Gemeentebestuur
RAADSGRIFFIE DORDRECHT Ontvangen: \ ft /j Griffier !»• Gemeenteraad Presidium Commissie Griffie DIV team 2
>tó •ff-
1
- «IIr
H-itf 28/a
Beslisformulitr B en W e-mail adres: SEssc
beleidsvoorstel
hamerstuk
D Kabinet Datam 4 /t/// 2003
Aan het college van burgemeester en wethouders
Dienst Stafdiensten
Portefeuillehouder WEZ
Afdeling Judoc/JZ
Agendastuk
Redacteur J.E. Ossewaarde
Beslissing op bezwaarschrift van Van Wijnen Projectontwikkeling b.v. mede namens Vervelde Dubbeldam b.v. en mevr. Th.A. Vervelde-van der Hoeven tegen het raadsbesluit van 17 september 2002, waarbij het collegebesluit is bestendigd om de gronden Wieldrechtse Zeedijk eo aan te wijzen als gronden waarop de Wvg van toepassing is
Telefoonnummer 68 60 Reg.ken
Specificatie bijlagen : advies commissie beroep- en bijzondere bezwaarschriften (CBB), raadsvoorstel en ontwerp-besluit, verslag vergadering 31 maart 2003 Gevraagde beslissing BenW
Akkoord met agendering
De raad voorstellen om in overeenstemming met het advies van de CBB, het raadsvoorstel en het ontwerp-besluit de bezwaren van reclamanten ongegrond te verklaren en het bestreden raadsbesluit van 17 september 2002 in stand te laten.
Portefeuillehoi Secretaris Burgemeester
Datum 15 juli 2003 BenW- besluit
Datum
B&W-besluit
VST-"! -2oo J Akkoord met agendering Raad
Gevraagde beslissing Raad
In overeenstemming met het advies van de CBB, het raadsvoorstel en het ontwerp-besluit £] Griffier de bezwaren van reclamanten ongegrond verklaren en het bestreden raadsbesluit van 17 september 2002 in stand laten. [H Raadsvoorzitter Presidium Raadscommissie(s) / Datum Ruimte en Economie 28 augustus 2003 Datum Raadsvergadering 9 september 2003 Datum
Advies raadscommissie(s) inclusief afwijkende standpunten
Raadsbesluit
Administratieve afwerking besluit: kopie aan dienst/afdeling
"
Opmerkingen
Pagina 1
Vervolg pagina 2
Alleen een compleet ingevulde lijst (ja/nee) geeft toegang tot de B&W-agenda Niet alle vragen hoeven met ja te worden beantwoord! Leeswijzer
ja
nee
toelichting
Geformuleerde opdracht/probleemstelling
D
M
blz.
Samenvatting
D
El
blz.
Control
Ja
nee
Toelichting
Product of beoogd resultaat beschreven
D
El
blz.
Prestatie indicatoren aangegeven
D
El
blz.
Risico analyse
D
El
blz.
Informatievoorziening geregeld
D
El
blz.
Juridisch getoetst
D
El
blz.
Inspraak na BenW-beslissing
D
El
d beperkt
d 'inspraak'
[H 'inspraak plus'
blz.
Referendabel na BenW-beslissing
D
El
zie ontwerp besluit
Totale kosten in beeld
D
El
€
Incidentele kosten
D
El
D onvoorzien
Dekking incidenteel
D
El
D intern/begrotingsnr.: D anders namelijk: €
Structurele kosten
D
El
D onvoorzien
Dekking structureel
D
El
O intern/begrotingsnr.: G anders namelijk: €
Netto investeringskosten
D
El
d bijgesloten
G verzamelvoorstel G de raad van:
Begrotingswijziging nodig
D
Ei
Afgestemd met bestuurder(s)
D
El
Verwerkte advisering
/a
nee
toelichting
Andere betrokken diensten
D
El
Stadsontwikkeling/Grondbedrijf
Juridische discipline
m
D
Voorlichting
D
El
Andere interne discipline
D
El
SBC
D
13
AD
D
EI
Externe betrokkenen
D
D begrotingsnr.:
ö officiële publicatie
Akkopra voor cianbieding aan B&W / V/ . »~ Controller -a*"
:(\n /-\
___
Directeur
pagina 2 1
toelichting: ontwerp referendumverordening met toelichting en model besluit raadpleegbaar op intranet onderdeel juridisch.
