Toekomst Proeftuin Amsterdam Heeft Proeftuin Amsterdam toekomst na 2010 en waarom? Een inventarisatie van de resultaten en houding van de stakeholders.
Bacheloropleiding Voeding & Diëtetiek Hogeschool van Amsterdam Februari-juni 2009 Sanne-Janke Lauwers Freek Morren 8 juni 2009
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
Toekomst Proeftuin Amsterdam
Auteurs:
Sanne-Janke Lauwers Koekebakkerstraat 4 1601 PS Enkhuizen 06 4995 2465
[email protected] Freek Morren Tussen Meer 123 1069 DM Amsterdam 06 1521 6262
[email protected]
Afstudeeropdracht:
2009232
Opdrachtgever:
De heer J.W. Vermeulen Dienst Ruimtelijke Ordening, gemeente Amsterdam Jodenbreestraat 25 1011 NH Amsterdam
Praktijkbegeleider:
De heer J.W. Vermeulen De heer B. Pijnenburg
Docentbegeleider:
Mevrouw J. de Graaf – De Croes Mevrouw J. van Eden
Copyright © 2009, S.J. Lauwers, F. Morren © Niets uit deze scriptie mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch of door fotokopieën, zonder voorafgaande toestemming van de auteurs. 2
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
3
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
Voorwoord Deze scriptie is geschreven ter afronding van de Bachelor Voeding & Diëtetiek aan de Hogeschool van Amsterdam. Gedurende 20 weken, van februari tot juni 2009, hebben we onderzoek gedaan naar de toekomst van het actieprogramma Proeftuin Amsterdam na 2010. In de vorm van aanbevelingen hebben we suggesties gedaan om het actieprogramma te optimaliseren. In september 2008 kwamen wij in aanraking met Proeftuin Amsterdam in onze vierde jaars stage. Een interessante periode waarin we beide aan projecten hebben gewerkt die een relatie hebben met voedsel, milieu en gezondheid. Onderwerpen die niet meer uit de actualiteit zijn weg te denken. In de stageperiode hebben wij het nut gezien van meerdere overheden die samen een actieprogramma hebben geformeerd om te werken aan een samenleving die bewust keuzes maakt op het gebied van voedsel in relatie tot milieu en gezondheid. De impact die de overheid heeft en beweging die het in de maatschappij kan veroorzaken is naar ons idee erg belangrijk. Reden voor ons om het scriptie-onderwerp ‘De toekomst van Proeftuin Amsterdam’, dat werd aangeboden, met beide handen aan te grijpen. Wij hebben de scriptie met succes kunnen afronden dankzij de medewerking van een aantal personen. Een woord van dank gaat uit naar onze docentbegeleiders, mevrouw J. de Graaf-Croes en mevrouw J. van Eden. En onze praktijkbegeleiders de heer J.W. Vermeulen en de heer B. Pijnenburg. Daarnaast hadden we ons onderzoek nooit kunnen uitvoeren zonder de personen die hebben meegewerkt aan een interview. Wij willen u graag bedanken voor uw tijd en goede ideeën. Amsterdam, 8 juni 2009 Sanne-Janke Lauwers en Freek Morren
4
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
Samenvatting Achtergrond Proeftuin Amsterdam is een actieprogramma dat is opgezet door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, provincie Noord-Holland, de gemeenten Amsterdam en Zaanstad en het Nationale Landschap Het Groene Hart. Het doel van het actieprogramma is meer kennis over gezondheid en milieu in relatie tot voedsel te genereren in Amsterdam en omgeving. Het actieprogramma is gestart in maart 2008 en loopt tot en met 2010. In deze periode werkt Proeftuin Amsterdam aan diverse doelstellingen. Doel Vanuit het perspectief dat 2010 als einddatum te snel nadert om alle doelstellingen te realiseren en het actieprogramma bovendien in optimale vorm voort te zetten, is deze afstudeeropdracht in het leven geroepen. In februari 2009 is de heer B. Pijnenburg aangesteld als programmamanager om de synergie tussen de partners te verbeteren en een nieuw programmaplan op te stellen. Dit onderzoek vult zijn werkzaamheden aan en moet leiden tot aanbevelingen welke het actieprogramma kunnen optimaliseren en zorg dragen voor een eventuele succesvolle doorstart van Proeftuin Amsterdam na 2010. Methoden De beleidsprogramma’s van de convenantpartners van Proeftuin Amsterdam zijn bestudeerd. Dit om inzicht te krijgen in het beleid op het gebied van voedsel in relatie tot milieu en gezondheid. Proeftuin Amsterdam wil graag haar speerpunten structureel maken in het beleid van de overheden. De literatuurstudie laat zien in hoeverre structureel aan milieu, gezondheid en voedsel gerelateerde onderwerpen wordt gewerkt. Daarop volgend is een inventarisatie van de doestellingen uitgevoerd. Dit heeft geresulteerd in een overzicht waaruit is op te maken hoe en aan welke doelstelling wordt gewerkt. De stakeholders zijn benaderd voor een interview en zijn gevraagd naar hun mening over Proeftuin Amsterdam. Voorafgaand is een actorenanalyse uitgevoerd waarbij de stakeholders van Proeftuin Amsterdam in kaart zijn gebracht en vertaald in een krachtenveld. Hieruit zijn organisaties en de desbetreffende contactpersoon geselecteerd en benaderd voor een interview. Resultaten De literatuurstudie laat zien dat er een aantal onderwerpen zijn uit het beleid van de partners die overeenkomen met de programmering van Proeftuin Amsterdam. Het beleid zet vooral in op de bewustwording van jongeren op het gebied van gezonde voeding. Dit is iets waar het actieprogramma goed op inspeelt. Voorbeelden van projecten zijn: Eten op scholen en Boerderijeducatie. De inventarisatie van de doelstellingen toont aan dat er aan de meeste doelstellingen met diverse projecten en acties wordt gewerkt. Wel bleek dat er weinig tot geen resultaten van het actieprogramma schriftelijk worden vastgelegd en dat bovendien de doelstellingen niet SMART zijn geformuleerd. Deze methode heeft aanbevelingen opgeleverd welke de werkzaamheden kunnen optimaliseren. Uit de interviews met de stakeholders blijkt dat het actieprogramma zich absoluut moet voort zetten. Er werden veel suggesties aangedragen die Proeftuin Amsterdam kunnen verbeteren en zorg kunnen dragen voor een effectieve doorstart na 2010. De communicatie - zowel intern als extern -, de samenwerking tussen de partners en de werkstructuur moeten worden verbeterd. Daarnaast zou het actieprogramma zich kunnen verbreden. Niet zo zeer qua gebied, maar door meer gemeenten uit de metropoolregio erbij te betrekken. Zo kan het actieprogramma effectiever werken in de metropool Amsterdam. Conclusie Proeftuin Amsterdam heeft toekomst! In een relatief korte periode heeft het actieprogramma veel in beweging gezet en concrete resultaten geboekt. Het grote netwerk en de gerealiseerde projecten en acties zijn hier getuige van. Dat neemt niet weg dat er een aantal verbeterpunten zijn die het actieprogramma kunnen optimaliseren. De aanbevelingen die dit onderzoek hebben opgeleverd kunnen zorg dragen voor een optimale voortzetting van het actieprogramma Proeftuin Amsterdam na 2010. Een succesvol Proeftuin Amsterdam kan zorgen voor een structurele aanpak van de huidige voedselproblematiek rond milieu en gezondheid, met een gezonde- en bewuste samenleving als gevolg.
5
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
Inhoud 1. Inleiding ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 7 2. Methoden -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 9 2.1 Literatuurstudie -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 9 2.2 Inventarisatie doelstellingen---------------------------------------------------------------------------------------------------- 9 2.3 Actorenanalyse --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 9 2.4 Interviews stakeholders-------------------------------------------------------------------------------------------------------- 12 3. Literatuurstudie ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 13 4. Inventarisatie doelstellingen ------------------------------------------------------------------------------------------------------ 15 4.1 Resultaten ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 15 4.2 Aanbevelingen ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 17 5. Actoren analyse ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 19 6. Interviews stakeholders------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 20 6.1 Resultaten interviews partners ---------------------------------------------------------------------------------------------- 20 6.2 Resultaten interviews organisaties ------------------------------------------------------------------------------------------ 23 6.3 Aanbevelingen ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 25 7. Discussie -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 28 8. Conclusie ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 30 Literatuurlijst ----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------- 31
Bijlagen I
Gespreksgids partners ----------------------------------------------------------------------------------------------------------- 34
II
Gespreksgids organisaties ------------------------------------------------------------------------------------------------------ 35
III
Afkortingen actorenanalyse --------------------------------------------------------------------------------------------------- 36
IV
Brief werving organisaties ------------------------------------------------------------------------------------------------------ 37
V
Brief werving partners----------------------------------------------------------------------------------------------------------- 39
VI
Beleid Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -------------------------------------------------------- 41
VII
Beleid provincie Noord-Holland ---------------------------------------------------------------------------------------------- 43
VIII Beleid gemeente Amsterdam ------------------------------------------------------------------------------------------------- 44 IX
Beleid gemeente Zaanstad ----------------------------------------------------------------------------------------------------- 45
X
Overzicht doelen, projecten en behaalde resultaten -------------------------------------------------------------------- 46
XI
Subdoelstellingen Plan van Aanpak maart 2008 -------------------------------------------------------------------------- 50
6
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
1. Inleiding De voedselproductie heeft grote invloed op het milieu en onze gezondheid. De relatie tussen gezondheid, voedselinname en leefstijl staat de laatste jaren sterk in de belangstelling. Steeds meer mensen, zowel volwassenen als kinderen, hebben overgewicht en kampen met de lichamelijke gevolgen die dit met zich mee brengt.1, 2 Daarnaast heeft het produceren en distribueren van voedsel een grote invloed op het milieu.3 Meer aandacht voor gezondheid en milieu waren aanleiding om het actieprogramma Proeftuin Amsterdam in juni 2007 te formeren. De initiatiefnemers van het programma zijn het ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit (hierna afgekort als LNV), provincie Noord-Holland en de gemeenten Amsterdam en Zaanstad. In die zelfde periode heeft het Nationale Landschap het Groene Hart adhesie betuigd. Proeftuin Amsterdam richt zich met diverse projecten en activiteiten op jong en oud om kennis over gezondheid en milieu in relatie tot voedsel bij te brengen, met als doel dat de metropoolregio van Amsterdam (zie figuur 1) daadwerkelijk gezonder en duurzamer gaat leven. Actieprogramma Proeftuin Amsterdam Om concreet te maken waar het actieprogramma aan wil werken zijn er in het Plan van aanpak, Proeftuin Amsterdam (maart 2008) een viertal thema’s opgesteld. Vanuit deze thema’s zijn doelstellingen geformuleerd. Het Plan van aanpak is geschreven voor de periode 2008-2010 en daarmee is 2010 formeel de einddatum van het actieprogramma. Proeftuin Amsterdam werkt aan de volgende thema’s: Jeugd en ouderen (gezond en lekker) Versterken relatie stad-land (dichtbij en natuurlijk) Duurzame regionale voedselketen (milieu- en diervriendelijk) Kennis, werk, opleiding en marketing Op basis van deze thema’s zijn onderstaande doelstellingen geformuleerd. De doelstellingen vormen het uitgangspunt van diverse projecten en activiteiten. Gezond voedsel uit regio beschikbaar in alle schoolkantines, ziekenhuizen en zorginstellingen 60% biologisch voedsel in gemeentelijke kantines eerstvolgend raamcontract (2010/11) Toename aantal boerderijen dat direct aan afnemers in de stad levert Significant hoger aanbod duurzame streekproducten in toeristische sector Eet- en leefstijl (beweging) en voedselkwaliteit onderdeel onderwijsagenda Elk stadsdeel heeft een schoolwerktuin op bereikbare afstand Schoolbezoeken aan boerderijen in scheggen Herkenbaar aanbod streekproducten op Amsterdamse markten Vereenvoudiging regelgeving om initiatieven aanbod duurzaam en streekgebonden producten te vergroten (onder andere voor markten en kramen) Aanzienlijke reductie voedselkilometers (meer voedsel van dichtbij dan van veraf) Duurzame distributie van vers voedsel (elektrische auto’s; Euro5; vrachttram; water) Meer hergebruik van voedselafval als energiebron Landbouwgrond in Nationale Landschappen daar waar mogelijk blijvend geschikt voor agrarische functies Invloedrijk netwerk van internationaal duurzame regionale voedselketens Goed en gezond voedsel als vanzelfsprekend onderwerp op de beleidsagenda’s van de lokale overheden Meer banen voor met name jongeren op de regionale arbeidsmarkt op het gebied van voedsel en beweging Het actieprogramma wordt aangestuurd door een stuurgroep bestaande uit bestuurlijke vertegenwoordigers van de partners. De stuurgroep neemt de beslissingen. Daaronder staat een ambtelijke werkgroep bestaande uit ambtenaren van de partners die de taken uitzet en/of uitvoert. Proeftuin Amsterdam zoekt nadrukkelijk het contact met diverse (markt)partijen (scholen, GGD, ANMEC, Biologica, et cetera) om de doelstellingen te verwezenlijken. De organisaties werken zowel met Proeftuin Amsterdam als zelfstandig. Het actieprogramma is agenderend en heeft als einddoel haar speerpunten te laten landen in de beleidsprogramma’s van de overheden. Dit zou een duurzame aanpak garanderen. 7
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
Het onderzoek Eind 2008 hebben de partners aangegeven het actieprogramma te willen optimaliseren. Dit vanuit het perspectief dat de huidige einddatum te snel nadert om alle doelstellingen voor 2010 te realiseren. Om deze reden is in februari 2009 dhr. B. Pijnenburg door de stuurgroep aangesteld als programmamanager van Proeftuin Amsterdam. Zijn opdracht is de ambities van de partners meer te verbinden. Dit dient gerealiseerd te worden door het herijken van de doelstellingen, het bepalen van daarbij passende projecten en het organiseren van de uitvoering. Deze afstudeeropdracht heeft tot doel de huidige resultaten en doelstellingen van het actieprogramma te inventariseren. Daarnaast worden de stakeholders van het actieprogramma benaderd voor een interview om verbeterpunten/suggesties voor Proeftuin Amsterdam aan te reiken en of zij perspectief zien in een voortzetting van het actieprogramma na 2010. De resultaten van de inventarisatie en interviews zullen leiden tot aanbevelingen welke de programmering van Proeftuin Amsterdam kunnen optimaliseren. Uiteindelijk moet dit onderzoek leiden tot een antwoord op de volgende probleemstelling:
Heeft Proeftuin Amsterdam toekomst na 2010 en waarom? Een inventarisatie van de resultaten en houding van de stakeholders.
Inhoud scriptie De scriptie is op de volgende wijze opgebouwd: De gebruikte methoden en materialen voor het beantwoorden van de probleemstelling zijn terug te vinden in hoofdstuk 2. Een samenvatting van de literatuurstudie is in hoofdstuk 3 weergegeven. Hoofdstuk 4 volgt met de tot op heden behaalde resultaten van Proeftuin Amsterdam en aanbevelingen gebaseerd op de interne verslaglegging van de resultaten. De uiteindelijk geïnterviewde stakeholders zijn terug te vinden in hoofdstuk 5. In hoofdstuk 6 staan de resultaten van de interviews en de aanbevelingen die daaruit zijn voortgekomen. Uiteindelijk wordt deze scriptie afgesloten met een discussie en conclusie in respectievelijk hoofdstuk 7 en 8.
