Jaargang 5, nr. 3, november 2009
Top research in more ways than one
EEMCS building crowned with PARSAX radar
De jacht op oncogenen Bioinformaticus puzzelt mee aan kankeronderzoek
EWI-(B)KO is winning ground
Our man in Jinan
Internationalisation according to Fokkema and Beenakker
(T)OPWEG
Top research - in more ways than one EEMCS building crowned with PARSAX radar
3 EWI wil meer vrouwen Maar… “geen positieve discriminatie”, zeggen de vrouwen zelf
5 De jacht op oncogenen Bioinformaticus puzzelt mee aan kankeronderzoek
14
8 “We should take more time to focus on quality” EWI-(B)KO is winning ground
Our man in Jinan Internationalisation according to Fokkema and Beenakker
18
16 From strangers to friends in four days
En verder: 2 Quadecaan | 6 Qort | 7 Komen | 12 Gaan 13 The Pitch! | 19 Qiekjes | 20 The faster, the better
2 | Quadraad
Daan Lenstra
De teleurstelling was groot toen bleek dat minister Plasterk zijn persoonlijke ervaringen uit eigen wetenschappelijke loopbaan tot algemene norm verhief voor universitair beleid: persoonsgerichte steun voor individuele wetenschappers. Het financiële klimaat voor de universiteiten werd er niet beter op. Nog minder ruimte tot kwaliteitsverbetering via programmatische aansturing. Maar wel meer ruimte voor individuele potentiële Nobelprijswinnaars. Dit laatste, hoe belangrijk ook, staat haaks op het streven naar meer ondernemerschap en innovatief denken onder academisch geschoolden, dat zo belangrijk geacht wordt voor de slagkracht en duurzaamheid van de Europese economie. Onlangs stelde de minister het onderscheid tussen hogescholen en universiteiten aan de orde. Hij stelde een vorm van samengaan voor. Vooral uit het HBO waren de reacties positief, vermoedelijk omdat men uit die hoek zo’n samengaan interpreteert als maatschappelijke opwaardering in de richting van universiteiten. Wat ik zelf begreep uit Plasterk’s woorden is dat hij het niveauverschil tussen hogeschool en universiteit dermate groot acht, dat hij pleit voor een genuanceerder systeem van top-universiteit, gewone universiteit, top-hogeschool en gewone hogeschool, zodat studenten een betere studiekeuze kunnen maken. Het is de vraag of zo’n ‘pikorde’ er niet al is. Niet officieel natuurlijk, maar toch.... Aan onze faculteit is deze discussie niet besteed. Wij hebben immers als doelstelling en actieplan om tot de internationale top te horen, en wel in de drie universitaire kerntaken onderwijs, onderzoek en valorisatie. Laten we ons dus vooral niet van de wijs laten brengen door dit soort stormen in een glas water, en ons concentreren op die lastige weg naar de top! n
The financial climate for universities has deteriorated under Education Minister Plasterk. There is very little scope for raising standards via programme-based steering or for stimulating entrepreneurship and innovation. On top of that the Minister has proposed a form of collaboration between institutes of higher education and universities. Dean Lenstra cautions against becoming distracted by this storm in a teacup. It’s our mission to rank among the international top, he says, so let’s conserve our energy for the tough climb ahead! n
(Foto Annelies te Selle)
Inhoud Content
Qua decaan
Top research, building in more ways EEMCS crowned with PARSAX radar than one Ineke Temming
“You - will - defend your - thesis - here”
smaller saucer in its hand. It is the antenna system of the new PARSAX radar. Dr Oleg Krasnov, scientific coordinator of the project, has just started explaining the applications. “It has unbelievable possibilities”, he begins. Post-doc Dr. Galina Babur, the heroine of this story, nods her head in agreement.
Smart Gal
Galina Babur (Photo Annelies te Selle)
The people at the International Research Centre for Telecommunications and Radar (IRCTR) are thrilled to bits: PARSAX radar is working! Quadraad talked to the first PARSAX PhD graduate, Galina Babur. It is a beautiful morning in July. The view from the roof of the EEMCS building is stunning, in the far distance you can even see the North Sea. White clouds drift slowly in a blue sky. But all eyes are fixed on a bulky object on the roof itself. It looks like a figure with a large saucer-shaped head, holding a
Professor Leo Ligthart, Director of IRCTR and PARSAX project manager, had already heard about this ‘highly intelligent MSc student Galina Babur’ in 2003. Ligthart is an honorary doctor of Tomsk State University of Control Systems and Radioelectronics, an IRCTR research partner. It was here that Galina received her MSc with honours and expressed a keen interest in pursuing a PhD in radar. In 2005 she paid a short visit to IRCTR, during which she received a more than subtle hint from Ligthart. She still giggles when she recalls what happened: “He approached me and said very slowly, and very clearly: “You – will – defend – your – thesis – here”. In February 2008 she began the final stages of her PhD research on PARSAX at IRCTR. Her work was completed in no time. On 11 May 2009 she was the first PhD student in the project to graduate. ➤➤
november 2009 | 3
Parsax for not-so-dummies PARSAX (Polarimetric Agile Radar in S- And X-band) is ‘a fully polarimetric FMCW radar with dual-orthogonal sounding signals, able to measure all elements of the radar targets polarisation scattering matrix simultaneously in one sweep’. Galina looks worried when asked to explain this in simple terms: “Okay, I’ll do my best. PARSAX is a polarimetric radar, which means that it transmits and receives vertical as well as horizontal polarisations. PARSAX signals are even more sophisticated, but let’s skip that. By comparing the reflected power returns in different ways, we can obtain more information on objects. PARSAX is also ‘agile’ - that is: flexible. It can observe atmospheric as well as ground- or sea-based objects, and it can transmit different types of sounding signals. These are digitally generated and received, and the digital equipment can easily be adapted. PARSAX is able to detect moving objects and provides high resolution images.” In her thesis Galina developed algorithms for processing the compound PARSAX signals. She was accorded 2nd prize in the Young Scientist 2008 awards of the European Microwave Association for parts of her work.
