Toelichting aanvraagformulier instandhoudingssubsidie periode 2016 - 2021 Deze toelichting op het aanvraagformulier voor instandhoudingssubsidie in het kader van het Besluit rijkssubsidiëring instandhouding monumenten 2013 (Brim 2013) bevat belangrijke informatie en uitleg bij bepaalde vragen en indieningsvereisten. Toelichting algemeen deel Vraag 1 en ondertekening Eigenaar De eigenaar is de natuurlijke of rechtspersoon die het recht van eigendom of een ander zakelijk recht heeft op een of meer monumenten of zelfstandige onderdelen daarvan. Met eigendom wordt het juridische eigendom bedoeld. Huurders, beheerders en economisch eigenaren hebben geen zakelijk recht op het monument en komen niet in aanmerking voor de instandhoudingsregeling. Het kan zijn dat een beschermd monument of zelfstandig onderdeel in onverdeelde eigendom is bij meerdere mede-eigenaren samen. Bijvoorbeeld bij huwelijkspartners en erfgenamen (onverdeelde boedel). Een van de mede-eigenaren doet de aanvraag dan mede namens de overige mede-eigenaren. Bij erfgenamen is daarvoor een machtiging van de overige mede-eigenaren (erfgenamen) nodig, bij huwelijkspartners niet. Is een machtiging van de mede-eigenaren nodig, dan moet deze bij de aanvraag worden gevoegd. In plaats daarvan kunnen de mede-eigenaren het aanvraagformulier ook medeondertekenen. Daarvoor kan gebruik worden gemaakt van blad 4 van het aanvraagformulier. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) kan de eigenaargegevens controleren in het Kadaster. Indien de gegevens in het Kadaster niet overeenkomen met de gegevens zoals ingevuld op het aanvraagformulier, kan de RCE om aanvulling of verduidelijking van uw aanvraag verzoeken. Indien de kadastergegevens naar uw mening onjuist zijn of wat betreft tenaamstelling afwijken, voegt u dan documenten bij uw aanvraag ter onderbouwing van de door u ingevulde eigenaargegevens. Bent u enig erfgenaam en blijkt uw eigendom niet uit het Kadaster, dan dient u een bewijsstuk bij de aanvraag te voegen (bijvoorbeeld een kopie van het testament). Een aanvraag kan ook namens de eigenaar worden ingediend door een gemachtigde. In dat geval vult u bij deze vraag de eigenaargegevens in en bij vraag 2 de gegevens van de gemachtigde. Vraag 5 Aantal beschermde monumenten / zelfstandige onderdelen Bij deze vraag geeft u aan voor hoeveel afzonderlijke beschermde monumenten of zelfstandige onderdelen u subsidie aanvraagt. Een aanvraag kan één of meerdere beschermde monumenten of zelfstandige onderdelen bevatten. Een beschermd monument heeft één monumentnummer. Zelfstandige onderdelen hebben in principe het monumentnummer van het beschermd monument waarvan ze deel uitmaken. Het kan daarbij gaan om gebouwde (bijlage gebouwd), groene (bijlage groen) en/of archeologische monumenten (bijlage archeologie). Heeft uw aanvraag betrekking op meerdere beschermde monumenten of zelfstandige onderdelen, vult u dan per monument of zelfstandig onderdeel een bijlage in.