Figuur 1: Metropoolregio Amsterdam
8
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
2. Methoden Onderzoeksopzet In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de wijze waarop de probleemstelling is beantwoord. De volgende methoden zijn gebruikt: Literatuurstudie Inventarisatie doelstellingen Actorenanalyse Interviews stakeholders 2.1 Literatuurstudie De literatuurstudie is uitgevoerd om inzicht te krijgen in het beleid van de partners van Proeftuin Amsterdam op het gebied van: Duurzaam produceren en consumeren De relatie tussen voedsel en gezondheid De relatie tussen stadsbewoners en het platteland Het actieprogramma is geformeerd met als doel bovenstaande onderwerpen in het beleid van de overheid te laten landen. In dit hoofdstuk zijn de bovenstaande onderwerpen uit de huidige beleidsprogramma’s beschreven. Beleidsprogramma’s zijn geraadpleegd via de website van de betreffende partner, waar is gezocht naar het beleid vanaf 2004 tot 2009. 2.2 Inventarisatie doelstellingen De inventarisatie is de basis voor: Een overzicht van de projecten en acties die in 2008-2009 zijn uitgevoerd of ondersteund door Proeftuin Amsterdam. De gespreksgidsen (zie bijlage 1 en 2) die worden gebruikt voor de interviews met de stakeholders. De krachtenveldanalyse. De inventarisatie is uitgevoerd om alle stakeholders van Proeftuin Amsterdam in kaart te brengen die een bijdrage aan een project of actie hebben geleverd (zie figuur 2). Tot op heden werden niet alle acties van het actieprogramma schriftelijk vastgelegd. Er heeft daarom overleg plaats gevonden met dhr. B. Pijnenburg (programmamanager) en dhr. J.W. Vermeulen (projectleider Amsterdam) om het overzicht volledig te maken. Daarna zijn de projecten/acties waar mogelijk gekoppeld aan de doelstellingen van Proeftuin Amsterdam. Dit heeft geresulteerd in een overzicht waaruit is op te maken hoe en op welke manier aan de doelstellingen wordt gewerkt. Tevens laat het zien in welke fase de doelstellingen zich bevinden. Er zijn ook activiteiten die niet binnen een doelstelling vallen, maar die wel op initiatief of met behulp van Proeftuin Amsterdam zijn ontstaan. Deze activiteiten staan onder de tabel vermeld.4 2.3 Actorenanalyse Deze analyse is uitgevoerd om de juiste stakeholders van Proeftuin Amsterdam te kunnen benaderen voor de interviews. De stakeholders van Proeftuin Amsterdam zijn in kaart gebracht middels een actorenanalyse: een gerichte selectie van de onderzoekseenheid.5 Hierbij is gebruik gemaakt van de verkregen informatie uit de inventarisatie van de doelstellingen. In de eerste fase is het complete netwerk van Proeftuin Amsterdam uitgewerkt in een krachtenveldanalyse (zie figuur 2). Daarin staan de organisaties met een relatief grote deelname in financiële middelen, mankracht, acties of projecten het dichtst bij het actieprogramma.6 Het netwerk is verzameld middels het Plan van aanpak Proeftuin Amsterdam, maart 2008, het Basiswerkplan Proeftuin Amsterdam van de gemeente Amsterdam 2009, en het Basiswerkplan Proeftuin Amsterdam van de gemeente Zaanstad 2009.7,8,9 In de tweede fase is een selectie gemaakt van het netwerk in overleg met dhr. B. Pijnenburg en dhr. J.W. Vermeulen. Een extra hulpmiddel is de verdeling van de organisaties in clusters, waarbij elk cluster een andere branche in het werkveld vertegenwoordigt. De volgende clusters zijn geformuleerd: Partners Gemeente Amsterdam Horeca Eten op scholen
Zorg Milieu – stad/land-relatie Regionaal/biologisch eten Stichting/vereniging
9
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
Figuur 2: krachtenveld Proeftuin Amsterdam
Er is voor de volgende indeling gekozen: 1e ring = partners 2e ring = direct betrokken, cofinanciers 3e ring = ondersteuning in meedenken, diverse diensten voor projecten/acties 4e ring = particuliere initiatieven, incidenteel contact (afkortingen in het krachtenveld zie bijlage 3) Selectie De volgende organisaties zijn benaderd voor een interview over de toekomst van Proeftuin Amsterdam en vormen de onderzoekseenheid voor het kwalitatief onderzoek. Partners De partners zijn de initiatiefnemers van het actieprogramma en staan aan de basis met betrekking tot de besluitvorming van zaken rond Proeftuin Amsterdam. Zoals eerder genoemd in de inleiding is in februari 2009 dhr. B. Pijnenburg als programmamanager aangesteld. De programmamanager heeft als taak de doelen van het actieprogramma aan te scherpen en de ambities van de partners meer te verbinden. Deze onderwerpen zijn ook aan bod gekomen in de interviews. Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Contactpersoon: Dhr. P. de Waal, beleidsmedewerker directie regionale zaken. Het ministerie van LNV opereert nationaal en heeft ervaring met initiatieven zoals Proeftuin Amsterdam. Dhr. P. de Waal maakt deel uit van de ambtelijke werkgroep die taken uitvoert al dan niet in overleg met andere organisaties.
10
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
Provincie Noord-Holland Contactpersonen: Mevr. D. Lieuwen, beleidsmedewerker en dhr. P. Graven, beleidsadviseur. Mevr. D. Lieuwen en dhr. P. Graven maken deel uit van de ambtelijke werkgroep. Gemeente Amsterdam Contactpersonen: Mevr. M. Vos, wethouder Zorg, Milieu, Personeel en Organisatie, Openbare Ruimte en Groen gemeente Amsterdam en dhr. J.W. Vermeulen, planoloog bij de DRO. Dhr. J.W. Vermeulen is initiatiefnemer van Proeftuin Amsterdam en maakt deel uit van de stuurgroep en de ambtelijke werkgroep. Mevr. M. Vos is voorzitter van de stuurgroep Proeftuin Amsterdam. Gemeente Zaanstad Contactpersoon: Dhr. M. Buiter, senior beleidsadviseur bij de afdeling milieu gemeente Zaanstad. Dhr. M. Buiter maakt deel uit van de ambtelijke werkgroep. Zaanstad werkt aan de hand van een eigen basiswerkplan Proeftuin Amsterdam aan een aantal doelstellingen van het actieprogramma. Stuurgroep Groene Hart Contactpersoon: Dhr. L. Hartholt, programmadirecteur. De stuurgroep het Groene Hart is eind 2007 aangesloten als vijfde convenantpartner van Proeftuin Amsterdam. Zij vervullen tot op heden nog geen actieve rol in het actieprogramma. Organisaties GGD Amsterdam Contactpersoon: Dhr. F. Woudenberg, hoofd cluster Leefomgeving. De GGD is betrokken geweest bij het opstellen van het Plan van aanpak voor Proeftuin Amsterdam. Daarbij hebben zij zich gericht op het gezondheidselement in het actieprogramma. De GGD is nu betrokken bij alle projecten rond eten op scholen, zoals Tijd voor Eten, Gezond eten op scholen, Gezonde schoolkantine en Schoolgruiten. Dienst Ruimtelijke Ordening gemeente Amsterdam Contactpersoon: Dhr. P. Eilander, teamleider Groen, Recreatie, Stadsecologie en Water. Dhr. J.W. Vermeulen is werkzaam voor deze dienst op de afdeling GRW. Dhr. P. Eilander is als teamleider betrokken geweest bij de eerste opzet van Proeftuin Amsterdam en heeft van het begin af aan alle ontwikkelingen rond het actieprogramma kunnen volgen. Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling gemeente Amsterdam Contactpersoon: Dhr. K. Viergever, projectleider. Deze dienst is betrokken bij onder andere de projecten: Tijd voor Eten, Jump In en maatschappelijke stages. Dhr. K. Viergever heeft zich vanuit DMO bezig gehouden met Proeftuin Amsterdam. Stichting Vriendelijke Keukens/Noordhollandsegrond/Van Eigen Erf Contactpersoon: Mevr. L. ten Kate, voorzitter en initiatiefnemer. Mevr. L. ten Kate is met alle drie de organisaties intensief betrokken bij Proeftuin Amsterdam. Vanwege parallelle activiteiten en intensieve samenwerking. Kids in Balance Contactpersoon: Mevr. P. van Haren, directeur. Eén van de velen organisaties die gericht is op gezonde voeding en bewegen voor kinderen. Kids in Balance heeft dus raakvlakken met Proeftuin Amsterdam. Mevr. P. van Haren heeft met haar organisatie getracht samen te werken, dit is (nog) niet van de grond gekomen. ANMEC Contactpersoon: Mevr. M. Alting, directeur. Het ANMEC heeft bij diverse activiteiten een rol gespeeld, zoals: De smaak te pakken (activiteit Week van de Smaak), Schoolwerktuinen Amsterdam en Boerderijeducatie. Smaakexplosies Contactpersoon: Dhr. B. Husslage, directeur. Dhr. B. Husslage is nauw betrokken bij verschillende projecten die vanuit de agenda van de gemeente Zaanstad voor Proeftuin Amsterdam worden uitgevoerd. Activiteiten als: Smaakexplosies en Zaaipret. Biologica Contactpersoon: Dhr. A. van den Brand, voorzitter. Biologica is in de persoon van dhr. A. van den Brand betrokken geweest bij de oprichting van Proeftuin Amsterdam, zowel nationaal als internationaal. Dhr. A. van den Brand is tevens voorzitter van de organisatie Week van de Smaak waar Proeftuin Amsterdam activiteiten voor opzet.
11
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
Boerenstadswens Contactpersoon: Dhr. H. Wilschut, projectleider en initiatiefnemer. Boerenstadswens heeft in samenwerking met Proeftuin Amsterdam het project Boerderijeducatie in Amsterdam opgezet. Cordaan Contactpersoon: Dhr. R. van Echteld, adjunct-directeur facilitaire zaken. Cordaan, Deli Xl en Proeftuin Amsterdam werken samen aan het project EKO-restaurants in de zorg. Cordaan wil twee pilotprojecten starten in een zorginstelling in Amsterdam. FoodCenter Amsterdam Contactpersoon: Dhr. E. Fischer, voorzitter Verenigde bedrijven FoodCenter. Het FoodCenter is het centrale voedselpunt van de stad naar horeca en consument. In samenwerking met Proeftuin Amsterdam wordt gekeken naar de mogelijkheden van duurzame distributie. Daarnaast worden er in de Week van de Smaak activiteiten georganiseerd op het terrein van het Food Center in Amsterdam. Dienst Milieu en Bouwtoezicht Contactpersoon: Dhr. E. Zonneveld, Sector Milieuadvies en Vergunningen. DMB werkt samen met concern Amsterdam en Proeftuin Amsterdam aan het convenant voor de catering van de gemeente Amsterdam. Raadslid PvdA gemeente Amsterdam Contactpersoon: Mevr. P. Burke, raadslid PvdA. In de gemeenteraad van de gemeente Amsterdam heeft uit naam van de PvdA mevr. P. Burke zich diverse malen ingezet voor Proeftuin Amsterdam. Streekeigen Product Nederland/organisatie Week van de Smaak Contactpersoon: Dhr. R. de Bruin, vertegenwoordiger. Streekproducten Nederland zet zich in voor producenten van streekproducten in Nederland, daarnaast is dhr. R. de Bruin betrokken bij de organisatie Week van de Smaak. Voedingscentrum Contactpersoon: Mevr. Y. Sluys, directeur. Het Voedingscentrum speelt een centrale rol in de voorlichting over voedsel en gezondheid aan zowel kinderen als volwassen. VSB Fonds Contactpersoon: Mevr. K. Olsder, vertegenwoordiger. Het VSB Fonds heeft voor een aantal projecten van Proeftuin Amsterdam subsidie verleend. 2.4 Interviews stakeholders De stakeholders zijn via een brief, verstuurd per e-mail, benaderd voor een interview (zie bijlage 4 en 5). Vervolgens is telefonisch een afspraak gemaakt. De stakeholders zijn verdeeld in twee groepen, de partners en de overige organisaties. Voor beide groepen is een gespreksgids geschreven (zie bijlage 1 en 2). De inhoud van de gespreksgidsen is gebaseerd op de inventarisatie van de doelstellingen. Er is gekozen voor twee aparte gespreksgidsen, omdat de partners op een andere manier betrokken zijn bij Proeftuin Amsterdam dan de organisaties. Het interview is halfgestructureerd waarbij de gespreksgids dient als leidraad, maar er wel ruimte overblijft voor doorvragen.10,11 Het verslag van het interview is naar de geïnterviewde toegestuurd ter controle en op- of aanmerkingen. Dit is gedaan voordat de resultaten zijn meegenomen in de analyse.11 Verwerking resultaten De tekst uit de verslagen die niet relevant is voor het onderzoek is weggelaten. Per vraag en geïnterviewde is het antwoord in een tekstfragment - eventueel aangevuld met een citaat - weergegeven in een tabel.9 De tabellen zijn op verzoek van een aantal respondenten vanuit privacy redenen niet toegevoegd aan de scriptie. Op deze wijze is een overzicht ontstaan van de gegeven antwoorden en opmerkelijke citaten van alle afgenomen interviews. De analyse is per vraag uitgevoerd door de tekstfragmenten/antwoorden een label te geven die relevant zijn voor het beantwoorden van de probleemstelling. Per vraag is de tekst gereduceerd tot labels en citaten. Op basis van deze gegevens is een antwoord onder het label geformuleerd. Er is een aparte analyse uitgevoerd voor de interviewverslagen van de partners en één voor de overige organisaties. Dit vanwege het eerder genoemde onderscheid in de betrokkenheid.13 Het onderzoeksmateriaal dat het kwalitatief onderzoek heeft opgeleverd, is de basis voor de geschreven conclusie en aanbevelingen.
