Toelatingsprocedure vanaf augustus 2012 Zuid-Kennemerland
Regionaal Bestuurlijk Overleg februari 2012
1
Inhoud 1. Toelatingsprocedure PO - VO Zuid-Kennemerland 1.0 Inleiding 1.1 Voor welke leerlingen gelden de afspraken 2. Doelstelling Toelatingsprocedure 2.1 Advies basisschool is leidend 2.2.Kwalitatief hoogwaardige behandeling door de VO school 2.3 Helder proces van schoolkeuze, aanmelding en toelating 3. Afspraken toelatingsprocedure 3.0 Vooraf 3.1. Het basisschooladvies 3.2. Onderwijskundige informatie 3.2.1 Normering CITO LVS en NIO 3.2.2 Uitzonderingen: Leerlingen met specifieke onderwijsbehoefte 3.2.3 Regionale Verwijzingscommissie 4. Kwaliteitszorg 4.1. Verzameling van gegevens rond het schoolkeuzeproces
Bijlagen: 1. Deelnemende schoolbesturen en hun scholen 2. Normering CITO LVS en NIO 3. Voorbeeld rekenmodel CITO LVS
2
1. Toelatingsprocedure vanaf augustus 2012 1.0 Inleiding Het Regionaal Bestuurlijk Overleg (RBO) is opgericht in januari 2011. Het RBO is een bestuurlijke samenwerking tussen PO, VO,MBO en HBO in de regio Zuid-Kennemerland. Het RBO is onderverdeeld in kamers met elk een eigen thema. Kamer 4 behandelt alle thema’s rond “doorlopende lijnen” Eén van de eerste opdrachten aan Kamer 4 is de huidige toelatingsprocedure PO – VO tegen het licht te houden en daar waar nodig aan te passen. De Kamer heeft hiertoe een proces op gang gebracht waarbij het werkveld nauw betrokken is. In een tweetal sessies in het BOVO overleg zijn richtinggevende uitspraken geformuleerd. Deze uitspraken zijn aan de besturen voorgelegd en met hen nader uitgewerkt. Deze toelatingsprocedure is het product van bovenstaand proces.
De besturen van PO en VO Zuid-Kennemerland zorgen ervoor dat gelijkluidende teksten voorkomen in Brugboek, De Overstap Samenwerkingsverband, schoolbrochures e.d. (zie bijlage 1 voor de deelnemende schoolbesturen en hun scholen).
1.1. Voor welke leerlingen gelden de afspraken van de toelatingsprocedure? De toelatingsprocedure is van toepassing op de instroom in het regulier voortgezet onderwijs in de regio Zuid-Kennemerland voor elke leerling met een basisschooladvies voor één van de volgende opleidingen: - Praktijkonderwijs (PRO) - Eén van de leerwegen van het VMBO, met of zonder leerwegondersteunend onderwijs - HAVO - VWO De leerling wordt door de ouders aangemeld bij één van de scholen voor voortgezet onderwijs in Zuid-Kennemerland. Daarbij is het tijdstraject van deze toelatingsprocedure, aangegeven in het Brugboek en De Overstap leidend. Deze afspraak geldt voor alle leerlingen van groep 8 uit het basisonderwijs, het speciaal basisonderwijs of het speciaal onderwijs; ook voor de leerlingen die van een basisschool komen buiten de regio Zuid-Kennemerland. Geïndiceerde rugzakleerlingen uit het wervingsgebied worden - conform de lotingsregelingtussen 1 januari 2013 en 1 maart 2013 aangemeld en na een zorgvuldige procedure ingeschreven (NB de regeling leerlinggebondenfinanciering (LGF) vervalt per 1 augustus 2013)
3
2. Doelstelling toelatingsprocedure De toelatingsprocedure wil het proces van de overgang van de basisschool naar het voortgezet onderwijs van elke leerling zo goed mogelijk laten verlopen. Het basisschooladvies, de schoolkeuze, de aanmelding en de inschrijving van de leerling op een school voor voortgezet onderwijs staan hierbij centraal. 2.1. Advies van de basisschool is leidend Het eerste doel is een zo goed mogelijke advisering van de basisschool voor een onderwijsvorm in het voortgezet onderwijs voor elke betrokken leerling. Het advies van de basisschool is leidend in de overstapprocedure. Een leerling dient terecht te komen op het onderwijstype dat het beste aansluit bij zijn/haar mogelijkheden en wensen. Daarbij dient hij/zij zich thuis te voelen op de betreffende school. Het streven is dat de leerling zonder vertragingen het diploma van het geadviseerde onderwijstype kan behalen. De bedoeling is dat de leerling niet wordt overvraagd maar wel wordt uitgedaagd voor wat betreft haar/zijn capaciteiten en inzet en met zoveel mogelijk plezier naar school gaat. De adviezen van de basisschool zijn o.a. gebaseerd op cognitieve opbrengsten, attitude en in het algemeen over alles wat van belang is bij het verder begeleiden van de leerling. De VO school is uiteindelijk verantwoordelijk voor de aanname en toelating van de leerling. 