Trendanalyse 2015 Economic Board Utrecht (EBU) Februari 2015
"Complexity, fragility and uncertainty are potentially ending an era of economic integration and international partnership that began in 1989. What is clear is that we are confronted by profound political, economic, social and, above all, technological transformations. They are altering longstanding assumptions about our prospects, resulting in an entirely "new global context" for decision-making." Aldus de inleiding op het World Economic Forum dat van 21-24 januari 2015 plaatsvond in Davos. Volgens opinieleiders liggen er grote opgaven te wachten op een slimme oplossing: economische groei, duurzaamheid en milieu, financiële systemen, gezondheid voor iedereen, sociale ontwikkeling, en veiligheid in de meest brede zin. Oplossingen vragen nieuwe allianties, nieuwe vormen van samenwerking en nieuwe vormen van financiering. Technische oplossingen zijn vaak al voorhanden, maar wie giet die in nieuwe toepassingen? En wie is bereid om rondom die nieuwe toepassingen zijn businessmodel opnieuw in te richten? Wie is bereid om voor die nieuwe toepassingen zijn medewerkers nieuwe kennis te laten aanleren? Wie is bereid om voor deze nieuwe toepassingen oude wet- en regelgeving in de ijskast te zetten of zelfs te veranderen? Het nieuwe jaar biedt voldoende uitdagingen en kansen voor wie wil werken aan vernieuwing. De EBU schakelt in deze eerste trendanalyse bewust op verschillende niveaus. We stippen een aantal mondiale trends aan die ook zullen landen in Nederland en Utrecht. We gaan in op een aantal trends die kenmerkend zijn voor Nederland en die zullen landen in Utrecht. Waar dat kan, op basis van beschikbare cijfers of signalen, gaan we in op vooruitzichten voor Utrecht.
Vooruitzichten 2015: algemeen Economie Het Centraal Planbureau (CPB) voorziet voor 2015 in Nederland een broos herstel van de economie. Na een zeer magere economische groei van 0,75% in 2014, klimt deze in 2015 weer op naar 1,5%. De consumptie van huishoudens klimt van 0% naar 1,25%. Daarmee krijgt het economisch herstel ook een breder draagvlak: ze wordt niet alleen gestut door export maar nu ook door bedrijfsinvesteringen en consumptie van huishoudens. De economie van provincie Utrecht toonde zich de afgelopen jaren minder veerkrachtig dan de landelijke economie: door de beperkte export kon Utrecht niet profiteren van een herstel van de buitenlandse handel. ING en Rabobank voorspellen voor Utrecht in 2015 een
economische groei die boven het landelijk gemiddelde van 1,5% ligt. Aanjagers zijn de ICTsector, zakelijke diensten en de groothandel. Een op de vijf Utrechtse ondernemers verwacht een stijging van de omzet in het eerste kwartaal van 2015. Door de grote invloed van de groothandel in de economie van Gooi en Vechtstreek wordt deze regio volgens Rabobank de groeikampioen van 2015.
technische en industrieberoepen, in economischadministratieve beroepen en in verzorgende en dienstverlenende beroepen. Een zeer snelle stijging is zichtbaar in de IT-vacatures; voor de hele Randstad is het moeilijk om te voorzien in voldoende IT’ers. Actie is hier geboden.
Technologieën Digitale connectiviteit is het sleutelbegrip voor 2015. Het 'internet of things' staat op het punt van doorbreken - al werd dat enige jaren geleden ook gepredikt. Maar de prijzen van chips en sensors zijn gedaald en de noodzakelijke wired en wireless connectivity is nu beter op orde dan toen. Internet of Things focust nu op sport, gezondheid, mobiliteit en smart homes. Internetgigant Google investeert in wearables, slimme energiemeters en zelfsturende auto's. Autoconcerns (Volvo, Daimler, Audi, BMW, Nissan) houden proeven met autonoom rijdende voertuigen; Singapore én Wageningen bieden hun publieke wegennet hiervoor aan. De simpelste toepassing is vanaf oktober 2015 verplicht in nieuwe auto's: eCall geeft bij calamiteiten automatisch een signaal af aan hulpdiensten. Ook Utrecht heeft belangstelling voor autonoom vervoer.
