Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003 Opdrachtgever: Opdracht:
Jaarlijkse rapportage over het Limburgse aanbod van verblijfsaccommodaties, de vakanties van Nederlanders en buitenlandse gasten in Limburg, dagrecreatie in Limburg en de werkgelegenheid in de Limburgse toeristisch-recreatieve sector.
Uitgevoerd door:
Kenniscentrum Toerisme & Recreatie Diana Korteweg Maris Telefoon: (013) 544 32 09; e-mail:
[email protected]
Uitgave:
juni 2004
Bij het samenstellen van deze Toeristische Trendrapportage is de grootste zorgvuldigheid betracht, het Kenniscentrum Toerisme & Recreatie is echter niet aansprakelijk voor enige directe of indirecte schade als gevolg van de aangeboden informatie. Overname van gegevens is toegestaan, mits met bronvermelding.
Inhoudsopgave INLEIDING............................................................................................................................ 1 SAMENVATTING.................................................................................................................... 2 AANBOD VERBLIJFSACCOMMODATIES, 2003 ...................................................................... 3 HOTELS EN PENSIONS ..................................................................................................................... 3 HOTELS EN PENSIONS PER REGIO ....................................................................................................... 5 HUISJESCOMPLEXEN MET TOERISTISCHE VERHUUR .................................................................................. 7 KAMPEERTERREINEN MET TOERISTISCHE VERHUUR ................................................................................. 8 GROEPSACCOMMODATIES ................................................................................................................ 9 VAKANTIES VAN NEDERLANDERS, 2003 ............................................................................ 10 VAKANTIEPARTICIPATIE ..................................................................................................................10 VAKANTIEFREQUENTIE ...................................................................................................................11 AANTAL VAKANTIES .......................................................................................................................12 VAKANTIEDUUR ............................................................................................................................14 TYPE VAKANTIE ............................................................................................................................15 ACCOMMODATIEVORM....................................................................................................................16 VAKANTIESPREIDING .....................................................................................................................18 HERHALINGSBEZOEK......................................................................................................................19 KENMERKEN VAN NEDERLANDSE TOERISTEN IN LIMBURG, 2003 ................................... 23 HERKOMSTGEBIEDEN .....................................................................................................................23 LEEFTIJD ....................................................................................................................................24 GEZINSSAMENSTELLING..................................................................................................................25 SOCIALE KLASSE ...........................................................................................................................28 REISGEZELSCHAP..........................................................................................................................29 KLANTTEVREDENHEID NEDERLANDSE TOERISTEN IN LIMBURG ..................................... 30 KWALITEIT DIENSTVERLENING / SERVICE ............................................................................................30 KWALITEIT ACCOMMODATIE ............................................................................................................30 CIJFER VOOR VAKANTIE ..................................................................................................................31 VAKANTIES VAN BUITENLANDSE GASTEN, 2003............................................................... 32 INKOMEND TOERISME IN NEDERLAND.................................................................................................32 INKOMEND TOERISME IN LIMBURG ...................................................................................................34 DAGRECREATIE VANUIT WOONPLAATS, 2001/02............................................................. 36 DAGTOCHTEN IN NEDERLAND ..........................................................................................................36 BESTEDINGEN IN NEDERLAND TIJDENS DAGTOCHTEN .............................................................................38 DAGTOCHTEN IN LIMBURG ..............................................................................................................39 BESTEDINGEN IN LIMBURG TIJDENS DAGTOCHTEN .................................................................................41 DAGRECREATIE VANAF VAKANTIE-ADRES, 2003 .............................................................. 42 WERKGELEGENHEID, 2003................................................................................................. 45 BRONVERMELDING ......................................................................................................................48 BIJLAGE 1: OMSCHRIJVING SOCIALE KLASSE................................................................................49 BIJLAGE 2: AFBAKENING TOERISTISCH-RECREATIEVE SECTOR .....................................................50
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
Inleiding Sinds enkele jaren houdt de Provincie Limburg zich bezig met kennisontwikkeling. Hiertoe werkt zij samen op Zuid-Nederlands niveau, hetgeen in de loop van 2003 geresulteerd heeft in een Kenniscentrum Toerisme & Recreatie. Dit kenniscentrum houdt zich bezig met het verzamelen en analyseren van cijfers en gegevens over de toeristisch-recreatieve sector, om deze te vertalen in kennis die bruikbaar is voor een groot aantal partijen in en om de sector. In het najaar van 2003 heeft het Kenniscentrum Toerisme & Recreatie haar eerste rapportage gepubliceerd: “Stand van zaken toerisme en recreatie Limburg, 2002”. De voorliggende rapportage is hierop het vervolg. Uit een groot aantal bronnen zijn gegevens verzameld over het Limburgse aanbod van verblijfsaccommodaties, de vakanties van Nederlanders en buitenlandse gasten in Limburg, dagrecreatie in Limburg en de werkgelegenheid in de Limburgse toeristisch-recreatieve sector. Op de volgende pagina vindt u een samenvatting van de meest in het oog springende resultaten, daarna wordt ieder onderwerp uitvoerig behandeld.
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
1
Samenvatting Aanbod De ontwikkeling van het Limburgse toeristisch-recreatieve aanbod wordt gekenmerkt door kwaliteitsverbetering en/of schaalvergroting. In de hotelsector groeide het gemiddeld aantal kamers in een hotel iets en nam het aantal hotels met 1 of 2 sterren af ten gunste van het aantal 3- en 4-sterrenhotels. Op huisjescomplexen en kampeerterreinen met toeristische verhuur daalde het aantal slaapplaatsen per bedrijf, vaak duidt dit op een investering in kwaliteit en kleinschaligheid. Vakanties van Nederlanders Landelijk gezien daalde het aantal binnenlandse vakanties in 2003 met 3%, maar voor Limburg was de ontwikkeling nog verontrustender: het aantal vakanties daalde met 12% en het aantal overnachtingen zelfs met 16%. Nederlandse vakantiegangers kozen in 2003 vaker voor een verblijf in een vakantiewoning, ten koste van het verblijf op een toeristische kampeerplaats. Ook qua bestedingen moest Limburg inleveren, enerzijds kwam dit door de daling van het aantal vakanties en de kortere verblijfsduur, maar ook per vakantiedag werd minder uitgegeven. Kijkend naar kenmerken van de toerist valt op dat vakantiegangers uit bijna alle provincies de weg naar Limburg in 2003 minder goed wisten te vinden. Verder valt bij de kenmerken van de toerist op dat het aantal vakantiegangers uit de hoge sociale klasse A toenam van 14% naar 17%. Het aandeel van de lage sociale klassen C en D nam af, met name in Noord- en Midden-Limburg. De Nederlandse toeristen waren in 2003 tevreden over de vakantie in Limburg, gemiddeld waardeerden zij hun vakantie met het cijfer 7,9. Vakanties van buitenlandse gasten Landelijk was er in 2003 sprake van een daling van bijna 3%, maar Limburg zag het aantal buitenlandse gasten groeien. Dit gold voor alle herkomstlanden, meest opvallend is de groei van toeristen uit de groep ‘overig Europa’1. Dagrecreatie Over dagrecreatie vanuit de woonplaats zijn helaas geen nieuwe gegevens beschikbaar, daarom worden de ‘oude’ gegevens nogmaals getoond. Nieuwe gegevens over dagrecreatie tijdens de vakantie zijn wel beschikbaar. Bij deze gegevens is de invloed van het warme weer en van de economische tegenwind wel zichtbaar: wat minder vaak uit eten en winkelen en vaker zwemmen. De ontwikkeling in de bezoekersaantallen is helaas niet bekend. Werkgelegenheid De ontwikkeling van de werkgelegenheid volgt de ontwikkeling van het aantal toeristen: in alle sectoren en in bijna alle regio’s was er sprake van een daling van het aantal banen. Het Land van Peel & Maas is de enige positieve uitzondering, hier was sprake van een kleine groei.
1
Dit zijn alleen de vakantiegangers die verbleven in een toeristische accommodatie, verblijf op een vaste standplaats, in een tweede woning e.d. wordt niet geregistreerd.
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
2
Aanbod verblijfsaccommodaties, 2003 Hotels en pensions In onderstaande tabel wordt het aanbod van hotels en pensions per provincie weergegeven voor 2003. Provincies Friesland Groningen Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Nederland totaal
Aantal bedrijven abs. % 229 7,9% 93 3,2% 142 4,9% 158 5,5% 15 0,5% 285 9,9% 93 3,2% 645 22,3% 364 12,6% 217 7,5% 249 8,6% 400 13,8% 2.890 100,0%
Aantal kamers abs. % 4.503 4,9% 2.029 2,2% 2.403 2,6% 4.383 4,7% 638 0,7% 9.165 9,9% 4.375 4,7% 28.141 30,4% 14.856 16,1% 3.949 4,3% 8.344 9,0% 9.686 10,5% 92.472 100,0%
Gem. aantal kamers per hotel 20 22 17 28 43 32 47 44 41 18 34 24 32
Bron: Bedrijfschap Horeca & Catering
Limburg telt 13,8% van het totale aantal bedrijven in Nederland en bezet daarmee de tweede plaats op de ranglijst. Het aantal kamers per accommodatie ligt in Limburg met een gemiddelde van 24 een stuk lager dan het landelijk gemiddelde. Ontwikkeling hotelaanbod 2000-2003
700 600 500 400 300 200 100
Li m bu rg
Br ab an t
Ze el an d
No or dHo lla nd Zu id -H ol la nd
Ut re ch t
Ge ld er la nd
Fl ev ol an d
Ov er ijs se l
Dr en th e
Gr on in ge n
Fr ie sla nd
0
2000
2003
Bron: Bedrijfschap Horeca & Catering
In de periode 2000-2003 is het Nederlandse hotelaanbod gekrompen van 2.937 hotels naar 2.890 hotelaccommodaties. Ook in Limburg daalde het aantal hotels, van 421 naar 400. Hoewel het aantal bedrijven in Nederland daalde, groeide het aantal hotelkamers met 5% naar 92.572 kamers. Echter in Limburg daalde het aantal hotelkamers licht met 0,25% naar 9.686 kamers. Deze schaalvergroting wordt geïllustreerd door het diagram op de volgende pagina.