SBC (bij dekking t.l.v. concernmiddelen)
De commissie voor beroep- en bijzondere bezwaarschriften Gemeente Dordrecht Aan de gemeenteraad van Dordrecht Onderwerp Advies op de bezwaarschriften van Van Wijnen Projectontwikkeling West b.v. mede namens Vervelde Dubbeldam b.v. en mevr. Th.A. Vervelde-van der Hoeven tegen het raadsbesluit van 17 september 2002, waarbij het collegebesluit is bestendigd om de gronden gelegen tussen de Wieldrechtse Zeedijk, de Oude Beerpoldersekade en de A16 aan te wijzen als gronden waarop de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) van toepassing is.
1.
Bestreden besluit Het college van burgemeester en wethouders heeft bij besluit van 13 augustus 2002, bekendgemaakt op 14 augustus 2002, aan de raad voorgesteld om op grond van de artikelen 2a en 8 Wvg de gronden gelegen tussen de Wieldrechtse Zeedijk, de Oude Beerpoldersekade en de A16 aan te wijzen als gronden waarop de Wvg van toepassing is. De raad heeft dit collegebesluit in zijn vergadering van 17 september 2002 bestendigd, welk besluit op 18 september 2002 aan de belanghebbenden is bekendgemaakt. R. Kornman van Van Wijnen Projectontwikkeling West b.v. heeft tegen het raadsbesluit mede namens Vervelde Dubbeldam b.v. en mevr. Th.A. Vervelde-van der Hoeven (hierna: reclamanten) bij brieven van 24 september 2002 bezwaarschriften ingediend.
2.
Procedure
2.1
De bezwaarschriften zijn ingediend binnen de bezwarentermijn en reclamanten kunnen worden aangemerkt als belanghebbenden.
2.2
De bezwaarschriften zijn om advies in handen gesteld van de commissie voor beroepen bijzondere bezwaarschriften (hierna: de commissie).
2.3
De behandeling van de bezwaarschriften heeft plaatsgevonden in de openbare vergadering van de commissie van 31 maart 2003.
2.4
Reclamanten zijn in de gelegenheid gesteld hun bezwaren mondeling toe te lichten en hebben van deze gelegenheid gebruik gemaakt. Het verslag van de hoorzitting is bijgevoegd en maakt deel uit van het advies.
3.
Feiten
3.1
De gemeente ziet voor het gebied gelegen tussen de Rijksweg, de N3 en de Dordtse Kil vanwege de gunstige ligging ten opzichte van Rotterdam goede mogelijkheden om dit te ontwikkelen als bedrijfsterrein. Voor het gedeelte ten noorden van de Wieldrechtse Zeedijk, genaamd Dordse Kil III, is onder gebruikmaking van de Wvg een bestemmingsplan opgesteld. In het Stadsplan Dordrecht 2000, vastgesteld door de raad op 4 april 2000, staat beschreven dat Dordtse Kil III voorziet in de behoefte aan regulier bedrijventerrein tot 2010. Het gebied Dordtse Kil IV is aangewezen als reservering voor reguliere bedrijvigheid op lange termijn. In het Streekplan ZuidHolland Zuid van 17 mei 2000 is de contour verruimd om de aanleg van het bedrijventerrein Dordtse Kil IV mogelijk te maken.
