TIJDSCHRIFT VOOR BIBLIOTHEEK & ARCHIEF
2013 | 1
TOEKOMSTMUZIEK
DE MUZIEKBIBLIOTHEEK
35 jaar hogeschoolbibliotheken Kennis delen door sociaal leren Het zusterschap tussen de bibliotheken van Tielt-Winge en Krapina Is het archiefdepot wel schoon?
Betere kosteneffectiviteit… eBooks on EBSCOhost biedt een betaalbare manier om kwaliteitstitels aan uw collectie toe te voegen; u betaalt geen mark-up of extra kosten voor toegang en onderhoud.
Flexibelere aanschafmogelijkheden… Naast de mogelijkheden voor aanschaf voor één of meerdere gebruikers kunt u ook e-bookcollecties op abonnementsbasis afnemen met toegang voor een onbeperkt aantal gebruikers.
Meer onderwerpcollecties om aan de wensen van uw organisatie tegemoet te komen… Vind de perfecte onderwerpspecifieke titels voor uw organisatie of kies passende collecties of abonnementspakketten.
Betere ondersteuning voor versimpeld collectiebeheer… Creëer en beheer uw e-bookcollectie met de EBSCOhost Collection Manager – hierin zoekt u titels, bekijkt u pakketten, maakt u lijsten voor Patron Driven Acquisition, stelt u uw aankooppreferenties in en meer.
Bezoek voor meer informatie onze website
www.ebscohost.com/ebooks
of neem contact op met Kaatje De Moor e-mail:
[email protected] - telefoon: 0497547861
EDITORIAAL
Engagement
VERANTWOORDELUKE UITGEVER
Julie Hendrickx, Hoofdredacteur
Julie Hendrickx, Statiestraat 179, 2600 Berchem HOOFDREDACTEUR Julie Hendrickx •
[email protected] REDACTIE Klaartje Brits, Jo Cooymans,
Op maandagavond 10 december werden in de Bibliotheekschool van Gent voor de tweede keer de Bib Web Awards uitgereikt. De opzet en het verloop is u intussen waarschijnlijk al bekend: van een longlist naar een shortlist en vervolgens een lijstje met winnaars. Uiteindelijk keerden 36 instellingen huiswaarts met een prijs onder de arm: brons, zilver of goud. Terwijl de eerste editie uitsluitend de (brede) bibliotheeksector beloonde, trokken dit jaar ook enkele archief- en erfgoedinstellingen de aandacht naar zich toe. En met succes!
Beatrice De Clippeleir, Gerd De Coster, Ingrid De Pourcq, Noël Geirnaert, Raf Guns, Myriam Lemmens, Laurent Meese, Kris Michielsen, Paul Nieuwenhuysen,
Een evenement als de Bib Web Awards is een charmant bewijs van het engagement dat de BAD-sector zo kenmerkt. Meer dan 8.000 (!) mensen brachten hun stem uit.
Veronique Rega, Peter Rogiest, Saskia Scheltjens, Eva Simon, Patrick Vanhoucke, Bruno Vermeeren. VRIJWILLIGER Rien Emmery REDACTIESECRETARIS Tom Van Hoye •
[email protected]
De waarde van engagement wordt in deze editie van META trouwens mooi geïllustreerd door Els Bervoets. Met haar artikel wou ze de geschiedenis van de sectie HSB en die van de sector vertellen. Maar het werd ook een verhaal van hoe bibliotheken er dankzij een gemeenschappelijk engagement in geslaagd zijn zich te profileren binnen het onderwijslandschap en daarbij hun dienstverlening steeds naar een hoger kwalitatief niveau stuwden. Het Forum voor Afgestudeerden Archivistiek en hedendaags Documentbeheer (FAAD) heeft eigenlijk een gelijkaardige opdracht: een netwerk realiseren tussen pas afgestudeerden, de sector en de opleiding. Samen sterk is het motto.
REDACTIEADRES VVBAD • META Statiestraat 179, 2600 Berchem Tel. 03 281 44 57
[email protected] • http://www.vvbad.be/meta Reageer op Twitter: #overmeta ADVERTENTIES Marc Engels •
[email protected] LAY-OUT Marc Engels DRUK Enschedé-Van Muysewinkel META verschijnt 9x per jaar, niet in januari, juli en augustus. META is een uitgave van de VVBAD en is begrepen in het lidmaatschap, maar is ook verkrijgbaar als abonnement. Meer informatie op http://www.vvbad.be/lidmaatschap. ISSN 2033-639X
Niet alleen pas afgestudeerden zitten vaak met dezelfde vragen, ook organisaties. De Europese organisatie NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe) werkte daarom het project Sister Libraries uit. De bib van Tielt-Winge liet zich leiden door haar nieuwsgierigheid en bracht een stukje Kroatische bibliotheekervaring naar Vlaanderen en vice versa. Ook een individueel leerpartnerschap in het buitenland is mogelijk. Net als bij een Erasmusbeurs voor studenten laat het Grundtvig-programma laat een ander licht schijnen op de eigen knowhow. De intentie om zich te engageren betekent al heel wat. Om zo’n voornemen dag in dag uit vol te houden, is er meer nodig: gelijkgestemden, lotgenoten. 2013 belooft een uitstekend jaar te worden om gelijkgezinden te treffen! Bibliotheek- en/of fietsliefhebbers vinden elkaar tijdens Cycling For Libraries. In juni dit jaar wordt tijdens een traject van Amsterdam naar Brussel aandacht gevraagd voor de cruciale rol die bibliotheken in een samenleving spelen. Daarnaast is het ook al uitkijken naar de jaarlijkse conferentie van de International Council of Archives (ICA) die dit jaar doorgaat in Brussel van 20 tot 24 november. Een definitieve titel is nog niet geweten maar toegang tot informatie en transparantie zullen hoog op de agenda staan. De jaarlijkse conferentie van International Association of Music Libraries, Archives and Documentation Centres (IAML) zal u moeten onthouden voor uw nieuwe agenda van 2014. Van 13 tot en met 19 juli zal Antwerpen het mekka zijn voor muziekbibliothecarissen, -archivarissen en -documentalisten. En dat Informatie aan Zee plaatsvindt op donderdag 12 en vrijdag 13 september, wist u al langer.
META 2013 | 1 |
1
De juiste informatie bij de juiste persoon Adlib Bibliotheek catalogiseert meer dan boeken alleen. Adlib Bibliotheek vormt de kern van een compleet informatieen kenniscentrum. Desgewenst kunt u deze kern uitbouwen met de uitleen-, bestel- en tijdschriftenmodules, of met vragenregistratie, SDI, full-text search en verschillende online services. Iedere vorm van informatie wordt zo op maat gemaakt voor uw gebruikers. Niet voor niets is Adlib Bibliotheek in gebruik bij vele mediatheken, bedrijven, (hoge)scholen, en juridische en overheidsinstellingen.
Adlib Bibliotheek
Veelzijdig Overzichtelijk Aanpasbaar aan alle soorten publicaties Internetmodules: SDI attenderen, Online reserveren en Full text zoeken Eenvoudig titelbeschrijvingen ontlenen Makkelijk rapporteren Geïntegreerde aanvullende modules: Bestelmodule, Uitleenmodule en Tijdschriftenmodule Meertalig Internationale standaarden SRU, ISBD/AACR2, Z39.50 MARCXML, OAI-PMH en meer Integreerbaar met Adlib Museum en Adlib Archief tot één ‘crossdomain’ systeem API-koppelingen Keuze databases MS SQL Server, Oracle, Adlib Internet ready.
Adlib Information Systems +31 (0)346 586800
[email protected] www.adlibsoft.com
Unieke ScanRobot zet historische boekcollecties om naar dynamische publicatie.
.0 MDS
ScanRobot 2
ot ieke ScanRob GMS heeft un collecties ek bo n va n tte voor het omze . ie at ic bl che pu naar dynamis
e met uw Scan de QRcod r meer info. voo Smartphone
DIGITALISEREN ■ INDEXEREN ■ CONVERSIESLAGEN ■ GMS digitaliseert | Edisonweg 50d | 2952 AD Alblasserdam Telefoon: (00)31 78 6931300 | Fax: (00)31 78 6931123 | E-mail:
[email protected]
www.gmsnl.com
eken bot worden bo Met de ScanRo and sc ge d matiseer volledig geauto aliteit. Door kw ge ho nt ta op een cons a’s per uur n 3.000 pagin de snelheid va efficiënt ies ct lle co che kunnen historis t bestands ns we ge zet in elk llecties worden omge co S italiseert GM formaat. Zo dig . st om ek to de voor nu en in
INHOUD
META 2013/1 Jaargang 89 - februari 2013
1 Editoriaal Engagement
4 Nieuws
8 Artikel 35 jaar hogeschoolbibliotheken in de professionele bacheloropleidingen
31 Uitgepakt Hoe ga ik om met digitale dragers in mijn archief? Henk Vanstappen,
32 Essay Toekomstmuziek Chris Vandenbroucke
Els Bervoets
35 Column Op fietsafstand Noël Geirnaert
14 Interview “Altijd onder je eigen kerktoren blijven is niet verruimend.”
Het citaat
De Vraag Is het archiefdepot wel schoon?
36
Rien Emmery, Julie Hendrickx en Tom Van Hoye
Werkgroep Lokaal Overheidsarchief
19 Artikel Kennis delen door sociaal leren Peter Verbist
24 Signalement De Schotense Braembibliotheek
26 Etalage Het FAAD
27 Inzet Michel Vermote
28
Over de schutting Haal een vreemde vogel in huis of vlieg er zelf eens uit
37
Het cijfer Het plan
38 Kroniek • ICA-congres • Bibliotheekweek 2012 • Open Access Week 2012
43 Recensies
Toepassing
44 Personalia
45
47 Activiteiten
48 Uitzicht
Zo gezien Ingrid Hansen
Eva Simon
30 Trend Met de iPad op ontdekking Dirk Hermans en Filip Lambrechts
META 2013 | 1 |
3
NIEUWS
‘The Belgian War Press’ online Sinds december is de volledige Belgische clandestiene pers uit de Eerste en de Tweede Wereldoorlog raadpleegbaar via de website The Belgian War Press. De site biedt gebruikers de mogelijkheid om online te bladeren in meer dan 700 clandestiene bladen. The Belgian War Press is een initiatief van het SOMA (Studie- en documentatiecentrum Oorlog en hedendaagse Maatschappij), gerealiseerd met steun van Belspo, het federale wetenschapsbeleid. La Voix des Belges, De Rode Vaan, De Werker, België Vrij, La Libre Belgique… het zijn slechts enkele van de honderden titels die consulteerbaar zullen zijn via http://warpress.cegesoma.be. De Koninklijke Bibliotheek kreeg daarbij de digitalisering van een dertigtal representatieve nationale krantentitels uit de periode 1830-1950 toevertrouwd. Het SOMA richtte zich op de digitalisering van de clandestiene en de gecensureerde oorlogspers.
WAARDEVOL ONDERZOEKSINSTRUMENT In totaal zijn meer dan 700 sluikbladen op te vragen via de nieuwe website. Dit correspondeert met maar liefst 41.000 gedigitaliseerde pagina’s. In de leeszaal van het SOMA kan ook de gecensureerde oorlogspers worHet afscheidsnummer van De Patriot. 1 april 1944. den geraadpleegd. De website wordt zo een waardevol instrument voor iedereen die geïnteresseerd is in de geschiedenis van de beide wereldoorlogen in België. Sluikblaadjes zijn onmisbaar voor de studie van het verzet, het dagelijkse leven in oorlogstijd en de mentaliteit van de bezette bevolking. Clandestiene bladen hielden de hoop op een geallieerde eindoverwinning levendig, staken de draak met de bezetter en zijn collaborateurs, riepen op tot sabotage en droomden hardop van een vernieuwd naoorlogs België. Zowel in de Eerste als in de Tweede Wereldoorlog betaalden hun schrijvers en verspreiders een zware tol. In de Tweede Wereldoorlog kostte de Duitse repressie van de sluikpers 1650 mensenlevens. SOMA
Fiets mee van Amsterdam naar Brussel Cycling for libraries is een internationale unconference voor bibliotheekmedewerkers en sympathisanten. Cycling for libraries is bovenal een avontuurlijke fietstocht. Het biedt een uitzonderlijke kans om te netwerken met toegewijde collega’s vanuit de hele wereld. Onderweg wordt er gestopt om ideeën uit te wisselen, workshops te houden en uiteraard bibliotheken te bezoeken en kennis te maken met de lokale collega’s. De frisse neus krijg je er gratis bij.
4 | META 2013 | 1
In 2011 liep de tocht van Kopenhagen naar Berlijn. 80 bibliothecarissen fietsten toe mee. Het verslag van deze tocht kon je lezen in META 2011/7. Vorig jaar liep de tocht van Vilnius naar Tallinn. In juni 2013 wordt er van Amsterdam naar Brussel gefietst. Een ideale kans om er zelf ook eens bij te zijn! De VVBAD steunt dit initiatief en nodigt je uit om mee te fietsen. Heb je interesse, neem dan contact op met
[email protected] > http://www.cyclingforlibraries.org
Foto: Pim Fijneman.
NIEUWS
Ga aan de slag met het memorandum
Alamire Foundation werkt samen met Biblioteca Apostolica Vaticana
Begin dit jaar werd het VVBADmemorandum voor de lokale en provinciale verkiezingen van oktober 2012, voor een tweede keer opgestuurd: deze keer naar alle Vlaamse provincie-, gemeenteen OCMW-besturen. Dat heeft maar zin als onze leden hiermee aan de slag gaan. ZIj kennen de situatie in hun gemeente of provincie het beste, weten welke thema’s er van belang zijn en wie een doorslag gevende invloed kan uitoefenen.
De Vaticaanse Bibliotheek en de Alamire Foundation (KU Leuven) — het Internationaal centrum voor de studie van de muziek in de Lage Landen — tekenden onlangs een overeenkomst die het Alamire Lab — een state of the art mobiel laboratorium dat gespecialiseerd is in de digitalisering van muzikale erfgoed — de toestemming geeft om de manuscripten in de Vaticaanse bibliotheekcollecties te onderzoeken, beschrijven en digitaliseren. Het gaat over manuscripten uit de late 14e tot de vroege 17e eeuw uit de Sixtijnse Kapel, de Cappella Giulia, en de kerk van S. Maria Maggiore.
Neem de tekst van het memorandum nog eens grondig door en bekijk welke punten in uw situatie prioritair zijn. Zo weet u wat u wilt bereiken als u met politici of andere bestuurders in gesprek gaat. Onderbouw de punten die u naar voren haalt, ook met argumenten en cijfers uit de lokale praktijk. Een goed beargumenteerde vraag maakt meer kans om gehoord te worden. We raadden u eerder al aan om het memorandum te gebruiken als aanleiding om een gesprek te beginnen met de cultuurbeleidscoördinator, het hoofd van de dienst Vrije Tijd, het diensthoofd Cultuur, … Bespreek met de archivaris of met de bibliothecaris uit uw gemeente of er gemeenschappelijke punten zijn die jullie samen naar voren kunnen schuiven. Vergeet ook de lokale adviesraden en beheersorganen niet. Maar nu is het vooral belangrijk om contact op te nemen met de bevoegde schepen of de beleidsverantwoordelijke. Onthoud vooral dat de nieuwe bestuursploeg werk moet maken van een meerjarenplan. Zorg ervoor dat je als archivaris of bibliothecaris betrokken wordt bij de opmaak van dat plan, rechtstreeks als het mogelijk is, onrechtstreeks als het niet anders kan. Merkt u dat uw bestuur geen gesprek wil aangaan over het memorandum, bezorg het dan aan de voorzitter van de raad of aan leden van de oppositie, zodat zij het debat kunnen aangaan. Is dat voor u moeilijk, speel dan de coördinaten van de betrokkenen door aan het VVBADsecretariaat zodat wij hen ons memorandum kunnen opsturen. Uiteindelijk zijn het de politici die het beleid maken.
De oude bibliotheek van het Vaticaan. Nu onderdeel van het museum. Foto: www.flickr.com/photos/ scottgunn.
In november 2012 ging de digitalisering van zo’n 13.500 foto’s van start, in april van dit jaar zou het project afgerond moeten zijn. De bronnen zullen in het Vaticaan door een team van internationale onderzoekers stuk voor stuk zorgvuldig worden bestudeerd, geanalyseerd, beschreven en voorzien van metadata. De beelden zullen nadien niet enkel te raadplegen zijn in de Vaticaanse bibliotheek maar ook opgenomen worden in een nieuwe digitale database, databank voor Oude Muziek (IDEM). Deze databank zal ook extra materiaal met betrekking tot de manuscripten ter beschikking stellen en zal bovendien vrij toegankelijk zijn. Het Digital Lab van de Alamire Foundation wordt gesteund door de Herculesstichting en de Universiteit van Leuven. De samenwerking met het Vaticaan wordt mede mogelijk gemaakt dankzij de steun van de Vlaamse minister van Cultuur Joke Schauvliege en het Bijzonder Onderzoekfonds van de Universiteit van Leuven. KU Leuven
Leerstoel Boek.be Ieder jaar organiseren Boek.be en de opleiding Informatie- en Bibliotheekwetenschap van de Universiteit Antwerpen de Leerstoel Boek.be. Telkens behandelt een buitenlandse spreker een onderwerp dat aansluit bij de actualiteit van de uitgeverij en boekhandel. Op vrijdag 22 maart 2013 spreekt John B. Thompson over “Merchants of Culture: The Transformation of Trade Publishing, 1960 to the Present.” John B. Thompson is hoogleraar Sociologie aan de universiteit van Cambridge. Zijn onderzoek richt zich onder meer op hedendaagse veranderingen in het boekbedrijf, een thema dat hij behandelde in de studies Books in the Digital Age: The Transformation of Academic and Higher Education Publishing in Britain and the United States (2005) en in het spraakmakende Merchants of Culture: The Publishing Business in the Twenty-First Century (tweede uitg. 2012). In zijn lezing zal hij het hebben over ontwikkelingen in het Angelsaksische boekbedrijf, die vaak een voorbode zijn voor wat er elders te gebeuren staat.
> Het volledige memorandum vindt u hier: http://www.vvbad.be/memorandum2012
Datum Locatie
Vrijdag 22 maart 2013, 16.00 u.-17.30 u. Universiteit Antwerpen, Stadscampus, Prinsstraat 13, lokaal C-204
> Meer info op www.ua.ac.be/ibw
Raf Guns
META 2013 | 1 |
5
NIEUWS
Nieuwe leenvergoeding Op 27 december 2012 verscheen in het Belgisch Staatsblad het koninklijk besluit van 13 december 2012 betreffende de vergoeding voor de openbare uitlening. Het nieuwe KB vervangt het KB van 25 april 2004 en regelt dus de leenvergoeding in België vanaf 2004. De grote lijnen van het besluit waren al bekend, nu liggen ook de bedragen definitief vast. De nieuwe regeling gaat uit van twee criteria: de grootte van de collectie en het aantal uitleningen. De niet-uitleenbare werken moeten niet meegeteld worden bij de collectie, tenminste als die bijgehouden worden in het ‘geautomatiseerd gegevensregistratiesysteem’. Is dat het niet het geval, dan wordt verondersteld
dat het gaat om 5 procent van de collectie. Ook de uitleenbare werken in het publieke domein, waarop dus geen auteursrechten meer verschuldigd zijn, worden op 5 procent van de collectie geschat. De bibliotheken worden op basis van de collectiegrootte ingedeeld in zes categorieën. Per categorie wordt een forfaitair bedrag aangerekend voor de omvang van de collectie. Het bedrag is bepaald voor de periode 2004-2012 en wordt dan van 2013 t/m 2017 jaarlijks met ongeveer 10 procent opgetrokken. Het totaal geïnde bedrag op basis van collectie voor de openbare bibliotheken stijgt zo van ca. 615.000 euro in 2012 tot een 1.075.000 euro in 2017.
Collectie
Tot 2012
2013
2014
2015
2016
2017
1 t/m 12.500
€ 300
€ 345
€ 390
€ 434
€ 479
€ 524
12.501 t/m 25.000
€ 750
€ 862
€ 974
€ 1.086
€ 1.198
€ 1.310
25.001 t/m 50.000
€ 1.500
€ 1.724
€ 1.948
€ 2.172
€ 2.396
€ 2.620
50.001 t/m 100.000
€ 2.200
€ 2.529
€ 2.857
€ 3.186
€ 3.514
€ 3.843
100.001 t/m 200.000
€ 3.000
€ 3.448
€ 3.896
€ 4.344
€ 4.792
€ 5.240
200.001 en meer
€ 3.600
€ 4.138
€ 4.675
€ 5.213
€ 5.751
€ 6.288
Het besluit stelt uitdrukkelijk dat raadpleging ter plaatse en verlenging geen uitleningen zijn. Ook van het aantal uitleningen wordt 5 procent afgetrokken voor uitleenbare werken in het publiek domein. Van 2004 t/m 2012 wordt er 0,0168 euro per
Per uitlening
Tot 2012
2013
2014
2015
2016
2017
€ 0,0168
€ 0,0193
€ 0,0219
€ 0,0244
€ 0,0269
€ 0,0294
Het besluit bepaalt uitdrukkelijk dat het bedrag doorgerekend kan worden aan de leners. Anderzijds kunnen overheden of verenigingen van uitleeninstellingen de betaling geheel of gedeeltelijk op zich nemen, zoals ook in het verleden het geval was. Dan is er een korting voorzien van maximaal 5 procent op het te betalen bedrag. Minister Schauvliege heeft al bekend gemaakt dat de Vlaamse overheid de betaling van de leenvergoeding voor de Vlaamse openbare bibliotheken ook in de toekomst op zich blijft nemen. Zoals in het vorige KB blijven onderwijsinstellingen, wetenschappelijke onderzoeksinstellingen, zorginstellingen en instellingen ten behoeve van blinden, slechtzienden, doven en slechthorenden vrijgesteld van de leenvergoeding. De bepaling dat er voor een lener maar één keer betaald moet worden, werd wel geschrapt, zoals door het Europese Hof van Justitie gevraagd.
6 | META 2013 | 1
uitlening aangerekend, dan stijgt ook dat bedrag jaarlijks om in 2017 bijna verdubbeld te zijn tot 0,0294 euro per uitlening. Het totaal geïnde bedrag voor uitleningen in openbare bibliotheken stijgt zo van 835.000 euro in 2012 tot 1,46 miljoen euro in 2017.
De aangifte moet gebeuren binnen 220 dagen. De beheersvennootschap kan gegevens opvragen om de verdeling van de leenvergoeding over de auteurs mogelijk te maken. Ze is verplicht om jaarlijks een verslag op te maken over de inning en de verdeling van de vergoedingen. De regeling komt tegemoet aan de vraag van de auteurs en de uitgevers voor een hogere leenvergoeding. Of zij met deze oplossing genoegen zullen nemen, zal nog moeten blijken. Voor de bibliotheeksector is het belangrijk dat de bestaande uitzonderingen gehandhaafd bleven en dat rekening gehouden wordt met niet-uitleenbare werken en werken in het publiek domein. Dat uitdrukkelijk bepaald wordt dat op verlengingen geen vergoeding verschuldigd is, voorkomt langdurige juridische discussies zoals in Nederland. (BV)
NIEUWS
Ambassadors of the book In META 2012/3 verscheen al de kroniek over ‘Ambassadors of the book’, het internationale congres dat op 1 en 2 februari 2012 georganiseerd werd door de opleiding Informatieen Bibliotheekwetenschap van de Universiteit Antwerpen, de Vlaamse Erfgoedbibliotheek en de Enssib (Lyon). Nu is er ook het boek in de reeks IFLA Publications.
hoorzitting: “De cultureel-erfgoedsector is enthousiast en bereid… maar mist de slagkracht om zelfs maar zijn basisopdracht naar behoren uit te voeren, laat staan om aan alle (terechte) vragen voor (her)gebruik tegemoet te komen.” Daarom bundelden organisaties uit de erfgoedsector hun standpunt in een gemeenschappelijke tekst. U kan de volledige tekst raadplegen op de site van het Cultureel-Erfgoedoverleg. (JH) > www.cultureelerfgoedoverleg.be
De vzw Waalse Krook zal het project begeleiden en toezicht houden op de strategische keuzes. Tegen 15 maart 2014 moeten alle noodzakelijke stappen in kaart zijn gebracht voor de eventuele verzelfstandiging van het Archiveringsinstituut (VIAA).