Aerosol research Back to the roof, where all eyes are now turned to the sky. Oleg Krasnov is talking about one of the main applications of PARSAX: atmospheric remote sensing. He gives an example: “Aerosols, microscopic dust-like particles, are thought to have a cooling effect on the
“PARSAX is able to detect moving objects and provides high resolution images”
atmosphere. They act as condensation nuclei around which cloud droplets form. These clouds reflect the sunlight better back into outer space, so they might compensate for the warming effect of CO2. PARSAX can provide the data for this kind of research, which is performed at IRCTR by Professor Herman Russchenberg’s group.”
Congratulations Galina Babur is happy with the progress made so far. “But there still is a lot of work to be done,” she says, “the system has to be improved.” True as this may be, congratulations to the whole PARSAX team are in order at this point. Undoubtedly their scientific and technological innovations will influence the modern radar industry in the Netherlands and worldwide. n
PARSAX (Polarimetric Agile Radar in S- and X-band) • The PARSAX project is sponsored by the Netherlands Technology Foundation (STW) • Partners: IRCTR/TU Delft, THALES, TNO-FEL, KNMI, Wageningen University Research Centre • Main characteristics of the PARSAX radar signals: • Central frequency (S-band): 3.315 GHz (PARSAX will also be refined into a design for X-band). • Modulation bandwidth: 2 – 50 MHz • Sweep time (for frequency modulated signals): 1 ms • Sampling of the digital vector waveform generator: up to 1.2GS/s, 14 bits • Intermediate frequency: 125 MHz • Sampling in the receiver at inter mediate frequency: 400 MS/s, 14 bits
Official inauguration of PARSAX at IRCTR: Thursday 29 October, 14.30, pub and 23rd floor of the EEMCS building.
IRCTR heeft alle reden tot vreugde: het PARSAX-radarsysteem werkt! Op 29 oktober wordt het officieel ingewijd. Een tweede hoogtepunt is de promotie van Galina Babur. Zij ontwikkelde o.a. algoritmes voor signaalbewerking. PARSAX is een geavanceerde polarimetrische radar die complex samengestelde signalen uitzendt en ontvangt. Met dit systeem zijn objecten (in de lucht, op aarde en op zee) veel beter op te sporen en te karakteriseren dan met een standaardradar. n
4 | Quadraad
Voor het aantrekken van vrouwelijke studenten lijkt een meer toepassingsgerichte en maatschappijgerichte marketing het meest aansprekend en effectief. Dit is ook bewezen door het grote succes van Model-in-1-dag op 15 mei 2009. Bijna 100 meiden uit 5 vwo hebben in één dag een concept ontwikkeld voor een ‘device’ om diabetes te meten. (Foto Annelies te Selle)
EWI wil meer vrouwen
Maar… “geen positieve discriminatie”, zeggen de vrouwen zelf Hoe kan de faculteit aantrekkelijker worden voor vrouwelijke studenten en vrouwelijk wetenschappelijk personeel (WP)? Die vraag heeft de decaan voorgelegd aan een commissie van vrouwen. De enquêtes die de commissie onder alle EWI-vrouwen heeft uitgezet, biedt mogelijke uitkomsten. Het ligt niet aan de sfeer binnen de faculteit; die ervaren de vrouwen als prima of positief. “Mannelijke collega’s zijn aardig en het is vaak wel gezellig of collegiaal”. Aan de andere kant botsen de vrouwen toch ook tegen het algemene beeld of vooroordeel van mannen dat vrouwen op wetenschappelijk gebied minder zouden kunnen. Maar als belangrijkste nadeel noemen de vrouwen toch iets anders. Juist omdat ze met zo weinig zijn, missen ze vooral contact met andere vrouwen. De uitkomst voor studenten zou kunnen zijn om mentorgroepjes te formeren of sociale activiteiten te organiseren. De vrouwelijke WP’ers noemen maandelijkse intervisielunches als mogelijkheid.
Diane Vedder
Rolmodel
Een kleine helft van de WP-vrouwen voelt zich geïsoleerd binnen de groep of faculteit. En een grote meerderheid vindt het nodig om het aantal vrouwen in het WP te vergroten. Want om hoeveel vrouwen gaat het? Gemiddeld zitten er twee tot vier vrouwen in een onderzoeksgroep en een kwart van de ondervraagde vrouwen zit alleen. Onder het WP heeft maar 15% van de vrouwen een vaste aanstelling. Dat betekent dat vrouwen bij EWI vooral op PhD- en postdocposities zitten en veel minder op functies als universitair docent, universitair hoofddocent of hoogleraar. Als vrouwen de leeftijd hebben om naar een vaste WP-functie door te stromen, blijkt de combinatie van wetenschappelijke carrière en gezin vaak toch ook een lastige. De vrouwen zijn duidelijk bereid zelf mee te werken aan de verhoging van het aantal vrouwen bij EWI, als mentor voor vrouwelijk WP en bij de werving van vrouwelijke studenten. Zelfs de vrouwen die al zo vaak als rolmodel voor dit soort activiteiten worden gevraagd. Maar… “geen positieve discriminatie”. n
What can we do to attract more female students and staff to EEMCS? A recent survey showed that over 50% of female faculty members think EEMCS needs more women, especially in tenure positions. Most of them are willing to do their bit to increase the female contingent at EEMCS, such as mentoring junior colleagues or participating in open days for secondary school students. What they don’t want is …’positive discrimination’. n
november 2009 | 5
Qort Qoncise
edder
Diane V
vlnr: Kees Stad (wi), Peter Cossee (na), Lodewijk Arntzen (na), Marine Jansen (wi), Trudy Maljaars (sk), Martin Bruggink (inf), Coen van Someren (wi), Maartje van de Wielen (wi), Nico van Wijngaarden (wi) en Roel Zuidema (wi).
