Toeristische promotie en marketing: rol en opzet van het provinciaal beleid
1. Inleiding Na het faillissement van het Noord Nederlands Bureau voor Toerisme (NNBT) is de vraag aan de orde op welke wijze het beleid van de provincie Groningen ten aanzien van toeristische promotie en marketing dient te worden voortgezet. Naast promotie en marketing voerde het NNBT apart gefinancierde projecten en activiteiten uit. Deze betroffen andere toeristische aandachtsgebieden, zoals de vakantieboekingscentrale, recreatiewerk, kwaliteitsverbetering van het ondernemerschap en specifieke regionale productontwikkeling. Naar ons oordeel had het NNBT op het gebied van toeristische promotie en marketing de belangrijkste taak. Het wegvallen van het NNBT betekent niet dat er geen sprake meer is van een VVV-structuur. In Noord-Nederlands functioneren diverse VVV’s, die allen lid zijn van de landelijke koepelorganisatie van VVV's. Voor de provincie Groningen zijn dat de VVV Westerkwartier, de regionale VVV Noorden Midden Groningen, het Toeristisch Huis Oost-Groningen, de regionale VVV Drents-Groningse Meren en Bossen en de stichting Marketing Groningen. Bij de eerste vier genoemde instanties zijn diverse lokale VVV’s aangesloten. De VVV Stad Groningen is opgegaan in Marketing Groningen. In de maand mei jl. hebben wij Provinciale Staten toegezegd dat wij zo spoedig mogelijk met een notitie zouden komen, waarin wij onze ideeën over de toekomstige toeristische promotie en marketing zouden presenteren. In deze discussienotitie zetten wij die ideeën uiteen en geven wij op hoofdlijnen aan hoe naar onze mening de toeristische promotie en marketing van de provincie Groningen het beste kan worden vormgegeven. Voor de overige voormalige activiteiten van het NNBT worden diverse aparte oplossingen gezocht, waarbij marktpartijen een belangrijke rol spelen. De notitie is geschreven mede op basis van een reeks gesprekken aangegaan door het college in de maanden juni en juli jl. (zie bijlage: overzicht gesprekspartners en data). Daarbij hebben wij gezocht naar een eigentijdse en zo effectief mogelijke formule die past bij de provincie Groningen, in het bijzonder de stand van zaken in de toeristische sector in de provincie. Het wegvallen van het NNBT is een mogelijkheid om aan de hand van ontwikkelingen bij consumenten tot een vernieuwende opzet te komen. De gedachtegang die gevolgd wordt en uitgewerkt wordt is de volgende: 1. Waarom houdt de provincie zich bezig met toeristische promotie en marketing? Waarom heeft de provincie hier een rol en hoe is de rol van andere publieke en private organisaties? Deze vragen houden in dat scherp moet worden aangegeven welk doel de provincie Groningen voor zichzelf weggelegd ziet bij toeristische promotie en marketing. 2. Uitgaande van een rol voor de provincie: hoe moet dat worden aangepakt? Wat moet je doen om de toerist naar de provincie Groningen te trekken? Wie zijn die toeristen en hoe kun je ze benaderen? Waar gaat het om bij toeristische promotie en marketing, waar moet het accent liggen? Deze vragen, voor het grootste deel betrekking hebbend op de vraagkant, maar voor een ander deel gefocust op de ‘state of the art’ waar het gaat om promotie en marketing, leiden tot een plan van aanpak. 3. Dan is relevant, hoe deze maatregelen gestalte kunnen krijgen en wie deze zaken zou kunnen en moeten uitvoeren. Zoals in onze brief aan Provinciale Staten d.d. 21-05 2003 is aangegeven zijn er verschillende vormen denkbaar. Nadrukkelijk stappen wij af van de gedachte dat er een bureau moet komen dat alles gaat uitvoeren. De lijn van aanpak is juist andersom. Uitgaande van bepaalde taken wordt een uitvoerende instantie gezocht. Zoveel mogelijk bestaande instellingen, die mogelijk ook tijdelijk in projectvorm bepaalde fasen van het beleid kunnen uitvoeren. Uitgaande van deze aanpak is de leidende vraagstelling voor deze discussienotitie: Welke maatregelen op het terrein van toeristische promotie en marketing verdienen de steun van de provincie Groningen
1
en hoe moeten deze worden uitgevoerd? Daarbij hebben wij ons geconcentreerd op de maatregelen die moeten worden genomen en de activiteiten die moeten worden opgepakt om de consument over te halen naar Groningen te komen. De wijze waarop dat moet worden gedaan krijgt in eerste instantie minder aandacht omdat wij ervoor willen waken dat structuur en organisatie de discussie te veel beheersen. Procedure Ten aanzien van de procedure om op zo kort mogelijke termijn de Groningse toeristische promotie en marketing op de rails te hebben stellen wij ons de volgende stappen voor: a. bespreking notitie door en met PS; b. bespreking notitie met vertegenwoordigers van de toeristische sector; c. uitwerken notitie op basis van reacties; d. bespreking uitwerking met PS en vertegenwoordigers van de toeristische sector; e. implementatie uitgezette lijn.