> Ambassadors of the book/ Raphaële Mouren (red.). – De Gruyter Saur, 2012. – 196p. – 978-3-11-030127-4
Digitale archivering Vlaams erfgoed van start Hoorzitting Erfgoedbeleid Donderdag 13 december vond er in de commissie Cultuur een hoorzitting plaats rond het erfgoedbeleid. Aan het woord kwamen Marc Jacobs, de directeur van het Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed FARO, over het Prisma-onderzoek en Patrick Allegaert, de voorzitter van de adviescommissie, over de nota ‘Groei en groeipijnen’. Uit de gestelde vragen bleek dat de aanwezige commissieleden vooral belangstelling hadden voor de substantiële nood aan middelen voor de erfgoedsector. Niemand ontkende de wet van de remmende achterstand net als de voordelen van het Kunstendecreet. Een financiële inhaalbeweging is noodzakelijk. Ook de musea en het effect van hun bestuurlijke indeling werden hierbij niet over het hoofd gezien. Ten slotte werd de nood aan een echte visie op cultureel erfgoedbeleid erkend. Net als de rol van een belangenbehartiger. Het luik belangenbehartiging in het decreet werd bevestigd als opportuun. Dat de erfgoedsector vaker en luider van zich mocht laten horen, was uiteindelijk de algemene teneur. De hoorzitting vond nochtans plaats op vraag van de sector. Helaas werd ‘de sector’ zelf niet uitgenodigd om het woord te nemen. Het Cultureel-Erfgoedoverleg (CEO) betreurt deze beslissing als een gemiste kans en denkt alsnog een aanvullend verhaal te kunnen brengen in deze
werkingsverband geïnstalleerd tussen vzw Waalse Krook en iMinds, het vroegere Interdisciplinair Instituut voor Breedbandtechnologie (IBBT). iMinds krijgt voor de opstartfase 2013-2014 een eenmalige subsidie van 7,8 miljoen euro. Dat bedrag gaat naar werking (medewerkers, uitbouw van een dienstenaanbod, ontsluiting) en digitaliseringsprojecten. De ministers bevoegd voor Media en Cultuur nemen de infrastructuurkosten op zich: elk 2 miljoen.
Op voorstel van de Vlaamse ministers Ingrid Lieten (Media en Innovatie) en Joke Schauvliege (Cultuur) heeft de Vlaamse regering middelen vrijgemaakt voor de opstart van een Vlaams Instituut voor de Archivering en de ontsluiting van het Audiovisueel erfgoed (VIAA). Alles samen gaat het om 11,8 miljoen euro waarvan 7,8 miljoen voor de operationele werking en 4 miljoen voor infrastructuur. De oprichting van een Vlaams Instituut voor de Archivering en de ontsluiting van het Audiovisueel erfgoed (VIAA) is een engagement uit het Regeerakkoord 2009-2014. Vlaanderen wil door gerichte digitalisering en de creatie van digitale platformen en diensten zijn erfgoed, kennis en geschiedenis op een verstandige manier bewaren en ontsluiten voor de huidige en toekomstige generaties. Tegelijk wordt al dat materiaal beschikbaar gemaakt voor de meest diverse toepassingen en voor onze kenniseconomie. Tal van maatschappelijke sectoren en overheden, media, wetenschappelijk onderzoek, cultureel erfgoed en andere — worden geconfronteerd met de nood aan het duurzaam toegankelijk krijgen en houden van digitale informatie. De kwestie is zo dringend dat in eerste instantie het meest bedreigde analoge erfgoed moet worden aangepakt. Dat Vlaanderen het VIAA opstart, is een noodzakelijke en concrete stap in de richting van een Digitaal (Archief) Vlaanderen (DAV). Vanwege de urgentie en de omvang van de taak wordt een speciaal samen-
Vlaams minister van Media en Innovatie Ingrid Lieten: “We hebben in Vlaanderen zo’n schat aan audiovisueel materiaal. Het is hoogtijd dat we dat op een systematische maar ook op een duurzame wijze bewaren voor deze en alle volgende generaties. Het is belangrijk ernaar te streven om het archief zo maximaal mogelijk publiek open te stellen voor de mediasector, het onderwijs, de bibliotheken e.a. Audiovisueel materiaal komt immers pas tot leven als je het kan gebruiken, beleven, verspreiden.” Vlaams minister van Cultuur Joke Schauvliege: “Het VIAA is een toekomstgerichte stap naar een hedendaags en duurzaam gebruik van ons erfgoed. Uitingen van onze cultuur, archiefmateriaal, bewegende beelden en geluidsfragmenten zullen door een gestandaardiseerde digitalisering blijven bestaan, maar ook beter en breder toegankelijk worden voor jong en oud. Ons erfgoed krijgt hierdoor een nieuw leven in het tijdperk van vandaag en morgen.” FARO
HEBT U OOK NIEUWS VOOR DEZE RUBRIEK? STUUR HET NAAR
[email protected]
META 2013 | 1 |
7
ARTIKEL
35 jaar hogeschoolbibliotheken in de professionele bacheloropleidingen Els Bervoets, gepensioneerd bibliothecaris, Lessius Mechelen (Thomas More)
In de afgelopen 35 jaar hebben de hogeschoolbibliotheken een hele evolutie doorgemaakt. In het begin zochten vele, pas opgerichte, kleinschalige bibliotheken hun weg. Stilaan werden ze volwassen, waarna het decreet van 1994 de eerste fusiegolf teweeg bracht. Enkele jaren later werden de associaties gevormd en nu wordt de inkanteling van de masteropleidingen in de universiteiten voorbereid. Tijd om alles even op een rijtje te zetten. De nieuwe bibliotheken die na het Koninklijk Besluit van 15 april 1977 (of in de normaalscholen dat van 21 juli 1982) ontstonden, waren kleinschalig en werden meestal geleid door één persoon. De diplomavereisten van het ambt van bibliothecaris dat deze KB’s in het leven riepen waren hoog: zowel licentiaat zijn als de ‘Akte van bekwaamheid tot het houden van een openbare bibliotheek’ bezitten. Omdat de leidinggevende bibliothecaris de hele tijd aanwezig was en al het werk zelf deed, kende hij/zij de collectie en het doelpubliek door en door, waardoor in een aantal hogescholen een waardevolle dienstverlening op maat van de klant gerealiseerd werd.
DE PIONIERSTIJD In die eerste jaren voelden de bibliothecarissen in hun eenpersoonsbibliotheken de nood om buiten de grenzen van de eigen instelling vakcollega’s te ontmoeten. Zo ontstonden de eerste samenwerkingsverbanden. Al voor 1981 bestond er een werkgroep van bibliothecarissen verpleegkunde. Koen De Raedemaecker (bibliothecaris van het Hoger Instituut Sint-Lodewijk in Antwerpen) initieerde ook een werkgroep die een aantal instellingen voor hoger onderwijs buiten de universiteit (HOBU) in de buurt had aangeschreven. Toen leden van de VVBAD het congres ‘De schoolbibliotheek in Vlaanderen’ (Gent, 21 8 | META 2013 | 1
november 1981, 150 aanwezigen) aan het voorbereiden waren, kregen ze medewerking van deze groepen. De thema’s die in de referaten en de daaropvolgende discussiemomenten aan bod kwamen, waren de noodzakelijke infrastructuur en werkingsmiddelen van de hogeschoolbibliotheek, de relaties met het beleid en de andere actoren in de hogeschool, het bibliotheekpersoneel, zijn opleiding, statuut en taken — waarbij de pedagogische opdracht meermaals beklemtoond werd — en de samenwerking met de
werking: enerzijds duidelijkheid creëren over het statuut en het beroepsprofiel van de bibliothecaris en anderzijds ideeën uitwisselen en normen opstellen over de werking van de bibliotheek. Het is deze werkgroep die later zal uitgroeien tot de subsectie (vanaf 1985) en later sectie Schoolbibliotheken (vanaf 1989) van de VVBAD (nu sectie Hogeschoolbibliotheken). In 1981 werd, onder impuls van Guido Van Horebeek, ook binnen het Nationaal Verbond van het Katholiek Hoger Onderwijs
“DE BIBLIOTHECARISSEN ROEIDEN MET DE RIEMEN DIE ZE HADDEN OM STUDENTEN EN DOCENTEN ZO GOED MOGELIJK VAN RELEVANTE INFORMATIE TE VOORZIEN.”
openbare bibliotheken alsook binnen het HOBU zelf 1. Aansluitend bij dit geslaagde congres werd binnen de VVBAD een ‘werkgroep schoolbibliotheken’ gevormd die aanvankelijk een onderdeel vormde zowel van de sectie Openbare Bibliotheken als van de sectie Wetenschappelijke Bibliotheken. In een hoorzitting en in een enquête werd gepeild naar de voornaamste prioriteiten voor de verdere
(NVKHO), een overleg tussen mediathecarissen opgestart. Op 11 maart 1982 legden zij de volgende twee basisteksten voor: Statuut van de school mediathecaris en Profiel van de schoolmediathecaris. De bibliothecarissen roeiden met de riemen die ze hadden om studenten en docenten zo goed mogelijk van relevante informatie te voorzien. Vroege samenwerkingsverbanden focusten op het gezamenlijk
ontsluiten van tijdschriftartikels in de studiegebieden verpleegkunde, onderwijs en industriële wetenschappen en technologie. Veel later, vanaf 1999, startte ook het studiegebied handelswetenschappen en bedrijfskunde met een samenwerking tot het ontsluiten van tijdschriften: Relevante Informatie uit Seriële publicaties over Economie (RISE). Uit dit alles blijkt dat er van bij de beginperiode een aantal hogeschoolbibliothecarissen een inhoudelijk degelijk uitgebouwde visie over hun beroep hadden. Om ze ook in de dagelijkse praktijk te kunnen toepassen, moesten ze echter heel wat hindernissen overwinnen. De infrastructuur was vaak verre van riant, waardoor de bibliotheek weinig uitstraling had. De bibliotheek was meestal klein, bevond zich vaak in een kelderruimte met weinig natuurlijk licht, het meubilair was oud, de middelen waren schaars en de eenzame bibliothecarissen moesten heel wat overtuigingskracht aan de dag leggen opdat de directie en de collega’s-docenten de meerwaarde van de bibliotheek voor de opleidingen echt zouden valoriseren. Het gevolg was dat zij soms niet voldoende verantwoordelijkheid kregen om hun visie waar te maken. Die situatie hield nog een hele poos aan, zoals blijkt uit ‘De schoolbibliothecaris : een pionier met
ARTIKEL
De EHSAL bibliotheek anno 2005. Foto Myriam Lemmens.
schaarse middelen’, een artikel van Chris Peeters uit 1990: “Terwijl er in de literatuur vurige pleidooien worden gehouden voor de mediatheek, het hart van de nieuwe school, is de werkelijkheid zo helemaal anders: schoolbibliothecarissen worden belast met het innen van drankgeld, (...) zij krijgen de afgedankte typemachine en kopieermachine van het secretariaat toegestopt, moeten acties organiseren om een minimaal budgetje op te bouwen, ze kaften schoendozen om daarin hun uitleenklassement te bewaren.” 2
DE VOLWASSENWORDING De subsectie Schoolb iblio theken van de VVBAD deed er alles aan om zich zowel in de bibliotheekwereld als in het onderwijslandschap beter te profileren en om een kwalitatief hoogstaande dienstverlening in de schoolbibliotheken te stimuleren. Zo kwam in 1985 een Inventaris van Vlaamse HOBU-schoolbibliotheken 3 en — via samenwerking met het Hoger Instituut der Kempen (HIK) in Geel — de eerste CCP HOBU-Vlaanderen: centrale
catalogus van de HOBU- formuleren en streefdoelen scholen 4 tot stand. De sub- uit te tekenen inzake collectie, personeel, budget, uitrusting sectie Schoolbibliotheken redigeerde ook de Monografie en ruimte van de hogeschoolvan de HOBU-mediathecaris 5, bibliotheek. Na jaren sleutelen die werd voorgesteld aan werd de tekst pas in mei 1992 het publiek op een forumge- gepubliceerd als deel 3 van sprek op 13 december 1988 de Monografie onder de titel in het Provinciaal Hoger ‘Kwaliteitseisen voor de mediInstituut voor Toegepaste atheek in het HOBU (Korte en Communicatie (PHITC) in Lange Type)’. Antwerpen. De Monografie onderscheidt vijf kernfunc- In de tweede helft van de jaren tachtig werden in de Vlaamse ties in het takenpakket van de mediathecaris: de pedago- bibliotheekwereld de eerste gische taken (de gebruikers stappen gezet om de voordeleren omgaan met informa- len van computergebruik in tie), de beleids- en beheersta- de bibliotheken te bestuderen. De sectie Wetenschappelijke ken (mediatheekbeleid en dagelijkse werking), de biblio- Bibliotheken van de VVBAD theektechnische taken (gezien organiseerde hierover op 19 in de context van onderwijs- september 1986 een studiedag. ondersteuning), de relatio- Datzelfde jaar bracht Lieven nele en promotietaken (t.o.v. Forrez zijn bibliotheeksoftde leden van de schoolge- ware BIDOC op de markt. In meenschap en externe con- 1987 startte een gebruikerstacten) en opleiding en groep van bibliothecarissen bijscholing van de mediathe- die de software Dbase III Plus caris en zijn/haar medewer- gebruikten en hierin soms kers. De reacties tijdens het zelf eenvoudige programforumgesprek waren positief ma’s schreven; daaruit onten er werd gewerkt aan een stond de bibliotheeksoftware vervolgdocument: Normen ATBiB, samengesteld door voor HOBU-mediatheken. Het Frans Van Elsacker en Helena was de bedoeling om in dit Van Rompuy. Gestimuleerd document aanbevelingen te door deze initiatieven en de
informaticamarkten die de VVBAD regelmatig organiseerde, kwam de automatisering van de bibliotheekcatalogus in de HOBU-bibliotheken stilaan op gang. Bij gebrek aan een centraal automatiseringssysteem vanuit het ministerie van Onderwijs namen de schoolbibliothecarissen zelf het heft in handen. Een heel aantal katholieke hogescholen kocht BIDOC aan, enkele andere hogescholen kochten ATBiB. Rond beide systemen ontstonden gebruikersgroepen. De verdere ontwikkeling van de hogeschoolbibliotheken had tot gevolg dat steeds meer de behoefte gevoeld werd om als gelijkwaardige partners met de andere types bibliotheken te gaan samenwerken. Zo hield Ria Molemans (voorzitster van de subsectie Schoolbibliotheken) op de Algemene Ledenvergadering van de VVBAD van 1988 een vurig pleidooi om de subsectie om te vormen tot een volwaardige sectie Schoolbibliotheken. Met succes: op de ALV van 1989 werd het eerste sectiebestuur verkozen, waarvan
META 2013 | 1 |
9
ARTIKEL
als de Nederlandse collega’s heel wat op over teamwork, het specialiseren naar diverse functies, het organiseren van bibliotheekintroducties en bibliografische instructies, en het samenwerken met docenten 7.
Ria Molemans presenteert het jaarverslag van de sectie SB op de ALV van VVBAD in november 1999. Naast haar Wim De Vos, toenmalig secretaris van de vereniging. Foto: Myriam Lemmens.
het mandaat in januari 1990 startte. In 1991 stelde Hilde Sels in opdracht van de VLIRwerkgroep Wetenschappelijke Bibliotheken het rapport De HOBU-bibliotheek in Vlaanderen en haar relatie tot de universiteitsbibliotheek samen. Hierin brachten de resultaten van enquêtes in de bibliotheken van het HOBU en van de universiteiten aan het licht dat er grote verschillen in bibliotheekvoorzieningen bestonden, wat soms leidde tot een te grote druk op een nabij gelegen universiteitsbibliotheek. De conclusie luidde dat goede afspraken en voorlichting van de studenten — bijvoorbeeld door een vak ‘informatiekunde’ in het curriculum — nodig waren, en dat vooral de HOBU-bibliotheken beter uitgerust moesten worden. 6 Op 30 mei 1991 werd er in het Hoger Instituut der Kempen in Geel aan dit rapport een studiedag gewijd met als titel ‘HOBU-bibliotheken en universiteitsbibliotheken : deelgenoten in het wetenschappelijk bibliotheekveld?’. Naast de 60 HOBU-bibliothecarissen waren 1 0 | META 2013 | 1
daar ook deelnemers uit universiteitsbibliotheken en overheidsdiensten aanwezig. Als forum om die samenwerking uit te bouwen, werd in 1992 de vzw Vlaams Overlegorgaan inzake Wetenschappelijk Bibliotheekwerk (VOWB) opgericht, waarin de hogescholen vertegenwoordigd waren. De hogeschoolbibliotheken werden daarna betrokken bij belangrijke evoluties in de wetenschappelijke bibliotheeksector, zoals de consortia voor het gebruik van databanken, updates van de Antilope-catalogus, DoKS repositories, het OK!PI project voor bibliotheekstatistieken, …
DE EERSTE FUSIEGOLF Toen de sectie School bibliotheken vernam dat de Vlaamse overheid besprekingen voerde over rationalisatie in het hoger onderwijs, maakten de sectie haar wensen over het behoud van professioneel omkaderde bibliotheekvoorzieningen kenbaar aan de beleidsinstanties. De sectie wilde garanties dat de bibliotheekvoorzieningen in de nabijheid van de studenten en docenten bleven, met
voldoende personeel om de kwaliteit van de dienstverlening op peil te houden. De sectie wilde absoluut het doemscenario vermijden dat de collecties van de vele kleine, goed functionerende bibliotheekjes centraal zouden bijeengepropt worden in een te kleine ruimte, ver weg van de gebruikers, met een minimum aan toezichthoudend personeel dat geen voeling meer zou hebben met de informatienoden van de gebruikers. Tegelijk trachtten ze zichzelf zo goed mogelijk op die nieuwe toekomst voor te bereiden. In 1993 was het thema van een studiedag ‘Schaalvergroting en hogeschoolbibliotheken’ en in november 1994 ondernam de sectie, samen met de Nederlandse collega’s van de afdeling Hogeschool Bibliotheken (HB) van de Nederlandse Vereniging van Bibliothecarissen (NVB), een studiereis naar Zuid-Engeland — waar reeds in 1988 en 1991 hervormingen in het hoger onderwijs tot grootschalige hogeschoolbibliotheken hadden geleid. De deelnemers staken daar zowel van de Engelse
Op 31 augustus 1994 verscheen in het Belgisch Staatsblad het ingrijpende ‘Decreet van 13 juli 1994 betreffende de hogescholen in de Vlaamse Gemeenschap’. De 164 kleine hogescholen fuseerden tot slechts 22 instellingen en hun opdracht werd, naast onderwijs, ook wetenschappelijk onderzoek en maatschappelijke dienstverlening. Er kwam een nieuwe beleids- en overlegstructuur en internationalisering werd gestimuleerd. Het ‘ambt van bibliothecaris’, zoals het sinds april 1977 bestond, bleef alleen nog uitdovend voortbestaan voor de vastbenoemde personeelsleden. In de plaats daarvan kwam er een ‘mandaat van bibliothecaris’ van onbepaalde duur, waarvan het hogeschoolbestuur vrij kon kiezen of ze het aan iemand toekende — mits een diploma van academisch niveau (tweede cyclus) aangevuld met een getuigschrift of diploma van bibliotheekopleiding. In een aantal hogescholen werd dit mandaat toegekend aan de hoofdbibliothecaris/diensthoofd van de bibliotheek of aan de bibliothecaris-coördinator. In de meeste gefuseerde hogescholen werkte het bibliotheekb eleid ofwel met het centrale model dat alle bibliotheekmedewerkers in één dienst met één diensthoofd verenigde onder de bevoegdheid van één directielid, ofwel met het decentrale
ARTIKEL
“KLEINE EN ONCOMFORTABELE BIBLIOTHEEKJES WERDEN INGERUILD VOOR NIEUWE, RUIME BIBLIOTHEKEN DIE MEER EN MEER STUDEERCENTRA WERDEN, VOORZIEN VAN ALLE NODIGE HARDWARE.”
model waar de bibliotheken en hun medewerkers verbonden bleven aan de departementen, onder de bevoegdheid van de departementsdirecteurs. In dat laatste geval behartigt een bibliothecaris-coördinator de gemeenschappelijke projecten zoals het automatiseringssysteem, onderhandelingen met leveranciers van databanken of e-books. In beide modellen veranderde de werksituatie van het personeel grondig. Iedereen was vanaf dan lid van een team en moest zijn/haar plaats vinden in de groep. Dit vergde een intelligente aanpak van het diensthoofd of de bibliothecaris-coördinator: als hij/zij erin slaagde de ervaring van de medewerkers te waarderen en hun kwaliteiten te benutten
en hen zo tot een enthousiast team te laten evolueren, betekende dit een meerwaarde. Dit was zeker niet eenvoudig, vermits er vaak mensen met verschillende statuten en verloningen met elkaar aan dezelfde taken moesten werken. Om hierbij ondersteuning te geven, herwerkte de sectie Schoolbibliotheken de Monografie van de HOBUmediathecaris in 1998 tot Het bibliotheekteam in de hogeschool: taken en functies. In tegenstelling tot de vroegere Monografie ging het nu om een bibliotheekteam, niet meer om één bibliothecaris. De taken werden opgesplitst in bibliotheekorganisatorische taken, en — in het licht van de opdracht van de hogescholen volgens het decreet van 13 juli 1994 — taken gericht op de
onderwijsopdracht en op de onderzoeksopdracht van de hogeschool en taken in het kader van maatschappelijke dienstverlening.
CONCRETE GEVOLGEN Veel nieuwbouwprojecten dateren van deze periode. Kleine en oncomfortabele bibliotheekjes werden ingeruild voor nieuwe, ruime bibliotheken die meer en meer studeercentra werden, voorzien van alle nodige hardware. Zo verwierven de bibliotheken ook meer aantrekkingskracht bij de eigen studenten en een grotere uitstraling naar buiten. Op het vlak van ICT zette de professionalisering zich door: er werd gekozen voor bibliotheeksoftware die grotere bestanden aankon, een
Minister van Onderwijs Luc Van den Bossche bezoekt de bibliotheek van de Ham Hogeschool en krijgt een demonstratie van de cd-rom uitrusting (1994).
webversie had en in netwerk kon gebruikt worden. De decretale opdracht tot wetenschappelijk onderzoek en de toenemende internationalisering met studenten- en docentenuitwisselingen stimuleerden mee het gebruik van grote wetenschappelijke databanken — aanvankelijk geleverd op cd-roms, later IP-gecontroleerd online — alsook de aankoop van e-books. Het Forum Elektronische Databanken van de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) en het VOWB hebben baanbrekend werk verricht om dit alles via consortia tegen een aanvaardbare prijs aan te kopen, zodat ook de hogescholen met professionele bacheloropleidingen deze informatiebronnen aan hun gebruikers konden aanbieden. In 2002 ontwikkelde de Katholieke Hogeschool Kempen (KHK) de webapp l i c a t i e D o KS , m e t a l s hoofddoel om de digitale eindwerken van hogeschoolstudenten te beheren en toegankelijk te maken. Veel hogescholen namen DoKS in gebruik, zodat het evolueerde naar het ‘eindwerkportaal Vlaamse hogescholen’. Naast de aangekochte databanken geraakte het publieke internet ingeburgerd om research te doen. Om de gebruikers hierbij te ondersteunen, ontwikkelden vele hogeschoolbibliothecarissen workshops over ‘efficient zoeken op internet’ en verzamelden ze relevante websites die ze aan hun gebruikers communiceerden via een eigen pagina op het intranet, via het elektronisch leerplatfom van de hogeschool, of via een Web 2.0-toepassing zoals Delicious.
