TKI leidraad
EINDVERSIE
Ministerie van EL&I, 22 juni 2012
Contact:
[email protected]
Introductie ......................................................................................................... 1 1. Doel en definitie ............................................................................................. 3 2. Werkwijze ...................................................................................................... 4 2.1 Relatie tot topsector .................................................................................................... 4 Vraagsturing vanuit bedrijfsleven..................................................................................... 4 Rol topteam .................................................................................................................. 4 2.2 Governance................................................................................................................ 8 Bestuur ........................................................................................................................ 8 Inrichting van een TKI.................................................................................................... 8 Hosting bij een bestaande kennisinstelling .......................................................................10 2.4 Inbreng van de publieke kennisinstellingen ...................................................................12 Universiteiten en hogescholen ........................................................................................12 NWO ...........................................................................................................................12 KNAW .........................................................................................................................13 TO2 instituten ..............................................................................................................13
3. Uitvoering..................................................................................................... 14 3.1 Gezamenlijke programmering van O&O&I .....................................................................14 Benoemen programmalijnen ..........................................................................................14 Programmering van onderzoeksvragen ............................................................................14 Uitzetten van onderzoeksvragen .....................................................................................14 Aanvraag en inzet TKI-toeslag........................................................................................15 3.2 Valorisatie: van kennis naar kassa ...............................................................................16 Wat is kennisvalorisatie?................................................................................................16 De rol van het TKI in valorisatie......................................................................................16 Hoe deze rol vorm te geven ...........................................................................................17 Cruciale rol voor het MKB ..............................................................................................17 MKB Loket ...................................................................................................................18 Indicatoren ..................................................................................................................18 Valorisatiepakket ..........................................................................................................18 3.3 Inbedding in bredere context.......................................................................................20 Relatie tot andere topsectoren / TKI’s .............................................................................20 Regionaal ....................................................................................................................20 TKI en Centers of Expertise en Centra van Innovatief Vakmanschap ...................................21 Europese RTDI-programma’s en samenwerking ................................................................21 3.4 Kennisbenutting.........................................................................................................22 3.5 Staatssteun...............................................................................................................23
4. Verantwoording............................................................................................ 24 4.1 Aanpak en proces verantwoordingsinformatie ................................................................24 4.2 Indicatoren ...............................................................................................................24
5. Transitie TTI naar TKI en andere pps-en ...................................................... 26 Bijlagen ............................................................................................................ 27 1. NWO-deelname aan TKI’s .............................................................................................27 2. Opzet TKI HTSM – op hoofdlijnen...................................................................................32 3. Opzet TKI topsector Agro&Food .....................................................................................34
TKI-Leidraad
Introductie Het Kabinet heeft de boegbeelden uitgenodigd om voor 1 september te komen met voorstellen voor Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s). Op verzoek van de topteams is deze leidraad opgesteld, als ondersteuning bij het opzetten en inrichten van een TKI. Deze leidraad heeft een beschrijvend karakter en hangt samen met de TKI toeslagregeling, waarin juridische kaders ten aanzien van het TKI en de TKI toeslagregeling worden vastgelegd. Aanvullend is door EL&I in samenwerking met relevante partijen een IPR-kader opgesteld als leidraad voor de mogelijke inrichting van het IPR-onderdeel van een TKI.1
TKI’s vormen het kloppend hart van de innovatiecontracten en zijn structurele verbanden waarin meerdere partijen samenwerken over de gehele kennisketen van fundamenteel en toegepast onderzoek tot valorisatie en innovatie. Met de TKI’s, die worden ingesteld door de topteams, krijgt de privaatpublieke samenwerking in de topsectoren structureel vorm. Het bestaansrecht van TKI’s wordt bepaald door het commitment (zowel financieel als ‘in kind’) van de betrokken partijen, inclusief het MKB.
Het huidige landschap van publiek private samenwerkingsverbanden, FES-projecten en Technologische Topinstituten binnen de verschillende topsectoren wordt gekenmerkt door diversiteit. Deze kleur en dynamiek zal ook terug te zien zijn bij het opzetten en inrichten van de TKI’s, om recht te doen aan het verschillende karakter van de topsectoren. Geen one size fits all.
De inhoud en de inrichting van een TKI kan tussen en zelfs binnen sectoren verschillend zijn. Om in aanmerking te komen voor de TKI-toeslag in 2013, is het uiteraard wel nodig om te voldoen aan de criteria die binnen de TKI toeslagregeling worden gesteld.
De opzet van deze leidraad is als volgt:
In het eerste hoofdstuk wordt besproken wat het doel en de definitie van een TKI precies zijn. Niet alleen komt de koppeling met het bedrijvenbeleid terug, maar ook de afbakening en de functies van de TKI staan in dit hoofdstuk beschreven. Dit hoofdstuk krijgt verdere uitwerking in de ministeriële regeling van de TKI-toeslag.
Het tweede hoofdstuk bespreekt de werkwijze van een TKI. Daarbij gaat bijvoorbeeld over de plek van een TKI binnen een topsector en de rol van het topteam bij het opzetten, oprichten en inrichten van een TKI. Daarnaast wordt er dieper ingegaan op de inrichting van een TKI (hosting en juridische elementen). Voorts komen ook de governance en de inbreng van publieke kennisinstellingen binnen dit hoofdstuk aan bod.
1
Zie: “IPR kader voor TKI’s. Een handreiking.” Versie juni 2012, Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.
EL&I, eindversie 22 juni
1
TKI-Leidraad
Het derde hoofdstuk gaat over de uitvoering die bij een TKI komt kijken. Onderwerpen die daarbij besproken worden reiken van de programmering van een TKI via inbedding in bredere context tot aan kennisbenutting. Verder komen in dit hoofdstuk meer beleidsmatige onderwerpen langs als de ondersteuning van kennis naar kassa (valorisatie en MKB-loket) en een zeer verplichtend onderwerp: staatssteun.
Tot slot zal in het vierde hoofdstuk monitoring en effectmeting een belangrijk onderdeel uitmaken van de verantwoording, zodat via rapportages aan de Tweede Kamer de meerwaarde van TKI’s goed naar voren kan komen. Over veel aspecten die binnen een TKI gaan spelen zal het TKI verantwoording afleggen. Daarbij draait het zowel om financiële verantwoording als ook om hoe de doelen goed vertaald kunnen worden naar resultaten.
Het vijfde hoofdstuk, tenslotte, stipt kort de transitie vanuit de bestaande PPS-structuur naar de toekomstige aan. Uitgangspunt hierbij zijn de ambities van de topsectoren, zoals weergegeven in e innovatiecontracten. Medewerkers van EL&I/AgNL zijn bereid de topsectoren bij deze transitie te ondersteunen.
Deze leidraad is een handreiking voor de mogelijke inrichting van een TKI. Het document is bedoeld als een hulpmiddel en is niet bindend. Voor wat betreft de TKI-toeslag is in deze leidraad aangegeven langs welke denklijn de verkrijging van de toeslag in de ministeriële regeling zal worden vastgelegd.
Deze handreiking is mede tot stand gekomen middels een brede consultatie, intern en extern. EL&I is alle partijen, privaat en publiek, dankbaar voor de bijdragen aan deze leidraad ter ondersteuning van de vorming van de TKI’s.
Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie is niet aansprakelijk voor eventuele schade die zou kunnen voortvloeien uit enige fout die in dit document zou kunnen voorkomen.
EL&I, eindversie 22 juni
2
TKI-Leidraad
1. Doel en definitie Het doel van de TKI’s is om excellente privaatpublieke samenwerking in topsectoren op het gebied van onderzoek en innovatie te bundelen. Hiermee wordt synergie en samenhang beoogd van onderzoeks- en innovatieactiviteiten op economische en maatschappelijke speerpunten. Tevens dragen TKI’s bij aan het vergroten van de efficiëntie en effectiviteit van onderzoek en ontwikkeling door meer (strategische) samenwerking tussen bedrijven, kennisinstellingen en de overheid. De verwachting is dat TKI’s leiden tot meer excellent onderzoek en belangwekkende innovatieve producten en processen en tevens zorgdragen voor een versnelde verspreiding van kennis naar het bedrijfsleven door een meer vraaggestuurde inzet van het onderzoek. TKI’s zijn ten slotte ook van belang voor internationaal toonaangevend onderzoek en actieve verbinding met internationale thema’s en middelen (bijvoorbeeld Horizon 2020).
In de begrotingswet voor 2013 worden TKI’s opgenomen die elk toezien op één van de innovatiecontracten van de topsectoren. De opname van de TKI op de begroting van 2013 is het resultaat van een lange consultatie en betrokkenheid van het veld alsmede van de inspanningen van de Topteams.
Om als TKI opgenomen te worden op de begroting moet aan de volgende criteria worden voldaan. •
Het TKI is een rechtspersoon zonder winstoogmerk dat bestemd is voor het tot stand brengen en doen uitvoeren van een meerjarig onderzoeksprogramma, waarin ondernemers, publiekrechtelijke rechtspersonen en publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties participeren.
•
Het onderzoeksprogramma vindt voor gezamenlijke rekening en risico van bedrijven en publieke kennisinstellingen plaats.
•
De minimale omvang van het jaarlijkse onderzoeksprogramma bedraagt € 5 miljoen.
•
Het onderzoeksprogramma dat het TKI voorstaat voorziet in een behoefte en is nog niet afgedekt door andere TKI’s.
•
Bij een TKI zijn minimaal 3 ondernemingen en 3 publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties betrokken.
•
Het is onder redelijke voorwaarden mogelijk voor bedrijven en kennisinstellingen om aansluiting te krijgen bij een TKI.
•
Een TKI geeft er blijk van de betrokkenheid van het MKB bij de samenwerkingsprojecten en de valorisatie van de kennis opgedaan in de samenwerkingsprojecten actief te bevorderen.
•
De kwantitatieve inzet van private partijen binnen de TKI’s (cash en in kind) bedraagt in 2015 40%.
Periodiek wordt bezien of de TKI’s aan de voorwaarden voldoen om op de begroting te blijven opgenomen
EL&I, eindversie 22 juni
3
TKI-Leidraad
2. Werkwijze
2.1 Relatie tot topsector Vraagsturing vanuit bedrijfsleven Voor elke topsector is een topteam benoemd bestaande uit de driehoek van bedrijfsleven (inclusief MKB), wetenschap en overheid. De minister heeft, in samenwerking met de betrokken bewindspersonen, de leden van de topteams benoemd voor de periode 13 september 2011 tot 31 augustus 2015. De topteams hebben tot taak om de topsectorenagenda uit te werken en te implementeren conform het advies van de topsector, in lijn met de kabinetsreactie daarop2.
Rol topteam Het topteam is verantwoordelijk voor de samenhangende uitrol van alle onderdelen van de actieagenda van de topsector3, te weten kennis en innovatie, human capital, internationalisering, en duurzaamheid en regelgeving.