Toelichting Aanvraagformulier instandhoudingssubsidie periode 2016 – 2021 (versie 25-11-2014)
1
Toelichting bijlagen In het onderstaande overzicht vindt u een toelichting op bepaalde vragen als opgenomen in de drie verschillende bijlagen van het aanvraagformulier; gebouwd, groen en archeologisch monument of een zelfstandig onderdeel daarvan. De verschillende bijlagen worden aangeduid op onderstaande wijze. Indien er geen letteraanduiding bij een bepaald vraagnummer staat, is de toelichting van toepassing op alle drie de bijlagen. Gebouwd: R Groen: G Archeologisch: A Vraag 6 6.01 Rijksmonumentnummer Het monumentnummer is noodzakelijk voor een efficiënte behandeling van uw aanvraag. Vult u het nummer daarom in op alle bijlagen. Mocht u het monumentnummer van uw beschermd monument niet weten, raadpleegt u dan de website www.monumentenregister.nl of neemt u contact op met de InfoDesk van de RCE (033 – 421 74 56). Let op: vult u bij een complex van beschermde monumenten niet het complexnummer in, maar het monumentnummer waaronder het onderdeel van het complex is beschermd. 6.03
Zelfstandig onderdeel Algemeen: indien u de bijlage invult voor een zelfstandig onderdeel van een beschermd monument, geef dan hier een korte omschrijving van het zelfstandig onderdeel. Doel van deze vraag is de afbakening ten opzichte van de overige zelfstandige onderdelen van het beschermd monument. Bij de verplichte bijlagen (vraag R8.07, G8.07 of A8.06) wordt u ook nog gevraagd een tekening of kaart hiervoor bij te voegen.
G6.03 A6.03
Groen en archeologisch: indien u niet de gehele beschermde aanleg of het gehele archeologisch monument in eigendom hebt, dient u de aanvraag voor alle percelen van het beschermd monument waarvan u wel eigenaar bent in één keer te doen.
R6.07
Bewoning Een subsidieaanvraag wordt afgewezen voor zover de aanvraag betrekking heeft op een woonhuis. Voor woonhuizen kan een lening als bedoeld in artikel 2 van het Brim worden aangevraagd. Om te bepalen of een gebouw volgens de Sim als woonhuis gedefinieerd wordt, dient de financieringscheck op www.monumenten.nl/brim geraadpleegd te worden. Aan de financieringscheck kunnen geen rechten worden ontleend.
R6.08
Kerkgebouw Een kerkgebouw is een beschermd monument of zelfstandig onderdeel, dat in oorsprong uitsluitend of voor een overwegend deel is vervaardigd voor het gezamenlijk belijden van de godsdienst of levensovertuiging. Kerktorens gelden weliswaar als zelfstandig onderdeel van een kerkgebouw, maar zijn zelf geen kerkgebouw als hier bedoeld. Pastorieën en kosterswoningen worden aangemerkt als woonhuis en niet als kerkgebouw. Een eigenaar van een kerkgebouw moet verklaren dat het kerkgebouw gedurende de gehele instandhoudingsperiode een functie heeft. Die functie kan religieus zijn of nietreligieus, of een combinatie van verschillende functies. Leegstand, kraak of anti-kraak worden niet als bestendig gebruik erkend. De eigenaar stemt zijn verklaring, voor zover dat aan de orde is, zelf af met de kerkelijke koepelorganisatie. Een kerktoren op zich geldt niet als kerkgebouw. Voor een aanvraag voor alleen een kerktoren hoeft dan ook geen verklaring omtrent bestendig gebruik te worden ingediend.
Toelichting Aanvraagformulier instandhoudingssubsidie periode 2016 – 2021 (versie 25-11-2014)
2
A6.09