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
3
Ontwikkeling aantal kamers per hotel 2000-2003
50 40
20
18
20
20
38
41
31 32
28
30
44 40
35
35 25
46 47
43
45
31
34 23 24
22 17 18
16 17
15 10 5
Li m bu rg
Br ab an t
Ze el an d
No or dHo lla nd Zu id -H ol la nd
Ut re ch t
Ge ld er la nd
Fl ev ol an d
Ov er ijs se l
Dr en th e
Gr on in ge n
Fr ie sla nd
0
2000
2003
Bron: Bedrijfschap Horeca & Catering
Classificatie hotels en pensions Van de 400 Limburgse hotels en pensions zijn 320 accommodaties geclassificeerd volgens de Benelux Hotelclassificatie, dit is 80% van het totaal. De aantallen geclassificeerde hotels in de verschillende provincies zien er als volgt uit:
N-Holland
127
Z-Holland
67
Brabant
49
Limburg
80
0%
10%
622
379
670
NL totaal
103
44
20%
Niet-geclassificeerd
30% BHC 1 ster
40%
18 44
73
37
46
50%
BHC 2 sterren
8
66
49
25
59
Zeeland
60%
125
47
1
851
337
31
70%
BHC 3 sterren
20
58
115
70
46
1
66
168
144
120
1
17
24
13
9
29
Utrecht
42
95
50
26
71
Gelderland
2
4
3
1
5
Flevoland
17
55
34
15
37
Overijssel
8
44
38
14
38
Drenthe
5
26
22
7
33
Groningen
13
56
59
26
75
Friesland
80%
BHC 4 sterren
90%
100%
BHC 5 sterren
Bron: Bedrijfschap Horeca & Catering
Limburg telt, vergeleken bij het landelijk gemiddelde, relatief veel hotels met 2 en 3 sterren en relatief weinig niet-geclassificeerde hotels en pensions.
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
4
Hotels en pensions per regio Regio
Aantal bedrijven abs. % 32 8,0% 29 7,3% 29 7,3% 43 10,8% 27 6,8% 202 50,5% 38 9,5% 400 100%
Maasduinen Land van Peel & Maas Maasplassen/Meinweg Parkstad Limburg Westelijke Mijnstreek Mergelland Maastricht Limburg totaal
Aantal kamers Gem. aantal abs. % kamers per hotel 789 8,1% 25 459 4,7% 16 626 6,5% 22 1237 12,8% 29 632 6,5% 23 3956 40,8% 20 1987 20,5% 52 9.686 100% 24 Bron: Bedrijfschap Horeca & Catering
Iets meer dan de helft van alle hotels en pensions in Limburg is gevestigd in Mergelland. De rest van de hotels en pensions is redelijk gelijkmatig verdeeld over de andere regio’s in Limburg. In drie van de zeven regio’s is het aantal hotels en pensions ten opzichte van 2002 gewijzigd: In de Regio Maasduinen en Land van Peel & Maas is er nu in totaal één hotel minder, in de regio Mergelland is het aantal hotels met 4 afgenomen. In bovenstaand overzicht valt verder op dat de regio Maastricht relatief grootschalige accommodaties kent. Land van Peel & Maas wordt daarentegen gekenmerkt door de relatieve kleinschaligheid van de accommodaties. In alle regio’s is het aantal kamers ten opzicht van 2002 gewijzigd; in de regio’s Parkstad Limburg en Maastricht is het aantal kamers gestegen, in de overige regio’s is het aantal gedaald. Grootste daling vond plaats in de regio Mergelland: het verlies van 101 hotelkamers hangt natuurlijk samen met het verdwijnen van vier hotels. De classificatie van hotels in de Limburgse regio’s is in onderstaand overzicht zichtbaar. 8
Maasduinen
1
5
12
11
Land van Peel & Maas
5
Maasplassen/Meinweg
7
36
Limburg totaal 0%
Niet geclassificeerd
BHC 1 ster
40%
BHC 2 sterren
2
17
12
103 30%
5
10
9
44 20%
4
67
10
80
1
10
67
2
10%
8
3
15
9
10
9
4
Maastricht
5
3
Mergelland
3
5
13
Parkstad Limburg
Westelijke Mijnstreek
5
6
125 50%
60%
BHC 3 sterren
70%
1
47 80%
BHC 4 sterren
90%
100%
BHC 5 sterren
Bron: Bedrijfschap Horeca & Catering
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
5
De mutaties in het hotelaanbod hebben ook plaatsgevonden op het gebied van de hotelclassificatie. Binnen de hotels met vier en vijf sterren zijn er geen wijzigingen. Het aanbod met 3 sterren hotels is het meest (met drie hotels) toegenomen in de regio Mergelland en het meest afgenomen (met twee hotels) in de regio Maasplassen/Meinweg. Op Limburgs niveau worden alle mutaties samengebracht en kan worden geconcludeerd dat het aandeel van hotels met vier en vijf sterren in 2003 groter is dan in 2002. Dit verschil wordt niet veroorzaakt door een groei van het aantal hotels in deze klassen, maar door een afname van de hotels in de lagere klassen. Ontwikkeling aantal hotels naar classificatie 140
126 125
120 100 80
106 103 80
80
60
46
40
47
44
47
20
1
1
0 Niet geclassificeerd
BHC 1 ster
BHC 2 sterren 2002
-
2003
BHC 3 sterren
BHC 4 sterren
BHC 5 sterren
Bron: Bedrijfschap Horeca & Catering
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
6
Huisjescomplexen met toeristische verhuur Een huisjescomplex betreft een complex bestaande uit ten minste 20 zomerhuisjes, (vakantie)bungalows of (vakantie)appartementen, voor zover deze verblijfseenheden hoofdzakelijk voor verhuur door de exploitant of beheerder van het complex beschikbaar zijn. Complexen tweede woningen, waarvan de individuele woningen in eigendom zijn van afzonderlijke particulieren en die niet hoofdzakelijk beschikbaar zijn voor verhuur door de exploitant van het complex, behoren dus niet tot deze categorie. Tweede woningen (dus in eigendom van een particulier) die verhuurd worden door een gezamenlijke beheerder (bijv. Landal Green Parcs) zijn inbegrepen, losse verhuur door particulieren niet. In onderstaande tabel volgt een overzicht van het aanbod per provincie in 2003. Provincie
Aantal bedrijven
Friesland Groningen Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Nederland totaal
absoluut 80 10 60 75 9 144 18 103 37 63 59 113 771
Aantal slaapplaatsen
% 10,4% 1,3% 7,8% 9,7% 1,2% 18,7% 2,3% 13,4% 4,8% 8,2% 7,7% 14,7% 100%
absoluut 11.605 4.264 21.206 17.709 5.047 28.670 2.488 22.714 16.342 22.377 18.630 29.226 200.278
Gem. per bedrijf
% 5,8% 2,1% 10,6% 8,8% 2,5% 14,3% 1,2% 11,3% 8,2% 11,2% 9,3% 14,6% 100%
145 426 353 236 561 199 138 221 442 355 316 259 260 Bron: CBS
Limburg staat na Gelderland op de tweede plek voor wat betreft het aantal bedrijven in het segment huisjescomplexen. Er is echter een eerste plaats weggelegd voor Limburg voor wat betreft het aantal slaapplaatsen. De complexen in Limburg hebben een gemiddeld aantal slaapplaatsen van 259, hetgeen vrijwel overeenkomt met het landelijke gemiddelde. Ontwikkeling aantal huisjescomplexen 2000-2003
160
132
140
144
120
113
101 103
100
81 80
80
69
60
60
69
80
75
65 63
40 9 10
20
30
23 18
8 9
53
59
37
2000
2003
g Lim bu r
ba nt Br a
la nd Ze e
Zu id -H ol la nd
dHo lla nd
ht ec
No or
Ut r
la nd Ge ld er
ol an d Fl ev
el O
ve
rij ss
nt he Dr e
Gr on in ge n
Fr
ie s
la nd
0
Bron: CBS
In Limburg is het aantal huisjescomplexen (volgens de CBS-definitie) in de periode 20002003 met een percentage van 41% meer dan gemiddeld toegenomen van 80 naar 113. Het aantal slaapplaatsen op de complexen is in die periode toegenomen met ruim 4%. In de afgelopen drie jaar is de gemiddelde grootte van de huisjescomplexen dus flink afgenomen,
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
7
de complexen zijn gemiddeld kleinschaliger geworden. Nieuwe kleinschalige huisjescomplexen kunnen een rol spelen bij deze gemiddelde schaalverkleining. Kampeerterreinen met toeristische verhuur De hieronder weergegeven aantallen betreffen kampeerterreinen met toeristische verhuur en ten minste 20 slaapplaatsen in 2003. Dit houdt in dat alle vaste standplaatsen en een deel van de minicampings buiten beschouwing worden gelaten. Dit beeld is dus níet volledig! Provincie
Aantal bedrijven
Friesland Groningen Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Nederland totaal
absoluut 162 67 176 302 49 456 51 172 136 213 279 181 2.244
Aantal slaapplaatsen
%
absoluut 53.172 17.270 64.234 76.457 19.483 115.310 20.309 76.238 39.615 80.292 85.759 69.085 717.224
7,2% 3,0% 7,8% 13,5% 2,2% 20,3% 2,3% 7,7% 6,1% 9,5% 12,4% 8,1% 100%
Gem. per bedrijf
% 7,4% 2,4% 9,0% 10,7% 2,7% 16,1% 2,8% 10,6% 5,5% 11,2% 12,0% 9,6% 100%
328 258 365 253 398 253 398 443 291 377 307 382 320 Bron: CBS
Limburg staat met 181 bedrijven op de vijfde plaats wat betreft het aantal kampeerterreinen en op de zesde plaats voor het aantal slaapplaatsen. Met het hoge aantal slaapplaatsen per bedrijf behoren de Limburgse kampeerterreinen tot de grotere campings in Nederland. Ontwikkeling aantal kampeerterreinen 2000-2003 440
172 176
170 172
213
279 179 181
136
2000
2003
g Lim bu r
ba nt Br a
ht ec Ut r
la nd
ol an d Fl ev
el O
ve
rij ss
nt he Dr e
Gr on in ge n
la nd ie s Fr
182
252
56 51
51 49
dHo lla nd
64 67
50 0
No or
164 162
Ge ld er
250 200 150 100
302
la nd
274
Ze e
400 350 300
456
Zu id -H ol la nd
500 450
Bron: CBS
Het aantal kampeerterreinen is in de periode 2000-2003 in Limburg licht gegroeid, van 179 naar 181 bedrijven. Het totaal aantal slaapplaatsen is met bijna 7% echter flink gedaald van 74.174 naar 69.085 plaatsen, wat duidt op kleinere kampeerterreinen. Een en ander kan wellicht verklaard worden door de kwaliteitsverbetering die door diverse campinghouders is uitgevoerd, waarbij de vergroting van standplaatsen leidde tot een daling van het totaal aantal plaatsen op een terrein. Daarnaast speelt wellicht ook de opkomst van kampeermogelijkheden op de boerderij mee. Kampeerterreinen die voorheen niet werden meegeteld omdat men minder dan 20 standplaatsen had, worden na een kleine uitbreiding van het aantal standplaatsen nu wel meegerekend door het CBS.