Arbeidsmarkt Het CPB verwacht landelijk een lichte daling van de werkloosheid van 6,75% in 2014 naar 6,5%1 in 2015.2 Dat betekent dat nog steeds 570.000 mensen geen werk hebben, meer dan het aantal inwoners van de gemeenten Utrecht en Eindhoven samen. De werkgelegenheid in de marktsector groeit in 2015 met 0,75%. Fluctuaties in de productie zijn opgevangen met groei van de flexibele schil en met productiviteitsstijging van het zittende personeel. Deze productiviteitsstijging is positief: Nederland loopt op dit punt internationaal gezien namelijk achter.
Connectiviteit is ook een drager voor de verdere adoptie van 3D-printers, zowel voor particulier als zakelijk gebruik. Open netwerken van 3D-printers kunnen voorzien in productiecapaciteit-ondemand, waarbij ook software en designs publiek beschikbaar zijn. Smart industry, waarin connectiviteit van productiesystemen en robots centraal staan, heeft vergaande consequenties voor ook de regionale maakindustrie. Connectiviteit is tevens essentieel bij de doorontwikkeling van 'smart cities', waar slimmer met energie, afvalstromen, mobiliteit, veiligheid en publieke diensten wordt omgegaan.
Het aantal banen in de provincie Utrecht nam af sinds het hoogtepunt in 2011. Tussen 2011-2014 gingen 20.000 banen verloren. Zowel CBS als UWV becijferden dat vooral banen op middelbaar niveau verdwenen. Door het economisch herstel voorspelt ING voor provincie Utrecht een daling van de werkloosheid met 0,3%-punt in 2015. Het UWV ziet het aantal vacatures -soms forsstijgen. In arbeidsmarktregio Midden-Utrecht steeg het aantal nieuwe vacatures met 35,2%, in regio Amersfoort met 15,9% (december 2014 t.o.v. december 2013). In zowel de arbeidsmarktregio Amersfoort als Midden-Utrecht zijn de meeste vacatures te vinden in de
Adviseur Deloitte wijst er echter op dat het internet of things van grotere betekenis is voor bedrijven dan voor consumenten. Inzicht in real time energieverbruik of (mobiliteits)gedrag van grote aantallen gebruikers vormt basismateriaal voor ontwikkelaars van producten en diensten. Het gebruik van 3D printers zal m.n. in industrie en medische technologie ingang vinden, niet in particuliere huishoudens. Deze afhankelijkheid van digitale connectiviteit stelt hoge eisen aan digitale infrastructuur. Veel aandacht is in Nederland tot dusver uitgegaan 2
CPB hanteert de internationale definitie van werkloosheid: een werkzoekende die voor minimaal 1 uur/wk op zoek en beschikbaar is voor werk. Ook het CBS hanteert met ingang van 2015 deze definitie; voorheen lag de grens bij 12u/week.
In bijvoorbeeld Spanje bedraagt de werkloosheid 23,9%, in Italië 13,4%, in Oostenrijk 4,9% (bron: OECD)
1
2
naar aanleg van glasvezel, maar de nieuwe connectiviteit leunt ook op snel mobiel internet. Nu de uitrol van het 4G-mobiel netwerk nagenoeg is voltooid, wil Londen al in 2020 het eerste stedelijke 5G-netwerk in de lucht hebben. De groeiende connectiviteit roept ook urgente vragen op over dataveiligheid, datatoegankelijkheid en privacy, en de mate waarin wetten en regels mee-ademen met digitalisering (bv. big data voor veiligheid, energie en zorg), nieuwe businessmodellen (bv. autodelen via SnappCar en Uber, woningverhuur via Airbnb) en nieuwe technologie (bv. autonoom vervoer en chauffeursaansprakelijkheid).
die zich richten op snelle groei op de korte termijn, naast (familie)bedrijven die vernieuwing koppelen aan voortbestaan op de lange termijn, naast ondernemers die gericht zijn op fundamentele transities in productie en samenleving. Sommige ondernemers willen groeien in omzet, anderen willen groeien in deskundigheid, anderen willen bijdragen aan een andere wijze van zaken doen. Sommige ondernemers zijn bewust kleinschalig en zeer innovatief, andere kiezen voor grootschaligheid en massa. Ondernemers zoeken naar effectieve vormen van samenwerking voor innovatie, over de grenzen heen van sectoren en schaalgrootte. Het Utrecht University Social Entrepreneurship Initiative bundelt kennis over deze nieuwere vormen van ondernemerschap.
