DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP

CONVENANT INSPECTIES AAN BOORD VAN ZEESCHEPEN PARTIJEN A. HOOFDTOEZICHTHOUDERS: 1. (a) De havenmeester van Havenbedrijf Rotterdam N.V. (HR) voor de regio Rotterdam-Rijnmond en (b) de havenmeesters (CNB Havens) (i) Haven Amsterdam resorterend onder de Gemeente Amsterdam (HA) (ii) Gemeente Beverwijk (HB) (iii) Gemeente Zaanstad (HZ) (iv) Milieudienst IJmond resorterend onder de Gemeente Velsen (MIJ) voor het Amsterdam-Noordzeekanaalgebied 2. Inspectie Verkeer en Waterstaat, Toezichteenheid Zeevaart (IVW), Inspectieeenheden (a) Havenstaat (IVW-PS) (b) Vlaggenstaat (IVW-FS) en (c) Gevaarlijke Stoffen (IVW-GS) 3. (a) Het Korps Landelijke Politie Diensten, Dienst Waterpolitie (KLPD-DW) en (b) de Zeehavenpolitie, Varende Dienst (ZHP-VD) 4. de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit voor de Voedsel en Warenautoriteit (VWA) B. TOEZICHTHOUDERS OP AFSTAND: 5. de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor de Arbeidsinspectie (AI) 6. de GGD (a) Amsterdam-Amstelland (GGD-AA) (b) Kennemerland (GGD-K) (c) Rotterdam-Rijnmond (GGD-RR) (d) Zaanstreek Waterland (GGD-ZW) 7. Rijkswaterstaat (RWS) 8. VROM-Inspectie (VROM-I) C. SIGNAALTOEZICHTHOUDERS: 9. Douane (Douane) 10. (a) Koninklijke Marechaussee (KMar) en de (b) Zeehavenpolitie, Grenstoezicht (ZHP-GT) Hierna gezamenlijk te noemen "Partijen", gelet op hun Publiekrechtelijke Taken en met inachtneming van de op hen van toepassing zijnde weten regelgeving (zie bijlage 1); OVERWEGENDE DAT 1. Het Kabinet in het Programma Vernieuwing Toezicht de ambitie heeft neergelegd om het overheidstoezicht te moderniseren en daarmee de effectiviteit van het overheidstoezicht te vergroten en de lastendruk te verlagen onder het motto "meer effect, minder last"; 2. De Inspectieraad is ingesteld om de structurele samenwerking tussen de Rijksinspecties te bevorderen en verantwoordelijk is voor de uitvoering van het Programma Vernieuwing Toezicht; 3. Het toezicht is georganiseerd in Domeinen waar veel toezichtlast voorkomt, waaronder het Domein Vervoer over Water; 4. Het Domein Vervoer over Water is onderverdeeld in Zeehavens en Binnenvaart;

Convenant Domein Vervoer over Water Zeehavens, Aspect Schip

versie 1.9 13 juli 2009

1/10

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP 5. Zeehavens een viertal Aspecten kent waarop toezicht wordt gehouden, waaronder het Aspect Schip; 6. Partijen allen vanuit een andere invalshoek en vanuit eigen Bestuurlijke Verantwoordelijkheid op grond van verschillende wetten direct dan wel indirect betrokken zijn of worden bij het toezicht op de naleving van de weten regelgeving in het Domein Vervoer over Water, Zeehavens, Aspect schip en van daaruit Inspecties (doen) uitvoeren aan boord van zeeschepen (zie bijlage 2 voor een inventarisatie van de rolverdeling bij inspecties aan boord van zeeschepen per ultimo 2008); 7. Partijen het van belang vinden dat de toezichtlast die de onder toezicht gestelde zeeschepen (hierna te noemen 'Inspectieobjecten') ervaren, wordt teruggebracht onder gelijktijdige verhoging van de effectiviteit en efficiëntie van het overheidstoezicht in het Domein Vervoer over Water, Zeehavens, Aspect schip; 8. Partijen in 2008 en 2009 de intentie hebben uitgesproken om vanuit een samenwerkingsverband hun werkzaamheden op het gebied van overheidstoezicht in het Domein Vervoer over Water, Zeehavens, Aspect schip met behoud van ieders Bestuurlijke Verantwoordelijkheid af te stemmen, regionaal te coördineren c.q. operationele werkzaamheden waar mogelijk gezamenlijk te organiseren en op elkaar aan te laten sluiten; 9. Het bovenstaande in overeenstemming is met het kabinetsbeleid in het licht van het Programma Vernieuwing Toezicht; 10. Ervoor gekozen is te beginnen bij de zeehavens Amsterdam en Rotterdam. Andere havens zullen worden uitgenodigd op een geschikt moment aan te sluiten; 11. Partijen zich bewust zijn van de grenzen die de weten regelgeving op het gebied van Bescherming Persoonsgegevens (Wbp) stelt aan het uitwisselen van Persoonsgegevens; 12. Partijen de door hen afgesproken vorm en inhoud van de samenwerking in dit Convenant vastleggen en zich ten opzichte van elkaar verbinden om in overeenstemming met hetgeen in dit Convenant is bepaald, te handelen.

KOMEN ALS VOLGT OVEREEN Titel van het Convenant Dit Convenant kan worden aangehaald als: "Convenant Inspecties aan boord van zeeschepen". Bijlagen De volgende bijlagen maken integraal onderdeel uit van dit Convenant. - Bijlage 1: Overzicht Publiekrechtelijke Taken per Partij - Bijlage 2: Inventarisatie Rolverdeling inspecties aan boord van zeeschepen ultimo 2008 - Bijlage 3: Streefbeeld Rolverdeling inspecties aan boord van zeeschepen ultimo 2011 - Bijlage 4: Overzicht van Contactpersonen - Bijlage 5: Definities Doelstellingen van het Convenant 1. Het Convenant is gericht op een nadere afstemming van werkzaamheden door Partijen met als resultaat minder toezichtlast voor Inspectieobjecten onder gelijktijdige verhoging van de effectiviteit en efficiëntie van het overheidstoezicht in het Domein Vervoer over Water, Zeehavens, Aspect Schip. 2. De afstemming van werkzaamheden richt zich daarbij - waar nodig, mogelijk en voor zover wettelijk toegestaan – op de volgende ambities: a. het harmoniseren, vereenvoudigen en verbeteren van de regelgeving ter bevordering van uniformiteit in toezicht, een level playing field en minder toezichtlast; b. het verhogen van de naleving door gezamenlijke communicatie met Inspectieobjecten voor: - het ontvangen van gegevens, vragen en klachten; - het aanvragen/verlenen van vergunningen/ontheffingen; - het verstrekken van informatie en nalevingsondersteuning door middel van onder andere voorlichting; Convenant Domein Vervoer over Water Zeehavens, Aspect Schip


2/10

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP c.

toewijzing van toezichtcapaciteit op basis van risicobepalende selectiecriteria (via Gezamenlijke Targetting dan wel Risicoanalyse1), waarbij bewezen naleving van de wet- & regelgeving leidt tot vermindering van het aantal Inspecties voor het Inspectieobject; d. het maken van een gezamenlijk Inspectieprogramma en de onderlinge uitwisseling en regionale afstemming van de daaruit voortvloeiende operationele inspectieplanning teneinde de toezichtcapaciteit efficiënt en effectief in te zetten met als streven één inspectie per te inspecteren schip zo vroeg mogelijk na aankomst, tenzij blijkt (uit de gegevens / inspectie) dat aanvullende inspectie(s) nodig is/zijn; e. coördinatie van de uitvoering van de inspectie vanuit één regionaal coördinatiecentrum, uitgaande van: - Zo goed mogelijke afstemming van Inspecties en werkmethodes op de praktijk van de Inspectieobjecten, teneinde hun processen zo min mogelijk te verstoren; - Medetoezicht op basis van het Huisarts / Specialist Model; - Uitbreiding van het Signaaltoezicht door en voor Partijen (oog en oorfunctie); - Bevordering van gelijke en kwalitatief hoogwaardige deskundigheid, houding en gedrag van betrokken inspecteurs; f. onderlinge uitwisseling van Inspectiegegevens en -resultaten ten behoeve van Risicoanalyse en rapportagedoeleinden.

UITVOERING CONVENANT Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van Partijen - De kern van de samenwerking tussen Partijen ligt in de afstemming van Inspecties aan boord van zeeschepen in het kader van het Domein Vervoer over Water, Zeehavens, Aspect schip, waarbij de functie, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de deelnemende Partijen worden gerespecteerd. - Partijen maken jaarlijks een gezamenlijk Inspectieprogramma met daarin het aantal uitgevoerde en geplande Inspecties en de bereikte resp. te bereiken resultaten. - Elke Partij kan besluiten haar Publiekrechtelijke Taken geheel of gedeeltelijk over te dragen aan één of meer andere Partij(en) die daarmee Medetoezichthouder worden. Medetoezicht kan uitsluitend plaatsvinden wanneer de Hoofdtoezichthouder dit is overeengekomen met de Medetoezichthouder(s). Waar nodig zal de Hoofdtoezichthouder hiervoor Mandaat verlenen aan de Medetoezichthouder(s). - Elke Partij spant zich in het kader van het Domein Vervoer over Water, Zeehavens, Aspect Schip in om tijdens Inspecties aan boord van zeeschepen voor de niet bij de Inspectie aanwezige Partijen Signaaltoezicht uit te voeren. Daarbij is sprake van Actief Signaaltoezicht wanneer dit geschiedt op uitdrukkelijk verzoek van de Hoofdtoezichthouder voor het betreffende Inspectieonderwerp en Passief Signaaltoezicht wanneer toevalligerwijs geconstateerde misstanden aan de Hoofdtoezichthouder worden doorgegeven (awareness). - Waar nodig zal de Hoofdtoezichthouder de Mede- en Signaaltoezichthouder(s) voorzien van de voor hun rol benodigde kennis en ervaring. - Partijen werken in daartoe aanleiding gevende gevallen samen bij de ontwikkeling van nieuwe werkwijzen, opleidingen, trainingen, checklists en/of procedures ter ondersteuning van Signaaltoezicht en Medetoezicht. - Tussen Partijen worden in goed overleg verdere afspraken gemaakt omtrent de inhoud, omvang en kwaliteit van de te verrichten (operationele) werkzaamheden. De onderling gemaakte afspraken kunnen worden uitgewerkt in specifieke overeenkomsten en/of bijlage(n) bij dit Convenant. Bij het opstellen hiervan zal in overeenstemming met de geest van dit Convenant worden gehandeld. - Partijen streven ernaar het in bijlage 3 opgenomen Streefbeeld in 2011 gerealiseerd te hebben, voor zover in het Streefbeeld geen andere einddatum is aangegeven. - Waar nodig worden Hulpmiddelen ingezet. 1

NB: Voor het analyseren van alle beschikbare gegevens en het opstellen van analyses die tot personen herleidbaar zijn, biedt de Wbp geen grondslag, gegeven de geheimhoudingsplicht die geldt voor Partijen. Risicoanalyses die herleidbaar zijn tot personen zijn daarom alleen mogelijk als daarvoor een wettelijke basis wordt gecreëerd. Convenant Domein Vervoer over Water Zeehavens, Aspect Schip


3/10

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP Rolverdeling per Inspectieonderwerp Toezichthouders kunnen per inspectieonderwerp verschillende rollen bekleden. Er zijn vier rollen waarin daadwerkelijk fysieke of administratieve controles worden uitgevoerd: − De Hoofdtoezichthouder − De Medetoezichthouder − De Signaaltoezichthouder − De Toezichthouder op Afstand De Hoofdtoezichthouder is Bestuurlijk Verantwoordelijk voor het betreffende Inspectieonderwerp. Hij kan hiertoe zelf Hoofdtoezicht uitvoeren, maar kan zich op basis van onderlinge afspraken bij de uitvoering ook door Mede- en Signaaltoezichthouders laten ondersteunen. De Hoofdtoezichthouder stelt daarbij het toezichtbeleid en toezichtplan (risicoprofielen, prioriteiten, interventiebeleid etc.) vast, die voor de Mede- en Signaaltoezichthouder leidend zijn. Hij is tevens verantwoordelijk voor het maken van heldere afspraken voor de samenwerking. De Medetoezichthouder voert op verzoek van en volgens de instructies van de Hoofdtoezichthouder Medetoezicht uit op het Inspectieonderwerp dat onder de Bestuurlijke Verantwoordelijkheid van de Hoofdtoezichthouder valt. Hij rapporteert daarover aan de Hoofdtoezichthouder. De Signaaltoezichthouder (oog- en oorfunctie) signaleert bij het uitvoeren van de eigen toezichttaak mogelijke misstanden in het kader van een Inspectieonderwerp dat niet onder zijn Bestuurlijke Verantwoordelijkheid valt aan de Hoofdtoezichthouder voor dat betreffende Inspectieonderwerp. Signaaltoezicht kan Actief zijn, dat wil zeggen op specifiek verzoek van de Hoofdtoezichthouder gericht kijken naar zaken of Passief, dat wil zeggen dat toevalligerwijs geconstateerde misstanden worden aan de Hoofdtoezichthouder doorgegeven. Een Toezichthouder op Afstand komt niet fysiek aan boord. Hij kan voor het Inspectieonderwerp waarvoor hij Hoofdtoezichthouder is administratieve controles uitvoeren en het fysieke toezicht door Mede- en/of Signaaltoezichthouders laten uitvoeren. Bij andere Inspectieonderwerpen kan hij uitsluitend administratief en/of beleidsmatig betrokken zijn.

Hoofdtoezichthouder

Bestuurlijk verantwoordelijk voor het inspectieonderwerp? Ja

Komt aan boord? Ja

Medetoezichthouder

Nee

Ja

Actief Signaaltoezichthouder

Nee

Ja

Passief Signaaltoezichthouder Toezichthouder op Afstand

Nee

Ja

Mogelijk

Nee

Rol

Uitvoering toezicht Hoofdtoezicht onder eigen verantwoordelijkheid Medetoezicht onder verantwoordelijkheid Hoofdtoezichthouder Actief Signaaltoezicht op verzoek van Hoofdtoezichthouder Passief Signaaltoezicht (awareness) Alleen administratief / beleidsmatig betrokken

Regionale coördinatiecentra 1. De Havenmeester van Havenbedrijf Rotterdam vormt als Coördinerend Toezichthouder van de Inspecties aan boord van zeeschepen het Regionaal Coördinatiecentrum voor de regio Rotterdam – Rijnmond. 2. De Havenmeester van Haven Amsterdam vormt als Coördinerend Toezichthouder van de Inspecties aan boord van zeeschepen het Regionaal Coördinatiecentrum voor de regio Amsterdam – Noordzeekanaalgebied.



4/10

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP 3. De rol van de Regionale Coördinatiecentra omvat in ieder geval: a. Actief bijdragen aan de realisatie van de doelstellingen van dit Convenant: - toezien op de uitbreiding van Medetoezicht en Signaaltoezicht door het stimuleren van de totstandkoming van afspraken tussen de Hoofdtoezichthouder, Medetoezichthouders, Signaaltoezichthouders en Toezichtouders op Afstand. - bewaken van de consistentie van de afspraken met de uitgangspunten van het Convenant. b. Coördinatie van en sturing op de organisatie van de regionale operationele afstemming, waaronder: - het faciliteren van Gezamenlijke Targetting en (op termijn) Risicoanalyse. - faciliteren bij de afstemming van de planning van Inspecties aan boord van zeeschepen tussen Toezichthouders; - coördineren van de efficiënte inzet van mensen en middelen over de Inspectieonderwerpen heen. - faciliteren van de uitwisseling van gegevens over Inspectieobjecten, Risicoanalyse, planning, en inspectieresultaten tussen de verschillende Toezichthouders. 4. Een en ander geschiedt voor zover het regio-overschrijdende dan wel landelijke aangelegenheden betreft in overleg met de betreffende Regionale Coördinatiecentra. Landelijke coördinatie Aspect Schip 1. De Coördinerend Toezichthouders houden gezamenlijk toezicht op de Landelijke Coördinatie van de uitwerking en naleving van het Convenant; 2. De Coördinerend Toezichthouders bewerkstelligen en bevorderen gezamenlijk de samenwerking met de Inspectieraad en Coördinerende Toezichthouders van de andere Domeinen, Subdomeinen, Front Offices en Aspecten; 3. De Coördinerend Toezichthouders organiseren jaarlijks in september een Besluitvormingsoverleg Aspect Schip tussen Partijen teneinde: a. de werking van het Convenant te evalueren; b. het Inspectieprogramma voor het komend jaar op te stellen (jaarplan plus begroting); c. te besluiten over begrotingsvoorstellen; d. eventuele Actiepunten in het kader van de doelstelling van het Convenant te identificeren, uit te (doen) werken en toe te zien op de realisatie hiervan; e. eventuele verzoeken tot wijziging of aanvulling van het Convenant af te handelen; 4. De Coördinerend Toezichthouders vervullen gezamenlijk de procescoördinatie ten aanzien van de uitvoering van dit Convenant. Dit omvat onder andere het in behandeling nemen van: a. een verzoek tot wijziging of aanvulling van het Convenant; b. vragen en klachten over het samenwerkingsverband. Wanneer het daarbij vragen of klachten betreft, die de werkwijze van één regio of één van de Partijen tot onderwerp hebben, worden deze vragen of klachten doorgeleidt naar het betreffende Regionale Coördinatiecentrum dan wel de betreffende Partij; c. verzoeken om informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur; d. verzoeken van een Betrokkene om inzage in, correctie van, verwijdering van, alsmede het verzet tegen Verwerking van Persoonsgegevens in een Bronregistratie, waarbij dit verzoek zal worden doorgeleidt naar de Verantwoordelijke voor die Bronregistratie. 5. De Coördinerend Toezichthouders dragen in samenwerking met Partijen onder gezamenlijke verantwoordelijkheid bij aan de informatievoorziening over Inspecties aan boord van zeeschepen in het kader van het Domein Vervoer over Water, Zeehavens, Aspect Schip op www.inspectieloket.nl. De informatievoorziening via de website omvat in ieder geval: a. informatie over dit Convenant, de daaruit voortvloeiende samenwerking tussen Partijen, de procescoördinatie en de rol van de Regionale Coördinatiecentra; b. informatie over het Jaarlijks Inspectieprogramma voor Inspecties aan boord van zeeschepen; c. publieksvoorlichting en afhandeling van vragen en klachten over de voor Aspect Schip relevante weten regelgeving en het daarvan afgeleide inspectiebeleid. Convenant Domein Vervoer over Water Zeehavens, Aspect Schip


5/10

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP Contactpersonen 1. Elke Partij wijst binnen haar gelederen één of meerdere Contactpersonen aan die verantwoordelijk zijn voor de afstemming en uitvoering van de uit dit Convenant voortvloeiende werkzaamheden en verplichtingen. 2. Deze Contactpersoon is door de betreffende Partij gemandateerd voor besluitvorming. 3. De bij aanvang van het Convenant aangewezen Contactpersonen zijn opgenomen in het 'Overzicht van Contactpersonen' (bijlage 4); 4. In geval van wijzigingen van Contactpersonen draagt de betreffende Partij ervoor zorg dat de Coördinerend Toezichthouders over de wijziging geïnformeerd worden. 5. De Coördinerend Toezichthouders zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor het doorvoeren van de wijzigingen in het 'Overzicht van Contactpersonen'. 6. De Coördinerend Toezichthouders zorgen ervoor dat steeds het meest recente 'Overzicht van Contactpersonen' aan Partijen en andere belanghebbenden ter beschikking staat.