studenten van de lerarenopleiding (MSc Science Education and Communication, track Education) hebben hun diploma in ontvangst genomen. Zij zijn bevoegd als ‘leraar Voorbereidend Hoger Onderwijs’ en mogen lesgeven in de bovenbouw van havo/vwo. De meerderheid,
De ‘implosion’ van Ewerdt Hilgemann (Foto Annelies te Selle)
10
namelijk zes, bestond uit leraren wiskunde, er waren twee leraren natuurkunde bij, een scheikundeleraar en een leraar informatica. n
Erasmus mundus label voor Computer Simulation for Science Engineering De Europese Commissie heeft het Erasmus Mundus label toegekend aan het programma Computer Simulation for Science Engineering (COSSE) onder de masteropleiding Applied Mathematics. ‘Erasmus Mundus’ is een kwaliteitslabel dat wordt toegekend aan een beperkt aantal Europese universitaire programma’s. Een Erasmus Mundus programma wordt door een consortium van Europese universiteiten verzorgd. Voor het masterprogramma Computer Simulation for Science Engineering (COSSE) zijn dat naast de TU Delft, KTH Stockholm, TU Berlijn en de Friedrich Alexander Universiteit van Erlangen-Nurnberg. Het Erasmus Mundus programma is vooral bedoeld om het Europese hoger onderwijs aantrekkelijker te maken voor studenten van buiten de EU. n
6 | Quadraad
En de ‘implosion’ dan? Het Mekelpark is geopend, maar wat gebeurt er nu met de ‘implosion’? Het kunstwerk van Ewerdt Hilgemann blijft staan waar het nu staat, in de open ruimte tussen hoog- en laagbouw. Wat nu nog zand en stenen zijn, wordt een patiotuin met gras en bomen of een afgesloten ruimte met zitplekken en toegang vanuit de doorloop. Ideeën genoeg. Kwestie van wind en geld wat het wordt. Meer info over de ‘implosion’: zoek op ‘implosion’ in het Delta-archief of ga naar http:// www.delta.tudelft.nl/nl/archief/artikel/ de-implosion/10304 n
The sculpture entitled ‘Implosion’ will remain in the open space between the high-rise and the low-rise building. This space will be restyled into a patio garden or a covered sitting area. n Ten students of Science Education and Communication have obtained their Master’s degree; one is licensed to teach Computer Science and six are maths teachers. n The European Commission has awarded the Erasmus Mundus distinction to the Computer Simulation for Science Engineering Programme. The main purpose of Erasmus Mundus is to attract students from outside the EU. n
Michiel Pertijs
Samantha Liebregts
Nieuwe dingen maken. Dat is de grootste fascinatie van Michiel Pertijs. En dan niet volgens een vast recept. Geef hem een specificatie of een bepaald doel en hij kijkt wat de mogelijkheden zijn of hoe je iets oplost. Wat hem na National Semiconductor en Holst Centre heeft teruggebracht bij zijn
Vers uit Brabant en vers van school. Tel daar 23 lentes bij op en je hebt het nieuwe gezicht van de Open Dagen, de meeloopdagen, EWI in actie en alles wat met studentenwerving te maken heeft. Zou het zo simpel zijn? Nee, dus. Samantha brengt een dijk aan ervaring mee als het om
IS universitair docent Elektronische Instrumentatie
“Hoe breng je de boodschap over?”. Alma Mater is het kunnen opbouwen van een eigen onderzoekslijn. Mogelijk gaat hij met behulp van resonantie (een soort haarfijne stemvorkjes op een chip) nauwkeurigere en zuinigere sensoren maken. Ook door het werken met studenten heeft de TU Delft een streepje voor op zijn vorige werkgevers. Michiel heeft zin in het geven van onderwijs. Want onderzoek doen is een ding, het overbrengen van de boodschap is zeker zo belangrijk. Ook naar externe relaties. n
Michiel Pertijs is an innovator. He came back to EEMCS to start his own research line, possibly on high-accuracy resonant sensors. But he is also looking forward to teaching. After all, getting the message across is at least as important as research, he says. n
IS medewerker Marketing en Communicatie
“Taaadaaaaa!!!”. evenementenmanagement gaat. Niet alleen vanuit haar opleiding Vrijetijdsmanagement aan de NHTV in Breda, maar ook van de banen die ze altijd naast haar studie heeft gehad. Want wie heeft er nou een evenement georganiseerd met Prinses Máxima? Zij, dus. Mogen wij onze handen dichtknijpen dat ze nu voor EWI werkt? Ja. Al is ze daar zelf heel nuchter onder. Ze is helemaal EWI en heel enthousiast: Samantha Liebregts… n
Fresh from school and bursting with enthusiasm, 23-year-old Samantha Liebregts is exactly the right person to boost our student intake. In spite of her youth, she has a plenty of experience in event management. She even organised an event involving Princess Máxima… n
november 2009 | 7
Samantha Liebregts (Foto Annelies te Selle)
Michiel Pertijs (Foto Annelies te Selle)
Diane Vedder
Komen en gaan
8 | Quadraad
Jeroen de Ridder: ‘gegrepen door combinatie van data-analyse en moleculaire biologie’ Foto Annelies te Selle
De jacht op oncogenen Bioinformaticus puzzelt mee aan kankeronderzoek Ineke Temming
Meewerken aan baanbrekend, invloedrijk kankeronderzoek. Een co-publicatie in het prestigieuze blad ‘Cell’, de ‘Nature’ of ‘Science’ van de biologie. Promovendus Jeroen de Ridder maakt het allemaal mee. Na de BSc Elektrotechniek volgde hij de track Bioinformatics van de MSc Media and Knowledge Engineering. Hij was vooral gegrepen door de combinatie van data-analyse en moleculaire biologie. Als eerste EWI-student studeerde hij af op een onderzoek bij het Nederlands Kankerinstituut. “Bioinformatica is een faciliterende wetenschap”, zegt hij, “maar we verlenen niet alleen maar een dienst. Wij zijn van a tot z bij het biologisch onderzoek betrokken. Modern genetisch onderzoek levert gigantische hoeveelheden data op. Onze analyses leiden vaak tot verrassende inzichten.” Jeroens
promotieonderzoek faciliteert de jacht op oncogenen, kankerverwekkende stukjes DNA. Die kennis is essentieel bij de ontwikkeling van nieuwe kankermedicijnen. “Mijn werk is daar maar een klein puzzelstukje in”, zegt hij bescheiden. Quadraad presenteert een aantal van zijn analyses.