Nu de ontwikkeling van Dordtse Kil III voorspoedig verloopt, acht het gemeentebestuur het uit oogpunt van beschikbaarheid noodzakelijk te starten met de voorbereiding van de ontwikkeling van Dordtse Kil IV. 3.2
Het college van burgemeester en wethouders heeft bij besluit van 13 augustus 2002, bekendgemaakt op 14 augustus 2002, aan de raad voorgesteld om op grond van de artikelen 2a en 8 Wvg de gronden gelegen tussen de Wieldrechtse Zeedijk, de Oude Beerpoldersekade en de A16, het gebied Dordtse Kil IV, aan te wijzen als gronden waarop de artikelen 10 tot en met 24, 26 en 27 Wvg van toepassing zijn. Bij brieven van 28 augustus 2002 hebben reclamanten in reactie op de voorgenomen aanwijzing gemeld dat zij betreffende in het aanwijzingsgebied vallende percelen koopovereenkomsten hebben gesloten en van mening zijn dat deze transacties door de gemeente gerespecteerd dienen te worden. Op 17 september 2002 heeft de raad het collegebesluit bestendigd. Het voorkeursrecht is gevestigd voor de duur van twee jaar.
3.3
Bij brieven van 16 oktober 2002 heeft het college van burgemeester en wethouders reclamanten erop gewezen dat de Wvg per 1 september 2002 is gewijzigd in die zin dat overeenkomsten betreffende een onroerende zaak, die geregistreerd zijn na 22 mei 2001, buiten de werking van het voorkeursrecht kunnen vallen. Belangrijke conditie voor reclamanten om buiten de werking van de Wvg te vallen is in dit geval dat vervreemding van de betrokken gronden moet zijn geschied binnen zes maanden na inwerkingtreding van de wijziging van de Wvg, dat wil zeggen vóór 1 maart 2003.
4.
Standpunt reclamanten Mevr. Th.A. Vervelde-van der Hoeven heeft de percelen kadastraal bekend sectie V nummers 263 en 264 verkocht aan Van Wijnen Projectontwikkeling West b.v., welke verkoop bij akte van 6 juli 2001 is vastgelegd. Vervelde Dubbeldam b.v. heeft eveneens bij akte vastlegging koopovereenkomst van 6 juli 2001 aan Van Wijnen Projectontwikkeling West b.v. verkocht de percelen kadastraal bekend sectie V nummers 639 en 640. Van Wijnen Projectontwikkeling West b.v. is van plan de van mevr. Th.A. Vervelde-van der Hoeven en Vervelde Dubbeldam b.v. gekochte percelen te gaan ontwikkelen, waarbij wordt geanticipeerd op de in het Streekplan Zuid-Holland Zuid van 17 mei 2000 opgenomen mogelijkheid tot ontwikkeling van een bedrijventerrein. Het bedrijf stelt hierover op reguliere basis te hebben gesproken met ambtenaren van de gemeente. Reclamanten stellen dat, nu zij de percelen ruim vóór de datum van het collegebesluit van 13 augustus 2002 hebben verkocht, zij hebben voldaan aan het vereiste van artikel 10 lid 3 Wvg, zodat de percelen niet vallen onder de vestiging van het gemeentelijk voorkeursrecht.
5.
Overwegingen
5.1
Artikel 2a Wvg bepaalt dat een besluit als bedoeld in artikel 2, lid 1 Wvg genomen kan worden door de raad van een gemeente, waaraan zelfstandig of samen met andere gemeenten blijkens nationaal of provinciaal ruimtelijk beleid uitbreidingscapaciteit is toegedacht of gegeven. Artikel 2, lid 1 Wvg bepaalt dat bij besluit van de gemeenteraad gronden, begrepen in een structuurplan, waarvoor aanwijzingen zijn gegeven voor de bestemming, of in een bestemmingsplan, kunnen worden aangewezen als gronden, waarop de artikelen 10-24, 26 en 27 van toepassing zijn. Uit artikel 2, tweede lid volgt dat voor een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid alleen in aanmerking komen de gronden, waaraan bij het structuurplan, onderscheidenlijk het bestemmingsplan een niet-agrarische bestemming is toegedacht, onderscheidenlijk gegeven en waarvan het gebruik afwijkt van dat plan.