2.2. Kwalitatief hoogwaardige behandeling door de VO school Het tweede doel is dat de VO school alle aanmeldingen zorgvuldig in behandeling neemt. Dit kan alleen als de VO school weet dat iedere aanmelding ook een daadwerkelijke aanmelding is. Om die reden is in de toelatingsprocedure voorzien dat iedere leerling zich maar op één school mag aanmelden. De deelnemende scholen spannen zich in om bij de overdracht alle gegevens te betrekken die voor een goede plaatsing en begeleiding van de leerling in het voortgezet onderwijs nodig zijn. Om dit te bewerkstelligen is er een “warme overdracht”* voor alle leerlingen. 2.3. Helder proces van schoolkeuze, aanmelding en toelating Het derde doel is dat deze toelatingsprocedure het proces van schoolkeuze, aanmelding en toelating zo helder mogelijk laat verlopen. Voor ouders/verzorgers en leerlingen wil dat zeggen dat zij hierover duidelijke informatie krijgen en dat de overstap van primair naar voortgezet onderwijs transparant en soepel verloopt. Voor de scholen en andere betrokken organisaties betekent de toelatingsprocedure dat zij weten welke procedures afgesproken zijn en dat zij zich hier ook aan houden. Men weet wat van iedere betrokkene mag worden verwacht en waar de andere partijen op hun beurt op kunnen rekenen.
(* De warme overdracht gaat plaatsvinden 3 weken vóór de zomervakantie,de organisatie in handen van het RBO, op een centraal moment op een centrale plaats. Evaluatie van de centrale overdracht vindt plaats september 2014)
4
3. Afspraken toelatingsprocedure 3.0 Vooraf Bij de overstap naar het voortgezet onderwijs spelen drie zaken een belangrijke rol: 1. Het basisschooladvies (eerste gegeven). 2. Een onderbouwing van de toetsresultaten van het kind vanuit het LVS CITO op de vakken Rekenen (vanaf eind groep 6 t/m midden groep 8) en Begrijpend lezen (vanaf midden groep 6 t/m midden groep 8) en met het advies van de NIO-toets. 3. Aanvullende onderwijskundige informatie. 3.1. Het basisschooladvies Het basisschooladvies is het leidend criterium voor het vervolgonderwijs en dient onderbouwd te worden met de toetsresultaten van het LVS CITO en de NIO-toets. Het basisschooladvies is gebaseerd op de leerprestaties van een leerling gedurende een aantal jaren. Een leerling kan zich alleen aanmelden op een school die het soort onderwijs aanbiedt dat in het basisschooladvies staat. PO scholen moeten een enkelvoudig advies aan het VO geven als definitief instroomadvies. Een dubbeladvies wordt niet geaccepteerd. De basisschool kan de volgende basisschooladviezen voor het voortgezet onderwijs geven: -
praktijkonderwijs (PRO) VMBO Beroepsgerichte leerweg met / zonder LWOO VMBO Gemengde leerweg en theoretische leerweg met / zonder LWOO HAVO VWO
3.2. Onderwijskundige informatie en onderbouwende toetsscore Elke leerling van groep 8 die zich aanmeldt met zijn ouders bij een school voor voortgezet onderwijs, overlegt het toelatingsformulier naast het basisschooladvies toetsresultaten die voldoen aan de minimumeis van de betreffende onderwijssoort. Dit zijn de toetsresultaten van het LVS CITO en de NIO-score aangevuld met gegevens over de attitude van de leerling. 3.2.1 Normering CITO LVS en NIO De school voor voortgezet onderwijs beoordeelt het basisschooladvies in relatie tot de aanvullende onderwijskundige informatie en de toetsscore(s) en besluit op basis hiervan of de leerling wel of niet toelaatbaar is. Is er sprake van discrepantie tussen het basisschooladvies en de toetsscore(s) dan volgt altijd overleg tussen VO en PO. De normering van de NIO toets volgt de geadviseerde normering uit de NIO handleiding en de normering rond het CITO LVS. (Zie bijlage 2).