Management en ondernemerschap De toenemende afhankelijkheid van (digitale) technologieën leidt tot een groei van het aantal managers en ondernemers met zowel een technische als een bedrijfskundige achtergrond. Succesvolle managementteams verenigen deze kennis, laten ook Nederlandse voorbeelden als Adyen (online micropayments) zien. Tevens groeit echter het aantal ondernemers en managers dat aandacht heeft voor waardecreatie op zowel zakelijk als maatschappelijk vlak. Zij zien brood in een verschuiving van shareholder value naar stakeholder value. Groen en sociaal ondernemen zijn geen thema's meer voor idealisten zonder commercieel gevoel. De markten voor duurzaam ondernemen groeien door de toenemende aandacht voor grondstoffen en energie. De markten voor sociaal ondernemen groeien met de inwerkingtreding van het nieuwe arbeidsmarktbeleid per 1 januari 2015.
Economisch beleid Het traditionele beeld van "de" ondernemer gericht op groei en winstmaximalisatie is dus niet langer houdbaar, en daarmee ook menig beleidsen financieringsinstrument. De technologische ontwikkelingen halen oude businessmodellen en sectoren onderuit. Ze dwingen echter ook tot permanente verversing van net nieuwe businessmodellen, producten en diensten. Nederland staat internationaal bekend als een goede proeftuin voor digitale diensten: nagenoeg iedereen heeft (breedband)internet, consumenten adopteren snel nieuwe gadgets en producten, bovengemiddeld veel Nederlandse ondernemers zijn bezig met e-business. Nieuwe technologieën hebben ook gevolgen voor arbeidsmarktkwalificaties. Curricula op alle niveaus moeten daarvoor worden aangepast, geflexibiliseerd en beter worden geïntegreerd met de praktijk. Een leven lang leren wordt serieuze noodzaak, en dat kan op veel meer manieren dan alleen in de schoolbanken.
Ook financieringsvormen bewegen inmiddels mee. Traditionele bancaire financiering en venture capital worden inmiddels aangevuld met crowdfunding: rechtstreeks vanuit particulieren via bottom-up platforms (zoals het Utrechtse geldvoorelkaar.nl) of via platforms van bijvoorbeeld verzekeraars als ASR/De Amersfoortse (doorgaan.nl) en banken (seeds.nl van ABN Amro). Kredietunies bemiddelen tussen ondernemers met kredietbehoefte en ondernemers met cash. Het stapelen van financiering wordt voor ondernemers gemeengoed.
Een duidelijke trend in ondernemerschap is toenemende kleinschaligheid. In de provincie Utrecht bestaat inmiddels 70% van het totaal aantal bedrijven uit zzp'ers. Soms is dat noodzaak, vaker is dat een bewuste keuze. Innovatieve ondernemers hoeven niet per sé te groeien in omvang. Steeds vaker werken ze op projectbasis samen, of kiezen ze voor bijvoorbeeld een coöperatievorm waarin specialisten elkaar aanvullen. Deze diversiteit in ondernemerschap heeft ook een ruimtelijke component: er is groeiende behoefte aan kleinschalige en flexibele ruimten die fungeren als kantoor, flexibele werk- en ontmoetingsplek.
Groeiende aandacht is er voor impact investing door bedrijven (bv. social impact bonds van ABN Amro), pensioenfondsen (Pensioenfonds Zorg en Welzijn) en welgestelde particulieren of families. Fondsbeheerders zoeken hier wel naar schaal en meetbaar rendement. Daarmee ontstaat een veel diverser palet aan ondernemers dan ooit. Er blijven ondernemers 3
Samenleving
Gemeenten zoeken ook naar vormen om meer initiatieven vanuit de samenleving en bedrijfsleven te faciliteren, meer ruimte te creëren voor publiek-privaat opdrachtgeverschap.
Met het economisch herstel schuiven ook de zorgen over de economie bij burgers naar de achtergrond. Toch zijn die niet geheel verdwenen. Uit het permanente onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) komt naar voren dat in het vierde kwartaal van 2014 slechts 13% van de lageropgeleiden en mensen met een laag inkomen een verbetering van hun economische situatie verwachtten. Onder hoogopgeleiden lag dit percentage op 33%. Burgers zijn angstiger over de veranderingen in het zorgstelsel, over integratie en immigratie. Hoewel de internationale economie zich in meer (Amerika, Azië) en mindere (Europa) mate herstelt, worden de perspectieven gekleurd door verdere technologisering van arbeid en het beeld van baanloze groei; dat maakt onzeker, het vraagt vernieuwing van samenwerking tussen actoren op de arbeidsmarkt en misschien ook een andere kijk op de betekenis van het hebben van werk. Evenzeer is er gebrek aan overeenstemming hoe met name in de geïndustrialiseerde landen de economische groei weer kan worden gestimuleerd. Vervuiling, extreem weer en gebrek aan schoon water doen een beroep op probleemoplossend vermogen. Wereldwijd groeit tenslotte de behoefte aan goede gezondheidszorg; dit wordt gezien als een van de grootste groeimarkten. Steden blijven groeien: hier concentreren zich economische kansen maar ook ecologische uitdagingen.