VERDELING VAN KOSTEN Kosten van toezicht 1. Elke Partij draagt zelf de kosten van het toezicht dat onder haar Publiekrechtelijke Taak en/of Bestuurlijke Verantwoordelijkheid valt. 2. In voorkomende gevallen – bijvoorbeeld ten gevolge van Medetoezicht of Actief Signaaltoezicht – kunnen Partijen onderling (afwijkende) afspraken maken over de verdeling van kosten. Kosten van coördinatie 1. De personele kosten van de basisbezetting van de Landelijke Coördinatie Aspect Schip worden door de Coördinerend Toezichthouders gezamenlijk gedragen, met uitzondering van de kosten van: a. deelname aan het Besluitvormingsoverleg Aspect Schip (3), b. beantwoording van in het kader van de procescoördinatie aan Partijen doorgelegde vragen, klachten en/of verzoeken (4), c. publieksvoorlichting betreffende wetgeving die valt onder de specifieke verantwoordelijkheid van een Partij (5c), en d. een eigen vertegenwoordiger (liaison-officer) in het Coördinatiecentrum. die door de betreffende Partij zelf gedragen worden; 2. De kosten voor de bemensing van het Regionaal Coördinatiecentrum worden gedragen door de voor de betreffende regio aangewezen Coördinerend Toezichthouder. 3. Overige materiële kosten ten behoeve van de gezamenlijkheid – zoals kosten ten behoeve van (toekomstige) ICT-applicaties en drukkosten van gezamenlijke Inspectieprogramma's – worden door alle Partijen gezamenlijk gedragen. Jaarlijks worden begrotingsafspraken gemaakt over deze kosten. De Coördinerend Toezichthouders leggen hiertoe ter besluitvorming een begrotingsvoorstel voor in het jaarlijks Besluitvormingsoverleg Aspect Schip. 4. De Coördinerend Toezichthouders doen waar mogelijk een beroep op beschikbare Rijksgelden.

GEGEVENS EN INFORMATIE-UITWISSELING Gegevens en informatie-uitwisseling 1. Partijen verzamelen, bewerken en analyseren ieder afzonderlijk gegevens en informatie ten behoeve van planning, afstemming, Risicoanalyse en rapportage in het kader van hun Publiekrechtelijke Taak. 2. Partijen wisselen in het kader van dit Convenant onderliggende gegevens, planning en resultaten van Inspecties en Risicoanalyses uit. 3. Partijen beschouwen deze gegevens- en informatie-uitwisseling als een gezamenlijk belang.



6/10

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP 4. Informatie-uitwisseling vindt plaats in overeenstemming met de geldende weten regelgeving (in het bijzonder de Wet Bescherming Persoonsgegevens), bestaande Convenanten en eventueel te maken aanvullende afspraken. Randvoorwaarden 5. Partijen zullen in het kader van dit Convenant slechts Persoonsgegevens betreffende een Inspectieobject uitwisselen voor zover dit noodzakelijk is voor de volgende doeleinden: a. Het (gezamenlijk) uitoefenen van toezicht op de naleving en Handhaving van wetgeving op het gebied van Inspecties aan boord van zeeschepen door de afzonderlijke Partijen dan wel door twee of meer Partijen gezamenlijk binnen het kader van hun Publiekrechtelijke Taken en Wettelijke Bevoegdheden; b. Het voorkomen van tegenstrijdige interpretaties bij de toepassing van wettelijke voorschriften door Partijen; c. Het verminderen van de toezichtlast voor Inspectieobjecten en het gelijktijdig verbeteren van de kwaliteit, efficiëntie en effectiviteit van de Inspecties; d. Het bevorderen van de mogelijkheid dat Inspectieobjecten terecht kunnen bij één loket. 6. Partijen zullen Persoonsgegevens alleen aan derden verstrekken voor zover enig wettelijk voorschrift een Partij tot mededeling verplicht, uit de taak van de Partij de noodzaak tot mededeling voortvloeit, dan wel met toestemming van de Betrokkene. 7. Uitwisseling van Bijzondere Persoonsgegevens vindt alleen plaats: a. indien daarvoor een wettelijke grondslag bestaat, dan wel; b. het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) een rechtmatigheidverklaring heeft afgegeven of een ontheffing heeft verleend, dan wel; c. de Betrokkene hiervoor uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven. 8. Wanneer de geldigheidsduur van een rechtmatigheidsverklaring of ontheffing van het CBP is verstreken, wordt de gegevensuitwisseling met onmiddellijke ingang beëindigd. 9. Strafrechtelijke Persoonsgegevens worden niet verstrekt aan derden, tenzij wordt voldaan aan het bepaalde in dit artikel én sprake is van een uitzondering op het verbod tot verwerking van strafrechtelijke Persoonsgegevens. 10. Verstrekking van strafrechtelijke Persoonsgegevens vindt alleen plaats na raadpleging van de Officier van Justitie2, die zal bezien of bij verdere verstrekking een eventuele strafvervolging geen gevaar loopt. Geheimhoudingsplicht 1. Voor zover Partijen daartoe niet al verplicht zijn, leggen zij aan medewerkers die inzage hebben in of – in overeenstemming met het bepaalde in dit Convenant – op andere wijze van één van de Partijen gegevens betreffende een Inspectieobject verkrijgen, een plicht tot geheimhouding op. 2. Deze plicht strekt tot geheimhouding van alle gegevens betreffende een Inspectieobject waarvan medewerkers kennis nemen, voor zover niet voldaan is aan de bepalingen in dit Convenant onder het hoofdstuk Gegevens- en Informatie-uitwisseling.

OVERIGE BEPALINGEN Looptijd van het Convenant 1. Dit Convenant treedt in werking op de dag van ondertekening en wordt voor onbepaalde tijd aangegaan. 2. In het kader van de ondertekening zal door de Coördinerend Toezichthouders namens alle Partijen een persbericht worden uitgebracht. Nieuwe toetreding 1. Deze samenwerking staat open voor andere Toezichthouders en organisaties voor zover zij betrokken zijn of worden of belang hebben bij Inspecties op zeeschepen in het kader van het Domein Vervoer over Water, Zeehavens, Aspect schip. 2

Het raadplegen van de Officier van Justitie is verplicht op grond van artikel 19 en/of 20 Besluit Politiegegevens.



7/10

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP 2. Toetreding van nieuwe Toezichthouders en/of organisaties tot dit Convenant vereist de instemming van alle Partijen. 3. Een toetredende Partij aanvaardt de verplichtingen die voor haar uit het Convenant voortvloeien zonder voorbehoud. Beëindiging deelname / Opzegging 1. Een Partij kan besluiten haar deelname aan de samenwerking te beëindigen. 2. Beëindiging geschiedt door schriftelijke opzegging van het Convenant onder vermelding van de reden van opzegging en met inachtneming van een opzeggingstermijn van twee maanden. 3. Wanneer een Partij het Convenant opzegt, blijft het Convenant voor de overige Partijen in stand, voor zover de inhoud en de strekking daarvan zich daartegen niet verzetten. Aanpassing van het Convenant 1. Ten gevolge van onder andere uitkomsten uit het jaarlijkse overleg, wijziging in wetgeving, wijzigingen in de beoogde samenwerking, wijziging van de doeleinden van de verwerking van Persoonsgegevens, nieuwe toetreding alsmede opzegging van Partijen kan wijziging dan wel aanvulling van dit Convenant nodig zijn. 2. Elke Partij kan daarnaast bij de Coördinerend Toezichthouders een schriftelijk verzoek indienen tot wijziging of aanvulling van het Convenant. 3. Eventuele aanpassing van het Convenant geschiedt in onderling overleg tijdens het jaarlijkse Besluitvormingsoverleg Aspect Schip, tenzij de aanpassing van spoedeisende aard is, in welk geval de Coördinerend Toezichthouders binnen vier weken na ontvangst van het verzoek een overleg tussen Partijen organiseren, teneinde de gevraagde wijziging met de Partijen te bespreken. 4. Een wijziging van het Convenant vereist de schriftelijke instemming van alle Partijen. Geschillenregeling a. Bij disputen of zaken waarin dit Convenant niet voorziet, wordt de kwestie in goed overleg en in de geest van deze samenwerking onderling beslist. Bij onoverkomelijke verschillen van inzicht wordt de Inspectieraad geconsulteerd.

ONDERTEKENING Aldus in []-voud opgemaakt te [plaats] de dato [datum] Voor akkoord namens de Partijen [NB: controle op tekenbevoegdheid]

Namens de Inspectie Verkeer en Waterstaat, Toezichteenheid Zeevaart, Inspectie-eenheden Havenstaat, Vlaggenstaat en Gevaarlijke Stoffen De Inspecteur-Generaal

[naam & handtekening]

Namens het Havenbedrijf Rotterdam N.V.


Namens Haven Amsterdam, de Gemeente Amsterdam

[naam & handtekening] Convenant Domein Vervoer over Water Zeehavens, Aspect Schip


8/10

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP Gemeente Beverwijk


Gemeente Zaanstad


Namens de Milieudienst IJmond, de Gemeente Velsen


Namens Het Korps Landelijke Politie Diensten, Dienst Waterpolitie


Namens de Zeehavenpolitie, Varende Dienst


Namens de Voedsel en Warenautoriteit, de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit


Namens de GGD Amsterdam-Amstelland


Namens de GGD Kennemerland


Namens de GGD Rotterdam-Rijnmond




9/10

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP Namens de GGD Zaanstreek Waterland


Namens de Inspectie Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu


Namens de Arbeidsinspectie, de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid


Namens Rijkswaterstaat


Namens de Zeehavenpolitie, Grenstoezicht


Namens de Koninklijke Marechaussee


Namens de Douane




10/10

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP BIJLAGE 1: OVERZICHT PUBLIEKRECHTELIJKE TAKEN PER PARTIJ Afkorting

HR

HA

HB

HZ

MIJ

IVW-PS

IVW-FS

IVW-GS KLPDDW

ZHP-VD

VWA

HOOFD- en MEDETOEZICHTHOUDERS Toezichthouder is verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van de naleving op de weten regelgeving op het gebied van: operationele (milieu)veiligheid, risicovolle Havenmeester Rotterdam activiteiten en relevante transportwetgeving in de regio Rotterdam-Rijnmond. (als hoofdverantwoordelijke voor een vlotte, veilige, schone en beveiligde afwikkeling van de scheepvaart in de regio Rotterdam-Rijnmond) operationele (milieu)veiligheid, risicovolle Havenmeester Amsterdam activiteiten en relevante transportwetgeving in het Amsterdam Noordzeekanaalgebied. (als hoofdverantwoordelijke voor een vlotte, veilige, schone en beveiligde afwikkeling van de scheepvaart in het AmsterdamNoordzeekanaalgebied) operationele (milieu)veiligheid, risicovolle Havenmeester Beverwijk activiteiten en relevante transportwetgeving in de haven van Beverwijk operationele (milieu)veiligheid, risicovolle Havenmeester Zaanstad activiteiten en relevante transportwetgeving in de haven van Zaanstad operationele (milieu)veiligheid, risicovolle Milieudienst IJmond als activiteiten en relevante transportwetgeving in Havenmeester van Velsen/ de haven van Velsen IJmuiden veiligheid en milieu, bemanningen en rederijen Inspectie Verkeer & op/van Buitenlandse zeeschepen (incl. Waterstaat (IVW) arbotoezicht op zeeschepen) Toezichteenheid Zeevaart (TEZ), Inspectie-eenheid Havenstaat veiligheid en milieu, bemanningen en rederijen IVW TEZ Inspectie-eenheid op/van Nederlandse zeeschepen (incl. Vlaggenstaat arbotoezicht op zeeschepen) het vervoer van gevaarlijke stoffen (IVS) IVW TEZ Inspectie-eenheid Gevaarlijke Stoffen havenveiligheid en criminaliteit, nautische Korps Landelijke zaken, milieu en verkeer in heel Nederland Politiediensten / Dienst met uitzondering van het Rotterdamse Waterpolitie havengebied havenveiligheid en criminaliteit, nautische Zeehavenpolitie Varende zaken, milieu en verkeer in de regio Dienst Rotterdam-Rijnmond voedselveiligheid, dierenwelzijn en Voedsel en Warenautoriteit diergezondheid, o.a. de hygiëne in de keukens op passagiersschepen



1/2

Afkorting

AI

GGD RWS

VROM-I

Afkorting

Douane

KMar

ZHP-GT

TOEZICHTHOUDERS OP AFSTAND Toezichthouder is verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van de naleving op de weten regelgeving op het gebied van: arbeidsveiligheid in het havengebied op de wal Arbeidsinspectie en het voorkomen van arbeidsmarktfraude de gezondheid van de mens GGD, lokale eenheden verkeerswetgeving en milieueisen op Rijkswaterstaat vaarwegen. (als vaarwegbeheerder van de hoofdvaarwegen in Nederland) Gevaarlijke stoffen, radioactieve stoffen en VROM-Inspectie (scheeps)afvalstoffen (o.a. EVOA)

SIGNAALTOEZICHTHOUDERS is verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van de naleving op de weten regelgeving op het gebied van: grensoverschrijdend goederenverkeer, Douane gebaseerd op fiscale regels en – veelal in opdracht van andere ministeries- op nietfiscale regels op het gebied van veiligheid, gezondheid, economie en milieu (VGEM) grenstoezicht in de zeehavens met Koninklijke Marechaussee uitzondering van het Rotterdamse havengebied grenstoezicht in het Rotterdamse havengebied Zeehavenpolitie Grenstoezicht Toezichthouder



2/2

Legenda Regulier toezicht Toezicht op afstand Signaaltoezicht Alleen regio Rotterdam-Rijnmond Alleen Amsterdam-Noordzeekanaalgebied Bestaande afspraken bestaan uit: uitwisseling planning, afspraken over samenwerking en/of uitwisselin van gegevens. De afspraken kunnen zowel mondeling als schriftelijk zijn.

Operationele veiligheid Droge bulk ARBO Veiligheid, schoonmaken, repareren Be- en ontgassen (Biocidewet; Nederlandse gassing) Restgassen droge bulk Melding activiteiten Boord-boordoverslag Operationele veiligheid (niet elders genoemd) Nautische veiligheid Kwaliteit bemanning Nautische regelgeving / Veilig afmeren Toelating / Ligplaatsinname / Zeevast sjorren Milieu WVVS - Port State Controle MARPOL Annex I (excl. P19) en II MARPOL Annex I Machinekamer (P19) Bunkerolie (MGO, EU Richtlijn, Zwavelgehalte) Luchtemmissie, MARPOL Annex VI, koelmiddelen Wateremmissie (in haven) Ballast Kwaliteit schip Constructie Buitenlandse schepen Constructie Nederlandse schepen ISM (SOLAS) IHR/WPG Voedselveiligheid Zwembad Gevaarlijke stoffen Meldingsplicht Gevaarlijke Stoffen Transport Gevaarlijke Stoffen Tankers Transport Gevaarlijke Stoffen Stukgoed Radioactieve stoffen Afvalstoffen HOI, HAP, EMAS, Afgifte, MARPOL Annex IV en V Afvalstoffen (EVOA) Sloopschepen

00 01 02 03 04 05 06 07 08 10 11 12 13 20 21 22 23 24 25 26 27 30 31 32 33 34 35 36 40 41 42 43 44 50 51 52 53

RT TOA ST * **

Inspectieonderwerp

Nr.

Ultimo 2008

Inventarisatie Rolverdeling inspecties aan boord van zeeschepen

Havenbedrijf Rotterdam*

ST RT

RT

ST ST

RT RT RT ST RT RT

RT RT

RT

ST ST

RT RT RT RT

RT

RT

8 8 3 0 1 2

4 4 5 4

11 5 6

2 4 5 4 3 6 0

ST RT RT

ST RT RT

7 6 7

Bestaande afspraken

ST ST RT RT RT RT RT RT

Aantal betrokken partijen

ST ST RT RT RT RT RT RT

HA

Havenbedrijf Amsterdam

4 10 6 6 6 3 3 6

HR

Havenmeester Beverwijk RT

ST ST

RT

RT RT

HB

Havenmeester Zaanstad RT

RT

HZ

Milieudienst Ijmond RT

RT

RT RT RT ST

ST ST

RT

RT

ST

RT

RT RT

RT

RT

RT RT RT RT RT RT

RT

RT

RT RT RT

IVWPS

RT RT

RT RT

RT ST

RT ST

RT ST

RT ST

ST

ZHPVD

ST

KLPDDW

KLPD / Dienst Waterpolitie**

RT RT

RT

RT

ST RT RT

ST RT RT

RT ST ST RT ST ST RT Nog geen actief toezicht aan boord

Regelgeving nog niet van kracht

TOA

RT

RT

IVWGS

Zeehavenpolitie / Varende Dienst*

Convenant Domein Vervoer over Water Front Office Zeehavens, Aspect Schip

RT

RT RT

RT

RT RT

RT

RT

RT RT

IVWFS

Port State Control RT RT RT

Flag State Control

ST ST RT

MIJ

Gevaarlijke Stoffen

IVW Toezichteenheid Zeevaart, Unit

Voedsel & Warenauthoriteit TOA

RT RT

ST

VWA

Arbeidsinspectie TOA

TOA TOA TOA TOA

AI

Amsterdam-Amstelland** GGDAA

Kennemerland** GGDK

Rotterdam-Rijnmond* GGDRR

GGD

TOA

RWS

TOA TOA

TOA

TOA TOA

VROM-I

VROM-Inspectie

Signaaltoezichthouders

Douane

TOA TOA RT

TOA

Nog geen actief toezicht aan boord

TOA Regelgeving nog niet van kracht

GGDZW

Zaanstreek-Waterland**

Toezichthouders op afstand

Rijkswaterstaat

Hoofd- en Medetoezichthouders

Douane

CNB Havens**

Kmar

Koninklijke Marechaussee**

BIJLAGE 2

ZHPGT

Zeehavenpolitie / Grenstoezicht*

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP TOELICHTING BIJLAGE 2: INVENTARISATIE ROLVERDELING INSPECTIES AAN BOORD VAN ZEESCHEPEN ULTIMO 2008 Nr. Onderwerp inspectie aan boord van zeeschepen

Toelichting / huidige situatie

Wetgeving

Bij toezicht op droge bulk regelgeving wordt door PS aan boord van zeeschepen gecontroleerd of gewerkt wordt volgens de EU Richtlijn Laden en lossen bulkschepen. Dit betreft o.a. het invullen van een safety-checklist over belading en losvolgorde. De havenbedrijven bezoeken droge bulkschepen voor operationele veiligheid in het kader van de solid bulk code en andere inspectieonderwerpen (signaaltoezicht). Indien er aanwijzingen zijn dat de EU Richtlijn niet wordt nageleefd, wordt PS/FS ingelicht. Afspraken over afstemming van deze werkzaamheden ontbreken nog.

