Toezichtplan Vervoer over Water 2013 Jaarplan van samenwerkende toezichthouders
Toezichtplan Vervoer over Water 2013 Jaarplan van samenwerkende toezichthouders
1
2
Voorwoord Eenheid in verscheidenheid Voor u ligt het Toezichtplan Vervoer over Water 2013 van de negen gezamenlijke toezichthouders in de zeehavens en op de binnenwateren. Hierin geven wij aan wat wij dit jaar gaan doen. En hoe en waarom we samenwerken en wat daarbij de speerpunten voor 2013 zijn. Wij willen de samenwerking steeds verder versterken en verbeteren. Dat is nodig omdat we de ambitie delen van minder toezichtlast en meer effect. Gelukkig zien we – behalve de noodzaak – ook de mogelijkheden om de samenwerking naar een hoger plan te tillen. Bijvoorbeeld door de informatie-uitwisseling verder uit te breiden. Door gebruik te maken van elkaars opleidingsprogramma’s. En vooral: door elkaars inzet in de concrete uitvoering van het toezicht steeds beter te benutten. Dat laatste kan bijvoorbeeld als wij taken voor elkaar kunnen uitvoeren, zodat de ondertoezichtstaande (meestal: de schipper) niet vaker inspecteurs op bezoek krijgt dan nodig is. En zodat we onze beschikbare toezichtcapaciteit zo slim mogelijk inzetten. Vanzelfsprekend, zou je zeggen. Toch vergt dit heel wat van de samenwerkende partners. Iedere toezichthouder heeft een andere wettelijke basis en heeft andere wettelijke mogelijkheden om in te grijpen. Vanuit een eigen, specifieke focus op een maatschappelijk doel zoals veiligheid, milieu, criminaliteit. Bovendien gaat het over heel veel operationele activiteiten en daarmee over veel mensen die betrokken zijn bij deze samenwerking. Het voorliggende toezichtplan geeft u een indruk van deze verscheidenheid, en van de aantallen waar het om gaat. Om daarin eenheid te vinden en effectief samen te werken, is wel enige regie nodig. Ons Toezichtplan Vervoer over Water is daarbij een belangrijk hulpmiddel. Ik kan u van harte aanbevelen er kennis van te nemen. Arnold van Vuuren Voorzitter regiegroep toezicht vervoer over water (DOZ en COVW)
Toezichtplan Vervoer over Water 2013 | 3
Inhoud
4
Voorwoord 3 Samenvatting 6 1 Inleiding 8 1.1 Doel 8 1.2 Opzet 8 2 Toezicht op binnenvaart 9 2.1 Samenwerking 9 2.2 Realisatie 2012 9 2.3 Aandachtspunten 2013 9 2.4 Kwantitatief overzicht 10 3 Toezicht op lading 11 3.1 Samenwerking 11 3.2 Realisatie 2012 11 3.3 Aandachtspunten 2013 12 3.4 Kwantitatief overzicht 13 4 Toezicht op zeeschepen 14 4.1 Samenwerking 14 4.2 Realisatie 2012 14 4.3 Aandachtspunten 2013 15 4.4 Kwantitatief overzicht 15 5 Toezicht op havenbeveiliging 16 5.1 Samenwerking 16 5.2 Realisatie 2012 16 5.3 Aandachtspunten 2013 17 5.4 Kwantitatief overzicht 17 6 Toezicht op grenzen 18 6.1 Samenwerking 18 6.2 Realisatie 2012 18 6.3 Aandachtspunten 2013 19 Bijlage. Afkortingen en begrippen 20
Toezichtplan Vervoer over Water 2013 | 5
Samenvatting Toezicht met meer effect en minder last. Daar streeft het Programma Vernieuwing Toezicht naar. Daarom gaan toezichthouders steeds meer samenwerken. Ook binnen het domein Vervoer over Water voor de binnenvaart en de zeehavens (lading, zeeschepen, havenbeveiliging en grenstoezicht). De partijen (zie kader) treden steeds meer op als één inspecterende overheid. Dat is niet alleen efficiënter, het beperkt ook de toezichtlast voor bedrijven. Het voorkomt bijvoorbeeld dubbele controles. Door inspectieresultaten met elkaar te delen komen toezichthouders te weten wie goede en slechte nalevers zijn. En ook op basis van risicoanalyses zijn prioriteiten te stellen. Bedrijven die hun zaken op orde hebben, worden minder vaak gecontroleerd. De samenwerkende toezichthouders hebben een toezichtplan opgesteld voor 2013, voortbordurend op de resultaten in 2012.
