Tuinstad Eindhoven onderweg De stad Eindhoven, zoals wij haar kennen, bestaat relatief kort. In 1920 is het kleine, uit de Middeleeuwen daterende stadje Eindhoven, samengevoegd met de even kleine kernen Woensel, Gestel, Tongelre, Stratum en Strijp. Allemaal om Philips en een toen al voorziene (!) omvangrijke groei naar 200.000 inwoners te accommoderen. Briljant is dat het toenmalige gemeentebestuur gekozen heeft voor een ontwikkeling gebaseerd op het uit Engeland afkomstige idee van de tuinstad. Daarmee is gekozen voor een ontwikkeling van de nieuwe stad die gebaseerd is op de waarde van de bestaande beekdalen tussen en door de verschillende gemeentes. Vandaar de in Eindhoven zo kenmerkende groene wiggen, die doorlopen tot in het centrum. Niet dat men op dat moment technisch in staat was in de beekdalen te bouwen, maar het ging dus verder. De erkenning van groen als noodzakelijke kwaliteit van leven. En dat werd ook zo algemeen beleefd en breed gedeeld. Vandaar ook de aanleg van de vele parken. In de verdere ontwikkeling van de stad is, vooral vanaf de jaren ‘70 van de vorige eeuw, de parkstructuur met
2.
deze natuurlijke wiggen onder druk komen te staan door gemeentelijke besluitvorming. De herwaardering van groen en water is aan het eind van de eeuw vooral rond de Genneper Parken vanuit de samenleving bevochten. En, wordt nu weer gezien als een van de belangrijkste kwaliteiten van de stad. En nu? Met elkaar zijn we aan het heruitvinden wat het is een samenleving te zijn. Je ziet dat in de opkomst van de stadslandbouw. De oude dorpsmeent, het gedeelde gebruik van grond (nog steeds zichtbaar in het nooit herverkavelde Riel in Stratum) wordt eigenlijk teruggebracht. Maar er zal veel meer veranderen. Eigenlijk alles. Door de nieuwe technologie. Daarbij moeten we met elkaar beslissen wat voor leven wij willen leiden. Wat voor stad en samenleving wij willen zijn. Maar het uitgangspunt blijft onze prachtige tuinstad met zijn basiskwaliteit van heel veel groen en gemeenschappelijk delen. Mary-Ann Schreurs Wethouder innovatie en design, cultuur en duurzaamheid
Inhoud Tuinstad Eindhoven Onderweg
2
Inhoud 3 De globetrotter ontwaakt 4 De emancipatie van het reizen Op bedevaart 11 Pelgrimage in Eindhoven Museum Op reis in een Dafje 15 Bestemming: de wereld Plattegrond 19 Voor €3,- op busreis 21 Alvast enkele highlights Op luchtreis 25 Over het begin van vliegveld Welschap Parkeren in ... 29 Automobielbedrijf Van der Meulen-Ansems Philipsproducten op reis 33 Sporen van transport Colofon 36
Eindhoven op reis
3.
De globetrotter ontwaakt De emancipatie van het reizen Reizen vinden we vanzelfsprekend. We pendelen met auto of trein naar school of werk. Dagelijks retour Den Haag, Utrecht, Amsterdam of Maastricht, we draaien onze hand er niet voor om. Even er tussen uit: We boeken online een vlucht bij een prijsvechter en kunnen enkele uren later al in een all inclusive resort genieten van zon, zee en strand. De hele wereld is onze achtertuin geworden. Die vanzelfsprekendheid, de mogelijkheid om te gaan en staan waar en wanneer we zelf willen, is niet vanzelf ontstaan… Tot zo’n honderd jaar geleden was op reis gaan en andere landen bezoeken eigenlijk alleen weggelegd voor welgestelden, avonturiers, soldaten en matrozen. Reizen was toen niet zonder gevaar, ook in Brabant niet. Struikrovers hadden het regelmatig gemunt op handelsreizigers en postkoetsen. En ook de natuur kon onverbiddelijk zijn. De onherbergzame en waterrijke Peel doorkruisen zonder de weg er goed
te kennen was levensgevaarlijk. De trein die medio negentiende eeuw in Noord-Brabant ging rijden zorgde aanvankelijk ook voor een gevoel van onveiligheid, zij het van een geheel andere orde. Natuurlijk, Nederland ging met de aanleg van een landelijk spoornetwerk mee in de vaart der volkeren, maar het voorbij razen van de lawaaierige stoomlocomotief zou kippen van de leg doen raken, paarden en koeien op hol doen
“De onherbergzame en waterrijke Peel doorkruisen zonder de weg er goed te kennen was levensgevaarlijk.” 4.
Echtpaar op reis in de Alpen
slaan en ander onheil veroorzaken. Sommigen zagen in deze nieuwe vinding de hand van de duivel. Een inwoonster van het dorp Best durfde niet te gaan kijken toen de trein er in juli 1866 voor het eerst voorbij stoof naar Eindhoven met eindbestemming Venlo. Reizen met de trein was overigens ook niet geheel vrij van ongemak, vanwege het onvermijdelijke wachten. Op grotere treinstations werden ‘wachtkamers der eerste, tweede en derde klasse’ gebouwd zodat
ten minste ‘op stand’ kon worden gewacht. Het summum, en alleen mogelijk met een beter gevulde portemonnee, was een geheel verzorgde treinreis naar en door de indrukwekkende Zwitserse Alpen. In de regio werd inmiddels een fijn vertakt stelsel van tramwegen aangelegd dat de inwoners van de Meierij, de kwartieren Peel- en Kempenland, uit het isolement haalde. Eersel, Reusel, Veghel, Helmond, Deurne en Den Bosch en meer plaatsen kwamen voor iedereen
5.