Artikel 8 Wvg bepaalt dat de gemeenteraad gronden kan aanwijzen waarop van toepassing zijn artikel 10, met dien verstande dat de in lid 2, onder d bedoelde verplichting moet zijn ontstaan voor de dagtekening van dat besluit, 11-24, 26 en 27, voor zover die gronden nog niet zijn opgenomen in een ter inzage gelegd ontwerp van een structuurplan als bedoeld in artikel 2, lid 1 of van een bestemmingsplan, waarbij aan de betrokken gronden een gewijzigde bestemming wordt toegedacht onderscheidenlijk gegeven. Bij dat raadsbesluit behoort een kaart waarop de betrokken gronden en de aan die gronden toegedachte bestemming zijn aangeduid. 5.2
De raad heeft de vestiging van het voorkeursrecht op de onderhavige gronden gebaseerd op de artikelen 2a en 8 Wvg. De gemeente Dordrecht vervult een belangrijke rol in het Samenwerkingsverband Drechtsteden, dat verantwoordelijk is voor de uitvoering van de Vinex-opgave voor de jaren 1995-2005. Aldus is aan haar uitbreidingscapaciteit als bedoeld in artikel 2a Wvg toegedacht c.q. gegeven en is zij gerechtigd gebruik te maken van de Wvg. Artikel 8 Wvg biedt de mogelijkheid op gronden die niet zijn opgenomen in een ontwerp-structuurplan of een ontwerp-bestemmingsplan een voorkeursrecht te vestigen. Voorwaarden voor toepassing van deze bepaling zijn dat het vestigingsbesluit ten opzichte van het vigerend bestemmingsplan aan de gronden een gewijzigde bestemming toedenkt en het bestaande gebruik van de grond afwijkt van de in het vestigingsbesluit toegedachte bestemming. De beoogde bestemmingen van de onderhavige percelen in Dordtse Kil IV zijn bedrijventerrein en natuurlandschap. De huidige bestemming en het huidige gebruik van de locatie zijn agrarisch. Het vestigingsbesluit bevat een kadastrale kaart en een perceelslijst, waarop zijn vermeld de in de aanwijzing opgenomen percelen, hun grootte, alsmede de namen van de eigenaren en van de rechthebbenden op de daarop rustende beperkte rechten. De commissie is van oordeel dat uit het voorgaande volgt dat is voldaan is aan de wettelijke vereisten voor het vestigen van het voorkeursrecht op grond van artikel 8 Wvg.
5.3
Artikel 10, eerste lid Wvg luidt dat een verkoper eerst tot vervreemding kan overgaan nadat de gemeente in de gelegenheid is gesteld het desbetreffende goed te kopen. In artikel 10, tweede lid worden een aantal gevallen van vervreemding genoemd waarin het eerste lid niet geldt. De commissie stelt vast dat, zoals gepubliceerd in het Staatsblad 2002, nr. 326, artikel 10, tweede lid Wvg per 1 september 2002 is gewijzigd. De onderdelen d en e zijn vervallen. Krachtens het overgangsrecht dat geldt voor overeenkomsten als bedoeld in onderdeel d, zoals luidend vóór inwerkingtreding van de wetswijziging, welke zijn geregistreerd op of na 22 mei 2001, maar vóór inwerkingtreding van deze wet, is het bepaalde in artikel 10, eerste lid niet van toepassing indien de vervreemding geschiedt binnen zes maanden na inwerkingtreding van deze wet. Bovengenoemde wetswijziging is van toepassing op de koopovereenkomsten tussen mevr. Th.A. Vervelde-van der Hoeven en Van Wijnen Projectontwikkeling West b.v. enerzijds en Vervelde Dubbeldam b.v. en Van Wijnert Projectontwikkeling West b.v. anderzijds. De overeenkomsten zijn ingeschreven in de openbare registers op 9 juli 2001, dus na 22 mei 2001 en vóór inwerkingtreding van de wijziging van artikel 10, tweede lid Wvg. Ingevolge het hierboven beschreven overgangsrecht zouden deze overeenkomsten alleen dan buiten de werking van het voorkeursrecht vallen, indien de juridische levering van de percelen vóór 1 maart 2003 zou hebben plaatsgevonden. Reclamanten zijn bij brieven van 16 oktober 2002 gewezen op deze exclusieve mogelijkheid om op ontheffing van het bepaalde in artikel 10, eerste lid Wvg aanspraak te kunnen maken. Uit kadastraal onderzoek is gebleken dat tot 1 maart 2003 met betrekking tot de bovengenoemde koopovereenkomsten geen juridische eigendomsoverdrachten zijn geschied.
