TRANSPARANTIE EN DOELMATIGHEID IN DE REUMAZORG 2015 Monitoring leidt tot betere zorg en doelmatigheid.
TRANSPARANTIE EN DOELMATIGHEID IN DE REUMAZORG 2015
Monitoring leidt tot betere zorg en doelmatigheid.
Empowerment van de patiënt
Patient empowerment
Digitalisatie van gegevens
Digitalization
PREFACE
Transparency in outcomes
An important issue in healthcare that needs attention is taking the patient seriously. Endorsement of the patient’s role should result in an effective health consumer, well informed and able to share decision making together with the healthcare provider. In order to achieve this, three points have to be realized in the near future. Digitalization of the mountain of data in healthcare. patient empowerment and transparency in outcomes. DREAM was founded in 2003 and started with small scale data acquisition on clinical and patient related outcome measures of patients suffering from Rheumatoid Arthritis (RA), treated with expensive medication. This biological registry subsequently evolved into an integral quality management system. In 2013 DREAM presented her first annual report on the Qualityand Eff ectiveness of Dutch Rheumatological Care: “Transparantie en Doelmatigheid in de Reumazorg”. In 2014 the foundation for registration of systemic diseases in the Netherlands introduced a comparable quality management system for the monitoring of systemic lupus erythematosus (DAIRE). In 2014 DREAM was invited to share her knowledge and expertise in RA with other chronic diseases, al immune mediated diseases (IMD). Today we present the following new registries, all under auspices of DREAM: • Colitis Ulcerosa • Crohn’s Disease • Gout • Spondyloarthritis (Bechterew’s Disease) • Psoriatic Arthritis • Juvenile idiopathic arthritis With this 2015 report we are showing that care for chronic diseases is becoming increasingly transparent. This results in a position for the patient to act as an effective health consumer. Moreover, health policymakers and hospitals are provided with all the information they need on effectiveness and variation between clinics. Prof. dr. Piet L.C.M. van Riel, president DREAM Dr. Tim L. Jansen, chairman DREAM.
Transparantie van uitkomsten
VOORWOORD
Een belangrijke thema waar de gezondheidszorg aandacht aan zal moeten geven zijn het versterken van de rol van de patiënt zodat de patiënt een effectieve consument van de gezondheidszorg wordt, die goed geïnformeerd op gelijkwaardige voet met zijn hulpverlener beslissingen kan nemen. Hiertoe is het belangrijk dat de grote hoeveelheid gegevens die in de gezondheidszorg aanwezig zijn digitaal beschikbaar komen en gedeeld kunnen worden met de patiënt. Digitalisatie van de zorgdata is ook noodzakelijk om transparantie te bereiken over de kwaliteit van de geleverde zorg. DREAM is in 2003 op kleine schaal begonnen met het verzamelen van zowel klinische als patiënt gerapporteerde uitkomsten van patiënten met reumatoïde artritis (RA) en behandeld werden met dure geneesmiddelen. Dit RA register is uitgegroeid tot een volledig geïntegreerd kwaliteitsmanagementsysteem. Over de behandeling van RA kon in 2013 voor het eerst een rapport “Transparantie en Doelmatigheid in de Reumazorg” worden gepubliceerd. In 2014 werd door de stichting Registratie Systeemziekten Nederland een vergelijkbaar systeem in gebruik genomen voor de registratie van Systemische Lupus Erythematosus (DAIRE). In 2014 werd aan DREAM de vraag gesteld om onze kennis en ervaring te delen met andere chronische aandoeningen en presenteren wij naast reumatoïde artritis nu de volgende registers onder auspiciën van DREAM: • Colitis ulcerosa • Ziekte van Crohn • Jicht • Spondyloarthritis (Ziekte van Bechterew) • Artritis Psoriatica • Juveniele idiopathische artritis (kinderreuma) Met dit rapport willen we aantonen dat de zorg voor chronisch zieken transparant aan het worden is waardoor de positie van de patiënt als effectieve zorgconsument versterkt wordt en voor de zorgverzekeraar, overheid en ziekenhuizen inzicht wordt gegeven in doelmatigheid en praktijkvariatie. Prof. Dr. Piet L.C.M. van Riel, president DREAM Dr. Tim L. Jansen, voorzitter DREAM
8
TR A N SPA R A N T I E
E N
D O E L MAT I G HEI D
I N
D E
REU MA ZO R G
TR ANSPAR ANTIE
E N
DO E L MATIGH E ID
IN
DE
R E UMAZO R G
9
INHOUDSOPGAVE 1.
ORGANISATION OF DREAM
12
2.
ORGANISATIE VAN DREAM
13
3.
SAMENVATTING
15
4.
SUMMARY
19
5.
METHODEN: DATACOLLECTIE EN DATA CONTROLE
23
6.
NIEUWE REGISTERS
33
7.
RESULTATEN
43
8.
RICHTLIJNEN, KWALITEITSINDICATOREN EN SPIEGELINFORMATIE
53
9.
ONDERZOEK
65
10. DE TOEKOMST
75
BIJLAGE 1: PUBLICATIES DREAM 2007-2015
83
BIJLAGE 2: MIJN REUMACENTRUM
89
TR ANSPAR ANTIE
E N
DO E L MATIGH E ID
IN
DE
R E UMAZO R G
11
1. ORGANISATION OF DREAM
12
2. ORGANISATIE VAN DREAM
Participating hospitals are the members of the DREAM society. Together they share and decide on protocols, research and quality registration. Many hospitals have indicated their intention to participate in DREAM, in one or more registries that are presented during the symposium on September 12th 2015.
DREAM bestaat uit een vereniging DREAM waarin deelnemende ziekenhuizen tezamen inhoudelijke zaken rond zorg, onderzoek en het register kortsluiten. Vele ziekenhuizen hebben aangegeven te gaan participeren in een of meerdere registers die tijdens het symposium Zicht op Zorg worden gepresenteerd.
The DREAM society is led by an elected board: Prof. dr. Piet L.C.M. van Riel, president Dr. Tim L. Jansen, chairman Dr. Reinhard Bos, secretary general Prof. dr. Mart A.F.J. van de Laar, treasurer Dr. Harald E. Vonkeman, chief science officer Dr. A. Egon van der Bijl, member Dr. Corinne E.I. Lebrun, member Dr. Astrid van Tubergen, member drs Femke B.G. Lammers-Karnebeek, member
De vereniging DREAM wordt bestuurd door een gekozen bestuur: Prof. Dr. Piet L.C.M. van Riel, president Dr. Tim L. Jansen, voorzitter Dr. Reinhard Bos, secretaris Prof. Dr. Mart A.F.J. van de Laar, penningmeester Dr. Harald E. Vonkeman, hoofd wetenschappelijk bureau DREAM Dr. A. Egon van der Bijl, lid Dr. Corinne E.I. Lebrun, lid Dr. Astrid M. van Tubergen, lid drs Femke B.G. Lammers-Karnebeek, lid
The financial affairs of DREAM are administrated by an independent foundation subject to the governance code BOZ (Brancheorganisatie zorg). Chairman of the DREAM foundation is ir. H.S.A.G. Cuijpers. Resources of DREAM are from sponsors and grants.
De financiën van DREAM worden beheerd door een stichting met een onafhankelijk bestuur die gehouden is aan de governancecode BOZ (Brancheorganisaties zorg). Voorzitter van de stichting DREAM is ir. H.S.A.G. Cuijpers. De financiën van DREAM zijn afkomstig van sponsors en subsidies.
TR A N SPA R A N T I E
E N
D O E L MAT I G HEI D
I N
D E
REU MA ZO R G
TR ANSPAR ANTIE
E N
DO E L MATIGH E ID
IN
DE
R E UMAZO R G
13
3. SAMENVATTING Weer gezond zijn is de belangrijkste wens van de mens die te maken krijgt met gezondheidsklachten. Voor patiënten lijdende aan chronische ziekten is deze wens van groot belang om te blijven participeren. Optimale gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven is voor de patiëntencategorieën waarvoor DREAM een register heeft of momenteel ontwikkelt van het allergrootste belang. Optimale zorg begint met een snelle en correcte diagnose gevolgd door een effectieve doch doelmatige behandeling. Naast het beschikbaar zijn van effectieve medicijnen is zo correct mogelijke toepassing van medicijnen nodig om een doelmatig behandelresultaat te krijgen. DREAM stimuleert samenwerking tussen de patiënt, zijn/haar arts en andere gezondheidsmedewerkers, door het delen van gedigitaliseerde gegevens over ziektecriteria, ziekteactiviteit en uitkomsten van behandeling zowel vanuit het biomedische als het patiëntenperspectief. Door het delen van de gegevens hebben we kunnen aantonen dat de zorg verbetert en de kosten beperkt blijven. DREAM stimuleert ook het uitwisselen van behandelprotocollen en door spiegelinformatie verbeteren van de zorg. Leren van elkaar en door gebruik te maken van praktijkvariatie het behandelresultaat te laten verbeteren. De kennis van DREAM is gebaseerd op haar jarenlange ervaring met Reumatoïde Artritis. In de DREAM remissie inductie projecten hebben we aangetoond dat door protocollaire behandeling op basis van op remissie gerichte protocollen en regelmatig monitoren van ziekteactiviteit de behandel-
TR ANSPAR ANTIE
E N
DO E L MATIGH E ID
IN
DE
resultaten verbeteren en de kosten zeker niet stijgen. Hierdoor verbetert de doelmatigheid. Onder auspiciën van de Nederlandse Vereniging voor Reumatologie heeft DREAM het landelijke onderzoek naar het stoppen van dure geneesmiddelen (TNF-remmers) bij RA-patiënten in remissie uitgevoerd. Dit onderzoek met het acroniem POEET laat zien dat staken van TNF-remmers vaker leidt tot opvlamming van de ziekte doch dat hervatten weer een goed effect heeft. Met andere woorden staken van TNFremmers bij RA patiënten in remissie is een acceptabele optie die doelmatigheid van zorg kan verbeteren. De kennis en vaardigheden van DREAM worden gedeeld met collega’s die hetgeen bij Reumatoïde Artritis is bereikt ook willen realiseren voor hun patiënten. Tijdens het symposium Zicht op Zorg op 12 september 2014 worden de volgende registers gepresenteerd. • Dr. Frank Hoentjen en dr. Jeroen Jansen, beide MDL-arts, hebben IB-DREAM opgezet om naar analogie van de ervaringen met Reumatoïde Artritis de kwaliteit van de zorg voor patiënten lijdende aan Colitis Ulcerosa of de Ziekte van Crohn te verbeteren. • Dr. Tim Jansen, voorzitter van DREAM en tevens voorzitter van de werkgroep Jicht van de Nederlandse Vereniging voor Reumatologie nam samen met de werkgroep het initiatief voor het Jicht register, wereldwijd het eerste register voor deze aandoening.
R E UMAZO R G
15
3 | SAMENVATTING
3 | SAMENVATTING
•
•
Naast verbetering van zorg gaat dit register starten met een landelijke studie naar de doelmatigheid van de behandeling van de acute jichtaanval en de preventie door normalisatie van de urinezuurstofwisseling. Dr. Astrid van Tubergen en Prof. Dr. Tim Radstake verenigden hun belangstelling voor respectievelijk de ziekte van Bechterew en artritis psoriatica in hun initiatief SpA-Net Prof. Dr. Nico Wulff raat en dr. Joost Swart hebben naast een rol in het Europese register voor kinderreuma (Pharmachild EU) het initiatief genomen om de Nederlandse deel (Pharmachild NL) te organiseren volgens de principes van DREAM. Groot voordeel is naast de wetenschappelijke waarde de verbeterde communicatie tussen kinderen (patiënten), hun ouders, (para)medici en behandelaars in eigen ziekenhuis en in het kinderreumacentrum WKZ door rondom Juveniele idiopathische artritis (kinderreuma) het systeem te delen.
DREAM is in 12 jaar tijd gegroeid van een register waarin gegevens worden opgeslagen van RA-patiënten die behandeld werden met dure geneesmiddelen (TNF-blokkers) tot een kwaliteitsmanagementsysteem waarin uitkomsten van zorg van patiënten lijdende aan RA digitaal worden opgeslagen en gebruikt om de patiënt en de behandelaar te ondersteunen en de best mogelijke behandeling te bereiken. Daarmee is dit initiatief geworden tot een van de voorlopers in de hoog volume zorg dat voldoet aan de verwachtingen voor de toekomst van de gezondheidszorg van de
16
TR A N SPA R A N T I E
maatschappij. De hierboven benoemde initiatieven om het goede voorbeeld te volgen en dezelfde systematiek en organisatie te gebruiken onderschrijft het belang en de potentie voor de toekomst. De uitdagingen voor een initiatief als DREAM om een duurzame bijdrage aan de kwaliteit van zorg te leveren zijn: • Structurele fi nanciering • Draagvlak onder stakeholders • Uniforme uitkomstmaten en • Samenwerking. DREAM heeft de volgende initiatieven genomen: Het gesprek aangegaan met zorgverzekeraars om te komen tot hun inkoop op basis van transparantie op uitkomstmaten. Delen van kennis en ervaring met gelijkgestemde initiatieven en daarmee is reeds bereikt dat het merendeel van de Nederlandse ziekenhuizen al deelneemt dan wel deel gaat nemen aan een of meerdere van onze registers. Ook internationaal zijn reeds contacten waarbij het streven naar uniforme en uitwisselbare uitkomstmaten gedeeld wordt met `The International Consortium for Health Outcomes Measurement` (ICHOM), een non-profit organisatie met als doel de gezondheidszorg internationaal te bewegen op een gestandaardiseerde wijze patiënt gerapporteerde uitkomstmaten “PROMS” te laten meten en rapporteren.
E N
D O E L MAT I G HEI D
I N
D E
REU MA ZO R G
Het belang van samenwerken om de uiteindelijke doelen te kunnen bereiken wordt door DREAM geleeft. In de eerste plaats met onze patiënten en hun belangnbehartigers zoals het NPCF. Maar ook door samen te werken met: • De verzekeraars en hun koepelorganisatie ZN, • De ziekenhuizen en hun koepels NVZ, Santeon, NFU en STZ, • Beleidsinstelling zoals VWS, ZONMW, het kwaliteitsinsitiuut, LAREB en NZA, • Andere registers zoals DICA, IKNL en PSI.
De ambitie van DREAM is om in de toekomst transparantie te verkrijgen voor de hoog volume zorg en daardoor de kwaliteit en doelmatigheid van de zorg voor deze patiënten te verbeteren. We ambiëren kwaliteit en de doelmatigheid van zorg zichtbaar te maken en te optimaliseren niet alleen voor RA maar voor alle indicaties waarvoor DREAM werkt. Samen met andere organisaties willen we werken aan standaardisering en uitwisselbaarheid van gegevens.