12
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
3. Literatuurstudie Met deze literatuurstudie is onderzocht wat de partners van Proeftuin Amsterdam uiten in hun beleid over: Duurzaam produceren en consumeren De relatie tussen voedsel en gezondheid De relatie tussen stadsbewoners en het platteland Deze onderwerpen vormen de basis voor de doelstellingen van Proeftuin Amsterdam en komen terug in de diverse projecten van de partners. Om aan te geven of er een ontwikkeling in het beleid zichtbaar is aangaande de bovenstaande onderwerpen, is het beleid vanaf 2004 van de partners bestudeerd. In dit hoofdstuk worden enkel de conclusies weergegeven per partner, als bijlagen (6 t/m 9) zijn bijgevoegd een samenvatting van het betreffende beleidstuk per partner. Ministerie van LNV Het beleid van het ministerie van LNV in de periode 2004-2007 wordt op het gebied van voedsel en duurzaamheid gekenmerkt door aandacht voor de visserij, voedselveiligheid en dierenwelzijn. Daarin wordt gehecht aan het verduurzamen van de visserij en een milieu- en diervriendelijke omgeving bij de voedselproductie. 14 Het beleid van 2008 en 2009 wordt bovendien voorzien van meer aandacht voor voedsel en consument op het gebied van duurzaam en gezond consumeren en het stimuleren van biologische landbouw. Daarnaast wordt er gestreden tegen overgewicht en obesitas door gezonde voeding en voldoende beweging te stimuleren.15,16 In het beleid van 2008 en 2009 wordt aandacht besteed aan biologische - en streekproductie welke het milieu minder belasten. Dit moet onder meer worden bereikt door biologische landbouw te stimuleren zoals wordt beschreven in de Beleidsnota biologische landbouwketen 2008-2011.17 Tevens is er aandacht voor voorlichting over voedsel en gezondheid aan met name jongeren wat moet leiden tot een bewuste consument in de toekomst. Voorlichtingscampagnes in samenwerking met onder andere het Voedingscentrum maken hier deel van uit.18 Provincie Noord-Holland De provincie heeft zich in het beleid van 2002-2006 sterk gemaakt voor de biologische landbouw. De agrarische sector wordt gestimuleerd biologisch en duurzaam te verbouwen en zo veel mogelijk streekeigen producten te produceren. Na 2006 is er besloten dit beleid te handhaven tot 2008.19 Vergeleken met het beleid dat geschreven wordt voor de periode 2009-2013 is er een duidelijke verschuiving te zien van boer naar consument.20 In de kadernotitie komt naar voren dat de provincie zich wil richten op de consument, met name op de bewustwording op het gebied van gezondheid, milieu en fysieke leefomgeving.21 Met de campagne Noordhollandsegrond, gestart in 2008, zet de provincie zich al een aantal jaren in voor de belangen van de boer. Het doel van deze campagne is het stimuleren van de biologische-, duurzame landbouw en visserij. Noordhollandsegrond streeft dezelfde doelen na als Proeftuin Amsterdam en sluiten dus goed op elkaar aan.22,23 Gemeente Amsterdam In het beleid van de gemeente Amsterdam is een duidelijke verschuiving te zien. In tegenstelling tot het beleid dat geschreven is voor de periode 2007-2010 wordt er in het beleid voor 2004-2006 niets beschreven over duurzaamheid in de relatie tot voedsel of gezondheid in relatie tot voedsel. In het recente beleidsplan is er tot doel gesteld dat de gemeente de consument bewuster wil maken van gezonde en biologische voeding en neemt daarin zelf een voortrekkersrol. Een voorbeeld hiervan is dat de omzet van de gemeentelijke restaurants voor 40% van biologische producten moet komen. Daarnaast wordt Proeftuin Amsterdam genoemd, waarbij voeding en duurzaamheid centraal staan.24,25 Het actieprogramma wordt bovendien genoemd in het Sportplan 2009-2012 van de GGD en DMO en de Kadernota volksgezondheid 2008-2011. In het plan en de nota worden projecten van Proeftuin Amsterdam genoemd in de strijd tegen overgewicht, het creëren van bewustwording over gezonde voeding en het nut van lichaamsbeweging.26,27
13
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
Gemeente Zaanstad In het milieuprogramma voor 2004 van de gemeente Zaanstad wordt gesproken over bewustwording van de consument op het gebied van een duurzame samenleving.28 In het milieuprogramma van 2008 wordt Proeftuin Amsterdam genoemd. In dat jaar staat er op het programma dat de agenda wordt bekrachtigd en dat er acties voor het programma uitgevoerd gaan worden. Verder wordt er niets gezegd over de gezondheid van de consument.29 In de gezondheidsnota geschreven voor 2003-2007 komt dit wel naar voren. De gemeente zet vooral in op de jongeren door gezond gedrag te stimuleren.30 Proeftuin Amsterdam en beleid partners Het beleid van de partners sluit aan bij de doelstellingen van Proeftuin Amsterdam. Delen uit het beleid van de partners zijn opgenomen in de programmering van Proeftuin Amsterdam. Deze delen worden hieronder toegelicht. Het beleid van het ministerie van LNV richt zich op het bewuster maken van de jonge consument. Dit is een zeer belangrijke doelgroep. Daarnaast richt het ministerie van LNV zich op het stimuleren van biologische landbouw en streekproductie. Proeftuin Amsterdam zet ook in op deze onderwerpen, specifiek op jongeren. De projecten Boerderijeducatie en Schoolwerktuinen zijn hier voorbeelden van. Vanuit het beleid van de provincie Noord-Holland gezien heeft het actieprogramma zich sterk gemaakt voor het stimuleren van biologische landbouw en streekeigen productie. De gemeente Amsterdam wil de consument bewust maken van de rol van voeding op de gezondheid en biologische productie stimuleren. Gemeente Zaanstad richt zich op een duurzame samenleving en een bewuste (jonge) consument. Proeftuin Amsterdam richt zich op deze aspecten met de projecten rond eten op scholen. Met deze projecten probeert het actieprogramma de jonge scholieren met lekkere, streekeigen producten bewust te maken van gezonde en duurzame voeding. De meerwaarde van Proeftuin Amsterdam op de reeds bestaande doelen in het beleid van de partners is dat het actieprogramma voedsel in zeer breed perspectief plaatst. Voedsel staat centraal bij milieu, gezondheid, bewustwording en gedrag. Proeftuin Amsterdam probeert met acties/projecten het beleid van de partners te versterken en het breder op de agenda van de overheden te krijgen. Conclusie Duurzaamheid, voedsel en de relatie tot gezondheid worden in de loop der jaren steeds belangrijker. Opvallend is dat het beleid van de overheden zich in de periode vanaf 2004 tot 2006 voornamelijk beperkt tot het stimuleren van biologische landbouw en aandacht voor dierenwelzijn en voedselveiligheid. Vanaf 2007 is een omslag in het beleid te zien. Vooral de bewustwording over de rol van voedsel gekoppeld aan gezondheid is belangrijk geworden. Tevens wordt biologische landbouw en streekproductie gestimuleerd. Dit vanwege een verminderde belasting van het milieu in vergelijking met de gangbare productie. De omslag in het beleid valt samen met het formeren van Proeftuin Amsterdam. Het beleid van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vanaf 2007 springt eruit wat betreft de aandacht voor voedsel in relatie tot gezondheid. Het beleid van minister Verburg ten opzichte van het beleid van oud-minister Veerman kenmerkt zich door vele projecten die bewustwording over voedsel moet creëren bij jonge consumenten. Voorbeelden van dit soort projecten zijn: Smaaklessen, voorlichtingcampagnes in samenwerking met het Voedingscentrum, maatschappelijke stages in de agrarische sector et cetera. Het geeft aan dat de rol van voedsel op het milieu en de gezondheid de laatste jaren wordt ingezien.
14
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
4. Inventarisatie doelstellingen De projecten/acties die op initiatief of in samenwerking met Proeftuin Amsterdam zijn opgezet, staan in dit hoofdstuk weergegeven. De activiteiten zijn voor zover mogelijk gekoppeld aan de doelstellingen die Proeftuin Amsterdam heeft opgesteld in het Plan van aanpak.7 Dit heeft geleid tot een overzicht waaruit is op te maken aan welke doelstelling wel of niet wordt gewerkt. 4.1 Resultaten Tabel 1 is een overzicht van de resultaten die tot op heden (april 2009) per doelstelling en project zijn behaald. Daarnaast is er een apart overzicht beschikbaar waar de parallelle projecten ook worden genoemd (zie bijlage 10). Een project wordt parallel genoemd wanneer het wel bijdraagt aan de doelstellingen, maar niet wordt ondersteund door Proeftuin Amsterdam. Onderaan de tabel worden een aantal projecten genoemd die wel zijn ontstaan door het actieprogramma, maar die niet zijn te plaatsten onder één van de doelstellingen.28 Tabel 1: Overzicht doelstelling, project en resultaat
1. Gezond voedsel uit de regio beschikbaar in alle schoolkantines Project Resultaat Eten op scholen Concept handleiding voor gebruik waaier, pilots: 15 scholen zijn benaderd Tijd voor Eten Op een school in Geuzenveld wordt gekookt, tweede school gevonden in Osdorp Gezonde Schoolkantine Twee scholen werken mee, studenten verder met project EKO-restaurants in de zorg Bedrijfsplan in de maak, omgevingsanalyse Buitenhof afgerond (H)eerlijke voeding op brede scholen Planfase 2. 60% biologisch voedsel in gemeentelijke kantines eerstvolgende raamcontract (2010/11) Project Resultaat Convenant catering Amsterdam Negen restaurants hebben raamcontract getekend Onderzoek gemeentelijk raamcontract Begin juni rapport afgerond door scriptiestudenten HvA Biologische catering stadhuis Zaanstad Planfase 3. Toename aantal boerderijen dat direct aan afnemers in de stad levert Project Resultaat Korte ketens Gedeputeerde J. Bond is in overleg met Ahold Marktverkenning streekproducten Rapport, 13-03-09 bijeenkomst marktkansen biologische verduurzaming voedselketen landbouw Tuinen van West Bestemming stadslandbouw opgenomen in bestemmingsplan. Er wordt gezocht naar passende invulling. 4. Significant hoger aanbod duurzame streekproducten in toeristische sector Project Resultaat Lekker regionaal Planfase 5. Eet- en leefstijl (beweging) en voedselkwaliteit onderdeel onderwijsagenda Project Resultaat 6. Elk stadsdeel heeft een schoolwerktuin op bereikbare afstand Project Resultaat Schoolwerktuinen in Amsterdam Afgerond, veertien schoolwerktuinen worden bewaakt, ruimtelijke plannen Kwaliteitsverbetering Planfase schoolwerktuinen
15
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
7. Schoolbezoeken aan boerderijen in scheggen Project Resultaat Boerderijeducatie 22 scholen in 2008, doel: 150 scholen in 2009. Op 31 mei 2009 reeds 35 aanmeldingen 8. Herkenbaar aanbod streekproducten op Amsterdamse markten Project Resultaat Seizoensmarkten Vier markten in 2009 in verschillende stadsdelen Streekmarkten Amsterdam Oud-Zuid, Haarlemmerplein, Zeeburg, Noord Zaanse biologische markt Autonoom, elke maand een markt in Zaanstad Miliekeur horeca Planfase, in 2009 een kopgroep restaurants wat zich inzet voor duurzame productie Schijf van Vijf Begin juni afgerond door scriptiestudenten HvA 9. Vereenvoudiging regelgeving om initiatieven aanbod duurzaam en streekgebonden producten te vergroten Project Resultaat Notitie ‘Lekker Leven’ Vergunning aangepast (in rapport aanbeveling 14) 10. Aanzienlijke reductie voedselkilometers Project Resultaat Marktverkenning streekproducten Rapport, 13-03-09 bijeenkomst marktkansen biologische verduurzaming voedselketen landbouw 11. Duurzame distributie van vers voedsel Project Resultaat Vrachtvervoer Demo duurzaam aanvoeren vers voedsel en afvoer van afval Elektrische auto’s Twee auto’s op Food Center, Duncker Transport en De Kweker 12. Meer hergebruik van voedselafval als energiebron Project Resultaat 13. Landbouwgrond in Nationale Landschappen daar war mogelijk blijvend geschikt voor agrarische functies Project Resultaat Metropolitane landschappen Zie rapport 14. Invloedrijk netwerk van internationaal duurzame regionale voedselketens Project Resultaat Interreg Verschillende bijeenkomsten verspreid door Europa FoodTURE-S 3-jarig project met Europese partners, start: 2009 15. Goed en gezond voedsel als vanzelfsprekend onderwerp op de beleidsagenda’s van de lokale overheden Project Resultaat Klimaat neutraal genieten Planfase. Klimaat opgenomen in beleidsplannen van gemeente Amsterdam en Zaanstad 16. Meer banen voor met name jongeren op de regionale arbeidsmarkt op het gebied van voedsel en beweging Project Resultaat Begeleiden stages VMBO in AGF sector Rapport voor de sector Ontwikkeling Meeting Point A’dam EFRO-aanvraag proefproject Food Lab gereed House of Food Planfase, subsidie aangevraagd 16
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
Projecten die niet zijn te plaatsen onder één van de doelstellingen: Proeftuin Zaanstad Zaanstad: duurzame voedselregio Week van de Smaak Proeftuinen Nederland Smaakexplosies 4.2 Aanbevelingen De inventarisatie van de doelstellingen heeft geleid tot een aantal aanbevelingen welke het actieprogramma kunnen optimaliseren. In april 2009 is de programmamanager gestart met het schrijven van een nieuw programmaplan voor Proeftuin Amsterdam. Er wordt op dit moment, april 2009, al gewerkt aan het aanscherpen van de doelstellingen en strategie. De aanbevelingen kunnen de werkzaamheden van de programmamanager aanvullen. Doelstellingen Plan van aanpak maart 2008 Bij het inventariseren is gebleken dat er weinig tot geen evaluaties van de uitgevoerde projecten te vinden zijn. Dit maakt het lastig te bepalen op welke termijn een doelstelling behaald gaat worden, of waar het project gedurende de uitvoering tegenaan is gelopen. Projectevaluatie wordt eenvoudiger door: Een nulmeting uit te voeren voor aanvang van het project zodat de uitgangspositie van het onderwerp is te bepalen. Bijvoorbeeld: het project Tijd voor Eten: voordat het project op een school wordt gestart, eerst meten wat de kennis van de kinderen over gezonde voeding is. Na drie jaar weer een meting uitvoeren (zelfde klas) en kijken wat het effect is. Dit biedt tevens ondersteuning bij de verantwoording van het actieprogramma tegen over de gemeenteraad, betrokken partijen et cetera. Doelstellingen SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden) te formuleren. Op deze wijze is het concreet te achterhalen in welke fase van de doelstelling het project zich bevindt.31 In de huidige situatie is slechts één doelstelling SMART geformuleerd, namelijk: - 60% biologisch voedsel in gemeentelijke kantines eerstvolgende raamcontract (2010/11). Na het uitvoeren van een nulmeting is het eenvoudiger een doelstelling SMART te formuleren, bijvoorbeeld: - In 2010, 200 scholen uit Amsterdam en de regio bezoeken aan boerderijen laten brengen. - Eet- en leefstijl (beweging) en voedselkwaliteit onderdeel onderwijsagenda op minstens 10 scholen in Amsterdam en regio. Zoveel mogelijk terug te koppelen en vast te leggen om projectbeoordeling en – evaluatie te verbeteren. De doelstellingen onder de vier thema’s te verdelen en zo een overzichtelijke situatie te creëren, zoals hieronder weergegeven. De doelstellingen zijn genummerd en terug te vinden in tabel 1 met de resultaten. Een aantal doelstellingen kunnen onder meerdere thema’s geplaatst worden. Er kan voor gekozen worden om de doelstellingen specifieker te maken, zodat ze onder één thema te plaatsen zijn. - Jeugd en ouderen (gezond en lekker) Doelstellingen: 1, 5, 6, 7, 15 - Versterken relatie stad-land (dichtbij en natuurlijk) Doelstellingen: 3, 4, 8, 13 - Duurzame regionale voedselketen (milieu- en diervriendelijk) Doelstellingen: 2, 9, 10, 11, 12, 14 - Marketing, kennis, werk en opleiding Doelstellingen: 5, 6, 7, 15, 16
17
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
Doelstellingen waar niet aan wordt gewerkt Proeftuin Amsterdam levert aan een aantal doelstellingen geen ondersteunende/adviserende/financiële functie. Het gaat om de volgende doelstellingen: - Eet- en leefstijl (beweging) en voedselkwaliteit onderdeel onderwijsagenda. - Meer hergebruik van voedselafval als energiebron. Het is aan te raden te bepalen of deze doelstellingen door Proeftuin Amsterdam zijn te volbrengen. Hierbij kan in kaart gebracht worden wat het uitgangspunt is en hoe het onderwerp aangepakt kan worden. Niet geplaatste projecten Er zijn een aantal projecten die niet onder doelstellingen geplaatst kunnen worden. - Proeftuin Zaanstad - Zaanstad: duurzame voedselregio - Week van de Smaak - Proeftuinen Nederland - Smaakexplosies De bovenstaande projecten dragen bij aan meer kennis over duurzaam voedsel en gezondheid, maar sluiten niet aan bij de huidige doelstellingen. Het is daarom aan te raden een nieuwe doelstelling te formuleren. Bijvoorbeeld: - Jaarlijks een stijging van het aantal activiteiten die bijdragen aan kennisoverdracht over gezond en duurzaam voedsel. Het is aan te raden om criteria op te stellen waaraan de projecten/acties die worden ingediend getoetst kunnen worden. Als een project of actie niet binnen de criteria valt, past dit ook niet bij de doelstellingen van Proeftuin Amsterdam. Op deze manier wordt er meer duidelijkheid binnen Proeftuin Amsterdam en voor organisaties/particulieren gecreëerd. Voorbeelden criteria: - Wat voor doel moet er bereikt worden met het project? Raakt dit doel aan de doelstellingen van Proeftuin Amsterdam? - Wat is het gewenste resultaat? Ligt dit resultaat in lijn met wat Proeftuin Amsterdam uitvoert? - Wat wil de organisatie, die het project indient, van Proeftuin Amsterdam? Geld, ondersteuning mankracht etc. Kan Proeftuin Amsterdam dat realiseren? Subdoelstellingen Plan van aanpak maart 2008 In het Plan van aanpak staan onder vier thema’s een aantal subdoelstellingen beschreven (zie bijlage 11).7 De subdoelstellingen zijn vervormingen van de opgestelde doelstellingen 2008. Daar waar de doestellingen 2008 niet SMART geformuleerd zijn, geldt dat zelfde voor de subdoelstellingen. Door deze situatie is er geen duidelijk beeld van wat Proeftuin Amsterdam precies wil bereiken. Om een overzichtelijke situatie te creëren dienen de subdoelstellingen geschrapt te worden.