november 2009 | 9
De jacht op oncogenen Kanker kenmerkt zich door ongeremde celdeling, veroorzaakt door mutaties in specifieke kritische regio’s van het DNA. Om te bepalen welke dit zijn, wordt bij het Nederlands Kankerinstituut onderzoek gedaan op muizen.
DNA van één tumor
Virale mutaties in het DNA
Muizen tumor in de lever
Virusintegraties en genexpressieprofielen 500 muizen werden ingespoten met een retrovirus. “Een virus heeft cellen van andere organismen nodig om zich voort te planten”, legt Jeroen de Ridder uit. “Het ‘integreert zich’ in het DNA van de gastheercel, waardoor het DNA plaatselijk muteert. Gebeurt dit in de buurt van een kankergen, dan kunnen tumoren ontstaan. Door de virusintegraties of ‘insertions’ samen met een aangrenzend stukje DNA uit het genoom te knippen en hiervan de sequentie te bepalen, kunnen we achterhalen op welk deel van het DNA ze zitten. Met een microarray of DNA-chip wordt het genexpressieprofiel vastgesteld. Daaruit blijkt of de aangrenzende genen actiever of minder actief zijn geworden.” Door de virusintegratiedata te combineren met de data over de genexpressie kunnen causale relaties tussen mutaties en oncogenen worden bepaald (zie Figuur 1).
Mutaties kunnen genen activeren maar ook deactiveren
Activiteit van één gen in één tumor monster
Figuur 1 Schematische weergave van de data. Links de virusintegraties, rechts de corresponderende genexpressieprofielen = lagere tot veel lagere expressie (activiteit) dan normaal = normale/gemiddelde expressie = hogere tot veel hogere expressie dan normaal
Common Insertion Sites
Figuur 2 Schematisch overzicht van 1D Gaussische kernel convolutie, toegepast om DNA-regio’s te berekenen die significant vaak zijn geïntegreerd
10 | Quadraad
Hoe dicht moeten virusintegraties in verschillende tumoren bij elkaar liggen om over dezelfde locatie te kunnen spreken? En hoe vaak moet een virusintegratie in hetzelfde DNA-gebied worden aangetroffen om toeval uit te sluiten? Jeroen berekende eerst de locale dichtheid van de integraties (zie Figuur 2, blauwe curve). Uit random simulaties leidde hij een grenswaarde af voor de piekhoogte (rode lijn): daarboven heeft een piek een zeer kleine kans om bij toeval op te treden. “De uitkomst is een lijst van statistisch significante ‘Common Insertion Sites’ (CIS), plekken in het DNA die in een aantal onafhankelijke tumoren werden geïntegreerd. Deze regio’s kunnen gelinkt worden aan potentiële kankergenen.”
Figuren: Jeroen de Ridder
Common Co-occurrence of Insertions Meestal ontstaat kanker pas als er meerdere dingen tegelijk fout gaan in een cel. Jeroen: “Daarom zoeken we naar vaak voorkomende combinaties van virusintegraties binnen één tumorcel. Die kunnen duiden op samenwerking tussen genen die door de mutaties worden verstoord.” Om deze combinaties op te sporen is een 2-dimensionale kernel convolutie toegepast. Alle gevallen waarin twee integraties in dezelfde tumor voorkomen worden bepaald en gerepresenteerd in een 2D-ruimte (zie Figuur 3, rechts). Komt een integratiecombinatie vaker voor dan de grenswaarde (rode vlak), dan is de kans dat dit toeval is zeer klein. Deze ‘Common Co-occurence of Insertions (CCI)’ wijst op de aanwezigheid van samenwerkende oncogenen die een rol spelen bij tumorvorming. n
Figuur 3 Schematisch overzicht van 2D kernel convolutie, gericht op detectie van kankerverwekkende samenwerking tussen genen
Modern genetic research often generates massive amounts of data, so collaboration with bioinformatics has become vitally important to molecular biology. The bioinformatics analyses that PhD student Jeroen de Ridder conducted in association with the Netherlands Cancer Institute help to identify cancer genes in mice. Jeroen’s work is just a small contribution towards the hunt for new anti-cancer treatments, he says modestly. n
Het promotieonderzoek van Jeroen de Ridder staat onder supervisie van prof. Marcel Reinders (EWI, Information and Communication Theory Group) en dr. Lodewyk Wessels (NKI/EWI).
