Pagina 1 van 10 Invalshoek B Reductie – status mid 2015
Voortgangsrapportage, status mid-2015 Inleiding Boskalis Nederland B.V. blijft werken aan haar Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) met daarin onder andere CO2-reductie als concrete doelstelling; In dit kader heeft Boskalis Nederland een systeem opgetuigd waarin per kwartaal de CO 2-footprint in kaart wordt gebracht, conform de CO 2-Prestatieladder van de SKAO. De rapportage van de CO2- footprint gebeurt sinds 2011 wat het mogelijk maakt om ook periodes onderling en met dezelfde periode vorig jaar te vergelijken.
Samenvatting: doelstellingen en resultaten over de eerste helft 2015 In 2015 zijn de meerjaren reductiedoelstellingen voor het energiemanagement van Boskalis Nederland opnieuw bepaald en ondertekend door de directie. De overkoepelende reductiedoelstelling, met een looptijd tot en met 2020, is onveranderd. De huidige reductiedoelen staan hieronder vermeld. Deze dragen bij aan de overall ambitie van Boskalis Nederland om in totaal 5% CO2-reductie te behalen in 2020 ten opzichte van 2009, uitgedrukt ten opzichte van de jaaromzet. De scope voor de doelstellingen betreft de juridische boundary van Boskalis, dit is inclusief het deel van de centrale vloot dat gebruikt wordt voor de uitvoering van de projecten van Boskalis Nederland.
De overkoepelende bedrijfsdoelstelling van Boskalis is over de eerste helft van 2015 gerealiseerd.
A. Materieel DROOG (scope 1) Een reductie van 4% van de CO2-uitstoot per draai-uur in 2017 ten opzichte van 2014. B. Materieel NAT (scope 1) Het elk jaar onderzoek doen en formuleren van energie reducerende maatregelen en de uitvoering daarvan op 3 units, voor de periode 2015-2017. C. Kantoorpanden (scope 2) Een gemiddelde besparing van 2% per jaar op het elektriciteitsverbruik van onze gebouwen, voor de periode 2009-2020. D. Alternatieve energie mbt brandstof (scope 1) Het, in de vorm van pilots, onderzoeken van mogelijkheden voor het gebruik van alternatieve brandstoffen voor het materieel. mbt groene stroom (scope 2) Het jaarlijks hernieuwen van het contract voor 100% groene stroom in de bedrijfspanden in eigen beheer, en waar mogelijk opnemen van de projectlocaties in het contract. “Scope 3” mbt leveranciers: Het verder professionaliseren van de afdeling Inkoop en het inkoopproces waardoor op termijn de mogelijkheid wordt gecreëerd voor het monitoren van de naleving van de “Code of Conduct” voor leveranciers (‘Implementatiescans’) en voor het structureel uitbouwen van de dialoog over duurzaamheid in de keten (‘Meet the Buyer’-sessies). mbt de ketenanalyses: Een doelstelling per keten.
Pagina 2 van 10 Invalshoek B Reductie – status mid 2015
TOTAALOVERZICHT CO2-FOOTPRINT OVER DE EERSTE HELFT 2015 Over de eerste helft van 2015 besloeg de uitstoot van het CTD-materieel 45% van de gehele footprint. Droog en nat materieel dragen voor respectievelijk 19% en 21% bij. De uitstoot van de asfaltcentrales (naar rato van eigendom) bedraagt 6% van het totaal, het aandeel voor rekening van (zakelijk) personenvervoer is in deze periode 8%. Het gas- en elektra-verbruik van de bedrijfspanden draagt vervolgens nog voor 1% bij aan de totale footprint. Dit is weergegeven in de figuur links.
Wordt de uitstoot van het CTD-materieel buiten beschouwing gelaten, dan is de verdeling zoals in de figuur rechts is weergegeven. Het materieel (droog en nat) is goed voor bijna 75% van de footprint, de asfaltcentrales dragen voor 11% bij. Personenvervoer en de bedrijfslocaties hebben tenslotte een aandeel in de uitstoot van respectievelijk 14% en 2%. De uitstoot van het personenvervoer alsmede de uitstoot als gevolg van het elektriciteitsverbruik van de bedrijfslocaties en asfaltcentrales vallen onder scope 2. Over de eerste helft van 2015 bedraagt dit 9% van de totale footprint, of 16% van de totale footprint exclusief CTD-materieel.
VOORTGANG OP DE CO2-REDUCTIEDOELSTELLINGEN OVER DE EERSTE HELFT 2015 Onderstaand wordt voor elk van de doelstellingen de voortgang over de eerste helft van 2015 toegelicht; de toelichting is gebaseerd op de berekeningen in het footprint-document. Overall ambitie
5% CO2-reductie in 2020 ten opzichte van 2009, uitgedrukt ten opzichte van de jaaromzet.