2. Rol van het provinciaal beleid Dat een provinciale overheid zich bezighoudt met toeristische promotie en marketing is niet vanzelfsprekend. Evengoed kan gesteld worden dat de sector zelf verantwoordelijk is. Een aantal overwegingen, 'oude' en 'nieuwe', maakt dat de provincie Groningen het nadrukkelijk tot een publiek belang rekent om een impuls te geven aan de toeristische promotie en marketing, zij het met specifieke speerpunten. 1. Voorop stond en staat het economische en werkgelegenheidsbelang van het toerisme. Door de provincie Groningen nadrukkelijk als een toeristisch gebied op de kaart te zetten krijgt de sector een impuls. Een impuls die arbeidsplaatsen oplevert in een sector met perspectief in relatief kwetsbare gebieden, zoals bijvoorbeeld de Veenkoloniën. Bovendien geldt dat een deel van de toekomstige toeristische werkgelegenheid betrekkelijk weinig opleiding vergt. Juist in dit segment van de arbeidsmarkt is behoefte aan aanvullende werkgelegenheid. Indien in de toekomst voldoende geïnvesteerd wordt in de toeristische mogelijkheden biedt de toeristische sector perspectieven. Momenteel is nog sprake van een betrekkelijk zwakke positie van de sector in vergelijking met andere gebieden. 2. Zonder de rol van de provincie valt er een gat in de promotie en marketing. Het publieke belang bestaat er vooral in dat promotie en marketing geconcentreerd op het gebied (of toeristische deelgebieden) plaatsvindt en aanvullend functioneert op het private belang. Juist de overkoepelende beeldvorming van een gebied wordt niet als eerste opgepakt door de sector zelf. Bij de toeristische ondernemers in Groningen ontbreekt nog de 'kritische massa' daarvoor: er is nog geen sprake van een professionele bedrijfsstructuur van voldoende omvang. Het private belang is het in de markt zetten van het eigen bedrijf. De provinciale rol is het oppakken van de bedrijfsoverstijgende promotie van het gebied. Zodra die overkoepelende promotie uitmondt in producten die bij het bedrijfsleven aanslaan en herkend worden, moeten deze mede door de marktpartijen gefinancierd worden. 3. Een meer 'nieuwe' overweging om als provincie een rol te spelen is het gegeven dat er nog veel basaal werk te verzetten is op juist de profilering van de provincie Groningen als toeristisch gebied (zie ook 3.2.) De stad Groningen is redelijk bekend als fraai historisch stedelijk gebied met veel mogelijkheden op het terrein van cultuur, sport, evenementen, hoogwaardig winkelaanbod en uitgaansleven. Bij de provincie Groningen hebben de meest mensen geen goed beeld. Hierin onderscheidt de provincie Groningen zich van de omringende provincies die een vanzelfsprekend imago hebben opgebouwd op het terrein van watersport of wandelen en fietsen in heide/bos. Het imago van Groningen moet nog ontwikkeld worden. Dat is vakwerk. Vervolgens zal een effectieve 'branding' plaats
2
moeten vinden. Dit is essentieel en noodzakelijk om Groningen als een toeristisch gebied op de kaart te zetten. Met een betere beeldvorming van de provincie kunnen in combinatie van stad en provincie toeristen langer vastgehouden worden met als gevolg een verlenging van de verblijfsduur, meer bestedingen etc. Strategisch is daarom de combinatie van stad en regio van groot belang. Samengevat. De provincie Groningen wil een actieve rol op het terrein van toeristische promotie en marketing spelen gericht op de beeldvorming van het gebied als geheel vanuit een werkgelegenheidsbelang, het feit dat de markt zelf nog niet toekomt aan deze vorm van promotie en marketing en het gegeven dat juist hier nog veel essentieel werk te verzetten is.
