MAGAZINE
TOPJAAR RACOON SENA MUZIEKPRODUCTIEFONDS: GELD VOOR EEN PLAAT
MASTERCLASS MUZIKAAL ONDERNEMERSCHAP TWEESTRIJD OVER MINIMUMGAGE
MAGAZINE VOOR UITVOERENDE KUNSTENAARS | NOVEMBER 2013 | NR. 3 | JAARGANG 13
VAN DE REDACTIE
HANS KOSTERMAN Vlak voor het ter perse gaan van het vorige nummer werd hoofdredacteur Hans Kosterman getroffen door een
LEVE DE DISCUSSIE
hersenbloeding. Hij is hiervan nog steeds herstellende. Zijn functies bij Sena als hoofdredacteur en schrijver voor het
SENA MUZIEKPRODUCTIEFONDS
Dennis Huige blikt terug op het prijzencircus van dit jaar en wat daaraan vooraf ging; het liep niet altijd van een leien dakje.
Geld voor een plaat, waar vind je dat nog? Het Sena Muziekproductiefonds kan een oplossing zijn voor muzikanten met een goed plan.
Na achttien jaar voorzitterschap neemt Ed Nijpels afscheid van Sena – met pijn in het hart. Hij gaat de eeuwige discussie over ‘gratis muziek’ nog missen.
04
08
11
DOORNROOSJE VERSUS DELFOS
MUZIKAAL ONDERNEMEN
‘IK ZAL HANDHAVEN’
Sena stelt dat festivals elke muzikant minimaal 250 euro moeten betalen. Ridicuul, zegt de één. Schandalig als je dat niet doet, zegt de ander.
De zakelijke kant van muziek maken is voor velen een jungle vol valkuilen. De Masterclass Muzikaal Ondernemerschap biedt uitkomst.
De blokkade van The Pirate Bay had een averechts effect, concludeerden UvA-onderzoekers. Maar wat werkt dan wél tegen illegaal aanbod?
16
18
22
worden voorlopig waargenomen. Wij wensen Hans namens alle aangeslotenen, de Raad van Aangeslotenen, de Raad van Toezicht en het Sena-bureau van harte beterschap!
Over auteursrecht en naburig recht is altijd discussie. Betalen voor het gebruik van andermans werk blijft kennelijk iets lastigs. Ed Nijpels, die in dit nummer zijn laatste column schrijft als bestuursvoorzitter, vindt die eeuwige discussie nu juist het leuke aan dit onderwerp. Hij is het debat achttien jaar lang met veel plezier aangegaan en legt het hier graag nog een keer uit aan de hand van een zak sinaasappelen.
TOPJAAR RACOON
magazine en lid van de Raad van Toezicht
PERFORMERS MAGAZINE is een uitgave van de sectie
Ed zegt in zijn column wat velen vinden: gratis genieten van muziek is fijn. En het is bovendien zo gemakkelijk. Gratis muziek ligt voor het grijpen op internet, en wat er tot nu toe tegen illegaal aanbod is ondernomen, lijkt alleen maar averechts te werken. Erwin AngadGaur peinst over een oplossing in Reflecties: wie of wat zal deze strijd beslissen?
‘GRATIS GENIETEN VAN MUZIEK IS FIJN. EN HET IS BOVENDIEN ZO GEMAKKELIJK’
Uitvoerende Kunstenaars van Sena en is bestemd voor rechthebbenden en andere geïnteresseerden. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. © 2013 Sena Performers HOOFDREDACTEUR A.I.: Willemijn de Jonge REDACTIE: Erwin Angad-Gaur, Anita Verheggen en Melanie van de
Vaste columnist Henk Westbroek heeft ongetwijfeld al veel pittige gesprekken gevoerd over de zin en onzin van naburige rechten. Hij schrijft hoe hij onlangs het bijltje erbij neergegooide tijdens een discussieavond met een groep Jong Socialisten toen hij merkte dat zij liever vandaag dan morgen van die rechten af wilden. Ook de programmeur van het Valkhof Festival en muzikant Rolf Delfos staan lijnrecht tegenover elkaar over de minimum gage-eis van het Senafonds. En advocaat Bjorn Schippers doet een boekje open over het touwtrekken tussen Sony en Julio Iglesias over diens digitale rechten.
Kuinder (fotoredactie) EINDREDACTIE:
Willemijn de Jonge
VORMGEVING: Fellows FOTOGRAFIE: Guy Kokken (foto Eefje de Visser), Paul Tolenaar (foto’s Erwin Angad-Gaur, Het Vlaamsch Broodhuys, Masterclass Muzikaal Ondernemen, Henk Westbroek), Buma Cultuur (foto’s ADE),
Kortom, een nummer vol discussie, maar het mooie is: het dient een doel. Het kan lang duren, maar uiteindelijk leiden de herhaalde argumenten van organisaties als Sena, Norma, FNV en de Ntb soms tot klinkende successen. Zo is na lang steggelen de beschermingsduur van het naburig recht definitief verlengd van 50 naar 70 jaar en heeft de rechter onlangs besloten dat bij Dance Events nu ook Sena-rechten betaald moeten worden. Tot slot hebben we op het laatste moment met plezier een artikel teruggetrokken over de voorgenomen bezuinigingen op de zelfstandigenaftrek: het kabinet ziet daarvan af! Dat is winst. Dus laten we vooral nog even doordiscussiëren.
AFSCHEID VAN ED NIJPELS
Stefanie Pistel (foto Broers Jussen) en Charlotte Marres (foto Dominique Franken) DRUK: Interform OPLAGE:
INHOUD
15.000
SCHRIJVERS: Ed Nijpels, Jasper van Vugt, Rianne van der Molen, Henk
VAN DE REDACTIE
02
IK EN MIJN RECHT: HET NABURIG RECHT
06
VERLENGING NABURIG NABURIG RECHT: 70 JAAR BESCHERMD
10
BEELDVERSLAG: ADE 2013
12
Westbroek, Guido van Oorschot, Bjorn Schipper, Hans Hulst, rakenDra Smit, Erik Thijssen, Anita Verheggen, Erwin AngadGaur en Willemijn de Jonge REDACTIEADRES: Catharina van Renneslaan 20 Postbus 113, 1200 AC Hilversum Telefoon: (035) 625 17 00
E-mail:
[email protected]
Website: www.sena.nl
JULIO IGLESIAS VERSUS SONY
14
EVEN VOORSTELLEN: DOMINIQUE FRANKEN
26
KLASSIEK: ARTHUR EN LUCAS JUSSEN
20
HENK WESTBROEK: EEN ZUIVER VALS BEWUSTZIJN
27
PODIUM
24
DE WAARDE VAN MUZIEK: VLAAMSCH BROODHUYS
25
4
5
DENNIS HUIGE VAN RACOON:
‘HET BLIJFT SPANNEND’
‘OVER MUZIEK KUN JE EINDELOOS LULLEN, MAAR UITEINDELIJK IS HET ALLEMAAL GEVOEL’
2013 was een mooi jaar voor Racoon. De band vierde zijn vijftienjarig bestaan en won drie 3FM-awards, de Popprijs, een Edison én de Gouden Notekraker. ‘Echt te gek om zoveel te winnen. Toch zijn prijzen nooit ons hoogste doel, muziek maken is voor ons een heilig moeten.’ Door Rianne van der Molen VUILNISMANNEN
‘ALS ÉÉN VAN ONS VIEREN WIL STOPPEN, BETEKENT DAT HET EINDE VAN RACOON’
Terugkijkend noemt gitarist Dennis Huige het wel absurd. Ongeveer alle prijzen die er een beetje toe doen in de muziekwereld gingen dit jaar met de Zeeuwen mee naar huis. En dat terwijl hun laatste album (Liverpool Rain) alweer uit 2011 stamt. Wel kwam de verzamelplaat The Singles Collection dit jaar uit, die het succes van de
afgelopen jaren nog eens onderstreepte. ‘Dat het zo goed met ons gaat als band, is voor ons echt niet vanzelfsprekend’, vindt Huige. ‘Regelmatig zeggen we tegen elkaar dat het bijzonder is dat we ons brood kunnen verdienen met de muziek én succes blijven hebben. We staan daar heel bewust bij stil, want we weten dat het ook anders kan gaan.’
De Zeeuwse popband staat al jaren aan de top in Nederland. Hits als Love You More en No Mercy staan in ons nationale muziekgeheugen gegrift. De vele awards laten bovendien zien dat Racoon blijvend gewaardeerd wordt. Je zou bijna vergeten dat het de Zeeuwen niet altijd zo goed is vergaan. Na een voortvarende start eind jaren ’90 met een mooi platencontract bij Sony en de bescheiden hits Feel Like Flying en Blue Days, kwam in 2002 de eerste tegenslag. Na de tegenvallende verkoop van tweede album Here We Go, Stereo ontbond Sony het platencontract. Noodgedwongen moesten de bandleden aan de slag als vuilnismannen, om te kunnen voorzien in hun onderhoud. Zo’n uitzendbaan was volgens de heren overigens helemaal zo gek nog niet; door de flexibele uren bleef immers genoeg tijd over om muziek te maken. Geen moment overwoog Racoon om te stoppen. Alle vier geloofden ze in hun muziek en ze waren er rotsvast van overtuigd dat er betere tijden zouden komen. ‘Achteraf ben ik daar best verbaasd over’, zegt Huige. ‘We waren heel naïef en gingen gewoon vol voor succes. Het komt gewoon weer goed, zeiden we in die tijd vaak tegen elkaar. Pas vlak voor Another Day uitkwam, werden we zenuwachtig. Toen realiseerden we ons dat het ook mis zou kunnen gaan. We hadden van vrienden en familie maar liefst 20.000 euro geleend om de plaat te kunnen maken en wat moesten we als het een flop zou worden? Dat was nogal spannend, maar het succes waar we van droomden kwam met Another Day uit.’
