Toekomstplannen kinderboerderij in Papendrecht
Papendrecht, september 2012
Inhoudsopgave 1. 1.1 1.2 1.3
Inleiding Aanleiding, kaders en doelen Kinderboerderij Papenhoeve Leeswijzer
3 3 4 4
2. 2.1 2.2
Missie, doelen, doelgroepen en verankering in de samenleving Missie, doelen en doelgroepen Draagvlak en verankering in de samenleving
5 5 5
3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Opzet Kinderboerderij nieuwe stijl Kinderboerderij aantrekkelijker maken Versterking interactie met dieren en voldoen aan eisen van SKBN Versterking van de recreatie- en ontmoetingsfunctie Extra leer- en stageplekken Nieuw: natuur- en milieueducatie (NME) en diereducatie Nieuw: versnaperingen en iets te drinken aanbieden Nevenfunctie op hetzelfde terrein: de kattenopvang
7 7 7 8 9 9 10 10
4. 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Huisvesting kinderboerderij nieuwe stijl College kiest voor nieuwbouw Twee nieuwbouwvarianten Nieuwbouwtraject, planning en aanbestedingsregels Aanbesteding nieuwbouw en participatie lokaal bedrijfs- en verenigingsleven Overbruggingsperiode tussen sloop en oplevering nieuwbouw
11 11 11 12 13 14
5. 5.1 5.2 5.3
Organisatie nieuwe stijl en personele aspecten Hoofdlijnen organisatie nieuwe stijl Stichtingsbestuur, overeenkomst met gemeente, statuten en ANBI status Ondersteuning bestuur door vrijwilligers, Gemiva en beroepskrachten
15 15 15 17
6. 6.1 6.2 6.3 6.4
Exploitatie nieuwe stijl Hoofdlijnen exploitatie nieuwe stijl Inkomsten uit sponsoring Suggesties voor inkomsten uit andere bronnen Globale exploitatieopzet
20 20 20 21 22
2
1.
Inleiding
1.1
Aanleiding, kaders en doelen
Aanleiding tot plan voor de toekomst van de kinderboerderij Papenhoeve De noodzaak tot bezuinigen was voor het college in 2010 een belangrijke aanleiding tot het nadenken over alle voorzieningen in Papendrecht, zo ook de kinderboerderij. In 2011 heeft het college met de raad afgesproken om de kinderboerderij te behouden, maar wel € 100.000 te bezuinigen op de jaarlijkse bijdrage (€ 271.000) van de gemeente. Om beide (behoud en bezuiniging) te combineren is een visie op de toekomst van de kinderboerderij opgesteld en 12 juni 2012 in het college besproken. Naar aanleiding daarvan heeft het college opdracht gegeven tot het maken van voorliggend plan voor de toekomst van de kinderboerderij nieuwe stijl. In de gemeenteraadsvergadering op 28 juni 2012 is toegezegd op 4 oktober 2012 de toekomstplannen in de raadscommissie Samenleving te zullen toelichten. Kaders voor de kinderboerderij nieuwe stijl 1. Twee beleidsafspraken van het college met de raad uit 2011 (zie Voorjaarsnota 2011): a. Behoud van een levensvatbare kinderboerderij in Papendrecht. b. Een bezuiniging van € 100.000 op de gemeentelijke bijdrage van € 271.000. 2. In het collegevoorstel en bijbehorende visie op de toekomst van de kinderboerderij zijn op 12 juni 2012 door het college belangrijke richtinggevende kaders aangereikt. Kaders die zijn bedoeld om het streven naar een aantrekkelijke en levensvatbare kinderboerderij te combineren met een lagere jaarlijkse gemeentelijke bijdrage. De belangrijkste kaders: a. De kinderboerderij aantrekkelijker maken door bestaande functies (boerderijfunctie, recreatie en ontmoeting, leer- en stageplaatsen aanbieden) te versterken, nieuwe functies toe te voegen (NME, verhuur, kleinschalige horeca) en voldoen aan de kwaliteitscriteria van de Stichting Kinderboerderijen Nederland (SKBN). b. Blijvend lage huisvestingslasten, door te kiezen voor duurzame nieuwbouw. De lasten vallen gunstig uit in vergelijking met de lasten en onderhoudskosten van de verouderde gebouwen en op korte termijn noodzakelijke uitgaven aan achterstallig onderhoud. c. Betere verankering in en meer participatie vanuit de lokale samenleving. Te bereiken door een set van samenhangende maatregelen gericht op extra bezoek (nieuwe functies), bestuur van uit de samenleving (stichtingsbestuur), meer inzet van vrijwilligers en sponsoring (gericht op extra materiële en financiële bijdragen vanuit de lokale samenleving). d. Exploitatie en organisatie nieuwe stijl, die tezamen met bovenstaande drie punten moeten leiden tot een levensvatbare kinderboerderij met jaarlijks € 100.000 minder aan gemeentelijke bijdrage. Deze kaders zijn richtinggevend voor de uitwerking van de kinderboerderij nieuwe stijl in de volgende hoofdstukken. Doelen van voorliggend plan 1. Besluitvorming door het gemeentebestuur over de toekomst van de kinderboerderij. 2. Handreiking aan een nieuw te vormen stichtingsbestuur om gebruik te maken van de plannen en suggesties in voorliggend plan voor een kinderboerderij. 3. Na besluitvorming door het gemeentebestuur verdere uitwerking van de plannen door het stichtingsbestuur en vrijwilligers, met ondersteuning vanuit de gemeente.
3
1.2
Kinderboerderij Papenhoeve
Historie en locatie Kinderboerderij Papenhoeve aan de Admiraal de Ruyterweg in de wijk Kraaihoek, bestaat al enkele decennia. De kinderboerderij omvat een gebied van 0,81 ha. Op het terrein bevinden zich een aantal dierenverblijven, een vijver, diverse speeltoestellen en een hoofdgebouw. De locatie was voorheen in gebruik als waterzuiveringsinstallatie. De locatie is destijds zodanig aangepast en aangevuld dat een kinderboerderij kon worden gehuisvest. Bezoekersaantallen en wens tot voortbestaan bij de bevolking De kinderboerderij ontving de afgelopen jaren zo’n 35.000 tot 40.000 bezoekers per jaar. Het aantal bezoekers is de afgelopen jaren vrij constant. Belangrijkste groepen: kinderen van tot 2 tot 12 jaar, hun ouders en grootouders. Daarnaast wordt de kinderboerderij dagelijks bezocht door de buitenschoolse opvang (BSO). Het gaat hierbij om 1 of 2 groepen van 15 tot 20 kinderen. Toen in 2011 bekend werd dat de kinderboerderij mogelijk zou verdwijnen als gevolg van bezuinigingen, zijn velen in beweging gekomen. Bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2011 zijn in juni 2011 circa 4300 handtekeningen voor behoud van de kinderboerderij aangeboden aan het college en in mei 2012, bij de voorjaarsnota, nog eens circa 5100. Beide keren met een pleidooi voor het voortbestaan van de kinderboerderij. Inmiddels heeft het college met de raad afgesproken te streven naar behoud van een aantrekkelijke en levensvatbare kinderboerderij, maar tegelijk vast te houden aan de bezuiniging.
1.3
Leeswijzer
Voorliggend plan is uitgewerkt op basis van de in dit hoofdstuk aangereikte kaders. In hoofdstuk 2 worden de missie, de doelen en doelgroepen belicht. Vervolgens wordt ingegaan op de wijze waarop het college de kinderboerderij nieuwe stijl (beter) in de samenleving wil verankeren en hoe de ondersteunende rol van de overheid er dan uit zou kunnen zien. In hoofdstuk 3 wordt de opzet van de kinderboerderij nieuwe stijl beschreven. In hoofdstuk 4 worden de plannen voor de nieuwbouw toegelicht. In hoofdstuk 5 en 6 worden de organisatie en exploitatie nieuwe stijl belicht. Daarbij worden ook personele aspecten belicht in verband met de organisatiewijziging en nieuwe exploitatieopzet. Stichtingsbestuur aan zet na besluitvorming door gemeentebestuur Voorliggend plan is een voorstel voor een kinderboerderij nieuwe stijl, die onder verantwoordelijkheid wordt gebracht van een nog te vormen stichtingsbestuur. Het stichtingsbestuur zal vorm en inhoud gaan geven aan de vernieuwde kinderboerderij.
4
2.