3. Effectieve toeristische promotie en marketing 3.1. Algemene opzet Promotie en marketing zijn pas effectief als zij leiden tot bestedingen van consumenten. Hoewel dit een voor de hand liggende constatering is, geldt voor de praktijk dat er doorgaans te veel wordt voortgeborduurd op oude werkmethoden, waarbij het op z’n minst twijfelachtig is of deze effectief zijn. Het is de kunst om uitgaande van de te realiseren effecten systematisch een promotie- en marketingbeleid op te zetten waarbij het helder is hoe de onderdelen bijdragen aan beoogde effecten. Het stranden van het NNBT biedt de mogelijkheid kritisch naar het gehanteerde instrumentarium te kijken en opnieuw keuzes te maken. De beoogde effecten moeten zijn dat toeristen in de provincie Groningen tot bestedingen komen op het gebied van dag- en of verblijfsrecreatie. Dat kan zijn op campings, in bungalowparken, in hotels, erfgoedlogies, restaurants, overige horecavoorzieningen, jachthavens, kanoverhuurbedrijven, musea, borgen, schouwburgen etc. Om dat te doen zal de (potentiële) toerist zelf op het idee moeten komen dat het de moeite waard is, aantrekkelijk is. De provincie Groningen moet als het ware op het lijstje voorkomen van de toerist. Daarna moet het eenvoudig, aantrekkelijk en wervend zijn om te boeken, de weg te vinden en te beslissen dat en hoe een vakantie, verblijf of bezoek aan de provincie Groningen wordt afgelegd. Eenmaal in de provincie moeten de beschikbare mogelijkheden toegankelijk en goed gepresenteerd zijn. In deze gedachtegang zit een driedeling die ook tot leidraad kan dienen voor de visievorming en uitwerking van toeristische promotie en marketing. Uitgangspunt daarbij is het zoekgedrag van de (huidige en) toekomstige toerist. Het begint bij de toerist (internationaal, nationaal, maar ook de Groninger zelf) die een bestemming zoekt voor een vakantie, verblijf of dagactiviteit. Wat hier van belang is dat er een beeld van Groningen ontstaat c.q. versterkt wordt waar dat kan en de moeite waard is. Een tweede stap is dat de toerist bij het zoeken en beslissen gefaciliteerd wordt. Daar geldt voor dat alle actuele mogelijkheden aangereikt worden (internet, eenvoudige en aantrekkelijke manieren van instappen, zoals arrangementen). Derde stap is dat ter plekke inzichtelijk moet zijn welke variatie aan mogelijkheden er is in de provincie Groningen en omliggende gebieden. Dat leidt tot langer verblijf, intensiever gebruik van bestaande voorzieningen en attracties etc. Uitgaande van deze redenering die aansluit bij het denk-, zoek- en keuzeproces van de consumenten schetsen wij hieronder een visie en aanpak die er op gericht is deze processen in de gewenste richting te beïnvloeden.