EU Richtlijn Laden en lossen bulkschepen; Solid Bulk Code

02 ARBO

GS / PS houden toezicht op de arbeidsveiligheid aan boord van buitenlandse zeeschepen op basis van richtlijnen vanuit de ILO, transportwetgeving en ISM. FS houdt naast de internationale wetgeving ook toezicht op de naleving van de ARBOwet aan boord van Nederlandse schepen. De Arbeidsinspectie voert hierbij Toezicht op Afstand (ToA) uit. De Havenbedrijven bezoeken schepen voor operationele veiligheid en de ZHP (R'dam) en DW (A'dam) komen aan boord voor immigratie en P19 (zie ook 22) Zij voeren hierbij Signaaltoezicht op Arbo uit. Bij non-conformiteit wordt eerst het schip aangesproken. Als de arbeidsveiligheid op buitenlandse schepen in het geding is, wordt PS geinformeerd. Bij ernstige zaken aan boord van Nederlandse schepen wordt de AI geinformeerd. Dit onderwerp is regelmatig aandachtspunt voor thema-acties. Er zijn afspraken gemaakt tussen FS en AI (convenant). Afspraken over afstemming van werkzaamheden met andere partijen ontbreken.

ARBO-wet (NL-schepen); ILO-richtlijnen (Internationale schepen); SOLAS (ISM); Transportwetgeving

03 Veiligheid, schoonmaken, repareren

De Havenbedrijven houden toezicht op de (lokale) regelgeving voor repareren en schoonmaken aan boord van schepen. PS checkt bij hun bezoek aan boord van schepen of de procedures voor reparaties en schoonmaken en de uitvoering daarvan aan boord voldoen aan de ISM. De AI houdt Toezicht op Afstand. Er zijn geen afspraken gemaakt over afstemming van deze werkzaamheden.

SOLAS (ISM); Havenverordening / APV

04 Be- en ontgassen (Biocidewet; Nederlandse gassing)

Het t.b.v. opslag / voor vertrek be- of ontgassen van lading aan boord van schepen met bestrijdingsmiddelen is erop gericht om waardevermindering van lading door besmetting met insecten te voorkomen. De handelingen - voor zover binnen Nederland uitgevoerd vallen onder de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (voorheen bestrijdingsmiddelenwet). De handelingen worden daarbij geleidt door een (erkende) gassingsleider (ingehuurd door expediteur). De havenbedrijven houden op basis van lokale wetgeving toezicht op de naleving van de procedures (O.a. handhaving regels m.b.t. afstand loodsen t.o.v. schepen). VROM-I houdt Toezicht op Afstand. Tussen VROM-I, Havenbedrijven, DW en ZHP zijn afspraken over procedures, communicatie en uitvoering gemaakt, die zijn vastgelegd in operationele instructies.

Wet gewasbeschermingsmiddel en en biociden; Havenverordening / APV

05 Restgassen droge bulk

In het buitenland wordt lading aan boord van schepen behandeld met gasontwikkelende Havenverordening / APV middelen om waardevermindering van lading door besmetting met insecten te voorkomen. Het streven is op zee zodanig te ventileren, dat de schepen gasvrij in Nederland aankomen. Het komt echter voor dat het ventileren niet effectief genoeg is en dat er nog restgassen in en boven de lading aanwezig zijn. Hierdoor ontstaat een risico voor de arbeidsveiligheid. De handelingen aan boord worden geleid door een erkend gassingsleider. De Havenbedrijven houden toezicht op de naleving van de procedures op basis van lokale wetgeving. VROM-I en AI houden Toezicht op Afstand. Tussen VROM-I, AI, Havenbedrijven, DW en ZHP zijn afspraken over procedures, communicatie en uitvoering gemaakt, die zijn vastgelegd in operationele instructies.

06 Melding activiteiten

Voor de risicobeheersing binnen een haven (safety) is het noodzakelijk om op de hoogte Havenverordening / APV te zijn van en grip te hebben op alle risicoverhogende activiteiten. Hiervoor bestaat er binnen de lokale regelgeving (havenverordening / ligplaatsverordening) een systeem van aanvragen - beschikkingen en meldingen - ontheffing / vergunningen n.a.v. melding (gevaarlijke) activiteiten aan boord van schepen. De havenbedrijven houden toezicht op de naleving van deze regelgeving. De informatie uit de meldingen kan van belang zijn voor andere partijen. NB: Dit komt in Zaanstad slechts sporadisch voor, waarbij dan overleg wordt gevoerd met HA. MIJ verleent juist veel ontheffingen.

07 Boord-boordoverslag

Havenverordening / APV De havenbedrijven houden toezicht op de naleving van lokale regels ten aanzien van boord-boordoverslag. Aangezien het hier gaat om mono-disciplinair toezicht is er geen behoefte aan werkafspraken. In het kader van begrip voor elkaars werk is er wel behoefte aan verduidelijking naar de toezichtpartners toe over de preventieve maatregelen die bij dergelijke operaties op het gebied van milieu en veiligheid worden genomen. NB: Het lichteren in Ijmuiden is geregeld in de milieuvergunning. Schroot e.d. is bij HA in de havenverordening geregeld.

00 Operationele veiligheid 01 Droge bulk



2/7

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP Nr. Onderwerp inspectie aan boord van zeeschepen 10 Nautische veiligheid 11 Kwaliteit bemanning

12 Nautische regelgeving /

Veilig afmeren

13 Toelating /

Ligplaatsinname /

Zeevast sjorren


Wetgeving

De kwaliteit van de bemanning aan boord van zeeschepen wordt o.a. geregeld in de Standards of Training, Certification and Watchkeeping (STCW). PS en FS toetsen de naleving van de STCW. Daarnaast houdt de ZHP/DW toezicht op de naleving van de Zeevaart Bemanningswet (Zevaco: vooral kwantitatieve controles op aantal bemanningsleden aan boord). De havenbedrijven zijn signaaltoezichthouder. Er ontbreken afspraken over afstemming van de werkzaamheden. NB: Hier is ook een rol weggelegd voor loodsen, vastleggers en sleepboten.

Standards of Training, Certification and Watchkeeping (STCW); Zeevaart Bemanningswet

Hierbij gaat het om de verkeersafwikkeling en of schepen op de juiste wijze vastliggen. Nautische regels; Het toezicht op naleving van nautische regels binnen de zeehavens vindt door Havenverordening, DW/HA/HR/HZ op afstand plaats vanaf verkeerscentrales, patrouillevaartuigen e.d.. Bij APV geconstateerde overtredingen volgt een bezoek aan boord voor aanvullend onderzoek. Het toezicht op de nautische wetgeving valt hierdoor formeel buiten het reguliere toezicht aan boord van schepen. NB: In HB en in de particuliere havens in het ANZKG (NBK, Corus, Zeehaven Ijmuiden, Delta e.a.) doet de Havenmeester/Verantwoordelijke dit zelf. MIJ is alleen beleidsmatig betrokken . Het schip is zelf verantwoordelijk voor een veilige afmering, maar de Havenmeester zou wel moeten kunnen ingrijpen. NB: Hier is ook een rol weggelegd voor de loods, sleepboten en vastleggers. Er bestaan verschillende regels voor toelating van schepen binnen de zeehavens, waaronder de regels voor enkelwandige schepen, regels voor schepen of lading onder de kernenergiewet, of restricties in het kader van de VTC t.a.v. hoeveelheden klasse 1 lading e.d. (zie ook onder gevaarlijke stoffen ) De havenbedrijven houden toezicht op het naleven van deze regelgeving d.m.v. het toelatingsbeleid en inspecties aan boord. Het toelatingsbeleid voor varende schepen tot het havengebied is in het ANZKG een rol voor het Centraal Nautisch Beheer (CNB). De toelating op de ligplaats (welk schip komt waar) is een rol van de Havenmeesters (o.a. vlekkenplan). VROM-I en GS (VIC) houden toezicht door het -al dan niet- verlenen van ontheffingen. Over het toepassen van de EU Richtlijn uitfasering enkelwandige schepen en de zonering zijn afspraken gemaakt. Lading dient voor vertrek zeevast gesjord te worden en mag niet te vroeg worden losgemaakt (o.a. omwillen van veiligheid, ladingverlies). Sjorren gebeurt niet altijd of niet op de juiste wijze. IVW is in dit kader de bevoegd toezichthouder. De overige toezichthouders kunnen fungeren als signaaltoezichthouder. Het onderwerp is geidentificeerd als speerpunt voor 2009, waarbij geinspecteerd zal worden op het eindresultaat. Als men niet voldoet aan het lashing manual, kan die informatie gebruikt worden voor de vergunningverlening aan sjorders.



Havenverordening (zonering), VTC klasse 1, EU Richtlijn uitfasering enkelwandige schepen, kernenergiewet

3/7

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP Nr. Onderwerp inspectie aan boord van zeeschepen 20 Milieu 21 WVVS - Port State Controle


Wetgeving

In de Paris Memorandum of Understanding on Port State Control (PMoU) zijn afspraken gemaakt over de inhoud van de Havenstaat (PS) / Vlaggenstaat (FS) inspecties. Het betreft vooral controle op certificaten en equipment. Binnen dit kader wordt mede getoetst of het schip de milieuvoorschriften van de MARPOL naleeft. De WVVS controle is MARPOL-breed. Indien de MARPOL inspecteurs van de havenbedrijven zaken aantreffen die vallen binnen de WVVS (zoals illegale lozingen) wordt IVW geinformeerd.

MARPOL, WVVS, PMoU, EMSA

22 MARPOL Annex I (excl. P19) en Vanuit de UN MARPOL Conventie is regelgeving in de WVVS opgenomen ter II voorkoming van de verontreiniging van het zeewater door schepen. Het gaat hierbij om MARPOL-controles op zeeschepen (is alle apparatuur op orde / conform wetgeving). PS en HR-DHMR hebben in een convenant afspraken gemaakt over de taakverdeling (operationele uitvoering m.b.t. MARPOL Annex 2) en de uitwisseling van gegevens hierover. In Amsterdam wordt deze taak uitgevoerd door PS/FS en vervult HA een signalerende rol.

MARPOL (Annex I en II), WVVS, PMoU, EMSA

23 MARPOL Annex I Machinekamer Om de verontreiniging van zeewater vanuit de machinekamer van zeeschepen te (P19) voorkomen, wordt er vanuit de ZHP, DW en de Havenbedrijven getoetst of zeeschepen voldoen aan de Annex I regelgeving voor de machinekamer. Daarnaast wordt er toezicht gehouden op dit aandachtspunt door PS tijdens het reguliere WVVS toezicht. In Rotterdam wordt een Pilot uitgevoerd met uitwisseling planning. DW Unit Noordzee coordineert risico-analyse en planning met PS. P19 is momenteel onderwerp van discussie ivm spanningsveld opsporing/toezicht.

MARPOL (Annex I Machinekamer), WVVS, PMoU, EMSA

24 Bunkerolie (MGO, EU Richtlijn, Zwavelgehalte)

Europese Richtlijn voor het Zwavelgehalte in (lichte) stookolie (MGO); Bunker Delivery Note

VROM-I is eindverantwoordelijk voor d ezwavelcontroles. Uitvoerende taken (het bemonsteren van bunkerolie aan boord van zeeschepen) zijn gemandateerd aan PS/ZHP/DW. De bunkermonsters worden door VROM-I geanalyseerd, waaruit moet blijken of de schepen voldoen aan de Europese Richtlijn voor het Zwavelgehalte in (lichte) stookolie (MGO).

25 Luchtemmissie, MARPOL Annex PS en FS houden toezicht op de naleving van de regels ter voorkoming van de VI, koelmiddelen luchtverontreiniging door schepen vanuit de MARPOL Annex VI t.a.v. het zwavelgehalte in (zware) stookolie en koelmiddelen (CFK's). VROM-I houdt hierbij 2eLT (ToA). Er zijn hierover afspraken gemaakt tussen FS/PS/GS, VROM-I en AI. NB: CFK's komt gebiedsgebonden veel voor in Ijmuiden.

Europese Richtlijn voor het zwavelgehalte in (zware) stookolie en koelmiddelen (CFK's); MARPOL

26 Wateremmissie (in haven)

De havenbedrijven (HR/HA/MIJ/HB, (HZ)) houden (signaal)toezicht op regels ter voorkoming van verontreiniging van oppervlaktewater vanaf schepen. Het gaat hierbij om operationele zaken (open scuppers), antifouling, het lozen van schone ballast uit ladingtanks, onderwater borstelen, bunkeren e.d. Ze zijn tevens verbalisant en lichten RWS (de 2eLT) in voorkomende gevallen in. Er zijn afspraken met RWS over de toepassing van de regelgeving op dit gebied en verontreinigingen worden bij RWS gemeld. Openstaande vraag: Rol PS? Alleen betrekking op ballastwater (27)?

WVVS

27 Ballast

Schepen die leeg aankomen en in de havenregio laden, moeten veelal ballast lozen. De Ballastconventie ballastconventie is vanaf eind januari 2009 gefaseerd van kracht geworden. Schepen moeten vanaf 2012 / 2018 behandelingsapparatuur (ballast water treatment system) aan boord hebben. PS/FS zal hierop samen met RWS (als waterkwaliteitbeheerser) toezien.



4/7

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP Nr. Onderwerp inspectie aan boord van zeeschepen 30 Kwaliteit schip 31 Constructie Buitenlandse schepen


Wetgeving

Alleen buitenlandse schepen! Tijdens de havenstaatcontroles toetst PS of buitenlandse schepen voldoen aan de internationale veiligheids- en milieu-eisen. O.a. roestschepen, ontbreken of defect van reddingsboten, geluidsoverlast. Over de uitvoering van de inspectie zijn er internationale afspraken in het PMoU en de Wet Havenstaatcontrole. In dit kader is er een inspectiedatabase en een overzicht van slecht presterende schepen beschikbaar. De havenbedrijven e.a. toezichthouders hebben een signaalfunctie. Als zij tijdens hun inspecties interessante dingen waarnemen, worden deze doorgegeven aan PS (resp. GS). Er zijn nog geen formele afspraken over dit signaaltoezicht gemaakt.

PMoU; Wet Havenstaatcontrole

32 Constructie Nederlandse schepen Vergelijk 31: Alleen Nederlandse schepen! Tijdens de vlaggenstaatcontroles toetst FS of PMoU; Nederlandse schepen voldoen aan de Nederlandse en internationale veiligheids- en Wet Havenstaatcontrole milieu-eisen. O.a. Roestschepen, ontbreken of defect van reddingsboten, geluidsoverlast. De havenbedrijven e.a. toezichthouders hebben een signaalfunctie. Als zij tijdens hun inspecties interessante dingen waarnemen, worden deze doorgegeven aan FS (resp. GS). Er zijn nog geen formele afspraken over dit signaaltoezicht gemaakt. 33 ISM (SOLAS)

PS, FS en GS hebben allen een taak in het toezicht op de naleving van de regels binnen International Safety Management (SOLAS International Safety Management (Vergelijk ISO9000). (ISM) Eenheid van toezicht wordt verkregen door interne richtlijnen binnen IVW.

34 IHR/WPG

International Health De lokale gezondheidsdienst (GGD) is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Regulations; Wet publieke International Health Regulation en de Wet Publieke Gezondheid. Het schip is zelf verantwoordelijk voor het aanvragen van het "Sanitation Certificate". Het certificaat kan gezondheid ter plekke in de haven worden aangevraagd en wordt in Amsterdam door de plaatselijke GGD en in Rotterdam in opdracht van de GGD door de Roteb afgegeven, waarbij de GGD als 2e lijnstoezichthouder optreedt. Er is geen meldplicht voor de aanwezigheid van het certificaat, maar het moet wel overlegd kunnen worden. Op dit moment is er nog geen actief toezicht op de aanwezigheid van het certificaat dan wel op het naleven van de regels die ten grondslag liggen aan de uitgifte van het certificaat.

35 Voedselveiligheid

Aan boord van cruiseschepen controleert de VWA de voedselveiligheid en hygiene. Het gaat hierbij om mono-disciplinair toezicht.

35 Zwembad

Aan boord van cruiseschepen controleert de VWA het zwembad op hygiene. Het gaat hierbij om mono-disciplinair toezicht. De Arbeidsinspectie is hierbij de beleidsverantwoordelijke Toezichthouder op Afstand.



5/7

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP Nr. Onderwerp inspectie aan boord van zeeschepen 40 Gevaarlijke stoffen 41 Meldingsplicht Gevaarlijke Stoffen


Wetgeving

Op basis van het BPR, SVW en RCLZ is er een meldplicht gevaarlijke stoffen voor BPR, zeeschepen, o.a. in het kader van ligplaatsszonering (ligplaatsenbeleid om te voorkomen Scheepvaartverkeerswet dat schepen met gevaarlijke stoffen nabij woongebieden worden afgemeerd). De (SVW), havenbedrijven zijn voor de zeehavens aangewezen als meldadres. Zij controleren de RCLZ gemelde gegevens (waren aan boord) ook aan boord. De informatie wordt gebruikt voor risicobeheersing zoals zonering en het toelaten van schepen binnen of buiten de Petroleumhaven. Het gaat hier om mono-disciplinair toezicht.