TR ANSPAR ANTIE
E N
DO E L MATIGH E ID
IN
DE
R E UMAZO R G
17
4. SUMMARY Regaining health is the primary concern when people are confronted with impairments of their health status. Patients suffering from chronic diseases need to regain an acceptable health status in order to continue participating in society. A good health related quality of life is of utmost importance to the patient categories that have the attention of DREAM. Optimal care starts with an early and correct diagnosis, followed by effective treatment that is cost-eff ective as well. Besides the availability of effective therapy is correct application of treatment mandatory in order to obtain maximal results. DREAM supports the collaboration between the patient, his/her attending physician and other health professionals by sharing digitalized data on diagnosis, disease specific process variables and outcome data. The latter form a biomedical as well as patient related perspective. By sharing data we were able to demonstrate that quality of care improves while costs remain limited. DREAM stimulates the exchange of treatment protocols as well as providing benchmarking information. In this way quality of care is stimulated. Learning by using variation in clinical practices stimulates achieving optimal treatment results beyond education and using the best innovative drugs. The knowledge that DREAM shares is based on longstanding experience in rheumatoid arthritis. In the DREAM remission induction (treat to target) projects we were able to show that protocolled monitoring and treatment improves treatment results while costs remain acceptable. Consequently, the DREAM RA approach is cost effective. Under auspices of the Dutch society for rheumatology DREAM has executed the
TR ANSPAR ANTIE
E N
DO E L MATIGH E ID
IN
national randomized controlled trial on stopping of TNF inhibitors in case of stable remission / low disease activity in RA. The POEET study shows that stopping TNFi more frequently leads to flare of RA disease activity compared to TNFi continuation. However, follow-up of patients after a flare revealed that restarting the TNFi reinduces a beneficial state of remission or low disease activity in nearly all patients. These observations indicate that in RA, stopping TNFi in case of stable remission is an acceptable option that helps costeffectiveness in rheumatological care. The knowledge and expertise of DREAM is shared freely with colleagues that want to translate this to their disease of interest. At the DREAM symposium “Zicht op Zorg” on September 12th 2015 the following registries are presented: •
•
DE
Dr. Frank Hoentjen en dr. Jeroen Jansen, both gastroenterologists, have founded IB-DREAM, analog to the experience in Rheumatoid Arthritis, to monitor and improve the quality of care for patients suffering from inflammatory bowel diseases such as Ulcerative Colitis and Crohn’s disease. Dr. Tim Jansen, chairman of DREAM and Chairman of the working group for gout of the Dutch society for Rheumatology, initiated the gout registry. To the best of our knowledge this registry is the first gout registry worldwide. Apart from monitoring and improvement of quality of care in gout, this registry starts with
R E UMAZO R G
19
4 | SUMMARY
a National study on the efficacy and effectiveness of the treatment of gout flares and of prevention through urate lowering therapy. • Dr. Astrid van Tubergen and Prof. Dr. Tim Radstake share an interest in spondyloarthritis (Ankylosing spondylitis and Psoriatic arthritis) and joined their forces to initiate the spondyloarthritis registry: SpA-Net Anita Witzier, ambassadeur • Prof. Dr. Nico Wulff raat and dr. Joost Reumafonds Swart, parallel to their roles in the European registry for juvenile arthritis (Pharmachild EU) have taken the initiative to organize the Dutch counterpart (Pharmachild NL) according to the principles and experience of DREAM. An important advantage, beside the scientific value, is the improved communication between children (patients), their parents and health professionals in local and central clinics (WKZ Utrecht) by real time sharing of experiences within the system. Over the past 12 years DREAM has grown from a small paper and pencil registry on outcomes of RA patients using biologicals into an integrated quality management system for patients and professionals. Within DREAM patients and professionals can share data on the diagnosis, treatment, disease activity and outcome from a biomedical as well as the patient’s perspective. The system supports both patient and physician in shared decision making leading to the most optimal results. The DREAM approach is one of the first initiatives in high volume healthcare that complies with the expectations and challenges that society poses to the future
20
TR A N SPA R A N T I E
4 | SUMMARY
healthcare system. The initiatives following the DREAM example underscore the importance and potency of this approach for the future. The challenges DREAM faces are: • Structural fi nancing • Basis among stakeholders • Consensus on uniformity of outcome measures • Collaboration DREAM has taken the following initiatives: A dialogue with health insurance companies, the government and other registries on the added value of transparency in relation to selection of healthcare providers by the payer. Sharing of knowledge and experience with comparable initiatives. This has resulted in the majority of Dutch hospitals intending to collaborate in one or more DREAM registries. At the international level we are also collaborating with other registries. Noteworthy is our collaboration with `The International Consortium for Health Outcomes Measurement` (ICHOM), a nonprofit organization, aiming to stimulate international healthcare to develop and implement standardized outcome measures with an emphasis on patient reported outcomes.
E N
D O E L MAT I G HEI D
I N
D E
REU MA ZO R G
The importance of collaboration with other professionals is self-evident. Equally important but less often recognized is collaboration with patients and patient representatives at all levels, i.e. the Nederlandse Patiënten Federatie (NPCF). Other stakeholders whose support is crucial in order to reach our goals are: • Payers: health insurance companies and their organization: Zorgverzekeraars Nederland, • Hospitals and their different organizations: Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen, Santeon and Stichting Topklinische ziekenhuizen and the Nederlandse federatie UMCs, • Health policymakers as there are: the Dutch ministry on Healthcare and related institutions: (VWS, ZONMW, het kwaliteitsinstituut, LAREB and NZA), • Other registries like DICA, IKNL and parelsnoer etc.
DREAM’s ambition is to realize transparency in high volume healthcare and consequently increase quality and effectiveness of care for individual patients as well as for society. This ambition goes beyond RA. Together with other organizations we want to standardize our measurements and databases in order to compare and exchange information.
TR ANSPAR ANTIE
E N
DO E L MATIGH E ID
IN
DE
R E UMAZO R G
21
5
METHODEN: DATACOLLECTIE EN
DIT IS DE KOPTEKST DATACONTROLE BIJ HET HOOFDSTUK
SAMENVATTING
Summary
• DREAM biedt een enorme hoeveelheid informatie
• DREAM offers an enormous amount of information
over het effectief en veilig gebruik van dure
on the effective and safe use of expensive biological
biologische geneesmiddelen.
medication.
• DREAM heeft zeer succesvolle behandelstrategieën ontworpen die gericht zijn op effectief en doelmatig behandelen van reumatoïde artritis. • DREAM maakt het mogelijk om reumapatiënten
• DREAM has designed very successful treatment strategies for the effective and efficient treatment of rheumatoid arthritis. • DREAM facilitates online monitoring of patients. This
online te monitoren. Dit maakt transparant of
makes transparent whether guidelines are being
richtlijnen gevolgd worden.
followed.
• Kwaliteitsindicatoren kunnen online als
• Quality indicators can be shown online as
spiegelinformatie worden weergegeven. De
benchmarks. The resulting transparency stimulates
ontstane transparantie stimuleert de doelmatigheid
efficient use of resources and initiates a cycle of
en initieert de verbetercyclus.
improvement.
• DREAM staat voor kwaliteit en betrouwbaarheid
• DREAM is dedicated to the quality and reliability of
van data. DREAM centra worden gevisiteerd om de
the data. All DREAM centres are visited to monitor
data te monitoren. Om variaties tussen metingen
the data. To reduce variability between disease
van ziekteactiviteit te minimaliseren worden alle
activity measurements all research nurses are trained
verpleegkundigen halfjaarlijks getraind. • DREAM maakt clinical auditing in de reumatologie
half-yearly. • DREAM facilitates clinical auditing in rheumatology, a
mogelijk, een verbetercyclus op alle niveaus van de
cycle of improvement on all levels of rheumatologic
reumazorg.
care.
5 | METHODEN: DATACOLLECTIE EN DATACONTROLE
5 | METHODEN: DATACOLLECTIE EN DATACONTROLE
3000
2500 2000
Onderzoek van dagelijkse praktijk Hoewel de biologicals in gerandomiseerde klinische studies indrukwekkende effectiviteit en gunstige bijwerkingsprofielen laten zien, is het zo dat in de dagelijkse praktijk de werkzaamheid en bijwerkingen anders uit kunnen pakken. Voor klinische studies zijn de patiënten meestal namelijk streng geselecteerd. Het zijn bijvoorbeeld vaak relatief jonge gezonde patiënten, terwijl in de dagelijkse praktijk de patiënten vaak ouder zijn, met veel bijkomende aandoeningen en medicijngebruik. Ook duren klinische
24
DREAM Op initiatief van Prof. Dr. Piet van Riel is de afdeling reumatische ziekten van het St Radboud UMC Nijmegen in 1985 begonnen met het systematisch monitoren van reumapatiënten. Gegevens over de ziekteactiviteit, de verschillende behandelingen en optredende bijwerkingen en complicaties werden vastgelegd in een elektronische database. Hieraan werd in 2003 de Dutch Rheumatoid Arthritis Monitoring (DREAM) studie toegevoegd. DREAM onderzoekt specifiek de werkzaamheid en veiligheid van biologicals in de dagelijkse praktijk. Alle reumapatiënten die voor het eerst een biological gaan gebruiken, worden geregistreerd en gevolgd. Het DREAM biological register bevat nu ruim 800 individuele patiënten die tot 12 jaar gevolgd zijn en biedt een enorme hoeveelheid informatie over het gebruik van biologicals in de dagelijkse praktijk.
TR A N SPA R A N T I E
E N
D O E L MAT I G HEI D
I N
D E
REU MA ZO R G
Biological
1000
Remissie-inductie II
Remissie-inductie I
500
2015
2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
0
2001
studies vaak relatief kort, terwijl in de praktijk reumapatiënten jarenlang worden behandeld. Daarom blijven er veel belangrijke vragen onbeantwoord. Observationeel onderzoek in de dagelijkse praktijk kan belangrijke vragen beantwoorden over de werkzaamheid en veiligheid bij het langdurig gebruik van deze biologische geneesmiddelen. Met de biosimilars zijn relatief weinig klinische studies gedaan. Ook hier zal observationeel onderzoek in de dagelijkse praktijk vragen over de werkzaamheid en veiligheid moeten beantwoorden.
1500
2000
Dure geneesmiddelen De oorzaak van reumatoïde artritis is nog niet opgehelderd. Inzichten in het ontstaan van de ziekte zijn echter wel zover gevorderd dat het nu mogelijk is om de ziekte te behandelen met geneesmiddelen die gericht ingrijpen in de ontspoorde ontstekingscascade. We kunnen als het ware microchirurgie van het immuunsysteem verrichten. Deze zogenoemde biologische geneesmiddelen (biologicals) zijn de tumor necrose factor-alfa remmers (anti-TNF), zoals infliximab, etanercept, adalimumab, golimumab en certolizumab pegol, de CD20 remmer rituximab, de CD80 remmer abatacept en het anti-IL6 tocilizumab. Al deze genoemde middelen zijn in Nederland toegelaten voor de behandeling van reumatoïde artritis. Ze vallen onder de dure geneesmiddelen. De ontwikkelingen staan ook niet stil. Er worden steeds nieuwere biologicals ontwikkeld, waarvan enkele de komende jaren beschikbaar zullen komen. Daarnaast worden ook biologicals nagemaakt. Deze zogenoemde biosimilars komen beschikbaar als alternatief voor bestaande middelen.
DREAM-RA totaal
Figuur 5.1 Resultaten 2015 Het DREAM register bevat nu ruim 2600 individuele reumapatiënten die tot 12 jaar gevolgd zijn en biedt een enorme hoeveelheid informatie over het beloop van reuma en het effect van de verschillende behandelingen.
Doelmatige behandelstrategieën Door een interuniversitair samenwerkingsverband met het ReumaCentrum Twente van Medisch Spectrum Twente en de Universiteit Twente in Enschede heeft DREAM zich verder ontwikkeld dan alleen een register voor biologicals. Het DREAM samenwerkingsverband heeft zich ten doel gesteld de kwaliteit van de patiëntenzorg te verhogen en het wetenschappelijk onderzoek in de reumatologie te stimuleren. De participerende DREAM ziekenhuizen hebben zich verenigd in dit doel. Er zijn nieuwe cohorten gestart die gebaseerd zijn op de principes van ‘treat-to-target’ (T2T). Hierbij worden patiënten met reumatoïde artritis intensief gemonitord en behandeld. De behandelstrategieën zijn toegesneden op de individuele patiënt, waarbij getracht wordt om de ziekteactiviteit zo snel mogelijk onder controle te krijgen. Er worden doelen gesteld en de behandeling wordt op vaste meetmomenten geprotocolleerd aangepast als deze doelen niet worden gehaald. Het concept van T2T komt voort uit de behandeling van hoge bloeddruk en diabetes mellitus waar het zeer effectief is gebleken.
TR ANSPAR ANTIE
E N
DO E L MATIGH E ID
IN
DE
De resultaten van de eerste 850 reumapatiënten laten zien dat met T2T ruim 60% van de patiënten binnen een jaar remissie bereikt. Ze hebben dan eigenlijk geen klachten meer. Dit is een significante verbetering ten opzichte van de 30% die remissie bereikt met een reguliere behandeling. Op dit moment kijkt DREAM met een tweede groep reumapatiënten of deze resultaten nóg beter kunnen. De resultaten van de eerste 200 patiënten in deze tweede groep laten zien dat met T2T en een combinatie van medicijnen zelfs bijna 80% van de patiënten binnen een jaar remissie kan bereiken. Binnen de behandelstrategieën wordt doelmatig omgegaan met middelen. Er wordt gebruik gemaakt van goedkope medicijnen als het kan en dure medicijnen als het moet. De nieuwe behandelwijze blijkt op korte termijn duurder, maar wel kosteneffectief. Op langere termijn worden zelfs kosten bespaard.
R E UMAZO R G
25
5 | METHODEN: DATACOLLECTIE EN DATACONTROLE
Vergelijkende studies Binnen het DREAM samenwerkingsverband kunnen vergelijkende studies worden verricht naar effecten en doelmatigheid van verschillende behandelstrategieën in de praktijk. Zo is een studie verricht naar de effecten van verschillende biologicals (abatacept, rituximab en tweede TNF blokker bij reumapatiënten bij wie een eerste TNF blokker faalde: de DREAM Time studie).
5 | METHODEN: DATACOLLECTIE EN DATACONTROLE
Stop studies De Nederlandse Vereniging voor Reumatologie heeft in samenspraak met het ministerie van VWS het initiatief genomen tot een TNF stop-studie bij reumapatiënten die langdurig in remissie zijn. Deze landelijke studie (de POEET studie) is recent afgerond. Er deden ruim 800 reumapatiënten mee uit 47 verschillende ziekenhuizen in Nederland. De studie werd gecoördineerd door DREAM. Een overzicht van ziekenhuizen die via DREAM participeren in het POEET onderzoek is te zien in figuur 2.
70 60 50 40
Remissie-inductie
30
Biological
20 10 0
Algemene gezondheid
Pijn
Figuur 5.2 Resultaten 2015 Kwaliteit van leven in beide cohorten op het moment van inclusie, weergegeven als gemiddelde score op de fysieke en mentale component van de SF-36.
26
TR A N SPA R A N T I E
E N
D O E L MAT I G HEI D
I N
D E
REU MA ZO R G
Ziekenhuizen die via DREAM participeren in het POEET onderzoek. Onder sommige nummers vallen meerdere ziekenhuizen, die dicht bij elkaar liggen: 1. Ziekenhuis Gelderse Vallei, Ede; 2. Isala klinieken, Zwolle; 3. Jeroen Bosch Ziekenhuis, den Bosch; 4. Medisch Centrum Leeuwarden, Leeuwarden; 5. Medisch Spectrum Twente, Enschede; 6. Rijnstate Ziekenhuis, Arnhem; 7. Ziekenhuis Zevenaar, Zevenaar; 8. TweeSteden ziekenhuis, Tilburg; 9. St Radboud UMC Nijmegen en St. Maartenskliniek, Nijmegen; 10. Ziekenhuisgroep Twente, Hengelo en Almelo; 11. Saxenburgh Groep, Locatie Röpke Zweers, Hardenberg; 12. Antonius Ziekenhuis West Friesland, Sneek; 13. Universitair Medisch Centrum Groningen en Martini Ziekenhuis, Groningen; 14. Ziekenhuis de Tjongerschans, Heerenveen; 15. Leids Universitair Medisch Centrum, Leiden; 16. Academisch Ziekenhuis Maastricht, Maastricht; 17. Medisch Centrum Parkstad, Heerlen; 18. Orbis Medisch Centrum, Sittard; 19. Laurentius Ziekenhuis, Roermond; 20. Albert Schweitzer Ziekenhuis, Dordrecht; 21. Sint Franciscus Gasthuis, Rotterdam en Maasstad Ziekenhuis, Rotterdam en Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam; 22. Vlietland Ziekenhuis, Schiedam; 23. Universitair Medisch Centrum Utrecht, Utrecht; 24. VU Medisch Centrum, Amsterdam en Academisch Medisch Centrum, Amsterdam en Reade, Amsterdam; 25. St. Jansdal ziekenhuis, Harderwijk; 26. St. Antonius ziekenhuis, Nieuwegein; 27. Bronovo ziekenhuis, Den Haag en Medisch Centrum Haaglanden, Den Haag; 28. Maxima Medisch Centrum, Veldhoven; 29. Gemini ziekenhuis, Den Helder; 30. Medisch Centrum Alkmaar, Alkmaar; 31. Flevoziekenhuis, Almere; 32. Meander Medisch Centrum, Amersfoort; 33. Deventer Ziekenhuis, Deventer; 34. Kennemer Gasthuis, Haarlem; 35. Tergooi ziekenhuis, Hilversum; 36. Spaarne ziekenhuis, Hoofddorp.
TR ANSPAR ANTIE
E N
DO E L MATIGH E ID
IN
DE
R E UMAZO R G
27
5 | METHODEN: DATACOLLECTIE EN DATACONTROLE
Spiegelinformatie Binnen DREAM is het mogelijk om alle reumapatiënten online te monitoren. Dit maakt transparant of de richtlijnen gevolgd worden. Kwaliteitsindicatoren, zoals het percentage van de patiënten dat in remissie is, kunnen online als spiegelinformatie worden getoond aan de DREAM reumatologen. Dan ziet een reumatoloog hoe de eigen prestaties zich verhouden tot die van andere DREAM centra. Deze transparantie maakt het mogelijk om een verbetercyclus op te starten. Het DREAM samenwerkingsverband werkt momenteel aan een systeem van clinical auditing, waarbij DREAM praktijken
5 | METHODEN: DATACOLLECTIE EN DATACONTROLE
gevisiteerd worden door reumatologen uit andere DREAM centra. Aan de hand van spiegelinformatie kan dan samen worden gekeken hoe de praktijkvoering verder kan worden verbeterd. Het DREAM samenwerkingsverband heeft inmiddels deelgenomen aan meerdere onafhankelijke internationale benchmark onderzoeken.