3.2. Beeldvorming van de provincie als toeristisch gebied Hoge prioriteit dient te hebben het realiseren van een toeristisch imago en het op een adequate manier uitdragen van dit imago. Hier begint het keuzeproces voor de consument. Vastgesteld kan worden dat juist op het gebied van imago er nog een achterstand is. Alle reden om hier veel aandacht aan te besteden. Eerder is gesteld dat het creëren en definiëren daarvan vakwerk is. Helder is evenwel dat daarin de sterke punten van de provincie Groningen moeten terugkomen. Aansluiting moet worden gezocht bij wat in de vigerende provinciale toeristische beleidsnota 'het karakteristieke' van de provincie wordt genoemd. Het imago moet uniek, onderscheidend en authentiek zijn. Een voorbeeld kan worden genomen aan de campagne 'Er gaat niets boven Groningen'. Daar moet aansluiting bij
3
worden gevonden. Het moet helder zijn dat niet iedereen tevreden kan worden gesteld en zelfs moet worden gesteld. Promotie en marketing vergen specificiteit, omdat algemeenheid niet te verkopen is. Daarbij gaan wij uit van de provincie Groningen als toeristisch herkenbaar gebied. Wij kiezen hier nadrukkelijk voor omdat wij gebruik willen maken van de reeds verworven naamsbekendheid van Groningen. Bovendien speelt de schaalgrootte een rol. Een kleinere regio kan niet landelijk, laat staan internationaal, 'op de kaart worden gezet'. De toeristische promotie en marketing van de provincie Groningen vereist een specifieke aanpak omdat Groningen een uniek en onderscheidend product te bieden heeft. Ten aanzien van dit beleidsveld kiezen wij dan ook op dit moment voor Groningse samenwerking in plaats van samenwerking in noordelijk verband. Vanuit de sterke punten en het imago van de provincie Groningen moet een brede oriëntatie plaatsvinden naar de toekomstige consument. Ten eerste de huidige consument. Want deze heeft de weg naar Groningen al gevonden. Wie zijn dat? Waarom bezoeken of bezochten zij Groningen? Wat is voor hen bepalend geweest? Het lijkt er op dat nader marktonderzoek bij de bestaande klanten nader inzicht kan opleveren over de toekomstige klanten. Wat is hier al bekend? De bestaande klanten zijn als het goed is de belangrijkste ambassadeurs. Via mond op mond reclame en de eigen netwerken zullen zij aan anderen uitleggen waarom de provincie Groningen aantrekkelijk is. Dat zullen zij eerder doen als zij steun vinden in een positieve beeldvorming van de provincie. Dat het verrassend is en was om naar de provincie Groningen te gaan. Het is dus van belang om gebruik te maken van de bestaande klantenkring. Hoe kunnen we dat vasthouden en hoe kunnen we deze benutten om de provincie te promoten. In de eerste plaats ligt daar een opgave voor de sector zelf (after sales etc). Maar ook, met het oog op het uitbreiden van het marktsegment, een rol voor provinciale marketing. Het ontwikkelen van een toeristisch imago en uitwerken daarvan in een mediacampagne omvat twee fasen. Het ontwikkelen en definiëren zal door gespecialiseerde marketeers moeten plaatsvinden. De promotie van het toerisme moet diepgaander en professioneler. Het ligt in de rede om aansluiting te zoeken bij 'Er gaat niets boven Groningen', de algemene campagne ter verbetering van het imago van de provincie Groningen. Het Groninger Promotie Overleg (GPO) is daarbij het geëigende platform. Het is van belang dat de sector zich herkent in de wijze waarop de profilering van het gebied zelf plaatsvindt. Gedacht kan worden aan een klankbordgroep met vertegenwoordigers van de sector (Recron, Hiswa, Horeca, KvK, MKB, RVVV’s) . De tweede fase, uitvoering, is afhankelijk van de eerste. De vraag is wat de mediacampagne zal inhouden. Dan valt pas te bezien door wie deze kan worden uitgevoerd. Wij zijn van plan binnenkort met GPO in overleg te gaan. Een marktonderzoek bij bestaande consumenten zal aanknopingspunten moeten opleveren voor de promotie en marketing van het gebied. Daarom zal dit idee ook betrokken moeten worden bij het eerder genoemde overleg met het GPO. Een belangrijke vraag is natuurlijk ook wat er al bekend is uit bestaand onderzoek. Mogelijk kan met een secundair onderzoek of inventarisatie worden volstaan. De gedachte om consumenten als ambassadeurs van de provincie Groningen te benutten wordt uitgewerkt met de sector (Recron, Hiswa, Horeca). Het gaat immers om hun klanten. Mogelijk kan tot een aanpak worden gekomen waarbij het sectorbelang (vasthouden bestaande gasten) kan worden gekoppeld aan het provinciale belang (ambassadeurs).
