Trends Toekomst van Dordrecht Dordtse Dialogen
Economische Trends
Demografische Trends
Ruimtelijke Trends
Sociaalculturele Trends
Bestuurlijke Trends
| Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
Voorwoord De wereld lijkt steeds kleiner te worden. De televisie brengt à la minute beelden van over de gehele wereld. En de ontwikkelingen elders hebben duidelijk invloed op hoe het in Nederland gaat. Dat geldt bijvoorbeeld voor de economie, zeker voor Nederland dat van oudsher een handelsland is. We denken ook aan de Europese samenwerking, die steeds verder uitbreidt. En de opwarming van de aarde zorgt voor een stijging van de zeespiegel waardoor Dordrecht op een gegeven moment natte voeten kan krijgen. De ontwikkelingen lijken allemaal steeds sneller te gaan. Er is zoveel informatie voorhanden. En toch weten we eigenlijk niet genoeg over onze eigen toekomst. Wat kunnen we verwachten? Waar moeten we rekening mee houden? Waar moeten we ons op voorbereiden?
“I believe that greater mastery of dialogue will advance our civility –and our civilization - a giant step forward”. Daniel Yankelovich, The Magic of Dialogue, 1999
De gemeente Dordrecht wil zich tijdig en goed voorbereiden op ontwikkelingen en trends waar we in de toekomst mee te maken krijgen. Daarom is zij in 2008 het traject ‘Toekomst van Dordrecht’ gestart. Het voorbereiden op de toekomst begint met het hebben van kennis over trends. Door het (h)erkennen van die trends en door hierover in gesprek te gaan, bijvoorbeeld met partners in de stad tijdens een zogenaamde Dordtse Dialoog, kan men zich er op voorbereiden en anticiperen.
Leeswijzer Na een korte introductie lichten we de trends doe. Daarna beschrijven we de gevolgen van trends en zoomen we in op wat deze trends voor Dordrecht betekenen, ondersteund door cijfermateriaal.
drs. Hans Leijs drs. Jan Schalk dr. Marga Weide drs. Frans Winterwerp
In dit licht heeft de gemeente Dordrecht het Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD) gevraagd een overzicht te geven van de trends die voor Dordrecht in de toekomst van belang zijn, met ook een impressie van hoe Dordrecht er nu voor staat. Dit boekje beschrijft negentien trends: ontwikkelingen die de toekomst van Dordrecht en de Dordtenaren beïnvloeden. We kunnen nu nog niet alle trends die in de toekomst van belang zijn, voorspellen. De snelle ontwikkeling van internet en mobiele telefonie heeft de meeste mensen verrast. En zo zullen we in de toekomst nog vaker verrast worden. Of schrikken we op van gebeurtenissen zoals die van 9/11. De trends zijn te zien als een prognose van de toekomst. Een goede prognose geeft inzicht in de achtergronden die van invloed zijn op de toekomstige ontwikkeling, waardoor de betrokkenen zich kunnen voorbereiden op de toekomst. Dat is dan ook de functie van deze TRENDS.
| Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
Inhoudsopgave Trends 1. Demografische trends Introductie Trends Bevolkingsgroei vlakt af Vergrijzing en ontgroening Meer alleenstaanden Meer diversiteit Gevolgen Trends Ingezoomd op Dordrecht 2. Economische trends Introductie Trends Technologisering, kenniseconomie en informatiesamenleving Verdergaande internationalisering en globalisering Verdienstelijking van de economie Gevolgen Trends Ingezoomd op Dordrecht 3. Sociaal-culturele trends Introductie Trends Individualisering en informalisering: relaties opener en persoonlijker Tribalisering: nieuwe groepsindelingen Intensivering vrijetijdsbeleving De civil society: lossere verbanden en wisselende contacten Gevolgen Trends Ingezoomd op Dordrecht
| Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
11 12
17 23
31 32
39 43
49 50
57 59
4. Ruimtelijke trends Introductie Trends Verstedelijking Klimaatverandering Van verspilling naar verduurzaming Vermindering risico’s Gevolgen Trends Ingezoomd op Dordrecht 5. Bestuurlijke trends Introductie Trends Europeanisering Horizontalisering Innovatie en informatisering Regievoering, binden en inspireren en ‘good governance’ Gevolgen Trends Ingezoomd op Dordrecht Bronnen
63 64
67 73
79 80
83 87 90
| Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
Sommige problemen worden na 2020 minder prominent, nieuwe problemen ontstaan.
‘De omslag in de groei van de beroepsbevolking en de verdienstelijking van de economie maken dat de behoefte aan bedrijventerreinen en kantoren afneemt: na 2020 is geen noemenswaardige extra ruimte nodig. De afnemende huishoudensgroei leidt er eveneens toe dat de vraag naar woningen langzamer toeneemt en hiermee het beslag op de ruimte’. Welvaart en Leefomgeving, een scenariostudie voor Nederland in 2040 van het Centraal Planbureau, Milieu- en Natuurplanbureau en Ruimtelijk Planbureau.
‘In 2060, there would be only two persons of working age for every person aged 65 or more, compared with four persons to one today.’ Population projections 2008-2060 Eurostat
10
1. Demografische Trends Introductie Hoewel het aantal inwoners niet zoveel meer groeit, staat Nederland, evenals Europa, flinke veranderingen te wachten. Het aandeel 65-plussers zal toenemen van 15% nu naar meer dan een kwart in 2035. Het aantal kinderen en de potentiële beroepsbevolking nemen daarentegen af. Het aantal eenpersoonshuishoudens neemt toe. Dat wordt nog versterkt door sociale en economische trends, zoals individualisering. De bevolking wordt diverser, niet alleen door de immigratie van niet-westerse allochtonen in het verleden en hun kinderen (de tweede generatie), maar ook door immigratie van westerse allochtonen (Midden- en Oost-Europa) en de toename van Aziaten. Aan de andere kant is de emigratie ook toegenomen. Of deze trend zich doorzet, weten we niet. Demografische trends uit het verleden hebben grote gevolgen gehad voor de Nederlandse samenleving. Zo zorgde de na-oorlogse geboortegolf voor drukte en wachtlijsten bijvoorbeeld op scholen, universiteiten, de woningmarkt en in het verkeer. En immigratie betekende een extra behoefte aan woningen en voorzieningen. Verschillende immigratiestromen zijn in het verleden op verschillende manieren gehuisvest, maar meestal in de steden. Een nieuwe groep dient zich aan; westerse allochtonen die migreren vanwege (tijdelijk) werk.
11 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
Ontwikkeling van de potentiële beroepsbevolking in Nederland 1970-2050 (bron: CBS)
11 mln
10 mln
Trends Bevolkingsgroei vlakt af Tot 2035 kent Nederland nog een beperkte groei van het aantal inwoners. In ongeveer 2035 is het aantal inwoners op z’n top. Er zijn dan 17 miljoen Nederlanders. Daarna neemt het aantal inwoners licht af. Er is sprake van een beperkte groei van ongeveer 4% in de komende dertig jaar, tegen een groei van 20% in de afgelopen dertig jaar.
Prognose 2004 7 mln
50
40
30
20
20
20
10
20
20
1 20
00
20
20
90
19
20
19
19
80
19
19
Ontwikkeling van het aantal 65-plussers in Nederland 1970-2050 (bron: CBS)
5 mln
4 mln
De toename van het aantal ouderen van 65 jaar en ouder (vergrijzing) is enorm. Tot 2035 is er een toename van 1,8 miljoen 65-plussers in Nederland, dat is 75% ten opzichte van 2008. De toename tot 2020 is 40%. Binnen de leeftijdsgroep 65-plussers verdubbelt het aantal 80-plussers (dubbele vergrijzing). De gemiddelde levensverwachting van vrouwen en mannen is nu 82 jaar, respectievelijk 78 jaar. Vooral de levensverwachting van mannen nam toe. Twintig jaar geleden was die nog 73 jaar en die van vrouwen 80 jaar.
8 mln
70
De potentiële beroepsbevolking van 15-64 jaar is al bijna over de top heen. Tot 2040 is er een afname van 10%. De beroepsbevolking veroudert: er is een afname van 25-44 jarigen en een toename van 45-64 jarigen.
Waarneming/ prognose 2006
19
Vergrijzing en ontgroening Voor bepaalde leeftijdsgroepen is er veel eerder een afname. Zo neemt het aantal schoolgaande kinderen van 4 t/m 16 jaar tot 2035 met ongeveer 10% af.
9 mln
3 mln
Waarneming/ prognose 2006
2 mln
Prognose 2004 1 mln
50 20 40 20 30 20 20 20 0
00
90
80
70
12
13 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
Meer alleenstaanden De vergrijzing heeft vooral gevolgen voor de samenstelling van de huishoudens. Er is een toename te verwachten van het aantal huishoudens. Deze toename komt uitsluitend door de toename van het aantal alleenstaanden. Het aantal alleenstaanden neemt toe van 2,5 miljoen naar 3,5 miljoen in 2035, een toename van 38%. De toename van het aantal alleenstaanden vindt niet alleen plaats in de leeftijdsgroep 65-plussers (de vergrijzing), maar ook bij de groep 35-64 jaar: daar neemt ten gevolge van sociaal-culturele ontwikkelingen naar verwachting het aandeel alleenstaanden toe van 15 naar 20%. Het aantal huishoudens met kinderen blijft gelijk. Waar het aantal huishoudens in de afgelopen jaren flink gegroeid is, zal deze groei afvlakken en tot 2030 nog met 15% toenemen. In 2030 wordt de top in aantal huishoudens bereikt.
Het CBS heeft trends in immigratie en emigratie doorgerekend voor de allochtonenprognose. De belangrijkste uitkomsten: het aantal niet-westerse allochtonen neemt tussen nu (2008) en 2035 toe van 1,7 naar 2,7 miljoen. Het gaat om toename van de tweede generatie, dat zijn kinderen met ten minste één niet-westerse ouder, die hier geboren worden. Daarnaast wordt een groei verwacht van studie- en arbeidsmigranten zoals Amerikanen, Europeanen en Aziaten. Dit laatste is een gevolg van de economische groei van Aziatische landen. Het aantal westerse allochtonen neemt toe van 1,4 naar 2,1 miljoen in 2035. Het gaat om vestiging vanuit andere (nieuwe) EU-landen. Over het algemeen wordt de derde generatie (de kleinkinderen van een immigrant uit de jaren vijftig en zestig) niet langer als allochtoon gedefinieerd (CBS). Omdat zij via het onderwijssysteem van begin af aan te maken krijgen met de Nederlandse taal en cultuur, zal hun startpositie op de arbeidsmarkt naar verwachting niet afwijken van het gemiddelde. Tegelijkertijd maken ze ook kennis met de cultuur en religie van de grootouders.
Meer diversiteit De toetreding van nieuwe landen tot de Europese Unie heeft effect op de immigratie. De vestiging vanuit het buitenland en het vertrek laat verschillende trends zien. Zo daalde sinds 2000 het aantal immigranten in Nederland van 132.900 tot 116.600 en nam de emigratie toe van 79.000 tot 123.200. Er is een afname opgetreden van de immigratie van Turken en Marokkanen en er was een toename van immigratie door werknemers uit Europa (Polen, Duitsers en Bulgaren), met als belangrijkste reden het (tijdelijke) werk. Ook is er een toename van hoger opgeleide migranten (veelal Aziaten). Steden krijgen de komende jaren te maken met instroom van volwassenen in de arbeidsgerechtigde leeftijd. Ongeveer de helft van de emigranten is in Nederland geboren en de andere helft betreft mensen die niet in Nederland zijn geboren.
14
15 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
Gevolgen trends Mogelijk tekort aan arbeidskrachten Ontgroening betekent dat men toe kan met minder voorzieningen, zoals schoollokalen en speelruimte. De effecten van de afname en veroudering van de beroepsbevolking hangen mede af van de ontwikkeling van de arbeidsparticipatie. De arbeidsparticipatie in Nederland is in de afgelopen tien jaar toegenomen van 59% tot 65% en is in internationaal perspectief relatief hoog. De toename is het grootst onder vrouwen, niet-westerse allochtonen en senioren. Afhankelijk van de economische ontwikkeling van Nederland zal de vraag naar arbeidskrachten het aanbod overstijgen. Een verdergaande automatisering (niet alleen bij productieprocessen, maar ook in zorg, toerisme, horeca en diensten) biedt dan een oplossing. Men kan ook denken aan verbetering van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt, bevordering van deelname aan de arbeidsmarkt, blijvend investeren in werknemers of meer tijdelijke werknemers uit het buitenland. Vergrijzing: kansen en bedreigingen De vergrijzing gaat gepaard met een grotere zorgvraag. Dat de toekomstige generatie ouderen nog langer gezond is dan de huidige, doet daar niet aan af. Op de schaal van Nederland is de financiering van pensioen en zorg een aandachtspunt. Vergrijzing betekent ook meer werk voor de sector zorg en welzijn. Met een afnemende beroepsbevolking kan hier mogelijk niet aan voldaan worden. Dit vraagt om innovatieve zorgvoorzieningen, zoals robots en voorgeprogrammeerde en ’zelf’ denkende digitale toepassingen.