Zo lieten het Quest-RA1 en het ComoRA onderzoek 2
zien dat het Nederlandse behandelresultaat van
120
reumatoïde artritis tot de
100
absolute wereldtop behoort.
80
60
40
20
0
0
50
100
150
200
250
300
350
Aantal patiënten
Figuur 5.3 Resultaten 2014 Het percentage patiënten in het DREAM biological register dat in remissie is bij het meest recente bezoek aan het ziekenhuis, weergegeven per ziekenhuis (rode blokjes). Gemiddeld is ongeveer 58% van deze patiënten in remissie. Er zijn kleine verschillen tussen de ziekenhuizen.
1.
DREAM Ziekenhuizen Momenteel omvat het DREAM samenwerkingsverband 7 verschillende ziekenhuizen in Noord, Oost en Zuid Nederland. Het DREAM register groeit nog en steeds meer ziekenhuizen sluiten zich aan. Inmiddels hebben andere registers, zowel binnen als buiten de reumatologie, de werkwijze van DREAM overgenomen. Deze registers werken samen in de DREAM vereniging. Dataverzameling Dagelijks zijn in het DREAM samenwerkingsverband ruim 35 reumatologen, 20 verpleegkundigen en 10 wetenschappelijke onderzoekers betrokken bij het systematisch verzamelen van gegevens over patiënten met reumatoïde artritis. Jaarlijks worden duizenden vragenlijsten ingevuld over de aard van de reuma, het beloop van de ziekte, bijkomende aandoeningen, de verschillende behandelingen, de effectiviteit van de behandeling, bijwerkingen en complicaties, de kwaliteit van leven van patiënten met reumatische aandoeningen, het fysiek functioneren van patiënten en de kosten van de behandeling. Dit vergt een grote inzet van betrokken patiënten en hulpverleners. Om de logistiek van de deelnemende praktijken zo min mogelijk te verstoren en om kosten te beperken is daarom enkele jaren geleden met technische kennis van de Universiteit Twente een patiëntvriendelijk data entry en data beheersysteem ontwikkeld: MijnReumaCentrum.nl.
Sokka, Tuulikki, et al. “QUEST-RA: quantitative clinical assessment of patients with rheumatoid arthritis seen in standard rheumatology care in 15 countries.” Annals of the rheumatic diseases 66.11 (2007): 1491-1496.
2.
Dougados, Maxime, et al. “Prevalence of comorbidities in rheumatoid arthritis and evaluation of their monitoring: results of an international, cross-sectional study (COMORA).” Annals of the rheumatic diseases 73.1 (2014): 62-68.
28
TR A N SPA R A N T I E
E N
D O E L MAT I G HEI D
I N
D E
REU MA ZO R G
TR ANSPAR ANTIE
E N
DO E L MATIGH E ID
IN
DE
MijnReumaCentrum.nl: patiëntvriendelijke procesondersteuning MijnReumaCentrum.nl ondersteunt de verzameling van gegevens van patiënten door directe invoer door verpleegkundigen, artsen en de patiënten zelf mogelijk te maken. MijnReumaCentrum.nl is webbased, dus via een internetpagina bereikbaar, en is daarmee toegankelijk vanuit ieder ziekenhuis zonder dat er soft- of hardware in het ziekenhuisinformatiesysteem hoeft te worden geïnstalleerd. Het webbased systeem maakt het ook mogelijk dat patiënten zelf thuis hun gegevens kunnen invoeren, vragenlijsten kunnen invullen en hun persoonlijk elektronisch patiëntendossier kunnen inzien. MijnReumaCentrum.nl is gemaakt om het zorgproces te ondersteunen. Omdat gegevens rechtstreeks in de database worden ingevoerd, zijn de resultaten ook direct beschikbaar in de spreekkamer. De arts kan de uitkomsten van vragenlijsten, die de patiënt eerder thuis of ter plekke in de wachtkamer op een tabletcomputer heeft ingevuld, bespreken tijdens het consult. Verpleegkundigen meten de ziekteactiviteit voorafgaand aan het bezoek aan de arts. De arts heeft de resultaten hiervan beschikbaar, grafisch weergegeven in relatie tot eerdere metingen en in relatie met de huidige en eerdere behandelingen. Hiermee wordt het beloop van de ziekte en de gevolgen van de behandeling inzichtelijk voor de arts en de patiënt. De ontstane transparantie stimuleert het doelmatig inzetten van middelen. Het biedt artsen de mogelijkheid om behandelingen te sturen, niet alleen op effectiviteit, maar ook op kwaliteit. Participatie in
R E UMAZO R G
29
5 | METHODEN: DATACOLLECTIE EN DATACONTROLE
MijnReumaCentrum.nl is onderdeel van de emancipatie van patiënten. Het bevordert de informatieoverdracht, het verhoogt betrokkenheid en stimuleert therapietrouw, met als gevolg betere behandelresultaten en grotere patiënttevredenheid. Datakwaliteit DREAM besteedt veel aandacht aan de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de geregistreerde gegevens. Invoer van medische gegevens, zoals de diagnose, de medicatie en het optreden van bijwerkingen, is alleen toegestaan door artsen en verpleegkundigen. Artsen en verpleegkundigen krijgen alleen een inlogcode voor invoer in MijnReumaCentrum.nl als hun identiteit is vastgesteld aan de hand van hun BIG registratie. Patiënten krijgen alleen een inlogcode tijdens persoonlijk contact met hun eigen arts of verpleegkundige.
Alle DREAM centra worden gevisiteerd door een studiecoördinator om de data te monitoren. Er worden steekproefsgewijs datacontroles uitgevoerd: de informatie in de database wordt gecheckt tegen het brondocument en de medische status van de patiënt. Als er discrepanties bestaan wordt de behandelend reumatoloog geconsulteerd. De database zelf wordt frequent gecheckt op inconsistenties en wordt zo nodig gecorrigeerd. Om variaties tussen de metingen van ziekteactiviteit die de verpleegkundigen verrichten te minimaliseren worden alle verpleegkundigen halfjaarlijks getraind door een ervaren reumatoloog. Tijdens deze training worden vijf patiënten gescoord door elke verpleegkundige en de individuele uitkomsten van de gemeten ziekteactiviteit worden vergeleken en met elkaar besproken.
Conclusie DREAM biedt een enorme hoeveelheid informatie over het veilig gebruik van dure biologische geneesmiddelen. Het DREAM samenwerkingsverband heeft behandelstrategieën ontworpen die gericht zijn op het effectief en doelmatig behandelen van reumatoïde artritis. Binnen DREAM is het mogelijk om reumapatiënten online te monitoren. Dit maakt transparant of de richtlijnen gevolgd worden. Kwaliteitsindicatoren kunnen online als spiegelinformatie worden getoond. De ontstane transparantie stimuleert het doelmatig inzetten van middelen. DREAM besteedt veel aandacht aan de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de geregistreerde gegevens. Alle DREAM centra worden gevisiteerd om de data te monitoren. Om variaties tussen metingen van ziekteactiviteit te minimaliseren worden alle verpleegkundigen halfjaarlijks getraind.
TR ANSPAR ANTIE
E N
DO E L MATIGH E ID
IN
DE
R E UMAZO R G
31
Digitalisering van data in registers zal bestaan uit klinische en patiënt gerapporteerde data waardoor de kwaliteit van de patiëntenzorg en transparantie daarover zal verbeteren.
6
Nieuwe DIT IS DE KOPTEKST registers BIJ HET HOOFDSTUK
6 | REGISTERS
IB-DREAM Chronische inflammatoire darmziekten (IBD) omvatten colitis ulcerosa en de ziekte van Crohn. In Nederland hebben ongeveer 75.000 mensen IBD. De chronische ontsteking van de darmwand resulteert in invaliderende opvlammingen, langdurige immunosuppressieve therapie en frequente chirurgische interventies. De ziekte en behandeling hebben grote impact op de kwaliteit van leven van IBD patiënten. Er is relatief weinig bekend over de zorg voor deze patiënten in de dagelijkse praktijk in Nederland. Binnenkort zullen weer nieuwe biologicals en ook biosimilars beschikbaar komen voor IBD, waarover geen gegevens over effectiviteit en veiligheid in de dagelijkse praktijk beschikbaar zijn. Doel van dit project is om een landelijke patiëntenregistratie specifiek voor IBD op te richten (‘IB-DREAM’) om transparantie te verschaffen over de kwaliteit van IBD zorg in Nederland. Er zal prospectief informatie worden verzameld over effectiviteit, veiligheid en kosten van
(nieuwe) farmacologische behandelingen. IB-DREAM zal patiënten en behandelaren feedback geven over ziekteactiviteit, patiënt gerapporteerde uitkomstmaten, bijwerkingen en complicaties van behandelingen, en informatie bieden voor klinische studies en benchmarking aan artsen en centra. Voor het IB-DREAM register zal gebruik gemaakt gaan worden van de kennis, infrastructuur en ICT van eerder ontwikkelde DREAM-registers. IB-DREAM is geïnitieerd door dr. Frank Hoentjen van Universitair Medisch Centrum Nijmegen, dr. Jeroen Jansen van het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis in Amsterdam en dr. Maurice Russel van het Medisch Spectrum Twente in Enschede.
Dure biologicals worden regelmatig voorgeschreven, maar het is niet bekend of dit doelmatig en veilig gebeurd.
TR ANSPAR ANTIE
E N
DO E L MATIGH E ID
IN
DE
R E UMAZO R G
35
6 | REGISTERS
PharmaChild-NL Juveniele Idiopathische Artritis (JIA) is de meest voorkomende reumatische aandoening bij kinderen. JIA komt voor bij 1 op de 1000 kinderen. In Nederland hebben tussen de 2000 en 3000 kinderen JIA. Deze aandoening tast met name de gewrichten aan, wat pijnklachten en op de lange termijn beschadigingen aan de gewrichten kan geven. Ook kunnen de organen aangedaan zijn. De ziekte en behandeling hebben een grote impact op de kwaliteit van leven en de ontwikkeling van kinderen met JIA en hun familie. Er is nog weinig bekend over de oorzaak en verloop van JIA. Om wetenschappelijk onderzoek naar JIA te ondersteunen, wordt een register ontwikkeld. Dit zogenaamde Pharmachild-NL register wordt ontwikkeld voor alle Nederlandse JIA patiënten, hun ouders en hun zorgverleners. De data kunnen gepresenteerd worden op het niveau van de populatie, de zorginstelling en de individuele patiënt (in een Elektronisch Patienten Dossier (EPD)).
Er zal gebruik gemaakt gaan worden van de kennis, infrastructuur en ICT van eerder ontwikkelde DREAM registers en EPD’s. Het EPD zal in co-creatie met JIA patiënten en hun ouders worden ontwikkeld. Dit register is geïnitieerd door prof. dr. Nico Wulffraat en Joost Swart van het Wilhelmina Kinderziekenhuis (onderdeel van het Universitair Medisch Centrum Utrecht).
Met behulp van deze data wordt het zorgproces ondersteund, kan vergelijk plaatsvinden tussen zorginstellingen en kan wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd worden naar de kwaliteit, veiligheid en doelmatigheid van de geboden zorg.
TR ANSPAR ANTIE
E N
DO E L MATIGH E ID
IN
DE
R E UMAZO R G
37
6 | REGISTERS
Gout registry Op initiatief van NVRJichtwerkgroepsvoorzitter dr. Tim Jansen van het ziekenhuis VieCuri te Venlo wordt momenteel het DREAM register voor jicht (Gout registry) opgericht. Jicht is een reumatische ziekte waarbij natriumuraatkristallen neerslaan in en rondom de gewrichten. Het natriumuraat hoopt zich op doordat de urinezuurstofwisseling in het lichaam te spaarzaam verloopt voor uraat. De mens is evolutionair gemaakt om uraat vast te houden hetgeen in de huidige consumptiemaatschappij tot de veelvoorkomende ziekte jicht aanleiding geeft. De aandoening komt vaker voor bij mannen, polyfarmacie en stijgende leeftijd.
Het Gout registry zal in 2015 enkele andere DREAM registers opvolgen. De werkgroep van de Nederlandse Vereniging van Reumatologen zal dit register in eerste instantie starten voor ernstige jicht (severe gout), maar zal op den duur worden uitgebreid naar andere complexe vormen van jicht. Medio 2015 wordt er gestart met het Gout registry: een studie naar effectiviteit van aanvalsbestrijding met vergelijking Anakinra en reguliere aanvalscouperende behandeling.
Boosdoeners zijn erfelijkheid, leefstijl en medicatie. Adviezen ten aanzien van dieet zijn er te geven, maar meer effect kan vaak worden bereikt met specifieke jichtmedicatie, mits men die verdraagt/juist inneemt.
Niet iedereen met jicht wordt behandeld volgens de laatste inzichten of met de modernste krachtige medicijnen. Om transparantie te verschaffen over de kwaliteit van de zorg aan jichtpatiënten, wordt het Gout registry opgericht.
TR ANSPAR ANTIE
E N
DO E L MATIGH E ID
IN
DE
R E UMAZO R G
39
6 | REGISTERS
SpA-Net In 2014 waren dr. Astrid van Tubergen en prof. dr. Annelies Boonen (beiden van het Maastricht Universitair Medisch Centrum) voornemens om een register te ontwikkelen voor spondyloartritis. Gelijktijdig was prof. dr. Timothy Radstake (Universitair Medisch Centrum Utrecht) voornemens een register voor arthritis psoriatica te ontwikkelen. Vanwege overlap in deze ziektebeelden, wordt een gemeenschappelijk register gecreëerd: SpA-Net. Spondyloartritis (SpA) is een chronische inflammatoire reumatische aandoening. De term verwijst naar een specifiek en op zichzelf staand ziektebeeld, maar is eveneens een verzamelnaam voor een groep verwante aandoeningen waartoe de ziekte van Bechterew, arthritis psoriatica, reactieve artritis, SpA geassocieerd met inflammatoire darmziekten en ongedifferentieerde SpA behoren. De klinische presentatie van SpA is heterogeen en omvat o.a. artritis, inflammatoire rugpijn, dactylitis en enthesitis. Extra-articulaire manifestaties zoals uveitis anterior, psoriasis en inflammatoire darmziekten worden frequent gezien. SpA is potentieel een invaliderende aandoening, waarvoor lange termijn zorg en behandeling noodzakelijk is. Ondanks de hoge prevalentie en aanzienlijke socio-economische impact, is er relatief weinig bekend over de geleverde zorg aan deze patiëntengroep. Kostbare medicijnen (biologicals) worden regelmatig voorgeschreven, maar het is onbekend of dit veilig en doelmatig gebeurt, noch of daarmee de ziektelast, dan wel de
TR ANSPAR ANTIE
E N
DO E L MATIGH E ID
IN
DE
additionele zorgbehoeften van de patiënten op lange termijn voldoende worden verlicht. Eenduidige behandelstrategieën zijn nog niet gedefinieerd. Onlangs zijn biosimilars geregistreerd, ook voor SpA, en binnenkort zullen nieuwe biologicals met een ander werkingsmechanisme worden geïntroduceerd. Gegevens over deze ontwikkelingen en behandelrichtlijnen voor (subgroepen van) SpA zijn dringend nodig. Een register voor SpA in Nederland (SpANet) wordt ontwikkeld om transparantie te verschaffen over de behandeling en uitkomst van SpA-patiënten uit de dagelijkse reumatologiepraktijk. SpA-Net wordt ontwikkeld met behulp van de kennis, infrastructuur en ICT van eerder ontwikkelde DREAM registers. De gegevens uit het register zijn direct beschikbaar voor zorgverleners en een samenvatting hiervan ook voor de patiënten. SpA-Net zal de betrokkenheid en autonomie van de patiënt bevorderen, en transparantie verschaffen over de geleverde zorg. Met spiegelinformatie van deelnemende centra kan een verbetercyclus gestart worden. Bovendien wordt in SpA-Net de medicatieveiligheid en effectiviteit strikt gemonitord en worden gegevens verzameld voor (translationeel) wetenschappelijk onderzoek. De database voor SpA-Net wordt momenteel gebouwd. Een testfase zal in de 2e helft van 2015 plaatsvinden in 2 centra. De verwachting is dat SpANet in 2016 beschikbaar komt voor alle reumatologiepraktijken in Nederland.