In de mandaatbrief is aan de topteams gevraagd bij de uitvoering van de topsectorenagenda’s uit te gaan van de volgende uitgangspunten: -
de samenwerking in de gouden driehoek wordt op een structurele basis geborgd;
-
per topsector is een boegbeeld het aanspreekpunt voor de uitvoering van de agenda en de organisatie daarvan. Bij de samenstelling van het team betrekt het boegbeeld bedrijfsleven (inclusief MKB), kennisinstellingen en de overheid. De wijze waarop de regie en de structuur van het uitvoeringsproces wordt vormgegeven, is aan de boegbeelden zelf;
-
onder regie van het boegbeeld worden de verschillende onderdelen van de agenda uitgewerkt en uitgevoerd, waaronder de innovatiecontracten, de human capital agenda’s en de internationaliseringsoffensieven;
-
de implementatie gaat over de gehele breedte van de agenda’s. De inzet op integraliteit geldt ook voor de verbinding en de synergie tussen en over de topsectoren.
Het topteam is verantwoordelijk voor de (vormgeving van) de TKI’s, als onderdeel van de innovatiecontracten. Het topteam zorgt/waakt daarbij voor draagvlak in de gouden driehoek. •
Alle werkzaamheden binnen een TKI vinden plaats in de geest van het door de brede topsector gedragen innovatiecontract.
•
Het TKI is toegankelijk voor alle partijen die een bijdrage willen en kunnen leveren aan de ambities.
2
Instellingsbesluit topteams in de implementatiefase topsectorenbeleid, Staatscourant, 17 februari 2012.
3
In de mandaatbrief die de minister aan de boegbeelden van de topteams heeft gestuurd (oktober 2011 PM), staat de taakomschrijving
nader omschreven in de terms of reference
EL&I, eindversie 22 juni
4
TKI-Leidraad
•
Het topteam stuurt de TKI(‘s) aan, al dan niet via mandatering aan een daartoe ingesteld orgaan rond het topteam. Het TKI rapporteert en legt periodiek verantwoording af aan het topteam (en uiteraard aan de verstrekkers van middelen, inclusief TKI toeslag).
•
Het doen uitvoeren van de onderzoeksprogrammering en het uitzetten en begeleiden van onderzoek ligt bij de TKI’s. Het TKI ontwikkelt en/of herziet op basis van door het topteam gegeven hoofdlijnen programma’s voor innovatie, kennisontwikkeling, kennisverspreiding en valorisatie.
•
Het topteam beslist over de jaarlijkse update van de innovatiecontracten.
In paragraaf 2.2 Governance is een nadere handreiking voor de inrichting van de governance opgenomen.
EL&I, eindversie 22 juni
5
TKI-Leidraad
High Tech Systemen & Materialen Voor de coördinatie en supervisie van de gezamenlijke activiteiten binnen de topsector en met andere topsectoren is het topteam HTSM verantwoordelijk. Het topteam bestaat uit vier leden uit de gouden driehoek. Het topteam wordt geadviseerd door een “executive council” van circa 35 leden afkomstig uit bedrijfsleven en kennisinstellingen. Deze council komt in principe 2 maal per jaar bijeen. Afhankelijk van het thema leggen (gemandateerde) personen en/of organisatorische verbanden verantwoording af aan het topteam. Voor de uitvoering van het innovatiecontract geldt dit voor zgn. roadmapteams en (een beperkt aantal) back offices. Het topteam wordt ondersteund door een secretariaat.
Voor wat betreft de inrichting van het TKI HTSM geldt als eerste uitgangspunt dat de programmering is gemandateerd naar de roadmap teams van het innovatiecontract. Deze teams organiseren zelf de invulling van hun roadmaps. Een tweede uitgangspunt is dat het TKI HTSM een 'light but visible' entiteit zal zijn. Dat wil zeggen een eenvoudige TKI structuur op een centrale locatie, hard gekoppeld aan het topteam HTSM. Concreet betekent dit dat het TKI een stichting is met postadres FOM, dat er personele unies zijn van het topteam met het bestuur en de directie van de TKI HTSM-stichting. Een derde uitgangspunt is dat zoveel als mogelijk wordt aangesloten bij processen en structuren van bestaande organisaties. Doel hiervan is minimale overhead met maximale verankering van het TKI. Dit betekent dat veel operationele taken uitbesteed worden en dat voor de bemensing gebruik zal worden gemaakt van deeltijd-detachering vanuit bestaande organisaties. Onderstaande figuur geeft de verwachte organisatievorm van het TKI HTSM weer (stavaza 18 juni 2012)
EL&I, eindversie 22 juni
6
TKI-Leidraad
Water De waterregisseur is het boegbeeld van de sector en de voorzitter van het topteam. Het topteam is eindverantwoordelijk voor de uitwerking en uitvoering van de actieagenda van de topsector, de monitoring van de voortgang, het signaleren/aanpakken van knelpunten en het bevorderen van het samenhangend handelen van de sector als geheel. Naast het topteam voorziet de governance in kernteams en een strategisch adviesteam. De waterregisseur delegeert zijn bevoegdheden aan de kernteams, die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de actieagenda voor de diverse clusters en thema’s. Op dit moment zijn er de volgende kernteams: maritiem, deltatechnologie, watertechnologie, human capital, export en promotie, ICT en exportfinanciering (tijdelijk). Het strategisch adviesteam bestaat uit high level vertegenwoordigers uit de sector en dient ter verbreding van het draagvlak van de producten van het topteam en ter vergroting van de input van de sector.
Deltatechnologie Kennis en Innovatie Thuismarktinnovatie Businesscases
Maritiem Watertechnologie Kennis en Innovatie Thuismarktinnovatie Businesscases
Kennis en Innovatie Thuismarktinnovatie Businesscases
TopTeam 2.0 Secretariaat
Nieuwe businesscases Strategisch Adviesteam Ketens Human Capital
High Level Groep Exportfinanciering
Kernteam Export en Promotie
De organisatie en verdeling van rollen taken moet zich kunnen aanpassen aan actuele thema’s en vraagstukken. De samenstelling en het mandaat van kernteams zijn daarom tijdelijk en onderstrepen de wenselijkheid van dynamiek en betrokkenheid.
EL&I, eindversie 22 juni
7
TKI-Leidraad
2.2 Governance Bestuur Het [bestuur van het] TKI is verantwoordelijk voor het doen uitvoeren van belangrijke delen van de meerjarige privaatpubliek gefinancierde kennis- en innovatieprogramma’s van de 11 innovatiecontracten van 2 april 2012. De innovatiecontracten zijn opgesteld onder de regie van de boegbeelden van de topsectoren.
Inrichting van een TKI Eenvoudige structuur: lean en mean, minimale overhead, maximale verankering, kan zoveel mogelijk bestaande instituties vervangen.
o
Een TKI is een organisatie met rechtspersoonlijkheid zonder winstoogmerk (dit kan bijvoorbeeld een stichting zijn). Dit is een voorwaarde om aanspraak te kunnen maken op de TKI - Toeslag. De naam is bijvoorkeur: Topconsortium voor Kennis en Innovatie [naam topsector, dan wel betreffende onderdeel topsector].
o
Uitgangspunt is te kiezen voor de oprichting van één TKI per topsector. Voordelen zijn: overzichtelijkheid voor de sector, stroomlijning van het aantal instituties, integrale aansturing en stimuleren dwarsverbanden, toets op sectorniveau van de eis van minimaal 40 % private bijdrage, meer flexibiliteit bij de inzet van de TKI-toeslag, lagere administratieve lasten. Tegelijkertijd kunnen er redenen zijn van dit uitgangspunt af te wijken: cross-sectorale bundeling, geen onnodige bundeling van goed werkende samenwerkingsverbanden indien er geen duidelijke voordelen tegenover staan. Het is uiteindelijk aan het topteam om het aantal TKI’s te bepalen op basis van het principe 'pas toe of leg uit'.
o
Een TKI heeft een bestuur met een evenwichtige vertegenwoordiging en een voldoende mandaat, vanuit het bedrijfsleven en de kennisinstellingen. Het bestuur wordt voorgedragen door het topteam rekening houdend met een breed draagvlak in het veld. Om een goede relatie met het topteam te bestendigen kan sprake zijn van een (gedeeltelijke) personele overlap tussen Topteam en TKI – bestuur.
Het TKI bestuur is verantwoordelijk voor: o
Het vaststellen van de jaarlijkse integrale TKI programmering.
o
Het opstellen en goedkeuren van de TKI – begroting.
o
Het indienen van de aanvraag voor de TKI – toeslag bij EL&I / AgNL.
o
Het zorgen voor de toegankelijkheid van toekomstige deelnemers.
o
Het stimuleren van synergie en verbinding binnen en tussen de TKI’s en daar buiten.
EL&I, eindversie 22 juni
8
TKI-Leidraad
o
Het, in overleg met de programmacommissie, besluiten over de besteding van de TKI – toeslag.
o
Het zorgdragen voor maximale additionaliteit bij de besteding van de TKI – toeslag.
o
Het afleggen van verantwoording aan EL&I / AgNL en het rapporteren aan het topteam, gebruikmakend van de rapportages van kennisinstellingen voor hun verantwoordingsplicht.
Het TKI kent de volgende taken: o
Het opstellen en doen uitvoeren van de jaarlijkse programma’s voor kennisontwikkeling, innovatie, kennisverspreiding en valorisatie.
o
Het doen beoordelen voor PPS voorstellen, waarbij voorstellen via calls of rechtstreeks worden ingediend.
o
Het doen maken van IPR-afspraken, dan wel voortzetten van bestaande IPR-arrangementen, passend bij het IPR-kader.
o
Het zorgen voor een goede betrokkenheid van het MKB, mede door het inrichten van een (virtueel) loket, ook voor de valorisatie van de kennis - en innovatieprogramma’s van het TKI.
o
De monitoring en effectmeting, waarbij een taakverdeling wordt overeengekomen tussen de gegevens die de overheid zal verzorgen en die het TKI zal aanleveren.
Verder kan er voor gekozen worden te werken met een programmaraad, een selectiecommissie (of meerdere) en een bureau. Uitgangspunt is zoveel mogelijk aan te sluiten bij bestaande organisaties en verbanden die eerder in de topsectoren zijn ontstaan.
o
Programmacommissie: deze zorgt voor de inhoudelijke verdieping o.b.v. roadmaps / innovatiecontracten van het topteam. De programmacommissie kan (veel) breder van samenstelling zijn dan het bestuur. De commissie legt de programma’s ter goedkeuring voor aan het bestuur.
o
Selectiecommissies: deze beoordelen de ingediende voorstellen op basis van vooraf geformuleerde selectiecriteria. Zij beoordelen conform de filosofie van de Topsectorenaanpak. Er kan geen sprake zijn van een dubbele aansturing.
o
Bureau: de inrichting van een TKI (administratief, huisvesting, personeel) zal zoveel mogelijk bij bestaande organisaties worden ondergebracht. Zo wordt voorkomen dat er per saldo nieuwe overhead wordt gecreëerd.
o
Het uitgangspunt is dat een TKI geen eigen onderzoekers in dienst heeft.