META 2013 | 1 |
11
ARTIKEL
In de loop van de jaren negen- de NVB brachten in 2004 tig hebben de hogescholen en een bezoek aan de KHM en universiteiten een kwaliteits- aan de Plantijn Hogeschool in Antwerpen. In 2005 ontzorgstelsel op. Het externe luik — de visitaties — valt ving de KHK zelfs een groep onder de verantwoordelijk- Hongaarse bibliothecarissen. heid van de VLHORA en de VLIR. Zij controleren de totale ASSOCIATIEVORMING werking van een opleiding, EN INKANTELING inclusief het aanbod en de MASTEROPLEIDINGEN dienstverlening van de biblio- I n 1 9 9 9 o n d e r te ke n d e n theek — wat de samenwer- 2 9 E u ro p e s e m i n i s t e r s king tussen beide stimuleerde. de Bolognaverklaring, in Om intern aan kwaliteitszorg Vlaanderen vertaald naar het te doen, ontwikkelden een ‘Decreet betreffende de heraantal Vlaamse hogescho- structurering van het hoger len het PROZA-instrument onderwijs in Vlaanderen’ — (PRojectgroep Ontwikkeling of kortweg ‘Structuurdecreet’. ZelfAnalyse-instrument voor De oprichting van Associaties kwaliteitszorg). Het sectiebe- moest de samenwerking tusstuur schoolbibliotheken van sen universiteiten en hogede VVBAD kreeg toestemming scholen bevorderen en veelvan PROZA om het aspect soortige opleidingen in een ‘bibliotheek’ in dit document duidelijke structuur onderte bestuderen en suggesties te brengen. Zo ontstonden in doen over de invulling ervan. Vlaanderen vier associaties, telkens gevormd door een Als een gevolg van dat alles universiteit en een groep waren heel wat Vlaamse hogescholen: de Associatie hogeschoolbibliotheken in KU Leuven, de Associatie het begin van de 21e eeuw Universiteit & Hogescholen zo toonaangevend dat ze A n t we r p e n ( AU H A ) , d e externe collega’s op bezoek Associatie Universiteit Gent kregen. Zo bezocht in 2003 (AUGent) en de Associatie een delegatie bibliotheca- U ni ve rs ite i t- Ho g e s c h o l e n rissen van de Franstalige Limburg (AUHL). Het overberoepsvereniging Prodoc. leg inzake bibliotheekweredu de toen nieuwe centrale king kreeg via de associaties bibliotheek van de Katholieke een stimulans, maar gebeurde Hogeschool Mechelen (KHM). in de vier associaties op De Nederlandse collega’s van ve r s c h i l l e n d e s n e l h e d e n .
De bib van KHM in 2002.
“DE VERDERE ONTWIKKELING VAN DE HOGESCHOOLBIBLIOTHEKEN HAD TOT GEVOLG DAT STEEDS MEER DE BEHOEFTE GEVOELD WERD OM ALS GELIJKWAARDIGE PARTNERS MET DE ANDERE TYPES BIBLIOTHEKEN TE GAAN SAMENWERKEN.”
De bib van het studiegebied IWT van de Artesis hogeschool (2011). Foto: Myriam Lemmens.
1 2 | META 2013 | 1
ARTIKEL
BESLUIT
Sommige elementen kwamen wel telkens terug: afspraken over toegang en leenfaciliteiten, het streven naar een gemeenschappelijke catalogus en het ontwikkelen van tools voor informatievaardigheden. Bij een sterk uitgebouwde samenwerking kunnen grote gemeenschappelijke ICT-projecten sneller doorgevoerd worden, maar anderzijds hebben de afzonderlijke instellingen minder autonomie en minder ruimte om zelf creatief met nieuwe technologieën te experimenteren. De werkgroep bibliotheken van de Associatie KU Leuven bestaat uit verschillende deelgroepen die elk aparte projecten uitwerken, zoals het bibliotheeksysteem LIMO, digitale repositories, het inventariseren van de collectie periodieken en het op punt stellen van een bewaarbeleid. Hun uitwerking van een systeem voor statistieken, benchmarking en kwaliteitszorg resulteerde in het OK!PI-model dat VOWB ter beschikking stelde van de andere Vlaamse Associaties 8. De AUHA deed al tweemaal een gebruikersonderzoek in haar bibliotheken, in 2008
en in 2011, op basis waarvan een rapport met conclusies en aanbevelingen gepubliceerd werd 9. Daarnaast werken de AUHA-bibliotheken mee aan het project ‘Balans en perspectief. Verkenning en ontwikkeling van de erfgoedgemeenschap rond academisch erfgoed in Vlaanderen’ (http:// academischerfgoed.be/project/). Ten slotte keurde het Vlaams Parlement in de zomer van 2012 het ‘integratiedecreet’ goed, dat bepaalt dat de academische opleidingen van de hogescholen vanaf het academiejaar 2013-2014 in de universiteiten zullen opgaan. 10 Ten gevolge daarvan ontstaan er nieuwe clusters bij de bacheloropleidingen. Zo is in de provincie Antwerpen Thomas More ontstaan uit de synergie tussen Lessius Antwerpen, Lessius Mechelen (fusie van de vroegere Katholieke Hogeschool Mechelen met het De Nayer Instituut) en de Katholieke Hogeschool Kempen. In de provincie Limburg zullen de Provinciale Hogeschool Limburg en de XIOS Hogeschool Limburg samensmelten tot de Hogeschool PXL.
De afgelopen 35 jaar is er in de hogeschoolbibliotheken heel wat veranderd. Ook voor de toekomst dienen veranderingen en vernieuwingen zich aan. Vooral de digitalisering die zich nu nog maar in een beginstadium bevindt wordt een grote uitdaging. Twee aspecten zijn cruciaal. Ten eerste: garanderen dat de vrije toegang tot informatie blijft verder bestaan. Dit is bijvoorbeeld momenteel een probleem met vele oefeningenboeken: waar de bibliothecaris vroeger de oefeningenboeken in het rek kon zetten en uitlenen, wordt de toegang in een digitale versie door de uitgever vaak beperkt door een persoonlijke login. De hogeschoolbibliotheken zijn vragende partij om over een IP-gecontroleerde toegang te kunnen beschikken. Ten tweede: het beroeps imago van de bibliothecaris. Het is ondertussen aanvaard dat hij/zij in samenwerking met docenten een kwalitatieve collectie boeken en tijdschriften uitbouwt die rechtstreeks aansluit bij het vakgebied en bij de informatienoden van de studenten. Dat hij/ zij ook de aangewezen persoon is om wegwijzers uit te zetten naar de digitale informatie en om studenten informatievaardigheden bij te brengen, wordt wel eens onderschat. Sommigen denken dat studenten alles wat ze nodig hebben wel via Google vanzelf zullen vinden. De grote uitdaging voor de informatieprofessionals zal erin bestaan om goed met de nieuwe situatie om te gaan, in te spelen op de informatienoden van hun klanten en naar het beleid toe hun meerwaarde duidelijk zichtbaar te maken.
1 ‘De schoolbibliotheek in Vlaanderen: referaten gehouden op het congres dat door de VABB (Nederlandstalige afdeling), de S.O.B.-Gent en de VVBAD werd ingericht te Gent op 21 november 1981’, in: Bibliotheekgids 58 (1982) 1-2, p. 6-85. 2 PEETERS, Chris, ‘De schoolbibliothecaris: een pionier met schaarse middelen’, in: Nova et vetera, 68 (1990-1991) 1-2, p. 47-64. 3 STORMS, Marc, Inventaris van Vlaamse HOBUschoolbibliotheken, Antwerpen, VVBAD, 1985. 4 CCP-HOBU-Vlaanderen: centrale catalogus van periodieken, hoger onderwijs buiten de universiteit Vlaanderen, Geel, 1986 5 Monografie van de HOBUmediathecaris, Antwerpen, VVBAD, 1987, 14 p. 6 SELS, Hilde, De HOBUbibliotheek in Vlaanderen en haar relatie tot de universiteitsbibliotheek (Bibliotheekkunde, 49), Antwerpen, VVBAD, 1991, p. 187. 7 SELS, Hilde, ‘Schoolbibliotheca rissen op studiereis naar Engeland: 9 tot 13 november 1994’, in: Bibliotheek- & archiefgids, 70 (1994) 5, p. 251-253. 8 CAUWENBERGH, Johan, SIJSMANS, Paul en SMET, Dirk, ‘OK!PI: Overzicht Kwantitatieve Performantie-Indicatoren’, in: META (2012) p. 8-13. 9 http://anet.ua.ac.be/desktop/ua/ static/extra/auharapport2011.pdf 10 http://docs.vlaamsparlement. be/docs/stukken/2011-2012/ g1655-6.pdf
META 2013 | 1 |
13
Kathleen Dubois (links) en Marina Smiljanec (rechts).
“Altijd onder je eigen kerktoren blijven is niet verruimend.” De Kroatische bibliothecaris Marina Smiljanec op bezoek in de openbare bibliotheek van Tielt-Winge
Rien Emmery, Julie Hendrickx en Tom Van Hoye
In oktober 2012 was in de openbare bibliotheek van Tielt-Winge de Kroatische bibliothecaris Marina Smiljanec te gast. Haar bezoek was een uitloper van het programma NAPLE Sister Libraries, dat samenwerking rond specifieke thema’s aanmoedigt tussen openbare bibliotheken uit verschillende Europese landen. Dat ‘verzusteringsproject’ is een initiatief van NAPLE (National Authorities on Public Libraries in Europe), het forum dat Europese openbare bibliotheken wil inspireren en ondersteunen. Marina Smiljanec is een goedlachse dame die aan het hoofd staat van de openbare bibliotheek van Krapina, een gemeente op een dikke 50 kilometer van de Kroatische hoofdstad Zagreb. Samen met Kathleen Dubois, bibliothecaris in de openbare bibliotheek van Tielt-Winge, vertelt ze over wat bibliotheken in Kroatië en België verbindt en onderscheidt.
INTERVIEW
Van wanneer dateert jullie samenwerking en wat verwachtten jullie ervan? Marina: Het NAPLE Sister Libraries-programma bestaat sinds begin 2012. Wij hebben toen in Krapina meteen een aanvraag ingediend. Dat betekent gewoon een online formulier invullen met wat informatie over je eigen bibliotheek, je interesses en met welke landen uit de lijst je graag een samenwerking zou aangaan. Het is vooral de bedoeling om elkaars werking beter te leren kennen, om samen te werken, … Kathleen: … om ook ideeën op te doen die je in je eigen land kan gebruiken. Het is Marina die Tielt-Winge heeft uitgekozen. Op een dag vond ik een mail van haar in mijn inbox, met het voorstel om zusterbibliotheken te worden. (lacht) Het NAPLE-programma schrijft geen specifieke doelen voor. We zijn vrij in onze werking, al wordt soms bij ons geïnformeerd hoe de zaken ervoor staan. We krijgen af en toe een mailtje van LOCUS, dat enigszins de NAPLE-werking in Vlaanderen coördineert. Er is ook een blog waar je zelf updates van de samenwerking kan delen … Marina: … maar die wordt niet al te vaak gebruikt. We hebben geen tijd. (lacht) Ik heb Tielt-Winge gekozen omdat ik dacht dat we een behoorlijk gelijkaardige werking hadden. Krapina heeft ongeveer hetzelfde aantal inwoners, hetzelfde aantal gebruikers, een collectie van gelijkaardige omvang en zelfs evenveel bibliothecarissen. Maar wij hebben ook een samenwerking met andere bibliotheken in Spanje en Finland, want ik hou van diversiteit. Maar Tielt-Winge is de eerste bibliotheek die ik binnen het NAPLE-project bezoek. Kathleen: Ik hou ook van verrijking. Ik ben nogal nieuwsgierig van aard en ik vind dat je van elkaar kan leren. Ik had zin om ideeën op te doen, een nieuwe blik. Altijd onder je eigen kerktoren blijven, is niet verruimend. Soms heb je een bepaalde kijk op de zaken en helpt het om die te verduidelijken door ze vanuit een ander perspectief te laten bekijken. Zo vertelde Marina mij gisteren over een bibliotheek… was het bij de KroatischTsjechische grens?
● Krapina
✶ Zagreb
Marina: Ja, in een gebied waar nogal wat Tsjechen wonen. Daar bestaat een speciaal bibliotheekproject voor de Tsjechische bevolking en hebben ze een partnerschap met een Tsjechische bibliotheek afgesloten. Kathleen: Wel, ik kan me inbeelden dat er in België ook bibliotheken bestaan met verschillende gebruikersgroepen die verschillende talen spreken. In die situatie kan het misschien interessant zijn om een samenwerking aan te gaan met een bibliotheek uit een welbepaald land. Al is dat voor onze samenwerking niet meteen het geval. Marina: Nee, er zijn geen Belgen in Krapina. (lacht) Kathleen: Maar denk bijvoorbeeld aan bibliotheken dicht bij de taalgrens. Daar kan het interessant zijn om een zusterschap af te sluiten met een Franstalige bibliotheek.
“DE GROOTSTE GELIJKENIS IS DAT KROATISCHE EN VLAAMSE BIBLIOTHECARISSEN MET VEEL ENTHOUSIASME LIJKEN TE WERKEN.”
Is er financiële ondersteuning voorzien voor bibliotheken die deelnemen aan het NAPLE-initiatief? Kathleen: Nee, dat gebeurt op eigen kosten. Wij hebben in TieltWinge een expositie opgezet over de bibliotheek van Krapina, die opende op de eerste zaterdag van de Bibliotheekweek. Marina heeft ons digitale foto’s opgestuurd die wij op eigen kosten op groot formaat hebben laten afdrukken. Marina: Ik heb ook wat materialen over onze provincie meegebracht, zodat iedereen die de bibliotheek in Tielt-Winge bezoekt iets kan zien of lezen over de streek. Kathleen: Marina had bovendien voor iedere bezoeker op de tentoonstelling prachtig lokaal Kroatisch ambachtswerk mee. Iedereen was aangenaam verrast. Marina: Ja, licitars — dat zijn handgemaakte en met bloemmotieven gedecoreerde hartvormige gemberkoekjes — met een speciale inscriptie voor België. Eetbaar natuurlijk! Die koekjes zijn een eeuwenoude traditionele ambachtelijke specialiteit uit Krapina en omgeving.
META 2013 | 1 |
15
INTERVIEW
JE ZUSTERZIEL IN BIBLIOTHEEKLAND NAPLE Sister Libraries helpt je op weg Bibliotheken vind je wereldwijd. En wie in het bui-
Kathleen: Onze bezoekers waren ook over de tentoonstelling zelf zeer enthousiast. Ik had de leden van de bibliotheekraad en de gemeenteraad uitgenodigd en die zijn zowat twee uur gebleven en hebben veel vragen gesteld. Eén dame stelde zelfs voor om een bus te charteren en in Krapina naar de bibliotheek te gaan kijken.
tenland al eens een openbare bibliotheek binnenliep, voelde zich daar ongetwijfeld op de een of andere manier een beetje thuis. Ook al zijn ordeningen heel anders, doet de werking futuristisch of net een beetje oubollig aan: de drive die de bibliotheek voortstuwt, is meestal sterk voelbaar en herkenbaar. In hun streven naar een open toegang tot informatie, kennis en cultuur voor alle mensen stoten biblio-
Bestaat er tussen het personeel van de zusterbibliotheken ook persoonlijke interactie? Kathleen: Oorspronkelijk was het alleen wij tweeën, daarna hebben we elkaar foto’s gestuurd van onze bibliotheekmedewerkers. Ik heb al het gevoel dat ik hen daar een beetje ken. Marina heeft nu onze staf ontmoet. We hebben ook een cadeautje meegegeven voor de collega’s in Krapina. De bibliotheek bestaat daar trouwens al meer dan 150 jaar.
theken vaak op gelijkaardige drempels en uitdagingen. En omdat je samen nu eenmaal meer weet dan alleen, werkte Europese organisatie NAPLE (National
Marina: Wel niet de huidige bibliotheek, maar de eerste leeszaal is inderdaad opgestart in 1845.
Authorities on Public Libraries in Europe) het project Sister Libraries uit. In dit project worden bibliotheken uit alle aangesloten Europese landen* uitgenodigd om een zusterschap aan te gaan met collega’s over de grenzen heen. Welke thema’s deel uitmaken van het zusterschap, hoe intens de samenwerking is en hoe formeel, dat bepalen beide bibliotheken volledig zelf, al naargelang van de eigen wensen en noden. Ben je ook benieuwd hoe men elders omgaat met digitale en andere kloven? Staat er een verbouwing of nieuwbouw aan te komen en wil je de innovatieve denkpistes wel eens aftoetsen buiten de vertrouwde kringen? Of ben je op zoek naar insteken om de Roemeense gemeenschap in je gemeente meer bij de bibliotheek te betrekken? Misschien geeft de samenwerking met een openbare bibliotheek in hun thuisland je wel gouden tips en inzichten om je werking en collectie verder te verfijnen. Op http://sisterlibrariesnaple.wordpress.com/ vind je meer informatie over het project. Bibliotheken die zich kandidaat willen stellen, vinden er ook een aanmeldingsformulier. Als je het invult, geef je aan open te staan voor een zusterschap, en kan je bijvoorbeeld verfijnen rond welke thema’s je graag wil samenwer-
In Vlaanderen heeft bijna elk dorp zijn eigen bibliotheek. Hoe ziet het bibliotheeklandschap in Kroatië eruit? Marina: Wel, de belangrijkste Kroatische bibliotheekwet schrijft voor dat elke gemeente haar eigen bibliotheek moet hebben. Maar er zijn ongeveer 400 gemeenten en maar iets meer dan 200 openbare bibliotheken. Kleinere dorpen kunnen wel met bibliotheken uit naburige gemeenten een overeenkomst sluiten over bibliotheekvoorzieningen. Het aantal schoolbibliotheken ken ik niet, maar elke instelling uit het lager, middelbaar en hoger onderwijs is verplicht over een bibliotheek te beschikken. Daar mogen louter academisch geschoolde bibliothecarissen en bibliotheekassistenten aan de slag. Er bestaat dan ook een aparte opleiding voor bibliothecarissen die vier jaar duurt. In mijn županija Krapina-Zagorje (Kroatië bestaat uit 21 županije: ‘comitaten’ of provincies die het belangrijkste tussenniveau zijn, nvdr) zijn er 12 openbare bibliotheken en ongeveer veertig schoolbibliotheken. De bibliotheek waar ik werk, in de stad Krapina, is de coördinerende hoofdbibliotheek die alle andere superviseert en adviseert, zowel de schoolbibliotheken als de openbare bibliotheken. We beschikken over ongeveer 2000 gebruikers die elk jaar goed zijn voor samen 60 à 70.000 ontleningen. Onze collectie bestaat momenteel uit 55.000 boeken en ongeveer 1500 cd’s en dvd’s. Daarnaast is er nog een speciale afdeling met een uitgebreide lokale collectie boeken, artikels, documenten en foto’s over de provincie, de stad Krapina en haar inwoners. Daar zitten zowel heemkundige als geschiedkundige publicaties tussen.
ken. Het volstaat om dat formulier te bezorgen aan de organisatie die het aanspreekpunt is voor jouw land. In Vlaanderen volgt Maja Coltura dat op vanuit LOCUS. En dan is het wachten op je zusterziel. Eens de link gelegd is tussen twee bibliotheken, wordt de verdere communicatie aan jullie overgelaten. Maar uiteraard horen we graag hoe alles verloopt, en of
Kathleen: Wij zijn een gewone openbare bibliotheek met een gewone werking in een gemeente met een kleine 11.000 inwoners, maar onze functie is toch wel een beetje verschillend. Het is vooral op basis van onze grootteorde en op basis van hetzelfde doelpubliek dat we met elkaar in contact zijn gekomen voor deze internationale samenwerking.
we nog ergens van dienst kunnen zijn. Je kunt het project verder volgen via de blog (http:// sisterlibrariesnaple.wordpress.com/) of op twitter: @NAPLESisLib *
De deelnemende landen zijn op dit moment België, Finland, Ierland, Kroatië, Litouwen, de Tsjechische Republiek, Polen, Portugal, Roemenië, Schotland, Slovenië en Spanje.
1 6 | META 2013 | 1
Marina: De bibliotheken in Kroatië worden gefinancierd door de lokale overheden, die ook zetelen in de bestuurscomités. Dat leidt tot zeer specifieke vastgelegde jaarlijkse budgetten die men ons overmaakt en die we onafhankelijk kunnen invullen — zij het natuurlijk met een verslag als verantwoording. Maar met dat budget moeten we dan ook het hele jaar rondkomen. Als in de bibliotheek van Tielt-Winge bijvoorbeeld een defect of een mankement is, kan Kathleen de gemeente opbellen en op hen rekenen om het in orde te brengen. Dat is bij ons niet het geval. Ik moet dan zelf werkmannen contacteren en uit ons vaste budget vergoeden. Dat is goed zolang je geld hebt,
INTERVIEW
regelmatig reportages over de bibliotheek. Naar aanleiding van mijn bezoek aan België waren er bijvoorbeeld reportages in de krant, op de radio en op de lokale televisie.
maar als ik de burgemeester zou bellen, zou hij zeggen dat hij mij spijtig genoeg niet kan helpen. Dus we zijn onafhankelijk, maar dat heeft zijn vooren zijn nadelen. Mijn arbeidscontract is er bijvoorbeeld ook één met de bibliotheek, niet met de gemeente. Dat is wel een groot verschil. Elke vier jaar is er zelfs een verkiezing voor de positie van hoofdbibliothecaris, waarbij meerdere termijnen mogelijk zijn. Het is de bibliotheekraad die eerst stemt. Ze zullen de werknemers consulteren, maar zijn niet verplicht om een huidige werknemer tot hoofdbibliothecaris te benoemen. Hun beslissing moet daarna nog bevestigd worden door de gemeenteraad en vervolgens zelfs nog door het Ministerie van Cultuur. Het is ook een positie waar zeer veel druk op rust. Als ik één euro verkeerd spendeer, kan ik al in de gevangenis terechtkomen. (lacht) Zijn er nog andere grote gelijkenissen of verschillen tussen Kroatië en Vlaanderen? Marina: De grootste gelijkenis is dat Kroatische en Vlaamse bibliothecarissen met veel enthousiasme lijken te werken. Ik denk niet dat dat overal ter wereld zo is. Ook de collecties zijn redelijk gelijklopend. De boeken die je in het Kroatisch kan lezen, zijn meestal ook in de Vlaamse bibliotheken voorhanden. Er zijn ook wel overeenkomsten in de doelgroepwerking naar jongere en oudere lezers. Voor onze jeugdcollecties gebruiken we wel een ander classificatiesysteem in open rek dan hier in Tielt-Winge. Misschien zijn er nog wel enkele kleinere verschillen wat catalografie betreft, maar ik zie toch meer overeenkomsten dan verschillen. Onze bibliotheek in Krapina lijkt wel vaker contact te hebben met de media, zoals de lokale radio — bijna elke dag zelfs — en de lokale tv-zender die ons ook van nabij volgt. Ook de lokale krant publiceert
Bestaat er in Kroatië een bibliotheekvereniging zoals de VVBAD? Marina: Natuurlijk, er is een Kroatische Librarians Society met een subdivisie in elke provincie. In Vlaanderen bestaat een bibliotheekstaf in de meerderheid uit vrouwen. Is dat bij jullie ook zo? Marina: In onze bibliotheek werken we met zeven personen, inclusief het schoonmaakpersoneel, en zes daarvan zijn vrouwen. Vier hebben een master in de bibliotheekwetenschap, twee zijn assistenten. Bibliothecaris is inderdaad ook in Kroatië een typische job voor vrouwen, er zijn veel meer dames dan heren werkzaam in de bibliotheken. Vroeger natuurlijk niet. Denk aan het oude Egypte en de bibliotheek van Alexandrië: daar waren het mannen die de geheimen bewaarden. Geen open access. (lacht) En als er vacatures zijn, komen er dan veel reacties van geïnteresseerden? Marina: Ja, er zijn altijd heel wat mensen geïnteresseerd. Vier faculteiten aan Kroatische universiteiten bieden een bibliotheekopleiding aan, de laatste daarvan is pas dit jaar geopend. Dus heel wat mensen studeren om bibliothecaris te worden.
