Toelichting bij de begroting 2015 van de Protestantse Gemeente te Pijnacker en Delfgauw . 1.Inleiding. Hierbij presenteert het College van Kerkrentmeesters formeel de tweede (en feitelijk de derde) begroting van de Protestantse Gemeente te Pijnacker en Delfgauw. De opzet van deze begroting komt in grote lijnen overeen met vorige begroting. Deze begroting wordt beïnvloed door druk op de inkomsten, zowel van het levende geld als de opbrengsten van het vermogen. In het onderstaande wordt hier verder op ingegaan. 2. Beleidsuitgangspunten. Een begroting is een raming van voorgenomen uitgaven en verwachte inkomsten. Daarbij heeft een begroting meerdere functies; naast een machtiging aan het College van Kerkrentmeesters om uitgaven tot een bepaald maximum te mogen doen, wordt in de begroting het beleid van de kerkelijke gemeente tot uitdrukking gebracht. Daarbij komen dan vragen aan de orde, zoals wat zijn onze (hoofd) doelstellingen als kerkelijke gemeenschap voor de komende tijd, wat willen daarbij bereiken en op welke manier en wat mag het kosten? Om deze vragen te kunnen beantwoorden is een beleidsplan een goed hulpmiddel. De Algemene Kerkenraad heeft ten behoeve van de fusie een eerste aanzet hiervoor gegeven; aan de verdere uitwerking van de beleidsvoornemens wordt nog gewerkt en de AK is van plan in de loop van 2015 een nieuw beleidsplan te presenteren. Eén van de onderdelen vormt een plan van aanpak op het terrein van de communicatie. In de toelichting op de begroting 2014 is vermeld dat het College zelf ook aan het nadenken is over de kerntaken van onze gemeente. Hiervoor is een discussiestuk opgesteld, waarbij tegen de achtergrond van de toenemende ontkerkelijking en de trend van lagere opbrengsten vragen aan de orde komen zoals: wat zijn de prioriteiten binnen onze gemeente? De toedeling en besteding van de middelen spelen daarbij een centrale rol. De gedachten die hierover leven bij het College worden bij het beleidsplan betrokken. Ook in 2015 staat het plaatselijke kerkenwerk centraal: de verkondiging, de erediensten, de pastorale zorg in ruime zin, het jeugdwerk in diverse vormen, ouderenpastoraat, vormings- en toerustingswerk en andere vormen van gemeente zijn. Maar voor het gemeentewerk hebben we naast de personele component ook materiaal en gebouwen nodig. Dan gaat het om zaken als het zorgdragen voor het onderhoud van de gebouwen en de begraafplaats. Kunnen we dit allemaal in stand houden als mogelijk in de toekomst de middelen onder druk komen te staan. Het is duidelijk dat dit noodzaakt tot het maken van keuzes, niet als de daling van de inkomsten al in zicht is maar, tijdig daarvoor. Telkens zullen we bij de concrete besluitvorming over elk onderdeel de afweging moeten: waar geven we prioriteit aan en waarom en is dit een juiste beslissing voor de komende tijd? Een optimale allocatie van de beschikbare middelen is alleen mogelijk als vooraf geen vaste stellingen zijn betrokken. Het waarom van de uitgaven verdient steeds weer onze aandacht. 3. Decentrale begrotingen. In de begroting 2013 is gestart met wijkbegrotingen onder bepaalde voorwaarden. Kort gezegd komt het hierop neer dat grote posten als kosten predikanten, onderhoud en exploitatie van gebouwen
centraal worden behartigd. Onderwerpen die echt op het terrein van de wijkgemeenten liggen worden ook financieel toevertrouwd aan de wijkraden van kerkrentmeesters van de wijken. Het gaat daarbij om posten als (bijzondere) kosten eredienst, muziek, catechese, jeugdwerk, gemeentelijke activiteiten, vorming en toerusting e.a. Per wijk zijn ook afspraken gemaakt over de budgetverantwoordelijkheid. Ook in de begroting 2015 zijn de wijkbegrotingen weer opgenomen; daarbij is rekening gehouden met wijk specifieke omstandigheden. 4.Overige uitgangspunten voor de begroting 2015. Voor het opstellen van deze begroting is een aantal uitgangspunten gehanteerd. Verder is gebruik gemaakt van de richtlijnen van de Vereniging voor Kerkrentmeesterlijk Beheer (VKB) en informatie van de landelijke PKN en het Centraal Planbureau inzake lonen en prijzen. Ter toelichting nog het volgende: -gebruikelijk is om voor de ramingen 2015 de uitkomsten van de laatste jaarrekeningen, aangevuld met de voorlopige inzichten van 2014 te betrekken. Voor de loon- en prijsstijging is uitgegaan van een stijgingspercentage van 1,5, resp. 1 ¼; voor de zakelijke rente is ruim 1 % verondersteld. -de PKN heeft informatie verstrekt m.b.t. de “arbeidsvoorwaarden” van de predikanten. -voor zover er financiële ruimte is, is rekening gehouden met een aantal wensen van de wijkgemeenten. -fondsen: deze staan vermeld in par. 3.1 met een specificatie van een aantal mutaties. 