november 2009 | 11
Komen en
gaan
Diane Vedder
Nellie van de Griend
Jan Dietz
Is nu hoofd Dienst studenten- en docentenvoorzieningen TU Delft. Een interview in ‘blessuretijd’. Nellie heeft de overstap naar centraal al gemaakt, en ze is na het scooterongeluk weer aardig op de been. Ze zal het missen: de ongedwongenheid bij EWI en het contact met studenten. En natuurlijk de collega’s: betrokken, gedreven en open
“Ik houd van dingen die het doen”, zegt Jan Dietz over zijn Apple. Dat tekent ook zijn visie op de kwaliteit van informatica in organisaties. Informatiesystemen passen vaak niet goed. Hoe komt dat en hoe kan het beter? Dietz gelooft in Enterprise Engineering en slaat daarmee een brug naar TBM (waarmee de Master Information
“Ik ben geen perfectionist”. als ze zijn. Gelukkig draait het in haar nieuwe baan ook nog steeds om onderwijs en studenten, om verander- en procesmanagement. Hoe ze een fulltime baan combineert met man, kinderen, sporten enzo? “Ik ben geen perfectionist. En Rik werkt drie dagen en doet veel thuis.” Wil je Nellie terugzien? Ze zit dagelijks op Jaffalaan 9a (oude IO-gebouw). En Nellie maakt begin 2010 een kleine comeback binnen EWI. In besloten kring, ssttt…misschien wel als Tina Turner! n
Nellie van de Griend is now head of Student and Staff Facilities. How does she manage to combine a full-time job with a family and sport? “I’m not a perfectionist,” she says. She will miss the students and the informal atmosphere at EEMCS. Nellie (or should we say Tina Turner?!) can be visited at Jaffalaan 9a. n
12 | Quadraad
WAS hoogleraar Ontwerpen van informatiesystemen
“Ik houd van dingen die het doen.” Architecture is opgezet), economie en bedrijfskunde. Je moet verstand hebben van organisaties en je bewust zijn dat IT de organisatie en de wijze waarop mensen communiceren ingrijpend raakt. Die missie laat hem na zijn emeritaat ook niet los. Jan deelt zijn kamer straks met zijn zes promovendi, geeft nog een jaar onderwijs, bezoekt conferenties, is deeltijdhoogleraar in Lissabon en heeft zijn eigen consultancybedrijf. Als er dan toch iets is buiten Enterprise Engineering: Italiaans leren om opera’s te kunnen verstaan. n
Jan Dietz has a passion for Enterprise Engineering. He is one of the minds behind the Master’s in Information Architecture. Jan maintains that designers of information systems should understand how organisations work and communicate. Although he has retired, he has a busy year ahead in which he will be supervising six PhDs, among many other things. n
Jan Dietz (Foto Annelies te Selle)
Nellie van de Griend (Foto Annelies te Selle)
WAS hoofd Dienst Onderwijs- en studentenzaken EWI (en daarvoor hoofd P&O)
Ga je gang, het woord is aan jou. Vertel ons over je ervaringen in de ‘echte’ wereld. Vertel ons hoe EWI-kennis de economie en de maatschappij kan beïnvloeden of zelfs radicaal kan veranderen. Maak ons trots. We weten dat je het kunt.
Nieuw, slim, opwindend! Jelle Roozenburg: ‘ervaar het gemak van Aanmelder.nl’ (Foto Annelies te Selle)
DE PITCH! “Innovatieve webapplicaties moeten eenvoudig zijn”
Met Aanmelder.nl slaagt je workshop wél
Opgetekend door Ineke Temming
Op 13 mei 2009 won Aanmelder.nl van Jelle Roozenburg en Freek Zindel de startersprijs van ICTDelta. Deze webdienst is een aanrader voor iedereen met organisatievrees. Jelle Roozenburg legt uit waarom. De dag van de workshop. Je hebt overal aan gedacht. Stoelen, beamer, badges, informatiepakketten, lunch. Dan begint het gedonder. Sommige aanmeldingen blijken niet te zijn verwerkt. Snel, badges bijmaken! Help, nu hebben we te weinig informatiepakketten. ‘Nee, mijnheer, de workshop is niet gratis.’ Er zijn laatkomers (‘ik kon het niet vinden!’). De lunch is niet geschikt voor vegetariërs. En als je later de evaluatie wilt nazenden, blijk je niet alle contactgegevens te hebben genoteerd...
Schaalbaarheid Dit is een karikaturaal plaatje, maar wel herkenbaar, toch? Toen Freek Zindel en ik in mei 2007 een workshop over Tribler organiseerden, verliep ook niet alles vlekkeloos. ‘Dat moet beter kunnen’, zeiden we. Als Computer Science studenten met ondernemingszin roken we een business opportunity. We hadden allebei de cursus ‘Writing a businessplan’ gevolgd en Freek had al ondernemerservaring. Hij maakte webapplicaties op maat voor de zakelijke markt, maar was ontevreden over de schaalbaarheid van zijn
product. Van uurtje-factuurje naar een webdienst met een grote omzet, dat was onze ambitie. Zo ontstond het idee voor Aanmelder.nl.
Flexibel We hadden het geluk dat we als technostarters door de TU Delft werden ondersteund. We kregen een kantoor tot onze beschikking dat we zelf hebben ingericht. Begin 2008 was de eerste versie van Aanmelder klaar, maar sindsdien is er veel aan verbeterd. Ervaren congresorganisatoren doen vaak interessante suggesties en wij gaan flexibel om met klantwensen. De grootste uitdaging is om de userinterface overzichtelijk te houden. Want innovatieve webapplicaties moeten eenvoudig zijn, vinden wij.