42 Transport Gevaarlijke Stoffen Tankers

PS houdt toezicht op het vervoer van gevaarlijke lading aan boord van tankers door Havenverordening, controle op certificaten. De havenbedrijven HA/HR/MIJ controleren de handelingen met MARPOL gevaarlijke stoffen in het kader van (milieu)veiligheid in de haven (=operationeel toezicht o.b.v. de havenverordening op veilig laden/lossen van vloeibare gevaarlijke stoffen (o.a. Ammoniak voor Corus, Methanol, Kerosine, Offshore (Ijmuiden)) ). In het kader van de MARPOL machtiging zijn er (naast afspraken over controle van MARPOL zaken) hierover ook afspraken tussen PS en het HR-DHMR.

43 Transport Gevaarlijke Stoffen Stukgoed

GS houdt toezicht op het vervoer van gevaarlijke lading aan boord van stukgoedschepen (incl. gegaste containers / explosieven (voor civiel gebruik/offshore) / terugverpakken (NB: valt op de wal onder de milieuvergunning)) . ZIj controleren of wat aan boord staat overeenkomt met documenten. De havenbedrijven controleren de handelingen met gevaarlijke stoffen in het kader van (milieu)veiligheid in de haven. Er zijn op dit gebied afspraken tussen GS en HR-DHMR over de uitvoering van inspecties, uitwisseling van gegevens en het doorgeven van de inspectieplanning. In Amsterdam zijn de afspraken mondeling.

44 Radioactieve stoffen

Het vervoer van radioactieve stoffen valt onder de transportwetgeving (IMDG) en de IMDG Kernenergiewet. Het gaat hierbij alleen om vervoer, niet om vervuiling. Kernenergiewet VROM-I houdt TOA, mede door het vergunningstelsel voor het vervoer van radioactieve stoffen. HR is in overleg met VROM-I begonnen deze materie speciale aandacht te geven en krijgt de vergunningen standaard toegestuurd. HA houdt signaaltoezicht. HA/MIJ krijgen een melding van het schip als er radioactieve stoffen aan boord zijn (o.a. bij ro-ro schepen van franse havens, offshore (radioactieve meetbronnen), plutonium voor opwerking in Frankrijk) . HA/MIJ controleren vervolgens of VROM-I een vergunning heeft verleend. Nadere afspraken moeten nog worden gemaakt.



6/7

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP Nr. Onderwerp inspectie aan boord van zeeschepen


Wetgeving

De EU Richtlijn 2000/59 is in de WVVS geimplementeerd. Op grond hiervan kan IVW toezien op de melding van afvalstoffen en de afgifte afwikkeling aan boord van schepen. De meldingen komen binnen bij de havenbedrijven. Er zijn afspraken gemaakt over het doorgeven aan IVW van ontvangstbevestigingen van verplichte afgifte. FS houdt TOA voor het Havenafvalplan (HAP). Hieronder valt ook de daadwerkelijke afgifte van sewage en scheepsafval (MARPOL Annex IV resp. V). VROM-I houdt TOA op inzamelbedrijven (vergunning). DW doet (vooral) opsporing. Er is een draaiboek 'afvalstoffen van zeeschepen' ontwikkeld door VROM-I, IVW, HR, HA. Dit speelt hier een belangrijke rol. Een van de afspraken is, dat aan de hand van de resultaten van uitgevoerde pilots een inspectie-effectiviteitstoets opgesteld wordt, om te bezien op welke wijze de samenwerking op dit vlak kan worden gecontinueerd. Actie ligt bij HA/HR.

EU Richtlijn 2000/59 WVVS Draaiboek afvalstoffen HOI, HAP, MARPOL, EMAS

52 Afvalstoffen (EVOA)

Het gaat hierbij om export naar niet OESO-landen (o.a. containers). VROM-I als TOA heeft afspraken gemaakt met GS over het toezicht aan boord van schepen op grensoverschrijdend vervoer van afvalstoffen. DW doet vooral opsporing. NB: Raakvlak met aspect lading (Douane).

EVOA (grensoverschrijdend vervoer van afvalstoffen)

53 Sloopschepen

Sloopschepen is een aspect uit de EVOA Richtlijn dat bijzondere aandacht krijgt. De EVOA havenbedrijven, ZHP, DW en VROM-I zijn hierbij actief betrokken. Momenteel wordt een draaiboek ontwikkeld waarin opgenomen wordt welke handhavingspartners waarvoor bevoegd zijn. De havenbeheerder faciliteert een ligplaats in geval van probleemschepen, beslaglegging, vaarverbod of geen eigenaar (in elk geval totdat de verontreinigde materialen zijn afgevoerd). Vraag is nog wie betaald (VROM?). DW speelt als handhavingspartner een rol in het draaiboek sloopschepen. NB: Er is nieuwe wetgeving op komst.

50 Afvalstoffen 51 HOI, HAP, EMAS, Afgifte, MARPOL Annex IV en V.



7/7

* **

HT MT TOA ST

00 01 02 03 04 05 06 07 08 10 11 12 13 20 21 22 23 24 25 26 27 30 31 32 33 34 35 36 40 41 42 43 44 50 51 52 53

Hoofdtoezicht Medetoezicht Toezicht op afstand Actief Signaaltoezicht Passief Signaaltoezicht Alleen regio Rotterdam-Rijnmond Alleen Amsterdam-Noordzeekanaalgebied Bestaande afspraken bestaan uit: uitwisseling planning, afspraken over samenwerking en uitwis-seling van gegevens. De afspraken zijn schriftelijk.

Legenda

Inspectieonderwerp

Operationele veiligheid Droge bulk ARBO Veiligheid, schoonmaken, repareren Be- en ontgassen (Biocidewet; Nederlandse gassing) Restgassen droge bulk Melding activiteiten Boord-boordoverslag Operationele veiligheid (niet elders genoemd) Nautische veiligheid Kwaliteit bemanning Nautische regelgeving / Veilig afmeren Toelating / Ligplaatsinname / Zeevast sjorren Milieu WVVS - Port State Controle MARPOL Annex I (excl. P19) en II MARPOL Annex I Machinekamer (P19) Bunkerolie (MGO, EU Richtlijn, Zwavelgehalte) Luchtemmissie, MARPOL Annex VI, koelmiddelen Wateremmissie (in haven) Ballast Kwaliteit schip Constructie Buitenlandse schepen Constructie Nederlandse schepen ISM (SOLAS) IHR/WPG Voedselveiligheid Zwembad Gevaarlijke stoffen Meldingsplicht Gevaarlijke Stoffen Transport Gevaarlijke Stoffen Tankers Transport Gevaarlijke Stoffen Stukgoed Radioactieve stoffen Afvalstoffen HOI, HAP, EMAS, Afgifte, MARPOL Annex IV en V Afvalstoffen (EVOA) Sloopschepen

Nr.

Ultimo 2011

Streefbeeld Rolverdeling inspecties aan boord van zeeschepen

Aantal betrokken partijen

ST

HT

10 11 10 ST

ST ST

ST ST

ST

ST

ST ST

HT HT

HT HT HT HT HT HT

HA

Havenbedrijf Amsterdam

ST ST

ST

ST

HT

Bestaande afspraken 6 7 7 8

8 8 6 9 11 11

6 9 9 10 9 9 9

10 9 9

6 14 12 10 12 6 8 11

Havenbedrijf Rotterdam* HR MT

Havenmeester Beverwijk ST

MT MT MT

ST ST

ST ST MT

MT

MT

MT MT

ST

ST

HB

ST

ST ST

ST ST

ST MT

MT MT MT

ST

MT

MT

MT

MT MT

MT

MT

MT

Milieudienst Ijmond ST

ST ST

ST ST

ST

ST

MIJ

MT

IVW Toezichteenheid Zeevaart HT HT ST

ST ST

HT HT HT

HT

HT

HT HT

HT ST

ST ST

HT HT

IVW

TOA

KLPDDW

ST MT

ST ST

ST ST ST

ST

ST

ST

ST

ST ST

ST ST ST

ST

ST

ST

ST ST ST

ST ST ST

ST ST

ZHPVD

KLPD / Dienst Waterpolitie** ST ST

Zeehavenpolitie / Varende Dienst*

Convenant Domein Vervoer over Water Front Office Zeehavens, Aspect Schip

MT

MT

Havenmeester Zaanstad HZ

Voedsel & Warenauthoriteit TOA

MT HT MT

ST ST

ST

VWA

Arbeidsinspectie HT

TOA

TOA TOA TOA TOA

AI

GGD's HT TOA

TOA

GGD

HT MT

TOA

RWS

Rijkswaterstaat

Toezichthouders op Afstand

TOA HT HT

HT

HT TOA

TOA

TOA TOA

VROM-I

VROM-Inspectie

Hoofd- en Medetoezichthouders Signaaltoezichthouders

ST MT ST

ST ST ST

ST ST

ST ST ST

ST ST

ST

ST ST

Douane

Douane

CNB Havens**

ST ST

ST

ST

ST ST

Kmar

Koninklijke Marechaussee**

BIJLAGE 3

ST ST

ST

ST

ST ST

ZHPGT

Zeehavenpolitie / Grenstoezicht*

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP TOELICHTING BIJLAGE 3: STREEFBEELD ROLVERDELING INSPECTIES AAN BOORD VAN ZEESCHEPEN ULTIMO 2011 Inhoudsopgave 1. Inleiding ............................................................................................................................................................. 4 1.1. Uitgangspunten voor het Streefbeeld .......................................................................................................... 4 1.2. Uitwerking in Actiepunten ............................................................................................................................ 4 1.3. Vervolg ........................................................................................................................................................ 5 2. Risicoanalyse .................................................................................................................................................... 5 2.1. Huidige situatie............................................................................................................................................ 5 2.2. Ambities ...................................................................................................................................................... 6 2.3. Acties .......................................................................................................................................................... 6 2.3.1. Gezamenlijke Targetting.............................................................................................................. 6 2.3.2. Integrale Risicoanalyse ............................................................................................................... 6 3. Optimalisatie van toezichttaken en -rollen ......................................................................................................... 8 3.1. Huidige situatie............................................................................................................................................ 8 3.2. Ambities ...................................................................................................................................................... 8 3.3. Acties .......................................................................................................................................................... 8 3.3.1. Bestaande afspraken inventariseren, toetsen, aanpassen en uitbreiden .................................... 8 3.3.2. Optimalisatie van de rolverdeling................................................................................................. 9 4. Planning toezicht ............................................................................................................................................... 9 4.1. Huidige situatie............................................................................................................................................ 9 4.2. Ambities ...................................................................................................................................................... 9 4.3. Acties ........................................................................................................................................................ 10 4.3.1. Gezamenlijk Inspectieprogramma schip .................................................................................... 10 4.3.2. Uitwisseling en afstemming operationele planning .................................................................... 10 4.3.3. Integrale operationele planning ................................................................................................. 10 5. Stroomlijning informatievoorziening overheid ↔ bedrijfsleven......................................................................... 12 5.1. Huidige situatie.......................................................................................................................................... 12 5.2. Ambities .................................................................................................................................................... 12 5.3. Acties ........................................................................................................................................................ 12 5.3.1. Aanpassing Port Notification ..................................................................................................... 12 5.3.2. Optimalisering regionale uitwisseling Port Notification (ANZKG)............................................... 13 6. Coördinatie uitvoering toezicht ........................................................................................................................ 13 6.1. Huidige situatie.......................................................................................................................................... 13 6.2. Ambities .................................................................................................................................................... 13 6.3. Acties ........................................................................................................................................................ 13 6.3.1. Inrichting Landelijke Coördinatie Aspect Schip.......................................................................... 13 6.3.2. Inrichting Regionale Coördinatiecentra...................................................................................... 14 6.3.3. ICT-ondersteuning toezicht ....................................................................................................... 14 7. Uitwisseling van gegevens............................................................................................................................... 15 7.1. Huidige situatie.......................................................................................................................................... 15 7.2. Ambities .................................................................................................................................................... 15 7.3. Acties ........................................................................................................................................................ 15 7.3.1. Structurele uitwisseling van gegevens....................................................................................... 15 7.3.2. Optimalisering gegevensuitwisseling......................................................................................... 16 8. Professionaliteit inspecteurs ............................................................................................................................ 17 8.1. Huidige situatie.......................................................................................................................................... 17 8.2. Ambities .................................................................................................................................................... 17 8.3. Acties ........................................................................................................................................................ 17 8.3.1. Harmonisering, verhoging en verbreding kennis van inspecteurs ............................................. 17



2/26


9. Toezicht- en interventiemethoden ................................................................................................................... 18 9.1. Huidige situatie.......................................................................................................................................... 18 9.2. Ambities .................................................................................................................................................... 18 9.3. Acties ........................................................................................................................................................ 18 9.3.1. Informatievoorziening t.b.v. nalevingondersteuning................................................................... 18 9.3.2. Voorlichting organiseren............................................................................................................ 18 10. Aanpassing van regelgeving en beleid ............................................................................................................ 20 10.1. Huidige situatie............................................................................................................................... 20 10.2. Ambities ......................................................................................................................................... 20 10.3. Acties ............................................................................................................................................. 20 10.3.1. Nieuwe weten regelgeving ...................................................................................................... 20 10.3.2. Aanpassing beleid t.g.v. nieuwe weten regelgeving ................................................................ 21 10.3.3. Harmonisering bestaande wet en regelgeving........................................................................... 22 11. Personele inzet per actiepunt / toezichthouder................................................................................................ 23 11.1. Uitsplitsing tijdsbesteding per inspectieonderwerp/partij actiepunt 3.3.2 ........................................ 24 12. Verwachte effecten per actiepunt .................................................................................................................... 25 13. Globale planning.............................................................................................................................................. 26



3/26


1.

Inleiding

1.1. Uitgangspunten voor het Streefbeeld Het Convenant Domein Vervoer over Water, Zeehavens, Aspect schip beoogt dat Partijen in 2011 waar mogelijk en wettelijk toegestaan en met behoud van ieders Bestuurlijke Verantwoordelijkheid hun Inspecties aan boord van onder toezicht gestelde zeeschepen (hierna te noemen 'Inspectieobjecten') op elkaar hebben afgestemd, regionaal gecoördineerd, gezamenlijk georganiseerd en / of op elkaar aan laten sluiten, met als resultaat minder toezichtlast voor Inspectieobjecten onder gelijktijdige verhoging van de effectiviteit en efficiëntie van het Toezicht in het Domein Vervoer over Water, Zeehavens, Aspect Schip. De samenwerking hanteert daarbij de volgende uitgangspunten: a. uniformiteit in toezicht, een level playing field en minder toezichtlast door harmonisering, vereenvoudiging en verbetering van de regelgeving; b. verhoogde naleving door gezamenlijke communicatie met Inspectieobjecten voor het: - ontvangen van gegevens, vragen en klachten; - aanvragen/verlenen van vergunningen/ontheffingen; - verstrekken van informatie en nalevingsondersteuning door middel van (onder andere) voorlichting; c. toewijzing van toezichtcapaciteit op basis van risicobepalende selectiecriteria via Gezamenlijke Targetting dan wel Risicoanalyse, waarbij bewezen naleving van wet- & regelgeving leidt tot vermindering van het aantal Inspecties voor het Inspectieobject; d. efficiënte en effectieve inzet van toezichtcapaciteit door het maken van een gezamenlijk Inspectieprogramma en onderlinge uitwisseling en regionale afstemming van de daaruit voortvloeiende operationele Inspectieplanning met als streven één inspectie per schip zo vroeg mogelijk na aankomst, tenzij blijkt (uit de gegevens/inspectie) dat aanvullende Inspectie(s) nodig is/zijn; e. vanuit één Regionaal Coördinatiecentrum gecoördineerde Inspecties, uitgaande van: - zo goed mogelijke afstemming van Inspecties en werkmethodes op de praktijk van de Inspectieobjecten teneinde hun processen zo min mogelijk te verstoren; - Medetoezicht op basis van het Huisarts / Specialist Model; - uitbreiding van het Signaaltoezicht door en voor Partijen (oog en oorfunctie); - bevordering van gelijke en kwalitatief hoogwaardige deskundigheid, houding en gedrag van betrokken Inspecteurs; f. onderlinge uitwisseling van Inspectiegegevens en -resultaten ten behoeve van Risicoanalyse en rapportagedoeleinden.

1.2. Uitwerking in Actiepunten In het kader van het streefbeeld Vernieuwing Toezicht, Zeehavens, Aspect Schip zijn ambities geformuleerd, die zijn uitgewerkt in Actiepunten waarmee stapsgewijs het uiteindelijke streefbeeld verwezenlijkt wordt. De ambities zijn ingedeeld in een negental aandachtsgebieden: 1. Risicoanalyse en risicogestuurd inspecteren 2. Optimalisatie van toezichttaken en –rollen. 3. Planning van het toezicht 4. Stroomlijning informatievoorziening bedrijfsleven <-> overheid 5. Operationele coördinatie en uitvoering van het toezicht 6. Uitwisseling van gegevens en resultaten 7. Professionaliteit inspecteurs 8. Toezicht- en interventiemethoden; 9. Aanpassing van regelgeving en beleid In hoofdstuk 2 t/m 10 van deze bijlage worden de ambities en de bijbehorende Actiepunten per aandachtspunt nader beschreven. Voor elk Actiepunt is onder de Toezichthouders minstens één Partij als trekker aangewezen die verantwoordelijk is voor de totstandbrenging van de samenwerking tussen de bij het betreffende Actiepunt betrokken Partijen. Tevens is aangegeven wat het gewenste resultaat van de actie is en is een indicatieve deadline voor de realisatie geformuleerd. Convenant Domein Vervoer over Water Zeehavens, Aspect Schip


4/26

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP Hoofdstuk 11 geeft een totaaloverzicht van de verwachte personele inzet per Actiepunt en per Partij. In hoofdstuk 12 wordt per Actiepunt aangegeven wat het verwachte kwalitatieve effect van de actie voor het bedrijfsleven in het kader van lastenvermindering en voor de overheid is in het kader van effectiever en efficiënter toezicht. Deze effecten zullen zo mogelijk in een later stadium nader worden gekwantificeerd. Het verwachte effect voor het bedrijfsleven in het kader van "lastenvermindering" is daarbij uitgesplitst naar de volgende elementen: a. Één inspectie, tenzij… (minder / geen onnodige dubbele inspecties) b. Minder tijdsbesteding per inspectie c. Minder kosten (waaronder boetes) d. Minder procesverstoring tijdens inspectie e. Kwaliteitsverbetering f. Level playing field g. Toegenomen maatschappelijke veiligheid / beter milieu h. Één loket voor vragen/klachten en gegevensaanlevering Het verwachte effect voor de overheid in het kader van "effectiever en efficiënter toezicht" is uitgesplitst naar: a. Verbetering van de regelgeving b. Betere naleving op regelgeving c. Duidelijke werkafspraken d. Vereenvoudiging van de procedures e. Efficiëntere inzet van capaciteit f. Minder kosten g. Professionaliteit (uniformiteit en deskundigheid d.m.v. opleiding en kennisoverdracht) Hoofdstuk 13 tenslotte geeft een totaaloverzicht van alle Actiepunten uitgezet in de tijd, waarmee een globale planning voor het Streefbeeld wordt verkregen.