UNIEKE CHEMIE Achteraf is die donkere periode een zegen gebleken. De vier bandleden werden volledig teruggeworpen op elkaar en een
handjevol vertrouwelingen, zoals manager Arend van der Zee en producent Michel Schoots. ‘Eerder zagen veel mensen ons als veelbelovende band, maar opeens was dat minder. We verdwenen uit beeld en leerden in die periode echt op elkaar te vertrouwen. Met ons vieren waren we het avontuur begonnen en samen wilden we het afmaken.’ Die basis is een van de redenen waarom Racoon de afgelopen vijftien jaar nooit van samenstelling veranderde, iets wat bij veel andere bands wel gebeurt. ‘Wij zijn echt samen Racoon’, vindt Huige. ‘Ik ben niet de beste gitarist van Nederland en er zijn misschien ook betere drummers of bassisten te vinden; maar samen kunnen wij heel veel. Ik ben er heilig van overtuigd dat de unieke chemie tussen ons vieren heeft gezorgd voor het succes. Als één van ons vieren wil stoppen, betekent dat het einde van Racoon. Gelukkig heeft niemand dat nog overwogen.’ Hij vervolgt grinnikend: ‘Of ze hebben het mij nog niet verteld...’ Dat ze dit jaar uitgebreid stilstaan bij hun vijftienjarig bestaan, is geen idee van de band zelf. De Zeeuwen kijken liever vooruit en zijn altijd bezig met hun volgende album. ‘Vanuit het management kostte het nog wat overredingskracht om ons te overtuigen dat jubileum te vieren. Uiteindelijk is het heel goed geweest. Door terug te kijken naar de mindere periodes in ons muzikantenbestaan, zijn we nu weer extra dankbaar voor wat we hebben. Het helpt ons om succes nooit als iets vanzelfsprekends te ervaren.’ Door hun ervaringen na Here We Go, Stereo is het altijd weer spannend om met iets nieuws te komen, vindt Huige. ‘Als straks het nieuwe album af is, zijn we echt wel even zenuwachtig. Liverpool Rain heeft enorm goed verkocht en de kans is klein dat een nieuwe plaat net zo goed scoort. Al hopen we daar natuurlijk wel op.’
KIPPENVEL Wel kunnen ze inmiddels tijdens het schrijven voelen of ze goud in handen hebben. Volgens Huige ontstonden de meest succesvolle liedjes het gemakkelijkst. ‘Zo had ik een gitaarloopje bedacht, waar Bart wat op begon te zingen. Na een paar minuten zei ik: stop, laten we dat even terugluisteren. Ik voelde dat het bijzonder was. Over muziek kun je eindeloos lullen, maar uiteindelijk is het allemaal gevoel. Als wij kippenvel op onze armen krijgen, weten we dat het klopt. Toen we de tape terugluisterden, was daar Love You More. Een heel bijzonder moment.’ Huige haalt fantasy-schrijver Terry Pratchett aan, die in een interview liet weten dat hij geloofde dat alle goede ideeën ergens in het universum zweven. ‘Soms heb je geluk, dan valt zo’n prachtige melodie opeens op je hoofd. Dat gevoel hadden wij bij Love You More. Alsof het idee er altijd al was, maar dat enkel het nummer nog even geschreven moest worden.’ Hun grootste drijfveer blijft het maken van dat soort ijzersterke popliedjes. Nog altijd hebben Huige en zijn bandmaten het idee dat hun beste album en hun allerbeste nummer nog geschreven moet worden. ‘Zoals laatst, toen we samen een ideetje uitwerkten. Het klonk zo goed dat we dachten; wauw, dit wordt het beste liedje ooit! En al is dat waar, ook dan zullen we daarna nog iets beters willen schrijven. Zo lang het verlangen bestaat bij ons alle vier om onszelf steeds te overtreffen, kunnen we als band nog makkelijk vijftien jaar vooruit.’
IK EN MIJN RECHT
HET NABURIG RECHT SOMMIGE MUZIKANTEN EN ACTEURS DIE RECHT HEBBEN OP VERGOEDINGEN DIE VOOR HEN GEÏNCASSEERD WORDEN, BLIJKEN DIT NIET TE WETEN, OF VERGETEN VOOR SOMMIGE EXPLOITATIEVORMEN TE CLAIMEN. JUIST IN DEZE TIJDEN VAN DALENDE INKOMSTEN EN GAGES IS DAT OP ZIJN MINST ERG JAMMER. DAAROM IN DEZE AFLEVERING VAN IK EN MIJN RECHT NOG EEN KEER BACK TO BASICS: HET NABURIG RECHT. Door Erwin Angad-Gaur
Het naburig recht geeft uitvoerend kunstenaars (musici, dansers en acteurs) rechten op de opname van hun werk, zoals het auteursrecht schrijvers en componisten rechten op hun werk geeft. De Wet op de naburige rechten regelt onder meer dat zonder toestemming van de uitvoerend kunstenaar geen opname van zijn werk mag worden geëxploiteerd.
EERSTE GEBRUIK In eerste instantie is voor ‘het eerste gebruik’, bijvoorbeeld een cd of dvdrelease, dus altijd toestemming nodig van elke muzikant wiens prestaties zijn opgenomen. Het loutere feit dat je aan een opname hebt deelgenomen, wil nog niet zeggen dat je die toestemming ook gegeven hebt. Wel gaat de wet er vanuit dat als je een redelijke vergoeding hebt geaccepteerd, je ook toestemming voor exploitatie hebt gegeven. Daarnaast kan het zo zijn dat als je bewust aan een opname hebt meegewerkt, redelijkerwijs verwacht mag worden dat je de toestemming onder marktconforme voorwaarden bereid bent te geven. Een andere manier is uiteraard het tekenen van een platencontract waarin toestemming wordt gegeven (en
COLLECTIEVE VERGOEDING Als een muzikant eenmaal toestemming heeft gegeven voor een openbaarmaking, bijvoorbeeld als er met zijn toestemming een cd is verschenen, dan heeft hij niet meer het recht om een uitzending of openbaarmaking van die opname te verbieden. Wel heeft hij recht op een collectief te incasseren vergoeding. De omroep die de opname uit wil zenden, of de kroegbaas die een liedje wil draaien hoeft daarvoor dus geen toestemming te vragen aan de muzikant of de platenmaatschappij, maar moet daarvoor wel een vergoeding betalen. Om ervoor te zorgen dat niet elke muzikant of elke maatschappij apart in onderhandeling hoeft te treden met elke omroep, sportkantine, organisatie of kroeg, heeft de wetgever Sena aangewezen om die vergoedingen te innen en over de hoogte ervan te onderhandelen.
vergoedingen in de vorm van royalties worden afgesproken) of simpelweg een schriftelijke verklaring waarin je toestemming geeft voor exploitatie. Regel is dat in dergelijke contracten geen afstand wordt gedaan van ‘collectief te incasseren rechten’, zoals de rechten die geïncasseerd en verdeeld worden door Stichting de Thuiskopie, Stichting Leenrecht, Sena en Norma. Evengoed komt de afgelopen paar jaar steeds vaker voor dat dergelijke contracten wel worden voorgelegd. In principe geldt daarbij: niet tekenen. Dat soort contracten zijn in bijna alle gevallen onredelijk. Het aandeel voor de producent in die vergoedingen wordt ook gewoon door rechtenorganisaties verdeeld; zij krijgen hun deel dus al. In alle gevallen geldt uiteraard: teken nooit een contract – hoe simpel ook – zonder je te laten adviseren door een terzake kundige jurist. Leden van een vakbond, van Ntb of KIEM, kunnen contracten gratis door specialisten van hun bond laten screenen; sluit je je niet bij een vakbond aan, dan resten gespecialiseerde advocatenkantoren.
Beide organisaties incasseren dit geld en keren het uit aan de uitvoerend kunstenaars die daar recht op hebben. Het lidmaatschap van zowel Sena als NORMA is gratis. Wel is bij beide van belang goed je repertoire op te geven. Sena en NORMA doen ook zelf hun best te bepalen welke musici op welke producties hebben meegespeeld, maar dergelijke gegevens zijn niet altijd goed vindbaar. De informatie in veel CD boekjes bijvoorbeeld is zelden titelspecifiek of zelfs maar volledig. Ook voor acteurs – voor de wet: ‘uitvoerend kunstenaars in beeld’ – incasseert en verdeelt NORMA onder meer de thuiskopie- en leenrechtvergoedingen. Let op: een muzikant in een video-opname is zowel ‘uitvoerend kunstenaar in beeld’ als ‘uitvoerend kunstenaar buiten beeld’ en heeft dus in beide hoedanigheden rechten. Ook probeert NORMA samen met onder meer Ntb, ACT en FNV Kiem herhalingsvergoedingen voor acteurs te realiseren. Daarnaast voert NORMA al enkele jaren procedures om ook voor uitvoerend kunstenaars kabelvergoedingen voor audiovisuele producties te incasseren.
EIGEN BEHEER
SENA EN NORMA Sena onderhandelt over de vergoedingen voor muziek die op ‘commerciële fonogrammen’, zoals cd’s, verschenen is; NORMA incasseert voor de overige collectieve rechten, zoals vergoeding voor uitlening in bibliotheken (het leenrecht) en voor thuis kopiëren.
Veel musici blijken onvoldoende te weten dat zij bij een eigenbeheer-productie zelf producent zijn en ook in die hoedanigheid rechten kunnen claimen bij onder meer Sena. Thuiskopie- en Leenrechtvergoedingen voor producenten worden verdeeld door de STAP. Sena verdeelt de geïncasseerde vergoedingen over muzikanten (50%) en producenten (50%). De producent is de eigenaar van de geluidsopname; dit kan een muziekuitgever zijn, vaak is het een platenmaatschappij, maar steeds vaker is de muzikant zelf de producent. In dat geval heeft de muzikant dus in beide hoedanigheden recht op een vergoeding van Sena. Hij moet dan wel apart lid
‘TEKEN NOOIT EEN CONTRACT ZONDER JE TE LATEN ADVISEREN DOOR EEN JURIST’ worden van zowel Sena uitvoerende kunstenaars als Sena producenten. Ook dit lidmaatschap is gratis, dus laat je geld niet liggen. Het komt met enige regelmaat voor dat een platenmaatschappij of distributeur ten onrechte het producentendeel van een eigen-beheer-productie bij Sena claimt. Het is daarom van belang deze vergoedingen zelf te claimen.
BESCHERMINGSDUUR In tegenstelling tot het auteursrecht, dat een werk beschermt tot 70 jaar na de dood van de langstlevende auteur, is de bescherming van het naburig recht sinds kort geldig tot 70 jaar na de eerste openbaarmaking. Meer hierover in het stuk van Erik Thijssen op pagina 10. WWW.SENA.NL ← WWW.STICHTINGNORMA.NL ←
8
9
SENA MUZIEKPRODUCTIEFONDS
Door teruglopende inkomsten investeren platenmaatschappijen steeds minder in muzikanten. Voor de meeste muzikanten is eigen beheer de norm geworden. Op verzoek van de sectie Uitvoerende Kunstenaars is daarom vorig jaar het Sena Muziekproductiefonds in het leven geroepen. Hiermee geeft Sena beroepsmuzikanten die niet de middelen hebben om zelf een professionele geluidsopname te betalen de mogelijkheid om een opname van goede en exploiteerbare kwaliteit te maken.
