Turkse politiek in perspectief: de opkomst en positie van de AKP Turkije Instituut – woensdag 18 juni 2008 – Novotel, Den Haag Spreker: Ümit Cizre, hoogleraar politicologie aan Bilkent Universiteit, Ankara Moderator: Erik-Jan Zürcher, onder meer voorzitter Wetenschappelijke Adviesraad TI
‘Wie bepaalt de regels van het spel?’ Ümit Cizre is hoogleraar politicologie aan de prestigieuze Bilkent Universiteit in Ankara. Momenteel verblijft ze in de VS, nu (juni 2008) als gast aan Binghamton University, vanaf september 2008 aan Princeton. Cizre is deskundige op het gebied van Turkse politiek en civiel-militaire betrekkingen in Turkije. In februari 2008 verscheen de bundel ‘Secular and islamic politics in Turkey. The making of the Justice and Development Party’ (Londen 2008), samengesteld door Cizre. Cizre nuanceert het heersende tweeledige beeld van de Turkse politiek als een machtsstrijd tussen enerzijds secularisten en anderzijds islamisten. Zij pleit voor een benadering die meer recht doen aan de interactieve relatie tussen beide actoren.
‘Turkije lijkt een ramkoers te varen’, stelt Erik-Jan Zürcher. Er is een machtsstrijd gaande tussen een kracht die zichzelf beschouwd als gids op weg naar een modern Turkije en een kracht die macht ontleend aan de verkiezingsuitslag. Turkije is, aldus Zürcher, gevangen tussen twee onacceptabele keuzes: democratie onder auspiciën van een autoritaire, strikt seculiere staat of een systeem dat geen rekening houdt met de gevoeligheden van Turkije (bijv. minderheden, Cyprus – red.). ‘Ik spreek vanuit het perspectief van een historicus’, zegt Zürcher, die vervolgens Cizre uitnodigt om over deze kwestie haar politicologische licht te laten schijnen.
Ümit Cizre brengt 14 maart 2008 in herinnering, de dag dat hoofdaanklager Abdurrahman Yalçınkaya een aanklacht indiende tegen regeringspartij AKP, waarin de partij beschuldigd wordt van antiseculiere activiteiten. Op dat moment is de AKP viereneenhalf jaar aan de macht en geniet de partij, na een tweede verkiezingsoverwinning in 2007 waarin zij 47% van de stemmen won, brede steun vanuit de bevolking. Wat gebeurde er op die 14e maart? Cizre noemt het de ‘nuclear option’, een risicovolle zet van Yalçınkaya. Het gevolg van het proces en het verbieden van de AKP zou namelijk heel wel kunnen zijn dat de AKP juist sterker terugkomt in nieuwe verkiezingen. Bovendien zou een dergelijke loop van gebeurtenissen veel onrust teweegbrengen. Waarom deze stap?
De aanklacht tegen de AKP komt voort uit een gepolariseerde visie op de Turkse politiek als een strijd tussen ‘secularisten en islamisten’. De binaire, d.w.z. tweeledige perceptie van het
1
huidige politieke conflict is onderdeel en dekmantel van het eigenlijke probleem, meent Cizre. In de eerste plaats is die vaak genoemde ‘strijd tussen secularisten en islamisten’ interactief, het draait eigenlijk om de relatie tussen beide. In de tweede plaats is de identiteit van de AKP niet vastomlijnd en coherent, maar ambigu en diffuus.
Secularisme vs. islamisme Het is gevaarlijk om de huidige politieke situatie in Turkije te karakteriseren in termen van seculier versus islamistisch, vindt Cizre. Dat wekt de suggestie dat het een conflict is tussen keuze versus totalitarisme; etatisten versus liberalisten; de oude versus de nieuwe middenklasse; rede versus geloof. Het is bijna een morele kwalificatie, een weergave die past in een oriëntalistisch raamwerk.1 Dat geeft een onevenwichtig beeld van de realiteit: werkelijke oorzaken van het conflict komen niet aan het licht. Het is een rookgordijn dat eigenlijke kwesties verbergt. Bovendien radicaliseert deze weergave de Turkse politiek. Cizre geeft een voorbeeld uit een recentelijk verschenen rapport over politieke islam in Turkije. Daarin wordt Turkije omschreven als een ‘overwegend islamitisch land’, volgens Cizre een suggestieve formulering die een verkeerde indruk wekt.
In het heersende discours wordt het moderne, seculiere, Europees georiënteerde Turkije genormaliseerd en als maatstaf beschouwd, stelt Cizre. Dit Turkije dient als uitgangspunt voor het detecteren en beoordelen van veiligheidskwesties. Deze zienswijze verdoezelt de dialectiek, d.w.z. de wisselwerking tussen politieke ‘secularisten’ en ‘islamisten’. Beide groepen produceren en opereren volgens Cizre binnen een op de staat georiënteerd nationalistisch raamwerk. Zij vertegenwoordigen tot op zekere hoogte dezelfde politieke cultuur.