16
17 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
19 | Trends Toekomst van Dordrecht Dordrecht. Dordtse Dialogen
Er komen ook meer koopkrachtige en vitale ouderen. In plaats van senioren ook wel medioren genoemd (het cohort met leeftijd van 55 tot 75 jaar). Zij zijn een interessante markt bijvoorbeeld voor koopappartementen, vrijetijdsbesteding, vakanties, overwinteren en gemaksproducten. Na pensionering wordt vaak de inzet als vrijwilliger geïntensiveerd. Te denken valt ook aan langer parttime doorwerken. Tot slot spelen ouderen ook een rol bij de informele zorg (kinderoppas, mantelzorg). Gezien de toename van de gemiddelde leeftijd zullen in de Nederlandse maatschappij ook steeds vaker vier generaties met elkaar samenleven. Minder gezinnen met kinderen betekent minder behoefte aan traditionele gezinswoningen, hoewel deze woningen ook voor tweepersoonshuishoudens of alleenstaanden aantrekkelijk kunnen zijn. Gezinnen met kinderen brengen ’s middags levendigheid in een wijk door het gebruik van sport- en speelvoorzieningen, hobby’s en openbare ruimte. Behoefte aan woningen en voorzieningen wordt diverser De grote toename van alleenstaanden heeft belangrijke gevolgen voor de woningmarkt en voorzieningen. Er is sprake van een diversiteit qua leeftijd, inkomen en situatie, maar in het algemeen betekent het meer vraag naar appartementen, grondgebonden patio-woningen, meer vraag naar diensten en gemaksproducten en vraag naar woon-welzijnsarrangementen of woon-zorgarrangementen. De instroom van de eerste generatie allochtonen (niet-westers en westers) heeft gevolgen op het gebied van inburgering, begeleiding en bij grote instroom ook de woningvraag. De toename van de tweede generatie allochtonen heeft vooral effect op het onderwijs.
20
21 | Trends Toekomst van Dordrecht Dordrecht. Dordtse Dialogen
Ingezoomd op Dordrecht De bevolkingsprognose tot 2020 van het OCD geeft aan dat de meeste landelijke trends zoals ontgroening, vergrijzing en de ontwikkelingen bij de potentiële beroepsbevolking ook in Dordrecht optreden: • het aantal schoolgaande kinderen van 4 t/m 16 jaar neemt af (-18%); • het aantal senioren van 65 t/m 74 jaar neemt zeer fors toe (+44%); • met de toename van het aantal 75 plussers (+12%) neemt ook de zorgvraag toe; • de potentiële beroepsbevolking neemt af (-8%) en veroudert bovendien. Meest opvallend verschil ten opzichte van de landelijke ontwikkeling is dat in Dordrecht de afgelopen jaren de bevolking is afgenomen. Deze daling zet zich nog enkele jaren door, waarna weer een stijging verwacht wordt. Een en ander hangt echter ook af van de realisatie van het sloop- en woningbouwprogramma. Omdat in andere (Drechtsteden)gemeenten zoals Hendrik-Ido-Ambacht en Papendrecht de bevolking groeide, nam het aandeel inwoners van Dordrecht binnen de regio af van 46% in 1995 naar 45% in 2008.
22
23 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
Op lange termijn wordt in Dordrecht een stabiele bevolking verwacht van rond de 120.000 inwoners, terwijl Nederland nog een lichte groei kent.
Bevolkingsontwikkeling naar leeftijd (bron: CBS) Leeftijd
2008
2010
2015
2020
Dordrecht 0-19 20-64 65+
28.643 72.128 17.332
27.871 70.700 20.692
26.849 69.444 22.746
25.606 68.414 24.228
Overige Drechtsteden 0-19 20-64 65+
35.989 84.718 23.121
34.852 83.926 28.084
34.216 83.716 30.467
33.604 83.006 32.657
Het aantal huishoudens van alleenstaanden zal in Dordrecht conform de landelijke ontwikkeling toenemen met ongeveer 40%. Het gaat in Dordrecht uitsluitend om 65-plussers. In Nederland blijft het aantal meerpersoonshuishoudens met kinderen stabiel. In Dordrecht neemt deze groep flink af. Tot 2025 is er in Dordrecht sprake van een afname van gezinnen in de leeftijdsgroep 25-44 jaar met kinderen: van ruim 10.000 naar ruim 6.000, een afname van bijna 40%. Een deel van hen verhuist overigens naar een (nieuwe) gezinswoning in een van de andere Drechtstedengemeenten (1). Voor Dordrecht wordt een toename van het aandeel niet-westerse allochtonen verwacht die vergelijkbaar is aan Nederland. Als gevolg van de verschuiving naar instroom vanuit Midden- en Oost-Europa zal er een toename van westerse allochtonen in Dordrecht zijn. Dit is nog iets sterker dan het Nederlandse gemiddelde.
(1) Drechtstedengemeenten: Albasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht.
24
Ook Dordrecht kende in de voorbije jaren een afname van de immigratie en een toename van de emigratie. Dat het aantal inwoners in Dordrecht al enige jaren afneemt, komt vooral door de binnenlandse migratie. Deze wordt in Dordrecht en veel andere steden gekenmerkt door suburbanisatie: gezinnen en hogere inkomens vertrekken uit de stad naar suburbane gebieden en alleenstaanden vestigen zich er.
25 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
Demografische
Dordrecht
Overige Drechtsteden
Nederland
118.250
143.410
16.404.282
-1.571
9.329
540.332
-1,3%
7,0%
3,4%
kengetallen (bron: CBS)
Dordrecht telt nu bijna 20.000 niet-westerse allochtonen en 11.500 westerse allochtonen. Ook in Dordrecht wordt tot 2020 een toename van de tweede generatie niet-westerse allochtonen verwacht. Dit manifesteert zich vooral in de leeftijdsgroep 0-19 en 20-34 jaar. Geleidelijk neemt ook de groep allochtone ouderen toe. Naast de cijfers over Dordrecht, presenteren we ook de cijfers van de overige Drechtsteden. Het gebied Drechtsteden functioneert in toenemende mate als één geheel. De woningmarkt is daar een voorbeeld van. Dordrecht heeft binnen de Drechtsteden voor diverse voorzieningen een centrumfunctie, bijvoorbeeld voor maatschappelijke opvang, werkgelegenheid, binnenstad en horeca. Door de uitsplitsing van cijfers wordt de positie van Dordrecht binnen de regio zichtbaar.
Bevolkings- en huishoudenssamenstelling Dordrecht, overige Drechtsteden en Nederland 1 - 1 - 2007 (bron: CBS)
aantal inwoners (per 1.1.2008) ontwikkeling 2000-2008 absoluut % migratie (gemiddelde 2000-2007) binnenlands migratiesaldo
-470
buitenlands migratiesaldo
-195
0-19 jaar (%)
24%
25%
24%
20-64 jaar (%)
62%
59%
61%
65 jaar en ouder (%)
15%
16%
15%
ontgroening (‘groene druk’)
38,8%
42,5%
39,2%
vergrijzing (‘grijze druk’)
23,9%
27,5%
24,0%
aandeel niet-westerse allochtonen
16,8%
7,3%
10,6%
53.359
59.034
7.190.543
40
(1.1.2007; CBS) Dordrecht
30
huishoudens aantal huishoudens (per 1.1.2007)
Overige Drechtsteden
Nederland
ontwikkeling 2000-2007
20
964
5.075
389.535
%
1,8%
9,4%
5,7%
eenpersoonshuishoudens (%)
37%
28%
35%
huishoudens zonder kinderen (%)
28%
33%
30%
huishoudens met kinderen (%)
35%
39%
35%
absoluut
10
0 % Huishoudens met kind(eren)
26
% niet-westers
% 65-plussers
27 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
Bevolkingsontwikkeling naar leeftijd Dordrecht tot 2020 (bron: OCD)
95 - 100 jaar 90 - 94 jaar 84 - 89 jaar 79 - 84 jaar 74 - 79 jaar 70 - 74 jaar 65 - 69 jaar 60 - 64 jaar 55 - 59 jaar 50 - 54 jaar 45 - 49 jaar 40 - 44 jaar 35 - 39 jaar 30 - 34 jaar 25 - 29 jaar 20 - 24 jaar 15 - 19 jaar 10 - 14 jaar 5 - 9 jaar 0 - 4 jaar 5.000
28
4.000
3.000
2.000
1.000
0
1.000
2.000
29 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
3.000
4.000
5.000
‘In de 21e eeuw krijgen we een wereld met zes supermachten in plaats van één. Naast de Verenigde Staten en Japan worden dat Brazilië, Rusland, India en China.’ Adjiedj Bakas, Megatrends Nederland, 2005
‘Draadloos is in 2020 de standaard en de virtuele wereld loopt als het ware naadloos over in de reële wereld. Het is vanzelfsprekend om online te zijn. Nu moet je daarvoor moeite doen, straks moet je moeite doen om offline te zijn.’ Marcel Bullinga, futurist en trendwatcher
2. Economische Trends Introductie Als er één megatrend is die de gemoederen bezighoudt dan is het wel de voortschrijdende invloed van de techniek. Technologisering staat vooral voor digitalisering en miniaturisering. Maar ook voor biotechnologie, gentechnologie, chemische technologie, milieutechnologie, materiaaltechnologie en de integratie van verschillende technologieën zoals multimedia. Technologie is overal en zal dat in de toekomst in nog sterkere mate zijn. Met name de ICT-revolutie heeft de maatschappij de afgelopen decennia sterk beïnvloed en zal dat in de toekomst blijven doen. We leven in een kenniseconomie en een informatiesamenleving. Een andere onmiskenbare trend is de verdere internationalisering van de economie. Mede onder invloed van de voortschrijdende technologische ontwikkelingen op ICT-gebied, maar ook door de liberalisering van kapitaalstromen, het verder openstellen van markten voor handel en investeringen en de opkomst van vooral de Aziatische landen, met China aan kop, is de laatste jaren duidelijk sprake van een versnelling en schaalverbreding in de internationalisering van de economie. Ook de verdere eenwording van Europa speelt hierin een belangrijke rol.
30
31 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
Trends Technologisering, kenniseconomie en de informatiesamenleving Dankzij de ICT-revolutie leven we volop in de informatiesamenleving. Het gebruik van internet heeft een grote vlucht genomen. Had in 2002 nog 63% van de Nederlandse huishoudens toegang tot internet, in 2007 was dit aandeel al gestegen tot 83%. De breedbandtoegang steeg in diezelfde periode van 15% naar 74%. Het internetverkeer via de Amsterdam Internet Exchange groeit jaarlijks met 70 à 80%. En het totale aantal mobiele telefoonaansluitingen in Nederland is met ruim 17 miljoen inmiddels groter dan het aantal inwoners. De ontwikkelingen in de ICT zijn overal zichtbaar in de samenleving. Van de gegroeide persoonlijke connectiviteit via internet en mobiel tot de toegenomen digitale dienstverlening van de overheid. Was in 2000 gemiddeld in Nederland nog maar 20% van de overheidsdiensten ook digitaal beschikbaar, eind 2007 was dit gegroeid tot 67%. Van toepassingen in allerlei huishoudelijke apparaten tot toepassingen in de zorg. Zoals de voortschrijdende medische technologie, de toepassing van steeds kleinere chips voor het vastleggen in een polsband van informatie over diagnose en medische status van ziekenhuispatiënten en de opkomst van E-health. En van de groei van het elektronisch winkelen van een kleine 2 miljoen frequente E-shoppers in 2002 naar ruim 5 miljoen in 2007, tot de enorme groei met 60% van het aantal computerservicebureaus in de afgelopen tien jaar. Effecten van nieuwe technologie worden vaak op korte termijn overschat, maar op langere termijn onderschat. Dat de ICT-revolutie nog wel enige tijd zal doorgaan, lijkt echter boven alle twijfel verheven. De wet van Moore, die zegt dat het aantal transistoren op een chip elke anderhalf jaar verdubbelt, zal naar verwachting nog tot 2020 op gaan. Dat betekent steeds kleinere chips met steeds grotere kracht en daardoor kleinere, goedkopere, snellere en veelzijdigere elektronische apparaten,
32
33 | Trends Toekomst van Dordrecht Dordrecht. Dordtse Dialogen
de uitgroei van de pc tot volwaardig entertainmentcentrum en grotere toepassing van elektronica in huishoudelijke apparatuur en in de zorg. Domotica en multimedia zullen naar verwachting een grote vlucht nemen. Steeds meer worden technieken overigens persoonsgebonden in plaats van locatiegebonden. Door gelijktijdige capaciteitsvergroting van de verbindende infrastructuur worden mobiele beeldcommunicatie en mobiele internetverbindingen betrouwbaarder, met als gevolg dat de toegang tot internet steeds meer via notebooks en mobiele telefoons tot stand zal komen. Vanwege de zo ingrijpende en direct zichtbare effecten op ons dagelijkse bestaan, springen vooral ICT-ontwikkelingen het meest in het oog. Technologisering is echter veel meer dan ICT alleen. Voor Nederland wordt onder andere ingezet op nieuwe materialen en biotechnologie en voor de Zuidvleugel van de Randstad (2) op ‘life and health sciences’, water- en deltatechnologie, glastuinbouw, transport en logistiek en proces- en petrochemie. De laatste jaren is het accent bij dit alles duidelijk verschoven in de richting van gebruik van technologie voor meer, zo niet optimale, duurzaamheid. In het toekomstbeeld van het Innovatieplatform ontwikkelt Nederland zich in de komende twintig jaar tot duurzame kenniseconomie met een menselijke kennissamenleving. Nederland heeft in dat beeld een unieke positie veroverd als exporteur van duurzame oplossingen op gebieden als energie, chemie, voeding en watermanagement.