Behaald resultaat De overkoepelende CO2-reductiedoelstelling van Boskalis Nederland is een reductie van 5% CO2 per omgezette euro in 2020 ten opzichte van het referentiejaar 2009. In 2009 bedroeg deze index 245.1 gram CO2 per euro. Op basis van de gegevens over de eerste helft van 2015 is een gemiddelde CO2-uitstoot van 184.7 gram CO2 per euro omzet berekend. Wordt dit resultaat geïnterpoleerd naar heel 2015 (op basis van het gemiddelde van de periode 2011-2014) dan komt deze index op 190.4 gram CO2 per euro omzet, ofwel een daling in CO2-emissie van 25% vergeleken met het basisjaar 2009. De gemiddelde reductie per jaar sinds 2009 komt daarmee op 4%. Hiermee wordt, net als over de periode 2011-2014 ook over 2015 (op basis van interpolatie van het eerste half jaar) de overkoepelende CO2-reductiedoelstelling over geheel 2015 naar verwachting bereikt. De ontwikkelingen ten opzichte van de overkoepelende doelstelling geven aan dat het belangrijk is om proactief aandacht te blijven besteden aan het verhogen van het CO2-bewustzijn van de organisatie, te blijven werken aan reductie van energieverbruik en het denken in innovatieve oplossingen.
Pagina 3 van 10 Invalshoek B Reductie – status mid 2015
In onderstaande tabel zijn de jaartotalen van CO2-emissie per omzet vergeleken met het referentie-jaar 2009. jaar
gr CO2 / euro
ontwikkeling tov. 2009 (*)
2009
245.1
(n/a)
2010
251.3
2.5%
2011
207.5
- 15.4%
2012
195.0
- 20.4%
2013
138.6
-43.4%
2014
218.1
-11.0%
mid 2015
185.7
-24.2%
gemiddelde reductie per jaar sinds 2009
-4.0 %
(*) negatief = reductie
Actualiseren van de doelstellingen: betrokkenheid, draagvlak en eigenaarschap Enkele van de meerjaren reductiedoelstellingen liepen in 2014 af. Gedurende de afgelopen periode is gewerkt aan het actualiseren van de meerjaren reductiedoelstellingen. De nieuwe doelstellingen vormen het uitgangspunt van de voortgangsrapportages en zijn opgenomen in dit document. Om te komen tot de nieuwe doelstellingen en de eerste aanzet tot de invulling van het Energiemanagement Actieplan, is nauw samengewerkt tussen het CO-team en de betrokken afdelingen zoals de Technische Dienst voor de doelstellingen met betrekking tot het droge en natte materieel, de Facilitaire Dienst voor de doelstellingen met betrekking tot de panden, en de afdeling Inkoop. Gebleken is dat deze aanpak enerzijds meer tijd kost omdat bijvoorbeeld vaker wordt overlegd voordat de doelstelling wordt vastgesteld. Anderzijds leidt deze aanpak tot meer gedragen doelstellingen: de betrokken medewerkers voelen zivh meer betrokken, het wordt zo meer hun ‘eigen’ doelstelling. Goed voor betrokkenheid, draagvlak en eigenaarschap.
Pagina 4 van 10 Invalshoek B Reductie – status mid 2015
A. DROOG MATERIEEL Doelstelling - aanpassen
Een reductie van 4% van de CO2-uitstoot per draai-uur in 2017 ten opzichte van 2014.
Voortgang en behaald resultaat In het kader van deze doelstelling wordt gewerkt aan het berekenen van de referentiewaarden, zodat deze als basis kunnen dienen voor het monitoren van de resultaten. Over het realiseren van de doelstelling is na dit eerste half jaar nog geen uitspraak te doen. Met als doel het verlagen van het brandstofverbruik per draai-uur, worden de maatregelen die zijn ingezet in de vorige meerjarenperiode, in principe voortgezet. Hierbij gaat het om maatregelen van technische en organisatorische aard, en gedragsverandering – onder de noemer “Keep Fuel in Mind”. In dit kader vindt bijvoorbeeld coaching plaats van machinisten ‘on the job’, en zijn de machinisten op werkbezoek geweest (zie ook hieronder). Ook vindt onderzoek plaats op het materieel, onder andere in het kader van een ketenstudie. Het principe van automatische uitschakeling van het droge materieel (met in acht neming van de ‘cool down time’), waardoor het niet mogelijk is de machine langer dan enkele minuten te laten draaien als de machinist niet in de cabine aanwezig is, is inmiddels een standaard. Daarnaast voldoet vanaf midden 2015 al het nieuwe materieel aan TIER 4/final. Tevens wordt actief gewerkt aan het registreren en monitoren van het brandstofverbruik van het materieel op de projecten en het terugkoppelen van de inzichten hiervan met de machinisten. Het doel hiervan is het op gang brengen en houden van een gedragsverandering. Hier wordt continu aandacht aan besteed. In de eerste helft van 2015 hebben alle machinisten een bezoek gebracht aan de fabriek waar een groot deel van het droge materieel van Boskalis vandaan komt. Op het programma stonden onder meer een uitgebreide rondleiding en een interactieve presentatie over eco-draaien. Ook is gediscussieerd over de mogelijkheden die er tijdens het werk zijn om brandstof te besparen.
B. NAT MATERIEEL Doelstelling
Het elk jaar onderzoek doen en formuleren van energie reducerende maatregelen en de uitvoering daarvan op 3 units, voor de periode 2015-2017.
Behaald resultaat De doelstelling voor nat materieel zoals hierboven vermeld, is een vervolg op de eerdere meerjarendoelstelling. Periodiek worden alle verbeteringen en nieuwe aanschaf vastgelegd die energiebesparing tot gevolg hebben. Op diverse units zijn gedurende de afgelopen periode technische aanpassingen gedaan. Dit varieert van het simpelweg vervangen van de verlichting in diverse ruimtes tot het slim aanpassen van een generatorset en het in gebruik nemen van een booster monitoringssysteem. Gedetailleerde informatie over de uitgevoerde maatregelen (technisch, organisatorisch en gedragsgericht) is intern beschikbaar. In de eerste helft van 2015 is een kortdurende test gedaan op 1 van de units, die in potentie kan leiden tot reductie van het brandstofverbruik en die tevens kan zorgen voor lagere emissies. In het derde kwartaal wordt hier een vervolg aan gegeven in de vorm van een langdurige test op een andere unit.