“IK KON ME NIET VOORSTELLEN HOE POPULAIR STRIPS IN BELGIË ZIJN”
Wat zijn de voornaamste uitdagingen voor de Kroatische bibliotheken? Marina: Wij willen in de eerste plaats de kwaliteit en kwantiteit van het lezen verbeteren, van alle leesmaterialen. De grootste uitdaging is digitalisering, toch voor openbare bibliotheken — waar ik het meest van af weet omdat ik er nu eenmaal werk. Het hangt af van de grootte van de bibliotheek, maar we liggen daar
META 2013 | 1 |
17
INTERVIEW
misschien een beetje achter op België. Kroatië staat klaar om op 1 juli 2013 lid te worden van de Europese Unie, dus we willen zoveel mogelijk digitaliseren wat beschikbaar is aan boeken over ons land in onze bibliotheken. Zijn er opvallende culturele verschillen tussen Belgen en Kroaten als bibliotheekgebruikers? Marina: Voor zover ik gezien heb, lijken mij de bibliotheekgebruikers in België meer open en minder verlegen dan de Kroatische lezers, die eerder hetzelfde soort literatuur uitlenen. Stripverhalen zijn ook een belangrijk verschil. In Krapina hebben we een collectie comics en een groep lezers die daar gebruik van maakt, maar in het algemeen zijn stripverhalen niet zo populair in onze bibliotheek. Ik kon me niet voorstellen hoe populair die in België wel zijn. Persoonlijk lees ik geen stripverhalen — vroeger als kind natuurlijk wel. Ik wist bijvoorbeeld ook niet dat de Smurfen Belgisch waren! Dus dat heb ik bijgeleerd op deze trip. (lacht) Kan je ons iets vertellen over de Nationale Bibliotheek van Kroatië? Marina: Eigenlijk heet die officieel de Nationale en Universitaire Bibliotheek, omdat het ook de centrale bibliotheek is van de Universiteit van Zagreb. Ze heeft een collectie van ongeveer 2,5 miljoen boeken. Als je jaarlijks lidgeld betaalt en een kaart koopt, kan je er niet alleen boeken en andere materialen consulteren in de leeszaal, maar ook boeken uitlenen. In Krapina hebben we bovendien een afspraak voor interbibliothecair leenverkeer met zowel de Nationale Bibliotheek als de openbare bibliotheek van Zagreb, die ook een grote collectie heeft. Wie een aanvraag doet, kan ongeveer twee à drie dagen later het boek komen ophalen. Met zo’n 120 bibliotheken gebruiken we ook het cataloogsysteem dat de bibliotheek van Zagreb samen met een IT-bedrijf heeft ontwikkeld. De Nationale Bibliotheek updatet die catalogus elke week en ze is permanent online beschikbaar. Welke budget is beschikbaar voor collectieverwerving? Marina: De meeste openbare bibliotheken krijgen hun budget voor collecties op basis van een contract met het ministerie voor Cultuur. Het is de bedoeling dat de gemeente dan hetzelfde bedrag voorziet als het ministerie. Dat is in de regel niet het geval en ligt veel lager. Onze bibliotheek krijgt bovendien ook nog wat fondsen van de provincie. Samen komt het totale budget neer op ongeveer 220.000 euro per jaar, waarvan 40.000 euro naar de collectie gaat. Kathleen: Dat is relatief veel voor 15.000 inwoners. Wij hebben voor 11.000 inwoners een vast collectiebudget van ongeveer 30.000 euro. Marina: Daarnaast is het belangrijk op te merken dat het ministerie de collectievorming niet enkel bevoordeelt door subsidies te geven. Er is een speciale regel waarbij het ministerie boeken rechtstreeks bij de uitgever aankoopt. Een comité beslist welke boeken bij welke uitgever worden aangeschaft. Die boeken zenden ze vervolgens naar de openbare bibliotheken. Kathleen: Daarnaast zijn er toch soms budgetproblemen. Er zijn relatief hoge budgetten voor collectievorming, maar Marina heeft mij verteld dat er niet genoeg geld is om alle boeken te verstevigen. Marina: Ja, de fondsen die we krijgen dienen louter om de boeken aan te kopen. Ik mag er geen euro van gebruiken om plastic folie mee kopen om de boeken mee te kaften. 1 8 | META 2013 | 1
Organiseert de bibliotheek in Krapina vaak activiteiten, zoals voordrachten en tentoonstellingen? Marina: Ja, zo goed als permanent. Van 15 oktober tot 15 november was er in Kroatië bijvoorbeeld een boekenmaand, en dan organiseren alle Kroatische bibliotheken veel activiteiten. Dit jaar was het thema van de boekenmaand ‘Ouderen’. Dan organiseren we heel wat ontmoetingen met auteurs, tentoonstellingen, lessenreeksen, enzovoort. Dat doen we het hele jaar door, maar in die maand iets intensiever. We zijn in november ook gestart met een week computerlessen voor ouderen. Daar was veel interesse voor, zozeer zelfs dat we niet alle gegadigden konden toelaten. We hebben ze opgesplitst in twee groepen, maar zullen waarschijnlijk nog extra lessen moeten inlassen voor wie niet kon deelnemen. Hoe reageert de lokale overheid op die initiatieven? Marina: Zeer positief, vooral omdat het hen niets kost. (lacht) Ze vinden het allemaal oké, maar we hoeven geen geld te vragen. Kathleen: Dat is bij ons in Vlaanderen hetzelfde. (lacht) Hangt er in jullie bibliotheken een bericht dat er samenwerking is met een partner in het buitenland? Marina: Ik heb het partnerschap aangekondigd op de website een tijdje geleden. Aan de ingang hangt er ook een bordje van NAPLES met een lijst van onze zusterbibliotheken. Kathleen: Er was bij ons de tentoonstelling, maar geen specifieke kennisgeving. Zou je graag nog een boodschap meegeven aan de Belgische lezers? Marina: Ja, ik zou graag vermelden dat ik Kathleen, haar staf en de mensen van Tielt-Winge zeer dankbaar ben. Ik ben er van overtuigd dat we ons programma gaan voortzetten en verder zullen ontwikkelen. Ik hoop ook dat Kathleen nog op bezoek komt in Krapina. Ik praatte onlangs met het personeel van onze bibliotheek en ze hadden graag iedereen van Tielt-Winge in Kroatië uitgenodigd. Dus jullie zullen even moeten sluiten om in Kroatië alles in het echt te komen bezoeken. Een foto is maar één kant van de zaak, in levende lijve is het anders. Kathleen: Ik vond het ook leuk dat je op bezoek bent gekomen. Voor onze staf was het heel interessant. Toen we voor het eerst de foto’s uit Krapina zagen, waren we verbaasd dat het zo’n grote, moderne bibliotheek was. Dat verwachtten wij niet eerlijk gezegd … Marina: … uit het oosten van Europa? (lacht) Dat begrijp ik. In Kroatië hebben we in het algemeen niet zoveel geld, en al zeker niet voor bibliotheken. Maar ik denk wel dat we een goede kwaliteit hebben wat bibliothecarissen betreft. Zelfs de overheid besteedt redelijk wat aandacht aan bibliotheken. Zo kan je in Kroatië bijvoorbeeld geen job in een bibliotheek krijgen als je je bibliotheekopleiding niet hebt afgemaakt. Zonder uitzondering, zelfs met een ander universitair diploma kan je niet als bibliothecaris aan de slag. Ik heb het dan over academisch geschoolde bibliothecarissen; de bibliotheekassistenten moeten speciale examens afleggen. Bedankt voor dit interview!
ARTIKEL
Foto: © KU Leuven.
AGORA-project KU Leuven
Kennis delen door sociaal leren Peter Verbist, KU Leuven
De voorbije jaren zijn er in Engeland en elders ook nieuwe leercentra gebouwd of zijn er uitgewerkte projectplannen. 1 Dichter bij huis in Louvain-la-Neuve zal de bibliotheek in het najaar 2014 verhuizen naar een nieuwe locatie en uitgebreid worden met faciliteiten voor groepswerk. Maar hoe ver staan we eigenlijk in het Vlaamse universitaire landschap? In mei 2006 nam ik deel aan een geslaagde NVB/VVBADstudiereis naar een tiental Engelse bibliotheken en leercentra. Naast het traditionele en stijlrijke Cambridge met de schitterende Paul Parker Library en de prestigieuze Millennium Library in Norwich bezochten we destijds ook de universiteiten van Coventry, Milton Keynes, Sheffield en Warwick. De twee meest in het oog springende Engelse voorbeelden van uitgebouwde leercentra waren op dat moment de Learning Grid (Warwick University) en het in aanbouw zijnde Information Commons (University of Sheffield).
In Brussel (VUB-ULB) en Antwerpen (KdG) plannen om een Library and Learning Centre te bouwen. 2 In Gent zijn er geen plannen voor een centraal aanbod van groepswerklokalen, maar zijn er binnen het netwerk van de UGent-bibliotheken wel werkplekken voor studenten die in groep willen samenwerken. 3 In Antwerpen worden groepswerklokalen aangeboden op de Bibliotheek Stadscampus en de Campusbibliotheek Groenenborger. 4 Voor de KU Leuven geldt sinds kort hetzelfde voor de Campusbibliotheek Arenberg en vanaf 2014 ook voor de
Campusbibliotheek Biom e dische Wetenschappen. 5 Voor de Leuvense binnenstad is de situatie complexer, met een Centrale Bibliotheek en zeven faculteitsbibliotheken. De groeiende nood aan groepswerkfaciliteiten heeft in 2007 aanleiding gegeven tot een behoefteanalyse waarbij zowel docenten als studenten werden betrokken. De belangrijkste conclusie was dat de gewenste ‘extra’ functies van de bibliotheek, d.i. als ruimte voor actieve sociale werkvormen (overleg, groepswerk e.a.), niet combineerbaar bleken te zijn met de nood aan
een stille werk- en studieruimte voor het raadplegen van de eigenlijke collecties. Dit probleem werd bevestigd door een eerste LibQUAL+tevredenheidsonderzoek dat de KU Leuven in 2008 uitvoerde. 6 Om deze redenen werd in een beleidsrapport op initiatief van de Groep Humane Wetenschappen gepleit voor de oprichting van een leercentrum in de Leuvense binnenstad waar de studenten op eigen initiatief, informeel, in een echte studiebevorderende omgeving kunnen komen werken en waar uitdrukkelijk het werken in groep en het sociale leren
META 2013 | 1 |
19
ARTIKEL
gestimuleerd wordt. Niet veel later heeft de KU Leuven dit advies gevolgd en werd het AGORA-project opgestart (2009). Ondertussen zijn we drie jaar verder en krijgt het nieuwe leercentrum in het
verschil tussen een warme zomerdag en een kille winterochtend. Er is tevens aandacht voor kwalitatief en zeer gevarieerd meubilair dat studenten toelaat om urenlang in dit gebouw
AGORA: voorgevel. © Abscis Architecten.
te werken of studeren. Een succesfactor, waarvan de impact al te vaak onderschat wordt, zijn de aangebrachte akoestische elementen die ervoor zorgen dat groepjes studenten niet storend op elkaar inwerken. Ten slotte is het ook belangAGORA ALS CONCEPT: rijk om schermvriendelijke KENMERKEN VAN EEN en dus indirecte verlichting LEERCENTRUM te voorzien. Omdat definities en opsommingen ‘per definitie’ afba- • Flexibel: De leeractiviteikenen en beperken, is een ten van studenten wijzigen leercentrum het beste te doorheen het academiejaar. omschrijven als een informele Tijdens de blok- en examenleeromgeving waar studenperiode is er minder nood ten kunnen doen wat ze willen aan groepswerkzones en doen, althans in een ‘lerende meer nood aan stille studiecontext’. Hieronder een aanruimtes. Door middel van tal kenmerken waaraan we flexibel meubilair kan je zoneen leercentrum kunnen herder veel inspanningen één kennen: of meerdere ruimtes voor een welbepaalde periode • Aangenaam: Leercentra omvormen tot extra ruimte bieden een aangename voor blokkende studenten. omgeving voor de studenten. Dit impliceert onder • Informeel: Een leercenmeer een uitgebalanceerde trum houdt rekening met klimaatregeling die verder het gegeven dat studenten gaat dan de strikte minizelf hun tijdsindeling en hun mumnormen. In een leermanier van werken plannen. centrum is er (in theorie) Er is niemand die zegt wat nauwelijks een merkbaar en wanneer ze iets moeten centrum van Leuven ook concreet vorm. Met deze bijdrage willen we de geïnteresseerde lezer informeren over de precieze stand van zaken en de conceptuele uitwerking van dit nieuwe leercentrum.
2 0 | META 2013 | 1
“AGORA WORDT ECHTER VEEL MEER DAN LOUTER EEN EXTRA BLOK- OF STUDIECENTRUM”
doen. Niettemin zijn er ook in een leercentrum reglementen en te respecteren regels. Deze zijn echter minder restrictief of ingrijpend dan in sommige klassieke bibliotheken, waar bibliotheekmedewerkers al te vaak voor politieagent moeten spelen. Jassen, tassen, dranken en maaltijden worden toegelaten en vaak ook aangeboden in een koffiecorner. • Multimediaal: Een leercentrum brengt multimedia tot bij de studenten zelf. Het kan gaan om interactieve schermen, smartboards, videoconferentie, camera’s, documentcamera’s, montagesoftware, audio kits, uitleenbare laptops, tablets, enz. De apparatuur moet niet alleen gebruiksvriendelijk, maar ook robuust en solide zijn (‘student proof’). • Sociaal: Een leercentrum is een ontmoetingsplaats voor studenten van verschillende opleidingen, faculteiten, groepen en nationaliteiten. Er is ook ruimte voor georganiseerde evenementen voor en/of door studenten. • Studentgecentreerd: Dit is misschien wel het belangrijkste kenmerk van een leercentrum. De hele ruimtelijke indeling en dienstverlening wordt afgestemd op de student, en dus niet op de collectie. Deze term ‘studentgecentreerd’ overkoepelt in zekere zin de andere kenmerken, maar wordt hier specifiek gebruikt voor de impact op de ruimte en op de dienstverlening . • Toegankelijk: Informele leero mgevingen zijn specifiek uitgerust ter ondersteuning van andersvalide studenten en studenten met dyslexie (digitale toegankelijkheid). Toegankelijk betekent ook een aanbod van onbeperkte of minstens zeer ruime openingstijden. Heel wat Angelsaksische leercentra passen de 24u/7d-regel toe. Ruime openingstijden vormen één van de belangrijkste kenmerken van een leercentrum.
ARTIKEL
AGORA ALS GEBOUW: MÉÉR DAN EEN BLOKCENTRUM ALLEEN Het is belangrijk dat een informele leeromgeving voor studenten voldoende centraal gelegen is voor alle studenten. Daarom heeft de KU Leuven gekozen voor het voormalig Farmaceutisch Instituut, gelegen aan de Edward van Evenstraat op de campus Sociale Wetenschappen. Deze campus ligt vlakbij het stadspark en er is momenteel reeds een drukke circulatiestroom van Leuvense studenten omwille van de onmiddellijke nabijheid van auditoria en van het studentenrestaurant Alma 2. Het Farmaceutisch Instituut wordt volledig gerenoveerd onder leiding van de Divisie Monumenten van de Technische Diensten KU Leuven, in samenwerking met het ontwerpteam AbscisProvoost-Ingenium en in overleg met de Cel Onroerend Erfgoed Vlaanderen. 7 Dit historisch en karaktervol gebouw is zeker geschikt voor de herbestemming tot een leercentrum omwille van het gevarieerde aanbod aan grote zones en kleinere lokalen. Dit laat ons perfect toe om in eenzelfde gebouw de verschillende noodzakelijke functies van een leercentrum aan te bieden. De KU Leuven voert reeds enkele academiejaren een campagne “Blokken in Leuven” om studenten dankzij ruimere openingstijden te voorzien van werkplekken in de bibliotheken. 8 Daarom kreeg het AGORA-project in de beginfase voortdurend af te rekenen met het predicaat van een ‘blokcentrum’, een plaats waar studenten samenkomen om te studeren. AGORA wordt echter veel meer dan louter een extra blok- of studiecentrum. De eigenlijke leeractiviteiten kunnen gaan van individueel studeren over
elektronische handboeken groepswerk, inoefenen en examenperiode getransforen als we actief inspelen op opnemen van presentaties tot meerd worden in een extra de op handen zijnde evoluen met videobewerking en stille studieruimte of een ties naar verrijkte elektronivideoconferencing. Dankzij ruimte voor evenementen. sche cursussen. het samenbrengen van deze • De koffiecorner concretiverschillende functies en serseert de sociale functie van • Aan de voorzijde van het vices in één gebouw wordt een leercentrum. Hier kungebouw worden 20 groepsbovendien juist een surplus nen studenten met elkaar werklokalen ingericht, vergecreëerd ten opzichte van afspreken, even uitblazen spreid over vier verdiepingen. de loutere som ervan. van hun leeractiviteiten, De capaciteit varieert tuszich voorbereiden op een sen 6 en 20 personen. In AGORA zal toegankelijk zijn nieuwe concentratieboog, een basisversie wordt ieder voor alle personeelsleden en kranten of weekbladen groepswerklokaal voorstudenten, dus inclusief de bekijken, nieuwsberichten zien van een touchmonitor. academische opleidingen van en nieuwsuitzendingen volSommige lokalen zullen ook de Associatie KU Leuven. De gen via een videomuur, enz. uitgerust zijn met montagebezoekersstatistieken van de Voor wie wil, zal er ook een software, documentcamera’s voorbije jaren tonen duidelijk ruim aanbod zijn aan koffie, of videoconferencing. aan dat ook studenten van frisdranken, broodjes, fruit • Aanvullend zal er ook plaats de campussen Wetenschap & en yoghurts. zijn voor een infomarkt waar Technologie en Biomedische • Op de eerste verdieping vinactiviteiten van studenten of We t e n s c h a p p e n g r e t i g sponsors kunnen plaatsvinden we twee grote zones gebruik maken van de biblioden, een leestuin die funwaar studenten in stilte theekinfrastructuur in de bingeert als een natuurlijke samen kunnen studeren nenstad. Dit zal voor AGORA uitbreiding van de koffiecorof werken. De stille zone ongetwijfeld niet anders zijn. ner — bij voldoende mooi zal met respect voor het weer uiteraard — en een authentieke labomeubilair Bij de opening zullen we minibrainstormzone met creaworden omgevormd tot een maal 550 werkplekken kunnen tief meubilair in een inspireserene ruimte voor individuaanbieden, waarvan ruim de rende set-up. ele studie. In de tegenoverhelft specifiek gericht op het liggende ruimte bieden we faciliteren van groepswerk: individuele werkplekken AGORA ALS PROJECT: aan met een grote variatie • In de open groepswerkzone MÉÉR DAN EEN van opstelling en inrichting. GEBOUW ALLEEN kunnen studenten in groep Een informele leer omgeving voor studenten stopt echter niet bij het gebouw zelf. Minstens even belangrijk is de dienstverlenende context die je aanbiedt. Een cruciaal element hierbij is de sociale functie in combinatie met de toegankelijkheid, Links: AGORA: informele zone, rechts: AGORA: open groepswerkruimte. meer specifiek de © Technische Diensten KU Leuven. openingstijden. Het Angelsaksisch principe van permaIn tegenstelling tot eerdere nente opening, de fameuze samenwerken aan papers, plannen zullen we hier geen 24/7-regeling, is voor de KU taken of andere opdrachgedrukte collectie van refe- Leuven anno 2013 organisaten. Zij kunnen daarbij rentiewerken, leeslijsten of torisch en financieel (nog) gebruik maken van breedcursussen aanbieden. Deze niet haalbaar. Niettemin zal beeldschermen en flipcharts. beslissing genereert op AGORA iedere dag geopend De flexibiliteit ligt vooral in korte termijn enkele nade- zijn; van 8.00 u. tot 24.00 u. op het meubilair omdat bijna len (studenten kunnen in gewone lesdagen en in de blokalles hier letterlijk op wielhet leercentrum geen cur- en examenperiodes, van 9.00 tjes loopt. Op die manier u. tot 19.00 u. tijdens de weeksusmateriaal of literatuur in kunnen groepjes studenten gedrukte vorm raadplegen), ends, lesvrije weken, vakantieprobleemloos opsplitsen of maar creëert ook opportu- periodes en feestdagen. Enkel samenkomen. Bovendien niteiten. Zo mikken we op op Kerstmis en Nieuwjaar zal kan deze open groepshet gebouw gesloten zijn. De een gerichte uitbreiding van werkzone in de blok- en
META 2013 | 1 |
21
ARTIKEL
combinatie van deze ruime openingstijden met de aangeboden infrastructuur maakt van AGORA een uniek project voor Vlaanderen. Maar deze combinatie biedt nog geen garantie op onverdeeld succes. Het is immers van cruciaal belang hoe we de dienstverlening in AGORA willen organiseren. Ruime openingstijden hebben immers een niet geringe impact op de personeelsinzet. Het is hierbij zaak om naast een beperkt team van informatieadviseurs ook de beschikking te hebben over geëngageerde jobstudenten. De informatieadviseurs zullen het gebouw overdag beheren en de jobstudenten zullen vooral de late avonduren en de weekends voor hun rekening nemen. Deze personeelsinzet vereist niet alleen een weloverwogen rekrutering op basis van de juiste competenties, maar ook een goed uitgebouwde omkadering en opleiding. 9 Beide elementen worden bij voorkeur opgebouwd op basis van de meest voorkomende problemen en vragen van studenten. We hoeven dus niet vast te houden aan het principe van een vaste informatiebalie (fixed helpdesk) waar studenten vragen ‘mogen’ stellen. De uitdaging ligt in het actief inspelen op mogelijke vragen of problemen door zelf rond te gaan in de verschillende zones van het gebouw (roving support). 10 Hierbij gaat het dus zeker niet uitsluitend over informatiebemiddeling (“waar vind ik informatie over dit onderwerp?”), integendeel. De meeste vragen of problemen zullen juist zeer praktisch van aard zijn (“mijn pc krijgt geen internet”, “ik krijg geen beeld”, “hoe moet ik deze camera gebruiken?”, “hoe moet ik een PDF maken?”, “hoe krijg ik die grafiek in mijn paper?”, “hoe moet ik mijn paper elektronisch inleveren?”, enz.). Dit is op zich natuurlijk niet uniek voor een leercentrum. Ook bibliotheken 2 2 | META 2013 | 1
voelen de nood om hun personeel meer (bij) te scholen in het adequaat omgaan met vragen en problemen die vallen buiten het domein van de strikte informatiebemiddelaar. Met AGORA willen we echter nog een stap verder gaan door informatie-adviseurs en jobstudenten te laten fungeren als een team van volwaardige eerstelijnsondersteuning voor alle mogelijke vragen van studenten (“hoe kan ik mijn studentenkaart vernieuwen?”, “kan ik een studiebeurs krijgen?”, “waarom werkt mijn paswoord niet meer?” of zelfs “ik zie het niet meer zitten, help me!”). Deze vorm van personeelsinzet vereist een veelzijdig opleidingspakket en een gedegen omkadering. Vanzelfsprekend moet ook vooraf alle aangeboden informatie met betrekking tot studieadvies, inschrijvingen, studiebeurzen of andere domeinen doorgesproken en afgestemd met de betrokken centrale diensten.