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
8
Groepsaccommodaties In onderstaande tabel volgt een overzicht van het aanbod van groepsaccommodaties per provincie in 2003. Provincie
Aantal bedrijven
Friesland Groningen Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Nederland totaal
absoluut 145 15 72 78 9 114 16 44 27 24 153 83 780
Aantal slaapplaatsen
% 18,6% 1,9% 9,2% 10,0% 1,2% 14,6% 2,1% 5,6% 3,5% 3,1% 19,6% 10,6% 100%
absoluut 10.474 953 5.247 5.590 925 8.170 1.868 2.501 1.629 1.641 11.271 6.337 56.606
Gem. per bedrijf
% 18,5% 1,7% 9,3% 9,9% 1,6% 14,4% 3,3% 4,4% 2,9% 2,9% 19,9% 11,2% 100%
72 64 73 72 103 72 117 57 60 68 74 76 73 Bron: CBS
Limburg staat zowel wat betreft het aantal bedrijven als het aantal slaapplaatsen op de vierde plaats in de ranglijst. De grootte van de bedrijven ligt met gemiddeld 76 slaapplaatsen iets boven het landelijk gemiddelde. Ontwikkeling aantal groepsaccommodaties 2000-2003
180 160
151
140
163 145
153
113 114
120 100 80
62
60
83
73 78
72
64 45 44
40
14 15
20
18 16
6 9
26 27
23 24
2000
2003
g Lim bu r
ba nt Br a
la nd Ze e
Zu id -H ol la nd
dHo lla nd
ht ec
No or
Ut r
la nd Ge ld er
ol an d Fl ev
el O
ve
rij ss
nt he Dr e
Gr on in ge n
Fr
ie s
la nd
0
Bron: CBS
Het aanbod van groepsaccommodaties en het aantal overnachtingen in dit type accommodatie heeft zich landelijk gezien wat gestabiliseerd, in sommige provincies is het aantal accommodaties wat gedaald, in andere provincies is er sprake van lichte groei. In Limburg was er echter sprake van een meer dan gemiddelde toename van zowel het aantal bedrijven (+30%) als het aantal slaapplaatsen (+ 33%).
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
9
Vakanties van Nederlanders, 20032 Vakantieparticipatie De vakantieparticipatie geeft het percentage van de Nederlandse bevolking aan, dat in een bepaald jaar minstens éénmaal op vakantie is geweest. Deze participatie kan ook berekend worden voor verschillende bestemmingen. Vakantieparticipatie binnenlandse bestemmingen 2002-2003 Friesland Groningen
7%
8% 7% 7% 8%
Overijssel 1% 2%
Gelderland Utrecht
2003
2%
Drenthe
Flevoland
2002
13% 3%
Noord-Holland
8%
Zuid-Holland
5% 6% 7% 8%
Zeeland Brabant
9% 12% 11%
Limburg
53% 54%
Nederland 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Bron: CVO
In 2003 is 82% van de Nederlanders op vakantie geweest; 54% van de Nederlanders is ten minste één keer in eigen land op vakantie geweest. Binnen Nederland kent Gelderland de hoogste vakantieparticipatie, gevolgd door Limburg en Brabant. In 2003 heeft 11% van de Nederlanders ten minste één vakantie doorgebracht in Limburg.
2
Let op: dit hoofdstuk behandelt de vakanties van Nederlanders, toeristische én vaste standplaatsvakanties. Verblijf met een zakelijk motief en vakanties van buitenlandse gasten zijn níet in dit hoofdstuk opgenomen.
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
10
Vakantiefrequentie Het begrip ‘vakantiefrequentie’ drukt het gemiddeld aantal vakanties uit dat de Nederlandse vakantiegangers in de betreffende periode (2003) hebben ondernomen. Vakantiefrequentie provincies 2002-2003 1,37 1,35
Friesland Groningen
2002
1,32 1,38
Drenthe
1,50
Overijssel
1,37 1,34 1,31
Flevoland
1,51 1,57
Gelderland Utrecht
2,08
1,69
Noord-Holland
1,45
1,66 2,00
Zuid-Holland
1,62 1,61 1,52
Zeeland Brabant
1,45
1,64
1,26 1,18
Limburg 0,00
2003
1,49
1,24
0,50
1,00
1,50
2,00
2,50
Bron: CVO
De vakantiefrequentie is het hoogst in de provincie Utrecht, in deze provincie is het aandeel van vaste standplaatsvakanties zeer groot. In Limburg ging men in 2003 gemiddeld 1,18 keer op vakantie. Het aantal vakanties dat vakantiegangers in 2003 hebben doorgebracht is vergeleken met de vakantiefrequentie van de andere provincies het laagste in Limburg.
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
11
Aantal vakanties Nederlanders brachten in 2003 ruim 18 miljoen vakanties door in eigen land (zowel toeristische als vaste standplaatsvakanties), 3% minder dan in 2002. Het aantal binnenlandse vakantie-overnachtingen daalde met 7%. Provincie
Aantal vakanties
absoluut 1.458.000 348.000 1.530.000 1.647.000 400.000 3.098.000 705.000 1.755.000 1.500.000 1.754.000 1.921.000 1.974.000 18.091.000
Friesland Groningen Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Nederland totaal
Aantal vakantie-overnachtingen absoluut % 8.546.000 8,5% 1.926.000 1,9% 8.241.000 8,2% 9.560.000 9,5% 1.956.000 1,9% 17.328.000 17,3% 3.578.000 3,6% 9.716.000 9,7% 7.390.000 7,4% 12.091.000 12,1% 10.063.000 10,0% 9.817.000 9,8% 100.319.000 100%
% 8,1% 1,9% 8,5% 9,1% 2,2% 17,1% 3,9% 9,7% 8,3% 9,7% 10,6% 10,9% 100%
Bron: CVO
Ontwikkeling aantal vakanties 2002-2003
3500
+3,8%
3000 2500
-15,6% -12,2%
2000 -1,7%
+1,7%
1500
-8,9%
+4,6%
-7,1%
1000
+4,3%
-10,8% +61,9%
-7,2%
500
2002
g Lim bu r
ba nt Br a
la nd Ze e
nd Zu id -H ol la nd
dHo lla
ec ht
No or
Ut r
la nd Ge ld er
ol an d Fl ev
el O
ve
rij ss
nt he Dr e
Gr on in ge n
ie s
la nd
0
Fr
Aantal vakanties x 1.000
Gelderland is al jaren koploper op de binnenlandse vakantiemarkt, gevolgd door Limburg. Wat betreft het aantal vakantie-overnachtingen bezet Limburg de vierde plaats op de ranglijst.
2003 Bron: CVO
Slechts enkele provincies mochten zich in 2003 verheugen in een groei van het aantal binnenlandse vakanties. Gelderland wist haar koppositie verder te verstevigen en hekkensluiter van 2002 Flevoland is een plaatsje op de ranglijst geklommen. In Limburg was in 2003 sprake van een afname van het aantal vakanties ten opzichte van 2002.
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
12
In 2003 ontving Limburg 1,97 miljoen Nederlandse toeristen, een daling van ruim 12% ten opzichte van 2002. Ook het aantal vakantie-overnachtingen kent een flinke daling van maar liefst 16%. Hoewel 2003 dus een relatief ‘slecht’ jaar is na topjaar 2002, is de langjarige ontwikkeling nog steeds positief (vgl. de trendlijn). Aantal vakanties x 1 miljoen 2,3 2,2 2,1 2,0 1,9 1,8 1,7 1,6 1,5 1,4 1,3 1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
2000
2001
2002
2003
2000
2001
2002
2003
Aantal vakantie-overnachtingen x 1 miljoen 12 11 10 9 8 7 1987
1988
1989
1990
1991
1992
1993
1994
1995
1996
1997
1998
1999
Bron: CVO
Limburgse regio’s De meeste Nederlandse vakantiegangers hebben hun vakantie in Limburg doorgebracht in de regio Peel & Maas en – in iets kleinere getale – in de regio Mergelland. Regionale verdeling vakanties, 2003 Overig Zuid-Limburg 9%
Maasduinen 12%
Mergelland 29% Peel & Maas 34% Maastricht 9%
-
Maasplassen/WCL 7%
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
Bron: CVO
13
De daling van het aantal binnenlandse vakanties in Limburg is in alle regio’s zichtbaar, maar niet overal in gelijke mate. De drukst bezochte regio Peel & Maas bleef in 2003 populair, hier was slechts sprake van een kleine daling. In de regio Mergelland valt op dat het aantal vakanties niet zo zeer is afgenomen, maar het aantal overnachtingen wel. Dat duidt op een kortere verblijfsduur; de ontwikkeling in verblijfsduur wordt onder aan de pagina getoond.
Aantal vakanties x 1.000
Regionale ontwikkeling vakanties, 2002 - 2003 800 700 600 500 400 300 200 100 0
-5% -4%
-32%
Aantal vakantie-overnachtingen x 1.000
Maasduinen
Peel & Maas
-18%
-19%
-10%
Maasplassen/WCL
Maastricht
2002
2003
Mergelland
Overig ZuidLimburg
Bron: CVO
Regionale ontwikkeling vakantie-overnachtingen, 2002 - 2003 5000 -4%
4000
-15%
3000 2000
-27% -29%
1000
-19%
-30%
0 Maasduinen
Peel & Maas
Maasplassen/WCL
2002
Maastricht
Mergelland
2003
Overig ZuidLimburg
Bron: CVO
Vakantieduur In onderstaande grafiek wordt de gemiddelde vakantieduur in 2002 en 2003 weergegeven voor de Limburgse regio’s, Limburg gemiddeld en voor alle binnenlandse vakanties. Ontwikkeling vakantieduur in nachten 2002 - 2003 8,0 7,0 6,0 5,0
7,2 5,3
5,7
5,7
5,4 5,4
5,3 3,7
4,0 3,0 2,0 1,0 0,0 Maasduinen
Peel & Maas
Maasplassen / WCL
4,7
3,2
Maastricht 2002
Mergelland 2003
5,2 5,0
5,8 5,5
4,1 4,1
Overig Zuid- Limburg gem. Limburg
NL gem.
Bron: CVO
De gemiddelde vakantieduur is voor alle binnenlandse vakanties gedaald, maar voor Limburg niet overal. De regio Maasduinen mag zelfs een groei in de vakantieduur noteren. In de regio Maasplassen/WCL is de gemiddelde verblijfsduur wel erg fors gedaald.
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
14
De verhouding tussen korte en langere vakanties wordt duidelijk in onderstaand diagram. Verdeling naar vakantieduur per regio 55%
Maasduinen
30%
45%
Peel & Maas Maasplassen/WCL
11%
44%
42%
6%
42%
Limburg gem.
50%
NL gem.
50% 0%
4% 2%
44% 62%
Overig Zuid-Limburg
29% 38%
40% 50% 60% 5-8 dagen 9-15 dagen
7%
3%
10%
1%
7%
33%
10% 20% 30% 2-4 dagen (=korte vakantie)
6%
20%
46%
Mergelland
5%
12%
74%
Maastricht
4%
11%
70% 80% 16+ dagen
4% 6%
90%
100%
Bron: CVO
In Limburg werden in 2003 relatief evenveel korte vakanties doorgebracht als in de rest van Nederland. Met name in Maastricht vinden veel korte vakanties plaats. In de regio Maasplassen/WCL vinden relatief de meeste lange vakanties, vanaf 9 dagen, plaats. Type vakantie Een vaste standplaatsvakantie is een vakantie in een accommodatie op een vaste seizoen- of jaarplaats, die in eigen bezit is of in het bezit van iemand anders binnen het huishouden. Alle overige vakanties zijn toeristische vakanties. In het diagram wordt het percentage toeristische vakanties weergegeven. In 2002 was gemiddeld 73% van de binnenlandse vakanties een toeristische vakantie, in 2003 nam dat aandeel toe tot 75%. In Limburg bleef het toeristische vakanties op (bijna) hetzelfde hoge peil: 91%. Binnen Limburg is er echter sprake van uiteenlopende ontwikkelingen. Zo groeide het aandeel toeristische vakanties in Zuid-Limburg: in de regio Mergelland en vooral in overig Zuid-Limburg nam het aantal vaste standplaatsvakanties af tot een minimum. In de regio’s Maasduinen en Maasplassen/WCL steeg juist het aandeel van de vakanties op de vaste standplaats. Aandeel toeristische vakanties 100% 90% 80%
100% 89%
100% 98%
98%
96% 98%
87%
83%
99% 92% 91% 80%
75% 73%
70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Maasduinen
Peel & Maas Maasplassen/WCL Maastricht
2002
-
Mergelland
2003
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
Overig ZuidLimburg
Limburg gem.