Samenwerkende toezichthouders: Inspectie Leefomgeving en Transport – Havenbedrijf Rotterdam – Haven Amsterdam – Politie – Koninklijke Marechaussee – Rijkswaterstaat – Douane – Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit – Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Wat bereikt is in 2012 – enkele highlights Inspectieview Binnenvaart is ontwikkeld en wordt in 2013 in gebruik genomen. Hiermee kunnen toezichthouders in de binnenvaart voorkomen dat ze kort na elkaar hetzelfde object voor hetzelfde controleren. Ook kunnen ze met Inspectieview elkaars naleefinformatie raadplegen. Zo zijn bedrijven die in alle registers als goede nalevers bekend staan, te ontzien. Voor de samenwerking tussen toezichthouders in de binnenvaart zijn Binnenvaart Toezicht Regio’s (BTR) ingericht. Hierin worden de regionale prioriteiten bepaald. Verder zijn er meer convenanten gesloten in de binnenvaart. Binnenvaartbedrijven die kunnen aantonen dat zij hun interne toezicht op de naleving van de regels goed op orde hebben, ondervinden minder controles op het water. Safe Sea Net wordt gebruikt. Hierin leveren Nederlandse zeehavens gegevens aan over aankomst en vertrek van schepen en gevaarlijke lading. Deze gegevens worden doorgestuurd naar Europese systemen. Dit maakt het mogelijk eventuele incidenten op zee snel af te handelen en risicoschepen te selecteren voor inspecties. Er wordt sinds 2012 ook toezichtinformatie uitgewisseld met toezichthouders op de Noordzee, daar waar er een relatie is met de havens. Die uitwisseling loopt via het Maritiem Informatie Knooppunt in Den Helder. Sinds 1 juli 2012 is de Regionale Havenverordening Noordzeekanaal van kracht. De havenverordening van Rotterdam heeft hiervoor model gestaan. Alle havens uit de regio’s Rotterdam en Amsterdam vallen nu onder soortgelijke regels. Het Regenboogteam in Rotterdam heeft in 2012 navolging gekregen in andere havengebieden (onder meer van Amsterdam). Douane Rotterdam Haven heeft een meldpunt ingericht waar het bedrijfsleven een dubbele ladingcontrole kan doorgeven. Het concept van ladingregie blijkt succesvol: er zijn geen meldingen binnengekomen. De toezichthouders op de lading hebben verder het afgelopen jaar een dvd Ladingregie Zeehavens uitgebracht, en vijf flyers over de speerpunten in de samenwerking. 6
Wat de plannen zijn voor 2013 – enkele speerpunten In 2013 komt de Binnenvaart Single Window gereed. Hiermee kunnen alle meldingen van de binnenvaartsector aan de overheid via één loket verlopen. Daarnaast wordt voor de zeevaart gewerkt aan: het Maritiem Single Window. Dit moet in 2015 worden ingevoerd. Daarmee is er straks nog maar één aanleverpunt voor informatie van zeeschepen aan de overheid. Inspectieview Binnenvaart wordt in 2013 in gebruik genomen voor de uitwisseling van toezichtgegevens. Het systeem wordt uitgebreid met toezichtgegevens over zeeschepen. In 2013 wordt een gezamenlijke risicoanalyse binnenvaart afgerond. Deze analyse brengt de voornaamste risico’s en oorzaken in de binnenvaart in beeld. De uitkomsten bepalen de prioriteiten in het toezicht. Het Regenboogteam in Rotterdam vindt in 2013 navolging in andere zeehavengebieden. De in 2012 gestarte Regenboog-initiatieven worden in 2013 verder geïmplementeerd. Al sinds 2011 wordt het toezicht op de lading in de Rotterdamse haven dagelijks afgestemd in het Regenboogteam, tussen: Douane, Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, Inspectie Leefomgeving en Transport, Havenbedrijf Rotterdam, Koninklijke Marechaussee, Politie en Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Ze beslissen welke lading gezamenlijk wordt geïnspecteerd. Die formule blijkt te werken. Voor het toezicht op veterinaire lading van schepen wordt Supd@x, Supply Chain Data Exchange, in gebruik genomen. Dit faciliteert het proces van gegevensuitwisseling tussen de aangifte-/meldingsystemen van de overheid. Ook kan hiermee statusinformatie over de controles (door Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit en Douane) beschikbaar worden gesteld aan relevante overheden en verantwoordelijk bedrijfsleven. In 2013 zal Supd@x worden geïmplementeerd voor veterinaire goederen in de Rotterdamse haven. Uitbreiding naar andere goederen is in voorbereiding. Ook in 2013 worden weer convenanten afgesloten met reders en andere bedrijven die goed presteren.
Inspectieprogramma Nadruk op: Binnenvaart
6000 inspecties Veel door Havenbedrijf Rotterdam
Stabiliteit van containerschepen Naleving van vaar- en rusttijden en bemanningssterkte Regionale aandachtspunten vanuit Binnenvaart Toezicht Regio’s
Lading
150.000 controles vooral door Douane en NVWA en ILT
Containers door scan
Zeeschepen
8500 inspecties
LNG-voortgestuwde schepen Laden/lossen, gevaarlijke stoffen Veiligheid Schoonmaak Scheepsafvalstoffen
Havenbeveiliging
370 inspecties
Risicovolle objecten voor terrorisme Oefeningen
Grenstoezicht
n.v.t.
Themacontrole voor bepaalde goederen en personen, illegale migratie, controles visserij en pleziervaart
Strategische goederen Sanctiemaatregelen Verdovende middelen Afvalstoffen Veterinair Kernenergiewet
Toezichtplan Vervoer over Water 2013 | 7
1 Inleiding 1.1 Doel Dit toezichtplan Vervoer over Water verschijnt jaarlijks. Het heeft tot doel om ondertoezichtstaanden inzichtelijk te maken welk soort controles de samenwerkende toezichthouders komend jaar willen houden in de binnenvaart en de zeehavens en welke aantallen inspecties daarbij horen. De ambities in het toezichtplan van 2013 zijn gebaseerd op de jaarplannen van de afzonderlijke toezichthouders en op het programma Vernieuwing Toezicht (voor toezicht met meer effect en minder last). Het plan is opgesteld binnen het COVW (Centraal Overleg Veiligheid te Water) en het DOZ (Directeurenoverleg Zeehavens). Het COVW voert de regie op de samenwerking in de binnenvaart en het DOZ die op de samenwerking in de zeehavens.
1.2 Opzet Het toezichtplan licht het toezicht op de binnenvaart toe in hoofdstuk 2. Daarna volgt het toezicht op de zeehavens. Dat is verdeeld in vier aspecten: lading (hoofdstuk 3), zeeschepen (hoofdstuk 4), havenbeveiliging (hoofdstuk 5) en grenstoezicht (hoofdstuk 6). Elk hoofdstuk beschrijft allereerst de voornaamste toezichthoudende instanties op het terrein. Vervolgens wordt teruggekeken op aansprekende resultaten uit het voorbije jaar (2012) en worden de speerpunten in het toezicht voor het komende jaar (2013) benoemd: zowel inhoudelijk als kwantitatief (in aantallen inspecties per toezichthouder). Een toelichting op de gebruikte begrippen en afkortingen is te vinden in de bijlage.