Secularisten projecteren hun angst voor islamisme en hun vrees voor wat zij daarmee associëren (opheffing hoofddoekverbod, terugdringing alcoholinname, de positie van de vrouw, toelating Imam Hatip-studenten op universiteiten) op de AKP. En wat wordt gevreesd, wordt bewaarheid, betoogt Cizre. Het is een self-fulfilling prophecy: wat secularisten vrezen, menen zij te zien gebeuren. Door een dergelijk zwart-wit discours in stand te houden, creëren secularisten bipolariteit. Anderzijds wil de AKP de sharia helemaal niet invoeren, maar omdat zij de vrees voor wat daarmee geassocieerd wordt in stand houdt (door bijvoorbeeld het hoofddoekverbod op te heffen), creëert de partij een werkelijkheid die gevreesd wordt door secularisten.
Een andere retoriek die de seculiere elite hanteert, is de beschuldiging van een geheime islamitische agenda. Dat argument verwerpt de mogelijkheid van ontwikkeling: eens een
1
Volgens het oriëntalisme zoals uiteengezet door Edward Said in zijn boek Orientalism (1978) definieert het Westen ‘de Oriënt’ (het Oosten) als antithese van zichzelf, als onveranderlijk en inferieur, gebaseerd op imperialistische machtsverhoudingen en heersende vooroordelen in plaats van feiten.
2
islamist, altijd een islamist. De ‘sluitingszaak’, het proces tegen de AKP, symboliseert de onder de seculiere elite heersende angst en paniek.
Macht ‘Het primaire conflict in Turkije draait om behoud van de politieke macht’, zegt Cizre. Dit is vooral een zorg van de Kemalistische elite: de AKP heeft de machtstrojka (wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht) in toenemende mate in handen, evenals, onvoorzien, een deel van de media. De AKP heeft dus de macht om de regels van het spel te bepalen, zoals het opstellen van een nieuwe grondwet. Dat is echter niet in het belang van het seculiere establishment, dat juist baat heeft bij besturen volgens de geldende wetten en regels. Burgerpolitici behoren niet te debatteren over secularisme, meent de seculiere, op de staat georiënteerde elite. Het is een juridische kwestie waarover de rechterlijke macht hoort te oordelen. De secularisten vrezen dat de AKP zich nu langzamerhand in die machtspositie manoeuvreert. Dat verklaart deels hun houding, betoogt Cizre: het is nu of nooit - als de AKP nu niet wordt gestopt, zal de macht van het establishment te zeer eroderen.
Identiteit Hoe gaat de AKP om met deze kwesties? De AKP ondergaat een proces van identiteitsvorming: de partij transformeert zich tot een conventionele (d.w.z. een niet door religieuze wortels gedefinieerde) politieke kracht die met het establishment wedijvert om de macht, aldus Cizre. Dat is een ambigu en ook een paradoxaal proces, dat door sommigen als zwakte en door anderen als een teken van creativiteit en energie wordt ervaren.
Bovenaan de agenda van de AKP staan hervormingen: die zijn goed voor Turkije, maar ook goed voor de partij zelf. Het leiderschap heeft zich opnieuw uitgevonden. De AKP schaart zich niet onder het islamisme, maar profileert zich als centrum-rechts en conservatief. Ook de achterban van de partij is in ontwikkeling. Die wordt meer en meer gevormd door een nieuwe middenklasse, die niet rancuneus is over de seculiere staat, maar wordt gedreven door het verlangen erbij te horen.
De AKP draagt echter nog altijd de erfenis van het islamisme. Cizre noemt de AKP een islamsensitieve partij en stelt dat de AKP laveert tussen haar islamitische wortels en haar zelfverklaarde centrum-rechtse identiteit. Dat levert de flexibiliteit op om verschillende groepen in de samenleving, en verschillende kwesties en gevoeligheden aan te spreken. De bewegingsruimte van de AKP wordt immers niet ingeperkt door een strikt-kemalistisch keurslijf, waarin geen plaats is voor bijvoorbeeld minderheden en een verruimde vrijheid van godsdienst. Op die manier heeft de AKP zowel andere centrum-rechtse partijen als traditionele religieuze bewegingen gemarginaliseerd.