NL gem.
Bron: CVO
15
Accommodatievorm In onderstaand diagram wordt het gebruik van accommodaties (op basis van het aantal overnachtingen in 2002 en 2003) weergegeven. Noord- en Midden-Limburg 2002
7%
26%
Noord- en Midden-Limburg 2003 3%
56%
9%
12%
18%
63%
Zuid-Limburg 2002
33%
25%
3%
Zuid-Limburg 2003
34%
25%
2%
Limburg gem. 2002
18%
Limburg gem. 2003
NL gem. 2002
11%
NL gem. 2003
9%
0% hotels/pensions
21%
23%
23%
10%
toeristisch kamperen
20%
52%
16%
41%
40%
vast kamperen
23%
8%
16%
30%
36%
7%
25%
16%
38%
5%
5%
43%
50%
60%
vakantiewoningen
70%
80%
90%
zeil- of motorboot
100% overig
Bron: CVO
Op basis van bovenstaand diagram is een aantal verschuivingen in het accommodatiegebruik te constateren. Voor Limburg als geheel valt op dat het verblijf in een vakantiewoning enorm in populariteit is toegenomen, ten koste van het toeristisch kamperen.
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
16
Voor 2003 kan ook worden ingezoomd op het gebruik van accommodaties in subregio´s. Door deze diagrammen wordt zichtbaar hoe het accommodatiegebruik per regio verschilt: elke regio heeft duidelijk een eigen karakter. Accommodatiegebruik Maasduinen
Accommodatiegebruik Peel & Maas
hotels/ overig pensions 2% 6%
overig hotels/ zeil/motor 1% pensions 2% toeristisch boot 2% kamperen 15%
toeristisch kamperen 19%
vast kamperen 17%
vast kamperen 2%
vakantiewoningen 71%
vakantiewoningen 63%
Accommodatiegebruik Maasplassen/WCL zeil/motor boot 4%
overig 3%
Accommodatiegebruik Maastricht
hotels/ pensions 9%
zeil/motor overig vakantieboot 2% 3% woningen 11%
toeristisch kamperen 30% vakantiewoningen 49%
vast kamperen 3% toeristisch kamperen 12% hotels/ pensions 69%
vast kamperen 5%
NB: De diagrammen voor de Maasplassen/WCL, Maastricht en overig Zuid-Limburg zijn, vanwege het geringere aantal waarnemingen per jaar, gebaseerd op het gemiddelde over 2002 en 2003. Accommodatiegebruik Mergelland
Accommodatiegebruik Overig Zuid-Limburg overig 5%
overig 2% hotels/ pensions 31%
hotels/ pensions 17%
vakantiewoningen 36%
vakantiewoningen 43%
toeristisch kamperen 24%
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
vast kamperen 9%
toeristisch kamperen 33%
17
Vakantiespreiding Hieronder wordt het aantal vakanties per maand weergegeven voor Limburg in 2002 en 2003. Zichtbaar wordt dat de zomermaanden juni en augustus aan belang hebben verloren en dat er groei heeft plaatsgevonden buiten het seizoen, in mei, september en opvallend: december. Vakantiespreiding Limburg
16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0%
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
2002
okt
nov
2003
dec Bron: CVO
Vakantiespreiding Noord- en Midden-Limburg
16%
De regio Noord- en Midden-Limburg kon een flinke groei noteren in het voorjaar: april en mei. Ook juli kende groei, de daling in augustus was echter groter.
14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0%
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
2002
Zuid-Limburg had daarentegen een daling van het aantal vakanties in het voor- en hoogseizoen. Groei kwam pas na de zomer: in september en in de wintermaanden november en december.
jul
aug
sep
okt
2003
nov
dec
Bron: CVO
Vakantiespreiding Zuid-Limburg
16% 14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0%
jan
feb
mrt
apr
mei 2002
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
jun
jul 2003
aug
sep
okt
nov
dec
Bron: CVO
18
Herhalingsbezoek In onderstaand schema wordt het herhalingsbezoek van de Nederlandse vakantieganger in Limburg weergegeven. Vakanties op een vaste standplaats zijn uiteraard buiten beschouwing gelaten. Voor Limburg valt op dat er relatief veel vakantiegangers zijn, die niet in de afgelopen 5 jaar in Limburg op vakantie zijn geweest, maar daarvóór wel. 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Noord- en MiddenLimburg
Zuid-Limburg
Eerste vakantie
Limburg gem.
In de afgelopen 5 jaar nog
NL gem.
Langer dan 5 jaar geleden
Bron: CVO
Voor Noord- en Midden-Limburg zijn er relatief veel vakantiegangers die de regio voor het eerst bezoeken. In Zuid-Limburg is dat percentage wat lager, in deze regio is het herhalingsbezoek het hoogst.
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
19
Bestedingen door Nederlandse vakantiegangers, 20033 Gedurende de jaren zijn de bestedingen tijdens vakanties steeds gegroeid. Onderstaande diagrammen tonen de ontwikkeling door de jaren heen, zowel voor bestedingen per vakantie als per vakantiedag. De bestedingen in Limburg zijn van oudsher flink hoger dan de gemiddelde bestedingen tijdens een binnenlandse vakantie. Ontwikkeling van gem. bestedingen per vakantie in € € 200 € 180 € 160 € 140 € 120 € 100 € 80 € 60 € 40 € 20 €0 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 NL gem.
Limburg
Ontwikkeling van gem. bestedingen per vakantiedag in € € 35 € 30 € 25 € 20 € 15 € 10 €5 €0 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 NL gem.
Limburg
Bron: CVO
In 2003 werd in Limburg zo’n € 337 miljoen uitgegeven door Nederlandse vakantiegangers, een daling van 22% ten opzichte van 2002. Dit is vooral te verklaren door de terugloop in het aantal vakanties; de dalende bestedingen spelen natuurlijk ook een rol.
3
Let op: dit hoofdstuk behandelt de vakanties van Nederlanders, toeristische én vaste standplaatsvakanties. Verblijf met een zakelijk motief en vakanties van buitenlandse gasten zijn níet in dit hoofdstuk opgenomen.
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
20
De gemiddelde bestedingen per vakantie (per persoon) bedroegen in 2003 € 171, in 2002 was dat nog € 192. Dit bedrag omvat alle bestedingen van Nederlanders tijdens hun vakantie in Limburg, dus inclusief de kosten van hun accommodatie, kosten van boodschappen, dagjes uit en alle andere activiteiten die tijdens de vakantie worden ondernomen. De daling van de bestedingen per vakantie in Limburg is groter dan in de rest van Nederland. De bestedingen per vakantiedag vertonen nagenoeg dezelfde ontwikkeling als die van de bestedingen tijdens alle binnenlandse vakanties. In de grafieken hieronder worden de bestedingen per vakantie en per vakantiedag getoond voor alle provincies. Bestedingen per persoon per vakantie in €
€ 250
€ 200 € 173
€ 158
€ 146
€ 150
€ 139
€ 137
€ 160
€ 171
€ 157
€ 145
€ 144 € 125
€ 118 € 100
€ 100
FR
GR
DR
OV
FL
GE
UT
NH
ZH
ZE
NB
€ 155
€ 192
€ 134
€ 166
€ 121
€ 165
€ 94
€ 153
€ 160
€ 147
€ 169
€ 148
€0
€ 175
€ 50
LB
NL gem.
Bestedingen per persoon per vakantie dag in €
€ 35 € 30 € 25
€ 25
€ 29
€ 27 € 22
€ 21
€ 20
€ 24
€ 22
€ 20
€ 20
€ 20
€ 22
€ 20
€ 16 € 15
FR
GR
DR
OV
FL
GE
UT 2002
NH 2003
ZH
ZE
NB
LB
€ 23
€ 31
€ 20
€ 22
€ 20
€ 25
€ 12
€ 24
€ 25
€ 20
€ 24
€0
€ 24
€5
€ 24
€ 10
NL gem.
Bron: CVO
De bestedingen per vakantiedag zijn het meest geschikt voor vergelijkingen met andere gebieden, omdat de vakantieduur dan geen rol meer speelt. Immers, hoe langer de vakantie duurt, hoe meer er in het algemeen besteed wordt. In Limburg wordt door de Nederlandse vakantieganger per dag gemiddeld het meest uitgegeven.
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
21
In Noord- en Midden-Limburg zijn zowel de gemiddelde bestedingen per vakantie als per vakantiedag relatief en absoluut het sterkst gedaald. Gem. bestedingen per vakantie in € € € € € € € €
250 225 200 175 150 125 100 € 75 € 50 € 25 €0
€ 217 € 172
€ 196
€ 192
€ 149
€ 171
€ 155
€ 145
2002 2003
Noord- en MiddenLimburg
Zuid-Limburg
Limburg gem.
NL gem.
Gem. bestedingen per vakantiedag in € € 38
€ 40
€ 37
€ 35 € 30 € 25
€ 31 € 26
€ 29
€ 23
€ 23
€ 20 € 15
€ 22
2002 2003
€ 10 €5 €0 Noord- en MiddenLimburg
Zuid-Limburg
Limburg gem.
NL gem.
Bron: CVO
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
22
Kenmerken van Nederlandse toeristen in Limburg, 2003 Herkomstgebieden In deze tabel wordt de top-3 van herkomstprovincies voor Limburg en haar regio’s weergegeven.