1.3. Vervolg Het voorliggende Streefbeeld dient als leidraad voor het maken van verdere afspraken tussen Partijen. De verschillende Actiepunten zullen in de loop van 2009/2010 nader worden uitgewerkt. De Trekker zal hiertoe in overleg met de Betrokken Partijen een SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden) plan van aanpak, incl. een kosten/batenanalyse en een begroting opstellen. De plannen van aanpak zullen ter goedkeuring en prioritering worden voorgelegd aan de Stuurgroep Landelijke Coördinatie Inspecties aan boord van zeeschepen (zie ook § 6.3.1). Verbeterpunten zullen alleen komen te vervallen als hiervoor zwaarwegende argumenten bestaan. Een zwaarwegend argument kan bijvoorbeeld bestaan uit het feit dat de te realiseren baten bij lange na niet opwegen tegen de hiervoor te maken kosten. De voortgang van de uitwerking van de Actiepunten zal tijdens het jaarlijks Besluitvormingsoverleg Aspect Schip van de Stuurgroep Landelijke Coördinatie Inspecties aan boord van zeeschepen worden bewaakt. De Stuurgroep rapporteert aan het Directeurenoverleg Zeevaart (DOZ). Besluitvorming vindt plaats door of onder verantwoordelijkheid van het DOZ en de Stuurgroep Vervoer over Water. Welk schip / Welk inspectieonderwerp

2.

Risicoanalyse

Risicoanalyse

2.1. Huidige situatie

Planning Gegevensuitwisseling

Risicoanalyse zit bij de meeste Toezichthouders nog in een ontwikkelfase. Op dit moment maken de meeste Partijen voor zich op basis van individuele criteria (aanbod, risico, naleving) een afweging welk schip bezocht moet/zal worden voor Inspectie van een bepaald onderwerp. In enkele gevallen wordt hierbij al wel samengewerkt.


Wie / Wanneer


Inspectie

Hoe

5/26

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP Een schip kan hierdoor door meerdere Partijen voor Inspectie op al dan niet verschillende Inspectieonderwerpen worden geselecteerd (en bezocht).

2.2. Ambities Vanuit Aspect Schip willen we de Individuele Risicoanalyses via Gezamenlijke Targetting (§ 2.1) doorontwikkelen tot één Integrale Risicoanalyse (§ 2.2).

2.3. Acties 2.3.1. Gezamenlijke Targetting Door de uitkomsten van Individuele Risicoanalyses met elkaar af te stemmen, kan gezamenlijk bepaald worden welke schepen voor welke onderwerpen bezocht zullen worden. Om dit te bereiken moeten hierover afspraken worden gemaakt. De uitvoering van deze afspraken wordt geacht onderdeel te worden van de normale operatie. Resultaat

Afspraken over afstemming van de uitkomst van Individuele Risicoanalyses, zodat een gezamenlijke selectie van te bezoeken schepen (Inspectieobjecten), incl. de te inspecteren onderwerpen per schip (schepenlijst) resulteert.

Trekker, betrokken partijen en verwachte inzet van mensen Partijen Trekker HR, HA Betrokken partijen IVW, HB, HZ, MIJ, KLPD-DW, ZHP-VD, VWA, GGDAA, GGD-K, GGD-RR, GGD-ZW, VROM-I, AI, RWS Totaal Planning

Verwachte inzet 52 uur 4 uur 148 uur

Start 2009, gereed begin 2010.

2.3.2. Integrale Risicoanalyse Het uiteindelijke streven is te komen tot één Integrale Risicoanalyse voor alle bij het Aspect Schip betrokken Toezichthouders op basis van gezamenlijk geformuleerde criteria voor risicoanalyse (§ 2.3.2.1). Bij voorkeur wordt het maken van deze Integrale Risicoanalyse geautomatiseerd (§ 2.3.2.2). Resultaat

Eén Integrale Risicoanalyse op basis van gezamenlijk geformuleerde criteria voor Risicoanalyse, uiteindelijk ondersteund door ICT-middelen.

Trekker, betrokken partijen en verwachte inzet van mensen Partijen Trekker HR, HA Betrokken partijen IVW, HB, HZ, MIJ, KLPD-DW, ZHP-VD, VWA, GGDAA, GGD-K, GGD-RR, GGD-ZW, VROM-I, AI, RWS Totaal Middelen

Gezamenlijke criteria voor risicoanalyse (§ 2.3.2.1) ICT-middelen (§ 2.3.2.2)

Planning

Start begin 2010, gereed na 2011

Verwachte inzet PM uur PM uur PM uur

2.3.2.1.Gezamenlijke criteria voor risicoanalyse Het is wenselijk in de toekomst gezamenlijke criteria en een waar mogelijk uniforme werkwijze te gebruiken voor de selectie van te inspecteren schepen. Hiertoe wordt een inventarisatie gemaakt van de individuele criteria die nu gebruikt worden voor de Individuele Risicoanalyses (bijv. Sirenac), worden deze met elkaar vergeleken en geïntegreerd tot gezamenlijke criteria. De gezamenlijke criteria vormen vervolgens de basis voor een Integrale Risicoanalyse, al dan niet ondersteund door een ICT oplossing (§ 2.3.2.2).



6/26

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP Resultaat:

Gezamenlijke criteria en een waar mogelijk uniforme werkwijze voor risicoanalyse.


Individuele risicoanalysecriteria

Planning

Start begin 2010, gereed eind 2010


2.3.2.2.ICT-middelen voor Risicoanalyse Het is wenselijk het maken van de Integrale Risicoanalyse op basis van de gezamenlijke criteria voor Risicoanalyse (§ 2.3.2.1) met ICT-middelen te ondersteunen (§ 2.3.2.2). Hiertoe wordt eerst een programma van eisen opgesteld (§ 2.3.2.2.1), waarna de ICT-middelen gebouwd kunnen worden (§ 2.3.2.2.2). 2.3.2.2.1.Ontwikkelen programma van eisen voor ICT-middelen voor gezamenlijke risicoanalyse Resultaat:

Een programma van eisen voor ICT-middelen die op basis van de geformuleerde gezamenlijke criteria voor Risicoanalyse resulteert in een overzicht van welke schepen voor welke Inspectieonderwerpen moeten/zullen worden geïnspecteerd (schepenlijst), waarbij goed presteerders worden ontzien en sprake is van inhoudelijk risicogestuurd toezicht


Gezamenlijke risicoanalysecriteria (§ 2.3.2.1) Externe ondersteuning (PM)

Planning

Start 2010, gereed 2011


2.3.2.2.2.Ontwikkelen en implementeren van ICT-middelen voor gezamenlijke risicoanalyse Resultaat:

ICT-middelen die op basis van de geformuleerde gezamenlijke criteria voor Risicoanalyse resulteren in een overzicht van welke schepen voor welke Inspectieonderwerpen moeten/zullen worden geïnspecteerd (schepenlijst), waarbij sprake is van risicogestuurd toezicht en goed presteerders worden ontzien



Programma van eisen (§2.3.2.2.1); Externe ondersteuning en automatisering NB: Hierbij wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van Rijksinitiatieven zoals ICTU.



7/26

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP Planning

3.

Start/Gereed na 2011

Optimalisatie van toezichttaken en -rollen

3.1. Huidige situatie Toezicht in het Domein Vervoer over Water, Zeehavens, Aspect Schip is complex. Dertien diensten houden gezamenlijk toezicht op een veelheid aan zeer ongelijksoortige weten regelgeving waarvoor de bestuurlijke verantwoordelijkheid op verschillende plaatsen is belegd. Verschillende Toezichthouders inspecteren onafhankelijk van elkaar dezelfde Inspectieonderwerpen. Hierdoor ontstaat een onnodige toezichtlast. Er bestaan al veel bilaterale en multilaterale afspraken (zie bijlage 2 bij het Convenant: Inventarisatie Rolverdeling inspecties aan boord van zeeschepen ultimo 2008). De bestaande afspraken variëren echter sterk in inhoud. Een aantal afspraken zijn uitsluitend operationeel, andere afspraken gaan veel verder. Op een aantal Inspectieonderwerpen ontbreken er samenwerkingsafspraken tussen Partijen.

3.2. Ambities Binnen Aspect Schip is per Inspectieonderwerp een Streefbeeld 2011 ontwikkeld (zie bijlage 3 bij het Convenant). In het Streefbeeld wordt per Inspectieonderwerp aangegeven welke Partijen welke rol op zich zouden kunnen nemen. Daarbij is uitgegaan van de omschrijving van de verschillende mogelijke rollen zoals weergegeven in het Convenant (zie ook bijlage 5: Definities). Door optimalisering van de taken en rollen kan het aantal Inspecties aan boord van zeeschepen worden verminderd, terwijl het noodzakelijke Toezicht breder plaatsvindt. Om dit te bereiken worden bestaande afspraken in kaart gebracht en waar nodig aangepast op de Convenantafspraken en uitgebreid naar andere Convenantpartijen (§ 3.3.1). Daarnaast wordt bekeken waar de Rolverdeling kan worden geoptimaliseerd (§ 3.3.2). Coördinatie daarvan vraagt om heldere sturingsprincipes en een heldere en consistente Rolverdeling tussen verschillende partijen. Daarbij staat voorop dat de Partij die bestuurlijk verantwoordelijk is (de Hoofdtoezichthouder) ook het toezichtbeleid en de Rolverdeling bij het Toezicht bepaalt. Voor een nadere toelichting op de mogelijke rollen wordt verwezen naar de Convenanttekst.

3.3. Acties 3.3.1. Bestaande afspraken inventariseren, toetsen, aanpassen en uitbreiden De Coördinerend Toezichthouder verzamelt alle bestaande afspraken en toetst deze aan het Convenant. Resultaat:

Overzicht van alle bestaande samenwerkingsafspraken over alle Inspectieonderwerpen. Het overzicht bevat onder andere: • bestaande afspraken en betrokkenen • toetsing van de afspraken aan de uitgangspunten van het Convenant • aanpassing en uitbreiding naar andere relevante Convenantpartijen • formalisering van de afspraken






8/26


3.3.2. Optimalisatie van de rolverdeling Op basis van bestaande afspraken en het Streefbeeld 2011 wordt onderzocht op welke gebieden Taakoverdracht aan een Medetoezichthouder of Actief Signaaltoezicht meerwaarde heeft voor een zo efficiënt en effectief mogelijk Toezicht. De Hoofdtoezichthouder prioriteert hiertoe de (clusters van) Inspectieonderwerpen en maakt per Inspectieonderwerp een Plan van Aanpak met een kostenbatenanalyse en een begroting waarin bepaald wordt hoe de nieuwe rolverdeling bereikt zal worden (convenant, procedures, opleidingen, checklists, e.d.). Nadat de Stuurgroep/het DOZ hierop akkoord gegeven heeft, maakt de Hoofdtoezichthouder met alle bij het betreffende Inspectieonderwerp Betrokken Partijen schriftelijk afspraken over rol- en taakverdeling (Wie doet wat wanneer voor wie?). In de afspraken wordt ook een kosten- en tijdverdeling aangegeven. Resultaat:

Afspraken over een zo optimaal mogelijke inrichting van de Rolverdeling per Inspectieonderwerp

Trekker, betrokken partijen en verwachte inzet van mensen Partijen Coördinator HR, HA Trekker Hoofdtoezichthouder, afhankelijk van Inspectieonderwerp* Betrokken partijen IVW, HR, HA, HB, HZ, MIJ, KLPD-DW, ZHP-VD, VWA, GGD-AA, GGD-K, GGD-RR, GGD-ZW, VROMI, AI, RWS, ZHP-GT, KMAR, Douane, voor zover betrokken bij het inspectieonderwerp* Totaal

Verwachte inzet 40 uur 24 uur per onderwerp** 8 uur per onderwerp**

2.952 uur**

* Zie bijlage 3: Streefbeeld ** Zie § 11.1 voor uitsplitsing tijdsbesteding per inspectieonderwerp/partij

Middelen

Bestaande afspraken (§ 3.1) Streefbeeld 2011 (Zie bijlage 3)

Planning

Start 2009, gereed (na) 2011

4.

Planning toezicht

4.1. Huidige situatie Op dit moment maakt elke Partij een eigen Inspectieprogramma (jaarplan) met eigen speerpunten. Daarnaast maakt elke partij een eigen operationele planning. Tussen enkele partijen vindt hierover al uitwisseling en afstemming plaats. Doordat de planning nu niet met elkaar wordt afgestemd, bestaat het risico dat schepen meervoudig worden bezocht en Inspectieonderwerpen meerdere malen worden geïnspecteerd.

Welk schip / Welk inspectieonderwerp

Wie / Wanneer

Risicoanalyse


Inspectie

Hoe

4.2. Ambities Vanuit Aspect Schip willen we de individuele operationele planningen via uitwisseling en afstemming (§ 4.3.2) doorontwikkelen tot één integrale planning (§ 4.3.3). Ook het Inspectieprogramma zal in de toekomst gezamenlijk worden opgesteld (§ 4.3.1).



9/26


4.3. Acties 4.3.1. Gezamenlijk Inspectieprogramma schip Resultaat:

Een gezamenlijk Inspectieprogramma (jaarplan) voor Aspect Schip waarbij aangegeven wordt welke Inspecties op schepen verwacht kunnen worden. NB: Het gezamenlijk jaarplan kan met de Inspectieprogramma's van andere Aspecten worden gebundeld tot een Inspectieprogramma 'Vervoer over water'.


Drukkosten

Planning

Start 2009, Jaarlijks terugkerend


4.3.2. Uitwisseling en afstemming operationele planning Door de uitkomsten van de individuele inspectieplanning (op basis van Individuele Risicoanalyse, Gezamenlijke Targetting dan wel Integrale Risicoanalyse) met elkaar af te stemmen, kan gezamenlijk worden bepaald wie welke schepen voor welke onderwerpen wanneer zal bezoeken. Het motto is hierbij “Eén inspectie tenzij…”. Door tussen de verschillende Betrokken Partijen operationele afspraken te maken over de Rolverdeling (zie ook § 3.3), kunnen onnodige en dubbele Inspecties worden voorkomen en kan inspectiecapaciteit efficiënter worden ingezet. De uitvoering hiervan wordt geacht te zijn inbegrepen in de normale operatie. Resultaat:

Afspraken over uitwisseling en afstemming planning tussen alle partijen.



Start 2009, gereed begin 2010

4.3.3. Integrale operationele planning Voor de toekomst is het wenselijk één integrale planning voor alle bij het Aspect Schip Betrokken Partijen te maken, op basis van de gezamenlijk geformuleerde prioriteringsregels (§ 4.3.3.1) en ondersteund met behulp van ICT-middelen (§ 4.3.3.2). Resultaat:

Eén integrale planning voor alle bij het Aspect Schip Betrokken Partijen, op basis van de gezamenlijk geformuleerde prioriteringsregels (§ 4.3.3.1) met behulp van ICTmiddelen (§ 4.3.3.2)

Trekker, betrokken partijen en verwachte inzet van mensen Partijen Trekker HR, HA Betrokken partijen IVW, HB, HZ, MIJ, KLPD-DW, ZHP-VD, VWA, GGDAA, GGD-K, GGD-RR, GGD-ZW, VROM-I, AI, RWS Totaal Convenant Domein Vervoer over Water Zeehavens, Aspect Schip


Verwachte inzet PM uur PM uur PM uur 10/26

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP Middelen

Prioriteringsregels (§ 4.3.3.1) ICT-middelen ter ondersteuning van de planning (§ 4.3.3.2)

Planning

Start 2009, gereed na 2011

4.3.3.1.Prioriteringsregels toezicht Het is wenselijk in de toekomst prioriteringsregels te hebben waarmee bepaald kan worden welke Toezichthouder in welke situatie een bepaald schip uit de schepenlijst (Inspectieobject) zal inspecteren. De regels worden o.a. bepaald aan de hand van: • beschikbare werkvoorraad (schepenlijst, incl. te inspecteren onderwerpen) • meest nuttige inspectietijdstip (zo snel mogelijk na aankomst schip) • (op dat tijdstip) beschikbare capaciteit aan Inspecteurs bij de Toezichthouders • kennis, kunde en bevoegdheden van de beschikbare Inspecteurs • mogelijkheden voor Medetoezicht en Signaaltoezicht Gemaakte afspraken dienen als input voor een ICT oplossing voor een gezamenlijke planning Resultaat:

Afspraken over wie welk schip onder welke voorwaarden voor welk onderwerp gaat inspecteren



Start 2009, gereed begin 2010

4.3.3.2.ICT-middelen ter ondersteuning van de Planning Het is wenselijk het maken van een integrale planning op basis van de Gezamenlijke Targetting dan wel Integrale Risicoanalyse door ICT te ondersteunen. Hiertoe wordt eerst een programma van eisen opgesteld (§ 4.3.3.2.1), waarna de ICT-middelen gebouwd kunnen worden (§ 4.3.3.2.1). De uitkomst van de Risicoanalyse (§ 2.3) kan daarbij gebruikt worden als input voor de planning. 4.3.3.2.1.Ontwikkelen programma van eisen voor ICT-middelen voor gezamenlijke planning De Coördinerend Toezichthouders stellen een Programma van Eisen op voor ICT-middelen ter ondersteuning van een gezamenlijke planning die helpt bij het bepalen wie welk schip van de schepenlijst wanneer voor welke onderwerpen gaat inspecteren. Het uitgangspunt is daarbij "Eén inspectie, tenzij…". Het programma van eisen wordt teruggekoppeld aan de Betrokken Partijen. Resultaat:

Programma van eisen voor ICT-middelen ter ondersteuning bij het vinden van het antwoord op de planningsvraag: “Wie gaat welk schip van de schepenlijst wanneer voor welke onderwerpen inspecteren”, waarbij het uitgangspunt is "Eén inspectie, tenzij…"


Prioriteringsregels (§ 4.3.3.1) Externe ondersteuning (PM)

Planning





11/26

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP 4.3.3.2.2.Ontwikkelen en implementeren van ICT-middelen voor gezamenlijke planning Resultaat:

ICT-middelen ter ondersteuning bij het vinden van het antwoord op de planningsvraag: “Wie gaat welk schip van de schepenlijst wanneer voor welke onderwerpen inspecteren”, waarbij het uitgangspunt is "Eén inspectie, tenzij…"

Trekker, betrokken partijen en verwachte inzet van mensen Partijen Trekker HR, HA Betrokken partijen IVW, HB, HZ, MIJ, KLPD-DW, ZHP-VD, VWA, GGDAA, GGD-K, GGD-RR, GGD-ZW, VROM-I, AI, RWS Totaal


Middelen

Programma van eisen (§ 4.3.3.2.1). PM voor externe ondersteuning en automatisering NB: Hierbij wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van Rijksinitiatieven zoals ICTU.