Optimale communicatie Aan Aanmelder.nl hebben organisatoren een veelzijdige assistent. In de eerste plaats helpt het programma je om per e-mail een professionele uitnodiging rond te sturen (al dan niet in huisstijl), eventueel gevolgd door een reminder. De ontvanger kan zich met een paar muisklikken aanmelden en het inschrijf-
geld via iDEAL of creditcard voldoen. De vragen op het aanmeldformulier bepaalt de organisator zelf; alle reacties worden verwerkt in heldere statistieken. Met Aanmelder kun je zelfs badges maken en gepersonaliseerde routebeschrijvingen genereren. Via een deelnemerswebsite houd je iedereen op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen, ook na het evenement. Kortom, met Aanmelder.nl bespaar je jezelf tijd, geld en ergernis, en optimaliseer je de communicatie met je deelnemers. Dus bekijk de demo, probeer het gratis pakket, ervaar het gemak, en je organiseert nooit meer iets zonder Aanmelder.nl! n www.aanmelder.nl;
[email protected] Of kom langs op kamer LB02.250
Aanmelder.nl (‘events made easy’) is an innovative web service of Computer Science alumni Jelle Roozenburg and Freek Zindel. It recently won the Starters Award at the 2009 National ICTDelta Congress. Aanmelder.nl is a versatile assistant that provides event organisers with administrative support and improves the quality of their communication with participants. So try the free package, find out how useful it is, and you will never again organise an event without Aanmelder.nl! n
november 2009 | 13
(Photo Annelies te Selle)
“We should take more time to focus on quality” Ineke Temming
EWI-(B)KO is winning ground The ‘EWI-BKO’ has recently been renamed ‘EWIKO’. All right, it isn’t exactly an announcement to Knock you Out, but you would be well advised to keep reading, especially if you still have inhibitions about enrolling in the programme. Erik Jansen (58), Professor of Computer Graphics, was one of the first lecturers to register for the (then called) ‘EWI-BKO’, the EEMCS Basic Teaching Qualification programme. “As chairman of the Computer Science Teaching Committee and a former Director of Education I had to set a good example”, he says. “Anyway, I have a lively interest in education theory. At my age I didn’t feel it was necessary to work on my teaching skills, so I decided to organise my ideas on certain topics such as activating teaching methods and e-learning. That is what I like about the EWI-BKO: it allows you to pick your own themes.”
Mistake
It is no secret that the introduction of the EWI-BKO in 2007 ran into some opposition. Teaching advisor Kalinka Grijpink can clearly recall the reluctant reactions from the OdC. “Since
14 | Quadraad
then, most members of that committee have enrolled in the programme”, she says, beaming with pride. “There were and still are - a lot of misconceptions about the EWI-BKO. We ourselves are partly to blame for that. For starters, it was a mistake to keep the letter ‘B’ in the name. After all, there is nothing ‘basic’ about the EEMCS programme. It is a professional development opportunity for lecturers with at least five years of experience. That is why we now refer to it as EWI-KO.”
Hard to keep up
All Dutch universities agreed to organise BKOs for inexperienced lecturers in 2008 and to recognise one another’s certificates. At TU Delft the basic programme is run by the FOCUS Centre of Expertise in Education. Kalinka Grijpink: “Since student intake and results had declined at EEMCS, we welcomed the decision to set quality standards for teaching staff. After all, excellent teachers are essential for good education. But we had another problem. Senior lecturers were complaining about a lack of cooperation and formal recognition as academic promotion is based mainly on research performance. Add to that, the rapid pace of change in education and the problems of keeping up. The EWI-KO is
“Excellent teachers are essential for good education”
EEMCS Teaching Qualification Programme in a nutshell Practical information • Mandatory if experience ≥ 5 years and educational task ≥ 0.2 fte • Work load: ± 60 hours; duration: ½ year (maximum 1 year) • 3 opportunities a year to enrol Communities • Lecturers work in communities of approx. 8 persons from different educational programmes and fields
meant to kill two birds with one stone. It not only enhances the quality of education, it also enables personal development and career advancement through Life Long Learning.”
Hard evidence
Two concepts lie at the heart of the EWI-KO: the community and the portfolio. In the community lecturers are supported by colleagues from various educational programmes. The items in the portfolio should illustrate their development in core competencies such as educational (re)design, educational practice and testing & evaluation. Kalinka: “Some people think portfolio building is a very time consuming process, but you only have to write a few pages. The portfolio serves both an individual and an organisational purpose: lecturers can use it as an annex to their CV, while the faculty can use it as hard evidence of its Quality Assurance Programme in accreditation procedures. By the way, a portfolio is not used as a source of information in the R&O (Result & Development) procedure. However, it can only be to your own advantage if you are able to demonstrate your efforts to develop your teaching skills.”
Methods and content • Coaching is demand-driven; main methods are intervision, action learning and reflection • Lecturers work on 5 cases of their choice, preferably strongly related to their own educational tasks. Cases should cover all three core competencies (educational (re)design, educational practice, testing & evaluation) Portfolio • Cases must be recorded in short papers (maximum of 4 pages); the combined records and annexes (educational material, student work, videos, student evaluations etc.) make up the lecturer’s portfolio which is assessed according to predefined criteria by a committee of peers. • After certification, lecturers add one case a year to their portfolio to sustain their professional development as a teacher.
Really fun
At this moment about one third of the senior teaching staff has obtained the EWI-KO certificate. The objective is for all lecturers to be certified by 1 January 2011. Henk Polinder, Associate Professor of Electrical Power Processing and OdC-member, is the proud holder of a certificate: “The programme was really fun to do. I enjoyed exchanging views with colleagues and I learned a lot. For example, I now know how to add interactive elements to my lectures. But I do understand why people are hesitant to enrol. It takes time, after all. And we are all caught up in a rat race, constantly trying to publish more papers and supervise more PhD students. I think we should take more time to focus on quality, but that requires a change in attitude, as well as a change in university policy. The EWI-KO is definitely a step in the right direction.” n
De EWI-BKO heet voortaan EWI-KO, want het is een professionaliseringsprogramma en geen initieel programma (zoals de TUD-BKO). Circa 1/3 van de docenten met meer dan vijf jaar ervaring is inmiddels gecertificeerd. In de KO werken docenten in communities aan hun portfolio. Die portfolio mag dun zijn en wordt niet als informatiebron gebruikt in de R&O-cyclus, benadrukt onderwijsadviseur Kalinka Grijpink. Erik Jansen noemt als pluspunt van de EWI-KO dat je vrij bent in je onderwerpskeuze. Volgens Henk Polinder is de (B)KO een teken dat de TU Delft meer focust op kwaliteit. n
november 2009 | 15
Our man in Jinan Ineke Temming
Or: How Beenakker proves his point (and loses his suitcase in the process) and how Fokkema turns out to be ‘the Confucius of TU Delft’ TU Delft has been invited to participate in a Chinese 80-billioneuro programme that includes the development of ICT in the province of Shandong. Rector Jacob Fokkema joined his friend Kees Beenakker on an exploratory visit to the capital city, Jinan.
