Vice-‐Eerste Minister en
Vice-‐Premier Ministre et
Minister van Werk, Economie en Consumenten,
Belast
Ministre de l’Emploi, de l’Economie et
met
Buitenlandse Handel
des Consommateurs, Chargé du Commerce Extérieur
TOESPRAAK DOOR KRIS PEETERS VICE-EERSTE MINISTER EN MINISTER VAN WERK, ECONOMIE, CONSUMENTENZAKEN, BELAST MET BUITENLANDSE HANDEL Boordtabel Concurrentievermogen 15 juni 2015
INLEIDING Wie wil weten waar hij naartoe gaat, moet eerst weten waar hij staat. Dat geldt zeker voor het concurrentievermogen van onze bedrijven. Onze ondernemingen
worden
elke
dag
opnieuw
uitgedaagd door concurrenten in binnen- én, in steeds
toenemende
versterken cruciaal
van wanneer
mate,
het
buitenland.
concurrentievermogen
bedrijven
binnenlandse
Het is en
exportmarktaandelen willen verbeteren. Want een sterkere competitiviteit betekent meer kansen op groei. Meer groei betekent meer jobs. en meer jobs betekent sociale bescherming.
1
We worden vrijwel elke dag om de oren geslagen met cijfers over het
concurrentievermogen van
onze ondernemingen. Daardoor wordt het moeilijk om door het bos de bomen te zien. Om hoofd- van bijzaak te scheiden. Daarom heeft de FOD Economie nu voor het eerst een Boordtabel Concurrentievermogen opgesteld. Die
brengt
cijfers
uit
verschillende
hoeken
samen, overzichtelijk gesynthetiseerd. Dit is een
zeer
nuttig
document.
We
vinden
hiermee
niet opnieuw het warm water uit – er staan dus geen nieuwe statistieken in – maar we leggen wel leidingen zodat iedereen toegang krijgt tot het warm water. Het doel van deze boordtabel is duidelijkheid en overzichtelijkheid. Zodat we niet
langer
moeten
discussiëren
over
de
cijfers, maar kunnen focussen op de oplossingen om die cijfers te verbeteren. In
dit
prestaties
referentiedocument
worden
onze
vergeleken
van
drie
aangrenzende
economieën
met
die
(Duitsland,
de
Frankrijk
en Nederland). Door te wijzen op sterktes én de verbeterpunten, bijdrage
tot
levert de
de
evaluatie
FOD en
Economie
een
aanpak
van 2
structurele
hervormingen
concurrentievermogen.
De
van
Boordtabel
het is
een
instrument dat ons een globale kijk geeft op wat
het
Belgische
concurrentievermogen
beïnvloedt. Ce document met en évidence les résultats et les
principaux
compétitivité
facteurs via
sous-jacents une
de
la
cinquantaine
d’indicateurs. Il offre une vue complète des déterminants de la compétitivité prix et de la compétitivité hors-prix. Selon
les
classements
annuels
de
la
compétitivité, la Belgique se positionne dans la moyenne supérieure des pays de la zone euro. La Belgique performe bien en ce qui concerne les soins de santé, le système éducatif, les écoles
de
management,
le
niveau
de
la
productivité, la qualité de l’infrastructure, l’innovation et l’environnement favorable à la création d’entreprises. Tot de geciteerde zwaktes van België behoren onder meer de overheidsfinanciën, het fiscaal 3
beleid,
het
hoge
belastingniveau,
en
de
arbeidsmarkt. Daarbij
is
het
benadrukken
dat
dit
cijfers
2013
en
andere
van
woorden
bekijken
bijzonder
een
onder
welk
belangrijk
document 2014
te
voornamelijk
bevat.
goede
om
Het
is
referentie
gesternte
de
om
met te
huidige
federale regering is gestart en te bekijken of het beleid dat we voeren, correleert met de prioriteiten
die
uit
deze
tabel
naar
voor
komen. U zult ook merken dat we hier en daar recentere cijfers aanhalen dan die welke in de publicatie zijn geformuleerd. Net daarom, om de boordtabel actueel te houden, zal twee maal per jaar een update verschijnen. Ik
neem
u
nu
graag
kort
doorheen
de
belangrijkste cijfers in de boordtabel: -‐ Het
Belgische
marktaandeel
in
de
mondiale
export steeg in 2013 tot 1,9 %, licht beter dan in 2012. In 2014 groeide het zelfs aan tot 1,99%. Ook de buurlanden zagen een groei in 4
hun
aandeel.
Het
Belgisch
aandeel
lijkt
overigens erg weinig, maar wanneer u bedenkt dat
ons
land
slechts
0,15%
van
de
wereldbevolking uitmaakt, dan is het duidelijk dat
we
een
volk
zijn
dat
zich
richt
op
internationale handel. Een kanttekening is wel dat slechts 44 % van onze goederenuitvoer naar landen buiten de eurozone gaat, terwijl dit in onze
buurlanden
55%
is.