“ER BESTAAT NIET ZOIETS ALS HÉT IDEALE LEERCENTRUM. IEDERE UNIVERSITEIT MET PLANNEN IN DEZE RICHTING MOET REKENING HOUDEN MET DE LOKALE CONTEXT”
Belangrijk is ook de integratie van bestaande services voor studenten in het leercentrum. 11 Het reeds bestaande pc-lab voor studenten met computerproblemen zal verhuizen vanuit de pc-klassen in de Dekenstraat naar AGORA, net als de print- en plotterinfrastructuur voor studenten. Daarnaast zullen we uitleenbare laptops en mogelijk ook tablets aanbieden, evenals complete kits voor videoopname, audio-opname of webconferentie. Voor studenten met dyslexie, ten slotte, wordt speciale software voor digitale toegankelijkheid aangeboden. Op het vlak van ICT en multimedia fungeert de opening van AGORA als een concrete deadline voor projecten waarvan de resultaten perfect uitbreidbaar zijn naar de universiteitsbibliotheken KU Leuven. Een eerste voorbeeld is de uniforme pc-omgeving voor studenten waar de informatie niet langer pc-afhankelijk maar profielafhankelijk wordt aangeboden. Anders gezegd
kunnen studenten die aanmelden op een publieke pc in AGORA beschikken over hun eigen gepersonaliseerde desktop én over de voor hen relevante softwarepakketten, bijv. SAS of SPSS. Publieke pc’s in bibliotheken, pc-klassen en AGORA zullen met andere woorden op identiek dezelfde manier werken. Een ander voorbeeld is het ontwikkelen van een reserveringstool voor groepswerklokalen, gebaseerd op Microsoft Exchange. Hierdoor zullen studenten kunnen beschikken over een eigen professionele agenda met aanduiding van hun colleges en met de mogelijkheid om medestudenten uit te nodigen voor een overlegmoment in een op dat moment beschikbaar groepswerklokaal en met inbegrip van op dat moment beschikbaar materiaal (webconferentietoestel,
ARTIKEL
1 Een selectie van inspirerende voorbeelden: Learning Grid in Warwick University (http://www2.warwick.ac.uk/services/library/grid/), Information Commons in Sheffield University (http://www.sheffield. ac.uk/infocommons), Xplora in Avans Hogeschool (http://www.avans. nl/?id=8492&ms=42&em=8492), Library Learning Centre in TUDelft (http:// librarylearningcentre.weblog.tudelft.nl/), Rolex Learning Centre in Ecole Polytechnique Fédérale de Lausanne (http://www.rolexlearningcenter.ch/), The Forum in University of Exeter (http://www.exeter.ac.uk/about/campus/ forum/). 2 Voor het gezamelijk project van VUB en ULB: Zie o.a. de presentaties van Dominique Lerinckx en Patrick Vanouplines op http://mastic.ulb. ac.be/2012/04/des-bibliotheques-aux-learning-centers/. Voor het project op de nieuwe campus van de Karel de Grote-hogeschool wordt gemikt op najaar 2016 (met dank aan mijn Antwerpse collega Julien Van Borm, erehoofdbibliothecaris van de Universiteit Antwerpen). 3 Onder meer in de gloednieuwe faculteitsbibliotheek Letteren en Wijsbegeerte van de Universiteit Gent in de Rozier, met dank aan mijn Gentse collega Saskia Scheltjens. 4 Met dank aan mijn Antwerpse collega Veronique Rega, campusbibliothecaris Humane en Sociale Wetenschappen van de Universiteit Antwerpen. 5 De Campusbibliotheek Biomedische Wetenschappen verhuist in de loop van 2014 naar een nieuwe locatie op Gasthuisberg. 6 LibQUAL+ is een internationale tool om de kwaliteit van de dienstverlening te meten op basis van een gestandaardiseerd tevredenheidsonderzoek. Zie ook SIJSMANS, Paul en VANDOOLAEGHE, Frederic, ‘LibQUAL+: tool voor kwaliteitsbeleid en benchmarking’, META, (2012) 6, p. 34. 7 Zie http://abscis-architecten.be/projects/studielandschap-farmaceutischinstituut/ 8 Zie http://blokkeninleuven.be 9 Zie o.a. SIMONS, Ellen, ‘The New Learning Environment: Impact on Staff and Students’, Liber Quarterly: the Journal of the Association of European Foto: © KU Leuven.
Research Libraries, 20 (2010) 2, p. 258-269. 10 Zie o.a. O’NEIL, Frances en COMLEY, Jenny, ‘Models and Management of Student Employees in an Australian University Library’, Australian Academic & Research Libraries, 41 (2010) 2, p. 100-112. 11 Zie o.a. KEENE, Judith en FAIRMAN, Roger, ‘Building an integrated work
video kit, ...). Ten slotte zullen we in de nabije toekomst ook als piloot meewerken aan een nieuw uniform printbeheer- en betaalsysteem voor
kopieerverrichtingen en voor een gloednieuw aanbod van verrijkte elektronische cursussen.
force through shared values. The Worcester Library and History Centre’, Library Review, 60 (2011) 3, p. 188-201.
CONCLUSIE Er bestaat niet zoiets als hét ideale leercentrum. Iedere universiteit met plannen in deze richting moet rekening houden met de lokale context. Er zijn wel criteria waaraan een leercentrum moet voldoen. Bibliotheken en leercentra zijn zeker geen synoniemen, maar er is wel een duidelijke overlappende zone. De eigenheid van een leercentrum vinden we niet terug in opvallende kenmerken, zoals bijv. de aanwezigheid van interactieve multimedia of een coffee corner, maar veeleer in de (bijna) onzichtbare kenmerken als ruime openingstijden, akoestische afwerking en studentgecentreerde dienstverlening. AGORA zal haar deuren openen op 18 april 2013. Door de combinatie van zeer ruime openingstijden, 20 groepswerklokalen, interactieve multimedia, informele omkadering en studentgecentreerde personeelsinzet wordt AGORA het
eerste volledig uitgebouwde leercentrum in Vlaanderen. Het speelt hiermee in op een aantal noden en behoeften van huidige en toekomstige generaties digital natives. Door samen te werken in een sociale en informele leeromgeving worden studenten hiermee beter voorbereid op reële situaties in het beroepsleven. Complementair met de bibliotheken, de digitale leeromgeving en onderwijsondersteunende diensten wil dit leercentrum een cruciale functie vervullen in het universitair aanbod van studentgecentreerde infrastructuur en dienstverlening. Studenten worden daarom nauw betrokken bij de verdere uitwerking project. De eerstkomende jaren zal het ongetwijfeld een voorwerp zijn van permanente evaluatie. Ook u bent alvast van harte welkom. http://www.kuleuven.be/agora
META 2013 | 1 |
23
SIGNALEMENT
De Schotense Braembibliotheek
Klaar voor restauratie in 2013
2 4 | META 2013 | 1
Foto’s: Chris Vandenhende
SIGNALEMENT
Hoofdfoto: Een lijnenspel van de ramen van de bibliotheek met het binnenvallend licht. Inzet boven: In de bibliotheek zijn er weinig rechte muren vandaar dat deze luchters zo goed passen in dit interieur. Ze geven de ruimte ook een ietwat buitenaards gevoel. Inzet onderaan links: Contrast tussen de rondingen van de luchters en de horizontale lijnen van de klaarstaande stoeltjes. Inzet onderaan rechts: Buitenaanzicht waarbij ook hier het lijnenspel duidelijk zichtbaar is, zowel in het ramenspel als in de betonconstructie onder de ramen.
META 2013 | 1 |
25
ETALAGE
Het FAAD Dieter Viaene
De afgestudeerden van de archiefopleiding verenigen zich in het FAAD (Forum van Afgestudeerden Archivistiek en hedendaags Documentbeheer). Dit enthousiaste team staat deze nieuwelingen bij met raad en daad. Deze maand zetten we dit team in onze etalage.
V.l.n.r. Stephanie Aertsen, Wendy Van de Camp, Soizik Van Huele, Lawrence Van Haecke, Dieter Viaene (voorzitter), Valerie Gheysens, Erica ten Hove, Frank Scheelings, Ward Vansteenkiste (secretaris).
Wanneer werd het FAAD opgericht? Het ontstaan van het FAAD hangt nauw samen met het succes van de opleiding Archivistiek, opgericht in 1989. De toenmalige voorzitter van de opleiding, Juul Verhelst, ontving immers heel wat vragen van (afgestudeerde) archivarissen in verband met bijscholing, hun plaats op de arbeidsmarkt, enz. Ook werkgevers vroegen advies voor het invullen van hun vacatures. Op vraag van Juul Verhelst en in samenwerking met een aantal afgestudeerden werd het FAAD in 1998 boven de doopvont gehouden. Zo werd getracht tegemoet te komen aan de verschillende noden. Wat is de meerwaarde van een forum als FAAD? Het FAAD is onmisbaar voor de onderlinge contacten tussen de afgestudeerden, de opleiding en de archiefsector. Dit gebeurt via de jaarlijkse studievoormiddag, bezoeken aan archieven, de nieuwsbrief ‘FAAD-Praat’, de website … Met welke vragen lopen pas afgestudeerden zoal rond? Pas afgestudeerden weten niet altijd even goed via welke kanalen ze vacatures kunnen vinden of hoe ze moeten solliciteren. 2 6 | META 2013 | 1
Het FAAD verzamelt alle nuttige informatie en verstrekt jobadvies. Bovendien worden er vacatures verspreid via archiefforum.be. Eenmaal aan de slag is het niet altijd evident om de aangeleerde theorie
“DE LEDEN WILLEN ALLEMAAL IN TEAMVERBAND BIJDRAGEN TOT HET HELPEN VAN JONGE COLLEGA’S”
in de praktijk om te zetten. Vaak hebben beginnende archivarissen heel wat praktische vragen. Via een jaarlijkse studievoormiddag — dit jaar op zaterdag 16 maart — en bezoeken aan diverse archieven en archiefinstellingen (project ‘Bij de Archivaris op Schoot’) kunnen zij terecht bij meer ervaren collega’s om expertise en ervaringen uit te wisselen. Wat is de opdracht van de stuurgroep en hoe vullen jullie die in?
De voornaamste opdracht van de stuurgroep is het bevorderen van de contacten tussen de afgestudeerden, de opleiding en de archiefsector. Belangrijk daarbij is dat het FAAD dient als verbindingsschakel tussen de oudere afgestudeerden (met ervaring en job) en de jongeren, zodat die jongeren bij hen ondersteuning vinden. Verder wil de stuurgroep de bekendheid van de opleiding en de afgestudeerden verhogen en de uitwisseling van vakkennis en permanente bijscholing stimuleren. Dit doen we via de jaarlijkse studievoormiddag, bezoeken aan archieven (Project ‘Bij de archivaris op schoot’), de nieuwsbrief, Digitaal Archiefinitiatie(f) en het verstrekken van jobadvies. Meer info over dit alles vind je via onze website. Om al deze opdrachten tot een goed einde te brengen vergaderen we regelmatig, meestal in het universiteitsarchief van de VUB. Wat was jullie motivatie om zich te engageren in de stuurgroep? De leden van de stuurgroep wensen vooral in teamverband bij te dragen tot het helpen van jonge collega’s en de wisselwerking tussen het veld en de opleiding te blijven ondersteunen. Bovendien zorgt het contact met collega-archivarissen in de stuurgroep voor een persoonlijke meerwaarde. Welke ambities willen jullie als team nog graag verwezenlijken? De stuurgroep wil vooral de bestaande werking verder bestendigen en hoopt dat de studievoormiddagen en archiefbezoeken zowel jonge alumni als ervaren archivarissen blijven aantrekken. > http://faad.be
INZET
Michel Vermote:
“Er zijn belangrijke stappen gezet, maar er is nog een weg te gaan” belangrijk pakket Belgisch archiefmateHoe ben je in de archiefsector beland? Naar aanleiding van mijn masterscriptie riaal. Naast de praktische afhandeling van (een stakingsonderzoek) werd ik gecon- de restitutie aan ons land in 2002 was er fronteerd met de schaarste aan bronnen- de kans om aansluiting te vinden bij het materiaal. Ik ben toen alle vakbondscen- internationale onderzoek ter zake. trales gaan bevragen naar hun archieven. Die oefening leverde een aantal verras- Dat loopt uiteraard verder. De studie van sende resultaten op. Dat kon mijn pro- die problematiek geeft ook inzicht in de motoren (Herman Balthazar en Wouter waarde en betekenis van archieven, en Steenhaut) blijkbaar overtuigen om mij de obsessionele manier waarop daar mee uit te nodigen op een vergadering — in volle oorlog — werd mee omgegaan van de vakgroep geschiedenis waarin de door totalitaire regimes. Het ging daarbij oprichting van een archief- en documen- niet enkel om de directe informatie vertatiecentrum werd besproken. Ik kon toen vat in het archief (met het oog op represniet vermoeden dat dit initiatief de aanzet sie) maar ook over het raken van menzou geven tot wat later het AMSAB-ISG sen in hun eigenheid. Maar bovenal was er de controle over de geschiedenis zelf, zou worden. door de bouwstenen voor het schrijven Hoe lang ben je al actief binnen de ervan onder ‘verzekerd toezicht’ te houden. En hier zie ik een verband met een VVBAD? Vrij snel werd door het jonge team van goede archiefwerking in het algemeen historici de noodzaak aan bijkomende en de werking van Archiefbank in het bijvorming aangevoeld. De studiedagen van zonder: hierbij gaat het in tegendeel om het zo ruim mogelijk ter beschikking te de sectie Archief van de VVBAD bleken een uitstekende mogelijkheid om vakken- stellen van bronnen in het kader van vrij nis op te doen en collega’s te ontmoeten. onderzoek. De beroepsorganisatie speelde daarmee in op die noodzaak aan deskundigheids- Hoe heb je de BAD-sector zien evoluebevordering. Vanuit de wederzijdse con- ren? tacten kwam de vraag vanuit het sectie- Het ligt voor de hand om de ICT aan te bestuur Archief om mee te werken in het duiden als meest ingrijpende ontwikkebestuur. Daar werd immers ook de nood- ling in de BAD-sector. Maar ik wil vanuit zaak aangevoeld om die ‘nieuwe’ spelers mijn observatiepositie een andere evolutie als belangrijk aangeven: namelijk de in het archiefveld mee te nemen in de groeiende aandacht voor private archiewerking. ven. In internationaal perspectief geen geïsoleerd fenomeen. In ons land kwamen Welk thema ligt je nauw aan het hart? Algemeen is er de aandacht voor oplei- er vanaf eind jaren zeventig veelal vanding. Concreet door mijn engagement uit het onderzoek initiatieven om belangrijke private archieveninstellingen op te als lesgever Archiefinitiatie aan de Bibliotheekschool Gent. Een cursus die zetten (ruim laat, na aanzetten tijdens het trouwens door de beroepsorganisatie interbellum). De overheid speelde daarop werd geïnitieerd. in. Naast de eigen publieke instellingen werden privaatrechtelijke archiefcentra Meer persoonlijk is er de interesse voor gesubsidieerd. Door sturing via decreten de diaspora van archieven naar aan- werd vanuit het beleid vorm gegeven aan leiding van WO II. Dat gaat uiteraard dit veld dat mee op de golf van de erfterug op een unieke archiefervaring in goedwerking een belangrijke ontwikkeMoskou. Op basis van het opzoekings- ling meemaakt. Vanuit de overkoepelende werk van Wouter Steenhaut (toen direc- werking van Archiefbank is er de kans om teur AMSAB-ISG) was er de ontdekking de resultaten van die archiefwerkingen te in 1992 in Moskouse depots van een ‘oogsten’ en de gegevens van een breed
Michel Vermote is historicus. Hij was als archivaris verbonden aan Amsab-Instituut voor Sociale Geschiedenis. Momenteel is hij coördinator van Archiefbank Vlaanderen, de online databank van Vlaamse private archieven. Michel is verbonden aan de Bibliotheekschool Gent als lesgever Archiefinitiatie. Hij is lid van de sectie Archief en Hedendaags Documentbeheer en de werkgroep Privaatrechtelijk Archief van de VVBAD.
spectrum aan private archieven ruim te presenteren. Op die manier archiefmateriaal in de publieke ruimte brengen is een rode draad die aansluit bij mijn aanvankelijke job bij AMSAB-ISG. Sensibiliseren rond de waarde van archief is daarbij een belangrijk gegeven. Ook de collega’s in publieke archieven namen daarin uiteraard een taak op. Maar vanuit de werking van Archiefbank komen ook de braakliggende terreinen van het huidige archieflandschap pijnlijk bloot te liggen. Er zijn belangrijke stappen gezet, maar er is nog een weg te gaan.
META 2013 | 1 |
27
OVER DE SCHUTTING
Europese subsidiemogelijkheden voor volwassenen:
Haal een vreemde vogel in huis of vlieg er zelf eens uit Eva Simon, CVO VSPW Gent
Eind 2009 hoorde ik voor het eerst over het Grundtvig-programma. We planden met de Bibliotheekschool van Gent een meerdaagse studiereis naar Londen. Hiervoor vroegen vier lesgevers een ‘Bezoeken en uitwisselingen’-beurs aan, die we vervolgens ook toegewezen kregen. Sindsdien ben ik de mogelijkheden van het programma ‘Een Leven Lang Leren’ van de Europese Unie blijven volgen. Begin 2012 achtte ik de tijd rijp voor een ‘Assistentschap’. Ik diende een dossier in, met succes. Van 1 februari tot en met 31 juli 2013 zal ik in de Bibliothèque de Marseille à Vocation Régionale (BMVR) assisteren als educatief medewerker rond het thema mediawijsheid.
GRUNDTVIG: VOLKSOPVOEDER UIT DENEMARKEN Nikolaj Frederik Severin Grundtvig (spreek uit: groedtvie) was een Deense leraar en filosoof (1783-1872). Hij stond helemaal achter het idee van levenslang leren en slaagde erin dit te promoten bij de brede bevolking. Voor Grundtvig betekende volwasseneneducatie een bijdrage tot actief burgerschap, sociale inclusie, gelijkheid en democratie. In 2000 werd de opvolger van de Europese actie ‘Volwasseneneducatie’ dan ook naar deze voorvechter vernoemd. Ondertussen heeft het Grundtvig-programma in Vlaanderen zijn tiende verjaardag gevierd en heeft het heel wat teweeg kunnen brengen in de levens van talloze Grundtvig-begunstigden.
GRUNDTVIG-ACTIES: VOOR ELK WAT WILS In het Grundtvig-programma zitten verscheidene ‘Acties’ vervat. Naast de hierboven genoemde ‘Assistentschappen’ en ‘Bezoeken en uitwisselingen’, kunnen individuen die in de volwasseneneducatie werken (leraren, administratief personeel, directieleden, beleidsmakers, begeleiders, educatief medewerkers, …) en afgestudeerden met een diploma in de volwasseneneducatie of studenten die voor een dergelijk diploma studeren, ook intekenen op ‘Voorbereidende bezoeken’ of ‘Nascholingsbeurzen’.
Portret van Grundtvig door Constantin Hansen (1862).
2 8 | META 2013 | 1
OVER DE SCHUTTING
Voor de organisaties uit de volwasseneneducatie zelf zijn volgende acties bedoeld: • Leerpartnerschappen: kleinschalige projecten om informatie en ervaringen uit te wisselen, waarbij de betrokkenheid van de lerenden belangrijk is. • Multilaterale projecten: resultaatgerichte projecten om bijvoorbeeld materiaal aan te maken ten behoeve van de volwasseneneducatie. • Netwerken: grootschalige projecten om de kennis rond een bepaald thema binnen de volwasseneneducatie over de Europese landen heen te linken. Dit kan in de vorm van virtuele netwerken of via de organisatie van een internationale conferentie.
verschil kunnen maken in de knowhow en competenties van personen en organisaties. Zo was Anita Caals, stafmedewerker van FARO, Steunpunt voor Cultureel Erfgoed, ooit op zoek naar meer creativiteit binnen erfgoededucatie voor volwassenen. Zij schreef zich in voor een nascholing georganiseerd binnen het project CONNECTION – Adult Education in Cultural Organisations, waar ze heel wat creatieve werkmethoden aangereikt kreeg.
EPOS vzw is het Nationaal Agentschap
Op dit ogenblik loopt in Bibliotheek Kris Lambert een project rond digitale geletterdheid, Baken genaamd. Dit project sluit aan bij een Grundtvig-Leerpartnerschap. Samen met zes andere instellingen voor volwasseneneducatie uit Europa 1, actief Tot slot zijn er twee acties gericht op de op het vlak van cultuurparticipatie, wisselt lerende volwassenen zelf: de bibliotheek van Oostende methodie• Workshops: er is een uitgebreid aan- ken uit en deelt ze haar praktijkervaringen. Uniek is dat alle partners gevestigd zijn in bod van Grundtvig-Workshops, van een taal- en kookcursus in Oostenrijk een stad die aan het water ligt (Warschau, tot een week 3D-films maken in Turkije. Wenen, Lissabon, Rome, Stockholm en Omdat het hierbij gaat om een initia Corfu), vandaar dat het leerpartnerschap tie in een bepaald thema, zijn deze ‘Culture For Waterfronts’ 2 werd gedoopt. workshops niet bedoeld voor studenten hoger onderwijs, lesgevers, direc- Zoals hierboven gezegd vertrek ik in ties of andere professionelen, maar in februari 2013 richting Marseille om daar de eerste plaats voor mensen die het gedurende een half jaar als Grundtvigsocio-economisch moeilijk hebben en Assistent in de openbare bibliotheek te nooit eerder van internationale contac- werken. Ik ga er de bibliotheek helpen om ten konden proeven. haar aanbod van educatieve activiteiten • Senior Vrijwilligers Projecten (SVP): voor volwassenen verder te ontwikkelen, meer bepaald op het gebied van informa50-plussers doen vrijwilligerswerk in tiegeletterdheid en mediawijsheid. Als je het buitenland. Ze worden uitgestuurd door een Vlaamse organisatie die op daaromtrent ideeën hebt of contact met me wil opnemen, dan hoor ik dat graag haar beurt vrijwilligers ontvangt. via
[email protected]. Belangrijk om te vermelden is dat het hier telkens formeel, niet-formeel en informeel > Een verslag over de ervaringen van Eva komt in een leren betreft. Grundtvig is er dus voor álle later nummer van META. Tussentijds zal ze erover organisaties uit de volwasseneneducatie, bloggen op http://commissaresse.be. zowel voor degene die diploma’s of certi- > Meer informatie over EPOS vzw: ficaten uitreiken aan volwassenen (CVO’s, http://www.epos-vlaanderen.be/?CategoryID=204 CBE’s, ...) als voor organisaties die dat niet doen, maar toch vorming geven aan volwassenen: bibliotheken, musea, lokale overheden, socio-culturele organisaties, …
GRUNDTVIG: OOK VOOR BIBLIOTHEEK & ARCHIEF Ook in onze sector heeft het Grundtvigprogramma al meermaals een wezenlijk
EPOS VZW
van Vlaanderen dat instaat voor het implementeren van het Europees Programma ‘Een Leven Lang Leren’. Het acroniem staat voor ‘Europese Programma’s voor Onderwijs, Opleiding en Samenwerking’. Ben je op zoek naar ondersteuning voor je deelname aan een internationale conferentie of bijscholing? Wil je buitenlandse partners vinden voor een project, jobshadowing, een studieperiode, ...? Zou je in jouw organisatie graag een assistent uit het buitenland ontvangen? Wil je een workshop opzetten en daarvoor graag een vergoeding vanuit de Europese Commissie ontvangen? Heb je een idee voor kennisdeling via een virtueel netwerk en wil je graag weten of er vanuit Grundtvig subsidiemogelijkheden bestaan? Wil je het Europese cursusaanbod voor lerende volwassenen raadplegen? Op de website van EPOS vzw kun je ontdekken wat het Grundtvig-programma voor jou of je organisatie kan betekenen. Misschien helpt EPOS vzw binnenkort ook jouw Europese dromen waar te maken.
1 http://baken.bakenoostende.be/EuropeanPartners/ 2 http://www.river-cities.net/pages/show/ Cultureforwaterfronts
META 2013 | 1 |
29
TREND
Met de iPad op ontdekking Dirk Hermans en Filip Lambrechts, OB Boutersem
De OB van Boutersem zet de iPad in bij informatiebemiddeling. De bibliotheek heeft een manier ontwikkeld om een selectie van materialen die een bibliotheekmedewerker maakt snel en eenvoudig te exporteren naar een iPad. De iPad wordt dan in handen gegeven van de bibliotheekbezoeker, die op die manier alle informatie heeft om de voor hem uitgekozen materialen terug te vinden in de rekken. De iPad toont zo per materiaal onder meer vindplaats met plattegrond, signatuur, cover, achterflap en trefwoorden. De bezoeker kan met eenvoudige swipe-bewegingen door de geselecteerde materialen bladeren.
