1 Toelichting monitor 2015 Onderdeel Kwaliteit Thema/onderdeel 1. Cliënten - gehandicaptenzorg Toelichting a. Op pijler 1 op de selectie van de vragen...
Op pijler 1 op de selectie van de vragen is geen enkele score 'rood'?
b.
Op pijler 2a voor de dimensie 'Zorgafspraken en ondersteuningsplan' is de score minimaal 98% 'groen'?
De selectie van de vragen zijn gelijk aan de vragen van 2013. Het gaat daarbij om vragen die: - Niet wettelijk of in de WMG-overeenkomst zijn vastgelegd; - Voor alle zorgaanbieders gelden (wanneer een vraag niet van toepassing is voor een aanbieder wordt deze niet meegeteld); - Geen betrekking hebben op enkel de bedrijfsvoering van de zorgaanbieder; - Zijn voorzien van een normering en zijn opgenomen in het openbare databestand. De geselecteerde vragen zijn separaat in een bijlage weergegeven. De score wordt door het zorgkantoor gebaseerd op het openbare databestand.
c.
De aanbieder heeft in 2014 aantoonbaar gebruik gemaakt of een keuze gemaakt voor een instrument uit de waaier voor pijler 2.
In pijler 2b van het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg staat het meten van cliëntervaring centraal. Om cliëntervaring voor verbeterinformatie te meten kiezen instellingen uit een waaier van cliëntervaringsinstrumenten. Vanaf 2014 zijn de zorgaanbieders verplicht om cliëntervaring met een instrument uit de waaier te meten.
d.
De aanbieder heeft de informatie uit pijler 2a op regioniveau met het zorgkantoor gedeeld.
Het zorgkantoor hecht er waarde aan dat de uitkomsten uit pijler 2a op regioniveau gedeeld worden met het zorgkantoor. Zorgaanbieders die de informatie gedeeld hebben (of gaan delen) scoren een “ja” op dit onderdeel.
1
e.
Het verbeterplan is in samenspraak met de cliëntenraad opgesteld.
De aanbieder dient uitkomsten van kwaliteitsonderzoeken met de cliëntenraad te bespreken en in samenspraak met hen tot één of meer verbetertrajecten te komen.
1. Cliënten – verpleging & verzorging a.
Alle organisatorische eenheden (OE's) in de regio van de aanbieder scoren minimaal op het branchgemiddelde (score 'oranje').
b.
Minimaal 65% van de organisatorische eenheden (OE's) in de regio behoren tot de 25% best scorende OE's landelijk?
c.
Het verbeterplan is in samenspraak met de cliëntenraad opgesteld.
Het zorgkantoor toetst dit op basis van de uitkomsten zoals gepubliceerd op ‘zorg voor kwaliteit’. Het zorgkantoor baseert zich op de door Mediquest ontwikkelde methodiek voor het in kaart brengen van de kwaliteit in de V&V
De aanbieder dient uitkomsten van kwaliteitsonderzoeken met de cliëntenraad te bespreken en in samenspraak met hen tot één of meer verbetertrajecten te komen.
2. IGZ / Dossieronderzoek a.
Het resultaat van het meest recente IGZonderzoek is voldoende.
Als voldoende wordt beschouwd als er aan 75% van de getoetste normen wordt voldaan. De score wordt gebaseerd op het meest recente IGZ-rapport (maximaal 2 jaar oud) betrekking hebbend op een (verblijfs)locatie binnen de regio.
b.
Het resultaat van het door het zorgkantoor uitgevoerde dossieronderzoek is minimaal voldoende.
Uit het rapport van het zorgkantoor moet blijken dat het totaaloordeel over de inhoud van het dossier minimaal voldoende is. De score wordt gebaseerd op het meest recente dossieronderzoek, dat in 2013 of 2014 is uitgevoerd.
3. Klantgerichtheid 2
a.
De zorgverlening sluit aan bij de wensen van de cliënt.
