Totale heupprothese
Joint Care® 10e etage (locatie Eindhoven)
Inhoudsopgave 1
Inleiding
3
2
Waarom een totale heupprothese?
4
3
Het programma ‘Joint Care®’
6
4
Voorbereiding op de opname 8 4.1 Voorbereidingstraject 4.2 Drie gesprekken op één dag: 4.2.1 Gesprek met de orthopedisch consulent 4.2.2 Fysiotherapie in het ziekenhuis 4.2.3 Onderzoek en pre-operatief spreekuur 4.3 Voorlichtingsbijeenkomst 4.4 Telefoongesprek met de transferverpleegkundige 4.5 Hulpmiddelen lenen bij de thuiszorgwinkel 4.6 Videofilm ‘Een nieuwe heup’
5
De opname 5.1 De ontvangst 5.2 Voor de operatie 5.3 De operatie 5.4 Na de operatie 5.5 Revalidatie 5.6 Verblijf op de afdeling: de huiskamer 5.7 Opnameduur
12
6
Terug naar huis 6.1 Medicijnen en materialen 6.2 Met ontslag 6.3 Controle 6.4 Complicaties 6.5 Voorkom infecties
16
1
7
Revalidatie thuis 7.1 Huisbezoek door de wijkverpleegkundige 7.2 Fysiotherapie 7.3 Adviezen voor thuis (de meest gestelde vragen)
20
8
Instructies en oefeningen 8.1 Instructies van de fysiotherapeut 8.2 Oefeningen van de fysiotherapeut
26
9
Heeft u vragen?
35
10 Adressen en telefoonnummers
2
35
1
Inleiding
U heeft met uw orthopedisch chirurg afgesproken dat bij u binnenkort een heupoperatie wordt verricht. Tijdens deze operatie wordt uw beschadigde heupgewricht vervangen door een kunstgewricht, een ‘heupprothese’. Dit is een veelvoorkomende operatie waar mensen met een zogenaamde ‘versleten heup’ baat bij hebben. In deze brochure informeren wij u over het heupgewricht, de voorbereiding op de heupoperatie, de operatie zelf en de nabehandeling. Ook krijgt u informatie over het programma ‘Joint Care®’. Deze brochure is bedoeld als aanvulling op de informatie die u van uw orthopedisch chirurg heeft ontvangen. Heeft u vragen, stel ze dan gerust tijdens de voorlichtingsbijeenkomst of later tijdens uw verblijf op de verpleegafdeling. Voor dringende vragen kunt u tijdens kantooruren contact opnemen met de polikliniek van Orthopedisch Centrum Máxima, telefoonnummer (040) 888 86 00.
3
2
Waarom een totale heupprothese?
Het heupgewricht is een kogelgewricht. Bij het lopen en bewegen draait de kop van het dijbeen soepel rond in de kom van het bekken. Dat komt omdat er op de kop en in de kom een laag kraakbeen zit. Kraakbeen is een glad verend weefsel. Bij het ouder worden vermindert de kwaliteit van het kraakbeen. Meestal betreft het de gewone slijtage op oudere leeftijd, de zogenaamde arthrose. Bij aangeboren heupafwijkingen, zoals heupdysplasie, is er een verhoogde kans op arthrose. Ook kan het kraakbeen van de heup aangetast zijn door reuma. Een andere reden om de heup te vervangen is een dijbeenhalsbreuk.
heupgewricht
normale heup
versleten heup
De meest voorkomende klacht bij slijtage van het heupgewricht is pijn. De pijn wordt gevoeld in de lies, in de bilstreek en trekt door naar het bovenbeen tot in de knie. Verder wordt het gewricht steeds stijver. Er is vaak sprake van ‘startpijn’ (stijfheid bij het opstaan), moeilijk kunnen lopen, bukken en traplopen. Als de slijtage zich voortzet, nemen de klachten toe. Medicijnen en fysiotherapie helpen dan vaak niet meer. Een nieuwe heup is dan de enige oplossing. Pijn is vaak de voornaamste reden om operatief in te grijpen. Omdat een kunstgewricht (prothese) geen onbeperkte levensduur heeft, wordt de operatie bij jonge patiënten zo lang mogelijk uitgesteld. 4
De pijn die u voor de operatie had, zal na de operatie vrijwel altijd sterk verminderd zijn. Meestal is het gebied rond de heup de eerste maanden nog enigszins gevoelig, maar na een jaar is meer dan negentig procent van de patiënten tevreden over het resultaat van de ingreep. De stijfheid van de heup vermindert ook, maar hij wordt niet meer zo soepel als hij ooit geweest is. Dit komt omdat de spieren rond de heup door de langdurig bestaande pijn vaak enigszins verkort zijn.
5
3
Het programma ‘Joint Care®’
Voor mensen die een heup- of knieprothese krijgen, heeft Orthopedisch Centrum Máxima een uitgekiend programma voor nazorg en revalidatie. Dit programma, ‘Joint Care®’ genaamd, is erop gericht om u na uw operatie weer snel op de been te helpen; vaak sneller dan bij een reguliere heup- of knieoperatie mogelijk is. U heeft daarbij veel steun aan uw ‘coach’ (uw persoonlijk begeleider) en aan uw medepatiënten die ook een heup- of knieprothese krijgen. Belangrijke pijlers van het programma Joint Care® zijn: Voorlichting Voor, tijdens en na uw opname wordt u uitgebreid voorgelicht over wat u te wachten staat. Als iets u niet duidelijk is, kunt u terecht bij de orthopedisch consulenten van Orthopedisch Centrum Máxima. Vooraf oefenen Voor uw opname leert de fysiotherapeut van het ziekenhuis u hoe u moet lopen met loophulpmiddelen en hij leert u een aantal specifieke oefeningen. Vooraf voorzieningen thuis Vóór uw opname kunt u thuis voorzieningen treffen, om uw revalidatie straks gemakkelijker te maken. De orthopedisch consulent en de transferverpleegkundige gaan vooraf uitgebreid met u in op de mogelijkheden. Een eigen coach Uw coach, uw persoonlijk begeleider, speelt een belangrijke rol in het programma Joint Care®. Hij of zij kan u ondersteunen bij onderdelen van het programma - voor, tijdens én na uw opname. Voor coaches gelden tijdens opname dan ook geen bezoektijden, zij zijn de hele dag welkom op de verpleegafdeling.
