Toezicht logistiek slachten in vleeskuikenslachterijen
Auteur: ing. G. Visser KEURINGSDIENST VAN WAREN OOST Postbus 202 7200 AE Zutphen Tel. Fax.
0575-588100 0575-588200
E-mail
[email protected]
Projectnummer: OT-O151 Datum: september 2001
Project OT-0151, 24 september 2001
Pagina 1 van 13
Inhoud
SAMENVATTING ............................................................................................................ 3 1.
INLEIDING ............................................................................................................... 4
2.
DOELSTELLING VAN HET ONDERZOEK ....................................................................... 4
3.
UITVOERING VAN HET ONDERZOEK........................................................................... 4
4.
RESULTATEN EN DISCUSSIE ..................................................................................... 5
5.
CONCLUSIES ........................................................................................................... 8
6.
LITERATUUR............................................................................................................ 9
BIJLAGEN.................................................................................................................... 10
Project OT-0151, 24 september 2001
Pagina 2 van 13
Samenvatting Gedurende mei-augustus 2001 werd door medewerkers van de Keuringsdienst van Waren een onderzoek uitgevoerd om na te gaan in hoeverre in vleeskuikenslachterijen invulling werd gegeven aan de verplichting tot logistiek slachten. Het onderzoek had tevens tot doel informatie te verzamelen over het gebruik van fluoroquinolonen in de pluimveevleessector. In genoemde periode werden 22 slachterijen bezocht. Door 2 slachterijen werd, ondanks door het Productschap Pluimvee en Eieren (PPE) verzonden schriftelijke informatie over het onderzoek, geen medewerking verleend. Aan de hand van een speciaal voor dit onderzoek samengesteld enquêteformulier vond bij de overige 20 slachterijen een beoordeling plaats van de daar aanwezige informatie omtrent de herkomst van de kuikens en het aantal op die dag aangevoerde koppels. Tevens werd nagegaan of de Salmonella-uitslagen van het onderzoek in de vleeskuikenbedrijven als koppelinformatie bij de slachterijen werd aangeleverd en of die informatie binnen de slachterijen werd gebruikt om daarop de slachtplanning af te stemmen. Voorts werd nagegaan of er procedures waren vastgesteld voor het herkenbaar maken van de verschillende koppels in de slachtlijn en de panklaarlijn én de codering van de kipdelen. Tevens werden de koppelkaarten van een periode van 5 dagen gescreend op gegevens over het gebruik van fluoroquinolonen in de pluimveevleessector. Daarnaast werd per slachterij bekeken of de uit de administratie verkregen informatie ook daadwerkelijk overeenkwam met de bevindingen in de slachtlijn en de panklaarlijn. Uit het onderzoek is het volgende naar voren gekomen. In 2 van de 20 slachterijen waarvan gegevens zijn verwerkt, konden geen Salmonella-uitslagen van de aangeleverde pluimveekoppels worden overlegd. Bij 2 andere slachterijen waren slechts van een deel van de koppels Salmonella-uitslagen aanwezig. In 3 slachterijen, waaronder die (2) waar geen gegevens over het Salmonella-onderzoek aanwezig waren, was het verplichte logistiek slachtproces niet doorgevoerd. In nagenoeg alle slachterijen waren systemen aanwezig om een scheiding van de koppels in de slachtlijn en de panklaarlijn mogelijk te maken. Dit bleek eveneens het geval te zijn in 2 van de 3 slachterijen waar niet logistiek werd geslacht. Gegevens over het gebruik van fluoroquinolonen stonden vermeld in 24 van de 536 koppelkaarten die gedurende een periode van 5 dagen bij de slachterijen waren aangeleverd. Die bevinding geeft echter slechts een grof beeld van het daadwerkelijk gebruik van fluoroquinolonen in de sector, daar regelmatig buitenlandse koppels in ons land worden geslacht. Die koppels worden aangeleverd met gezondheidscertificaten waarop geen gegevens over antibioticumgebruik staan vermeld. Door de (Nederlandse) pluimveehouders die deelnemen aan het IKBsysteem worden dergelijke gegevens wel doorgegeven aan de slachterijen. De resultaten van het onderzoek zullen in een overleg met de Productschappen Vee, Vlees en Eieren (PVE) en het Controlebureau voor Pluimvee, Eieren en Eiprodukten (CPE) aan de orde worden gesteld. In het bijzonder zal daarbij worden nagegaan welke maatregelen dienen te worden genomen bij de slachterijen waar de bepalingen van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveeverwerkende industie niet geheel worden nageleefd.
Trefwoorden: logistiek slachten, vleeskuikenslachterijen.
Project OT-0151, 24 september 2001
Pagina 3 van 13
1.
Inleiding
In mei 1997 werd gestart met het Plan van Aanpak (PVA) in de pluimveevleessector. Het PVA had tot doel de infectiegraad van pluimveevlees direct na de slachterij/uitsnijderijfase in 3 jaar tijd terug te dringen tot <10% van de koppels voor Salmonella en <15% voor Campylobacter. In het PVA zijn hygiëne-eisen geformuleerd voor alle bedrijfstypen in de sector. Daarnaast zijn eisen geformuleerd voor de controle op de effectiviteit van de uitgevoerde reiniging en ontsmetting. Tevens zijn regels gesteld aan het verplichte onderzoek op Salmonella en Campylobacter en is de verplichting opgenomen om de onderzoeksgegevens door te geven aan de volgende schakel in de keten. In 1999 werd het PVA aangescherpt met een aantal maatregelen, waaronder de verplichting tot logistiek slachten. Op basis van artikel 4, lid 1 van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveeverwerkende industrie 1999 en artikel 1 van het Vrijstellingsbesluit I Verordening hygiënevoorschriften pluimveeverwerkende industrie 1999 is het de slachterij alleen toegestaan koppels pluimvee te slachten die alle zijn onderzocht op de aanwezigheid van Salmonella . Door die pluimveebedrijven dienen bovendien per jaar minimaal 2 koppels te worden aangeleverd waarop ook Campylobacter-onderzoek is verricht. Op basis van artikel 4, lid 2 van dezelfde verordening is iedere ondernemer verplicht eerst het pluimvee te slachten of te doen slachten dat afkomstig is van koppels die niet besmet zijn met Salmonella. Daarna is het toegestaan pluimvee te slachten dat afkomstig is van koppels die besmet zijn met Salmonella. Voor het doorvoeren van het logistiek slachtproces wordt dus uitsluitend rekening gehouden met het al dan niet besmet zijn van koppels met Salmonella. Ondanks het gestelde in de verordening kan niet worden uitgesloten dat koppels voor slachting worden aangeboden waarbij geen Salmonella-onderzoek heeft plaatsgevonden. Als in afwijking van de verordening toch tot slachting van die koppels wordt overgegaan, zouden die koppels moeten worden bestempeld als positief en pas na alle niet-besmette koppels mogen worden geslacht.
2.
Doelstelling van het onderzoek
Het onderzoek had tot doel na te gaan in hoeverre de verplichting tot logistiek slachten van vleeskuikens, zoals opgenomen in PVA, in de slachterijen daadwerkelijk wordt nageleefd. Het onderzoek had tevens tot doel informatie te verzamelen over het gebruik van fluoroquinolonen in de sector. Die groep van antibiotica wordt zowel toegepast in de humane als de veterinaire gezondheidszorg. Terughoudendheid bij het gebruik van dergelijke antibiotica in de dierlijke sector is van belang om resistentie-ontwikkeling tegen te gaan, daar de fluoroquinolonen in de humane sector niet zelden als levensreddende antibioticumgroep wordt toegepast.
3.
Uitvoering van het onderzoek
Het onderzoek werd uitgevoerd in de periode mei-augustus. Door veterinair deskundigen en controleurs van de KvW werden in die periode 22 vleeskuikenslachterijen bezocht. De slachterijen waren door het PPE kort daarvoor schriftelijk over het onderzoek geïnformeerd.
Project OT-0151, 24 september 2001
Pagina 4 van 13
Elke slachterij werd gedurende 2 opeenvolgende dagen bezocht. De gegevens werden vastgelegd in een voor dit onderzoek samengesteld enquêteformulier (bijlage 1). Op dag 1 werden per slachterij een aantal gegevens opgenomen over het bij de vleeskuikenbedrijven uitgevoerde Salmonella-onderzoek. Tevens werden aan de hand van de slachtplanningslijsten gegevens genoteerd over de herkomst van de dieren, het aantal op die dag aangevoerde koppels, de slachtplanning van koppels met negatieve en positieve Salmonellauitslagen en de slachtplanning van niet op Salmonella onderzochte koppels. Daarnaast werd nagegaan of er procedures waren vastgesteld inzake de herkenbaarheid van de verschillende koppels in de slachtlijn en de panklaarlijn en de codering van de uitgesneden kipdelen. Tevens werden de koppelkaarten van een periode van 5 dagen gescreend om een indruk te krijgen van het gebruik van fluoroquinolonen in de pluimveevleessector. Per slachterij werd op dag 2 nagegaan in hoeverre de uit de administratie verkregen informatie daadwerkelijk correspondeerde met het slachtproces en de activiteiten in de uitsnijderijen.
4.
Resultaten en discussie
De belangrijkste resultaten zijn weergegeven in de overzichtstabellen bijlagen 2 en 3. Bij 2 van de bezochte 22 slachterijen werd geen medewerking aan het onderzoek verleend. Van 19 van de 20 slachterijen waarvan gegevens zijn verwerkt waren slachtplanningslijsten aanwezig waarin informatie was opgenomen over het aantal op de 1e bezoekdag afgeleverde koppels pluimvee (tabel 1). Bij 1 bedrijf was geen slachtplanningslijst traceerbaar. Bij dat bedrijf konden eveneens geen ante-mortem keuringsformulieren worden getoond.
Tabel 1
Slachtplanningslijsten, keuringsformulieren en aantal aangeleverde koppels
Aantal slachterijen waarvan gegevens zijn verwerkt
Aantal slachterijen met slachtplanningslijsten
Aantal slachterijen met ante-mortem keuringsformulieren
Aantal geregistreerde koppels op de 1e bezoekdag
20
19
19
114
Bij 16 slachterijen stonden gegevens van de vleeskuikenbedrijven op de slachtplanningslijsten genoteerd. Volgens de informatie uit de enquêteformulieren waren die gegevens bij 3 slachterijen op een andere wijze geadministreerd. Uit het enquêteformulier van 1 slachterij kon niet worden opgemaakt op welke wijze die gegevens werden geadministreerd. Bij 15 van de 19 slachterijen met slachtplanningslijsten stonden gegevens over de hoknummers op die lijsten vermeld. In 8 van de 19 slachtplanningslijsten waren gegevens opgenomen over de eventuele aanvoer/doorzending van koppels naar andere slachterijen. In 7 van de 19 slachtplanningslijsten was de slachtvolgorde van de koppels aangegeven door zowel volgnummers als slachttijden. In 5 andere lijsten werd de slachtvolgorde uitsluitend aangeduid door volgnummers.
Project OT-0151, 24 september 2001
Pagina 5 van 13
In 2 lijsten was de slachtvolgorde alleen weergegeven door vermelding van de slachttijden. Volgens opgaaf stonden bij 3 slachterijen geen volgnummers c.q. aanvangstijden op de slachtplanningslijsten genoteerd. Uit de gegevens van 2 slachterijen kon worden opgemaakt dat de volgnummers c.q. slachttijden kennelijk op een andere wijze dan in de slachtplanningslijsten werden geadministreerd. Bij 16 slachterijen waren van alle op die dag geslachte koppels Salmonella-uitslagen van de mestmonsters van de vleeskuikenbedrijven aanwezig (tabel 2). Bij 2 slachterijen waren niet van alle koppels onderzoeksuitslagen aanwezig. Bij een van die bedrijven zouden volgens mededelingen van de bedrijfsvertegenwoordiger de ontbrekende uitslagen nog die dag binnenkomen. Een controle op de juistheid van die uitspraak heeft niet plaatsgevonden. In het enquêteformulier van het andere bedrijf waar niet alle koppeluitslagen aanwezig waren, bleek niet te zijn aangegeven wat de oorzaak daarvan was. Bij één van de 2 bedrijven waar de Salmonella-uitslagen geheel ontbraken werd medegedeeld dat vanaf week 31 die uitslagen met de koppels naar de slachterijen zouden worden gezonden. De andere slachterij waar geen onderzoeksgegevens konden worden getraceerd was het eerdere genoemde bedrijf waar geen slachtplanning werd bijgehouden en ook de ante-mortem keuringsformulieren ontbraken.
Tabel 2
Gegevens over Salmonella-uitslagen en het aantal bij slachterijen aangeleverde koppels
Slachterijen en koppels met en zonder Salmonella-uitslagen
Aantal
Slachterijen die gegevens hebben verstrekt
20
e
Koppels 1 bezoekdag
114
Slachterijen met Salmonella-uitslagen van alle koppels
16
Slachterijen met Salmonella-uitslagen van een deel van de koppels
2
Slachterijen zonder Salmonella-uitslagen van de koppels
2
Koppels met Salmonella-uitslagen
106
Bij 14 slachterijen werd te kennen gegeven dat ook buitenlandse koppels werden geslacht. In totaal werden op de bezoekdagen van die slachterijen 32 buitenlandse (merendeels Duitse) koppels voor slachting aangeleverd; 29 daarvan waren voorzien van informatie over Salmonellaonderzoek. Uit de bij 17 slachterijen verstrekte informatie kon worden opgemaakt dat koppels met negatieve Salmonella-uitslagen aan het begin van de slachtdag werden geslacht. Tevens werd door de vertegenwoordigers van die slachterijen medegedeeld dat koppels die niet waren voorzien van Salmonella-onderzoeksgegevens, als Salmonella-besmet werden beschouwd en aan het eind van de slachtdag werden geslacht. Bij de 2 slachterijen waar geen Salmonella-uitslagen van de koppels konden worden overlegd was uiteraard geen sprake van het logistiek slachtproces, zoals omschreven in het PVA. Bij 1 bedrijf werden koppels zonder Salmonella-uitslagen volgens mededelingen van de bedrijfsvertegenwoordiger niet beschouwd als zijnde besmet. Uit het enquêteformulier van dat bedrijf kon voorts niet worden opgemaakt of koppels met negatieve Salmonella-uitslagen wel of niet aan het begin van de slachtdag werden geslacht. Aangenomen mag woren dat bij dat bedrijf ook niet wordt voldaan aan het logistiek slachtprincipe.
Project OT-0151, 24 september 2001
Pagina 6 van 13
Met uitzondering van de slachterij waar geen slachtplanningslijst aanwezig was, waren in alle slachterijen systemen ontwikkeld om in de slachtlijn de koppels te kunnen onderscheiden. In verreweg de meeste gevallen waren de koppels door middel van een aantal lege haken van elkaar gescheiden (tabel 3).
Tabel 3
Herkenbaarheid van de koppels in de slachtlijn
Doorgevoerd herkenbaarheidssysteem
Aantal slachterijen
Via lege haken
12
Door lege haken + gekleurde labels/linten
3
Door lege haken + partijnummers
1
Via kleurcodes + pauzes
1
Door lege haken + gekleurde labels + hoknummers
1
Onbekend
1
Totaal
19
In 18 van de 19 slachterijen waar de herkenbaarheid van de koppels in de slachtlijn was geregeld werd ook een scheiding van de koppels doorgevoerd in de panklaarlijn. Uit de enquêtegegevens kon worden opgemaakt dat de manieren waarop die scheiding in de panklaarlijn was doorgevoerd grote overeenkomst vertoonde (lege haken/opvangbakken, eventueel gecombineerd met kleurlabels en partij/hoknummers) met de manieren zoals toegepast in de slachtlijn. Bij 4 van de 20 slachterijen waarvan gegevens zijn verwerkt bleken de panklaarprodukten te worden voorzien van een barcode. In de enquêteformulieren van 9 slachterijen was de vraag over de eventuele aanwezigheid van een barcode ontkennend beantwoord. Uit additionele opmerkingen in de enquêteformulieren van 7 slachterijen kon worden opgemaakt dat die produkten waren voorzien van een sticker met een produktiecode (tabel 4). Mogelijk is de formulering van de in het enquêteformulier opgenomen vraag, die in feite puur was gericht op de al dan niet aanwezigheid van een barcode, er debet aan dat met betrekking tot dit onderwerp slechts een beperkte hoeveelheid informatie naar voren is gekomen.
Tabel 4
Stickerinformatie op de panklaarprodukten
Aard van de informatie
Aantal slachterijen
Dagaanduiding + partij/koppelnummer
3
Dagaanduiding + koppelnummer + slachttijdaanduiding
1
Volgnummer
1
Dag- + dagdeelaanduiding
1
Onbekend
1
Totaal
7
Bij de 19 slachterijen waar koppelkaarten aanwezig waren, werden de in een periode van 5 dagen (met inbegrip van de 1e bezoekdag) aangeleverde koppelkaarten gescreend op gegevens over het gebruik van fluoroquinolonen in de vleeskuikenbedrijven. In 24 van de in totaal 536 gescreende koppelkaarten (4,5%) stonden gegevens over het gebruik van Baytril/Flumequine vermeld.
Project OT-0151, 24 september 2001
Pagina 7 van 13
Deze bevinding geeft echter geen zuiver beeld van het daadwerkelijke gebruik van fluoroquinolonen in vleeskuikenbedrijven. Een en ander hangt samen met het gegeven dat regelmatig buitenlandse koppels worden aangeleverd bij slachthuizen in ons land en die koppels vergezeld gaan van EG-erkende gezondheidscertificaten waarop geen gegevens behoeven te worden vermeld over antibioticumgebruik.
5.
Conclusies
Ondanks de in het PVA opgenomen verplichting dat het slachterijen alleen is toegestaan koppels te slachten die tevoren op Salmonella zijn onderzocht, is gebleken dat bij 2 slachterijen geen gegevens over het Salmonella-onderzoek konden worden overlegd. Bij 2 andere slachterijen waren slechts ten dele onderzoeksuitslagen aanwezig. In 1 van de 2 bedrijven waar geen Salmonella-onderzoeksgegevens van de koppels voorhanden waren werd ook niet gewerkt met slachtplanningslijsten en waren ook de ante mortem keuringsformulieren niet te herleiden. Tijdens het onderzoek is vastgesteld dat bij 3 van de 20 bezochte slachterijen niet volgens het logistiek slachtprincipe werd geslacht. Bij de 17 bedrijven waar wel logistiek werd geslacht werden koppels zonder Salmonella-uitslagen volgens mededelingen van de vertegenwoordigers van die slachterijen beschouwd als besmet. Deze wijze van handelen, die niet in het PVA is vernoemd, voldoet volledig aan het logistiek slachtprincipe. In alle slachterijen waar slachtplanninglijsten aanwezig waren (19) bleken systemen te zijn doorgevoerd om de koppels in de slachtlijn van elkaar te scheiden. In 18 van die bedrijven bleek die koppelscheiding ook in de panklaarlijn te zijn doorgevoerd. In 5% van de over een periode van dagen gescreende koppelkaarten (24 van de 536) stonden gegevens vermeld over het gebruik van fluoroquinolonen. Daar regelmatig buitenlandse koppels in ons land worden geslacht zonder dat van die koppels gegevens over fluoroquinolonengebruik bekend zijn, mag worden gesteld dat de bevindingen slechts een grove indicatie geven van de mate van gebruik van dergelijke antibiotica in de vleeskuikensector. Het CPE is door het PVE aangewezen als instantie, belast met de opsporing van tuchtfeiten in het kader van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveeverwerkende industrie. In het voor dit onderzoek opgestelde protocol is weergegeven dat door de KvW met het PVE en het CPE-overleg zou moeten worden gevoerd over de te nemen maatregelen bij die slachterijen waar de bepalingen van de genoemde verordening niet geheel worden nageleefd. Gelet op de onderzoeksresultaten dient dit voornemen te worden geconcretiseerd.
Project OT-0151, 24 september 2001
Pagina 8 van 13
6.
Literatuur
•
Plan van Aanpak Salmonella en Campylobacter in de pluimveevleessector 1997.
•
Rapport “Toezicht op de naleving van het Plan van Aanpak in de pluimveevleessector”, KvW Oost, januari 1999.
•
Rapport “Toezicht op de naleving van het Plan van Aanpak in de eiersector”, KvW Oost, december 2000.
Project OT-0151, 24 september 2001
Pagina 9 van 13
Bijlagen Bijlage 1
Enquêteformulier kuikenslachterijen project OTO 151
Datum bezoek:
_____________________________
Naam controleur:
_____________________________
Regionale Dienst:
_____________________________
NAW gegevens (incl. tel.nr.) slachterij: __________________________________________ __________________________________________ __________________________________________ __________________________________________
1.
Totaal aantal op de 1e bezoekdag afgeleverde koppels vleeskuikens: N.B. 1 koppel is het aantal dieren uit 1 stal!
2.
Zijn van alle op de 1e bezoekdag afgeleverde koppels door de keuringsdierenartsen ondertekende ante-mortem keuringsformulieren aanwezig:
ja/nee
Staan op de aanvoerlijst (de slachtplanning) van de op de 1e bezoekdag afgeleverde koppels altijd de volgende gegevens genoteerd: Gegevens (naam, adres en woonplaats) van de mesters: Hoknummers van de koppels: Of er sprake is van uitlaadkoppels: Of er sprake is van weglaadkoppels: Gegevens over de eventuele ruiling van koppels kuikens met een ander slachthuis: Volgnummers slachting per koppel: Aanvangstijden slachting per koppel:
ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Van hoeveel op de 1e bezoekdag bij de slachterij afgeleverde koppels zijn gegevens aanwezig over het bij de eindbedrijven uitgevoerde Salmonella-onderzoek:
--------
Zijn er op de 1e bezoekdag koppels zonder Salmonella-onderzoeksgegevens afgeleverd bij de slachterij: Zo ja, hoeveel:
ja/nee --------
Zijn/worden er op de 1e bezoekdag koppels geslacht van buitenlandse origine: Zo ja, hoeveel:
ja/nee --------
3.
4.
5.
6.
Project OT-0151, 24 september 2001
--------
Pagina 10 van 13
Aantal op de 1e bezoekdag geslachte/te slachten koppels van buitenlandse origine met Salmonella-onderzoeksgegevens:
--------
Aantal op de 1e bezoekdag geslachte/te slachten koppels van buitenlandse origine zonder Salmonella-onderzoeksgegevens:
--------
Worden alle koppels met negatieve Salmonella-uitslagen achter elkaar geslacht aan het begin van de slachtdag:
ja/nee
10.
Worden koppels zonder onderzoeksgegevens beschouwd als besmet:
ja/nee
11.
Zijn in de slachtlijn de verschillende koppels herkenbaar gemaakt: ja/nee Zo ja, hoe (bijv. door (een reeks) open slachthaken of labels/bordjes tussen de verschillende koppels) _____________________________________________________________________________________________ _____________________________________________________________________________________________ _____________________________________________________________________________________________ _____________________________________________________________________________________________
12.
Wordt in de panklaarlijn een scheiding tussen de verschillende koppels aangebracht: ja/nee Zo ja, hoe (bijv. lege opvangbakken of labels/bordjes tussen de delen van de verschillende koppels) _____________________________________________________________________________________________ _____________________________________________________________________________________________ _____________________________________________________________________________________________ _____________________________________________________________________________________________
13.
Wordt per koppel (=per hok per mester) in de panklaarlijn een barcode op het uitgesneden product aangebracht:
ja/nee
Aantal koppelkaarten/ante-mortem keuringsformulieren over een periode van 5 dagen (inclusief de bezoekdag):
-------
Aantal koppelkaarten/ante-mortem keuringsformulieren met gegevens over het gebruik van fluoroquinolonen (Baytril of Flumequine):
-------
7.
8.
9.
14.
15.
Project OT-0151, 24 september 2001
Pagina 11 van 13
Bijlage 2 Nr. slachterij
Overzichtstabel met gegevens over slachtplanningslijsten, (buitenlandse) koppels en Salmonella-uitslagen in relatie tot het slachtproces SlachtKoppels 1e planningslijsten bezoekdag
Koppels met Salmonellauitslagen
Buitenlandse koppels Buitenlandse koppels Slacht Salmonella-negatieve koppels met Salmonella1e bezoekdag aan begin slachtdag uitslagen
“Besmet-verklaring” koppels zonder onderzoeksgegevens
Ja
Nee
Onbek.
Ja
Nee
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
2
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
3
Ja
7
7
0
n.v.t
X
X
4
Ja
4
4
2
2
X
X
5
Ja
2
2
0
n.v.t.
X
X
6
Ja
5
5
1
1
X
X
7
Ja
4
4
2
1
X
X
8
Ja
7
7
4
4
X
X
9
Ja
8
3
1
1
X
X
10
Ja
6
6
0
n.v.t.
X
X
11
Ja
3
3
2
2
X
X
12
Ja
13
13
6
6
X
X
13
Ja
9
9
2
2
X
X
14
Nee
Onbek.
Onbek.
Ja
Onbek.
15
Ja
5
5
2
2
X
16
Ja
9
9
6
6
X
17
Ja
17
17
2
0
18
Ja
1
1
0
n.v.t.
X
X X
X
X X X X
19
Ja
4
3
1
1
X
20
Ja
3
3
0
n.v.t.
X
21
Ja
2
0
0
n.v.t.
22
Ja
5
5
1
1
X
X X
X
X X
-: Door de slachterij is geen medewerking aan het onderzoek verleend.
Project OT-0151, 24 september 2001
Pagina 12 van 13
Bijlage 3
Nr. slachterij
Overzichtstabel met gegevens over de koppelscheiding in de slachtlijn en de panklaarlijn, de aanduiding van de panklaarprodukten en koppelgegevens over fluoroquinolonengebruik Scheiding koppels in slachtlijn
Scheiding koppels in panklaarlijn
Stickers/barcode op panklaarlijnprodukten
Koppels over periode van 5 dagen
Koppels met gegevens over gebruik van fluoroquinolonen
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
1
-
-
-
-
-
-
-
2
-
-
-
-
-
-
-
-
3
X
X
X
38
4
4
X
X
X
7
2
5
X
X
X
4
0
6
X
X
X
23
1
7
X
X
16
1
8
X
X
39
3
9
X
X
36
0
10
X
X
40
0
11
X
X
12
X
X
13
X
14
X
X X X X X X
-
2
0
76
1
X
X
48
5
X
X
Onbek.
Onbek. 3
15
X
X
X
23
16
X
X
X
39
0
17
X
X
X
89
2
18
X
X
X
9
0
19
X
X
X
17
0
20
X
X
X
7
0
21
X
X
X
4
0
22
X
X
19
2
X
-: Door de slachterij is geen medewerking aan het onderzoek verleend.
Project OT-0151, 24 september 2001
Pagina 13 van 13