5
3.2.2 Uitzonderingen: leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Voor een juiste advisering dient de basisschool leerlingen met specifieke onderwijsbehoefte goed en tijdig in beeld te hebben. In het bijzonder bij de leerlingen met een beroepsgericht advies en/of het advies leerwegondersteuning/ praktijkonderwijs. Deze leerlingen kunnen bij indicatie door de RVC in aanmerking komen voor extra begeleidings- of ondersteuningsbekostiging. NB: Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) is geen apart onderwijs, maar een extra begeleiding binnen het VMBO. Het is bedoeld voor leerlingen die wel een VMBO-diploma kunnen halen, maar die hierbij extra ondersteuning nodig hebben. 1. Leerlingen determineren ten behoeve van toelating LWOO / PRO Signalering: Indien uit het CITO LVS blijkt dat er achterstanden zijn van 25% of meer op of/en begrijpend lezen of inzichtelijk rekenen, zal de basisschool zich moeten afvragen of deze leerling in aanmerking komt voor een LWOO of een PRO indicatie. Teneinde een goed beeld te hebben van deze leerling zal een volledig drempelonderzoek (*) worden afgenomen voor 1 januari. De gegevens worden bij aanmelding meegeleverd. 2. De leerlingen aanmelden voor LWOO/PRO. De basisschool levert de uitslag van het drempelonderzoek, een volledige uitdraai van het CITO LVS waarin de DLE’s, de relatieve leerachterstanden, eventuele andere gegevens en de vermelding van de gebruikte toetsen. Al deze gegevens zijn noodzakelijk bij de aanvraag van een RVC indicatie ten behoeve van de extra zorgbekostiging. 3. De leerlingen aanmelden voor de beroepsgerichte leerweg VMBO De basisschool levert een volledige uitdraai van het CITO LVS waarin de DLE’s, de relatieve leerachterstanden en de vermelding van de gebruikte toetsen. 4.Normering Indicatiestelling RVC a.Praktijkonderwijs (PRO) is er voor leerlingen met een leerachterstand groter dan 50% op tenminste 2 van de 4 domeinen, waarvan tenminste 1 van deze domeinen begrijpend lezen of inzichtelijk rekenen is. De IQ score ligt in de range van 55 tot 80. b.Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) De leerachterstand bedraagt 25-50% op tenminste 2 van de 4 domeinen, waarvan tenminste 1 van deze domeinen begrijpend lezen of inzichtelijk rekenen is. De IQ score ligt in de range vanaf 75 tot en met 90. Bij een IQ score tot en met 120 dient er aantoonbare sociaalemotionele problematiek te zijn.
* Het drempelonderzoek kan deels bekostigd worden door het SWV VO/VSO ZuidKennemerland. Het instrument in bijlage 3 t.b.v. de ondersteuning van het basisschooladvies kan ook gebruikt worden t.b.v. de signalering van leerlingen met dergelijke specifieke onderwijsbehoefte.