Pilgrimage to the place where Confucius gave lectures more than 2000 years ago
“Qiwei was able to validate our reputation as ‘the MIT of Europe’”
16 | Quadraad
August 21st, Shandong University, Jinan, China. During Professor Kees Beenakker’s presentation on microelectronics a student wants to know ‘whether it is possible to win a Nobel Prize in this field’. “Remarkable, isn’t it?” Beenakker comments. “For Chinese students it is perfectly normal to be openly ambitious.” TU Delft Rector Jacob Fokkema admits admiring China’s eagerness to regain its worldwide reputation in science. “And since fascination and ambition are essential to a university, I warmly welcome the collaboration with the Chinese.”
80-billion-euro programme The province of Shandong, in the north-east of China, is an economically well developed region. TU Delft has been invited to participate in a Chinese 80-billion-euro programme that includes the development of ICT in this area. A public-private delegation from the province paid a visit to SenterNovem, various Dutch companies and TU Delft in June. When Beenakker was invited for a return visit, Fokkema – who had planned a meeting at Tsinghua University in Beijing at about the same time – decided to accompany him to Jinan. “Don’t forget that this geophysicist is
an EEMCS graduate”, he says, pointing at himself, “I even conducted research on computer-aided chip design for a while!”
Pioneering The visit got off to a bad start. After arriving at the hotel, Beenakker opened his suitcase to find fishing gear, instead of his pyjamas – he had made a mistake at the luggage belt. But it was the only setback in an otherwise pleasant and fruitful stay. Fokkema was in China for the third time, Beenakker had been there on countless occasions. “Kees is the face of our internationalisation programme in the Far East”, Fokkema says. “He deserves much of the credit for our collaboration with Tsinghua University – where he is Honorary Professor – and Fudan University in Shanghai. Internationalisation is very important to TU Delft and we owe a lot to Beenakker’s pioneering. Kees is always talking personally to students, researchers and companies to explore possibilities for cooperation.”
Point proven Beenakker explains his strategy: “Collaborations between organisations are often the result of relationships
“Bu xihuan heise!’” (I don’t like sea cucumber!)
From left to right: Richard Yin (SinoChip Semiconductors), Jacob Fokkema, Frank Gao (SinoChip), Kees Beenakker, Qiwei Ren (SinoChip), Fu Ju (professor of Tsinghua University); the two last mentioned are Dimes alumni
Off to China! From left to right: chauffeur Armand Ottevanger, Jacob Fokkema, Kees Beenakker (Photo Annelies te Selle)
between people. That is one of the reasons why we need talented international students here. They are the future ministers and managers abroad.” The new contacts in Shandong prove his point. One of the Chinese companies involved in the programme is Xi’an SinoChip Semiconductors (an Inspur Group subsidiary), where former Dimes PhD student Qiwei Ren is general manager. He acted as intermediary between Shandong and TU Delft. “That is because he knows who we are”, Beenakker says. “He was able to validate our reputation as ‘the MIT of Europe’.”
Different working styles Qiwei Ren and his wife Jiangliu Shi have happy memories of their stay in the Netherlands from 1996 until 2007. “We made some lifelong friends there”, Qiwei reports by e-mail. They both worked at Dimes, where Qiwei obtained his PhD. In 2002 the couple switched to industry – Jiangliu to ASML and Qiwei to Philips Semiconductors. Now they use this experience either to help international companies to develop in China, or indigenous companies to develop globally. Qiwei has noticed some interesting differences in the working styles of Dutch and Chinese companies.
“For the Dutch, planning is far more important, but the Chinese are more ready to work overtime. Success at work is their number one goal in life.”
Kong Fu Tze Fokkema and Beenakker had a very busy schedule in Jinan. They visited labs, listened to presentations and attended many meetings. On the last day they visited Qufu, hometown of Confucius – much to the delight of philosophy-lover Fokkema. During the final dinner Fokkema surprised everyone by quoting some of Confucius’ sayings about learning. “I was immediately acclaimed the Kong Fu Tze of TU Delft!” Much to the amusement of their hosts the professors were taught to express their distaste for sea cucumber
(a rather ugly sea creature) in Mandarin: ‘Bu xihuan heise!’.
Win-win In this relaxed atmosphere they reached a provisional collaboration agreement, which Beenakker and Qiwei Ren will formalise in a Memorandum of Understanding. TU Delft is willing to educate talents in microelectronics and computer science, and is also considering a research collaboration with SinoChip in computer memory. “It will be a win-win situation in many respects”, Beenakker says. “Dutch industry could also benefit from the Shandong programme, think of our equipment providers. Needless to say we are getting all the support we need from the Dutch Embassy.” n
Getalenteerde internationale studenten zijn de toekomstige buitenlandse ministers en managers, zegt Kees Beenakker. Deze contacten kunnen de TU Delft waardevolle samenwerkingsverbanden opleveren die ook het Nederlandse bedrijfsleven ten goede komen. De uitnodiging van de Chinese provincie Shandong om te participeren in een ICT-ontwikkelingsprogamma van 80 miljard euro bewijst zijn gelijk. Dit contact is tot stand gekomen dankzij de bemiddeling van dr. Qiwei Ren, een ex-promovendus van Dimes, die een hoge functie heeft in de halfgeleiderindustrie aldaar. Jacob Fokkema, die meereisde naar Jinan, noemt Beenakker ‘een pionier’ op het gebied van internationalisering in het Verre Oosten. De Rector Magnificus ziet grote voordelen in samenwerking met de ambitieuze Chinezen. n
november 2009 | 17
From strangers to friends in four days Ineke Temming
Students working on the project assignment. ‘You are to advice the government on the issue of sea level rise. What measurements are required? How will you organise and use the data?’ (Photo Annelies te Selle)
It is an ambitious plan that is executed in steps: an introductory week for ALL international and Dutch Master’s students. Step 1, the combined introduction for all Telecommunications and Media & Knowledge Engineering students, held at Duinrell on 31 August-3 September, was a huge success. It is the last day of the introductory week and everybody has gathered in the conference room. The Sea Level Change project is almost at an end. Which group will win the competition? Buoy, Damnation, Dike, Eureka, Einstein, Evolution or Oasis? In a relaxed atmosphere the students wait for the jury to return. Dagmar Stadler, International Office Coordinator1, looks happy: “Can you believe that only four days ago these students were complete strangers to each other?”