6
Uw partner kan uw coach zijn, of iemand anders die u daarvoor vraagt. Een coach is niet verplicht, maar we raden het u wel aan. Zowel u als uw coach weet precies wat u mag doen en hoe u het moet doen. Ervaring leert dat patiënten erg veel aan hun coach hebben. Samen sterk met uw medepatiënten In het programma Joint Care® wordt u samen met andere patiënten, die ook een nieuwe heup of knie krijgen, opgenomen in het ziekenhuis. Ook aan elkaar zult u veel steun hebben. Huiskamer Op de verpleegafdeling, op de 10e etage van Máxima Medisch Centrum locatie Eindhoven, is een speciale ‘huiskamer’ ingericht, waar u samen met uw medepatiënten revalideert. U kunt er stapsgewijs de dagelijkse dingen oefenen, die u straks ook thuis weer moet doen. Zorgdossier De hulpverleners die betrokken zijn bij de zorg rondom uw heupoperatie (waaronder de orthopedisch consulent, de transferverpleegkundige, de verpleegkundige op de verpleegafdeling en de fysiotherapeut) noteren hun bevindingen in uw persoonlijk zorgdossier. Dit dossier krijgt u na uw opname mee naar huis. Zo zijn alle hulpverleners goed geïnformeerd over u, uw thuissituatie en het verloop van uw behandeling.
7
4
Voorbereiding op de opname
4.1 Voorbereidingstraject Om uw opname zo goed mogelijk voor te bereiden komt u vooraf twee keer naar het ziekenhuis: 1. Op één dag heeft u een gesprek met: • de orthopedisch consulent (zie paragraaf 4.2.1) • de fysiotherapeut (zie 4.2.2) en • de verpleegkundige en de anesthesiemedewerker van het pre-operatief spreekuur (zie 4.2.3). 2. Op een andere dag komt u naar het ziekenhuis voor een voorlichtingsbijeenkomst (zie 4.3). Eén tot twee weken vóór uw opname belt de transferverpleegkundige u op. Zij bespreekt de situatie ná de opname met u. Aan de hand van de gegevens stelt zij vast hoeveel hulp u thuis nodig heeft (zie 4.4). 4.2 Drie gesprekken op één dag 4.2.1 Gesprek met de orthopedisch consulent Ter voorbereiding op uw opname heeft u een gesprek met de orthopedisch consulent. Zij is voor, tijdens én na uw opname uw vaste aanspreekpunt voor al uw vragen. Aan de hand van de vragen die u heeft, bespreekt de orthopedisch consulent alle stappen die u doorloopt tijdens de voorbereiding, de opname en de revalidatieperiode thuis. We raden u aan vóór het gesprek het voorlichtingsmateriaal door te nemen en uw vragen op te schrijven. Zo weet u zeker dat u ze niet vergeet. 4.2.2 Gesprek met de fysiotherapeut Na het gesprek met de orthopedisch consulent gaat u naar de fysiotherapeut van het ziekenhuis. Hij neemt een onderzoek af, zodat hij u na de operatie optimaal kan behandelen. Hij geeft u ook instructies, onder andere over het lopen met elleboogkrukken of rollator.
8
Patiënten uit Eindhoven en omstreken krijgen na het gesprek (op maat afgestelde) elleboogkrukken mee naar huis. Zo kunt u thuis alvast de geleerde oefeningen uitvoeren (zie ook paragraaf 8.2). Als u niet in de buurt woont, kunt u elleboogkrukken lenen bij de thuiszorgwinkel, op vertoon van een geldig legitimatiebewijs. Geeft u de voorkeur aan eigen krukken, dan kunt u ze daar ook kopen. 4.2.3
Gesprek met de verpleegkundige en anesthesiemedewerker van het pre-operatief spreekuur (P.O.S.) Na uw bezoek aan de fysiotherapeut gaat u naar het preoperatief spreekuur (P.O.S., route 58). Er wordt gelijk bloedonderzoek verricht en men maakt een E.C.G. (elektrocardiogram of hartfilmpje). Vervolgens heeft u een gesprek met de verpleegkundige en de anesthesiemedewerker. Tijdens het gesprek met de verpleegkundige krijgt u informatie over onder andere ontharen, nuchter blijven en medicijngebruik voor opname. De anesthesiemedewerker bepaalt of er vooraf eventueel aanvullend onderzoek nodig is en informeert u over de anesthesie (verdoving of narcose). De voorkeur gaat uit naar een verdoving met een ruggenprik (regionale anesthesie). Als u wilt, kan de anesthesist u dan ook in slaap brengen, zodat u de operatie niet bewust meemaakt. Wanneer een ruggenprik niet mogelijk is, krijgt u een algehele narcose. De anesthesiemedewerker beslist dit samen met u. Om de nacht voor de operatie rustig te kunnen slapen, kunt u de anesthesiemedewerker om een slaapmiddel vragen. 4.3 Voorlichtingsbijeenkomst Op de polikliniek heeft u een uitnodiging meegekregen voor een voorlichtingsbijeenkomst in Máxima Medisch Centrum, locatie Eindhoven. Het is belangrijk dat ook uw coach bij deze bijeenkomst aanwezig is. Hij of zij zal immers intensief betrokken worden bij uw opname en revalidatie.