8
2 Toezicht op binnenvaart 2.1 Samenwerking De volgende toezichthouders werken onder regie van de ILT samen aan het toezicht op de binnenvaart: Tabel 1. Samenwerkende toezichthouders in de binnenvaart
Rijkswaterstaat (RWS)
Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)1
Politie2
Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Inspectie SZW)3
Haven Amsterdam (HA)
Havenbedrijf Rotterdam (HbR)
Waternet (gemeente Amsterdam)
Waterschap Rivierenland
Provincie Groningen, Friesland en Overijssel4
De directeuren van de verantwoordelijke toezichthouders bespreken in het Centraal Overleg Veiligheid te Water (COVW) een richting voor de handhaving op de binnenvaart: schip, lading, bemanning en operatie. Dit komt neer op risicogestuurd toezicht, uitgewerkt in een gezamenlijk inspectieprogramma. Daarnaast stuurt het COVW op projecten die het toezicht op de binnenvaart nog efficiënter en effectiever maken, zoals de ontwikkeling van Binnenvaart Toezicht Regio’s (BTR), integrale risicoanalyses, ontwikkeling van horizontaal toezicht (convenanten) en Inspectieview, een online applicatie waarmee toezichthouders inspectieresultaten kunnen uitwisselen.
2.2 Realisatie 2012 Handhaving Binnenvaartwet en drie speerpunten In 2012 hebben de toezichthouders ingezet op de verdere ontwikkeling van de handhaving van de Binnenvaartwet. Daarnaast hebben ze aandacht besteed aan twee gezamenlijk benoemde speerpunten: stabiliteit en vaartijden en bemanningssterkte. Ook hebben ze samen enkele acties georganiseerd in verschillende regio’s waaronder ontgassing van binnenvaartschepen, boord-boordoverslag (beide acties vonden plaats in het Rijnmondgebied), en controles op de containervaart op de Kreekraksluizen. Deze speerpunten zijn gekozen op basis van een risicoanalyse voor de binnenvaart in combinatie met nalevingscijfers op de verschillende onderdelen. De meest opvallende bevindingen bij de inspecties op de Binnenvaartwet in 2012 zijn: er is geen juiste Rijnvaartverklaring aanwezig (bij 10% van de schepen op de Nederlandse binnenwateren), een juist Certificaat van Onderzoek ontbreekt (11%), het vaartijdenboek is afwezig of onjuist (18%). Bij de Kreekrakinspecties valt op dat de stabiliteitsregels slechts matig worden nageleefd (21% onjuist). Sterkere regionale handhaving Ook is in 2012 de regionale handhavingsstructuur versterkt door de inrichting van Binnenvaart Toezicht Regio’s (BTR). Verder is gestart met de opzet van een integrale risicoanalyse op de binnenvaart, en van het toezicht op convenantpartijen. Daarmee kunnen de partijen gerichter toezicht houden.
2.3 Aandachtspunten 2013 Afstemming handhavingspartners De handhavingspartners treden stevig op bij ernstige overtredingen en tegen notoire overtreders. Tegelijkertijd 1 2 3 4
Voorheen Inspectie Verkeer en Waterstaat en VROM Inspectie. In 2013 is de Nationale Politie gevormd. Hierin is onder meer de Zeehavenpolitie en de KLPD opgegaan. Voorheen Arbeidsinspectie, Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst, en Inspectie Werk en Inkomen. Deze provincies zijn aangewezen voor de Binnenvaartwet. Toezichtplan Vervoer over Water 2013 | 9
willen zij vaarweggebruikers niet onnodig vaak controleren of willen ze niet harder optreden dan nodig is. Ze willen op het water zoveel mogelijk één gezicht tonen. Hiervoor gaan ze in 2013: • een gezamenlijke risicoanalyse ontwikkelen waarvan een eenduidige incidentenregistratie onderdeel is; • inspectieresultaten uitwisselen door het gebruik van Inspectieview; • een handhavingsrichtlijn opstellen met afspraken over acties na overtredingen van een bepaalde zwaarte. Twee prioriteiten op basis van risicoanalyse Op basis van een risicoanalyse (waar is de meeste ‘winst’ te behalen binnen de handhaving) hebben de handhavingspartners afgesproken om in 2013 extra aandacht te geven aan: • Stabiliteit van containerschepen: de aanwezigheid van de verplichte actuele stabiliteitsberekening aan boord van containerschepen. Voor het derde jaar wordt hieraan aandacht besteed. Er ontstaat langzaam een omslag in het denken bij de schippers: ze zijn zich bewuster van het risico van instabiliteit, waardoor de naleving verbetert; • Naleving van de vaar- en rusttijden en bemanningssterkte. Oververmoeidheid is eveneens een belangrijk veiligheidsrisico op de vaarwegen. Naleving van de geldende vaar- en rusttijden krijgt om die reden eveneens extra aandacht in de handhaving. De twee havenbedrijven (Amsterdam en Rotterdam) en Rijkswaterstaat blijven daarnaast ook bijzondere aandacht besteden aan de naleving van het Scheepsafvalstoffenbesluit. Regionale prioriteiten Verder zijn in de Binnenvaart Toezicht Regio’s regiospecifieke aandachtspunten benoemd. Deze zijn voor een deel gerelateerd aan gevaarlijk of hinderlijk vaargedrag. De BTR Rijnmond schenkt extra aandacht aan boord-boordoverslag en het ontgassen van binnenvaarttankschepen. In de BTR IJmond is extra aandacht voor duwbakken die onbeheerd in het gebied liggen, de zandvaart en recreatievaart in het Noordzeekanaalgebied, en de fastferry waarmee afspraken over het vaargedrag zijn gemaakt. In de BTR Zuid-West gaat het om twee punten: het over de ijk varen van de zandvaart, en het uitluisteren van de marifoon. De regio’s werken zelf de plannen uit, voeren ze uit en rapporteren hier landelijk over. Meer convenanten In 2011 zijn convenanten afgesloten met vijf binnenvaartreders die een goed nalevingsmanagement(systeem) hebben en in staat zijn steeds te verbeteren. Hiermee is de handhaving door de ILT, Rijkswaterstaat en de Havenbedrijven Rotterdam en Amsterdam verlegd van de individuele schepen naar de reder die de schepen exploiteert. In 2012 is het toezicht op deze convenanten verder ontwikkeld. In 2013 sluiten de gezamenlijke toezichthouders met meerdere goed presterende binnenvaartreders convenanten af.