Pagina 5 van 10 Invalshoek B Reductie – status mid 2015
BEDRIJFSPANDEN
C.
Doelstelling
Een gemiddelde besparing van 2% per jaar op het elektriciteitsverbruik van onze gebouwen, voor de periode 2009-2020.
NB: de doelstelling is gericht op het bereiken van een gedragsverandering: er wordt ingezet op bewustwording bij het personeel ten behoeve van het verminderen van elektriciteitsverbruik. Hiermee is deze doelstelling indirect sturend op de CO2-emissie. Behaald resultaat Onderstaand overzicht geeft het elektriciteitsverbruik (kWh) van de kantoorpanden weer. Voor 2015 is een fictief verbruik ingeschat op basis van het verbruik gedurende de eerste helft 2015 en het gemiddeld aandeel van het eerste half jaar op het hele jaar over de periode 2011-2014. NB: dit is mogelijk de reden voor de hoge reductie die in de tabel staat vermeld. jaar
kWh
% reductie t.o.v. 2009 (*)
2009
1,577,764
(n/a)
2010
1,585,609
0.4%
2011
1,097,926
-30.4%
2012
813,871
-48.5%
2013
1,252,561
-20.6%
2014
682,863
-56.7%
Fictief 2015
343,506
-78.2%
gemiddelde jaarlijkse ontwikkeling fictief-2015 tov 2009
-15.6%
(*) negatief = reductie
D. ALTERNATIEVE ENERGIE Doelstelling mbt brandstof (scope 1) Het, in de vorm van pilots, onderzoeken van mogelijkheden voor het gebruik van alternatieve brandstoffen voor het materieel. Behaald resultaat Boskalis Nederland is op een aantal projecten bezig met pilots in het gebruik van alternatieve brandstof. Informatie hierover is vooralsnog vertrouwelijk en wordt derhalve (nog) niet gepubliceerd; wel is op verzoek mondelinge toelichting mogelijk. Doelstelling mbt groene stroom (scope 2) Het jaarlijks hernieuwen van het contract voor 100% groene stroom in de bedrijfspanden in eigen beheer, en waar mogelijk opnemen van de projectlocaties in het contract. Behaald resultaat Per 1 januari 2015 wordt voor de vestigingen van Boskalis Nederland groene stroom ingekocht, die voor 100% wordt opgewekt door Nederlandse windmolens. Door het afnemen van deze groene stroom, die voldoet aan het SMK-keurmerk, ontstaat er (bovenop het reduceren van het verbruik) een gereduceerde emissie per verbruikte eenheid. In combinatie met het reduceren van het verbruik, zoals onder C ten doel is gesteld, betekent dit een ‘dubbele reductie’ van CO 2-emissie. Sinds begin 2015 zijn de oplaadpunten voor elektrisch rijden bij de vestiging van Boskalis Nederland aan de Waalhaven in Rotterdam in gebruik. Deze oplaadpunten zijn aangesloten op groene stroom. Het gebruik van de oplaadpunten wordt gemonitord.
Pagina 6 van 10 Invalshoek B Reductie – status mid 2015
PERSONENVERVOER Voor het onderdeel zakelijk personenvervoer heeft Boskalis geen specifieke doelstelling opgenomen. Boskalis heeft ervoor gekozen de doelstellingen voornamelijk te focussen op de meest materiële onderdelen van het bedrijf. Tevens geldt dat de voertuigen met (echt) lage uitstoot voor Boskalis medewerkers, gezien het type 1 werkzaamheden, in de praktijk niet haalbaar zijn . Sinds enkele jaren houdt Boskalis bij hoe het leasewagenpark is opgebouwd. In 2011 reed 27% van de leaserijders een auto met A label en 26% een auto met B label. In Q2 2015 was dit respectievelijk 54% en 22%. Hoewel er geen doelstelling wordt gehanteerd op dit onderdeel, blijft Boskalis de opbouw van het leasewagenpark wel monitoren.
1
Boskalis is zich ervan bewust dat, als gevolg van de keuze om de focus elders te leggen en geen actief beleid te voeren op dit onderdeel, de relatieve bijdrage van het wagenpark in de totale CO2-footprint zal kunnen toenemen.
Pagina 7 van 10 Invalshoek B Reductie – status mid 2015
Voortgang op de uitgevoerde ketenanalyses (scope 3) Uit de analyse van de meest materiële emissies van scope 3 van Boskalis blijkt dat de categorieën ‘ingekochte goederen en diensten’ en ‘transport en distributie downstream’ de meest materiele scope 3 emissie veroorzaken. Per categorie is een ketenstudie uitgevoerd; het betreft: 1. Verbeteringen in transport van grond (tijdelijke verharding van de ondergrond van bouwterreinen; gebruik van alternatieve transportmethoden); 2. Het verwerken en toepassen van gereinigde bodemassen van afvalverbrandingsinstallaties. De beide ketenstudies zijn specifiek voor Boskalis en geven een duidelijke bijdrage aan verbetering van het inzicht in de reductiemogelijkheden van de CO2-emissie van grootschalige grond verplaatsende projecten. Voor beide onderwerpen worden de activiteiten en de voortgang gemonitord en gerapporteerd. Tenminste 2x per jaar is een korte rapportage over deze voortgang te vinden op de website van Boskalis Nederland. Op deze manier leveren wij een bijdrage aan verbetering van het inzicht in de status en de reductiemogelijkheden van deze onderwerpen. Hieronder volgt voor beide onderwerpen een korte toelichting op de voortgang.