Missie, doelen, doelgroepen en verankering in de samenleving
2.1
Missie, doelen en doelgroepen
Missie De Papenhoeve wil een aantrekkelijke en laagdrempelige voorziening zijn van en voor alle inwoners van Papendrecht en omgeving, die veel bezoekers trekt omdat de kinderboerderij nieuwe stijl … - dieren huisvest met een hoog knuffelgehalte; - een aantrekkelijk aanbod van recreatieve activiteiten en evenementen biedt die voor allerlei doelgroepen leuk, leerzaam of interessant zijn; - een breed educatief aanbod gaat ontwikkelen gericht op natuur, milieu en omgang met dieren; - wordt bestuurd en gerund door veel vrijwilligers uit Papendrecht, met ondersteuning van het lokale bedrijfsleven, kerken en verenigingsleven. Doelen De kracht van de kinderboerderij is interactie van bezoekers en dieren (knuffelen, verzorgen, voeren). In de kinderboerderij nieuwe stijl moet het knuffelgehalte van de dierenpopulatie omhoog. De gezellige sfeer, de laagdrempeligheid en de gastvrijheid maken de Papenhoeve tot een centrale ontmoetingsplek in de wijk waar mensen zich thuis voelen. De kinderboerderij vervult tevens een belangrijke maatschappelijke rol door het aanbieden van educatie en het bieden van stageplaatsen (leer- en werkplekken) voor scholieren, studenten, mensen met een beperking, vrijwilligers en personen die met justitie in aanraking zijn geweest (bureau HALT). De kinderboerderij nieuwe stijl heeft de ambitie ruim aandacht te gaan besteden aan educatie gericht op natuur, milieu, duurzaamheid en omgang met dieren, onderwerpen die nauw met elkaar verweven zijn. Met haar aanbod geeft de kinderboerderij op een praktische wijze vorm aan het gemeentelijk beleid rondom natuur en duurzaamheid, maar ook rond thema’s als jeugdparticipatie en kwetsbare groepen. Doelgroepen Alle inwoners van Papendrecht en omgeving behoren tot de doelgroep van de kinderboerderij. De belangrijkste doelgroepen van de kinderboerderij en de NME zijn: - jonge kinderen en ouders en grootouders met (jonge) kinderen; - leerlingen van het basis- en voortgezet onderwijs; - groepen van peuterspeelzalen en kinderdagverblijven; - bewoners van verzorgingstehuizen, dagverblijven en gehandicapten; - geïnteresseerden in duurzaamheid, natuur en milieu en verenigingen die zich daarop richten; - andere verenigingen die behoefte hebben aan een locatie voor activiteiten en vergaderingen, mits dat de dieren en de andere bezoekers niet stoort.
2.2
Draagvlak en verankering in de samenleving
Betrokkenheid Papendrechtse gemeenschap anno 2012 Het aantal bezoekers, jaarlijks zo’n 35.000 tot 40.000, duidt op enthousiasme bij de Papendrechtse gemeenschap over de kinderboerderij. Ook de twee handtekeninginzamelingsacties, toen in 2011 en 2012 opheffing dreigde, duiden op een breed draagvlak bij de bevolking. Daarnaast duiden ook de vele enthousiaste berichten op de facebookpagina van de kinderboerderij op betrokkenheid en enthousiasme bij velen. Verankering in de samenleving In het collegeprogramma geeft het college aan te streven naar meer gezamenlijke verantwoordelijkheid van inwoners en overheid voor lokale voorzieningen. Inzake de kinderboerderij 5
nieuwe stijl streeft het college naar méér participatie vanuit de samenleving (bedrijfsleven, kerken en verenigingsleven) en minder bemoeienis van de gemeente. Het doel dat het college hierbij voor ogen heeft: een breed draagvlak voor voorzieningen en méér materiële en financiële bijdragen vanuit de samenleving. Het college tracht een betere verankering van de kinderboerderij in de samenleving en een grote participatie vanuit de samenleving te bewerkstelligen via een set van met elkaar samenhangende maatregelen: - Besturing van de kinderboerderij op afstand van de gemeente, door oprichting van een stichting en een stichtingsbestuur met personen met een netwerk in de lokale samenleving. - Minder inzet van medewerkers van de gemeente en meer inzet van vrijwilligers: inwoners van alle leeftijden, verenigingen, stagiaires, enz. - Meer samenwerking met derden op het gebied van: zorg voor de dieren, de gebouwen en het terrein (Gemiva); educatie, bijvoorbeeld samenwerking met Weizigt, IVN, Natuur- en Vogelwacht, Den Haneker, Landwinkel ‘De Fruitheerlijkheid’, de Kringloopwinkel en vele anderen; - Materiële en financiële bijdragen van inwoners, het bedrijfsleven en verenigingen uit Papendrecht en omgeving. De bijdragen vanuit de samenleving aan de kinderboerderij nieuwe stijl krijgen vorm in de opzet (van, voor en door inwoners), de organisatie (stichtingsbestuur met mensen uit de samenleving) en de exploitatie (materiële en financiële bijdragen uit de samenleving, verhuur aan instellingen). Deze onderwerpen en de verankering daarvan in de lokale samenleving worden toegelicht in de volgende hoofdstukken. Rol gemeente met betrekking tot kinderboerderij nieuwe stijl In de nieuwe situatie worden de volgende taken en rollen voor de gemeente gezien: - middelen beschikbaar stellen (komende jaren maximaal € 171.000), voor bekostiging van: onderhoud en beheer gebouw(en) en terrein; aankoop en verzorging van dieren; vrijwilligers en ondersteunende beroepskrachten (o.a. beheerder); energieverbruik, verzekeringen, belastingen, afvalverwerking e.d.; rente en aflossing nieuwbouw. - de grond waarop de kinderboerderij staat ‘om niet’ ter beschikking stellen, waarbij de gemeente eigenaar van de grond en gebouw(en) blijft. - het opstellen van een overeenkomst met het stichtingsbestuur van de kinderboerderij nieuwe stijl, waarin wederzijdse verwachtingen en afspraken (taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden) worden vastgelegd.
6
3.
Opzet kinderboerderij nieuwe stijl
3.1
Kinderboerderij aantrekkelijker maken
Het college heeft met de raad afgesproken een aantrekkelijke en levensvatbare kinderboerderij voor Papendrecht te willen behouden. Het college wil dat bereiken door: 1. Het versterken van bestaande en toevoegen van nieuwe functies: - versterking interactie met dieren (zie paragraaf 3.2); - voldoen aan eisen van de Stichting Kinderboerderijen Nederland (SKBN; zie paragraaf 3.2); - versterking van de recreatie- en ontmoetingsfunctie (zie paragraaf 3.3); - extra leer- en stageplekken aanbieden (zie paragraaf 3.4); - educatie gericht op natuur, milieu, duurzaamheid en dieren toevoegen (zie paragraaf 3.5); - iets te drinken en kleine versnaperingen aanbieden (zie paragraaf 3.6). De verschillende functies worden in dit hoofdstuk los van elkaar beschreven, maar in werkelijkheid hangen ze nauw met elkaar samen en versterken ze elkaar; 2. Nieuwbouw, enerzijds om de aantrekkelijkheid te verhogen, anderzijds om de huisvestingslasten langdurig laag te houden. De huisvesting en nieuwbouw worden toegelicht in hoofdstuk 4.
3.2
Versterking interactie met dieren en voldoen aan eisen van SKBN
Uniek: fysiek contact met dieren Kinderboerderijen bieden de mogelijkheid tot fysiek contact met dieren en bewustwording van de functie die dieren hebben in onze samenleving (huisdieren, landbouw, voedselvoorziening enz.). Door de verstedelijking van ons land en de verminderde toegankelijkheid van boerenbedrijven, ook als gevolg van verscherpte regelgeving, raken kinderen onbekend met de functie en het gedrag van veel dieren. Daarnaast bieden kinderboerderijen gelegenheid voor het in stand houden van klassieke en meer zeldzame dieren, soorten die veelal weinig in trek zijn vanwege gering economisch rendement. Op kinderboerderijen speelt dit laatste aspect geen rol. Voldoen aan eisen / toetsingscriteria van de SKBN De kinderboerderij moet de komende jaren gaan voldoen aan de kwaliteitscriteria van de SKBN. In de uitwerking van de plannen wordt hiermee rekening gehouden (bij de nieuwbouw, de huisvesting van de dieren, de bedrijfsvoering, enz.). Huidige dierenpopulatie De kinderboerderij telt zo’n 20 soorten dieren in 8 verblijven. Er zijn enkele grote dieren (koeien, varkens, schapen, paard, geiten) en veel kleine (vogels, vissen, wandelende takken, hamsters, cavia’s, reptielen e.d.). Grote dieren worden gekocht, kleine dieren worden altijd gratis verkregen. Toekomstige dierenpopulatie: uitgangspunten, randvoorwaarden en suggesties Het knuffelgehalte van de dierenpopulatie moet omhoog. Met dat in het achterhoofd worden de volgende uitgangspunten bij de keuze van dieren op de kinderboerderij gehanteerd: - Het dier dient een Hollands landbouw- en/of boerderijdier te zijn, raszuiver en gezond. - Variatie in rassen per diersoort, waardoor verschillen binnen een soort getoond kunnen worden. - De populatie moet divers van samenstelling zijn. - Het dier moet gemakkelijk en veilig te houden zijn op een kinderboerderij: het diersoort moet sterk zijn, betrouwbaar, relatief makkelijk in onderhoud (voer, water, medicijnen), goed bestand tegen ziekten, leuk om te zien en makkelijk en veilig te verzorgen. - Het dier moet de doelgroep aanspreken en dus sociaal, aaibaar, benaderbaar en knuffelbaar zijn. - Afwisseling in de populatie, door uitwisseling van dieren met andere kinderboerderijen.