R E UMAZO R G
41
7
RESULTATEN
DIT IS DE KOPTEKST BIJ HET HOOFDSTUK
SAMENVATTING
Summary
• In totaal zijn ruim 2600 patiënten met reumatoïde
• In total, more than 2600 patients with rheumatoid
artritis geïncludeerd in het DREAM-RA register. • De data in het register geven een uitgebreid en
arthritis are included in the DREAM-RA registry. • The registry data provides an extensive and detailed
gedetailleerd beeld van de patiënten, aan de
picture of the patients, both with respect to clinical
hand van zowel klinische karakteristieken als
characteristics and self-reported measures of quality
zelfgerapporteerde maten voor kwaliteit van leven. • De vergelijking van patiëntkarakteristieken in
of life. • The comparison of patient characteristics in the
het biological en remissie-inductie cohort wijzen
biological and remission induction cohort shows that
erop dat de gegevens in het DREAM-RA register
the DREAM-RA data provide a complete and reliable
een betrouwbare en representatieve afspiegeling vormen van de patiëntpopulatie met RA. • De instroom van patiënten in het DREAM-RA register neemt cumulatief toe.
reflection of the patient population with RA. • The inclusion rate of the DREAM-RA registry increases cumulatively.
7 | RESULTATEN
INLEIDING DREAM-RA was het eerste register van DREAM. Het register werd in 2003 opgericht voor het monitoren en evalueren van de effectiviteit en doelmatigheid van het gebruik van biologicals bij patiënten met reumatoïde artritis (RA) in de dagelijkse praktijk. In de loop der jaren nam het aantal deelnemende ziekenhuizen toe en werden nieuwe specifieke cohorten toegevoegd. Op dit moment zijn er ruim 2600 RA patiënten van 7 verschillende ziekenhuizen geïncludeerd in één van de cohorten. Een groot deel hiervan betreft RA patiënten die deelnemen aan het oorspronkelijke biological cohort of een van de remissie-inductie cohorten. In dit hoofdstuk worden allereerst algemene cijfers van het DREAM-RA register gepresenteerd. Daarna worden de belangrijkste demografische en klinische gegevens binnen de twee grootste cohorten beschreven. Om inzicht te geven in de omvang en inhoud van het register, worden vervolgens enkele cijfers en kengetallen besproken met betrekking tot de inclusie, aantallen metingen en follow-up duur van patiënten. Hierbij worden regelmatig ter illustratie de gegevens voor het biological register en het remissie-inductie cohort apart weergegeven.
44
7 | RESULTATEN
Het DREAM-RA register
recent gediagnosticeerde RA, die worden behandeld volgens een strikte strategie gericht op het bereiken van remissie. Aangezien deze cohorten een goede illustratie bieden van de verschillende samenstelling en behandelstrategieën die binnen DREAM worden geregistreerd, worden hieronder enkele belangrijke gegevens van beide cohorten afzonderlijk gepresenteerd.
In juli 2015 waren in totaal 2649 unieke patiënten geïncludeerd in de DREAM-RA database. Een overzicht van het aantal geïncludeerde patiënten per deelnemend ziekenhuis is te zien in figuur 7.1. Negenenzestig procent van de patiënten is vrouw en de gemiddelde leeftijd van alle geïncludeerde patiënten is 58 jaar. Leeftijd en geslacht zijn over het algemeen gelijk verdeeld over de verschillende centra, wat suggereert dat de RA patiënten geïncludeerd in het DREAM register een goede afspiegeling vormen van de Nederlandse reumapatiëntpopulatie.
Patiënten en karakteristieken In het biological en remissie-inductie I cohort zijn de gegevens van respectievelijk bijna 800 en 500 patiënten met RA geregistreerd. Tabel 7.1 laat de belangrijkste karakteristieken zien van de patiënten in beide cohorten. Patiënten in beide cohorten zijn gemiddeld ongeveer even oud. Wel zijn er ook duidelijke verschillen tussen beide cohorten te zien. Zoals verwacht kan worden, hebben de patiënten in het biological cohort een langere ziekteduur en vaker erosieve schade aan gewrichten
Een aanzienlijk deel van de patiënten betreft patiënten met RA die deelnemen aan het biological of het remissie-inductie cohort. Het biological cohort betreft een diverse populatie van patiënten die starten met een (nieuwe) biological. Het remissieinductie I cohort bestaat uit patiënten met Tabel 7.1 Resultaten 2015
Tabel 1: Patiëntkarakteristieken op het moment van inclusie Patiëntkarakteristieken op het moment van inclusie
Biological
Remissie-inductie I
58 jaar
58 jaar
70
63
9 jaar
18 weken
78
57
58
14
4.1
4.4
1.3
1.4
37.3 48.8
36.7 47.5
49.0
45.4
52.4
46.3
Leeftijd gemiddeld Geslacht % vrouw Ziekteduur gemiddeld Reumafactor % positief Erosies % erosief Ziekteactiviteit DAS28 Fysieke beperkingen Health assessment questionnaire Kwaliteit van leven SF-36 fysieke component SF-36 mentale component Pijn Gemiddelde VAS score Algemene gezondheid Gemiddelde VAS score
45
7 | RESULTATEN
ontwikkeld dan de patiënten met vroege RA in het remissie-inductie cohort. Ook is te zien dat bijvoorbeeld het aantal patiënten met een positieve reumafactor hoger is in het biological cohort. De ernst van de aandoening is in beide cohorten ongeveer gelijk, gezien de scores voor ziekteactiviteit en fysieke beperkingen. Hetzelfde beeld komt naar voren uit de scores op zelfgerapporteerde pijn en algemene gezondheid (figuur 7.2) en kwaliteit van leven (figuur 7.3). Hieruit blijkt dat op het moment van inclusie de patiënten in beide cohorten vergelijkbare pijn en algemene gezondheid ervaren.
7 | RESULTATEN
Inclusie, metingen en follow-up duur In figuur 7.4 is de totale cumulatieve inclusie van patiënten in het DREAM-RA register tot 2015 en de inclusie binnen drie belangrijkste recente cohorten weergegeven. Uit deze figuur valt af te leiden dat de inclusie van patiënten in het DREAM-RA register cumulatief blijft toenemen, met name sinds de start van het eerste remissie-inductie cohort in 2006 en het tweede remissie-inductie cohort in 2012. Mede hierdoor, maar ook vanwege de toename in het aantal deelnemende ziekenhuizen en de landelijke spreiding van ziekenhuizen, neemt de betrouwbaarheid en representativiteit van het register steeds verder toe.
60 50
40 30 20 10
0
Remissie-inductie I Pijn
Biological Algemene gezondheid
Figuur 7.2 Resultaten 2015 Zelfgerapporteerde pijn en algemene gezondheid in beide cohorten op het moment van inclusie, weergegeven als gemiddelde score op 0-100 VAS schalen.
60 50 40 30 20
<100 patiënten 100-250 patiënten 250-500 patiënten
10 0
Remissie-inductie I
>500 patiënten
Biological
Fysiek
Mentaal
Figuur 7.3 Resultaten 2015 Kwaliteit van leven in beide cohorten op het moment van inclusie, weergegeven als gemiddelde score op de fysieke en mentale component van de SF-36. Figuur 7.1 Resultaten 2015 Aantal geïncludeerde patiënten per ziekenhuis in het DREAM-RA register.
46
TR A N SPA R A N T I E
E N
D O E L MAT I G HEI D
I N
D E
REU MA ZO R G
TR ANSPAR ANTIE
E N
DO E L MATIGH E ID
IN
DE
R E UMAZO R G
47
7 | RESULTATEN
3000
2500 2000
DREAM-RA totaal
1500
Biological
1000
Remissie-inductie II
Remissie-inductie I
500
2015
2014
2013
2012
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
0
2001
includeren. In totaal bevat het DREAM register op dit moment 12.990 jaar aan follow-up data. Dit levert een zeer groot aantal metingen van zowel alle belangrijke klinische uitkomstmaten, als patiënt-gerapporteerde maten op. Zo zijn alleen al in het remissieinductie cohort bijna 9000 complete metingen van klinische ziekteactiviteit en ruim 5000 zelfgerapporteerde metingen van kwaliteit van leven beschikbaar (figuur 7.5). In totaal bevat het DREAM register ruim 30.000 metingen van klinische ziekteactiviteit.
2000
Aan verschillende cohortstudies nemen over het algemeen verschillende aantallen ziekenhuizen deel. Zo zijn de patiënten in het remissie-inductie cohort afkomstig uit 2 verschillende ziekenhuizen, terwijl aan de meer recente POEET studie meer dan 40 ziekenhuizen deelnemen. Aan de langlopende biological studie nemen momenteel 7 ziekenhuizen deel. In figuur 7.4 is de cumulatieve inclusie van patiënten in het biological cohort sinds 2003 ook apart weergegeven. Hieruit is te zien dat de deelnemende centra ook bij de langlopende cohortstudies patiënten die starten met een nieuwe biological blijven
7 | RESULTATEN
Figuur 7.4 Resultaten 2015 Cumulatieve inclusie van patiënten in het DREAM-RA register tot juli 2015. In de figuur is het totaal aantal patiënten in het DREAM-RA register en het aantal geïncludeerd in het biological cohort en de remissie-inductie cohorten afzonderlijk weergegeven.
Conclusie De grote hoeveelheid gegevens verzameld in het DREAM-RA register biedt een schat aan informatie over de zorg en behandeling van patiënten met RA. De combinatie van zowel klinische gegevens als gegevens over symptomen en kwaliteit van leven vanuit het patiëntenperspectief, geeft hierbij een uniek beeld van de deelnemende patiënten. De vergelijkingen van patiëntkarakteristieken in de twee verschillende cohortstudies wijzen er verder op dat de gegevens in DREAM een goede afspiegeling vormen van de patiëntpopulatie. De toenemende instroom van nieuwe patiënten en deelnemende ziekenhuizen zal de representativiteit van het register in de toekomst nog verder doen verbeteren.
10000
9000 8000 7000 6000 5000 4000 3000 2000 1000 0
DAS28
HAQ-DI
SF-36
Figuur 7.5 Resultaten 2015 Aantal aanwezige complete metingen van ziekteactiviteit en patiënt-gerapporteerde fysieke beperkingen en kwaliteit van leven in het remissie-inductie I cohort.
48
TR A N SPA R A N T I E
E N
D O E L MAT I G HEI D
I N
D E
REU MA ZO R G
TR ANSPAR ANTIE
E N
DO E L MATIGH E ID
IN
DE
R E UMAZO R G
49
INTERVIEWS
De rol van patiënten in de Nederlandse gezondheidzorg verandert continu. Steeds meer mensen voelen zich verantwoordelijk voor hun eigen gezondheid. Zij willen daarom actief bij hun behandeling betrokken worden en verwachten dat zorgverleners open staan voor ‘gedeelde besluitvorming’. Dat dit niet een loze kreet is, blijkt wel uit de belangstelling die patiënten hebben om ook bij te dragen aan kwaliteitsverbetering en zorginnovatie. Overal in het land zetten mensen met reuma zich in om, samen met onderzoekers en behandelaars, de zorg beter te maken. Eén voorbeeld van die nieuwe rol van patiënten, is die van onderzoekspartners: Mensen met een reumatische aandoening die hun kennis en ervaring willen inzetten om wetenschappelijk onderzoek beter aan te laten sluiten bij de alledaagse praktijk van patiënten. Patiënten zijn bij uitstek in staat om aan te geven waar tekortkomingen in de zorg zijn en welke behoeften er bestaan ten aanzien van onderzoek. Door actief met onderzoekspartners samen te werken, wordt de wereld van zorg en onderzoek ook transparanter: immers, onderzoekspartners kunnen een rol spelen in de verspreiding en implementatie van onderzoeksresultaten die voor patiënten van belang zijn. Zij kunnen bovendien onderzoekers en behandelaars scherp houden door voortdurend de vraag te stellen hoe het perspectief van patiënten in een onderzoek wordt meegenomen en op welke wijze de opbrengsten ten goede komen aan de zorg voor patiënten.
DIT IS DE KOPTEKST BIJ HET HOOFDSTUK
Dr. Maarten de Wit
Patiënten zijn bij uitstek in staat om aan te geven waar tekortkomingen in de zorg zijn en welke behoeften er bestaan ten aanzien van onderzoek.
TR ANSPAR ANTIE
E N
DO E L MATIGH E ID
IN
DE
R E UMAZO R G
51
INTERVIEWS
Marieke Scholte-Voshaar
Transparantie vergroot het begrip en daarmee de betrokkenheid van de patiënt bij zijn/haar behandeltraject, wat naast positieve behandelresultaten, ook een positief effect zal hebben op besparing van kosten in de gezondheidszorg.
52
Transparantie is een populair woord dat veelal gebruikt wordt als voorwaarde om keuzemogelijkheden te vergemakkelijken voor de patiënt. Dat is een goed streven mits het aan een aantal voorwaarden voldoet. Transparantie zou moeten berusten op een objectieve weerspiegeling van zaken die voor de patiënt van belang zijn en die op een manier wordt gecommuniceerd die begrepen wordt door de doelgroep. Als de patiënt een volwaardige partner wil zijn in zijn/haar behandeling, zullen er handvatten moeten worden aangereikt die zo’n samenwerking stimuleren. Een voorbeeld hiervan is het openbaar maken van indicatoren van ziekenhuizen in bladen die gelezen worden door patiënten, in layman’s language. Richtlijnen die inhoudelijk de meest optimale behandeling beschrijven, zouden ook voor patiënten moeten worden vertaald. Ook zorgverzekeraars zouden op deze manier patiënten kunnen informeren over ontwikkelingen op hun vakgebied, die van belang zijn voor eventuele keuzemogelijkheden voor de patiënt. De biosimilars die op de markt verschijnen, zullen een verandering teweeg brengen in het voorschrijven van medicatie. Wat die verandering beïnvloedt, en in hoeverre de patiënt daar een keuze in heeft, zou transparant moeten zijn. Daarbij is het belangrijk dat de stem van de patiënt mee wordt genomen vanaf het eerste stadium van overleg bij alle onderwerpen die betrekking hebben op het welzijn van de patiënt en zijn/haar behandeling.
8
RICHTLIJNEN, KWALITEITS
DIT IS DE KOPTEKST INDICATOREN EN BIJ HET HOOFDSTUK SPIEGELINFORMATIE
SAMENVATTING
SUMMARY
•
•
De uitkomstmaten zoals deze binnen DREAM worden verzameld, bieden goede mogelijkheden
opportunities to monitor adherence to guidelines
voor controle op de naleving van richtlijnen en op de
and the quality of arthritis care.
kwaliteit van de reumazorg. •
Outcome variables as collected within DREAM offer
• Benchmarking allows comparison of individual
Spiegelinformatie maakt het mogelijk om resultaten
hospitals and facilitates improvement through
van individuele ziekenhuizen te vergelijken en door
clinical auditing.
clinical auditing te verbeteren.
8 | RICHTLIJNEN, KWALITEITS INDICATOREN EN SPIEGELINFORMATIE
INLEIDING Het belangrijkste doel van DREAM is het transparant maken en verbeteren van de kwaliteit van de reumazorg in Nederland. Binnen de DREAM registers worden gegevens verzameld die het mogelijk maken de implementatie en naleving van vastgestelde behandelingsrichtlijnen middels kwaliteitsindicatoren te meten en te monitoren. Het verzamelen van deze kwaliteitsindicatoren verschaft meer inzicht in het achterliggende zorgproces en biedt handvatten voor verbetering. Door het aanbieden van spiegelinformatie aan de verschillende deelnemende ziekenhuizen krijgen de behandelteams bovendien inzicht in hun prestaties ten opzichte van andere ziekenhuizen. Hiermee kunnen door middel
8 | RICHTLIJNEN, KWALITEITS INDICATOREN EN SPIEGELINFORMATIE
Richtlijnen en kwaliteitsindicatoren De Nederlandse Vereniging voor Reumatologie is trekker geweest van de in 2009 verschenen multidisciplinaire CBO- richtlijn ‘Diagnostiek en Behandeling van Reumatoïde Artritis’. Om de implementatie van deze richtlijn te bevorderen, zijn hierin ook indicatoren opgenomen. Indicatoren zijn meetbare elementen van de zorgverlening die een aanwijzing geven over de kwaliteit van de geleverde zorg. Een indicator heeft een signaalfunctie: het is geen directe maat voor de kwaliteit maar is vaak aanleiding tot nader onderzoek. Er wordt onderscheid gemaakt in structuur-, proces- en uitkomstindicatoren. Het DREAM samenwerkingsverband maakt het mogelijk om gegevens ten aanzien van interne indicatoren met elkaar te delen en te bespreken in feedbacksessies.
