OPMERKING: De geluidsfragmenten zijn helaas nog niet opgenomen. Ze zullen in de loop van 2015 op de website verschijnen. Voorlopig staan hieronder de transcripten van deze fragmenten. U kunt deze voorlezen aan uw kandidaten met een normaal tot snel tempo en een natuurlijke articulatie (niet noodzakelijk duidelijk). Transcript Taak 1: Sport en burn-out Deelnemers: interviewer, meneer Brouwers en mevrouw Engels Dit transcript mag 1 keer voorgelezen worden. Interviewer [begintune] Goedemiddag. Welkom bij Radio 1, De Ochtend. De term burn-out staat sinds 1 september in de wet over welzijn op het werk. Een werkgever heeft de verantwoordelijkheid om een burn-out en stress bij zijn of haar werknemer te vermijden. Dat zegt dus die wet. Maar, vraagt een gerenommeerd sportpsycholoog zich af, is het niet de werknemer zélf die voor de burn-out zorgt, door de combinatie werk-sport? Zijn we té fanatiek in onze sportieve vrijetijdsbesteding? Is het na Start2Run tijd voor Stop2Run? We spreken verder ook met een marathoncoach die vindt dat sport net goed is om een burn-out te vermijden. Een discussie. Meneer Brouwers, legt u de link eens dan tussen burn-out en de werknemer? Waarom beweert u dat het soms de werknemer zelf kan zijn die de burn-out veroorzaakt? Brouwers Laat ik eerst de term burn-out verklaren. Een burn-out is een psychologische term voor het fenomeen compleet opgebrand te zijn. Iemand met burn-out is vaak niet eens meer in staat om de simpelste taken uit te voeren, zoiets als een trap op te lopen zonder volledig uitgeput te zijn. Dus als je je lange tijd te veel inspant, te hard werkt, en je te weinig tijd krijgt om te herstellen, dan kan je een burn-out krijgen. Er is dan zo veel druk op de werknemer, zodat die op een bepaald moment niet meer kan doen wat hij moet doen. Je krijgt een taak en je hebt daarvoor bepaalde competenties nodig en tijd nodig en ook een rustig gemoed om dat te kunnen doen. En op een bepaald moment kan het zo zijn dat die taak zo omvangrijk is dat je dat niet meer aankan. Interviewer Maar de link tussen sport en te veel werk, die maakt u ook in uw redenering. Brouwers Wel, sport kan ervoor zorgen dat er als het ware een tweede taak ontstaat. Sport is per definitie prestatiegericht of competitiegericht. Wel die tweede taak is dan namelijk: ik wil altijd meer en meer in de sport die ik doe – meestal is dat hardlopen of een combinatie van hardlopen, zwemmen en fietsen – en dan krijgt men er een taak bij en dat leidt heel vaak tot een burn-out. Interviewer Dat laatste vind ik interessant. Want u zegt dat wie een veeleisende job heeft en daarnaast bij het hardlopen ook nog eens de lat hoog legt, dat die kans heeft op een burn-out. Dat is wat u zegt, hé? Brouwers Ja, dat klopt. Als men het plezier van hardlopen vergeet, en de doelstelling volledig centraal stelt en die steeds hoger en hoger stelt, dan heeft men een probleem. Interviewer Mevrouw Engels, u heeft een paar jaar geleden elke dag van het jaar een marathon gelopen en nu bent u coach en begeleidt u zaakvoerders die een marathon willen gaan lopen. Volgt u de redenering van meneer Brouwers? Engels Helemaal niet. De zaakvoerders die ik begeleid, hebben een heel druk leven en door te gaan hardlopen, zorgen ze er net voor om géén burn-out te krijgen. Sport is net goed. Bij een gezonde dosis stress is hardlopen ideaal om het hoofd leeg te maken. En door de lichamelijke inspanning kunnen de spieren zich ontspannen. Hardlopen geeft een goed gevoel, een gevoel van welbevinden. Door dat gevoel van welbevinden is de werknemer beter opgewassen tegen de uitdagende taken op zijn werk. En men mag Educatief Professioneel
1
Voorbeeldexamen - Transcripten
zich bij het hardlopen gerust een ambitieus doel voor ogen stellen. Als men dat doel dan haalt, dan kan men daar veel energie uithalen. Interviewer Heel interessant. Meneer Brouwers, u legt de link tussen sporten, de lat steeds hoger leggen en een burn-out. Mevrouw Engels u legt de link tussen sporten en het voorkomen van een burn-out. Bedankt, meneer Brouwers, bedankt mevrouw Engels om dit te duiden. Gebaseerd op Volt op Eén van woensdag 10 september 2014
Educatief Professioneel
2
Voorbeeldexamen - Transcripten