2.4 Kwantitatief overzicht Tabel 2. Toedeling gezamenlijke inspecties naar toezichthouder in 2013
ADN
Milieu-controles (incl. SAV)
Binnenvaartwet
Thema’s (gezamenlijk)*
Bedrijf (audits)
Aantal inspecties
Havenbedrijf Rotterdam
1000
1000
Haven Amsterdam
160
110
50
320
760
715
1475
Rijkswaterstaat Politie
300
1050
1050
ILT
150
20
780
Totaal
2360
1890
1845
*
2300
(300)
32
982
32
6127**
bijvoorbeeld bemanningssterkte. Deze worden opgenomen als onderwerp in de reguliere inspecties. De inspecties vinden zo veel mogelijk op dezelfde manier plaats en soms samen met andere diensten. Diensten Havenbedrijf Rotterdam, Haven Amsterdam, Rijkswaterstaat en Politie voeren naast de geplande controles ook zogeheten ‘varende zichtinspecties’ uit. Bijvoorbeeld op te snel varen of varen langs de verkeerde oever. Deze zichtinspecties zijn niet in de cijfers meegenomen omdat het om heterdaad-overtredingen gaat.
**
10
3 Toezicht op lading 3.1 Samenwerking In het toezicht op de lading in de zeehavens werken de volgende toezichthouders samen: Tabel 3. Samenwerkende toezichthouders voor lading
Douane (coördinerend toezichthouder)
Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA)
Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)
Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond (DCMR)
Politie
Havenbedrijf Rotterdam (HbR)
Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Inspectie SZW)
Op basis van het Convenant Ladingregie Zeehavens dat in 2008 is gesloten, trekken zij samen op. De Douane heeft de regie. Iedere controlerende dienst heeft haar eigen taken en verantwoordelijkheden, en kiest bij de uitvoering daarvan voor samenwerking. Dat heeft al resultaten opgeleverd: er zijn minder verstoringen van logistieke processen, minder administratieve lasten, de ervaren toezichtlast is kleiner en de professionaliteit hoger.
3.2 Realisatie 2012 Meldpunt ingesteld voor de-bunkering Verschillende diensten houden toezicht op het overpompen van olie uit zeeschepen (de-bunkering). Dit gebeurt bijvoorbeeld als de brandstofolie niet aan de juiste specificaties voldoet. Niet altijd is meteen duidelijk onder welk toezichtstelsel die olie valt. Daarom hebben de toezichthouders voor deze gevallen een centraal meldpunt ingesteld. Het Havenbedrijf Rotterdam hebben ze aangewezen als aanspreekpunt namens de toezichthouders: die stemt af met de andere toezichthouders en bewaakt een snelle beslissing na de melding. Een kapitein wil immers snel kunnen de-bunkeren. Minder dubbele controles De gezamenlijke toezichthouders willen voorkomen dat een lading dubbel gecontroleerd wordt: door verschillende toezichthouders op verschillende momenten. Bij de Douane in Rotterdam is een meldpunt ingesteld waar bedrijven zulke dubbele controles kunnen melden. In 2012 zijn geen meldingen binnengekomen: een bewijs dat de regie op de ladingcontroles werkt. Toezichtsconvenanten, Regenboogteams en bestrijding illegale handel In 2012 zijn criteria en normen opgesteld voor rijksbrede toezichtsconvenanten. Toezichthouders betrekken elkaar bij de beoordeling van een bedrijf, zodat certificering en convenanten door de hele rijksoverheid gesteund worden. Verder is gestart met de uitbreiding van ladingregie naar andere zeehavens dan Rotterdam. Voor alle havengebieden zijn zogeheten Regenboogteams gevormd. In 2013 worden ze daadwerkelijk operationeel. In zo’n Regenboogteam wordt het toezicht op de lading dagelijks afgestemd, tussen: Douane, NVWA, ILT, Havenbedrijf Rotterdam, Koninklijke Marechaussee, Politie en Inspectie SZW. Zij beslissen welke lading5 gezamenlijk wordt geïnspecteerd. Ook hebben de verschillende toezichthouders als ‘oog en oor’ gefungeerd voor elkaar in het havengebied van Rotterdam. Dat is ook zinvol gebleken bij de bestrijding van de handel in koper dat van diefstal afkomstig is, en bij de bestrijding van het illegaal verladen van witgoedafval. 5
De Inspectie SZW inspecteert niet de lading maar de fysieke belasting van werknemers bij laden en lossen van lading. Toezichtplan Vervoer over Water 2013 | 11
Dvd en flyers gepubliceerd De toezichthouders op de lading hebben het afgelopen jaar een dvd Ladingregie Zeehavens uitgebracht, en vijf flyers over de speerpunten in de samenwerking. Dit zijn: gegaste containers, werkinstructie stuwage, gezamenlijke monsterploeg, tweede inspectiecompartiment, en eenheid in gasmetingen. Deze publicaties zijn te vinden op www.belastingdienst.nl (zoek op Customs Control Centres). Berichten en formulieren van de verschillende diensten die ondertoezichtstaanden gebruiken als ze containers aanleveren, zijn niet vervangen door één bericht of formulier. Dit stond wel in het jaarplan 2012, maar er is niet toe besloten omdat het een relatief omvangrijke automatiseringsinspanning vraagt.