Ziekenhuisvergelijkingen Als het gaat om vergelijken van ziekenhuizen, zal er eerst gekeken moeten worden naar de mate van vergelijkbaarheid van de populatie binnen de ziekenhuizen, zogenaamde case mix. Deze case mix kan de uitkomstindicator beïnvloeden en daarmee ook de vergelijking op die indicator tussen de ziekenhuizen bemoeilijken. In het eerste remissieinductie cohort hebben 5 ziekenhuizen meegedaan. Het is in onderstaande figuren goed te zien dat er bijna geen verschil zit tussen de gemiddelde leeftijden van de verschillende ziekenhuispopulaties, maar dat het percentage patiënten met erosies bij diagnose varieert tussen de 15% en 30%. Dit laatste is een relevante variatie en er moet daarom bekeken worden hoe deze variatie de scoring op de uitkomst indicator kan beïnvloeden.
120
100
van ‘benchmarking’ zorgprocessen worden bijgestuurd en ‘best practices’ worden geïdentificeerd. In dit hoofdstuk worden de richtlijnen en kwaliteitsindicatoren beschreven die DREAM hanteert
80
60
en levert aan de deelnemende ziekenhuizen. Dit wordt geïllustreerd
40
met voorbeelden van ziekenhuisvergelijkingen aan de hand van
20
spiegelinformatie in DREAM.
0
0
50
100
150
200
250
300
350
400
450
Aantal patiënten
Figuur 8.1 Resultaten 2014 Funnelplot voor verschillen tussen ziekenhuizen in gemiddelde leeftijd op het moment van inclusie per centrum in het remissie-inductie cohort.
54
55
8 | RICHTLIJNEN, KWALITEITS INDICATOREN EN SPIEGELINFORMATIE
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
Wel erosief Niet erosief
A
B
C
D
E
Centrum Figuur 8.2 Resultaten 2014 Aantal patiënten met en zonder erosies per deelnemend ziekenhuis op moment van inclusie in het remissie-inductie cohort.
Eén van de belangrijkste interne uitkomstindicatoren is het percentage patiënten in remissie. Hier zien we tussen de centra opvallende verschillen (zie figuur 8.3, 8.5). Er zijn drie centra waarbij 60% of meer van de patiënten in remissie is, maar er zijn ook 2 centra die rond de 40% zitten. Ook op de uitkomstmaat functionaliteit zien (zie figuur 8.4) we dat ver boven het gemiddelde wordt gescoord. Hierbij is het bijvoorbeeld belangrijk om te achterhalen of er een verschil in medicatiegebruik is tussen de centra wat het verschil in remissie mogelijk kan verklaren.
TR ANSPAR ANTIE
E N
DO E L MATIGH E ID
IN
DE
Verbetering en terugkoppeling Met het kwaliteitsmanagement- en datasysteem mijnreumacentrum.nl is het mogelijk op elk gewenst moment inzicht te krijgen in wat de prestaties zijn ten opzichte van andere deelnemende ziekenhuizen ten aanzien van uitkomstindicatoren. Figuren en gegevens zoals hierboven beschreven, kunnen gebruikt worden om binnen het DREAM samenwerkingsverband te bespreken waar de praktijkvariatie door verklaard zou kunnen worden. Door dit te bespreken, kunnen centra van elkaar leren en de eigen praktijkvoering verbeteren. Door dit proces cyclisch te implementeren kan geanalyseerd worden of de variatie is afgenomen en of het gemiddelde niveau is gestegen. Ook kunnen er weer nieuwe verschillen aan het licht komen, die weer een nieuwe verbetercyclus tot gevolg kunnen hebben. Verbeteringen worden in de praktijkvoering geborgd. Ook hierbij kan clinical auditing behulpzaam zijn. Door in elkaars keuken te kijken kan men van elkaar leren.
R E UMAZO R G
57
8 | RICHTLIJNEN, KWALITEITS INDICATOREN EN SPIEGELINFORMATIE
8 | RICHTLIJNEN, KWALITEITS INDICATOREN EN SPIEGELINFORMATIE
100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
0
50
100
150
200
250
300
350
400
Aantal patiënten
Figuur 8.3. Resultaten 2014 Funnelplot voor verschillen tussen ziekenhuizen in het percentage patiënten in remissie bij de meest recente meting in het remissie-inductie
Doelmatig gebruik van dure medicijnen Binnen de DREAM registers worden gegevens verzameld die het mogelijk maken de implementatie en naleving van vastgestelde behandelingsrichtlijnen middels kwaliteitsindicatoren te meten en te monitoren. Zo kan bijvoorbeeld het doelmatig gebruik van dure geneesmiddelen worden bevorderd. In het DREAM biological register worden naast aantallen patiënten die deze middelen gebruiken ook de voorgeschreven dosering, de doseringsfrequentie, de uitkomst van de behandeling en eventuele bijwerkingen en complicaties geregistreerd. Het delen van spiegelinformatie uit het DREAM biological register geeft inzicht in eventuele praktijk variatie bij de inzet van dure middelen.
Conclusie De NVR-CBO kwaliteitsindicatoren voor reumatoïde artritis zoals deze binnen DREAM worden verzameld, bieden goede handvatten om de naleving van richtlijnen en de kwaliteit van de reumazorg in Nederland te beoordelen en te monitoren. Hierbij maakt de geleverde spiegelinformatie het mogelijk om resultaten van individuele ziekenhuizen te vergelijken met ‘de norm’ en waar mogelijk te optimaliseren.
cohort.
3
2
1
0
0
50
100
150
200
250
300
350
400
Aantal patiënten
Figuur 8.4. Resultaten 2014 Funnelplot voor verschillen tussen ziekenhuizen in gemiddelde fysieke beperkingen (HAQ-DI) bij de meest recente meting in het remissieinductie cohort.
58
TR A N SPA R A N T I E
E N
D O E L MAT I G HEI D
I N
D E
REU MA ZO R G
TR ANSPAR ANTIE
E N
DO E L MATIGH E ID
IN
DE
R E UMAZO R G
59
8 | RICHTLIJNEN, KWALITEITS INDICATOREN EN SPIEGELINFORMATIE
8 7
DIT IS DE KOPTEKST BIJ HET HOOFDSTUK
6 5 4 3 2 1 0
0
50
100
150
200
250
300
350
Aantal patiënten
Figuur 8.5 Resultaten 2015 Funnelplot voor verschillen tussen ziekenhuizen in gemiddelde ziekteactiviteit (DAS-28) bij de meest recente meting in het DREAM biological cohort.
60
TR A N SPA R A N T I E
E N
D O E L MAT I G HEI D
I N
D E
REU MA ZO R G
INTERVIEWS
INTERVIEWS
als we de zorg beter in kaart brengen en verbeteren waar nodig. Maar goede zorg gaat over meer. Hoe het dagelijks leven van de patiënt georganiseerd is rondom de behandeling maakt een enorm verschil. Denk bijvoorbeeld aan de aanpassing van woningen, en het voorzien van de juiste hulpmiddelen aan reumapatiënten kan een grote bijdrage leveren aan de kwaliteit van leven. Het is de combinatie van goede medicatie maar ook goede voorzieningen en leefomgeving die aangepast zijn op de patiënt die maken dat de reumazorg nieuwe perspectieven aan de patiënten biedt.
Dr. Frank Hoentjen Universitair Medisch Centrum St. Radboud
Zorg wordt steeds duurder, dus we moeten zorgvuldig omgaan met de middelen die we hebben zonder aandacht te verliezen voor de patiënt. Dit besef dringt ook steeds meer door op het Europese niveau. Terecht, want ook in de zorg vervagen de grenzen.
Annie Schreijer–Pierik CDA-Europarlementariër
De positionering van biologicals
Goede zorg denkt aan meer dan
voor de behandeling van
medicijnen alleen.
chronische darmontstekingen is Transparantie in de zorg is belangrijk, de patiënt moet weten wat er mogelijk is en wat zijn of haar perspectieven zijn. Dit geldt ook in de reumazorg, wat kan de reumazorg patiënten de komende jaren bieden?
gebaat bij transparantie in de zorg.
Het liefst houden we zorg en dus ook medicijnen zo goedkoop mogelijk, maar sommige innovatieve medicijnen zijn nodig. Hier komt dat maatwerk weer om de hoek kijken. Ik hoop dat we het onderzoeksnetwerk kunnen uitbreiden om onze kennis te delen met andere Europese kennisinstellingen en instituten die zich bezig houden met reumazorg. Het is een ziekte die de kwaliteit van leven, ook in de rest van Europa, enorm verslechterd. Het uitwisselen van kennis en succesvolle aanpak kan een pluspunt zijn en zorgen voor nog meer vooruitgang en nieuwe inzichten.
Een behandeling waarbij de mix van medicijnen zorgvuldig op elkaar is afgestemd is van groot belang, de patiënt heeft behoefte aan maatwerk. Dat maatwerk kan alleen geleverd worden
62
TR A N SPA R A N T I E
E N
D O E L MAT I G HEI D
I N
D E
REU MA ZO R G
TR ANSPAR ANTIE
E N
DO E L MATIGH E ID
IN
DE
R E UMAZO R G
63
INTERVIEWS
Patiëntenfederatie NPCF onderschrijft deze stelling. Met DREAM worden de resultaten van de behandeling zichtbaar gemaakt. Dat is niet alleen goed om de kwaliteit en doelmatigheid te verbeteren, maar kan de patiënt ook inzicht geven in de kwaliteit van zorg. Door transparantie in de zorg kunnen patiënten beter zien welke zorg het beste bij hem of haar past. En zo kunnen zij goede keuzes maken in de zorg. De resultaten van DREAM kunnen daarbij helpen. Daar werken wij als Patiëntenfederatie graag aan mee!
9
SUMMARY
•
•
•
Verzamelde data binnen DREAM kan goed gebruikt
•
scientific analyses, which in turn contributes to
haar beurt bijdraagt aan verbetering van kwaliteit
improvement of quality of care.
leidt tot betere zorg en doelmatigheid.
D O E L MAT I G HEI D
I N
D E
REU MA ZO R G
•
Our studies show that treat-to-target strategies lead
Uit onze studies naar treat-to-target strategieën
disease activity. •
Results of the national randomized controlled trial
blijvende hoge percentages van remissie en lage
on stopping of TNF inhibitors (TNFi) in case of stable
ziekteactiviteit.
remission / low disease activity in RA show that
Uit de grootschalige stopstudie POEET blijkt dat
stopping TNFi more frequently leads to flare of RA
RA-patiënten die langdurig in remissie zijn en
disease activity compared to TNFi continuation.
stoppen met anti-TNF medicatie daarna vaker
However, follow-up of patients after a flare revealed
een opvlamming van de ziekte doormaken in
that restarting the TNFi re-induces a beneficial state
vergelijking met de patiënten die doorgaan met
of remission or low disease activity in nearly all
hun anti-TNF behandeling. Echter, na hervatten
patients.
bijwerkingen.
E N
randomized trials within the registry. to persistent high percentages of remission and low
van de anti-TNF medicatie komt de meerderheid
TR A N SPA R A N T I E
The DREAM infrastructure allows for pragmatic
mogelijk.
van de patiënten vlot in remissie, zonder ernstige
64
•
De DREAM infrastructuur maakt pragmatische
blijkt dat deze behandelstrategieën leiden tot
•
Data collected within DREAM can be used for
worden voor wetenschappelijke analyses, wat op
gerandomiseerde studies binnen het register
Monitoring in de reumatologie
DIT IS DE KOPTEKST BIJ HET HOOFDSTUK
SAMENVATTING
van zorg.
Mr. Heleen Post Patiëntenfederatie NPCF
ONDERZOEK
9 | ONDERZOEK
9 | ONDERZOEK
INLEIDING
TREAT-TO-TARGET
Gegevens zoals ze verzameld worden binnen DREAM, lenen zich er heel goed voor om onderzoek te doen naar het handelen in de dagelijkse praktijk en de effectiviteit hiervan op groepsniveau. Dit type van observationeel onderzoek is een goede aanvulling op de meer traditionele klinische trials die nodig zijn voor het aantonen van de effectiviteit van nieuwe geneesmiddelen. Deze klinische trials sluiten vaak patiënten in met een ernstige mate van ziekteactiviteit en sluiten juist patiënten uit met hogere leeftijd en met veel co-morbiditeit. Daarnaast worden er bij klinische trials strikte behandelprotocollen gehanteerd en patiënten mogen geen verandering in comedicatie ondergaan. Om puur aan te tonen of een middel werkzaam en veilig is, is dit een juiste manier van selecteren van patiënten en evalueren van een behandeling. Maar na registratie van een geneesmiddel wordt het in de dagelijkse praktijk gebruikt waar ook patiënten met minder ernstige ziekte, oudere patiënten en patiënten met co-morbiditeit worden behandeld. Patiënten in de dagelijkse praktijk gebruiken allerlei comedicatie en behandelaars wijken soms beargumenteerd af van behandelvoorschriften. Observationele data verzameld in de werkelijke dagelijkse praktijk hebben daarom een sterke toegevoegde waarde. Dit hoofdstuk heeft als doel om te illustreren hoe het wetenschappelijke onderzoek binnen DREAM bijdraagt aan verbeteringen van kwaliteit van zorg.
Het besef dat bij de behandeling van reumatoïde artritis (RA) zo vroeg mogelijk gestart moet worden groeit enorm. “Treat-to-target” (T2T) strategieën zijn algemeen aanvaard als de standaard van zorg voor patiënten met RA, en worden nu vaak goedgekeurd door de nationale en internationale richtlijnen. Het behandelen van RA patiënten volgens een T2T strategie is effectiever dan ‘usual care’. Tegenwoordig zijn T2T strategieën gericht op het streven naar lage ziekteactiviteit, of beter nog remissie (DAS28< 2.6), minder radiologische progressie, betere kwaliteit van leven en betere scores voor de fysieke functie. T2T lijkt een veelbelovende optie in de behandeling van patiënten met RA in de dagelijkse klinische praktijk.
TREAT-TO-TARGET: REMISSIE INDUCTIE COHORT I In remissie-inductie cohort I worden patiënten behandeld met een T2T step up behandelstrategie waarbij gestart wordt met methotrexaat monotherapie. De resultaten van de eerste 850 reumapatiënten in dit cohort laten zien dat ruim 60% van de patiënten binnen een half jaar remissie bereikt. Dit is een significante verbetering ten opzichte van de 30% die remissie bereikt met een reguliere behandeling (zie figuur 9.1). Dit hoge remissiepercentage persisteert over de eerste drie jaar van follow-up. Daarnaast leidt de toepassing van T2T tot beter fysiek functioneren, een hogere kwaliteit van leven en was de radiologische schade beperkt.
Figuur 9.1 Resultaten 2015 Tijd tot het bereiken van remissie in het remissie-inductie cohort vergeleken met het usual care cohort.
