Ernie op het Erf ( en in de stallen )
van de kinderboerderij
Een uitgave van Natuur- en milieueducatie Afdeling Realisatie - Team Stadsruimte Gemeente Leiden, 2011
Het is eind november, vroeg in de morgen en alles is nog donker en koud. Ernie, de jonge boerderijkat, ligt heerlijk opgerold te slapen. Veilig in een holletje op zolder… Opeens hoort hij een hoop lawaai. Mannen in oranje pakken zijn grote balen op zolder aan het opstapelen. Grote balen hooi en stro. Ernie rekt zich eens uit. Nieuwsgierig komt hij dichterbij. Wat is dat? Waar is dat voor nodig? En waarom zoveel? Dat wil hij wel eens weten. Trouwens, de rust is nu toch over. Bovendien heeft hij honger! Met lenige sprongen gaat Ernie op onderzoek uit. Kan hij meteen kijken of er nog wat te eten is voor hem. Beneden in de grote stal ziet Ernie de pony’s en een ezel. De stal is aan één kant open. “Is dat niet koud?” vraagt Ernie. “Nee hoor”, zegt de pony, “helemaal niet. Want we hebben een dikke jas aan”. Net als ik, denkt Ernie, maar wat heeft de pony een lange staart en lange haren bij zijn nek! “Gaan jouw haren nooit in de war?” vraagt Ernie. “Soms wel” antwoordt de pony, “maar er zijn altijd lieve dierverzorgers die me borstelen”.
Een van de pony’s loopt naar een grote bak met hooi en begint te eten. Dat is lekker… voor een pony, maar niet voor een kat. “Wat heb je een hoop gemorst”, zegt Ernie, “de hele vloer ligt vol met je eten!”. “Dat is geen hooi dat op de grond ligt”, zegt Pony, “dat is stro, en zo’n dikke laag op de vloer is lekker warm”. “Is er dan verschil?”, vraagt Ernie. “Ja zeker, kijk maar goed. Hooi is gedroogd gras en heeft dunne sprietjes. Stro is veel steviger en daar kan je een lekker, veerkrachtig bedje van maken”. Pony’s moeten wel veel eten, denkt Ernie, want de hele zolder ligt vol. Maar of dat allemaal voor de pony’s is??? Daar komt onze Ernie gauw genoeg achter…
Ernie gaat verder de boerderij verkennen. Vlakbij zijn de gezellige kippenhokken en… de deur aan de zijkant staat op een kier. Hij wandelt naar binnen. Daar ziet Ernie dat de kippen ook wakker zijn geworden. Ze zitten niet meer op hun stok, maar zijn aan het pikken op de grond. “Wat zoeken jullie”, vraagt Ernie. “Eten natuurlijk”, zegt een stoere haan, “zoals lekkere graantjes, mais, erwtjes en kleine diertjes. We vinden van alles op de grond”. “Dus jullie eten geen hooi of stro?”, vraagt Ernie. “Nee, dat niet”, zegt een dikke bruine kip, “maar we krijgen wel wat stro in onze leghokjes. Daar kunnen dan we onze eieren leggen. Ga maar eens kijken.” Dat vindt Ernie wel spannend. Hij mag van de kippen in de leghokjes kijken. Voorzichtig doet hij met zijn poot een hokje open, wat nog niet meevalt voor een kat. Hij ziet zowaar een ei liggen in het kastje. Het is nog warm, voelt hij met zijn snoet. Eieren kun je eten, had hij wel eens gehoord, maar daar snapte hij niks van… veel te hard! Gauw doet hij het hokje weer dicht, voordat het ei er uit valt! Dat was spannend, maar ik heb nog steeds honger, denkt Ernie. Hij loopt weer naar buiten…
Aan de overkant van het erf hoort hij veel lawaai. Het komt uit de grote stal. Nieuwsgierig gaat hij kijken. Wat een drukte is het hier! Aan één kant van de stal staan… 1…2…3…4(?) grote koeien. Tevreden staan ze te eten van het verse hooi. Met hun lange tongen trekken ze het hooi zo hun bek in.
Aan de andere kant ziet Ernie geiten, maar wel heel verschillende: witte geiten, bonte geiten, geiten met lange hangoren en vrolijke, kleine geiten. Ook de geiten hebben hooi, maar dan in stenen bakken. Alle geiten steken hun koppen naar buiten en beginnen van het hooi te eten. Ernie vindt het een grappig gezicht.
In de hokken van de geiten ligt alweer een dikke laag stro. Dat is heel wat beter dan een kale stenen vloer! Opeens hoort Ernie het geklater van water. Hij wordt erg nieuwsgierig en kijkt achter de koeien waar het geluid vandaan komt… Hè, getsie! Het is geen water! Eén koe staat te plassen, en dat is niet weinig. Alles valt in een greppel die achter de koeien gemaakt is. Daarin ligt ook poep van de koeien. Wel handig natuurlijk, maar Ernie vindt het toch maar vies. “Dag koe, eet en plas en poep maar lekker verder. Ik ga weer naar buiten”. Een van de koeien geeft Ernie een lik met zijn tong als afscheid. “Wij gaan pas weer in de lente naar buiten, als het wat warmer wordt.” “Je tong voelt ruw aan”, zegt Ernie. “Een beetje als mijn eigen tong, maar dan een stuk groter… en ook natter.