Vooruitzichten 2015: Sectoren en thema’s Zakelijke en financiële dienstverlening Voor Utrecht vormen de zakelijke en financiële dienstverlening belangrijke dragers van de regionale economie: ze zijn goed voor 23% van het bruto regionaal product. Beide sectoren stonden de afgelopen jaren fors onder druk. Met het voorzichtig economisch herstel in Nederland dat nu ook doordringt tot de niet-exportsectoren, herstelt ook de zakelijke dienstverlening langzaam. Uitzendbureaus profiteren daar momenteel als eerste van, net als specialistische adviseurs. Wel vragen klanten betere dienstverlening, bv. met inzet van ICT (zoals Transparency Lab) en via servicecontracten. Financiële dienstverleners transformeren naar een nieuwe rol als online dienstverleners. Online bankieren vervangt filialen, baliemedewerkers en callcenters, terwijl veiligheid en stabiliteit van de digitale systemen sleutelfactoren zijn geworden, net als adoptie van nieuwe technologieën (bv. contactloos betalen). Alternatieve financieringsvormen zoals crowdfunding en peerto-peer lending (Kredietunie Midden-Nederland) schudden het financieringsveld op.
Openbaar bestuur Hoewel burgers minder weten over thema's in de gemeenteraad, zijn ze wel tevredener over hun gemeentebesturen dan over bijvoorbeeld de Tweede Kamer, blijkt uit eerder genoemd onderzoek van SCP. 60% van de bevolking volgt het lokale nieuws, terwijl 29% er ook met vrienden of familie over spreekt. Politiek, zorg en vervoer/infrastructuur zijn veelbesproken thema's, net als onderhoud.
IT en telecom De informatie- en communicatiesector vormt bijna 10% van de Utrechtse economie. Meer aandacht voor cybersecurity, intensiever gebruik van data-analyse en transitie naar cloudoplossingen stimuleren de verkoop en ontwikkeling van software. Verwacht wordt dat ook traditionele IT-diensten weer een plus kunnen noteren na jarenlange stabilisatie; Rabobank denkt in Nederland aan 5%.
De decentralisaties op het terrein van werk, jeugd en zorg plaatsen gemeenten voor een driedubbele opdracht: een nieuw takenpakket, waarbij meer maatwerk voor minder geld moet worden geleverd. Ook de invoering van de Participatiewet per 1 januari stelt gemeenten voor nieuwe opgaven: een groter beroep op werkgevers om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt (arbeidsgehandicapten, mensen in de bijstand, Wajongers met arbeidsvermogen) een zinvolle plaats op de werkvloer te geven. Om deze transities te realiseren, organiseren gemeenten regionale, intergemeentelijke samenwerking op ambtelijk en bestuurlijk niveau.
Deloitte verwacht dat in 2015 wereldwijd 60% van de apparaten die data met elkaar kunnen uitwisselen (internet of things) zal worden gekocht door bedrijven. De omzet in hardware en infrastructuur voor het internet of things stijgt met 10-20% per jaar; de omzet in apps, data-analyse en diensten hiervoor stijgt met 40-50% per jaar. Hardware wordt goedkoper (PC's, tablets maar bovenal smartphones). M-health en m-commerce (mobiele apps voor zorg, fitness maar ook online winkelen) nemen een verdere vlucht. In 2015 4
wordt het internationale congres Games4Health weer in Utrecht gehouden.
ingezet voor energieproductie. Minister Blok (Wonen) werkt in de eerste helft van 2015 met marktpartijen de routekaart voor bijnaenergieneutrale nieuwbouw uit. Hypotheekverstrekkers kunnen sinds 1 januari 2015 voor investeringen in nul-op-demeterwoningen 25.000 euro buiten de inkomenstoetsing houden. Utrecht wil in 2015 de allianties samenstellen om 50.000 nul-op-demeterwoningen in de provincie te realiseren.