3.3 Aandachtspunten 2013 Operationalisering van meldpunt, convenanten, uitbreiding naar andere zeehavens, en signaalfunctie Met de gerealiseerde punten van 2012 gaan de toezichthouders op lading in 2013 verder: • de nieuwe procedure voor melding en snelle besluitvorming bij de-bunkering die in 2012 tot stand is gekomen, wordt in de praktijk toegepast; • een aantal bedrijven wordt geselecteerd om te beoordelen of met die bedrijven een rijksbreed toezichtsconvenant kan worden afgesloten; • regie op de lading wordt uitgebreid naar de andere zeehavens dan Rotterdam. De aanpak wordt in goed overleg tussen de toezichthouders en het havenbedrijfsleven afgestemd op de lokale situatie; • de toezichthouders passen de oog-en oorfunctie verder toe: ze signaleren activiteiten die strijdig zijn met de wet- en regelgeving, aan de gespecialiseerde toezichthouder. Voor 2013 worden bepaalde thema’s en aandachtsvelden geselecteerd hiervoor. Doel is onder meer om bonafide bedrijven te beschermen tegen oneerlijke concurrentie. Onderzoek om goederen sneller te kunnen vrijgeven Voor goed toezicht is het nodig in bepaalde situaties monsters te nemen of nader onderzoek te doen. De toezichthouders zullen onderzoeken of door een andere taakverdeling tussen de monsternemers en specialisten van de toezichthouders de responstijd kan worden bekort, en daarmee de wachttijd voor het vrijgeven van de goederen. Supd@x wordt in gebruik genomen Ervaring is opgedaan met de toepassing van Supply Chain Data Exchange (Supd@x) bij de business case Import Veterinaire Goederen in de Rotterdamse haven. Supd@x maakt het mogelijk aangeleverde gegevens te hergebruiken, gegevens uit te wisselen tussen de verschillende aangifte- en meldingsystemen van de overheid, en statusinformatie over de controle beschikbaar te stellen aan overheden en ladingbelanghebbenden. Supd@x veterinair wordt voorjaar 2013 in gebruik genomen en biedt dan inzicht in de status van de behandeling bij de NVWA en de Douane.
12
3.4 Kwantitatief overzicht Tabel 4. Toedeling gezamenlijke inspecties naar toezichthouder in 2013
Toezichthouder
Inspectieonderwerp
Douane
Containers door scan bij binnenbrengen Containers door scan bij uitgaan Fysieke controle containers binnenbrengen Fysieke controles containers uitgaan Fysieke controles Sagitta invoer Fysieke controles Sagitta uitvoer
Aantal 42.000 6600 7500 7400 19.000 17.500
Nederlandse Voedselen Warenautoriteit
Veterinaire controle bij invoer Veterinaire controle bij doorvoer Importcontroles Levensmiddelen en Productveiligheid
41.000 2500 7500
ILT
Containers (PRISMA) RoRo-trailers Tankcontainers Vuurwerk Bedrijfsinspecties Container stukgoed Off shore-inspecties Thematische controles Zeeschepen
350 50 350 200 125 350 50 4 200
Politie
Zeevaartcontroles
500
ILT, Douane, Politie, ketenpartners
EVOA: gezamenlijke controledagen haveninspecties ILT inspecties Politie
5 250 300
Inspectie SZW
Aanrijdgevaar, fysieke belasting
150
Toezichtplan Vervoer over Water 2013 | 13
4 Toezicht op zeeschepen 4.1 Samenwerking De volgende toezichthouders houden veiligheids- en milieutoezicht op zeeschepen die de havengebieden van Rotterdam en Amsterdam aandoen: Tabel 5. Samenwerkende toezichthouders voor zeeschepen Havenmeesters Rotterdam en Amsterdam (coördinerend toezichthouder)
Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)
Havenmeesters van Beverwijk, Zaanstad en Velsen/IJmuiden
Politie
Deze reguliere toezichthouders kunnen in specifieke gevallen een beroep doen op andere toezichthouders. Vanuit het toezicht op lading en grenzen nemen zij een signalerende rol op zich, als zij toch al aan boord zijn voor hun eigen inspectie. Op deze wijze wordt de efficiëntie verhoogd en worden dubbele bezoeken voorkomen. Onder leiding van de havenmeesters Rotterdam en Amsterdam hebben 18 partijen op 16 december 2009 een samenwerkingsconvenant ondertekend. Dat dient als leidraad voor de optimalisatie van het toezicht, onder het motto ‘meer effect, minder last’. In Rotterdam zijn er afspraken tussen Havenbedrijf Rotterdam, de ILT en Politie: deze partijen wisselen hun planningen uit. In Amsterdam zijn er afspraken tussen Haven Amsterdam en de ILT. Met Politie is het overleg hierover gestart. Er zijn twee regionale coördinatiecentra, die dagelijks de inspecties plannen, de inspectieresultaten verzamelen, en het toezicht afstemmen tussen de diverse toezichthouders. Zowel de ILT als de havens inspecteren zeeschepen risicogestuurd. Dit gebeurt bij de ILT vanuit een opgelegd kader van de Europese regelgeving; bij de havens vanuit de thema’s uit de jaarplannen. De inspectiecapaciteit wordt ingezet op de meest risicovolle activiteiten in de havens.
4.2 Realisatie 2012 Informatie over schepen op de Noordzee via het MIK Sinds 2012 wordt er informatie uitgewisseld met toezichthouders op de Noordzee, daar waar er een relatie is met de havens. Die uitwisseling verloopt via het Maritiem Informatie Knooppunt (MIK) van de Kustwacht (Den Helder). De toezichthouders in de keten (Noordzee-havens) informeren elkaar over bijvoorbeeld risicoschepen. Nieuwe havenverordening Noordzeekanaal In juli 2012 is in de regio Amsterdam Noordzeekanaalgebied een nieuwe havenbeheersverordening van kracht geworden: de Regionale Havenverordening Noordzeekanaal 2012. Hiervoor is de verordening van de haven Rotterdam de basis geweest. WVVS-toezicht ook door havenbeheerders De medewerkers van de Divisie Havenmeester Rotterdam en Haven Amsterdam hebben in 2012 toezichthoudende bevoegdheden gekregen voor de WVVS: de Wet Voorkoming Verontreiniging door Schepen. Hierdoor kan de samenwerking op het gebied van MARPOL-handhaving nog beter gestalte krijgen, omdat ze nu zelf medetoezichthouder zijn naast de ILT. Daartoe is een convenant/werkafspraak tussen de ILT en de havenbeheerders opgesteld.