Materiaaldetail
Achtergrond met locatie
Hoe gaat dit dan concreet in zijn werk? De concrete werkwijze is eenvoudig. Wanneer een bezoeker met een vraag naar de balie komt selecteert de bibliotheekmedewerker materialen die voor de bezoeker in kwestie relevant kunnen zijn. Dat kan door ze één voor één in de bibliotheeksoftware aan te vinken, ofwel door het resultaat van een zoekopdracht in zijn geheel aan de selectie toe te voegen. Daarna wordt de selectie met een druk op de knop geëxporteerd naar de iPad. Op de iPad volstaat het naar een specifieke webpagina te gaan om de selectie te bekijken. Hoe is dit idee ontstaan? Enerzijds kadert dit inschakelen van tablets in de bib in het MO6-project van de bibliotheken van de regio Hageland waarbij alle betrokken bibliotheken onlangs, met steun van de provincie VlaamsBrabant, een iPad overhandigd kregen. Deze toepassing werd ontwikkeld in de aanloop van dit project. De vraag naar het zinvol integreren van steeds populairder wordende informatica is een vraag die 3 0 | META 2013 | 1
Cover
in de bibliotheek van Boutersem voortdurend in het achterhoofd wordt gehouden. Zo maakt de bib haar catalogus ook al langer beschikbaar in een formaat dat
“DE GEBRUIKERS KUNNEN DE UITEINDELIJKE KEUZE VAN WAT ZE UITLENEN TOCH ZELF IN ALLE RUST EN AL GRASDUINEND MAKEN.” geoptimaliseerd is voor smartphones, en zijn sinds kort ook qr-codes ingevoerd. Die kunnen door bezoekers met smartphone of tablet gescand worden om op die manier achtergrondinformatie te krijgen over een bepaald materiaal. Anderzijds biedt deze toepassing ook een antwoord op een situatie die zich regelmatig voordoet in de bibliotheek:
iemand komt met een wat ingewikkelde vraag naar de balie, waarop de bibmedewerker materialen in de catalogus opzocht en enkele referenties ervan snel op een post-it krabbelde. Samen met de klant ging hij het materiaal dan uit de rekken halen. Het spijtige daarvan was dat uiteindelijk de bib-medewerker alle initiatief overnam en dat de bezoeker tevreden moest zijn met wat de medewerker hem overhandigde. Met de iPad krijgt de gebruiker de uiteindelijke keuze: hij krijgt de lijst van de voor hem geselecteerde materialen mee, waarna hij rustig kan grasduinen door de resultaten en zijn uiteindelijke keuze toch zelf kan maken. Het feit dat mensen met sommige vragen naar de balie blijven komen is van alle tijden. Ondanks pogingen om de catalogus zo gebruiksvriendelijk mogelijk te maken zijn er nog steeds bezoekers voor wie het zelf opzoeken een brug te ver is. Als je niet via de catalogus gaat en enkel kan terugvallen op de ontsluiting via de opstelling in de rekken is de kans dat je het antwoord vindt op een heel specifieke vraag klein. Daarnaast is de bibliotheekmedewerker uiteraard ook degene die de catalogus het beste kent. Zijn zoekresultaat zal waarschijnlijk veel minder ruis bevatten dan wanneer een gebruiker zijn zoekopdracht zelf via een publiekscatalogus doet. Ook de manier van het selecteren van materialen met het oog op onze iPad-toepassing is anders dan het zoeken op een opac: de bibliotheekmedewerker kiest er bewust voor één of meerdere materialen toe te voegen aan zijn zoekresultaat, terwijl op de publiekscatalogus het krijgen van te veel zoekresultaten een typisch probleem is. Hoe reageren de bezoekers? De bezoekers zijn aangenaam verrast door het inschakelen van de tablets. Sommigen hebben nog nooit zo’n ding in handen gehad. Daarnaast appreciëren ze het wel dat ze op deze manier gebruik kunnen maken van de expertise van de bibliotheekmedewerker, maar dat ze de uiteindelijke keuze van wat ze uitlenen toch zelf in alle rust en al grasduinend kunnen maken.
UITGEPAKT
Hoe ga ik om met digitale dragers in mijn archief? Henk Vanstappen, PACKED vzw
Stel: je archief bevat dragers als cd-roms, floppy’s, dvd’s en externe harde schijven. Wanneer je deze zonder meer bewaart, is de kans groot dat de opgeslagen bestanden op termijn onleesbaar worden. De dragers verslechteren of verslijten (bitrot) na verloop van tijd. De kans is bovendien groot dat de hardware (en bijhorende software) om de drager te lezen onvindbaar wordt. Je moet de bestanden dan ook naar een betrouwbaarder opslagsysteem te kopieren met zo min mogelijk wijzigingen. Hoe ga je daarbij te werk? BRENG DE FYSIEKE MEDIA IN KAART • Geef dragers als floppy’s, cd-roms, dvd’s, tapes en USB-sticks een uniek nummer. Verzamel alle informatie over hardware, besturingssysteem en software die gebruikt werden om de bestanden te creëren of bewerken. Breng deze gegevens samen in een tabel. Vergeet ook eventuele opschriften op de dragers niet. • Voeg een samenvatting van de verzamelde informatie toe aan de bestaande inventarissen en andere toegangen tot de collectie. • Berg de dragers op in een daartoe geschikte plaats. Is dit niet bij de fysieke collectie, fotografeer dan de dragers zoals ze worden bewaard en voeg de foto’s toe aan de fysieke collectie. Zorg in dit geval ook voor de nodige doorverwijzingen. • Voeg een samenvatting van de verzamelde informatie toe aan de bestaande inventarissen en andere toegangen tot de collectie. • Maak een prioriteitenlijst voor het overbrengen van de bestanden, op basis van vier criteria: het belang en de gebruiksfrequentie van de collectie; de kwetsbaarheid van de dragers; de mate waarin de gegevens ook beschikbaar zijn in analoge vorm; de mate waarin de digitale versie toegevoegde waarde biedt tegenover de analoge versie.
•
•
• Breng tijdig bestanden van kwetsbare dragers over naar een betrouwbaar opslagsysteem. Foto: HSBC UK Press Office.
• Gebruik een computer die je regelmatig op virussen controleert en enkel voor dit werk gebruikt. • Vermijd dat gegevens op de dragers worden gewijzigd, bijvoorbeeld door het write-protect-lipje van een floppy in te schakelen. Gebruik indien mogelijk gespecialiseerde software of hardware (write blockers). • Creëer op de computer een map voor de collectie, met een submap voor de bestanden zelf. • Tracht niet de bestanden te openen. Kopieer de gegevens van de drager naar de submap als een disk image: één bestand met een bit-voor-bit kopie van de drager. Als dit niet mogelijk is, kopieer dan de mappen of bestanden afzonderlijk naar de submap. • Wanneer bij bitrot het besturingssysBRENG DE BESTANDEN OVER teem bestanden weigert te kopiëren, NAAR EEN BETROUWBAAR gebruik dan gespecialiseerde programOPSLAGSYSTEEM ma’s zoals ddrescue. 1 • Groepeer de dragers per type en vermenigvuldig de capaciteit van elk type • Documenteer de mappenstructuur en met het aantal exemplaren om de benobestandsinformatie zoals bestandsdigde opslagcapaciteit te berekenen. naam, grootte of wijzigingsdatum.
•
Hierbij kan je gebruik maken van DROID. 2 Bewaar deze documentatie in de collectiemap. Creëer en bewaar van elk bestand een checksum, een controlegetal berekend op basis van de inhoud van het bestand. Ook hiervoor kan je gebruik maken van DROID. Bij een disk image volstaat één checksum. Maak een leesmij.txt-bestand, waarin alle bovenstaande stappen worden gedocumenteerd. Bewaar dit bestand in de collectiemap. Kopieer de volledige collectiemap naar een veilig opslagsysteem. Duid op de originele dragers duidelijk aan dat de inhoud ervan is overgebracht.
Eens deze stappen zijn uitgevoerd, zijn de bestanden voorlopig veilig. Dat betekent nog niet dat de digitale documenten toegankelijk en leesbaar blijven. Hiervoor moet je onderzoeken of de bestanden daadwerkelijk nog kunnen worden geopend en moeten ze worden bewaard in een beveiligd e-depot (dat meer omvat dan een betrouwbaar opslagsysteem). Ook moet je een preserveringsbeleid vastleggen. > Dit artikel werd verzorgd door PACKED vzw, expertisecentrum digitaal erfgoed. Vragen zijn welkom via
[email protected]. > Meer lezen: ERWAY, Ricky, You’ve Got to Walk Before You Can Run: First Steps for Managing Born-Digital Content Received on Physical Media, Dublin, OCLC Research, 2012 (http://www.oclc.org/ research/publications/library/2012/2012-06.pdf).
1 http://www.gnu.org/software/ddrescue/ddrescue. html 2 http://www.projectcest.be/index.php/DROID
META 2013 | 1 |
31
ESSAY
Toekomstmuziek
Schets van de Vlaamse muziekbibliotheek na het paniekbericht in alle media over het teloorgaan van de cd
Chris Vandenbroucke, vakgroep Muziek & Film
De grote platenfirma’s zouden op plannen broeden om het cdformaat al volgend jaar te verlaten. Dat beweert een spectaculair aanzwellend internetgerucht. Olivier Maeterlinck, directeur van de Belgian Entertainment Association (BEA), die de belangen van de Belgische producenten en distributeurs van games, video en muziek vertegenwoordigt, ontkent. “Dit bericht klinkt ongeloofwaardig, ik weet echt niet waar men dat vandaan heeft”, zegt hij. “Ik heb het bij de IFPI (International Federation of the Phonographic Industry) nagevraagd en het werd met klem ontkend. De fysieke markt is inderdaad dalende, maar in België wordt 85 procent van de omzet wel nog steeds gegenereerd door de fysieke verkoop van cd’s. Het lijkt me dan ook heel kras dat de cd binnen één jaar tijd afgeschaft zal worden.” “Er is niets zinnigs over te zeggen”, meent Norbert Plantinga van Universal tegenover de Nederlandse VPRO-muzieksite 3voor12. “Men voorspelde het einde van de cd tien jaar geleden, vijf jaar geleden, en ook nu weer. Het zou kunnen dat het product aan het eind van zijn levenscyclus is, maar de stelling dat het nu al niet meer rendabel zou zijn om cd’s uit te brengen, snap ik niet. Als er geen partijen meer zijn die cd’s verkopen of als mensen geen cd’s meer willen hebben, dan pas houdt het op. Dat economische kantelpunt is nog niet bereikt.” (september 2012)
“DE SITUATIE IN DE MUZIEKBIB IS DRAMATISCH MAAR NIET HOPELOOS” De situatie in de muziekbib is dramatisch maar niet hopeloos. Het valt niet te ontkennen dat de uitleen van cd’s jaar na jaar achteruit gaat. Maar moeten we daarom panikeren als het over onze toekomst als muziekbibliothecaris gaat? We moeten ongerust zijn, we moeten waakzaam en alert zijn en blijven, nu, morgen en overmorgen. Op korte termijn is er reden tot bezorgdheid maar niet tot paniek. Er is heel veel aan het veranderen: de digitalisering kan niet meer tegengehouden worden en downloads zijn voor de platenmaatschappijen en voor artiesten al belangrijkere bronnen van inkomsten dan de cd-verkoop. Maar het fabeltje dat er geen cd’s meer verschijnen kan door iedereen op de werkvloer de kop ingedrukt worden: het is als collectiebeheerder nog even moeilijk als vroeger om in de massa nieuwe uitgaven je keuze te maken. De berichten uit de muziekwereld zijn dan ook minstens eenzijdig. 3 2 | META 2013 | 1
Op middellange termijn is het koffiedik kijken: de digitale ontwikkelingen gaan exponentieel snel en zelfs de knapste koppen kunnen slechts de wildste prognoses maken. Je hebt enerzijds de doemdenkers, anderzijds de positivo’s. Behoor je tot de eerste groep, lees dan niet meer verder en zoek ander werk.
WAT KUNNEN WIJ DOEN? Er is niet één oplossing, het blijven bestaan van onze muzieken filmafdeling zal een optelsom zijn van verschillende verbeterelementen. DE INFRASTRUCTUUR Voetbalclubs in het buitenland hebben een voorsprong op de Belgische omdat ze tijdig hun stadions omgetoverd hebben van een kille bedoening naar een aangename plaats waar je graag naartoe gaat. Daarin ligt ook een uitdaging voor de bibliotheekwereld. Het is al zodanig veel gezegd dat het bijna een cliché wordt: de bib moet een ontmoetingsplaats zijn, een flitsende, kleurrijke plek waar je in een gezellige sfeer je ding kunt doen. En dat ding moet meer zijn dan alleen boeken, cd’s en films lenen. Liefst zou ik overal nieuwe bibliotheken hebben maar met enkele kleinere ingrepen kun je al veel veranderen: een betere signalisatie, een paar potten verf, veel zithoeken en veel meer licht. En ja, geluid mag er ook zijn, zowel het geroezemoes van de gebruikers als geluid uit de boxen. Vergeet die stille ruimte. Pc’s, studenten, … noem maar op; zij behoren tot het beeld van de muziekbibliotheek van de toekomst. DE COLLECTIE Standaard Boekhandel verkoopt al jaren meer dan boeken alleen. Een tankstation verkoopt drank, snoep en sigaretten en wordt een Postpunt. Daar moeten we ook naartoe: we mogen niet bang zijn om te diversifiëren. Waarom zouden we geen tickets verkopen voor andere culturele manifestaties, optredens, concerten, …? LESS IS MORE De bibliothecaris van Middelburg — een heel intelligent man — stelt niet onterecht dat je meer uitleningen creëert door minder aan te bieden waardoor de focus op de recentere werken komt en de gebruiker veel vlugger vindt wat hij wil vinden. Dus moeten we niet bang zijn om te wieden. Ook in mijn bibliotheek
Foto boven: www.phonogalerie.com. Foto rechts: Tim Yates.
ESSAY
heb ik er moeite mee mijn medewerkers ervan te overtuigen dat hun aanwinsten meer gediend zijn met een niet propvol rek en dat kwaliteit altijd de bovenhand krijgt op kwantiteit. Ik ben dus niet bang om enkele cd-bakken weg te doen om meer plaats te maken voor een leuke ziten luisterhoek. En een deel van mijn budget afstaan voor nieuwere media lijkt me niet meer dan normaal.
NAAR DE OVERHEID TOE Voor onszelf moeten we ook durven afstappen van de uitleencijferterreur. Bij je bestuur word je er nog op afgerekend maar ook daar is een mentaliteitswijziging mogelijk. Bezoekersaantallen zijn nu al belangrijker dan de effectieve uitleningen. In Kortrijk stijgt het aantal bezoekers sinds verleden jaar maandelijks met meer dan duizend. Mensen moeten naar de bib komen om elkaar te ontmoeten, om iets te beleven, iets te doen, om te internetten, om tijdens de middagpauze in de winter een gezellige babbel te doen, om de kranten te lezen… om iets te ontdekken. En daarom is het belangrijk dat de bib leeft, dat ze constant in beweging is en niet de logge verzameling boeken en cd’s waarmee we nog altijd geassocieerd worden. De Provincie West-Vlaanderen is al een paar jaar bezig met een veranderingstraject voor de bibliotheken. Kort samengevat verschuift de focus van een collectiegerichte bibliotheek naar een vraaggerichte bibliotheek. Dit betekent dat wij hoe langer hoe meer informatieambtenaar moe-
Dat het digitale luik nu al een belangrijke rol speelt in het muzieklandschap is duidelijk. Daarom mogen wij niet achterblijven. Wij moeten in iedere muziekafdeling gratis streamingsites aanbieden aan onze leden (het kost 10 euro per jaar + een pc met hoofdtelefoon). Waarom ook niet een pc ter beschikking stellen waarop onze gebruikers continu op YouTube of andere muziekkanalen hun geliefkoosde muziek kunnen beluisteren én bekijken?
ten worden. We moeten ervoor zorgen dat iedere inwoner van onze stad met om het even welke vraag in de bibliotheek terecht kan en daar met een goed gevoel naar buiten gaat, liefst met een degelijk antwoord. Praktisch gaat op over opleiding van het zoeken naar vraagcontexten (de vraag achter de vraag), het opmaken van Infowijzers (de vroegere webwijzers) met méér dan boeken alleen het gebruiken van competente floorwalkers. Meer info op http://www.delphibibliotheken.be/
We moeten ook onze gebruikers stimuleren om de materialen die ze bij ons vinden én leuk vinden, met al hun vrienden te delen op Facebook, Twitter en andere sociale netwerken om op die manier nieuwe mensen aan te trekken. En, moeten we ons beperken tot het uitlenen van de traditionele materialen? Kunnen we geen iPod uitlenen met onze nieuwe aanwinsten? Kunnen we geen apps aankopen en die gratis ter beschikking stellen van onze leden? We mogen niet blind zijn voor de realiteit dat de jeugd haar muziek ‘beleeft’ op een smartphone. Digitale ontleningen zijn ook ontleningen. Kunnen wij onze cd’s die nergens op
META 2013 | 1 |
33
ESSAY
“ER IS NIET ÉÉN OPLOSSING, HET BLIJVEN BESTAAN VAN ONZE MUZIEK- EN FILMAFDELING ZAL EEN OPTELSOM ZIJN VAN VERSCHILLENDE VERBETERELEMENTEN”
“Great for CD recording!” Foto: www.flickr.com/photos/perfectance.
internet te vinden zijn, niet digitaal uitlenen? Er moeten mogelijkheden genoeg zijn maar daarvoor hebben we hulp nodig van experten ter zake. DE NIEUWE MEDEWERKER De functie-invulling van een baliemedewerker zal er de komende jaren heel anders moeten uitzien. Gedaan met de statische persoon achter een drempelverhogende balie. De medewerkers moeten mobieler worden, moeten floorwalkers worden. Je ondervindt zelf wel dat je tussen de rekken veel vlugger aangesproken wordt dan achter je balie. Met de opkomst en invoering van RFID zullen de mechanische werkzaamheden vervallen en komt er tijd vrij om meer inhoudelijk bezig te zijn met vragen van gebruikers. Dat vraagt een heel andere aanpak en een mentaliteitswijziging bij collega’s die soms al jaren ‘vastzitten’ in een bepaald stramien. Hoe langer hoe meer wordt het werken met internet belangrijk voor de medewerker. Wij moeten de gids zijn in het doolhof dat het overaanbod op internet is. Wij moeten de filter worden die uit die miljoenen hits de essentiële informatie kan halen die op dat moment voor die klant nodig en belangrijk is. Wij moeten het laagdrempelig kenniscentrum worden voor muziek en film. Nergens anders kun je gratis of bijna gratis zoveel informatie vinden. Er moet ook dringend werk gemaakt worden van een Vlaamse expertendatabank waarbij je in twee muisklikken een specialist vindt in een andere bibliotheek die de lener met een vraag van op afstand en binnen een redelijk termijn kan helpen. We weten allemaal wel veel maar samen nog véél meer. 3 4 | META 2013 | 1
De tijd is voorbij dat we het alleen kunnen: netwerken worden belangrijker dan ooit. Met alle bibliotheken samen hebben we een ongelooflijke collectie aan muziek en beeld en meer samenwerking is aan de orde. Niet met een landelijk centrum dat zich alleen bezighoudt met visie, beleid en projecten en een log apparaat is, maar met een instantie die op een heel praktische, concrete manier en op basis van een degelijke catalogus en een goed werkend IBL-apparaat, kort op de bal kan spelen en ondersteunend werkt. Naast deze schaalvergroting mogen we zeker de band met de lokale cultuuractoren niet vergeten. En misschien niet meer, zoals vroeger, onze blik richten op de stadsinstanties met een hoge culturele norm maar onze focus leggen op het lokale verenigingsleven, zij het nu fotoclubs, DIY-clubs van breiende jongeren of de plaatselijke fanfare die een nieuwe cd uitbrengt. Een soek met workshops? Nieuwe mensen moeten we proberen binnen te halen. Inspelen op de communitytrend van de jeugd is ook een must. Waarom de plaatselijke geïnteresseerden niet maandelijks laten samen komen rond tv-series als Flikken, Friends, Gossip Girl (die iedere jongere wel gezien heeft), of een praatgroep oprichten rond citytrips, over dubstep… We denken nog altijd te veel in literaire termen: KJV, leesclubs… maar we moeten onze wereld opentrekken. LABO Alle bovenstaande voorstelletjes kunnen we niet zelf. Daarvoor hebben we gespecialiseerde partners nodig. We moetend dringend samenwerken met hogescholen die met nieuwe media bezig zijn, met studierichtingen die vernieuwend bezig zijn. In Kortrijk zijn we ervan overtuigd dat de bib een labo moet worden, een experimenteercentrum waar we – samen mét de gebruikers – nieuwe dingen leren ontdekken. PROMOTIE EN MARKETING We zijn goed, zeer goed maar niet iedereen weet het. We hebben dringend nood aan een marketingstrategie en een promotieapparaat dat onze enorme potentie waard is. En dat kunnen we niet alleen realiseren, dat is een taak die we samen moeten doen en waarbij we serieuze ondersteuning moeten krijgen van hogere instanties (provincies, landelijk). Die promotie moet niet alleen gebeuren voor één week in oktober, de mensen moeten er constant met hun neus op gedrukt worden dat de bibliotheek voor iedereen een meerwaarde is.
COLUMN
Op fietsafstand Noël Geirnaert
Bij het nakaarten na een vergadering van één van de VVBAD-werkgroepen waar ik deel van uitmaak, liet één van de deelneemsters zich ontvallen dat ze actief op zoek was naar een andere baan. Vreesde ze een bezuinigingsronde? Nee. Was ze toe aan een nieuwe uitdaging? Ook niet. Ze wou nu wel eens een job op fietsafstand van haar huis. En gelijk heeft ze.
halfnegen. Daardoor gebeurt het wel eens dat er bij de opening van de leeszaal, ook al om halfnegen, nog geen voldoende personeel aanwezig is. In het ergste geval staat het publiek zelfs voor een gesloten deur. Stiptheid ’s ochtends is dus een aandachtspunt, soms zelfs een knelpunt, in een archiefdienst met uitsluitend fietsende medewerkers.
Noël Geirnaert is hoofdarchivaris van het Brugse Stadsarchief. Noël is al jarenlang actief in de VVBAD, als bestuurslid van
Al bijna veertig jaar fiets ik elke ochtend naar mijn werk. Op mijn huidige werkplek doet zowat iedereen de dagelijkse verplaatsing van en naar het werk op de fiets. Dat draagt bij tot het algemeen welbevinden: je bent niet afhankelijk van de nukken van het treinverkeer, je moet de medemens en zijn lijfgeur niet trotseren in een overvolle bus en je hoeft geen tijd te verliezen in de file. Je moet wel af en toe een fikse regenbui ondergaan en als je op een winterse maandagochtend enigszins afgekoeld op kantoor aankomt kan het gebeuren dat de temperatuur nog niet aan de nieuwe werkweek is aangepast. Fietsende ambtenaren hebben in de archiefsector hun eigen hebbelijkheden, zo constateer ik bij mezelf en bij mijn collega’s. Wie met glijdende werkuren werkt heeft de neiging om thuis te vertrekken als de drukte in het autoverkeer is verdwenen, in mijn stad is dat rond
Wie op de fiets naar het werk komt wil veelal ook thuis lunchen. Dat heeft zo zijn voordelen: je haalt een frisse neus, je eet samen met de huisgenoten en je kan even je zinnen verzetten. Wel ben je toch minstens voor een uur onbereikbaar: collega’s van elders verbazen er zich wel eens over dat in Brugge tussen halfeen en twee veel telefoons onbeantwoord blijven. De leeszaal tussen de middag open houden is hier dan ook onbespreekbaar, de lunchpauze duurt één uur en dat is het minimum. En ook hier kan de stiptheid wel eens een probleem vormen. Gelukkig is er de Brugse beiaard. De klokken van het belfort dienden al in de middeleeuwen om iedereen op tijd aan het werk te krijgen, en ze hebben nog steeds dezelfde functie: enkele minuten voor het uur en het halfuur ‘wekkert’ de beiaard met een melodie van Raymond van het Groenewoud, Willy Lustenhouwer of
de sectie AHD, als lid van de Raad van Bestuur, en last but not least als lid van de redactie van META, tijdschrift voor bibliotheek & archief. Eerder bewees hij zijn kunnen al bij Bibliotheek- & archiefgids..
een andere Brugse componist, soms zelfs opgediept uit ons eigen Stadsarchief. Op dit signaal rept iedereen zich naar zijn werkplek, en als de klok het halfuur slaat, om halfnegen of halftwee, zwaait de ingangsdeur van het Stadsarchief open. Een enkele keer gebeurt dit pas enkele minuten later. In vergelijking met het openbaar vervoer is de vertraging in het Stadsarchief van Brugge eigenlijk verwaarloosbaar. Toch is het een bron van onbehagen en ik vraag me af: zijn medewerkers die elke dag stipt hun trein of bus moeten halen ook op het werk stipter dan medewerkers voor wie dat niets uitmaakt?