6
3.2.3. Regionale Verwijzingscommissie (RVC) Deze onafhankelijke commissie beoordeelt aan de hand van landelijke normen en op basis van de aangeleverde toetsgegevens vanuit de basisschool of de betreffende leerling in aanmerking komt voor plaatsing in het praktijkonderwijs of leerwegondersteunend onderwijs. Het VO beoordeelt deze gegevens en doet een aanvraag bij de RVC. De leerling heeft bij een positieve beschikking recht op individuele begeleiding en ondersteuning. Bij een negatieve beschikking wordt voor leerlingen, die naar het oordeel van het basisschool en de VO school, zijn aangewezen op de LWOO begeleidingsstructuur van de VO school voor schoolsucces per leerling bekeken door de PCL VO of de leerling in aanmerking komt voor een individueel zorgbudget van het SWV VO. De PCL VO toetst of voldaan wordt aan de criteria voor een dergelijk budget.
7
4. Kwaliteitszorg 4.1. Verzameling van gegevens rond het schoolkeuzeproces Een vierde doelstelling van deze toelatingsprocedure is om aan onderlinge deelnemende scholen / besturen gegevens te verschaffen rond het schoolkeuzeproces: a. aan scholen voor primair onderwijs, zodat zij hun advisering kunnen evalueren, bijstellen en verantwoorden. De verplichte CITO eindtoets zal hierin ook van betekenis zijn. Jaarlijks koppelen VO scholen daartoe schriftelijk tussen 1 oktober en 1 december de resultaten van de leerlingen per basisschool terug gedurende de eerste 2 leerjaren in het VO. Daarbij wordt aangegeven of de leerling nog op het niveau van het advies zit. b. aan scholen voor voortgezet onderwijs, zodat zij hun toelating kunnen evalueren, bijstellen en verantwoorden. Jaarlijks rapporteren scholen van VO het aantal discrepante leerlingen dat zij hebben aangenomen evenals het aantal leerlingen dat (intern) afstroomt, gerelateerd aan het basisschooladvies en de toetsnorm van CITO LVS en NIO. c. aan de gezamenlijke besturen om regionaal beleid te formuleren, te evalueren en waar nodig bij te stellen. Jaarlijks bespreken de besturen voor PO en VO in de maand januari de adviezen van de basisscholen in relatie tot de resultaten in het Voortgezet Onderwijs. Kamer 4 zal een werkgroep instellen die deze jaarlijkse monitoring voorbereidt (bijv.de Monitoring Advies Commissie (MAC)). De jaarlijkse monitoring van de toelating in de maand januari dient aanbevelingen op te leveren, indien nodig, voor -
versterking van het adviserend vermogen van de basisschool versterking van de effectiviteit van de leerlingbegeleiding in het VO.
8
Bijlage 1
Deelnemende besturen en scholen in Zuid-Kennemerland Primair Onderwijs Stichting Salomo
De School Zandvoort
Stichting BBV
Vrije school Rudolph Steiner (PO) Haarlem
Stichting St. Bavo
St. Muziekinstituut St. Bavo Haarlem Montessori Haarlem
St. Haarlem Schoten OPO IJmond
Voortgezet Onderwijs
Stichting de la Salle
Stichting IRIS
Stichting Spaernesant
Dunamare Onderwijs Groep
Stichting STOPOZ
Onderwijsstichting College Hageveld
BSV
Mendel College
ASV
Sancta Maria
Josephschool Bl’daal
Onderwijs stichting zelfstandige Gymnasia
Antoniusschool Aerdenhout
Aloysiusstichting
Evenaar Heemstede
Kennemer Lyceum
Icarus Heemstede
St.Vrije Scolen V.O Noord Holland Stichting Kolom
9
Bijlage 2 Normering CITO LVS en NIO Bij toelating van leerlingen uit het basisonderwijs tot het VO in Zuid-Kennemerland spelen de volgende factoren een rol: 1. Het basisschooladvies 2. Een onderbouwing van het advies met de toets resultaten vanuit het Citoleerlingvolgsysteem (CITO LVS) en met het Nederlandse Intelligentie Onderzoek (NIO).