Bij deze vraag geeft u aan uit welke verschillende elementen het beschermd archeologisch monument of zelfstandig onderdeel bestaat en wat de aard van het terrein is (bos of geen bos, nat of droog). Daarbij geeft u tevens de aantallen aan in de diverse eenheden. De eenheden staan vermeld achter de verschillende elementen. Deze eenheden vult u tevens in in de meerjarenbegroting als bedoeld bij vraag A8.01. Hieronder volgt - voor zover nodig - een uitleg per element. Zichtbare archeologische monumenten Grafheuvel Het heuvellichaam (of resten daarvan) inclusief de bijbehorende randstructuren (bijvoorbeeld ringgreppels) en de 10 meter zone. Hunebed Spreekt voor zich. Aardwerk Omvat (inclusief bijbehorende greppels, grachten en wallen van) motteheuvel, kerkheuvel, walburg, schansen, vliedberg, schapen-, mars- en bijenkamp, landweer, banscheiding, borg- en stinseheuvels, zichtbare resten van Celtic Fields en van urnenveld, karresporen en huisterp of vergelijkbare zichtbare objecten waar groot machinaal maaimateriaal (bijvoorbeeld kleppelmachine) niet kan worden ingezet. Dijk, dorpsterp Omvat dorpswierde, wierdijk, en andere zichtbare elementen en vergelijkbare zichtbare objecten waar groot machinaal maaimateriaal (bijvoorbeeld kleppelmachine) wel kan worden ingezet. Scheepswrakkenheuvels Ingepakte scheepswrakken toegedekt met een heuvel. Abri, (vuursteen)mijn, groeve Inclusief ondergrondse vuursteenmijnen. Steenbouw Resten van (ruïnes) van kastelen, kloosters, molenplaatsen, veldovens, steenhopen, borgen, villa’s en vergelijkbare objecten. Niet zichtbare archeologische monumenten Niet zichtbare resten Omvatten onder andere sporen van bewoning, begraving, beakkering (m.u.v. zichtbare Celtic Fields), grondstofexploitatie, industriële activiteiten en vergelijkbare niet zichtbare resten. In bos gelegen Wat betreft de reguliere instandhouding en de hoogte van de instandhoudingskosten maakt het uit of de werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd in bos of open gebied. Voor de definitie bos wordt verwezen naar de Boswet. De Boswet is van toepassing op alle bossen en houtopstanden groter dan 10 are of - in geval van rijbeplantingen - meer dan twintig bomen die gelegen zijn buiten de zogenaamde ‘bebouwde kom Boswet’. Bij de berekening van de subsidiabele instandhoudingskosten wordt uitgegaan van bos als er sprake is van tenminste 75% bosbedekking op de aangegeven complextypen. In nat gebied gelegen tijdens uitvoering van de werkzaamheden Er is sprake van natte of drassige situaties als het beschermd archeologisch monument of zelfstandig onderdeel in een gebied ligt met tenminste 75% grondwatertrap I en/of II. Aan de hand van de meest actuele grondwatertrapkaart (1:10.000 of 1:50.000) kunt u bepalen welke grondwatertrap(pen) voor het monument gelden.
Toelichting Aanvraagformulier instandhoudingssubsidie periode 2016 – 2021 (versie 25-11-2014)
3
Vraag 7 7.02 Verrekening of terugvordering van de btw Hier vult u in of de eigenaar in het bezit is van een btw-nummer en of (een deel van) de btw conform het besluit van de Belastingdienst is terug te vorderen. In het geval dat de btw geheel of gedeeltelijk terugvorderbaar dan wel compensabel is, dient u dit in de begroting te verwerken op de wijze zoals in de handleiding van het RCE-begrotingsmodel is aangegeven. Gemeenten en provincies kunnen onder voorwaarden betaalde btw terugkrijgen uit het btw-compensatiefonds. Zij dienen na te gaan of zij voldoen aan de criteria, genoemd in de Wet op het btw-compensatiefonds. De RCE controleert regelmatig bij de Belastingdienst of subsidieontvangers de btw kunnen verrekenen op grond van de Wet op de omzetbelasting 1968 of de Wet op het btw-compensatiefonds. R7.03
Herbouwwaarde Voor een toelichting op de herbouwwaarde en een correcte onderbouwing hiervan, verwijzen wij u graag naar het speciaal hiervoor opgestelde informatieblad op www.monumenten.nl/brim.