Noord- en Midden-Limburg Zuid-Limburg Limburg
1. Zuid-Holland (26%) Zuid-Holland (22%) Zuid-Holland (24%)
2. Brabant (20%) Noord-Holland (21%) Brabant (16%)
3. Limburg (16%) Brabant (11%) Noord-Holland (15%) Bron: CVO
In onderstaand diagram wordt de ontwikkeling getoond van het aantal vakantiegangers naar herkomstprovincie. De daling van het aantal vakanties is verspreid over (bijna) alle herkomstprovincies. Alleen uit de provincies Groningen, Overijssel en Limburg kwamen meer toeristen dan in 2002. Ontwikkeling van aantal vakanties naar herkomstprovincie Friesland Groningen Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg -70%
-60%
-50%
-40%
-30%
-20%
-10%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Bron: CVO
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
23
Leeftijd In onderstaand diagram wordt de leeftijd van Nederlandse vakantiegangers in Limburg weergegeven, afgezet tegen de leeftijd van de gemiddelde Nederlander die in eigen land op vakantie gaat. 25%
20%
15%
10%
5%
0% 0-12 jaar
13-17 jaar
18-24 jaar
NL vakantiegangers in Limburg
25-34 jaar
35-44 jaar
45-54 jaar
55-64 jaar
65 of ouder
Gem. Nederlander op vakantie in eigen land
Bron: CVO
Door de leeftijdsgroepen die op vakantie gaan in Limburg te vergelijken met de leeftijdsgroepen die op vakantie gaan in eigen land, worden verschillen in het vakantiepubliek zichtbaar. In het hiernaast getoonde diagram worden de Nederlandse vakantiegangers in Limburg weergegeven naar leeftijd, in 2002 en 2003. De leeftijdsopbouw is in 2003 weinig veranderd ten opzichte van 2002. Wel opvallend is de toename van het aantal kinderen: de leeftijdscategorie 0-12 jaar is gegroeid tot een aandeel van 21%.
0% 0-12 jaar; 16% 13-17 jaar; 5% 18-24 jaar; 10%
25-34 jaar; 17%
0-12 jaar; 21%
10%
13-17 jaar; 3% 18-24 jaar; 8%
20%
25-34 jaar; 16%
30%
40%
50% 35-44 jaar; 15%
35-44 jaar; 17%
45-54 jaar; 15%
45-54 jaar; 13%
55-64 jaar; 11%
55-64 jaar; 10%
65 of ouder; 11%
65 of ouder; 12%
2002
2003
60%
70%
80%
90%
100%
Bron: CVO
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
24
Kijkend naar de leeftijdsopbouw van vakantiegangers per regio wordt duidelijk dat er grote regionale verschillen zijn. 35% 30% 25% 20% 15% 10% 5% 0% 0-12 jaar
13-17 jaar 18-24 jaar N&M Limburg
25-34 jaar 35-44 jaar Zuid-Limburg
45-54 jaar
55-64 jaar 65 of ouder Limburg gem.
Bron: CVO
De regio Noord- en Midden-Limburg heeft met name een grote aantrekkingskracht op mensen in de leeftijdscategorie van 0 t/m 12 en 35 t/m 44 jaar. De regio Zuid-Limburg wordt daarentegen relatief veel bezocht door mensen in de leeftijdsgroep van 13 t/m 34 jaar en personen van 45 jaar en ouder. Gezinssamenstelling In onderstaand diagram wordt de gezinssamenstelling van Nederlandse vakantiegangers in Limburg weergegeven, afgezet tegen de gezinssamenstelling van de gemiddelde Nederlander die in eigen land op vakantie gaat. Gezin, kind. < 6 jr Gezin, kind. < 6 jr en kind. > 6 jr Gezin, kind. 6-13 jr Gezin, kind. 6-13 jr en kind.> 13 jr Gezin, kind. > 13 jr Gezin zonder kind. < 35 jr Gezin zonder kind. 35 - 55 jr Gezin zonder kind. > 55 jr Alleenstaande < 65 jr Alleenstaande > 65 jr 0% NL vakantieganger in Limburg
5%
10%
15%
20%
25%
30%
Gem. Nederlander op vakantie in eigen land
Bron: CVO
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
25
Uit het diagram op de vorige pagina valt op dat gezinnen zonder kinderen in de leeftijdsgroep 55 jaar of ouder bij hun keuze voor een binnenlandse vakantiebestemming relatief weinig voor Limburg kiezen. Gezinnen met kinderen die jonger zijn dan 6 jaar kiezen relatief vaak voor Limburg als zij in eigen land op vakantie gaan. In onderstaand diagram wordt de ontwikkeling van het aantal vakanties in Limburg weergegeven naar gezinssamenstelling. Gezin, kind. < 6 jr Gezin, kind < 6 jr en kind. > 6 jr Gezin, kind. 6-13 jr Gezin, kind. 6-13 jr en kind.> 13 jr Gezin, kind. > 13 jr Gezin zonder kind. < 35 jr Gezin zonder kind. 35 - 55 jr Gezin zonder kind. > 55 jr Alleenstaande < 65 jr Alleenstaande > 65 jr -60%
-40%
-20%
0%
20%
40%
60%
80%
Bron: CVO
De daling van het aantal vakanties wordt niet specifiek veroorzaakt door één bepaalde groep, maar is gespreid over diverse gezinsvormen. Opvallend is de grote toename van het aantal gezinnen met kinderen jonger én ouder dan 6 jaar.
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
26
In onderstaand diagram wordt de gezinssamenstelling van Nederlandse vakantiegangers in de Limburgse regio’s weergegeven, afgezet tegen de gemiddelde Nederlander die in Limburg op vakantie gaat. Gezin, kind. < 6 jr Gezin, kind. < 6 jr en kind. > 6 jr Gezin, kind. 6-13 jr Gezin, kind. 6-13 jr en kind.> 13 jr Gezin, kind. > 13 jr Gezin zonder kind. < 35 jr Gezin zonder kind. 35 - 55 jr Gezin zonder kind. > 55 jr Alleenstaande < 65 jr Alleenstaande > 65 jr 0% N&M Limburg
5%
10%
Zuid-Limburg
15%
20%
25%
NL vakantiegangers in Limburg
Bron: CVO
Opmerkelijke regionale verschillen zijn dat alleenstaanden en gezinnen zonder kinderen relatief veel verblijven in Zuid-Limburg en dat gezinnen met kinderen relatief veel verblijven in Noord- en Midden-Limburg.
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
27
Sociale klasse Hieronder worden vakantiegangers in Limburg ingedeeld naar sociale klasse en wordt de ontwikkeling 2002-2003 getoond. De indeling naar sociale klasse is gebaseerd op de beroepsgroep en de opleiding van de hoofdkostwinner. In de bijlage wordt een en ander nader toegelicht.
Noord- en Midden-Limburg 2002
35%
9%
12%
Noord- en Midden-Limburg 2003
20%
39%
19%
Zuid-Limburg 2002
26%
22%
34%
14%
Limburg gem. 2002
29%
17%
38%
22%
Zuid-Limburg 2003
35%
20%
22%
18%
37%
31%
Limburg gem. 2003
17%
37%
21%
26%
NL gem. 2002
17%
37%
20%
27%
35%
20%
18%
NL gem. 2003
0%
10%
A
20%
30%
40%
50%
Bb
Bo
60%
27%
70%
80%
90%
100%
CD
Bron: CVO
Meest opvallend in bovenstaand diagram is de toename van het aantal vakantiegangers uit de hoge sociale klasse A in Limburg: hun aandeel is gestegen van 14% naar 17%. Deze groei is zichtbaar in beide Limburgse regio’s. Daarnaast is het aandeel van de lagere sociale klasse CD afgenomen, het meest in de regio Noord- en Midden-Limburg.
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
28
Reisgezelschap Hieronder wordt weergegeven met hoeveel personen men in Nederland, Limburg en de Limburgse regio’s op vakantie gaat.
Noord- en Midden-Limburg 5%
19%
47%
15%
Zuid-Limburg
7% 6%
16%
54%
17%
3%4%
7%
5% 10%
Limburg gem.
35%
11%
NL gem.
0%
33%
41%
10% 1 persoon
20%
30%
2 personen
28%
40%
50%
3-4 personen
60%
5-6 personen
5%
12%
70%
12%
80%
7-9 personen
5% 4%
90%
100%
10+ personen
Bron: CVO
Een en ander leidt tot een gemiddelde groepsgrootte, die hieronder wordt getoond voor 2002 en 2003. De gemiddelde groepsgrootte is in Limburg groter dan in de rest van Nederland. Vooral de regio Noord- en Midden-Limburg springt er met een gemiddelde groepsgrootte van 4,7 personen bovenuit.
4,7
5
4,2
4,1 3,6
4
3,7
3,2
3,5
3,7
3
2002 2003
2 1 0 Noord- en Midden-Limburg
Zuid-Limburg
Limburg gem.
NL gem.
Bron: CVO
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
29
Klanttevredenheid Nederlandse toeristen in Limburg Kwaliteit dienstverlening / service De vakantiegangers is gevraagd een oordeel te geven over de kwaliteit van de dienstverlening / service, bijvoorbeeld op de receptie, in winkels en in horecagelegenheden. Dit wordt hieronder getoond; het grijze vlak staat voor respondenten die geen oordeel gegeven hebben omdat de vraag niet van toepassing was of omdat men geen antwoord wist.
20%
Noord- en Midden-Limburg
67%
16%
Zuid-Limburg
Limburg gem.
18%
NL gem.
17%
0%
7%
1% 6% 8%
70%
68%
7%
10%
20%
30%
Goed
40% Matig
7%
1% 6% 11%
65%
Uitstekend
6%
50%
60%
Slecht
70%
80%
90%
100%
Geen oordeel (n.v.t. of weet niet)
Het oordeel ‘uitstekend’ wordt in Limburg net iets vaker gegeven dan in de rest van Nederland. In de regio Noord- en Midden-Limburg is de gast het meest tevreden over de dienstverlening en service: maar liefst 87% beoordeelt dit met uitstekend of goed. Kwaliteit accommodatie De vakantiegangers is tevens gevraagd een oordeel te geven over de kwaliteit van de accommodatie waar men overnacht heeft. Dit wordt hieronder getoond. 1% 29%
Noord- en Midden-Limburg
61%
6% 2%
1% 25%
Zuid-Limburg
64%
8%
3%
1% 27%
Limburg gem.
63%
31%
NL gem.
0%
10%
Uitstekend
57%
20% Goed
-
7%
30%
40% Matig
50% Slecht
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
60%
8%
70%
80%
90%
2%
1% 3%
100%
Geen oordeel (n.v.t. of weet niet)
30
Vakantiegangers beoordelen de kwaliteit van accommodaties in Limburg vaker met een ‘uitstekend’ of ‘goed’ dan gemiddeld. Vooral in de regio Noord- en Midden-Limburg is men hierover zeer tevreden.
Cijfer voor vakantie Gemiddeld:
7,9
8,0
7,9
7,8
100% 10 90% 9
80% 70%
8 60% 7
50% 40%
6
30% 4-5
20% 10%
1-3
0% Noord- en Midden-Limburg
Zuid-Limburg
-
Limburg gem.
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
NL gem.