Export
naar
nieuwe
groeiende markten, buiten de EU, is nog extra aan de orde. -‐ Op
het
vlak
van
prijs-
en
kostenconcurrentievermogen doet ons land het minder goed dan de buurlanden. Zoals bekend liggen de loonkosten per eenheid door de jaren heen
hoger
buurlanden,
in maar
België dat
dan
gaat
in
gepaard
de met
drie een
eveneens hoger productiviteitspeil. L’évolution du coût salarial unitaire belge a connu une évolution moins favorable que dans les pays voisins. La productivité réelle a, en effet, stagné en Belgique depuis 2008 tandis que les coûts salariaux ont progressé à un rythme plus rapide que dans les pays voisins. 5
Ceci
illustre
un
léger
décrochage
de
la
compétitivité-coût en Belgique depuis 2010. La hausse de l’inflation en 2010 et 2011 a eu un effet
sur
les
salaires
via
le
mécanisme
d’indexation. En
revanche,
en
2013,
comparé
à
2012,
la
productivité en Belgique a crû en ligne avec les pays voisins, et plus qu’en Allemagne qui enregistre
un
second
recul.
L’évolution
du
coût salarial unitaire a toutefois été plus rapide
en
Belgique
comparativement
à
celle
relevée en Allemagne et aux Pays-Bas. Plus
récemment,
il
y
a
eu
une
évolution
favorable. En 2014 la Belgique a enregistré la croissance du coût salarial unitaire la moins rapide après les Pays-Bas. -‐ Naast
de
loonkosten
en
de
productiviteit,
spelen echter ook de energieprijzen mee bij het bepalen van het concurrentievermogen van de
bedrijven.
De
elektriciteitsprijzen consumenten Frankrijk
liggen
en
voor
hoger
Nederland,
gemiddelde de
industriële
in
België
dan
in
maar
lager
dan
in 6
Duitsland. Het zijn vooral de netkosten en de belastingen
die
de
beïnvloeden.
België
prijzen heeft
in
echter
België wel
de
laagste industriële gasprijzen. Recent werden de elektriciteitsprijzen voor de drie
kleinste
maar
de
verbruikersschijven
drie
grootste
goedkoper,
verbruikersschijven
moesten meer betalen in het tweede semester van 2014, waardoor we globaal gezien ook iets duurder worden dan Nederland. Gas blijft het goedkoopst in België. -‐ Dit
wat
betreft
onze
kostencompetitiviteit.
Maar concurrentievermogen is meer dan dat. Het gaat ook over innovatie, de arbeidsmarkt en duurzaamheid. -‐ België wordt geklasseerd bij de "innovation followers".
Dat
wil
zeggen
dat
het
deel
uitmaakt van de landen waar innovatie sterker speelt
dan
het
EU-gemiddelde,
maar
iets
achterloopt op de "innovation leaders", zijnde de Scandinavische landen en Duitsland. België heeft wel een voorsprong op Frankrijk. 7
De innovatiescore van België is in 2014 licht gedaald
van
0,690
tot
0,676.
Hier
zijn
verschillende oorzaken voor: o Een
verlaging
van
risicokapitaalinvesteringen o Een lager aantal octrooiaanvragen o Minder
nieuwe
producten
en
innovatieve
processen bij KMO’s Ook in Frankrijk gingen de prestaties op vlak van innovatie er licht op achteruit, terwijl in Nederland en Duitsland een verbetering werd waargenomen in 2014. -‐ In
2013
bedroegen
onze
totale
O&O-uitgaven
2,3 % van het BBP. Daarmee zitten we boven het gemiddelde van de EU28, en ook boven Frankrijk en
Nederland,
Ondernemingen,
maar en
onder in
het
Duitsland. bijzonder
hightechondernemingen, droegen voor meer dan 69% bij aan de O&O-uitgaven. Wat O&O-personeel betreft,
blijft
België
echter
achter
ten
opzichte van de buurlanden.
8
-‐ Un
autre
élément
essentiel
de
la
compétitivité hors prix est l'utilisation des technologies
de
communication d'augmenter
l’information
qui
permet
leur
et
aux
efficacité
de
la
entreprises
globale
et
de
devenir plus compétitives. L’un des principaux points
forts
de
la
Belgique
en
matière
de
télécommunications réside dans la qualité et la densité de son infrastructure. En effet, le taux de couverture de la population en réseaux d’accès
de
nouvelle
génération
et
la
part
importante des abonnements à l’internet haut débit fixe, font de notre pays le leader de l’UE en la matière. -‐ In een analyse van het concurrentievermogen mag echter ook de arbeidsmarkt niet uit het oog verloren worden. De tewerkstellingsgraad van België komt al jaren lager uit dan het gemiddelde
voor
de
eurozone
en
voor
de
buurlanden. In 2013 bedroeg dit 67,2%, in 2014 67,3%.