R7.04 G7.03 A7.03
Situaties die van invloed zijn op de subsidieverlening In de Sim is een aantal bepalingen opgenomen die van invloed zijn op een eventuele subsidieverlening. Enerzijds gaat het om bepalingen die een subsidieverlening niet mogelijk maken, anderzijds gaat het om bepalingen die van invloed zijn op het subsidiabel stellen van kosten van werkzaamheden. Gelet op het voorrangscriterium van de laagste totale begroting eerst, is het raadzaam om geen kosten in de meerjarenbegroting op te voeren die niet kunnen worden gesubsidieerd. Voert u dergelijke kosten toch op, geeft u dan duidelijk aan in de meerjarenbegroting welke kosten het betreft. Andere rijkssubsidies, vergoeding verzekering of andere dekking kosten De subsidieaanvraag wordt afgewezen voor zover deze subsidiabele kosten betreft waarvoor subsidie is verleend op grond van een andere rijkssubsidieregeling. Hiermee wordt een opeenstapeling van rijkssubsidies voorkomen. Indien die mogelijkheid bestaat, mag echter wel een beroep gedaan worden op: andere rijksoverheidsinstanties ter dekking van de niet-subsidiabele kosten; decentrale overheden, zowel voor dekking van de niet-subsidiabele kosten als voor het niet door rijkssubsidie gedekte deel van de subsidiabele kosten; de diverse (cultuur)fondsen, zowel voor dekking van de niet-subsidiabele kosten als voor het niet door subsidie gedekte deel van de subsidiabele kosten. Voor zover in het geval van schade de subsidiabele kosten van werkzaamheden gedekt (kunnen) worden door een vergoeding op grond van een verzekering, wordt voor deze kosten geen subsidie verleend. Voor zover de subsidiabele kosten voor meer dan 50% worden gedekt door subsidies of bijdragen van derden, komen ze niet voor rijkssubsidie in aanmerking. Het kan bijvoorbeeld gaan om een provinciale of gemeentelijke subsidie of een bijdrage van een fonds. Subsidieverlening in de jaren 2010 t/m 2015 Voor een beschermd monument of zelfstandig onderdeel kan per periode van zes jaar slechts één instandhoudingssubsidie worden verleend. Als ten behoeve van een beschermd monument of zelfstandig onderdeel waarop de aanvraag betrekking heeft in de jaren 2010 t/m 2015 een zesjarige instandhoudingssubsidie is verleend op grond van het Brim, het Brim 2011 of het Brim 2013, wordt de aanvraag voor dat beschermd monument of zelfstandig onderdeel afgewezen.
Toelichting Aanvraagformulier instandhoudingssubsidie periode 2016 – 2021 (versie 25-11-2014)
4
Werkzaamheden uitgevoerd door eigenaar zelf Als u werkzaamheden geheel of gedeeltelijk zelf uitvoert of door vrijwilligers laat uitvoeren, komen alleen de kosten van materiaal en materieel in aanmerking voor subsidie. Arbeidsuren van de eigenaar of vrijwilligers komen niet voor subsidie in aanmerking. Voert u voor deze arbeidsuren toch kosten op, geeft u deze dan duidelijk aan op de in het begrotingsmodel aangegeven wijze. Werkzaamheden uitgevoerd door eigen bedrijf Het is mogelijk dat u de werkzaamheden geheel of gedeeltelijk zelf gaat uitvoeren binnen het kader van uw onderneming en/of door personeel dat in loondienst is bij die onderneming. In het instandhoudingsplan, en dus ook in de daartoe behorende meerjarenbegroting dient u duidelijk aan te geven welke werkzaamheden u zelf of uw personeel uitvoert. In het algemeen geldt dat de kosten van ‘zelfwerkzaamheid’ alleen dan subsidiabel zijn, indien u achteraf kunt aantonen (bijvoorbeeld door middel van een accountantsverklaring) hoeveel uren door uzelf of uw personeel binnen het kader van een door u gedreven onderneming zijn besteed aan subsidiabele werkzaamheden. Uren die zijn besteed buiten het kader van de door u gedreven onderneming gelden als ‘doehet-zelf’-uren en daarvoor opgevoerde kosten zijn niet subsidiabel. Voert u hier toch kosten voor op, geeft u deze dan duidelijk aan op de in het begrotingsmodel aangegeven wijze. Reeds uitgevoerde werkzaamheden Een