Eenmaal buiten ziet Ernie in de wei toch nog dieren lopen. Zouden die het niet koud hebben? Hij loopt er even naar toe. Het zijn schapen en ze hebben dikke wollen jassen, nog dikker en warmer dan Ernie’s eigen vacht. Ze eten van het gras en lijken het prima naar hun zin te hebben. “Voor jullie hoeft de boer niet te zorgen”, zegt Ernie. “Jullie kunnen je eigen eten wel vinden”. “Ja dat is waar”. zegt het schaap. “Maar als er sneeuw ligt, of als het gras erg kort is, krijgen ook wij hooi van de verzorgers. Schapen kunnen wel de hele winter buiten blijven, maar als er een koude wind staat willen we ook kunnen schuilen”. Gelukkig is daarvoor gezorgd, ziet Ernie. Want in de wei staat een mooi hok waar je lekker uit de wind kunt staan. Zelf heeft hij toch liever een warmer plekje, een plekje met eten… voor katten. Hij gaat daarom snel weer op pad.
Ernie loopt wat rond over het erf, tot hij een stal ziet waar hij nog niet binnen is geweest. Van buiten lijkt het net een mooi huisje, met een dak van riet. Hij steekt zijn kopje om de hoek van de deur… Binnen is het warm en het ruikt weer heel anders dan anders. Toos, het slimme varken, wroet met zijn snuit in het stro op zoek naar eten. Het krulstaart steekt tevreden de lucht in. Ernie kijkt naar de snuit van het varken. Die is toch wel heel anders dan zijn eigen kleine snuitje. In het hok van Toos ligt ook een bed van stro. Het ziet er behoorlijk schoon uit. En hij dacht nog wel dat varkens zo vies waren. Zelfs de drollen van het varken liggen netjes in een hoekje. Nu begrijpt Ernie waarom er zoveel stro en hooi nodig is op de boerderij. Heel veel dieren eten hooi. En overal zorgt de boer voor schoon, warm, droog stro. Op zo’n bed van stro wil onze boerderijkat ook wel eens liggen. En hij heeft geluk. Naast het hok van Toos is nog een leeg hok met een dik, schoon strobed. Ernie gaat er languit in liggen... Mmm, lekker zacht… én warm… Maar hij schrikt zich een rotje als Toos plotseling, met haar grote kop en grote bek en natte neus, over het muurtje komt hangen, vlak boven hem! “Hé kleine kater, dat is niet voor jou hoor. Dat stro is speciaal voor de schoolkinderen die ons straks een bezoekje komen brengen.” “Goed hoor, ik ga al”, zegt Ernie, en hij trippelt er gauw vandoor. “Zelfs mensenkinderen krijgen hier een strobed” moppert hij. “Misschien heet het daarom wel kinderboerderij. En ik heb nog steeds geen eten…”
Eén stal heeft Ernie nog niet gehad: de oude hooibergstal. Maar daar is het altijd zo druk. Eigenlijk kent hij deze stal best goed. Hij sluipt naar binnen. Daar staan allemaal hokken, met daarin alweer bedjes van stro. Zijn ze leeg? Of niet…? Ernie hoort geknabbel in een van de hokken. Hij ziet een takje heen en weer bewegen. Twee lange oren floepen opeens boven het stro uit, met daaronder een grappig klein snuitje. “Hallo konijn, eet jij je bed op??” vraagt Ernie. “Welnee, ik knabbel een beetje aan het stro. Dat is lekker stug. Maar op een wilgentakje wil ik ook wel knagen. Dat is goed voor mijn tanden. Anders worden ze veel te lang.” Blijven konijnentanden dan gewoon doorgroeien? Ernie vindt het maar een raar idee. Nu ziet Ernie ook de konijnen in andere hokken: zwarte, bruine, grote en kleine konijnen. In één hok zit wel een heel grote. Het lijkt wel een reus! Opeens klinkt er een hard gefluit. “Piiiep piiiiiep, kom je weer langs om te eten, kattenkop?” Het is een brutale cavia. “Eten, waar dan?” “Gewoon daar in de hoek, waar het altijd staat”, piepte de cavia. En ja hoor, daar staat zomaar een bakje met echte kattenbrokjes. Hoe kon Ernie dat vergeten! Hij begint snel te eten. Oh dat is zo lekker! Het is geen hooi, en ook geen graan of maïs. Waar kattenbrokken dan wel van gemaakt zijn, dat weet Ernie ook niet. Als het maar lekker is! En na het eten…? Lekker slapen in het stro natuurlijk!
Dit boekje is een uitgave van Natuur- en milieu educatie Afdeling Realisatie - Team Stadsruimte Gemeente Leiden, 2011 “Ernie op het erf” maakt deel uit van het project Dieren op Stal op de kinderboerderij Merenwijk in Leiden. Het boekje is op papier verkrijgbaar voor bezoekers van de kinderboerderij voor € 1,-. Voor meer informatie: tel. 071-5167711