Rol van de overheid: o
De overheid is als waarnemer vertegenwoordigd in het TKI bestuur, maar maakt daar geen deel van uit en heeft geen stemrecht.
o
De borging van de maatschappelijke belangen van de vakdepartementen kan plaatsvinden in de subsidiebeschikkingen waarmee deze hun financiële bijdrage aan de TKI invullen.
o
Op die manier is de inhoudelijke en de procesmatige link naar de overheid in de gouden driehoek (bedrijven, kennisinstellingen en overheid) geborgd.
EL&I, eindversie 22 juni
9
TKI-Leidraad
o
De intensiteit van de overheidsrol zal per TKI (of onderdeel daarvan) verschillen. Dat hangt samen met de mate waarin sprake is van publieke belangen en maatschappelijke thema’s binnen de programmering van het TKI en de bijbehorende financiering vanuit de overheid daarvoor.
o
De overheid kan om die reden deelnemen in de programmacommissie van een TKI. Deelname in selectiecommissies ligt niet voor de hand.
o
Daarnaast heeft de overheid een belangrijke rol als linking pin naar de EU, door haar deelname aan programmacommissies van het kaderprogramma (toekomstig Horizon 2020).
Verantwoordelijkheden en taken:
-
Het is aan de topteams / het TKI - bestuur om een structuur voor de taken en verantwoordelijkheden van een TKI in te richten. Ervaring leert dat een scheiding van functies goed werkt. Gedacht kan worden aan de volgende ‘lagen’: o
TKI - bestuur voor de plannen, beslissingen en het integrale overzicht.
o
TKI - programmacommissies voor de programmering.
o
Selectiecommissies voor de beoordeling en relevantie onderzoek, waarbij het van belang is dat de beoordelingsprocedure aansluit op de topsectorenaanpak.
o
TKI - bureau zorgt voor algemene ondersteuning.
o
Het Topteam bewaakt de link van het TKI met het innovatiecontract en de brede agenda van de sector.
Het TKI - bestuur zal ervoor kiezen zoveel mogelijk taken te delegeren. Dat geldt in het bijzonder voor een host - organisatie of bestaande selectiecommissies. Waar mogelijk worden selectiecommissies gebundeld, mede om dubbele aansturing te voorkomen.
Hosting bij een bestaande kennisinstelling Een TKI kan gehost worden door een bestaande kennisinstelling. Onder hosting wordt de ‘gastvrijheid’ verstaan die een bestaande organisatie kan bieden aan een TKI. Daarbij blijft onverkort, dat het TKI een zelfstandige en onafhankelijke entiteit is. De verantwoordelijkheid voor de taken van een TKI wordt dus niet overgenomen door een host. De gastvrijheid kan bestaan uit (een keuze uit) de volgende onderdelen: o
Onderdak: ruimte en communicatiefaciliteiten.
o
Payrolling: de medewerkers van het TKI zijn in dienst van het TKI maar loon - en salarisadministratie etc. worden verzorgd door de host.
o
In te lenen personeel: de medewerkers van het TKI zijn in dienst van de host (of van derden).
o
Publiciteit: de host kan (onder meer) via zijn eigen media communicatiekanalen aanbieden aan het TKI.
EL&I, eindversie 22 juni
10
TKI-Leidraad
o
Financieel beheer en administratie: de host verzorgt de boekhouding van het TKI (het TKI beschikt wel over een eigen boekhouding en bankrekening voor de ontvangst van de TKI - toeslag en evt. verantwoording).
o
Onder financieel beheer en administratie kan indien noodzakelijk ook het financieel / administratieve beheer van faciliteiten of apparaten worden gevat.
o
Leveren van inhoudelijke ondersteuning, bijvoorbeeld voor het opstellen van onderzoeksplannen en rapportages daarover, onder verantwoordelijkheid van het TKI (de host kan hiervoor ondersteuning bieden zoals concepten aanleveren, ter vaststelling door het TKI - bestuur).
o
(In opdracht van de financier) faciliteren en organiseren van calls of tenders. Twee zaken zijn daarbij van belang: hosting mag niet leiden tot gedwongen winkelnering en beoordeling van voorstellen dient binnen de TKI - governance plaats te vinden en niet namens of door de host.
o
Faciliteren en organiseren van koepelactiviteiten als kennisverspreiding, MKB - loket, bedrijvendagen, training van personeel en onderzoekers.
o
Faciliteren en organiseren van de human capital of HRM activiteiten van het TKI.
o
Faciliteren en organiseren van het MKB - loket in naam van en onder de verantwoording van de TKI.
o
Verantwoording en registratie van de wijze waarop IPR (- toewijzing) is geregeld.
De ‘gastvrijheid’ van de host kan als een in kind bijdrage aan het TKI worden beschouwd. Eventueel kan de host aan het TKI op basis van kostprijs een vergoeding vragen.
EL&I, eindversie 22 juni
11
TKI-Leidraad
2.4 Inbreng van de publieke kennisinstellingen Universiteiten en hogescholen Universiteiten en hogescholen worden uitgenodigd actief deel te nemen in een TKI. Ze dragen bij aan de agendavorming van een TKI en geven aan welke onderzoeksfaciliteiten of personeel (hoogleraren, onderzoekers) ze willen inzetten voor onderzoek dat onder regie van het TKI wordt uitgevoerd. De inbreng die ze hiermee leveren telt mee voor het aandeel publieke financiering.
Universiteiten en hogescholen hebben een rol als uitvoerder van onderzoek. Universiteiten zullen bijvoorbeeld penvoerder zijn voor projecten in NWO-calls en universiteiten en hogescholen zullen in PPS-verband onderzoek uitvoeren. Binnen de mogelijkheden van het Europese kader voor Onderzoek, Ontwikkeling en Innovatie kunnen valorisatieprojecten worden uitgevoerd. Mogelijk zullen universiteiten (bijvoorbeeld het Technology Transfer Office) of hogescholen willen optreden als “host” voor een TKI.
NWO •
Inbreng van NWO kan in drie vormen: o
Thematische calls: bedrag ter beschikking stellen voor financiering van onderzoek door onderzoekers aan kennisinstellingen gericht op een specifiek thema.
o
Inzet instituten: beschikbaar stellen van onderzoekscapaciteit.
o
TKI ondersteuning: in kind leveren van menskracht om het TKI en de programmacommissies te ondersteunen bij opstellen werkprogramma, begeleiden programmavoorstellen enz. (secretariaat). In sommige gevallen kan het TKI door NWO gehost worden. NWO brengt ook zijn kennis in van lopende en voorgenomen onderzoeken op TKI-thema's in Nederland en Europa en signaleert mogelijkheden voor (Europese) samenwerking.
•
Thematische calls: o
TKI programmacommissies hebben inhoudelijk grote invloed op calls: bepalen in voldoende detail de thematische inkadering op basis van roadmaps, beoordelen de impact en zijn betrokken bij de monitoring van het onderzoek.
o
Bedrijven leveren bijdrage in cash en/of in kind, waarbij de cash bijdrage bepalend is voor de TKI-toeslag. Per TKI afspraken maken over wijze van inbreng bedrijven (bijv. vereiste cofinanciering per project, of upfront groep bedrijven geld beschikbaar stellen voor call).
o
NWO voert calls uit op basis van met TKI-programmacommissie afgesproken criteria en procedures, en is daarbij verantwoordelijk voor borging wetenschappelijke excellentie. De calls kunnen een open karakter hebben gericht op projecten binnen een thema, maar ook gericht zijn op kleinere samenwerkingsverbanden (zoals perspectiefprogramma's of partnerships), waarbij het TKI de totstandkoming daarvan faciliteert.
EL&I, eindversie 22 juni
12
TKI-Leidraad
•
NWO Instituten: o
NWO kan als institutenorganisatie onderzoekcapaciteit leveren voor een TKI en bijdragen aan de inhoudelijke programmering door programmacommissie's van TKI's.
o
Bedrijven zijn betrokken tijdens looptijd onderzoek en leveren bijdrage in cash en/of in kind, waarbij de cash bijdrage bepalend is voor de TKI-toeslag. Per TKI afspraken maken over wijze van inbreng bedrijven (bijv. vereiste cofinanciering per project, of upfront groep bedrijven geld beschikbaar stellen voor programma, e.d.)
In bijlage 1 staat de werkwijze van NWO nader toegelicht
KNAW •
KNAW kan als institutenorganisatie onderzoekcapaciteit leveren voor een TKI en bijdragen aan de inhoudelijke programmering door programmacommissie's van TKI's.
•
Bedrijven zijn betrokken tijdens looptijd onderzoek en leveren bij voorkeur bijdrage in cash en/of in kind, waarbij de cash bijdrage bepalend is voor de TKI-toeslag. Per TKI afspraken maken over wijze van inbreng bedrijven.
•
Het KNAW instituut bewaakt de wetenschappelijke excellentie van het onderzoek.
•
In sommige gevallen kan KNAW optreden als “host” van een TKI.
TO2 instituten •
De TO2 instituten zullen partner zijn in een groot aantal TKI’s. Ze brengen in kind middelen in, in de vorm van onderzoekscapaciteit of onderzoeksfaciliteiten. De instituten kunnen ook als ‘host’ optreden.
•
Op basis van de roadmaps / het TKI programma zullen de onderzoeksinstellingen in nauwe samenwerking met de topsector/TKI jaarlijks een onderzoeksprogramma opstellen.
•
De instituten werken in overleg met het TKI en samen met geïnteresseerde bedrijven het onderzoeksprogramma uit in concrete PPS projecten/programma’s (dit kan gelijk opgaan met het opstellen van het onderzoeksprogramma). Daarbij wordt voortgebouwd op de bestaande vormen van publiek-private samenwerking die de instituten kennen.
•
Het proces om te komen tot projecten en de selectie wordt door het TKI in overleg met de betrokken instituten en EL&I vastgesteld.
•
Bedrijven dragen in kind of cash bij aan de projecten. De bijdrage in cash telt mee voor de TKI toeslag. De TKI toeslag kan ingezet worden voor extra onderzoekscapaciteit bij deze instituten. Het TKI bestuur besluit daarover.
•
Per topsector is er een contactpersoon (‘regievoerder’) die het proces van programmeren faciliteert en aanspreekpunt is voor EL&I en voor de instituten.
•
EL&I vergewist zich van de overeenstemming met de topsector over het onderzoeksprogramma en verleent voor het eind van het jaar in overleg met de betrokken departementen de subsidie voor het komende jaar.
EL&I, eindversie 22 juni
13
TKI-Leidraad
3. Uitvoering De hoofdtaak van een TKI (Topconsortium voor Kennis en Innovatie) is het vormgeven en (laten) uitvoeren van onderzoek, ontwikkeling en innovatie (O&O&I). Onderstaande vier fasen werken dit uit.