9
Tijdens de bijeenkomst, die ongeveer anderhalf uur duurt, krijgt u informatie van een orthopedisch chirurg, een anesthesiemedewerker, een fysiotherapeut en een verpleegkundige van de verpleegafdeling. U kunt hen vanzelfsprekend ook vragen stellen. 4.4 Telefoongesprek met de transferverpleegkundige Eén tot twee weken vóór uw opname neemt de transferverpleegkundige van het ziekenhuis telefonisch contact met u op. Zij bekijkt samen met u: • Hoe de wondverzorging thuis geregeld moet worden. • Of u persoonlijke verzorging nodig heeft. • Hoe u na de heupoperatie thuis zo zelfstandig mogelijk kunt functioneren. • Of u huishoudelijke hulp of hulpmiddelen (zoals een verhoogd toilet of beugels in uw toilet of douche) nodig heeft. Huishoudelijke hulp en/of hulpmiddelen moet u vervolgens zelf regelen. De transferverpleegkundige vertelt u hoe en waar u dit kunt doen. De transferverpleegkundige regelt de thuiszorg voor u. Na het telefoongesprek schat ze in hoeveel zorg u straks thuis nodig heeft, en hoe lang. Ze informeert de thuiszorgorganisatie daarover. U hoeft hiervoor dus niets te doen. Na de operatie stelt de transferverpleegkundige definitief vast (via de zogenoemde ‘indicatiestelling’) hoeveel thuiszorg u krijgt, en hoe lang. 4.5 Hulpmiddelen lenen of kopen bij de thuiszorgwinkel Om uw revalidatie thuis gemakkelijker te maken, kunt u vóór uw opname bij de thuiszorgwinkel handige hulpmiddelen lenen of kopen. Denkt u hierbij aan een verlengde schoenlepel, een ‘helping hand’ (waar u dingen mee op kunt pakken), een tenenwasser en elastische schoenveters. De transferverpleegkundige bespreekt de mogelijkheden met u. Het adres van de thuiszorgwinkel vindt u in hoofdstuk 10.
10
4.6 Videofilm ‘Een nieuwe heup’ Als u wilt kunt u op afspraak bij het patiënteninformatiecentrum van Máxima Medisch Centrum de videofilm ‘Een nieuwe heup’ bekijken. Deze video gaat over de heupprothese, de heupoperatie, eventuele complicaties e.d. Het telefoonnummer van het patiënteninformatiecentrum is (040) 888 94 72.
11
5
De opname
5.1 De ontvangst Op de afgesproken dag en tijd komt u, eventueel samen met uw coach, naar Máxima Medisch Centrum, locatie Eindhoven. Opname vóór 8.15 uur? Naar de 10e etaqe Is uw opname gepland vóór 8.15 uur? Gaat u dan via de hoofdingang met de lift naar de 10e etage. Daar meldt u zich aan de balie van de verpleegafdeling. U heeft van de orthopedisch consulent een bon gekregen om bloed te laten prikken. Deze bon geeft u aan de verpleegkundige van de 10e etage. Opname ná 8.15 uur? Eerst bloed prikken Is uw opname gepland ná 8.15 uur? Gaat u dan via de polikliniekingang naar de afdeling bloedafname (in de hal aan uw rechterhand, route 41). U heeft van de orthopedisch consulent een bon gekregen om bloed te laten prikken. Deze bon geeft u af aan de medewerker van de afdeling bloedafname. Na het bloed prikken, gaat u via de gang naar het kliniekgebouw. Daar neemt u de lift naar de 10e etage. Meldt u zich aan de balie van de verpleegafdeling. Na ontvangst op de afdeling houdt een verpleegkundige met u en uw coach een opnamegesprek. In dit gesprek krijgt u informatie over de gang van zaken op de afdeling en over de voorbereiding op de operatie. Daarna brengt de verpleegkundige u naar uw slaapkamer, een vierpersoonskamer waar zowel mannen als vrouwen liggen. 5.2 Voor de operatie De operatie vindt plaats op de dag van opname. Afhankelijk van het tijdstip van de operatie, moet u vanaf een bepaald moment nuchter blijven. U heeft hiervoor instructies gekregen tijdens het pre-operatief spreekuur.
12
5.3 De operatie Er zijn verschillende soorten heupprothesen. Het belangrijkste verschil is de manier van vastzetten: met of zonder cement. De orthopedisch chirurg bepaalt welke soort prothese bij u wordt geplaatst. Bij de operatie wordt de heupkop verwijderd. In de heupkom wordt een kom van kunststof of metaal geplaatst. Hierna wordt in het bovenbeen een metalen pen geplaatst waarop de kop is vastgemaakt die precies in de kom past. Het hele heupgewricht wordt dus vervangen. De operatie duurt ongeveer twee à drie uur. Tijdens en ook na de ingreep krijgt u antibiotica om de kans op infectie te verkleinen. heupkom met kom van kunststof of metaal
bovenbeen met metalen pen
Registratie operatiegegevens Om een beeld te krijgen van de ‘levensduur’ van heupprotheses, en zo bij te dragen aan de kwaliteit van zorg, worden uw operatiegegevens geregistreerd in de Landelijke Registratie Orthopaedische Implantaten (LROI) van de Nederlandse Orthopaedische Vereniging. Als u hier bezwaar tegen heeft kunt u dit kenbaar maken aan uw behandelend specialist. 5.4 Na de operatie Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer (recovery). Hier vindt gedurende de eerste uren intensieve bewaking en controle plaats. Als u voldoende hersteld bent brengt een verpleegkundige u terug naar de afdeling.