Kranten koppen over toegenomen aantal ongevallen.
binnen reisafstand. Eeuwenlang waren deze plaatsen (soms) meer dan een zware dagreis verwijderd geweest van Eindhoven. Begin twintigste eeuw verschijnt de auto in het straatbeeld. De infrastructuur is er dan nog verre van geschikt voor. Hobbelige onverharde wegen die na een flinke regenbui of bij winters weer veranderen in een onbegaanbare modderpoel. Het scheiden van de verschillende weggebruikers en het instellen van verkeersregels om alles in goede banen te leiden zoals we nu gewoon zijn is nog niet aan de orde, laat staan zebrapaden of
6.
verkeerslichten. De kranten staan dan ook bol van ongelukken tussen paarden-, hondenkarren, auto’s, voetgangers en fietsers. Het hebben en rijden van een automobiel was enkel voor welgestelden weggelegd. Het was vooral een vermaaksartikel, en statussymbool, om met mooi weer een toertocht te maken, of familie en vrienden te bezoeken, zoals dat in de voorgaande eeuwen vooral te koets of te paard gebeurde. De overtreffende trap van exclusiviteit was natuurlijk het vliegtuig. Niet toevallig dus dat juist Frits Philips een van de oprichters was van de
sportvliegvereniging die in 1932 de beschikking kreeg over een grasbaan bij Welschap. Tijdens de Wederopbouwperiode, laat in de jaren vijftig en in de jaren zestig, zorgen tal van maatschappelijke ontwikkelingen ervoor dat ons reisgedrag ingrijpend verandert en onze actieradius dramatisch vergroot. Door het sterk toegenomen besteedbaar inkomen en groeiende welvaart
verschenen steeds meer auto’s in het straatbeeld, en ditmaal in alle wijken en buurten. Vaak een product van Eindhovense makelij. Naast de populaire Volkswagen en het Fiatje was de DAF nu eenmaal betrouwbaar en vriendelijk in de aanschaf. Het kunnen beschikken over een eigen auto waarmee in vergelijking tot vroeger tijden enorme afstanden comfortabel kon worden afgelegd, gaf de bestuurder een groot en bijna
“De DAF was nu eenmaal betrouwbaar en vriendelijk in de aanschaf.”
“Het was vooral een vermaaksartikel, en statussymbool om met mooi weer een toertocht te maken” 7.
De auto bracht je overal, zelfs in Moskou
“De wereld is van iedereen en iedereen is van de wereld.” ongeëvenaard gevoel van vrijheid. Tegelijkertijd zagen grote infrastructurele werken het levenslicht, autowegen werden op grote schaal aangelegd en internationaal aan elkaar geknoopt. De Autoroute du soleil waarop
8.
velen jaarlijks de zon tegemoet reizen, al dan niet met aardappels, pindakaas en hagelslag in de kofferbak of caravan, is uitgegroeid tot het icoon van die verworven vrijheid. Vergelijkbaar daarmee is het Tienertoer- en Interrailavontuur
waarmee door veel jongeren vanaf de jaren zeventig de eerste stap op weg naar zelfstandigheid werd gezet. Voor het eerst onder moeders vleugels vandaan! Eerst op Tienertoer een paar dagen Nederland doorkruisen en enkele jaren later als zestienjarige op Interrail met rugzak, slaapmatje, tentje en een stapeltje travellers cheques heel Europa door. De continue uitbreiding, verdichting en verbetering van het (internationale) spoornet, en het invoeren van aantrekkelijke tarieven wakkerden de reislust onder de jongeren aan. Met de komst van prijsvechters in de burgerluchtvaart heeft de trein voor wat betreft verre bestemmingen aan populariteit ingeboet. Vanaf Eindhoven Airport zijn voor een habbekrats populaire vakantielanden als Griekenland, Turkije en Portugal eenvoudig te bereiken. De tijden dat Griekenland en de foyer van Welschap alleen voor de happy few waren liggen achter ons. De wereld is van iedereen en iedereen is van de wereld.
Op safari met de auto
De wereld is van iedereen
Loes Heuvelmans
9.
Eindhoven Museum Kom tinnen pelgrimsinsignes gieten, ga in gesprek met Eindhovense pelgrims en ontdek de levende geschiedenis in het middeleeuwse Endehoven.
Eindhoven Museum Boutenslaan 161b 5644 TV Eindhoven +31 40 252 2281
Activiteiten
Tickets
• •
Toegang: € 8,50 Museumkaart gratis Santiagogangers gratis
• • • • • •
10.
Pelgrimsmuziek op een orgeltje Gesprekken met Santiagogangers, paspoorten en Torta di Compostela De Handelse processie, met film en Huifkar 1 Levende geschiedenisgroep Sonderlinghe Lieden Inschrijven in het Pelgrimsregister Lezing Pelgrimsinsignes om 12, 13, 15 en 16 uur. Virtuele expositie Diverse kinderactiviteiten
Open tussen 11:00-17:00 u KINDERACTIVITEITEN: tinnen pelgrimsinsignes gieten, kaarsen maken, “op kruistocht” en zwaardvechten voor kinderen.
Op bedevaart naar Lourdes
Op bedevaart Pelgrimage in Eindhoven Museum Reizen is eeuwenlang een onderdeel geweest van het religieuze leven. Ook in de geschiedenis van Eindhoven. Dichtbij de stad vinden wij het Maria-oord OnzeLieve-Vrouwe ter Eik in Meerveldhoven, dat is ontstaan in de dertiende eeuw. De kapel van de Heilige Eik in Oirschot met een vijftiende-eeuws Madonnabeeldje dateert uit de zeventiende eeuw. Pelgrims oftewel bedevaartgangers maakten ook grote en verre reizen. Rome en Jeruzalem zijn al sinds de vroege middeleeuwen befaamde bedevaartsoorden. En Lourdes? Dat is pas sinds de negentiende eeuw een bedevaartsbestemming.