7
Randvoorwaarden - De samenstelling van de populatie mag niet strijdig zijn met eisen of aanbevelingen van de SKBN. - De dieren mogen geen risico zijn voor het overdragen van ziektes op mensen of andere dieren. - De kosten voor huisvesting en levensonderhoud van de dieren zijn acceptabel. Nieuwe dierenpopulatie Op basis van de uitgangspunten en rekeninghoudend met eisen van de SKBN en bovengenoemde randvoorwaarden, gaan de gedachten uit naar een dierenpopulatie met meer kleine dieren met een hoger knuffelgehalte en minder gevogelte dan de nu aanwezige dieren. Een andere suggestie betreft ‘iets te gaan doen met‘ vlinders, insecten en amfibieën, om daarmee onderscheidend van andere kinderboerderijen te zijn. Op basis hiervan en inspirerende voorbeelden op andere kinderboerderijen wordt het komende jaar een voorstel uitgewerkt voor de precieze samenstelling van de toekomstige dierenpopulatie.
3.3
Versterking van de recreatie- en ontmoetingsfunctie
De kinderboerderij nieuwe stijl moet een laagdrempelige en gastvrije ontmoetingsplaats worden, waar allerlei doelgroepen zich welkom voelen. Belangrijke trekpleister zijn uiteraard de dieren, maar het is de bedoeling om daarnaast leuke, recreatieve activiteiten aan te bieden. De kinderboerderij hoopt het bezoek extra aantrekkelijk te maken door een gezellig terras, het aanbieden van iets te drinken (geen alcohol), versnaperingen en WIFI, waardoor iedereen er draadloos kan internetten (op meegenomen apparaten). Veel activiteiten zullen worden aangeboden tegen een geringe vergoeding aan de individuele bezoekers en allerlei groepen. Ook komt er een mogelijkheid om ‘ruimte’ te huren. Aantrekkelijk voor kinderen en knuffelcoaches Het recreatieve aanbod zal primair gericht zijn op kinderen. Daarbij gaat het zowel om kinderen die individueel komen (al dan niet met begeleiding van ouders, grootouders of anderen) als om kinderen die groepsgewijs komen, vanuit de buitenschoolse opvang, kinderdagverblijven en speciaal onderwijs. Om het contact met de dieren aantrekkelijker te maken kunnen knuffelcoaches worden geworven en getraind, die kinderen (maar wellicht ook volwassenen en ouderen) leren hoe je op een prettige en veilige manier met aanwezige (kleine) dieren kunt knuffelen. Ook is het bedoeling om kinderen en andere bezoekers te betrekken bij het voeren en verzorgen van de dieren. Speelvoorzieningen voor kinderen Naast de interactie met dieren en educatie is spelen voor de jeugd een belangrijk onderdeel. Door het maken van een natuurlijke speelplaats wordt een situatie gecreëerd waarin kinderen hun eigen weg kunnen zoeken, zintuiglijke ervaringen opdoen en zichzelf fysiek testen of juist ontspannen. Het is de bedoeling het terrein zo in te richten dat het (jonge) kinderen uitdaagt om er te gaan spelen. Bij het ontwerp zijn de kenmerken van het terrein mede bepalend. Succesvolle voorbeelden van andere kinderboerderijen zullen daarbij als inspiratiebron dienen. Recreatief aanbod voor allerlei doelgroepen Het is de bedoeling dat de kinderboerderij ook een plek wordt waar andere doelgroepen dan kinderen met (groot)ouders zich thuis voelen, door een breed aanbod van recreatieve activiteiten. Bijvoorbeeld ouderen, mensen met een handicap, inwoners van de omliggende wijk, verenigingen, bedrijven, enz. Het aanbod zal daarom variëren van kinderfeestjes en speurtochten (o.a. het ‘kabouterpad’) tot knutseluurtjes en educatiebijeenkomsten (over natuur, milieu, dieren, enz.). Deze zullen tegen een geringe vergoeding worden aangeboden aan bezoekers, maar kunnen ook worden afgenomen door bijvoorbeeld de buitenschoolse opvang (BSO), een kinderdagverblijf, het speciaal onderwijs en/of ouderen, zoals de bewoners van Waardeburgh.
8
Speciale activiteiten en evenementen Beide moeten de aantrekkingskracht en het idee dat de kinderboerderij een plek is waar alle inwoners van Papendrecht met plezier heen gaan versterken. Momenteel wordt jaarlijks een schaapscheerdersfeest op de kinderboerderij georganiseerd, met allerlei leuke activiteiten daaromheen. De Papendrechtse bevolking en het lokale verenigingsleven zullen worden uitgedaagd om daar leuke activiteiten en evenementen aan toe te voegen.
3.4
Extra leer- en stageplekken
De kinderboerderij biedt thans beperkt stage- en leerplekken, aan zowel studenten als aan personen die met justitie in aanraking zijn geweest. Ter illustratie: - in 2011 werden 9 stageplaatsen aangeboden, vooral gericht op dierverzorging; - in 2011 werd aan 8 jongeren die met justitie in aanraking waren geweest de mogelijkheid geboden om hun taakstraf op de kinderboerderij te vervullen. Van belang hierbij: het kost veel tijd en energie aan begeleiding, waar niet veel ‘productie’ tegenover staat. Het is de bedoeling de mogelijkheden te verbreden, bijvoorbeeld voor maatschappelijke stages en stages dierverzorging. Alleen haalbaar als de begeleiding goed georganiseerd kan worden met de scholen en competente, vrijwillige coaches. Het is één van de aandachtspunten van een beoogde intensievere samenwerking met scholen en instellingen zoals Gemiva. Intensievere samenwerking en scholen Naast maatschappelijke stages vanuit het middelbaar onderwijs, willen we in de toekomst ook andere typen onderwijs betrekken bij de kinderboerderij. Op het gebied van dierverzorging kunnen instanties als Helicon Opleidingen (voor groen onderwijs) en Groenhorst Barneveld (met opleidingen op gebied van dierverzorging) goede stagiaires bieden. In het kader van educatie kunnen stagiaires van de Pabo en de HBO opleiding Cultureel Maatschappelijke Vorming (CMV) worden aangetrokken.
3.5
Nieuw: natuur- en milieueducatie (NME) en diereducatie
De kinderboerderij nieuwe stijl heeft de ambitie ruim aandacht te gaan besteden aan educatie gericht op dieren, natuur, milieu en duurzaamheid, in samenwerking met andere op dit terrein actieve instellingen in Papendrecht en omgeving (o.a. Natuur- en Vogelwacht). NME is gericht op het stimuleren van een positieve houding ten opzichte van duurzaamheid, natuur en milieu en gedragsbeïnvloeding die leidt tot op verantwoorde wijze omgaan daarmee. In NME activiteiten kunnen thema’s zoals water, groen, klimaat, energie en duurzaamheid onder de aandacht worden gebracht. Ervaringsgericht, ontdekkend en spelenderwijs leren staan centraal. Organisatie educatie Weizigt vervult een centrale rol in het ontwikkelen en uitvoeren van NME. Zij doet dat tegenwoordig onder de naam ‘duurzaamheidseducatie’. Scholen in het BO en VO in de Drechtsteden krijgen jaarlijks een aanbod aan educatieve producten (lessen, leskisten, excursies, dierotheek, projecten en andere activiteiten), waarvoor zij zich (deels gratis) kunnen inschrijven. Weizigt onderhoudt ten behoeve van de NME contact met beleidsmedewerkers in de regio, om de activiteiten zoveel mogelijk af te stemmen op de actualiteit. Ook de landelijke Stichting Kinderboerderijen Nederland biedt lespakketten aan waar docenten op scholen en vrijwilligersorganisaties gebruik van kunnen maken. Daarnaast kunnen wellicht lessen worden verzorgd door IVN vrijwilligers, de Natuur- en Vogelwacht ‘De Alblasserwaard’ en de Koninklijke Maatschappij Tuinbouw en Plantkunde Groei en Bloei. Veel educatieve activiteiten kunnen op scholen worden uitgevoerd, maar andere lenen zich er goed voor om op een kinderboerderij te geven. De gemeente streeft ernaar dat de kinderboerderij een plek wordt waar ook educatieve activiteiten worden georganiseerd. Inspirerende voorbeelden: de Stadsboerderij in Dordrecht en de nieuwe kinderboerderij in Sliedrecht. 9
3.6 Nieuw: versnaperingen en iets te drinken aanbieden Het is de bedoeling in de nieuwbouw faciliteiten te creëren om bezoekers iets te drinken en kleine versnaperingen aan te kunnen bieden. De gedachten gaan hierbij uit naar koffie, thee en beperkt fris, mogelijk vanuit een automaat vanwege de kosten. Qua versnaperingen gaan de gedachten uit naar kleine en eenvoudige zaken (ijsje, chips, fruit e.d.). Een grootschalige horecafunctie achten we niet wenselijk (past ook niet in het vigerende bestemmingsplan) en niet erg passend en levensvatbaar op deze locatie (mede gelet op soortgelijke voorzieningen elders in Papendrecht).