Ketenstudie 1: Verbeteringen in het transport van grond In 2012 heeft een aanvankelijke ketenanalyse plaatsgevonden naar tijdelijke verharding van werkwegen. In de loop van 2013 heeft een verbreding plaatsgevonden van het onderwerp van deze ketenanalyse, waarbij naast de verharding van tijdelijke rijbanen wordt gekeken naar alternatieve mogelijkheden in methoden en materieel in het grondtransport. In dit kader worden verschillende alternatieven onderzocht. Zo is een initiële vergelijking uitgevoerd van verschillende typen (droog) materieel. De resultaten hiervan zijn verwerkt in een rapportage die via het Bedrijfsbureau intern beschikbaar is. In aanvulling op deze eerste vergelijking, heeft (in samenwerking met opleidingsinstituut VanHall-Larenstein) een onderzoek plaatsgevonden naar brandstof-efficiëntie op het droog materieel. Over de bevindingen van dit onderzoek is in een (vertrouwelijk) document gerapporteerd. De bevindingen zijn tevens intern gepresenteerd in diverse overlegorganen, onder meer in het Projectleidersoverleg en in het overleg van de Werkgroep Duurzaamheid Gedragsverandering. In de tweede helft van 2014 is een ketenanalyse uitgevoerd met als thema het inzetten van een mobiele grondpers voor grondtransport. Inzet van deze grondpers zorgt ervoor dat het transport van grond over de weg wordt vermeden. Het doel van deze ketenstudie is te achterhalen welke CO 2-reductie mogelijk is door inzet van de mobiele grondpers. Naast reductie van brandstofverbruik en dus CO2-uitstoot, wordt hiermee tevens overlast en verstoring van de omgeving voorkomen: een belangrijk criterium dat door opdrachtgevers bij aanbesteding wordt gehanteerd. Gedurende 2015 is, in samenwerking met de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN), een vervolg en uitbreiding uitgevoerd op het keten-onderzoek naar optimaliseren van de verharding van tijdelijke rijbanen. Doel van het onderzoek was het verkrijgen van nieuwe inzichten voor het realiseren van tijdelijke bouwwegen om deze vervolgens te vergelijken met de bestaande technieken en methoden, met als doel een besparing op het brandstofverbruik en op de totale kosten en te realiseren. NB: alternatieve vormen van transport (zoals het voorbeeld van de grondpers, dat in 2014 is onderzocht) worden in dit onderzoek buiten beschouwing gelaten. Om realistische oplossingen aan te dragen, zijn de invloeden en belangen in beeld gebracht. Verder worden er specifieke eisen gesteld aan een bouw-weg. Onderzocht zijn 3 categorieën van alternatieven, te weten: - grondverbeteringen/stabilisatie; - bodemversterking; - toplaag.
Pagina 8 van 10 Invalshoek B Reductie – status mid 2015
Ketenstudie 2: Verwerking en toepassing van bodemas In samenwerking met HVC en Boskalis Dolman (Environmental) is ervoor gekozen om de keten van verwerken en toepassen van AEC (Afval Energie Centrale)-bodemas verder te optimaliseren, zowel wat betreft de CO2emissie als de economische kant ervan. Het onderzoek maakt deel uit van de initiatieven van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) voor de Green Deal AEC-bodemas bewerking. De doelstelling van de Green Deal is het verduurzamen van de toepassing van AEC-bodemas, met als einddoelstelling van het initiatief het duurzaam toepassen van alle bodemassen per 2020. Onderstaand een update van de werkzaamheden en vorderingen op het gebied van de toepassing van AECbodemas, over de eerste helft 2015. Installatie De installatie wordt vanaf 1 juli 2013 volledig voorzien van stroom die wordt opgewekt door de windmolens op het terrein van GP-Groot/Sortiva. Hiermee wordt nog een kleine aanvullende CO2-reductie bereikt ten opzichte van de groene stroom door de AEC van HVC. In het eerste en tweede kwartaal van 2015 is een aantal aanvullende proefnemingen uitgevoerd met de installatie ten behoeve van de optimalisatie van het proces en in het kader van het vergunningstraject. De resultaten van de onderzoeken dragen bij aan het reduceren van de CO2-emissie bij dit project. Zoals eerder gerapporteerd heeft de geluidsemissie van een aantal procesonderdelen gezorgd voor trillingsoverlast bij een nabijgelegen bedrijf. Ten behoeve van het verkrijgen van de vergunning is een traject gestart voor het reduceren van de trillingen. Uiteindelijk heeft dit geresulteerd in een ontwerp van een aangepaste scheidingstrommel, die in mei 2015 succesvol is getest. Door een kenmerkend lager energiegebruik levert de trommel een belangrijke bijdrage aan de CO2-reductie. Geluidsmetingen gedurende de proef zijn opgenomen in de modellering van de geluidscontouren ten behoeve van de nieuwe vergunning
Foto 1: bovenzijde zeefwastrommel
Foto 2: bovenaanzicht zeefwastrommel
Pagina 9 van 10 Invalshoek B Reductie – status mid 2015