GELD VOOR EEN PLAAT
Het fonds is bedoeld voor professionele muzikanten in alle muziekgenres; het wil talent met potentie helpen. Muzikanten kunnen maximaal 5.000 euro aanvragen. Daarvan is twee derde een schenking en een derde een renteloze lening. De pilot vorig jaar was een daverend succes, vertelt Dominique Citroen, die voor Sena de Socu en MPF aanvragen in behandeling neemt: ‘Er kwamen meer dan honderd aanvragen binnen, waarvan er ongeveer achttien zijn gehonoreerd.’
Een plaat opnemen in eigen beheer is een kostbare aangelegenheid, weten Eefje de Visser, Reinier Baas en La Corneille. Zij ontvingen een bijdrage van het vorig jaar opgerichte Sena Muziekproductiefonds voor een nieuw album. Dat geld is belangrijk voor de kwaliteit en professionaliteit, zeggen ze alle drie. Door Jasper van Vugt
Daarom zijn er dit jaar drie periodes waarin muzikanten een aanvraag kunnen doen. ‘Er is 50.000 euro per keer te besteden,’ legt ze uit. ‘In de aanvraag en het plan moet het ondernemerschap van de muzikant duidelijk naar voren komen. Af te leiden moet zijn dat de lening kan worden terugbetaald.’ Wat de eisen zijn voor een aanvraag is te lezen op de website van Sena.
WWW.SENA.NL/MAKERS/MUZIEKPRODUCTIEFONDS ←
EEFJE DE VISSER
HOE WIST JE VAN HET BESTAAN VAN HET FONDS? ‘Als muzikant weet je ongeveer wat voor fondsen er zijn als je eens iets nodig hebt. Deze zag ik staan in Performers Magazine. Het was de eerste keer dat ik een fonds aanschreef. Ik maakte een financieel plan waarin stond hoeveel geld het zou kosten om mijn nieuwe album Het Is op te nemen. Ik heb gekeken hoeveel geld ik zelf had en hoeveel ik nodig had om de plaat te maken. Aan de hand daarvan heb ik een plan opgesteld waar alles in zit, van de huur van de opnameruimte tot de reiskosten van de muzikanten.’
WAAROM HEB JE ZO’N FONDS NODIG ALS MUZIKANT? ‘Ik breng mijn platen in eigen beheer uit. Dat is enorm duur. Veel geld gaat op aan huur, de repetitieruimte, muzikanten en het drukken van platen. Daarnaast moet je investeren in vormgeving, website, vinyl drukken, management, boekingen en sparen voor de volgende plaat. Dat betekent dat je niet ruim kunt leven, je constant moet
bezuinigen en niet voldoende kunt sparen. Terwijl ik veel shows doe en voor deze tijd veel platen verkoop.’
WAT HEEFT HET FONDS BIJGEDRAGEN AAN JE MUZIEK? ‘Bij mijn eerste album (De Koek uit 2011) was er geen geld en bestonden de samenwerkingen uit vriendendiensten. Ik had telkens het idee dat ik bij mensen in het krijt stond. Nu kon ik de mensen met wie ik werk netjes betalen.’
HOE STA JE ER NU VOOR? ‘Als je aan je tweede album gaat beginnen, wil je vasthouden wat je bereikt hebt met je debuut en kijken waar je heen gaat met nummer twee. Nu het album er is, ben ik klaar voor de volgende stap. Ik ben heel trots op Het Is en de reacties zijn erg goed, er wordt heel veel over geschreven. Dat betekent dat je weer kunt gaan optreden en fulltime met muziek bezig kan zijn. Daar doe je het voor.’
REINIER BAAS
LA CORNEILLE
HOE WIST JE VAN HET BESTAAN VAN HET FONDS?
WAT HEEFT HET FONDS BIJGEDRAGEN AAN JE MUZIEK?
HOE WIST JE VAN HET BESTAAN VAN HET FONDS?
‘Ik vroeg mij hardop af hoe ik in godsnaam de volgende plaat van mijn band The More Socially Relevant Jazz Music Ensemble moest bekostigen. Daarop kreeg ik van bevriende muzikanten de tip over het Sena Muziekproductiefonds.’
‘Het helpt de kwaliteit te waarborgen. Geld is nodig om het te kunnen doen zoals ik wil dat het gedaan wordt, je wil niet beknibbelen op essentiële dingen. Als je nauwelijks budget hebt, lijdt de kwaliteit van de muziek eronder. Je wil niet met mensen werken die niets met jouw muziek hebben, of jouw ideeën niet begrijpen omdat ze op een ander niveau zitten.’
‘Ik kende het nog niet totdat we de Sena PopNL Award wonnen. Een bijdrage uit het fonds zat in het prijzenpakket.’
WAAROM HEB JE ZO’N FONDS NODIG ALS MUZIKANT? ‘Ik doe veel in eigen beheer. Er zijn nauwelijks platenlabels meer die willen investeren in muziek.’
WAT VOOR BEDRAG HEB JE TOEGEWEZEN GEKREGEN? ‘4.500 euro.’
‘JE WIL NIET BEKNIBBELEN OP ESSENTIËLE DINGEN’
WAT ZIJN DE TOTALE KOSTEN VAN DE PLAAT?
HOE STA JE ER NU VOOR?
‘Ongeveer het dubbele. Altsaxofonist Ben van Gelder en drummer Mark Schilders moeten invliegen. Ze spelen in mijn band, maar wonen in New York. Dat kost geld.’
‘Ik hoop hierna meer in het buitenland te kunnen optreden, en dan vooral in Duitsland. Daar is een nieuwe plaat essentieel voor.’
WAT HEEFT HET FONDS BIJGEDRAGEN AAN JE MUZIEK? ‘Met de bijdrage kunnen we ons debuutalbum naar een hoger niveau tillen. We kunnen nu een professionele mixer inhuren in plaats van het zelf te doen. Tegelijkertijd blijven we onafhankelijk; we zijn niet afhankelijk van externe geldschieters of een platenmaatschappij.’
WAAROM HEB JE ZO’N FONDS NODIG ALS MUZIKANT? ‘Nodig is een groot woord. Muzikanten hebben weinig nodig om goede muziek te maken. Het helpt echter wel voor de kwaliteit en professionaliteit. Ik zag bij de Sena PopNL Award bands die lokale popprijzen hadden gewonnen. Dat betekent dat ze geld hadden gekregen.
Dat hadden ze gebruikt voor professionalisering van de band. Daarmee ontstegen ze de amateurs en kwamen ze op het niveau van professionals.’
WAT VOOR BEDRAG HEBBEN JULLIE TOEGEWEZEN GEKREGEN? ‘2.500 euro.’
WAT IS HET TOTALE BUDGET VOOR DE PLAAT? ‘6.500 euro. Dat is inclusief de 2.000 euro die we kregen omdat we de Utrechtse Popprijs wonnen en het Sena Muziekproductiefonds.’
HOE STA JE ER NU VOOR? ‘Een album maken en uitbrengen voelt als een soort volwassen worden. Je presenteert jezelf aan de wereld: “Hallo dit zijn wij.” Dan bestaan we echt.’
1020304050 VERLENGING TERMIJN NABURIG RECHT
70 jaar beschermd
Op 17 oktober stond de wetswijziging in het Staatsblad: de bescherming van het naburig recht voor muziekopnamen wordt verlengd tot 70 jaar na de eerste openbaarmaking. Het is het eindstation van een langdurig lobby- en wetgevingstraject, waarbij NVPI, Ntb, FNV en rechtenorganisaties Sena en Norma nauw met elkaar en hun Europese zusterorganisaties hebben samengewerkt. Door Erik Thijssen Na lang onderhandelen tussen de lidstaten besloot de EU twee jaar geleden dat de termijn van het naburig recht verlengd zou worden tot 70 jaar na de eerste openbaarmaking. Nu is dat eindelijk een feit. De hoogste tijd, volgens Erwin AngadGaur, secretaris van de Ntb en voorzitter van de Sena-sectie Uitvoerende Kunstenaars. ‘Het auteursrecht op muziek is geldig tot 70 jaar na de dood van de langstlevende maker. Het naburig recht verviel al 50 jaar na de eerste publicatie van een opname. Dat betekende dat auteurs hun auteursrecht nooit kunnen overleven, maar dat musici nog tijdens hun leven elke controle over hun vroege werk konden kwijtraken. Dat gaat dus niet alleen om het recht van een artiest op een vergoeding, maar ook om zijn recht op te treden tegen verminkingen of ongewenst gebruik van zijn werk. Dat is niet redelijk te noemen. Het heeft lang geduurd, maar deze verlenging is voor zowel musici als platenmaatschappijen heel belangrijk.’ De verlenging is geldig voor opnamen waarvoor de bescherming nog niet verlopen is. Voor opnamen die voor het eerst openbaar gemaakt zijn voor 1 november 1963 geldt de verlenging dus niet. Een digitalisering of remastering wordt daarbij niet beschouwd als een nieuw fonogram. Alleen een daadwerkelijke remix geldt als een nieuw werk.
FONDS VOOR SESSIEMUSICI Omdat de ‘primaire rechten’ van veel (sessie)muzikanten vaak standaard werden en worden afgekocht, is besloten dat platenmaatschappijen voor opnamen waarop musici spelen die volledig zijn afgekocht 20 procent van hun meeropbrengsten over de extra 20 jaar moeten afdragen aan een ‘fonds voor sessiemusici’. Bij die meeropbrengsten tellen de Sena-, thuiskopie- en leenrechtvergoedingen niet mee, omdat sessiemusici in die opbrengsten al wel meedelen. Angad-Gaur: ‘De term sessiefonds is eigenlijk een beetje misleidend. Wie op een opname als muzikant mee heeft gespeeld en zijn rechten zonder royaltybepaling heeft overgedragen, heeft na 50 jaar recht op een extra vergoeding. Het is dus eigenlijk een extra rechtenvergoeding die door Sena geïncasseerd en verdeeld gaat worden.’
‘DIT IS ALVAST EEN GOEDE EERSTE STAP’ Angad-Gaur: ‘Muzikanten moeten in dat geval een jaar van te voren de platenmaatschappij de kans geven alsnog tot exploitatie over te gaan. Daarna kunnen zij hun contract ontbinden en krijgen zij automatisch de producentenrechten overgedragen. In het komende auteurscontractenrecht zal een dergelijke bepaling hopelijk ook algemener worden ingevoerd. Maar dit is alvast, met dank aan Europa, een goede eerste stap.’ Sena zal de komende maanden zowel aan producenten als musici nadere informatie zenden over de nieuwe vergoedingsregeling voor het ‘sessiefonds’.