11.
“Een voetreis kon zelfs meerdere jaren duren.” Eindhovenaren gingen op pelgrimstocht om gebeden verhoord te krijgen. Genezing van ziekten, andere gunsten, maar ook voor een bezinningsperiode of om boete te doen. In de middeleeuwse rechtspraak kon je zelfs veroordeeld worden om een pelgrimstocht te maken, een verplichte vorm van boetedoening. Daarmee was de misdadiger gelijk een flinke periode weg uit de gemeenschap. De pelgrim ging meestal te voet en individueel op pad maar vond onderweg vaak aansluiting bij andere pelgrims. In onveilige onherbergzame streken was dat geen overbodige luxe. Aan het eind van de route was het van belang om een bewijs te hebben dat je je doel had bereikt. Dat kon een certificaat zijn, of een insigne die je op je jas of hoed kon spelden. Een bekend insigne is de Jacobsschelp, het symbool van het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela. Zo gaan Eindhovenaren al generaties lang op reis, gemotiveerd door hun religie. Sinds enkele decenia denken we bij bedevaart ook aan Mekka. Het bezoeken van deze plek is zelfs één van de religieuze plichten binnen de Islam.
12.
Wie ver reist, kan veel verhalen. Voor de Eindhovenaar van vóór de twintigste eeuw speelde het dagelijks leven zich af in en rond de eigen woonomgeving. Reizen waren voorbehouden aan de allerrijksten. Een bedevaart was een unieke manier om op avontuur te gaan en de wereld te ontdekken. Wie een pelgrimsinsigne droeg, kon thuis in Eindhoven spannende verhalen vertellen. Er zijn bij opgravingen in Eindhoven diverse middeleeuwse pelgrimsinsignes teruggevonden. In Eindhoven Museum worden ze tijdens Open Monumentendag nog steeds gemaakt: de tinnen schelpen van Santiago de Compostela. Een voetreis kon meerdere jaren duren. Zo is er het verhaal van de pelgrim, die naar Santiago vertrok om te bidden dat hij en zijn vrouw kinderen zouden mogen krijgen. Na twee jaar keerde hij terug en zowaar, het wonder was geschied! Zijn vrouw had inmiddels twee kinderen gebaard. In de negentiende eeuw maakte de trein groepsbedevaarten mogelijk. Vanaf het station in Eindhoven kon je met het parochiekoor of het gilde moeiteloos op reis naar Kevelaer, Lourdes of andere Mariaoorden. Vooral de processie naar
Pelgrimsinsigne gevonden in Eindhoven
Kevelaer kende in talloze plaatsen broederschappen. Zo startte de processie van Eindhoven naar Kevelaer al in 1742 en vindt die tot de dag van vandaag nog elk jaar plaats. De aloude pelgrimsinsignes maakten plaats voor andersoortige souvenirs zoals devotieprentjes, beeldjes, kaarsen, rozenkransen, lepeltjes. Het Lourdeswater kwam in plastic Mariabeeldjes in menig Eindhovens huisgezin. Terwijl de invloed van de kerk sinds 1960 afneemt, groeide één ‘bedevaart’ nog altijd in populariteit: de tocht naar Santiago de Compostela. De laatste jaren lopen
en rijden duizenden Nederlanders de ‘camino’ (pad), vaak als een vorm van ‘sabbatical’, een periode van bezinning. Sinds 1986 bestaat het Nederlands Genootschap van Sint Jacob, met ruim twaalfduizend leden! De afdeling Zuidoost Brabant telt 560 leden. Tijdens Open Monumentendag verandert de herberg van Eindhoven Museum in een ‘Albergo’ en is het genootschap aanwezig om de bezoekers te vertellen over de pelgrimage naar Santiago en is er originele Torta de Santiago bij de koffie. Luc Eekhout
13.
DAF museum Tijdens de Open Monumentendag zet het museum zijn deuren open tegen een speciale entreeprijs van €6,00 en kunt u gratis om 11.00 uur en om 14.00 uur aan rondleidingen deelnemen en de DAF-verhalen bij de diverse modellen opsnuiven.
DAF Museum Tongelresestraat 27 5613 DA Eindhoven 040 - 24 44 364
Tickets Toegang: € 6,00. U kunt gratis rondleidingen volgen om 11.00 en 14.00 uur Openingstijden: 10:00 - 17:00 u
14.
Op reis... in een Dafje
Op reis met een Dafje
Bestemming: de wereld Door de gestegen welvaart is het reizen tegenwoordig voor iedereen weggelegd, maar dat was voor de Tweede Wereldoorlog beslist niet het geval. Reizen was toen eerder uitzondering dan regel. En, als de gewone man op reis ging, pakte hij de fiets of bromfiets al dan niet uitgerust met de tent, en vertrok naar een camping op de Veluwe of naar de Peel. In de naoorlogse consumptiemaatschappij komt de auto voor grote groepen mensen binnen financieel bereik. Met name in de jaren ’50 spelen autofabrikanten daar slim op in. Ook de Nederlandse autofabrikant DAF… In Duitsland is er al voor de Tweede Wereldoorlog de Volkswagen Kever. Omstreeks 1957-1958 komt vrijwel gelijktijdig in Italië de Fiat 600, in Oost-Duitsland de Trabant en in Nederland de DAF 600 op de markt. Deze laatste is uitgerust met een noviteit, de Variomatic-aandrijving.
Dit zogeheten ‘pientere pookje’, vereenvoudigt het rijden doordat er niet steeds geschakeld hoeft te worden. Het ‘koekblik’ wordt door zwaardere modellen zoals DAF 750 en de luxere Daffodil opgevolgd. Vervolgens verschijnen de typen DAF 33 en de iets grotere,
15.