Vooral
jongeren,
de
ouderen
tewerkstellingsgraad en
laaggeschoolden,
van ligt
lager dan het gemiddelde van de eurozone. Die 9
lage tewerkstellingsgraad gaat gepaard met een hoge werkloosheidsgraad bij die groepen. -‐ Wat
de
duurzame
ontwikkeling
betreft,
ten
slotte, zien we een wisselend beeld op vlak van de energie-intensiteit van de Belgische economie. Tussen 2010 en 2012 is dit gedaald, maar in 2013 steeg ze opnieuw. Dit kan onder andere toe te schrijven zijn aan de toegenomen economische
activiteit.
Het
niveau
van
de
energie-intensiteit blijft echter nog steeds 9%
onder
het
buurlanden
niveau
steeg
de
van
2010.
Ook
in
de
energie-intensiteit
in
2013 in vergelijking tot het jaar voordien. -‐ Ik wil nu graag het woord geven aan Renaat Schrooten,
Directeur-generaal
van
de
FOD
Economie, om wat verder in detail te gaan op de
cijfers
boordtabel. conclusies
en
de
methodologie
Daarna
zal
meegeven
en
ik
achter graag
aangeven
hoe
de mijn de
federale regering er alles aan doet om deze indicatoren en dus ons concurrentievermogen te verhogen.
10
BELEIDSBESCHOUWINGEN Wat
dit
document
ons
leert,
is
dat
de
prioriteiten van de federale regering de juiste zijn. Een sterkere competitiviteit om zo meer banen te creëren, is de juiste weg vooruit. Daarbij focussen we op de deelgebieden waar we nog de grootste winst kunnen en moeten boeken. Export: En
tant
partie
que de
nation
notre
commerciale
prospérité
une
dépend
grande de
la
capacité de nos entreprises de pouvoir vendre leurs
produits
et
services
à
l’étranger.
C’est donc une bonne nouvelle que notre part de marché évolue positivement. En même temps il est nécessaire que nous élargissons notre horizon en exportant davantage en dehors de la zone euro. -‐ Het
internationale
handelsklimaat
wordt
moeilijker. De concurrentie wordt groter, de groei in de protectionistische maatregelen is aanzienlijk en de WTO-onderhandelingen die in 11
2001 voor de Doha Development Agenda werden opgestart,
verlopen
zeer
moeizaam.
Vandaar
dat we: 1.
Onze
bedrijven
ondersteunen
en
en
internationale
onze
wapenen
markten
groeimarkten, nichespelers
vnl. en
actief kunnen
om
te de
KMO’s op
de
de
snelle
zijn.
Sterke
concurrentie
in
Europa en op de verre markten aan. Dit is voornamelijk
een
regionale
bevoegdheden,
maar de federale overheid moet zich hierbij dienstbaar opstellen en ondersteunen waar het kan. 2.
We
moeten
innovatie
stimuleren
zodat
onze producten state of the art zijn. Dit is
ook
een
belangrijke
regionale
bevoegdheid, maar ook hier kan de federale overheid aan
ondersteuning
het
bieden.
fiscaal
aanwervingen
van
Denk
gunstregime onderzoekers.
maar voor
Of
de
sterkere bescherming van innovatie, via het Europees
octrooi.
Zo
willen
we
ook
het
aantal octrooien in België laten stijgen. België moet voluit gaan voor investeringen in
nieuwe
technologie.
Ik
zal
in
het 12
najaar dan ook een sensibiliseringscampagne opzetten ten aanzien van onze ondernemingen om hen het belang van de octrooiwetgeving uit de doeken te doen. 3.
Investir
vers
davantage
l’Allemagne,
dans
le
l’exportation
moteur
de
la
croissance au sein de l’UE. Notre niveau d’exportation s’est rétabli après la crise avant les autres pays, mais est resté sous le niveau qu’avait l’Allemagne en 2008. La diminution
des
charges
salariales,
à
laquelle je reviens tout de suite, est bien évidemment
un
facteur
important
pour
réussir cette objectif. 4.