3.1 Gezamenlijke programmering van O&O&I Benoemen programmalijnen Programmalijnen zijn in feite de roadmaps die aan de innovatiecontracten ten grondslag liggen. Deze roadmaps zijn in 2011 opgesteld en worden jaarlijks aangepast (indien nodig). De methode van het opstellen en onderhouden van de roadmaps is niet voorgeschreven. De eis aan de roadmaps is dat ze door het “veld” worden opgesteld en bestaat uit een programmacommissies met private partijen en kennisinstellingen (zoals universiteiten/hogescholen, TO2, NWO/STW/KNAW) en waar nodig de meeprogrammerende overheid. Het topteam of het TKIbestuur (gemandateerd door het topteam) keurt de roadmaps goed.
Programmering van onderzoeksvragen De onderzoeksvragen worden geformuleerd op basis van de roadmaps. Deze leiden tot het jaarprogramma van het TKI. Hierbij wordt aangegeven welke vragen leiden tot fundamenteel onderzoek, welke vragen tot toegepast onderzoek en welke vragen tot experimentele ontwikkeling. De methode van het opstellen en onderhouden van de onderzoeksvragen is niet voorgeschreven. Het TKI-bestuur, gemandateerd door het topteam, keurt de onderzoeksvragen goed.
Uitzetten van onderzoeksvragen De onderzoeksvragen worden vervolgens uitgezet:
•
fundamenteel onderzoek via NWO/STW/KNAW of direct bij universiteiten;
•
toegepast onderzoek en experimentele ontwikkeling bij TO2 of andere (private) partijen;
•
waar mogelijk wordt ook gebruik gemaakt van andere financieringsmogelijkheden, zoals Europese/internationale programma’s, regionale programma’s;
•
De TKI-toeslag kan worden ingezet voor de financiering van onderzoeksvragen.
Hierbij is wel steeds spraken van Publiek-Private-Samenwerking (PPS), waarbij de private bijdrage “in cash” of “in kind” kan zijn. Het heeft de voorkeur om bij het uitzetten van de onderzoeksvragen zo veel mogelijk gebruik te maken van bestaande instrumenten zoals STW-calls of co-financiering TNO. Bij de uitvoering van tenders kan Agentschap NL een ondersteunende rol hebben.
EL&I, eindversie 22 juni
14
TKI-Leidraad
Aanvraag en inzet TKI-toeslag Definitieve uitwerking zal volgen uit TKI-toeslagregeling.
Een TKI, die op de begroting van EL&I staat kan een aanvraag indienen voor de TKI-toeslag. De grondslag van de toeslag is de cash-bijdrage van bedrijven aan samenwerkingsprojecten die onderdeel uitmaken van het onderzoeksprogramma van de TKI. In een samenwerkingsproject werken minimaal een onderneming en een publieke onderzoeksorganisatie voor gezamenlijke rekening en risico aan een project op het gebied van Onderzoek en Innovatie. De toeslag wordt op jaarbasis aangevraagd door het TKI bij Agentschap NL en uitgekeerd aan het TKI. Voor 2013 is het percentage voor de toeslag indicatief 25%.
Het TKI kan de toeslag inzetten voor het uitzetten van (nieuwe) onderzoeksvragen. De onderzoeks- en ontwikellingsactiviteiten moeten binnen het O&O&I-steunkader passen. Naast onderzoek en ontwikkeling kan daarbij in de context van het TKI gedacht worden aan activiteiten gericht op het beter betrekken van MKB-bedrijven en activiteiten gericht op het valoriseren van de kennis opgedaan in de samenwerkingswerkingsprojecten. Het kan hierbij volgens het O&O&I-kader gaan om de volgende activiteiten: technische haalbaarheidstudies, proces- en organisatieinnovatiediensten, innovatieadvies en innovatieondersteuning aan MKB-bedrijven, uitlenen van hooggekwalificeerd personeel aan MKB-bedrijven, vormen van innovatieclusters, kennisoverdracht en valorisatie. Om in aanmerking te komen voor de TKI-toeslag moet er aan de volgende criteria worden voldaan: •
De private cash bijdrage aan de samenwerkingsprojecten voldoet aan de gestelde eisen wat betreft samenwerking en IPR;
•
De inzet van de TKI-toeslag voldoet aan de eisen van het O&O&I-steunkader.
Een aanvraag kan vanaf november (indicatie, indientermijn moet nog worden vastgesteld) worden ingediend bij Agentschap NL. Een aanvraagformulier zal na publicatie van de regeling via Agentschap NL beschikbaar worden gesteld. Bij het aanvraagformulier moeten de volgende gegevens worden aangeleverd:
•
Overzicht van de verwachte private cash-bijdrage aan kennisinstellingen voor het door het TKI opgestelde privaat-publieke samenwerkingsprogramma.
•
(jaar)plan van aanpak voor de inzet van de TKI-toeslag.
Agentschap NL zal de aanvraag binnen 8 weken afhandelen. Na verlening van de TKI-toeslag zal er direct een eerste voorschot worden uitbetaald. Vervolgens zullen er op basis van de verwachte inzet van de TKI-toeslag gedurende de looptijd voorschotten worden uitbetaald.
Na afloop moet de TKI-toeslag worden vastgesteld. Hiervoor moet een vaststellingsformulier worden ingediend waarin zowel de gerealiseerde private cash-bijdragen als de inzet van de TKItoeslag worden verantwoord.
EL&I, eindversie 22 juni
15
TKI-Leidraad
3.2 Valorisatie: van kennis naar kassa Wat is kennisvalorisatie? Kennisvalorisatie is het proces van waardecreatie uit kennis, door kennis geschikt en/of beschikbaar te maken voor economische en/of maatschappelijke benutting en te vertalen in concurrerende producten, diensten en processen en nieuwe bedrijvigheid4. Concrete manieren van valoriseren zijn bijvoorbeeld octrooien en licenties, copublicaties, opzetten van spin-off bedrijven, advisering bij bedrijven, het geven van workshops en lezingen, alle andere vormen van inbreng van kennis in bedrijven of maatschappelijke organisaties zoals bij productontwikkeling of bedrijfsprocessen, bijdrage leveren aan maatschappelijke debatten, verzorgen van opleidingen voor personeel van bedrijven, kennis beschikbaar en aansprekend maken voor specifieke doelgroepen et cetera. Kennisvalorisatie vindt plaats voor en door zowel bedrijven als publieke en maatschappelijke organisaties.
De rol van het TKI in valorisatie De TKI’s zijn dé plek waar kennisinstellingen en bedrijven samen aan tafel zitten. Dit biedt de mogelijkheid om onderzoek zo vorm te geven dat de potentiële kennisgebruikers hier direct mee verder kunnen. De kans dat kennis op die manier ook kunde en kassa oplevert wordt zo aanzienlijk groter. Echter met alleen meer ‘vraagsturing’ is valorisatie nog niet vanzelfsprekend. Een goed IPR beleid is cruciaal5, evenals aandacht voor valorisatie in opleidingen6 en ondersteuning bij financiering7 .
Van de TKI’s wordt, naast betere vraagsturing, gevraagd aandacht te hebben voor: •
stimuleren van samenwerking, enerzijds door meer ontmoetingsmomenten te genereren en anderzijds door de actieve samenwerking in onderzoeksprojecten,
•
ondersteuning bij vraagarticulatie, met name van het MKB,
•
beschikbaarheid en toepasbaarheid van kennis vergroten, in pro-actieve interactie met potentiële gebruikers,
•
budget beschikbaar stellen voor valorisatie activiteiten, bijvoorbeeld uit de TKI toeslag
•
aansluiting met het onderwijs, in het bijzonder de centers of expertise in het hbo en de centra voor innovatief vakmanschap in het MBO,
•
ruimte te bieden voor cross-sectorale initiatieven,
•
aansluiting geven met bredere verbanden zoals generieke instrumenten (b.v. Innovatiefonds MKB+, IPC, SBIR etc),
•
verbinding zoeken/stroomlijnen met bestaande structuren (bv. TTO’s, Syntens, Ondernemerspleinen, ROMS, regionale structuren).
4 Zoals vastgesteld in het rapport ‘Kennis moet Circuleren’ (2008) en gebruikt in o.a. het Valorisatieprogramma 5 Zie de IPR leidraad (EL&I, mei 2012) 6 Zie de human capital agenda’s van de topsectoren (topteams, januari 2012, www.top-sectoren.nl) 7 Zie het overzicht van het EL&I instrumenturium (www.top-sectoren.nl)
EL&I, eindversie 22 juni
16
TKI-Leidraad
•
aansluiting en afstemming zoeken met regionale middelen en instrumenten.
Dit kan (deels) worden ingevuld door de inrichting van een ‘MKB loket’, zie onder.
Hoe deze rol vorm te geven Kennisinstellingen hebben valorisatie hoog op de agenda staan via prestatieafspraken en budgettoedeling. Daarnaast is er de afgelopen jaren door vele partijen hard gewerkt aan een diversiteit van valorisatie gerichte activiteiten. Enkele uiteenlopende voorbeelden zijn: •
DPI Value Center: ondersteunen bedrijven in de polymeerchemie met innovatieprocessen, weten de kennis vooral B2B goed te verbinden en vervullen zo een kennismakelaarsfunctie in de polymeerchemie.
•
Syntens: hebben een groot bereik onder het MKB en een scala aan bewezen effectieve instrumenten voor vooral de eerstelijns activiteiten van makelen en schakelen.
•
TU Delft Valorisation Centre: werkt al sinds 2004 aan het professionaliseren van kennisvalorisatie met daarbij speciale aandacht voor het MKB, met bijvoorbeeld de Greenport Campus en de Business to Science Portal (B@SP).
•
Centre of Excellence Organische Chemie: hierbinnen is de Virtuele TTO8 (Nijmegen en Eindhoven) opgericht waarbij zowel onderzoek als onderwijs en valorisatie belegd zijn met bijvoorbeeld patent pooling, new business creation en consortiavorming.
•
StartLife Wageningen UR: zij beschouwen valorisatie als een netwerk activiteit waarbij samenwerking in de regio met bijvoorbeeld MBO en HBO, bedrijven (georganiseerd in Food Valley) en andere onderzoeksdisciplines voorop staat.
•
Heel NWO, inclusief STW, kan in PPS verband met gebruikersgroepen werken.
Om een snelle start te maken en efficiënt te werk te gaan is het cruciaal om aan te haken bij bestaande goede initiatieven. EL&I denkt en werkt desgewenst graag mee met de verdere uitwerking.
Cruciale rol voor het MKB Het (innovatieve) MKB is onmisbaar voor het behalen van de ambities van de topsectoren. Starters en MKB’ers hebben een belangrijke rol in het vertalen van kennis en kunde naar kassa (valorisatie). Echter,voor een groot aantal MKB-ers geldt dat ze onvoldoende eigen middelen en expertise heeft om hun kennisvragen goed te formuleren en de juiste kennisaanbieder erbij te vinden. Er zijn nog weinig ‘kennismakelaars’ actief die deze leemte kunnen vullen. Syntens en straks de ondernemerspleinen kunnen in de ‘eerste lijn’ een belangrijke rol spelen, daarnaast kan meer specifieke bemiddeling gewenst zijn.