De DAF wordt op allerlei manieren aangeprezen
door de Italiaanse ontwerper Giovanni Michelotti (1921-1980) vormgegeven, DAF 44, DAF 55 en DAF 66 op de markt. Daarna neemt Volvo de productie over. Het personenwagenavontuur is in 1975 voor DAF afgelopen. De beperkte afzetmarkt van de DAFpersonenwagen en de sterker wordende concurrentie van kleinere auto’s van andere automerken doen het product de das om. Het op reis gaan met de auto geeft mensen een gevoel van vrijheid en de mogelijkheid grotere afstanden te overbruggen in relatief korte tijd. Vakantiereizen naar verder weggelegen bestemmingen komen binnen bereik. In de DAFbode uit de jaren 1960 treft men talloze artikelen aan met enthousiaste reisverhalen, geïllustreerd met foto’s.
16.
De DAF wordt op allerlei manieren aangeprezen, de reclamestrekking ligt er duimendik bovenop. Na de introductie van de DAF 600 in 1958 reist DAF-dealer Zarychta –een Poolse bevrijder uit Breda– met vrouw in 1959 naar familie in Polen, waarbij “de grote bagageruimte vakkundig met bagage en allerlei nuttige zaken voor de familie in Polen was volgestouwd, zodat geen hoekje of gaatje onbenut was gebleven.” Bewust gaat hij via het Karpatengebergte, Tsjecho-Slowakije en Duitse autobaan terug naar Nederland: “Het meest frappante vond ik, dat als je met een DAF aan het begin van een stevige steiging een vaart van 80 km hebt, je aan de top nog een snelheid hebt van 40 km. … Met een DAF heb je altijd de juiste versnelling, want je beschikt
over een oneindig aantal ervan.” Er wordt bijna 4000 km afgelegd met een gemiddeld verbruik van één liter benzine per 16,8 km. Het reisverslag besluit: “… DAF 600 bezitters zijn immers in het vacantieseizoen gelijk nomaden. En van hen die verre reizen doen, kan men veel verhalen.” Het jaar daarop worden alle belevenissen onderweg van de familie Kruyssen door Frankrijk en Spanje naar Noord-Afrika verhaald. Op de terugweg “tegen de Franse grens op de Costa Brava ontmoetten wij een Hollandse familie, die zeer verbaasd was dat we zo ver van huis waren met ons Dafje” en “…toen we ons huis in Apeldoorn hadden bereikt waren 6000 km onder ons door en 16 dagen voorbijgegleden.” Bij het verslag van de tocht over 12.000 km door de Balkan in drie maanden met een rode Daffodil en witte Speurdercaravan slaakt Wim Dussel de kreet “Mensen, wat heb ik genoten van dat rijden! Wat is dat toch een gemak, die Variomatic!” en “… ik wilde U met dit verhaal alleen maar enthousiast maken om ook te gaan caravannen.” Al ligt de fabricage van DAFpersonenwagens inmiddels ver achter ons, in het DAF museum worden de herinneringen tastbaar en levendig gehouden. Alle modellen zijn er ‘spic en span’ te bewonderen naast andere DAF-producten zoals bussen, legervoertuigen, vuilniswagens en nog veel meer. Het is bijzonder, wanneer men zich realiseert dat het museum is gevestigd in de
voormalige Stoom-bierbrouwerij De Valk van A.H. Huenges (18661950) – later IJsfabriek Ant. Coolen & Co. Met diens financiële hulp begon smidszoon Hub van Doorne (1900-1979) met broer Wim van Doorne (1906-1978) in 1928 achter de brouwerij een machinefabriek en reparatie-inrichting, die via Van Doorne’s Aanhangwagen Fabriek in 1932 tot Van Doorne’s Automobiel Fabrieken in 1948 zal uitgroeien. Bij vele mensen komt in het museum nostalgie en wellicht heimwee aan vervlogen tijden bovendrijven toen ze met een DAF 600 of Daffodil met volgepakt imperiaal of aangekoppelde caravan hun eerste verre buitenlandse reis maakten, naar oorden waar ze voordien slechts over konden dromen. Inmiddels zijn er tal van liefhebbers die hun Variomatic aangedreven DAF-voertuig rijdend houden. Er zijn DAF-clubs in Nederlands, Engeland, Duitsland en België. De Nederlandse vereniging organiseert toertochten, rally’s, kampeerevenementen en dergelijke om de leden samen te brengen. Dat gebeurt ook tijdens de ‘museumdagen van het DAF museum’, het eerste weekend van oktober in het DAF museum. Peter Thoben
17.
EYNDHOVEN
MEERHOVEN
Ka sta
Sliffertsestraat an
f
Begintpunt: Centraal Station Eindhoven (voorzijde) Duur: 1 uur Kosten: €3,Bestellen: www.architectuurcentrumeindhoven.nl Busroute
18.
aan
Gr as dr ee
n ba a r dB r o No
urgl Limb
a tl
jel
Stationsplein
PSV-laan
TONGELRE
aa
n jk di st Ve
STRIJP
Kana
aldij
STRATUM
n
Jacob Reviuslaan
GESTEL
tens laa
eg
B ou
k Zuid
Aalsterw
an
WOENSEL ZUID
19.
Historische Busrit Tijdens Open Monumentendag 2014 rijden er klassieke oldtimerbussen rond. Stap in en ontdek de verhalen van Eindhovenaren op reis. De VVV gids vertelt vele weetjes en interessante geschiedenissen over plekken die te maken hebben met reizen: het monumentale NSstation; Strijp-S; historische luchthavengebouwen; DAF-museum en Eindhoven Museum. Bezoekers kunnen voor slechts drie euro een rondrit maken in deze historische bus. De kaartjes zijn online te koop via www.architectuurcentrumeindhoven.nl. Opstappunt-Eindpunt Busroute Stationsweg stadszijde bij Centraal Station Eindhoven
Vertrek Bussen Bus Bus Bus Bus Bus Bus
20.