(2) Zuidvleugel van de Randstad: regio Drechtsteden, regio Haaglanden, regio Rotterdam, regio Rijnland, regio Midden-Holland
Verdergaande internationalisering en globalisering De ontwikkelingen in de ICT zijn ook een belangrijke factor geweest in de verdere internationalisering van de economie. Die internationalisering is niet iets van vandaag of gisteren. Nederland is altijd sterk afhankelijk geweest van de wereldhandel. In 1960 bedroeg het Nederlandse aandeel in de wereldhandel 4%, het dubbele van dat van China. En twintig jaar geleden, in 1988, bedroeg het aandeel van de export in het Nederlands Binnenlands Product ook al 54% (inmiddels is dit aandeel 73%).
34
De toename van de internationale investeringen in Nederland zien we aan het toegenomen belang van buitenlandse ondernemingen in ons land. Van de grote, niet-financiële ondernemingen kwam in 2005 34% van de werkgelegenheid voor rekening van ondernemingen in buitenlands eigendom. In 1995 was dit nog 20%. Tegelijkertijd investeert het westerse en ook het Nederlandse bedrijfsleven volop in het (verre) buitenland. Veel productie is de afgelopen decennia ge-outsourced of ge-offshored naar Midden- en Oost-Europese landen en andere lagelonenlanden. China is dé fabriek van de wereld geworden en Chinese bedrijven investeren op hun beurt in toenemende mate in het buitenland. Ook de globalisering van ICT-diensten (salarisadministraties, boekhouding, baliefunctie, afhandeling betalingsverkeer) is sterk in ontwikkeling. Met name India speelt hierin een hoofdrol, maar is tegelijkertijd bezig aan een geleidelijke industriële opmars. Zo is het Indiase Tata Industries inmiddels een van de grootste conglomeraten ter wereld en neemt het gerenommeerde Europese ondernemingen in de automobielindustrie over (Jaguar/Land Rover, waarmee ook Ferrari in Indiase handen komt).
Het is de vraag of de relatief sterke positie van Nederland sterk blijft nu het economisch zwaartepunt zich verplaatst naar andere werelddelen. “De welvaart en welvaartsgroei zijn in Nederland door een hoge arbeidsparticipatie en arbeidsproductiviteit nog steeds van hoog niveau. In de afgelopen jaren is de groei van het bruto binnenlands product echter wel duidelijk lager dan in de jaren daarvoor. Daarin volgde Nederland de Europese trend”. Bron: Het Nederlandse ondernemingsklimaat in cijfers.
Naast China en India zullen in de toekomst naar verwachting vooral grondstofrijke landen aan economische macht winnen. Dat geldt vooral voor Brazilië en Rusland, maar ook voor diverse Afrikaanse landen. En binnen Europa zien we, mede onder invloed van hun nieuw verworven EU-lidmaatschap, de opkomst van de Midden- en Oost-Europese landen. Verdienstelijking van de economie Nederland richt zich in dit geweld in toenemende mate op ontwerp, engineering en verkoop, op de regie van productie-, handels- en transportstromen en op (internationale) juridische, financiële en andere zakelijke dienstverlening. De hele economie verdienstelijkt, mede als gevolg van het toenemende belang van fun, leisure, wellness en zorg die door de toenemende welvaart mogelijk is geworden. De verdienstelijking van de Nederlandse economie is ook van toepassing op de
35 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
ICT-sector zelf en op andere hoog- en middentechnologische sectoren. Waar de Nederlandse werkgelegenheid in hoog- en middentechnologische industriële sectoren het afgelopen decennium gestaag afnam, groeide die in de hoogtechnologische dienstensector met 5% per jaar. Meer in zijn algemeenheid leidt de toepassing van ICT tot onder andere nieuwe producten, productiewijzen en organisatievormen. Hiervoor zijn hoogopgeleide werknemers nodig die over creativiteit en probleemoplossend vermogen beschikken. In het verlengde van de informatiesamenleving groeit de ‘creatieve klasse’ van werkenden die nieuwe technologie, nieuwe ideeën en nieuwe informatie voortbrengen. ICT maakt het ook eenvoudiger om voor jezelf te beginnen, wat tot uitdrukking komt in het toegenomen aantal starters, kleine bedrijfjes en zzp’ers (zelfstandigen zonder personeel). Waar het totale aantal bedrijven in Nederland tussen 1999 en 2006 groeide met 11%, nam het aantal eenmanszaken met 32% toe. Jaarlijks starten in Nederland circa 30.000 mensen als zzp’er of freelancer, hun totaal is inmiddels opgelopen tot zo’n 400.000. In de creatieve zakelijke dienstverlening waren in 2007 zo’n 35.000 bedrijven actief met gemiddeld niet meer dan vier werkzame personen.
Werkgelegenheidsontwikkeling in creatieve industrie en ICT-sector, Nederland 1996-2007 (bron: Cross Media Monitor 2008 en CBS)
ICT diensten
Creatieve industrie
150
140
130 ICT content 120 Media en entertainment
110
Totaal banen
100
ICT hardware
90 1996
36
2000
37 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
2007
Gevolgen trends Toenemende handelstromen van, naar en via Nederland Mede onder invloed van de toegenomen internationale investeringen nemen internationale handelstromen toe. Dit zien we in Nederland onder andere aan het inmiddels tot 73% gegroeide aandeel van de uitvoer in het Binnenlands Product. We zien het ook aan de groei van de totale invoerwaarde uit China, die in twee jaar tijd, tussen 2004 en 2006, groeide met bijna 60%. En aan de verdubbeling van het aantal via Rotterdam vervoerde zeecontainers tussen 1996 en 2006. Toenemend vrij verkeer en migratie van mensen over de hele wereld Ook de enorme groei van het internationale passagiersvervoer via Schiphol van 27 miljoen in 1996 tot 46 miljoen in 2006 geeft uitdrukking aan de toenemende internationalisering van de economie, waaronder niet op de laatste plaats ook het groeiende internationale toerisme kan worden gerekend. Nieuwe toeristengroepen als Chinezen en Russen bieden nieuwe kansen voor de toeristenindustrie. De internationale migratie van kenniswerkers neemt verder toe en de verdere eenwording van Europa leidt tot nieuwe stromen tijdelijke werknemers in ons land, zoals de ruim 100.000 tijdelijk in Nederland werkzame Polen. Trendwatcher Bakas voorziet voor de toekomst nog veel verdergaande (tijdelijke) migratiestromen en een veel verdere toename van het tijdelijke wonen in het buitenland, ook van Nederlanders. Effecten op de arbeidsmarkt Er zijn ook verregaande gevolgen voor de arbeidsmarkt. Er vindt al jarenlang een verschuiving plaats naar dienstverlenende beroepen met een hoger opleidingsniveau. In zes jaar tijd (van 2000 tot 2006) groeide het aandeel hbo-ers en academici in de werkzame beroepsbevolking van 27% naar 32%. Er is sprake van een onmiskenbare trend in de richting van hooggekwalificeerd werk in de dienstensector, mede onder
38
39 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
invloed van de opkomst van de kenniseconomie. Daarnaast vervaagt het onderscheid tussen werken en vrije tijd steeds meer. De verwachting is dat die vermenging verder zal toenemen. Kenniswerk vindt plaats op allerlei plekken en tijdstippen die de direct betrokkenen het beste schikken. Ontwikkelingen op ICT-gebied maken ook het telewerken eenvoudiger. Telewerken gebeurt daarbij niet noodzakelijkerwijs meer vanuit huis; we zien op dit moment al een opmars van de ‘werknomade’, de werknemer of zelfstandige die vanuit allerlei plekken in het land zijn werk verricht. De persoonlijke betrokkenheid van kenniswerkers bij hun werk zal er toe leiden dat ze ook in hun privé-tijd bereikbaar zullen zijn. Aan de andere kant wil men zijn tijd ook flexibel kunnen indelen: sporten tijdens de ochtendspits, vrijwilligerswerk op woensdagmiddag en ‘s avonds een rapport afmaken. De 24-uurs economie is in opkomst.
In toenemende mate is elke werkende ook een ondernemer op zijn eigen terrein, die ook meer verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen ontwikkeling, zowel qua kennis als voor het onderhouden van zijn netwerk. ‘Life-long learning’ wordt meer regel dan uitzondering. Afnemende ruimtevraag De verdienstelijking van de economie zien we ook terug in de ruimtevraag: de behoefte aan bedrijventerreinen neemt sterk af. In alle scenario’s van de gezamenlijke planbureaus ligt de ruimtevraag naar bedrijventerreinen de komende dertig jaar ruim onder de realisaties van de afgelopen twintig jaar. Dit wordt overigens ook sterk beïnvloed door de voorziene krimp van de beroepsbevolking. Maatschappelijke acceptatie Technologisering biedt niet alleen nieuwe kansen en onvoorziene mogelijkheden, maar roept ook vragen op met betrekking tot maatschappelijke acceptatie. Eén daarvan is de inbreuk op de privacy die met de informatiesamenleving gepaard gaat. Het lijkt erop dat een digitale Big Brother ons altijd en overal kan volgen. Met de verdere intensivering van de informatiesamenleving zal privacybescherming voorlopig zeker van belang blijven. Hetzelfde geldt voor de maatschappelijke acceptatie van de stormachtige ontwikkelingen op het gebied van de gentechnologie.
Aandeel hoger opgeleiden in de werkzame beroepsbevolking, Nederland (bron: CBS) 35%
30%
25%
20% 1995
40
1997
2000
2003
2006
41 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
Ingezoomd op Dordrecht De internationale economie is Dordrecht zeker niet vreemd, al is het maar omdat de internationalisering al decennia geleden in de industrie is begonnen. Dordrecht kent een veelheid aan ondernemingen in buitenlands eigendom, met als bekendste voorbeeld natuurlijk de vestiging van DuPont en als recent voorbeeld de vestiging van het Europese hoofdkantoor van Tsubakimoto Chain. Ook het fenomeen van de tijdelijke Oost-Europese werknemer is niet aan Dordrecht voorbij gegaan. Naar schatting wonen er op dit moment zo’n 1.200 à 1.300 in Dordrecht. Dordrecht en de Drechtsteden liggen gunstig aan twee van de belangrijkste vervoersassen van ons land, de as Rotterdam/Antwerpen en de as Rotterdam/Duitsland. Het toegenomen vervoer via de Rotterdamse haven zorgt voor steeds meer congestie en druk op het grondgebruik, ook hier in de regio, maar biedt ook economische kansen. Zo wil Rotterdam graag in deze regio een binnenvaartshuttle ontwikkelen om de A15 te ontlasten.
(3) 27 grote steden: Alkmaar, Almelo, Amersfoort, Arnhem, Breda, Deventer, Dordrecht, Eindhoven, Emmen, Enschede, Groningen, Haarlem, Heerlen, Helmond, Hengelo, ’s-Hertogenbosch, Leeuwarden, Leiden, Lelystad, Maastricht, Nijmegen, Schiedam, Sittard-Geleen, Tilburg, Venlo, Zaanstad, Zwolle
42
Ook de verdienstelijking van de economie is duidelijk zichtbaar, niet alleen in de statistieken maar ook bijvoorbeeld in de sterk veranderde verschijningsvorm van bedrijfshuisvesting op bedrijventerreinen. Aan de statistiek zien we overigens ook direct dat Dordrecht van oudsher geen echte kantorenstad is: het aandeel zakelijke diensten neemt licht toe maar is relatief gezien nog steeds betrekkelijk laag. Het aandeel banen in de zakelijke dienstverlening bedraagt 12% van het totaal aantal banen in Dordrecht (2007). Bij de 27 grote steden (3) ligt dat gemiddeld op 15%. En ook de bedrijfstak toerisme en recreatie is in Dordrecht (nog) niet sterk ontwikkeld. De zorgsector is een ander verhaal: daar staan we sterk en zien we een snelle toename. Ook technologische ontwikkelingen gaan uiteraard niet aan Dordrecht voorbij.
43 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
Op sommige punten, zoals de digitale overheid, loopt Dordrecht zelfs voorop. Ook zijn er volop initiatieven voor door technologie gedreven innovatie, zoals de projecten van de impulsteams Zorg & Welzijn en Kennis & Innovatie van de Economische Adviesraad Dordrecht. En op initiatief van het impulsteam Cultuur & Binnenstad is een digitale creatieve kaart van de creatieve sector in de binnenstad tot stand gekomen om de onderlinge samenwerking een impuls te geven. Een en ander neemt niet weg dat de creatieve industrie en de ICT-sector in de lokale economie, vergeleken met veel andere 100.000+ gemeenten, sterk zijn ondervertegenwoordigd. Voor wat betreft deze sectoren loopt Dordrecht in elk geval niet voorop. Verder is voor Dordrecht de inzet op het haven- en industriecomplex (het maritieme cluster) van Rotterdam/Rijnmond/de Drechtsteden van belang. Mede als gevolg van spill-over effecten vanuit Rotterdam en de geringe ruimte in de overige Drechtsteden kan de ruimtevraag naar bedrijventerreinen in Dordrecht hoger dan gemiddeld liggen.