ED NIJPELS NEEMT AFSCHEID
DE LAATSTE Met weemoed in het hart schrijf ik mijn laatste column in dit blad. Na achttien jaar voorzitterschap neem ik binnenkort afscheid van Sena. De hoogste tijd, naar hedendaagse opvattingen over governance is dat al veel te lang. Ik ben voorzitter geworden om dezelfde reden dat ik zo lang gebleven ben. Het naburig recht van muzikanten en platenmaatschappijen vind ik buitengewoon boeiende materie. Een gevoelig onderwerp, waar veel maatschappelijke discussie en onbegrip over is. In de praktijk blijft het buitengewoon lastig om mensen ervan te overtuigen dat artiesten recht hebben op een vergoeding voor het werk dat van hen gedraaid wordt. Terwijl het toch volstrekt logisch is dat mensen betaald worden voor hun waren of werk. Bij de groenteboer komt het niet in je hoofd op om de deur uit te lopen met een zak sinaasappelen zonder daarvoor te betalen – ‘gewoon omdat
De eerste incasso volgend jaar gaat over opnamen die in 1964 uitgebracht werden. De jaren erna zal telkens een extra jaar in de regeling vallen.
NON USUS BEPALING Ten slotte bepaalt de nieuwe wet dat als een platenmaatschappij een opname na 50 jaar ‘niet of niet langer in voldoende mate exploiteert’ musici hun rechten kunnen terugeisen.
60708090100
‘IK HOU WEL VAN TEGEN DE STROOM IN ROEIEN’
iedereen van een sinaasappel moet kunnen genieten’. Maar als het om muziek gaat, vindt men vaak dat het genieten gratis moet zijn. Die discussie blijft mij fascineren. Ik hou wel van tegen de stroom in roeien, misschien heb ik het daarom zo lang volgehouden. De grote uitdaging in al die jaren was het achter de broek aanzitten van commerciële gebruikers van muziek, zodat de makers krijgen waar ze recht op hebben. Het bedrijfsleven beschouwt de afdracht voor Sena vaak als een soort belasting, niemand zit op ons te wachten. Dat ligt voor de hand, want we komen altijd met een rekening, nooit met een cadeautje. Maar met de muziek die zij draaien, genereren ze inkomen. Een café zonder muziek is ondenkbaar, dan zou de helft van de gasten niet komen. Dat moet je blijven uitleggen, niet alleen aan caféhouders, maar ook aan parlementariërs. Vooral dat laatste vind ik zorgelijk, die zouden inmiddels toch wel wat meer moeten begrijpen van de rechten van makers.
Ondertussen vertoont de politiek wel steeds meer de neiging op de stoel van rechtenorganisaties te gaan zitten, zoals nu gebeurt met de Wet Toezicht. Wonderlijk, want de overheid bemoeit zich toch ook niet met de prijs van een zak sinaasappelen? Waarom dan wel met onze tarieven? Het zal ongetwijfeld nog lang onderwerp van discussie blijven; een schone taak voor mijn opvolger om daar standpunt in te nemen. Ik draag mijn taken als voorzitter met een gerust hart over, ik laat een gezonde organisatie achter. Wat niet goed ging, is met succes aangepakt, de bestuurlijke structuur is vernieuwd. Er is een door rechthebbenden gekozen Raad van Aangeslotenen, waarin zowel muzikanten als platenmaatschappijen vertegenwoordigd zijn. Die benoemt op haar beurt de Raad van Toezicht, met een onafhankelijk voorzitter en penningmeester. Ook financieel is de zaak op orde. We hebben er keihard aan gewerkt de kosten van de organisatie zo laag mogelijk te maken en de structuur kloppend. Sena wordt vaak genoemd als voorbeeld van een rechtenorganisatie die het goed doet: lean & mean, efficiënt. Er wordt veel geld opgehaald, dat daadwerkelijk bij de artiesten terechtkomt. Het juiste moment om te gaan dus. Tijd om iedereen met wie ik in de afgelopen achttien jaar gewerkt heb te bedanken voor de plezierige wijze waarop ik als voorzitter heb kunnen functioneren. Ze zijn voorbijgevlogen, die jaren, het wordt nog een afscheid met een traan. Tot slot wens ik alle lezers van dit blad toe dat zij nog lang muziek blijven maken en daar ook van kunnen leven. Muziek is een belangrijk onderdeel van ons cultuurgoed, iets om trots op te zijn, iets om te koesteren. Dat is wat ik met hart en ziel zal blijven doen.
ADE 2013 DE ACHTTIENDE EDITIE VAN HET AMSTERDAM DANCE EVENT, DAT VAN 16 TOT EN MET 20 OKTOBER ALS EEN STORM OVER AMSTERDAM HEEN RAASDE, STOND DIT JAAR IN HET TEKEN VAN MEER, HARDER EN ORANJE BOVEN. Door rakenDra Smit Het festivalgedeelte trok dit jaar een recordaantal van ruim 300.000 bezoeker naar 75 podia, waar circa 2.000 dj’s van over de hele wereld acte de présence gaven. Top dj’s Tiësto en Armin van Buuren traden op in grote uitverkochte zalen als de Ziggo Dome en de RAI terwijl de psychedelic-tranceliefhebber de hele nacht kon doortrippen in Grand Café Het Schuim. Naast het festivalgedeelte, waar het feest tot in de vroege uurtjes doorging, was er nog veel meer te beleven. Bijvoorbeeld het conferentiegedeelte in en rondom Felix Meritis. Overdag was daar een klein legertje internationale professionals uit de dancewereld aan het netwerken, debatteren en elkaar aan het informeren over de laatste stand van zaken in de business. Van enfant terrible Bob Lefsetz, die zijn omstreden opinies royaal lardeerde met Amerikaanse krachttermen, tot Sena-directeur Markus Bos, die rustig een duidelijke uitleg gaf over een ingewikkelde kwestie: het naburig recht in internationaal verband. De beste dj van de wereld die jaarlijks op het ADE wordt uitgeroepen was dit keer niet Armin van Buuren maar de jonge dj Hardwell – Nederland blijft de boventoon voeren!
DE CASUS
GEEN OVERDRACHT De rechtbank oordeelde dat uit de aard en strekking van de contracten van voor 1993 – waarop de Wnr niet van toepassing was – niet noodzakelijk volgt dat Iglesias zijn naburige rechten aan Sony BMG heeft overgedragen. Er kan in principe geen sprake zijn van overdracht van rechten als die rechten wettelijk niet bestaan op het moment dat de handtekening wordt gezet. Vervolgens moest de rechtbank onderzoeken of Sony BMG dan wel op basis van een licentie tot exploitatie van de naburige en daarmee ook digitale rechten van Iglesias kon overgaan. De rechtbank hechtte daarbij veel waarde aan de in de contracten gebruikte bewoordingen. Op basis van de inhoud van de artiestencontracten van vóór 1 juli 1993 oordeelde de rechtbank samengevat dat Iglesias Sony BMG contractueel onbeperkte mogelijkheden heeft gegeven tot exclusieve reproductie van de master recordings en tot exclusieve productie van (phonograph) records op welke nu of in de toekomst bekende wijze dan ook. Een onbeperkte gebruikslicentie dus. Hetzelfde geldt voor de artiestencontracten van na 1 juli 1993. De rechtbank heeft dit ruim uitgelegd, en oordeelde dat ook na het tijdstip van invoering van de Wnr door Iglesias een onbeperkte en exclusieve
DIGITALE TOEKOMSTMUZIEK
Hoe zit het met digitale rechten in oude artiestencontracten?
Mag Sony BMG de dertig jaar oude wereldhits van Julio Iglesias digitaal exploiteren op basis van een artiestencontract uit de tijd dat naburige rechten nog niet bestonden? De Rechtbank Amsterdam gaf een tweeledig antwoord. De moraal van dit verhaal: zorg tijdig voor een update van je contracten. Door mr. Bjorn Schipper, advocaat bij Bousie advocaten - media entertainment brands
Is het mogelijk dat een artiest in oudere artiestencontracten van vóór de opkomst van het internet zijn ‘digitale rechten’ – de rechten om muziek digitaal te exploiteren via bijvoorbeeld iTunes en Spotify – aan zijn platenlabel heeft kunnen overdragen? Deze vraag stond centraal in een principiële zaak die ik samen met mijn kantoorgenoot mr. Rob van Dongen voor Julio Iglesias had aangespannen tegen zijn platenlabel Sony BMG.
WERELDWIJDE LICENTIE Julio Iglesias heeft vanaf 1978 wereldwijd meer dan 100 miljoen platen verkocht en is onder meer in 1978, 1985, 1992, 1996, 1998, 2005 en 2006 met (de rechtsvoorgangers van) platenlabel Sony BMG artiestencontracten overeengekomen. Deze contracten voorzien in opnamen van muzikale
uitvoeringen van Iglesias, vastgelegd in master recordings. Iglesias verleende Sony BMG daarbij contractueel het recht deze muziekopnamen wereldwijd uit te brengen. Nadat Sony BMG overging tot digitale exploitatie van de muzikale catalogus van Iglesias, rees de vraag of zij daartoe eigenlijk wel contractueel gerechtigd was. Het merendeel van de artiestencontracten van Iglesias stamde namelijk uit de tijd waarin muziek voornamelijk via vinyl, cassette en CD werd geëxploiteerd. Van internet, laat staan iTunes en Spotify, had vrijwel niemand gehoord, althans niet in de muziekindustrie. Naar Nederlands recht moest eerst beoordeeld worden of Iglesias in zijn hoedanigheid van uitvoerend kunstenaar überhaupt wel zijn naburige rechten aan Sony BMG heeft kunnen overdragen.
licentie is beoogd, met inbegrip van digitale exploitatie van muziekopnamen via bijvoorbeeld internet. Daarbij werd meegewogen dat Iglesias eerder bij Sony BMG zou hebben aangestuurd op specifieke digitale exploitatiemogelijkheden en dat Iglesias tegen de digitale exploitatie van zijn muziek eerder geen bezwaar zou hebben gemaakt. De uitkomst van deze principiële zaak was in dit geval dus tweeledig: Iglesias kon nog steeds beschikken over zijn naburige rechten, met inbegrip van de digitale rechten, maar Sony BMG mocht de digitale exploitatie van de muziekopnamen op basis van een licentie gewoon blijven voortzetten.
UPDATEN Of bepaalde digitale rechten in een (muziek)exploitatiecontract zijn verleend – door middel van een overdracht of licentie – is een vraag die met name speelt in relatie tot oudere overeenkomsten die zijn gesloten vóór de opkomst van de digitale exploitatiesnelweg. Los hiervan is het altijd van belang ervoor te zorgen dat de clausules die een dergelijke overdracht of licentie regelen zeer nauwkeurig en specifiek omschreven zijn.