Normering Cito-LVS Het basisschooladvies wordt onderbouwd met de toetsen voor rekenen-wiskunde en begrijpend lezen. De resultaten van de volgende toetsmomenten worden gebruikt. Rekenen: vanaf eind groep 6 t/m midden groep 8 Begrijpend lezen: vanaf midden groep 6 t/m midden groep 8. Van de resultaten van deze toetsen wordt, via een omrekenmodel, een gemiddelde berekend en deze wordt gekoppeld aan een uitstroomprofiel (schooltype). De school beschikt dan over een uitstroomprofiel voor het vak rekenen-wiskunde en voor begrijpend lezen.
Normering NIO NIO bandbreedtes Praktijk en achterstanden VMBO beroepsgericht LWOO VMBO beroepsgericht VMBO Theoretische Leerweg LWOO VMBO Theoretische Leerweg HAVO VWO
Overleggebied 75 t/m 80 75 t/m 80 75 t/m 80 94 t/m 96 94 t/m 96 102 t/m104 109 t/m 113
10
Toelaatbaar 55 t/m80 80 t/m 96 80 t/m 96 97 t/m 104 97 t/m 104 105 t/m 113 114 en hoger
Toelichting op Normering CITO LVS en NIO (bijlage 2) Normering CITO LVS Ter onderbouwing van het basisschooladvies is gekozen voor de vakken rekenen-wiskunde en begrijpend lezen omdat deze vakken de sterkste voorspellende waarde hebben. Er is niet gekozen voor het vak spelling omdat dit vak naast rekenen-wiskunde en begrijpend lezen de voorspellende waarde niet vergroot. Per vakgebied wordt gekeken naar de resultaten van: Rekenen: vanaf eind groep 6 t/m begin groep 8 (E6, M7, E7 en B8 of M8). Begrijpend lezen: vanaf middengroep 6 t/m begin groep 8 (M6, M7 en B8 of M8). De betrouwbaarheid van de toetsen op individueel niveau neemt toe naarmate er meer worden afgenomen op verschillende tijdstippen. Het is verstandig om niet een enkele eindtoets als norm te gebruiken, maar systematisch afgenomen CITO-toetsen. Er is gekozen voor de toetsen die worden afgenomen in groep 6, 7 en 8. De school vult de vaardigheidsscores van de drie of vier toetsen per vakgebied in, middels een Excel programma ( zie bijlage 3). Het programma zet de vaardigheidsscores om via de OC-index, en berekent een gemiddelde van de drie of vier toetsscores. Dit gemiddelde wordt gekoppeld aan een uitstroomprofiel (schooltype). De school beschikt zo over een uitstroomprofiel voor rekenenwiskunde en voor begrijpend lezen. (Het rekenmodel is tot stand gekomen in samenwerking met de CED groep en SWV PO, zie bijlage 3) NIO Voor wat betreft de NIO sluit Zuid-Kennemerland zich aan bij de werkwijze en normering zoals vermeld in ‘Handleiding & Verantwoording NIO-toets’. Sociaal-emotioneel functioneren Het sociaal-emotioneel functioneren van de leerling hebben we een plek willen geven in de toelating. Het betreft hier in de meeste gevallen het zelfvertrouwen van de leerling en de werkhouding. Het is bedoeld als een inkleuring van het advies en als een gegeven dat bij een overleg tussen de basisschool en de VO-school waar de leerling is aangemeld/toegelaten, kan worden gebruikt. Het heeft dus een beperkte rol gekregen in de toelating vanuit de gedachte dat de sociale en omgevingsfactoren van de leerling ook in de basisschool effect hebben gehad. Ondanks deze factoren is het de leerling toch gelukt om op de cognitieve vakken een bepaald resultaat te behalen. We zouden ook kunnen concluderen dat alle belangrijke factoren reeds in het leerresultaat zitten. De leerresultaten zijn daarmee het betrouwbaarste gegeven voor verwijzing naar het VO. Toch zijn er altijd leerlingen waarover het verhaal complexer is en derhalve kiezen we voor het opnemen van informatie over sociaal-emotioneel functioneren op het toelatingsformulier. De COTAN-gecertificeerde instrumenten die daarvoor beschikbaar zijn, zijn SCOL, Viseon, SVL/Saqi (bron: Analyse en waarderingen, sept 2011, onderwijsinspectie) en mogelijk binnenkort ook ZIEN!