Reclamanten hebben tijdens de hoorzitting van 31 maart 2003 bevestigd dat juridische overdracht nog niet heeft plaatsgevonden vanwege belastingtechnische redenen. De commissie moet dan ook concluderen dat met betrekking tot de koopovereenkomsten van reclamanten het bepaalde in artikel 10, eerste lid Wvg herleeft, hetgeen betekent dat mevr. Th.A. Vervelde-van der Hoeven en Vervelde Dubbeldam b.v. pas tot vervreemding van de betrokken percelen kunnen overgaan nadat zij de gemeente in de gelegenheid hebben gesteld de percelen te kopen. 5.4
5.5
6.
De commissie meent dat de door reclamanten aangevoerde argumenten geen aanleiding kunnen geven voor een herziening van het raadsbesluit tot vestiging van het voorkeursrecht. Daarbij merkt zij op dat het voorkeursrecht tijdens het planontwikkelingsproces de belangrijke functie van beschermingsinstrument heeft, waardoor kan worden voorkomen dat projectontwikkelaars die op de hoogte komen van de planologische plannen in het gebied een positie verwerven. De verwachting is reëel dat eerder dan 2010 behoefte is aan een bedrijventerrein Dordtse Kil IV. Gelet op de termijn die nodig is voor ontwikkeling van het aan het bestreden besluit ten grondslag liggende planologisch regime en het verwerven van betrokken gronden en opstallen, is de commissie van oordeel dat de raad terecht heeft besloten tot het vestigen van een voorkeursrecht op de benodigde gronden. Ingevolge artikel 7:11 van de Awb vindt op grondslag van het bezwaar een volledige heroverweging van het bestreden besluit plaats. De commissie is van oordeel dat het besluit rechtmatig is te achten. Daarnaast geeft ook een toetsing aan het beleid van de gemeente geen aanleiding om te adviseren tot een herziening van het bestreden besluit.
ADVIES OP DE BEZWAARSCHRIFTEN De commissie adviseert, met inachtneming van bovenstaande overwegingen, de bezwaren van reclamanten ongegrond te verklaren en het bestreden raadsbesluit van 17 september 2002, waarbij op grond van de artikelen 2a en 8 Wvg de gronden gelegen tussen de Wieldrechtse Zeedijk, de Oude Beerpoldersekade en de A16 (Dordtse Kil IV) zijn aangewezen als gronden waarop de artikelen 10 tot en met 24, 26 en 27 Wvg van toepassing zijn, in stand te laten.
Dordrecht, 4 juli 2003 De commissie voor beroep- en bijzondere bezwaarschriften de secretaris de voor
mevr. mr. drs. J.E. Ossewaarde
mr. J.
Aan de Gemeenteraad
Nummer
Agendapunt nr.
2003/.... /ST/JUDOC/JZ
Datum 15 juli 2003
Bijl.nr.
Onderwerp
Beslissing op het bezwaarschrift van Van Wijnen Projectontwikkeling West b.v. mede namens Vervelde Dubbeldam b.v. en mevr. Th.A. Vervelde-van der Hoeven tegen het raadsbesluit van 17 september 2002, waarbij het collegebesluit is bestendigd om de gronden gelegen tussen de Wieldrechtse Zeedijk, de Oude Beerpoldersekade en de A16 aan te wijzen als gronden waarop de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) van toepassing is.
Het bezwaarschrift is om advies in handen gesteld van de commissie voor beroep- en bijzondere bezwaarschriften (hierna: de commissie). De behandeling van het bezwaarschrift heeft plaatsgevonden in de openbare vergadering van de commissie van 31 maart 2003. De commissie adviseert de bezwaren van reclamant ongegrond te verklaren en het bestreden raadsbesluit van 17 september 2002 in stand te laten. Wij stemmen in met het advies van de commissie.