3.7
Nevenfunctie op hetzelfde terrein: de kattenopvang
De Stichting Dierenbescherming, verantwoordelijk voor de opvang van huisdieren (lees kattenopvang) in een gebouw op het terrein van de kinderboerderij, heeft plannen om dat anders te gaan organiseren (opschalen naar regio’s). Daardoor zal die functie mogelijk vervallen. Het gaat hier om een wettelijke taak van de gemeente, waarvan de burgemeester portefeuillehouder is. Door de dierenbescherming is het voorstel gedaan om een knaagdierenopvang in het gebouw onder te brengen. Het huidige gebouw is eigendom van de Vereniging Kattenopvang Dordrecht en omgeving. Omdat visies van betrokken partijen op de toekomst van de opvang van gewonde en loslopende huisdieren uiteenlopen, wordt op verzoek van de burgemeester met betrokken partijen nagegaan hoe een en ander de komende jaren georganiseerd en uitgevoerd moet worden. Vanuit het project Kinderboerderij nieuwe stijl nemen we een neutrale positie in en beperken ons tot het informeren van betrokkenen over de plannen voor de kinderboerderij nieuwe stijl.
10
4.
Huisvesting kinderboerderij nieuwe stijl
4.1
College kiest voor nieuwbouw
De huidige gebouwen van de kinderboerderij verkeren in slechte staat en voldoen niet meer aan de wettelijke en arbo-eisen. De kosten zijn hoog om de gebouwen zodanig aan te passen dat ze daaraan wel voldoen, bovendien is sprake van kostbaar achterstallig onderhoud. Nieuwbouw heeft een aantal belangrijke voordelen: - bij niewbouw kan eenvoudiger worden voldaan aan wettelijke en arbo-eisen en criteria SKBN; - nieuwbouw biedt meer mogelijkheden om nieuwe functies aan de kinderboerderij toe te voegen (educatie, iets te drinken en versnaperingen aanbieden, verhuur e.d.); - nieuwbouw zorgt voor langdurige lage jaarlijkse lasten voor rente en aflossing, uitgaande van houtskeletbouw, een investering van circa € 625.000 en een levensduur van 40 jaar; - nieuwbouw leent zich (veel) beter voor sponsering dan renovatie van de huidige bebouwing. Vanwege de voordelen van nieuwbouw en de ambitie om een aantrekkelijke en levensvatbare kinderboerderij te behouden, heeft het college zich uitgesproken voor nieuwbouw op de huidige locatie. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op: - twee nieuwbouwvarianten (in paragraaf 4.2), - het bouwtraject en de planning van de nieuwbouw (in paragraaf 4.3), - in acht te nemen aanbestedingsregels en betrokkenheid van het lokale MKB (in paragraaf 4.4), - overbruggingsperiode tussen sloop en oplevering nieuwbouw (in paragraaf 4.5).
4.2
Twee nieuwbouwvarianten
Er zijn twee nieuwbouwvarianten - op basis van een globaal programma van eisen (PvE) - uitgewerkt: 1. Een traditionele ‘boerderijvariant’, waarvoor aanpassing van het bestemmingsplan noodzakelijk is. 2. Een moderne ‘laagbouwvariant’, waarvoor geen aanpassing van het bestemmingsplan noodzakelijk lijkt. Daarmee is tijdwinst mogelijk (circa een half jaar) en een besparing van zo’n € 30.000 aan ambtelijke kosten voor het aanpassen van een bestemmingsplan en de wettelijk verplicht te volgen (inspraak) procedures daarbij. Uitgangspunten bij beide varianten - de verschillende functies van de kinderboerderij (hoofdstuk 3) kunnen er goed gehuisvest worden; - voor de dieren komt er een dagverblijf en nachtverblijf (mogelijk hetzelfde), een weide (met schuilgelegenheid voor grotere dieren), voor kleine huisdieren komt er een speciale binnenruimte (denk aan muizen, reptielen, ratten e.d.) en een deel van de dieren mag zich vrij over (een deel van) het terrein bewegen (denk aan ganzen, eenden en kippen); de precieze samenstelling van de toekomstige dierenpopulatie moet nog worden bepaald (zie vorige hoofdstuk); - nieuwbouw op huidige locatie en minimalisering van de (ondergrondse) sloop, mede vanwege de ondergrond (gelegen op voormalige zuivering); - rekening houden met de toekomstplannen voor de katten- of knaagdierenopvang op het terrein; - de gemeente stelt het terrein ‘om niet’ beschikbaar; - de grond en het gebouw is en blijft eigendom van de gemeente. Duurzame nieuwbouw Uitgaande van het collegeprogramma is duurzaamheid een vanzelfsprekend uitgangspunt bij de voorgestelde nieuwbouw. De keuze voor duurzame nieuwbouw kan worden vertaald in bijvoorbeeld: de materiaalkeuze voor nieuwbouw en hergebruik van materiaal uit te slopen gebouwen; de energievoorziening en inrichting van het dak (bijvoorbeeld zonnepanelen op het dak); de manier waarop wordt omgegaan met water, afval en (groen)beheer; de aan te schaffen speeltoestellen (voor NME en/of andere doeleinden); het educatieve aanbod gericht op natuur, milieu, duurzaamheid en dieren, door aspecten van duurzaamheid te laten zien en te ervaren. 11
Kostenraming nieuwbouw De investeringen zijn geraamd op zo’n € 625.000, waarvan € 540.000 voor nieuwbouw en speeltoestellen en € 75.000 aan eenmalige kosten (€ 10.000 voor bodem- en archeologisch onderzoek en € 65.000 voor verharding van het terrein). De jaarlijkse lasten voor rente en afschrijving van de nieuwbouw bedragen: - uitgaande van € 500.000 voor nieuwbouw, af te schrijven in 40 jaar (annuïteit) € 29.000 - uitgaande van € 40.000 voor speeltoestellen, af te schrijven in 10 jaar lineair € 6.000 Jaarlijkse kosten aan rente en afschrijving € 35.000
4.3
Nieuwbouwtraject, planning en aanbestedingsregels
Het vervolgtraject voor realisatie van de nieuwbouw en randvoorwaarden waarmee rekening gehouden moet worden, bestaat ruwweg uit de activiteiten die in onderstaand schema zijn aangegeven. Schema 1: Hoofdactiviteiten en daarvoor noodzakelijke acties in vervolgtraject nieuwbouw Hoofdactiviteit
Rekening houden c.q. bespreken met:
Daarvoor noodzakelijke acties:
1.
Programma van Eisen (PvE)
-
afronden en vast stellen
2.
beperkt budget voor investeringen in huisvesting, installaties en inrichting terrein
-
-
toekomstige functies
-
functies vertalen in PvE
-
kosten duurzaam beheer en onderhoud
-
visie beheer en onderhoud
budget vast stellen
(incl. kosten beveiliging, schoonmaak e.d.)
-
kostenraming B&O
-
toekomstige dierenpopulatie
-
populatie vertalen in PvE
-
eisen en critria van de SKBN
-
vertalen in PvE
-
eisen en wensen van Gemiva
-
overleg + PvE meelezen
-
eisen en wensen beoogd stichtingsbestuur
-
overleg + PvE meelezen
-
vast laten stellen door stuurgroep
-
advies aan stuurgroep
Randvoorwaarden bij PvE en
-
onderzoek bodem en archeologie
-
opdracht verlenen
nieuwbouw
-
ruimtelijke inpassing: bereikbaarheid, inritten, parkeermogelijkheden, stedenbouwkundige
3.
4.
aspecten en welstandscriteria
-
intern overleg en advies
-
bestemmingsplan: wel / niet aanpassen?
-
intern overleg en advies
-
onderzoeken: flora, fauna, stank, geluid e.d.
-
inventarisatie + opdracht
-
noodzakelijke vergunningen
-
inventarisatie + aanvraag
-
tijdelijke voorzieningen bij sloop en nieuwbouw
-
mogelijkheden verkennen
Schetsontwerp en referentie-
-
het PvE + randvoorwaarden
-
schetsen en kosten-
beelden
-
inzicht in (ook de bijkomende) kostenposten
-
kostenramingen
-
referentiebeelden
-
opvattingen stuurgroep/college m.b.t. vervolg
-
opdracht aan buro W&P
-
in acht te nemen regels bij aanbesteding
-
intern advies aanbesteding
Draagvlak voor sponsoring
ramingen (laten) maken
nieuwbouw en onderhoud 5.