66
TR A N SPA R A N T I E
E N
D O E L MAT I G HEI D
I N
D E
REU MA ZO R G
TR ANSPAR ANTIE
E N
DO E L MATIGH E ID
IN
DE
R E UMAZO R G
67
9 | ONDERZOEK
9 | ONDERZOEK
Doelmatigheid Een doelmatigheidsstudie die gebruik Ook op de lange termijn blijkt dat maakte van dezelfde data, liet zien implementatie van T2T in de dagelijkse Indat remissie-inductie I worden patiënten behandeld met een T2T up tot behandelstrategie waarbij patiënten in cohort de remissie-inductie praktijk te step leiden blijvende hoge gestart wordt met methotrexaat monotherapie. De resultaten van de eerste 850 reumapatiënten in strategie ook een verbeterde kwaliteit percentages van remissie en lage dit cohort laten zien dat ruim 60% van de patiënten binnen een half jaar remissie bereikt. Dit is een significante van leven hebben ten opzichte van de ziekteactiviteit. Na 5 jaar is nog steeds ruim verbetering ten opzichte van de 30% die remissie bereikt met een reguliere behandeling (TOEVOEGEN figuur patiënten in usual care.blz. In de twee 60% persisteert van de patiënten in remissie envan heeft 6.10 uit het vorige rapport, 43).eerste Dit hoge remissiepercentage over de eerste drie jaar followjaar na diagnose worden echter zelfs 80% heeft een DAS28 corresponderend up. Daarnaast leidt de toepassing van meer T2T tot beter fysiek functioneren, een hogere kwaliteit van leven en was dekosten radiologische schade beperkt. gemaakt welke voornamelijk zijn met lage ziekteactiviteit (tabel 9.1). gerelateerd aan anti-TNF Deze van dezelfde data, liet zien dat patiënten in de remissie-inductie Een doelmatigheidsstudie die gebruik. gebruik maakte strategie ook een verbeterde kwaliteit van leven hebben ten opzichte van de patiënten in usual care. In de hogere kosten wegen echter wel op tegen eerste twee jaar na diagnose worden echter meer kosten gemaakt welke voornamelijk zijn gerelateerd aan de winst in kwaliteit van leven. Voorlopige anti-TNF gebruik. Deze hogere kosten wegen echter wel op tegen de winst in kwaliteit van leven. Voorlopige analyses over een periode van drie jaar na analyses over een periode van drie jaar na diagnose wezen zelfs uit dat een remissie-inductie strategie diagnose wezen dat eenmet remissiekostenbesparend kanzelfs zijn uit vergeleken usual care, omdat anti-TNF medicatie weer afgebouwd kon worden kostenbesparend kan zijn eninductie omdat destrategie hogere ziekteactiviteit in de usual care groep gepaard ging met meer RA-gerelateerde ziekenhuisopnames. vergeleken met usual care, omdat anti-TNF medicatie weer afgebouwd worden envan T2T in de dagelijkse praktijk te leiden tot blijvende hoge Ook op de lange termijn blijkt datkon implementatie omdat de van hogere ziekteactiviteit in de usual percentages remissie en lage ziekteactiviteit. Na 5 jaar is nog steeds ruim 60% van de patiënten in remissie encare heeft zelfs 80% heeft een DAS28 corresponderend met lage ziekteactiviteit (tabel ..) groep gepaard ging met meer RAgerelateerde ziekenhuisopnames.
VERGELIJK VAN BEHANDELSTRATEGIEËN In figuur 9.2 is te zien dat de grootste winst wordt behaald in het eerste jaar van de behandeling. Het toepassen van T2T in de dagelijkse praktijk leidt tot een snelle daling van ziekteactiviteit welke persisteert gedurende de eerste 5 jaar van follow-up. Naast gegevens over ziekteactiviteit worden door middel van gestandaardiseerde en gevalideerde vragenlijsten data ten aanzien van kwaliteit van leven (Short-Form 36 health survey) en fysiek functioneren (Health Assessment Questionary) verzameld. Ook de radiologische progressie, beoordeeld volgens de Sharp/ van der Heijde methode, wordt vastgelegd in het datamanagement systeem. De lange termijn analyses hiervan worden op korte termijn verwacht.
De data in het DREAM register worden tevens gebruikt om veelvoorkomende behandelstrategieën te vergelijken ten aanzien van effectiviteit en doelmatigheid. Recent is het remissie-inductie cohort I vergeleken met het remissie-inductie cohort II. Het verschil tussen beide cohorten is het medicatieprotocol. Het eerste cohort is een monotherapie, het tweede cohort een combinatietherapie. Uit deze gegevens komt duidelijk naar voren dat het remissieinductie cohort II, combinatietherapie, superieur is.
Tabel .. Mate van ziekteactiviteit over 5 jaar follow-up (%)
Mate van ziekteactiviteit Remissie DAS28 < 2.6 Lage ziekteactiviteit 2.6 ≤ DAS28 ≥ 3.2 Matige ziekteactiviteit 3.2 < DAS28 ≤ 5.1 Hoge ziekteactiviteit DAS28 > 5.1
Baseline
12 weken
24 weken
52 weken
3 jaar
5 jaar
N=229
N=212
N-213
N-216
N=184
N=155
0
31.1
48.8
60.6
63.6
63.2
6.1
16
18.3
16.2
21.2
16.8
49.8
46.2
29.6
20.4
12.5
18.1 Figuur 9.2 Resultaten 2015
44.1
6.6
3.3
2.8
2.7
1.9
Gemiddelde DAS28 na 5 jaar follow up
9.1 Resultaten 2015 InTabel figuur 1 is te zien dat de grootste winst wordt behaald in het eerste jaar van de behandeling. Het toepassen Mate vaninziekteactiviteit overpraktijk 5 jaar follow-up (%) van T2T de dagelijkse leidt tot een snelle daling van ziekteactiviteit welke persisteert gedurende de eerste 5 jaar van follow-up.
68
TR A N SPA R A N T I E
E N
D O E L MAT I G HEI D
I N
D E
REU MA ZO R G
TR ANSPAR ANTIE
E N
DO E L MATIGH E ID
IN
DE
R E UMAZO R G
69
9 | ONDERZOEK
9 | ONDERZOEK
STOPPEN MET MEDICATIE: POEET STUDIE. POEET is de eerste landelijke studie van de NVR (Nederlandse Vereniging van Reumatologie), uitgevoerd door DREAM. Dankzij de grote inzet van patiënten en zorgverleners in betrokken ziekenhuizen is deze studie een groot succes geworden. De effectiviteit van anti-TNF medicatie bij de behandeling van RA is in vele studies aangetoond. Wanneer RA patiënten goed reageren op anti-TNF medicatie, wordt deze behandeling vaak langdurig gecontinueerd. Er is beperkt bewijs voor de effectiviteit op de lange termijn terwijl anti-TNF medicatie relatief duur is en bijwerkingen kunnen geven. Het is tot op heden niet duidelijk
of patiënten in remissie of in stabiele lage ziekteactiviteit hun anti-TNF behandeling veilig kunnen stoppen. De POEET studie is een pragmatisch gerandomiseerde trial die de mogelijkheid van veilig stoppen met anti-TNF medicatie vergelijkt met het continueren van deze medicatie. Deze studie richtte zich op patiënten met RA die een stabiele lage ziekteactiviteit hebben of in stabiele remissie zijn.
Uit deze studie bleek dat patiënten die stoppen met anti-TNF daarna vaker een opvlamming (flare) doormaken in vergelijking met de patiënten die doorgaan met hun anti-TNF behandeling (Figuur 9.4). Echter, áls een flare optreedt, komt de meerderheid van de patiënten vlot in remissie na het herstarten van anti-TNF medicatie, zonder ernstige bijwerkingen. In de POEET studie zal tevens worden gekeken naar andere voorspellers voor
flare, in het bijzonder echografie, en naar het effect van stoppen met anti-TNF op kwaliteit van leven, vermoeidheid en andere patiënt gerelateerde uitkomstmaten.
Tussen maart 2012 en maart 2014 werden 817 patiënten geïncludeerd uit 47 ziekenhuizen over heel Nederland verspreid Deze patiënten zijn minimaal 12 maanden gevolgd.
Figuur 9.4 Resultaten 2015 Kaplan-Meier curves for DAS28 flare-free survival. De groene lijn presenteert de stop-groep, de blauwe lijn presenteert de continuering-groep. Figuur 9.3 Resultaten 2015 Tijd tot het bereiken van remissie. Remissie-inductie cohort II (dichte rode lijn) vergeleken met het remissie-inductie cohort I (gestippelde zwarte lijn)
70
TR A N SPA R A N T I E
E N
D O E L MAT I G HEI D
I N
D E
REU MA ZO R G
TR ANSPAR ANTIE
E N
DO E L MATIGH E ID
IN
DE
R E UMAZO R G
71
INTERVIEWS
Measuring and reporting health outcomes, improves outcomes. For this reason, it is vital for healthcare systems to move towards complete transparency around outcomes that matter to patients. To achieve the greatest benefits of transparency, we must collaborate and learn from those health economies with superior results. Having standardised sets of outcomes makes such collaboration and learning easier. Being able to standardise outcomes at the global level would increase the learning potential and thus the size of the impact on patient care.
DIT IS DE KOPTEKST BIJ HET HOOFDSTUK
Thomas Kelley Europe Director International Consortium for Health Outcomes Measurement (ICHOM)
Systematically measuring and comparing consensus sets of outcomes that matter to patients, in clinics around the world, will unleash a wave of unexploited learning and quality improvement.
TR ANSPAR ANTIE
E N
DO E L MATIGH E ID
IN
DE
R E UMAZO R G
73
INTERVIEWS
10 Prof. Dr. Richard Grol Professor emeritus Kwaliteit van zorg
Dr. Wiepke Drossaers Medisch Spectrum Twente
De grootste uitdaging is het
Beter inzicht in het beloop
maken van de stap van extern
van de ziekte is van groot
gedreven data-verzameling
belang voor een optimaal
naar intern gemotiveerde
behandelresultaat.
verbetering van kwaliteit van zorg voor patiënten.
74
TR A N SPA R A N T I E
E N
D O E L MAT I G HEI D
I N
D E
REU MA ZO R G
DE TOEKOMST
DIT IS DE KOPTEKST BIJ HET HOOFDSTUK
10 | DE TOEKOMST
“The future belongs to those who believe in the beauty of their dreams” Eleanor Roosevelt
Gezond zijn is een van de zo niet de belangrijkste wensen van de mens. De gezondheidszorg is daarom een van de grote prioriteiten en uitgavenposten van de Westerse maatschappij. Het is opmerkelijk dat ondanks alle tijd, energie en geld die we besteden aan de gezondheidszorg, de gezondheidszorg nog maar nauwelijks zichtbaar maakt wat haar inzet opbrengt. DREAM en de op DREAM gebaseerde initiatieven hebben de uitdaging aangegaan om bij veel voorkomende chronische aandoeningen zoals de reumatische ziekten te beginnen met meten van de uitkomst van de inspanningen van de gezondheidszorg. Voor Reumatoïde Artritis is een werkwijze en een standaard gecreëerd die toonaangevend is zowel nationaal als internationaal. DREAM-RA kan beschouwd worden als “proof of concept” : transparantie is haalbaar. 2015 is voor DREAM het jaar van de valorisatie. Naast Reumatoïde Artritis starten ook registers binnen en buiten DREAM die dezelfde methodiek gebruiken voor verzamelen van data en het zichtbaar maken van kwaliteit voor individuele patiënten, voor ziekenhuizen, voor zorgverzekeraars en voor beleidsmakers.
TR ANSPAR ANTIE
E N
DO E L MATIGH E ID
IN
In de komende jaren zullen deze registers moeten worden verankerd in ons zorgstelsel en uitbreiding in de breedte (meer ziekenhuizen) en in de diepte (meer aandoeningen/disciplines) zal aan de orde zijn. In tegenstelling tot het beperkte biomedische denken is DREAM er met belangrijke partners als ICHOM er van overtuigd dat niet alleen biomedische maten doch vooral uitkomstmaten die voor patiënten relevant zijn iets zeggen over de meerwaarde van de gezondheidszorg voor haar klanten de patiënt. Patiënt gerapporteerde uitkomstmaten (PROMs) reflecteren en meten de mening van de patiënt. Meer kennis over de patiënt en deze manier van meten zal leiden tot computer adaptieve instrumenten (CATs) waardoor de meetmethoden beter aan gaan sluiten op de individuele patiënt en meeteigenschappen verder zullen verbeteren. Om onze dromen te verwerkelijken zullen we samenwerken met allen die deze dromen met ons delen.
DE
R E UMAZO R G
77
INTERVIEWS
DIT IS DE KOPTEKST BIJ HET HOOFDSTUK
Prof. Dr. Timothy Radstake Universitair Medisch Centrum Utrecht
Ir. Michele Manto MBA Bestuurslid Nefarma en General Manager van AbbVie B.V.
Transparantie in de zorg zou
Om de behandeling van ziektes
de normaalste zaak moeten
en aandoeningen blijvend te
worden. Echter, transparantie
verbeteren, is het cruciaal dat
moet wel op de juiste vlakken
in de dagelijkse zorgpraktijk
plaatsvinden en uitvoerbaar
patiëntgegevens worden
zijn op de werkvloer.
bijgehouden en verzameld.
TR ANSPAR ANTIE
E N
DO E L MATIGH E ID
IN
DE
R E UMAZO R G
79
INTERVIEWS
INTERVIEWS
De kwaliteit van de Nederlandse gezondheidszorg staat al jaren hoog aangeschreven. Nederland voert al vijf jaar op rij de Euro Health Consumer Index aan, een toonaangevende vergelijking van Europese gezondheidszorgstelsels. Elke dag zetten duizenden zorgprofessionals zich in om de zorg voor hun patiënten te verbeteren. Nederland mag met recht trots zijn op haar gezondheidszorg.
Marianne Lensink, Zorgverzekeraars Nederland
Het transparant maken van de kwaliteit van de zorg is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Zorgverzekeraars vinden wel
Desondanks zijn er steeds meer vragen over de kwaliteit van de zorg en neemt de roep om meer transparantie al jaren toe. Nederland is een informatiesamenleving waarin we gewend zijn om online toegang te hebben tot allerlei (kwaliteits)informatie. Maar als het gaat om de zorg kunnen we niet anders constateren dat – hoewel er inmiddels een aantal belangrijke initiatieven is gestart om betrouwbare kwaliteitsinformatie in de zorg toegankelijk te maken – er voor mensen in Nederland nog erg weinig informatie beschikbaar is over de kwaliteit van de zorg. Daarom hebben zorgverzekeraars het Programma Kwaliteit opgezet, waarbinnen zij hard samenwerken om informatie over de kwaliteit van zorg bij een groot aantal
aandoeningen in beeld te krijgen en toegankelijk te maken. De inzet van het programma is drieledig: 1) verzekerden krijgen toegang tot kwaliteitsinformatie over de zorg en kunnen deze informatie gebruiken als keuze-informatie, 2) zorgprofessionals en zorginstellingen kunnen op basis van spiegelinformatie van elkaar leren en op die manier – waar dat mogelijk is – de kwaliteit op het hoogste niveau te brengen, 3) kwaliteitsinformatie kan betrokken worden bij de inkoopgesprekken en leiden tot afspraken ter versterking en verbetering van de zorg. Zorgverzekeraars werken in het Programma Kwaliteit intensief samen met patiëntenorganisaties, wetenschappelijke verenigingen van zorgaanbieders en organisaties die zich bezighouden met kwaliteitsregistraties. Zorgverzekeraars vinden wel dat dit proces in de versnelling moet, want de informatiebewuste Nederlander zal ook van zijn zorgverleners steeds nadrukkelijker verwachten dat zij beschikken over goede informatie over de kwaliteit van de zorg die zij leveren.
dat dit proces in de versnelling moet, want de informatiebewuste Nederlander zal ook van zijn zorgverleners steeds nadrukkelijker verwachten dat zij beschikken over goede informatie over de kwaliteit van de zorg die zij leveren.
80
81
INTERVIEWS
Riette Leemreize-Mol Medisch Spectrum Twente
Patientenparticipatie is onmisbaar om patiëntgericht te kunnen behandelen.
82
Als een persoon ineens een patiënt wordt, geeft dat veel onzekerheid. Een deel van deze onzekerheid kan ondervangen worden door het behandeldoel en de weg er naar toe inzichtelijk te maken voor de patiënt, arts en verpleegkundige. Zo kan ieder vanuit zijn eigen kennis en kunde meewerken. Om dit te kunnen bereiken is transparantie in de zorg nodig. Door de transparantie is de patiënt in staat het proces van behandeling te volgen, en als verpleegkundige kun je daardoor goed aansluiten doordat de behoeftes van de patiënt duidelijk te zien zijn. De patiënt participeert door het aangeven van zorgvragen. Deze kunnen als onderlegger gebruikt worden in het gesprek waarin de zorgbehoeftes besproken worden. Het belang van patiëntparticipatie en transparantie in de zorg leidt uiteindelijk tot patiëntgerichte zorg en daarmee tot betere kwaliteit van zorg.
BIJLAGE 1: PUBLICATIES DREAM DIT IS2007-2015 DE KOPTEKST BIJ HET HOOFDSTUK
BIJLAGE 1 | PUBLICATIES DREAM 2007-2015
1.
BIJLAGE 1 | PUBLICATIES DREAM 2007-2015
Validity and measurement precision of the PROMIS physical function item bank and a content validity-driven 20-item short form in rheumatoid arthritis compared with traditional measures. Oude Voshaar MA, Ten Klooster
Mariette X, Bridges SL Jr, Zhernakova A, Toes RE, Tak PP, Miceli-Richard C, Bang SY, Lee HS, Martin
J, Gonzalez-Gay MA, Rodriguez-Rodriguez L, Rantapää-Dahlqvist S, Arlestig L, Choi HK, Kamatani Y, Galan
Cost-effectiveness of abatacept, rituximab, and TNFi treatment after previous failure with TNFi treatment in
P, Lathrop M; RACI consortium; GARNET consortium, Eyre S, Bowes J, Barton A, de Vries N, Moreland LW,
Criswell LA, Karlson EW, Taniguchi A, Yamada R, Kubo M, Liu JS, Bae SC, Worthington J, Padyukov
rheumatoid arthritis: a pragmatic multi-centre randomised trial. Manders SH, Kievit W, Adang E, Brus HL, Moens
L, Klareskog L, Gregersen PK, Raychaudhuri S, Stranger BE, De Jager PL, Franke L, Visscher PM, Brown MA,
HJ, Hartkamp A, Hendriks L, Brouwer E, Visser H, Vonkeman HE, Hendrikx J, Jansen TL, Westhovens R, van de Laar
Yamanaka H, Mimori T, Takahashi A, Xu H, Behrens TW, Siminovitch KA, Momohara S, Matsuda F, Yamamoto K,
MA, van Riel PL. Arthritis Res Ther. 2015 May 22;17:134. 3.