1 2 1 2 1 2
10.00 10.30 11.00 11.30 12.00 12.30
Bus Bus Bus Bus Bus Bus
1 2 1 2 1 2
13.30 14.00 14.30 15.00 15.30 16.00
Met de bus door de Rechtestraat
Voor € 3,- op busreis Alvast enkele highlights
NS-Station
Dit stationsgebouw werd gebouwd in 1956, naar een ontwerp van architect Koen van der Gaast (1923-1993). In de visie van Van der Gaast moest een station functioneren als een slim ontworpen doorgangsruimte, met (rol)trappen en doordachte looproutes. Daarmee belichaamde dit stationsgebouw de nieuwe, naoorlogse visie op openbaar vervoer. Station Eindhoven is inmiddels rijksmonument en wordt tussen 2013 en 2016 aangepast vanwege de verwachte stijging van het aantal reizigers naar zo’n 115.000 in 2020. Belangrijke ingrepen zijn de 13 meter brede reizigerspassage, de extra liften en roltrappen naar de perrons. De vernieuwing gebeurt met behoud van de oorspronkelijke uitstraling en de vele authentieke details.
21.
Strijp-S, decennialang het gesloten domein van Philips, staat sinds 2002 model voor de ambities van Eindhoven op het gebied van wonen, werken en cultuur. Strijp-S is inmiddels een uniek en bruisend stedelijk gebied. Het Klokgebouw is succesvol getransformeerd tot cultuurfabriek, waar inmiddels uiteenlopende creatieve bedrijven onderdak hebben. Het Ketelhuis en De Machinekamer voeden tegenwoordig de inwendige mens. Naast horeca zijn er veel winkels met een uniek assortiment. Woningcorporatie Woonbedrijf had in de voormalige ‘verboden stad’ de primeur voor wat betreft de nieuwbouw van woningen. De eerste bewoners trokken eind 2012 in complex SAS-3. Trudo gooide hoge ogen met de herbestemming van twee grote fabrieksgebouwen tot lofts. De gebouwen SAN en SBP, omgedoopt tot respectievelijk Gerard en Anton, ontvingen in 2013 de gemeentelijke architectuurprijs. Strijp-S huisvest ook tal van innovatieve bedrijven. Op zondag 14 september staan de deuren van zowel deze bedrijven als culturele instellingen wijd open. Frequentie Strijp-S wordt een dag met verrassende ontdekkingen, prikkelende verhalen, opmerkelijke smaken en weidse perspectieven…
Evoluon 22.
Frequentie Strijp-S
Het Evoluon opende in 1966 geopend, het jaar dat Philips zijn 75-jarig jubileum vierde. Het Evoluon is een geschenk van Philips aan de gemeente en haar bevolking, terwijl de gemeente op haar beurt een terrein van zes hectare beschikbaar stelde. Het gedurfde futuristische ontwerp, een soort vliegende schotel, is van Louis Kalff en Leo de Bever. Het gebouw bestaat uit een betonnen schotel met een diameter van 77 meter die rust op 12 V-vormige bettonnen kolommen. De naastgelegen vijver vormt als het ware de schaduw van de schotel en heeft ook een diameter van 77 meter. Het gebouw was van 1966 tot 1989 in gebruik als educatief technologiemuseum.
Op 11 mei 1935 werd het nieuwe luchthavengebouw geopend. Het ‘stationsgebouw’ werd gebouwd op een opgehoogd terrein, naar ontwerp van architect Dirk Roosenburg (1887-1962). Aan de stadskant van het gebouw werd een plein aangelegd van 85 bij 70 meter met een parkeergelegenheid. Het luchthavengebouw bestond uit een caférestaurant, en een deel dat onderdak bood aan een ontvangsthal, ruimten met KLM-loketten, een bagagekamer met weegschaal, en ruimten voor douane, EHBO en de havenmeester. Boven dit noordelijk deel bevond zich de dienstwoning en de restaurantkeuken. De keuken stond in verbinding met het restaurant door een dubbele ‘spijzenlift’. In het midden van het gebouw voegde Roosenburg de verkeerstoren als een herkenbaar accent toe.
Eindhoven Museum
Luchthavengebouw
Een verdwenen stad komt tot leven in Eindhoven Museum. Het Erfgoedpark verbeeldt op ware grootte het leven in Eindhovense hoeven en huizen in de prehistorie en middeleeuwen. Maak kennis met de bewoners uit die voorbije tijden en doe zelf mee met de bezigheden van vroeger. De historie vanaf de 17e eeuw is vastgelegd in de museumcollectie, die te zien is op verschillende locaties in en rond de Kempen. Eindhoven Museum organiseert educatieve programma’s, exposities, evenementen, lezingen en demonstraties. Levende geschiedenis en collectie geven samen een levendig beeld van het dagelijks leven van “Begin tot Eindhoven”.
In het DAF Museum valt men van de ene verbazing in de andere. De vindingrijkheid die DAF voertuigen kenmerkt, vanaf 1928 tot heden, zal ook de niet- deskundige bezoeker boeien. Op de benedenverdieping is een fraai dorpsplein ingericht, met winkeltjes uit de dertiger jaren, een gezellig café en niet te vergeten een replica van het kantoor van de Van Doorne´s, alsmede een garage uit die tijd.
DAF-Museum 23.
Vliegveld Welschap Ontdek het unieke verleden van twee opmerkelijke gebouwen in de nieuwe woonwijk Meerhoven. Wandel samen met een VVV-gids door het Luchthavengebouw en de wijk. Hoe zou het zijn geweest om in de jaren dertig vanaf hier op reis te gaan? luchthavengebouw Welschap Luchthavengebouw Meerhoven Zandkasteel 43 5658 BE Eindhoven
Gratis rondleidingen start 11.00 (duur: ongeveer 1 uur) start 13.30 (duur: ongeveer 1 uur)
24.