14
Safe Sea Net gebruikt In Safe Sea Net (SSN) leveren Nederlandse zeehavens gegevens aan over (verwachte) aankomst en vertrek van schepen en gevaarlijke lading. Deze gegevens worden doorgestuurd naar het Europese SSN-systeem. Dit maakt het mogelijk eventuele incidenten op zee snel af te handelen en risicoschepen te selecteren voor inspecties. Inmiddels zijn alle zeehavens erop aangesloten: naast Rotterdam en Amsterdam ook Harlingen, Scheveningen, Den Helder, Zeeland en Groningen. De zeehavens leveren informatie aan Rijkswaterstaat. Die is verantwoordelijk voor verzameling en verdere distributie.
4.3 Aandachtspunten 2013 Fysiek toezicht wordt beter afgestemd Meer algemene regels en minder ontheffingen dringen de administratieve lasten terug. Er is al één loket voor administratieve afhandeling (de havencoördinatiecentra). Daarnaast worden operationele afspraken gemaakt in de regio over de taakverdeling voor fysiek toezicht. Risicomodel voor individuele schepen Zowel de ILT als de havens inspecteren zeeschepen risicogestuurd. Dit gebeurt bij buitenlandse schepen in Nederlandse havens vanuit een opgelegd kader van de Europese regelgeving; bij Nederlandse schepen vanuit een risico-inventarisatie van ILT en bij de havens vanuit de thema’s uit de jaarplannen. De inspectiecapaciteit van de Nederlandse havenautoriteiten wordt ingezet op de meest risicovolle activiteiten in de havens, zoals het vervoer van gevaarlijke stoffen. In 2013 wordt een risicomodel ontwikkeld voor individuele schepen (de huidige risicoanalyse is gericht op activiteiten in de haven). Die schepen worden gescoord op diverse onderwerpen, leidend tot een overall score. De ranking is één van de aspecten die worden meegewogen in de toewijzing van inspectiecapaciteit. LNG-voortgestuwde schepen Een gezamenlijk nieuw beleidsonderwerp binnen het toezicht op de zeeschepen worden LNGvoortgestuwde schepen en hun impact op de risico’s in de haven. LNG staat voor Liquid Natural Gas, vloeibaar gemaakt aardgas. Deze manier van voortstuwing is nieuw: voor het eerst gaan schepen varen op een brandstof met een laag vlampunt. Omdat de handelingen hiervoor (zoals bunkeren van LNG) minder regulier zijn, is extra toezicht geboden. Twee speerpunten voortgezet Twee bestaande aandachtspunten worden in 2013 voortgezet: • Inspectieview Binnenvaart wordt uitgebreid met toezichtgegevens over zeeschepen; • Er wordt verdergegaan met het afsluiten van convenanten met rederijen: hierin staan prestatieafspraken en een audit vastgelegd, ‘in ruil voor’ minder inspecties.
4.4 Kwantitatief overzicht Tabel 6. Toedeling gezamenlijke inspecties naar toezichthouder in 2013
HA
HbR
ILT
Laden/lossen en gevaarlijke stoffen
700
2750
1350
Externe veiligheid
170
300
Schoonmaken
25
1550
Scheepsafvalstoffen
250
2600
1507
Bedrijfsvoering en veiligheid schip
320
700
1685
Totaal*
900
5000
3035
*
Politie
notk
Het totaal is minder dan de som omdat tijdens de inspecties naar meerdere onderwerpen tegelijk wordt gekeken. Welke en hoeveel precies hangt nog af van de risicoanalyse, de activiteiten op het schip en de situatie die de inspectie aantreft.
Toezichtplan Vervoer over Water 2013 | 15
5 Toezicht op havenbeveiliging 5.1 Samenwerking Binnen de havenbeveiliging wordt geïnspecteerd of havenfaciliteiten voldoen aan de regelgeving op het gebied van beveiliging tegen onder meer terrorisme. De volgende toezichthouders werken hieraan samen: Tabel 7. Samenwerkende toezichthouders voor havenbeveiliging
Havenmeesters van Rotterdam en Amsterdam (coördinerend toezichthouders) Politie Signaaltoezichthouders Rotterdam: Roeiersvereniging Eendracht (RVE), Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)
Signaaltoezichthouders Amsterdam: Politie, Koninklijke Marechaussee, Douane, Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT)
In de Havenbeveiligingswet zijn de volgende internationale regels in Nederland geïmplementeerd: de International Ship and Port Security (ISPS) Code, de EU-verordening 725/2004 en de Richtlijn 2005/65/EG. De wet stelt de burgemeesters van gemeenten met een zeehaven verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving ervan. De burgemeesters hebben de havenmeesters van Rotterdam en Amsterdam gemandateerd en aangewezen als Port Security Officer (PSO) in hun regio. Zij zijn dan ook coördinerend toezichthouder op dit subdomein. De ILT is aangewezen als tweedelijnstoezichthouder door de burgemeester/de PSO. De Politie is in Rotterdam medetoezichthouder. Daarnaast is de Roeiersvereniging Eendracht (RVE) in Rotterdam signaaltoezichthouder. In de regio Amsterdam Noordzeekanaal opereren verschillende signaaltoezichthouders. Tijdens inspecties voor Port State Control en Vlaggestaatcontrole houden de inspecteurs van ILT bij ieder bezoek aan een schip ook signaaltoezicht op de beveiliging van de havenfaciliteit. De bevindingen hiervan geven ze ieder kwartaal door aan de PSO van de gemeenten. De Politie wordt in beide regio’s geïnformeerd wanneer de scheepsbeveiligingsinformatie (die havens verplicht vooraf moeten leveren) hiertoe aanleiding geeft. De Politie beheert het meldpunt Port Security waar alle landelijke meldingen binnenkomen die als basis dienen voor dreigingsanalyses. Verder is er een Landelijk Overleg Toetsing en Handhaving (LOTH) onder voorzitterschap van de Politie waarin landelijk wordt afgestemd over Port Security.