44
Aandelen in Dordtse werkgelegenheid (bron:OCD)
Overige diensten totaal
40%
30% Industrie 20% Zorg 10% Zakelijke diensten
0% 1993
2000
45 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
2007
Economische kengetallen (bron: CBS, CWI, UWV, OCD)
Dordrecht
Overige Drechtsteden
Nederland
(beroeps)bevolking
Werkgelegenheid (bron: CBS, CWI, UWV, OCD)
Dordrecht
Overige Drechtsteden
Nederland
naar bedrijfstak (% van totale werkgelegenheid) 69%
arbeidsparticipatie
67%
68%
Landbouw industrie/nutsbedrijven
aandeel laag opgeleiden in bevolking 15-64 jaar
34%
35%
33%
bouwnijverheid
aandeel middelbaar opgeleiden in bevolking 15-64 jaar
42%
45%
41%
handel/horeca/reparatie
aandeel hoog opgeleiden in bevolking 15-64 jaar
22%
19%
25%
vervoer/opslag zakelijke dienstverlening,
werkloosheid 3,3%
2,0%
4,1%
1,0%
3,3%
15,4%
13,6%
8,3%
13,7%
7,1%
17,7%
24,6%
19,4%
7,1%
7,9%
6,5%
13,6%
14,9%
18,6%
1,9%
.
5,0%*
overige dienstverlening,
38,6%
22,6%
31,5%
waarvan zorg
19,8%
12,9%
14,2%
metalectro
2.328
5.148
.
maritieme cluster
4.534
8.744
.
zakelijke dienstverlening
6.818
7.407
.
detailhandel
3.335
4.007
.
990
860
.
9.898
6.443
.
641
283
.
1.754
1.407
.
1,5%
.
2,6%*
waarvan ICT
niet-werkende werkzoekenden (% 15-65 jarigen)
0,4% 14,3%
jeugdwerkloosheid niet-werkende werkzoekenden <23 jaar (% jongeren 15-22 jaar)
1,4%
0,6%
1,1%
‘kansrijke’ economische clusters
jongeren met WWb <25 jaar (% jongeren 15-22 jaar)
1,4%
0,4%
0,8%
(aantal werkzame personen)
uitkeringsafhankelijk % personen 15-64 jaar met een uitkering (WW, WWB of AO)
12,4%
8,6%
11,6%
ondernemerschap
horeca 811
790
101.900
% in beroepsbevolking
1,5%
1,4%
1,4%
ICT
creatieve klasse (% van de beroepsbevolking)
19%
17%
24%
toerisme en recreatie
4.433
5.115
969.952
aantal startende ondernemers
bedrijvigheid
zorg
creatieve bedrijfstakken (% van het totaal aantal banen)
aantal vestigingen
. : geen gegevens * : gemiddelde van de 50 grootste steden van Nederland
werkgelegenheid 50.058
aantal werkzame personen
46
49.771
6.646.297
47 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
’Het door elkaar wonen van mensen van diversiteit is niet echt de norm. De bevolking is onder te verdelen in stammen, mensen met dezelfde leefstijl. Zo wonen senioren graag bij elkaar, zonder teveel lawaai en gestress van jachtige jongeren. Jonge gezinnen wonen ook graag bij elkaar in kindvriendelijke buurten als VINEXwijken en woonerven. Singles en homo’s wonen graag in centra van grote steden. Mensen met dezelfde geloofsovertuiging wonen ook het liefst bij elkaar.’ Adjiedj Bakas, Megatrends Nederland, 2005
3. Sociaal-culturele Trends Introductie Meer alleenstaanden, minder huishoudens met kinderen, meer werkende vrouwen: het traditionele gezin is in Nederland op zijn retour. Het opleidingsniveau van de bevolking stijgt en ook het inkomen gaat omhoog. De allochtone populatie neemt sterk toe. En de levensverwachting stijgt. Tegelijkertijd is sprake van een toenemende individualisering, informalisering en tribalisering. Deze trends vinden hun weerslag in de samenleving. Sociale relaties en netwerken veranderen. Traditionele groepsindelingen verdwijnen en maken plaats voor meer persoonlijke verbanden. Leefstijl wordt belangrijker dan religie of afkomst. Mobiele telefoons en internet dragen bij aan individualisering van sociale contacten. Vrije tijd is belangrijker geworden en men wil deze tijd ‘intensiever’ beleven. Men wil vermaakt worden, maar onderneemt ook meer. En wat men doet, moet aansluiten bij de persoonlijke interesse. Mensen worden mondiger en traditionele, hiërarchische organisaties verliezen hun leden. Verbanden worden losser. Verenigingen zien hun ledenaantallen dalen en vrijwilligersorganisaties hebben moeite mensen aan zich te binden. Maatschappelijke betrokkenheid is wel aanwezig, maar vindt nu andere kanalen.
48
49 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
Trends
De aard van de contacten verandert. Op visite gaan bij familie of vrienden komt steeds minder voor. De mobiele telefoon maakt mensen continu bereikbaar. Communicatie per e-mail, sms en internet neemt sterk toe. Interest groups, news groups, internet forums, chat rooms, MySpace, YouTube, Hyves en Second Life zijn mogelijkheden om via internet nieuwe contacten op te doen of oude contacten te hernieuwen. Via weblogs delen mensen hun leven met anderen. Deze trend zal in de toekomst alleen maar toenemen. Tribalisering: nieuwe groepsindelingen De toenemende individualisering en informalisering van de samenleving gaat gepaard met een afkalving van traditionele structuren. Door de ontkerkelijking en de daarmee gepaard gaande ontzuiling, de stijging van het opleidingsniveau en de emancipatie van bevolkingsgroepen, zijn de oude scheidslijnen naar religie en klasse vervaagd. De oude indelingen zijn niet meer adequaat en er ontstaan nieuwe groepsindelingen naar leefstijl. Trendwatcher Bakas heeft het in dit verband over tribalisering: de Nederlandse bevolking bestaat uit stammen met dezelfde leefstijl.
50
Gele wereld
Blauwe wereld
Groene wereld
groep
Rode wereld ego
Individualisering en informalisering: relaties opener en persoonlijker Mensen bewegen zich in diverse sociale netwerken: familie, vrienden, kennissen en buren. Daarnaast hebben, met de groeiende arbeidsparticipatie, steeds meer mensen collega’s. Het belang van de verschillende netwerken verschuift. Familie staat nog stevig op de eerste plaats, maar de relaties in een familie veranderen van aard. De relatie tussen ouders en kinderen wordt steeds opener. En binnen het gezin leven de gezinsleden steeds meer hun eigen leven. Het belang van vriendennetwerken neemt toe, vooral onder jongvolwassenen. De relatie met collega’s is ook veranderd en krijgt steeds meer een persoonlijk karakter.
extravert
introvert
In een onderzoek van The SmartAgent Company wordt onderscheid gemaakt tussen vier leefstijlen, verdeeld op twee assen: ego-georiënteerd versus groepsgeoriënteerd en naar binnen gericht versus naar buiten gericht.
51 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
De groene leefstijl (in Nederland 32%) wordt gekenmerkt door geborgenheid en zekerheid. Men leidt een rustig leven en beweegt zich in een kring van familie, vrienden en/of buren waarmee intensieve contacten onderhouden worden. Men is vooral naar binnen gericht. Tot deze groep behoren veel (allochtone) ouderen. De gele wereld (in Nederland 33%) staat voor betrokkenheid en harmonie. De mensen in deze wereld hechten veel waarde aan goede (gezellige) sociale contacten, zowel in de buurt waar men woont als op het werk. Men is open en betrokken bij anderen. De smaakvoorkeuren van deze groep zijn knus en traditioneel. Onder jonge tweepersoonshuishoudens en gezinnen met kinderen komt deze leefstijl het meeste voor. De rode leefstijl (in Nederland 18%) wordt gekenmerkt door vrijheid en flexibiliteit. Men heeft een actieve leefstijl en voelt zich aangetrokken tot de stedelijke levendigheid. Deze leefstijl komt veel voor onder alleenstaande jongvolwassenen. De blauwe leefstijl ten slotte (in Nederland 18%), staat voor ambitie en controle: men is gericht op een succesvolle carrière. Dit leidt tot een voorliefde voor statusrijke producten en woongebieden. Deze leefstijl is niet echt te koppelen aan een bevolkingsgroep, maar komt nog relatief het meest voor bij allochtone jongvolwassenen. Voor de toekomst is, gezien de vergrijzing, een trend naar meer groene leefstijl te verwachten, terwijl de individualisering en het groeiende aantal alleenstaande en allochtone jongvolwassenen naar verwachting een toename van de rode en blauwe leefstijl zal laten zien. Deze leefstijlen zijn echter tegelijkertijd ook aan het verkleuren: blauw gaat meer lijken op rood en rood meer op geel, waardoor het belang van de gele leefstijl ook lijkt toe te nemen. Intensivering vrijetijdsbeleving Door de toenemende arbeidsparticipatie hebben Nederlanders minder vrije tijd. Maar die tijd is wel steeds belangrijker geworden. Men wil in deze tijd meer doen en de vrije tijd intensiever beleven. Het patroon van vrijetijdsbesteding verandert.
52
De vrijetijdsbesteding binnenshuis bestaat voor een groot deel uit televisiekijken, maar er is wel sprake van een daling ten gunste van het gebruik van de computer. Internetgebruik neemt bij alle leeftijdsgroepen toe, maar vooral bij jongeren. We kunnen hierin voor de toekomst nog een groei verwachten. De tijd die men besteedt aan lezen en luisteren naar de radio neemt gestaag af. Een derde van hun vrije tijd besteden Nederlanders buiten de deur. Sport en beweging staan daarbij hoog op de lijst. Populair zijn zwemmen, fitnessen, fietsen, hardlopen en wandelen: sporten die men individueel en deels in de openbare ruimte kan beoefenen. Daarnaast bezoeken veel Nederlanders één of enkele keren per jaar culturele activiteiten (musea, theater, film). Uitgaan naar andere gelegenheden (restaurant, café, disco, snackbar) blijft onverminderd populair. Er is sprake van een toename van intensieve belevingsactiviteiten: dagtripjes naar attracties, weekendtripjes, vakanties en evenementen. Persoonlijke kenmerken en interesses zijn bepalend voor participatie. Aan de aanbodkant zien we een commercialisering en schaalvergroting van de vrijetijdssector. Dit zorgt voor veranderingen in historische binnensteden, cultureel erfgoed en natuur. Er is een toename van megabioscopen, skihellingen, kartbanen, zwemparadijzen, vakantieoorden, attractieparken en grootschalige evenementen. Deze worden veelal aan de rand van de steden gebouwd. Metz spreekt hierbij van de opkomst van de ‘pleasure periphery’. Het landschap vervlakt door de toenemende ‘pretcultuur’, waarbij elke stad zijn eigen attractie wil. Tegelijk is er sprake van een revitalisering van (historische) binnensteden. Deze trends lijken vooralsnog de komende jaren door te zetten. De civil society: lossere verbanden en wisselende contacten Burgers worden steeds mondiger en het SCP constateert in Nederland een stijgend politiek bewustzijn. Dit gaat echter gepaard met een dalend lidmaatschap van traditionele maatschappelijke organisaties als politieke partijen, vakbonden en kerken. Deze traditionele organisaties in de civil society verliezen terrein aan
53 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
one-issue belangenorganisaties. Mensen voelen zich niet meer thuis bij de ouderwetse hiërarchische en bureaucratische organisatiestructuur van deze instituties. Met de toename van de organisaties hebben mensen steeds meer te kiezen. Men wil zich niet binden aan één organisatie en er is vaker sprake van ‘wisselende contacten’. Participatie is steeds meer een open, dynamisch proces waarin men zelf aan de slag gaat. Lidmaatschap en fysieke aanwezigheid verliezen aan belang, levenslange groepsloyaliteit verdwijnt. In diverse toekomstscenario’s krijgt de civil society een belangrijke rol toebedeeld. Daadwerkelijke betrokkenheid van de civil society bij de inrichting en de gang van zaken in de samenleving staat in Nederland in feite nog in de kinderschoenen en wordt met de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) gestimuleerd. Het is nu nog te vroeg om wat dit betreft van een trend te spreken.
54
55 | Trends Toekomst van Dordrecht Dordrecht. Dordtse Dialogen
Gevolgen trends Nieuwe kansen voor de stad De individualisering van relaties, het verdwijnen van traditionele structuren en groepsvorming naar leefstijlen heeft gevolgen voor samenlevingsverbanden en woonvormen. De populariteit van de stad bij jonge hoogopgeleide alleenstaanden en tweeverdieners is sinds de jaren negentig weer gegroeid en de toename van deze groepen met hun rode en blauwe leefstijl biedt een positief perspectief voor de stad. Deze moet dan wel aantrekkelijk genoeg zijn en de levendigheid en voorzieningen bieden die passen bij de leefstijl van deze groepen. Dat betekent dus ook een aantrekkelijk aanbod voor vrijetijdsbesteding. Zo’n onderscheidend cultureel aanbod en creatieve scene wordt steeds meer gezien als belangrijke vestigingsfactor voor deze groepen naast zaken als aanbod van aantrekkelijke woningen en bereikbaarheid van banen. Vrijwillige inzet verandert De vermindering van vrije tijd en het groeiende belang van persoonlijke kenmerken hebben gevolgen voor het vrijwilligerswerk. Vrijwilligersorganisaties kunnen steeds moeilijker vrijwilligers vinden die zich voor langere tijd aan hun organisatie committeren. Het aandeel vrijwilligers blijft stabiel, maar men besteedt minder tijd aan vrijwilligerswerk en doet liever iets op projectbasis. Dat kan vooral voor de zorgsector en hulpverlening problemen opleveren, omdat daar tegelijkertijd, als gevolg van de vergrijzing, sprake is van een groeiende vraag. Maatschappelijke betrokkenheid uit zich bovendien steeds meer in donateurschap in plaats van persoonlijke inzet. Maar internet biedt voor maatschappelijke organisaties ook kansen. Het kan een middel zijn om snel grote groepen mensen rondom een thema te mobiliseren.