In het zorgplan wordt vastgelegd wat de voorkeuren van de cliënt zijn met betrekking tot momenten van zorglevering en het maximum aantal hulpverleners. De score wordt gebaseerd op reeds ontvangen zorgplannen en op uitkomsten van dossieronderzoeken, indien deze in 2013 of 2014 uitgevoerd zijn door het zorgkantoor.
b.
De aanbieder biedt cliënten ontspanningsactiviteiten, beweegprogramma's, variatie in dagbesteding en geestelijke verzorging.
De aanbieder biedt cliënten een voldoende en gevarieerd aanbod op het gebied van ontspanningsactiviteiten, beweegprogramma’s en dagbesteding aan op zowel individueel niveau als in groepsverband. De afspraken hierover worden vastgelegd in het zorgplan. Ook biedt de aanbieder cliënten de mogelijkheid tot het raadplegen van een geestelijk verzorger. Deze afspraken worden vastgelegd in het zorgplan. De score wordt gebaseerd op reeds ontvangen zorgplannen en op uitkomsten van dossieronderzoeken, indien deze in 2013 of 2014 uitgevoerd zijn door het zorgkantoor.
4. Doelgroepen a
De aanbieder biedt zorg aan cliënten met dubbelproblematiek (ouderen met psyschische problematiek / vergrijzingsproblematiek in de gehandicaptenzorg).
Het zorgkantoor hecht er waarde aan dat cliënten met dubbelproblematiek passende zorg ontvangen. De zorgaanbieder dient derhalve te beschikken over voldoende expertise dan wel dat deze ingezet wordt vanuit een externe organisatie, passend bij de aanwezige doelgroep.
3
Onderdeel Integrale zorg Thema/onderdeel a. De aanbieder komt met partijen uit het veld tot een oplossing voor een actueel regionaal knelpunt op het gebied van integrale zorg of een verbeterd integraal aanbod voor WlZ cliënten (door samen te werken over de domeinen Wlz, Wmo en Zvw heen) met een complexe zorgvraag.
Toelichting Door de herziening langdurige zorg wordt het zorgaanbod verdeeld over meerdere domeinen (Wlz, Wmo en Zvw). Voor de cliënten is een integraal zorgaanbod wenselijk. Zorgaanbieders die werkzaam zijn in meerdere domeinen of samenwerkingsafspraken hebben met andere zorgaanbieders voldoen aan dit criterium. In de reguliere overleggen met de zorgaanbieder zal dit onderwerp besproken worden, waarbij tevens bezien wordt of er nog aandachts- of knelpunten zijn in de regio.
Onderdeel Organisatie Thema/onderdeel 1. AZR
Toelichting
a.
Het AZR-berichtenverkeer is in 2014 adequaat, dat wil zeggen de meldingen zijn binnen de gestelde normen en de wachtlijst in AZR klopt. 2. Declaratiebericht
Het zorgkantoor zal dit antwoord toetsen aan de eigen registratie.
a.
De aanbieder heeft de declaratieberichten over 2014 tijdig aangeleverd wanneer het zorgkantoor het bericht binnen een maand volgend op de maand waarin de zorg is geleverd ontvangen heeft.
De aanbieder heeft de declaratieberichten tijdig aangeleverd.
Beoordeeld wordt de situatie over de eerste helft van 2014
In de beoordeling worden de ontvangen declaratieberichten over de zorgperiode 4
b.
De aanbieder heeft de declaratieberichten juist aangeleverd.
januari tot en met mei 2014 meegenomen. De aanbieder heeft de declaratieberichten over 2014 juist aangeleverd indien er minder dan 5% is afgekeurd. In de beoordeling worden de ontvangen declaratieberichten over de zorgperiode januari tot en met mei 2014 meegenomen.