5.2 Realisatie 2012 Werkgebied van Port Security Officer Rotterdam uitgebreid De Havenbeveiligingswet is van toepassing op objecten in het havengebied die voor terrorisme risicovol zijn. Dit zijn zowel havenfaciliteiten (zoals bedrijven) als niet-havenfaciliteiten (zoals bruggen, sluizen en waterkeringen). Om te voldoen aan de wetgeving geeft de Port Security Officer goedkeuring aan het beveiligingsplan van havenfaciliteiten en andere risicovolle objecten. Ook organiseert hij het toezicht en treedt zo nodig handhavend op. Door de samenwerking van Havenbedrijf Rotterdam met Zeehaven Dordrecht zijn ook Zwijndrecht, Papendrecht en Alblasserdam in 2012 toegevoegd aan het werkgebied van de Port Security Officer.
16
Havenbeveiliging bijna volgens norm Het beveiligingsniveau is volgens de normen in Rotterdam voldoende als de beveiligingsinspecteurs gemiddeld een 7,1 geven op een schaal van 1 tot 10. Daar waar de beveiliging in het verleden als onvoldoende werd beoordeeld, is er in Rotterdam en de Drechtsteden frequenter geïnspecteerd. De bedrijven scoorden in 2012 gemiddeld een 7,01. De beoordeling van de havenfaciliteiten door de toezichthouders van Haven Amsterdam mondt niet uit in een score.
5.3 Aandachtspunten 2013 Opvolging aanbevelingen EU-commissie In oktober 2012 is een internationale werkgroep namens de EU-commissie de havenbeveiliging komen auditen. De aanbevelingen van de commissie worden gecommuniceerd met de PFSO’s van de havenfaciliteiten: de Port Facility Security Officers en met de Port Security Officers van andere Nederlandse zeehavens in het LOTH. Verplichte oefeningen Verder zal er aandacht blijven voor de naleving van de verplichte oefeningen: de havenfaciliteiten moeten vier keer per jaar een drill oefenen en één keer per jaar een exercise houden met een externe partner (zoals een Ship Security Officer). Doel is te oefenen met communicatie, coördinatie, inzet van mensen en middelen van de deelnemers.
5.4 Kwantitatief overzicht Tabel 8. Toedeling gezamenlijke inspecties naar toezichthouder in 2013
Toezichthouder
Gepland aantal inspecties
Onderwerp
Havenmeester Rotterdam Politie
220 in de Regio Rotterdam en Drechtsteden
havenfaciliteiten
300 oefeningen Incidentenrapportages
Havenmeester Amsterdam
150 in de Regio Amsterdam
havenfaciliteiten
Oefeningen Incidentenrapportages
totaal
370
Toezichtplan Vervoer over Water 2013 | 17
6 Toezicht op grenzen 6.1 Samenwerking In het toezicht op de maritieme grenzen zijn twee toezichthouders actief: Tabel 9. Samenwerkende toezichthouders voor grenstoezicht Nationale Politie/Regionale Eenheid Rotterdam/District Zeehavenpolitie (ZHP) in het Rotterdamse havengebied
Koninklijke Marechaussee (KMar) in het Amsterdamse havengebied en in Hoek van Holland en Europoort
Grenstoezicht bestaat uit grenscontrole en grensbewaking. Grenscontrole wordt verricht bij een doorlaatpost. Hier wordt gecontroleerd of de betrokken personen, hun vervoermiddelen en de voorwerpen in hun bezit, het grondgebied van Nederland mogen binnenkomen of verlaten. Hierbij worden onder meer paspoorten en visa gecontroleerd. Grenstoezicht wordt landelijk uitgevoerd door de Koninklijke Marechaussee (KMar), met uitzondering van de haven van Rotterdam. Daar voert de Regionale Eenheid Rotterdam/District Zeehavenpolitie (ZHP) het grenstoezicht uit. In het Rotterdamse havengebied zijn de grenscontroles vooral gericht op de bemanningen van vrachtschepen. In het nabijgelegen Hoek van Holland en Europoort voert de KMar ferrycontroles uit, die zijn gericht op grote aantallen passagiers. In Amsterdam komen daar ook de passagiers van cruiseschepen bij. Grensbewaking richt zich op het tegengaan van illegale migratie en grensoverschrijdende criminaliteit en is niet beperkt tot de doorlaatposten. Het grenstoezicht op personen is vastgelegd in Europese regelgeving (Schengen Grens Code, SGC) en nationale wetgeving (Vreemdelingenwet). Omdat de twee toezichthouders een eigen geografisch werkgebied hebben, is operationele samenwerking slechts beperkt mogelijk en nodig. Samenwerking krijgt steeds meer gestalte in informatie-uitwisseling en gelijke processen. Of een schip wordt gecontroleerd is wettelijk gereguleerd (via ‘Schengen’) en is niet direct gerelateerd aan het nalevingsniveau van het bedrijf/schip. De Zeehavenpolitie en KMar voeren wel risicogestuurd toezicht uit: aan de hand van een set risico-indicatoren maken ze een risico-inschatting en stellen ze vast welk soort controle passend is voor het schip en welke controle prioriteit moet krijgen. Daarvoor werken ze met het risicomanagementsysteem ZUIS (Zeescheepvaart Uitbreidbaar Integraal Systeem). Op grond hiervan worden alle zeeschepen in elk geval administratief gecontroleerd naast de fysieke controles. ZHP en KMar willen maximaal bijdragen aan de veiligheid van Nederland. Met andere woorden: zo snel mogelijk, goed gecontroleerd, reizigers de grens laten passeren of op goede gronden de toegang weigeren. Adequaat grenstoezicht vóór mobiliteit van bonafide reizigers, tégen illegale migratie.
6.2 Realisatie 2012 Visuminformatiesysteem verder doorgevoerd KMar en ZHP hebben samengewerkt aan het synchroniseren van processen en informatie. Na de gedeeltelijke implementatie in 2011 is in 2012 het Europees Visuminformatiesysteem (EU-VIS) verder doorgevoerd. In dit systeem worden biometrische kenmerken (gezicht en vingerafdrukken) geverifieerd en/of afgenomen. Vanaf juni 2012 worden visa aan de maritieme grens opgeslagen in EU-VIS.