56
57 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
Ingezoomd op Dordrecht Groepen die achterblijven De veranderingen in de maatschappij zijn niet voor iedereen bij te benen. De toenemende technologisering en informatisering gaat aan sommige groepen voorbij. Met de afname van de verzorgingsstaat, wordt het sociale vangnet kleiner en de ‘eigen verantwoordelijkheid’ neemt toe. Mensen met weinig sociaal kapitaal kunnen in toenemende mate in de kou komen te staan. Gezien deze ontwikkelingen neemt het belang van sociale netwerken, waarin men elkaar ondersteunt en helpt, toe. Het Sociaal en Cultureel Planbureau constateert dat er in Nederland nu nog geen sprake is van een toename van het sociaal isolement of afbrokkeling van het sociaal kapitaal. De vraag is echter hoe dat plaatje er op de lange termijn uit zal zien. Gescheiden werelden? Individualisering en tribalisering kunnen ook leiden tot nieuwe scheidslijnen en tegenstellingen. In Nederland zien we een scheiding die zich langs etnische lijnen aftekent. Ondanks de toenemende multiculturele samenstelling van de bevolking, zijn de onderlinge contacten tussen de etnische groepen beperkt. De toename van concentratiewijken en de verharding van het maatschappelijke klimaat hebben de laatste jaren bijgedragen aan een sterkere gerichtheid op de eigen groep. Hiermee gepaard gaat een wederzijdse negatieve beeldvorming. Hoogopgeleide en tweede generatie allochtonen zijn meer op de Nederlandse samenleving gericht en hebben meer contacten met autochtonen. Maar zij voelen zich juist ook minder geaccepteerd, waardoor zij zich weer meer op de eigen groep gaan richten. We zien bij deze groepen echter tegelijkertijd ook een proces van ‘ontkerkelijking’. Welke kant dit op zal gaan is op dit moment nog moeilijk te zeggen.
De hiervoor geschetste ontwikkelingen zien we ook in Dordrecht. Wat leefstijl betreft is er sprake van een iets groter aandeel inwoners dat leeft in een ‘groene’ wereld (36% versus 32% in Nederland), terwijl de ‘blauwe’ leefstijl achter blijft (14% versus 18% in Nederland). In deze stad is men, zo lijkt het, meer gericht op geborgenheid en zekerheid dan op ambitie en controle. Wél is er in Dordrecht ook een duidelijke groep met een ‘rode’ leefstijl die juist de levendigheid van de stad waardeert (19% versus 18% in Nederland). Daarvoor is een aantrekkelijk vrijetijdsaanbod van belang. De gele groep is in Dordrecht vertegenwoordigd met 31% tegenover 33% in Nederland. Sporten, het bezoek aan culturele voorzieningen en uitgaan zijn ook voor Dordtenaren gebruikelijke vormen van vrijetijdsbesteding. Dordrecht scoort vergeleken met andere steden echter niet zo goed op cultureel aanbod en horecafaciliteiten. Het ontbreken van een bioscoop wordt door burgers als een groot gemis gezien. Dordrecht organiseert daarentegen veel evenementen en was enige jaren geleden zelfs Evenementenstad van het jaar. Inmiddels zijn de Drechtsteden bezig met het concept Hollands Glorie om de historische binnenstad van Dordrecht, het werelderfgoed Kinderdijk en een aantal andere bezienswaardigheden in dit gebied te promoten als attractie voor toeristen en dagjesmensen. Dordtenaren zijn even actief in het vrijwilligerswerk als de gemiddelde Nederlander. Ook de problematiek van het vrijwilligerswerk komt overeen. Dordtse vrijwilligersorganisaties hebben dezelfde problemen met het werven en vasthouden van vrijwilligers als landelijk is geconstateerd. Een kleine groep Dordtse inwoners voelt zich (enigszins) sociaal geïsoleerd (13%), maar dit komt vaker voor bij 65-plussers (18%) en allochtonen (25%). Allochtone Dordtenaren participeren (in maatschappelijke zin) over het geheel genomen minder
58
59 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
Sociaal-culturele kengetallen (bron: CBS, OCD, SmartAgency)
Dordrecht
Drechtsteden
Nederland
36% 31% 19% 14%
38% 32% 17% 13%
32% 33% 18% 18%
% bezoek vrijetijdsvoorzieningen % sporten % lid organisatie % vrijwilligerswerk
93% 51% 82% 42%
-
43%
% onvoldoende sociale contacten % (enigszins) sociaal geïsoleerd
7% 13%
-
-
contacten op de werkvloer (% heel vaak) - allochtonen met autochtonen - autochtonen met allochtonen
47% 36%
-
-
contacten in de wijk (% heel vaak) - allochtonen met autochtonen - autochtonen met allochtonen
46% 15%
-
-
contacten in de vrije tijd - allochtonen met autochtonen - autochtonen met allochtonen
44% 14%
-
-
41% 81%
-
-
2,7 3,6
-
-
leefstijlen (2006)
dan autochtone inwoners van Dordrecht. Dat geldt minder voor allochtonen van de tweede generatie, zij verschillen weinig van autochtonen in participatie. Desondanks vinden ruim zeven op de tien (73%) Dordtse allochtonen van de tweede generatie dat zij onvoldoende deelnemen aan de samenleving tegenover 55% van de autochtone Dordtenaren die dit van zichzelf vinden. Ook in Dordrecht herkennen we het landelijke beeld van allochtonen en autochtonen die in gescheiden werelden leven. Dat autochtonen minder contact hebben met allochtonen dan andersom komt omdat zij ook duidelijk minder gelegenheid hebben tot contact. Veel autochtonen wonen in wijken waar slechts weinig allochtonen wonen en komen hen ook maar in beperkte mate tegen op het werk of de sportvereniging. We zien dat vooral terug in de contacten op wijkniveau en in de vrije tijd: rond de 15% autochtonen heeft in die levenssferen heel vaak contact met allochtonen terwijl andersom rond de 45% van de allochtonen heel vaak contact heeft met autochtonen in de wijk of in de vrije tijd. Op het werk is deze verhouding wat meer in balans. Maar we zien bij autochtonen ook een minder positieve houding tegenover allochtonen dan andersom. De sociale afstand is wat kleiner voor tweede generatie allochtonen. Wél voelt deze groep zich even vaak achtergesteld en gediscrimineerd als allochtonen van de eerste generatie.
geborgenheid en zekerheid (groen) betrokkenheid en harmonie (geel) vrijheid en flexibiliteit (rood) ambitie en controle (blauw) sociale participatie (2005)
sociaal-culturele integratie (2005)
sociale samenhang (2005)
houding mensen andere etnische herkomst als buren (% positief of neutraal) - autochtonen - allochtonen houding multiculturele samenleving (schaalscore 1=negatief tot 5=positief) - autochtonen - allochtonen
60
61 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
‘Duurzame ontwikkeling is hot en beslist geen hype! Eerder een sterk aanzwellende trend die de wereld van vandaag en morgen een andere, positieve wending geeft. Want iedereen wil leven in een schone, gezonde, veilige en duurzame wereld en die met een gerust hart kunnen doorgeven aan zijn of haar kinderen. Iedereen geniet van mooi vormgegeven producten, lekker, gezond en betaalbaar voedsel en een lage energierekening.’ Duurzaam ontwikkelen… een wereldkans, Anne-Marie Rakhorst, 2007
4. Ruimtelijke Trends Introductie Aan de ene kant is er sprake van een toenemende verstedelijking van Nederland. Feitelijk is het ruimtegebruik zo groot dat we zelfs beslag leggen op de voorraden van energie, hout en voedsel elders op aarde. Misschien mede daardoor voelen we ons verantwoordelijk voor een duurzame ontwikkeling, een ontwikkeling die meer rekening houdt met de behoefte van toekomstige generaties en verspilling vermijdt. Aan de andere kant is de grootste uitbreiding in verstedelijkingsdruk voorbij. Bovendien komt het accent steeds meer te liggen op verdichting binnen het verstedelijkt gebied. Gezien de ligging van Dordrecht nabij de haven van Rotterdam is de ontwikkeling van verkeer en goederentransport in de toekomst relevant. Er wordt een groei verwacht, maar door technologische ontwikkelingen zullen overlast en risico’s per saldo toch minder worden. Het klimaat verandert veel sneller dan voorheen in de geschiedenis van de aarde. De invloed van mens, transport en industrie heeft voor deze versnelling gezorgd (broeikasgassen, uitstoot CO2). De wetenschap hierover doet ons zoeken naar oplossingen voor dit probleem. Door technologische ontwikkelingen valt ook een vermindering van risico’s te verwachten. Klimaatverandering, de opwarming van de aarde, betekent een zeespiegelstijging en dat heeft gevolgen voor laaggelegen gebieden zoals Nederland. De dreiging komt niet alleen vanuit het westen, maar ook uit het oosten (de grote rivieren) en van boven (overvloedige neerslag).
62
63 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
Trends Er is zoveel poolijs gesmolten dat het voor het eerst mogelijk is om een volledig rondje rond de Noordpool te varen, dat blijkt uit recente satellietbeelden. Drijfijsdeskundige Mark Serreze spreekt over een ‘dodelijke spiraal’. Anderen zien mogelijkheden, bijvoorbeeld voor veel kortere zeereizen. Bron: The Independent on Sunday, 31-08-2008.
(4) In Welvaart en Leefomgeving zijn vier scenario’s doorgerekend. Hier is gebruik gemaakt van het scenario met de minst extreme berekening, welke tevens in lijn is met de prognoses van het CBS. Het gaat om het Transatlantic Market scenario.
Verstedelijking Nederland is een van de meest dichtbevolkte landen van de wereld met een hoge graad van industrialisatie en een belangrijk transportland voor goederen over de Rijn en Maas en over de weg. De omvang van de bevolking en de economie zorgen voor milieudruk en leggen beslag op de voorraden op aarde, zoals fossiele brandstoffen, zoet water en hout. We gebruiken nu al voor onze consumptie ruim drie keer de oppervlakte van Nederland. Ons ruimtebeslag elders zal de komende decennia zeker nog met 20% toenemen. Op zich heeft Nederland een hoge productiviteit in de landbouw en wordt 45% van de bodem voor landbouw gebruikt. Het areaal landbouwgrond in Nederland zal afnemen, terwijl de productiviteit per hectare verder toeneemt. De milieudruk in eigen land neemt toe. Sinds 1970 is de omvang van het bebouwd gebied in Nederland met de helft toegenomen van 8% naar ruim 12% van de oppervlakte van Nederland. De benodigde ruimte voor woningen, bedrijven, kantoren en voorzieningen neemt - afhankelijk van de ontwikkeling van de internationale markt en de rol van Nederland daarin - tot 2040 met ongeveer nog 20% toe (4). Omdat naar verwachting de huishoudensgroei en economische groei afvlakken, zal ook de verstedelijkingsdruk afvlakken. Klimaatverandering De internationale Klimaatrapporten zijn door het KNMI gebruikt om een prognose te maken van de temperatuurstijging in Nederland. Men verwacht deze eeuw een stijging van de temperatuur met 1 tot 2 graden. De temperatuur is de afgelopen eeuw al met 1 tot 2 graden gestegen. Dit kan leiden tot toenemende wateroverlast, waartegen maatregelen te nemen zijn. Er wordt een stijging van de zeespiegel verwacht, van plusminus een halve meter, terwijl anderzijds de bodem met name in veengebieden daalt. De dijken moeten tegen meer druk bestand zijn.
64
Van verspilling naar verduurzaming Nederlanders zijn steeds meer gaan consumeren. En die consumptie kost grondstoffen. In toenemende mate worden gebruikte goederen hergebruikt, gerecycled. Een goed voorbeeld is het benutten van oud papier voor de productie van papier. Dit voorkomt dat opnieuw hout gekapt moet worden. Bij de productie van goederen kan er, nog meer dan nu al het geval is, rekening mee worden gehouden dat op enig moment het product ontmanteld moet worden, waarna een deel - en hopelijk alles - opnieuw als grondstof kan dienen (Cradle to Cradle). Door internationalisering en de opkomst van nieuwe economische grootmachten is er een toename van de vraag naar fossiele brandstoffen. Dat heeft geleid tot hogere prijzen voor energie en brandstof. Het gebruik van de voorraad fossiele brandstoffen, zoals kolen, olie en gas kan echter afnemen als we in staat zijn meer alternatieve, hernieuwbare energiebronnen toe te passen. De mogelijkheden van zonne-energie, windenergie en waterkrachtenergie en nieuwe energiebronnen zijn nog lang niet optimaal benut. Nederland kan met zijn kennis hierbij internationaal het voortouw nemen. Vermindering risico’s De technologische ontwikkelingen zorgen ervoor dat we voormalige risico’s substantieel kunnen verminderen. Door de bouw van productie-eenheden voor chloor nabij de plaats van benutting, worden chloortransporten bijvoorbeeld overbodig. Het vervoer van gevaarlijke stoffen zorgt voor risico’s op ongelukken, zoals explosies (externe veiligheid) en geluidsoverlast.