13
Na de operatie heeft u een infuus en bij de wond zit een drain (slangetje) om bloed en wondvocht af te voeren. Soms is tijdelijk een blaaskatheter nodig, om de urine op te vangen. Het litteken zit aan de zijkant van de heup en is ongeveer 20 cm lang. U moet er rekening mee houden dat u enige dagen pijn kunt hebben, maar u krijgt hiervoor goede pijnstilling. U krijgt gedurende zes weken spuitjes om trombose (bloedpropjes) te voorkomen. Op de afdeling leert de verpleegkundige u de spuitjes zelf toe te dienen. Dit lijkt misschien eng, maar onze ervaring is dat de meeste patiënten er in de praktijk weinig problemen mee hebben. 5.5 Revalidatie De dag na de operatie start u met het oefenen van uw geopereerde heup, onder begeleiding van de fysiotherapeut. De oefeningen zijn bedoeld om de beweeglijkheid van de heup te verbeteren en de spieren eromheen te versterken. De fysiotherapeut begeleidt u ook bij het leren lopen met krukken of rollator en geeft u instructies over hoe u na de operatie in de thuissituatie veilig kunt functioneren. De instructies en oefeningen van de fysiotherapeut vindt u in hoofdstuk 8 van deze brochure. 5.6 Verblijf op de afdeling: de huiskamer Vanaf de dag na de operatie verblijft u overdag met uw medepatiënten in de huiskamer. Deze is speciaal ingericht voor patiënten met een nieuwe heup of knie. Er staan comfortabele stoelen. Het is de bedoeling dat u de huiskamer bezoekt in makkelijk zittende kleding (dus niet in uw nachtkleding). In de huiskamer is de huiselijke situatie zoveel mogelijk nagebootst. U kunt er de dagelijkse dingen oefenen, die u straks ook thuis weer moet doen. Zo kunt u er bijvoorbeeld koffie en thee zetten en broodmaaltijden klaarmaken. Stapsgewijs ontdekt u wat gemakkelijk gaat en waarbij u nog instructie of hulp nodig heeft van de verpleegkundige, de fysiotherapeut of
14
uw coach. Met uw medepatiënten kunt u ervaringen uitwisselen. Zo werkt u samen aan uw herstel. 5.7 Opnameduur De duur van uw verblijf op de verpleegafdeling wordt in overleg met uw orthopedisch chirurg bepaald. Gemiddeld duurt de opname vier dagen.
15
6
Terug naar huis
6.1 Medicijnen en materialen Eén dag voor u naar huis mag krijgt u een recept en een materialenlijst. Wij verzoeken uw coach hiermee nog dezelfde dag bij apotheek de Karpen (gevestigd in de polikliniekhal van locatie Eindhoven) medicijnen, verbandmaterialen en een hechtingverwijderset te halen. Zo heeft u alles op tijd in huis. 6.2 Met ontslag Op de dag vóór ontslag heeft u een gesprek met de verpleegkundige. U krijgt dan informatie en instructies mee voor thuis. Zo weet u wat u de komende periode wel en niet mag doen. U krijgt van de verpleegkundige uw zorgdossier mee naar huis. Zij geeft u ook een röntgenaanvraagformulier mee, waarmee u in de week vóór het groepsconsult (zie 6.3) een röntgenfoto van uw nieuwe heup laat maken. Uw huisarts krijgt van de orthopedisch chirurg bericht over het verloop van uw operatie en revalidatie. De hulpverleners die betrokken zijn bij uw nabehandeling, kunnen met vragen terecht bij de orthopedisch consulent. Zij is ook voor hen het vaste aanspreekpunt binnen Orthopedisch Centrum Máxima. 6.3 Controle: het groepsconsult Er is met u een afspraak gemaakt voor het groepsconsult, ongeveer zes weken na de operatie. U heeft op de polikliniek een folder over het groepsconsult meegekregen. Het groepsconsult is een nieuwe manier van het houden van een medisch consult. Patiënten die een nieuwe heup of knie hebben gekregen komen hierbij gezamenlijk op controle bij de orthopedisch consulent en een orthopedisch chirurg. Het groepsconsult is bedacht zodat patiënten met eenzelfde aandoening van elkaar kunnen leren, elkaar tips kunnen geven en elkaar vragen kunnen stellen.
16
Voorbereiding: vooraf röntgenfoto laten maken Het is belangrijk dat u in de week vóór het groepsconsult een röntgenfoto laat maken van uw geopereerde heup of knie. U kunt hiervoor van maandag tot en met vrijdag terecht op beide locaties van Máxima Medisch Centrum. Wij vragen u hiervoor zelf een afspraak te maken bij de afdeling radiologie. Neemt u op de afgesproken dag en tijd uw ponsplaatje en het röntgenaanvraagformulier mee. Dit formulier heeft u eerder op de verpleegafdeling meegekregen. Telefoonnummer afdeling radiologie (beide locaties): (040) 888 90 00 Opzet van het groepsconsult Het groepsconsult bestaat uit twee delen. Eerst heeft u samen met uw medepatiënten en coaches een gesprek met de orthopedisch consulent. Ze inventariseert hoe het met u allen gaat en geeft antwoord op uw vragen. Ook de klachten die u mogelijk in het dagelijks leven ondervindt van uw nieuwe heup of knie komen aan bod. Daarnaast legt ze uit wat u nu wel en niet mag doen met uw heup of knie. In het tweede deel van het consult bespreekt een orthopedisch chirurg in de groep alle overige (medische) vragen en onduidelijkheden met u. Hij gaat in op de röntgenfoto die u van tevoren in het ziekenhuis heeft laten maken. In een enkel geval doet hij lichamelijk onderzoek, in een aparte ruimte. U kunt tijdens het groepsconsult onder andere navragen of u: • Mag zwemmen, fietsen en/of autorijden. • Ouderengymnastiek mag doen en (beperkt) sporten. • Zonder loophulpmiddelen mag lopen. U kunt ook andere, persoonlijke vragen stellen. Een heupprothese is kwetsbaarder dan een gewone heup. Zware lichamelijke inspanning en sport kunnen de levensduur van uw nieuwe gewricht beperken. Bespreek daarom met uw 17
orthopedisch chirurg of met uw fysiotherapeut welke sporten u kunt uitoefenen en welke bewegingen u zeker moet vermijden. 6.4 Mogelijke complicaties Ondanks alle zorg die wordt besteed aan de operatie, kunnen er soms toch nog complicaties optreden, zoals: • Infectie van de heupprothese of het gebied eromheen. • Luxatie. Dit betekent dat de kop van de kunstheup uit de kom schiet. De kans hierop is het grootst in de eerste drie maanden na de operatie. U dient zich daarom goed aan de bewegingsinstructies te houden. • Nabloedingen. • Beenlengteverschil. • Trombose (bloedpropjes). Om dit te voorkomen gaat u gedurende zes weken door met de trombosespuitjes. • Materiaalslijtage. Met name op de lange termijn bestaat er een kleine kans dat één van de prothesedelen los gaat zitten. Daarom wordt u jaarlijks of om de twee jaar gecontroleerd. Een belangrijk onderdeel van deze controle is een röntgenfoto van de heup. Neem contact op met het ziekenhuis, als (één van) de volgende complicaties binnen twee weken na uw ontslag voorkomen: • De wond gaat lekken. • De wond wordt dik en/of gaat meer pijn doen. • U kunt niet meer op uw geopereerde been staan, terwijl dit daarvoor goed mogelijk was. Tijdens kantooruren kunt u contact opnemen met de polikliniek van Orthopedisch Centrum Máxima, telefoonnummer (040) 888 86 00. Vraagt u dan naar de orthopedisch consulent. Buiten kantooruren kunt u bellen met afdeling spoedeisende hulp (eerste hulp) van Máxima Medisch Centrum locatie Veldhoven, telefoonnummer (040) 888 88 11. Vinden deze klachten na twee weken plaats, neem dan contact op met uw huisarts.