Foto 3: interieur zeefwastrommel tijdens proefneming Wet- en regelgeving Per 1 juli 2013 is de verruiming voor Antimoon officieel opgenomen in de wet- en regelgeving. Vanaf die datum is dit voor de niet-vormgegeven producten uit AEC-bodemassen de nieuwe uitloognorm. Vergunningen Ten behoeve van de nieuwe samenwerking met HVC is een vergunningstraject gestart. De basis is een milieuneutrale aanvraag, waarbij op basis van de aanpassingen het uitgangspunt is dat de nieuwe aanvullende activiteiten passen binnen de bestaande vergunning. Ten behoeve van de aanvraag worden de volgende documenten opgesteld: een MER, geluidsrapporten, toetsingen voor emissies, verkeersanalyses en een lozingsvergunning. Toepassing; Totaal is in 2014 in de zomerperiode 74.913 ton gereinigde AEC-bodemas toegepast in het project Omlegging A9 Badhoevedorp. NB: dit project is met CO2-gunningsvoordeel aangenomen. Er wordt op dit moment gewerkt aan een monitoringsprogramma waarbij voor Rijkswaterstaat wordt aangetoond dat het materiaal geschikt is voor toepassing in de hoofdrijbanen Productie De non-ferro terugwinning uit verse bodemas is iets hoger dan bij de verouderde bodemas. Het agglomereren van de bodemas als gevolg van de veroudering lijkt er voor te zorgen dat er minder non-ferro wordt teruggewonnen. Een aanvullend voordeel van het verwerken van verse bodemas is dat de non-ferrometalen minder zijn geoxideerd. De lagere oxidatie levert betere opbrengst aan aluminium op zodat dit gunstiger kan zijn voor de CO2 -reductie. Zoals aangegeven is de terugwinning van non-ferro metalen een bijdrage aan de reductie op het gebied van CO2 door het mogelijk maken van hergebruik van deze metalen. Met name voor aluminium (ongeveer 60% van de teruggewonnen non-ferro) is de CO2-besparing aanzienlijk.
Planning en vervolg De grootschalige verwerking van bodemas in het kader van het onderzoek- en ontwikkeltraject is in 2014 afgerond. Op basis van de positieve resultaten van het O&O-traject is in het voorjaar (Q1 + Q2) van 2015 gestart met de aanvullende werkzaamheden ten behoeve van de aanstaande samenwerking . Hiermee is het O&O-traject / ketenproject afgerond. Dit jaar (2015) wordt beschouwd als overgangsjaar voor het realiseren van de stationaire opwerkingsinstallatie bij HVC. De samenwerking met HVC in de stationaire toepassing zal worden opgepakt middels een nieuw op te starten ketenproject, welke gezamenlijk door de ketenpartners (Boskalis Dolman, HVC, Boskalis Nederland) wordt opgezet.
Bijlage Rapportage: projecten met CO2-gunningsvoordeel
BIJLAGE – Rapportage mbt de projecten met CO2-gunningsvoordeel Boskalis heeft momenteel 8 projecten die (al dan niet in combinatie met partners) met CO2-gerelateerd gunningvoordeel zijn aangenomen:
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Variabel Onderhoudscontract Omlegging A9 Badhoevedorp (uitgevoerd door “Combinatie Badhoeverbogen”) Ombouw N381 Zwakke Schakels Noord-Holland (uitgevoerd door “ZSNH Combinatie Van Oord / Boskalis”) Wrakberging Baltic Ace Zandlevering Loswal Opijnenstraat en Nesserdijk Isala Delta Meerjarig Onderhoud Perceel G (project start in 2015)
Bijlage Rapportage: projecten met CO2-gunningsvoordeel
Naam Project Omschrijving
Opdrachtgever Datum gunning (Geplande) einddatum Locatie Status
Variabel Onderhoudscontract (VOC) Het variabel onderhoud aan (weg)verhardingen, kunstwerken en geleiderail is niet vastgelegd in voorgeschreven maatregelen en werkzaamheden, maar wordt jaarlijks door de ON bepaald obv door OG aangeleverde scope. Rijkswaterstaat mid 2012 eind 2015 Perceel 3 Noord Holland Zuid en Perceel 5 Noord Brabant Zuid Het project loopt
INZICHT Tabel: CO2 uitstoot project “Variabel Onderhoudscontract” eerste helft 2015
onderdeel
CO2-uitstoot (ton CO2)
Gasverbruik Accomodatie
16
Elektriciteitsverbruik Accomodatie
12
Gasverbruik Asfaltcentrale
836
Elektriciteitsverbruik Asfaltcentrale
115
Brandstofverbruik Personenvervoer
107
Brandstofverbruik Materieel
681
Totaal Overzicht: CO2 uitstoot project “Variabel Onderhoudscontract” eerste helft 2015
1.739
Bijlage Rapportage: projecten met CO2-gunningsvoordeel
REDUCTIE Onderscheid kan worden gemaakt in maatregelen van organisatorische en van technische aard, en maatregelen die betrekking hebben op beïnvloeden van gedrag. A. Organisatorische maatregelen waar mogelijk wordt gekozen voor een lokale asfaltmolen voor de productie van asfalt en het afvoeren van het freesasfalt; waar mogelijk wordt gekozen voor onderaannemers/leveranciers uit de regio; gecombineerd uitvoeren van uitvoeringspakketen (in één nacht twee werkpakketen uitvoeren met dezelfde asfaltset en personeel). B. Technische maatregelen waar mogelijk worden trekkende eenheden ingezet voor het aan- en afvoeren van materialen (freesasfalt en asfalt); hierdoor hoeven er minder vrachtwagens naar het werkvak te komen. C. Gedragsbeïnvloeding: Carpoolen; bijvoorbeeld door medewerkers van het projectteam die gezamenlijk ergens een overleg hebben, maar ook door de medewerkers van de asfaltset; medewerkers worden gestimuleerd om verlichting, airco en computer uit te schakelen als ze de ruimte verlaten.