3. Nacalculatie a.
De nacalculatie (over het volledige volume) wijkt minder dan 1% of met een bedrag lager dan €100.000 af van de realisatie in de productiemonitor
Er moet voldoende aansluiting zijn tussen de realisatie in de productiemonitor en de feitelijk goedgekeurde productie zoals weergegeven in de nacalculatie. Het zorgkantoor toetst dit door de realisatie in de productiemonitor 2013 te vergelijken met de nacalculatie 2013.
b.
De onderbesteding in geld (over het volledige volume) bij de nacalculatie 2013 bedraagt 1% of minder of betreft een bedrag lager dan €100.000
Er moet voldoende aansluiting zijn tussen de laatst gemaakte productieafspraak en de nacalculatie. Het zorgkantoor toetst dit aan de hand van het nacalculatieformulier 2013.
4. Informatieverstrekking a.
De informatie die de aanbieder aan de cliënt verstrekt is duidelijk, volledig en actueel. In ieder geval wordt de cliënt geïnformeerd over het zorgaanbod, de kwaliteit van zorg, de financiële aspecten van de zorg (eigen bijdrage), (tarieven voor) aanvullende diensten, de klachtenprocedure en wachttijden.
De informatie is voor iedereen beschikbaar, ongeacht of hieraan een specifieke zorgvraag vooraf gaat. De informatie bevat in ieder geval: - het zorgaanbod; - de kwaliteit van zorg; - de financiële aspecten van de zorg (eigen bijdrage); - de aanvullende diensten (en bijbehorende tarieven); - de klachtenprocedure; - de wachttijden. Het zorgkantoor zal dit antwoord toetsen aan de website van de aanbieder. 5
Beoordeeld wordt de situatie juli 2014. 5. Tijdigheid a.
De aanbieder heeft de nacalculatie en het jaarverslag tijdig aangeleverd
De aanbieder heeft de nacalculatie vóór 2 mei 2014 volledig aangeleverd bij het zorgkantoor. De nacalculatie wordt als onvolledig beschouwd wanneer ten minste één van de volgende onderdelen niet tijdig aangeleverd was: - definitieve opgave van de gerealiseerde productie; - kapitaallasten 2013; - overige nacalculeerbare onderdelen van 2013; - controleverklaring van de accountant. Daarnaast heeft de aanbieder het jaarverslag vóór 1 juni 2014 volledig gepubliceerd op jaarverslagenzorg.nl. Het jaarverslag wordt als onvolledig beschouwd wanneer ten minste één van de volgende onderdelen niet tijdig gepubliceerd was: - maatschappelijk verslag; - jaarrekening; - accountantsverklaring. Eventuele bezwaren zullen in elk geval worden afgewezen indien overschrijding van de deadline niet tijdig aan het zorgkantoor is gemeld.
6. Medewerkers a.
b.
Het percentage ziekteverzuim (excl. zwangerschapsverlof) van de aanbieder is lager dan of gelijk aan het landelijke gemiddelde.
Het zorgkantoor baseert de score op het jaarverslag 2013.
De aanbieder scoort op of boven het (branch)gemiddelde in de meest recente medewerkerstevredenheidsonderzoek.
Het medewerkerstevredenheidsonderzoek dient minimaal één keer per twee jaar te worden uitgevoerd door een externe organisatie.
Voor de V&V is het landelijke gemiddelde 5,58% en voor de gehandicaptenzorg 5,1%
6
Het zorgkantoor toetst dit aan de hand van het jaarverslag 2013. 7. Transparantie De aanbieder houdt het zorgkantoor actief op de hoogte van de ontwikkelingen bij de aanbieder
Het zorgkantoor hecht veel waarde aan het samenwerken met aanbieders. Transparantie is daar een belangrijk onderdeel van. Voorbeelden van ontwikkelingen waar het zorgkantoor pro-actief en volledig over geïnformeerd wil worden zijn: - samenwerkingsafspraken; - plannen in de capaciteit / het vastgoed; - kwaliteitsmetingen en/of Inspectie-onderzoeken; - etc.