18
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
5. Actoren analyse De actorenanalyse is uitgevoerd om een duidelijk beeld te krijgen van het netwerk van Proeftuin Amsterdam. Het netwerk is in verschillende clusters verdeeld, uit elk cluster zijn één of meerdere organisaties benaderd voor een interview. In de onderstaande tabel staan de organisaties en personen die zijn geïnterviewd. Tabel 2: resultaat actorenanalyse, organisaties plus contactpersonen voor de interviews
Cluster Partners
Organisatie Ministerie LNV Provincie Noord-Holland Gemeente Zaanstad Gemeente Amsterdam
Gemeente Amsterdam
Horeca Eten op scholen Zorg Milieu – stad/land-relatie Regionaal/biologisch eten Stichting/vereniging
Stuurgroep Groene Hart DMO DRO DMB Smaakexplosies GGD Kids in Balance Cordaan Amsterdams Natuur en Milieu Educatiecentrum Biologica Boerenstadswens
Contactpersoon Dhr. P. de Waal Dhr. P. Graven/ Mevr. D. Lieuwen Dhr. M. Buiter Mevr. M. Vos/ Dhr. J.W. Vermeulen Dhr. L. Hartholt Dhr. K. Viergever Dhr. P. Eilander Dhr. E. Zonneveldt Dhr. B. Husslage Dhr. F. Woudenberg Mevr. A. Perkins Dhr. R. van Echteld Mevr. M. Alting Dhr. A. van den Brand Dhr. H. Wilschut
19
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
6. Interviews stakeholders In dit hoofdstuk worden de resultaten weergegeven van de interviews met de stakeholders van Proeftuin Amsterdam. 6.1 Resultaten interviews partners Samenwerking Verloop stuur-/ werkgroepbijeenkomsten De stuur- en werkgroepbijeenkomsten beschikken over te weinig structuur, bovendien zijn beide groepen tot op heden niet compleet samen gekomen. Er wordt veel gesproken en dat heeft tot dusver geleid tot adhocprojecten. Duurzaamheid staat nog niet hoog in het vaandel. “Het is tot op heden een te Amsterdams verhaal”, klinkt het vanuit verschillende partners. Amsterdam heeft het initiatief getoond Proeftuin Amsterdam op te richten. Het gevoel bij de andere partners heerst dat zij achter de feiten aan lopen. Dat wordt ook opgemerkt tijdens de stuur- en werkgroepbijeenkomsten. “De nadruk moet meer komen te liggen op het ‘grote’ verhaal”, aldus provincie Noord-Holland. Samenwerking partners De samenwerking tussen de partners verloopt nog niet optimaal. De partners werken aan hun eigen programma en projecten en hangen die nadien onder Proeftuin Amsterdam. De gemeenten Amsterdam en Zaanstad hebben wel succesvol samengewerkt bij het internationale programma Interreg. Samenwerking zou kunnen leiden tot betere resultaten en meer betrokkenheid vanuit alle partners. Zo ook volgens dhr. L. Hartholt van het Groene Hart: “De samenwerking tussen de provincie Noord-Holland en gemeente Amsterdam is heel belangrijk, het wordt voor ons makkelijker aan te haken als de provincie meer betrokken raakt”. Uit de gesprekken viel bovendien op te merken dat elke partner nog zoekende is naar haar rol binnen het actieprogramma. De positie van een ieder is nog niet duidelijk geformuleerd. Doelen/resultaten Doelen Proeftuin Amsterdam De doelen die zijn gesteld in het Plan van aanpak, moeten worden herzien.7 De partners wijzen erop dat de doelen te ambitieus blijken of dat combinaties van doelen gezocht moeten worden. “Er zit te weinig hiërarchie in de doelstellingen, er is geen onderscheid gemaakt tussen overkoepelende en specifieke doelen”, volgens dhr. M. Buiter van gemeente Zaanstad. De partners zijn het er over eens om samen te bekijken welke resultaten het actieprogramma wil behalen, doelen opnieuw te stellen en daar gericht acties en projecten aan te koppelen. Behaalde resultaten De tot dusver behaalde resultaten (tabel 1) roepen verschillende reacties op. “De resultaten die tot op heden zijn behaald door Proeftuin Amsterdam, zijn knap gezien het budget”, zo zegt dhr. J.W. Vermeulen gemeente Amsterdam. Verschillende partners geven aan geen weet te hebben van de resultaten en van de diverse projecten die door een andere partner zijn opgezet. Bovendien worden de resultaten niet gemeten. “Er vindt geen nulmeting plaats bij aanvang van een project, dan is het moeilijk om een concreet resultaat te meten. Dit laatste is belangrijk te gaan doen, om effect en borging van een project te garanderen”, volgens dhr. P. Graven van provincie Noord-Holland. Wel is iedereen het er over eens dat het actieprogramma even tijd nodig heeft om zich te ontwikkelen en resultaten te boeken. Sterke/Zwakke kanten Sterke kanten De unieke samenwerking tussen vier overheden, dit biedt enorme kansen. Het enthousiasme en energie die het actieprogramma losmaakt bij diverse organisaties in stad en omgeving. Dit blijkt uit het enorme netwerk dat Proeftuin Amsterdam heeft gecreëerd. Het sluit aan bij de beleving van de samenleving. Milieu, duurzaamheid, gezondheid, streekproducten en biologisch voedsel zijn actuele onderwerpen waar het actieprogramma op inspeelt. Het programma stimuleert van onder uit (bottom up) organisaties en particulieren actie te ondernemen. Het actieprogramma legt niets op en kan met haar netwerk vele van die initiatieven tot een succes maken. De kansen die de ‘bottom up’ methode oplevert, worden goed benut. 20
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
Zwakke kanten De partners opereren nog niet als één organisatie. Zij geven aan dat door een goede samenwerking Proeftuin Amsterdam veel meer kan bereiken. Synergie ontbreekt. Er ontbreekt een duidelijke structuur die efficiënt werkt naar de voltooiing van doelstellingen. Het actieprogramma legt te veel de nadruk op het scoren op de korte termijn. Dit resulteert in projecten/acties die snel rendement opleveren maar geen duurzaamheid en borging garanderen. Het programma biedt veel ruimte in de uitvoering. Dat wil zeggen, er is geen duidelijke focus. De huidige doelstellingen komen niet overeen met de middelen. De doelstellingen zijn te ambitieus ten opzichte van het beschikbare budget en mankracht. De duurzaamheid van het actieprogramma is moeilijk te bepalen. Het is politiek afhankelijk. Proeftuin Amsterdam heeft een te sterk Amsterdams karakter, waar de nadruk te veel ligt op de Amsterdamse stedeling. Het actieprogramma is nog steeds niet uitgebreid met andere gemeenten. Als extra convenantpartner is enkel het Groene Hart aangesloten. Uitbreiding zou de impact van Proeftuin Amsterdam kunnen vergroten. Toekomst Voortzetten na 2010 Unaniem heerst er bij de partners het gevoel dat voortzetting erg belangrijk is. Het zou goed zijn als het actieprogramma zich nog een aantal jaar voortzet en dat de speerpunten vervolgens in het beleid van de overheden kunnen worden opgenomen. De doelstellingen waar het actieprogramma voor staat zijn zeer belangrijk in de samenleving. “Proeftuin Amsterdam koppelt het leven van de samenleving met diverse beleidsdoelen op het gebied van: klimaat, duurzaamheid, volksgezondheid, armoedebestrijding en milieu. Dit is de grote kracht van het actieprogramma en daarom is voorzetting belangrijk”, volgens dhr. M. Buiter gemeente Zaanstad. Proeftuin Amsterdam voortzetten in de huidige constructie De partners werpen diverse ideeën op. Meer organisaties bij het actieprogramma betrekken wordt aangemoedigd. Dit kunnen dan ook andere overheden zijn. Tot dusver beperkt het actieprogramma zich tot het opereren in de metropoolregio Amsterdam. Dit gebied mag groter, hoewel er ook wordt gepleit voor het optimaliseren van het actieprogramma in de huidige regio. Suggesties ter verbetering van het actieprogramma Vele suggesties voor een optimale toekomst van Proeftuin Amsterdam werden unaniem genoemd door de partners. Hieronder worden de suggesties puntsgewijs genoemd en beschreven: Doelen herformuleren en helder communiceren, zodat voor iedereen (partners, organisaties en samenleving) duidelijk is waar Proeftuin Amsterdam voor staat en wat ze wil bereiken. Een communicatieplan kan hierbij helpen. Daarop aansluitend wordt de suggestie gewekt om meer te focussen op de doelen en resultaten. De samenwerking moet worden geoptimaliseerd, er ontbreekt synergie tussen de partners. Samen kan er veel meer worden bereikt. De projecten en acties moeten doelgericht worden ingezet. Het zou goed zijn, voordat een project of actie start, een nulmeting uit te voeren. Zo kan op termijn het effect van het project of de actie worden gemeten. Daarnaast kan er gekeken worden in hoeverre het bijdraagt aan de doelstelling(en). Criteria opstellen voor organisaties die een project of actie in samenwerking met Proeftuin Amsterdam willen opzetten. Het is belangrijk om te kijken aan welke doelstelling(en) het project kan bijdragen. Dit maakt het voor organisaties of particulieren met een initiatief ook duidelijk waar zij aan moeten voldoen. Het actieprogramma kan zo duidelijk in kaart brengen waar door wie aan wordt gewerkt. Zoek de aansluiting met andere initiatieven die dezelfde doelen nastreven als Proeftuin Amsterdam. Samen bereik je meer en je kunt van elkaar leren. Vanaf 2010 samen (partners) een programma opstellen. Maak een overzicht van kansen en bedreigingen voor het actieprogramma in de toekomst. Behoud ruimte in het programma voor ‘trial and error’. Dit om te kijken of een project aanslaat in de samenleving, er mag af en toe ook iets mis gaan.
21
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
Per thema of doelstelling een projectgroep formuleren. De projectgroep kan bestaan uit medewerkers van de partners, eventueel aangevuld met een vertegenwoordiger van een andere organisatie die gespecialiseerd is in dat onderwerp. De projectgroep kan alle activiteiten op dat gebied coördineren en doelstellingen in de gaten houden. Het is aan te raden per projectgroep één coördinator aan te stellen. Op deze manier wordt het overzicht goed bewaakt en is er één leider. Betrek meer regionale gemeenten bij Proeftuin Amsterdam. Gemeenten die wel vallen binnen de metropoolregio Amsterdam maar nog niet bij het actieprogramma zijn betrokken, bijvoorbeeld de gemeenten Purmerend, Amstelveen en Almere.
22
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
6.2 Resultaten interviews organisaties Samenwerking Betekenis Proeftuin Amsterdam Proeftuin Amsterdam wordt gezien als een actieprogramma dat veel aandacht genereert. Het actieprogramma heeft een groot netwerk dat door verschillende organisaties optimaal is gebruikt. Zo ook door dhr. H. Wilschut van Boerenstadswens. “Het grote netwerk van Proeftuin Amsterdam heeft ons de kans geboden Boerderijeducatie te starten”. Relatie met Proeftuin Amsterdam nu Het merendeel van de organisaties heeft een goede relatie en heeft regelmatig contact met vertegenwoordigers van Proeftuin Amsterdam. Uitzonderingen zijn Kids in Balance en DMO. Bij Kids in Balance is er nooit een concrete samenwerking van de grond gekomen. Zij willen graag bijdragen op het gebied van voedsel en bewegen. DMO ziet graag dat er over Proeftuin Amsterdam meer afstemming plaats vindt tussen de overige wethouders van Amsterdam. Behaalde resultaten Proeftuin Amsterdam heeft veel resultaten behaald met diverse organisaties. De resultaten zijn vooral tot stand gekomen door een financiële ondersteuning en door gebruik van het netwerk. Concrete voorbeelden zijn het project Tijd voor Eten wat samen met de GGD is gerealiseerd en Boerderijeducatie opgezet met Boerenstadswens. Sterke/zwakke kanten Sterke kanten Brengt discussie op gang. Zet andere organisaties aan tot beweging en daagt deze uit. Groot netwerk. Vanaf het begin verzameld. Het actieprogramma werkt naar concrete resultaten toe. Proeftuin Amsterdam krijgt veel in beweging ondanks de beperkte financiële middelen. Het idee is aansprekend. Het programma zit in minder strakke lijnen dan andere ambtelijke projecten/programma’s. Actuele onderwerpen, gezondheid in de relatie tot voeding. De breedte van het geheel, stad en omgeving. Week van de Smaak naar Amsterdam gehaald. De samenwerking vanuit de overheid en het steunen van initiatieven. Zwakke kanten Teveel vanuit eigen optiek. De mening van Proeftuin Amsterdam hoeft niet hetzelfde te zijn als andere organisaties. Teveel beleid, te weinig praktische uitvoering. Te lang blijven hangen in conceptfase. Geen structuur in beleid en qua budget in het college van B&W. Weinig publiciteit. Meer opzoeken door inschakelen van AT 5, het Parool, huis aan huisbladen et cetera. Projecten zijn incidenteel en hebben informeel karakter. Dit biedt geen borging voor de toekomst. Er wordt te weinig gekeken naar de ecologische voetafdruk. Geen heldere doelstellingen. Niet duidelijk waar Proeftuin Amsterdam voor staat. Geen synergie tussen de projecten van Proeftuin Amsterdam. Het lijken allemaal losse projecten. Het is niet duidelijk wat er tot op heden bereikt is. Aan sommige doelstellingen wordt niet gewerkt. Het programma kan breder, het heeft veel potentie. Meer structuur in netwerkbijeenkomsten. Een gespreksleider zou de effectiviteit van de diverse bijeenkomsten kunnen bevorderen.