subsidieaanvraag heeft betrekking op de jaren 2016 t/m 2021. Werkzaamheden die vóór die periode zijn uitgevoerd, komen niet voor een subsidieverlening in aanmerking. Alleen kosten die eerder gemaakt worden ten behoeve van de aanvraag (zoals onderzoekskosten of kosten voor het opstellen van het instandhoudingsplan) kunnen voor subsidie in aanmerking komen. Doelmatigheid instandhoudingsplan Een instandhoudingsplan is doelmatig als het betrekking heeft op de werkzaamheden die in het inspectierapport als (het meest) urgent zijn aangemerkt. Als dit niet het geval is, dient u dat hier aan te geven. Indien de werkzaamheden worden uitgevoerd gedurende de instandhoudingsperiode waarvoor subsidie wordt gevraagd en ze worden bekostigd met andere middelen dan rijkssubsidie, kunt u dat ook hier aangeven. In dat geval kan het instandhoudingsplan alsnog als doelmatig worden aangemerkt. Als de urgente(re) werkzaamheden uit het inspectierapport niet worden uitgevoerd gedurende de instandhoudingsperiode, kunt u hier een toelichting geven waarom u een andere keuze maakt en wanneer deze werkzaamheden wel zullen worden uitgevoerd. Vraag 8 (verplichte bijlagen) R8.07 Verplichte bijlage bij een aanvraag voor een gebouwd zelfstandig onderdeel Alleen als de aanvraag betrekking heeft op een zelfstandig onderdeel stuurt u een of meer tekeningen mee waarop de ligging en omvang daarvan, alsmede de afbakening ten opzichte van de aangrenzende zelfstandige onderdelen, duidelijk worden weergegeven. Dit indieningsvereiste geldt niet als het hele beschermde monument bestaat uit één zelfstandig bouwkundige eenheid of kerktoren. Wat voor tekening moet worden overgelegd, hangt af van de specifieke situatie. Bij vrijstaande gebouwen of bouwwerken kan worden volstaan met een overzichts- of situatietekening. Bij aan elkaar gebouwde zelfstandig bouwkundige eenheden is een nauwkeuriger inzicht in de bouwkundige en functionele scheiding nodig. Uit de tekening moet duidelijk blijken dat het om een zelfstandig bouwkundig en functioneel geheel gaat. Dat wil zeggen dat het geheel bouwkundig gescheiden moet zijn van de aangrenzende bebouwing, een eigen toegang moet hebben en afzonderlijk te gebruiken moet zijn. De tekening dient een dakplattegrond te bevatten, alsmede plattegronden van de begane grond en de verdiepingen met daarin aangegeven de dragende en scheidende wanden en de toegangs- en binnendeuren.
Toelichting Aanvraagformulier instandhoudingssubsidie periode 2016 – 2021 (versie 25-11-2014)
5
G8.08
Beargumenteerde opgave van alle in de meerjarenbegroting opgenomen ‘prioriteit 1 Kernwaarden’. Niet alle voor de instandhouding noodzakelijke kosten kunnen op grond van de Sim worden gesubsidieerd. Er is in de Leidraad subsidiabele instandhoudingskosten 2013 (in paragraaf 92 voor groene monumenten) een splitsing aangebracht tussen subsidiabel onderhoud enerzijds en niet subsidiabel onderhoud en restauratie anderzijds. Subsidiabel op grond van de Sim zijn onderhoudswerkzaamheden met ‘prioriteit 1’. Dit zijn onderhoudswerkzaamheden aan de hoofdstructuur en de aantoonbare kernwaarden (hoofdkarakteristiek) van groene monumenten. Kernwaarden zijn elementen die aantoonbaar tot de hoofdkarakteristiek(en) van de aanleg behoren doordat ze in hun context uniek of zeldzaam zijn. Onderhoudswerkzaamheden met ‘prioriteit 2’ en restauratiewerkzaamheden zijn niet subsidiabel op grond van de Sim. De in de meerjarenbegroting opgenomen kernwaarden moeten worden aangetoond bij de aanvraag. Dit doet u door een opgave van deze kernwaarden, gevolgd door een argumentatie waaruit blijkt dat het om kernwaarden gaat. U beargumenteert dit aan de hand van een tuinhistorisch rapport of kopieën uit literatuur (relevante pagina’s en titelblad). Vermelding in de registeromschrijving van de beschermde aanleg is niet doorslaggevend. Of kernwaarden voldoende zijn aangetoond, is aan het oordeel van de minister.