Planning


5.

Stroomlijning informatievoorziening overheid ↔ bedrijfsleven

5.1. Huidige situatie Op dit moment ontbreekt landelijk een aantal gewenste gegevens in de "Port Notification". In het ANZKG kan daarnaast de informatievoorziening tussen betrokken regionale havenbeheerders door verdere automatisering worden verbeterd.

5.2. Ambities De Port Notification wordt gecompleteerd (§ 5.3.1) en de automatisering daarvan wordt regionaal verder geoptimaliseerd (§ 5.3.2).

5.3. Acties 5.3.1. Aanpassing Port Notification Het schip moet zich momenteel melden bij IVW voor een "Expanded Inspection". Gebeurt dit niet of niet tijdig, dan wordt aangifte gedaan bij de KLPD en ontvangt het schip een boete. Door de status van de "Expanded Inspection"op te nemen in de Port Notification kan de aparte melding aan IVW vervallen en de boete worden voorkomen. Daarnaast moet het schip verplicht een melding doen wanneer er ziektes aan boord heersen. Ook deze melding kan geïntegreerd worden in de Port Notification. Resultaat:

Port Notification uitgebreid met “Expanded Inspection” en "Ziektes aan boord"

Trekker, betrokken partijen en verwachte inzet van mensen Partijen Trekker HR, HA Betrokken partijen IVW, GGD-AA, GGD-K, GGD-RR, GGD-ZW, Portbase Totaal Middelen

Externe ondersteuning en automatisering

Planning





12/26


5.3.2. Optimalisering regionale uitwisseling Port Notification (ANZKG) De agent geeft de Port Notification door aan HA, die deze verwerkt in Pontis. HB, HZ en MIJ kunnen passief meekijken in Pontis en ontvangen daarnaast soms een (dubbele) melding van de agent. Door van de invoer in Pontis een geautomatiseerd actief signaal uit te laten gaan aan HB, HZ en MIJ, kan de dubbele melding voor de agent komen te vervallen. Resultaat:

Geautomatiseerde informatiedeling Port Notification in de ANZKG-regio

Trekker, betrokken partijen en verwachte inzet van mensen Partijen Trekker HA Betrokken partijen HB, HZ, MIJ, Portbase Totaal

Verwachte inzet PM uur* PM uur* PM uur*

* Reeds onderdeel jaarplan

Middelen

Externe ondersteuning en automatisering

Planning

Loopt, gereed 2011

6.

Coördinatie uitvoering toezicht

6.1. Huidige situatie Op dit moment vindt er geen of slechts op kleine schaal coördinatie plaats tussen de Inspecties van de verschillende Toezichthouders op schepen. Elke Partij heeft eigen checklists, (ICT) ondersteuning en management informatie.

6.2. Ambities Landelijke coördinatie van Toezicht vanuit Aspect Schip (§ 6.3.1), regionaal ondersteund vanuit Regionale Coördinatiecentra (§ 6.3.2) en ICT-hulpmiddelen (§ 6.3.3).


Wie / Wanneer

Risicoanalyse


Inspectie

Hoe

6.3. Acties 6.3.1. Inrichting Landelijke Coördinatie Aspect Schip Vanuit Aspect Schip zal onder leiding van de beide Coördinerend Toezichthouders een Stuurgroep 'Landelijke Coördinatie Inspecties aan boord van zeeschepen' worden ingericht. In de Stuurgroep zitten beleidsvertegenwoordigers van alle bij het Aspect Schip betrokken partijen. Zij zien toe op de totstandkoming van het beleid en naleving van het Convenant. De Stuurgroep vormt daarmee het centraal aanspreekpunt voor beleidsmatige aangelegenheden t.a.v. Aspect Schip. Zij bepaalt tevens de prioritering van de geformuleerde Actiepunten, bewaakt de voortgang en waarborgt landelijke uniformiteit in de werkwijze. De Stuurgroep komt minimaal 1 maal per jaar bijeen voor de beoordeling van begrotingen en de evaluatie van het Convenant, en verder naar behoefte. De deelnemers hebben hiertoe (tot op zekere hoogte) besluitvormende bevoegdheden. De Stuurgroep rapporteert aan het Directeurenoverleg Zeehavens (DOZ) , dat verantwoordelijk is voor de overkoepelende aspectoverschrijdende aansturing van de samenwerking binnen Domein Vervoer over Water, Zeehavens. Daarin zijn alle Rijksinspecties binnen Domein Vervoer over Water vertegenwoordigd, onder voorzitterschap van de IVW (directeur Scheepvaart). Per Actiepunt worden één of meerdere werkgroepen gevormd onder leiding van de aangegeven Trekker(s) en met deelname van in elk geval de aangegeven Betrokken Partijen, voor zover zij dit zelf wenselijk achten. De werkgroepen bepalen de tactische invulling van het geformuleerde beleid en rapporteren aan de Stuurgroep. De werkgroep legt een Plan van Aanpak met begroting voor aan de Stuurgroep. Als de Stuurgroep deze heeft getoetst aan de uitgangspunten van het convenant legt zij deze voor goedkeuring voor aan het DOZ. Convenant Domein Vervoer over Water Zeehavens, Aspect Schip


13/26

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP Resultaat:

Plan van aanpak voor Landelijke Coördinatie van Toezicht vanuit Aspect Schip door middel van een Stuurgroep Landelijke Coördinatie en tactische werkgroepen

Trekker, betrokken partijen en verwachte inzet van mensen Partijen Trekker HR, HA Betrokken partijen IVW, HB, HZ, MIJ, KLPD-DW, ZHP-VD, VWA, GGDAA, GGD-K, GGD-RR, GGD-ZW, VROM-I, AI, RWS, (ZHP-GT, KMAR, Douane) Totaal Middelen

PM (o.a. overleg)

Planning


Verwachte inzet 24 uur 0 uur

48 uur

6.3.2. Inrichting Regionale Coördinatiecentra Voor de dagelijkse operationele afstemming van de Risicoanalyse (§2), planning (§4) en uitvoering (§6) van Toezicht zullen Regionale Coördinatiecentra worden ingericht. Deze Regionale Coördinatiecentra gaan operationeel aan de slag met de output van de verschillende tactische werkgroepen en vormen het operationeel aanspreekpunt voor Aspect Schip. Resultaat

Visie op inrichting Regionale Coördinatiecentra en operationalisering van de in het kader van andere Actiepunten gemaakte afspraken, gebruik makend van bestaande initiatieven (zoals het HCC in Rotterdam en het verkeersleidingcentrum in Amsterdam)


PM

Planning



6.3.3. ICT-ondersteuning toezicht Waar nodig en wenselijk zal de uitvoering van Inspecties met ICT-hulpmiddelen operationeel worden ondersteund en vereenvoudigd. Om te voorkomen dat elke Hoofdtoezichthouder de Mede- en Signaaltoezichthouders voorziet van eigen ICT-hulpmiddelen (en daarmee de mogelijkheid bestaat dat een Inspecteur met bijv. meerdere laptops moet werken), is een vorm van coördinatie hierbij wenselijk. Dit geldt ook voor de wijze van gegevensuitwisseling tijdens en na de Inspectie. In dat kader zullen de beide Coördinerend Toezichthouders een voorstel doen voor een Programma van Eisen (§ 6.3.3.1) en zullen ICT-hulpmiddelen volgens het gezamenlijk opgestelde Programma van Eisen gezamenlijk dan wel door een Hoofdtoezichthouder worden ontwikkeld (§ 6.3.3.2). 6.3.3.1. Opstellen programma van eisen Om te komen tot ICT-ondersteuning zal eerst een Programma van Eisen worden opgesteld waaraan de ICT-middelen moeten voldoen. Resultaat:

Programma van eisen voor één of meerdere ICT-middelen ter ondersteuning van het te houden toezicht (checklist, online verbinding, etc.) en het verkrijgen van gezamenlijke managementinformatie.



14/26

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP Trekker, betrokken partijen en verwachte inzet van mensen Partijen Trekker HR, HA Betrokken partijen IVW, HB, HZ, MIJ, KLPD-DW, ZHP-VD, VWA, GGDAA, GGD-K, GGD-RR, GGD-ZW, VROM-I, AI, RWS Totaal Middelen

Externe ondersteuning (PM)

Planning



6.3.3.2.Ontwikkeling en implementatie van de ICT-middelen ter ondersteuning van Inspecties De ICT-hulpmiddelen ter ondersteuning van Inspecties kunnen op basis van het opgestelde Programma van Eisen gezamenlijk dan wel door een Hoofdtoezichthouder worden ontwikkeld Resultaat:

Eén of meerdere op elkaar afgestemde ICT-middelen ter ondersteuning van het te houden Toezicht

Trekker, betrokken partijen en verwachte inzet van mensen Partijen Trekker HR, HA Betrokken partijen IVW, HB, HZ, MIJ, KLPD-DW, ZHP-VD, VWA, GGDAA, GGD-K, GGD-RR, GGD-ZW, VROM-I, AI, RWS Totaal


Middelen

Externe ICT ondersteuning en automatisering NB: Hierbij wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van Rijksinitiatieven zoals ICTU

Planning


7.

Uitwisseling van gegevens

7.1. Huidige situatie Op dit moment vindt er beperkt uitwisseling van inspectieplanning en inspectieresultaten plaats. Deze bestaande uitwisseling is veelal gebaseerd op bilaterale afspraken. Er zijn inmiddels vanuit Programma Vernieuwing Toezicht trajecten opgezet - zoals de Pilot Milieu-inspecties” - om hierin verdere verbetering aan te brengen, die in de toekomst verder zullen worden uitgebreid als onderdeel van de overige acties.


Wie / Wanneer

Risicoanalyse


Inspectie

Hoe

7.2. Ambities

Structurele uitwisseling en optimalisering van inspectiegegevens en –resultaten (§ 7.3.1 resp. 7.3.2).

7.3. Acties 7.3.1. Structurele uitwisseling van gegevens Door het uitwisselen van gegevens krijgen partijen een bredere informatiebasis voor het nemen van beslissingen, meer Inspectieresultaten en de mogelijkheid om de (beperkt) beschikbare capaciteit zo efficiënt mogelijk in te zetten. De output van de Risicoanalyse vormt de input voor de planning, vice versa. De output van de Risicoanalyse en planning vormen beide de input voor het uit te voeren Toezicht / de Inspectie. De Inspectieresultaten vormen vervolgens weer de input voor de risicoanalyse (en eventueel de planning, wanneer de Hoofdtoezichthouder op basis van de bevindingen van een Mede- of SignaaltoezichtConvenant Domein Vervoer over Water Zeehavens, Aspect Schip


15/26

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP houder besluit alsnog aan boord te gaan). Daarnaast zullen de inspectieresultaten voor rapportagedoeleinden periodiek worden uitgewisseld. Door de Hoofdtoezichthouder worden per Inspectieonderwerp afspraken gemaakt over het uitwisselen van gegevens over de Risicoanalyse, planning en Inspectieobjecten en inspectieresultaten met de Partijen die in het Streefbeeld genoemd zijn in de rol van Medetoezichthouder of Signaaltoezichthouder (zie ook §3: bij het maken van de afspraken over de rolverdeling zal de gegevensuitwisseling ook worden meegenomen) en eventuele andere belanghebbenden. Bij de gegevensuitwisseling zal binnen de geldende weten regelgeving worden geopereerd (o.a. Wet Bescherming Persoonsgegevens) en rekening worden gehouden met risico's ten aanzien van opsporing (voorkoming oneigenlijk verkregen bewijs / verlies vertrouwen inspectieobject). Resultaat:

Afspraken over structurele uitwisseling van gegevens over Inspectieobjecten, Risicoanalyse (§2), planning (§4) en inspectieresultaten (§6)

Trekker, betrokken partijen en verwachte inzet van mensen Partijen Coördinator HR, HA Trekker Hoofdtoezichthouder, afhankelijk van het inspectieonderwerp* Betrokken partijen IVW, HR, HA, HB, HZ, MIJ, KLPD-DW, ZHP-VD, VWA, GGD-AA, GGD-K, GGD-RR, GGD-ZW, VROMI, AI, RWS, ZHP-GT, KMAR, Douane Totaal


PM uur

* Zie bijlage 3: Streefbeeld

Middelen

PM. NB: Zo mogelijk wordt hierbij aangesloten bij het initiatief van de kustwacht inzake de Wet Handhaving Noordzee en wordt gebruik gemaakt van Rijksinitiatieven zoals ICTU.

Planning


7.3.2. Optimalisering gegevensuitwisseling Er is verbetering mogelijk in bestaande uitwisseling van gegevens: 7.3.2.1.Melding beslaglegging, vaarverbod, aanhouding (ANZKG) Beslaglegging / aanhouding / vaarverbod e.d. (evenals de opheffing daarvan) wordt nu vaak door IVW niet of niet tijdig gemeld aan de havenmeester en andere belanghebbenden. Dit kan tot operationele problemen leiden. Resultaat:

Nadere afspraken over het informeren van HA op het gebied van beslaglegging, vaarverbod of aanhouding door IVW en het doormelden van deze informatie door HA aan betrokken regionale toezichthouders

Trekker, betrokken partijen en verwachte inzet van mensen Partijen Trekker HA Betrokken partijen IVW, HB, HZ, MIJ, KLPD-DW, en eventuele andere regionaal betrokken partijen Totaal Middelen

Externe ondersteuning en automatisering (PM)

Planning

Start 2009, Gereed 2009




16/26

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP 7.3.2.2.Optimalisering ETA / ligplaatsgegevens ANZKG IVW signaleert incidentele problemen met accuratesse van de ETA/Ligplaatsgegevens in het ANZKG. Resultaat:

Verbetering invoer en uitwisseling ETA / ligplaatsgegevens ANZKG tussen HA en IVW

Trekker, betrokken partijen en verwachte inzet van mensen Partijen Trekker HA Betrokken partijen IVW Totaal Planning

8.


Start/Gereed 2009

Professionaliteit inspecteurs

8.1. Huidige situatie Bij de verschillende Toezichthouders zijn professionele Inspecteurs werkzaam. Voor dezelfde Inspectieonderwerpen blijken er bij de verschillende Partijen echter verschillende opleidingen te bestaan. Daarnaast is er onvoldoende inzicht in werkzaamheden buiten het eigen vakgebied.

8.2. Ambities Vanuit Aspect Schip zetten we vakbekwame en professionele Inspecteurs in. Waar nodig ontvangen de Inspecteurs van de Hoofdtoezichthouder opleiding en training voor hun rol als Medetoezichthouder of Signaaltoezichthouder. Daarnaast wordt de professionaliteit vergroot door afstemming van de opleiding tussen de Partijen. Door het opleidingstraject gezamenlijk te coördineren, wordt uniformiteit in de werkwijze op gelijke Inspectieonderwerpen gewaarborgd en kan mogelijk op kosten worden bespaard.

8.3. Acties 8.3.1. Harmonisering, verhoging en verbreding kennis van inspecteurs Om de kennis van Inspecteurs te harmoniseren, verhogen en verbreden, worden de bestaande opleidingen en de opleidingsbehoefte geïnventariseerd (§ 8.3.1.1), waarna een gezamenlijk opleidingsplan wordt ontwikkeld en geïmplementeerd (§ 8.3.1.2). 8.3.1.1.Inventarisatie bestaande opleidingen en opleidingsbehoefte Resultaat: Een totaaloverzicht van de relevante opleidingen en opleidingsbehoefte bij alle Betrokken Partijen, incl. een overzicht van de (inter-)nationale eisen waaraan Inspecteurs dienen te voldoen. Trekker, betrokken partijen en verwachte inzet van mensen Partijen Trekker HR, HA Betrokken partijen IVW, HB, HZ, MIJ, KLPD-DW, ZHP-VD, VWA, GGDAA, GGD-K, GGD-RR, GGD-ZW, VROM-I, AI, RWS Totaal Planning


Start/Gereed 2009

8.3.1.2.Ontwikkeling en implementatie van een gezamenlijk opleidingsplan Resultaat: Plan van aanpak voor een gezamenlijk opleidingsplan en - waar mogelijk – gezamenlijke opleidingen voor professionalisering, medetoezicht en (actief) signaaltoezicht, aansluitend op de (inter-)nationale eisen die gesteld worden aan Inspecteurs.



17/26

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP Trekker, betrokken partijen en verwachte inzet van mensen Partijen Trekker HR, HA Betrokken partijen IVW, HB, HZ, MIJ, KLPD-DW, ZHP-VD, VWA, GGDAA, GGD-K, GGD-RR, GGD-ZW, VROM-I, AI, RWS Totaal Planning

9.


Start 2010, gereed na 2011 (doorlopend proces)

Toezicht- en interventiemethoden

9.1. Huidige situatie Nalevingondersteuning gebeurt momenteel door alle Toezichthouders afzonderlijk, elk op hun eigen manier.

9.2. Ambities Voor Aspect Schip streven we naar één loket van waaruit communicatie over beleidsaangelegenheden zoals (interpretatie van) wetgeving, samenwerking (Convenant), taakverdeling, procedures, Inspectieprogramma, vragen en klachten en dergelijke met betrekking tot Aspect Schip kan plaatsvinden. Daarnaast ondersteunen we Inspecteurs en Inspectieobjecten waar nodig bij de uitvoering van Toezicht en naleving van weten regelgeving door middel van voorlichting.