Voorstel Wij stellen u voor om, overeenkomstig het advies van de commissie voor beroep- en bijzondere bezwaarschriften van 8 juli 2003, de bezwaren van Van Wijnen Projectontwikkeling West b.v. mede namens Vervelde Dubbeldam b.v. en mevr. Th.A. Vervelde-van der Hoeven ongegrond te verklaren en het bestreden raadsbesluit van 17 september 2002, waarbij op grond van de artikelen 2a en 8 Wvg de gronden gelegen tussen de Wieldrechtse Zeedijk, de Oude Beerpoldersekade en de A16 (Dordtse Kil IV) zijn aangewezen als gronden waarop de artikelen 10 tot en met 24, 26 en 27 Wvg van toepassing zijn, in stand te laten. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van DORDRECHT de secretaris de burgemeester
H.W.M. Wesseling
R.J.G. Bandell
Gemeentebestuur
ONTWERP-BESLUIT De Raad van de gemeente Dordrecht; gelezen het advies van de commissie voor beroep- en bijzondere bezwaarschriften van 4 juli 2003 en het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 5 juli 2003, nr. GB 2003/.../SO/GBD;
besluit: in te stemmen met het advies van de commissie voor beroep- en bijzondere bezwaarschriften van 8 juli 2003 en overeenkomstig dit advies de bezwaren van Van Wijnen Projectontwikkeling West b.v. mede namens Vervelde Dubbeldam b.v. en mevr. Th.A. Vervelde-van der Hoeven ongegrond te verklaren en het bestreden raadsbesluit van 17 september 2002, waarbij op grond van de artikelen 2a en 8 Wvg de gronden gelegen tussen de Wieldrechtse Zeedijk, de Oude Beerpoldersekade en de A16 (Dordtse Kil IV) zijn aangewezen als gronden waarop de artikelen 10 tot en met 24, 26 en 27 Wvg van toepassing zijn, in stand te laten; Aldus besloten in de openbare vergadering van 9 september 2003.
De griffier
de voorzitter
commissie voor beroep- en bijzondere bezwaarschriften, Spuiboulevard 300, 3311 GR Dordrecht.
Verslag van de vergadering van 31 maart 2003 vastgesteld d.d. 12 mei 2003
Openbaar gedeelte Behandeling van de bezwaarschriften Van Wijnen Projectontwikkeling b.v. namens Vervelde Dubbeldam b.v. en mevr. Th.A. Vervelde-van der Hoeven tegen het collegebesluit van 16 augustus 2002 c.q. het raadsbesluit van 17 september 2002, waarbij gronden gelegen tussen de Wieldrechtse Zeedijk, de Oude Beerpoldersekade en de A16 te Dordrecht zijn aangewezen als gronden waarop de Wet voorkeursrecht gemeenten van toepassing is
Commissie:
mr. J.W.M. Tijnagel (voorzitter), mr. J.M. van der Klooster, mr. B.F.M. Knüppe, mevr. C.M.L. Lambrechts, C. Van Leuzen en mevr. mr. J.E. Ossewaarde (secretaris).