23
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
Toekomst Voortzetten na 2010 Iedereen is van mening dat Proeftuin Amsterdam zich moet voortzetten. Dhr. A. van den Brand van Biologica: “Het programma werkt alleen als je het tien jaar laat bestaan. De huidige een à twee jaar is te kort. Het duurt een tijdje voor het in beleid is opgenomen.” Alle ondervraagde personen zijn van mening in de toekomst iets te kunnen betekenen voor Proeftuin Amsterdam. Organisaties kunnen ondersteuning bieden aan projecten en acties of gedeelten van projecten uitvoeren. De meningen over het wel of niet opschalen van Proeftuin Amsterdam zijn verdeeld. ANMEC, Biologica en de GGD geven aan dat het eerst belangrijk is te benutten wat nu qua organisaties is aangesloten en concreet resultaat te boeken. Communicatie tussen verschillende proeftuinen in Nederland achten zij nuttig. Suggesties Er zijn veel suggesties gedaan voor de toekomst van Proeftuin Amsterdam: De afstemming tussen de wethouders van Amsterdam moet worden verbeterd. Wethouder Vos kan de doelstellingen van Proeftuin Amsterdam meer bekend maken bij wethouder Asscher (Financiën) en Van Poelgeest (Ruimtelijke Ordening). Dit kan de samenwerking tussen diensten in het perspectief van Proeftuin Amsterdam bevorderen en kan bij meerdere diensten draagvlak en ondersteuning creëren voor het actieprogramma. Genereer voor een aantal projecten een ontwikkelbudget. Dit zorgt voor duidelijkheid en biedt perspectief. Ontwikkel een publiciteitsplan voor Proeftuin Amsterdam. De Week van de Smaak is bijvoorbeeld een uitstekend middel om Proeftuin Amsterdam te promoten in stad en omgeving. Richt de acties/projecten op de specifieke doelgroepen kinderen 4-12 jaar, jongeren 13-18 jaar en ouderen 65+. Wat moet er nou echt bereikt worden met de projecten/acties? Dit bevordert de efficiëntie van het programma. Het programma opsplitsen in twee delen. Een component met concrete projecten die gerealiseerd moeten worden. Een component waarmee geëxperimenteerd kan worden. Hiermee kan gekeken worden of er iets toegevoegd kan worden op diverse gebieden. Door het op te splitsen zou Proeftuin Amsterdam structureel gemaakt kunnen worden. Meer doen om onderdelen structureel in beleid te verankeren. Stel het college van B&W meer op de hoogte van activiteiten, bijvoorbeeld middels een nota. Regie voeren over het geheel. De partners weten onderling niet van elkaar waar de ander aan werkt. De programmamanager kan dit overzicht bewaren en organisaties aansturen. Meer aandacht voor de grote milieubelasting die de voedselproductie en distributie voort brengt. Om echt iets voor het milieu te doen moet daar ook aan gedacht worden. Criteria voor nieuwe acties/projecten opstellen zodat je ze kunt toetsen. Dit zorgt voor meer duidelijkheid voor Proeftuin Amsterdam en buitenstaanders. Meer naar buiten toe communiceren wat de mogelijkheden van het programma zijn. Na een discussiebijeenkomst regie voeren. Op deze manier worden de bijeenkomsten meer gestructureerd. Huidige projecten optimaal laten functioneren voordat er iets nieuws gestart wordt. Combinaties maken met andere organisaties. Er kan samengewerkt worden en kennis uitgewisseld worden. Bij de Tuinen van West een vvv-achtige functie + een restaurant ontwikkelen. Als ontmoetingsplek en centrale locatie van Proeftuin Amsterdam. Rol andere partners duidelijker communiceren. Het heet Proeftuin Amsterdam, maar LNV, de provincie Noord-Holland en Zaanstad zijn ook betrokken. Het wordt teveel benaderd vanuit de beleidskant. Dat is voor buitenstaanders niet relevant. Duidelijk communiceren hoe er naar een doelstelling heen gewerkt wordt en wat daarin de bijdrage van de betreffende organisatie is. Partners werken voornamelijk aan eigen projecten. Door projecten te koppelen kan het resultaat worden geoptimaliseerd.
24
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
6.3 Aanbevelingen In dit hoofdstuk worden aanbevelingen gedaan die een succesvolle voortzetting van het actieprogramma Proeftuin Amsterdam kunnen vereenvoudigen. De aanbevelingen zijn voortgekomen uit de interviews met de stakeholders van het actieprogramma. Samenwerking partners verbeteren De samenwerking tussen de partners verloopt niet optimaal, de volgende stappen kunnen worden genomen om de samenwerking te verbeteren: Formuleer in samenspraak met alle partners een gezamenlijk programmaplan. Bepaal in overleg waar aan wordt gewerkt en op welke wijze. Verdeel de taken over de partners zodat iedereen op een bepaalde manier betrokken blijft en ieders rol binnen Proeftuin Amsterdam duidelijk is. De programmamanager stelt het programmaplan op en bespreekt het met de partners. Verbeter de interne communicatie. Er is gebleken dat de partners niet op de hoogte zijn van elkaars activiteiten met betrekking tot Proeftuin Amsterdam. Het is aan te bevelen één onafhankelijke programmamanager aan te wijzen. De programmamanager zorgt ervoor dat alle partners op de hoogte zijn van elkaars acties en projecten. Doelen/resultaten aanscherpen De huidige doelstellingen zijn niet SMART geformuleerd, bovendien is tot op heden niet ingekaderd aan welke doelstellingen gewerkt gaat worden. Het onderzoek heeft geleid tot de volgende aanbevelingen: Stel vast waar Proeftuin Amsterdam exact aan wil werken. Bepaal per thema doelstellingen. Per doelstelling moet het uitgangspunt worden bepaald. Bijvoorbeeld: Eten op scholen. Proeftuin Amsterdam wil gezonde eetgewoonten op scholen stimuleren. Bepaal welke huidige initiatieven er zijn op dit gebied. Hoe wordt er gegeten en op hoeveel scholen wordt al gezonder gegeten door een initiatief. Wat wil Proeftuin Amsterdam bereiken? Een toename van het aantal scholen? Het bundelen van huidige initiatieven? Maak dit concreet. Een volgende stap is het helder formuleren van een doelstelling. Wanneer het uitgangspunt en werkwijze is bepaald, is een doelstelling eenvoudiger SMART te formuleren. Dit maakt de werkzaamheden voor zowel Proeftuin Amsterdam als de samenwerkende organisaties concreet.31 Stel criteria op voor organisaties die een project of actie aandragen bij Proeftuin Amsterdam. Wat mag de organisatie van Proeftuin Amsterdam verwachten, op financieel vlak, qua netwerk of mankracht. En aan welke doelstelling kan het initiatief bijdragen. Op deze manier wordt het focussen op doelstellingen eenvoudiger en wordt de efficiëntie in het werk verbeterd voor zowel het actieprogramma als de initiatiefnemer. Wijs per thema één coördinator aan. Elke coördinator formeert zelf een projectgroep en rapporteert aan de programmamanager. De projectgroep kan zich focussen op een thema en doelstellingen van het actieprogramma. Het is aan te bevelen een coördinator aan te wijzen die ook zitting heeft in de werkgroep. De projectgroep kan aangevuld worden met organisaties die gespecialiseerd zijn in een bepaald werkveld. Voorbeeld per thema: - Jeugd en ouderen GGD, DMO - Versterken relatie stad-land DRO, WUR - Duurzame regionale voedselketen Biologica en Streekproducten Nederland - Kennis, werk, opleiding en marketing Food Center, Hogeschool van Amsterdam, ROC, UVA Interne en externe communicatie verbeteren De communicatie is tot op heden niet optimaal verlopen. De stakeholders wijzen erop geen inzicht te hebben in de doelstellingen en activiteiten van Proeftuin Amsterdam. Bovendien is niet duidelijk wat zij van Proeftuin Amsterdam mogen verwachten, wat betreft dienstverlening, financiën, mankracht, publiciteit et cetera. De communicatie kan worden verbeterd door: Een communicatieplan op te stellen. Het communicatieplan dient als strategie voor de communicatie naar verschillende doelgroepen. Het bevat een communicatieboodschap, -middelen en hoe deze het beste ingezet kunnen worden. Bovendien kan het fungeren als leidraad voor publicitaire zaken.
25
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
Proeftuin Amsterdam heeft geen mediastrategie, het actieprogramma kan door het zoeken van publiciteit in (regionale) dagbladen, kenbaar maken aan de bevolking van de metropoolregio Amsterdam wat zij uitvoeren en met welk doel. De Week van de Smaak, is zo een uitstekend middel om Proeftuin Amsterdam en haar activiteiten en resultaten in het zonnetje te zetten. De huidige media optimaal te benutten. De nieuwsbrief kan worden benut om de doelstellingen van Proeftuin Amsterdam nader te verklaren en openheid te geven over de projecten/acties die daaraan zijn gekoppeld. Tevens kan de website benut worden voor dezelfde doeleinden. Bijvoorbeeld om organisaties onderling in contact te laten komen. Of publiceer per thema een pagina op de website. Per thema kunnen de doelstellingen worden weergeven en de daaronder geselecteerde projecten/acties en betrokken organisaties met contactgegevens. Verbreden Proeftuin Amsterdam Proeftuin Amsterdam verricht haar werkzaamheden in de metropoolregio Amsterdam. Het groter maken van deze regio heeft nu niet de voorkeur. Wel heeft het onderzoek een aantal aanbevelingen opgeleverd: Probeer zoveel mogelijk andere gemeenten uit de metropoolregio bij het actieprogramma te betrekken. Betrek gemeenten als Purmerend en Amstelveen er bij, waardoor de slagvaardigheid in de metropoolregio kan worden vergroot. Zorg ervoor dat de gemeenten aansluiten bij lopende projecten of reeds succesvol afgeronde projecten. Dit om te voorkomen dat de gemeenten met nieuwe initiatieven komen en de programmamanager het overzicht kwijt raakt. De gemeenten rapporteren aan de programmamanager. Laat het actieprogramma optimaal in de huidige regio fungeren, voordat er uitgebreid wordt. Constructie Proeftuin Amsterdam Aanbevelingen ter optimalisatie van de samenwerking zijn eerder gedaan in dit hoofdstuk. Daarnaast heeft het onderzoek aanbevelingen opgeleverd ter optimalisatie van de huidige samenwerkingsvorm. De verschillende partners hebben nu de regie over Proeftuin Amsterdam. Er wordt aanbevolen de huidige samenwerkingsvorm vast te houden tot de agendapunten zijn opgenomen in het beleid. Waarschijnlijk zal dit nog enige tijd duren en zullen ook niet alle agendapunten van Proeftuin Amsterdam opgenomen worden in het beleid. Maak een selectie van punten die zeker opgenomen moeten worden. Bijvoorbeeld het Eten op scholen. Dit is een groot project en heeft veel potentie. De huidige stuur- en werkgroep kunnen blijven bestaan. Het is aan te raden duidelijk vast te leggen wat de verantwoordelijkheden zijn van beide groepen. Op deze manier kunnen er geen onduidelijkheden ontstaan. Dit is een taak die de programmamanager op zich kan nemen. College van B&W en de provincie Noord-Holland moeten meer op de hoogte gesteld worden van de activiteiten van Proeftuin Amsterdam. Dit zodat er meer bekendheid voor het actieprogramma gegenereerd wordt. Op deze manier zou het programma eerder structureel gemaakt kunnen worden. De bekendheid kan vergroot worden door middel van een nota. Het actieprogramma opsplitsen in twee delen. Een component met concrete projecten die gerealiseerd moeten worden en een component waarmee geëxperimenteerd kan worden. Hierdoor creëer je ruimte voor trial and error en kan er gekeken worden of er iets toegevoegd kan worden op diverse gebieden. Door het op te splitsen, wordt het eenvoudiger het component met concrete projecten structureel te maken in beleid. De resultaten van de projecten zijn immers helder en het is duidelijk aan welke doelstelling wordt bijgedragen. Voor het component met experimenten kan elk jaar een bepaald budget gereserveerd worden. Dit is bedoeld voor initiatieven die zich aanmelden bij Proeftuin Amsterdam met goede ideeën. Uiteraard moeten deze ideeën wel passen binnen de opgestelde criteria en dus aansluiten bij de doelstellingen van het actieprogramma. Op deze manier kan er eerst gekeken worden of het idee aanslaat en of het kans van slagen heeft als een structureel project.
26
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
Organisatiestructuur De aanbevelingen hebben betrekking op de organisatie en de structuur. De oude en nieuwe organisatiestructuur zijn hieronder weergegeven in een organogram. Figuur 3 geeft de oude organisatiestructuur weer, figuur 4 de aanbevolen structuur.