De artiestencontracten van Iglesias uit 1978, 1985, 1992 zijn namelijk tot stand gekomen voordat de Wet op de naburige rechten (Wnr) op 1 juli 1993 in werking trad. Deze rechten bestonden nog niet in die vorm toen Iglesias zijn handtekening onder de contracten zette. Genoemde digitale rechten moeten gezien worden als onderdeel van de naburige rechten.
‘HET VAN TIJD TOT TIJD UPDATEN VAN EXPLOITATIECONTRACTEN IS EEN ABSOLUTE MUST’
Dit om geschillen over de reikwijdte van een rechtenverlening in de kiem te smoren. Een te summier omschreven clausule die onvoldoende rekening houdt met mogelijke toekomstige technologische ontwikkelingen en daaruit voortvloeiende exploitatiemogelijkheden, zou dan nog wel eens tot valse toekomstmuziek kunnen leiden. Het van tijd tot tijd updaten van exploitatiecontracten is in zoverre een absolute must.
Podia en festivals die een subsidie aanvragen bij Sena moeten in hun begroting laten zien dat de artiesten minimaal 250 euro de man krijgen. Ridicuul, zegt de één. Schandalig als je ze minder durft te betalen, zegt de ander. Door Willemijn de Jonge
ENERZIJDS
ROBERT MEIJERINK Programmeur Poppodium Doornroosje
‘Je moet alles in perspectief zien. Valkhof is een bijna 30 jaar oud festival zonder winstoogmerk, met gratis entree, dat het volledig moet hebben van de drankinkomst. Dit is een festival waar velen beginnen, bands als Go Back To The Zoo, De Staat, Voicst, zZz hebben hier gestaan toen nog niemand van ze gehoord had. Men ontdekt hier de acts van de toekomst. Valkhof functioneert als een soort platform voor nieuw talent. Wij bieden muzikanten die aan het begin van hun carrière staan de kans om voor een groot publiek op te treden. Maar om dat publiek te trekken, zul je ook wat bekendere bands moeten programmeren op de grotere podia. De eis van Sena om per muzikant minimaal 250 euro te
betalen, kan betekenen dat de hoofdact minder betaald krijgt dan de veel onbekendere band uit het voorprogramma. Voor een onbekende band met zes muzikanten zou ik dan 1.500 euro moeten betalen. Dat is een ridicuul bedrag voor een onbekende act. Ik zou niet weten waar we dat geld vandaan moeten halen. Zo’n bedrag is overdreven en niet marktconform. Wij betalen vrijwel iedere band minimaal 125 euro, wat een prima vergoeding is. Voor alle duidelijkheid: ik heb nog nooit bands geboekt voor een kratje bier. Als wij de Sena-regels zouden naleven, kunnen wij geen festival organiseren. Sterker nog, die ongedifferentieerde regel van minimaal 250 euro per muzikant – wie het ook is – kan heel veel festivals om zeep helpen.
‘ZO’N BEDRAG IS OVERDREVEN EN NIET MARKTCONFORM’ Sena houdt ook niet genoeg rekening met de enorme verschillen tussen festivals. Het is vreemd dat voor het Valkhof dezelfde gage-regels gelden als voor bijvoorbeeld Lowlands, waar miljoenen in omgaan. Zoiets kun je niet standaardiseren, daar heb je uiteindelijk de muzikanten mee. Want hoe meer geld het kost, hoe minder muzikanten straks geprogrammeerd worden. Dan krijg je de gekke situatie dat men solo-artiesten gaat verkiezen boven bands.
Het Valkhof Festival kan voor een artiest een springplank zijn op weg naar het grotere geld. Iedere muzikant moet de afweging of de kosten tegen de baten opwegen zelf maken. Wij denken overigens echt wel na over de kleine beurs van de beginnende muzikant. We proberen iets te regelen voor het vervoer, er staat een complete backline voor ze klaar, er is prima catering. Kortom, er wordt voor ze gezorgd. Als de synergie tussen festival en artiest er niet is, proeft het publiek dat. De artiesten zijn van een eminent belang voor ons festival. Dat onze subsidieaanvraag is afgewezen, zegt veel over het grote gat tussen Sena en ons. Door het goede weer en de inzet van veel vrijwilligers hebben we het dit jaar zonder Sena-subsidie gered. En alle bands hebben minimaal 125 euro gekregen aan onkostenvergoeding. Ik weet van redelijk veel muzikanten hoe ze over de gage denken en ik vraag me ten zeerste af of dat wel correspondeert met de opvattingen van Sena. Ik ben zeer benieuwd of ze bereid zijn het gat tussen ons te dichten. Zo niet, dan zullen we niet opnieuw een aanvraag indienen.’
ANDERZIJDS ‘Wie beweert dat het overdreven is om muzikanten minstens 250 euro per optreden te geven, zou zich dood moeten schamen. Het is ronduit schandalig dat muzikanten alles tegenwoordig maar moeten zien als showcase. Dat zou zogenaamd nieuwe gigs kunnen opleveren, maar we leven inmiddels van showcase naar showcase, daar heb je bizar weinig aan. Stel je voor dat ik zaterdag een open dag houd voor loodgieters met de mededeling dat ze voor niets hun kunsten kunnen vertonen en dat hen dat misschien werk oplevert. Dan doet het weekend daarop het volgende dorp precies hetzelfde, en voor je het weet werken alle loodgieters alleen nog maar voor een schamele reiskostenvergoeding. Marktconform is een zuur begrip in de muziekwereld, het is droevig gesteld met die markt, we verdienen steeds minder. Ik weet dat op Noorderslag – dat is echt geen onbelangrijk festivalletje – een band van tien man in totaal 250 euro kreeg. Terwijl het midden- en kleinbedrijf daar maar liefst 1,2 miljoen heeft omgezet. De een noemt dat een showcase, ik noem dat triest. Net als een festival in Noord-Holland, waar je je als band kunt ‘inkopen’ voor 250 euro, en dan zelf 100 kaartjes mag verkopen voor 5 euro per stuk aan vrienden en familie. Dat is toch van de gekke?
Er wordt absoluut misbruik gemaakt van de emoties van de muzikant, we zijn zó blij als we kunnen spelen. Maar ervan leven is bijna niet te doen. Ik snap dat een klein café nauwelijks iets kan betalen voor een optreden, maar ik zie een festival nou juist als de plek waar de muzikant nog beschermd kan worden. Waarom moet een festival gratis zijn? Als je goed programmeert, willen mensen best 5 of 10 euro toegang betalen. Een restaurant vraagt toch ook geen subsidie aan om gratis eten te kunnen serveren? Als de mensen niet komen zodra je festival niet gratis is, dan doe je iets niet goed.
‘SCHANDALIG DAT WE ALLES MAAR MOETEN ZIEN ALS SHOWCASE’ Differentiëren is wat mij betreft prima, laat de hoofdact gerust meer verdienen. Maar soms gaat dat wel heel ver. Op North Sea Jazz haalt men blindelings een grote naam uit het buitenland voor 20.000 euro, maar ondertussen krijgt Hollands talent een schijntje. Het is hoog tijd om een omschakeling te maken in de manier waarop we denken. Wees trots op het product van eigen bodem! Festivals zouden hun hele organisatie moeten omdraaien: wat kost het om de muzikanten te boeken en wat kost het festival dan in totaal?
ROLF DELFOS Saxofonist, componist en lid van de Raad van Aangeslotenen Sena
Sena heeft heel terecht een lijn getrokken bij 250 euro. Dat is nog bijzonder weinig als je kijkt naar de uren die erin zitten. Het Sena-fonds bestaat nota bene uit geld van muzikanten, het is niet uit te leggen als dat geld naar iedereen behalve de muzikanten gaat. Met deze ondergrens heeft de sectie Uitvoerende Kunstenaars overigens ook besloten het maximale subsidiebedrag voor regionale festivals te verhogen. Weigert een aanvrager zich nu nóg aan het minimum te houden, dan is de kans groot dat hij geen subsidie krijgt. Dat vind ik een prima ontwikkeling.’
STOOMCURSUS
muzikale zaken
Tijdens de Masterclass Muzikaal Ondernemerschap geven kopstukken uit de muziekindustrie les over de kansen en valkuilen van het vak. Geen overbodige luxe voor musici die zich een weg willen banen in de jungle van de muziekmarkt. Door Anita Verheggen
‘Mijn zoon Joost heeft een passie om muziek te maken, maar heeft niet veel op met organisatie, contracten en financiën.’ Ad de Lange vertelt hoe zijn zoon, na een opleiding aan de Jazz Studio in Antwerpen, weliswaar muzikaal serieus aan de weg timmert met zijn band Joost
de Lange Rock/Blues Experience, maar te weinig werk maakt van de zakelijke kant. Hij besluit om het management van zijn zoon ter hand te nemen, maar weet niets van de muziekindustrie. Op zoek naar een passende cursus komt hij terecht bij de Masterclass Muzikaal Ondernemerschap.
‘In acht zaterdagen heb ik ontzettend veel geleerd. Ik besef nu dat er heel veel spelers in de muziekwereld rondlopen die allemaal hun financiële belangen hebben en knokken voor hun plek. De artiest bungelt dikwijls onderaan en wordt afgescheept met een kleine onkostenvergoeding.
Voor opkomende musici is het ontzettend sappelen. Mijn doelstelling is om de band van mijn zoon hogerop te brengen en dan moet je je organisatie op orde hebben.’
REALITY CHECK De Lange is een van de vele zeer gemotiveerde cursisten die deelnemen aan de Masterclass Muzikaal Ondernemerschap. Het is een divers samengestelde groep van musici en aspirant muziekprofessionals die in korte tijd een intensieve stoomcursus over de muziekindustrie doorlopen. Ondanks het grote aanbod van muziekopleidingen in Nederland is de belangstelling voor deze zakelijke masterclass al jaren erg groot. Dat verbaast coördinator en docent Alexander Beets niets: ‘De muziek- en entertainmentindustrie is een hele dynamische markt waar je jaarlijks een update nodig hebt over veranderingen in businessmodellen, nieuwe manieren waarop consumenten muziek consumeren en de geldstromen die daarbij horen. De muziekopleidingen zijn voor het grootste deel ingericht op het leren musiceren. Wij gaan er vanuit dat musici die niet goed kunnen spelen niet aan dit spelletje mee moeten doen, en dat onze cursisten een muziekproduct maken of managen dat verkoopbaar is. Onze cursus is tegelijkertijd een reality check waarbij we cursisten ook eerlijke feedback geven over de waarde van hun product.