65 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
Gevolgen trends Aandacht voor natuur bij de stad Als tegenhanger van de stedelijke ontwikkeling is er toenemende aandacht voor de natuur nabij de stad. Natuur die door kwaliteit (echte natuur), samenhang en functie een rol speelt voor mens (recreatie), flora en fauna. Het ruimtelijk beleid bevordert bundeling van stedelijke functies en van de natuur (ontsnippering). Verrommeling moet worden tegengegaan. Er wordt geïnvesteerd in kwaliteit en duurzaamheid, zodat de stad ook voor toekomstige generaties aantrekkelijk is om te verblijven. Het aandeel natuur en bos nam in de afgelopen jaren toe met 6%. Dit is conform het Nederlands beleid, maar minder snel dan beoogd is. Als steden te ‘verdicht’ worden, zal er een groeiende behoefte zijn aan ruimte, bijvoorbeeld voor volkstuinen aan de rand van de stad en voor recreatiehuizen en tweede woningen buiten de stad/buitenland. Dit is voor velen aantrekkelijk, zowel voor mensen met groene als gele leefstijl. Blijft de stad aantrekkelijk? De stad heeft aantrekkingskracht op alleenstaanden met een hoge opleiding en tweeverdieners. Per saldo vertrekken gezinnen met kinderen en hogere inkomensgroepen uit de stad (suburbanisatie). De afgelopen jaren is Nederland een emigratieland geworden. Dat is deels het gevolg van het landelijk beleid en deels een trend op zich. Er bleek een toenemend aantal mensen met een emigratiewens, deels ook vanwege toegenomen ontevredenheid. Nederland is te duur en te druk. Het gaat niet alleen meer om senioren die overwinteren of mensen met een tweede huisje in zonnige landen, maar ook om jonge pioniers en ontdekkers. Meer mobiliteit De groei van huishoudens en bedrijvigheid (verstedelijking) heeft geleid tot meer mobiliteit. Het aantal auto’s in Nederland blijft nog wel groeien vooral als gevolg van
66
67 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
CO2 uitstoot Nederland naar bron in miljarden kg per jaar (bron: Emissies van broeikasgassen, IPCC)
de groei van het aantal huishoudens. Steeds meer woongebieden kampen ook met een hoge parkeerdruk. Door de economische groei blijft de personenmobiliteit toenemen waarbij vooral de auto de voorkeur blijft houden. Bij verplaatsingen in de vrije tijd neemt het aandeel van de auto toe. Toekomstige ouderen zullen meer gebruikmaken van de auto dan de huidige generatie ouderen. In het woon-werkverkeer zal het aandeel van de trein tussen steden gelijk blijven. Een toename van het openbaar vervoer wordt niet verwacht. Het effect van de vergrijzing (meer OV-gebruik) valt weg tegen het effect van de ontgroening (minder OV-gebruik). Wel zijn er nieuwe vormen van OV te verwachten, bijvoorbeeld lightrail. Parttime wonen: meer flexibiliteit Huishoudens hebben in toenemende mate behoefte aan een flexibele inrichting van het wonen. Dit geldt bijvoorbeeld voor overwinteraars die lange tijd elders wonen. Maar ook voor studerenden en werkenden die te ver van hun studie en werkplek wonen en gedurende de werkweek “op kamers” gaan. En wat te denken van de kinderen van gescheiden ouders die doordeweeks met moeder leven en in het weekend met vader.
Als gevolg van toenemend gebruik van de auto is een groei van hinder (vooral geluid) te verwachten. De kwaliteit van de fysieke woonomgeving wordt door geluidsbelasting bedreigd. Ook de uitstoot van CO2 door wegverkeer neemt naar verwachting toe, afhankelijk van het succes van het beleid voor toepassing van schonere brandstoffen. De uitstoot van fijnstof en stikstofoxiden (NOx) nemen naar verwachting af door technische verbeteringen van auto’s en door Europese regelgeving.
Energiesector
Overig
Wegverkeer
Industrie
60
40
20
0 2000
2001
2002
2003
2004
Huishoudens
Bron: OCD
68
69 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
2005
2006
2007
Het wassende water De klimaatverandering zal voor Nederland buiten de wateroverlast ook gevolgen hebben voor de natuur, het energiegebruik, het drinkwatergebruik, het transport, de gezondheid en de recreatie. De klimaatverandering uit zich in: • stijging van de gemiddelde temperatuur • toename van het aantal hittegolven en droogte in de zomer met als gevolg meer zomersmog • toename van intensiteit van buien in de zomer (met name in kustprovincies): wateroverlast in de stedelijke gebieden • toename van neerslag in de winter • toename van windsnelheid bij storm • stijging van de zeespiegel Een kwart van Nederland bevindt zich beneden het huidige gemiddelde zeeniveau. Het laagste punt ligt 6,74 onder NAP. De bescherming door waterkeringen, zoals duinen en dijken, is bij een stijgende zeespiegel extra belangrijk, zeker gezien de bodemdaling in met name veengebieden. Hogere kosten energie en milieu Op internationale schaal worden afspraken gemaakt om emissie van broeikasgassen, waaronder CO2, te beperken. De regelgeving en maatregelen richten zich op de industrie, huishoudens, wegverkeer en energiesector. Het energiegebruik in Nederland zal tot 2040 met 40% toenemen. Een aanzienlijk deel van die energie wordt overigens ingezet voor producten (basismaterialen) die Nederland exporteert. De milieuoverlast door energiebedrijven, goederentransport en landbouw is vooral vanwege de export zo hoog. Daarnaast nemen de kosten voor energie toe.
opslagstations, LPG-stations, chloortransporten, spoorwegemplacementen en luchthavens. Omdat Nederland dichtbevolkt is, kunnen de effecten van ongevallen (aantal gewonden of doden) groot zijn. Luchtverontreiniging (fijn stof, ozon op leefniveau), geluid en de kwaliteit van het binnenmilieu van woningen en gebouwen zorgen voor 2 tot 5% van het totale gezondheidsverlies (aantal verloren gezonde levensjaren). Deze problemen hebben vooral te maken met verstedelijking. In de komende dertig jaar zal in Nederland het gezondheidsverlies door luchtverontreiniging toenemen. Dit vanwege de vergrijzing en daarmee grotere gevoeligheid voor luchtverontreiniging. Draagvlak voor duurzame ontwikkeling De milieudruk in de toekomst is afhankelijk van de inzet en het effect van overheidsbeleid (regelgeving en subsidie van Europa, Nederland, provincie), de houding van producenten en consumenten en de technologische vernieuwingen. Er is een licht toenemend duurzaam bewustzijn. Duurzaam betekent oog hebben voor de effecten van het gedrag elders en later. Er is bijvoorbeeld een toenemende aandacht voor denken in kringlopen (Cradle to Cradle). Innovaties rondom duurzaamheidsvraagstukken, zoals ontwikkeling en toepassing van duurzame energiebronnen, biedt kansen voor bedrijven. Bedrijven die zelf ook steeds duurzamer ondernemen en rekening houden met People, Planet en Profit. De jongere generaties (tot veertig jaar) vinden duurzame ontwikkeling echter een stuk minder belangrijk dan oudere generaties. Dat geldt ook voor mannen. De toenemende invloed van vrouwelijke waarden en normen (feminisering) en vergrijzing betekenen meer kansen en draagvlak voor duurzaamheid.
Door de productie, het gebruik, de opslag en het transport van gevaarlijke stoffen, lopen omwonenden risico’s wanneer zich een ongeval voor zal doen. Naast wegen, spoor- en waterwegen en vliegverkeer, gaat het om grote chemische bedrijven,
70
71 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
Ingezoomd op Dordrecht Verstedelijking In de afgelopen veertig jaar, de periode vanaf de samenvoeging van Dordrecht met Dubbeldam, zijn diverse woongebieden en bedrijvenlocaties aan de stadsrand ontwikkeld. Wat betreft bedrijvenlocaties gaat het om: Dordtse Kil II en III, Amstelwijck en wat betreft de woongebieden om Stadspolders, Dubbeldrecht, Dordtse Hout, De Hoven en Plan Tij. Dit alles betekende een afname van landbouw in geledingzones. Zo nam de hoeveelheid landbouwgrond tussen 1993 en 2003 met 20% af, terwijl het woongebied met 11% en het gebied aan bedrijfsterreinen met 20% toenam. Ook in de komende jaren staan nog enkele uitbreidingslocaties op het eiland van Dordrecht op het programma: bedrijventerrein Dordtse Kil IV, de woongebieden Smitsweg, Belthurepark en mogelijk Zuidpolder. De nadruk van het beleid verschuift echter steeds meer van uitbreiding naar intensivering en herstructurering van bestaande gebieden in de stad (Maasterras, Dordrecht-West, Stadswerven). Het ruimtelijk beleid is gericht op bundeling van stedelijke functies, met meer evenwicht tussen bebouwing en groen. Omdat het autoverkeer blijft groeien, zal Dordrecht moeten investeren om de bereikbaarheid per auto, fiets en openbaar vervoer van bestaande en nieuwe locaties goed te houden. In verband met het transport is voor Dordrecht de ontwikkeling van de Rotterdamse Haven (Maasvlakte) en de Antwerpse Haven relevant. Dit zorgt immers voor toename van het goederenverkeer via spoor, weg en water en daardoor voor milieuoverlast qua geluid en externe veiligheid. Natuur en recreatie In de periode 1993-2003 nam de grond voor recreatie en bos, natuur/water al toe
72
73 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
met 7, respectievelijk 9%. En in de komende jaren zal het areaal nog verder toenemen door de realisering van het project De Nieuwe Dordtse Biesbosch. Hier gaat het om ongeveer 400 ha nieuwe recreatiegebied en 780 ha nieuwe natuur. Klimaatverandering en wateroverlast Dordrecht is tot nu toe goed beschermd gebleken tegen hoog water. Dijken beschermen het binnendijks gebied. Het buitendijks gebied ligt over het algemeen zo hoog dat deze gebieden tot nu toe bij extreem hoge waterstanden droog of vrijwel droog bleven. Het blijft overigens zaak de stabiliteit en de hoogte van de dijken te monitoren en zo nodig daarin te investeren. Dordrecht heeft bescherming van dijken nodig, niet alleen vanwege zee, maar ook vanwege afvoer van rivierwater. De verwachting is dat door de klimaatverandering de waterstanden van de rivieren rond Dordrecht in de 21e eeuw een halve meter stijgen (tussen 35 en 85 cm) en dat er hoge waterstanden (piekafvoer) zullen optreden. Een zeespiegelstijging betekent niet alleen meer (een verdubbeling van) kans op overstroming vanuit zee, maar door de uitbreidende getijde-invloed ook een stijgend waterpeil in het benedenrivierengebied. Rotterdam en Dordrecht vormen kwetsbare gebieden omdat daar de stijging van het rivierpeil door getijde-invloed het grootst is. Om ‘natte voeten’ van deze steden en het omliggende gebied zoveel als mogelijk te voorkomen, is het noodzakelijk om de afvoercapaciteit van rivierwater via de IJsseldelta en de Zeeuwse Delta te vergroten. Het stedelijk watersysteem moet worden aangepast om problemen in de toekomst te voorkomen. In tijden van droogte is het bovendien van belang om de waterkwaliteit op orde te houden. Daartoe wordt water ingelaten vanuit de rivieren en door de stad geleid. De dijken dienen van voldoende stevigheid en hoogte te blijven, en mogelijk in de toekomst versterkt te worden. Bij nieuwbouw op buitendijks gebied (Stadswerven) wordt bezien wat de mogelijkheden zijn om flood proof (hoogwaterbestendig) te ontwerpen/bouwen. De gevolgen van het
74
voortgaande proces van verzilting in West-Nederland zijn nog onduidelijk. Van verspilling naar verduurzaming Dordrecht stimuleert actief energiebesparing bij huishoudens (Energieloket, Energie op Maat). Het benutten van industriële restwarmte voor verwarming van woningen en kantoren lijkt kansrijk. Daarnaast zal Dordrecht meewerken aan de aanleg van windmolens. Dordrecht stimuleert voor nieuwbouw duurzaam bouwen. Ontwikkeling van risico’s Door de ligging aan grote corridors, zoals de A16 en de spoorlijn, is Dordrecht goed bereikbaar. Deze ligging heeft ook een keerzijde. Het verkeer op de A16 zorgt voor geluidsoverlast en voor luchtvervuiling. Dit kan leiden tot gezondheidsproblemen bij kwetsbare groepen. De A16 en de druk op het goederenvervoer zetten de leefbaarheid en de toekomstige ontwikkeling van de stad onder druk. Ook de bedrijventerreinen nabij de stad zorgen voor (geluids-)overlast en kunnen een beperking vormen voor nieuwe ontwikkelingen. Regulier worden bedrijven gecontroleerd en vergunningen geactualiseerd. Dit geldt in het bijzonder voor bedrijven waar gewerkt wordt met gevaarlijke stoffen (BRZObedrijven). Deze bedrijven dienen een veiligheidsrapport te hebben en een actueel rampenplan. Voor rampen heeft de gemeente een actueel rampenplan, waarmee ook met enige regelmaat wordt geoefend, zodat van de ervaringen kan worden geleerd. Bij alle toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen moet rekening worden gehouden met milieueisen op gebied van geluid, externe veiligheid en luchtkwaliteit. Die milieueisen kunnen wenselijke ontwikkelingen belemmeren. Tot 2020 wordt een verdere groei van het vervoer van gevaarlijke stoffen via spoor voorzien. Daarbij geeft de ingebruikname van de Betuwelijn overigens op termijn wel verlichting. Gezamenlijk houden de gemeenten in de regio Drechtsteden de ontwikkelingen in het oog en stellen zij maatregelen voor om de risico’s en overlast te beperken.