31
Vakanties van buitenlandse gasten, 2003 Inkomend toerisme in Nederland In 2003 brachten ruim 9 miljoen buitenlandse gasten hun vakantie door in Nederland. Alleen het verblijf in een toeristische accommodatie wordt geregistreerd, verblijf op een vaste standplaats, in een tweede woning of in een boot wordt niet vastgelegd. Provincie
Aantal vakanties
Friesland Groningen Drenthe Overijssel & Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg Nederland totaal
Aantal vakantie-overnachtingen absoluut % 1.211.000 4,7% 294.000 1,1% 375.000 1,5%
absoluut 256.000 111.000 108.000
% 2,7% 1,2% 1,2%
329.000
3,5%
1.010.000
3,9%
329.000 229.000 4.803.000 1.267.000 684.000 525.000 695.000 9.335.000
3,5% 2,5% 51,5% 13,6% 7,3% 5,6% 7,4% 100%
901.000 472.000 11.019.000 3.519.000 3.486.000 1.422.000 2.097.000 25.807.000
3,5% 1,8% 42,7% 13,6% 13,5% 5,5% 8,1% 100% Bron: CBS
Noord- en Zuid-Holland zijn de meest bezochte provincies. Limburg staat op de derde plaats voor het aantal vakanties en op de vierde plaats voor het aantal overnachtingen. In onderstaand diagram wordt getoond hoe het inkomend toerisme zich in 2003 ten opzichte van 2002 ontwikkeld heeft. Ontwikkeling inkomend toerisme per provincie 2002-2003 40% Overijssel & Flevoland +26,1%
30%
Zeeland +19,4%
20% Groningen +7,8%
10%
Limburg +5,1%
Gelderland +3,8%
NL gem. -2,7%
0% -10% -20%
Noord-Holland -2,2% Friesland -9,9%
Zuid-Holland -13,4%
Drenthe -17,6%
-30%
Brabant -7,7%
Utrecht -28,7%
-40%
Bron: CBS
Landelijk is er sprake van een daling van 2,7%, maar diverse provincies hebben toch groei weten te realiseren. Naar Limburg kwamen 5,1% meer buitenlandse vakantiegangers.
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
32
Het inkomend toerisme in Nederland kent een grote verscheidenheid aan herkomstlanden. In onderstaand diagram worden de voornaamste herkomstgebieden weergegeven
(NB: gebaseerd op het aantal vakanties, niet op het aantal vakantie-overnachtingen). Azië 6%
Overig wereld 2%
Amerika 11%
Duitsland 31%
Overig Europa 12% Spanje 3% Italië 4% Frankrijk 5%
Groot-Brittannië 18%
België 8%
Bron: CBS
Duitsland en Groot-Brittannië zorgen - net als in 2002 - samen voor ongeveer de helft van alle buitenlandse vakantiegangers in Nederland. Ontwikkeling herkomstlanden 2002-2003 +2% +4%
Duitsland
+1%
België GrootBrittannië
+5%
-10%
Frankrijk
+9%
-8%
Overig Europa
+36%
-4%
Amerika
-1% -32%
Azië
+2%
-15%
Australië / Oceanië
+28%
-12%
Limburg Nederland
-25% -22%
Afrika
-60%
+12%
-50%
-40%
-30%
-20%
-10%
0%
10%
20%
30%
40%
Bron: CBS
Het inkomend toerisme naar Limburg heeft zich voor vele herkomstlanden gunstig ontwikkeld, soms beter en soms iets minder als de ontwikkeling voor Nederland als geheel.
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
33
Inkomend toerisme in Limburg Aantal vakanties x 1.000
850
2500
800
2400
750
2300
700
2200
650
2100
600
2000
550
Aantal vakantie-overnachtingen x 1.000
1900 1998
1999
2000
2001
2002
2003
1998
1999
2000
2001
2002
2003
Bron: CBS
In 2003 ontving Limburg 695.000 buitenlandse toeristen. Dit betekent dat voor het eerst sinds 2000 weer een stijging. Het aantal vakantie-overnachtingen is eveneens licht gestegen, naar 2,1 miljoen overnachtingen. Overig wereld 6%
Met het hiernaast afgebeelde cirkeldiagram wordt geïllustreerd welke landen de belangrijkste herkomstlanden zijn van buitenlandse toeristen in Limburg. Duitsland is de grootste leverancier met bijna de helft van het aantal buitenlandse toeristen. België en Groot-Brittannië nemen gezamenlijk nog eens 27% voor hun rekening. Opvallend is het relatief grote aandeel van gasten uit “Overig Europa”.
Overig Europa 13%
Italië 2%
Duitsland 48%
Frankrijk 4%
GrootBritannië 12%
België 15%
Bron: CBS
Aantal vakanties x 1.000
Ontwikkeling herkomstlanden 2002-2003
2002
2003
600 500 400
324 331
300 200 105 106
100
78
82
75,7 27
102,7
29
50,5 45,1
0 Duitsland
België
Groot-Brittannië
Frankrijk
Overig Europa
Overig wereld
Bron: CBS
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
34
In onderstaand schema wordt weergegeven welk deel van buitenlandse toeristen in Nederland in Limburg verblijft. Bovendien wordt de gemiddelde vakantieduur in Limburg afgezet tegen de gemiddelde verblijfsduur in Nederland. Herkomstland
Duitsland België Groot-Brittannië Frankrijk Rest Europa Amerika Azië Australië/Pacific Afrika Totaal
Aantal Gem. vakantieAantal Gem. vakantie- Aandeel vakanties in duur in Limburg vakanties in duur in NL in Limburg in NL Limburg in nachten NL nachten 331.000 3,5 2.851.000 4,0 11,6% 106.000 3,0 790.000 2,8 13,4% 82.000 2,5 1.673.000 2,1 4,9% 29.000 1,9 471.000 2,1 6,2% 103.000 2,4 1.783.000 2,3 5,8% 28.000 2,3 1.005.000 2,0 2,8% 13.000 1,8 532.000 1,9 2,4% 2.000 2,1 94.000 2,1 2,4% 2.000 2,9 135.000 2,1 1,3% 695.000 3,0 9.335.000 2,8 7,4% Bron: CBS
Het aandeel van Limburg in het inkomend toerisme in Nederland is in 2003 gestegen van 6,9% naar 7,4%. Vooral van de Belgische en Duitse bezoekers aan ons land neemt Limburg een belangrijk deel voor haar rekening. Voor de overige herkomstlanden speelt Limburg een bescheiden rol. De verblijfsduur in Limburg is vergelijkbaar met de gemiddelde verblijfsduur van een vakantie in Nederland. In onderstaande grafiek wordt de vakantiespreiding van buitenlandse toeristen in Limburg weergegeven voor de jaren 2002 en 2003. 2002
Vakantiespreiding buitenlandse toeristen in Limburg
2003
14% 12% 10% 8% 6% 4% 2% 0% jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Bron: CBS
Duidelijk wordt dat de voorseizoenmaanden maart, april en mei aan belang hebben verloren en dat juni aan belang heeft gewonnen. In augustus kwamen er minder buitenlandse toeristen, het naseizoen (september, oktober) kende groei ten opzichte van 2002.
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
35
Dagrecreatie vanuit woonplaats, 2001/02 Dagtochten in Nederland Een dagtocht is ‘een recreatieve activiteit waarvoor men tenminste twee uur van huis is (zonder dat daarbij een overnachting elders plaatsvindt), exclusief bezoeken aan familie of kennissen en exclusief uitstapjes vanaf een vakantieadres.’ De Nederlandse bevolking ondernam in 2001/02 ruim 980 miljoen dagtochten, 5% meer dan in 1995/964. Helaas zijn er geen recentere gegevens beschikbaar. In 2001/02 waren sport & sportieve recreatie en uitgaan de categorieën activiteiten die het meest tijdens een dagtocht werden ondernomen. aantal x 1 miljoen
325 300 275 250 225 200 175 150 125 100 75
1995/96
50 25
2001/02
0 S po
rt / s p
O ve T oe T oe Zon Uit g Be z Re c Bron: CBS/NRIT o re at ne n re n sc h rig ( aan o uw ie f w e k at t r / zw ve re ort ie e ac t ie e r/b nig in inke mm ve r e ge pun en le n e cre ge n e .d le t e. , ho at ie i d . er b d. b by ij sp ' s) o rt
De top-10 van meest ondernomen activiteiten ziet er als volgt uit: Aantal dagtochten x 1 miljoen Recreatief winkelen Verenigingsactiviteiten, hobbyclubs e.d. Wandelen Uit eten gaan Bar-, cafébezoek Fietsen Toeschouwer/begeleider bij sport Trimmen, hardlopen, fitness e.d. Naar toneel, concert, ballet e.d. Zwemmen in binnenbad
1995/96 129,1 97,2 59,4 43,2 47,7 43,0 33,1 31,2 23,9 29,5
2001/02 112,8 83,8 65,9 55,1 54,3 47,9 36,3 33,4 31,8 29,5 Bron: CBS/NRIT
Recreatief winkelen is de meest populaire activiteit voor een dagje uit, ondanks een daling van 13%. Het verenigingsleven staat nog steeds op de tweede plaats, maar ook hier is sprake van een afname: 14%. De derde plaats wordt bezet door wandelen, dat zich mag verheugen in een toenemende populariteit: +11%. 4
1995/96 betreft de periode 1 september 1995 - 1 september 1996. 2001/02 beslaat de periode 1 december 2001 - 1 december 2002.
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
36
Kenmerken van dagtochten - spreiding in tijd De meeste dagtochten vanuit de woonplaats worden ondernomen in het voorjaar en de herfst. De ondervertegenwoordiging van de zomer wordt met name veroorzaakt door vakanties. Dagtochten vanaf het vakantie-adres komen in het volgende hoofdstuk aan de orde.
Winter 23%
Voorjaar 27%
Herfst 27%
Zomer 23%
Zaterdag is de meest favoriete dag om een dagtocht te ondernemen (zie schema).
Zaterdag Zon- of feestdag Weekdag Totaal
Totaal aantal dagtochten x 1 miljoen % 229,7 23 201,8 21 550,0 56 981,6 100
Gemiddeld per dag x 1 miljoen 4,3 3,4 2,2 2,7 Bron: CBS/NRIT
Kenmerken van dagtochten - afstand, vervoermiddel en reistijd Het merendeel van de dagtochten vindt binnen een straal van 5 km van huis plaats, in onderstaand diagram wordt weergegeven wat de afgelegde afstand voor dagtochten is.
< 5 km 40%
0%
10%
20%
5-15 km 27%
30%
40%
50%
Auto 56%
60%
70%
Taxi Touringcar
Overig 2%
Openbaar vervoer 6%
15-30 km 15%
Bromfiets/ scooter/motor Fiets 24%
Geen vervoermiddel 11%
>= 30 km 18%
80%
90%
100%
De auto is het meest gebruikte vervoermiddel voor dagtochten. De fiets wordt ook veel gebruikt, met name op de korte afstanden (zie diagram links).
5% 4%
7%
11%
16% 57%
Bij 68% van de dagtochten is de reistijd korter dan 1 uur (zie diagram rechts).
geen vervoermiddel
< 1 uur
1-2 uur
2-3 uur
3 uur of langer
onbekend Bron: CBS/NRIT
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
37
Bestedingen in Nederland tijdens dagtochten Activiteitencategorie Zonnen, zwemmen e.d. Sport & sportieve recreatie - wandelen - fietsen - overig Toeschouwer/begeleider bij sport Toeren Bezoek attractiepunt, bezienswaardigheid, evenement Recreatief winkelen Uitgaan - naar film, toneel, concert, ballet e.d. - overig uitgaan (uit eten, café, disco e.d.) Overig (verenigingen, hobby’s)
Gemiddeld per persoon per dagtocht Entree Consumptie Reis Totaal € 2,22 € 2,56 € 1,10 € 5,87 € € € € € €
0,37 0,34 3,58 3,00 1,39 4,11
€ € € € € €
2,90 3,35 3,09 4,52 6,13 6,69
€ € € € € €
1,38 0,59 0,99 2,09 5,66 3,34
€ 4,65 € 4,27 € 7,66 € 9,61 € 13,18 € 14,14
€ 0,54
€ 4,99
€ 2,39
€ 7,92
€ 10,87 € 2,41 € 2,83
€ 7,29 € 20,83 € 2,53
€ 1,79 € 2,04 € 1,35
€ 19,95 € 25,29 € 6,71
Bron: CBS/NRIT
De gemiddelde bestedingen per persoon bedragen tijdens een dagtocht € 11,73. Hiernaast wordt getoond hoe dit bedrag is verdeeld over de diverse kostencomponenten: entree, consumptie en reis.