ZEEPKIST Tijdens de masterclass komen 27 professionals uit de muziekindustrie langs om hun actuele kennis te delen met de cursisten. Beets: ‘We zetten die professionals op een zeepkist en wíj stellen
de vragen. Bijvoorbeeld: wat verdient een musicus als er een nummer van wordt gedownload via ITunes, hoeveel gaat er naar de componist en naar de master eigenaar? We doen een digitale check van de cursisten. Hoe ziet hun website er uit, hoe gaan ze om met de sociale media en kunnen ze dat verbeteren? Kim Bloem van Mojo vertelt over de rekenmodellen bij de poppodia: hoe wordt het financiële risico verdeeld, wat kun je als garantiebedrag vragen en welke maximale geldstroom kun je verwachten als je een zaal uitverkoopt?
‘PRAKTISCHER KUN JE HET ALS CURSIST NIET KRIJGEN’ Praktischer kun je het als cursist niet krijgen. Je krijgt feedback over jouw muziekproduct op dit moment. Het is een heel duidelijke update, ook voor mensen die al jaren in de muziekindustrie actief zijn.’ Cursisten moeten een carrièreplan schrijven en krijgen daarbij persoonlijke coaching. De Lange schreef een compleet managementplan voor zijn zoon. ‘Ik heb voor verschillende componenten zoals financiën, structuur en afspraken binnen de band vastgesteld waar de band stond, waar we naartoe willen en wat daarvoor nodig is. Mijn coach heeft daar commentaar op gegeven. Ik had er in mijn enthousiasme te veel dingen bijgehaald maar samen met hem heb ik prioriteiten gesteld en een betere planning van de werkzaamheden gemaakt’.
WORST PRACTICES De muziekindustrie staat niet bepaald bekend om zijn eerlijke contracten. Menig musicus moet zijn enthousiasme en goedgelovigheid bekopen met een wurgcontract. De vraag is of de lesgevende muziekprofessionals wel een eerlijk beeld schetsen van de misstanden in een industrie waar ze zelf deel van uit maken. Beets ziet juist de voordelen van deze aanpak. ‘De kracht van de masterclass is dat ík het niet vertel maar de man of vrouw die erover gaat. En de uitwassen van de industrie benoemen we ook. We willen niet moralistisch zijn, maar willen dat iedereen
die een handtekening onder een contract zet begrijpt wat erin staat. En ook wat de standaard volgens ons zou moeten zijn, zodat je weloverwogen kunt kiezen om al of niet akkoord te gaan. Als we niet met bepaalde professionals in zee gaan, maken we onszelf minder relevant want die contracten zijn er nu eenmaal. Ik ga liever met die mensen in discussie: waarom wil je wel 20 procent van alle live inkomsten hebben terwijl je maar 1.000 euro investeert? Advocaat Margriet Koedooder geeft vijftien tips over contracten. Ntb-jurist Mark Gerrits geeft les over hoe je een rechtsgang voorkomt. Hij benoemt de worst practices en hoe je daarmee moet omgaan. Als opleidingsinstituut willen we de markt in al zijn facetten, dus ook de schurende kanten, inzichtelijk maken voor de cursisten.’
LOVEND Een jaar na afronding van de masterclass is De Lange tevreden over de voortgang die hij met zijn managementactiviteiten boekt. Hij werkt ook als vrijwilliger bij een boekingskantoor waar hij de opgedane kennis in de praktijk brengt en de band van zoon Joost mee kan laten profiteren van zijn ervaringen. ‘Mijn zoon heeft nu zes tot acht optredens per maand en krijgt een steeds grotere fanbase. We willen zoveel mogelijk optredens en naamsbekendheid krijgen. Volgend jaar willen we op festivals spelen, een buitenlandse tour doen en een nieuwe cd uitbrengen’. De Lange is lovend over de masterclass maar noemt ook een verbeterpunt. ‘Er zou een terugkomdag moeten zijn voor oud cursisten waar je problemen met de docenten kunt bespreken.’ Beets hoort dit commentaar wel vaker en vindt het een positief signaal. ‘Van alle cursisten wil 80 procent een vervolgtraject bij ons. Maar cursisten moeten zelf de vertaalslag maken naar hun eigen act en zijn zelf verantwoordelijk voor het welslagen ervan. Meestal zijn ze echter zo enthousiast over de masterclass dat ze moeilijk afscheid van ons kunnen nemen.’
WWW.MUZIEKMANAGEMENT.NL ← WWW.JOOSTDELANGE-RBE.COM ←
20
‘Ik twijfel bij elke noot of ik het wel goed doe.’
KLASSIEK
VOORBIJ DE SCHATTIGHEID De jeugdige pianobroers Lucas en Arthur Jussen blaken van het talent. Wie nog nooit van ze heeft gehoord, moet de afgelopen tien jaar op een onbewoond eiland hebben gezeten. Hun klassieke carrière neemt serieuze vormen aan. Door Guido van Oorschot
Ze speelden piano in De Wereld Draait Door en schoven aan bij Pauw & Witteman. Heel Nederland kon horen hoe virtuoos de blonde knapen Mozart en Beethoven spelen. Maar de schattige-krullenbolfase hebben de Hilversumse broers intussen wel achter de rug. Lucas (20) en Arthur (17) Jussen hebben zich ontpopt als professionele pianisten met zicht op een florissante loopbaan. Inmiddels behoren ze tot de routiniers van het Amsterdamse Concertgebouw. Ze traden op voor Koningin Beatrix en lieten tot in China en Japan hun pianospel horen. Hun debuut-cd, met Beethoven, kreeg in 2010 een platina status. Een jaar later sleepten ze er de Edison Klassiek Publieksprijs mee in de wacht. Nu verschijnt op het chique label Deutsche Grammophon hun derde album, met Franse pianomuziek van Fauré, Ravel en Poulenc. En nog altijd lopen ze niet naast hun schoenen. Tenminste, tussen de opnamen van de nieuwe cd door bekent Lucas: ‘Ik moet nog veel leren.’ Arthur voegt er bescheiden aan toe: ‘Ik twijfel bij elke noot of ik het wel goed doe.’ ‘Enorme talenten.’ ‘Bijzonder begaafd.’ Vraag aan kenners hoe de jongens van Jussen presteren, en je hoort een en al lof. Lucas vertelt hoe waanzinnig zijn leven er nu soms al uitziet. Voor een auditie vloog hij dit voorjaar in één etmaal op en neer tussen Amerika en Madrid, om aansluitend door te reizen naar Japan. En tussen alle drukte door moet
Arthur zijn gymnasiumdiploma nog halen. Hij staat voor een belangrijke keus: bij welke maestro gaat hij na de middelbare school studeren? ‘Ik heb nog geen idee, ben me druk aan het oriënteren. Vermoedelijk een docent in het buitenland.’ Hun leeftijd en talent maken de Jussenbroers natuurlijk aantrekkelijk voor de Stichting Entertainmentretail Promotion (STEP). Die heeft hen geworven als ambassadeurs voor de najaarsactie Aangenaam Klassiek. Een geschenk-cd met favoriete toegiften heeft het duo alvast opgenomen. Maar het najaar biedt meer uitdaging: bijvoorbeeld de wereldpremière van Together, een stuk voor twee piano’s dat de Nederlandse componist Theo Loevendie voor hen heeft geschreven. De noten hebben ze al gezien. ‘Lekker ritmisch’, zegt Lucas, ‘hier en daar zelfs jazzy.’
Nuchtere bevlogenheid: die eigenschap hebben Lucas en Arthur Jussen meegekregen van hun ouders, een fluitiste en een paukenist die het klassieke muziekvak van binnenuit kennen. De komende jaren staat de broers een paar stevige uitdagingen te wachten. Ze hebben hun naam gevestigd als pianoduo, maar streven allebei ook een solocarrière na. En dan liefst een die zich niet alleen afspeelt in Nederland, maar ook op toonaangevende podia zoals de Musikverein in Wenen en de New Yorkse Carnegie Hall. De broers beseffen dat de concurrentie hels zal zijn. Lucas: ‘Alleen al in China lopen er duizenden pianisten rond met een waanzinnige techniek.’ Arthur: ‘Zo lang het goed gaat is het hartstikke leuk. Maar je mag er nooit van uitgaan dat het zo blijft.’ WWW.ARTHURJUSSEN.NL ← WWW.LUCASJUSSEN.NL ←
REFLECTIES
‘IK ZAL HANDHAVEN’ Onderzoekers van onder andere de Universiteit van Amsterdam (UvA) concludeerden deze zomer dat het downloaden van illegaal materiaal op het internet is toegenomen sinds de blokkade van The Pirate Bay.
We kunnen hem alleen maar gelijk geven. Het bestrijden van illegaal aanbod heeft alleen zin als er ook voldoende, toegankelijk en divers legaal aanbod beschikbaar is. Zonder legaal alternatief zullen consumenten de illegaliteit blijven zoeken en wordt handhaven door de meerderheid van consumenten zelfs als onrechtvaardig beschouwd. Terecht of onterecht: voor de constatering is dat nauwelijks interessant.
BEPERKT LEGAAL AANBOD
In de pers verscheen de conclusie dat de actie van Stichting Brein daarmee niet succesvol is geweest. Doel was immers het downloaden vanuit illegaal aanbod te laten dalen. Door Erwin Angad-Gaur
Voorstanders van harde handhaving, de directie van Buma/Stemra voorop, reageerden als door een wesp gestoken. Buma kwam met een persbericht: ‘Blokkade The Pirate Bay wel degelijk effectief.’ Maar duidelijke bronnen van onderzoek om deze bewering te staven ontbraken. Om de voorstanders van harde handhaving hier daarom voor een keer te helpen (alvorens hen opnieuw tegen te spreken) is het interessant naar een eerder onderzoek van onder meer het Instituut voor Informatierecht (IvIR) te verwijzen: in het onderzoeksrapport Filesharing 2©12 –downloaden in Nederland concludeerden de
‘HET VOLLEDIG OPENZETTEN VAN DE SLUIZEN KAN OOK HET ANTWOORD NIET ZIJN’
onderzoekers dat het downloaden en ook het streamen uit legaal aanbod aan het toenemen was. Die conclusie is inmiddels ook uit de kwartaalcijfers van de NVPI te trekken. Aangezien deels dezelfde onderzoekers bij beide onderzoeken betrokken waren, is op eerste gezicht wellicht de vraag of hier geen merkwaardige tegenspraak te constateren is. Op tweede gezicht is echter heel helder wat de cijfers uit beide onderzoeken uitwijzen: de ontwikkeling van legaal aanbod doet het downloaden uit illegale bron dalen. Handhaven alleen is dweilen met de kraan open.