Bijlage Rapportage: projecten met CO2-gunningsvoordeel
Naam Project Omschrijving
Opdrachtgever Datum gunning (Geplande) einddatum Locatie Combinatie waarmee het project wordt uitgevoerd Status
Omlegging A9-Badhoevedorp Het project bestaat in hoofdzaak uit de aanleg van de omgelegde A9, sloopwerkzaamheden (oa de bestaande A9) en bijkomende werkzaamheden. Rijkswaterstaat december 2012 december 2019 Badhoevedorp Combinatie Badhoeverbogen (naast Boskalis bestaande uit: KWS Infra, Mourik, Van Hattum en Blankevoort en Vialis) Het project loopt
INZICHT Gegevens zijn nog niet vrijgegeven door de combinatie.
REDUCTIE Gegevens zijn nog niet vrijgegeven door de combinatie.
Bijlage Rapportage: projecten met CO2-gunningsvoordeel
Naam Project Omschrijving Opdrachtgever Datum gunning (Geplande) einddatum Locatie Status
Ombouw N381 Eerste realisatiecontract mbt nieuwe N381 Drachten – Drentse Grens: traject tussen Drachten en Oosterwolde. Provincie Friesland september 2013 eind 2015 Drachten en Oosterwolde Noord Het project loopt
INZICHT Tabel: CO2 uitstoot project “Ombouw N381” eerste helft 2015
onderdeel
CO2-uitstoot (ton CO2)
Gasverbruik Accomodatie Elektriciteitsverbruik Accomodatie Gasverbruik Asfaltcentrale
10 3 393
Elektriciteitsverbruik Asfaltcentrale
54
Brandstofverbruik Personenvervoer
114
Brandstofverbruik Materieel
1032
Totaal
1606
Overzicht: CO2 uitstoot project “Ombouw N381” eerste helft 2015
Bijlage Rapportage: projecten met CO2-gunningsvoordeel
REDUCTIE Onderscheid kan worden gemaakt in maatregelen van organisatorische en van technische aard, en maatregelen die betrekking hebben op beïnvloeden van gedrag. A. Organisatorische Maatregelen 90% van het materieel (busjes / vrachtwagens) voldoet ten minste aan de EURO-5 norm en 75% van de mobiele werktuigen voldoet aan Stage 3B norm; waar mogelijk worden mobiele werktuigen bij lokale (Friese) bedrijven gehuurd; waar mogelijk wordt de vrijkomende grond herschikt. B. Technische maatregelen: bermgebied (onder en direct nabij de geleiderail) wordt ingezaaid met trage groeier; hierdoor minder maai- en afvoerbewegingen dan bij reguliere grassoorten NB: bijkomend voordeel is minder vaak inbreuk in het (berm) flora leefgebied; de vijf voorzetwanden van Kunstwerk 700 zijn uitgevoerd in 'Next Generation Concrete' (NGC), waarmee een reductie van 50% in het cementgebruik en een besparing van 270kg CO2 uitstoot per ton cement is gerealiseerd. C. Gedragsbeïnvloeding: campagne bewustwording medewerkers.
Bijlage Rapportage: projecten met CO2-gunningsvoordeel
Naam Project Omschrijving
Opdrachtgever Datum gunning (Geplande) einddatum Locatie Combinatie waarmee het project wordt uitgevoerd Status
Zwakke Schakels Noord Holland (Hondsbossche en Pettemer Zeewering) Langs de Noord-Hollandse kust liggen enkele locaties waar de waterkering niet meer voldoet aan de wettelijke veiligheidseisen tegen overstroming, genoemd Zwakke Schakels Noord-Holland. Dit project behelst de Pettemerduinen en de Hondsbossche en Pettemer Zeewering incl de aansluiting op de duinen ten zuiden hiervan. gekozen is voor een zeewaarts gerichte versterking met aandacht voor de mogelijkheid van recreatie, flora & fauna en natuur. Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en provincie Noord-Holland eind 2013 voorjaar 2015 De Hondsbossche en Pettemer Zeewering en de kust voor Callantsoog ZSNH Combinatie Van Oord en Boskalis Nederland Het project is in de afrondingsfase
INZICHT & REDUCTIE De integrale projectrapportage (2014- wk1 t/m 2015-wk26) is te vinden op de website van de combinant: http://cdn.vanoord.com/sites/default/files/eindrapport_co2prestatieladder_zwakke_schakels_2014_week_1_-_2015_week_26_def.pdf
Bijlage Rapportage: projecten met CO2-gunningsvoordeel
Naam Project Omschrijving Opdrachtgever Datum gunning (Geplande) einddatum Locatie Status
Wrakberging Baltic Ace Uitvoeren van alle werkzaamheden ten behoeve van het verwijderen en slopen van de Baltic Ace. Rijkswaterstaat voorjaar 2014 najaar 2015 Noordzee, in internationale vaarroute naar de Rotterdamse haven Het project loopt (werkzaamheden alleen in de zomer)
INZICHT - BEGROTING Gezien het afwijkende karakter van dit project volgen de planning en begroting de seizoenen en geen kalender-periodes. Gezien de aard van het werk zijn tussentijdse rapportages hierin niet voorzien. Bij de nulmeting voor 2015 is een brandstof- en CO2-begroting opgesteld voor de werkzaamheden die worden uitgevoerd vanaf 1 november 2014 tot en met oplevering van het project. Deze is hieronder weergegeven. Er is gerekend met een brandstofdichtheid van 0,862 ton/m3. Begroting brandstof en CO2 Scope 1 (brandstofverbruik schepen) Scope 3 (woonwerkverkeer) Scope 3 (brandstof ingehuurd materieel) Totaal
Verbruik diesel (m3)
Uitstoot CO2 (ton)
4.148 m3
13.004 ton
12 m3
38 ton
1.348 m3
4.226 ton
5.508 m3
17.268 ton
In de rapportage aan het einde van het project (naar verwachting december 2015) zullen de werkelijk verbruikte hoeveelheden brandstof worden weergegeven en het vergelijk ten opzichten van deze nulmeting.