Plenge RM. Nature. 2014 Feb 20;506(7488):376-81.
Assessment of fatigue in rheumatoid arthritis: a psychometric comparison of single-item, multiitem, and
14.
Treating to the target of remission in early rheumatoid arthritis is cost-effective: results of the DREAM registry.
multidimensional measures. Oude Voshaar MA, Ten Klooster PM, Bode C, Vonkeman HE, Glas CA, Jansen T, van
Vermeer M, Kievit W, Kuper HH, Braakman-Jansen LM, Bernelot Moens HJ, Zijlstra TR, den Broeder AA, van Riel
Albada-Kuipers I, van Riel PL, van de Laar MA. J Rheumatol. 2015 Mar;42(3):413-20.
PL, Fransen J, van de Laar MA. BMC Musculoskelet Disord. 2013 Dec 13;14:350.
4.
Effectiveness of TNF inhibitor treatment with various methotrexate doses in patients with rheumatoid arthritis:
15.
Distinct trajectories of disease activity over the first year in early rheumatoid arthritis patients following a treat-
results from clinical practice. Manders SH, Kievit W, Adang E, Jansen TJ, Stolk JN, Visser H, Schilder AM,
to-target strategy. Siemons L, Ten Klooster PM, Vonkeman HE, W Glas CA, van de Laar MA. Arthritis Care Res
Vonkeman HE, van de Laar MA, van Riel PL. Ann Rheum Dis. 2015 Mar;74(3):e24.
(Hoboken). 2013 Sep 19.
5.
The EULAR Study Group for Registers and Observational Drug Studies: comparability of the patient case
16.
Genome-wide association analysis of anti-TNF drug response in patients with rheumatoid arthritis. Umiċeviċ
mix in the European biologic disease modifying anti-rheumatic drug registers. Kearsley-Fleet L, Závada J,
Mirkov M, Cui J, Vermeulen SH, Stahl EA, Toonen EJ, Makkinje RR, Lee AT, Huizinga TW, Allaart R, Barton A,
Hetland ML, Nordström DC, Aaltonen KJ, Listing J, Zink A, Gati T, Rojkovich B, Iannone F, Gremese E, van Riel PL,
Mariette X, Miceli CR, Criswell LA, Tak PP, de Vries N, Saevarsdottir S, Padyukov L, Bridges SL, van Schaardenburg
DJ, Jansen TL, Dutmer EA, van de Laar MA, Barrera P, Radstake TR, van Riel PL, Scheffer H, Franke B, Brunner HG,
Plenge RM, Gregersen PK, Guchelaar HJ, Coenen MJ. Ann Rheum Dis. 2013 Aug;72(8):1375-81.
17.
Predictors for the 5-year risk of serious infections in patients with rheumatoid arthritis treated with anti-tumour
van de Laar MA, Lie E, Kvien TK, Canhão H, Fonseca JE, Rotar Ž, Loza E, Carmona L, Askling J, Johansson
K, Finckh A, Dixon WG, Hyrich KL; EULAR Study Group for Registers and Observational Drug Studies.
Rheumatology (Oxford). 2015 Jun;54(6):1074-9.
6.
Predictors of satisfactory improvements in pain for patients with early rheumatoid arthritis in a treat-to-target
necrosis factor therapy: a cohort study in the Dutch Rheumatoid Arthritis Monitoring (DREAM) registry. van
study. Ten Klooster PM, Vonkeman HE, Oude Voshaar MA, Siemons L, van Riel PL, van de Laar MA. Rheumatology
Dartel SA, Fransen J, Kievit W, Dutmer EA, Brus HL, Houtman NM, van de Laar MA, van Riel PL. Rheumatology
(Oxford). 2015 Jun;54(6):1080-6.
(Oxford). 2013 Jun;52(6):1052-7.
7.
How age and sex affect the erythrocyte sedimentation rate and C-reactive protein in early rheumatoid arthritis.
18.
Performance of the Dutch SF-36 version 2 as a measure of health-related quality of life in patients with
Siemons L, Ten Klooster PM, Vonkeman HE, van Riel PL, Glas CA, van de Laar MA. BMC Musculoskelet Disord.
rheumatoid arthritis. ten Klooster PM, Vonkeman HE, Taal E, Siemons L, Hendriks L, de Jong AJ, Dutmer EA, van
2014 Nov 6;15:368.
Riel PL, van de Laar MA. Health Qual Life Outcomes. 2013 May 8;11:77.
8.
Estimation of heritability of different outcomes for genetic studies of TNFi response in patients with rheumatoid
19.
Adherence to a treat-to-target strategy in early rheumatoid arthritis: results of the DREAM remission induction
arthritis. Umićević Mirkov M, Janss L, Vermeulen SH, van de Laar MA, van Riel PL, Guchelaar HJ, Brunner HG,
cohort. Vermeer M, Kuper HH, Bernelot Moens HJ, Hoekstra M, Posthumus MD, van Riel PL, van de Laar MA.
Albers CA, Coenen MJ. Ann Rheum Dis. 2014 Aug 11. pii: annrheumdis-2014-205541.
9.
Modelling outcomes of complex treatment strategies following a clinical guideline for treatment decisions
in patients with rheumatoid arthritis. Tran-Duy A, Boonen A, Kievit W, van Riel PL, van de Laar MA, Severens JL.
Arthritis Res Ther. 2012 Nov 23;14(6):R254. 20.
Difference in the risk of serious infections in patients with rheumatoid arthritis treated with adalimumab, infliximab and etanercept: results from the Dutch Rheumatoid Arthritis Monitoring (DREAM) registry. van Dartel
Pharmacoeconomics. 2014 Oct;32(10):1015-28.
SA, Fransen J, Kievit W, Flendrie M, den Broeder AA, Visser H, Hartkamp A, van de Laar MA, van Riel PL. Ann
10.
Determinants associated with work participation in patients with established rheumatoid arthritis taking tumor
Rheum Dis. 2013 Jun;72(6):895-900.
necrosis factor inhibitors. Manders SH, Kievit W, Braakman-Jansen AL, Brus HL, Hendriks L, Fransen J, van de Laar
21. Contribution of assessing forefoot joints in early rheumatoid arthritis patients: insights from item response
MA, van Riel PL. J Rheumatol. 2014 Jul;41(7):1263-9.
11. Calibration of the PROMIS physical function item bank in Dutch patients with rheumatoid arthritis. Oude
84
Myouzen K, Kawaguchi T, Coenen MJ, van Riel PL, van de Laar MA, Guchelaar HJ, Huizinga TW, Dieudé P,
PM, Glas CA, Vonkeman HE, Taal E, Krishnan E, Bernelot Moens HJ, Boers M, Terwee CB, van Riel PL, van de Laar MA. Rheumatology (Oxford). 2015 Jul 29. 2.
Voshaar MA, ten Klooster PM, Glas CA, Vonkeman HE, Taal E, Krishnan E, Moens HJ, Boers M, Terwee CB, van Riel
theory. Siemons L, Ten Klooster PM, Taal E, Kuper IH, van Riel PL, Glas CA, van de Laar MA. Arthritis Care Res (Hoboken). 2013 Feb;65(2):212-9.
22. The provisional ACR/EULAR definition of remission in RA: a comment on the patient global assessment criterion.
PL, van de Laar MA.
Vermeer M, Kuper HH, van der Bijl AE, Baan H, Posthumus MD, Brus HL, van Riel PL, van de Laar MA.
PLoS One. 2014 Mar 17;9(3):e92367.
Rheumatology (Oxford). 2012 Jun;51(6):1076-80.
12. Interchangeability of 28-joint disease activity scores using the erythrocyte sedimentation rate or the C-reactive
23.
The prevalence of clinical remission in RA patients treated with anti-TNF: results from the Dutch Rheumatoid
protein as inflammatory marker. Siemons L, Vonkeman HE, ten Klooster PM, van Riel PL, van de Laar MA. Clin
Arthritis Monitoring (DREAM) registry. de Punder YM, Fransen J, Kievit W, Houtman PM, Visser H, van de Laar MA,
Rheumatol. 2014 Jun;33(6):783-9.
13.
Genetics of rheumatoid arthritis contributes to biology and drug discovery. Okada Y, Wu D, Trynka G, Raj
van Riel PL. Rheumatology (Oxford). 2012 Sep;51(9):1610-7 24. Comparative responsiveness of the EQ-5D and SF-6D to improvement in patients with rheumatoid arthritis
T, Terao C, Ikari K, Kochi Y, Ohmura K, Suzuki A, Yoshida S, Graham RR, Manoharan A, Ortmann W, Bhangale T,
treated with TNF-blockers: Results of the DREAM registry. Buitinga L, Braakman-Jansen LM, Taal E, Kievit
Denny JC, Carroll RJ, Eyler AE, Greenberg JD, Kremer JM, Pappas DA, Jiang L, Yin J, Ye L, Su DF, Yang J, Xie G,
W, Visser H, van Riel PL, van de Laar MA. Arthritis Care Res (Hoboken). 2012 Jun;64(6):826-32.
Keystone E, Westra HJ, Esko T, Metspalu A, Zhou X, Gupta N, Mirel D, Stahl EA, Diogo D, Cui J, Liao K, Guo MH,
85
BIJLAGE 1 | PUBLICATIES DREAM 2007-2015
25.
BIJLAGE 1 | PUBLICATIES DREAM 2007-2015
A tight control treatment strategy aiming for remission in early rheumatoid arthritis is more effective than usual
40.
care treatment in daily clinical practice: a study of two cohorts in the Dutch Rheumatoid Arthritis Monitoring
Dutch patients with RA starting anti-tumour necrosis factor treatment. Veehof MM, ten Klooster PM, Taal E, van
(DREAM) registry. Schipper LG, Vermeer M, Kuper HH, Hoekstra MO, Haagsma CJ, Den Broeder AA, van Riel P,
Riel PL, van de laar M.A. Ann Rheum Dis. 2008 Jun;67(6):789-93.
Fransen J, van de Laar MA. Ann Rheum Dis. 2012 Jun;71(6):845-50.
41.
The effectiveness and medication costs of three anti-tumour necrosis factor alpha agents in the treatment
26.
Implementation of a treat-to-target strategy in very early rheumatoid arthritis: results of the Dutch Rheumatoid
of rheumatoid arthritis from prospective clinical practice data. Kievit W, Adang EM, Fransen J, Kuper HH,
Arthritis Monitoring remission induction cohort study. Vermeer M, Kuper HH, Hoekstra M, Haagsma CJ,
van der Laar MA, Jansen TL, De Gendt CM, De Rooij DJ, Brus HL, van Ooijen PC, van Riel PC. Ann Rheum Dis. 2008
Posthumus MD, Brus HL, van Riel PL, van de Laar MA. Arthritis Rheum. 2011 Oct;63(10):2865-72.
Sep;67(9):1229-34.
27. Validating the 28-tender joint count using item respons theory. Siemons L, ten Klooster PM, Taal E, Kuper IH, van
42. Changes in priorities for improvement in patients with rheumatoid arthritis during 1 year of anti-tumour
Riel PL, van de Laar MA, Glas CA. J Rheumatol. 2011 Dec;38(12):2557-64.
necrosis factor treatment. ten Klooster PM, Veehof MM, Taal E, van Riel PL, van de Laar MA. Ann Rheum Dis. 2007
28.
Effectiveness of a third tumor necrosis factor-α-blocking agent compared with rituximab after failure of 2 TNF-
blocking agents in rheumatoid arthritis. Blom M, Kievit W, Donders AR, den Broeder AA, Straten VH, Kuper I,
43.
The efficacy of anti-TNF in rheumatoid arthritis, a comparison between randomized controlled trials and clinical
Visser H, Jansen TL, Brus HL, Branten AJ, van de Laar MA, van Riel PL. J Rheumatol. 2011 Nov;38(11):2355-61.
practice. Kievit W, Fransen J, Oerlemans AJ, Kuper HH, van der Laar MA, de Rooij DJ, De Gendt CM, Ronday KH,
29.
Treatment strategies aiming at remission in early rheumatoid arthritis patients: starting with methotrexate
Jansen TL, van Oijen PC, Brus HL, Adang EM, van Riel PL. Ann Rheum Dis. 2007 Nov;66(11):1473-8.
Nov;66(11):1485-90.
monotherapy is cost-effective. Schipper LG, Kievit W, den Broeder AA, van der Laar MA, Adang EM, Fransen J,
van Riel PL. Rheumatology (Oxford). 2011 Jul;50(7):1320-30.
30.
Long-term effectiveness and safety of TNF-blocking agents in daily clinical practice: results from the Dutch
PRESENTATIES DREAM 2011- 2015
Rheumatoid Arthritis Monitoring register. Kievit W, Fransen J, Adang EM, den Broeder AA, Bernelot Moens HJ,
1.
Visser H, van de Laar MA, van Riel PL. Rheumatology (Oxford). 2011 Jan;50(1):196-203.
31.
Genetic variants in toll-like receptors are not associated with rheumatoid arthritis susceptibility or anti-
tumour necrosis factor treatment outcome. Coenen MJ, Enevold C, Barrera P, Schijvenaars MM, Toonen EJ,
patients with early rheumatoid arthritis: results from the dream remission induction cohort II S. Koop: EULAR 2015: prevalence and cross-sectional associations of neuropathic-like pain features in
Scheffer H, Padyukov L, Kastbom A, Klareskog L, Barton A, Kievit W, Rood MJ, Jansen TL, Swinkels D, van Riel PL,
3.
Sophie Manders: EULAR 2015: tapering MTX in patients with RA using TNFi treatment is possible
4.
Franke B, Bendtzen K, Radstake TR. PLoS One. 2010 Dec 15;5(12):e14326.
32.
Statins inhibit the antirheumatic effects of rituximab in rheumatoid arthritis: results from the Dutch Rheumatoid
Arthritis Monitoring (DREAM) registry. Arts EE, Jansen TL, Den Broeder A, Vonkeman HE, Dutmer E, Van de Laar
MA, Van Riel PL, Fransen J. Ann Rheum Dis. 2011 May;70(5):877-8.
33.
Frequency and effectiveness of dose increase of adalimumab, etanercept, and infliximab in daily clinical
practice. Blom M, Kievit W, Kuper HH, Jansen TL, Visser H, den Broeder AA, Brus HL, van de Laar MA, van Riel PL.
Arthritis Care Res (Hoboken). 2010 Sep;62(9):1335-41.
rheumatoid arthritis Marjan Ghiti Moghadam: EULAR 2015: randomized trial of stopping TNF-inhibitors in rheumatoid arthritis patients with stable remission or low disease activity in the Netherlands 5.
Mart Van De Laar: EULAR 2014: Quality of care and telemonitoring, the added value of ict in daily care and registries
6.
The reason for discontinuation of the first tumor necrosis factor (TNF) blocking agent does not influence the
effect of a second TNF blocking agent in patients with rheumatoid arthritis. Blom M, Kievit W, Fransen J, Kuper
IH, den Broeder AA, De Gendt CM, Jansen TL, Brus HL, van de Laar MA, van Riel PL. J Rheumatol. 2009
Liseth Siemons: EULAR 2014: How age, gender and body mass index affect the erythrocyte sedimentation rate and the c-reactive protein in early rheumatoid arthritis
8.
Hendrikx J, Stalmeier PF, van de Laar MA, Van Riel PL, Adang EM. Qual Life Res. 2010 Sep;19(7):985-94.
35.
Inger Meek: EULAR 2014: The cardiovascular hazard of nsaids in daily practice: prospective analysis of the actcvd cohort
7.
Sophie Manders: EULAR 2014: Cost-effectiveness of abatacept, rituximab or a tnfi after failure of the first tnfi treatment in ra: results of a multi-centered pragmatic RCT in the dream registry
9.
T. Simon: EULAR 2014: Epidemiological assessment of baseline characteristics of the abatacept-treated patients in select real-world rheumatoid arthritis data sources
10. Marieke Coenen: ACR/EULAR 2014: Genome-wide association analysis of pain reduction in rheumatoid arthritis
Oct;36(10):2171-7. 36.