Dutch friends This is the first time that Dagmar has organised an introduction for both international and Dutch students. “We organised all kinds of things for the international group, but what we failed to do was introduce them to their Dutch fellow students. We came to realise that it is very important for international students to have Dutch friends. 1
It really helps them to understand Dutch customs and it gives them a safety net. Meantime, all students acquire intercultural skills that could prove useful in their future career.”
Marital traditions The programme also included course introductions, lectures, culture games and informal get-togethers. Khashayar Kotobi from Iran had a good time. “I was told by an Iranian friend that it is hard to get to know Dutch students. But look, I have already made many Dutch friends!”, he exclaims, slapping Daan Eigenraam on the shoulder. Daan is also positive about the week, although he thinks that group-building is less important for master’s students than for bachelor’s students. Athina Argyrouli from Greece enjoyed the international girl talk in the ‘Duingalow’, where the topics even extended to marital traditions.
Dagmar Stadler has succeeded Nellie van de Griend as head of the EEMCS Education and Student Affairs Department by now
18 | Quadraad
Thanks The jury re-enters the room. First Dagmar thanks Steven Bos, Aijie Zhao, Yann Dufournet, Emile Hendriks, Gerard Janssen and Ewine Smits for their immense help. “And the winner is… OASIS.” The prize? Well, that’s a typical TU Delft product: the Senz umbrella. What else? In this climate! n
EWI wil stapsgewijs toewerken naar een gezamenlijke introductieweek voor alle masterstudenten. Zo leren internationale studenten Nederlandse studenten kennen en doen beide groepen interculturele vaardigheden op. De eerste stap was de gezamenlijke introductieweek voor studenten Telecommunicatie en Media & Knowledge Engineering. Na vier intensieve dagen in Duinrell bleek er een ware groepsgeest te zijn ontstaan. n
Qiekjes
Qandid Qamera Eet smakelijk…
Verrukkelijk Iraans
Ben je wat je eet? Dan is er zo te zien variatie genoeg binnen EWI. In eten. En in mensen?
Volgende keer: schoenen Welke voetafdruk maakt u binnen EWI? Niet ecologisch deze keer, maar fysiek. Maak een foto van uw schoenen of de schoenen van een collega en mail die voor 15 januari 2010 naar
[email protected]
If it is true that you are what you eat, then there is enough differentiation in EEMCS. At least in food. Also in people?
Authentiek Italiaans
Next time: shoes Quadraad invites amateur photographers to go shoe hunting! E-mail your picture before 15 January 2010 to
[email protected]
De Hollandse keuken
(Foto’s Cassan Visser)
Geen balansdag
Made in Japan
Qolofon
Quadraad is een Nederlands-Engelse uitgave van de Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica/TU Delft voor EWI-medewerkers. Het blad verschijnt 3 keer per jaar (oplage: 1200). Quadraad is a Dutch-English magazine for EEMCS personnel. It is published 3 times a year (print run: 1200) n Redactie: Emiel van Elderen, Nellie van de Griend, Gerard Janssen (gastredacteur), Elly Pauw, Geerlinge Pessers-van Reeuwijk, Pien Rijnink, Ineke Temming, Diane Vedder, Cassan Visser, Laura Zondervan n Aan dit nummer werkten mee: Daan Lenstra,
Taalcentrum VU, Elwin van ‘t Wout n Eindredactie: Ineke Temming, Diane Vedder n Coördinatie: Temming Tekstproducties, Delft (www.temmingtekst.nl) n Fotografie: Annelies te Selle, Delft (www.anneliesteselle.nl) n Ontwerp en layout: Scheepens reclame adviseurs, Tilburg n Druk: Schefferdrukkerij bv, Dordrecht n Redactieadres: Postbus 5031, 2600 GA Delft,
[email protected]. Niet door ons achterhaalde rechthebbenden van foto’s kunnen zichzelf bekend maken via dit e-mailadres.
november 2009 | 19
The faster, the better Numerical Analysis student Elwin van ‘t Wout graduated at the Maritime Research Institute Netherlands. MARIN provides simulators to train ship’s captains in navigation. These simulators use a computer model that computes and visualises the wave field surrounding the ship. The simulation has to be as realistic as possible and allow for real-time calculations. If the trainee turns the wheel, the simulator has to react instantly. Elwin has speeded up the calculations by improving the ‘linear solver’ in the model. In een scheepssimulator zit een computermodel om het golfveld rondom het schip te berekenen en te visualiseren. Idealiter reageert de simulator onmiddellijk als er aan het stuur wordt gedraaid. Om de berekeningen te versnellen verbeterde Elwin van ’t Wout (afstudeerder bij Numerieke Analyse) de zogenaamde ‘lineaire solver’ in het model.
Delft University of Technology Faculty of Electrical Engineering, Mathematics and Computer Science Mekelweg 4 2628 CD Delft T: +31 (0)15-27 89252 E:
[email protected] www.ewi.tudelft.nl
Photo: www.flyingfocus.nl Figure: courtesy of MARIN
Visualisation of the wave field caused by a ship approaching a harbour. Left: a shallow area. Top right corner: a beach. Bottom right corner: the harbour.