REDUCTIE Onderscheid kan worden gemaakt in maatregelen van organisatorische en van technische aard, en maatregelen die betrekking hebben op beïnvloeden van gedrag. A. Organisatorische Maatregelen keuze voor de onderaannemers mede op basis van de betrouwbaarheid van zijn in te zetten materieel; het materieel is van recente datum en van goede kwaliteit en voldoet aan de laatste eisen voor wat betreft verbruik en uitstoot; de crewtender wordt niet dagelijks ingezet: deze vaart twee keer per week (dinsdag en donderdag); hiermee behaalt de crewtender een reductie van 60%. B. Technische maatregelen: verlichting op de bakken door middel van dag- en nachtschakelaar; meer gebruik maken van Speed controle (vergelijkbaar met cruise control in een personenauto) op de sleepboten/multicat om economisch varen te introduceren / bevorderen op alle vaartuigen; mobilisatie van materieel voor het olie verwijderen, zagen en hijsen vindt allemaal plaats vanaf onze kades in Rotterdam (verkorte vaarafstand); alle materieelstukken gaan in één keer naar de projectlocatie, tijdens het project vindt bevoorrading van mensen en materialen 2x per week plaats met een kleiner schip. C. Gedragsbeïnvloeding: mensen aanspreken op onnodig verbruik van elektriciteit (als item tijdens de start-up).
Bijlage Rapportage: projecten met CO2-gunningsvoordeel
Naam Project Omschrijving Opdrachtgever Datum gunning (Geplande) einddatum Locatie Status
Zandlevering Loswal Opijnenstraat & Nesserdijk Zandleveringen aan de gemeente Rotterdam Gemeente Rotterdam mid 2014 2018 Loswal Opijnenstraat & Nesserdijk Het project loopt
INZICHT Tabel: CO2 uitstoot “Zandlevering Loswal Opijnenstraat & Nesserdijk” eerste helft 2015
onderdeel
CO2-uitstoot (ton CO2)
Gasverbruik Accomodatie
0
Elektriciteitsverbruik Accomodatie
-
Gasverbruik Asfaltcentrale
0
Elektriciteitsverbruik Asfaltcentrale
0
Brandstofverbruik Personenvervoer Brandstofverbruik Materieel Elektriciteitsverbruik: trechters, materieel, weegbrug, transportbanden, elektrische kachels, accomodatie Totaal
5,49 54,74
89,97 150
Overzicht: CO2 uitstoot “Zandlevering Loswal Opijnenstraat & Nesserdijk” eerste helft 2015
Bijlage Rapportage: projecten met CO2-gunningsvoordeel
REDUCTIE Onderscheid kan worden gemaakt in maatregelen van organisatorische en van technische aard, en maatregelen die betrekking hebben op beïnvloeden van gedrag.
Organisatorische Maatregelen duurzaamheidscriteria bij de aanschaf van producten, installaties, materieel en diensten; bijvoorbeeld inkoop apparatuur met hoog energielabel.
Technische maatregelen: efficiëntere indeling van het terrein zorgt voor minder en kortere transportafstanden.
Aanpassing in weegsysteem zodat gegenereerde data niet meer fysiek getransporteerd hoeft te worden Installeren verlichting op het perceel Opijnenstraat. Het betreft hier lichtarmaturen welke een lager verbruik hebben dan de voorheen geïnstalleerde verlichting Vervangen van shovel CAT 950G voor CAT 966H met een hoger bronvermogen zodat het beladen van materieel gemakkelijker plaatsvindt. Dit heeft als doelstelling het brandstofverbruik terug te dringen.
Gedragsbeïnvloeding: campagne bewustwording medewerkers.