De
voert
onderhandelingen voor
allerlei
vrijhandelsakkoorden
die op
(bv.
de
Commissie
stapel met
de
staande VS
en
Japan) volgen we van nabij op. Loonlasten -‐ De
cijfers
in
dit
rapport
zullen
niemand
verbazen. Maar ze tonen wel aan dat de focus 13
van
de
regering
om
eerst
en
vooral
de
loonlasten te laten dalen, de juiste is. -‐ De indexsprong is een éénmalige maar nodige maatregel. Daardoor dalen de loonlasten met 2,7 miljard euro, goed om bijna in één klap de loonkloof die we sinds 1996 met buurlanden opbouwden, weg te werken. Tegelijk is het ook belangrijk
om
aan
correcties
voorzien
te
stippen
zodat
mensen
dat in
we een
sociaal zwakkere positie, gespaard blijven. De
lage
inkomens
gaan
omhoog
en
in
2016
verhogen ook de uitkeringen. Voorts is er de verhoogde
koopkracht
door
de
verhoging
van
het beroepskostenforfait (900 miljoen euro) en de fiscale werkbonus (119 miljoen euro). -‐ We
voorzien
in
de
komende
jaren
ook
een
beperkte loonstijging. Tot slot voeren we in 2016
en
2019
lastenverlagingen
door
van
respectievelijk 960 en 450 miljoen euro. -‐ Onze ambitie moet echter nog hoger liggen. We willen op termijn de werkgeversbijdrage laten zakken tot 25%, waar deze vandaag nog 32% is. 14
Daarom is de tax shift dé prioriteit van de federale regering in de komende maanden. Op die
manier
slagkracht
willen geven.
We
we
onze
willen
bedrijven
sectoren
met
toekomstperspectief steunen in hun ambities om verder te groeien. Energie -‐ De factor energie is vooral voor de industrie bijzonder belangrijk. En ook hier moeten we inspanningen
leveren
ten
opzichte
van
de
buurlanden. -‐ J’apprécie les multiples efforts déjà fournis par les entreprises dans le but d’augmenter l’efficacité énergétique et j’espère que cela continuera. L’énergie la moins chère est et restera celle qui n’est pas consommée. -‐ Daarnaast leveren
zal om
de
de
regering
inspanningen
energiefactuur
voor
uw
bedrijven betaalbaar te houden.
15
-‐ Daarom
voeren
wij
een
energienorm
in.
De
verschillende componenten van de energiekost mogen niet hoger zijn dan in onze buurlanden. Arbeidsmarkt -‐ Tot
slot
bevestigt
de
boordtabel
dat
we
moeten blijven investeren in een arbeidsmarkt waar iedereen kansen heeft op een baan. -‐ De verlaging van de loonlasten zal het al aantrekkelijker
maken
voor
binnenlandse
bedrijven om nieuwe banen te creëren en voor buitenlandse om extra te investeren in het land.
Niet
Planbureau
voor
200.000
niets nieuwe
voorspelt jobs
tegen
het 2020,
waarvan 60.000 dit en volgend jaar. -‐ Tegelijk moeten we extra inspanningen doen om specifieke groepen meer kansen te geven. Het doelgroepenbeleid materie,
maar
de
is
uiteraard
federale
regionale
overheid
kan
en
moet een flankerend beleid voeren hierin.
16
-‐ Zo
is
er
de
aanpassing
van
de
inschakelingsuitkering. Door dit afhankelijk te maken van het behalen van een diploma of getuigschrift,
is
dit
activeringsmaatregel startkwalificatie
nu
voor
blijft
een
echte
jongeren. immers
het
Een beste
toegangsticket tot de arbeidsmarkt. Slechts één
op
14
jongeren
met
een
diploma
hoger
onderwijs, heeft één jaar na het afstuderen nog
geen
job.
Bij
jongeren
met
enkel
een
diploma secundair, is dat één op 7. En bij jongeren zonder diploma zelfs één op 3. -‐ En outre nous prenons des mesures afin de rendre
le
complément
RCC
(le
Régime
d’entreprise)
de
chômage
moins
avec
attractif.
Pour les travailleurs aussi bien que pour les employeurs. longtemps, aussi
être
Il
va
c’est
falloir
travailler
nécessaire.
possible.
C’est
Mais la
laquelle, la semaine dernière, une
plus
ça
doit
raison
pour
j’ai organisé
Table Ronde sur le travail faisable.
17
-‐ We moeten nu echt werk maken van werk op maat voor werkgevers, zelfstandigen, werknemers en ambtenaren.
Zodat
mensen
ook
langer
kunnen
werken en de werkzaamheidsgraad voor ouderen eindelijk op het niveau van onze buurlanden geraakt. -‐ Tegen november verwacht ik voorstellen van de sociale
partners
over
onder
leeftijdsbewust
andere
een
personeelsbeleid,
arbeidstijdregelgeving,
stress-
en
burn-
outbestrijding, en de loopbaanrekening. -‐ De
uitdagingen
zijn
reëel,
zoveel
is
duidelijk. Maar de oplossingen zijn dat ook steeds meer. Deze boordtabel zal vanaf nu een halfjaarlijks
baken
zijn
waarmee
we
onze
inspanningen kunnen monitoren. -‐ Ik wil de FOD Economie dan ook feliciteren met deze realisatie. Dit instrument zal zijn nut blijven bewijzen.
18