75 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
Ruimtelijke kengetallen (bron: CBS, Atlas voor Gemeenten en Benchmark Gemeentelijk Ondernemingsklimaat) grondgebruik totale oppervlakte land water bebouwd bos en natuur recreatie landbouw
Dordrecht
Overige Drechtsteden
Nederland
9.945 ha 7.912 ha 2.033 ha 1.874 ha (19%) 1.327 ha (13%) 640 ha (6%) 3.105 (31%)
6.949 ha 6.216 ha 733 ha 36% 2% 8% 31%
8% 12% 2% 56%
ontwikkeling bebouwd (1993-2003) waarvan wonen waarvan bedrijventerrein bouwterrein ontwikkeling recreatie ontwikkeling landbouw ontwikkeling bos, natuur en water
11% 11% 20% 134% 7% -20% 9%
verstedelijking aantal inwoners per km2
1.495
2.307
486
52.738
59.975
6.969.931
1.241 2,4%
3.975 7,1%
380.269 5,8%
41 74 44
38* 74* 24*
7,0 6,2 6,1
7,4* 6,3* 6,5*
woningen aantal woningen ontwikkeling 2000-2008 absoluut % objectieve bereikbaarheid (van werkgelegenheid) per auto in de spits per auto buiten de spits per openbaar vervoer subjectieve bereikbaarheid (volgens ondernemers) per auto per openbaar vervoer parkeermogelijkheden * Drechtsteden totaal i.p.v. overige Drechtsteden
76
77 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
‘De gemeente van 2015 zal een architect van innovatie zijn en een broedplaats van vernieuwing. Deze vernieuwing is nodig om de band tussen burger en gemeente te herstellen en een nieuwe inhoud te geven. De gemeente zal nieuwe wegen bewandelen om inhoud te geven aan haar taken en vorm te geven aan de dienstverlening aan de burger.’ Commissie Toekomst Lokaal Bestuur, Wil tot Verschil, Gemeenten in 2015
5. Bestuurlijke Trends Introductie Er is een toenemende invloed van de Europese Unie op het Nederlandse en daarmee ook op het gemeentelijke beleid. De Europese richtlijnen en regelgeving kunnen voor gemeenten beperkingen betekenen. Nederland is in toenemende mate semi-soeverein, bijvoorbeeld op het gebied van de verzorgingsstaat. Burgers zijn steeds mondiger geworden en verhoudingen tussen organisatie en burgers worden steeds horizontaler. In de kennis- en informatiesamenleving is de kennisvoorsprong van machthebbers verdwenen. Overheden zijn weliswaar steeds professioneler, maar voor de verwezenlijking van hun beleidsdoelstellingen ook meer afhankelijk geworden van samenwerking met verschillende maatschappelijke organisaties. Beslissingsmacht wordt meer gedeeld. Regievoering komt in de plaats van een sturende of handhavende overheid. Dit noopt tot ‘good governance’: een overheid met goed bestuur, goed toezicht en goede verantwoording, met transparantie en integriteit, maar ook met goed leiderschap en gemotiveerde medewerkers. Samenwerking, ook publieke samenwerking, is een logisch antwoord op deze trends. Dit vraagt om regie, bindend vermogen en permanente innovatie. Tegelijkertijd is de overtuiging gegroeid dat het gemeentelijke schaalniveau in veel gevallen het beste toegerust is om een antwoord te geven op maatschappelijke opgaven (‘gemeente als eerste overheid’). De gemeenten zijn het gezicht van de overheid richting burgers, die in een globaliserende samenleving steeds meer behoefte hebben deel te blijven uitmaken van kleine overzichtelijke verbanden: een revival van de gemeenschap. Decentralisatie en differentiatie versterken de mogelijkheden voor het gemeentelijke schaalniveau.
78
79 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
Trends Europeanisering Het Europese beleid is steeds vaker het kader voor Nederlands beleid. De eigen beleidsruimte vermindert. Dit geldt bijvoorbeeld voor de invulling van de verzorgingsstaat. Die invulling moet passen binnen de Europese budgettaire regels zoals voor de munteenheid, het overheidstekort, het rentebeleid, de inflatie en de bindende regels bijvoorbeeld op gebied van gezondheids- en veiligheidswetgeving, aanbesteding, concurrentie, overnamebeleid, werkgelegenheids- en sociaale beleid. Ook bedrijven hebben met Europese regels te maken. Met Europa is er ook een schaalniveau bijgekomen. Dat brengt nog meer stapeling van beleid met zich mee. Horizontalisering Burgers worden steeds mondiger en zij hebben behoefte aan een goede kwaliteit van dienstverlening en uitvoering van beleid. De verhoudingen tussen organisaties en burgers worden steeds horizontaler. De hiërarchische verhouding tussen overheid en burger verdwijnt. Ook de verhouding tussen overheid en maatschappelijke organisaties verandert, bijvoorbeeld omdat de overheid zich terugtrekt. Innovatie en informatisering Gemeenten bewandelen nieuwe wegen om inhoud te geven aan haar (nieuwe) taken en vorm te geven aan de dienstverlening aan burgers en bedrijfsleven. In de afgelopen jaren hebben we veel innovaties gezien: • de uitbreiding en optimalisering van de digitale dienstverlening aan burgers en de vorming van ondernemersloketten; • nieuwe intergemeentelijke samenwerkingsvormen zoals de vorming van shared service centra; • nieuwe interne organisatievormen en nieuwe of nieuw vormgegeven samenwerkingsverbanden met externe stakeholders.
80
Voorbeelden van pro-actieve dienstverlening Oproep APK, Verlenging paspoort en rijbewijs, Entadministratie, Tegemoetkoming studiekosten, Oproepkaart verkiezingen, T-biljet loonbelasting, Kwijtschelding gemeentelijke belastingen.
Onder invloed van de grotere complexiteit van de samenleving, de toegenomen snelheid van veranderingen, de roep om grotere effectiviteit en efficiency en de wens tot meer participatie, zullen gemeenten in de toekomst, zo is de verwachting, met steeds grotere regelmaat tot vernieuwing en innovatieve experimenten (moeten) overgaan. Op gebied van digitale dienstverlening is al veel bereikt, maar zal ook nog veel kunnen gebeuren. De informatica kan nog veel meer – op maat - ingezet worden ten gunste van de consument van overheidsdiensten. Verkeersinformatieborden geven de automobilist tips over alternatieve routes bij filevorming. En de burger krijgt een bericht dat zijn paspoort verloopt. Trendwatcher Justien Marseille noemt dit ‘Big Sister’: informatica die op je let en je helpt. Deze diensten zullen in de toekomst nog aanzienlijk uitbreiden. Regievoering, binden en inspireren en ‘good governance’ Ook tussen gemeenten en andere maatschappelijke organisaties is een duidelijke beweging gaande van delegeren en voorschrijven naar regisseren en samenwerken. Daar waar het gaat om uitbesteding van taken aan externe (markt)partijen en sprake is van een verzakelijkte opdrachtgever-opdrachtnemer relatie is regie over de uitvoering aan de orde. In het verlengde van de trend naar steeds meer uitbesteding wordt de gemeente steeds meer regisseur. Binnen gemeenten zien we in toenemende mate ontvlechting van beleid en uitvoering en de vorming van gemeentelijke bedrijven. Tegelijkertijd wordt de gemeente voor de realisatie van gemeentelijk beleid steeds afhankelijker van externe organisaties. Deze stakeholders zoals woningcorporaties, scholen, maatschappelijke zorg en vervoerbedrijven voeren taken uit die tot het gemeentelijke domein behoren. De verhouding met deze stakeholders is veel meer een horizontale, passend bij een netwerksamenleving. Dit vraagt in toenemende mate om regie over de ketensamenwerking, waarbij de gemeente fungeert als spin in het maatschappelijke web. Regie betekent dan veel minder het daadwerkelijk regisseren in de enge betekenis van het woord, maar veel meer binden en inspireren,
81 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
faciliteren, agenderen en aanjagen. De gemeente treedt op als ‘ontwikkelaar van verbindingen’ en anticipeert en reageert op de input van burgers en stakeholders. Ervaringen uit de praktijk leveren input voor het beleid (frontlijnsturing). De mondige burger stelt steeds meer eisen aan de overheid, waar immers financieel aan bijgedragen wordt. Dit stimuleert tot ‘good governance’. Het blijft bij dit alles nodig dat de nieuwe gemeentelijke regierol wettelijk verankerd wordt, zoals bij de Wmo en het jeugdbeleid. De overheid heeft zich in het verleden ontwikkeld binnen het spanningsveld van liberalisme en socialisme, simpel gezegd: een overheid die zich toelegt op kerntaken en een overheid die zorgzaam is en herverdeelt. Uit profijtstudies blijkt dat degenen die het meeste bijdragen vaak toch ook het meeste profijt hebben van die overheid. De verhouding profijt en lasten is echter een wankel evenwicht. De overheid zal in de toekomst steeds meer moeten bewijzen waarom haar bijdrage noodzakelijk is.
Gevolgen trends Decentralisatie Als gevolg van deze trends heeft de landelijke overheid taken en bevoegdheden naar de lokale overheid gedecentraliseerd. Hierin zijn verschillen per beleidsterrein. Werk en Inkomen en Jeugd zijn voor een belangrijk deel gedecentraliseerd. Openbare orde en veiligheid (politie), volkshuisvesting (huurtoeslag) zijn wat betreft geldstromen grotendeels centraal of via politieregio’s georganiseerd. Argumenten voor decentralisatie zijn onder andere de wens tot vermindering van de bestuurlijke drukte en tot ontschotting, de kennis van de werkvloer die bij gemeenten aanwezig is, de wens tot het komen van de één-loket-functie voor burgers en bedrijven en de wenselijkheid van het leveren van horizontaal geïntegreerde diensten zoals bijvoorbeeld bij de Wmo. In het Bestuursakkoord 2008 is een groot aantal dossiers opgenomen waarover decentralisatieafspraken zijn gemaakt tussen Rijk en gemeenten. De verwachting is dat deze decentralisatie door zal gaan. Daarbij wordt erkend dat het gemeentelijke niveau differentiatie kent, tussen bijvoorbeeld grote centrumgemeenten en kleine gemeenten. Het lokale niveau is het beste toegerust voor veel van de maatschappelijke opgaven. Samenwerking In het krachtenveld waarin de lokale overheid opereert, neemt de samenwerking toe: meer publieke samenwerkingsverbanden, meer publiek-private samenwerking, meer formele én meer informele samenwerking. Met name de intergemeentelijke samenwerking neemt de laatste jaren een grote vlucht. Uit een enquête (2005) blijkt dat 90% van de gemeentesecretarissen voor de toekomst een grotere behoefte ziet aan intergemeentelijke afstemming van beleid en aan intergemeentelijke samenwerking op uitvoering, dienstverlening en beheerstaken. Ook zien we naast afstemming van beleid in toenemende mate intergemeentelijke samenwerking op het gebied van de beleidsvoorbereiding.
82
83 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
Door samenwerking winnen gemeenten aan bestuurskracht en dit vormt zodoende een drijfveer voor intergemeentelijke samenwerking. Regievoering en revival van de gemeenschap De laatste jaren wordt het belang van de civil society en sociaal kapitaal meer en meer erkend. In diverse recente adviezen en essays over de rol van de lokale overheid wordt dan ook aandacht gevraagd voor de gemeente als verzameling van uiteenlopende gemeenschappen. Om de eigen verantwoordelijkheid, de zelfredzaamheid en de veerkracht van burgers te stimuleren zal de gemeente van de toekomst veel meer ook bouwer van gemeenschappen zijn, zo is de verwachting. De gemeente van de toekomst stelt de burgers in staat om hun eigen gemeenschappen te vormen en te laten bloeien en slaat bruggen tussen de verschillende gemeenschappen in de gemeente. Bestuurskracht niet alleen om op korte termijn problemen op te lossen, maar ook voor het ontwikkelen van vitaliteit en gemeenschapszin. Dit sluit aan bij de gedachte dat we af moeten van het idee en de verwachting dat de overheid elk probleem moet en kan oplossen.