Aanbesteding en realisatie
6.
Voorlopig en defintief ontwerp
-
besluiten m.b.t. het PvE en voorliggend plan
-
besluiten m.b.t. besteedbaar budget
-
aanbod van derden m.b.t. tijdelijke
-
uitwerking na besluit gemeentebestuur over voorliggend plan
7.
Sloop, tijdelijke voorzieningen en oplevering / opening
-
-
uitwerking na besluit
voorzieningen
gemeentebestuur over
speciale evenementen rond sloop en nieuw-
voorliggend plan
bouw plannen (uitzwaaien, aankoop e.d.) -
geschikt moment voor opening bepalen
12
Planning variant passend binnen het bestemmingsplan Als het PvE en schetsplan zijn goedgekeurd en het bodemonderzoek en archeologisch onderzoek zijn uitgevoerd is nog minimaal een kalenderjaar nodig om de nieuwbouw te voltooien. Daarna kunnen de bestaande gebouwen worden gesloopt en het terrein worden ingericht. Voor de sloop van oude opstallen, de nieuwbouw en de terreininrichting zijn drie maanden nodig. Als de dieren tijdelijk elders worden gehuisvest kan dit parallel lopen met de nieuwbouw. Uitgaande van 3 à 4 maanden voor de uitwerking en de onderzoeken, 12 tot 14 maanden voor het bouwtraject, incl. sloop en herinrichting, is de vroegst mogelijke oplevering begin maart 2014. Planning variant NIET passend binnen het bestemmingsplan Hier geldt dat als het PvE en schetsplan zijn goedgekeurd en het bodemonderzoek en archeologisch onderzoek zijn uitgevoerd nog minimaal 1¾ jaar nodig is om het bouwproject te voltooien, omdat circa ¾ jaar nodig is voor wijziging van het bestemmingsplan. Voor de sloop van oude opstallen, de nieuwbouw en de terreininrichting zijn drie maanden nodig. Als de dieren tijdelijk elders worden gehuisvest kan dit parallel lopen met de nieuwbouw. Uitgaande van 3 à 4 maanden voor de uitwerking en de onderzoeken, 9 maanden voor de bestemmingsplanprocedure, 12 tot 14 maanden voor het bouwtraject, incl. sloop en herinrichting, is de vroegst mogelijke oplevering in oktober 2014. Mogelijke vertragingen - Vorstperiode (onwerkbaar weer) - Archeologische vondst - Vervuiling van de bodem - Bezwaar tegen bouwvergunning van belanghebbenden - Uitvoering bouwproject door meerdere partijen (b.v. sponsoren, leerlingen) - Als de nieuwbouw niet binnen het huidige bestemmingsplan past: vrijstellingsprocedure heeft geen fatale termijn: 26 weken is minimale termijn, maar 52 weken is niet ondenkbaar.
4.4
Aanbesteding nieuwbouw en participatie lokaal bedrijfs- en verenigingsleven
Bij het streven naar verankering van de kinderboerderij nieuwe stijl in de Papendrechtse samenleving is aangeven dat het gemeentebestuur het belangrijk vindt dat het lokale bedrijfs- en verenigingsleven materieel en financieel (fors) bijdraagt aan de nieuwbouw en het beheer en onderhoud daarvan. Met het oog op deze elementen is het belangrijk te komen tot de oprichting van een stichting voor exploitatie van de kinderboerderij. Voorlopig is het uitgangspunt dat de gemeente opdrachtgever en bouwheer wordt voor de nieuwbouw.
4.5
Overbruggingsperiode tussen sloop en oplevering nieuwbouw
Voor welke nieuwbouwvariant ook wordt gekozen, altijd is er sprake van een periode van vier tot tien maanden tussen de sloop en oplevering die moet worden overbrugd. De lengte van die periode is mede afhankelijk van de bouwmogelijkheden als de oude gebouwen er nog staan (kan deels, mede afhankelijk van het gekozen ontwerp). Omwille van veiligheid (voor dier en mens), snelheid in de nieuwbouw en het voorkomen van kosten voor tijdelijke voorzieningen wordt ervoor gekozen om de kinderboerderij gedurende de bouw tijdelijk te sluiten. Bij de uitwerking van de nieuwbouwplannen worden het moment en de lengte bepaald (bijv. sluiting vanaf zomer 2013 tot voor- of najaar 2014 (tijdstip van oplevering, zie planning in paragraaf 4.3). Daaraan voorafgaand moeten de dieren elders worden ondergebracht (bij andere kinderboerderijen of derden). Een klus die bijtijds moet worden voorbereid en met leuke activiteiten kan worden omkleed (denk aan “uitzwaaimomenten”). Het dierenparkje Noordhoeksewiel is per 1 juli 2012 gesloten. Onderzocht wordt of het park in de toekomst een functie zou kunnen of moeten vervullen in het (tijdelijk) onderbrengen of laten grazen 13
van dieren van de kinderboerderij. Dit hangt ook samen met de toekomstige dierenpopulatie op de kinderboerderij nieuwe stijl.
14
5.
Organisatie nieuwe stijl en personele aspecten
5.1
Hoofdlijnen organisatie nieuwe stijl
Om een aantrekkelijke en levensvatbare kinderboerderij voor Papendrecht te behouden, in combinatie met een lagere jaarlijkse bijdrage van de gemeente (jaarlijks € 171.000 in plaats van € 271.000), zal de kinderboerderij nieuwe stijl meer moeten inzetten op sponsoring, vrijwilligers en flexibel moeten kunnen inspelen op wensen van bezoekers. Om die reden stelt het college voor een stichting te vormen, met een bestuur van personen met uiteenlopende expertise en een netwerk in de locale samenleving. In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst hoe de organisatie na de vernieuwing vorm gegeven kan worden. Het is aan het stichtingsbestuur om daarover te beslissen. Waarom een stichting? De belangrijkste overwegingen van het college om een stichting op te willen richten op rij: - een stichting verkeert in een betere positie dan een gemeente voor sponsorwerving; - een stichting kan beter gebruik maken van vrijwilligers dan een gemeentelijke instelling; - een stichting is beter in staat om beheer- en onderhoudskosten laag te houden door het inzetten van vrijwilligers en samenwerking met verenigingen, bedrijven en partijen zoals Gemiva of Yulius; - een stichting kan flexibeler inspelen op (wisselende) behoeften van bezoekers, betrokkenen en belanghebbenden dan de gemeente, waar het afhankelijk is van de financiële ruimte binnen de begroting en politieke besluitvorming. Wat wordt de rol van de gemeente in combinatie met een stichting? In hoofdstuk 2 is al aangeven welke rol het college ziet voor de gemeente. Samengevat: - de gemeente blijft eigenaar van de gebouwen en de grond waarop de kinderboerderij staat en stelt de grond ‘om niet’ ter beschikking (geldt niet voor de nieuwe gebouwen); - de gemeente stelt jaarlijks een bedrag ter beschikking van maximaal € 171.000; - de gemeente maakt afspraken met het stichtingsbestuur over wederzijdse verwachtingen en verantwoordelijkheden en legt deze vast in een overeenkomst die door beide wordt ondertekend. Inhoud hoofdstuk In paragraaf 5.2 wordt nader ingegaan op de oprichting van een stichting, het zoeken van bestuursleden daarvoor en het belang van goede afspraken tussen de gemeente en de stichting. Paragraaf 5.3 gaat over de ondersteuning van een stichtingsbestuur met vrijwilligers, Gemiva en beroepskrachten.
5.2
Stichtingsbestuur, overeenkomst met gemeente, statuten en ANBI status
Oprichting stichting: hoe gaat dat? Een stichting wordt opgericht met een akte van de notaris. Hierin wordt verklaard dat de stichting in het leven wordt geroepen en worden de statuten bepaald. Een stichting kan door één persoon worden opgericht, maar ook samen met anderen of door een rechtspersoon. In de statuten staan onder meer: - naam, doel en vestigingsplaats van de stichting; - hoe bestuurders benoemd en ontslagen worden; - waar het geld naartoe gaat als de stichting wordt opgeheven. Een stichting heeft een bestuur, geen leden. Een stichting kan een ‘onderneming’ zijn en medewerkers in dienst hebben. Een stichting moet opbrengst en winst besteden aan haar doel. De bestuurders zijn vrijwilligers en niet in loondienst, maar kunnen wel een vergoeding ontvangen voor werkzaamheden.