VEELKOPPIGE DRAAK Om Bernt Hugenholtz, professor Informatierechten en directeur van het IvIR, te citeren: ‘De rechtshandhaving van het auteursrecht online, ook al levert dat incidenteel successen op, [lost] structureel weinig op (...). De omvang van het filesharen is in 2012 niet kleiner dan eind vorige eeuw toen Brein en andere piraterijbestrijders aan hun campagnes begonnen. Voor iedere kop die Brein de digitale draak heeft afgeslagen, zijn er – in Nederland of elders ter wereld – tien bijgekomen. Erger: de sociale legitimatie van het auteursrecht lijkt door al deze handhavingsacties eerder ondermijnd dan versterkt te zijn.’1
1 Hugenholtz: We moeten de realiteit wel onder ogen zien, www.boek9.nl en www.ieforum.nl
Het legale aanbod is en blijft, ondanks het succes van onder meer Spotify en iTunes dan ook het grootste probleem, zeker als het om bijvoorbeeld audiovisuele producties zoals films en televisieseries gaat. Zolang het legale aanbod beperkt blijft en bijvoorbeeld een legale, betaalde vorm van filesharen niet wettelijk mogelijk wordt gemaakt, is het bestrijden van de illegaliteit tot op zekere hoogte nuttig – het maakt het uiteraard wel moeilijker de wet te overtreden. Maar uiteindelijk is het weinig effectief. Om Hugenholtz nogmaals te citeren: ‘Dat is allemaal heel onrechtvaardig; dat ben ik met Tim [Kuik] graag eens. En ik ben de laatste om voor Mininova, Megaupload en de andere piratennesten die door een rechterlijk verbod ten onder gaan ook maar een traan te laten. Maar we moeten de realiteit wel onder ogen zien. Het grootschalig illegaal uitwisselen van bestanden zal niet verdwijnen. En de digitale consument wil kunnen blijven down- en uploaden.’
TWITTER-BOMMETJE Zoals ik hier al vaker schreef: het wordt dan ook tijd dat vooral de Europese wetgever serieuze stappen gaat nemen die voor musici en componisten, voor scenaristen, acteurs, journalisten, schrijvers en regisseurs, maar ook voor consumenten beter zouden uitpakken. Tijdens de laatste jaarvergadering van
Sena waren veel aanwezige musici verbaasd dat Sena niet voor het gebruik van hun werk op Spotify kan incasseren. De Europese wetgever staat dat niet toe. Toen begin van de zomer Nigel Godrich en Thom Yorke de muziek van hun huidige band Atoms for Peace van Spotify verwijderden ontplofte op Twitter en op discussieforums een klein bommetje. Velen steunden het initiatief, maar anderen reageerden vol onbegrip. Godrich en Yorke zouden op zijn best een achterhoedegevecht voeren; streaming is de toekomst. Dat laatste is waar, het eerste hopelijk niet. In de woorden van frontman Thom Yorke: ‘Vergis je niet. Nieuwe artiesten op Spotify krijgen geen geld. Terwijl aandeelhouders binnenkort wel veel verdienen. Simpel.’ Dáár ging het hun om. Uitbreiding van het Sena-mandaat naar on demand streaming diensten zou hierin een grote verandering kunnen brengen. Ook voor consumenten, omdat het de oprichting en exploitatie van volwaardige, concurerende en innovatieve diensten mogelijk zou maken. (Iets wat nu belet wordt door de enorme kosten die ermee gemoeid zijn van alle betrokken producenten individueel toestemming te krijgen.)
PEER2PEER Op een zelfde manier zou peer-to-peer gebruik gereguleerd kunnen worden. Een laatste citaat van Hugenholtz: ‘[Ik] pleit voor een andere benadering: legaliseren van filesharen in combinatie met een eerlijke vergoeding voor muziekauteurs en artiesten.’ Een voorstel dat inmiddels ook door de vakbonden Ntb, FNV en de Franse en Nederlandse Consumentenbonden werd gedaan en wordt gesteund door tal van andere organisaties, waaronder de Nederlandse Vereniging van Journalisten, the Dutch Directors Guild, ACT, Netwerk Scenarioschrijvers, de Fla (De FreeLancers Associatie) en de Vereniging van Letterkundigen.
Pas als een rijk en volledig digitaal aanbod mogelijk wordt gemaakt, op een manier waarbij auteurs en artiesten een eerlijke beloning voor hun werk krijgen, heeft handhaven werkelijk zin. En pas dan zal handhaven ook door de meerderheid van consumenten als redelijk en rechtvaardig worden ervaren. Natuurlijk: totdat dat moment er is, tot de politiek haar verantwoordelijkheid neemt, zijn en blijven wij gedwongen gezamenlijk, zo goed en zo kwaad als het kan, de ‘slimme jongens op internet’ – die over de ruggen van rechthebbenden soms miljoenen euro’s per jaar verdienen – waar het kan aan te pakken. Het volledig openzetten van de sluizen kan tenslotte ook het antwoord niet zijn op falende, achterblijvende wet- en regelgeving. Maar uiteindelijk worden alleen advocaten daar rijker van. En daar was het allemaal niet om begonnen. Daar mag het dan ook zeker niet bij blijven.
‘HANDHAVEN ALLEEN IS DWEILEN MET DE KRAAN OPEN’
PODIUM
DE WAARDE VAN MUZIEK
MUZIEK BIJ DE BOTERHAM
NAAR EEN NIEUW REPARTITIESYSTEEM?
Vlaamsch Broodhuys
Sena hanteert een puntensysteem om de afdracht aan uitvoerende
Elke winkel heeft een eigen sfeer, die wordt
muzikanten te bepalen. Will Maas – toetsenist bij Ilse de Lange,
bepaald door het product, het interieur, de
docent aan de Rockacademie Tilburg en lid van de repartitiecommissie
bediening, en ook door de muziek. Dimitri
– denkt dat het eerlijker en evenwichtiger kan. Namens een grote
Roels, oprichter en eigenaar van bakkersketen
groep sessiemuzikanten stelt hij een nieuw repartitiesysteem voor. Door Hans Hulst
Vlaamsch Broodhuys, laat onderzoeken welke
EVEN HET GEHEUGEN OPFRISSEN: HOE ZAT HET PUNTENSYSTEEM OOK ALWEER IN ELKAAR? ‘In het repartitiereglement van Sena is vastgelegd dat hoofdartiesten, bandleden bijvoorbeeld, voor een opname vijf punten krijgen. Sessiemuzikanten krijgen één punt per bespeeld instrument. Waarbij het aandeel van sessiemuzikanten nooit meer dan 50 procent van het totaal mag zijn. Er zit ook een maximum aan het aantal punten dat je als sessiemuzikant kunt krijgen: drie.’
OP HET EERSTE GEZICHT EEN EERLIJK SYSTEEM, TOCH? ‘In beginsel wel. Alleen zie je regelmatig gebeuren dat een puntje extra wordt geschreven voor studiomuzikanten. Stel dat je als sessiedrummer één punt krijgt voor je drumpartij. Vervolgens speelt de percussionist op verschillende tracks shakers, conga en tamboerijn in. Het is vrij gebruikelijk dat daar dan drie punten voor worden genoteerd. Of neem het voorbeeld van een saxofonist die ook zijn sopraansaxofoon heeft meegenomen: twee punten. Het wordt een beetje oneerlijk als een muzikant die hetzelfde aandeel levert meer punten krijgt. Daar is in brede kring onder muzikanten onvrede over.’
WORDT ER DAN NIET GOED GENOEG GECONTROLEERD? ‘Studiomuzikanten moeten een kopie van de hoes sturen of een door de producent getekende opgave van het repertoire. Ik weet dat Sena soms producers nabelt om te vragen: klopt dit? Idealiter luister je naar ieder liedje en stel je vast wat bepalend is. Is het die lick van de gitarist die het liedje maakt? Of draagt de drumpartij het nummer? Maar dat is praktisch gezien niet werkbaar. Het gaat immers om duizenden liedjes. Bovendien: wie bepaalt wat bepalend is?’
‘WIJ KIEZEN VOOR GELIJKE MONNIKEN, GELIJKE KAPPEN’ WAT STELLEN JULLIE VOOR? ‘Wij kiezen voor gelijke monniken, gelijke kappen. Wat als elke sessiemuzikant hetzelfde aantal punten claimt? Dat is overzichtelijk, werkbaar en brengt de balans terug. In de praktijk gebeurt dit soms al. Dan spreken sessiemuzikanten onderling af: vandaag allemaal één punt, jongens. Daarnaast wordt een vast percentage voor de hoofdartiest overwogen, om de
muziek het beste werkt voor zijn publiek. Door Jasper van Vugt verhoudingen te houden zoals ze zijn. In veel van de ons omringende landen is dat al gebruikelijk. Het zal overigens nog even duren voordat het zover is. Het bureau van Sena onderzoekt nu op verzoek van het sectiebestuur verschillende scenario’s en mogelijke gevolgen. Daarna mag de sectie zich uitspreken over het finale voorstel en komt dat hopelijk in 2014 in de jaarvergadering. ’
HOE BELANGRIJK IS DEZE MISSIE VOOR JE? ‘Het is niet zo dat ik mezelf een kruisridder voel. Wel denk ik dat het belangrijk is om regelmatig het repartitiereglement onder de loep te nemen. Het gaat hier immers om de kern van wat Sena doet. Tijdens de laatste jaarvergadering van Sena werd ik door het sectiebestuur en het bureau gevraagd mee te denken in de repartitiecommissie, die speciaal bedoeld is om naar de vraagstukken over de verdeling van gelden te kijken. Nu kan ik het geluid van de werkvloer hoorbaar maken. Ik vond het tijd worden om mezelf ook eens in te zetten voor het algemeen belang.’
