, samen werken met andere en aanpassen aan de situatie en omgeving. Analyse van het woord beoordelen Beoordelen (oud Germaans woord) Be (voorvoegsel) Iets met iets doet. Oor Uit/begin/bron
Delen Een deel afscheiden bij de grote verzameling.
Beoordeel gaat over gedraagt. Hierbij betekend dat bij beoordeel mensen een conclusie kunnen trekken over de situatie waar zij in zijn. Bijvoorbeeld: gevaarlijk of niet gevaarlijk hier gaat over overleven.Oordeel sluit iets af dus verder discussie is niet nodig/ je maakt het mening vast.Mening betekend uitstellen, ruilen. Mening is bewegelijk. Beoordeling in Friesland college heeft een belangrijk plaats in de organisatie. Het gaat over oordelen van medewerker kwaliteit van hun werk. Maar hoe zit dat tegengesteld? Hoe geeft de beoordelaar oordeel? B Taal In deze deel gaan meneer Muijzer praten, uitleggen met voorbeelden over definitie van taal. Wat is taal?
51
Taal is een soort klank om een beeld uit te roepen. Taal is omgewikkeld omdat mensen samen werken moeten doen om overleven (vroeger toen mensen met jagen beginnen). Taal-Tellen andere taal Lingua – Tong Ideeën uit de hoofd kwam van buiten af dus de macht is van buiten niet van ons zelf. Taal is even machtig als beeld/geur omdat met taal mensen samen communiceren kunnen. Met taal kunnen mensen hun mening, emotie uitten. Gebruiken van taal: 1. Geestelijk om plannen te maken 2. Overdracht naar informatie 3. Evalueren Effecten van de taal: 1. Woord zijn niet nauwkeurig 2. Vergelijk situatie met algemeen categorie 3. Door de woorden te gebruiken maken wij een onbewust verzameling. Voorbeeld: Aardige docent zijn altijd in verband met docent die niet aardig is.
Onaardige docent Aardige docent
C. Filosofie
52 Tijd van alles zelf spraak. Woorden zijn meer dan werkelijkheid.Taal zorg voor dat mensen elkaar begrijpen kunnen. De taal is een medium die zorg dat mensen met elkaar verbinden in de samenleving.Als individu betekend kan niet meer delen omdat individu is het kleinste deel van groep of gemeenschap.Ik ziel , wil in de lijfTaal is een zelfstanding instrument die kan van een mens naar andere en grammatica is een strik in het geheel.Wij gebruiken taal om taal te behandelen.Er zijn methode om taal te oefenen:PoëzieMet deze methode hoeft je niet te denken over de grammaticaDiscussieHierbij heeft Ron een Engelse poëzie en liedje met titel “If it be your will” gedraaid. Vervolgens hebben wij een paar papieren gedeeld door de public. Het doel van deze opdracht is om te laten zien aan iedereen dat om van een taal naar andere taal te vertalen is niet zomaar. De probleem om van een taal naar andere taal te vertalen is de betekenis op een taal is anders dan bij andere taal. v.b: Your hoe moet je dit woord naar Nederlands taal vertalen “U of Je?”. Wat betekend “wens en wil”: Wens Spellen met gedachten, het is niet echt meer als een droom. Wil Een stap verder dan wens omdat in deze stap wij zijn bereid om de wens te vervullen. Spinoza heeft drie manieren: 1. Intuïtie 2. Onderzoek 3. Verbeelding Peter B. “Het is essentieel om de verbeelding nauwkeurig te maken in woorden.”
Wij kunnen beter in een simpel woord/algemeen woord
53 gebruiken om ons idee te beschrijven. Wanneer wij proberen iets uit te leggen met moeilijke woord die niet iedereen begrijp creëren wij een miscommunicatie. Dus onbegrip betekend ellende. Taal verandert altijd. v.b: Nederlandse taal die wij nu gebruiken is heel anders dan Nederlandse taal die ons ouders en groot ouders gebruiken. Taal is jouw visite kaartje.v.b: De beter je een taal beheerst de beter kans om een beter baan(functie) te vinden. Taal vorm jou. Formulering is nooit klaar. Samenhang: Vaag taal is een taal die gebruikt meestal bij reclame. Als een docent moet je ook ondernemend te zijn. Maar wat betekend ondernemend? Ondernemend: beginnen met iets te doen, speculeren, experimenteren, enz. De waarde ondernemend zelfstandig gericht in bedrijf. Als ondernemend moet je denken aan strategie en resultaat verantwoordelijkheid. Vervolgens moet je ook in een “team” kunnen werken. Team betekend gezamenlijk te kunnen klaren, dus een team is niet alleen een persoon maar 2 of meerdere personen. Het probleem hier is de groter de team de groter kosten komt daarna. Wat is resultaatverantwoordelijk team? Mensen zijn verschillen, dus je kan niet elk mensen behandelen met de zelfde methode.Taal is een dynamisch geheel. Belden – wensen- praktijk- zo klein mogelijk te doen Frans: Beoordeel mens niet qua kwaliteit maar wat hij doet Engels: Wat je wil moet ook deugend.