15
Stichtingsbestuur Om de kinderboerderij op professionele wijze te besturen zal het bestuur in ieder geval aandacht moeten besteden aan de volgende taakvelden: - interne organisatie, werving en aansturing medewerkers (beroeps, vrijwilligers, Gemiva, derden); - huisvesting en verzorging van dieren (aan- en verkoop, welzijn en gezondheid); - jaarprogramma met activiteiten (recreatie, educatie) en evenementen; - marketing, in- en externe communicatie, relatiebeheer (incl. inzet van sociale media); - financiën en exploitatie (p&c-cyclus, budgetbewaking, verhuur, sponsoring e.d.); - beheer en onderhoud (technische zaken, ict, schoonmaak, beveiliging e.d.). Om een stichtingsbestuur - met personen met elkaar aanvullende capaciteiten - te vormen, heeft de gemeente het initiatief genomen om daarvoor mensen te polsen. Belangrijke criteria daarbij: - gemotiveerd zijn om er een aantrekkelijke kinderboerderij van te maken; - beschikken over een netwerk of dat willen opbouwen in verband met het gewenste lokale draagvlak; - beschikken over bestuurs- en/of managementervaring; - een mix van mannen en vrouwen. Wanneer neemt de stichting c.q. het stichtingsbestuur het roer over? Gemeentebestuur en stichtingsbestuur bepalen in onderling overleg het moment waarop de stichting de aansturing en verantwoordelijkheden van de gemeente gaat overnemen, rekeninghoudend met de beoogde nieuwbouw en benodigde tijd voor het opstarten van de kinderboerderij nieuwe stijl. Overeenkomst stichting en gemeente Het stichtingsbestuur en de gemeente sluiten een overeenkomst om wederzijdse verwachtingen en afspraken vast te leggen. Minimaal wordt daarin iets vastgelegd over de volgende onderwerpen: - wederzijdse verwachtingen met betrekking tot de kinderboerderij nieuwe stijl (basis: voorliggend plan); - aanvraag ANBI status door de stichting kinderboerderij (zie toelichting hierna); - rol van de gemeente bij de oprichting van de stichting en de inhoud van de statuten; - afspraken over de eventuele inzet van de huidige beroepskrachten of andere medewerkers van de gemeente voor de kinderboerderij nieuwe stijl; - positie, rol en financiële bijdrage van de gemeente aan de kinderboerderij de komende jaren, de inbreng van andere middelen en goederen en daaraan verbonden verplichtingen (bijv. richtlijnen met betrekking tot de besteding van de jaarlijkse bijdrage van de gemeente); - contacten en overleg tussen stiching en gemeente, alsmede afspraken over periodieke evaluatie en evenuele aanpassing van de overeenkomst (bijv. 1 x per 2 jaar). Toelichting op ANBI status Een ANBI is een Algemeen Nut Beogende Instelling. Een instelling kan alleen een ANBI zijn, als ze zich voor minstens 90% inzet voor het algemeen nut. Een instelling moet dat bij de Belastingdienst aanvragen. Als de Belastingdienst de stichting als ANBI aanwijst, kan zij gebruik maken van bepaalde belastingvoordelen bij erven, schenken, giften en de energiebelasting. De staat, provincies, gemeenten en waterschappen zijn altijd een ANBI. Voorwaarden om als ANBI aangewezen te worden Om aangewezen te worden als ANBI moet een instelling aan de volgende voorwaarden voldoen: - een instelling moet zich voor minstens 90% inzetten voor het algemeen belang (de 90%-eis); - de instelling mag met het haar activiteiten geen winstoogmerk hebben; - de instelling en mensen die daar rechtstreeks bij betrokken zijn voldoen aan integriteitseisen; - een bestuurder of beleidsbepaler mag niet over het vermogen van de instelling beschikken alsof het zijn eigen vermogen is. Er moet sprake zijn van gescheiden vermogen; - een ANBI mag niet meer vermogen aanhouden dan redelijkerwijs nodig is voor het werk van de instelling. Daarom moet het eigen vermogen beperkt blijven; - de beloning voor bestuurders is beperkt tot een onkostenvergoeding of minimale vacatiegelden; - een ANBI moet een actueel beleidsplan hebben; 16
-
5.3
de ANBI heeft een redelijke verhouding tussen kosten en bestedingen; geld dat na opheffing overblijft, wordt besteed aan een ANBI met een soortgelijk doel; een ANBI heeft bepaalde administratieve verplichtingen.
Ondersteuning bestuur door vrijwilligers, Gemiva en beroepskrachten
Ondersteuning bestuur en voldoen aan criteria van de SKBN Om de ambities met de kinderboerderij nieuwe stijl waar te maken heeft het bestuur ondersteuning nodig van veel vrijwilligers, stagiaires, één of meer beroepskrachten en derden. Belangrijk uitgangspunt daarbij is het voldoen aan eisen van de Gezondheids- en Welzijnswet voor Dieren (GWWD)1 en de criteria voor het keurmerk van de SKBN. Om het keurmerk te krijgen moet er een organigram zijn, waarin aanwezige functies worden omschreven van vrijwilligers, stagiaires, medewerkers en/of beheerder / beroepskracht(en). Een beheerder draagt zorg voor de bedrijfsvoering en moet voldoen aan beroepscompetenties van het landelijke kwalificatieprofiel MBO manager dierverzorging niveau 4. Naast een beheerder kunnen ook medewerkers of oproepkrachten in dienst zijn met de functie assistent-beheerder of medewerker dierverzorging. Ook aan vrijwilligers worden eisen gesteld. Deze zijn hoger als er geen beheerder of medewerker aanwezig is (100% aanwezigheid van beheerder of medewerker is niet verplicht). Als een kinderboerderij volledig op vrijwilligers draait, wat mag, moet aantoonbaar worden gemaakt op welke wijze aan gestelde beroepscompetenties wordt voldaan van een vakbekwaam beheerder en hoe verantwoordelijkheden zijn geregeld. Suggesties Het is straks aan het stichtingsbestuur om keuzes te maken over de inzet van vrijwilligers, het aanbod van Gemiva en de inzet van stagiaires en beroepskrachten. In de overeenkomst tussen gemeente en stichting zouden hierover intenties of afspraken vastgelegd kunnen worden. Hieronder volgen voorstellen waar het stichtingsbestuur gebruik van kan maken. 1. Ondersteuning van vrijwilligers Inzet van (veel) vrijwilligers is uitgangspunt voor de kinderboerderij nieuwe stijl: - individuele vrijwilligers, bijvoorbeeld inwoners Papendrecht, stagiaires, experts op specifieke terreinen, cliënten van bureau Halt, enz. enz. - vrijwilligers in georganiseerd verband, bijvoorbeeld van verenigingen, bedrijven, scholen, wijkplatforms, speeltuinverenigingen, kerken en andere instellingen (denk ook aan ouderen). De vele vrijwilligers kunnen individueel, in werkgroepen of op speciale ‘vrijwilligersdagen’ worden ingezet voor allerlei werkzaamheden en/of ter ondersteuning van het stichtingsbestuur, zoals: - voor dagelijks beheer en (klein en groot) onderhoud; - voor de zorg voor dieren; - voor de ontvangst en begeleiding van / toezicht op bezoekers; - voor het opzetten en uitvoeren van recreatieve activiteiten en evenementen; - voor het opzetten en uitvoeren van educatieve activiteiten en evenementen; - voor pr, marketing, communicatie en (integer en vakkundig) gebruik van sociale media; - voor het opzetten en onderhouden van een website en ict middelen; - voor ondersteuning van het bestuur bij de interne organisatie en exploitatie. Denk bijvoorbeeld aan het opstellen van contracten, de (financiële) administratie, de boekhouding, vrijwilligersbeleid, werving en training van vrijwilligers, juridische en fiscale aangelegenheden, beheer en inkoop van goederen, verhuur aan derden, enz. enz. In de weekenden zal een extra beroep op vrijwilligers gedaan moeten worden, vanwege de hogere bezoekersaantallen en omdat Gemiva er dan niet is. 1
Op basis van de GWWD is in het besluit Welzijn Productiedieren art. 4:1 vastgelegd: een dier wordt verzorgd door een voldoende aantal personen dat beschikt over a) de nodige kennis, b) voldoende vaardigheden en c) vakbekwaam is.