Aan de topteams is gevraagd expliciet aandacht te hebben voor de betrokkenheid van het MKB bij de vormgeving van de TKI’s. Concreet gaat het om: de inrichting van een ‘MKB-loket’; het maken van prestatieafspraken; de gezamenlijke ontwikkeling van een valorisatiepakket.
8
De TTO’s zijn bezig om voor elke TKI een passend aanbod te maken van een virtuele TTO waarin onder andere de expertise op het
gebied van IE aangeboden wordt vanuit de diverse TTO’s die voor de betreffende TKI relevant zijn.
EL&I, eindversie 22 juni
17
TKI-Leidraad
MKB Loket •
De topteams is gevraagd om, als onderdeel van het TKI, een ‘MKB-loket’ in te richten gericht op netwerkvorming, op kennisopbouw en – verspreiding onder het MKB, ,en andersom op het doorleiden van de behoeften vanuit het MKB naar het TKI.
•
Het is aan de topteams om het ‘MKB-loket’ vorm te geven. Uitgangspunten zijn zichtbaarheid en laagdrempeligheid. Qua vormgeving of functionaliteit is het loket vormvrij. Het gaat om maatwerk per sector, zodat recht gedaan kan worden aan de specifieke kenmerken van (het MKB in) de sector.
•
Het MKB loket zou zich kunnen richten op: eerste aanspreekpunt binnen TKI voor het MKB, het betrekken van het MKB bij de TKI programmering, het koppelen van het MKB aan kennispartners en vice versa en het koppelen van het MKB aan nationale en internationale financieringsprogramma’s. Ook kan het loket een rol spelen in het versterken van de positie van het MKB in Europese programma’s (Horizon 2020). Daarbij kan gebruik worden gemaakt van de diensten van het Expertisecentrum internationaal Onderzoek en Innovatie van AgNL. Ook zou het MKB-loket voorlichting kunnen geven over intellectueel eigendom, hierbij tevens gebruik makend van de diensten van AgNL/NL Octrooicentrum.
•
In het MKB-loket kunnen verschillende intermediairs samenwerken. Denk aan Ondernemerspleinen/Syntens, TTOs of ROM’s en AgNL. Ook de kennistransferofficers kunnen een rol spelen als makelaar tussen kennisinstellingen en bedrijfsleven. EL&I kan desgewenst actief makelen en schakelen om deze partijen te betrekken. Dit geldt ook voor het verbinden van het MKB-loket met vergelijkbare regionale instrumenten voor stimulering van het MKB. Voortbouwen op bestaande regionale sterktes vergroot de slagkracht van het MKB-loket.
Indicatoren Er worden door het topteam, of de gemandateerde, prestatieafspraken met de TKI’s gemaakt, voor een goede betrokkenheid van het MKB bij de programmering en uitvoering van het werkprogramma en voor ondersteuning bij de benutting van de kennis. Zie paragraaf 4.2 Indicatoren voor een verdere uitwerking.
Valorisatiepakket Binnen de innovatiecontracten en de TKIs is er aandacht voor de gehele innovatieketen. Aandacht voor de laatste stap naar de markt, de daadwerkelijke vertaling van de kennis in nieuwe producten/ diensten, is daarbij ook belangrijk. Het generieke instrumentarium (zoals het MKB innovatiefonds) is daarvoor beschikbaar. Ook sluiten de zwaartepunten in het RAAK-programma aan op de topsectoren. Daarnaast werkt EL&I i.o.m. de topteams een aantal acties uit: •
Bestaande regelingen, zoals de InnovatiePrestatieContracten (IPC’s), worden aangepast om samenwerking en innovatie in het MKB te versterken en de toegang tot kennis voor het MKB gemakkelijker te maken. De aanpassingen van de IPC regeling vinden plaats in nauw overleg met de MKBers uit de topteams.
•
De TKI toeslag kan worden ingezet voor valorisatieactiviteiten. De topteams bepalen zelf waar ze de toeslag voor inzetten. De vormgeving van de TKI toeslag is zodanig dat de financiering
EL&I, eindversie 22 juni
18
TKI-Leidraad
van valorisatieactiviteiten erbinnen past, mits passend binnen de afspraken binnen het O&O&I steunkader. •
De landsdelige actieagenda’s zijn complementair aan de agenda’s van de topsectoren. Juist in de regio is veel aandacht voor valorisatie. Door actief verbindingen te leggen met het valorisatieinstrumentarium van regionale partijen, geeft een TKI zijn valorisatieactiviteiten stevig(er) vorm en zorgt het voor verankering ervan. EL&I is graag bereid daarin desgevraagd te faciliteren.
•
In 2010 is het Valorisatieprogramma9 gestart met inmiddels 10 meer regionaal gerichte projecten waarin diverse valorisatiefaciliteiten en activiteiten in een consortium van kennisinstellingen, bedrijven, financiers, provinciale en lokale overheden worden ontwikkeld. activiteiten zijn onder andere ondersteuning voor starters (pre-seed), proof-of-concept fonds, screening en scouting, netwerkactiviteiten.
9
Meer informatie is te vinden op http://www.agentschapnl.nl/programmas-regelingen/valorisatieprogramma.
EL&I, eindversie 22 juni
19
TKI-Leidraad
3.3 Inbedding in bredere context Relatie tot andere topsectoren / TKI’s Innovaties ontwikkelen zich vaak op snijvlakken van sectoren, resp. door toepassing van kennis en concepten uit de ene sector in de andere. Dit biedt alleen succes als de agenda van de verschillende TKI’s ruimte en openheid biedt voor cross-sectorale initiatieven.
Regionaal Decentrale partijen, instrumenten en middelen leveren belangrijke bijdragen aan het topsectorenbeleid. In landsdelige actieagenda’s voor de topsectoren zijn deze bijdragen verwoord en vastgesteld in een Bestuurlijk Overlegronde met de landsdelen begin 2012. De complementariteit tussen economisch beleid op rijks- en regionaal niveau biedt kansen op bundeling van krachten en daarmee op versterking van elkaars beleidsdoelen.
Door EL&I en decentrale overheden wordt onderkend dat ook bij de TKI’s krachtenbundeling leidt tot versterking van beleidsdoelen op nationaal, sectoraal en regionaal niveau. Met name bij de activiteiten voor het MKB-loket en valorisatie liggen er mogelijkheden. In de regio opereren (intermediaire) organisaties met doelstellingen, die vergelijkbaar zijn met die van een TKI, met name als het gaat om stimulering van het MKB en om het bevorderen van valorisatie. Het benutten van deze regionale infrastructuren, zoals de Ondernemerspleinen, heeft meerwaarde in het verbinden van ondernemersnetwerken en de TKI’s. Niet alleen richting valorisatie, maar ook in de programmering van onderzoeksvragen,
Van belang is daarom dat in het traject van TKI-vorming meteen al de koppeling wordt gelegd met deze intermediaire organisaties en met bestaande regionale instrumenten voor MKB-stimulering en valorisatie. Door voort te bouwen op bestaande regionale sterktes wordt de slagkracht van en het draagvlak voor het TKI en met name de activiteiten in het kader van het MKB-loket en valorisatie vergroot, blijft de overzichtelijkheid van het instrumentarium voor het (regionale) bedrijfsleven gewaarborgd en kunnen middelen integraal worden ingezet. En door een pro-actieve houding van de TKI-bouwers om verbindingen te zoeken met instrumenten en middelen van regionale overheden en intermediaire organisaties stijgen de kansen op een succesvolle inrichting van de EFRO-programma’s voor investeringen in innovatie en valorisatie.
Naast het bieden van ruimte voor cross-sectorale initiatieven wordt van de TKI’s ten slotte gevraagd om ook oog te hebben voor grensoverschrijdende samenwerking. Bijvoorbeeld als het gaat om het leggen van de juiste grensoverschrijdende verbindingen voor internationaal belangrijke sectoren als HTSM (Zuid-Oost Nederland) en Biobased (Zuid-West Nederland).
EL&I, eindversie 22 juni
20
TKI-Leidraad
TKI en Centers of Expertise en Centra van Innovatief Vakmanschap De verbinding tussen het hoger onderwijs en de TKI’s kan verder worden versterkt. Bijvoorbeeld door bij de ontwikkeling van de TKI’s niet alleen aandacht te hebben voor kennis en R&D, maar ook Human Capital onderdeel te laten zijn van de afspraken tussen de betrokken partijen. Het onderwijs (ROC’s, hogescholen en universiteiten) is immers niet alleen een kennisbron, maar ook toeleverancier van menselijk kapitaal. Een verbinding tussen onderwijs en de TKI’s draagt bij aan een betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt.
De TKI’s zijn een goede voorspeller voor zwaartepuntvorming van de topsectoren op het gebied van kennis- en innovatie. Belangrijk is om ook het onderwijs te richten op de zwaartepunten die in de topsectoren zijn gekozen. In het beroepsonderwijs kan die via de centres of expertise en de centra voor innovatief vakmanschap. EL&I heeft reeds een inventarisatie gemaakt van de intenties van de topsectoren wat betreft samenwerking met de hoger onderwijsinstellingen; deze is verspreid aan de Review Commissie en de hoger onderwijsinstellingen. In het najaar wordt bekend op welke thema’s centres en centra worden gestart. Hogescholen kunnen hun voorstellen voor Centers of Expertise dan samen met de gevormde TKI’s ontwikkelen tot een businesscase. Deze lijn kan doorgetrokken worden naar de Centra van Innovatief Vakmanschap. Ook in het middelbaar beroepsonderwijs kan deze verbinding bijdragen aan het profileringsproces.
Europese RTDI-programma’s en samenwerking Europese programma’s bieden de mogelijkheid samen te werken met relevante partners in het buitenland. Op het vlak van onderzoek en innovatie gaat het met name om programma’s als het 7e Kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling (KP7, 2007-2013) en Horizon 2020 (2014-2021, opvolger van KP7) en samenwerkingsvormen zoals Joint Technology Initiatives, European Innovation Partnerships, Knowledge and Innovation Centers en European Technology Platforms. Daarnaast kan via de met het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) gefinancierde programma’s grensoverschrijdend worden samengewerkt; de zogenaamde EFRO programma’s kennen naast regionale programma’s binnen een lidstaat (in Nederland op landsdelig niveau) ook grensoverschrijdende programma’s (vaak bekend onder de naam INTERREG).
TKI’s kunnen verschillende rollen vervullen in relatie tot Europese programma’s en Europese samenwerkingsvormen: -
(mee) organiseren agendering op EU niveau (beleidsbeïnvloeding) zoals bij vormgeving Europese werkprogramma’s. Daarbij dient aandacht te zijn voor de relatie met andere TKI’s die aansluiting hebben op dezelfde EU samenwerkingsverbanden of thema’s. Het toekomstige Horizon2020 kent bijvoorbeeld verschillende onderdelen die voor meer dan één (of voor elke) topsector relevant zijn;
EL&I, eindversie 22 juni
21
TKI-Leidraad
-
Stimulering van participatie in Europese programma’s en samenwerkingsvormen onder meer door informatieverstrekking over mogelijkheden bij Europese instrumenten in samenwerking met AgNL;
-
Aansluiting van eigen programmering op die in Europees verband, aansluiting van de TKI organisatie op een EU samenwerkingsvorm of deelname daaraan, bijvoorbeeld bij European Technology Platforms (waarbij sprake is van agendering op EU niveau alsmede afstemming van programmering), ERA-netten of andere vanuit het Kaderprogramma gefinancierde coördinatieprojecten (zogenaamde Coordination and Support Actions).