9.3. Acties 9.3.1. Informatievoorziening t.b.v. nalevingondersteuning De Coördinerend Toezichthouders zullen informatie over Aspect Schip beschikbaar stellen op www.inspectieloket.nl, zodat deze informatie eenvoudig toegankelijk wordt voor Inspectieobjecten, Toezichthouders en Inspecteurs. Het gaat hierbij onder andere om informatie over het Convenant en de uitvoering daarvan, de Rolverdeling en contactgegevens van Partijen, onderliggende wetgeving en beleid, e.d.. Hierbij wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van bestaande initiatieven, zoals overheid.nl, wetten.nl e.d. (geen dubbel werk). Daarnaast zal er één landelijk contactpunt worden ingericht (postbus en telefoonnummer), waartoe Inspectieobjecten zich kunnen richten met vragen en klachten. Resultaat:

Plan van aanpak voor inrichting van www.inspectieloket.nl en van een contactpunt voor Aspect Schip


PM (o.a. www.inspectieloket.nl)

Planning



9.3.2. Voorlichting organiseren Er is momenteel behoefte aan vakinhoudelijke, preventieve voorlichting vanuit Aspect Schip over een drietal onderwerpen: • Boord-boord-overslag • MARPOL Annex II (Prewashes) • Draaiboek sloopschepen



18/26


9.3.2.1.Voorlichting boord-boord overslag Er is behoefte aan voorlichting over/overleg met toezichtpartners over de preventieve maatregelen op het gebied van veiligheid en milieu die bij boord-boordoverslag moeten worden genomen. Resultaat:

Voorlichting van en overleg met de betrokken toezichtpartners over de preventieve maatregelen op het gebied van (milieu) veiligheid bij boord-boord overslag NB: Heeft mogelijk ook raakvlakken met aspect schip/wal

Trekker, betrokken partijen en verwachte inzet van mensen Partijen Trekker HR, HA Betrokken partijen HB, HZ, MIJ, DCMR, Provincie NH Totaal Middelen

PM (Locatie, catering, presentatie)

Planning

Start/Gereed 2010


9.3.2.2.Voorlichting over MARPOL Annex II (Prewashes) aan Dordrecht en Moerdijk Er bestaat in Dordrecht en Moerdijk onduidelijkheid over wanneer prewashes nodig zijn. Resultaat:

Dordrecht en Moerdijk zijn op de hoogte van de regelgeving betreffende MARPOL Annex II (Prewashes)

Trekker, betrokken partijen en verwachte inzet van mensen Partijen Trekker IVW Betrokken partijen Havens Dordrecht en Moerdijk Totaal Middelen


Planning

Start/Gereed 2010


9.3.2.3.Voorlichting over draaiboek sloopschepen aan toezichthouders Er is een draaiboek sloopschepen ontwikkeld en vastgesteld in de Tweede kamer. De werkvloer dient hierover te worden ingelicht. Resultaat:

Betrokken partijen zijn ingelicht over de afgesproken procedures op het gebied van sloopschepen

Trekker, betrokken partijen en verwachte inzet van mensen Partijen Trekker VROM-I Betrokken partijen IVW, HR, HA, HB, HZ, MIJ, KLPD-DW, ZHP-VD, AI, Douane Totaal Middelen


Planning

Start/Gereed 2010




19/26

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP 10. Aanpassing van regelgeving en beleid 10.1. Huidige situatie Er zijn diverse situaties gesignaleerd waarin de huidige wet- & regelgeving of het (inspectie-)beleid naar aanleiding daarvan verbeterd kan worden. In sommige gevallen is: 1. Nieuw beleid / Nieuwe wet- & regelgeving t.b.v. blenden op zee, ongedeclareerde of onjuist gedeclareerde lading en afmeren van schepen 2. Aanpassing van beleid t.g.v. nieuwe/aangepaste wet- & regelgeving voor de International Healthe Regulations en Ship San, resp. 3. Nationale (toelating explosieven en regels voor risicovolle activiteiten) en regionale harmonisatie bestaande wet- & regelgeving (Lokale APV's en havenverordeningen in het ANZKG) gewenst.

10.2. Ambities Toezichthouders zullen voortdurend inspelen op beleidsbehoeftes, nieuwe regelgeving en afstemming van regelgeving en waar nodig actie ondernemen.

10.3. Acties Een aantal concrete acties zijn inmiddels geformuleerd. 10.3.1.Nieuwe weten regelgeving 10.3.1.1.Blenden op zee Blenden op zee leidt tot extra controles (omdat er dan sprake is van niet gecategoriseerde stoffen waarvoor prewashes nodig zijn) Hierdoor ontstaan hogere kosten voor de overheid en mogelijk (onbelast en/of onrechtmatig?) geldelijk gewin bij de blender. Daarnaast levert het mogelijk risico’s op voor schip en milieu. Resultaat:

Nieuw beleid voor blenden op zee ter voorkoming onnodige hoge kosten en onbelast en/of onrechtmatig geldelijk gewin NB: Dit actiepunt heeft ook betrekking op Aspect Lading.

Trekker, betrokken partijen en verwachte inzet van mensen Partijen Trekker IVW Betrokken partijen HR, HA, KLPD-DW, ZHP-VD, VROM-I, AI, Douane, Belastingdienst, IMO Totaal Planning



10.3.1.2.Ongedeclareerde of onjuist gedeclareerde lading (melding) Ongedeclareerde lading vormt samen met onjuist gedeclareerde lading één van de grootste risico's. Er zal onderzoek worden gedaan naar mogelijke oplossingen voor terugdringen van onjuist of ongedeclareerde lading. In dit onderzoek zullen ook de mogelijkheden tot het vergelijken van de informatie van de ontvanger / terminal met de scheepsladinginformatie worden opgenomen. Resultaat:

Onderzoeksrapport met oplossingen voor het terugdringen van onjuist of ongedeclareerde lading. NB: Dit actiepunt heeft ook betrekking op Aspect Lading.

Trekker, betrokken partijen en verwachte inzet van mensen Partijen Trekker IVW, Douane Betrokken partijen HR, HA Totaal Middelen


Externe ondersteuning



20/26

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP Planning


10.3.1.3.Regels voor afmeren van schepen De invloed van de havenmeester op het veilig afmeren van schepen is nog te gering. Resultaat:

Havenmeesters kunnen invloed uitoefenen op de afmering van schepen door afmeerregels met mogelijkheden voor sanctionering bij onveilige afmering.

Trekker, betrokken partijen en verwachte inzet van mensen Partijen Trekker HR, HA Betrokken partijen HB, HZ, MIJ, (Loodsen, sleepboten, roeiers) Totaal

Verwachte inzet 24 uur* 2 uur* 92 uur

* Capaciteit CNB havens reeds opgenomen in begroting

Planning


10.3.2.Aanpassing beleid t.g.v. nieuwe weten regelgeving 10.3.2.1.International Health Regulations Er is nog geen beleid rondom eventueel Toezicht en gegevensuitwisseling in het kader van de "International Health Regulations" (IHR). Resultaten van de Inspectie bij uitgifte van het "Sanitation Certificate" kunnen mogelijk als input voor de Risicoanalyse van andere partijen benut worden met als doel inspectielast te verminderen. Resultaat:

Nationaal beleid voor meldingen en toezicht op het gebied van IHR

Trekker, betrokken partijen en verwachte inzet van mensen Partijen Trekker GGD-AA, GGD-K, GGD-RR, GGD-ZW Betrokken partijen IVW, HR, HA, HB, HZ, MIJ, VWA, AI Totaal Planning



10.3.2.2.Ship San In Nederland zal in 2010 een pilot in het kader van het Europese "Ship San" project worden uitgevoerd. Naar verwachting zal het hieruit voortvloeiende Toezicht op cruiseschepen daarna worden voortgezet. Hiervoor is nieuw beleid nodig. Resultaat:

Nieuw beleid in het kader van het Europese Ship San project

Trekker, betrokken partijen en verwachte inzet van mensen Partijen Trekker LCHV Betrokken partijen IVW, HR, HA, HB, HZ, MIJ, VWA, AI, KLPD-DW, ZHP-VD, GGD-AA, GGD-K, GGD-RR, GGD-ZW Totaal

Verwachte inzet 24 uur* 2 uur* 92 uur

* Capaciteit CNB havens reeds in begroting

Planning




21/26


10.3.3.Harmonisering bestaande wet en regelgeving 10.3.3.1.Afstemming locale APV's en havenverordeningen ANZKG. De regionale / locale regelgevingen voor schepen binnen het ANZKG zijn nog onvoldoende op elkaar afgestemd. Hierdoor bestaat er verschil tussen de locale afhandeling. Resultaat:

Geharmoniseerde APV’s en Havenverordeningen in het ANZKG, waarbij er wel ruimte is voor lokale bijzonderheden (zoals visserij- en woonschepen).

Trekker, betrokken partijen en verwachte inzet van mensen Partijen Trekker HA Betrokken partijen HB, HZ, MIJ Totaal


* Capaciteit en middelen reeds opgenomen in begroting

Planning

Reeds gestart, gereed 2011

10.3.3.2.Afstemming lokale regels voor risicoverhogende scheepsactiviteiten De regionale / locale regelgevingen voor risicoverhogende activiteiten aan boord van zeeschepen zijn niet op elkaar afgestemd. Hierdoor bestaat er verschil tussen de regionale / locale afhandeling (aanvragen en beschikkingen versus meldingen, ontheffingen en vergunningen). Resultaat:

Geharmoniseerde Havenreglementen Rotterdam en ANZKG havens met betrekking tot risicoverhogende activiteiten

Trekker, betrokken partijen en verwachte inzet van mensen Partijen Trekker HA, HR Betrokken partijen HB, HZ, MIJ Totaal


* Capaciteit en middelen reeds opgenomen in begroting

Planning


10.3.3.3.Harmonisering toelating explosieven Het nationale toelatingsbeleid t.a.v. explosieven is verruimd. De locale regels voor schepen met explosieven aan boord zijn per haven anders. Er is nog geen (landelijk) beleid. Resultaat:

Nationaal beleid voor toelating explosieven in havens

Trekker, betrokken partijen en verwachte inzet van mensen Partijen Trekker IVW, HR, HA Betrokken partijen Deelnemers NHR werkgroep munitie* Totaal * Hier zijn ook de overige zeehavens bij betrokken

Planning

Verwachte inzet PM uur** PM uur** PM uur**

** Capaciteit en middelen reeds opgenomen in begroting

Reeds gestart, gereed 2010



22/26


11. Personele inzet per actiepunt / toezichthouder



23/26


11.1. Uitsplitsing tijdsbesteding per inspectieonderwerp/partij actiepunt 3.3.2



24/26

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP 12. Verwachte effecten per actiepunt



25/26


13. Globale planning



26/26


Havenbedrijf Rotterdam N.V. www.portofrotterdam.nl HZ Gemeente Zaanstad www.velsen.nl MIJ Milieudienst IJmond www.milieudienst-ijmond.nl IVW-FS Inspectie Verkeer en Waterstaat, Toezichteenheid Zeevaart, Unit Inspectie Vlaggenstaat www.ivw.nl IVW-GS Inspectie Verkeer en Waterstaat, Toezichteenheid Zeevaart, Unit Inspectie Gevaarlijke Stoffen www.ivw.nl IVW-PS Inspectie Verkeer en Waterstaat, Toezichteenheid Zeevaart, Unit Inspectie Havenstaat www.ivw.nl KLPD-DW Korps Landelijke Politie Diensten, Dienst Waterpolitie www.klpd.nl ZHP VD Zeehavenpolitie, Varende Dienst www.zeehavenpolitie.nl VWA Voedsel en Warenautoriteit www.vwa.nl

Gemeente Beverwijk www.beverwijk.nl

HB

HR

Haven Amsterdam www.portofamsterdam.nl

HA

Afkorting Toezichthouder

Postbus 8634 3009 AP Rotterdam

H. (Hans) Bogaerts Afdelingshoofd

A.M.W. Kleinmeulman / J. (Jack) Vera Inspecteur Generaal

A.J. Meijboom / R. (Richard) Putman Korpschef

Versie 1.9 13 juli 2009

Postbus 8634 3009 AP Rotterdam

E. (Eric) van Hees Afdelingshoofd

F. (Freek) Kalf / R. (Rene) Verzijl Operationeel Chef

Postbus 6622 3002 AP Rotterdam Postbus 2000 1500 GA Zaandam Postbus 325 1940 AH Beverwijk Postbus 8634 3009 AP Rotterdam

J.C. (Cees) Boon Sectorcoördinator Veiligheid & Maritiem Milieu R. (Richard) Hultink Havenmeester B. (Bert) Pannekeet / H. (Herbert) Dekkers Directeur R. (Robert) Simons Afdelingshoofd

B. (Bert) Visser Havenmeester

Postbus 19406 1000 GK Amsterdam

Hoofd- en medetoezichthouders Postadres

H.T.J. (Henri) van der Weide

Contactpersoon

BIJLAGE 4: OVERZICHT VAN CONTACTPERSONEN Telefoon / Fax

Tel.: 020 523 02 50 Fax: 020 523 02 60 Mob: 065 460 71 75

Tel.: 070 456 44 99 Fax: 010 202 23 20 Mob: 062 292 88 84

Tel.: 070 456 44 95 Fax: 010 202 35 20 Mob: 062 292 39 70

Tel.: 020 523 47 61 Fax: 020 626 62 15 Mob.: 065 322 53 23 Tel.: 0251 224 750 Fax: 0251 214 050 Mob: 065 472 16 88 Tel.: 010 252 16 78 Fax: 010 252 16 00 Tel.: 075 681 65 23 Fax: 075 681 67 99 Tel.: 0251 263 823 Fax: 0251-263 888 Tel.: 070 456 46 27 Fax: 010 202 26 16 Mob: 062 290 98 90

Email / Mobiel

[email protected]

[email protected]

[email protected]

[email protected]

[email protected]

[email protected]

[email protected]

[email protected]

[email protected]

[email protected]

1/2

GGD Zaanstreek Waterland www.ggd.nl;www.ggdzw.nl Rijkswaterstaat www.rws.nl Inspectie Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu www.vrominspectie.nl

GGD-ZW

Douane www.douane.nl Koninklijke Marechaussee www.kmar.nl Zeehavenpolitie, Grenstoezicht www.zeehavenpolitie.nl


ZHP-GT

KMar

Douane


VROM-I

RWS

GGD-RR

GGD-K

GGD Amsterdam-Amstelland www.ggd.nl; www.gezond.amsterdam.nl GGD Kennemerland www.ggd.nl; www.vrk.nl GGD Rotterdam-Rijnmond

Arbeidsinspectie www.arbeidsinspectie.nl

GGD-AA

AI


Postbus 29036 3001 GA Rotterdam

Postbus 70032 3000 LP Rotterdam

H. (Heidie) van Kempen Beleidsmedewerker grenstoezicht

Versie 1.9 13 juli 2009

Postbus 70023 3000 LD Rotterdam

Postbus 50966 3007 BJ Rotterdam

Signaaltoezichthouders Postadres

J.F.J. (Jacques) Bonewit / A. (Albert) Imming District Rotterdam G. (Gijsbert) Klaassen

Contactpersoon

J. (Joop) Blenkers / E. (Enno) Christian Directeur VROM-I Zuidwest

N.W.M. (Nico) Vlaar Sectieleider Technische Hygiënezorg, Cluster Milieu & Hygiëne Vooralsnog via M. (Matthijs) Plemp F. (Fred) Schweitzer C. (Cor) Venema / T. (Tjeerd) de Jong

Tel.: 010 274 74 24 Fax: 010 275 02 59

Tel.: 010 290 49 00 Fax: 010 290 49 04

Telefoon / Fax

Tel.: 010 224 44 26 Fax: 010 224 44 25

Tel.: 010 433 96 08 Fax: 010 433 93 43

Tel: 020 555 5581 Fax: 020 555 5671

Postbus 2200 1000 CE Amsterdam

Telefoon / Fax Tel.: 010 479 83 00 Fax: 010 479 84 12

Postbus 9580 3007 AN Rotterdam

Toezichthouders op Afstand Postadres

W.B. (Wim) van Rijswijk / A. (Anja) van Vlerken Inspecteur directie industrie, Inspectieteam Rotterdam M. (Matthijs) Plemp Ship Sanitation Inspector Vooralsnog via M. (Matthijs) Plemp

Contactpersoon

[email protected]

[email protected]

Email / Mobiel

[email protected]

[email protected]

[email protected]

Email / Mobiel

2/2

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP BIJLAGE 5: DEFINITIES 5.1

Algemene definities in het kader van Vernieuwing Toezicht

1

Aspect

2

Coördinerend Toezichthouder

3

Domein

4

Front Office

5

Inspectieraad

Verzameling van Inspectieonderwerpen. Het Domein Vervoer over Water, Zeehavens is onderverdeeld in een vijftal Aspecten: ● Schip ● Lading ● Grensbewaking ● Havenbeveiliging ● Schip/Wal interface Dit convenant heeft uitsluitend betrekking op Aspect Schip. Per Aspect binnen het Domein Vervoer over Water, Subdomein Zeehavens is een Coördinerend Toezichthouder aangewezen. Deze stemt de inspectieprogramma's en risicoanalyses van de verschillende toezichthouders op elkaar af en zorgt voor verdere vormgeving van de samenwerking. Voor het Aspect Schip is dit de Havenmeester van Havenbedrijf Rotterdam voor de Inspecties aan boord van zeeschepen in de regio Rotterdam – Rijnmond resp. de Havenmeester van Haven Amsterdam voor de Inspecties aan boord van zeeschepen in het Amsterdam Noordzeekanaalgebied; Voor het Aspect Lading is dit de Douane; Voor het Aspect Grenstoezicht is dit de Zeehavenpolitie voor de Inspecties in de regio Rotterdam – Rijnmond resp. de Koninklijke Marechaussee voor de Inspecties in het Amsterdam Noordzeekanaalgebied; Voor het Aspect Havenbeveiliging is dit de Havenmeester van Havenbedrijf Rotterdam voor de Inspecties in de regio Rotterdam – Rijnmond resp. de Havenmeester van Haven Amsterdam voor de Inspecties in het Amsterdam Noordzeekanaalgebied. Voor het Aspect Schip/Wal Interface is dit de Provincie NoordHolland. Voor het Subdomein Vervoer over Water, Zeehavens fungeert de Inspectie Verkeer & Waterstaat als Aspectoverschrijdend Coördinerend Toezichthouder. Voor het Front Office Binnenvaart is er één Coördinerend Toezichthouder Een Domein is een in het kader van het Programma Vernieuwing Toezicht geïdentificeerde herkenbare branche (bijvoorbeeld wegvervoer), keten (jeugdzorg), locatie (Schiphol) of object (ziekenhuizen) waarin veel toezicht samenkomt. In het kader van het Programma Vernieuwing Toezicht zijn de volgende Domeinen geïdentificeerd: ● Land- en Tuinbouw ● Horeca ● Recreatie ● Kinderopvang ● Ziekenhuizen ● Vleesketen ● Wegvervoer ● Vervoer over Water ● Sanctietoepassingen ● Jeugdzaken ● Mijnbouw/Gasunie ● Bouw ● Metaal ● Afval ● Chemie ● Nucleair ● Schiphol ● Overige Industrie Dit Convenant heeft uitsluitend betrekking op het Domein Vervoer over Water. Samenwerkingsverband tussen Partijen dat tot doel heeft een vermindering van de toezichtlast voor Inspectieobjecten te realiseren door het effectiever, efficiënter en kwalitatief beter organiseren van het Toezicht voor (een onderdeel van) een Domein. Het Domein Vervoer over Water bevat één Front Office, het Front Office Binnenvaart. Samenwerkingsverband van 15 Rijksinspecties die samen werken aan het Programma Vernieuwing Toezicht. De Inspectieraad is ingesteld om de structurele samenwerking tussen de Rijksinspecties te bevorderen en is verantwoordelijk voor de uitvoering van het Programma Vernieuwing Toezicht.