Bijlage Rapportage: projecten met CO2-gunningsvoordeel
Naam Project Omschrijving
Opdrachtgever Datum gunning (Geplande) einddatum Locatie Combinatie waarmee het project wordt uitgevoerd Status
Ruimte voor de Rivier – IJsseldelta Het project maakt deel uit van het ruim dertig maatregelen tellende landelijke programma Ruimte voor de Rivier, dat tot doel heeft om het Nederlandse rivierengebied beter te beschermen tegen overstromingen. Het project omvat de zomerbedverlaging Beneden-IJssel over een lengte van 7,5 kilometer ter hoogte van Kampen. Rijkswatersaat en de Provincie Overijssel najaar 2014 2019 Kampen Isala Delta (Boskalis en Van Hattum en Blankevoort) Het project is momenteel in opstartfase
INZICHT Tabel: CO2 uitstoot “Isala Delta” voortgang vanaf begin van het project tot eerste halfjaar 2015
onderdeel Gasverbruik Accomodatie Elektriciteitsverbruik Accomodatie
CO2-uitstoot (ton CO2) 0 26
Gasverbruik Asfaltcentrale
0,034
Elektriciteitsverbruik Asfaltcentrale
0,016
Brandstofverbruik Personenvervoer Brandstofverbruik Materieel Nat
113 0
Brandstofverbruik Materiel Droog
378
Totaal
491
Overzicht: CO2 uitstoot project “Isala Delta” voortgang vanaf begin van het project tot eerste halfjaar 2015
Bijlage Rapportage: projecten met CO2-gunningsvoordeel
REDUCTIE Onderscheid kan worden gemaakt in maatregelen van organisatorische en van technische aard, en maatregelen die betrekking hebben op beïnvloeden van gedrag. A. Organisatorische Maatregelen duurzaamheidscriteria bij de aanschaf van producten, installaties, materieel en diensten; bijvoorbeeld inkoop apparatuur met hoog energielabel. voor huisvesting maakt het project gebruik van een schoolgebouw (projectlocatie) i.p.v. een ketenpark. Bij lange reisafstanden kunnen medewerkers op locatie overnachting. B. Technische maatregelen: Toepassing van geoptimaliseerde werkwijze de verschillende activiteiten zijn zodanig op elkaar afgestemd dat alle onnodige vervoersbewegingen vermeden worden. Uitvoeren van pilotstudie m.b.t. brandstof ; Gedetailleerde informatie over de uitgevoerde maatregelen
(technisch, organisatorisch en gedragsgericht) is intern beschikbaar. mobiele bouwverlichting op zonne energie
C. Gedragsbeïnvloeding: campagne bewustwording medewerkers. periodiek monitoren van energieverbruik en terugkoppelen naar medewerkers.
Bijlage Rapportage: projecten met CO2-gunningsvoordeel
Naam Project Omschrijving
Opdrachtgever Datum gunning (Geplande) einddatum Locatie Status
Meerjarig Onderhoud Perceel G Het met behulp van baggermaterieel uitvoeren van (onderhouds-) baggerwerkzaamheden op de Nieuwe Maas/Waterweg, in de Maasmond, in het Rotterdamse haven en industrieel complex (HIC) en in voorkomende gevallen overige Nederlandse wateren, d.m.v. het op aanwijzing baggeren, vervoeren en verspreiden van baggerspecie. Betreft: Maasmond (vak E & F), Calandkanaal tot havennummer 6309 en Beerkanaal tot havennummer 6429. Rijkswaterstaat Programma’s Projecten en Onderhoud (PPO) en Havenbedrijf Rotterdam N.V januari 2015 december 2017 Groot - Rijnmond Het project loopt
INZICHT Tabel: CO2 uitstoot “Meerjarig Onderhoud Perceel G” eerste half jaar 2015
onderdeel
CO2-uitstoot (ton CO2)
Gas- en elektraverbruik Accomodatie Brandstofverbruik Personenvervoer Brandstofverbruik Materieel CTD Brandstofverbruik crewtender (ingehuurd) Totaal
Overzicht: CO2 uitstoot “Meerjarig Onderhoud Perceel G” eerste half jaar 2015
verwaarloosbaar 4 4724 17 4745
Bijlage Rapportage: projecten met CO2-gunningsvoordeel
REDUCTIE Onderscheid kan worden gemaakt in maatregelen van organisatorische en van technische aard, en maatregelen die betrekking hebben op beïnvloeden van gedrag. A. Organisatorische Maatregelen Schepen waar mogelijk inplannen voor de onderhoudsbagger campagne welke relatief dichtbij Rotterdam aan het werk zijn. Door efficiënt te plannen kan met de crew tender veel gecombineerd gevaren worden. Hierdoor zal het aantal afvaarten afnemen. Tevens zal er minder inzet gepland worden met de crewboot dan in de tenderfase is begroot. Een aantal dagen per campagne geen crewboot en geen afvaarten, waardoor inzet geconcentreerder zal worden. Hierdoor is combineren van afvaarten ook weer makkelijker. B. Technische maatregelen Waar mogelijk moderne schepen inzetten (min mogelijk oude schepen). De modernere schepen hebben efficiëntere motoren, waardoor er minder brandstof verbruikt wordt. C. Gedragsbeïnvloeding Mensen aanspreken op onnodig verbruik van elektriciteit. (wordt besproken tijdens de start-up meeting van het project) Nieuw rijden en nieuw varen bekrachtigen (wordt gedurende het project benadrukt middels toolbox talks en toolboxen). Woon-werkverkeer reduceren door te carpoolen. Een voorbeeld hiervan is het gezamenlijk rijden naar besprekingen met Rijkswaterstaat en onderaannemers. Waar mogelijk gereduceerd varen. Als het niet nodig is om 100% motorvermogen te verbruiken dit ook niet doen. Bespreken tijdens kick-off aan boord.