Reclamant:
R. Kornman (Van Wijnen Projectontwikkeling b.v.), gemachtigde L. Vervelde, namens Vervelde Dubbeldam b.v. en mevr. Th. Vervelde,
B en w:
J.C. Hol (Stafdiensten)
Pers:
M. Kuiper (De Dordtenaar)
De voorzitter heet de aanwezigen welkom en legt de taak van de commissie uit. Hij stelt de leden van de commissie voor. Hij nodigt reclamant uit tot het geven van een toelichting op zijn bezwaarschrift. De heer Vervelde legt uit dat hij in september 2000 is benaderd door de gemeente met het verzoek of hij zijn gronden wilde verkopen. Dit leidde niet tot resultaat, omdat er voor zijn landbouwbedrijf geen alternatieve locatie was en de waarde van zijn gebouwen naar zijn idee te laag werd getaxeerd. Spreker vervolgt dat Van Wijnen daarna in beeld kwam en in juli 2002 economisch eigenaar is geworden van een deel van zijn gronden. In de koopakte is een terugkoopregeling opgenomen. Om het Wvg-besluit te omzeilen zouden de gronden voor 1 maart 2003 moeten zijn overgedragen. Van juridische overdracht van de percelen hebben partijen vanwege belastingtechnische redenen afgezien. De heer Kornman vult aan dat Van Wijnen gronden van de heer Vervelde heeft gekocht, omdat het belangstelling heeft voor de ontwikkeling van het bedrijventerrein Dordtse Kil IV. De gemeente wil de ontwikkeling van dit gebied onderbrengen bij de ROM-Drechtsteden. Spreker ziet mogelijkheden om de gronden van Van Wijnen en die van de gemeente gezamenlijk in het zogenaamde GEM te ontwikkelen. De gemeenteraad moet hier nog een besluit over nemen. De beslissing om voor 1 maart 2003 geen juridisch eigenaar van de percelen van de heer Vervelde te worden is mede ingegeven door de hoge rente en de wens het GEM een nadelig resultaat te besparen. De heer Hol constateert dat de overeenkomst tussen Van Wijnen en Vervelde in juli 2001 in de registers is ingeschreven en dat het gemeentelijk voorkeursrecht in augustus 2002 is gevestigd. Hij vervolgt dat per 1 september 2002 een wijziging van de Wet voorkeursrecht gemeenten in werking is getreden en dat de bijbehorende overgangsregeling bepaalt dat vervreemdingen nog binnen zes maanden na de wijziging kunnen gebeuren. Spreker stelt vast dat de onderhavige partijen de juridische overdracht niet binnen deze periode hebben voltooid en dat in dit geval artikel 10 Wvg herleeft. Hij legt uit dat de door de heer Kornman aangegeven ontwikkelingen niet relevant zijn voor het toetsingskader van het bestreden aanwijzingsbesluit.
De heer Knüppe vraagt zich af of de koop tussen Van Wijnen en Vervelde is gesloten onder opneming van een ontbindende voorwaarde. Het lijkt hem dat de gronden definitief zijn verkocht. De heer Vervelde merkt op dat ten tijde van de transactie niet duidelijk was hoe het gebied zich zou gaan ontwikkelen. De heer Kornman legt uit dat Van Wijnen met Vervelde heeft afgesproken de gronden aan Vervelde terug te verkopen, indien de bestemming van industrieterrein niet gerealiseerd wordt. De heer Tijnagel wijst erop dat partijen bij brief van 16 oktober 2002 zijn gewezen op de wijziging van de Wvg en legt uit dat de Wvg bedoeld is om de frustrerende werking van eigendomsoverdrachten te beperken. De heer Kornman licht toe dat Van Wijnen voor augustus 2002 over het voorkeursrecht contact heeft gehad met de heer Van Gangelen, directeur ROM-Drechtsteden, maar dat deze niet kon regelen dat het voorkeursrecht er niet zou komen. Hij geeft aan dat Van Wijnen ervoor heeft gekozen af te wachten wat de gemeente na verloop van de zes maanden-termijn zou doen. Hij benadrukt dat zijns inziens samenwerking met de gemeente bij de ontwikkeling van het gebied mogelijk is en zegt dat hij teleurgesteld zou zijn indien de onderhavige overeenkomst vernietigd zou worden. De voorzitter schorst de vergadering voor besloten beraad. De voorzitter heropent de vergadering en deelt mee dat de commissie aan de gemeenteraad het advies zal uitbrengen om de bezwaren ongegrond te verklaren. De commissie wijst daarbij op de wijziging van de Wvg per 1 september 2002, op de mogelijkheid die partijen gekregen hebben om de juridische overdracht te voltooien en op het feit dat het Wvg-besluit op de onderhavige gronden van toepassing is nu partijen niet van de geboden mogelijkheid gebruik hebben gemaakt. De voorzitter legt uit dat de door reclamant aangevoerde argumenten in het toetsingskader geen rol kunnen spelen. De voorzitter dankt de aanwezigen voor hun komst en sluit de vergadering.