Stuurgroep partners
Werkgroep partners
Diverse organisaties
Diverse organisaties
Diverse organisaties
Diverse organisaties
Figuur 3: Organogram oude situatie
Stuurgroep partners
Programmamanager
Werkgroep partners
Jeugd en ouderen
Versterken relatie stadland
Duurzame regionale voedselketen
Kennis, werk, opleiding en marketing
Coördinator
Coördinator
Coördinator
Coördinator
Projectgroep
Projectgroep
Projectgroep
Projectgroep
Figuur 4: Organogram nieuwe situatie
27
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
7. Discussie Resultaat De resultaten van het onderzoek geven een eenduidig antwoord op de probleemstelling: ‘Heeft Proeftuin Amsterdam toekomst na 2010 en waarom?’ Ja! Uit de interviews blijkt dat de stakeholders graag zien dat Proeftuin Amsterdam zich voortzet. Proeftuin Amsterdam heeft een unieke kans om de voedsel gerelateerde onderwerpen in het beleid van de overheid te laten landen. De inventarisatie van de doelstellingen toont aan dat Proeftuin Amsterdam in een relatief kort tijdsbestek veel in beweging heeft gezet. Diverse projecten en acties zijn opgezet om doelstellingen te realiseren. Wel blijkt uit de inventarisatie dat er aan een aantal doelstellingen nog niet of beperkt wordt gewerkt. Dit onderzoek heeft aanbevelingen opgeleverd welke het actieprogramma in de toekomst kan optimaliseren. De aanbevelingen kunnen zorg dragen voor een effectieve aanpak van doelstellingen, een heldere communicatie intern en extern en uiteindelijk een goede samenwerking tussen partners en organisaties. Proeftuin Amsterdam, onder leiding van dhr. B. Pijnenburg, kan de kans benutten deze aanbevelingen mee te nemen in het opstellen van een nieuw programmaplan. Beperkingen studie Inventarisatie doelstellingen Een optimale inventarisatie van de doelstellingen en projecten werd beperkt doordat er weinig tot geen resultaten schriftelijk zijn vastgelegd. De resultaten van de projecten zijn voor zover mogelijk verzameld uit de basiswerkplannen van de gemeenten Amsterdam en Zaandam geschreven in 2009.8,9 Een projectevaluatie is in beide werkplannen niet beschikbaar. Met deze gegevens, aangevuld met gegevens na overleg met programmamanager dhr. B. Pijnenburg en projectleider dhr. J.W. Vermeulen heeft geleid tot de inventarisatie van doelstellingen. Het risico van deze wijze van gegevens verzamelen is dat er projecten of acties uitgevoerd door één van de partners over het hoofd kan worden gezien. Dit kan resulteren in een overzicht dat niet geheel volledig is. Kwalitatief onderzoek De kracht van kwalitatief onderzoek waarin diepgang met de onderzoeksgroep mogelijk is, heeft ook zwakke kanten. Kwalitatief onderzoek is subjectief en daarmee minder eenvoudig te kopiëren door andere onderzoekers dan kwantitatief onderzoek. De kans dat uitspraken van geïnterviewden anders dan bedoeld geïnterpreteerd worden is aanwezig. Om deze kans te verkleinen heeft de geïnterviewde het interviewverslag ter controle ontvangen. De op- en of aanmerkingen die deze controle heeft opgeleverd, zijn verwerkt voordat de resultaten zijn meegenomen in de analyse. Over het verwerken van kwalitatieve gegevens bestaat in de literatuur geen consensus. De resultaten zijn verwerkt volgens de methode die wordt beschreven in het Basisboek Kwalitatief Onderzoek van Baarda et al. uit 2005.9, 10 Deze methode sluit niet uit dat een andere onderzoeker andere doorvragen stelt, de resultaten anders interpreteert en uiteindelijk kiest voor andere labels en tekst. Resultaten onderzoek De resultaten van het onderzoek in de vorm van aanbevelingen kan de programmamanager gebruiken ter optimalisatie van het actieprogramma Proeftuin Amsterdam. De aanbevelingen zijn voortgekomen uit de inventarisatie van de doelstellingen en interviews met de stakeholders. Zowel en intern als extern zijn verbeterpunten aangereikt. Partners en samenwerkende organisaties geven beiden aan inspanningen te willen leveren om Proeftuin Amsterdam tot een succes te maken. Een verlenging van het actieprogramma na 2010 kan van groot belang zijn in de huidige problematiek op het gebied van gezondheid en milieu.1,2, 3 Het actieprogramma heeft enorm veel potentie en wordt door een ieder unaniem ondersteund. De partners van Proeftuin Amsterdam kunnen, wanneer de aanbevelingen worden meegenomen, erin slagen een succesvol programmaplan voor de periode na 2010 op te zetten. Uiteindelijk biedt dit actieprogramma kans om onderwerpen gerelateerd aan voedsel en milieu te laten landen in beleid van de overheden. Deze duurzame aanpak kan op den duur een samenleving opleveren welke bewust voedselkeuzes maakt ten aanzien van milieu en gezondheid.
28
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
Vervolgonderzoek De stakeholders geselecteerd in de actorenanalyse voor de interviews zijn voortgekomen uit het huidige netwerk van Proeftuin Amsterdam. Daarmee zijn enkel personen betrokken die het actieprogramma hebben opgezet (de partners) en organisaties die met het programma hebben samengewerkt. Eventueel vervolgonderzoek kan zich toespitsen op de politiek. De gevormde coalitie binnen zowel de rijksoverheid, provincie en gemeenten hebben hun politieke voorkeuren. Zolang Proeftuin Amsterdam een overheidsprogramma is, zijn zij deels afhankelijk van politieke steun en daaruit voortvloeiende financiële steun op de begroting die dat met zich mee brengt. Het vervolgonderzoek kan zich toespitsten op het standpunt van verschillende politieke partijen met betrekking tot het actieprogramma Proeftuin Amsterdam. Dit kan leiden tot aanbevelingen waardoor het actieprogramma zich breed gedragen in de politiek voortzet. Voedsel als duurzaam en gezond thema nieuw De uitvoering van het onderzoek heeft ons er op gewezen dat het thema voedsel in relatie tot milieu, gezondheid en bewustwording relatief nieuw is op de beleidsagenda’s van de overheden. De laatste jaren is de aandacht voor voedsel met betrekking tot voedselveiligheid en dierenwelzijn verschoven naar bewustwording over milieu en gezondheid. Over de aanpak van deze thema’s bestaat nog geen duidelijkheid. Overheden zijn zoekende naar hun rol. Waar dient de overheid zich mee te bemoeien? Wat kunnen marktpartijen oplossen en/of betekenen? De start van het actieprogramma Proeftuin Amsterdam is een belangrijk middel om deze thema’s aan te pakken en te zoeken naar oplossingen. Vast staat dat een aanpak van gezondheid en milieu noodzakelijk is.1,2,3 Voedsel speelt in beide thema’s een centrale rol en daarmee Proeftuin Amsterdam.
29
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
8. Conclusie Proeftuin Amsterdam heeft toekomst! Uit dit onderzoek is gebleken dat een verlenging van het actieprogramma Proeftuin Amsterdam unaniem wordt ondersteund door de stakeholders. In een relatief korte periode heeft het actieprogramma veel in beweging gezet en concrete resultaten geboekt. Het grote netwerk en de gerealiseerde projecten en acties zijn hier getuige van. Dat neemt niet weg dat er aan een aantal doelstellingen niet, of beperkt wordt gewerkt. Bovendien is uit dit onderzoek gebleken dat wanneer de samenwerking tussen de partners en overige organisaties wordt verbeterd Proeftuin Amsterdam meer kan bereiken. Dit kan worden gerealiseerd door een heldere communicatie (zowel intern als extern) en een duidelijke structuur in de uitvoering. De aanbevelingen die dit onderzoek hebben opgeleverd kunnen zorg dragen voor een optimale voortzetting van het actieprogramma Proeftuin Amsterdam na 2010. Een succesvol Proeftuin Amsterdam kan zorgen voor een structurele aanpak van de huidige voedselproblematiek rond milieu en gezondheid, met een gezonde- en bewuste samenleving als gevolg.
30
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
Literatuurlijst 1.
http://www.rivm.nl/vtv/object_document/o1254n18950.html (07-05-2009)
2.
http://www.rivm.nl/vtv/object_document/o1256n18950.html (07-05-2009)
3.
http://www.milieucentraal.nl/pagina.aspx?onderwerp=Milieubewust%20eten (07-05-2009)
4.
Alsem, KJ. Strategische marketingplanning. vierde druk. Groningen: Stenfert Kroese; 2005. pagina 90-93
5.
Baarda, DB. Goede de, MPM. Teunissen, J. Basisboek Kwalitatief Onderzoek. tweede druk. Groningen: Stenfert Kroese; 2005. pagina: 154-158.
6.
Van Hasselt, JJ. Benthem, R. Huijts, L. Bruggen bouwen, communicatie van projecten en programma’s. Alphen aan den rijn: Kluwer; 2006. pagina 39-47 en 73-98
7.
N.N. Plan van aanpak Proeftuin Amsterdam 2008-2010, maart 2008, pagina 6-47 http://www.proeftuin.amsterdam.nl/
8.
N.N. Basiswerkplan gemeente Amsterdam 2009, februari 2009, pagina 17-22
9.
Buiter, M. Roem, C. Proeftuin Amsterdam in Zaanstad, november 2008, pagina 7-14
10. Heuvel van den, JHJ. Hoe schrijf ik een werkstuk of scriptie? tweede druk. Utrecht: Lemma BV; 2000. pagina 9-80 11. Baarda, DB. Goede de, MPM. Meer-Middelburg, AGE. Basisboek Interviewen. tweede druk. Groningen: Wolters-Noordhoff; 2007. pagina 15-48 12. Baarda, DB. Goede de, MPM. Teunissen, J. Basisboek Kwalitatief Onderzoek. tweede druk. Groningen: Stenfert Kroese; 2005. pagina 306-310 13. Baarda, DB. Goede de, MPM. Teunissen, J. Basisboek Kwalitatief Onderzoek. tweede druk. Groningen: Stenfert Kroese; 2005. pagina 318-337 14. Directie kabinet, Vitaal en Samen LNV-beleidsprogramma 2004-2007, Den Haag, Ministerie van LNV, 2003 http://www.minlnv.nl/cdlpub/servlet/CDLServlet?p_file_id=13052 15. N.N. LNV-beleid 2008 – De plannen in kort bestek, Den Haag, Ministerie van LNV,2007 http://www.minlnv.nl/cdlpub/servlet/CDLServlet?p_file_id=21307 16. N.N. LNV-beleid 2009, Den Haag, Ministerie van LNV, 2008 http://www.minlnv.nl/cdlpub/servlet/CDLServlet?p_file_id=30666 17. N.N. Beleidsnota Biologische landbouwketen 2008-2011, Den Haag, Ministerie van LNV, 2007 http://www.minlnv.nl/cdlpub/servlet/CDLServlet?p_file_id=23687 18. N.N. Nota voeding en gezondheid-Gezonde voeding van begin tot eind, S.L., Ministerie van LNV en VWS, 2008 http://www.minvws.nl/includes/dl/openbestand.asp?File=/images/no-voedingsnota-_tcm19-170268.pdf 19. N.N. Provinciaal Milieubeleidsplan 2002-2006, Haarlem, Provincie Noord-Holland, s.d. http://www.noord-holland.nl/thema/milieu/milieubeleid/plannen_en_regels/PMP_20022006.asp?ComponentID=63938&SourcePageID=107523#63938
31
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
20. Witmond, B. Groen, W. e.a., Evaluatie Milieubeleid provincie Noord-Holland 2002-2006, Rotterdam, Ecorys, 2007 http://www.noord-holland.nl/Images/65_106349.pdf 21. N.N. Kadernotitie Provinciaal milieubeleidsplan 2009-2013, Haarlem, Provincie Noord-Holland, 2008 http://www.noordholland.nl/zoeken/get_url.asp?page=/pdfstukken/OPENBAAR/PS/DIVERSEN/2008/PS230610.2.08%20Bijla ge%201%20Kadernotitie%20PMP%202009-2013.doc.pdf. 22. Grond, Noordhollandse. http://www.noordhollandsegrond.nl/index.php?id=29&t=2&l=1 (17-02-2009) 23. Grond, Noordhollandse 2. http://www.noordhollandsegrond.nl/index.php?id=8&t=2&l=1 (17-02-2009) 24. Meijboom, E. Tillema, F. Milieubeleidsplan Amsterdam 2004-2006, Amsterdam, Gemeente Amsterdam, Dienst Milieu en Bouwtoezicht, 2004 http://www.dmb.amsterdam.nl/actueel/publicaties/publicaties/alle_publicaties/milieubeleid/milieubeleid splan 25. Gouman, E. Baren van, N. Amsterdam duurzaam aan de top - Milieubeleidsplan 2007-2010, Gemeente Amsterdam, Dienst Milieu en Bouwtoezicht, 2007 http://www.dmb.amsterdam.nl/actueel/publicaties/publicaties/alle_publicaties/milieubeleid/milieubeleid splan_1 26. N.N. Sportplan 2009-2012, Amsterdam, DMO, s.d. http://www.dmo.amsterdam.nl/sport/beleid_en_bestuur_0/beleid_en_bestuur/sportplan_20092012?ActItmIdt=120559 27. Acda, A. Verhoeff, A. Kadernota volksgezondheidbeleid 2008-2011-Alle Amsterdammers gezond, Amsterdam, GGD, 2008 http://www.gezond.amsterdam.nl/Gezondheid--beleid 28. N.N. Milieuprogramma 2004, Gemeente Zaanstad, Dienst Wijken, afdeling Beleidsontwikkeling, Team Milieu, 2004 http://www.zaanstad.nl/repositories/pdfs/mv/milieuprogramma2004?view=Standard 29. N.N. Milieuprogramma 2008, Gemeente Zaanstad, Dienst Wijken, afdeling Milieu, s.d. http://www.zaanstad.nl/repositories/pdfs/mv/milieuporgramma2008?view=Standard 30. N.N. Projectgroep Nota Gemeentelijk Gezondheidsbeleid, regio Zaanstreek-Waterland, Gemeente Zaanstad, Dienst Stad, afdeling Cultuur, Recreatie en Zorg, 2004 http://www.zaanstad.nl/repositories/pdfs/Nota_volksgezondheid.pdf?view=Standard. 31. Szerkowski, C. Strategische planning. vijfde druk. Utrecht: ThiemeMeulenhoff; 2005. pagina 205
32
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
Bijlagen I II III IV V VI VII VIII IX X XI
Gespreksgids partners Gespreksgids organisaties Afkortingen actorenanalyse Brief werving organisaties Brief werving partners Beleid Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Beleid provincie Noord-Holland Beleid gemeente Amsterdam Beleid gemeente Zaanstad Overzicht doelen, projecten en behaalde resultaten Subdoelstellingen Plan van aanpak maart 2008
33
Toekomst Proeftuin Amsterdam
I
2009
Gespreksgids partners
Algemeen Organisatie: Functie: Relatie met Proeftuin Amsterdam: Samenwerking partners Wat vindt u van de stuurgroepbijeenkomsten? Wat vindt u van de inbreng per partner tijdens stuurgroep bijeenkomsten? Wat vindt u van de samenwerking tussen de partners? Wat vindt u van de toevoeging van de partners aan het actieprogramma? Hoe wordt er samengewerkt? Hoe worden programma’s opgebouwd? Hoe zijn de taken intern verdeeld in de organisatie? Hoe zet u zelf thema’s van Proeftuin Amsterdam uit in uw organisatie? Projecten onderling koppelen; Noordhollandsegrond vs. Boerderijeducatie Resultaten Proeftuin Amsterdam Overzicht interne analyse Wat vindt u van de opgestelde doelen, maart 2008? Wat vindt u van de behaalde resultaten per projecten? Heeft de overheid de taak resultaten te bereiken via andere overheden of kan de overheid ook marktpartijen benaderen om deze resultaten te bereiken? Sterke/zwakke kanten programma Wat ziet u als sterke kanten van het actieprogramma? Wat ziet u als zwakke kanten van het actieprogramma? Toekomst Proeftuin Amsterdam Vindt u dat Proeftuin Amsterdam zich voort moet zetten? Hoe ziet u de toekomst van het actieprogramma? Moet Proeftuin Amsterdam zich in deze constructie voortzetten? Vindt u dat Proeftuin Amsterdam zich moet verbreden (opschalen)? Groter gebied Meer organisaties Meer geld Wat zou u kunnen betekenen in de toekomst? Heeft u suggesties voor de toekomst? Heeft u ervaringen of zich op andere Proeftuinen in Nederland? Zijn dit zinnige ontwikkelingen? Hoe kijkt u tegen deze andere stedelijke ontwikkelingen aan? Ziet er soortgelijke positieve/negatieve kanten? Wilt u daar een stimulerende rol in vervullen? Heeft Proeftuin Amsterdam een voorbeeldfunctie, een voortrekkersrol?