5 Uitkomsten van de begroting 2015 en beoordeling van daarvan. De financiële en economische omstandigheden vormen ook voor de kerkelijke gemeenschap nog steeds voor bezorgdheid op verschillende fronten. Alom bestaat er onzekerheid over de inkomens, de werkloosheid, pensioenen, internationale ontwikkelingen, zorg en andere onderwerpen. Dat houdt ook risico’s in voor de exploitatierekening van onze Protestantse Gemeente. Juist in zo’n situatie past het om ook als kerk zuinig en gepast met de beschikbare middelen om te gaan. Hiervan uitgaande en rekening houdend met genoemde onzekerheden is het College dankbaar dat het een sluitende begroting kan presenteren. Begroten en ramingen zijn altijd met onzekerheden omgeven, maar getracht is om op basis van de beschikbare informatie zo goed mogelijk de baten en lasten voor 2015 op te stellen. 6. Toelichting van enkele afzonderlijke posten. Algemeen: In de kolom rekening 2013 zijn de resultaten van de eerste jaarrekening van de Protestantse gemeente opgenomen. Specifiek: -opbrengsten AKB/collecten
De toezeggingen voor de AKB voor het jaar 2014 blijven enkele procenten achter t.o.v. de raming in de begroting 2014 . Op grond hiervan en de gezien de afname van het ledental is de raming voor 2015 lager gehouden (€ 405.000,-). Bij de raming van de kerkcollecten is rekening gehouden met de afdracht van enkele collectes aan de PKN, als een vrijwillige aanvulling van het verplichte quotum. De opbrengst van de collecte voor de landelijke Solidariteitskas levert volgens huidige inzichten minder op dan geraamd; dit komt overeen met het beeld van voorgaande jaren. Deze collecte vindt maar een matige respons bij gemeenteleden. -rente inkomsten. De zakelijke rente beweegt zich op een erg laag niveau, iets meer dan 1%. Het College oriënteert zich op andere beleggingsvormen en is daarover in overleg met banken. Daarnaast wordt de opbrengst positief beïnvloed door een meerjarige lening aan de Interkerkelijke Stichting voor Seniorenhuisvesting te Pijnacker (IKS). -exploitatie gebouwen. In de loop van 2015 en 2016 hopen onze koster-beheerders de pensioengerechtigde leeftijd te bereiken. Dat vormde voor het College aanleiding om een Werkgroep Beheer Gebouwen in te stellen. De werkroep heeft, m.n. vanuit de financiële invalshoek, mogelijke opties bekeken hoe in de toekomst verder te gaan met het beheer van de gebouwen. Het College heeft de beginselbeslissing genomen dat het beheer zal worden gedecentraliseerd met hantering van een bepaald budget. Dit beginsel wordt de komende tijd nader uitgewerkt. De koster-beheerder van de Dorpskerk en begraafplaats heeft aangeven dat hij tot 1 mei 2017 zijn functie wil blijven voortzetten. In de begroting is uitgegaan van een uren verdeling over de Dorpskerk en de begraafplaats van 40% – 60%. Voor de Acker en het Kerkelijk Centrum zijn voor de exploitatie voor de tweede helft van 2015 in afwachting van de verdere invulling voorlopige aannames gehanteerd en voor een deel stelposten voor het beheer opgenomen. Voor de Ontmoetingskerk blijven de huidige afspraken van kracht (parttime beheer, aangevuld met vrijwilligers) tot een vacature ontstaat. Verder zijn de uitkomsten 2013 en de voorlopige inzichten van 2014 betrokken bij de exploitatieramingen van de gebouwen. De huurders van het CJMV-gebouw ondervinden de consequenties van het wegvallen van gemeentelijke subsidies. Eén van de huurders heeft inmiddels de huur opgezegd. -begraafplaats. I.v.m. een stijgende tendens van het aantal begrafenissen is de raming van de exploitatie van de begraafplaats bovenwaarts bijgesteld. -kosten predikanten. De PKN heeft de bijdragen aan de landelijke kas van de predikanten voor 2015 vastgesteld. Van de vergoedingen vormt de tegemoetkoming voor de inkomensafhankelijke zorgpremie aan de predikanten de grootste post. De ramingen kunnen nog wijziging ondergaan i.v.m. het arbeidsvoorwaardenoverleg.