Vraag 8 (optionele bijlagen) R8.08 Algemene toelichting Een opnametekening geeft de toestand weer ten tijde van het opstellen van het instandhoudingsplan. Op deze tekening worden aangegeven: de plaats van de gebreken de omvang en ernst van de gebreken Een plantekening geeft de toestand weer zoals die gewenst wordt/bedoeld is na uitvoering van het instandhoudingsplan. Op deze tekening worden aangegeven: alle geplande wijzigingen ten opzichte van de bestaande toestand de fasering van de geplande instandhoudingswerkzaamheden Plan- en opnametekening mogen worden samengevoegd. Dakplattegrond (opname- en plantekening) Bouwkundige tekening (schaal 1:100 en met schaalstok) van het bovenaanzicht van het beschermd monument of zelfstandig onderdeel, waarop is aangegeven de: vorm en omvang van het dak/de daken; soort(en) dakbedekking(en); vorm en materiaal van de goten; plaats en omvang van dakdoorbrekingen (schoorsteen, dakkapel, enz.); plaats van de bliksemafleiding; plaats van de ARBO-voorzieningen en de soort (haken, ogen, rail, enz.); plaatsen (overeenkomstig genummerd) waarvandaan de bijgevoegde overzichtsen detailfoto’s zijn gemaakt Een dakplattegrond is nodig, indien bijvoorbeeld ingrijpend herstel aan het dak, de dakbedekking en/of de goten uitgevoerd zal worden.
Gevelaanzichten (opname- en plantekening) Bouwkundige tekening (schaal 1:100 en met schaalstok) van alle buitengevels van het beschermd monument of zelfstandig onderdeel, waarop is aangegeven de: vorm en omvang van het beschermd monument of zelfstandig onderdeel; soort(en) bouwmateriaal; soort(en) gevelafwerking; vorm, omvang en materiaal van de gevelopeningen; onderdelen (overeenkomstig genummerd) waarvan de bijgevoegde detailfoto’s zijn gemaakt. Een gevelaanzicht is nodig, indien bijvoorbeeld ingrijpend herstel aan de vensters, gevelbekleding en/of metselwerk uitgevoerd zal worden.
Toelichting Aanvraagformulier instandhoudingssubsidie periode 2016 – 2021 (versie 25-11-2014)
6
Plattegronden (opname- en plantekening) Bouwkundige tekening (schaal 1:100 en met schaalstok) van de begane grond en eventuele kelder en/of andere verdiepingen van het beschermd monument of zelfstandig onderdeel, waarop is aangegeven de: vorm en omvang van de diverse ruimtes; dragende en niet-dragende muren; balklagen; bijzondere elementen; onderdelen (overeenkomstig genummerd) waarvan de bijgevoegde detailfoto’s zijn gemaakt. Plattegronden zijn nodig, indien bijvoorbeeld ingrijpend herstel aan dragende muren en/of balklagen uitgevoerd zal worden. Doorsneden (opname- en plantekening) Bouwkundige tekening (schaal 1:20 of 1:100 en met schaalstok) van de dwars- en/ of langsdoorsnede van het beschermd monument of zelfstandig onderdeel, waarop is aangegeven de: hoogte van het gehele beschermd monument of zelfstandig onderdeel en van de onderscheiden bouwlagen; draagstructuur/draagconstructie. Deze tekeningen zijn nodig, indien bijvoorbeeld ingrijpend herstel aan de draagstructuur en/of balklagen uitgevoerd zal worden. Constructiedetails (opname- en plantekening) Bouwkundige tekening (schaal 1:100 en/of 1:20 en/of 1:5 en/of 1:1 en met schaalstok) van kenmerkende onderdelen van constructieve aard waarop is aangegeven de: vorm, omvang en constructieve opbouw van het onderdeel specifieke kenmerken van het onderdeel Deze tekeningen zijn nodig, indien bijvoorbeeld ingrijpend herstel aan de draagstructuur, de kap en/of balklagen uitgevoerd zal worden. Details (opname- en plantekening) Bouwkundige tekening (schaal 1:100 en/of 1:20 en/of 1:5 en/of 1:1 en met schaalstok) van kenmerkende onderdelen van constructieve of decoratieve aard waarop is aangegeven de: vorm, omvang en opbouw van het onderdeel specifieke kenmerken van het onderdeel Deze tekeningen zijn nodig, indien bijvoorbeeld ingrijpend herstel aan de draagstructuur en/of een monumentale deuromlijsting of schouw uitgevoerd zal worden. Bouwfysisch rapport