Concrete deelname aan onderzoeksprojecten/programma’s (m.n. zogenaamde Collaborative projects) geschiedt in de regel via de leden van een TKI en dus niet als TKI zelf. Daarvoor is het doorgaans nodig om zelf onderzoekers in dienst te hebben. De EU programma’s zijn vooral gericht op organisaties die zelf aan R&D doen. De subsidiabiliteit van TKI's voor EU-financiering zal dus afhangen van concrete R&D activiteiten uitgevoerd door eigen onderzoekers. Daarbij dient er sprake te zijn van een gezamenlijke (en centrale) fysieke onderzoekslocatie waar personeel en equipment verzameld zijn (Joint Research Units).
3.4 Kennisbenutting Belangrijk voor het functioneren van een TKI is de regeling die wordt getroffen met betrekking tot de omgang met intellectuele eigendomsrechten. Hoe wordt omgegaan met de kennis die partijen inbrengen in een project, hoe wordt de kennis die wordt gegenereerd beschermd, en hoe wordt verzekerd dat deelnemers goede toegang hebben tot kennis. Dat laatste is niet alleen van belang voor een goede uitvoering van het project zelf, maar ook voor succesvol vervolgonderzoek, het realiseren van valorisatie- en onderwijsdoelstellingen. Deelnemers zullen daarover met elkaar goede afspraken moeten maken. Het gaat daarbij onder meer om inhoudelijke kwesties, zoals de vraag aan welke partij en onder welke voorwaarden de kennis wordt toegewezen, maar minstens zo belangrijk is dat partijen goede afspraken maken over de organisatie, zoals het IPR management en de wijze waarop besluitvorming en bespreking van geschilpunten plaatsvindt. In het document IPR-kader voor de TKI’s, een handreiking, dat gelijktijdig met deze TKI-leidraad verschijnt, wordt hier uitgebreid op ingegaan. Over vragen over het IPR-kader kunnen de TKI’s zich richten tot AgentschapNL/NL Octrooicentrum.
EL&I, eindversie 22 juni
22
TKI-Leidraad
3.5 Staatssteun De financiële ondersteuning van onderzoek door de overheid, zoals de benutting van de TKItoeslag, wordt geregeld in de "communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek en ontwikkeling en innovatie" van de Europese Commissie. Dit kader geeft aan wat wel en wat niet is toegestaan en welke voorwaarden van toepassing zijn.
De TKI’s en de samenwerkingspartners van de TKI’s kunnen ook te maken krijgen met deze regels. EL&I adviseert de TKI’s en de partners om in geval van onduidelijkheid over staatssteunaspecten contact op te nemen met het relevante TKI-bestuur. Ook het Agentschap NL kan hierin adviseren.
EL&I, eindversie 22 juni
23
TKI-Leidraad
4. Verantwoording 4.1 Aanpak en proces verantwoordingsinformatie Om het succes van de topsectorenaanpak en de onderliggende instrumenten zoals de TKI’s zichtbaar te maken, is een goede verantwoording van bestede middelen, inzet en resultaten van de TKI’s noodzakelijk. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de ervaringen met Toptechnologische Instituten (TTI’s) en Innovatieprogramma’s. Uiteraard is deze informatie ook behulpzaam voor de TKI’s zelf (managementinformatie en bijsturing) en vormt de gevraagde informatie belangrijke input voor de evaluatie, die periodiek - een maal per vier jaar evalueren is wettelijk verplicht - door het Ministerie van EL&I zal worden uitbesteed aan een onafhankelijk onderzoekbureau. De te verzamelen informatie vormt de basis voor onder meer de jaarlijkse voortgangsrapportage van de Minister van EL&I aan de Tweede Kamer, maar ook voor het inzichtelijk maken van resultaten op de website volginnovatie.nl. Uitgangspunt bij de uitvraag van verantwoordingsinformatie is minimale administratieve belasting.
Een deel van de informatie zal moeten worden ontleend aan de registraties van onderzoeksprojecten en activiteiten bij de TKI’s zelf en zal ter beschikking moeten worden gesteld aan AgentschapNL dat het datamanagement voor het Bedrijfslevenbeleid verzorgt (zie par. 4.2 voor de lijst met op te leveren indicatoren). Aanlevering dient (tenminste) jaarlijks vóór 1 juli te gebeuren. Informatie ten behoeve van volginnovatie.nl (bijv. projectresultaten) kunnen gedurende het hele jaar bij AgNL aangeleverd worden. Nadere uitwerking en invulling van de TKI-toeslag en de MKB-prestatie-afspraken kan aanleiding vormen om hetgeen in par. 4.2 is weergegeven aan te passen in aanloop naar de oprichting van de TKI’s.
Het Ministerie van EL&I en AgNL zullen onderzoek laten uitvoeren naar aanvullende gegevens over wereldwijde publicaties/citaties/octrooien op de onderzoeksthema’s waarop de TKI’s actief zijn. Dit zal naar verwachting behulpzaam zijn bij het (kwantitatief) monitoren van de TKI-doelstellingen in deze leidraad. Indien TKI-besturen dat wensen, kan AgNL deze gegevens aan hen beschikbaar stellen. Hiervoor is het wel nodig een beroep te kunnen doen op de inhoudelijke expertise en ondersteuning die bij de TKI’s aanwezig is, bijvoorbeeld ten aanzien van de afbakening van de onderzoekthema’s.
4.2 Indicatoren Voor het deel van de informatievoorziening waar een TKI zelf zorg voor draagt, worden hieronder vier categorieën onderscheiden. Bij het opstellen van deze leidraad is er vanuit gegaan dat elke TKI activiteiten zal ontplooien waar onderstaande indicatoren betrekking op hebben. Mocht dat bij het van start gaan van een TKI anders blijken te zijn, dan kan het bestuur aangeven dat een indicator niet van toepassing is, omdat het TKI geen corresponderende activiteiten kent.
EL&I, eindversie 22 juni
24
TKI-Leidraad
Herkomst en besteding van middelen Indicatoren: 1. Ingelegde middelen in afgelopen jaar naar herkomst (publiek: EU, Rijk, regio, lokaal, Kennisinstelling (NWO, KNAW, TNO, GTI’s, DLO, Hogescholen, overig); privaat: MKB, Grootbedrijf, overig) en naar type (cash, in-kind, inkomsten uit verkocht Intellectueel Eigendom). 2. Besteding van middelen naar bestemming (onderzoek, valorisatie, overhead, overig). 3. Besteding van onderzoeksmiddelen naar thema (d.w.z. thema’s of programmalijnen zoals die in de onderzoeksroadmap of topsectoragenda zijn benoemd). Bereik (netwerkvorming) Indicatoren: 4. Aantal deelnemende partijen aan onderzoeksprojecten (+ adresgegevens en KvK-nummer) (geen dubbeltellingen). 5. Aandeel MKB (<250 werkn.), Grootbedrijf, Kennisinstelling, overig binnen totaal aantal deelnemende partijen. 6. Aandeel jonge bedrijven (leeftijd < 8 jr.) bedrijven binnen totaal aantal deelnemende partijen. Acties Indicatoren: 7. Aantal onderzoeksprojecten (onderverdeeld in lopend, gestart, afgerond in betreffend jaar). 8. Aantal projecten gericht op valorisatie (onderverdeeld in lopend, gestart, afgerond in betreffend jaar). Resultaten Indicatoren: 9. Wetenschappelijke publicaties (registratie publicaties voortkomend uit door TKI gefinancierd onderzoek). TKI’s dienen onderzoekers te verplichten om bij publicatie van onderzoek gefinancierd door het TKI een zogenaamde ‘acknowledgement’ in het artikel op te nemen (i.e. verwijzing naar het TKI dat het onderzoek financierde met verwijzing naar projectnummer). Hierdoor worden te zijner tijd TKI-gerelateerde publicaties zichtbaar in de Web of Science en Scopus databases. EL&I kan met behulp daarvan aanvullende informatie beschikbaar stellen aan het TKI-bestuur over bijv. citatie-impactscores en publiek/private copublicaties. 10. Aantal innovaties: succesvol afgeronde innovatieprojecten (aangevraagde octrooien; spin-offs; nieuw product, dienst, proces). Beeldmateriaal over succesvol afgeronde projecten kan het TKI doorlopend ter beschikking stellen aan AgNL t.b.v. volginnovatie.nl. Op die manier is op één centrale plaats zichtbaar welke resultaten de inzet van de TKI-partijen oplevert, hetgeen kan dienen als etalage ten behoeve van bijv. nieuwe projecten en samenwerking.
EL&I, eindversie 22 juni
25
TKI-Leidraad
5. Transitie TTI naar TKI en andere pps-en De huidige TTI’s en daarop lijkende PPS-en hebben een focus op vraaggestuurd onderzoek10. Omvorming van TTI’s naar TKI’s maakt behoud van opgebouwde samenwerkingsverbanden en vraaggestuurd onderzoek binnen het topsectorenbeleid mogelijk. De structuur en uitvoering van de TTI’s zijn hierbij zeer divers waardoor elke transitie van TTI naar TKI maatwerk zal zijn. De hoofdrol is hierbij wegegelegd voor de TTI/TKI zelf. Vanuit EL&I/AgNL kan dit transitieproces begeleid worden.
TTI’s zijn: BMM, CTMM, Dinalog, DPI, GG, M2i, TIFN, TIP, Wetsus. Vergelijkbare PPS zijn: ESI, Holst Centre, ISPT. 10
EL&I, eindversie 22 juni
26
TKI-Leidraad
Bijlagen 1. NWO-deelname aan TKI’s 1.
Doel van dit document
Verschillende partners in de topsectoren hebben behoefte aan meer duidelijkheid over de wijze waarop NWO deel kan nemen aan de TKI’s m.b.t. zowel de inhoudelijke en financiële bijdrage, als ook de rol van NWO in de governance en ondersteuning van TKI’s. In dit document worden de algemene uitgangspunten voor de deelname aan TKI's geschetst waaraan NWO een inhoudelijke bijdrage levert. Naar verwachting zullen de te vormen TKI’s aanzienlijk verschillen qua opzet, taken, en activiteiten. Dit vraagt om maatwerk per TKI. Voor de deelname aan specifieke TKI's wordt dan ook verwezen naar de betreffende NWO-contactpersonen (zie bijlage).
2.
