- Factsheet Trendonderzoek: Alcoholkennis bij jongeren tussen 12 en 25 jaar NIGZ, Project Alcohol Voorlichting en Preventie 3 juli 2003
Inleiding
Het NIGZ voert elk jaar, als onderdeel van het Alcohol Preventie Project, een jongerencampagne uit, gericht op het terugdringen van overmatig alcoholgebruik. Onderdeel van deze jongerencampagne is een kennistest. Jongeren die door het NIGZ worden opgeleid tot voorlichter, geven aan de hand van deze kennistest voorlichting aan hun leeftijdsgenoten. Ook op de vele festivals zijn de jongerenvoorlichters te vinden. Zo'n 2500 jongeren namen dit jaar al deel aan de alcohol kennistest die door de jongerenvoorlichters werd afgenomen tijdens festivals (o.a. Pinkpop). Ongeveer 1400 jongeren waren bereid deze kennistest weer bij de voorlichters in te leveren. 1162 van hen waren in de leeftijd van 12 tot 25 jaar, de leeftijd waarop de alcoholmatigingscampagne voor jongeren van het NIGZ zich vooral richt. Dit verslag bericht over de alcoholkennis van deze 1162 jongeren.
Alcohol Kennistest voor jongeren 2003 De kennistest bestaat uit 10 vragen. Het betreft meerkeuzevragen waarbij de jongeren konden kiezen uit 3 antwoorden. Hieronder vindt u de gestelde vragen (de juiste antwoorden worden cursief weergegeven): 1)
Waar zit de meeste alcohol in: in een glaasje wodka of in een glas bier?
a.
In een standaardglas bier, wijn of sterke drank zit evenveel alcohol
b.
In wodka, omdat het sterke drank is
c.
In bier, omdat een bierglas veel groter is dan een borrelglaasje
2)
Hoe lang zit de alcohol nog in je bloed nadat je een glas bier hebt gedronken?
a.
0,5 à 1 uur
b.
1 à 1,5 uur
c.
Ligt er aan hoe goed je lichaam tegen alcohol kan
3)
Waarom is het levensgevaarlijk om binnen enkele uren 20 glazen bier of een liter sterke drank te drinken?
a.
Je lever stopt na ongeveer 10 glazen met de afbraak van alcohol
b.
Je kunt stikken door een ademhalingsstilstand, of een hartstilstand krijgen
c.
Je kunt een maagbloeding krijgen
4)
Wat is een black-out als gevolg van het drinken van alcohol?
a.
Even flauwvallen
b.
Tijdelijke hersenstoornis door te veel alcohol
c.
Vergeetachtigheid door dronkenschap
5)
Wat is de invloed van overmatig drinken op het hebben van seks?
a.
Mannen krijgen eerder een erectie
b.
Vrouwen krijgen minder zin in seks
c.
Mannen en vrouwen vrijen eerder onveilig
6)
Hoe word je weer sneller nuchter?
a.
Goed eten voor of tijdens het stappen
b.
Na het drinken veel bewegen (fietsen e.d)
c.
Geen van bovenstaande helpt
7)
Na het drinken van hoeveel glazen alcohol neemt je beoordelingsvermogen af?
a.
Na 2 glazen
b.
Na 10 glazen
c.
Verschilt per persoon; ligt er aan hoe goed je tegen alcohol kunt
8)
Bij agressie in het uitgaansleven is vaak sprake van middelengebruik. Hoeveel procent van deze agressie wordt veroorzaakt door alcohol en/of drugs?
a.
86% door drugs en 14% door alcohol
b.
86% door alcohol en drugs en 14% door drugs
c.
86% door alcohol en 14% door een combinatie van drugs en alcohol
9)
Wanneer ben je volgens de arts een zware drinker?
a.
1 keer per week 6 glazen of meer op 1 avond
b.
1 keer per week 8 glazen of meer op 1 avond
c.
1 keer per week 10 glazen of meer op 1 avond
10)
Hoeveel drinkt een jongere in de leeftijd van 15-25 jaar gemiddeld per week?
a.
37 glazen per week
b.
20 glazen per week
c.
8 glazen per week
De resultaten van het trendonderzoek Alcoholkennis De respondenten die deelnamen aan de hier beschreven alcohol kennistest hadden een gemiddelde leeftijd van 19,6 jaar, allen waren tussen de 12 en 25 jaar oud. 48,5% van de totale groep bestond uit vrouwen, 51,5% was van het mannelijke geslacht. Gemiddeld werden 4,2 vragen fout beantwoord, de overige 5,8 vragen werden aldus goed beantwoord. Het aantal vragen dat goed beantwoord wordt is even groot voor mannen en vrouwen. Terwijl er geen verband werd gevonden tussen geslacht en het percentage goed beantwoorde vragen, was dat wel het geval voor leeftijd. Er is een statistisch significant verband gevonden tussen leeftijd en het percentage goed beantwoorde vragen (correlatiecoëfficiënt is .19, p < .01). Naarmate men ouder wordt beantwoordt men gemiddeld meer vragen goed. In figuur 1 is het gemiddelde aantal goed en fout beantwoorde vragen te zien voor de groep van 12 t/m 20 jaar (steekproefgrootte 697), vergeleken met de groep van 21 t/m 25 jaar (steekproefgrootte 465). De jongste groep heeft gemiddeld 4,4 vragen fout, de oudere groep nog slechts 4. De jongste groep heeft gemiddeld 5,5 vragen goed beantwoord, de oudere groep 6,1.