-overige kosten pastoraat. De belangrijkste posten onder deze categorie betreffen de uitgaven voor pastoraat en gemeentewerk die via de wijkbudgetten verlopen. Voor kleine aanschaffingen zijn elders onder bestaande posten reserveringen opgenomen. Verder zijn enkele centrale posten opgevoerd. Voor de online versie van het nieuwe liedboek moeten jaarlijks vergoedingen worden betaald. -bijdragen en subsidies. Voor de afdracht van de bijdragen aan de Solidariteitskas is uitgegaan van een bedrag van € 5,- per belijdend lid. Subsidies worden o.a. verstrekt aan het Beraad van Kerken in Pijnacker, aan de IKOS (bijbel onderricht op openbare scholen), en de Interkerkelijke Commissie voor diensten van verstandelijk gehandicapten. Voor de RJO is van een lagere bijdrage uitgegaan, omdat het merendeel van de kosten van jeugdactiviteiten in de wijkbudgetten is opgenomen. -kosten van beheer en administratie. Hier doen zich t.o.v. de begroting 2013 beperkte verhogingen en verlagingen voor. 7. Toevoegingen en onttrekkingen aan de fondsen (par. 3). Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat onttrekkingen bij de verschillende fondsen en voorzieningen het totaal van de lopende begroting niet beïnvloeden; wel hebben deze mutaties uiteraard consequenties voor het liquiditeitsbeheer. Voort is een complicatie dat soms moeilijk valt te voorspellen wanneer de voorgenomen investeringen/uitgaven (zullen) worden gedaan, i.v.m. vertragingen in de voorbereiding en uitvoering en soms vanwege subsidie technische redenen. Daarom is vanwege formele redenen in een aantal gevallen een bedrag of een deel daarvan van het vorige jaar opnieuw opgenomen. a)toevoegingen aan de onderhoudsfondsen. De toevoegingen aan de verschillende onderhoudsfondsen werden gebaseerd op een meerjarige onderhoudsplanning. Idealiter zouden deze plannen elk moeten worden geactualiseerd. Het College wil hierbij ook voor zover mogelijk rekening houden met duurzaamheid. Daarom is besloten om het meerjarig duurzaam onderhoud (met het zichtbaar maken van evt. hogere kosten) op te starten met behulp van een software pakket (voor 10 gebouwen). Ten tijde van de voorbereiding van de begroting kon hiervan nog geen gebruik worden gemaakt; daarom zijn de bestaande onderhoudsplannen door de meest betrokken kerkrentmeesters geactualiseerd. Het College heeft begin 2014 een nieuwe aanvraag ingediend om in aanmerking te komen voor de gewijzigde subsidieregeling (BRIM) voor het meerjarig onderhoudsplan van de Dorpskerk. Inmiddels is bericht ontvangen dat we voor de periode 2015 - 2020 in aanmerking komen voor een subsidie van ruim € 24.600,- (onder voorbehoud dat de wetgever de middelen beschikbaar stelt). Los van de mogelijkheden via de subsidie invalshoek neemt het College evenals in voorgaande jaren actie voor een concrete aanpak, zoals de westgevel. Over de plannen om het orgel van de Dorpskerk te restaureren moet nog verdere besluitvorming plaatsvinden. Hiervoor is verder intern en extern beraad nodig mede gelet op de kosten. Voorts zal de gemeente worden gehoord over de voorgenomen plannen.
b)belangrijkste onttrekkingen: -onderhoud kerkgebouwen: aanbouw/Dorpskerk onderdelen onderhoudsplan DK € 60.000,-; aanbouw € 22.000,- (w.o. reservering c.v. installatie); de Acker: reservering c.v. installatie, schilderwerk en kozijnen “Poortgedeelte” € 25.000,-; Kerkelijk Centrum: bitumineuze dakbedekking, schilderwerk, jalouzieën en diversen € 25.000,-; Ontmoetingskerk: metselwerk, mechanische ventilatie en div. € 25.000,-. Verder is een reservering voor stoelen in de Acker ad € 11.000,- opgenomen en is rekening gehouden met diverse aanschaffingen bij de wijken. - CJMV-gebouw: diversen € 9.000,-. -pastorieën: Koningshof € 4.000,-; Spaerwoude € 3.000,- en Delfgauw € 1.500,-woningen: diversen € 10.500,-begraafplaats: diverse aanschaffingen en voorzieningen € 5.000,-fonds kerkorgels: PM afhankelijk van de besluitvorming over het orgel DK
PH/18 sept. 2014