Potentie en meerwaarde van TKI's
NWO ziet het belang van georganiseerde, structurele samenwerking tussen de kennisinstellingen, bedrijven, overheid en waar relevant ook maatschappelijke organisaties. TKI's zijn hierin behulpzaam voor de gewenste afstemming en samenwerking tussen verschillende spelers langs de kennisketen, met als doel het realiseren van de inhoudelijke roadmaps voor de topsectoren. Deze meerwaarde ligt voor NWO in de inhoudelijke afstemming: het bij elkaar brengen van de verschillende partijen de uitvoerders, (co)financiers en andere stakeholdersrond een of meerdere inhoudelijke roadmaps en het faciliteren van samenwerking en kennisdeling tussen deze partijen. De samenwerking in TKIverband biedt zo meerwaarde door de mogelijkheid tot regievoering over het geheel aan activiteiten en spelers.
NWO ziet de TKI’s als (open) samenwerkingsverbanden tussen kennisinstellingen en bedrijven waarbij de deelnemende publieke en private partners ook gezamenlijk het TKI ontwikkelen, besturen en ondersteunen. Nauwe betrokkenheid van alle relevante partijen vanaf het eerste begin van een TKI garandeert het commitment van alle partners voor de (middel)lange termijn. Het gedeelde eigenaarschap van het TKI biedt ook garanties dat de TKIstructuur zo efficiënt mogelijk wordt vormgegeven. Hierdoor kan de TKI-toeslag en kunnen andere middelen t.b.v. de TKI maximaal worden ingezet voor het doel: nieuw onderzoek financieren. In deze opzet ligt het dan ook voor de hand om voor de rechtspersoon van een TKI gebruik te maken van de (bestaande) rechtspersoon van een van de partners, waaronder TNO en NWO.
De rol van NWO in de TKI's is primair het financieren van wetenschappelijk onderzoek dan wel (via de instituten) het inbrengen van wetenschappelijk onderzoek dat bijdraagt aan de roadmaps. NWO-middelen worden hierbij ingezet voor het financieren van de publieke inbreng in TKI’s. Gezamenlijke programmering van de TKI-roadmaps door de partners en tegelijkertijd een brede deelname vanuit de wetenschap zijn van groot belang voor het realiseren van de roadmaps. NWO zal hiervoor actief deelnemen aan de TKI-programmeringen, aan het management en de ondersteuning van de TKI's.
EL&I, eindversie 22 juni
27
TKI-Leidraad
3.
NWOdeelname aan TKI's
NWO neemt deel aan de TKI's door middel van
•
actieve deelname aan gezamenlijke TKIprogrammering
•
deelname aan de governance, hosting en ondersteuning.
•
ontwikkeling, financiering en uitvoering van calls voor publiekprivaat gefinancierde onderzoeksprojecten, in samenwerking met de TKI- partners
•
in kind bijdragen vanuit de NWO-instituten en
De concrete activiteiten voor 20122013 staan vermeld in de innovatiecontracten en in de (bijgestelde) NWO-propositie (d.d. 16 maart 2012). Hieronder worden de verschillende bijdragen nader toegelicht
Gezamenlijke programmering/calls voor publiekprivaat gefinancierde onderzoeksprojecten NWO zal nauw betrokken zijn bij het ontwikkelen van gezamenlijke agenda’s, roadmaps en programma’s en deelnemen aan TKI-programmacommissies, die verantwoordelijk worden voor de inhoudelijke uitwerking van de roadmaps. NWO zal, in samenwerking met de partners in de TKI’s, in het bijzonder cofinanciers, thematische calls ontwikkelen die specifiek gericht zijn op (delen van) het gezamenlijke TKI-programma. NWO stelt in overleg met partners uit het TKI voor elke call een voorbereidingscommissie samen bestaande uit inhoudelijke experts. De commissie ontwikkelt een voorstel voor de inhoudelijke focus (onderzoeksvragen). Dit voorstel zal worden besproken en afgestemd in het TKI-bestuur. Vervolgens wordt de uitvoering inclusief de uiteindelijke toekenning van middelen aan concrete projecten door NWO verzorgd.
De calls zijn gericht op PPS en vereisen derhalve cofinanciering uit het bedrijfsleven (en/of van andere partners), hetzij op programmaniveau (in cash), hetzij op projectniveau (in cash en/of in kind). Het vereiste percentage matching door bedrijven is een zaak van onderhandelingen met de verschillende cofinanciers en stakeholders en kan oplopen tot 50%. De calls zijn nationaal en open, dat wil zeggen: de calls staan open voor alle aanvragen die voldoen aan de toelatingscriteria (TKIdeelnemer of niet). NWO-financiering wordt uitsluitend ingezet voor het financieren van het publieke deel van PPS-onderzoeksprojecten. Bij cofinanciering op projectniveau dienen de deelnemende bedrijven vooraf hun (financiële) bijdrage aan te geven. Bij cofinanciering op het niveau van het programma (call) worden vanzelfsprekend vooraf afspraken gemaakt met de cofinanciers.
Zoals boven vermeld zal NWO de ontwikkeling van calls in TKI-verband afstemmen met de cofinanciers en andere stakeholders binnen een TKI. Nadat de opzet van de call is afgestemd zal NWO de call op basis van de gemaakte afspraken uitvoeren. Onder deze afspraken vallen onder andere de inhoudelijke focus en opzet van de call, de criteria en procedure en de samenstelling van de voorbereidingscommissie. Alle via de call gefinancierde projecten worden door NWO beheerd,
EL&I, eindversie 22 juni
28
TKI-Leidraad
waarbij informatie over de voortgang zal worden gedeeld binnen het desbetreffende TKI. Regelmatige kennisdeling kan plaatsvinden d.m.v. gebruikersadviescommissies.
In kind bijdragen van NWO-instituten De NWO-instituten kunnen op twee manieren bijdragen: enerzijds door matching bij open calls en programma’s en anderzijds door rechtstreekse publiekprivate samenwerking die past binnen de kaders van de innovatiecontracten
De matching verloopt via in kind bijdragen van personeel en faciliteiten waarmee inhoudelijke en/of technische expertise beschikbaar wordt gesteld. Financiering van deze in kind bijdragen verloopt via de basisfinanciering die NWO aan de instituten beschikbaar stelt. Dit betreft structureel gefinancierde activiteiten met een langetermijnperspectief. Deze (matching) bijdrage via calls ligt met name op project niveau waarbij ook private partners in kind bijdragen kunnen leveren. De vrije middelen die via de call beschikbaar komen worden ingezet voor extra tijdelijke onderzoekers en materiële kosten. De in kind bijdrage vanuit het instituut dekt de overheadkosten en begeleiding van tijdelijke onderzoekers door de vaste staf
De samenwerking tussen IBM en ASTRON rond het Dome project is een goede illustratie van directe programmatische samenwerking tussen instituut en publieke partner. Bij ASTRON wordt met financiële bijdragen vanuit IBM, EL&I en provincie Drenthe een speciaal onderzoekcentrum ingericht. ASTRON zorgt voor de coördinatie en lokale infrastructuur en ondersteuning. Het Industrial Partnership Programma van FOM biedt een ander, meer hybride, model waarbij ook vrije middelen beschikbaar worden gesteld met de mogelijkheid voor een open call. Vraagsturing die via TKI’s zal worden georganiseerd kan wellicht behulpzaam zijn bij het ontwikkelen van nieuwe vergelijkbare initiatieven. Het is van belang dat de instituten proactief deelnemen aan de verdere inhoudelijke uitwerking van de innovatiecontracten zodat mogelijke initiatieven tijdig worden onderkend en in de programmering van de desbetreffende TKI’s én instituten ingepast kunnen worden.
Zoals met name in het innovatiecontract HTSM is aangegeven kunnen de instituten bijdragen aan de generieke ontwikkeling en het gebruik van complexe instrumentatie. De instituten zijn aangesloten bij verschillende internationale consortia die ook publiekprivate samenwerking bevatten waarbij het MKB doorgaans een belangrijke rol speelt. Zoals in de NWOpropositie aangegeven zijn er bij de ‘big science’ projecten zoals ESA, CERN, ITER, etc. volop kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven om opdrachten te verwerven. Bij de instituten zijn Industry Liaison Officers aangewezen, die hun activiteiten in een ILO-netwerk gebundeld hebben om de slaagkans en toegang voor het bedrijfsleven te versterken. De instituten zouden deze activiteiten en de mogelijkheden voor publiekprivate samenwerkingen graag willen organiseren binnen een TKI.
Deelname aan de governance, hosting en ondersteuning Governance: NWO zal zitting nemen in het bestuur van de TKI’s waaraan NWO deelneemt. Ook zal NWO (dan wel door NWO aangewezen vertegenwoordigers) deelnemen aan de
EL&I, eindversie 22 juni
29
TKI-Leidraad
programmacommissies van een TKI.
Hosting: NWO is uitstekend geëquipeerd en bereid om TKI’s te hosten. NWO heeft al de nodige ervaring met het uitvoeren en beheren van extern gefinancierde programma’s en bureaus (bv. Smartmix, BSIK programma’s en regieorganen). Hosting kan verschillende vormen aannemen variërend van het fysiek huisvesten van het bureau tot het verlenen van diensten zoals financieel beheer. Concrete mogelijkheden voor het hosten van TKI’s door NWO dienen zich aan voor ZonMw (beoogd host voor TKI-LSH), FOM (HTSM) en CW/ACTS (host voor een of meerdere TKI’s, m.n. TKI-Kraamkamer).
Ondersteuning: NWO is bereid in kind – samen met de andere partners – menskracht te leveren om vorm te geven aan de inhoudelijke ondersteuning van de TKI’s.
NWO, mei 2012
EL&I, eindversie 22 juni
30
TKI-Leidraad
Bijlage. NWOcontactpersonen voor TKIontwikkeling
Topsector
Contactpersoon
Agro/food
Frans Martens directeur aarden levenswetenschappen Tel: (070) 344 06 83 email:
[email protected]
Chemie
Louis Vertegaal directeur chemische wetenschappen en ACTS Tel: (070) 344 06 99 email:
[email protected]
Creatieve industrie
Annemarie Bos directeur geesteswetenschappen Tel: (070) 344 08 25 email:
[email protected]
Energie
Wim van Saarloos directeur FOM Tel: (030) 600 12 26 email:
[email protected]
High tech en materialen
Eppo Bruins directeur STW Tel: (030)600 12 78 email:
[email protected]
Life sciences & health
Henk Smid directeur ZonMw Tel: (070)349 51 05 email:
[email protected]
Logistiek
Renée van Kessel-Hagesteijn directeur maatschappijen gedragswetenschappen en NIHC Tel: (070) 344 09 90 email:
[email protected]
Tuinbouw en uitgangsmaterialen
Frans Martens directeur aard-en levenswetenschappen Tel.: (070) 3440683 email:
[email protected]
Water
Frans Martens directeur aard-en levenswetenschappen Tel.: (070) 3440683 email:
[email protected]
EL&I, eindversie 22 juni
31
TKI-Leidraad
2. Opzet TKI HTSM – op hoofdlijnen Uitgangspunt is dat er één TKI komt voor het gehele HTSM domein. Hierdoor wordt onder meer de samenhang tussen de onderzoeksprogramma’s geborgd, maar ook stelt deze keuze de topsector in staat om lagere private investering op deeldomeinen (bijvoorbeeld de fotonica) elders te compenseren. Vertrekpunt bij de vormgeving van het TKI HTSM zijn het topteam-advies van juni 2011 en het op 2 april jl. getekende innovatiecontract. Bouwstenen zijn de bestaande ecosystemen (maar niet de instituties!) binnen het HTSM domein zoals het Holst Centre, ESI, M2i, Point-One en AutomotiveNL en de 15 verschillende technologieroadmaps die aan deze ecosystemen ten grondslag liggen. In deze roadmaps zijn de publieke en private spelers op de relevante ecosystemen bijeen gebracht.