“het mooiste stationsgebouw bezit momenteel gewis het Eindhovensche vliegveld Welschap.”
Op luchtreis Over het begin van vliegveld Welschap ‘Mag dat van Schiphol grootscher zijn en dat op Twente fraaier gelegen, het mooiste stationsgebouw bezit momenteel gewis het Eindhovensche vliegveld Welschap.’. Dat schreef Henri Hegener in 1935 in het blad Het Vliegveld. Enkele jaren daarvoor, in 1932, opende het vliegveld en werd ook al meteen de Eindhovensche Zweefvlieg Club opgericht. In de wijk Meerhoven herinneren nog twee gebouwen aan deze beginperiode van de Nederlandse luchtvaart… De crisis in de jaren dertig van de twintigste eeuw kwam hard aan in Eindhoven. Veel mensen verloren hun baan. In het kader van een werkverschaffingsproject werd besloten om werklozen in te zetten bij het gereed maken van een stuk heide als vliegveld. In 1932 was er een veld van 600 bij 900 meter gebruiksklaar, inclusief
een houten directiekeet, hangar en wachtlokaal voor reizigers. Dit werd 10 september 1932 feestelijk geopend. Er waren de hele week feestelijkheden en rondvluchten. De KLM bouwde in deze periode aan een landelijke dienstregeling en startte op 1 mei 1934 een dienst Eindhoven-Rotterdam-Amsterdam. In deze dagen werd er Nederlandse
25.
Rondleiding op vliegveld Welschap in de jaren dertig.
luchtvaartgeschiedenis geschreven. De DC-2 Uiver won in 1934 de recordrace naar Melbourne. Met een totale vliegtijd van ruim negentig uur had het KLM-toestel de handicaprace gewonnen. Vreugde en trots golfden over de natie. Het hele land gaf zich over aan Uiverspeldjes, Uiversigaren, Uiverliederen, Uiversouvenirborden en Uivermenu’s in het restaurant. De opening van de KLM-diensten vanaf Eindhoven was voor de gemeente aanleiding om het luchtvaartterrein uit te rusten met een nieuw luchthavengebouw. Al snel kwam architect Dirk Roosenburg (1887-1962) in beeld, vooral omdat hij in Eindhoven actief was als architect van Philipsgebouwen, maar ook omdat hij al regelmatig voor de KLM werkte. In 1934 kwam hij met en ontwerp dat in razend tempo werd
26.
gerealiseerd. Op 11 mei 1935 werd het nieuwe luchthavengebouw geopend. Het ‘stationsgebouw’ werd gebouwd op een opgehoogd terrein. Aan de stadskant van het gebouw werd een plein aangelegd van 85 bij 70 meter met een parkeergelegenheid. Daarnaast kwamen er ook een portiersloge, een transformatorgebouw en bouwde het bedrijf Rörink en Van den Broek uit Enschede een hangar voor vier á vijf toestellenomd. Het luchthavengebouw zelf bestond uit twee delen met in het midden een accent: de verkeerstoren. Het zuidelijk gebouwdeel werd ingericht als café-restaurant. Het noordelijke bood onderdak aan een ontvangsthal, ruimten met KLMloketten, een bagagekamer met weegschaal, en ruimten voor douane, EHBO en de havenmeester. Boven
van de KLM-diensten vanaf Eindhoven was voor “De opening de gemeente aanleiding om het luchtvaartterrein uit te rusten met een nieuw luchthavengebouw ” dit noordelijk deel bevond zich een dienstwoning en de keuken voor het restaurant. Deze keuken stond in verbinding met het restaurant door een dubbele ‘spijzenlift’. Opmerkelijk is de kleurkeuze: een lichtgroene, bijna witte mineraalverf. Die originele kleur heeft het gebouw weer gekregen na de restauratie door architect Jan van den Burg in 2000. De groenig witte kleur werd gekozen met het oog op de zichtbaarheid vanuit de lucht. Bij de restauratie zijn onderdelen uit een ander gesloopt gebouw van architect Roosenburg toegepast, zoals enkele originele raamhendels. Iets verderop herinnert ook het gerenoveerde clubhuis van de NoordBrabantse Aero Club aan de begin periode van vliegveld Welschap. Op 28 september 1932 werd de NBAC opgericht door onder meer Frits Philips, zelf een enthousiast sportvlieger. De nieuwe vereniging had tot doel het sportvliegen in deze regio te bevorderen. De club vroeg Louis Kalff (1897-1976) om een ontwerp te maken voor een eigen paviljoen. Kalff was werkzaam als architect en ontwerper bij Philips en ontwierp bijvoorbeeld het bekende Philips embleem met golven en sterren. Ook tekende hij, samen met Leo de Bever, de ontwerpen voor het Evoluon.
Op 30 april 1933 werd het eigen clubhuis feestelijk in gebruik genomen en werd ‘t Schuurke gedoopt. In 1938 veranderde de naam van de NBAC in Eindhovensche Aero Club (EAC), een vereniging voor zowel motor- als zweefvliegen. De nieuwe voorzitter werd Frits Philips. ’t Schuurke raakte in verval na de ingebruikname in 1968 van de FlyInn, een nieuw clubgebouw elders op Welschap. Hans de Jong en Egon van Eulem ontdekten het door onkruid overwoekerde pandje. Ze zagen onmiddellijk de mogelijkheden van het gebouw en de plek. Na grondige renovatie en verbouwing door het Eindhovense architectenbureau Open Architecture Office (OAO) is het ‘t Schuurke momenteel in gebruik als praktijk voor manuele en fysiotherapie. René Erven
27.