17
Veel kinderboerderijen hebben goede ervaringen met het inzetten van vrijwilligers, mits deze door beroepskrachten worden ondersteund. Bijvoorbeeld op het gebied educatie, werving en training van vrijwilligers e.d. De kinderboerderij kan gebruik maken van ervaringen, tips en documenten van andere kinderboerderijen, o.a. in Dordrecht en Sliedrecht. Stadsboerderij Dordrecht heeft ‘functieprofielen’ voor vrijwilligers, die voldoen aan SKBN-criteria. 2. Ondersteuning van Gemiva De gemeente heeft een gesprek gehad met de Gemiva-SVG Groep, een organisatie die mensen met een verstandelijke, lichamelijke of meervoudige handicap of met niet-aangeboren hersenletsel in Zuid-Holland ondersteunt. Cliënten van Gemiva werken altijd onder professionele begeleiding. Gemiva staat open voor samenwerking. Een team van Gemiva (5 à 7 personen) kan voor verschillende werkzaamheden worden ingezet, zoals: het verzorgen en voeren van dieren, groenonderhoud, tuinieren, tuinonderhoud, schoonmaken, vegen, koffie zetten (voor personeel), werkkleding wassen, boodschappen doen / koerier klussen, helpen bij het ontvangen van bezoekers (ook bij -educatieve- activiteiten), papier prikken, enz. enz. De cliënten van Gemiva werken maandag t/m vrijdag van 9.30 tot 15.30. Ze worden gebracht en gehaald. Op de kinderboerderij zijn geen speciale voorzieningen voor de mensen van Gemiva nodig, wel een personeelsruimte en een ruim toilet, maar dat is ook handig voor het publiek. Het is raadzaam het PvE voor nieuwbouw vooraf met elkaar te bespreken. Gemiva heeft ook nog andere projecten in de regio waarmee samenwerking kan worden gezocht, zoals een bakkerij, een kaarsenatelier, een zeepatelier, bloemstukken maken, een textiel atelier, een hout bewerkplaats, een drukkerij (flyers maken) en Korteland Fruit. Op deze manier kunnen bijvoorbeeld leuke ‘markten’ worden gerealiseerd. 3. Beroepskrachten Naast de inzet van veel vrijwilligers en de medewerking van Gemiva lijkt de inzet van één of meer beroepskrachten wenselijk, om de volgende redenen: - vanwege belangrijke verantwoordelijkheid (welzijn/gezondheid dieren, bedrijfsvoering); - om vrijwilligers te werven en de inzet van vrijwilligers te coördineren en aan te sturen; - als intermediair tussen het bestuur en allen die meewerken op de kinderboerderij; - initiatief te nemen en optreden bij calamiteiten met mens of dier; - gewenste professionaliteit in uitvoering en aanpak van zaken en begeleiding / training van vrijwilligers, Gemiva, stagiaires e.d. daarin. Voorstel voor inzet beroepskrachten / professionele ondersteuning Hier volgt een voorstel met betrekking tot de inzet van beroepskrachten op de kinderboerderij nieuwe stijl, rekening houdend met de volgende twee uitgangspunten: - Handhaving huidige openingstijden een half uur voorafgaand aan de opening tot een half uur na sluiting is er mimimaal één gekwalificeerde kracht aanwezig en iemand met BHV en/of EHBO diploma (kan samenvallen); in de zomer is dat circa 49 uur p/wk. en in de winter 47 uur p/wk; werktijden zijn soms onregelmatig in verband met gezondheid, sterfte of geboorte van dieren. -
Beroepskrachten eindverantwoordelijk beroepskrachten zijn eindverantwoordelijk voor het welzijn en de gezondheid van de dieren, het beheer en de bedrijfsvoering maar delegeren zoveel mogelijk taken naar vrijwilligers, Gemiva, stagiaires e.d., die daarvoor wel aan bepaalde vereisten zullen moeten voldoen; beroepskrachten zijn het aanspreekpunt voor het bestuur.
18
Uitgangspunt voor de verzelfstandiging van de kinderboerderij in deze vorm is dat meer inzet van vrijwilligers en de maatschappij nodig is. Dit vergt een opbouw in tijd. Nu is nog voldoende tijd aanwezig om voor de start van de kinderboerderij nieuwe stijl de inzet van vrijwilligers uit te bouwen. De eerste contacten met Gemiva bieden vertrouwen voor het verkrijgen van steun. Gelet op de taken die bij aanvang door gekwalificeerde krachten moeten worden uitgevoerd, hebben wij gerekend op circa 60 uur werk per week. Uitgaande van vakantie, ziekte, inzet in het weekend en bij drukte soms dubbel draaien (samenloop) moet rekening worden gehouden met 20 uur werk per week extra. De taken zijn: dagelijkse aansturing, beheer, bedrijfsvoering, enz.; coördinatie werving en training van vrijwilligers; coördinatie van een educatief jaarprogramma (om dat van de grond te krijgen); coördinatie van een recreatief jaarprogramma, incl. evenementen en verhuur (idem); (beperkte) ondersteuning van het bestuur. Deze inzet van in totaal 80 uur per week wordt door vrijwilligers feitelijk uitgebreid, waardoor in totaliteit voldoende capaciteit beschikbaar is. Dit is niet anders dan elders in het land voorkomt. Het college gaat ervan uit dat door opleiding en training van enkele vrijwilligers de omvang van in dienst zijnd personeel binnen redelijke termijn kan worden verminderd. Daarbij gaan wij ervan uit dat bij aanvang het aantal fte’s op 2,0 wordt gesteld. Na opleiding en toerusting van vrijwilligers kan de in dienst zijnde formatie worden teruggebracht naar 1,0 fte eindverantwoordelijk beheerder/dierenverzorger. Ondersteund door voldoende vrijwilligers die daartoe gekwalificeerd zijn. Wenselijkheid en haalbaarheid De wenselijkheid en haalbaarheid van personele inzet van beroepskrachten is in sterke mate afhankelijk van de volgende zaken. - De steun vanuit de samenleving: wij gaan ervan uit dat voldoende vrijwilligers gevonden worden met op de kinderboerderij noodzakelijke competenties op gebied van beheer, werving, coördinatie e.d., waardoor op redelijke termijn met minder beroepskrachten kan worden volstaan. Ook een kinderboerderij zonder beroepskrachten kan voldoen aan toetsingscriteria van de SKBN; zie eind 2e alinea aan het begin van paragraaf 5.3. - De competenties van de mensen van Gemiva: in een volgende fase moet nader worden bekeken of en in hoeverre de inzet van mensen van Gemiva kan bijdragen tot verminderde inzet van in dienst zijnd personeel. Bezien moet worden of deze inzet leidt tot specifieke knelpunten of risico’s en zo ja, welke en hoe die te ondervangen zijn. - De ambities van het stichtingsbestuur en de praktische en financiële haalbaarheid van hun plannen met betrekking tot educatie, recreatie en evenementen. Het genereren van inkomsten waaronder sponsorwerving is daarbij relevant. Het gaat om ambities bovenop de te realiseren basisvoorziening. - Duidelijkheid over het totale exploitatieplaatje. Daarover zal eerst definitieve duidelijkheid ontstaan na preciezere kennis over de belangrijkste kostenposten zoals nieuwbouw, activiteitenprogramma, wenselijke en noodzakelijke inzet in dienst zijnd personeel en vrijwilligers en de financiële risico’s. Dat vergt verdere uitwerking van voorliggend plan en een aantal verkenningen (ambities bestuur, educatie, recreatie, exploitatiemogelijkheden, draagvlak in samenleving en risico’s). Vanwege al deze onzekerheden is in paragraaf 6.4 een globale exploitatie opzet opgenomen, maar geen volledig uitgewerkte, omdat dat in deze fase niet kan.
19
6.
Exploitatie nieuwe stijl
6.1
Hoofdlijnen exploitatie nieuwe stijl
Om een aantrekkelijke en levensvatbare kinderboerderij te behouden, in combinatie met een lagere jaarlijkse bijdrage van de gemeente (€ 171.000 i.p.v. € 271.000), zal de kinderboerderij nieuwe stijl haar exploitatie daarop moeten aanpassen. Alhoewel het aan het stichtingsbestuur is om daarover beslissingen te nemen, schetsen wij hier uiteenlopende mogelijkheden om dat te doen. De exploitatie aanpassen kan langs twee wegen: 1) door te besparen, met name door het inzetten van meer vrijwilligers, assistentie van Gemiva en minder beroepskrachten en 2) door extra inkomsten te genereren door middel van sponsorwerving en inkomsten uit allerlei activiteiten. Een combinatie van beide is naar verwachting het meest effectief. In voorgaande hoofdstukken zijn de twee belangrijkste mogelijkheden om te besparen op de uitgaven belicht, te weten inzetten op langdurig lage huisvestingslasten via nieuwbouw (in hoofdstuk 4) en inzetten op meer vrijwilligers, ondersteuning van Gemiva en minder beroepskrachten (in hoofdstuk 5). In dit hoofdstuk gaan we in op de mogelijkheden om extra inkomsten te verwerven via sponsorwerving (paragraaf 6.2) en andere manieren om inkomsten te genereren (paragraaf 6.3). In paragraaf 6.4 wordt nagegaan in hoeverre een stichting de belangrijkste kosten kan betalen uit de jaarlijkse bijdrage van de gemeente en welke aanvullende financiële bijdrage indicatief noodzakelijk/wenselijk is.