3.3. Het zoek- en keuzeproces Indien het beeld bestaat bij de consument dat het mogelijk en aantrekkelijk is om een korte of langere vakantie in de provincie Groningen door te brengen gaat men op zoek. In dat keuze proces moet men geholpen worden. Kansen zijn er gegeven het feit dat de consument in toenemende mate korte 'tussenvakanties' en 'uitjes' plant. Daarmee kan Groningen mikken op deelaspecten die aansluiten bij bepaalde behoeften. Deze toekomstige consumenten zijn diegenen die, net zoals bestaande consumenten, aansluiting zoeken bij de sterke punten van de provincie Groningen. Zonder specifiek en volledig te willen zijn: rust, ruimte, cultuur, geschiedenis, landschap en vaarrecreatie. De wijze waarop consumenten tot hun vakantiebestemming komen wordt bepaald door media: tijdschriften, kranten, radio/tv, de eigen sociale netwerken (horen van) en in toenemende mate internet. Op grond van een nadere vormgeving van het promotie- en marketingbeleid zal dit specifieker en gerichter moeten worden gedefinieerd. Internet is in toenemende mate een krachtig hulpmiddel om, zowel op de
4
binnenlandse als de buitenlandse markt, het eigen zoek- en keuzeproces te faciliteren. Dit wordt effectiever naarmate er ook mogelijkheden worden aangeboden om in bepaalde segmenten te boeken (bijvoorbeeld arrangementen cultuurtoerisme, sportieve arrangementen etc.). Als eerste stap naar een actieve internetmarketing hebben de drie noordelijke provincies de website en database van het voormalige NNBT aangekocht. Voorlopig zal deze 'in de lucht' worden gehouden door de provincie Drenthe. Nader beraad moet plaatsvinden over een structurele oplossing. Wellicht moet de database worden gesplitst en deels worden ondergebracht bij een organisatie in Groningen. Bij de internetmarketing hoort het centraal voor de provincie aanbieden van arrangementen die als instapmogelijkheid dienen. Vorig jaar zijn in het kader van de start van Giro arrangementen ontwikkeld. Deze moeten (mogelijk geactualiseerd) en uitgebreid aangeboden worden via de centrale organisatie die in de provincie Groningen hiervoor verantwoordelijk zou kunnen worden. Het is helder dat bij het ontwikkelen van deze arrangementen de sector, waaronder ook de kleinschalige bedrijven, nadrukkelijk moet worden betrokken. Doel is de uitvoering van zowel de internetmarketing als de ontwikkeling van arrangementen onder te brengen bij bestaande organisaties, die deze activiteiten op projectbasis uitvoeren. Hierboven wordt onderscheid gemaakt tussen het zoeken naar en vinden van een vakantiebestemming door de consument en het daadwerkelijk boeken van een verblijf c.q. arrangement. Bovendien is sprake van de ontwikkeling van nieuwe bovenregionale arrangementen om de gast langer aan het gebied te binden. Voor de provincie zien wij een faciliterende rol bij het vergroten van de kans dat de consument kiest voor Groningen en bij de ontwikkeling van nieuwe bovenregionale arrangementen. Het daadwerkelijk boeken moet verzorgd worden door en plaatsvinden bij de ondernemers zelf of de regionale VVV's. 3.4. Informatie in en over het gebied zelf Wanneer de consument in het gebied is zal deze ondersteund moeten worden om het gebied te ontdekken. Zo zal men naast de locatie waar men verblijft ook de andere mogelijkheden vinden. Hier speelt de sector zelf een belangrijke rol. Aanbieders van verblijfsaccommodaties zullen zelf hun gasten moeten wijzen op de mogelijkheden van de omgeving. Maar ook zullen de locale en regionale VVV’s de toerist op pad kunnen helpen. Locale en regionale samenwerking in de sector zelf kan daarbij helpen. Op dit punt moet gedacht worden aan regionale arrangementen en productontwikkeling. Ook kunnen ondernemers zelf geholpen worden door de VVV organisaties bij het realiseren van goede promotie en marketing van de eigen mogelijkheden. De (regio)VVV’s komen daarmee in de rol van faciliterende organisatie van het regionale bedrijfsleven. De promotie van locale en regionale mogelijkheden kan door de provincie kracht worden bijgezet door het via projectmatige wijze stimuleren van de totstandkoming van goed en bijdetijds promotiemateriaal, alsmede bijbehorende producten. De VVV gids Groningen speelt in dit verband een belangrijke rol. Ook materiaal dat betrekking heeft op specifieke toeristische speerpuntgebieden, bijvoorbeeld Westerwolde. Lauwersland, de stad Groningen/ Zuidlaardermeer, het Eemsmondgebied is blijvend van belang. Tenslotte kan het ondersteunen van het toeristisch bedrijfsleven op het gebied van promotie en marketing door VVV’s kracht bijgezet worden door het (mede) subsidiëren van cursussen en trainingen. Het gaat daarbij met name om de kleinere ondernemingen. Dit dient plaats te vinden in samenwerking met de sector. Op deze punten zien wij een verantwoordelijkheid van de regionale VVV's (in oprichting) Uit het bovenstaande wordt duidelijk dat wij een blijvende belangrijke rol zien weggelegd voor de regionale VVV’s. Daarom is het noodzakelijk dat het proces van regiovorming, waar wij ons onverminderd bij betrokken voelen, voltooid wordt. Nieuw gevormde regioVVV’s kunnen, indien noodzakelijk, in de startfase rekenen op financiële ondersteuning van de provincie.