De oude luciferfabriek Wandel met een deskundige gids door de voormalige luciferfabriek aan de Vestdijk. In dit complex was ook het Automobielbedrijf van Van der Meulen Ansems gevestigd. Tal van boeiende historische details vertellen het verhaal van veranderen en aanpassen…
Luciferfabriek vd Meulen Ansems Zustersflat/De Hub, Vestdijk 25 5611 CA, Eindhoven
Gratis Rondleidingen start bij ‘de Hub’ om: 11:00 13:00 15:00
28.
De Vestdijk met Van der Meulen- Ansems
Parkeren in ... Automobielbedrijf Van der MeulenAnsems en de voormalige luciferfabriek Door de aanleg van het Eindhovens kanaal aan de oostzijde van de stad (1843-1846) en de komst van het spoor tussen 1863 en 1870 verbeterde de bereikbaarheid van Eindhoven en kreeg de industrie een impuls. De belangrijkste bedrijfstakken waren de textiel- en tabaksindustrie, maar ook de houtindustrie en hoedenfabricage. Eind negentiende-eeuw werd op de hoek Dommelstraat-Tramstraat de tramremise aangelegd. In het begin vertrok er de paardentram en vanaf 1906 de stoomtram naar Geldrop en een goederentram naar het kanaal. De verstedelijking van Eindhoven en omgeving kwam op stoom.
29.
Tegen deze achtergrond kwam de luciferfabriek Vissers, Langemeyer & Co aan de Vestdijk tot stand, dat later het complex van het garagebedrijf Van der Meulen-Ansems zou worden. Het gebied aan de oostkant van Eindhoven maakte eind 19e eeuw een snelle ontwikkeling door. De Vestdijk werd in deze tijd een laan met enkele villa’s en fabrieken, met onder meer de luciferfabriek Vissers Langemeyer & Co. Deze industriële ontwikkeling en de komst van het gemotoriseerde verkeer maakten ruimtelijke maatregelen noodzakelijk. In 1928-1929 werden de Gender en de stadsgracht gedempt. Ook na de Tweede Wereldoorlog zette de snelle ontwikkeling zich voort en veranderde de bebouwing aan de Vestdijk enorm. De fabrieken met villa’s en het Binnenziekenhuis werden vervangen door hoge kantoren, appartementen, een hotel en een winkelcentrum. Hierdoor transformeerde de Vestdijk in één eeuw van een lommerrijke weg in een drukke verkeersader. Ook het complex van Ford-dealer en garagebedrijf Van der MeulenAnsems heeft in deze periode grote veranderingen ondergaan. Het oudste deel is in 1880 gebouwd als luciferfabriek door de eerder genoemde firma Vissers, Langemeyer & Co. Na een korte periode als huisvesting te hebben gediend voor de boek- en steendrukkerij Schäfer & Co en sigarenfabriek Meijer, Blomhof
30.
Jzn (1906-1916) nam de firma Van der Meulen-Ansems het pand in gebruik. De voormalige luciferfabriek kreeg een nieuw leven als autostalling en is zodoende een vroeg voorbeeld van een parkeergarage. De garage bood plaats aan 250 auto’s en er werden ook parkeerplaatsen verhuurd aan de villabewoners van de Raiffeisenstraat, die met een loopbrug hun woning konden bereiken. Het gebouw werd aan de zuidzijde in twee fasen uitgebreid, in 1926 met een hoog bouwdeel en in 1929 met een laag bouwdeel. Bij de bouw werd gebruik gemaakt van een destijds nieuwe Duitse techniek, de stalen vakwerkbouw, waarvan in Nederland maar weinig voorbeelden te vinden zijn. Bij het Duitse bombardement van 19 september 1944 raakte het complex beschadigd en werd de voorbouw verwoest. Hierop volgden veranderingen aan het complex in de wederopbouwperiode. Het meest in het oog springend is de bouw van de verpleegstersflat langs de Vestdijk in 1956 met op de begane grond de garage Van der Meulen-Ansems. De laagbouw aan de achterzijde werd vanaf 1947 deels verhuurd aan autobusonderneming Vitesse voor het stallen en onderhouden van het materieel. Ook na de wederopbouwperiode vonden aanpassingen aan het complex plaats, zoals het aanbrengen van stalen beplating, die ook nu nog
“De garage bood plaats aan 250 auto’s ...”
enkele oorspronkelijke gevels aan het zicht onttrekt. In het laatste kwart van de twingste eeuw raakte het pand in onbruik. Hierdoor is de oude toestand goed bewaard gebleven evenals bijzondere details, zoals muurschilderingen van klassieke auto’s. Het complex speelde een rol in de film ‘Doodslag’
met Theo Maassen (2012) en ook was het pand het decor van een lichtinstallatie tijdens Lichtfestival GLOW 2010. Veronie Delmee
31.
Frequentie Strijp-S Tijdens Frequentie Strijp-S zijn er op Strijp-S tal van monumentale gebouwen geopend voor het publiek. Er worden mondelinge toelichtingen verzorgd door ontwerpers en oud-Philipsmedewerkers. Meer informatie: www.architectuurcentrumeindhoven.nl
Strijp S Bushalte: Glaslaan of Ir. Kalffsstraat. Trein: Station Beukenlaan
32.