Reis € 1,84
Entree € 2,92
Consumptie € 6,97 Bron: CBS/NRIT
Activiteitencategorie
Zonnen, zwemmen e.d. Sport & sportieve recreatie - wandelen - fietsen - overig Toeschouwer/begeleider bij sport Toeren Bezoek attractiepunt, bezienswaardigheid, evenement Recreatief winkelen Uitgaan - naar film, toneel, concert, ballet e.d. - overig uitgaan (uit eten, café, disco e.d.) Overig (verenigingen, hobby’s)
Aantal dagtochten Bestedingen Totale in Nederland per persoon bestedingen x 1.000 per dagtocht 58.049 € 5,87 € 340.700.000 65.907 47.855 190.741 36.301 21.473 109.830 112.786
€ 4,65 € 306.500.000 € 4,27 € 204.300.000 € 7,66 € 1.461.100.000 € 9,61 € 348.900.000 € 13,18 € 283.000.000 € 14,14 € 1.553.000.000 € 7,92 € 893.300.000
58.039 165.608 115.037
€ 19,95 € 1.157.900.000 € 25,29 € 4.188.200.000 € 6,71 € 771.900.000 Bron: CBS/NRIT
Totaal wordt er tijdens dagtochten zo’n € 11,5 miljard besteed.
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
38
Dagtochten in Limburg In onderstaand diagram wordt de provinciale verdeling van de dagtochten weergegeven. Flevoland 2% Zuid-Holland 22%
Zeeland 2% Drenthe 3% Groningen 3% Friesland 3% Overijssel 6% Limburg 7% Utrecht 7%
Noord-Holland 18%
Gelderland 12% Noord-Brabant 15% Bron: CBS/NRIT
In 2002 vonden de meeste dagtochten in Zuid- en Noord-Holland plaats. Brabant bezet de derde plaats op de ranglijst. Deze top-3 is gelijk aan die van 1996. De verdeling van het aantal dagtochten komt in grote lijnen overeen met spreiding van de bevolking over de provincies. Dit is ook logisch, gezien het feit dat de dagtochten vanuit de woonplaats worden ondernomen en veelal binnen de eigen provincie plaatsvinden. In Limburg werden in 2001/02 ruim 65 miljoen dagtochten gemaakt, 6,8% van het totaal aantal dagtochten. Het aantal dagtochten is met 3,7% gedaald ten opzichte van 1995/96. Sport & sportieve recreatie en uitgaan zijn de categorieën activiteiten die het meest tijdens een dagtocht worden ondernomen. 25
aantal x 1 miljoen
20
15
10
5
1995/96 2001/02
0 S po
rt / s p
Uit g Re c Be z T oe O ve Zon T oe o re at ne n sc h re n rig ( aan o uw ie f w e k at t r / zw ve re ort ie e mm ac t ie e r/b nig in inke ve r e ge pun en le n e cre ge n e .d le id t e. , ho at ie . e d. r b ij b by ' s) sp o rt
Bron: CBS/NRIT
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
39
De Limburgse top-10 van activiteiten wordt aangevoerd door het verenigingsleven. De landelijke nummer één recreatief winkelen staat in Limburg op de tweede plaats. Cafébezoek bezet de derde plaats, gevolgd door wandelen en de activiteitengroep ‘trimmen, hardlopen, fitness e.d’. Aantal dagtochten x 1 miljoen Verenigingsactiviteiten, hobbyclubs e.d. Recreatief winkelen Bar-, cafébezoek Wandelen Trimmen, hardlopen, fitness e.d. Uit eten gaan Fietsen Zwemmen in binnenbad Toeschouwer/begeleider bij sport Naar toneel, concert, ballet e.d.
1995/96 8,4 9,2 4,8 5,9 1,9 2,5 2,5 3,1 2,3 1,1
2001/02 7,8 7,2 5,0 4,7 3,6 2,9 2,3 2,2 1,8 1,8 Bron: CBS/NRIT
In onderstaand diagram wordt het belang van diverse dagrecreatieve activiteiten in Limburg afgezet tegen het landelijk gemiddelde. In het diagram zijn alleen die activiteiten opgenomen waarbij er sprake is van een duidelijk verschil is tussen Limburg en het landelijk Golfen
Nederland
Bezoek aan dierentuin, vogelpark e.d.
Limburg
Watersport Vissen Bezoek (oude) stad/dorp Bezoek pretpark e.d. Bezoek museum Terrasje zitten, koffie drinken e.d. Toeren Bezoek jaarmarkt, braderie, corso e.d. Naar de film Disco, bowling Overig uitgaan Naar toneel, concert, ballet e.d. Toeschouwer/begeleider bij sport Zwemmen in binnenbad Fietsen Uit eten gaan Trimmen, hardlopen, fitness e.d. Wandelen Cafébezoek Recreatief winkelen Verenigingsleven 0%
2%
4%
6%
8%
10%
12%
Bron: CBS/NRIT
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
40
gemiddelde. Zoals in het diagram op de vorige pagina te zien is, is het verenigingsleven in Limburg van een relatief groter belang dan in de rest van Nederland. Ook cafébezoek is een relatief populaire activiteit in Limburg. Activiteiten als wandelen en ‘trimmen, hardlopen, fitness e.d’ worden in Limburg eveneens veel ondernomen ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Activiteiten die in Limburg relatief minder vaak worden ondernomen dan in de rest van Nederland zijn recreatief winkelen, uit eten gaan en fietsen. Bestedingen in Limburg tijdens dagtochten Activiteitencategorie
Zonnen, zwemmen e.d. Sport & sportieve recreatie - wandelen - fietsen - overig Toeschouwer/begeleider bij sport Toeren Bezoek attractiepunt, bezienswaardigheid, evenement Recreatief winkelen Uitgaan - naar film, toneel, concert, ballet e.d. - overig uitgaan (uit eten, café, disco e.d.) Overig (verenigingen, hobby’s)
Aantal dagtochten Bestedingen Totale per persoon bestedingen in Limburg per dagtocht x 1.000 2.935 € 5,87 € 17.200.000 4.670 2.258 13.435 1.846 1.108
€ 4,65 € 4,27 € 7,66 € 9,61 € 13,18
€ 21.700.000 € 9.600.000 € 102.900.000 € 17.700.000 € 14.600.000
5.723
€ 14,14
€ 80.900.000
7.175
€ 7,92
€ 56.800.000
3.388 12.876 9.795
€ 19,95 € 25,29 € 6,71
€ 67.600.000 € 325.600.000 € 65.700.000 Bron: CBS/NRIT
De totale bestedingen die tijdens dagtochten in Limburg worden gerealiseerd bedragen zo’n € 780 miljoen.
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
41
Dagrecreatie vanaf vakantie-adres, 2003 Niet alleen de eigen inwoners ondernemen dagrecreatieve activiteiten, ook toeristen die in de provincie verblijven. Hoewel hun dagjes uit lastig meetbaar zijn, is er middels het Continu Vakantie Onderzoek wel een globaal inzicht in hun activiteiten tijdens een verblijf in Limburg.5 In onderstaande grafiek wordt weergegeven welke activiteiten men (onder andere) onderneemt tijdens een vakantie in Limburg. Deze cijfers zijn per regio afgezet tegen het provinciale en landelijk gemiddelde. Bezoek tuinen Tochtje bus / trein Bezoek pretpark Bezoek museum Zonnebaden Uitgaan (café / disco) Fietsen Bezoek natuurgebied Bezoek bezienswaardige gebouwen Funshopping Zwemmen Tochtje met auto Wandelen Uit eten gaan 0% N&M Limburg
Zuid-Limburg
10%
20%
Limburg gem.
30%
NL gem.
40%
50%
60%
70%
80%
% van vakantiegangers dat activiteit onderneemt
Bron: CVO
5
Let op: dit hoofdstuk behandelt dagjes uit tijdens de toeristische vakanties van Nederlanders. Dagtochten tijdens vaste standplaatsvakanties of het verblijf van buitenlandse toeristen / zakelijke reizigers zijn níet opgenomen.
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
42
Deelname% aan wandelen 100% 80% 60%
66%
68%
61%
67%
66% 63%
64%
40% 20% 0% Noord- en MiddenLimburg
Zuid-Limburg
Limburg gem.
2002
In Limburg wordt relatief weinig gefietst door de toerist, slechts 18% gebruikt de fiets om de omgeving te verkennen, het landelijk gemiddelde ligt op 33%. In 2003 verloor het fietsen in Zuid-Limburg verder aan populariteit, in Noord- en MiddenLimburg pakten juist meer mensen de fiets.
NL gem.
Bron: CVO
2003
Deelname% aan fietsen 100% 80% 60% 40%
32% 33% 20% 24%
20%
17%
14% 12%
Noord- en MiddenLimburg
Zuid-Limburg
Limburg gem.
2002
2003
100% 80% 51%
46% 35%
40% 20%
21%
18%
0%
Deelname% aan bezoek bezienswaardigheden (kerken, kastelen, monumenten, historische stadscentra)
60%
De Nederlandse vakantiegangers ontdekken Limburg vooral wandelend, tweederde gaat er te voet op uit. Wandelen is in heel Nederland een populaire activiteit in de vakantie. Toch is het deelnamepercentage in 2003 wat afgenomen, wellicht is dit te verklaren door de (te) warme zomerperiode.
30%
26%
15%
21%
NL gem.
Bron: CVO
In Zuid-Limburg is het bezoek aan bezienswaardigheden bijzonder populair, toch is de deelname in 2003 iets afgenomen; wellicht vanwege de warme zomer.
0% Noord- en MiddenLimburg
Zuid-Limburg 2002
Limburg gem.
NL gem.
2003
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
Bron: CVO
43
Deelname% aan zwemmen
Na bovenstaande teksten over een warme zomer wekt het geen verbazing dat in 2003 meer mensen het water opzochten: het deelnamepercentage aan zwemmen steeg vooral in Noord- en Midden-Limburg.
100% 80%
69%
72%
60%
49%
40%
44%
41%
26% 25%
20% 0% Noord- en MiddenLimburg
Zuid-Limburg
Limburg gem.
2002
In 2003 was er sprake van een teruglopende economie, dit is onder andere zichtbaar in de stagnerende vakantiebestedingen, maar bijvoorbeeld ook in de dalende deelnamepercentage s aan uit eten gaan: in 2003 gingen minder mensen tijdens hun vakantie uit eten.