CITAAT
“If the library wishes to be seen as expert, its expertise must be visible.” “Als de bibliotheek wenst beschouwd te worden
Lorcan Dempsey
als expert dan moet haar expertise wel zichtbaar zijn.”
META 2013 | 1 |
35
DE VRAAG
Is het archiefdepot wel schoon? Werkgroep Lokaal Overheidsarchief
Archivarissen streven ernaar om archiefstukken in de best mogelijke omstandigheden te bewaren. Er worden eisen gesteld op het vlak van temperatuur, relatieve vochtigheidsgraad, brandveiligheid, beveiliging tegen inbraak, wateroverlast, zonwering, archiefverpakkingsmateriaal, enz. Er is voldoende literatuur beschikbaar met richtlijnen, normen en aanbevelingen daaromtrent. Maar wat met de schoonmaak van het depot, eenmaal het ingericht en in gebruik genomen is? Het is weinig zinvol om de archiefbewaarplaats volgens de strengste normen te laten inrichten en daarna geen aandacht te besteden aan de schoonmaak ervan. Op die manier krijgen stof, microorganismen (bijv. schimmels) en insecten namelijk vrij spel. Deze veroorzaken vlekken of vreten het papier aan. Een regelmatig onderhoud van het archiefdepot is dus een must. Er zijn geen standaarden of normen op het vlak van schoonmaakuren, maar op basis van de praktijkervaring van een aantal archiefdiensten zijn er wel enkele aanbevelingen te formuleren. Het is aangewezen om het archiefdepot zo’n drie tot vier maal per jaar te reinigen. Daarbij worden de gangpaden gestofzuigd en gedweild. De stofzuiger moet voorzien zijn van een reine (!) HEPA-filter en mag geen gerichte uitblaasopening hebben. Het is immers niet de bedoeling dat vuile deeltjes terug in het depot geblazen worden. De toplegborden, de lege legborden en de zijkanten van de
3 6 | META 2013 | 1
archiefrekken worden stofvrij gemaakt en twee maal met nat gereinigd. Er wordt bij de schoonmaak zo weinig mogelijk water gebruikt, zodat de luchtvochtigheid niet drastisch en plots toeneemt. Het vocht wordt best zo veel mogelijk opgenomen met een vochtopnemende, droge dweil. Een extra handeling is het stofvrij maken en houden van de verpakkingsmaterialen, dus van de zuurvrije dozen. Ook dat kan met een (handzame) stofzuiger.
• omschrijving van elke ruimte, • oppervlakte van elke ruimte, • omschrijving van het soort onderhoud (bijv. ‘stofzuigen’, ‘dweilen’), • omschrijving van materialen in de ruimte die een specifiek onderhoud vragen, • de naam van de verantwoordelijke poetsvrouw of -man, • de tijdsduur van de schoonmaakactie (bijv. ‘30 min.’) • de frequentie (bijv. ‘dagelijks’). Op die manier kan berekend worden aan Bij het berekenen van het aantal schoon- hoeveel schoonmaakuren de archiefmaakuren dient de archivaris niet alleen dienst behoefte heeft. rekening te houden met de bovenstaande aanbevelingen voor het onderhoud van Reinheid in de depots is van groot het archiefdepot, maar ook met de belang voor het in goede staat houden gewone schoonmaak van de andere ruim- van de archiefstukken. Het zou dan ook tes: leeszaal, vestiaire voor de bezoekers, een zorg moeten zijn van alle medewersanitair voor personeel en bezoekers, tria- kers, en niet alleen van het schoonmaakgeruimte, burelen voor het personeel, ver- personeel. gaderruimte, enz. Archivarissen bij wie het kriebelt om aan Het is aangewezen om een schoonmaak- de grote schoonmaak te beginnen, vinden plan op te stellen. Dat kan de volgende bijkomende informatie in Archiefbeheer onderdelen bevatten: in de praktijk, hoofdstuk 5055.
1
18 Audiovisuele materialen (AVM) zorgden in 2011 voor 18 procent van de uitleningen in de Vlaamse en Brusselse openbare bibliotheken. Dat blijkt uit een recent Bios2-themanummer over bibliotheekcollecties (november 2012), op basis van cijfermateriaal verzameld via de rapporteringstool. Tussen 1998 en 2011 compenseerde de groei van 5,2 naar 9,5 miljoen uitleningen van audiovisuele materialen de lichte daling van het aantal uitleningen van gedrukte materialen. Eigenhandig zorgden AVM ervoor dat het totale aantal uitleningen in de openbare bibliotheken tussen 1998 en 2011 toch met 7 procent is gestegen. Het aantal audiovisuele materialen in collecties is sinds het einde van de vorige eeuw dan ook opvallend toegenomen. Verhoudingsgewijs betekent de stijging van 1,7 miljoen AVM-items in 1998 naar bijna 3,8 miljoen items in 2011 een sprong van 8 procent naar 14 procent van de totale collecties van de openbare bibliotheken. Het grootste deel van die audiovisuele items zijn cd’s, waarvan het bezit de laatste jaren stabiel blijft op ongeveer 2 miljoen stuks. Naast een kleine collectie Daisy-boeken en een jaarlijks afkalvend aantal cd-roms is de stijging vooral te wijten aan dvd’s, waarvan het bezit in openbare bibliotheken de voorbije vijf jaar meer dan verdubbeld is en in 2011 de grens van 1 miljoen stuks overschreed. Dvd’s kunnen bovendien bogen op een zeer hoge gebruikscoëfficiënt: in 2011 werd een dvd gemiddeld 5 keer per jaar uitgeleend. Fictieboeken voor volwassen haalden slechts een coëfficiënt van 2,24.
Rien Emmery > Het interactieve rapport over bibliotheekcollecties
HET CIJFER / HET PLAN
3 2 456 78 9 Werkgroep statistiek
verzamelt Bios-cijfers Het Streekgericht Bibliotheekbeleid (SBB) van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest staat als steunpunt voor de Nederlandstalige Brusselse openbare bibliotheken onder andere in voor de aanmaak van de jaarlijkse Bios2-statistieken. De openbare bibliotheken moeten deze Bios-cijfers jaarlijks aan de Vlaamse overheid aanleveren.
Het verzamelen van statistische gegevens is al enkele jaren een pijnpunt. Om de problemen op te lossen heeft het SBB een ‘werkgroep statistieken’ opgestart. Zeven bibliotheken engageerden zich in deze werkgroep. Voorafgaand maakte het SBB een analyse van de verschillende problemen. De berekening van de statistieken gebeurde op een dataset die niet meer 100 procent betrouwbaar was. Elke dag verandert de dataset: er worden nieuwe werken aangekocht en andere worden afgevoerd. Sommige cijfers kunnen niet uit het systeem gehaald worden omdat ze niet op een eenduidige manier in het systeem werden ingebracht , bijv. de magazijnwerking en de wisselcollectie maar ook de cijfers over de tijdschriftenabonnementen ontbreken. Sommige cijfers die werden aangemaakt waren foutief. Cijfers lagen veel te hoog (sommige waren dubbel geteld), andere waren te laag. De parametrisering was niet correct gebeurd. De communicatielijn met de leverancier van het bibliotheeksysteem was te lang waardoor er extra ruis ontstond. Bovendien was er bij de leverancier geen interne kwaliteitscontrole op de geproduceerde cijfers. Vervolgens werd bekeken hoe deze problemen verholpen konden worden. De bibliotheken deden grote inspanningen op vlak van het normaliseren en opschonen van hun data. Er werd onderzocht welke criteria exact gebruikt worden om bepaalde statistieken te berekenen en hoe bepaalde cijfers alsnog konden worden aangemaakt. De leden van de werkgroep engageerden zich om de nieuwe cijfers na te kijken eens ze er zijn. Zij hebben immers de beste positie om de cijfers te evalueren. Het bibliotheeksysteem levert ook heel wat gegevens aan die niet voor Bios-doeleinden gebruikt worden, maar kunnen dienen om het beleid van de bibliotheek te sturen. Door het grote aantal is dit voor velen eerder verwarrend dan verhelderend. Bovendien zijn heel wat van deze cijfers speciaal voor de Nederlandse markt bedoeld. Het is de bedoeling dat de werkgroep al deze cijfers op hun wenselijkheid en relevantie beoordeelt en op zoek gaat naar gegevens die nu niet aangeleverd worden. Sommige gegevens zullen weggelaten worden, andere extra gegenereerd. Al deze maatregelen moeten er voor zorgen dat het produceren van de Bios-gegevens vlotter verloopt. Anderzijds is het de bedoeling dat de bibliotheken al dit cijfermateriaal optimaal kunnen aanwenden om hun werking te verbeteren.
vind je op http://www.sociaalcultureel.be/doc/ Doc_LOKAAL/2012/Bibliotheekcollecties.pdf. x
Jeroen Cortvriendt, SBB VGC
META 2013 | 1 |
37
KRONIEK
ICA-congres
21-23 augustus 2012 - Australië
Kansen dienen zich eerder zelden aan, zeker als ze uniek zijn. Toen mij werd Een van de lezingen die ik bijwoonde gevraagd of ik voor de VVBAD naar het ICA-congres in Australië wou gaan, ging bijvoorbeeld over de manier waarop heb ik geen moment getwijfeld. Een en ander heeft te maken met het feit de Queensland State Archives (QSA) dat Australië een van de landen is waar een aantal toonaangevende model- omgaan met veranderingen in de staatslen zijn ontwikkeld, zoals het Records Continuum Model of het ‘series system’ structuur. In 2009 werd in Queensland het Department of Employment, Economic dat heel wat invloed had op ISAD.
Het congres ging door van dinsdag 21 augustus tot en met donderdag 23 augustus onder de titel ‘A Climate of Change’. De dag begon met steeds met één of meerdere keynotes, o.m. van David S. Ferriero (hoofd van het de Amerikaanse National Archives) over de impact van sociale media; Dame Stella Rimington (gewezen directeur van MI5) over de nood aan vertrouwelijkheid en geheimhouding; en de beroemde Spaanse onderzoeksrechter Baltasar Garzon over waarheid, gerechtigheid en herstel. Het algemene thema van het congres duidde op de veranderingen en wijzigingen in de wereld en in ons werkveld in het bijzonder. Drie subthema’s groepeerden die veranderingen in drie grote clusters: • Identity: archiefinstellingen helpen de gemeenschap om hun identiteit te bewaren en te ontdekken, hun individuele verhalen te begrijpen en de rechten van de leden van die gemeenschap te beschermen. Anderzijds werd onder dit thema ook onderzocht hoe de invloed en impact van archivarissen en informatiemanagers wordt versterkt. • Trust: archiefdiensten staan voor goed bestuur en openheid, zij wenden ethische en professionele procedures aan en ontwikkelen standaarden die een betrouwbaar beheer van de archieven verder helpen. • Sustainability (duurzaamheid): uitdagingen op vlak van archief- en informatiebeheer en op samenwerking tussen archiefinstellingen om strategieën te ontwikkelen met het oog op toegang tot, preserveren van, beveiliging van en duurzaamheid van informatie in archieven. Australiërs zijn heel gastvrije mensen, en dat is voor de archivarissen onder hen niet anders. Uit mijn gesprekken met hen kon ik alvast opmaken dat de meeste onder hen eigenlijk met dezelfde problemen kampen als wij in Vlaanderen: onbegrip rond ons werk, gebrek aan middelen en mensen, …
Het Nationaal Archief van Australië in Canberra. Foto: Rose Holley.
3 8 | META 2013 | 1
Development and Innovation (DEEDI) opgericht. Het nieuwe departement omvatte (op zijn minst delen van) acht oude departementen. Je kan je natuurlijk voorstellen dat dit allerlei problemen inzake archiefbeheer veroorzaakte. De verschillende oude departementen hadden hun eigen systemen en gewoonten inzake records management en dienden op elkaar afgestemd te worden. QSA zou vanaf de fusie een leidende rol spelen in het rechttrekken van die situatie. In 2011 was het werk rond… en in maart 2012 werd DEEDI door de nieuwe regering ontbonden en opgesplitst in tien verschillende departementen. Een ding is heel positief aan de Australische context: er wordt enorm veel informatie gedeeld. De websites van de deelstaatarchieven en het Australische Nationaal Archief bevatten bijzonder veel informatie. 1 Ook individueel zijn de archivarissen meer dan bereid informatie en ervaringen uit te wisselen. Een mooi voorbeeld van dat engagement is de Recordkeeping for Good Governance Toolkit. De Pacific Regional Branch van de ICA maakte de toolkit in samenwerking met het Australische en Nieuw-Zeelandse Nationaal Archief. Omdat mondelinge overlevering een belangrijke rol speelde, stond het archiefbeheer bij de start van het initiatief niet zo best aangeschreven. De toolkit bestaat uit modules aan de hand waarvan organisaties van de eilandengroepen in de Stille Oceaan hun archiefbeheer kunnen verbeteren. De verschillende teksten zijn laagdrempelig en aangepast aan de plaatselijke situatie. Intussen werd de Toolkit omgezet naar het Frans en aangepast voor gebruik in een Afrikaanse context. Het doet je afvragen of we dit niet kunnen aanpassen aan de Vlaamse context. Het belangrijkste wat ik uit deze ervaring heb onthouden is geen vakkennis, maar inzichten in de manier waarop wij als Vlaamse archivarissen werken en waar we best een nieuwe weg opgaan. Heel wat landen maken gebruik van nationale standaarden. De internationale ISO23081-standaard voor metadata voor records management is heel theoretisch
KRONIEK
De Bibliotheekweek 2012:
en moet aan de eigen situatie worden aangepast. Tussen 2008 en 2012 hebben zowel de National Archives of Australia als de archieven van de deelstaten een eigen, meer praktische en toepasbare versie opgemaakt. 2 Een vergelijkbare standaard voor metadata voor records management in Vlaanderen, onderschreven door de Vlaamse overheid of het Rijksarchief, zou heel wat kunnen opleveren. De bestaande voorbeelden kunnen als een basis gebruikt worden.
20-28 oktober 2012 toekomstdromen verzamelen…
In deze kroniekbijdrage nemen we u in vogelvlucht mee langs zes bibliotheken, één in elke provincie en in het Brussels-HoofdstedelijkGewest. We vroegen de bibliothecarissen en hun medewerkers hoe zij de Bibliotheekweek als opstap voor een doorgedreven publiekscampagne gebruikten. In sommige bibliotheken verzamelden ze actief toekomstdromen voor een concreet project zoals een geplande nieuwbouw. Andere focusten ruimer, als inspiratie op de toekomstige meerjarenplanning. Nog andere bibliotheken gebruikten de Bibliotheekweek vooral als een campagne om een nieuw publiek te bereiken.
Dit wijst op een grote nood aan samenwerking tussen verschillende archiefdiensten en instellingen. Zeker als je wil spreken van nationale standaarden. We hebben nood aan een Vlaamse overheid en een Algemeen Rijksarchief dat de handen in elkaar slaat. Zowel de federale Archiefwet als het Vlaams Archiefdecreet bevatten de elementen om, mits een samenwerking, tot een goed beleid te komen.
MISS OF MISTER BIB-VERKIEZING IN ALKEN In Alken gingen ze de populaire toer op. Elisabeth Appeltans getuigt: “Via het organiseren van een Miss of Mister BIBverkiezing wilden we de bibliotheekbezoekers aanzetten tot het delen van dromen en wensen over de toekomst van de bibliotheek. We vonden vier vaste bezoekers die zich met hun toekomstideeën voor de bib wilden kandidaat stellen voor de verkiezing. Wij zouden wel zorgen voor het verkiezingsdrukwerk. De bezoekers konden stemmen van 20 tot en met 27 oktober. Op 28 oktober werd de winnaar bekendgemaakt tijdens een officieel moment. Het winnende idee was ‘Cinema in de BIB’. Wekelijks of maandelijks vertonen we een film voor kinderen in de bib.”
Bijkomend moeten zowel het Rijksarchief als de Vlaamse overheid zich bewust zijn van de waarde van de mensen werkzaam bij de lagere bestuursniveaus of in private organisaties. Wij zijn als lokale archivarissen niet louter uitvoerders, maar ook waardevolle partners. Daar stopt het echter niet. We zitten als archivarissen nog te veel op onze eigen eilanden en onze eigen kennis. Het warm water steeds opnieuw moeten uitvinden, is jammer genoeg een gegeven dat we als archivaris in Vlaanderen maar al te goed kennen. Tom Haeck
1 http://www.naa.gov.au/, www.archives.qld.gov.au/, www.archives.sa.gov.au/, http://prov.vic.gov.au/, 2 Voor enkele van de teksten, zie: http:// www.archives.qld.gov.au/Recordkeeping/ GRKDownloads/Documents/QRKMS.pdf, http:// www.naa.gov.au/Images/AGRkMS_Final%20 Edit_16%2007%2008_Revised_tcm16-47131.pdf, http://www.archives.sa.gov.au/files/management_standard_metadata.pdf, http://www.records. nsw.gov.au/recordkeeping/government-recordkeeping-manual/documents/recordkeepingstandards/Technical%20specification%202007.doc. OB Blankenberge. Foto: Sofie Balieu (Topburo).
IEDEREEN NAAR DE NIEUWE BLANKENBERGSE BIB De bibliotheek van Blankenberge lokte veel (jonge) bezoekers naar de bib. Omdat ze net (nog geen jaar) verhuisd is, wilden ze vooral focussen op nieuwe doelgroepen en de banden aanhalen met andere doelgroepen. Christine Deprest, bibliothecaris, beschrijft de aanpak: “Na een korte brainstorm met het bibliotheekpersoneel werd er beslist om alle ‘kamers’ van de bib in de kijker te plaatsen tijdens de bibweek 2012. Door onze jarenlange ervaring kwamen we vlug tot een variatie op een coherent programma, waarbij we onze diverse doelgroepen proberen te bereiken. Om ons programma kenbaar te maken hebben we eerst beroep gedaan
META 2013 | 1 |
39
KRONIEK
op de klassieke promokanalen zoals de website van de bib, de infokrant van de gemeente en een mailing naar nieuwe inwoners. Wegens weinig respons werden er ook flyers verspreid op de verschillende scholen en aan het treinstation. Met resultaat: een drukbezochte verwendag, een vertelmoment voor een 30-tal kleuters, terwijl de mama’s en de papa’s konden genieten van een muzikaal bibaperitief met hapjes, een gezellige filmvoorstelling voor kinderen en een interessante gidsdag voor nieuwe inwoners. Tijdens de bibweek kwamen 55 ukkepukken hun eerste babyboekje afhalen en 54 zesjarigen kregen hun eerste leesboekje cadeau. Velen werden meteen ook lid. Een lezing en twee boekenverkopen lokten nog ander volk.”
dromen over hun ideale bib. Peperkoeken droomhuisjes, verspreid over de hele gemeente, visualiseerden de idee achter de campagne. Verschillende targets werden omgezet in mini-evenementen en verwennerijen : gratis pannenkoekenslag voor jong en oud op de startdag van de Bibweek en onze disconight als hoogtepunt. Kleurige (alcoholvrije) drankjes en hip verklede baliemedewerkers bedienden al dansend de klanten. ‘t Was weer eens wat anders… en de brede glimlach van onze bezoekers sprak boekdelen.”
DANKBARE CAMPAGNE VOOR BIB VAN BORNEM “Zoveel mogelijk dromen sprokkelen was voor de bib van Bornem van strategisch belang,” geeft Diane Van Doorslaer, bibliothecaris, ons mee. “Na de verkiezingen zouden de gesprekken rond de uitbreiding van de bib immers terug opstarten. De dromencampagne beantwoordde direct aan de nood van een ruimere burgerbevraging. Alle mogelijke gedrukte, mondelinge en digitale kanalen werden ingezet om Bornemnaren te doen OB Dendermonde. Foto: Bruno Vermeeren.
OB Bornem. Foto: Katrijn Gonnissen.