6.2
Inkomsten uit sponsoring
Draagvlak voor sponsoring peilen (fase 1) Om de (lagere) gemeentelijke bijdrage aan te vullen wordt ingezet op sponsoring. De sponsorwerving zal gefaseerd aangepakt worden. In fase 1 wordt nagegaan of ondernemers en maatschappelijke organisaties substantieel en gedurende meerdere jaren een solide financiële basis willen en kunnen creëren voor de kinderboerderij. In het verkennende onderzoek gaat het om een antwoord te krijgen op de volgende vragen: 1. Is er voldoende draagvlak voor sponsoring bij bedrijven, besturen en instellingen? 2. Wat willen zij hiervoor graag terugzien? Bedoeld om suggesties te inventariseren. 3. Zijn zij bereid hun netwerk te stimuleren tot sponsoring van de kinderboerderij? 4. In welke vorm zouden ze willen sponsoren / steunen? Het ligt in de bedoeling een selectie van de grote ondernemers en instellingen in Papendrecht te benaderen om het draagvlak voor sponsoring te peilen. Dit in nauwe samenwerking met beoogde bestuursleden van de op te richten stichting. Het tijdstip is dus mede afhankelijk van de voortgang in de werving van potentiële bestuursleden voor de stichting. Sponsorwervingsactie ten tijde van uitwerking van de plannen (fase 2) Het is de bedoeling om ten tijde van de uitwerking van de plannen een sponsorwervingsactie uit te voeren. Dat moet zicht geven op daadwerkelijke financiële of materiële steun aan de kinderboerderij. Voorwaarden daarvoor: - instemming van het nieuwe stichtingsbestuur met de opzet en aanpak van de sponsorwerving; - duidelijkheid over concrete mogelijkheden om te participeren in de bouw en inrichting van de gebouwen en het terrein (speelweide, speeltoestellen e.d.) en/of het beheer en onderhoud.
20
6.3
Suggesties voor inkomsten uit andere bronnen
Suggesties voor het genereren van inkomsten, exclusief sponsoring: 1. Fan of vriend worden van de kinderboerderij 2. Inkomsten uit verkoop 3. Uitleen en adoptie dieren, activiteiten of onderdelen kinderboerderij 4. Inkomsten uit activiteiten en evenementen 5. Acties of collecteren in Papendrecht 6. Inkomsten uit verhuur (faciliteiten aanbieden) 7. Subsidies en bijdragen van derden Korte toelichting met voorbeelden Ad 1. Fan of vriend worden van de kinderboerderij - oprichting fanclub voor (kleine) kinderen en jongeren via de sociale media; - oprichting vriendenclub (voor volwassenen) en/of exclusieve sponsorclub, waarvan individuen, instellingen, bedrijven enz. tegen betaling lid kunnen worden. Ad 2. Inkomsten uit verkoop - kinderboerderijenpaspoorten SKBN à € 20 (t/m 13 jaar gratis naar veel dieren- en attractieparken); - handjes voer voor de dieren uit voerautomaten; - drinken (fris, thee, koffie, chocola) en versnaperingen; - (gesponsorde) kalender met dierenfoto’s; - producten derden (Gemiva, Korteland Fruit e.a. kleine (ambachtelijke) ondernemers). Ad 3. Uitleen en adoptie dieren, activiteiten of onderdelen van de kinderboerderij - mobiele knuffelbrigade, op bezoek bij ouderen en evenementen; - dierotheek opzetten: tegen geringe vergoeding kunnen mensen enkele dagen een dier ‘lenen’; (aandachtspunt: uitleen aan particulieren in verband met risico’s en regelgeving); - dieren uitlenen aan evenementen en braderieën; - dierenpension in zomervakantie: beperkt aantal huisdieren logeren op de kinderboerderij; - adopteer een dier of geef het iemand cadeau (denk aan € 7,50 tot € 30 per jaar, afh. van grootte). Ad 4. Inkomsten uit activiteiten en evenementen - themamarkten en evenementen: rommelmarkt, Koninginnedag , kerstmarkt, dierendagfeest, padden-stoelenmiddag, schaapscheerdersfeest, lampionnentocht, enz.; - vrijwilligerswerkdag: bedrijven / instellingen die enkele uren komen klussen (MVO); - startpunt voor landelijke, regionale of locale activiteiten (NL Doet, Ned. schoon, fietsen senioren). Ad 5. Acties / collecteren in Papendrecht - donatiebox: bijvoorbeeld in de vorm van een spaarvarken, plaatsen op het terrein of terras; - collecteren: maatschappelijke organisaties mogen met instemming gemeente collecteren; kan ook door inzameling van producten (bijv. lege cardridges, bonnetjes van lege flessen in supermarkt); - inzamelbrief: 1 x per jaar 'geld inzamelbrief’ (werkt goed). Mensen zijn vrij te storten wat ze willen. Ad 6. Inkomsten uit verhuur (faciliteiten aanbieden) - verhuur ruimtes voor vergaderen, bijeenkomsten, workshops, lezingen, activiteiten; - kinderpartijtjes met uiteenlopende programma's (kan ook i.s.m. bijvoorbeeld de Bioderij); - knutselmiddagen (met of zonder educatief tintje); - verhuur aan wijkplatforms voor activiteiten. Ad 7. Subsidies / bijdragen van derden - Bijdrage van scholen voor NME lessen (denk ook aan afdeling onderwijs van gemeente); - Bijdrage van bijvoorbeeld HVC of energieleveranciers aan duurzaamheidlessen over energie; - Bijdrage van provincie aan NME activiteiten over actuele thema’s (uitzoeken); - Naschoolse activiteiten in kader van Brede School (in overleg met gemeente en scholen). 21
6.4
Globale exploitatieopzet
In hoeverre kan een stichting straks de uitgaven dekken uit de jaarlijkse bijdrage van € 171.000 van de gemeente en in hoeverre is geld uit sponsoring en andere bronnen noodzakelijk voor een levensvatbare en aantrekkelijke kinderboerderij? In paragraaf 5.3 is gemeld dat het totale exploitatieplaatje in sterke mate afhankelijk is van de ambities van een stichtingsbestuur, hun plannen en belangrijke kostenposten en investeringen (nieuwbouw, activiteitenprogramma, wenselijke/noodzakelijke inzet in dienst zijnd personeel). In deze fase van de planvoorbereiding zijn er (logischerwijs) ook nog andere onzekerheden, zoals onzekerheid over het draagvlak in de samenleving en de financiële risico’s met betrekking tot plannen. In de uitwerkingsfase (najaar 2012 en 1e helft 2013) moeten daarom zaken verder worden uitgewerkt en verkenningen worden uitgevoerd (ambities bestuur, educatie, recreatie, exploitatiemogelijkheden, draagvlak in samenleving, risico’s en subsidiemogelijkheden) met de bedoeling aan het eind van de uitwerkingsfase (voorjaar 2013) gefundeerde besluiten te kunnen nemen over de organisatorische en financiële haalbaarheid van de nieuwe opzet, organisatie en exploitatie. Om al deze redenen wordt uitgegaan van een basisvoorziening kinderboerderij nieuwe stijl, waarvoor een globale exploitatieopzet wordt geschetst. Hiervoor is aangegeven dat voor de opstartfase wordt uitgegaan van een personele formatie in dienst van de stichting van maximaal 2,0 fte. Inzet en streven is deze na een aanloopperiode terug te brengen naar 1,0 fte. Het reduceren van de ambtelijke personele inzet en kosten naar 1,0 fte gaat gepaard met het uitgangspunt dat vanuit de samenleving steun moet zijn voor de kinderboerderij. Niet alleen in woorden, maar ook in daden: vrijwilligers en financiële bijdrage. Afbouwen van personele inzet en opbouw van inzet van vrijwilligers vergt tijd. Behalve dat vrijwilligers en de mensen van Gemiva moeten ingroeien, is het nodig dat vrijwilligers worden opgeleid om te voldoen aan de eisen die gelden. Ten aanzien van het in dienst zijnd personeel geldt in de opstartfase een totaal van 2,0 fte voor een beheerder en dierenverzorger. Een en ander leidt tot de volgende indicatieve exploitatiebegroting van een basisvoorziening kinderboerderij nieuwe stijl: - kosten van maximaal 2 fte : € 110.000 - exploitatiebijdrage : € 26.000 - kosten rente en afschrijving nieuwbouw : € 35.000 Totaal jaarlijkse kosten (basale bedrijfsvoering) : € 171.000 De maximale bijdrage van de gemeente aan de exploitatie van de kinderboerderij is € 171.000. Daarmee kan de kinderboerderij als basisvoorziening in stand worden gehouden. De financiële ruimte die na afbouw van de in dienst zijnde formatie ontstaat door vermindering van het vaste personeel tot 1,0 fte is onderwerp van overleg tussen bestuur van de stichting en het college. Daarbij is de vraag aan de orde wat ermee gedaan wordt: terug naar de gemeente, inzet voor de kinderboerderij of wellicht beiden gedeeltelijk.
22