Groot- en detailhandel De groot- en detailhandel maken 13% van de Utrechtse economie uit, en zijn goed voor ruim 17% van de banen. De groothandel profiteert nu weer mee van de aantrekkende wereldhandel. Tegelijkertijd staan marges onder druk doordat retailers haasje-over spelen en de groothandel bij inkoop overslaan. Nog meer dan in het verleden moet worden ingezet op automatisering en digitalisering, niet alleen om kosten te besparen maar ook om klanten sneller en beter op maat te kunnen bedienen. Daarmee stijgt ook het opleidingsniveau van de medewerkers, bijvoorbeeld in geautomatiseerde magazijnen.
Zorg en life sciences De groeiende welvaart en vergrijzing in de rest van de wereld zorgt ook voor groeiende vraag naar gezondheidszorg. De zorgkosten stijgen dan ook het snelst in Afrika, Azië en het MiddenOosten. Beheersing van de zorgkosten wordt wereldwijd een belangrijk thema. Gezondheid wordt ook een thema dat steeds dichter bij mensen zelf staat en waarover mensen via internet ook steeds meer weten; niet voor niets verwachten techproducenten veel van zogeheten wearables, waarmee mensen hun eigen gezondheid permanent kunnen monitoren (voeding, beweging, slaap, hartslag, bloedsuikerspiegel etc). Dit wordt in de sector al aangeduid met ‘doe-het-zelf’-zorg. De zorg die door zorgverleners wordt geleverd, moet steeds beter en steeds goedkoper zijn. Dat opent de weg naar ondersteunende technologie in instellingen en in huis: sensoren, monitoring, hulp-op-afstand, robots, bewegingsgames. Voor grootschalige toepassing moet de meerwaarde voor zorgverlener en cliënt wel aantoonbaar zijn. Big data en open data bieden kansen om (formele en informele) vraag en aanbod te matchen en beter te prognosticeren; tegelijkertijd is gebruik ervan omkleed met een groot aantal juridische vraagtekens.
De detailhandel heeft in 2014 verschillende ketens zien omvallen (Halfords, Mexx, Siebel); dat zal ook in 2015 nog gebeuren (Thom Broekman). Door de kopersstaking gedurende de crisisjaren zijn winkelformules door hun reserves heen, terwijl ook de verschuiving van offline naar online winkelen slachtoffers eist. Een omnichannelstrategie biedt perspectief maar vraagt forse investeringen in IT en logistiek.
Bouw en vastgoed Ook de bouw- en vastgoedsector is goed voor 13% van de Utrechtse economie; de regio telt een aantal grote bouwbedrijven (Ballast Nedam, BAM, Van Wijnen). De omzet kromp sinds 2008. Ook de werkgelegenheid is teruggelopen, in Utrecht van ruim 41.000 in 2007 naar 35.000 in 2014. Het jaar 2014 leverde weer kleine lichtpuntjes op met een aantrekkende woningmarkt, en transformatie van kantoren naar woningen. De verwachting is dat vanaf de tweede helft van 2015 de bouw de weg naar boven weer vindt, zowel in de woning- als utiliteitsbouw. Ondanks de groei van de markt voor duurzame energiesystemen, hebben installatiebedrijven lastige jaren achter zich, mede door overcapaciteit in de markt. Groei blijft in de markt voor energiesystemen, maar ook in de inbouw van woningautomatisering (domotica).
Voor marktvorsers was 2014 een jaar vol fusies en acquisities in de farma-industrie. Daarmee willen de bedrijven zich vooral voorbereiden op een periode waarin miljarden moeten worden geïnvesteerd in onderzoek naar nieuwe medicijnen omdat oude patenten aflopen.
Aanvullingen?
Energie
Dit overzicht is gebaseerd op publicaties van o.a. nationale planbureaus, UWV, banken, strategisch adviseurs en internationale organisaties. De tekst is afgesloten op 31 januari 2015. Suggesties? Mail onderzoekscoördinator van de Economic Board Utrecht Monique Goddijn:
[email protected]
De lage olieprijs is goed voor de wereldeconomie maar problematisch voor de verdere uitrol van hernieuwbare energie: de druk ontbreekt om te investeren in alternatieven voor fossiele brandstoffen. Nederland heeft internationaal een achterstand in te halen op het vlak van hernieuwbare energie, ook in het licht van het Nationaal Energieakkoord. Bedrijven en onderzoeksinstellingen ontwikkelen bouwmaterialen (glas, beton) die kunnen worden 5