‘Als kind wilde ik al bakker worden. Ik heb eerst de bakkersschool gedaan en daarna de koksopleiding. Vervolgens belandde ik in Parijs bij driesterrenrestaurant Comme Chez Soi. Daar leerde ik zuurdesembrood kennen. Dit is zo ongelooflijk lekker, waarom kennen we dat niet in Nederland, vroeg ik mijzelf af. Mijn bakkershart ging weer kloppen en ik ben bij verschillende Franse bakkers in de leer geweest om te leren hoe ik dat brood moest bakken. Dat was Grand Mère, dat we nog steeds verkopen. Begin 1996 ben ik in Nederland het Vlaamsch Broodhuys begonnen. Inmiddels hebben we acht winkels, vijfentwintig shop-in-shops en leveren we brood aan honderden restaurants. In totaal werken er 180 mensen. Ik had nooit gedacht dat het tot zoiets zou uitgroeien. Het belangrijkste is dat iedereen geniet van onze producten. Ons brood is waar het om draait, daar staan wij in dienst van, en daar vallen de winkels en muziek die we
er draaien ook onder. Onze medewerkers zijn mensen die houden van lekker eten en gepassioneerd met brood bezig zijn. Vroeger lieten we ze zelf een ipod meenemen met muziek. Dat leverde de meest uiteenlopende muziek op, van rockabilly tot Nederlandstalig. Sommige klanten vroegen of de muziek zachter mocht. We zien graag dat mensen wat langer in onze winkels blijven zitten en met een fijn gevoel naar huis gaan. Daarom zijn we momenteel bezig om de muziek aan te passen aan het Vlaamsch Broodhuys. Daar hebben we Mood Media voor in de arm genomen. Zij kijken wat er past bij onze winkels, zodat klanten het er prettig vinden. Zelf denken we dat loungeachtige muziek, easy listening en de muziek van jazzlabel Blue Note goed bij ons passen. Daar zijn veel gradaties in en Mood Media helpt ons daarbij. Als je kijkt naar Starbucks zie je dat ze de muziek die ze in de winkel draaien zelf verkopen. Het zou mooi zijn als wij in combinatie
met bijvoorbeeld Spotify playlists kunnen maken die mensen ook thuis kunnen luisteren. Dan kun je het gevoel dat wij met het Vlaamsch Broodhuys willen overbrengen ook naar huis meenemen. Mijn eigen muzieksmaak is breed georiënteerd, met een voorliefde voor gitaarmuziek. Dat kan zeer harde rock zijn, maar ook alternatieve bands. Mijn favoriete band is Tool, daar kan ik echt van in trance raken. Tegelijkertijd vind ik het op zijn tijd ook lekker om op Ibiza een avond op techno te dansen. Ik betaal met plezier voor het gebruik van muziek. Illegaal downloaden doe ik niet, ik ben een principiële jongen. Ik vind dat een muzikant betaald moet worden voor muziek; het is en blijft zijn eigendom. Een van de eerste dingen die we dan ook doen als we een nieuwe winkel openen is de winkel aanmelden bij Sena. Het staat zelfs op de checklist.’ WWW.VLAAMSCHBROODHUYS.NL ←
27
EVEN VOORSTELLEN
COLUMN HENK WESTBROEK
DOMINIQUE FRANKEN
WIE HEEFT EEN ZUIVER VALS BEWUSTZIJN?
Teamleider Dataverwerking & Business Analist Als jongetje van twaalf ging hij samen met zijn vader naar zijn eerste concert – van Europe. De liefde voor muziek is altijd gebleven. Hij studeerde weliswaar Informatiekunde, maar óók Muziekmanagement, en ineens was er de kans die twee te combineren. Dominique Franken werkt sinds april dit jaar bij Sena als Teamleider Dataverwerking. Hij is verantwoordelijk voor de koppeling tussen het repertoire van de aangesloten muzikanten en producenten en de playlists van radio en tv. Franken: ‘Die data wordt door ons opgeschoond, verwerkt en gematcht. Vervolgens rekent het systeem de rechtenvergoedingen uit. Hoe efficiënter dat gebeurt, hoe eerder mensen hun geld ontvangen. Ik werk aan optimalisering van het systeem en de manier waarop mensen ermee werken.’
WERELDWIJD REPERTOIRE De recent vernieuwde portal MySena is ook iets waar de afdeling Dataverwerking zich mee bezighoudt. Franken: ‘Er is de afgelopen tijd hard gewerkt om MySena gebruiksvriendelijker te maken door de aanpassing van het systeem, de structuur en de vormgeving. Je kunt nu in één oogopslag je eigen gegevens inzien en eenvoudig zaken wijzigen of toevoegen.’ Per 1 januari wordt van aangeslotenen verwacht dat ze digitaal opgave doen, en we willen ze dat zo gemakkelijk mogelijk maken. De portal heeft een rechtstreekse link met onze database, dus die is hierdoor ook sneller up-to-date.’
‘IK KAN INTENS GENIETEN VAN KLASSIEK OF HIPHOP, MAAR HEAVY METAL BLIJFT MIJN GROTE LIEFDE’
ALICE COOPER Toch draait Frankens werkdag niet puur om databases. Als Business Analist bekijkt hij op bedrijfsbreder niveau hoe processen efficiënter kunnen verlopen. ‘De centrale vraag in ons werk is: hoe zorgen we ervoor dat de vergoedingen zo goed en snel mogelijk bij de aangeslotenen terechtkomen? Kan het beter? Hoe communiceren we met elkaar? Processen stroomlijnen en mensen coachen, dat vind ik het leukst aan mijn werk.’ Dat het allemaal over muziek gaat, blijft een enorme pre. Die passie zit er 24 jaar na zijn eerste concert nog goed in: ‘Ik ben deze zomer naar vijf festivals geweest en ga ongeveer drie keer per maand naar een concert. Ik hou van van alles, kan intens genieten van klassiek of hiphop, maar heavy metal blijft mijn grote liefde. Zodra Alice Cooper voet op Hollandse bodem zet, zorg ik dat ik erbij ben. Mijn vader trouwens ook, als Cooper weer komt, gaan we er zeker samen heen.’
VOLLEDIG DIGITAAL AANLEVEREN VANAF 1 JANUARI Per 1 januari 2014 verwerkt Sena alleen nog digitaal aangeleverd repertoire. In MySena is hiervoor een makkelijk te gebruiken template beschikbaar. Met de volledig digitale aanlevering wordt de verwerkingssnelheid geoptimaliseerd en het risico op fouten geminimaliseerd. Deze stap past in de digitale strategie van Sena, vergroot de transparantie van het proces en sluit aan bij maatschappelijke ontwikkelingen op dit terrein.
Eind jaren ’70 en begin jaren ’80 traden Nederpopbands als Doe Maar, Het Klein Orkest en Het Goede Doel aan de lopende band op in buurthuizen. En tegen goed geld. Niet omdat ze al beroemd of zelfs maar enigszins bekend waren, maar omdat het politiek gesproken linkse bands waren.
Voor het opvragen van uw inloggegevens of voor overige vragen kunt u contact opnemen met de afdeling Relatiebeheer via
[email protected].
Mijn band vroeg een bedrag – omgerekend naar euro’s en de inflatie verrekend – van zo’n 1.000 euro. Dat werd grif betaald. Kom daar nu als onbekende band maar eens om. De buurthuizen waren alomtegenwoordig, zwaar gesubsidieerd en werden vooral bezocht door werkende jongeren, die in de ogen de buurthuiswerkers niet begrepen dat hun belangen uitsluitend fatsoenlijk behartigd werden door linkse politieke partijen. Jongeren die niet links stemden waren in het bezit van wat in het jeugdwerkersjargon ‘een vals bewustzijn’ heette. Als die jongeren zich nou zouden gaan identificeren met popmuzikanten die allemaal van de daken schreeuwden dat ze enorm links waren, dan was dat goed voor die jongeren. Dan verloren ze hun valse bewustzijn, waarna hun bewustzijn vanzelfsprekend zuiver zou zijn. In de tijd dat ik in die jeugdhonken speelde, wist ik totaal niet dat dit vaak de achterliggende reden was om geboekt te worden, maar dat heeft de pret nooit gedrukt. Zou ik dit gedateerde buurthuisjargon projecteren op muzikanten van vandaag de dag, dan zou ik probleemloos kunnen beargumenteren dat het barst van de muzikanten met een vals bewustzijn.
De meeste muzikanten die ik ken stemmen namelijk Groen Links, D’66 of PvdA en dat zijn nou precies de drie politieke partijen die zich het minst druk maken over het beschermen van auteurs- en uitvoeringsrechten; sterker nog, die goochelen wel eens met de gedachte om de bescherming van het auteurs- en uitvoeringsrecht te moderniseren, waarmee ze in de regel gedeeltelijke afschaffing bedoelen. Pas bezocht ik een discussieavond die georganiseerd was door de jeugdafdeling van de PvdA, de zogeheten Jong Socialisten. Ik mocht komen uitleggen wat het belang van auteurs- en uitvoeringsrechten waren aan een aantal jonge mannen die stuk voor stuk in een kopie van een Armani-pak rondliepen en een aantal dames die blijkbaar tijdens een vakantie in het Nabije Oosten allemaal besloten hadden voor 10 euro een echte Louis Vuitton-handtas aan te schaffen. Na een half uur ben ik al naar huis gegaan, want ik begreep toen dat alle aanwezigen het liefst per onmiddellijk een eind zouden willen wilden maken aan het bestaan van auteurs-en uitvoeringsrechten zoals wij die kennen. Dat er bij de politiek – want de partijen die ik nog niet genoemd heb denken er niet veel beter over – nauwelijks interesse is om auteurs- en uitvoeringsrechten goed te beschermen, is het directe gevolg van het gegeven dat vrijwel niemand meer voor het gebruik van muziek wil betalen. En dat alle mensen die niet willen betalen stemrecht hebben. Gelukkig worden in Nederland de rechters niet gekozen.
Als dat wel zo zou zijn had in oktober 2013 na ruim acht jaar procederen de rechter vast niet durven besluiten dat bij Dance Events ook Sena-rechten betaald moeten gaan worden. Anderhalf procent over de prijs van het kaartje, dat trouwens gemiddeld 50 euro kost. Er worden op dansfeesten weliswaar plaatjes gedraaid door de deejays maar in een sfeer alsof de uitvoerende artiesten lijfelijk aan het optreden zijn, en met een bijbehorende kaartjesprijs. De organisatoren van Dancefeesten zijn dolblij met de uitspraak van de rechter, want over de periode 2004 tot nu hoeven ze die anderhalve procent niet te betalen. Sena is net zo blij, want de rechter heeft in het belang van de uitvoerende artiesten eindelijk besloten tot het gunnen van een vergoeding. Een schamele, maar toch: het begin is er!
‘GELUKKIG WORDEN IN NEDERLAND DE RECHTERS NIET GEKOZEN’
AGENDA
This is a picture of us all standing in the hallway Looking quite ridiculous a little overdressed You never understood I had to take the call Because without dreams there’s nothing left at all UIT: BLUE DAYS (TILL MONKEYS FLY), RACOON
NOVEMBER 2013 - JANUARI 2014
ROTTERDAM BEATS 14-16 NOVEMBER Rotterdam
U JAZZ FESTIVAL 14 DECEMBER Zuilen, Utrecht
FINALE SENA YOUNG TALENT GUITAR AWARD 15 DECEMBER Amsterdam
EUROSONIC NOORDERSLAG 15-19 JANUARI Groningen
EUROPEAN BORDER BREAKERS AWARDS 2014 15 JANUARI Groningen