54 Participeren en observeren. Vragen: Wat moet meneer Muijzer volgens u doen in de volgende 5 jaar? 3. Einde Het einde van deze bijeenkomst wordt alle 5 opdrachten verzameld door de studenten en drank wordt gereserveerd aan elk tafels door de studenten. Door deze bijeenkomst maak ik een verslag waar ik niet alles begrijp maar ik vind het goed om mijn Nederlands taal te verbeteren in luisteren en schrijven.
55 Op vrijdag 12 oktober 2012 was ik aanwezig bij een fascineerde excursie in het gebied van taal, cultuur, leren en onderwijs. Wij hebben in verschillende afdelingen afgeresen. Deze bijeenkomst was een combinatie tussen fonetiek, fonologie, lexicologie,filosofie, muziek, literatuur, geschiedenis, psychologie, dus met andere woorden een hele complexe ilustratie van wat onze docent kan en doet. Wij waren de getuigen van een educatieve manier van het leren van de taal. Het was geen cursus, geen training, alleen maar een geweldige voorbeeld van de aart om een prachtige docent te zijn. Veel mensen hebben moeite met leren... hoe kan je heel goed leren? hoe kan ik de taal begrijpen? Een taal is een resultaat van veel factoren. Als je de afkomst van een woord kent, dan wordt het makkelijker om dit woord te onthouden... of als je corelaties met andere woorden doet, dan is de kans groter om de taal te begrijpen. Elk woord heeft zijn eigen geschiedenis...elk woord is unique... In de wereld zijn er verschillende talen, maar aan het einde zijn er veel vergelijkbare kenmerken... Wij konden dit idee opmerken via een mooie voorbeeld tussen de engelse taal, de franse taal en de nederlandse taal. Het was een analyse van de prachtige nummer " If it be your will" van Leonard Cohen. De mensen die meer talen spreken, kunnen veel conexies vinden. De docent heeft ook over Peter Bieri gesproken, over wensen en willen, spelen met de gedachten. De passie voor de taal van de docent is doorgegeven aan de mensen die van de taal houden en die respect voor de taal hebben.
Cursist, Rodica Preda
56 Literatuursuggesties In de filosofische lezingen die ik al ruim 20 jaar organiseer en begeleid heb ik zelf enkele inleidingen verzorgd (Filosofie voor een breed publiek - boekje 17a en 20a). Samenvattingen van de inleidingen zijn te bestellen via www.humanistischverbond.nl op www.ronmuijzer.nl vind je een overzicht van de boekjes. Ter gelegenheid van de overgang van Medezeggenschaps- naar Ondernemingsraad schreef ik t.b.v. het personeelsblad van het Friesland College een artikel met als titel "Statusangstcultuur". De bijeenkomst van 12/10-2012 vormt daar in zekere zin een vervolg op. Het artikel kun je downloaden van www.ronmuijzer.nl Op deze website vind je ook een overzicht van activiteiten, een actueel cv, en een verhandeling over 'de ziel', een samenvatting van mijn bijdrage aan de Nacht van de Filosofie 2011. Lees verder: Joep Dohmen: "Tegen de onverschilligheid" - Amsterdam 2007 Erich Fromm: "De angst voor vrijheid" - Utrecht 1952 Jan Knol: "En je zult spinazie eten" - Amsterdam 2005 Fernando Savater: "Het goede leven" - Utrecht 1991 Wilhelm Schmid: "Handboek voor de levenskunst" - Amsterdam 2004
57 Lijst genodigden (FC = Friesland College - eigen bedrijf = Ron - taal & cultuur HV = Humanistisch Verbond - MR = medezeggenschapsraad OR = ondernemingsraad)