Transcript Taak 2 Elite-onderwijs Deelnemers: stem 1 (spreker) en stem 2 (iemand die de spreker introduceert) Dit transcript mag 2 keer voorgelezen worden. Stem 2 Dames en heren, welkom bij deze eerste lezing in de reeks over educatie in mondiaal perspectief. Vanavond verwelkomen we hoogleraar William Adams, die bekend is van de internationale bestseller Uitstekende schapen. ‘Het Amerikaanse universitaire onderwijs moet totaal veranderen’, schrijft hij daarin, want de Amerikaanse particuliere eliteuniversiteiten bevorderen de sociale ongelijkheid in Amerika en studenten worden opgeleid tot zombies. Zijn uitspraken zijn een hit op Facebook en zijn artikelen zijn al bijna 200.000 keer gedeeld op sociale media. Luistert u naar zijn verhaal, dat hij dankzij zijn Nederlandse roots in het Nederlands kan houden. Dames en heren, graag uw aandacht voor William Adams. Stem 1 Goedendag, ook namens mij van harte welkom. Ik wil mijn verhaal graag beginnen met een anekdote. In de lente van 2008 maakte ik een dag deel uit van de toelatingscommissie van de elitaire Yale University. U kent die ongetwijfeld. Sommige tieners, maar vooral ook ouders moet ik er eerlijkheidshalve bij zeggen, zouden er een moord voor doen om daar alleen nog maar op de drempel te mogen staan. Wij dienden die dag kandidaten te selecteren die aangenomen zouden worden op de universiteit. Ik moet u daarvoor even de systematiek van hoe dat selecteren in z’n werk gaat uitleggen. De jongeren die zich hadden aangemeld hadden een score van 1 tot 4 gekregen. Deze score was berekend op basis van een reeks getallen en codes. Kandidaten met een score van 1 waren al toegelaten, en de kandidaten met een 3 of 4 als score konden alleen onder speciale voorwaarden worden toegelaten. U snapt het al; aan ons de taak om uit de onvoorstelbare hoeveelheid verzoeken met de code 2 de beste kandidaten te selecteren. Als u weet hoeveel verzoeken er zijn en hoeveel werk de kandidaten van hun aanmelding maken, dan moet u maar van mij aannemen dat dat een verschrikkelijk lastige taak is. Met zoveel goede kandidaten om uit te kiezen, zoekt een universiteit – en u zult dat begrijpen- naar jongeren die iets bijzonders hebben. En dat bijzonders moeten de jongeren natuurlijk aantonen. In de praktijk komt het er vaak op neer dat er postzakken vol brieven en essays worden binnengebracht waarmee de aspirantstudenten hun geschiktheid onderbouwen. Jongeren met vijf of zes onderwerpen op hun lijst van buitenschoolse activiteiten hebben sowieso problemen, want hun lijst is lang niet genoeg. Jongeren met alleen goede cijfers of een goed curriculum vitae worden ook vaak afgewezen: 'Dit is ons een beetje te middelmatig' is dan het oordeel. Ik zei het al: het is elite-onderwijs! De schrijver James Atlas heeft dergelijke studenten 'Supermensen' genoemd. Hij verstaat daaronder de ultragoed presterende elitestudenten van tegenwoordig. Twee hoofdvakken, één sport, één muziekinstrument, een paar vreemde talen, vrijwilligerswerk in verre uithoeken van de wereld, een paar hobby's om het geheel te vervolmaken: de ‘supermens’ draait er zijn hand niet voor om. En als je met ze praat, vinden ze dat ook nog de normaalste zaak van de wereld. Ik geef u een voorbeeld van een vriendin van mij. Ze doceert aan een topuniversiteit in Amerika en ze vroeg haar studenten eens dertig regels van de achttiende-eeuwse dichter Alexander Pope uit hun hoofd te leren. Als u dat mij zou vragen, dan moet ik u na enkele woorden het antwoord schuldig blijven, maar bijna al haar studenten hadden alle regels goed. Het leek wel een wonder. De werkelijkheid is echter minder wonderbaarlijk, vind ik. Ons systeem van eliteonderwijs kweekt jongeren die weliswaar intelligent, getalenteerd en gemotiveerd zijn,
Educatief Professioneel
3
Voorbeeldexamen - Transcripten
zeker, maar ze zijn tegelijkertijd angstig, verlegen en de weg kwijt. En die kant van het systeem wordt in Amerika nauwelijks belicht. De zogenaamde ‘supermensen’ waarover ik zojuist sprak, hebben namelijk vaak maar weinig intellectuele nieuwsgierigheid en een gebrek aan doelgerichtheid. Ze doen fantastische dingen, maar zonder enig idee waaróm ze het doen. Maar hoe kan dat nou?, hoor ik u denken. We hebben het toch over dezelfde universiteiten?, hoor ik weleens mensen zeggen. Nou, het probleem is nog veel groter, want ik spreek niet alleen over de universiteiten, maar over het onderwijs in het algemeen. Wanneer ik het heb over elite-onderwijs, bedoel ik niet alleen prestigieuze universiteiten als Harvard of Stanford of Williams, maar ik doel ook op alles wat daarop voorbereidt: bijvoorbeeld de rijke particuliere scholen voor voortgezet onderwijs, de almaar uitdijende industrie van privéleraren en adviseurs en voorbereidingscursussen voor het eindexamen. Ik heb nog een anekdote voor u en ik hoop dat u daardoor ziet wat ik bedoel. Een jonge vrouw schreef me onlangs het volgende over haar vriendje op Yale University: 'Voordat hij naar Yale ging, bracht hij zijn meeste tijd door met lezen en het schrijven van korte verhalen. Nu, drie jaar later, is hij pijnlijk onzeker, piekert over dingen waar mijn vrienden van gewone universiteiten nooit bij stilstaan.’ U zult zich misschien afvragen; maar wat bedoelt hij nu precies. Ik ga het u uitleggen. Ik heb in mijn jaren bij elite-universiteiten college gegeven aan veel prachtige, slimme, nadenkende, creatieve jongeren met wie ik met veel plezier heb gepraat. Maar de meesten leken het voldoende te vinden om binnen de lijntjes te kleuren die hun opleiding voor hen had getrokken. Anders gezegd; de universiteit moest voorzeggen wat ze moesten doen en zij volgden gehoorzaam. Ik hoop dat u nu meteen de titel van mijn boek Uitstekende schapen begrijpt. Slechts heel weinig studenten die ik ben tegengekomen koesterden hartstochtelijke ideeën. Slechts heel weinig studenten zagen de universiteit als onderdeel van een grotere intellectuele ontdekkingsreis. En je ziet het ook! Je ziet het aan hun kleding: allemaal kleden ze zich alsof ze elk moment van de dag voor een sollicitatiegesprek kunnen worden opgeroepen. Als je vervolgens met deze studenten praat, zie je vaak vele vormen van bezorgdheid, angst, depressie en afzondering; echt verschrikkelijk om te zien. Een onderzoek onder eerstejaarsstudenten wees onlangs uit dat hun inschatting van hun eigen emotionele welzijn in 25 jaar niet zo laag is geweest. Mensen, dat is dramatisch! En u vraagt zich wellicht af; maar hoe komt dat? Nou, dat zit, vrees ik, onder andere in het toelatingscircus van de universiteiten. De toelatingsnormen zijn inmiddels zo extreem streng dat kinderen die op een elite-universiteit weten te komen per definitie in hun leven alleen maar succes hebben gekend. Maar succes, dat zult u begrijpen, is altijd gerelateerd aan iets anders; aan lieden met minder succes bijvoorbeeld. Maar op die topuniversiteiten zitten alleen maar toppers, dus wordt het veel lastiger om daarbovenuit te steken. Het vooruitzicht om nu wellicht niet meer succesvol te zijn, maakt studenten angstig. De angst om tekort te schieten zorgt voor een hevige afkeer van risico's. Je mag geen fouten maken, dus sluit je zoveel mogelijk risico’s uit. Een studente vertelde me ooit dat ze graag de kans zou hebben om na te denken over de vakken die ze volgde, maar dat ze daar geen tijd voor had. Ik vroeg haar of ze ooit had overwogen om niet per se de hoogste beoordeling voor een examen te willen halen. Ze begreep niet dat ik zo’n vraag durfde te stellen! Maar waarom gaan mensen dan toch naar die universiteiten? Omdat het wat oplevert, denkt men. 'Rendement op je investering' - dat is de term die je tegenwoordig vaak hoort als mensen het over hun studie hebben. Daarmee bedoelt men: Wat levert je inspanning Educatief Professioneel
4
Voorbeeldexamen - Transcripten
daadwerkelijk op? Maar wat is eigenlijk 'rendement'? Is rendement een ander woord voor geld? Gaat het alleen om meer geld verdienen? Is het enige doel van een universiteit dat je een goedbetaalde baan kunt vinden? Ik weet het niet….! Ik denk van niet….! Een belangrijke vraag is daarom: Waar dient een universiteit voor? Het eerste waar een universiteit voor dient is om je te leren nadenken. Dat betekent niet alleen maar de mentale vaardigheden ontwikkelen die nodig zijn voor afzonderlijke vakken. Een universiteit is vooral een schuilplaats. Een universiteit geeft je de kans om enkele jaren buiten de wereld te staan en de dingen van een afstand te beschouwen. Maar leren nadenken is nog maar het begin. Je moet leren nadenken over iets bepaalds: en dat bepaalds zou het opbouwen van een persoonlijkheid moeten zijn, vind ik. Het is de taak van een universiteit om je te helpen een begin te maken met het opbouwen van een persoonlijkheid. De universiteit is niet de enige kans om te leren nadenken, maar wel de beste. Eén ding is zeker: als je nog niet bent begonnen met nadenken tegen de tijd dat je je bachelor haalt, is het vrij onwaarschijnlijk dat je het later nog zult doen. Daarom is een vierjarige bachelorstudie die alleen tot doel heeft je op een carrière voor te bereiden grotendeels tijdsverspilling. Elite-universiteiten zeggen dat ze hun studenten leren nadenken. Ze zijn daar heel stellig in. Maar wat ze bedoelen is niet nadenken zoals wij dat zojuist hebben bepaald; zij zeggen feitelijk dat nadenken hetzelfde is als de ontwikkeling van een expertise. Ze bedoelen dus nadenken binnen een beperkt vak. En dat is dus een misvatting. Dames en heren, hiermee wil ik graag afronden, zodat we verder kunnen met de discussie.
Educatief Professioneel
5
Voorbeeldexamen - Transcripten