34
Toekomst Proeftuin Amsterdam
II
2009
Gespreksgids organisaties
Algemeen Organisatie: Functie: Relatie met Proeftuin Amsterdam: Samenwerking Proeftuin Amsterdam Heeft u veel samengewerkt met Proeftuin Amsterdam? Wat heeft Proeftuin Amsterdam voor u betekend? Hoe is de relatie nu tussen u en Proeftuin Amsterdam? Wat zijn uw ervaringen met het actieprogramma? Wat voor resultaten heeft u samen met actieprogramma behaald? Wat voor belemmeringen treden er op bij de samenwerking tussen organisaties? te veel organisaties, te veel meningen, waardoor projecten niet eenvoudig van de grond komen. Hoe denkt u dat de samenwerking vlotter kan verlopen? Welke tegenstribbelingen bent u in uw eigen organisatie tegen gekomen? Welke suggesties kunt u doen? Sterke/zwakke kanten Wat ziet u als sterke kanten van het actieprogramma? Wat ziet u als zwakke kanten van het actieprogramma? Toekomst Proeftuin Amsterdam Hoe ziet u de toekomst van het actieprogramma? Moet Proeftuin Amsterdam zich in deze constructie voortzetten? Vindt u dat Proeftuin Amsterdam zich moet verbreden (opschalen)? Groter gebied Meer organisaties Meer geld Wat zou u als dienst kunnen betekenen in de toekomst? Heeft u suggesties voor de toekomst?
35
Toekomst Proeftuin Amsterdam
III GGD: DRO: DMB: DIVV: ANMEC: SPN: OCO: DMO: KVK: NTT: TML: TBL: VANA: VANGV: PLTFA: DWI: LTO:
2009
Afkortingen actorenanalyse Gezondheidsdienst Dienst Ruimtelijke Ordening Dienst Milieu en Bouwtoezicht Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer Amsterdams Natuur en Milieu Educatie Centrum Streekeigen Producten Nederland Onderwijs Consumenten Organisatie Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Kamer van Koophandel Stichting Natuur, tijd en Tafel Taskforce Multifunctionele Landbouw Taskforce Biologische Landbouw Vereniging Agrarisch Natuurbeheer Amstelland Vereniging Agrarisch Natuurbeheer Gooi- en Vechtstreek Platform Agrologistiek Dienst Werk en Inkomen Land- en Tuinbouw Organisatie Nederland
36
Toekomst Proeftuin Amsterdam
IV
2009
Brief werving organisaties
Bezoekadres Jodenbreestraat 25 1011 NH Amsterdam Postbus 2758 1000 CT Amsterdam Telefoon 020 552 7711 Fax 020 552 7777
[email protected] www.dro.amsterdam.nl
Datum
26 maart 2009
Behandeld door Doorkiesnummer E-mail
Sanne Lauwers en Freek Morren 020 552 7710
[email protected]
Onderwerp
Toekomst Proeftuin Amsterdam
Geachte heer/mevrouw, U bent betrokken of betrokken geweest bij Proeftuin Amsterdam, het actieprogramma dat zich inspant voor meer duurzame en gezonde voeding in stad en regio. Onder aanvoering van wethouder Marijke Vos zijn er vanaf 2007 op dit gebied veel initiatieven genomen en is het onderwerp op de gemeentelijke en nationale agenda gezet. Voor de partners van Proeftuin Amsterdam is het belangrijk te weten wat de ervaringen zijn en wat haar inzet moet zijn voor de komende termijn. In het kader van het actieprogramma zijn wij daarom een onderzoek gestart naar de toekomst. Het onderzoek omvat een interne analyse waarbij de tot nu toe behaalde resultaten in kaart worden gebracht, gevolgd door een externe analyse. Met de externe analyse wordt door middel van interviews de houding van de diverse stakeholders geïnventariseerd. Het onderzoek wordt door ons uitgevoerd als afstudeerproject, in opdracht van Proeftuin Amsterdam. Met deze brief willen wij u graag uitnodigen voor een interview, waarbij wij u onder andere zullen vragen naar uw mening over het actieprogramma en uw visie op de toekomst na 2010.
37
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
Wij hopen dat u bereid bent om dit gesprek, wat ongeveer een uur van uw tijd in beslag neemt, op de korte termijn met ons te voeren. Graag ontvangen wij van u een reactie. Alvast hartelijk dank. Met vriendelijke groet,
Sanne Lauwers & Freek Morren Hogeschool van Amsterdam, afdeling Voeding & Diëtetiek Proeftuin Amsterdam
38
Toekomst Proeftuin Amsterdam
V
2009
Brief werving partners
Bezoekadres Jodenbreestraat 25 1011 NH Amsterdam Postbus 2758 1000 CT Amsterdam Telefoon 020 552 7711 Fax 020 552 7777
[email protected] www.dro.amsterdam.nl
Datum
26 maart 2009
Behandeld door Doorkiesnummer E-mail
Sanne Lauwers en Freek Morren 020 552 7710
[email protected]
Onderwerp
Toekomst Proeftuin Amsterdam
Geachte heer/mevrouw, Vanaf 2007 heeft u, in het kader van het actieprogramma Proeftuin Amsterdam, op het gebied van duurzame en gezonde voeding veel initiatieven genomen en heeft u het onderwerp op de gemeentelijke en nationale agenda gezet. Vanuit onze stage bij Proeftuin Amsterdam zijn wij geïnteresseerd geraakt in het actieprogramma en hebben wij besloten dat we hierop wilden afstuderen. Wij zijn vooral geïnteresseerd in de verdere toekomst van het actieprogramma en hebben daarom in overleg met dhr. J.W. Vermeulen (Amsterdams projectleider) en dhr. B. Pijnenburg (programmamanager) besloten om dit te onderzoeken. Het onderzoek omvat een interne analyse waarbij de tot nu toe behaalde resultaten in kaart worden gebracht, gevolgd door een externe analyse. Met de externe analyse wordt door middel van interviews de houding van de diverse stakeholders geïnventariseerd. Met deze brief willen wij u graag uitnodigen voor een interview, waarbij wij u onder andere zullen vragen naar uw mening over het actieprogramma en uw visie op de toekomst na 2010.
39
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
Wij hopen dat u bereid bent om dit gesprek, wat ongeveer een uur van uw tijd in beslag neemt, op de korte termijn met ons te voeren. Graag ontvangen wij van u een geschikte datum. Alvast onze hartelijke dank. Met vriendelijke groet,
Sanne Lauwers & Freek Morren Hogeschool van Amsterdam, afdeling Voeding & Diëtetiek Proeftuin Amsterdam
40
Toekomst Proeftuin Amsterdam
VI
2009
Beleid Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Dit document geeft een samenvatting van het beleid van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in deze perioden: LNV-Beleidsprogramma 2004-2007 LNV-Beleidsprogramma 2008 LNV-Beleidsprogramma 2009 Visserij 2004-2007 LNV heeft zich als doel gesteld de visserij te verduurzamen en een herstelplan te schrijven voor de kabeljauwstand.11 2008 Saneren en verduurzamen van een deel van de Noordzeevloot.12 2009 Het verduurzamen van de visserij komt ook in dit beleid weer naar voren met nog een grotere ambitie, namelijk door het vernieuwen van de sector en energiezuinige vistechnieken te stimuleren.13 Maatschappelijke verbreding agrarische sector 2008 De agrarische sector moet duurzamer gaan produceren, zich verbreden en versterken met maatschappelijke taken. Deze taken zijn zorg, recreatie en natuurbeheer.12 Daarnaast is er een programma gestart genaamd ‘Jeugd, natuur, voedsel en gezondheid’ om de jeugd uit de stad meer in aanraking te laten komen met de natuur. Het programma werkt met diverse projecten aan de bewustwording bij jongeren over onder andere: de herkomst van voedsel, respect voor de natuur en voedsel in relatie tot gezondheid.12 2009 Maatschappelijke stages spelen een belangrijke rol in het beleid. Het doel is om jongeren kennis te laten maken met de groene aspecten van de samenleving en ze te leren welke bijdrage zij zelf kunnen leveren. Dit zorgt er voor dat de jongeren op latere leeftijd bewuste consumenten worden.13 Voedsel en consument 2004 De burger moet in staat worden gesteld een weloverwogen keuze te maken voor producten met wel of geen gemodificeerde ingrediënten, dit moet worden bereikt via overheidscommunicatie.11 2008 LNV richt het beleid voor voedsel vooral op de consument. De verduurzaming van de voedselketen ligt in handen van de consument, daarom is voorlichting een noodzaak. In samenwerking met het Voedingscentrum en de Consumentenbond wordt voorlichting gegeven over dierenwelzijn, energie, milieu, inrichting groene ruimte en eerlijke handel. Dit is nodig om zo als consument tot een bewust keuze te komen. In 2008 verschijnt de eerste versie van ‘Staat van voedsel in Nederland’, over wensen en koopgedrag. Is nog niet beschikbaar. LNV beschrijft een bijdrage te willen leveren aan het onderzoek dat wordt gedaan naar bionanotechnologie.12 2009 Voeding en de consument staan hoog in het vaandel. Zij moeten gestimuleerd worden bij het maken van bewuste aankopen. Hierbij wordt gekeken naar gezondheid, overbevissing, dierenleed en klimaatverandering. Voorbeelden die bijdragen aan deze bewustwording zijn: Smaaklessen op basisscholen De campagne van het LNV en Voedingscentrum: Een kip of varken kan niet kiezen, jij wel! Medewerking aan Corpus Leiden Week van de Smaak, ieder jaar in september 13
41
Toekomst Proeftuin Amsterdam
2009
Biologische landbouw Beleidsnota Biologische landbouwketen 2008-2011 2008 LNV wil groei van het aandeel biologische landbouwareaal stimuleren. Niet enkel vanwege duurzaamheid, maar ook ter uiting van de verbondenheid tussen consument en wijze van productie. In 2008 is voor de periode 2008-2011 een beleidsnota Biologische landbouwketen geschreven. Dit is als opvolger van de nota 2005-2007. Voortbordurend op de reeds bereikte resultaten in de sector zijn er twee ambities geformuleerd met elk een drietal doelstellingen: Biologische landbouw verbinden met voorlopers op het gebied van duurzaamheid en kennisuitwisseling bevorderen. 10 % van het onderzoeksbudget voor biologische landbouw is gericht op het leggen van de relatie van vraagstukken in de gangbare landbouw. 15 gezamenlijke initiatieven verbinden biologisch en gangbaar met de samenleving 10 innovaties uit de biologische sector worden toegepast in de gangbare landbouw Ontwikkeling van de biologische sector tot een zelfstandige robuuste sector. Jaarlijks 10 % groei in consumentenbestedingen aan biologische voedingsmiddelen Jaarlijks 5 % groei in biologisch areaal Handhaving 10 %-norm voor beleidsondersteunend onderzoek en wettelijke onderzoekstaken. In de vorige beleidsperiode is de biologische sector sterk gegroeid. De meeste ambities uit de nota 2005-2007 zijn nog niet gerealiseerd en zullen in de aanstaande periode wel bereikt moeten worden, zodat de sector zich in de komende jaren kan ontwikkelen tot een robuuste sector die volledig zelfstandig opereert.14 2009 De biologische landbouw is een belangrijk onderdeel waar veel geld voor onderzoek en initiatieven voor beschikbaar is. De doelen die hiervoor gesteld zijn: In 2009 een stijging van 10% consumentenbestedingen biologische producten. In 2009 een stijging van 5% areaal biologische landbouw.13 Gezond voedsel 2009 Nota ‘Gezond voedsel van begin tot eind’ LNV en VWS hebben de nota ‘Gezonde voeding van begin tot eind’ uitgebracht. Waarbij VWS de nadruk legt op de ‘Gezonde keuze, de gemakkelijke keuze’ en LNV op ‘Weten waar het voedsel vandaan komt’. Deze nota is geschreven met als doel een gezond voedingspatroon bij de consument beter mogelijk te maken. Dit door middel van twee wegen, te weten: het veranderen van het productaanbod van het bedrijfsleven én het bijdragen aan een bewuster keuzegedrag van de consument. Belangrijke nieuwe acties uit de nota zijn: In de bestaande voedingsvoorlichting (Voedingscentrum, NGO’s, patiëntenverenigingen, voorlichtingbureaus en opleiding) meer nadruk leggen op het totale voedingspatroon in plaats van op afzonderlijke producten. Aandacht voor gezonde voeding integreren in de gezondheidszorg, in het bijzonder voor preconceptiezorg en prenatale zorg. Dit zal worden uitgevoerd door Jeugdgezondheidszorg (JGZ) en Centra voor Jeugd en Gezin (CJG). Productinnovaties stimuleren en transparant maken voor monitoring. Innovaties die passen in een gezond voedingspatroon en die de Richtlijnen Goede Voeding 2006 volgen.15 Beide ministeries willen het hoge huidige niveau van voedselveiligheid handhaven en daarnaast inzetten op innovatie. Inzet op onderzoek, innovatie en monitoring maken hier deel van uit. De basis voor het voedingsbeleid is monitoring via de Voedselconsumptiepeiling (VCP). De VCP wordt uitgevoerd door het RIVM, zij monitoren continu de voedselconsumptie van de bevolking tussen 7 en 69 jaar, en daarnaast houden zij een aparte peiling voor kinderen en ouderen.15
42
Toekomst Proeftuin Amsterdam
VII
2009
Beleid provincie Noord-Holland
Dit document geeft een samenvatting van het beleid van de provincie Noord-Holland in de periode 2002 – 2013. Per beleidsplan is kort een samenvatting gegeven van het beleid op het gebied van gezondheid en duurzaamheid in de relatie tot voedsel. Milieubeleidsplan 2002-2006 Milieubeleidsplan 2009-2013 Evaluatie milieubeleidsplan 2002-2006 Milieubeleidsplan 2002-2006 De provincie heeft zich tot doel gesteld vermesting en verzuring in de bodem tegen te gaan. Een van de maatregelen is het stimuleren en biologische en duurzame landbouw en boeren stimuleren om streekeigen producten te produceren. De ontwikkeling van biologische landbouw heeft als voordeel dat chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest vervangen worden door natuurlijke gewasbescherming en natuurlijk bemesting, wat beter is voor het milieu. Eén van de doelstellingen van de Provincie is dat er in 2010 in totaal 10% van het hele landbouwareaal biologisch is, dit door middel van onderzoek, pilotprojecten, voorlichting, educatie en samenwerking moet dit percentage worden bereikt.16 In de evaluatie van het milieubeleidsplan van 2002-2006 is niets relevants beschreven.17 Milieubeleidsplan 2009-2013 Voor de periode 2009-2013 is alleen een kadernotitie ter inzage. Het milieubeleidsplan wordt in april 2009 vastgelegd. In deze notitie zijn de doelen en resultaten grof beschreven. Één van deze doelen is dat de provincie ernaar streeft om meer bewustwording bij de burger te creëren op het gebied van gezondheid, milieu en fysieke leefomgeving.18 De provincie heeft in 2008 een campagne opgestart genaamd Noordhollandsegrond. Deze campagne loopt tot eind 2011 en heeft tot doel biologische en duurzame landbouw en visserij te stimuleren. Sinds enige tijd richt de campagne zich ook op duurzaam geproduceerde streekproducten.19,20