Rapport van een ter zake deskundige met de opname van de aard en omvang van bouwfysische problemen (bijvoorbeeld vocht, zout) en/of het advies voor de oplossing daarvan. Dit rapport is nodig, indien bijvoorbeeld ingrijpend herstel van pleisterwerk met veel zoutuitbloei en/of vochtverzadigd metselwerk uitgevoerd zal worden. Constructierapport Rapport van een ter zake deskundige met de opname van de aard en omvang van constructieve problemen (bijvoorbeeld fundering, scheurvorming, instabiliteit) en/of het advies voor de oplossing daarvan. Bij een dergelijk advies horen constructieberekeningen en –tekeningen waaronder, indien van toepassing, een stut- en stempelplan. Dit rapport is nodig, indien bijvoorbeeld ingrijpend herstel van de fundering en/of draagconstructie uitgevoerd zal worden.
Toelichting Aanvraagformulier instandhoudingssubsidie periode 2016 – 2021 (versie 25-11-2014)
7
Decoratie-/kleurrapport Rapport van een ter zake deskundige met de opname van de aard en omvang van specialistische (herstel-)werkzaamheden (bijvoorbeeld wand-/plafondschilderingen, stucwerk, beeldhouwwerk) en/of het advies betreffende de aanpak daarvan. Dit rapport is nodig, indien bijvoorbeeld ingrijpend herstel van een monumentale wandschildering en/of stucplafond uitgevoerd zal worden. Materiaalaantastingsrapport Rapport van een ter zake deskundige met de opname van de aard en omvang van de aantasting van materialen (bijvoorbeeld door schimmels, insecten, planten, e.d.) en/of het advies voor de oplossing van de problemen. Dit rapport is nodig, indien bijvoorbeeld ingrijpend herstel van door bonte knaagkevers aangetaste kapspanten uitgevoerd zal worden. Advies behandelingsmethode/rapport preventieve aspecten Rapport van een ter zake deskundige met het advies betreffende preventieve behandeling tegen bijvoorbeeld vocht en graffiti (impregneren, anti graffiti middel). Dit rapport is nodig – soms in aanvulling op een bouwfysisch rapport - indien bijvoorbeeld het voornemen bestaat om optrekkend vocht in muurwerk te beperken/voorkomen. Bouwhistorisch rapport Rapport van een bouwhistoricus dat de resultaten bevat van zijn onderzoek naar de bouw- en gebruiksgeschiedenis van het beschermd monument of zelfstandig onderdeel, alsmede een daarop gebaseerde waardestelling. Deze waardestelling kan dienen als uitgangspunt voor de (herstel)werkzaamheden die zijn opgenomen in het instandhoudingsplan. De geactualiseerde Richtlijnen bouwhistorisch onderzoek (Den Haag, april 2009) zijn verkrijgbaar bij de RCE en de Rijksgebouwendienst. Dit rapport is nodig, indien bijvoorbeeld een beslissing genomen moet worden over de uitvoeringswijze van ingrijpend herstel van de draagstructuur. A8.07
Tekening bestaande situatie (opnametekening) Overzichtstekening (leesbare schaal en met schaalstok) van het beschermd archeologisch monument of zelfstandig onderdeel, waarop zijn aangegeven: de elementen als bedoeld in vraag A6.09 (grafheuvels, hunebedden etc.); verwijzingen naar eventuele bijgevoegde detailfoto’s (overeenkomstig genummerd); de locatie van profieltekeningen. Deze tekening geeft de toestand weer ten tijde van het opstellen van het instandhoudingsplan. Op deze tekening wordt aangegeven: de plaats van de gebreken; de omvang en ernst van de gebreken. Tekening nieuwe situatie (plantekening) Overzichtstekening (leesbare schaal en met schaalstok) van het beschermd monument of het zelfstandig onderdeel, waarop zijn aangegeven: de elementen als bedoeld in vraag A6.09 (grafheuvels, hunebedden etc.); verwijzingen naar eventuele bijgevoegde detailfoto’s (overeenkomstig genummerd); de locatie van profieltekeningen. Deze tekening geeft de toestand weer zoals die gewenst wordt/bedoeld is na uitvoering van het instandhoudingsplan. Op deze tekening worden aangegeven: alle geplande wijzigingen ten opzichte van de bestaande toestand; de fasering van de geplande instandhoudingswerkzaamheden.