40 | META 2013 | 1
DENDERMONDE, SAMEN SPOREN MET CULTURELE PARTNERS Liesbet Senepart, assistent-dienstleider in Dendermonde startte samen met de partners uit het lokale culturele veld de bibliotheekweek al goed op voorhand op. “Op 8 september begonnen we eraan. Samen met CC Belgica, de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans, de jeugddienst, de Stedelijke Musea en de cultuurbeleidscoördinator boksten we een heuse cultuurstart in elkaar. Op ons kraampje op de vrijetijdsmarkt mocht het publiek voor het eerst dromen... Ze vulden hun ideeën in op speciaal ontworpen postkaartjes. In de bib zelf bouwden we droomhoekjes. Kleurige dreamcatchers die de gevangenen uit de gevangenisbib maakten, fleurden de stand op. Ons Leescafé werd omgetoverd tot droomcafé door de leerlingen van de Koninklijke Academie voor Schone
Kunsten. Op de Verwendag en tijdens de hele bibweek werden lustig dromen verzameld. Stuk voor stuk werden ze ingevoerd op www.bibstevanhetland.be. Heel graag zouden we een inspiratieboek willen aanleggen met de verzamelde dromen. Een droomboek. Om ter hand te nemen en te gebruiken.” ALLES UIT DE KAST IN ROTSELAAR De bibliotheekmedewerkers van Rotselaar haalden het onderste uit de kan om toekomstdromen voor hun bibliotheek te verzamelen. Vanaf begin september trokken ze naar markten en andere openbare plaatsen om inwoners actief aan te spreken. In de loop van september organiseerden ze verschillende sessies ‘In bed met…’ om in intieme kring te horen welke toekomstideeën mensen wilden delen. EERSTE ENERGIEPASSIEVE BIBLIOTHEEK IN SINT-PIETERSWOLUWE “In Sint-Pieters-Woluwe worden de toekomstdromen voor de bib nu zeer concreet met de bouw van de eerste energiepassieve bibliotheek van België,” weet trotse bibliothecaris Linda Teirlinck ons te vertellen. “Op 20 oktober kwam architect Nathan Ooms van Plus Office Architects met infopanelen en de maquette het project toelichten voor een 25-tal geïnteresseerden. Iedereen was aangenaam verrast dat het niet enkel een duurzame bib wordt maar ook een aantrekkelijk, ruim en modern gebouw. De centrale leestuin zal voor veel daglicht en groenaccenten zorgen. Het energiepassieve aspect d.m.v. extra isolatie, zonnepanelen, een warmtepomp en een groendak was voor alle aanwezigen een boeiend verhaal. Alle bezoekers kunnen tijdens de bibliotheekweek enkele vragen beantwoorden rond de inhoudelijke invulling van dit nieuwe gebouw. Dit levert weer nieuwe input in de nooit eindigende zoektocht naar de allerbeste (allerbibste) dienstverlening.” Bijdrages van Elisabeth Appeltans (Alken), Christine Deprest (Blankenberge), Diane Van Doorslaer (Bornem), Liesbet Senepart (Dendermonde), Kristel Heylen (Rotselaar) en Linda Teirlinck (Sint-Pieters-Woluwe). > Meer info: LOCUS vzw, Hannes Vanhaverbeke,
[email protected], 02 213 10 53
KRONIEK
Niet ‘Of?’ maar ‘Hoe?’ Open Access in Vlaanderen en de wereld De vraag is verschoven van ‘of’ naar ‘hoe’, stelde Carl-Christian Buhr vast in zijn openingsspeech van de Open Access Week op 22 oktober 2012 in het Paleis der Academiën. In het panelgesprek later, leek Elisabeth M o n a rd , s e c re t a r i s generaal van het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, eerder voor de ‘gold road’ te pleiten: auteurs betalen aan tijdschriftuitgevers om hun artikels te publiceren die dan gratis beschikbaar zijn voor iedereen. Carl-Christian Buhr, medewerker van Europees Commissaris voor de De zaal leek eerder voordigitale agenda Neelie Kroes. Foto: Eric Laureys (Belspo). stander van de ‘green road’, waarbij publicaties in ‘repositories’ gedeponeerd worden en daar gratis beschikbaar zijn voor iedereen. In het geval van de green road gaat het vaak om de laatste auteursversie die ingediend werd bij een tijdschrift, dus nog voor het artikel door lectoren beoordeeld werd. Vooral de hybride tijdschriften die zowel openaccessartikels als klassieke artikels opnemen, lijken gouden zaken te doen. Auteurs betalen voor open access, terwijl de bibliotheken toch toegang willen tot alle informatie in het tijdschrift en dus ook blijven betalen voor hun abonnementen. Ook aan de green road hangt trouwens een kostenplaatje: dat van het bouwen en onderhouden van een repository. Een besparing lijkt Open Access dus niet echt. Maar het is wel logisch dat de resultaten van onderzoek gefinancierd met publieke middelen, voor iedereen toegankelijk worden. Dat vindt toch de Europese Commissie, die tegen 2014 in elke lidstaat een openaccessbeleid verwacht en die publicatie in Open Access onder meer als voorwaarde stelt voor de financiering van onderzoek in het kader van het Europese onderzoeksprogramma Horizon 2020.
liefst drie ministers ondertekenden op 22 oktober de Brussels Declaration on Open Access: federaal minister Magnette, Vlaams minister Lieten en Waals minister Nollet. “Kosteloze online toegang tot wetenschappelijke publicaties blijkt immers de meest efficiënte manier te zijn om consultatie en gebruik van publiek gefinancierd wetenschappelijk onderzoek te verzekeren. Onderzoek beschikbaar in Open Access blijkt internationaal een grotere zichtbaarheid te hebben, wat voordelig is voor zowel individuele auteurs als voor onderzoeksinstellingen en onderzoeksfondsen”, zo motiveren zij hun engagement. De ministers willen toegang tot onderzoeksresultaten maximaliseren door: • onderzoekers actief te informeren; • onderzoekers te vragen om een Open Access versie van hun publicatie beschikbaar te maken in Open Access; • de mogelijkheid te onderzoeken om kosten van openaccesspublicatie (gedeeltelijk) te compenseren; • steun te bieden bij de oprichting en onderhoud van digitale repositories; • te investeren in onderzoek over Open Access. De verklaring is daarmee in de eerste plaats een belangrijke princiepsverklaring. Op de concrete effecten ervan blijft het nog even wachten.
Inge Van Nieuwerburgh, dagvoorzitter van de studiedag Open Access to Excellence in Research. Foto: Eric Laureys (Belspo).
Gezien alle beleidsintenties lijkt open access een mooie toeko m st te wa c h te n . Maar de volgende uitdaging dient zich al aan. ‘Data as the next big thing’, in de woorden van Carl-Christian Buhr. Data die, zo bleek uit bijdragen van Henk Harmsen (DANS) en Jan Haspeslagh (VLIZ) nog lang niet altijd ‘open’ zijn. (BV) > www.openaccess.be
BRUSSELS DECLARATION Ook België springt op de kar. Maar
META 2013 | 1 |
41
Word faro-abonnee en geniet van een extra voordeel!
Met een abonnement op faro | tijdschrift over cultureel erfgoed houdt u de vinger aan de pols van de brede cultureel-erfgoedsector in Vlaanderen (archieven, bewaarbibliotheken, documentatiecentra, erfgoedcellen, erfgoedverenigingen, musea, expertisecentra …). faro verschijnt viermaal per jaar (maart, juni, september en december) en bevat telkens meer dan zestig pagina’s met actuele bijdragen over de kennis en praktijkervaring op het vlak van roerend en immaterieel cultureel erfgoed en de cultuur van alledag. Reeds verschenen nummers kan u online raadplegen in de ISSUU-bibliotheek via onze website: www.faronet.be/tijdschrift. Voor een jaarabonnement betaalt u slechts 25 euro. Als u zich nu (her)abonneert op het faro-tijdschrift, geniet u meteen van een extra voordeel.
lijk tijdeor vo Als (nieuwe) faro-abonnee betaalt u slechts 20 euro (i.p.v. 29,95 euro in de boekhandel) voor uw exemplaar van het boek Gelieve de familie te volgen. Koffietafels in Vlaanderen. Dat is een uitzonderlijke korting van 33%! Bestellen doet u via www.faronet.be/publicatie-bestellen. Vermeld bij uw bestelling de actiecode ‘faro-abonnee 2013’.
€20
RECENSIES
Many Happy Returns, Advocacy and the Development of Archives maar een onderdeel van het concept advocacy, dat ook lobbying en zelfs regelrechte druk kan impliceren. Archivarissen zijn te weinig advocaat: dat is in enkele woorden de basisstelling van dit boek. In tegenstelling tot andere sectoren maakt het archiefveld veel te weinig promotie voor de eigen zaak. Larry Hackman omschrijft advocacy (‘belangenverdediging’, ik ken geen betere vertaling) als “activities consciously aimed to persuade individuals or organizations to act on behalf of a program or institution”. Het uitgangspunt is heel eenvoudig: je hebt iets nodig, je zoekt uit welke persoon of instelling dat heeft en vervolgens dokter je uit hoe je de betrokkene ertoe kan bewegen om het gezochte te leveren. Public relations is
Belangenverdediging is meer dan een additionele taak; het vormt een permanente opdracht die tot de corebusiness van elke archiefdienst behoort. Het beste instrument om impact uit te oefenen is overigens een hard werkend en creatief team dat zichtbare resultaten oplevert. Niet alleen naar de beleidsverantwoordelijken moet dat duidelijk worden gemaakt, maar ook naar het brede netwerk waarbinnen de archiefdienst functioneert. Uiteraard is het daarnaast belangrijk om gebruik te maken van de opportuniteiten die zich aandienen. Hackman laat na een algemene theoretische inleiding
in een tiental gevalstudies collega’s aan het woord die getuigen over hun persoonlijke ervaringen met belangenverdediging. De meest uiteenlopende sectoren zijn daarbij vertegenwoordigd: bedrijfs-, universiteits-, overheidsarchieven, enz… Het levert een boeiend palet van verhalen op met soms heel persoonlijke getuigenissen over de grote impact van een actieve, soms decennialang aangehouden en uitgebouwde promotie.
literatuuroverzicht (dat ook voor bibliothecarissen interessant kan zijn), en met bijdragen van Richard J. Cox en Kate Theimer over de bijdrage van opleiding en sociale media in dit verhaal.
Ondanks de redundantie en de soms wat schoolse aanpak is dit best een inspirerende bundel. Als afsluiter de vaststelling van Fracis Blouin Jr. “that advocacy is a product and consequence of reinvention”. Archivarissen moeten Het besluit dat zich na deze de veelzijdige betekenis van getuigenissen opdringt, is dat de collecties die ze beheren er toch nogal wat archivaris- steeds opnieuw beklemtonen sen succesvol zijn als advo- en zichzelf steeds opnieuw caat-verkoper, en dat niet ‘uitvinden’: “Perceptions of alleen in bedrijfsarchieven. In what an archival institution is ‘What the Case Studies Tell Us’ cannot allowed to fossilize”. wordt nog eens opgelijst wat in het voorafgaande minstens Eddy Put impliciet al aanwezig was. Persoonlijk vond ik de inspi- > Many Happy Returns, Advocacy and ratie die uit de afzonderlijke the Development of Archives / Larry gevalstudies opborrelde een J. HACKMAN (ed.).- Chicago: Society stuk sterker dan de wat obliof American Archivists, 2011. gate lessons learnt. De bundel wordt afgesloten met een
TOEPASSING
Lees dit boek Rosemie Callewaert
Wie af en toe een boek leest laat zich vooral leiden door de media: het aanbod en de presentatie van de boekhandel, een selectie van het warenhuis, een aankondiging in de krant, leestips van vrienden, kooptips op Amazon, … Wie op zoek is naar meer dan wat anderen al vóór ons geselecteerd hebben, heeft het alsmaar moeilijker. WPG-uitgevers speelt hierop in en heeft een app laten ontwikkelen die hun aanbod op een leuke manier tijdig in beeld brengt. “Met de ‘Lees dit boek’-app kunt u boeken lezen die nog gaan verschijnen of zojuist verschenen zijn. Van elk boek is een fragment beschikbaar, van sommige titels zelfs (tijdelijk) het complete werk. De selectie van de titels is door de deelnemende uitgeverijen gemaakt en wordt wekelijks vernieuwd.“ Na het lezen van een fragment kan je het boek meteen én met korting aankopen in de iBookstore. De navigatie van de app-schermen kan beter, de etalages mogen meer gesegmenteerd zijn, en het zou beter een responsive website geweest zijn die ook bruikbaar is voor mensen zonder iPad, maar het initiatief is interessant. Het is een middel voor wie via de iPad of iPhone in een vroeg stadium wegwijs wil raken in het aanbod van nieuwe Nederlandstalige titels. Maar ook hier betreft het een selectie van een specifieke uitgeversgroep en blijf je voor het volledige aanbod aangewezen op het zoeken op vele andere plaatsen. http://www.istoire.be
META 2013 | 1 |
43
PERSONALIA
Op 1 januari 2013 werd Kirsten Janssens de nieuwe bibliothecaris van OB SintNiklaas. Zij volgt Rik Van Daele op die in de nieuwe functie directeur Cultuur stapt. Kirsten studeerde in 1994 af als architecte aan Sint-Lucas Gent. In 1998 startte ze in COB Gent. Na 5 jaar OB Tielt, belandde ze in 2004 in Sint-Niklaas waar ze o.m. verantwoordelijk was voor uitleen volwassenen, film & muziek en meewerkte aan verschillende projecten (reorganisatie 10.10.10, plan van eisen, …). Samen met het team de sterke bibwerking verder uitbouwen en realisatie van de renovatie zijn de belangrijkste uitdagingen.
Sinds 17 september 2012 is Bram Bresseleers de nieuwe bibliothecaris van de Nederlandstalige bibliotheek van Sint-Gillis. Bram is nieuw in de sector. Hij is productontwikkelaar en beeldend kunstenaar van opleiding en werkte de voorbije negen jaar als cultuurbeleidscoördinator in achtereenvolgens SintAgatha-Berchem en Vorst. De gemeentelijke bibliotheek van Sint-Gillis werd erkend begin 2005 en verhuisde eind 2008 naar haar huidige locatie in een woonwijk vlakbij het Brusselse Zuidstation. Bram hoopt het opbouwwerk uit deze beginperiode te consolideren en de bib verder te ontwikkelen als eigentijdse vrijetijds- en ontmoetingsplek voor de buurt.
Stijn Lybeert is sinds 8 oktober 2012 de nieuwe stadsarchivaris van Oudenaarde. Hij volgt Pieter-Jan Lachaert op die aan het werk is gegaan in het stadsarchief van Gent. Stijn studeerde in 2004 af als licentiaat in de geschiedenis aan de Universiteit Gent. Daarna volgde hij een opleiding aggregaat die hij voltooide in 2005. Gedurende twee jaar gaf hij enthousiast les geschiedenis in Bazel, Dendermonde en Wetteren. In 2007 begon Stijn als verantwoordelijke voor de digitalisering van het audiovisuele archief bij de West-Vlaamse regionale zenders Focus en WTV. In 2012 stelde hij zich met succes kandidaat voor de functie van archivaris van de stad Oudenaarde. Zijn eerste prioriteiten liggen in de organisatie van het Modern Archief en de herinventarisatie van het Oude Archief, te beginnen bij de Franse periode.
Laura De Caluwé werkt sinds begin januari deeltijds op het VVBAD-secretariaat. Zij zal er de komende zes maanden instaan voor de hervorming van de vakbibliotheek. Laura zal samen met de VVBAD een visie ontwikkelen op de toekomstige rol die de bibliotheek moet spelen binnen de organisatie om vervolgens een praktische, functionele en haalbare oplossing te implementeren. Laura behaalde eerst een master in de Kunstwetenschappen aan de Universiteit Gent. Doorheen de jaren zag zij haar interesses sterk verbreden en koos vervolgens voor de IBW-opleiding aan de Universiteit Antwerpen. Haar eerste werkervaringen deed ze op tijdens onder meer een stage bij het Rubenianum en in het Kunstencentrum Netwerk waar zij als tijdelijk medewerker de hertekening van de documentatiecollectie in goede banen leidde.
Op 1 januari 2013 stopte Jan Van Hee als zaakvoerder bij Maarifa. Hij ging een nieuwe uitdaging aan bij de Arteveldehogeschool in Gent als informatiemanager. Daar neemt hij de leiding over de mediatheken en zal hij toekomstgerichte verandering aansturen. Jan studeerde politieke wetenschappen, bibliotheek- en informatiewetenschappen en management aan de universiteiten van Gent en Antwerpen. In 2009 behaalde hij nog een master in de Bedrijfseconomie aan de Universiteit Gent met als masterproef Strategisch informatiemanagement als voorwaarde voor goed bestuur. Hij werkte als bibliothecaris, opleidingscoördinator en docent voor hij van start ging met Maarifa. In de loop van de jaren verzamelde hij heel wat expertise over strategisch informatiemanagement, kennismanagement, bibliotheekbeheer, content management en sociale media. Daarover publiceert hij artikels op de blog http://www.informatiebeheer.be en in diverse vakbladen. Hij is tevens hoofdredacteur van het handboek Informatiemanagement (Politeia)..
44 | META 2013 | 1
Personaliaberichten zijn welkom via
[email protected]
ZOGEZIEN
Ingrid Hansen:
“Gefascineerd door de relatie tussen film en literatuur” Wat is je favoriete film? Ik heb eigenlijk een hele reeks favoriete films, maar als ik er hier één moet uitkiezen dan is dat Il postino (1994) van Michael Radford. Il postino gaat over de (overigens volledig fic Massimo Troisi in Il Postino. tieve) vriendschap tussen de Chileense dichter Pablo Neruda en een Italiaanse postbode tijdens zijn verbanning naar een obscuur Italiaans eiland. Niet alleen behandelt de film universele thema’s zoals vriendschap, liefde en poëzie, hij is ook bloedmooi in beeld gebracht en voorzien van een onvergetelijke soundtrack. Bovendien maakt het laatste half uur van Il postino van deze in wezen bescheiden productie een werkelijk grootse film. Naar welk genre gaat je voorkeur uit? Ik ben sinds lang gefascineerd door de relatie tussen film en literatuur, wat betekent dat ik een zekere voorkeur heb ontwikkeld voor literatuurverfilmingen. Geen idee of je dat eigenlijk echt een genre kan noemen. Ik ben vooral geïnteresseerd in de verfilming van klassieke Engelse literatuur. Toegegeven, dat levert niet altijd de meest vernieuwende films op, maar in het beste geval wel boeiende, meer klassieke cinema. Dit soort films beleefde wellicht zijn hoogtepunt tijdens de jaren
negentig, met verfilmingen van het werk van onder meer E.M. Forster (A room with a view, Howards End), Henry James (The wings of the dove) en Terrence Rattigan (The Browning version, The Winslow boy). Meer recent, in 2011, was er de nieuwe versie van Jane Eyre van de hand van Cary Fukunaga, die zich van zijn talrijke voorgangers wist te onderscheiden door een aantal horrorelementen in zijn film te stoppen. Welk boek zou je dag graag nog eens verfilmd zien? Buzz Aldrin, waar ben je gebleven (2005) van de Noorse schrijver Johan Harstad. De hoofdpersoon verliest ongeveer tegelijkertijd zijn job en zijn relatie en komt door een samenloop van omstandigheden op de Faeröer Eilanden terecht. Het is een vrij lang boek, met relatief weinig plot, maar alleen al omwille van de ongewone locatie en de bijzondere sfeer lijkt het me meer dan de moeite waard om het te verfilmen.
Welke film kan je aanraden aan de METAlezers? Wilbur wants to kill himself, de film die Lone Scherfig onmiddellijk na Italian for beginners draaide. Wilbur wants to kill himself is een gitzwarte komedie of beter gezegd een tragikomedie over twee broers (onder wie de depressieve Wilbur uit de titel) die in Edinburgh een tweedehandsboekwinkel uitbaten. Niet echt van die aard om vrolijker van te worden vrees ik, maar zeker de moeite waard om eens te bekijken. Welke film heb je het laatst gezien en wat vond je ervan? Salmon fishing in the Yemen van Lasse Hallström. Dat is een feelgoodfilm met een prima Britse cast (Emily Blunt, Ewan McGregor en Kristin Scott Thomas), een behoorlijk absurde plot die draait rond het kweken van zalm in de woestijn en een lichte dosis maatschappijkritiek. Meer hoeft dat soms niet te zijn.
Heb je een favoriete regisseur? Ik vind eigenlijk zelden of nooit alle films van een bepaalde regisseur echt goed. Het werk van de Italiaanse regisseur Nanni Moretti weet ik echter meestal wel te appreciëren. Zijn beste films zijn maatschappijkritisch, politiek geëngageerd en vaak ook redelijk absurd. Daar komt bij dat zijn stijl nogal idiosyncratisch is. Kortom, een mooi voorbeeld van Europese auteurscinema.
INGRID HANSEN Ingrid Hansen is verantwoordelijk voor het beheer van de juridische bibliotheek van het advocatenkantoor Eubelius. Haar interesse gaat uit naar film en filmgeschiedenis, Engelse literatuur, tennis en reizen. Haar favoriete vakantieland is Australië.
META 2013 | 1 |
45
100 80 60 40 20 0
ACTIVITEITEN
Algemene Ledenvergadering VVBAD De VVBAD nodigt al haar leden uit voor de Algemene Ledenvergadering op 12 maart 2013 in de Koninklijke Bibliotheek in Brussel. In de voormiddag zijn er de open bestuursvergaderingen. De sectie Archief en Hedendaagsdocumentbeheer vraagt feedback van haar leden op haar beleidsplan; de sectie Openbare Bibliotheken organiseert een sessie rond visieontwikkeling. In de namiddag is er de formele algemene vergadering met goedkeuring van jaarverslag en jaarrekening. Nadien volgt nog de uitreiking van de Ger Schmookprijs. We sluiten de dag af met een korte, sessie rond interculturaliteit.
Is digitalisering van archieven een bedreiging voor het precaire evenwicht vastgelegd in juridisch kader, tussen rechthebbenden en gebruikers van informatie? Hoe verantwoordelijk is een archiefinstelling als doorgeefluik/portaal tot auteursrechtelijk beschermd materiaal? Hoe gaan archieven in dagdagelijkse praktijk hier mee om? Hoe krijgen lezers toegang tot archieven met beschermd materiaal? Wat is het verschil tussen de leeszaal en de website/online catalogus van een archiefinstelling? Hoe informeert de instelling zijn lezers over het gebruik van archief met auteursrechtelijk beschermd materiaal en hoe wordt de maker hierin betrokken? Welke procedures worden er gevolgd en werken die formules ook online?
PRAKTISCH Datum Plaats Prijs Inschrijven
Dinsdag 12 maart 2013 KB Brussel Keizerlaan 2 1000 Brussel Gratis voor VVBAD-leden Via http://www.vvbad.be/ activiteiten
Digitaal archief & auteursrechten In een analoge wereld is vrije toegang en hergebruik van archiefmateriaal dat auteursrechtelijk beschermd is een redelijk eenvoudige zaak. In een digitale omgeving waarin gegevens continue geknipt en geplakt worden, gekopieerd, gebruikt en hergebruikt worden, lijken auteursrechten en het beschermen ervan een haast onmogelijke opdracht. De digitalisering van onze samenleving heeft een grote impact op het verspreiden en gebruiken van kennis en informatie. Tussen de makers/auteurs en de consumenten van informatie zitten archiefinstellingen wat geprangd met hun opdracht om toegang te verschaffen tot hun collectie in functie van onderzoek en persoonlijk gebruik. Wat is het verschil tussen toegang verschaffen tot archief met auteursrechtelijk beschermd materiaal online of in de leeszaal? Is er een verschil tussen toegang verschaffen tot digitaal of analoog archiefmateriaal? Is er wel een verschil?
Hoe kan een archief rechten klaren op grote collecties waarop de rechten naburige rechten van ontelbare makers en betrokkenen rusten? Moet/kan een archiefinstelling contracten afsluiten met rechthebbenden? Op deze studienamiddag komt eerst het theoretisch juridische kader aan bod. Nadien geven we de auteurs het woord om tot slot af te sluiten met een paneldiscussie ingeleid door een aantal concrete cases van archiefinstellingen. Deze studiedag is in eerste instantie bedoeld voor professionals uit de archiefsector: archivarissen die verantwoordelijk zijn voor het beheer en het toegankelijk maken van publiek en privaatrechterlijk archiefmateriaal dat door onderzoekers, journalisten en studenten wordt geraadpleegd. Deze studienamiddag is een organisatie van de werkgroep Automatisering van de Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief en Documentatie (VVBAD). Aansluitende zal er op 23 april een tweede studienamiddag worden georganiseerd over het digitaal beschikbaar stellen van archief en de bescherming van de privacy.
Informatie voor iedereen
Blauwdruk voor een betere informatievoorziening: doelen, prioriteiten en concrete samenwerking H e t s a m e nwe r k i n g sve r b a n d va n Nederl andse universiteitsbibliotheken en de Koninklijke Bibliotheek (UKB) en de Arbeitsgemeinschaft der Universitätsbibliotheken (AGUB) in Nordrhein-Westfalen zijn inspirerende voorbeelden. Aan de hand hiervan wil de sectie WDI nadenken over aspecten zoals de stimuli, de concrete uitdagingen en de noden. Voor informatiewerkers en beleidsverantwoordelijken uit bibliotheken en documentatiecentra in alle sectoren.
PRAKTISCH Datum
Donderdag 21 februari 2012, van 12.00 u. tot 17.00 u. Plaats Vlaams Parlement Leuvenseweg 86 1000 Brussel Inschrijven via http://www.vvbad.be/ activiteiten
ACTIVITEITENKALENDER 21.02
Informatie voor iedereen?
VVBAD 27.02
Tijdgenoten, colloquium over
Stichting Lezen, Universiteit
jeugdliteratuur Antwerpen 12.03
Algemene ledenvergadering
VVBAD 22.03
Vlaamse studiedag n.a.v. de
LINC vzw
Digitale week
23.04.-04.06 Bewaren en beheren van fotocollecties
PRAKTISCH Dinsdag 26 maart 2013 van 13.00 u. tot 17.00 u. Plaats OB Leuven, Tweebronnen Rijschoolstraat 4 3000 Leuven Inschrijven Via http://www.vvbad.be/ activiteiten
Bibliotheekschool Gent
12-13.09
Informatie aan Zee 2013
Datum
VVBAD
Uw activiteit in deze kalender? Meld ze aan via onze website http://www.vvbad.be/activiteiten
Meer informatie volgt.
META 2013 | 1 |
47
‘Verledenmuziek?’ Stirling, Schotland Foto: Marc Engels
wij richten bibliotheken in ...
Appelweg 94 C B-3221 Holsbeek
Tel.: 016 623 340 Fax: 016 620 400
[email protected] www.sbnl.be
Deel
Deel
Voor meer informatie: Filip Trenson - Sales Manager Benelux | Tel. 32 2 727.78.01 |
[email protected]