18
6.3 Aandachtspunten 2013 Extra cruiseschepen te Amsterdam, efficiëntere controles In 2013 wordt een toename van passagiers verwacht vanwege het steeds grotere aantal cruiseschepen dat Amsterdam (de passagiersterminal, PTA) aandoet. De werkzaamheden voor een efficiëntere afhandeling van inreiscontroles bij de cruisevaart door KMar worden onverminderd voortgezet. Onder meer door de uitbreiding met een biometrisch afgiftestation EU-VIS bij de Passengers Terminal Amsterdam. Acties na gewijzigde Schengen Grens Code De verordening over de overschrijding van de grenzen door personen, de Schengen Grenscode, is vanaf 2006 van kracht. Op basis van de ervaringen in de eerste jaren, wordt in Europees verband gewerkt aan een aantal wijzigingen. Dit proces bevindt zich in een vergevorderd stadium. De verwachting is dat de wijzigingen in de loop van 2013 van kracht zullen worden. Na invoering van de vernieuwde wetgeving worden waar relevant de werkprocessen in de uitvoering van het grenstoezicht herijkt. Signaaltoezicht: oog en oor In de haven van Rotterdam continueert de ZHP de oog-en-oorfunctie voor het Havenbedrijf Rotterdam voor de controle op scheepsafvalstoffen (in het bijzonder huishoudelijk afval). Wanneer tijdens reguliere werkzaamheden potentiële onregelmatigheden worden aangetroffen, dan wordt de verantwoordelijke toezichthouder hiervan op de hoogte gebracht. Voorbereiding Maritiem Single Window De introductie van een Maritiem Single Window in 2015 is een belangrijke stap in de vereenvoudiging van de administratieve lasten in de maritieme sector. Deze MSW gaat ook de grensautoriteiten voorzien van de informatie die zij nodig hebben voor hun werkprocessen. 2013 wordt belangrijk voor de ontwikkeling van MSW en geavanceerde informatiesystemen voor bemanning- en passagiersgegevens. Daarbij wordt onderzocht hoe de informatie kan worden ontsloten met bestaande systemen en in hoeverre aansluiting mogelijk is bij API (Advance Passenger Information, dat op dit moment voor de luchtvaart wordt doorontwikkeld). Gezamenlijke acties Tot slot zijn vier gezamenlijke acties benoemd: • in de havens van Rotterdam en Amsterdam worden in samenwerking met ketenpartners gecoördineerde acties uitgevoerd voor het toezicht op goederen en personen; • op projectbasis worden informatiegestuurde controles uitgevoerd in en rond de havens om illegale migratie in een zo vroeg mogelijk stadium tegen te gaan; • er worden evenals voorgaande jaren landelijke controleacties op visserij en pleziervaart gehouden. Deze acties zijn gebaseerd op de gezamenlijke risicoanalyse van KMar, ZHP en Douane; • de KMar gaat voor controles en gezamenlijke acties intensiever samenwerken met Douane en Nationale Politie op knooppunten. Dit geldt ook voor innovatie in informatievoorziening en communicatiesystemen. Voor een verkenning naar de doorontwikkeling van ZUIS naar API werkt KMar samen met de Zeehavenpolitie.
Toezichtplan Vervoer over Water 2013 | 19
Bijlage. Afkortingen en begrippen Aanrijdgevaar gevaar om aangereden te worden (arbeidsrisico) ADN European Agreement concerning the International Carriage of Dangerous Goods by Inland Waterways, regeling voor vervoer van gevaarlijke stoffen API Advance Passenger Information Boord-boordoverslag de overslag van goederen tussen twee schepen BSW Binnenvaart Single Window BTR Binnenvaart Toezicht Regio’s COVW Centraal Overleg Veiligheid te Water CvO Certificaat van Onderzoek DCMR Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond De-bunkering overpompen van olie uit zeeschepen DOZ Directeurenoverleg Zeehavens EU-VIS Europees Visuminformatiesysteem EVOA Europese Verordening overbrenging afvalstoffen Externe veiligheid de veiligheid van de omgeving bij een bepaalde activiteit HA Haven Amsterdam HbR Havenbedrijf Rotterdam Horizontaal toezicht Toezicht waarbij de ondertoezichtstaande eigen verantwoordelijkheid neemt in ruil voor vertrouwen vanuit de overheid. HR Havenmeester Rotterdam ILT Inspectie Leefomgeving en Transport Inspectieview een online applicatie waarmee toezichthouders inspectieresultaten kunnen uitwisselen ISPS International Ship and Port Security KMAR Koninklijke Marechaussee LNG Liquid Natural Gas, vloeibaar gemaakt aardgas LOTH Landelijk Overleg Toetsing en Handhaving MARPOL International Convention for the Prevention of Pollution From Ships (afgeleid van Maritime Pollution, conventie voor tegengaan van vervuiling door schepen) MIK Maritiem Informatie Knooppunt MSW Maritiem Single Window NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit PFSO Port Facility Security Officer PRISMA pre arrival risk management PSO Port Security Officer PTA Passagiers Terminal Amsterdam Regenboogteams teams waarin toezichthouders op lading vertegenwoordigd zijn Risicogestuurd toezicht prioriteit geven aan toezicht waar risico’s het grootst zijn RoRo roll on roll off RVE Roeiersvereniging Eendracht RWS Rijkswaterstaat Sagitta-invoer informatiesysteem van Douane voor doen van aangifte voor invoer SAV Scheepsafvalstoffenverdrag SGC Schengen Grens Code SZW Sociale Zaken en Werkgelegenheid WVVS Wet Voorkoming Verontreiniging door Schepen Zichtinspecties inspecties op afstand, niet daadwerkelijk aan boord van een schip ZUIS Zeescheepvaart Uitbreidbaar Integraal Systeem 20
Dit is een uitgave van de samenwerkende toezichthouders: • • • • • • • • •
Inspectie Leefomgeving en Transport Havenbedrijf Rotterdam Haven Amsterdam Politie Koninklijke Marechaussee Rijkswaterstaat Douane Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid
www.inspectieloket.nl Februari 2013