Laura Steunebrink: EULAR 2015: general applicability of a new treat-to-target treatment strategy in dutch
2.
34. The relationship between change in subjective outcome and change in disease: a potential paradox. Kievit W,
patients treated with tnf inhibitors
Influence of age on the outcome of antitumour necrosis factor alpha therapy in rheumatoid arthritis. Radovits
11. Harald Vonkeman: ACR 2014: Randomized trial of stopping tnf-inhibitors in rheumatoid arthritis patients with
BJ, Kievit W, Fransen J, van de Laar MA, Jansen TL, van Riel PL, Laan RF. Ann Rheum Dis. 2009 Sep;68(9):1470-3.
37.
Evaluating guidelines of continuation of anti-TNF treatment after three months: clinical effectiveness and costs
of observed care and different alternative strategies. Kievit W, Fransen J, Adang EM, Kuper HH, Jansen TL, De
12. Sophie Manders: EULAR 2013: Significantly better results for TNFi combination therapy with MTX than TNFi
Gendt CM, De Rooij DJ, Brus HL, van de Laar MA, Van Riel PC. Ann Rheum Dis. 2009 Jun;68(6):844-9.
mono- and combination without MYX therapy in patients with RA: results from the DREAM registry
13.
Inger Meek: EULAR 2013: hyperuricemia: cause or consequence of increased cardiovascular risk
38. Confirmatory factor analysis of the Arthritis Impact Measurement Scales 2 short form in patients with
rheumatoid arthritis. ten Klooster PM, Veehof MM, Taal E, van Riel PL, van de Laar MA. Arthritis Rheum. 2008 May
stable low disease activity in the Netherlands
14. Mart Van De Laar: ACR/EULAR 2013: The Challenge To Develop A Multidimensional Computerized Adaptive Test For Fatigue In Rheumatoid Arthritis.
15;59(5):692-8.
86
Psychometric properties of the Rheumatoid Arthritis Disease Activity Index (RADAI) in a cohort of consecutive
39. Comparison of internal and external responsiveness of the generic Medical Outcome Study Short Form-36 (SF-
15. Inger Meek: ACR/EULAR 2013: Cardiovascular Risk In Intensively Treated Rheumatoid Arthritis: Comparison To
36) with disease-specific measures in rheumatoid arthritis. Veehof MM, ten Klooster PM, Taal E, van Riel PL, van
de Laar MA. J Rheumatol. 2008 Apr;35(4):610-7.
TR A N SPA R A N T I E
E N
D O E L MAT I G HEI D
I N
D E
REU MA ZO R G
An Osteoarthritis Population. First Prospective Analysis Of The ACT-CVD Cohort
TR ANSPAR ANTIE
E N
DO E L MATIGH E ID
IN
DE
R E UMAZO R G
87
BIJLAGE 1 | PUBLICATIES DREAM 2007-2015
BIJLAGE 2: Mijn Reumacentrum DIT IS DE KOPTEKST BIJ HET HOOFDSTUK
16. Martijn Oude Voshaar: ACR/EULAR 2013: Predictors Of No Improvement In Subjective Health Perception In Newly Diagnosed Rheumatoid Athritis Patients With A Good DAS28 Response At 12 Months In The Dutch
Rheumatoid Arthritis Monitoring Tight Control Cohort
17. Inger Meek: ACR 2013: Cardiovascular Case Fatality In Rheumatoid Arthritis Is Decreasing; Results From A
Current Low Disease Activity Rheumatoid Arthritis Cohort And Review Of The Literature
18. An Tran-Duy: ACR 2013: Comparison Of The Cost-Effectiveness Of The Treatment Strategies With And Without
Biological Response Modifiers For Patients With Recently Diagnosed Rheumatoid Arthritis Following A Clinical Guideline For Treatment Selection
19. Sophie Manders: ACR 2013: Mode Of Action Change Not Necessary After Failing The First Tumornecrosisfactor
Inhibitor: Preliminary Results Of A Randomized Controlled Trial
20. Lara Bossini-Castillo: ACR 2013: A Genome Wide Association Study Of Rheumatoid Arthritis Without Antibodies
Against Citrullinated Peptides.
21. Sophie Manders: EULAR 2012: Are TNF Blocking Agents Associated With Changes In Work Participation In
SAMENVATTING
SUMMARY
•
•
Patients With RA? 22.
Martijn Oude Voshaar: EULAR 2012: Predictors Of No Improvement In Subjective Health Perception In
Newly Diagnosed RA Patients With A Good DAS28 Response At 12 Months In The DREAM Tight Control Cohort.
23. Marloes Vermeer: EULAR 2012: Cost-Effectiveness And Cost-Utility Analysis Of Treat-To-Target Versus Usual Care
databeheersysteem.
Stephanie Nicolaus: EULAR 2012: Which Factors Are Related To Fatigue In Rheumatoid Arthritis?
25. Stephanie Nicolaus: EULAR 2012: Calibration Of A Multidimensional Item Bank To Measure Fatigue In
•
Rheumatoid Arthritis Patients. Patients Treated With Anti-TNF Medication. Results Of The DREAM And Danbio Registries. 27. Marloes Vermeer: ACR 2012: Adherence To A Treat-To-Target Strategy In Early Rheumatoid Arthritis: Results Of
The Dutch Rheumatoid Arthritis Monitoring Remission Induction Cohort.
28. Marloes Vermeer: EULAR 2011: The New ACR/EULAR Definition Of Remission In Rheumatoid Arthritis: A
Comment On The Patient Global Assessment Criterion.
29. Sanne Van Dartel: EULAR 2011: The Difference Between Adalimumab, Infliximab And Etanercept On The Risk Of Serious Infections In Patients With Rheumatoid Arthritis. 30. Liseth Siemons: ACR/ARHP 2011: Item Response Theory Analyses Of Joint Counts In Rheumatoid Arthritis. 31. Marloes Vermeer: ACR 2011: The New ACR/EULAR Definition Of Remission In Rheumatoid Arthritis: A Comment
On The Patient Global Assessment Criterion.
32. Wietske Kievit: ACR 2011: Tapering And Discontinuation Of Methotrexate In Patients With Rheumatoid Arthritis Treated With Tumor Necrosis Factor Inhibitors: An Analysis In The Dutch Rheumatoid Arthritis Monitoring (DREAM) Registry. 33. Liseth Siemons: IRT Symposium 2011: Item Response Theory Applied To A Clinical Measure: Validating The
28-Tender Joint Count.
34. Liseth Siemons: NVR Najaarsdagen 2011: Validating The 28-Tender Joint Count Using IRT-Based Methods & Modern Psychometrics Applied In Rheumatology. 35. Marloes Vermeer: NVR Najaarsdagen 2011: The New ACR/EULAR Definition Of Remission In Rheumatoid
88
Arthritis: A Comment On The Patient Global Assesment Criterion.
36.
Sanne Van Dartel: NVR Najaarsdagen 2011: Het Verschil In Risico Op Een Ernstige Infectie Tussen Adalimumab,
Infliximab En Etanercept Bij Patiënten Met Reumatoïde Artritis: Resultaten Uit De DREAM Database.
TR A NSPA R A N T I E
E N
D O E L MAT I G HEI D
I N
D E
REU MA ZO R G
•
Reumancentrum’ has evolved from a research
‘Mijn Reumacentrum’ zich ontwikkeld van een
database to a fully-fledged integrated quality
kwaliteitsmanagementsysteem. •
Using input from patients and caregivers, ‘Mijn
Met input van patiënten en zorgverleners heeft
management system.
research database tot een volwaardig geïntegreerd
26. Marieke Coenen: ACR 2012: Genome Wide Association Analysis Of Pain Reduction In Rheumatoid Arthritis
‘Mijn Reumacentum’ is a web-based, user-friendly data entry and data management system.
based, gebruiksvriendelijk data-entry en
In Early Rheumatoid Arthritis: Results Of The DREAM Registry. 24.
‘Mijn Reumacentrum’ is een web-
•
‘Mijn Reumacentrum’ increases transparency of care,
‘Mijn Reumacentrum’ verhoogd transparantie
stimulates efficient use of resources and supports
van de geleverde zorg, stimuleert doelmatigheid
patient emancipation.
in het gebruik van middelen en ondersteunt de emancipatie van de patiënt.
BIJLAGE 2 | MIJN REUMACENTRUM
INLEIDING Jaarlijks worden binnen ‘Mijn Reumacentrum’ meer dan 15.000 vragenlijsten ingevuld over de aard van de reuma, het beloop van de ziekte, de effectiviteit van de verschillende behandelingen, bijwerkingen en complicaties, het fysiek functioneren en de kwaliteit van leven van patiënten en de kosten van de zorg.
BIJLAGE 2 | MIJN REUMACENTRUM
Mijn Reumacentrum ‘Mijn Reumacentum’ is een Online Monitor Applicatie dat gebruikt wordt binnen de Reumatologie. ‘Mijn Reumacentrum’ ondersteunt de verzameling van gegevens van patiënten door directe invoer door verpleegkundigen, artsen en de patiënten zelf mogelijk te maken. ‘Mijn Reumacentrum’ is web-based, dus via een internetpagina bereikbaar, en is daarmee toegankelijk vanuit ieder ziekenhuis zonder dat er soft- of hardware in het ziekenhuisinformatiesysteem hoeft te worden geïnstalleerd. Het web-based systeem maakt het ook mogelijk dat patiënten zelf thuis hun gegevens kunnen invoeren, vragenlijsten kunnen invullen en een hun persoonlijk elektronisch patiëntendossier kunnen inzien. ‘Mijn Reumacentrum’ is ontwikkeld in overleg met patiënten en zorgverleners. Ondersteuning van het zorgproces ‘Mijn Reumacentrum’ is gemaakt om het zorgproces te ondersteunen. Het volgt de praktijkvoering waardoor geen extra handelingen hoeven te worden verricht. Omdat gegevens rechtstreeks in de database worden ingevoerd, zijn de resultaten ook direct beschikbaar in de spreekkamer. De arts of verpleegkundige kan de uitkomsten van vragenlijsten, die de patiënt eerder thuis of ter plekke in de wachtkamer op een computer heeft ingevuld, bespreken tijdens het consult. Verpleegkundigen meten de ziekteactiviteit voorafgaand aan het bezoek aan de arts. De arts heeft de resultaten hiervan beschikbaar, grafisch weergegeven in relatie tot eerdere metingen en in relatie met de huidige en eerdere behandelingen. Hiermee wordt het beloop van de ziekte en
90
de gevolgen van de behandeling inzichtelijk voor de arts en de patiënt. De ontstane transparantie stimuleert het doelmatig inzetten van middelen. Het biedt artsen de mogelijkheid om behandelingen te sturen, niet alleen op effectiviteit, maar ook op kwaliteit. Participatie in ‘Mijn Reumacentrum’ is onderdeel van de emancipatie van patiënten. Het bevordert de informatieoverdracht, het verhoogt betrokkenheid en stimuleert therapietrouw, met als gevolg betere behandelresultaten en grotere patiënttevredenheid. ‘Mijn Reumacentrum’ voor de patiënt ‘Mijn Reumacentrum’ begeleidt het hele traject op de polikliniek. De patiënt meldt zich aan via een computer in de polikliniekruimte, zo nodig met de hulp van een gastvrouw. Op het scherm krijgt de patiënt te zien wat de volgende stappen zijn: vragenlijst invullen, lengte en gewicht meten, bloeddruk meten, naar de verpleegkundige of naar de arts. De verpleegkundige voert alle meetwaarden in die nodig zijn voor het berekenen van de ziekteactiviteit, zoals het aantal pijnlijke en gezwollen gewrichten. De reumatoloog draagt zorg voor de medische gegevens in het systeem. Patiënten kunnen zowel thuis als op de polikliniek inloggen om de vragenlijsten in te vullen voorafgaand aan de afspraak. Een gedeelte van ‘Mijn Reumacentrum’ is speciaal gemaakt voor patiënten: het patiënten-portaal. Bij de ontwikkeling van dit portaal zijn patiënten nauw betrokken geweest. Het patiënten portaal is ingericht met de volgende gegevens: de diagnose, het medicatieoverzicht, de ziekteactiviteit, recente bloedbepalingen en de uitkomsten van vragenlijsten over het fysiek
91
BIJLAGE 2 | MIJN REUMACENTRUM
functioneren en de kwaliteit van leven. De ziekteactiviteitscore en de uitkomsten van de vragenlijsten zijn grafisch weergegeven. Alle onderdelen zijn voorzien van een duidelijke, korte en bondige uitleg. Koppeling met het ziekenhuis Om handmatige data invoer te beperken maakt ‘Mijn Reumacentrum’ het mogelijk om desgewenst een koppeling tot stand te brengen tussen het ziekenhuisinformatiesysteem en de ‘Mijn Reumacentrum database’. Met deze koppeling kunnen bijvoorbeeld laboratoriumuitslagen of gegevens uit het elektronische ziekenhuisdossier geëxporteerd worden naar de ‘Mijn Reumacentrum database’. Een dergelijke koppeling is veilig en technisch eenvoudig uit te voeren. Veiligheid Om de kwaliteit en de veiligheid van patiëntgegevens te waarborgen is het systeem zeer streng beveiligd. Toegang tot het systeem is alleen mogelijk via centraal uitgegeven inlogcodes en persoonlijke wachtwoorden. Artsen en verpleegkundigen krijgen alleen een inlogcode als hun identiteit vast is gesteld aan de hand van hun BIG registratie en patiënten krijgen alleen een inlogcode tijdens persoonlijk contact met hun eigen arts of verpleegkundige. De patiëntgegevens worden geanonimiseerd opgeslagen in een beveiligde omgeving die voldoet aan alle internationale eisen en richtlijnen die hierop van toepassing zijn.
92
BIJLAGE 2 | MIJN REUMACENTRUM
Privacy De gegevens van een patiënt zijn alleen zichtbaar voor de patiënt zelf en voor zorgverleners die een directe behandelrelatie hebben met de patiënt. Artsen en verpleegkundigen hebben dus alleen inzicht in de gegevens van patiënten die onder behandeling staan in hun ziekenhuis, bij het specialisme waar deze arts of verpleegkundige werkzaam is. ’Mijn Reumacentrum’ werkt met vaste rollen. Deze rollen hebben verschillende autorisaties, die alleen voor die rol van belang zijn. Zo kan medische informatie alleen worden toegevoegd of veranderd door artsen of verpleegkundigen. Een medische rol wordt toegekend nadat de identiteit van de hulpverlener is geverifieerd in het BIG register. Patiënten krijgen een inlog account tijdens direct contact met hun arts of verpleegkundige, ook bij het verlies van een eerder account. Inlogaccounts die langere tijd niet actief zijn of waarbij een verdenking bestaat op misbruik worden automatisch geblokkeerd. Onderzoekers kunnen geaggregeerde data downloaden voor specifieke onderzoeksvragen, deze data zijn geanonimiseerd. De onderzoekers krijgen niet te zien om welke patiënten het gaat. Wel kunnen zij aangeven uit welk cohort de gegevens gehaald moeten worden en over welke periode en van welk ziekenhuis. Individuele patiënten zijn voor onderzoekers slechts te herkennen aan anonieme unieke identificatienummers.
TR A N SPA R A N T I E
E N
D O E L MAT I G HEI D
I N
D E
REU MA ZO R G
Conclusie ‘Mijn Reumacentrum’ heeft zich ontwikkeld van een research database tot een volwaardig geïntegreerd kwaliteitsmanagement systeem. ‘Mijn Reumacentrum verhoogd transparantie van de geleverde zorg, stimuleert doelmatigheid in het gebruik van middelen en ondersteunt de emancipatie van de patiënt.
Integriteit van de database Alle activiteiten in ‘Mijn Reumacentrum’ worden gelogd zodat eventuele fouten kunnen worden hersteld en zodat altijd te achterhalen is wie wat heeft gezien en gedaan. De ’Mijn Reumacentrum database’ bevat alleen geanonimiseerde gegevens. Toegang tot de database is indirect, via een encrypted verbinding en is in meerdere lagen beveiligd tegen onrechtmatige toegang. Dagelijks worden back-ups gemaakt van de volledige database. ‘Mijn Reumacentrum’ en haar back-ups draaien op meerdere losstaande servers met separate netvoeding. ‘Mijn Reumacentrum’ kent een up-time van nabij 100%.
TR ANSPAR ANTIE
E N
DO E L MATIGH E ID
IN
DE
R E UMAZO R G
93
DrEAm BEDANKt DE VOlGENDE PArtNErS: