Toespraak van Sven Gatz Minister van Cultuur, Jeugd, Media en Brussel Cultuurforum 2020 Brussel, maandag 28 september 2015 Beste dames en heren, ‐ Aan het einde van deze boeiende namiddag maak ik met u graag de balans op van het Cultuurforum 2020 onder het motto participatie. ‐ De Vlaamse regering is vandaag ook aan haar tweede werkjaar begonnen met de Septemberverklaring van minister‐president Bourgeois, ook deze namiddag maar dan in het Vlaams Parlement. Dat is elk jaar een hoogmis van de Vlaamse democratie. Traditioneel maakt de Vlaamse regeringsleider dan het overzicht van de plannen bekend van de verschillende ministers en de budgettaire ruimte die de Vlaamse overheid ter beschikking heeft. ‐ Ruim een week geleden vond op mijn initiatief in het Vlaams Parlement een nieuw democratisch experiment plaats, waarover ik het even met u wil hebben: het burgerkabinet, ook onder het motto van participatie. ‐ Ik ben ervan overtuigd dat zo’n nieuwe vormen van participatieve politiek debat en beleidsvoering kunnen helpen om het democratisch proces ook in Vlaanderen te verbeteren en een nieuwe adem in te blazen. ‐ Het burgerkabinet was een eerste proefproject inzake deliberatieve democratie: een vorm van overleg waarbij de deelnemers de opdracht 1
hebben te debatteren en te discussiëren, maar op het einde van het debat tot een consensus te komen. ‐ Zo formuleerden eerste meer dan 600 deelnemers aan het online forum van het burgerkabinet voorstellen en ideeën over hoe de participatie aan cultuur kan worden verbeterd. Op 19 september filterde een panel van circa 150 burgers deze voorstellen en verwerkten zij ze tot een reeks van aanbevelingen voor het beleid. ‐ Ik heb me ertoe geëngageerd om deze aanbevelingen niet naast me neer te leggen. Ik wil initiatieven die aanbevolen worden meenemen in het beleid, door ze nu al of in de toekomst op te nemen in mijn beleidsbrieven en in de praktijk te brengen. Over voorstellen die ik omwille van budgettaire of andere redenen niet haalbaar acht of onrealistisch, zal ik terugkoppelen. ‐ Uit de discussies van het Burgerkabinet onthoud ik drie hoofdlijnen die hier vanmiddag op de sessie over het burgerkabinet aan de orde zijn geweest. ‐ Cultuur moet nog meer uit zijn muren breken en bruggen slaan. Culturele instellingen, verenigingen en organisaties moeten nog meer moeite doen om naar de mensen toe te gaan. Ik weet dat jullie hiervoor al veel moeite doen, maar ik vond het toch opmerkelijk dat uit het Burgerkabinet toch nog eens naar voren komt dat de mensen die niet professioneel met cultuur bezig zijn, dit blijkbaar toch nog niet als voldoende ervaren. ‐ De deelnemers aan het burgerkabinet noemden ook de relatie tussen onderwijs en cultuur erg belangrijk. Cultuur valt vandaag teveel buiten de plaats bij uitstek waar kinderen en jongeren gevormd worden, kennis opdoen, maar ook attituden leren, interesses en talent ontwikkelen. Ze betreuren dat cultuur vandaag teveel buiten de lessenroosters en 2
schooluren wordt gehouden. Hierover zal ik in overleg gaan met collega Crevits ‐ Een van de hoofdlijnen die ik alvast voluit kan onderschrijven, is de zorg voor een degelijk cultuuraanbod op de publieke omroep. Een van mijn belangrijkste prioriteiten voor het komende werkjaar is de nieuwe beheersovereenkomst met de VRT. Daar komt heel wat bij kijken. Maar waar ik als Cultuurminister zeker over zal waken, is dat cultuur op de VRT een prioritair aandachtspunt zal blijven en zo mogelijk nog doelgerichter zal worden. Ik vond het bijvoorbeeld een origineel idee van het Burgerkabinet om cultuur in de journalen van de VRT een evenwaardige plaats te geven als sport. ‐ Deze namiddag vonden er nog tal van andere interessante sessies plaats. Tijdens de sessie over het beleidsrelevant onderzoek gaf het Steunpunt al enige toelichting bij de resultaten van het publieksonderzoek bij concerten, het cultuureducatieonderzoek en de participatiesurvey. Het volledige participatieonderzoek zal echter het voorwerp uitmaken van een studiedag in december. ‐ De sessie over vrijwilligerswerk borduurde verder op de wetgeving en het statuut van de vrijwilliger, de ondersteuning en vorming van de vrijwilligers en de aanpak van regulitis. FOV en Socius brachten er waardevolle voorstellen te berde. ‐ In de sessie nieuwe tendenzen binnen digitale participatie werden voorbeelden van digitale participatie aangehaald, zoals het interactieve platform www.immaterieelerfgoed.be of de organisatie EW32. De eerste krijgt inhoud via publiek, vrijwilligers, crowdsourcing, de erfgoedgemeenschappen en wordt verzameld in een databank. EW32 zet jongeren aan tot participatie via digitale technologie en werkwijzen en 3
creëert zo spellen en verhalen over ernstige sociaal‐maatschappelijke onderwerpen. ‐ De sessie Long live arts haalde de participatie van ouderen voor het voetlicht. 65‐plussers vinden in een vergrijzend Vlaanderen inderdaad steeds beter hun weg in cultuur en kunstbeoefening, of het nu beeldende kunst, theater, dans, zang of een andere kunstvorm betreft. Hierdoor blijven ze deel uitmaken van hun gemeenschap, blijven ze van betekenis en worden ze erkend en gewaardeerd, blijven ze zich ontplooien en ontwikkelen. Het is een van mijn doelstellingen om tijdens deze regeerperiode in te zetten op een cultuureducatiebeleid voor de hele levensloop. ‐ Tijdens de sessie The voice of culture kreeg dit gelijknamige project van de Europese Commissie over participatie aandacht en werden participatieve projecten met Europese koepelorganisaties Culture Action Europe en European Cultural Foundation en ook 2 Vlaamse experts getoetst aan de aanpak op Vlaams niveau. ‐ Switchers, bouwen aan de verbreding van de cultuursector was de naar opkomst meest succesvolle sessie van de namiddag. Moest ik niet aanwezig moeten zijn op de sessie over het Burgerkabinet dat op mijn initiatief werd georganiseerd, dan had ik onder meer ook daar erg graag een kijkje gaan nemen. Ze sluit immers mooi aan bij het beleid dat ik voorsta: als inwoner van een grootstad, de meest diverse stad van ons land, intrigeert de superdiversiteit waarnaar we in onze samenleving op weg zijn, me enorm. Ze heeft ook gevolgen voor onze culturele organisaties en instellingen. Buiten hen om borrelen nieuwe diverse initiatieven op, ontluikt een nieuwe diverse generatie artiesten en kunstenaars. Ze tonen de onontkoombaarheid van kunst en cultuur aan: 4
ook zonder een organisatie‐ of beleidskader kan de individuele kunstenaar niet anders dan zijn ding doen, zijn roeping volgen. Gelukkig zijn ook steeds meer cultuurprofessionals overtuigd van de waarde en het talent van deze diverse vloed, zien ze het belang in van verbreding, van detectie, van verbinding van het nieuwe met het bestaande. In deze sessie hebben we enkele van die bruggenbouwers aan het woord gehoord, de ‘switchers’ die over het muurtje van zichzelf of van hun organisatie durven kijken en speuren naar kruisbestuiving tussen talenten, praktijken, netwerken en kaders. Dames en heren, ‐ Ik wil u als verzamelde cultuurspecialisten tot slot nog wat vertellen over mijn beleidsplannen. Dit jaar wordt het eerste jaar waarin het nieuwe kunstendecreet écht en ten volle in werking zal beginnen treden. ‐ U weet dat dit verschillende vernieuwingen en veranderingen met zich meebrengt. Een van de spraakmakendste wordt ongetwijfeld de nieuwe manier waarop aanvragen voor subsidies zullen worden beoordeeld. ‐ Het nieuwe systeem is volgens mij gevoelig beter dan het oude. Ik vat het nog even samen. ‐ De advisering zal meer uniform zijn over alle disciplines heen. Organisaties zullen zich beter kunnen profileren. Ze kunnen op de maat van hun werking worden beoordeeld. ‐ Het doel moet zijn om de fijnmazige structuur van ons kunstenlandschap te bewaren en de grote, middelgrote en kleine initiatieven goed te laten samenspelen. ‐ Daarbij dienen we erover te waken dat alle kunstendisciplines en – functies voldoende aandacht krijgen.
5
‐ Maar we moeten wel iets doen aan de versnippering die het kunstenlandschap in zijn greep begint te krijgen. ‐ Aan de beoordelaars heb ik enkele weken geleden ook al enkele extra aandachtspunten bij de advisering meegegeven, zoals: o Een correcte vergoeding van de kunstenaars o Samenwerking en krachtenbundeling o Spreiding van de activiteiten o Ondernemerschap en de bereidheid om een risico te nemen o Aandacht voor maatschappelijke ontwikkelingen, bvb digitalisering, diversiteit, verstedelijking, globalisering, ‐ Het spreekt voor zich dat ook de budgettaire context de grenzen zal bepalen van wat mogelijk is: in 2016 zal er net als dit jaar 6,5 miljoen euro beschikbaar zijn in de ruime projectenpot. ‐ Ik zal er zeker voor vechten om deze budgetten te verhogen, hetzij via publieke, hetzij via private middelen. Al zal u al wel hebben gehoord dat de globale budgettaire situatie voor wat een verhoging van de publieke middelen betreft, niet evident is. ‐ Een volgende beleidsinitiatief waarover ik het kort wil hebben is het traject naar een nieuw ontwerp van decreet sociaal‐cultureel werk dat ik dit najaar opstart. Het sociaal‐cultureel werk heeft een cruciale rol gespeeld in de opbouw van onze democratische samenleving. En het speelt die rol nog altijd. Ik vind dat het die rol ook moet blijven spelen.‐ ‐ De dynamiek, de flexibiliteit, de veelzijdigheid van het sociaal‐cultureel werk, zowel op lokaal, regionaal als op landelijk niveau en in een veranderende samenleving, wil ik met dit nieuwe ontwerp beter kunnen vrijwaren.
6
‐ We willen het sociaal‐cultureel werk betere kansen en meer ruimte bieden om nieuwe en actuele kwesties ter discussie te stellen, traditionele werkvormen te bevragen en te experimenteren met nieuwe, in contact te treden met een veranderende bevolking. ‐ Te vaak moeten we vandaag immers vaststellen dat in het sociaal‐ cultureel werk de organisaties en de werkvormen het doel zijn geworden in plaats van het middel. De bestaande systemen en regels bieden niet langer het gepaste antwoord op de maatschappelijke en organisatorische noden van vandaag. Maar het doel blijft hetzelfde: het sociaal‐cultureel werk moet het grondrecht op culturele en maatschappelijke ontwikkeling waarmaken. Mét de troeven waarover het sociaal‐cultureel werk van oudsher beschikt: de inzet en betrokkenheid van vrijwilligers, het werken met groepen en gemeenschappen en het werken op de naad die de mensen in hun leefwereld met systemen en instituties verbindt. ‐ Jullie weten allemaal maar al te goed dat ook hier participatie een essentiële rol speelt. Het spreekt voor zich dat we bij deze oefening meteen het participatiedecreet mee tegen het licht te houden. Het doel van dit decreet is immers specifieke doelgroepen toe leiden naar cultuur‐ , jeugd‐ en sportinitiatieven. ‐ Aansluitend bij deze wetgevende initiatieven kan ik u ook nog verklappen dat ik een wijziging van circusdecreet voorbereid. De kracht van het circusdecreet is zijn diversiteit. Het nieuwe circus vindt er zijn plaats naast het traditionele. De amateurartiest wordt erdoor gevat net als de beroepsartiest. Creativiteit gedijt op verschillende niveaus. De circusliefhebbers participeren ruim en actief. Met de decreetwijziging wil ik die sterkten verdiepen en verbreden. 7
‐ Tenslotte wil ik nog iets kwijt over de wijzigingen die de provinciale culturele instellingen zullen ondergaan door hun inkanteling in de Vlaamse overheid of bij de lokale besturen. Ik hoop dat we dit werkjaar de volledige bestuurlijke hertekening van deze operatie kunnen afronden. Ik ben er vast van overtuigd dat de beleidskeuze om de provincies van hun culturele opdrachten te ontlasten, de goede was. Ik ben er zeker van dat deze culturele organisaties en instellingen een meer slagkrachtige toekomst wacht. Deze hervorming betreft immers niet de verhuizing van instellingen en organisaties naar een andere overheid, maar levert ook de kans om een breder regionaal beleid te voeren, dat inspeelt op evoluties als een goede spreiding, een betere samenwerking en aandacht voor het bovenlokaal belang. Dames en heren, ‐ Daarmee ben ik aan het einde gekomen van mijn toespraak. Rest me nog de organisatoren van dit Cultuurforum van harte te danken voor deze boeiende dag. Ik wens u allen een vruchtbaar en succesvol cultuurjaar toe. Maar eerst gaan we nog over tot de uitreiking van de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Algemene Culturele Verdienste.
8