18
6.5 Voorkom infecties Bij iemand die een heupprothese heeft blijft de kans op infectie, ook in de toekomst, bestaan. U dient uw huisarts, tandarts of specialist van tevoren in te lichten als tanden en kiezen getrokken worden, tandwortelbehandelingen plaatsvinden en operaties of andere inwendige ingrepen worden verricht.
19
7
Revalidatie thuis
7.1 Huisbezoek door de wijkverpleegkundige Enkele dagen na uw ontslag komt de wijkverpleegkundige thuis bij u langs. De eerste twee weken bezoekt ze u tweemaal per week en bekijkt ze samen met u en uw coach hoe het thuis gaat. Ze controleert uw wond en verwijdert de hechtingen, veertien dagen na de operatie. Daarnaast geeft ze u zo nodig advies en beantwoordt ze uw vragen. 7.2 Fysiotherapie Ook thuis krijgt u fysiotherapie. Het is raadzaam om u vóór de operatie aan te melden bij een fysiotherapeut bij u in de buurt, zodat hij/zij u alvast kan inplannen voor ná de operatie. Neem eventueel uw zorgdossier en deze brochure mee bij uw bezoek aan de fysiotherapeut. 7.3 Adviezen voor thuis (de meest gestelde vragen) Uit ervaring weten we dat (leven met) een heupprothese vragen oproept. Hieronder vindt u de meest gestelde vragen, met de antwoorden daarbij. We raden u aan ze door te nemen, het zijn namelijk gelijk adviezen voor thuis. 1. Hoe lang blijft mijn heup pijnlijk? De pijn na het plaatsen van een heupprothese wordt geleidelijk aan minder, beginnend ongeveer twee weken na de operatie. Drie tot vier maanden na de operatie treedt een aanzienlijke verbetering op. Soms voelt men een doffe pijn na lange wandelingen; dit gevoel kan optreden gedurende twaalf maanden. ‘Startpijn’ (pijn bij de eerste paar stappen na het opstaan) kan nog een poosje aanhouden. Dit pijnlijke gevoel verbetert zonder behandeling. Het betekent zeker niet dat de prothese niet goed functioneert of loszit. U kunt ook last hebben van uw bilspieren. Deze spieren zijn tijdens de operatie opzij gelegd en weer teruggelegd.
20
Het opnieuw trainen heeft tijd nodig. U kunt de bilspier trainen met de volgende oefeningen: • op één been staan • bekken kantelen • been opzij tillen Vraag uw fysiotherapeut hiernaar. 2. Hoe lang blijf mijn been dik? De zwelling vermindert meestal gedurende de eerste maanden na ontslag. Het dik worden vermindert door regelmatig overdag de benen omhoog te leggen. De zwelling is in het algemeen ‘s avonds het grootst en neemt af als u de oefeningen goed blijft doen. 3. Wanneer mag ik weer gaan fietsen en autorijden? Als u voor de operatie ook regelmatig fietste, mag u ongeveer zes weken na de operatie weer gaan fietsen. U moet wel weer voldoende controle over uw been hebben en u moet zich zeker genoeg voelen om te fietsen. Gebruik bij voorkeur een damesfiets vanwege de lage instap. U moet wel soepel fietsen zonder grote kracht of inspanning. Oefenen op een hometrainer is aan te raden. Autorijden is een individuele aangelegenheid. Als u voldoende controle heeft over uw geopereerde been kunt u na ongeveer zes weken weer gaan autorijden. Het is niet verstandig om te rijden wanneer u nog pijnmedicatie slikt. Raadpleeg zo nodig uw arts om te vragen wanneer het verstandig is met autorijden te beginnen en raadpleeg ook de polisvoorwaarden van uw verzekeringsmaatschappij. In het algemeen moet u voldoende kracht in uw benen hebben en zonder krukken kunnen lopen. 4. Wanneer mag ik weer gaan douchen en in bad? U mag na de operatie douchen met een waterdicht verband op de wond. Als de wond droog is en de hechtingen verwijderd zijn mag u ook zonder verband douchen. Algemene regel is: beperk het contact tussen de wond en het water tot enkele minuten, zodat de 21
huid niet week kan worden. Het is het beste om de wond de eerste twee maanden met uw handen te wassen en niet met een washandje. Let erop dat u het litteken van boven naar beneden wast (niet van links naar rechts). Let er ook op dat u rond het wondgebied geen crème of lotion gebruikt. Een bad nemen mag drie dagen na het verwijderen van de hechtingen. Raadpleeg bij twijfel te allen tijde uw orthopedisch chirurg of de orthopedisch consulent voor advies. 5. Wanneer mag ik weer trappen lopen? Het is belangrijk dat de verpleegkundigen en de fysiotherapeut weten dat u trappen moet kunnen lopen wanneer u weer thuis bent. Tijdens de opname in het ziekenhuis zal het trappen lopen voldoende met u worden geoefend, zodat dit voor u thuis geen problemen oplevert. 6. Wanneer mag ik weer op mijn zij slapen? Het is erg belangrijk dat u de eerste zes weken op uw rug slaapt. Na zes weken mag u op uw zij slapen met een kussen tussen uw benen. Dit mag ook de geopereerde zij zijn. 7. Hoe verzorg ik mijn wond? De wond moet schoon en droog blijven (zie ook vraag 4). De huid rondom de hechtingen of krammen kan er wat rood of geïrriteerd uit zien. Wanneer de hechtingen of krammen verwijderd zijn (ongeveer twee weken na operatie) zal deze roodheid langzamerhand afnemen. Wanneer het wondgebied gezwollen is en rood wordt of er komt vocht uit, is het verstandig contact op te nemen met uw behandelend arts. 8. Waar moet ik op letten na de heupoperatie? Gedurende de eerste drie maanden na de operatie is het, om luxatie te voorkomen (dit is het uit de kom raken van het heupgewricht), erg belangrijk dat u de volgende leefregels goed in acht neemt: • Uw knie niet in de richting van uw neus brengen (bijvoorbeeld om uw nagels te knippen). 22
• • • • •
• • • • • • •
Niet bukken vanuit een stoel. Niet met de benen over elkaar zitten. Niet hurken. Niet op een lage stoel of kruk gaan zitten. Niet bukken vanuit een stand met de benen naast elkaar. Er wordt aan u geleerd hoe u iets van de grond kunt rapen met het geopereerde been naar achteren uitgestrekt. Bij het geopereerde been niet op de ‘gewone’ manier de kous en schoen (veters) aantrekken. Extreme bewegingen vermijden. In deze periode moeten de benen enigszins gespreid worden gehouden bij het zitten en liggen. Zwemmen kan en mag na ongeveer zes weken (overleg met uw arts!). Gymnastiek en (beperkt) sporten kan en mag na ± drie maanden (overleg met uw arts!). Patiënten met een heupprothese dienen minimaal zes weken na de operatie een loophulpmiddel gebruiken. Draag de eerste drie maanden schoenen die vast aan de voet zitten en een brede hak hebben. Vermijd dus hoge hakken en slippers!