Uitgenodigd + aanwezig: Ria Akkersdijk (collega FC) Laura de Almeida (cursist eigen bedrijf), met man en dochter Marina Megawati Batubara (cursist FC) Marjoleine Beers (mede-bestuurslid HV en lid landelijk bestuur Humanitas) Adugna Berhamy (cursist FC) Wilfred v.Binsbergen (collega FC) Rudolf Bloem (collega FC) Peter de Boer (collega FC) Folkert Boersma (voormalig medebestuurslid HV) Wiebe Bouma (cursist eigen bedrijf) Fred Bruins (organisatieadviseur - www.bruinsorganisatieadvies.nl) Ingrid Casas (cursist FC) Liang Cheng (cursist FC) Carmen Corral (cursist FC) Jaime Dickson (voormalig cursist FC) Kitty v.Dommelen (collega FC) Simon Droog (voormalig collega FC) Herman Eldering (collega FC) Guusta Elzinga (collega FC) Amina Erdene (cursist FC) Martje Faber (collega FC) Siety Feijen (collega FC) Betty Galama (cursist eigen bedrijf) Mascha Gonggrijp (voormalig collega FC) Konstantin Gridnevskiy (cursist FC) Jelte Hiemstra (collega MR/OR FC) Marcel v.d.Horst (collega FC) Jan Hulshof (collega FC) Lammert Jansma (godsdienstsocioloog en theoloog)
58 Mineke Jansma (voormalig collega FC) Nadia de Jong-Ivanova (cursist eigen bedrijf) Gerda Jongma (collega FC) Romana Kabacinska (voormalig cursist FC) Esther Karst (voormalig collega FC) Wafa Khademian Ravandi (cursist eigen bedrijf www.wafa-translations.nl) Ben Klaassens (collega FC) Andreea Kovacs (voormalig cursist FC) Annie Lacombe (voormalig collega FC) Idy Li (cursist eigen bedrijf) Ria v.d.Meulen (collega FC) Jan v.d.Meulen (collega FC) Jelmer Miedema (collega FC) Petra v.d.Molen (collega FC) Nastaran Mouloudi (cursist FC) Fatima Mourhiya (cursist eigen bedrijf - www.wijnvoordeel.nl) Yves Muheto (cursist FC) Bauke Nauta (collega FC) Lamia Nebli (cursist FC) Christine Olijnsma (cursist FC) Elena Pashina (cursist FC) Jan Postema (voormalig bedrijfsarts / hoofd landelijke arbodienst) Andries Posthumus (collega MR/OR FC) Ivana Prawita (voormalig cursist FC) Rodica Preda (cursist eigen bedrijf) John Roozen (pr-coach/consultant)) Moussa Rukuro (cursist FC) Cecilia Sandström (voormalig cursist FC) Hans Scheffer (voormalig collega FC) Ida Sinurat (cursist FC) André Smeding (dorpsgenoot) Galina Smirnova (cursist FC) Annie Stapelbroek (voormalig medebestuurslid HV) Anjo Steenaart (collega FC) Kees Sterker (voormalig medebestuurslid HV) Jana Sykorova (voormalig cursist FC) Ellen Tabak (voormalig medelid adviesraad gemeente) Valentina Talsma (cursist eigen bedrijf)
59 Anita Terlaak (collega OR FC) Cristiane Tofoli (cursist FC) Liesbeth Vos (collega FC) Vanda Vozarikova (voormalig cursist FC) Franke de Vries (voormalig cursist hbo) Olga de Vries (voormalig cursist FC) Pieter de Vries (econoom - voormalig collega-onderzoeker) + Magdaleen de Vries-v.d.Wüsten Gonnie Wagenaar (collega OR FC) Swetlana v.Wieren (cursist eigen bedrijf) Meino Zeillemaker (journalist, leraar Shambala-boeddhisme) Tjasa Zupan (cursist FC) Van de in totaal 140 genodigden waren ca.50 personen verhinderd t.g.v. ziekte, verblijf in het buitenland, geen oppas, werk, of ander ongerief.
60
61 contact Friesland College: postbus 45 8900 AA Leeuwarden tel.: 058-2842222 www.frieslandcollege.nl
[email protected] privé: Ron Muijzer De Tange 5 9155 AL Raard tel.: 0519-222022 - mobiel: 06-33781823 www.ronmuijzer.nl
[email protected]