Toelichting Aanvraagformulier instandhoudingssubsidie periode 2016 – 2021 (versie 25-11-2014)
8
Tekeningen constructiedetails (bestaand en nieuw) Bouwkundige tekening (schaal 1:100 en/of 1:20 en/of 1:5 en/of 1:1 en met schaalstok) van kenmerkende onderdelen van constructieve aard (voor zover deze van bouwkundige aard zijn, zoals ruïnes of hunebedden) waarop is aangegeven de: vorm, omvang en constructieve opbouw van het onderdeel specifieke kenmerken van het onderdeel Deze tekeningen zijn nodig, indien bijvoorbeeld sprake is van restauratie/herinrichting waarbij elementen nodig zijn om het waterpeil te verhogen (damwand, sluisje), ondersteuningen van instortende mijngangen en dergelijke. Tekeningen details (bestaand en nieuw), zoals doorsneden of profielen Tekeningen van de doorsnede van het onderdeel, waarop zijn aangegeven: het profiel horizontale en verticale schaal maateenheid ten opzichte van N.A.P. legenda verwijzingen naar de bijgevoegde detailfoto’s (overeenkomstig genummerd) Deze tekeningen zijn nodig, indien bijvoorbeeld sprake is van restauratie van elementen die van belang zijn voor de zichtbaarheid van een grafheuvel in de oude toestand, met de geplande afdekking en ophoging. Archeologisch rapport Een archeologisch rapport is een rapport waarin enkele archeologische aspecten van een monument nader zijn toegelicht. Het kan bijvoorbeeld gaan om de diepteligging van de archeologische resten en lagen of de conserveringstoestand. Het archeologisch rapport dient ter ondersteuning van de te treffen ingrepen, waaruit moet blijken dat deze inderdaad de instandhouding van het monument ten goede komen. Dit rapport is nodig, indien bijvoorbeeld beter zicht moet worden verkregen op de te consolideren objecten. Te denken valt aan de exacte locatie en het juiste profiel bij consolidatie van een grafheuvel. Grondmechanisch rapport Rapport van een ter zake deskundige met de opname van de aard en omvang van eventuele grondmechanische problemen en het advies voor de oplossing ervan. Een dergelijk rapport is nodig, indien bijvoorbeeld sprake is van grote ophogingen die mogelijk leiden tot zetting. Hydrologisch rapport Rapport van een ter zake deskundige met de opname van de aard en omvang van eventuele hydrologische problemen en het advies voor de oplossing ervan. Een rapport is nodig, indien bijvoorbeeld werkzaamheden gericht zijn op het veranderen van de hydrologie en/of wanneer verwacht wordt dat de hydrologie verandering kan ondergaan. Bodem-geochemisch rapport Rapport van een ter zake deskundige met de opname van de aard en omvang van eventuele bodem-geochemische problemen en het advies voor de oplossing ervan. Een rapport is nodig, indien bijvoorbeeld maatregelen zijn gericht op het verbeteren van de bodem en/of de geochemische situatie, en/of wanneer verwacht wordt dat hier veranderingen in kunnen optreden.
Toelichting Aanvraagformulier instandhoudingssubsidie periode 2016 – 2021 (versie 25-11-2014)
9