9. Wanneer kan ik weer deelnemen aan het arbeidsproces? Dit kan per patiënt verschillend zijn en vraag om een individueel advies. Raadpleeg hierover dus uw bedrijfsarts wanneer u het werk weer kunt hervatten. Maak samen met de bedrijfsarts een plan om terug te keren. 10. Ik loop mank, wat kan ik daar aan doen? Probeer met een kruk aan de gezonde zijde te lopen en de bilspier te trainen, op den duur gaat dit over. 11. Ik heb een beenlengteverschil, wat kan ik daar aan doen? Als het verschil minder dan een halve centimeter is, hoeft u niets te doen. Tot 1 centimeter kunt u een inlegzooltje van een halve centimeter in de schoen doen. Als het meer is dan 1 centimeter kunt u een verhoging onder de hak van de schoen laten maken. Vaak voelt men in het begin een verschil omdat 23
de spieren nog niet volledig zijn opgerekt. Dit is meestal binnen drie maanden weg. 12. Mijn heup is stijf De stijfheid vermindert wel door de operatie, maar uw heup wordt nooit meer zo soepel als vóór het begin van de arthroseklachten. Dit komt omdat op het moment van operatie de spieren rond de heup vaak al verkort zijn. Bovendien zorgt ook het inwendige littekenweefsel voor minder souplesse. 13. Hoe lang gaat de prothese mee? Dit is zeer wisselend van patiënt tot patiënt. Het materiaal slijt nauwelijks, maar de verbinding tussen de prothese en uw bot gaat op den duur loszitten. De één- of tweejaarlijkse polikliniekcontroles met een röntgenfoto zijn hiervoor van belang. 14. Hoe lang is er gevaar dat de heup uit de kom gaat? Dit kan eigenlijk uw hele verdere leven gebeuren. Het gevaar wordt wel minder naarmate het langer is geleden dat u bent geopereerd. De ervaring leert dat bijna alle luxaties (dit is het uit de kom gaan van de heup) optreden als de patiënt (per ongeluk) een verkeerde beweging maakt. Deze verkeerde beweging krijgt u uitvoerig uitgelegd door uw fysiotherapeut. 15. Ik heb veel last van het litteken, mag ik in de zon? Het litteken heeft een jaar nodig om tot rust te komen. U mag wel in de zon met het litteken. 16. Ik heb veel pijn in de rug Dit hoort deels bij het revalidatieproces. Er worden andere spieren gebruikt dan in de tijd dat de heup versleten was. Vaak hebben patiënten niet alleen slijtage van de heup, maar ook van de rug. Dit laatste probleem verandert natuurlijk niet door een heupoperatie.
24
17. Ik ben nog duizelig Dit kan de eerste dagen nog van de narcose zijn. Wanneer dit zo blijft moet u contact opnemen met de huisarts. 18. Moet ik iets aangeven bij de douane, kan ik door het poortje bij het vliegveld, problemen MRI-scan? De kop van de heupprothese is van staal/keramiek, de steel van titanium/roestvrij staal. Dit geeft bijna zeker een signaal bij een douanepoortje. Leg in dat geval rustig uit dat u een prothese heeft. Bij een eventuele MRI-scan in de toekomst, moet u melden dat u een prothese heeft. In het algemeen kan het onderzoek wel plaatsvinden. 19. Hoeveel weegt een prothese? Ongeveer één pond. Dit is ongeveer even zwaar als het bot dat is verwijderd. 20. De huid is gevoelloos Dit klopt, de oppervlakkige huidzenuwen zijn doorgesneden, het duurt een tijd voordat dit weer is genezen.