Tijden
Bezienswaardigheden
Tussen 12:00 en 17:00
• • • • • •
SAS 3 Appartementen Speciale evenementen Lofts Anton & Gerard Daktuinen Werkplekken en meer
Het Bels lijntje
Philipsproducten op reis Sporen van transport Miljoenen Philipsproducten zoals lampen, radio’s en televisies hebben via het spoor – in de hoogtijdagen zo’n 40.000 wagonladingen per jaar – hun bestemming over de wereld gevonden. Andere bedrijven, die niet over eigen vervoersmogelijkheden beschikten, gebruikten de goederenloodsen van Van Gend & Loos. De spoorweg is dan ook bijzonder belangrijk geweest voor de Eindhovense industrie. Op Strijp-S zijn daarvan nog, bijna vergeten, elementen zichtbaar. In de industrie speelt vervoer altijd een belangrijke rol: de aanvoer van grondstoffen en halffabricaten en de distributie van kant-en-klaar verpakte producten. Hoe sneller het vervoer, hoe economischer,
en dus winstgevender. Binnen grote fabriekscomplexen is allerlei transport vanzelfsprekend ook noodzakelijk. Ook Philips heeft op de verschillende industriecomplexen een uitgebreid spoornetwerk gehad,
33.
dat aansluiting had op het normale spoorwegnet van de Nederlandse Spoorwegen. De eerste aansluiting van Philips op het spoor dateerde al van 1908 en betrof de spoorlijn naar Valkenswaard en Achel, het zogeheten Bels lijntje. Na de grootschalige uitbreidingen aan de Emmasingel in de jaren twintig had Philips een spoorwegaansluiting, of in vakjargon raccordement, ter hoogte van de Parallelweg en Mathildelaan. Daarbij werd nog altijd van de spoorlijn naar Valkenswaard
Het Strijps Bultje
34.
en Achel gebruik gemaakt. Later werd het raccordement uitgebreid richting het PSV-sportterrein en Strijp-S met aansluiting op de spoorlijn Eindhoven-Boxtel. Een herinnering aan deze spoorlijn is zichtbaar gemaakt in de berm ter hoogte van de bushalte Glaslaan. De kenmerken van de ruimtelijke opzet van Strijp-S heeft ook alles met spoorwegen te maken. Omdat sporen geen haakse bochten kunnen maken, is Strijp-S ingedeeld langs een zich uitwaaierend spoor. Het meest opmerkelijke element daarvan
is de Hoge Rug, de reeks witte fabrieksgebouwen langs de spoorlijn. Haaks op deze sporen waren er wegen en leidingstraten die de uiteenlopende fabrieksgebouwen met elkaar verbonden. Op Strijp-S werd in 1942 het Veemgebouw gebouwd speciaal voor de opslag van gereed zijnde producten. De luifel accentueert de inmiddels in ongebruikgeraakte laadperrons. Hier werd ook het zogeheten Strijps Bultje gebouwd, over het spoor naar Strijp-T. Tezamen met de terreinen Strijp-R en -T lagen er spoorrails met een lengte van circa 23 kilometer, terwijl er een spoorlijn van Strijp langs de Achtseweg naar het emplacement Acht liep. Hier werd in 1959 door Philips het eigen expeditiecentrum gevestigd. Ook daar was een zogeheten ‘overgavespoor’ op het Nederlandse spoorwegnet. Philips beschikte over een eigen Rangeerdienst en Onderhoudsploeg. Het bedrijf maakte vooral gebruik van NS-locomotieven, maar had zelf in de jaren vijftig drie diesellocomotieven rijden van het merk Deutz (Loc A, B en C). Deze waren aangeschaft via Spoorijzer te Delft, een leverancier van speciaal fabrieksspoorwegmaterieel. In 1978 werden deze deels vervangen door een diesellocomotief van de Franse fabrikant Moyse (Loc D). Overigens werden op Strijp-S de goederenwagons door autotractie getrokken, omdat de rails te zeer in
de bestrating lagen. Hoewel er van 1967 tot 1973 nog spoorgoederenwagons over de weg met speciale trailers naar de magazijnen in Veldhoven reden, nam het goederenvervoer per spoor in die jaren met de helft af. Dat kwam onder meer omdat men steeds meer elders ging produceren, maar ook omdat het transport per vrachtwagen sterk opkwam. Desondanks wordt in een artikel uit 1973 nog gesproken over 1000 goederenwagons per maand, die door vier rangeerploegen werden verwerkt. Na 1984 vond het vervoer nog uitsluitend via Expeditiecentrum Acht plaats, zodat veel rails en het verbindingsspoor Strijp-Acht geruimd werden. Het illustreert dat het spoorvervoer snel terugliep en in 1993 werd het definitief beëindigd. Het raccordement bij Acht is er nog steeds, nu ongebruikt als stille getuige van een eens zo dynamische vervoersstroom. Peter Thoben & René Erven
35.
Ontdek de verhalen van Eindhoven op reis ... Zondag 14 september
*
**
* Bussen vertrekken vanaf Centraal Station (stadszijde/zuidkant) en gaan ieder half uur. Tickets zijn vóór 14 september te koop: www.ArchitectuurCentrumEindhoven.nl ** Frequentie Strijp-S is de open dag van Strijp-S. Tal van bedrijven en instellingen openen er hun deuren.
Colofon Teksten en Redactie René Erven Loes Heuvelmans Peter Thoben Luc Eekhout Veronie Delmee
Grafische Vormgeving Rik Verhalle, Rock9 Design
Open Monumentendag 2014 werd georganiseerd door: Architectuurcentrum Eindhoven, met medewerking van: Gemeente Eindhoven, DAF-Museum, Rock9 Design, EHV 365, Eindhoven Museum, Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, Frequentie Strijp-S, Archeologisch Centrum Eindhoven / Helmond, Henri Van Abbe Stichting, Stichting Eindhoven in beeld, Philips Museum en vele vrienden en vrijwilligers!
Fotografie Regionaal Historisch Centrum Eindhoven, Archeologisch Centrum Eindhoven / Helmond en DAF-Museum Druk Goedhart Repro
Copyright: Comité Open Monumentendag Eindhoven / Architectuurcentrum Eindhoven, 2014