84
85 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
Ingezoomd op Dordrecht Dordrecht heeft te maken met veel bestuurlijke relaties en schaalniveaus. Hiervan belichten we in dit hoofdstuk vier relaties: • Dordrecht t.o.v. Rotterdam • Dordrecht in de Drechtsteden • Dordrecht in relatie tot partners • Dordrecht in relatie tot zijn burgers, ondernemers en toeristen Wel willen we de andere relaties genoemd hebben: Dordrecht op wereldschaal (denk aan partnersteden, culturele en historische uitwisseling, economische verbindingen, Dordt College), Dordrecht in Europees verband, Dordrecht op de as Rotterdam-Antwerpen (Rijn-Schelde Delta), Dordrecht in Nederland, Dordrecht in Zuid-Holland, Dordrecht in Zuid-Holland Zuid (en andere gebiedsindelingen), Dordrecht als grote stad (G27) en de wijken, delen van Dordrecht. Dordrecht t.o.v. Rotterdam Wat heeft Dordrecht Rotterdam te bieden en wat heeft Rotterdam Dordrecht te bieden en wat zijn de lusten en lasten voor inwoners en ondernemers? Qua werkgelegenheidsrelaties zijn Dordrecht en Rotterdam als één gebied te zien. De bestuurlijke relatie tussen Rotterdam en Dordrecht is onderwerpgericht. Naar verwachting zal deze relatie zich via samenwerking op Drechtsteden-niveau verder ontwikkelen. Dordrecht in de Drechtsteden De samenwerking binnen de Drechtsteden heeft de afgelopen paar jaren een enorme impuls gekregen op gebied van beleid en uitvoering. Er is nu een beleidsondersteunend Bureau Drechtsteden, een regionaal Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverlaten, een Ingenieursbureau Drechtsteden,
86
87 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
een (regionale) Sociale Dienst Drechtsteden, een Gemeentebelastingen Drechtsteden, een Onderzoekcentrum Drechtsteden en een Servicecentrum Drechtsteden. De samenwerking heeft kenmerken van een netwerkorganisatie, waar zowel oog is voor het regionaal niveau en efficiencywinst die daar behaald kan worden als voor gelijkwaardigheid en de eigen identiteit van de samenwerkende gemeenten. Naar verwachting zal de samenwerking in de komende jaren verder uitbreiden door decentralisatie en taakverdeling voor beleid (Intergemeentelijk kenniscentrum) en uitvoering. Bij deze samenwerking behouden gemeenten hun autonomie en eigen identiteit. De democratische verantwoording blijft bij het lokale bestuur. De samenwerking wordt aangeduid als ‘Samen en toch apart’ (SETA).
Bestuurlijk kengetallen (bron: OCD, Benchmark Gemeentelijk Ondernemingsklimaat)
eind 2005
Rapportcijfer burger voor bestuur:
6,2 6,4
Rapportcijfer ondernemers voor gemeente:
6,5 6,6
Dordrecht in relatie tot zijn partners De samenwerking van Dordrecht met partners heeft zich in de afgelopen jaren op een groot aantal gebieden ontwikkeld van projectmatige samenwerking tot samenwerkingsverbanden en dit ontwikkelt zich verder in de richting van netwerkorganisaties. Voorbeelden hiervan zijn het wijkgericht werken en de samenwerking bij veiligheid. Op andere gebieden is de relatie – soms na verzelfstandiging - verzakelijkt geworden: opdrachtgever-opdrachtnemer. Dit geldt bijvoorbeeld voor de reiniging en recent het jongerenwerk. Er zijn lessen geleerd uit voorgaande verzelfstandigingen en op lange termijn zet de trend zich verder voort. Een specifieke vorm van samenwerking zijn de adviesraden, een niet gebonden verband dat gekenmerkt wordt door horizontale relatie tussen de deelnemers. De Economische Adviesraad Dordrecht, die verbindingen tussen partners rondom innovatieve thema’s stimuleert, is hier een voorbeeld van. Dordrecht in relatie tot zijn burgers, ondernemers en toeristen Dordrecht loopt voorop bij de digitalisering van de dienstverlening aan burgers/het E-loket. Dordrecht staat bovenaan of bijna bovenaan bij de digitale gemeentelijke dienstverlening en website volgens de overheidsmonitor. De toegankelijkheid voor burgers en bedrijven wordt verbeterd door een centraal loket (Stadswinkel, ondernemersloket, werkgeversservicepunt, Wmo-loket in ontwikkeling). Ook wordt komende jaren de dienstverlening verder gestandaardiseerd via scheiding van front-office en back-office. Het rapportcijfer van de burger voor het bestuur en het rapportcijfer van ondernemers kent een licht stijgende lijn.
88
89 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
eind 2007
Bronnen Hoofdstuk 1
Bronnen Hoofdstuk 2
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Bakas A. (2005), Megatrends in Nederland CBS (2006), Bevolkingsprognose 2006-2050 belangrijkste uitkomsten CBS (2007), Allochtonenprognose 2006-2050 belangrijkste uitkomsten CBS (2007), Huishoudensprognose 2006-2050 belangrijkste uitkomsten CBS (2008), Bevolkingsprognose 2007-2014: tijdelijke groei CPB, MNP, RPB (2006), Welvaart en leefomgeving Dagevos J. (2007) Nederland migratiesamenleving 2025 Derks W., Hovens P. en Klinkers L. (2006), De krimpende stad. Ontgroening, vergrijzing, krimp en de gevolgen daarvan voor de lokale economie Eurostat (2008), Populations projections 2008-2060 Latten J. en van Hintum M. (2007), Liefde a la Carte Ministerie VWS (2005), Ouderenbeleid in het perspectief van de vergrijzing OCD (2008), Bevolkingsprognose Dordrecht per wijk 2007-2020 OCD (2007 en 2008), Woonmonitor Drechtsteden OCD (2007 en 2008), Ouderenmonitor RPB/CBS (2006), Regionale bevolkings- en allochtonenprognose 2005-2025 RPB/CBS (2007), Regionale huishoudprognose RPD (2006), Krimp en ruimte: bevolkingsafname, ruimtelijke gevolgen en beleid SCP (2004), In het zicht van de toekomst, Sociaal en Cultureel Rapport 2004 SCP (2005), Niet-westerse allochtone met een stabiele arbeidsmarktpositie: aantallen en ontwikkelingen SCP (2008), Facts and Figures of the Netherlands, Social and Cultural Trends 1995-2006 Stichting Initiatieven Realisatie 55+ www.sir55.nl Trendslator.nl, Maatschappelijke trends
90
Bakas, A. (2005), Megatrends in Nederland Bestuurlijk Platform Zuidvleugel (2006), De Zuidvleugel: motor in de Delta Bullinga (2007), Vanzelfsprekend online CBS (2007), Kerncijfers Internationalisering CBS (2008), Internationaliseringsmonitor 2008 CBS (2008), De digitale economie 2007 CPB, MNP, RPB (2006), Welvaart en leefomgeving economischeadviesraad.nl EPN, Platform voor de informatiesamenleving (2008), Werk in balans ESB (2007), Dossier: Globaliseren in Nederland, 4514S Innovatieplatform (2007), Nederland 2027, Het toekomstbeeld van het innovatieplatform Programmacommissie Zuidvleugel (2007), Pieken in de Zuidvleugel Regioplan (2007), Wat doet de stad? Overzicht van opgaven, trends en implicaties voor beleid RPB (2008), Woon-werkdynamiek in Nederlandse gemeenten SCP (2004), In het zicht van de toekomst, Sociaal en Cultureel Rapport 2004 SCP (2008), Facts and Figures of the Netherlands, Social and Cultural Trends 1995-2006 Stichting iMMovator Cross Media Network, TNO Innovatie en Ruimte, Rabobank (2008), Cross Media Monitor 2008 Tordoir, P. (2005), Stad en welvaart, beleid voor de nieuwe economie, Kenniscentrum Grote Steden Trendslator.nl, Maatschappelijke trends VROM (2007), Randstad 2040, Facts & Figures
91 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
Bronnen Hoofdstuk 3
Bronnen Hoofdstuk 4
- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -
- - - - - - - - - - - - - - - - - - -
Bakas A. (2005), Megatrends in Nederland CBS (2007), Effect van herverdeling op inkomensongelijkheid DSP-groep (2005), Trendstudie Strategische Verkenningen DG Veiligheid Metz T. (2002), Pret! Leisure en landschap. Ministerie BZK (2006), Steden van morgen, keuzes van vandaag. Over de toekomst van de stad en stedelijk beleid Ministerie VROM (2007), Actieplan krachtwijken, van aandachtswijken naar krachtwijk Movisie (2008), Lokaal onder de loep. Trendrapport vrijwilllige inzet 2008 OCD (2004), Vrijwilligerswerk in Dordrecht 2003 OCD (2006), Integratiemonitor Dordrecht 2005 OCD (2006), Factsheet Sociale Staat Dordrecht 2005 OCD (2008), Anatomisch model van de civil society voor de WMO OCD (2008), Opinieonderzoek Structuurvisie Dordrecht 2020 OCD (2008), Factsheet Staat van de Drechtsteden SCP (2002), Zekere banden. Sociale cohesie, leefbaarheid en veiligheid SCP (2004), Individualisering en sociale integratie SCP (2004), In het zicht van de toekomst, Sociaal en Cultureel Rapport 2004 SCP (2005), De sociale staat van Nederland 2005 SCP (2005), Uit elkaars buurt. De invloed van etnische concentratie op integratie en beeldvorming SCP (2005), Jaarrapport Integratie 2005 SCP (2007), De sociale staat van Nederland 2007 SCP (2007), Toekomstverkenning vrijwillige inzet 2015 SCP (2008), Maatschappelijke organisaties in beeld SCP (2008), Facts and figures of the Netherlands SCP (2008), De sterke kanten van Nederland SIRC (2006), Life online: The Web in 2020 SIRC (2007), Belonging TheSmartAgent Company (2006), woonbeleving Drechtsteden. Woonambities in kaart. www.smartagent.nl www.thefutureinstitute.nl
92
Bureau Drechtsteden (2008), Milieu in de Drechtsteden 2007 Burgers J. en Engbersen G. (2004), De emancipatieve stad: een onderzoeksagenda met betrekking tot de sociale liftfunctie van grote steden CPB, MNP en RPB (2006), Welvaart en leefomgeving: achtergronddocument Deltacommissie (2008), Samen werken met water Gemeente Dordrecht (2008), Structuurvisie 2020 KNMI (2006), Klimaat in de 21e eeuw, vier scenario’s voor Nederland Ministerie VROM (2007), Verkenning Ruimtelijke Opgaven 2020-2040 Ministerie VROM (2007), Randstad 2040, Facts & Figures Ministerie VROM (2007), Woningmarktverkenningen Socrates 2006 Ministeries VROM, V&W, LNV, EZ en IPO, VNG en Unie van Waterschappen (2007), Maak ruimte voor klimaat! Nationale adaptiestrategie (concept) MNP (2007), Nederland Later. Tweede Duurzaamheidsverkenning-deel Fysieke Leefomgeving Nederland MNP (2007), Nederland en een duurzame wereld. Armoede, klimaat en biodiversiteit, tweede duurzaamheidsverkenning Rakhorst A. (2007), Duurzaam ontwikkelen…een wereldkans RIVM (2005), De significantie van klimaatverandering in Nederland. Een analyse van historische en toekomstige trends (1901-2020) in het weer, weersextremen en temperatuur gerelateerde impact-variabelen RIVM (2005), Greenhouse Gas Emissions in the Netherlands 1990-2003 National Inventory Report 2005 RPB/MNP (2007), De ruimtelijke vraagstukken van de toekomst voor de beleidsagenda van nu RPB (2008), Parkeerproblemen in woongebieden, oplossingen voor de toekomst SCP (2008), Overwegend onderweg VROM-raad (2007), De hype voorbij: klimaatverandering als structureel ruimtelijk vraagstuk
93 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
Colofon Samenstelling en redactie Gemeente Dordrecht, Stads Bestuurs Centrum Onderzoekcentrum Drechtsteden, Servicecentrum Drechtsteden, afdeling Communicatie Advies en Middelen.
Bronnen Hoofdstuk 5 - - - - - - - - - - - - - - - -
Vormgeving en opmaak
Commissie Toekomst Lokaal Bestuur (2006), Wil tot Verschil, Gemeenten in 2015 Interbestuurlijke taakgroep gemeenten (2008), Vertrouwen en verantwoorden, Voorstellen voor decentralisatie en bestuurskracht Ministerie BZK (2006), De toekomst van het decentrale bestuur, het decentrale bestuur van de toekomst Partners + Pröpper (2005), Trendstudie - Samenwerking decentrale overheden Raad voor het Openbaar Bestuur (2007), De gedifferentieerde eenheidsstaat. Advies over uniformiteit en pluriformiteit in het openbaar bestuur RMO (2008), De ontkokering voorbij VGS & VSB (2006), Sterke gemeente binden VGS & VB (2007), Over bestuurskracht en maatschappelijke veerkracht VNG (2007), Regie werkt! Gemeentelijke praktijkvoorbeelden VNG (2008), Voorzetten voor decentralisatie WRR (2006), De verzorgingsstaat herwogen WRR (2006), Lerende overheid. Een pleidooi voor probleemgerichte politiek WRR (2007), De toekomst van de nationale rechtsstaat WRR (2008), Innovatie vernieuwd, opening in viervoud www.horizontalisering.nl www.inaxis.nl (innovatie lokaal bestuur)
94
Impuls Publiciteit, Alblasserdam
Fotografie Jean-Michel van Braak, Fotografie Piet Mes, Jarko de Witte van Leeuwen, e.a.
Druk DeckersSnoeck, Antwerpen,België Dit boekje is met zorg samengesteld niettemin kunnen hieraan geen rechten worden ontleend Copyright © 2008, gemeente Dordrecht Alle rechten voorbehouden. Eerste druk november 2008
95 | Trends Toekomst van Dordrecht. Dordtse Dialogen
96