3
Beperkingen van het transformatiebeleid van de AKP Het transformatieproces binnen de AKP en het hervormingsbeleid van de regering worden begrenst door verschillende factoren, betoogt Cizre. In de eerste plaats hapert de interne democratisering van de partij en het verkiezingssysteem. Ten tweede heeft de AKP het momentum van toenadering tot de Europese Unie door de vingers laten glippen. Ten derde heeft het weer oplaaiende conflict met de PKK geleid tot een intensivering van nationalisme. ‘Het conservatief-nationalistische instinct van de partij is ontwaakt’, zoals Cizre het uitdrukt. Dat heeft onder meer als gevolg dat de beperking van de vrijheid van meningsuiting strikt wordt geïnterpreteerd. Tegelijkertijd spelen de afkeer van pluralisme en minderheden en de verheerlijking van de staat een belangrijker rol. Dergelijke factoren zijn inherent aan de Turkse politieke cultuur en weerhouden politici ervan om grootscheepse hervormingen door te voeren, zegt Cizre. Daarvan geeft ze, tot slot, een voorbeeld. In 2003 werd een omvangrijk hervormingspakket doorgevoerd die de invloed van de Nationale Veiligheidsraad inperkte. In plaats van maandelijks kwam de Raad voortaan elke twee maanden bijeen. Sindsdien geeft de Raad om de maand een persbijeenkomst, evenzeer een platform om haar voortdurende macht te doen gelden.
Q&A Na Cizre’s uiteenzetting neemt Erik-Jan Zürcher het woord. ‘Is niet het gebrek aan een humanistische traditie in Turkije debet aan de crisis in de Turkse politiek?’, vraagt hij zich af. Beide ‘partijen’, om maar bij dat binaire perspectief te blijven, delen een absoluut geloof in de staat en religie, die universele waarden overschrijdt. Liberaal zijn Turkse politici toch eigenlijk vooral wat betreft de economie, maar in politiek opzicht?
‘Dat is een deel van het antwoord’, reageert Cizre. Want wat te denken van factoren die inherent zijn aan het systeem? De afweging tussen veiligheid en democratie resulteert erin dat burgerpolitici altijd in enige mate van de staat afhankelijk zijn. Er is altijd een macht die groter is dan zijzelf.
‘Zou een juridische coup, een verbod op de AKP, niet ook positieve effecten kunnen hebben?’, vraagt een toehoorder. Dat zou kunnen, antwoordt Cizre. Maar maakt dat de zaak acceptabel? ‘Waarom schildert u zo’n zwart-wit beeld van Turkije? Waarom kunnen we secularisme in Turkije niet accepteren? De ‘sluitingszaak’ vindt zijn legitimatie in de Turkse grondwet, in tegenstelling tot de opheffing van het verbod op de hoofddoek. Is het dan niet een democratisch proces?’, vraagt iemand anders uit het publiek. ‘Politieke reacties zijn niet wettelijk. De grondwet is niet de waarheid’, waarschuwt Cizre. Een andere interpretatie zou kunnen zijn dat het Constitutioneel Hof niets heeft te zeggen over de inhoud. Zürcher voegt daaraan toe dat de huidige grondwet stamt uit 1982 en werd ontworpen door een militaire dictatuur.
4
Welke rol heeft het onderwijssysteem in dit zwart-witte discours? Cizre nuanceert: het huidige conflict is een politieke kwestie en stamt niet uit een culturele traditie die bijvoorbeeld gevoed wordt door het onderwijssysteem. Het is te hopen dat de Turkse politiek zich los weet te maken uit de grip van een op de staat georiënteerd discours en zich transformeert tot een pluralistische politiek. Dat is de oplossing; EU-lidmaatschap zou daar bij aansluiten.
Wat kunnen we verwachten van de ‘sluitingszaak’ en welke gevolgen zou dat hebben voor het EU-proces? ‘Ankara is een slangenkuil geworden’ zegt Cizre. De aftakeling van het hervormingsproces wordt versneld door de ‘sluitingszaak’. In eerste instantie werd de zaak in AKP-kringen gezien als een doodsteek. Op dit moment (juni 2008) ziet de AKP de mogelijkheden die dat biedt: de opvolger van de AKP kan er juist sterker uit komen. Dat geldt zo lang het met de economie goed gaat, stelt iemand uit het publiek. Maar wat gebeurt er als de economie schade ondervindt? Wie wint er dan? ‘Dat lijkt nog niet het geval te zijn’, antwoordt Cizre. Maar ‘de partij maakt zich op voor een crisis, om vervolgens de economie te redden.’
Tot slot vraagt een toehoorder hoe Cizre denkt over het democratiseringsproces. Dat ligt stil nu het in de Turkse politiek alleen nog gaat over crisis management en schadebeperking. Welk debat voeren Turkse intellectuelen? Turkije heeft volgens haar een zelfverzekerd en stabiel burgerpolitiek platform nodig, dat een duurzame machtspositie in kan nemen. Waarom blijft die ontwikkeling uit? Daar is Cizre kort over: ‘Dat had Turkije: de AKP!’
5