5
4.
Conclusies
Voorgaande aanpak omvat drie hoofdlijnen: 1. Beeldvorming van Groningen als toeristisch gebied beïnvloeden en verbeteren. - Marktonderzoek bestaande consumenten. - Ontwikkelen toeristisch imago en uitwerken daarvan in een mediacampagne. - Benutten van consumenten als ambassadeurs provincie Groningen. 2. Faciliteren keuzeproces: actieve internetmarketing en arrangementen. 3. Inzichtelijk maken mogelijkheden regionaal en lokaal. - Promotie locale en regionale mogelijkheden door VVV’s. - Ondersteunen toeristisch bedrijfsleven promotie en marketing door VVV’s. Langs deze lijnen kan een nieuwe aanpak van promotie en marketing wordt uitgewerkt. Enkele voorlopige constateringen daarbij zijn: 1. Er komt wat ons betreft geen nieuwe organisatie op het gebied van toeristische promotie en marketing. Voor de uitvoering wordt aansluiting gezocht bij bestaande structuren. Dit kunnen per activiteit andere organisaties zijn. Er wordt gedacht in termen van producten, projecten en prestatiecontracten (‘waar voor je geld’) en niet in termen van structurele (exploitatie-)subsidies. Daarmee wordt aangesloten op de visie van de sector dat er een tweedeling moet zijn: TRN en de regio VVV’s. 2. Uit het voorgaande kan niet dwingend worden afgeleid dat opnieuw tot een noordelijke samenwerking op het terrein van toerisme moet worden gekomen. Mogelijk is op het terrein van internet samenwerking en afstemming nuttig. Het argument van het (ontbreken van een) toeristisch imago is aanleiding voor een specifiek Groningse inzet. Dit ligt in de lijn met wat in paragraaf 3.2. is gezegd over het Groninger Promotie Overleg. 3. In deze opzet is sprake van een toekomstige rol van de regionale VVV’s gericht op het lokaal en regionaal wegwijs maken van de toerist en het ontwikkelen van producten/ arrangementen voor het eigen bedrijfsleven. Bovendien kan de regionale VVV als loket fungeren om de promotie van het locale bedrijfsleven op een hoger plan te trekken.
------------------------------
200803 (toeristische promotie en marketing na NNBT')
6
bijlage bij notitie 'Toeristische promotie en marketing: rol en opzet provinciaal beleid
Overzicht gesprekspartners gedeputeerde Gerritsen betreffende toekomstige provinciale toeristische promotie en marketing
18 juni 2003
dhr. D. Nijdam - Marketing Groningen
19 juni 2003
Kamer van Koophandel Groningen - mevr. J. Sterken MKB Noord - dhr. F. Alfrink Ministerie EZ - dhr. M. v.d. Veen Horeca Nederland * - dhr. D. Jager, dhr. H. Singelenberg ANWB - dhr. S. Engelsman
20 juni 2003
Toeristisch Huis Oost-Groningen - dhr. H. Philbert RVVV Drents Groningse Meren en Bossen - dhr. P. Oldenburg RVVV Noord en Midden Groningen - dhr. P. Soeters, dhr. E. Stuut VVV Westerkwartier - dhr. H. Oosterveld RVVV Waddenland i.o. - dhr. R. Bouwman, dhr. J. v.d. Bosch
29 juni 2003
Recron - dhr. D. Dijkstra
3 juli 2003
VVV Appingedam - dhr. R. Jager, dhr. E. Bos
* De vertegenwoordiger van Hiswa was verhinderd. De vertegenwoordigers van Horeca Nederland spraken mede namens Hiswa.
7