1/6

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP 6

Programma Vernieuwing Toezicht

7

Rijksinspectie

8

Subdomein

5.2 9 10

Rijksproject gericht op de modernisering van het overheidstoezicht met als doel de effectiviteit van het overheidstoezicht te vergroten en de lastendruk te verlagen onder het motto "meer effect, minder last". Meer informatie over het Programma Vernieuwing Toezicht vindt u op www.inspectieloket.nl Toezichthouder die van overheidswege deelneemt in het Programma Vernieuwing Toezicht. Samenwerkingsverband tussen Partijen dat tot doel heeft een vermindering van de toezichtlast voor Inspectieobjecten te realiseren door het effectiever, efficiënter en kwalitatief beter organiseren van het Toezicht voor (een onderdeel van) een Domein. Het Domein Vervoer over Water bevat één Subdomein: Zeehavens.

Algemene definities in het kader van het Convenant Bestuurlijke verantwoordelijkheid Contactpersoon

11

Convenant (Inspecties aan boord van Zeeschepen)

12

Hulpmiddelen

13

Handhaving

14

Opsporing

15

Partij

16

Publiekrechtelijke Taak

17

Sanctionering

18

Streefbeeld

19

Toezicht

20

Verdachte

21

Wettelijke bevoegdheid

De verantwoordelijkheid die de overheidsinstantie draagt in het kader van haar Publiekrechtelijke taak. Een medewerker van een Partij die in het kader van dit Convenant is aangewezen als hoofdaanspreekpunt voor andere Partijen. een afspraak tussen Partijen om zich in te zetten voor een bepaald doel. In dit geval een samenwerkingsovereenkomst tussen Toezichthouders in het Domein Vervoer over Water, Zeehavens, Aspect Schip die tot doel heeft een vermindering van de toezichtlast voor Inspectieobjecten te realiseren door het effectiever, efficiënter en kwalitatief beter organiseren van het overheidstoezicht op Zeeschepen; Informatie, geld, personen, tijd en andere middelen die kunnen worden ingezet om een doel te bereiken. Handhaving is een pro-actief proces dat gericht is op de bevordering van de naleving van de algemene en specifieke weten regelgeving in het kader van een inspectieonderwerp door een Inspectieobject. We kunnen in de handhaving drie fasen onderscheiden: 1.Toezicht 2. Opsporing en 3. (dreigen met) Sanctionering Het op basis van de verdenking van een strafbaar feit verzamelen van bewijsmateriaal om aan te tonen dat de algemene en specifieke weten regelgeving in het kader van een Inspectieonderwerp door het Inspectieobject niet (volledig) wordt nageleefd. NB: In dit geval is het "Inspectieobject" een "Verdachte". Een Toezichthouder die betrokken is of belang heeft bij het overheidstoezicht in het Domein Vervoer over Water, Zeehavens, Aspect Schip en deelneemt in dit Convenant. Taak die een Partij in het kader van de van toepassing zijnde wet- & regelgeving uitoefent. Toepassing van administratiefrechtelijke, strafrechtelijke of privaatrechtelijke middelen ter bevordering van de naleving door het Inspectieobject van de algemene en specifieke weten regelgeving in het kader van een Inspectieonderwerp. Het beoogde eindresultaat van de in het kader van het Programma Vernieuwing Toezicht voor het Domein Vervoer over Water, Zeehavens, Aspect Schip te realiseren samenwerking tussen Partijen. Het zonder verdenking van een strafbaar feit door middel van Inspecties controleren van inspectieobjecten op de naleving van de algemene en specifieke weten regelgeving in het kader van een inspectieonderwerp Natuurlijk of rechtspersoon voor wie uit feiten of omstandigheden een redelijk vermoeden van schuld aan enig strafbaar feit voortvloeit. De bevoegdheid die een overheidsinstantie heeft vanuit de in het kader van haar Publiekrechtelijke Taak en Bestuurlijke Verantwoordelijkheid van toepassing zijnde wet- & regelgeving (toezicht, opsporing, sanctionering, e.a.).



2/6

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP 5.3

Algemene definities in het kader van het Streefbeeld

22

Actiepunt

23

Betrokken Partij

24

Gezamenlijke Targetting

25

Gezamenlijke Risicoanalyse

26

Huisarts-Specialist model

27

Individuele risicoanalyse

28

Inspectie

29

Inspectieobject

30 31

Inspectieonderwerp Inspectieprogramma

32

Mandaat

33

Niet-specialistische werkzaamheden

34

Specialistische werkzaamheden Taakoverdracht

35

Geïdentificeerde mogelijkheid tot aanpassing van de huidige werkwijze /samenwerking, die kan bijdragen aan het realiseren van het streefbeeld. Toezichthouder(s) die betrokken is (zijn) bij het realiseren van een actiepunt. Gezamenlijke afstemming van (de resultaten van de) individuele risicoanalyses van meerdere Partijen om zo te komen tot een gezamenlijke selectie van Inspectieobjecten voor Inspecties aan boord van Zeeschepen in het kader van Aspect Schip Gezamenlijke selectie van Inspectieobjecten voor Inspecties aan boord van Zeeschepen in het kader van Aspect Schip op basis van vooraf door alle Partijen gezamenlijk bepaalde risicobepalende selectiecriteria Wijze van samenwerking waarbij Niet-specialistische werkzaamheden door middel van Medetoezicht of Actief Signaaltoezicht door een andere Partij (de Medetoezichthouder resp. de Actief Signaaltoezichthouder (huisarts)) dan de Hoofdtoezichthouder (specialist) kunnen worden uitgevoerd. De Hoofdtoezichthouder draagt daarbij zorg voor de benodigde kennisoverdracht. Hiermee wordt voorkomen dat meerdere Partijen het Inspectieobject onnodig tegelijkertijd aan een Inspectie onderwerpen. Naar aanleiding van de resultaten van het uitgevoerde Mede- en/of Signaaltoezicht kan de Hoofdtoezichthouder besluiten dat hij het Inspectieobject alsnog aan een uitgebreide Inspectie dient te onderwerpen (Specialistische werkzaamheden). Selectie van Inspectieobjecten voor Inspecties aan boord van Zeeschepen in het kader van Aspect Schip door een Partij op basis van eigen risicobepalende selectiecriteria. Het verrichten van onderzoek en/of het inwinnen, verwerken en interpreteren van informatie met het doel om de naleving door het Inspectieobject van de algemene en specifieke weten regelgeving in het kader van een Inspectieonderwerp vast te stellen. NB: Géén themacties! Natuurlijke of rechtspersoon die gehouden is of kan worden aan de algemene en specifieke weten regelgeving in het kader van een Inspectieonderwerp en van daaruit onderworpen is of kan worden aan Toezicht. Ook wel "Ondertoezichtstaande". Onderwerp van Toezicht (bijv. in het kader van een specifieke wet). Overzicht van de jaarlijks uit te voeren inspecties van de bij het Domein Vervoer over Water betrokken Toezichthouders. Ook wel "Jaarplan". Opdracht aan of bevoegdheid van een Medetoezichthouder om namens en onder verantwoordelijkheid van een Hoofdtoezichthouder taken te verrichten in het kader van Inspectieonderwerpen die onder de Bestuurlijke Verantwoordelijkheid van de Hoofdtoezichthouder vallen. De Hoofdtoezichthouder (lastgever) machtigt daarbij de Medetoezichthouder (gevolmachtigde), die dit aanvaardt, om in zijn naam en voor zijn rekening op te treden. Werkzaamheden waarbij geen specifieke kennis en/of bevoegdheden vereist zijn die niet bij de betreffende Mede- of Signaaltoezichthouder beschikbaar zijn. Werkzaamheden waarvoor kennis en/of bevoegdheden vereist zijn die uitsluitend bij de Hoofdtoezichthouder aanwezig zijn. Situatie waarbij een Hoofdtoezichthouder al dan niet bij Mandaat (een deel van) haar toezichttaken formeel overdraagt aan een Medetoezichthouder teneinde te komen tot efficiëntere en effectievere Inspecties en minder toezichtlast. De overdragende Partij houdt daarbij (tweedelijns) Toezicht op de Gemandateerde Partij.



3/6

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP 36

Trekker

37

Regionaal Coördinatiecentrum

38

Stuurgroep 'Landelijke Coördinatie Inspecties aan boord van zeeschepen'

39

www.inspectieloket.nl

5.4

Toezichthouder die verantwoordelijk is voor het realiseren van een actiepunt. Locatie van waaruit de operationele samenwerking tussen Partijen wordt vormgegeven (planning en coördinatie) en de communicatie met Inspectieobjecten over operationele aangelegenheden wordt aangestuurd. Stuurgroep die toeziet op de totstandkoming van het beleid en naleving van het Convenant. Zij bepaalt tevens de prioritering van de geformuleerde Actiepunten, bewaakt de voortgang en waarborgt landelijke uniformiteit in de werkwijze. De Stuurgroep vormt daarmee het centraal aanspreekpunt voor beleidsmatige aangelegenheden t.a.v. Aspect Schip. In de Stuurgroep zitten beleidsvertegenwoordigers van alle bij het Aspect betrokken Partijen. De deelnemers hebben (tot op zekere hoogte) besluitvormende bevoegdheden. De Stuurgroep rapporteert aan het Directeurenoverleg Zeehavens (DOZ). Website voor informatie en vragen over het beleid en de samenwerking tussen Partijen ten aanzien van het Programma Vernieuwing Toezicht. Vanuit het Domein Vervoer over Water, Zeehavens, Aspect Schip zal hierop ook informatie met betrekking tot dit Convenant, de daaruit voortvloeiende actiepunten alsmede het Toezicht in het kader van het Aspect Schip worden gepubliceerd.

Typen toezichthouders

40

Toezichthouder

41

Hoofdtoezichthouder

42

Medetoezichthouder

43

Signaaltoezichthouder

44

Toezichthouder op Afstand

45

Inspecteur

Partij die voor eigen rekening en risico Inspecties uitvoert die vanuit zijn Publiekrechtelijke Taak onder zijn Bestuurlijke Verantwoordelijkheid vallen. De Toezichthouder die Bestuurlijk Verantwoordelijk is voor het betreffende Inspectieonderwerp. Hij kan voor dit Inspectie-onderwerp zelf inspecties uitvoeren, maar kan zich op basis van onderlinge afspraken bij de uitvoering ook door Mede- en Signaaltoezichthouders laten ondersteunen. De hoofdtoezichthouder stelt het toezichtbeleid en toezichtplan (risicoprofielen, prioriteiten, interventiebeleid etc.) vast, die voor de Medetoezichthouder en (Actief) Signaaltoezichthouder leidend zijn. Hij is tevens verantwoordelijk voor het maken van de samenwerkingsafspraken. De Medetoezichthouder voert op verzoek van en volgens de instructies van de Hoofdtoezichthouder toezicht uit op het Inspectieonderwerp dat onder de Bestuurlijke Verantwoordelijkheid van de Hoofdtoezichthouder valt. Hij rapporteert daarover aan de Hoofdtoezichthouder. De Signaaltoezichthouder signaleert bij het uitvoeren van Hoofdoezicht (toezicht voor een Inspectieonderwerp dat onder zijn eigen Bestuurlijke Verantwoordelijkheid valt) mogelijke misstanden in het kader van een ander Inspectieonderwerp dat niet onder zijn Bestuurlijke Verantwoordelijkheid valt aan de Hoofdtoezichthouder voor dat betreffende Inspectieonderwerp (oog- en oorfunctie). Signaaltoezicht kan actief zijn, wat wil zeggen op specifiek verzoek van de hoofdtoezichthouder gericht kijken naar zaken of passief, wat wil zeggen dat toevalligerwijs geconstateerde misstanden worden doorgegeven. Een Toezichthouder op Afstand komt niet fysiek aan boord. Hij kan voor de Inspectieonderwerpen waarvoor hij Hoofdtoezichthouder is het fysieke toezicht door Medetoezichthouders en/of Signaaltoezichthouders laten uitvoeren. Bij andere Inspectieonderwerpen kan hij uitsluitend beleidsmatig betrokken zijn. Natuurlijk persoon die in dienst van of in opdracht en voor rekening en risico van een Toezichthouder inspecties uitvoert.



4/6


Vormen van toezicht

46

Hoofdtoezicht

47

Medetoezicht

48

Toezicht op Afstand

49

Signaaltoezicht

50

Actief Signaaltoezicht

51

Passief Signaaltoezicht

5.6

Inspecties rondom een bepaald Inspectieonderwerp die door een Hoofdtoezichthouder (de Partij die Bestuurlijke Verantwoordelijk is voor dat Inspectieonderwerp) aan boord van zeeschepen worden uitgevoerd. Inspecties rondom een bepaald Inspectieonderwerp die door een Medetoezichthouder in het kader van de Bestuurlijke Verantwoordelijkheid van een andere Partij (de Hoofdtoezichthouder) met betrekking tot dat Inspectieonderwerp aan boord van zeeschepen worden uitgevoerd. Toezicht met betrekking tot een Inspectieonderwerp in het kader van de eigen Bestuurlijke Verantwoordelijkheid, waarbij niet fysiek aan boord van zeeschepen wordt geïnspecteerd (o.a. administratieve controles, toezicht op Mede- en Signaaltoezicht-houders). Het tijdens Hoofdtoezicht signaleren van (mogelijke) overtredingen voor een of meerdere andere Inspectieonderwerpen die niet tot de eigen Bestuurlijke Verantwoordelijkheid behoren (oog- & oorfunctie). Dit kan een Signaaltoezichthouder gericht doen op verzoek van en volgens afspraak met de Bestuurlijk Verantwoordelijke Hoofdtoezichthouder (actief Signaaltoezicht) of hij kan min of meer toevalligerwijs geconstateerde feiten (zoals mogelijke overtredingen) doorgeven aan de Hoofdtoezichthouder (passief Signaaltoezicht). Het tijdens Hoofdtoezicht signaleren van (mogelijke) overtredingen voor een of meerdere andere Inspectieonderwerpen die niet tot de eigen Bestuurlijke Verantwoordelijkheid behoren op verzoek van de voor die Inspectieonderwerpen Bestuurlijke Verantwoordelijke Hoofdtoezichthouder. De resultaten van de inspecties in het kader van Actief Signaaltoezicht worden structureel doorgegeven aan de Hoofdtoezichthouder van het betreffende Inspectieonderwerp. Het tijdens Hoofdtoezicht min of meer toevalligerwijs constateren van (mogelijke) overtredingen voor een of meerdere andere Inspectieonderwerpen die niet tot de eigen Bestuurlijke Verantwoordelijkheid behoren. De in het kader van het Passief Signaaltoezicht geconstateerde feiten worden vrijwillig doorgegeven aan de Hoofdtoezichthouder van het betreffende Inspectieonderwerp.

Rolverdeling per Inspectieonderwerp

Hoofdtoezichthouder

Bestuurlijk verantwoordelijk voor het inspectieonderwerp? Ja

Komt aan boord? Ja

Medetoezichthouder

Nee

Ja

Actief Signaaltoezichthouder Passief Signaaltoezichthouder Toezichthouder op Afstand

Nee

Ja

Nee

Ja

Mogelijk

Nee

Rol



Uitvoering toezicht Hoofdtoezicht onder eigen verantwoordelijkheid. Medetoezicht onder verantwoordelijkheid Hoofdtoezichthouder Signaaltoezicht op verzoek van Hoofdtoezichthouder Passief signaaltoezicht (awareness) Alleen administratief / beleidsmatig betrokken

5/6


Definities in het kader van de Wet Bescherming Persoonsgegevens

52

Betrokkene

Natuurlijke persoon op wie een Persoonsgegeven betrekking heeft;

53

Bijzonder Persoonsgegeven

54

Bronregistratie

55

Persoonsgegeven

56

Verantwoordelijke

57

Verwerking van Persoonsgegevens

58

Verzamelen van Persoonsgegevens

Persoonsgegeven betreffende iemands godsdienst of levensovertuiging, ras, politieke gezindheid, gezondheid, seksuele geaardheid alsmede Persoonsgegevens betreffende het lidmaatschap van een vakvereniging, strafrechtelijke Persoonsgegevens en Persoonsgegevens over onrechtmatig of hinderlijk gedrag in verband met een opgelegd verbod naar aanleiding van dat gedrag; Verwerking van gegevens betreffende Inspectieobjecten onder verantwoordelijkheid van een Verantwoordelijke; Elk gegeven betreffende een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon; Natuurlijke persoon, rechtspersoon of ieder ander die of het bestuursorgaan dat - alleen of samen met anderen - het doel van en de middelen voor de verwerking van Persoonsgegevens vaststelt. Elke handeling of elk geheel van handelingen met betrekking tot Persoonsgegevens, waaronder in ieder geval het verzamelen, vastleggen, ordenen, bewaren, bijwerken, wijzigen, opvragen, raadplegen, gebruiken, verstrekken door middel van doorzending, verspreiding of enige andere vorm van terbeschikkingstelling, samenbrengen, met elkaar in verband brengen, alsmede het afschermen, uitwissen of vernietigen van één of meerdere Persoonsgegevens. Verkrijgen van Persoonsgegevens.



6/6

DOMEIN VERVOER OVER WATER ZEEHAVENS, ASPECT SCHIP

Recommend Documents