Figuur 1
Gemiddeld aantal vragen
Gemiddeld aantal vragen fout of goed, per leeftijdsgroep 8 6
6,1
5,5
4,4
4
4
fout goed
2 0 1
2
Leeftijdsgroepen (1 = 12-20 jaar, 2 = 21-25 jaar)
Wanneer per vraag wordt bekeken welk percentage van de respondenten deze fout beantwoordt, valt een aantal dingen op (zie Figuur 2).
Figuur 2
Percentage jongeren
Percentage jongeren dat de vragen fout of goed beantwoordt 100 80 60
fout
40
goed
20 0 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Vraagnummers
Maar liefst zeven vragen worden fout beantwoord door meer dan 30% van de jongeren. Dat betreft de vragen 3, 4, 6, 7, 8, 9, en 10. Bij drie vragen is het percentage jongeren dat de vraag fout beantwoordt hoger dan 60%. Dat betreft vraag 3 (82,1% fout), vraag 9 (69,4% fout) en vraag 10 (73,7% fout). De kennis van de jongeren laat daarmee vooral te wensen over als het gaat om (a) het gevaar dat een grote alcoholconsumptie in korte tijd met zich mee kan brengen, (b) de definitie van een zware drinker en (c) de inschatting van het gemiddelde alcoholgebruik van jongeren in hun eigen leeftijd.
De sociale drinknorm Met betrekking tot vraag 10, die door 73% van de jongeren fout wordt beantwoord, denkt 63% dat jongeren gemiddeld 20 glazen per week drinken; 10% denkt dat jongeren gemiddeld 37 glazen per week drinken. In werkelijkheid worden door jongeren in de leeftijd van 15-25 jaar gemiddeld 7,7 (in 2002) tot 10,1 (in 2001) glazen per week gedronken (Van der Laan & Frerichs, 2003; De Pauw, 2001). Deze overschatting van het alcoholgebruik van hun leeftijdgenoten kan ertoe leiden dat de jongeren zelf aangezet worden tot een hoger drankgebruik. Bekend is namelijk dat het gedrag van leeftijdgenoten en vrienden, en dus ook de subjectieve inschatting van dat gedrag, invloed kunnen uitoefenen op het eigen gedrag (Oostveen, Knibbe & De Vries, 1996; Prentice & Miller, 1993). De relatie tussen de inschatting van het drankgebruik van jongeren in het algemeen en hun eigen drankgebruik werd in het hier beschreven trendonderzoek echter niet gemeten. Wanneer deze relatie in een vervolgonderzoek zou worden aangetoond, biedt deze interessante nieuwe aanknopingspunten voor alcoholmatigingsinterventies. De zogenaamde 'normsettingmethode' (zie bijvoorbeeld Perkins, 2002) waarin deze subjectieve sociale normen van jongeren worden bijgesteld, zou dan een interessante optie worden.
Conclusie1 Het is redelijk gesteld met de kennis die jongeren in de leeftijd van 12-25 jaar hebben over alcohol, gemiddeld 5,8 van de 10 kennisvragen worden goed beantwoord. Jongens beantwoorden evenveel vragen goed als meisjes. De kennis over alcohol neemt toe naarmate de leeftijd toeneemt. Toch worden gemiddeld nog steeds 4,2 van de 10 vragen fout beantwoord door de jongeren. Bovendien is er een aantal vragen waar de score van de jongeren aanmerkelijk verbeterd zou kunnen worden. Met name de kennis van de jongeren over (a) het gevaar dat een grote alcoholconsumptie in korte tijd met zich mee kan brengen, (b) de definitie van een zware drinker en (c) de inschatting van het gemiddelde alcoholgebruik van jongeren in hun eigen leeftijd, dient te worden bijgespijkerd. Het blijft van belang door middel van massamediale campagnes en interpersoonlijke interventies aandacht te besteden aan het alcoholgebruik van jongeren. Het doen toenemen van de kennis over alcohol is daartoe een eerste stap.
Literatuur Laan, N. van der & Frerichs, R. (2003). Evaluatie campagne “Ben jij sterker dan drank?”. Amsterdam: NIPO. Oostveen, T., Knibbe, R. & Vries, H. de (1996). Social influences on young adults’ alcohol consumption: norms, modelling, pressure, socializing, and conformity. Addictive Behaviors, 21, 187-197. Pauw, E. de (2001). Evaluatie campagne “Ben jij sterker dan drank?”: Jongeren houden een zwak voor alcohol. Amsterdam: NIPO. Perkins, H.W. Social norms and the prevention of alcohol misuse in collegiate contexts. Journal of studies on alcohol, 14, 164-171. Prentice, D.A. & Miller, D.T. (1993).Pluralistic ignorance and alcohol use on campus: some consequences of misperceiving the social norm. Journal of Personality and Social Psychology 64, 243-256.
Bij het trekken van conclusies uit het hier vermelde onderzoek, moet rekening gehouden worden met het feit dat het gaat om een trendonderzoek dat niet aan alle eisen van een wetenschappelijk onderzoek voldoet. Zo is er geen informatie verzameld over het opleidingsniveau van de respondenten en werd de steekproef niet gestratificeerd naar leeftijd en geslacht. Daarnaast werd de kennistest door de jongeren ingevuld tijdens een festival en werd er mogelijk minder nauwkeurig en geconcentreerd gewerkt dan in goede onderzoeksomstandigheden. Het onderzoek biedt wel indicaties over de alcoholkennis van jongeren. Vervolgonderzoek is nodig om te komen tot meer algemene uitspraken over de alcoholkennis en zou ook kunnen ingaan op het verband tussen alcoholkennis en het eigen alcoholgebruik. 1