25
8
Instructies en oefeningen
De dag na uw heupoperatie begint u met revalideren, onder leiding van de fysiotherapeut. In dit hoofdstuk vindt u instructies en oefeningen van de fysiotherapeut die van belang zijn tijdens uw revalidatie. 8.1 Instructies van de fysiotherapeut Voorkom luxatie Een van de mogelijke complicaties bij een totale heupprothese is luxatie. Dit betekent dat de kop van de heupprothese uit de kom schiet. De kans hierop is het grootst in de eerste drie maanden na de operatie. Het gewrichtskapsel, dat tijdens de operatie is opengemaakt, is dan bij bepaalde bewegingen nog niet sterk genoeg om de kop en de kom op hun plaats te houden. Het is daarom van belang dat u de eerste drie maanden na de operatie bij al uw activiteiten: • Het geopereerde been niet naar binnen draait. • De benen niet kruist (de benen niet over elkaar heen slaat). Dit geldt zowel als u staat, zit of ligt. • Tijdens het buigen van de heup bovenstaande bewegingen niet maakt. Als u de benen gespreid houdt voorkomt u dus dat de prothese luxeert. Ook na de eerste drie maanden blijft een (gering) risico bestaan dat de prothese luxeert en dient u voorzichtigheid in acht te nemen. Lopen met elleboogkrukken De eerste zes weken na de operatie mag u uw geopereerde been nog niet volledig belasten. Daarom moet u gedurende deze periode lopen met 2 elleboogkrukken (of met een rollator of een ander loophulpmiddel). In overleg met de fysiotherapeut mag u binnenshuis eventueel met 1 elleboogkruk lopen. Uit ervaring blijkt dat wanneer u vóór
26
de operatie alvast leert lopen met krukken, het lopen na de operatie voorspoediger verloopt. Juiste hoogte elleboogkrukken Ga rechtop staan en laat uw armen langs uw lichaam hangen. De kruk heeft de juiste hoogte als het handvat zich ter hoogte van uw polsgewricht bevindt. Als u het handvat vastpakt, moet de bovenrand van de manchet (de plastic ‘ring’) zich minimaal 5 cm onder uw ellebooggewricht bevinden. Lopen met twee elleboogkrukken 1. Breng beide elleboogkrukken tegelijk naar voren. 2. Plaats de voet van het geopereerde been tussen de twee krukken. 3. Plaats vervolgens het niet-geopereerde been een staplengte ervoor. Handeling 1 en 2 kunnen ook tegelijkertijd worden uitgevoerd. Lopen met één elleboogkruk 1. Pak de elleboogkruk aan de zijde van het niet-geopereerde been. 2. Breng de elleboogkruk naar voren. 3. Plaats de voet van het geopereerde been ter hoogte van de kruk. 4. Plaats vervolgens het niet-geopereerde been een staplengte ervoor. Handeling 2 en 3 kunnen ook tegelijkertijd worden uitgevoerd. Over een drempel stappen met één of twee krukken 1. Plaats de elleboogkruk(ken) over de drempel. 2. Stap met uw geopereerde been over de drempel. 3. Stap vervolgens met het niet-geopereerde been over de drempel. Handeling 1 en 2 kunnen ook tegelijkertijd worden uitgevoerd. Trottoir opstappen 1. Zet uw niet-geopereerde been op het trottoir. 2. Stap met uw geopereerde been op het trottoir. 27
3. Zet vervolgens de elleboogkrukken op het trottoir. Handeling 2 en 3 kunnen ook tegelijkertijd worden uitgevoerd. Trottoir afstappen 1. Zet de elleboogkrukken een niveau lager op de grond. 2. Zet uw geopereerde been een niveau lager op de grond. 3. Stap vervolgens met uw niet-geopereerde been van het trottoir. Handeling 1 en 2 kunnen ook tegelijkertijd worden uitgevoerd. Trap oplopen 1. Pak met één hand de armleuning vast en houd in uw andere hand de elleboogkruk. 2. Zet uw niet-geopereerde been een trede hoger. 3. Zet vervolgens uw geopereerde been en de elleboogkruk op dezelfde trede naast uw niet-geopereerde been (aansluitpas). Trap aflopen 1. Pak met één hand de armleuning vast en houd in uw andere hand de elleboogkruk. 2. Zet de elleboogkruk een trede lager. Steun goed op de armleuning en de elleboogkruk. 3. Zet uw geopereerde been op dezelfde trede naast de elleboogkruk. 4. Zet vervolgens uw niet-geopereerde been op dezelfde trede. Liggen / slapen Na de operatie mag u zowel op uw rug als op uw zij liggen / slapen (liggen op de geopereerde zijde kan in het begin pijnlijk zijn vanwege de operatiewond). Het is echter wel noodzakelijk dat u een groot kussen tussen uw benen legt om te voorkomen dat u de benen kruist of dat het geopereerde been naar binnen draait, waardoor de prothese kan luxeren. Het maakt niet uit of u via de geopereerde of de niet-geopereerde zijde in of uit bed stapt. Maar voorkom dat u de benen kruist of dat het geopereerde been naar binnen draait.
28
Zitten Ga de eerste weken in een stoel met armleuningen zitten. De stoel mag niet te laag zijn. De ideale zithoogte is die waarbij tijdens het zitten de hoek tussen uw bovenbeen en romp 90° is. Gebruik de armleuningen als u gaat zitten en gaat staan. Laat de knieën daarbij steeds naar buiten wijzen. Zo voorkomt u dat het geopereerde been naar binnen draait, waardoor de prothese kan luxeren. Auto Zet de auto niet te dicht bij het trottoir, zodat er bij het in- en uitstappen geen onnodig hoogteverschil ontstaat. Bij het instappen in de auto moet u eerst gaan zitten en dan de voeten één voor één naar binnen zetten. Bij het uitstappen moet u eerst de voeten één voor één naar buiten zetten en dan pas gaan staan. Door een plastic zak op de zitting te leggen zal het draaien makkelijker gaan. Oprapen Als u iets van de grond wilt oprapen, dan steunt u op uw nietgeopereerde been en op de elleboogkruk aan de geopereerde zijde (of met uw hand op bijvoorbeeld een stoel of tafel). Vervolgens brengt u uw geopereerde been naar achteren en iets naar buiten, de tenen blijven contact houden met de grond. U kunt dan met de hand aan de zijde van het niet-geopereerde been hetgeen op de grond ligt oprapen. U kunt ook gebruikmaken van een zogenaamde ‘helping hand’. Voetverzorging / schoen aantrekken Als u uw voet verzorgt of uw sok of schoen aan- of uittrekt, let er dan op dat u het geopereerde been niet naar binnen draait. Laat de knie van het geopereerde been naar buiten wijzen en benader de voet via de binnenzijde van uw been. U kunt ook gebruikmaken van diverse hulpmiddelen, zoals een lange schoenlepel, aankleedstokje, tenenwasser e.d.