11
Bijlage 3 Onderstaand schema is de tabel dat de basis is voor het Excel programma dat onderdeel is van deze toelatingsprocedure. De invoering van de vaardigheidsscores van de beschreven toetsmomenten worden omgerekend tot een uitstroomprofiel.
USB 159 160 161
Legenda: %
P
163
V--
2%
P < 1.00
<170
164
V-
8%
P < .98
170-179
165
PrO
162
OC-index
V
10
P < .90
180-186
167
IV
20
P < .80
187-195
168
III
20
P < .60
196-203
169
II
20
P < .40
204-212
170
I
10
P < .20
213-219
171
I+
8%
P < .10
220-230
172
I++
2%
P < .02
>230
173 174 175 177 % PRO VMBO BB VMBO /T HAVO VWO
V-KB/BB
178 179 180 181 182 183 184 185 187
grens tussen twee uitstroombestemmingen op basis van landelijke uitstroomcijfers
188 189 190 191
geblokt patroon: onzekerheidsmarge
192 193 194
197 198
V-T
196
voorbeeld: - een OC-index van 190 verwijst naar VMBO KB, maar kan ook verwijzen naar VMBO-T
199 200 201
5% 30% 20% 25% 20%
- een OC-index van 180 verwijst naar VMBO-BB, maar kan ook verwijzen naar PrO
203 204
12
cum. 100% 95% 65% 45% 20%
OCindex < 175 175-193 194-202 203-212 >212
207
Havo
206 209 210 211 213 214 216
© Chris Struiksma
219 220
VWO
217
222 223 224 226 227 229 230 >230 >230
13
Overzicht schema met vaardigheidscores en uitstroomprofielen A. Knaap
Uitstroom advies op basis van VS
Gemiddeld Uitstroomadvies op gemiddelde
M6 VS BL
E6
M7
47 215
VS RW
93 206
E7
66 222 101 205
M8
116 218
M6
G.Beelen
E6
M7
VWO (HAVO)
80 225 121 215
E7
M8
VWO HAVO
HAVO (VMBO TL)
VWO
VWO
224
VWO
VWO (HAVO)
211
HAVO (VWO)
Uitstroom advies op basis van VS
Gemiddeld Uitstroomadvies op gemiddelde
M6 VS BL
E6
M7
E7
M8
M6
43
55
60
209
210 109 215
205 121 215
VS RW
101 216
112 214
P. de Leeuw
E6
M7
HAVO (VWO-VMBO TL)
E7
M8
HAVO (VWO) VWO
VWO (HAVO)
VWO (HAVO)
HAVO (VWO-VMBO TL) VWO (HAVO)
Uitstroom advies op basis van VS
208 215
HAVO (VWO-VMBO TL) VWO (HAVO)
Gemiddeld Uitstroomadvies op gemiddelde
M6 VS BL VS RW
E6
M7
15 178 97 211
38 193 106 211
E7
M8
127 230
M6
45 191 130 225
E6
M7
VMBO BB (Pro) HAVO (VWO)
( het onderwijssoort tussen haakjes is een indicatie naar boven of beneden)
14
E7
M8
VMBO KB (VMBO TL) HAVO (VWO)
VWO
VMBO KB (VMBO TL)
187
VMBO BB-KB
VWO
219
VWO