Organisatie/governance Het TKI wordt een onafhankelijke juridische entiteit, waarschijnlijk een stichting, en zal bij FOM worden ondergebracht. Het topteam HTSM vormt de basis voor het TKI-bestuur, de basis van het (dagelijkse) TKI management wordt gevormd door een subset van mensen uit het secretariaat. Hierbij is er sprake van doormandatering, d.w.z. het topteam mandateert het TKI-bestuur, het TKI-bestuur mandateert het TKI-management en via hen worden de roadmaptrekkers gemandateerd om jaarlijks de roadmaps te updaten/opstellen. Er is voor gekozen om de organisatie van de TKI zo licht mogelijk te houden. Hiertoe wordt aansluiting gezocht bij de bestaande processen van de publieke financiers. Publieke co-financiering komt daarbij uit de reguliere stromen zoals NWO/STW, TNO, NLR, FOM. STW en FOM voor de calls, TNO en NLR voor de onderzoeksprogramma’s. Private co-financiering is afkomstig uit de contracten die worden gesloten met de deelnemende bedrijven.
Er komt een virtuele back-office voor het TKI HTSM. Taken voor het backoffice zijn gelegen in de monitoring en rapportage, communicatie met het veld en belanghebbenden. Het backoffice rapporteert aan het TKI management en bestaat uit enkele medewerkers, gedetacheerd uit NWO/STW, TNO, NLR en FOM. In lijn met het uitgangspunt om de organisatie van het TKI zo licht mogelijk te houden is het backoffice is niet gecentraliseerd. In plaats daarvan zullen onderdelen van het backoffice, afhankelijk van het ecosysteem, bij één van voornoemde organisaties zijn ondergebracht. Zo is het logisch het backoffice voor Aerospace onder te brengen bij NLR, en dat voor automotive, materialen en embedded systems bij TNO. NWO/FOM/STW dragen zorg voor de backofficefuncties van de ecosystemen rondom high tech systemen, en nanotechnologie.
Het TKI HTSM wordt hiermee dus pertinent géén centrale, fysieke onderzoekslocatie waar personeel en equipment verzameld zijn, zoals in Europees verband onder het begrip ‘joint research
EL&I, eindversie 22 juni
32
TKI-Leidraad
unit’ wordt verstaan. Hiermee zou het TKI hoogstens als penvoerende organisatie richting H2020 kunnen opereren.
TKI besluitvorming Het topteam beslist over de wijze waarop binnen het TKI de TKI-toeslag zal worden geherinvesteerd. Criteria hiertoe moeten nog worden vastgesteld. PPS-contracten moeten gelabeld worden t.b.v. de TKI jaarportfolio als zij voldoen aan de criteria zodat aan het eind van het jaar de TKI toeslag kan worden uitgekeerd Er dienen ook criteria te komen op grond waarvan de budgetten van de financiers (NWO/STW, TNO, NLR) door het TKI beoordeeld kunnen worden.
TKI-jaarproces Bovenstaande uitgangspunten resulteren in een jaarlijks proces dat het TKI doorloopt dat in onderstaand schema staat weergegeven, inclusief de partijen die verantwoordelijk zijn voor uitvoering van betreffende activiteiten:
EL&I, eindversie 22 juni
33
TKI-Leidraad
3. Opzet TKI topsector Agro&Food Uitgangspunten De governance van het TKI Agro&Food is gebaseerd op vier uitgangspunten: •
Vraaggestuurde programmering die de ambities uit de sectoragenda ondersteunt en behoudt wat goed werkt door: o
Onderzoeksthema's te bepalen vanuit de ambities en prioritering opgenomen in de sectoragenda.
o
Budgetten te alloceren op basis van behoefte en financieel commitment uit bedrijfsleven (grootbedrijf/MKB), mits voldaan aan gestelde inhoudelijke criteria.
o
Verder te bouwen aan goed ontwikkelde PPS-initiatieven, met voldoende ruimte voor vernieuwing.
•
Een aansturingsmodel dat leidt tot innovatie excellentie door middel van: o
Selectieve keuze in onderzoeksthema's die aansluiten bij nationale prioriteiten en concurrerend en differentiërend zijn ten opzichte van het buitenland.
•
•
o
Clustering van PPS-initiatieven onder één TKI.
o
Ondersteunen van koplopers, zowel voor grootbedrijf als MKB.
Een onafhankelijk en transparant proces voor toezegging van financiering middels: o
Objectieve selectiecriteria en allocatiemechanismen.
o
Vertegenwoordiging van de “gouden driehoek” op iedere niveau van besluitvorming.
Beperkte overheadkosten en snelle besluitvorming door: o
Indienen van initiatieven op basis van PPS verband waarin publieke en private partijen samenwerking vorm geven.
o
Simpel proces voor toetsing van initiatieven met snelle terugkoppeling.
o
Lean & mean opzet van management en ondersteuning voor PPS-initiatieven, MKB loket met valorisatie-initiatieven onder FND+, en ondersteuning vanuit het AFF.
o
Uitvoering van initiatieven vindt plaats volgens het ingediende PPS werkprogramma.
Governance en structuur De topsector Agro&Food heeft ervoor gekozen om het gehele innovatiecontract onder te brengen in één TKI. Hierdoor kunnen kennisvragen meer samenhangend worden geformuleerd, wordt opbouw van excellente expertise bevorderd en worden resultaten sneller ontsloten naar het bedrijfsleven. Dit resulteert in het versterken van de langere termijn concurrentiekracht van de sector. De keuze voor één TKI geeft ook een hoge mate van flexibiliteit t.a.v. nieuwe PPS-en die ook cross-thema of zelfs cross-sector opereren; de toekenning van financiële middelen op basis van een bottom-up vraagsturing (mits voldaan aan gestelde inhoudelijke criteria) en een platte organisatie zonder risico op silovorming. Het TKI is een open consortium, dwz bedrijven en kennisinstellingen kunnen deelnemen aan PPS-en en programma’s.
EL&I, eindversie 22 juni
34
TKI-Leidraad
Het TKI heeft rechtspersoonlijkheid, dit zal een stichting worden. Het TKI bureau zal het TKI ondersteunen en de TKI-besluitvorming zal plaatsvinden in het TKI bestuur. Dit bestuur zal gevormd worden door de Regiegroep AgroFood&Innovation. Beide onderdelen worden bemenst door vertegenwoordigers van de dragende organisaties uit de gouden driehoek. Het TKI-Agro&Food adviseert het topteam Agro&Food, topteam adviseert de minister over de inzet van middelen TNO en DLO en allocatie TKI-toeslag (zie fig. 1). Voor taakverdeling zie fig. 2.
Werkwijze programmering Om de vraagsturing te versterken heeft het topteam Agri&Food er voor gekozen om het bedrijfsleven op te roepen voorstellen voor Privaatpublieke samenwerking (PPS) op het terrein van onderzoek en innovatie in te dienen. Het programmeringsproces van de TKI-AgriFood sluit aan bij het programmeringsproces van DLO en TNO. Op basis van de PPS-voorstellen kan de topsector onderzoekscapaciteit van DLO en TNO aan de initiatieven toewijzen. In 2013 is voor de vraagsturing bij DLO en TNO ongeveer 10 miljoen euro aan onderzoekscapaciteit beschikbaar. Met de private financiële middelen kan daarnaast ook met andere kennisinstellingen worden samengewerkt. Dit betreft ook middelen die met de TKI toeslag beschikbaar komen. Fundamentele kennisvragen uit voorstellen kunnen worden door de topsector voorgelegd aan NWO.
Bedrijven zijn eind mei opgeroepen om samen met kennisinstellingen met gezamenlijke Publiek Private Samenwerking (PPS)-initiatieven te komen om de ambities uit het innovatiecontract op te pakken. Het voorstel moet door minimaal twee ondernemers worden ondersteund. Bedrijven kunnen tot 2 juli een verkort voorstel indienen bij het TKI Agri&food. Deze beoordeelt de voorstellen en nodigt de meest kansrijke indieners uit om hun voorstellen volledig uit te werken. Het TKI-bureau Agri&Food stuurt n.a.v. haar bevindingen voor 1 augustus het advies naar de aanvrager. In geval van een positief advies geeft het TKI-bureau Agri&Food tevens aan met welke contactpersonen van DLO en/of TNO het voorstel verder uitgewerkt kan worden tot een definitief voorstel. Het volledige voorstel moet voor 28 september 12.00 uur ingediend worden bij het TKI-bureau Agri&Food. Daarna wordt het voorstel door een onafhankelijke commissie getoetst. Het bestuur van het TKI adviseert het topteam. Op advies van het topteam besluit de minister van EL&I over de inzet van onderzoekscapaciteit van DLO en TNO voor PPS voorstellen. De aanvrager wordt uiterlijk 1 december 2012 op de hoogte gebracht van het advies. De minster neemt een besluit hierover voor 15 december 2012.
De volledige call en het format voor het voorstel zijn te vinden op de website van TKI Agri&food (www.tki-agrifood.nl, onder de knop downloads).
EL&I, eindversie 22 juni
35
TKI-Leidraad
Fig 1.
Fig 2.
Taakverdeling organisatie Topteam
TKI AgriFood
Bepalen sector agenda ambitie en meetbare doelen
Vaststellen onderzoekthema's o.b.v sector agenda
Samenstellen en uitwerken onderzoekthema's
Bepalen financieel commitment
Vaststellen van selectie- criteria
Loket voor nieuwe initiatieven
Aanspreekpunt voor overheid
Accoderen van toetsing en formele opdrachtverlening
Toetsing van voorstellen aan selectiecriteria • inhoudelijk bijgestaan door adviescommissie per thema
Coördinatie Europese activiteiten met een PPS-karakter
Merk FND+ / Innovatiefonds, uitvoering TKI Bureau
BureauTKI Bundeling van kennisvragen in ecosysteem door opstellen meerjarig werkprogramma Uitvoering van werkprogramma • Selecteren PPS'en • Opdrachtverlening • Monitoring • ... Uitdragen onderzoeksresultaten
Beslissingen ten aanzien van valorisatiesteun Contactleggen in de keten (makelen / schakelen) Coaching en ondersteuning Flankerend beleid / stimulerende activiteiten Monitoring
Coördinatie dwarsverbanden met andere topsectoren en internationale activiteiten
TKI AgriFood
EL&I, eindversie 22 juni
Bewaken voortgang en coördinatie van monitoring
TKI AgriFood
TKI AgriFood
FND+
36