29
Beenlengteverschil Het is mogelijk dat er na de operatie een beenlengteverschil is ontstaan. Dit kan veroorzaakt zijn door te strakke spieren in de lies; in dat geval verdwijnt het in de loop van de tijd. Als het beenlengteverschil echter veroorzaakt is tijdens de operatie, om een betere spanning rond de heupprothese te krijgen, zal een verhoging onder een van uw schoenen aangebracht moeten worden. Uw fysiotherapeut adviseert u hierover. Activiteiten en handelingen die u de eerste zes weken NIET mag verrichten • Zelf autorijden. • Zonder stok of kruk lopen. • Dóórlopen op de trap (gebruik altijd de aansluitpas). • Fietsen (in overleg met uw fysiotherapeut mag u eventueel wel op een hometrainer). • Zwemmen. Uw fysiotherapeut bepaalt wanneer u genoemde activiteiten weer mag verrichten. Dit is afhankelijk van uw herstel.
30
8.2 Oefeningen van de fysiotherapeut De oefeningen die u in deze paragraaf vindt, zijn bedoeld om de beweeglijkheid van uw geopereerde heup te verbeteren en de spieren eromheen te versterken. Uw fysiotherapeut geeft aan welke oefeningen u moet doen. Het is belangrijk dat u de oefeningen die de fysiotherapeut u leert dagelijks doet, óók als u weer thuis bent. Herhaal de oefeningen tien keer en voer ze twee tot drie keer per dag uit. Met oefening 1 en 2 kunt u al na de operatie beginnen, zodra het gevoel in uw benen weer terug is. Oefeningen U.H. = uitgangshouding 1
U.H. = rugligging met gestrekte benen Til uw voeten op en strek ze. Draai cirkeltjes met uw voet.
2
U.H. = rugligging met gestrekte benen Span uw bovenbeenspieren en bilspieren aan.
31
3
U.H. = staand aan tafel of aan het aanrecht Hef uw geopereerde been gebogen en strek het daarna.
4
U.H. = staand aan tafel of aan het aanrecht Ga goed rechtop staan en hef uw geopereerde been zijwaarts.
5
U.H. = rugligging Laat uw niet-geopereerde been gestrekt op de onderlaag liggen. Buig uw geopereerde been en beweeg dan de knie naar de borst. U kunt eventueel met uw handen meehelpen.
32
6
U.H. = rugligging Trek uw niet-geopereerde been zover mogelijk gebogen naar uw borst. U kunt eventueel met uw handen meehelpen. Duw uw geopereerde been gestrekt op de onderlaag.
7
U.H. = rugligging met de knieën opgetrokken Beweeg uw knieën zover mogelijk uit elkaar.
8
U.H. = rugligging met de knieën opgetrokken Span uw buik- en bilspieren aan en til uw bekken op.
9
U.H. = rugligging met de knieën opgetrokken Span uw buik- en bilspieren aan en til uw bekken op. Til uw niet-geopereerde been gebogen op en beweeg het naar uw borst.
33
10 U.H. = rugligging met de benen gestrekt Leg uw niet-geopereerde been naar buiten. Schuif het geopereerde been nu zover mogelijk naar buiten over de onderlaag.
11 U.H. = zijligging op de niet-geopereerde zijde met een kussen tussen de benen Hef uw geopereerde been met gebogen knie en gestrekte heup.
12 U.H. = buikligging Hef uw geopereerde been met gebogen knie. Til uw bekken niet op. Span uw buik- en bilspieren aan.
34
9
Heeft u vragen?
Heeft u voor, tijdens of na uw opname vragen of problemen? Neemt u dan contact op met de orthopedisch consulent van Orthopedisch Centrum Máxima. Meestal kan zij u direct een antwoord geven. Als dit niet mogelijk is, overlegt zij met de orthopedisch chirurg, de huisarts of de fysiotherapeut. Zij belt u zo snel mogelijk terug met het antwoord.
10 Adressen en telefoonnummers Orthopedisch Centrum Máxima / Máxima Medisch Centrum Ds. Th. Fliednerstraat 1 Postbus 90052 5600 PD Eindhoven http://ocm.mmc.nl Telefoonnummers: Voor algemene en medische vragen, tijdens kantooruren: Orthopedisch consulenten (040) 888 59 49 e-mail:
[email protected] Bij ziekte/verhindering vóór opname: Polikliniek Orthopedisch Centrum Máxima
(040) 888 86 00
Verpleegafdeling: 10e etage, locatie Eindhoven
(040) 888 59 32
Afdeling radiologie: Beide locaties
(040) 888 90 00
35
Bij complicaties na opname: • Tijdens kantooruren: Polikliniek Orthopedisch Centrum Máxima • ’s Avonds of in het weekend: Afdeling spoedeisende hulp, locatie Veldhoven
(040) 888 86 00 (040) 888 88 11
ZuidZorg Postbus 2160 5500 BD Veldhoven www.zuidzorg.nl Telefoonnummer:
(040) 230 84 08
De Zorgboog Postbus 16 5760 AA Bakel www.zorgboog.nl Telefoonnummer:
(0900) 899 86 36
Stichting Thuiszorg Brabant Noord-Oost Industrielaan 1 5405 AA Uden www.stbno.nl Telefoonnummer:
(0900) 8803
Thuiszorgwinkel ZuidZorg Kastelenplein 170-173 5653 LX Eindhoven Telefoonnummer:
(040) 230 80 00
Openingstijden: maandag t/m vrijdag: 8.30 - 18.00 uur zaterdag: 9.00 - 12.00 uur . 36
Máxima Medisch Centrum www.mmc.nl Locatie Eindhoven: Ds. Th. Fliednerstraat 1 Postbus 90 052 5600 PD Eindhoven
Locatie Veldhoven: de Run 4600 Postbus 7777 5500 MB Veldhoven
De informatie in deze folder is van algemene aard en is bedoeld om u een beeld te geven van de zorg en voorlichting die u kunt verwachten. In uw situatie kunnen andere adviezen of procedures van toepassing zijn. Deze folder is dan ook een slechts een aanvulling op de specifieke (mondelinge) voorlichting van uw specialist of behandelaar. © MMC.10.220.315.0_05_09