NL gem.
Bron: CVO
2003
Deelname% aan uit eten gaan 100% 80%
71% 69%
72% 70%
Noord- en MiddenLimburg
Zuid-Limburg
72%
69%
60%
65% 61%
40% 20% 0% Limburg gem.
2002
2003
NL gem.
Bron: CVO
Deelname% aan winkelen 100% 80% 60% 40%
43% 41%
44%
47%
43%
44% 37% 35%
20%
Tegen de landelijke trend in groeide het aantal winkeluitstapjes in Limburg, dit wordt veroorzaakt door de groei in ZuidLimburg.
0% Noord- en MiddenLimburg
Zuid-Limburg
2002
Limburg gem.
NL gem.
2003
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
Bron: CVO
44
Werkgelegenheid, 2003 Doordat de toeristisch-recreatieve sector nogal heterogeen van aard is, is de werkgelegenheidsomvang van deze sector moeilijk vast te stellen. Het NRIT6 heeft de toeristisch-recreatieve sector afgebakend (zie bijlage 2). Met behulp van het LISA Vestigingenregister is nagegaan hoeveel volgens deze definitie de werkgelegenheid in de sector bedroeg. De peildatum voor het LISA-bestand is steeds 1 april, hetgeen betekent dat seizoenswerkgelegenheid, zoals die met name in de toeristisch-recreatieve sector aan de orde is, niet is inbegrepen. In onderstaand diagram wordt de ontwikkeling van de werkgelegenheid van 2002 naar 2003 weergegeven, uitgesplitst naar parttime en fulltime dienstverband. 40.000
36006
35215
35.000 30.000 25.000 20.000 15.000 10.000 5.000 0 2002
2003 Fulltime
Parttime
Totaal
Bron: LISA
In 2003 waren er 35.215 personen in Limburg werkzaam in de toeristisch-recreatieve sector. Op een totale werkgelegenheid van 504.787 personen scoort de sector een aandeel van 7,0%. De totale werkgelegenheid in de toeristisch-recreatieve sector vertoont daarmee een lichte daling, ten opzichte van 2002 daalde het aantal banen met 2,2%. Deze afname was zowel in de fulltime als in de parttime werkgelegenheid zichtbaar én in alle deelsectoren, maar nog het meest bij de verblijfsaccommodaties. Ontwikkeling werkgelegenheid per sector 25000 19382
20000 15000 10000
8102
7731
5000 0 Verblijfsaccommodaties
Horeca
Overige sectoren 2002
6
2003
Bron: LISA
Nederlands Research Instituut voor Recreatie en Toerisme
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
45
De horeca is in 2003 met 19.382 werkzame personen de grootste werkgever in de toeristisch-recreatieve branche. Ook de verblijfsaccommodaties leveren 7.731 arbeidsplaatsen en nemen dus een vooraanstaande positie in. Het gezamenlijke aandeel van de logiesverstrekkende bedrijven en de horeca is 68%.
Verdeling werkgelegenheid naar sector in 2003 Horeca 37,2%
Detail- en groothandel 4,3% Vervoer 8,6% Cultuur, recreatie en amusement 8,0%
Overig 32,1%
Sport 2,3% Overig 8,9%
Verblijf 30,7%
Bron: LISA
In onderstaand diagram is de werkgelegenheid binnen de toeristisch-recreatieve sector naar regio weergegeven. Werkgelegenheid naar regio, 2002-2003
8000
6796
7000 6000
5475
5328
5000
3997
4000
5100
5143
Mergelland
Maastricht
3377
3000 2000 1000 0 Maasduinen
Peel & Maas
Maasplassen
Parkstad Limburg
West. Mijnstreek
2002
2003
Bron: LISA
Het Land van Peel & Maas kent de hoogste werkgelegenheid in de toeristisch-recreatieve sector met 6.796 arbeidsplaatsen in 2003. Dit is tevens de enige regio die een groei van het aantal werkzame personen kon noteren in 2003. De afname van het aantal banen is zichtbaar in alle andere regio’s. Hoewel in absolute zin het aantal banen in de toeristisch-recreatieve sector het hoogst is in het Land van Peel & Maas, is het belang van toerisme en recreatie het grootst in het Mergelland, waar de sector een aandeel van 21% heeft in de totale werkgelegenheid. In de andere regio’s schommelt het aandeel van de toeristisch-recreatieve sector tussen 5 en 8%.
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
46
In onderstaande tabel is de regionale werkgelegenheid per sector weergegeven. 7000 6500 6000 5500 5000 4500 4000
3942
3500 3000 2500
1770
2836
2000 2218
1500 1000 500
3375
3272
1326
2068
1820
0 Maasduinen Verblijfaccommodaties
1969
Peel & Maas Horeca
573
663
488
Maasplassen
Parkstad Limburg
Westelijke Mijnstreek
Detail- en groothandel
Vervoer
793 Mergelland
Cultuur, recreatie en amusement
Maastricht Sport
Overig
Bron: LISA
Het aandeel van de sector verblijfsaccommodaties is in Maastricht het grootst. In de regio Mergelland geldt dit voor de horeca.
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
47
Bronvermelding Bij het samenstellen van deze rapportage is gebruik gemaakt van de volgende bronnen: Continu Vakantie Onderzoek, 2004 “CVO Holiday Tracker” - Scanmar en CVO 2004 “Dagrecreatie in Nederland 2002/2003” - NRIT, 2003 “Horeca in Cijfers” - Bedrijfschap Horeca & Catering, 2003 LISA Vestigingenregister, 2004 Statline (website statline.cbs.nl) - Centraal Bureau voor de Statistiek, 2004 “Toerisme in Nederland. Het gebruik van logiesaccommodaties” - Centraal Bureau voor de Statistiek, 2003 “Trendrapport toerisme, recreatie en vrijetijd 2002-2003” - NRIT, 2003 Een toelichting op onderzoeksmethoden, definities en gebruiksmogelijkheden van de bovengenoemde bronnen is opgenomen in het “Handboek toeristisch-recreatieve gegevensbronnen”, gezamenlijk opgesteld door de Provinciale Bureaus voor Toerisme in Brabant, Limburg en Zeeland.
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
48
Bijlage 1: Omschrijving sociale klasse Zoals reeds eerder beschreven komt de indeling naar sociale klasse tot stand op basis van twee criteria: - beroepsgroep hoofdkostwinner; - opleiding hoofdkostwinner. Er worden vijf klassen onderscheiden, hieronder wordt weergegeven welk percentage van de Nederlandse bevolking tot de betreffende klasse behoort: A (hoog) 16% B-boven (tamelijk hoog) 35% B-onder (middenklasse) 19% C (tamelijk laag) 31% D (laag) Het onderstaande schema geeft een globale omschrijving van de afzonderlijke klassen: Opleiding Beroep Bedrijfshoofd 10+ Bedrijfshoofd 9Vrije beroepen Boeren en tuinders Hogere employees Middelbare employees Lagere employees Geschoolde arbeiders Ongeschoolde arbeiders Geen opgave Huisvrouw en student
HW A A A A A A A A A Bo Bo
HB A A A A Bb Bo Bo Bo Bo Bo Bo
HA A A A A Bb Bo C C C C C
MB A A A A Bb Bo C C C C C
MA A Bb Bb Bb Bb Bo C C C C C
LB A Bo Bo Bo Bo C C C C D D
LA A Bo Bo Bo Bo C C C D D D
Onbekend A Bo Bo Bo Bo C C C D D D
Toelichting van gebruikte afkortingen voor opleiding HW: Wetenschappelijk onderwijs (doctoraal) HB: Hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs (kandidaats) HA: Hoger algemeen en voorbereidend wetenschappelijk onderwijs MB: Middelbaar beroeps onderwijs MA: Middelbaar algemeen voortgezet onderwijs LB: Lager beroeps onderwijs LA: Lager onderwijs
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
49
Bijlage 2: Afbakening toeristisch-recreatieve sector Het NRIT heeft met behulp van de activiteitencodering (SBI ’93) van het CBS een afbakening gemaakt van de toeristisch-recreatieve sector. Hierbinnen kan onderscheid worden gemaakt in zeven activiteitengroepen (zie kolom ‘groep’), te weten: 1. detail- en groothandel 2. logiesverstrekking 3. horeca 4. vervoer 5. cultuur, recreatie en amusement 6. sport 7. overig Per activiteit is bovendien aangegeven in welke mate de werkgelegenheid wordt meegeteld voor de toeristisch-recreatieve sector (zie kolom ‘weging’). Voorbeeld: de werkgelegenheid in de branche ‘vervoer per spoor’ kan niet volledig aan de toeristisch-recreatieve sector worden toegerekend, maar een deel ervan is zeker gerelateerd aan de sector. SBI-code 50500 51472 51473 52432 52481 52486 52487 52488 52489 55110 55120 55210 55220 55230 55301 55302 55303 55400 60100 60220 60230 61204 62000 63230 63301 63302 63303 92130 92321 92322 92331 92332 92343 92521 92522 92531 92532
Omschrijving benzineservicestations groothandel in watersportartikelen groothandel in kampeerartikelen detailhandel in lederwaren en reisartikelen detailhandel in fotografische artikelen detailhandel in watersportartikelen detailhandel in sportartikelen detailhandel in kampeerartikelen detailhandel in caravans hotel-restaurants hotels, pensions en conferentieoorden jeugdherbergen, -hotels , kamphuizen e.d. kampeerterreinen vakantiehuisjes, -bungalowparken en overig restaurants cafetaria's, lunchrooms, snackbars e.d. ijssalons cafés e.d. vervoer per spoor ongeregeld personenvervoer per taxi ongeregeld personenvervoer per autobus passagiersvaart en veerdiensten vervoer door de lucht luchthavens en diensten n.e.g. reisorganisatie reisbemiddeling overige bemiddeling en info vertoning van films theaters, schouwburgen en concertgebouwen evenementenhallen kermisattracties recreatiecentra overig amusement n.e.g. kunstgalerijen en expositieruimten musea dieren- en plantentuinen, kinderboerderijen beheer van natuurgebieden
Weging Groep 10% 100% 100% 30% 30% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 10% 10% 100% 10% 10% 10% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100% 100%
1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 2 2 2 3 3 3 3 4 4 4 4 4 4 4 4 4 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5
vervolg op volgende pagina
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
50
SBI-code 92611 92612 92620 35120 71101 71210 71220 71402 92710 92721 92722 93040
Omschrijving zwembaden sportaccommodaties overige sport nieuwbouw en reparatie van sport- en recreatievaartuigen verhuur van personenauto's verhuur van overige transportmiddelen over land verhuur van schepen verhuur van sport en recreatieartikelen loterijen en kansspelen exploitatie van amusement- en speelautomaten overige recreatie n.e.g. sauna's, zonnebanken, massagesalons e.d.
-
Toeristische Trendrapportage Limburg 2003
Weging Groep 30% 30% 30% 100% 10% 30% 30% 100% 100% 100% 100% 100%
6 6 6 7 7 7 7 7 7 7 7 7
51