43
Toekomst Proeftuin Amsterdam
VIII
2009
Beleid gemeente Amsterdam
Dit document geeft een samenvatting van de diverse beleidsplannen van de gemeente Amsterdam. Er is per beleidsplan een korte samenvatting gegeven over onderwerpen die betrekking hebben op gezondheid, duurzaamheid en de relatie tot voedsel. Milieubeleidsplan 2004-2006 Milieubeleidsplan 2007-2010 Sportplan 2009-2012 GGD Amsterdam Kadernota volksgezondheid 2008-2011 Milieubeleidsplan 2004-2006 In het milieubeleidsplan voor de periode 2004-2006 wordt niets beschreven over duurzaamheid in relatie tot voeding.21 Milieubeleidsplan 2007-2010 De gemeente heeft zich als doel gesteld de burgers en bedrijven milieubewuster te laten consumeren en produceren. Dit willen zij bereiken door zelf het goede voorbeeld te geven. Daarvoor worden interne richtlijnen opgesteld voor de inkoop van duurzame goederen en diensten. Een voorbeeld van een richtlijn is dat in 2010, 40% van de omzet van de catering bij de stadsdeelkantoren van biologische producten komen. Daarnaast wil de gemeente een netwerk opzetten op het gebied van milieu voor het uitwisselen van kennis en ideeën. Duurzaam ondernemen komt vaak naar voren in het beleid van de gemeente. Proeftuin Amsterdam is een voorbeeld waarbij voeding en duurzaamheid centraal staan. In 2010 zullen de resultaten van Proeftuin Amsterdam worden geëvalueerd.22 Sportplan 2009-2012 GGD Amsterdam Er is door de GGD Amsterdam en de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling een Sportplan 2009-2012 opgesteld wat een verandering in beweeg- en eetgedrag bij kinderen (0-18 jaar) moet waarborgen. Dit in strijd tegen overgewicht, het creëren van bewustwording over gezonde voeding en het nut van lichaamsbeweging. Diverse doelstellingen van het project met betrekking tot gezonde voeding worden gerealiseerd door reeds bestaande projecten van Proeftuin Amsterdam.23 Kadernota volksgezondheid 2008-2011 Deze volksgezondheidsnota is geschreven om de Amsterdamse bevolking zo gezond mogelijk te laten leven. Eén van de belangrijke onderwerpen rond gezond leven is de leefomgeving. De leefomgeving wordt door middel van drie thema’s in kaart gebracht. Deze thema’s zijn: kwaliteit van de lucht het beweeggedrag van mensen in hun woonbuurt (De Gezonde Wijk) de relatie tussen stad en voeding (Proeftuin Amsterdam) De projecten van Proeftuin Amsterdam op het gebied van gezonde voeding worden ingezet om de Amsterdammer zo eenvoudig mogelijk een gezonde keuze te laten maken.24
44
Toekomst Proeftuin Amsterdam
IX
2009
Beleid gemeente Zaanstad
Dit document geeft een samenvatting van de diverse beleidsplannen van de gemeente Zaanstad. Er is per beleidsplan een korte samenvatting gegeven over onderwerpen die betrekking hebben op gezondheid, duurzaamheid en de relatie tot voedsel. Milieuprogramma 2004 Milieuprogramma 2008 Gezondheidsbeleid 2003-2007 Milieuprogramma 2004 In het milieuprogramma wat voor 2004 geschreven is komt naar voren dat de gemeente de burgers wil stimuleren door middel van communicatie. In samenwerking met de burgers ontwikkelt de gemeente maatregelen die bijdragen aan een verbetering op het gebied van milieubewustzijn, een verbetering van de leefomgevingen en uiteindelijk naar een optimale duurzame samenleving. Overleg met natuur- en milieugroeperingen vindt onder andere plaats in het milieuplatform.25 Milieuprogramma 2008 Uit het opgestelde milieuprogramma van 2008 blijkt dat de Gemeente Zaanstad partner is van Proeftuin Amsterdam. In 2008 wordt de agenda bekrachtigd door de raad. Tevens worden er onderdelen van het actieprogramma uitgevoerd gaan worden.26 Gezondheidsbeleid 2003-2007 Daarnaast heeft de gemeente een gezondheidsbeleid voor de periode 2003-2007 opgesteld. Één van de ambities is dat de gemeente de jongeren wil stimuleren gezonder gedrag te gaan vertonen. Voorbeelden van gezond gedrag zijn bewegen, gezondere voeding en geen verslavende middelen.27
45
Toekomst Proeftuin Amsterdam
X
2009
Overzicht doelen, projecten en behaalde resultaten
Gezond voedsel uit regio beschikbaar in alle schoolkantines, ziekenhuis en zorginstellingen. Project / Actie Uitvoerder Fase Resultaat Gezond eten op scholen GGD Idee Handleiding voor gebruik waaier. Ambitie 2009: 15 scholen waaier in gebruik Tijd voor Eten GGD, DRO, DMO, DWI, Loopt Op 1 school wordt Stichting Natuur, Tijd en gekookt, 2e school Tafel gevonden in Osdorp Gezonde schoolkantine GGD, DMO, Proeftuin Loopt 2 scholen willen Amsterdam. meewerken, studenten Studenten Hogeschool hebben het project van Amsterdam verder opgepakt Schoolgruiten GGD Parallel project 450 scholen in NL doen mee EKO-restaurants in de Cordaan, Deli XL, Loopt Bedrijfsplan wordt zorg Proeftuin gemaakt Stadslandsgoed Klarenbeek wordt ontwikkeld, omgevingsanalyse Buitenhof afgerond (H)eerlijke voeding uit Gemeente Zaanstad Plan Planfase de streek op brede scholen Smaaklessen LNV, GGD Parallel project 41 scholen uit Amsterdam doen mee Over Gewicht Gesproken GGD Parallel project Lunch4kids Parallel project De Smaak te Pakken Parallel project Zaaiweek 2008/2009 NHG, Kids in Balance, Incidenteel Proeftuin, Colour Kitchen Discussiebijeenkomst Proeftuin Incidenteel 2008 60% biologisch voedsel, met een ondergrens van 40%, raamcontract (2010/11). Project / Actie Uitvoerder Convenant catering DMB, concern Amsterdam Amsterdam Onderzoek gemeentelijk Studenten Hogeschool raamcontract van Amsterdam Biologische catering Personeel stadhuis, Marc stadhuis Zaanstad Buiter, Cees Roem
in gemeentelijke kantines eerstvolgende Fase Loopt Loopt Loopt
Resultaat 9 restaurants hebben het raamcontract getekend Eind mei/begin juni zal het rapport zijn afgerond Planfase
46
Toekomst Proeftuin Amsterdam Toename aantal boerderijen dat direct aan afnemers in de stad levert. Project / Actie Uitvoerder Fase Korte ketens Marqt en MijnBoer Loopt Marktverkenning streekproducten
Provincie Noord-Holland, SPN, VROM en LNV
Loopt
Buurtmoestuin Rivierenbuurt
Initiatief Auke Bakker
Plan
Significant hoger aanbod duurzame streekproducten in toeristische sector. Project / Actie Uitvoerder Fase
Eet- en leefstijl (beweging) en voedselkwaliteit onderdeel onderwijsagenda. Project / Actie Uitvoerder Fase De smaak te pakken: NME Parallel, autonoom kinderen en ouders stimuleren te koken met verse schooltuinproducten in de Week van de Smaak. Jump in: VROM, LNV, GGD, DMO, Parallel Leerlingen stimuleren ROC en het om meer te bewegen en innovatienetwerk. gezond te eten. ‘De Gezonde GGD Parallel Schoolkantine’, project Voedingscentrum Elk stadsdeel heeft een schoolwerktuin op bereikbare afstand. Project / Actie Uitvoerder Fase Schoolwerkentuinen in Natuur Milieu en Afgerond Amsterdam Educatie (NME), stadsdelen Kwaliteitsverbetering Gemeente, DRO Plan schoolwerktuinen Tuinen van West Stadsdelen Osdorp en Afgerond Geuzenveld
Schoolbezoeken aan boerderijen in scheggen. Project / Actie Uitvoerder Boerderijeducatie NME, VSB fonds, Agrarische natuurvereniging, Proeftuin Amsterdam
Boerderijeducatie provincie Noord-Holland
Provincie Noord-Holland
Fase Loopt
Parallel, planfase
2009
Resultaat J. Bond in overleg met AHOLD Rapport 13-03-09 bijeenkomst marktkansen biologische landbouw Planfase
Resultaat
Resultaat
10 scholen in VO worden begeleid
Resultaat 14 schoolwerktuinen
Planfase Afgerond, in stadsdelen Osdorp en Geuzenveld. Streekmaaltijd in 2009.
Resultaat 2008 = 22 scholen, ongeveer 550 groep 7 leerlingen Doel 2009 = 150 scholen, 2010 = 200 scholen, 2011 = 250 scholen Planfase
47
Toekomst Proeftuin Amsterdam Herkenbaar aanbod streekproducten op Amsterdamse markten. Project / Actie Uitvoerder Fase Seizoensmarkten Slowfood en Groene Idee/Loopt Hart, Kloppend Hart, Proeftuin, VSB Lekker regionaal Vriendelijke Keukens en Idee/Loopt van Eigen Erf Zaanse biologische Concernstaf gemeente Zelfstandig project / markt Zaanstad, Bas Husslage afgerond Milieukeur horeca Milieukeur, DMB Idee
Schijf van Vijf
Studenten Hogeschool van Amsterdam
2009
Resultaat 4 markten in 2009, verschillende stadsdelen Planfase Zelfstandig project, elke maand een markt In 2009 een kopgroep restaurants wat zich inzet voor duurzame productie. Eind mei/begin juni zal het rapport zijn afgerond
Vereenvoudiging regelgeving om initiatieven aanbod duurzaam en streekgebonden producten te vergroten (onder andere voor markten en kramen). Project / Actie Uitvoerder Fase Resultaat
Aanzienlijke reductie voedselkilometers (meer voedsel van dichtbij dan van veraf). Project / Actie Uitvoerder Fase Resultaat Positionering FCA als Food Center Amsterdam Plan Uitgangspunten Stedelijke Foodhub meegenomen in aanbesteding herstructurering FCA Ondernemersbijeenkomst Proeftuin Amsterdam, Parallel, incidenteel Bijeenkomst 24 september 2008 Food Center, organisatie Week van de Smaak 2008. Afvalboot ICO Food Center Amsterdam Parallel Afval wordt per schip verzameld en verwerkt. Duurzame distributie van vers voedsel (elektrische auto’s; Euro5;vrachttram,water). Project / Actie Uitvoerder Fase Resultaat Demo duurzaam DMB, DIVV, Mokum Parallel, eenmalig Niet bekend aanvoeren vers voedsel Mariteam en afvoer van afval Meer hergebruik van voedselafval als energiebron. Project / Actie Uitvoerder
Fase
Resultaat
Landbouwgrond in Nationale Landschappen daar waar mogelijk blijven geschikt voor agrarische functies. Project / Actie Uitvoerder Fase Resultaat
48
Toekomst Proeftuin Amsterdam Invloedrijk netwerk van internationaal duurzame regionale voedselketens. Project / Actie Uitvoerder Fase Interreg DRO, Gemeente Loopt Zaanstad Verduurzaming Provincie Noord-Holland, regionale Taskforce voedselketen Multifunctionele landbouw en VROM FoodTURE-S Europese partners Planfase
2009
Resultaat Bijeenkomsten verspreid door Europa.
3-jarig project, start in 2009
Goed en gezond voedsel als vanzelfsprekendheid onderwerp op de beleidsagenda’s van de lokale overheden. Project / Actie Uitvoerder Fase Resultaat Kilmaat neutraal Afdeling milieu Planfase Bijeenkomsten genieten gemeente Zaanstad Marc Buiter Zaanstreek: duurzame Zaanstreek first in food Parallel project Symposium voedselregio Meer banen voor met name jongeren op de regionale arbeidsmarkt op het gebied van voedsel en beweging. Project / Actie Uitvoerder Fase Resultaat Begeleiden stages VMBO Stichting AGF, Centrum Afgerond Rapport voor de sector in AGF sector voor Kennis en Food Lab, concept Ontwikkeling Meeting Ontwikkeling en Meeting Loopt aangevraagd PIM. Point Point Amsterdam NOVA, ROC, Food Center Meeting Point Stimuleren Provincie Noord-Holland, representatieve Zaanstad en Syntens duurzame MKB bedrijven in de voedselketen House of Food Zaanstad Plan Subsidie aangevraagd Projecten/Acties die niet onder een van de doelstellingen zijn te plaatsen. Project / Actie Uitvoerder Fase Proeftuin Zaanstad Gemeente Zaanstad Plan Bas Husslage Smaakexplosies Bas Husslage In ontwikkeling Proeftuinen Nederland Zaanstad: Duurzame voedselregio Hoofdstad van de Smaak Week van de Smaak
Resultaat
Jaarlijks smaakfestival in Zaanstad
Gemeente Zaanstad Gemeente Amsterdam
2009, in uitvoering
Gemeente Amsterdam
2009, in uitvoering
Titel ‘Hoofdstad van de Smaak’ behaald Activiteiten ontwikkelt voor september 2008 en 2009
49
Toekomst Proeftuin Amsterdam
XI
2009
Subdoelstellingen Plan van Aanpak maart 2008
Uit de hoofddoelstellingen zijn een aantal subdoelstellingen voort gekomen welke zijn verdeeld onder vier thema’s. Jeugd en ouderen (gezond en lekker) Versterken relatie stad-land (dichtbij en natuurlijk) Duurzame regionale voedselketen (milieu- en diervriendelijk) Kennis, werk, opleiding en marketing Jeugd en ouderen Het tegengaan van overgewicht en andere aan voeding gerelateerde ziekten, vooral bij jongeren en sociaaleconomisch zwakke groepen (o.a. via bewustwording van consumenten). Preventieve acties gericht op het stimuleren van gezondere eet- en leefgewoonten, in het bijzonder in het onderwijs en het verenigingsleven. Stimuleren van burgerinitiatieven op het gebied van gezond eten. Goed voedselaanbod in zorgcentra en ziekenhuizen. Bedrijven stimuleren veilig en gezond eten te produceren. In onderwijs meer aandacht geven aan voedselkwaliteit. Versterken relatie stad-land Betere afstemming tussen de vraag van stedelijke consumenten en het aanbod vanuit de omringende Nationale Landschappen. Bevorderen van stadslandbouw in de nabijheid van de stad. Catering met lokale producten uit de omringende Nationale Landschappen bevorderen binnen het concern Amsterdam. Duurzame, regionale voedselketen De catering van het concern Amsterdam bestaat in het volgende raamcontract (2010/11), voor 60% uit gecertificeerde duurzame producten. Samenwerken met bedrijfsleven om lokale producten uit de omringende Nationale Landschappen te promoten, ook in de toeristische sector. Minder voedselkilometers en minder milieubelastend transport door gebruik van schonere vervoermiddelen. Stimuleren van veranderingen in consumptiepatroon. In onderwijs meer aandacht geven aan duurzame en dier- en milieuvriendelijke productie. Kennis, werk, opleiding en marketing Amsterdamse regio op gebied van schone, duurzame en veilige productie van voedsel nationaal en internationaal profileren. Uitstallen en fêteren van de culturele diversiteit en saamhorigheid. Amsterdam ook culinair een topstad maken. Verbeteren van mogelijkheden voor jongeren op de arbeidsmarkt door opleiding en stages bij bedrijven. Het organiseren van maatschappelijke stages voor vmbo-leerlingen bij boeren en instellingen met projecten op gebied duurzame en gezonde voeding. Onderzoek naar opstarten Interreg-project IV-C project.
50